Overgangsregeling Nederlands recht
Overgangsregeling Nederlands recht Inhoudsopgave 1. Het nieuwe onderwijsprogramma..............................................................................................................................2 Doctoraal Nederlands recht .......................................................................................................................................2 I. Verplicht doctoraal .......................................................................................................................................2 II. Afstudeerrichtingen ......................................................................................................................................3 III. Scriptie..........................................................................................................................................................3 2. Uitgangspunten van de overgangsregeling ................................................................................................................4 3. Uitwerking van de overgangsregeling .......................................................................................................................5 I. Studenten die vóór 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen .......................................................5 II. Studenten die op 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen...........................................................5 III. Studenten die op 1 september 1997 aan het doctoraal zijn begonnen...........................................................6 4. Hardheidsclausule......................................................................................................................................................7 5. Overzicht te behalen verplichte doctoraalonderdelen................................................................................................7 6. Uitwerking overgangsregeling afstudeerrichtingen...................................................................................................8 Afstudeerrichting Algemeen.........................................................................................................................8 Bedrijfsjuridische afstudeerrichting..............................................................................................................9 Bestuursjuridische afstudeerrichting ............................................................................................................9 Staatkundig-juridische afstudeerrichting ......................................................................................................9 Internationaalrechtelijke afstudeerrichting ...................................................................................................9 Privaatrechtelijke afstudeerrichting ............................................................................................................10 Strafrechtelijke afstudeerrichtingen............................................................................................................10
1
Overgangsregeling Nederlands recht
1. Het nieuwe onderwijsprogramma Met ingang van 1 september 1997 is een nieuw onderwijsprogramma van start gegaan. Onderstaand schema geeft de veranderingen in het verplicht doctoraal van de opleiding Nederlands recht weer, na de invoering van het nieuwe onderwijsprogramma.
Doctoraal Nederlands recht vakken Verbintenissenrecht Goederen- en faillissementsrecht Burgerlijk procesrecht Personen-, familie- en erfrecht Ondernemingsrecht en Handelsverkeersrecht & IR Sociaal recht Staatsrecht Bestuursrecht Materieel strafrecht formeel strafrecht Afsluitend strafrecht Internationaal publiekrecht Inleiding belastingrecht Rechtsfilosofie Internationaal privaatrecht Administratieve en comptabele kennis Rechtsgeschiedenis/-vergelijking Confrontatievak totaal verplicht afstudeerrichting scriptie vrije keuze totaal
oud 7 5 3 2 7 3 7 7 5 5 5 5 3 3 0 2 0 5 74 32 0 20 126
per 1 sept. '97 7 5 3 3 4+4 4 7 7 5 5 4 6 4 4 4 0 3 4 83 28 7 8 126
wijziging
+1 +1 +1
-1 +1 +1 +1 +4 -2 +3 -1 +9 -4 +7 - 12 --
I. Verplicht doctoraal Personen-, familie- en erfrecht Het oude vak Huwelijksvermogens- en erfrecht is uitgebreid met de onderdelen personen- en familierecht en is daarmee van 2 naar 3 studiepunten gegaan. Handelsrecht Dit vak is van 7 naar 8 studiepunten gegaan Het oude vak Handelsrecht is verdeeld over twee vakken: Handelsverkeersrecht & Intellectuele Rechten (4 stp.) en Ondernemingsrecht (4 stp.). Internationaal publiekrecht Dit vak is van 5 naar 6 studiepunten gegaan. De studiepunten zijn gelijkelijk verdeeld over de onderdelen Volkenrecht en Europees recht. Rechtsgeschiedenis/Rechtsvergelijking Ter invulling van dit onderdeel van het doctoraalprogramma kunnen studenten een keuze maken uit de vakken Rechtsvergelijking, Geschiedenis van het privaatrecht en Geschiedenis van het publiekrecht (twee varianten). Confrontatievak Ter invulling van het Confrontatievak kan door de studenten gekozen worden uit de vakken Rechtssociologie, Rechtseconomie, Rechtspsychologie en Recht en technologie.
2
Overgangsregeling Nederlands recht
II. Afstudeerrichtingen Ten aanzien van de afstudeerrichtingen worden de volgende algemene eisen gesteld: ! 12 studiepunten (3 vakken) voor kernvakken verplicht voor de afstudeervariant en ! 16 studiepunten (4 vakken) voor vakken, met alternatieven, passend binnen de doelstelling van de afstudeerrichting. oud algemeen bedrijfsjuridisch bestuursjuridisch staatkundig-juridisch internationaalrechtelijk strafrechtelijk A en B
per 1 september 1997 thematisch bedrijfsjuridisch staats- en bestuursrechtelijk staats- en bestuursrechtelijk internationaalrechtelijk strafrechtelijk
Opmerkingen Thematische afstudeerrichting Deze afstudeerrichting is de opvolger van de afstudeerrichting Algemeen. Zij bestaat uit 12 studiepunten (3 vakken) verplichte kernvakken (het vak Rechtstheorie en rechtsmethodologie en 2 positiefrechtelijke vakken te kiezen uit de kernvakken van de andere afstudeerrichtingen) en 16 studiepunten (4 vakken) keuzevakken te kiezen uit het gehele aanbod van vakken van de faculteit. Binnen de thematische afstudeerrichting worden adviespakketten aangeboden. Studenten die een vakkenpakket willen samenstellen dat afwijkt van een van de aangeboden adviespakketten of die ter invulling van de twee positiefrechtelijke vakken, vakken willen kiezen die niet tot de kernvakken van de andere afstudeerrichtingen behoren moeten hun voorstel ter toetsing voorleggen. Staats- en bestuursrechtelijke afstudeerrichting Vanaf 1 september 1997 zijn de bestuursjuridische en de staatkundig-juridische afstudeerrichting opgegaan in de nieuwe afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht. Strafrechtelijke afstudeerrichting Vanaf 1 september 1997 zijn de afstudeerrichtingen Strafrecht A en B worden vervangen door de afstudeerrichting Strafrecht. Punt 6 hierna bevat een uitgewerkte overgangsregeling voor de afstudeerrichtingen.
III. Scriptie Vanaf 1 september 1997 dient iedere student één (grote) scriptie van 7 studiepunten of twee (kleine) scripties van respectievelijk 3 en 4 studiepunten te schrijven. Het is toegestaan de scriptie/een van de scripties naar aanleiding van een stage te schrijven. Een en ander betekent dat er geen punten voor 'zelfwerkzaamheid' meer op een andere wijze dan hier beschreven behaald kunnen worden. NB. Overigens kunnen keuzevakken getoetst worden door middel van het schrijven van een essay of werkstuk.
3
Overgangsregeling Nederlands recht
2. Uitgangspunten van de overgangsregeling !
Per 1 september 1997 is het nieuwe onderwijsprogramma voor de doctoraalrichtingen van start gegaan.
!
Alle voor 1 september 1996 resp. 1 september 1997 binnen het oude programma behaalde studiepunten blijven geldig volgens de regeling van het OER. In concreto betekent dit dat de met voldoende resultaat afgelegde onderdelen van het propedeutisch examen een geldigheidsduur van 5 jaar en de met voldoende resultaat afgelegde onderdelen van het doctoraal examen een geldigheidsduur van 8 jaar hebben (art. 35 lid 1 OER: deze bepaling kent een hardheidsclausule (art. 35 lid 3 OER)). Het propedeutisch examen en het doctoraal examen hebben een onbeperkte geldigheidsduur. Punten die voor 1 september 1997 behaald zijn met zelfwerkzaamheid (stageverslag/essay) kunnen worden ingebracht als punten voor de verplichte scriptie.
!
Studenten dienen eerst alle verplichte doctoraalvakken te volgen. Zij krijgen hiervoor de punten die er op het moment dat zij het tentamen halen voor dat onderdeel gelden. Studenten die hierdoor binnen het verplichte doctoraal minder punten behaald hebben dan binnen het vernieuwde programma verplicht gesteld zijn, zullen deze ruimte met keuzevakken aan moeten vullen tot 168 punten. Studenten die hierdoor binnen het verplichte doctoraal meer punten behaald hebben dan binnen het vernieuwde programma verplicht gesteld zijn, kunnen deze 'meer'-punten inzetten ten behoeve van de 8 punten vrije keuzeruimte.
!
Na 1 september 1997 wordt geen onderwijs meer verzorgd in vakken die per die datum verdwijnen. Vakken die na 1 september 1996 respectievelijk 1 september 1997 een andere inhoud krijgen zullen na die data alleen in hun nieuwe vorm gedoceerd en getentamineerd worden.
!
Ten aanzien van de tentamens geldt het volgende: Hoofdregel Studenten wordt na de ingangsdatum van het nieuwe onderwijsprogramma geen gelegenheid meer geboden tentamen af te leggen in de vakken die met de invoering van het nieuwe programma zijn verdwenen dan wel een andere inhoud hebben gekregen. Doctoraalvakken die per 1 september 1997 zijn verdwenen dan wel een andere inhoud hebben gekregen zijn voor het laatst in hun oude vorm getentamineerd in het studiejaar 1996-1997. Uitzondering Artikel 23 OER: In geval van zeer bijzondere omstandigheden kan de examencommissie aan een examinandus op diens verzoek toestemming verlenen tot het op een ander tijdstip, op een andere plaats of in een andere vorm afleggen van een schriftelijk tentamen. Zie voor deze zeer bijzondere omstandigheden o.m. de leden 4, 5 en 6 van het desbetreffende artikel.
!
In de overgangsregeling worden de volgende groepen studenten onderscheiden: I. Studenten die vóór 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen: deze categorie bestaat uit alle studenten die niet vallen in categorie II of III: zij zijn op enig moment vóór peildatum 1 september 1996 aan het doctoraal begonnen (= 'oude' propedeuse behaald of doorstroomregeling 'oude' propedeuse) en hebben voor peildatum 1 september 1996 ook daadwerkelijk één of meerdere doctoraalvakken behaald. II. Studenten die op 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen: deze categorie bestaat uit studenten die de 'oude' propedeuse hebben behaald en uit doorstromers 'oude' propedeuse, die op 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen. III. Studenten die op 1 september 1997 aan het doctoraal zijn begonnen: deze categorie bestaat uit studenten die de 'oude' propedeuse hebben behaald, doorstromers 'oude' propedeuse, studenten die de 'nieuwe' propedeuse hebben behaald en doorstromers 'nieuwe' propedeuse, die op 1 september 1997 aan het doctoraal zijn begonnen.
4
Overgangsregeling Nederlands recht
3. Uitwerking van de overgangsregeling I.
Studenten die vóór 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen:
Zij dienen hun programma aan te vullen tot 168 punten waarbij zij voldoen aan de volgende voorwaarden: ! een verplicht doctoraal van minimaal 74 punten. Dit verplicht doctoraal dient ten minste de vakken te bevatten zoals opgenomen in paragraaf 5. !
een afstudeerrichting van minimaal 28 punten. Degene die op 1 september 1997 nog geen 28 punten aan vakken voor de afstudeerrichting heeft behaald kan de reeds behaalde punten aanvullen met vakken uit de nieuwe lijst van vakken voor de afstudeerrichting. Tevens geldt ten aanzien van de afstudeerrichting dat uitsluitend studenten die vóór 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen nog kunnen afstuderen in de 'oude' afstudeerrichtingen Algemeen, Staatkundigjuridisch, Bestuursjuridisch en Strafrechtelijk A en B, mits zij voldoen aan de voor die 'oude' afstudeerrichtingen geldende eisen.
!
minimaal 7 studiepunten dienen te zijn besteed aan zelfwerkzaamheid. Degene die voor 1 september 1997 aan de eis van zelfwerkzaamheid heeft voldaan door het schrijven van een scriptie, van één of meerdere essays en/of van een stageverslag naar aanleiding van een gelopen stage, behoudt de hiermee behaalde studiepunten. Indien op deze wijze minder dan 7 studiepunten zijn behaald dienen deze punten tot 7 studiepunten te worden aangevuld, met als uitzondering dat zij die reeds 5 of 6 studiepunten door middel van zelfwerkzaamheid hebben behaald deze punten niet behoeven aan te vullen tot 7 studiepunten zelfwerkzaamheid. Dit betekent dat degene die voor 1 september 1997 d.m.v. zelfwerkzaamheid heeft behaald: 2 studiepunten: 3 studiepunten: 4 studiepunten:
II.
deze tot 7 studiepunten moet aanvullen d.m.v. één scriptie (5 stp.) deze tot 7 studiepunten moet aanvullen d.m.v. één scriptie (4 stp.) deze tot 7 studiepunten moet aanvullen d.m.v. één scriptie (3 stp.)
Studenten die op 1 september 1996 aan het doctoraal zijn begonnen:
Deze studenten dienen het gehele nieuwe doctoraalprogramma te doen inclusief de nieuwe verplichte doctoraalvakken Internationaal privaatrecht en Rechtsgeschiedenis/-vergelijking die vanaf 1 september 1997 gedoceerd worden. Omdat deze studenten zowel vakken uit het oude als vakken uit het nieuwe verplichte doctoraal zullen doen geldt ten aanzien van deze studenten: vakken Sociaal recht Ondernemingsrecht en Handelsverkeersrecht & IR Afsluitend strafrecht Internationaal publiekrecht Rechtsfilosofie Inleiding belastingrecht
oud 3 7 5 5 3 3
per 1 sept. '97 4 4+4 4 6 4 4
Ten aanzien van deze vakken geldt de hoofdregel; zowel het oude als het nieuwe vak voldoet. Dat wil zeggen: Studenten die één of meer verplichte doctoraalvakken hebben behaald voor 1 september 1997, behouden de met dat tentamen/die tentamens behaalde studiepunten, ook al zijn dat meer (bv. in het geval van afsluitend strafrecht) dan wel minder (bv. in het geval van sociaal recht) studiepunten dan zij voor dat vak/die vakken zouden hebben gekregen indien zij het tentamen/de tentamens na 1 september 1997 zouden hebben behaald. Studenten die één of meer van de verplichte doctoraalvakken behalen na 1 september 1997 verkrijgen de op dat moment voor dat tentamen/die tentamens geldende studiepunten, ook al zijn dat meer (bv. in het geval van sociaal recht) dan wel minder (bv. in het geval van afsluitend strafrecht) studiepunten dan zij voor dat vak/die vakken zouden hebben gekregen indien zij het tentamen/de tentamens voor 1 september 1997 zouden hebben behaald.
5
Overgangsregeling Nederlands recht
Studenten die hierdoor binnen het verplichte doctoraal minder punten behaald hebben dan binnen het vernieuwde programma verplicht gesteld zijn, zullen deze ruimte met keuzevakken aan moeten vullen tot 168 punten. Studenten die hierdoor binnen het verplichte doctoraal meer punten behaald hebben dan binnen het vernieuwde programma verplicht gesteld zijn, kunnen deze 'meer'-punten inzetten ten behoeve van de 8 punten vrije keuzeruimte. vak Personen-, familie- en erfrecht
oud 2
per 1 sept. '97 3
Na 1 september 1997 wordt het oude vak Huwelijksvermogens- en erfrecht uitgebreid met het onderdeel personenen familierecht tot het nieuwe vak Personen-, familie- en erfrecht. Ten aanzien van dit vak geldt: Studenten die voor 1 september 1997 het vak Huwelijksvermogens- en erfrecht hebben behaald, behouden de met dat tentamen behaalde 2 studiepunten en kunnen deze punten inbrengen ten behoeve van het nieuwe vak Personen-, familie- en erfrecht. Zie verder de hoofdregel.
vak Inleiding administratieve en comptabele kennis
oud 2
per 1 sept. '97 0
Na 1 september 1997 komt het vak ACK voor de doctoraalstudenten Nederlands Recht te vervallen. Ten aanzien van dit vak geldt: Studenten die voor 1 september 1997 het vak ACK behaald hebben behouden de met dit tentamen behaalde 2 studiepunten. Zie verder de hoofdregel.
vak
oud 5
confrontatie
per 1 sept. '97 4
Ten aanzien van dit vak geldt: Studenten die voor 1 september 1997 het vak Ecosoc hebben behaald, behouden de met dit tentamen behaalde 5 studiepunten en kunnen deze punten inbrengen ten behoeve van het nieuwe confrontatievak. Zie verder de hoofdregel. Indien studenten reeds voor 1 september 1997 één van de keuzevakken Rechtssociologie, Rechtseconomie of Rechtspsychologie hebben behaald kunnen zij deze vakken inbrengen ten behoeve van de confrontatie-eis. Zie verder de hoofdregel.
III.
Studenten die op 1 september 1997 aan het doctoraal zijn begonnen:
Deze studenten dienen vanzelfsprekend het gehele nieuwe doctoraalprogramma te doen.
6
Overgangsregeling Nederlands recht
4. Hardheidsclausule De examencommissie van de opleiding Nederlands recht is bevoegd tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard die zich bij de toepassing van deze overgangsregeling mochten voordoen.
5. Overzicht te behalen verplichte doctoraalonderdelen Studenten die vóór 1 september 1996 aan het doctoraal Nederlands recht zijn begonnen dienen minimaal de volgende verplichte doctoraalvakken te behalen: Verbintenissenrecht Goederen- en faillissementsrecht Burgerlijk procesrecht Huwelijksvermogens- en erfrecht of Personen-, familie- en erfrecht Handelsrecht of Ondernemingsrecht en Handelsverkeersrecht & IR Sociaal recht Staatsrecht Bestuursrecht Materieel strafrecht Formeel strafrecht Afsluitend strafrecht Inleiding internationaal publiekrecht Inleiding belastingrecht Rechtsfilosofie Ecosoc of Confrontatievak Studenten die met bovenstaande vakken niet tot 74 studiepunten komen dienen deze tot minimaal 74 studiepunten aan te vullen met één of meer van de volgende vakken: Administratieve en comptabele kennis (afleggen tentamen niet meer mogelijk na 1 september 1997) Internationaal privaatrecht Rechtsgeschiedenis of Rechtsvergelijking
7
Overgangsregeling Nederlands recht
6. Uitwerking overgangsregeling afstudeerrichtingen Hoofdregels 1. Studenten die op 1-9-'96 zijn begonnen aan het doctoraalprogramma dienen de gehele nieuwe afstudeerrichting te doen. NB. Dit geldt uiteraard ook voor studenten, die na 1-9-'96 aan het doctoraal zijn begonnen. 2.
Studenten die vóór 1-9-'96 zijn begonnen aan het doctoraal : 1. dienen een afstudeerrichting van minstens 28 punten te behalen. Verder gelden vanzelfsprekend de vereisten uit de algemene overgangsregeling voor de opleiding Nederlands recht. 2.
kunnen na 1-9-'97 nog afstuderen in de oude afstudeerrichtingen Algemeen, Staatkundig-juridisch, Bestuursjuridisch en Strafrechtelijk A en B. Dit is uitsluitend mogelijk voorzover de nog te behalen vakken van deze afstudeerrichtingen nog worden aangeboden in het nieuwe onderwijsprogramma.
3.
en niet volledig afstuderen in één van de oude afstudeerrichtingen (zie punt 2.2 hiervoor) behouden de punten behaald volgens de telling van de oude afstudeerrichting en vullen dat aantal punten aan tot 28 studiepunten met vakken uit de nieuwe afstudeerrichting zoals deze regeling dat voorschrijft. Bij het aanvullen tot 28 studiepunten gelden de volgende regels: a. Men dient eerst aan de kernvakeisen van de nieuwe afstudeerrichting te voldoen. Zie hiervoor de regeling per afstudeerrichting. b. Indien alle kernvakeisen zijn vervuld wordt verder aangevuld tot minimaal 28 punten door naar eigen keuze vakken te volgen van de nieuwe afstudeerrichting.
4.
kunnen op basis van de hardheidsclausule van de algemene overgangsregeling een verzoek aan de examencommissie richten om met een afstudeerrichting met een andere samenstelling dan volgens deze regeling geboden is, af te mogen studeren. Dit verzoek dient bij voorkeur te worden ingediend vóórdat de betreffende vakken worden gevolgd en dient vergezeld te gaan van een advies van de coördinator van de desbetreffende afstudeerrichting.
NB. Sommige vakken van de oude afstudeerrichting komen sterk overeen met vakken van de nieuwe afstudeerrichting. In de regeling van elke afstudeerrichting staat een lijst met deze vakken. Het is niet toegestaan om twee zulke overeenkomstige vakken tegelijk op te voeren bij het afstuderen.
Overgangsregeling afstudeerrichting algemeen Studenten die voor 1-9-'96 aan het doctoraal zijn begonnen kunnen nog afstuderen in de oude Algemene afstudeerrichting, mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende eisen. Ook hier geldt de regel dat een minimum van 28 punten moet zijn behaald in de afstudeerrichting. Bovendien geldt dat indien u 'algemeen' afstudeert met minder dan 32 punten, u in ieder geval dient te voldoen aan eis 1 van de afstudeerrichting Algemeen. Deze eis houdt in dat u 20 studiepunten moet besteden aan juridische keuzeonderdelen (zie Studiegids 1996/1997 blz. 95-97 voor deze eis).
8
Overgangsregeling Nederlands recht
Overgangsregeling bedrijfsjuridische afstudeerrichting U dient bij het aanvullen van de oude afstudeerrichting in beginsel eerst aan te vullen met kernvakken uit de nieuwe richting. Indien u echter reeds een met een bepaald kernvak gelijkgesteld vak heeft behaald, mag dat kernvak niet ook nog worden behaald. Zodra op deze manier alle kernvakken of daarmee gelijkgestelde vakken uit de oude richting zijn behaald kunt u verder aanvullen met vakken naar keuze uit de nieuwe afstudeerrichting. De kernvakken uit de nieuwe richting met de gelijkgestelde vakken uit de oude afstudeerrichting: Nieuwe afstudeerrichting Verdieping ondernemingsrecht Verdieping handelsverkeersrecht Bedrijfseconomie en fiscaal recht
Oude afstudeerrichting (punten behaald voor 1-9-'97) Ondernemersrecht voor bedrijfsjuristen, of Ondernemersrecht Capita Handelsrecht Inleiding bedrijfseconomie
De volgende nieuwe en oude vakken zijn inhoudelijk (vrijwel) gelijk en kunnen niet allebei tegelijk worden gebruikt om af te studeren: Nieuw doctoraal Transportverzekering Vervoerrecht Capita verzekeringsrecht Capita Goederen- en Faillissementsrecht
Oud doctoraal Verzekeringsrecht 3 Verdieping vervoerrecht Verzekeringsrecht 1 Verdieping goederenrecht, Verdieping faillissementsrecht
Overgangsregeling bestuursjuridische afstudeerrichting Studenten die voor 1-9-'96 aan het doctoraal zijn begonnen kunnen nog afstuderen in de oude bestuursjuridische afstudeerrichting, mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende eisen. NB. Ook hier geldt de regel dat een minimum van 28 punten moet zijn behaald in de afstudeerrichting. Indien u overstapt van de oude afstudeerrichting bestuursrecht naar de nieuwe staats- en bestuursjuridische afstudeerrichting dient u de hoofdregels uit deze overgangsregeling aan te houden.
Overgangsregeling staatkundig-juridische afstudeerrichting Studenten die voor 1-9-'96 aan het doctoraal zijn begonnen kunnen nog afstuderen in de oude staatsrechtelijke afstudeerrichting, mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende eisen. NB. Ook hier geldt de regel dat een minimum van 28 punten moet zijn behaald in de afstudeerrichting. Indien u overstapt van de oude afstudeerrichting staatsrecht naar de nieuwe staats- en bestuursjuridische afstudeerrichting dient u de hoofdregels uit deze overgangsregeling aan te houden.
Overgangsregeling internationaalrechtelijke afstudeerrichting U dient bij het aanvullen van de oude afstudeerrichting in beginsel eerst aan te vullen met kernvakken uit de nieuwe richting. Indien u echter reeds een met een bepaald kernvak gelijkgesteld vak heeft behaald, mag dat kernvak niet ook nog worden behaald. Zodra op deze manier alle kernvakken of daarmee gelijkgestelde vakken uit de oude richting zijn behaald kunt u verder aanvullen met vakken naar keuze uit de nieuwe afstudeerrichting. De kernvakken uit de nieuwe richting met de gelijkgestelde vakken uit de oude afstudeerrichting: Nieuwe afstudeerrichting Oude afstudeerrichting (punten behaald voor 1-9-'97) Volkenrecht (4 pnt.) Volkenrecht (5 pnt.) Europees recht Europees recht Recht van internationale organisaties geen gelijkgesteld vak
9
Overgangsregeling Nederlands recht
Overgangsregeling privaatrechtelijke afstudeerrichting U dient bij het aanvullen van de oude afstudeerrichting in beginsel eerst aan te vullen met kernvakken uit de nieuwe richting. Indien u echter reeds een met een bepaald kernvak gelijkgesteld vak heeft behaald, mag dat kernvak niet ook nog worden behaald. Zodra op deze manier alle kernvakken of daarmee gelijkgestelde vakken uit de oude afstudeerrichting zijn behaald kunt u verder aanvullen met vakken naar keuze uit de nieuwe afstudeerrichting. De kernvakken uit de nieuwe richting met de gelijkgestelde vakken uit de oude afstudeerrichting: Nieuwe afstudeerrichting Capita verbintenissenrecht Civiele aansprakelijkheid Capita goederen- en faillissementsrecht
Oude afstudeerrichting (punten behaald voor 1-9-'97) Capita verbintenissenrecht Civiele aansprakelijkheid Verdieping goederenrecht of Verdieping faillissementsrecht
De volgende nieuwe en oude vakken zijn inhoudelijk (vrijwel) gelijk en kunnen niet allebei tegelijk worden gebruikt om af te studeren: Nieuw doctoraal Capita burgerlijk Procesrecht Arbitration Law Transportverzekering Verdieping Ondernemingsrecht Practicum vermogensrecht
Oud doctoraal Verdiepend burgerlijk procesrecht Nationaal en internationaal arbitragerecht Verzekeringsrecht 3 Ondernemersrecht voor bedrijfsjuristen, Ondernemersrecht Privaatrechtelijke casusoplossing
Overgangsregeling strafrechtelijke afstudeerrichtingen Studenten die voor 1-9-'96 aan het doctoraal zijn begonnen kunnen nog afstuderen in de oude strafrechtelijke afstudeerrichting, mits voldaan wordt aan de daarvoor geldende eisen. NB. Ook hier geldt de regel dat een minimum van 28 punten moet zijn behaald in de afstudeerrichting. De oude Afstudeerrichting Strafrecht A: Indien u bent overgestapt van de oude afstudeerrichting Strafrecht A naar de nieuwe afstudeerrichting strafrecht, geldt het volgende in aanvulling op de hoofdregels van deze overgangsregeling: U dient bij het aanvullen van de oude afstudeerrichting in beginsel eerst aan te vullen met kernvakken uit de nieuwe richting. Indien u echter reeds een met een bepaald kernvak gelijkgesteld vak heeft behaald, mag dat kernvak niet ook nog worden behaald. Zodra op deze manier alle kernvakken of daarmee gelijkgestelde vakken uit de oude richting zijn behaald kunt u verder aanvullen met vakken naar keuze uit de nieuwe afstudeerrichting. De kernvakken uit de nieuwe richting met de gelijkgestelde vakken uit de oude afstudeerrichting: Nieuwe afstudeerrichting Verdiepend materieel strafrecht Verdiepend formeel strafrecht Strafrechtspleging en criminaliteit
Oude afstudeerrichting (punten behaald voor 1-9-'97) geen gelijkgesteld vak Verdiepend strafrecht geen gelijkgesteld vak
De volgende nieuwe en oude vakken zijn inhoudelijk (vrijwel) gelijk en kunnen niet allebei tegelijk worden gebruikt om af te studeren: Nieuw doctoraal Criminologie Strafrechtstheorieën Jeugdstrafrecht en –criminologie
Oud doctoraal Inleiding Criminologie Strafrechtstheorieën en strafrechtelijke stromingen Jeugdstraf(proces)recht en jeugdcriminologie
De oude Afstudeerrichting Strafrecht B: voor afstuderen in deze afstudeerrichting na 1-9-1997 dient men ingevolge regel 2.4 van de hoofdregels van deze overgangsregeling voor afstudeerrichtingen een verzoek in te dienen bij de examencommissie. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een advies van de coördinator van de strafrechtelijke afstudeerrichtingen.
10