REGLEMENT OVERGANGSREGELING
STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW
Reglement Overgangsregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw
Inhoudsopgave Artikel 1 Definities _____________________________________________________________ 1 Artikel 2 Informatieverstrekking _________________________________________________ 3 Artikel 3 Administratie van de regeling / verval c.q. beperking van rechten _____________ 4 Artikel 4 Aanspraken uit de overgangsregeling______________________________________ 5 Artikel 5 Inhouding van de bijdrage _______________________________________________ 6 Artikel 6 Omzetting voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal ___________________________ 6 Artikel 7 Overdracht, inpandgeving van rechten, enz. ________________________________ 7 Artikel 8 Bijzondere bevoegdheden _______________________________________________ 7 Artikel 9 Inwerkingtreding ______________________________________________________ 7 Bijlage I Verhoging pensioenspaarkapitaal og.v. artikel 4 lid 1 ________________________ 8
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
1
Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. Het fonds: De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw b. De statuten: De statuten van het fonds. c. Het reglement: Het pensioenreglement van het fonds. d. Aangesloten werkgever: De werkgever als bedoeld in artikel 6 van de statuten. e. De deelnemer: Deelnemer in deze regeling is de werknemer die: 1. geboren is op of na 1-1-1950 en, 2. op 1 april 1997 deelnemer was aan de prepensioenregeling van het fonds en, 3. a. op wie op 1 januari 2006 de CAO Waterbouw van toepassing is of bij werken in Nederland onder deze CAO zou zijn; of b. op wie op 1 januari 2006 de CAO Natte Grindbagger van toepassing is. Deelnemer aan deze regeling is tevens de werknemer die, op basis van een overeenkomst tussen zijn werkgever en het fonds, tot vrijwillige deelneming aan de regeling is toegelaten. f.
Het BPF-loon: Het loon zoals gedefinieerd in artikel 1 van het pensioenreglement van het fonds.
g. Het pensioenspaarkapitaal: Het op enig moment ten behoeve van de deelnemer, conform het in artikel 4, sub 1 bepaalde, op de pensioenspaarrekening opgebouwde saldo. h. De pensioenspaarrekening(en): De ten behoeve van iedere deelnemer afzonderlijk bij het fonds geopende rekening(en), waarop het pensioenspaarkapitaal wordt bijgeschreven. i.
Arbeidsongeschiktheid: 1. Tot 31 december 2005, arbeidsongeschiktheid conform de Wet op de Arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), voorzover ontstaan tijdens het dienstverband met de werkgever. 2. Vanaf 1 januari 2006, arbeidsongeschiktheid conform de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voorzover ontstaan tijdens het dienstverband met de werkgever.
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
2 j.
Mate van arbeidsongeschiktheid: De mate van arbeidsongeschiktheid op basis waarvan de uitkering ingevolge de WAO/WIA is vastgesteld.
k. Partner: degene met wie de deelnemer: gehuwd is; een geregistreerd partnerschap heeft; een gezamenlijke huishouding voert die voldoet aan elk van de volgende voorwaarden: a. er bestaat tussen de ongehuwd samenwonenden geen bloedof aanverwantschap in de rechte lijn; b. er is een notarieel verleden samenlevingscontract, houdende (enige) vermogensrechtelijke aangelegenheden; c. de gezamenlijke huishouding wordt blijkens het samenlevingscontract reeds gedurende ten minste een half jaar gevoerd. Indien de gezamenlijke huishouding reeds vijf jaar of langer bestaat behoeft niet te zijn voldaan aan de voorwaarde sub b. l.
Partnerrelatie: Het huwelijk, geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding, die voldoet aan de in het kader van het partnerbegrip gestelde voorwaarden, van de deelnemer.
m. Scheiding Echtscheiding, ontbinding na scheiding van tafel en bed, beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door dood of vermissing of beëindiging van gezamenlijke huishouding die voldoet aan de in het kader van het partnerbegrip gestelde voorwaarden
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
3
Artikel 2 Informatieverstrekking 1.
Aan iedere deelnemer zal bij de aanvang van zijn deelneming in de regeling een exemplaar van het Reglement Overgangsregeling en alle overige informatie worden verstrekt die wordt genoemd in het bij of krachtens artikel 21 van de Pensioenwet bepaalde.
2.
De deelnemers zullen op de hoogte worden gesteld van wijzigingen in het Reglement Overgangsregeling. Tevens worden alle overige belanghebbenden desgewenst in staat gesteld kennis te nemen van het geldende reglement.
3.
Jaarlijks zal aan de deelnemer schriftelijk mededeling worden gedaan van het saldo op de pensioenspaarrekening en alle overige informatie worden verstrekt zoals genoemd in het bepaalde bij of krachtens artikel 38 van de Pensioenwet. Daarnaast kan op verzoek van een deelnemer of gewezen deelnemer aan hem binnen drie maanden een indicatie worden verstrekt van de hoogte van de op basis van de toepasselijke tarieven opgebouwde pensioenaanspraken. Voor deze opgave kan een vergoeding worden gevraagd.
4.
Iedere deelnemer en gewezen deelnemer is verplicht de pensioenuitvoerder in kennis te stellen van wijzigingen in zijn adres of, indien van toepassing, de mate van zijn arbeidsongeschiktheid.
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
4
Artikel 3 Administratie van de regeling / verval c.q. beperking van rechten De overgangsregeling wordt door het fonds apart van de andere door haar uitgevoerde regelingen geadministreerd en ten behoeve van de uit de overgangsregeling voortkomende aanspraken op voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal is binnen het fonds een separate voorziening gevormd. Indien mocht blijken dat in deze voorziening geen c.q. onvoldoende middelen aanwezig zijn om, indien aan de overige in deze regeling gestelde voorwaarden is voldaan, het voorwaardelijke pensioenspaarkapitaal uit deze regeling toe te kennen komt het voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal te vervallen c.q. wordt het voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal beperkt.
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
5
Artikel 4 Aanspraken uit de overgangsregeling 1.
De deelnemer heeft recht op een voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal over de jaren dat hij tot en met 1996 heeft deelgenomen aan het fonds. Het voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal wordt als volgt berekend: over de periode, dat hij tot en met 1996 deelnemer is geweest in het fonds, worden jaarlijkse stortingen berekend ter grootte van 3% van de, op een door het bestuur te bepalen wijze herrekende jaarsalarissen over deze periode. Op deze jaarlijkse stortingen wordt een door het bestuur vast te stellen bedrag voor kosten in mindering gebracht. Op de aldus berekende jaarlijkse stortingen wordt tot en met 31 december 2005 een rente bijgeschreven van 8,1% per jaar. Vanaf 1 januari 2006 wordt het pensioenspaarkapitaal jaarlijks verhoogd met 4% (onvoorwaardelijke toeslag). Dit percentage wordt eventueel, indien en voor zover de financiële positie van het fonds dit naar het oordeel van het bestuur toelaat, vermeerderd met het percentage van de verhoging zoals vastgesteld op basis van artikel 13, lid 1 van het Pensioenreglement van het fonds (voorwaardelijke toeslag). De voorwaardelijke toeslag bedraagt maximaal 4%. Ten aanzien van de voorwaardelijke toeslag beslist het bestuur jaarlijks of en in hoeverre deze wordt toegekend.
2.
Met inachtneming van hetgeen in artikel 3 is bepaald geldt dat het voorwaardelijke pensioenspaarkapitaal, zoals bedoeld in lid 1, zal worden omgezet in (onvoorwaardelijk) spaarpensioenkapitaal, zoals bedoeld in het Reglement Spaarpensioenregeling BPF Waterbouw als aan de volgende voorwaarden is voldaan: de werknemer is vanaf 31 december 2005 tot en met 31 december 2020 aaneengesloten werkzaam in de bedrijfstak of de werknemer is tussen 31 december 2005 en 31 december 2020 uitgetreden ingevolge de ouderdomspensioenregeling in dit fonds.
3.
Een deelnemer die de bedrijfstak heeft verlaten, althans waarvoor geen premie meer aan het fonds wordt afgedragen, tussen 31 december 2005 en 31 december 2020 verliest de rechten zoals genoemd in lid 1 en 2. Indien voor voornoemde deelnemer binnen zes maanden weer premie wordt afgedragen aan het fonds, herleven de rechten zoals genoemd onder lid 1 en 2.
4.
Een deelnemer die arbeidsongeschikt wordt in de periode tussen 31 december 2005 en 31 december 2020 verliest de rechten zoals genoemd in lid 1 en 2. Indien voornoemde deelnemer via reïntegratie in de bedrijfstak terugkeert herleven de rechten zoals genoemd in lid 1 en 2.
5.
Voor een deelnemer die in aanmerking komt voor de overgangsregeling en die overlijdt op een datum in de periode van 31 december 2005 tot en met 31 december 2020, vervalt het recht.
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
6
Artikel 5 Inhouding van de bijdrage 1.
De aangesloten werkgever dient een jaarlijks door het bestuur vast te stellen premie over het BPF-loon van zijn werknemers als bedoeld in artikel 7 van de statuten, aan het fonds te voldoen. Deze premie wordt maandelijks aan het fonds afgedragen.
2.
De aangesloten werkgever is verplicht, tot zekerheid voor de juiste en tijdige nakoming van zijn verplichtingen tegenover het fonds als bedoeld in het vorige lid, op verzoek van het fonds per kwartaal een voorschot te betalen ten hoogste van hetgeen de aangesloten werkgever naar het oordeel van het bestuur over het kwartaal verschuldigd zal zijn.
3.
Onverminderd het bepaalde in het vorige lid, is het bestuur bevoegd van de aangesloten werkgever, die meermalen niet of niet tijdig aan zijn verplichtingen tegenover het fonds voldoet, een voorschotbetaling te eisen ten hoogste tot hetgeen die werkgever naar het oordeel van het bestuur over een halfjaar verschuldigd zal zijn.
4.
De bijdragen, genoemd in het derde en vierde lid, dienen binnen 10 dagen na afloop van elk kalenderkwartaal c.q. elke maand aan het fonds te zijn voldaan.
Artikel 6 Omzetting voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal 1.
Indien voldaan is aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 4 wordt het voorwaardelijk pensioenspaarkapitaal omgezet in een spaarpensioenkapitaal als bedoeld in het Reglement Spaarpensioenregeling BPF Waterbouw.
2.
Indien het huwelijk c.q het geregistreerd partnerschap van de deelnemer tijdens de periode van voorwaardelijkheid als bedoeld in artikel 3 eindigt door scheiding wordt bij de omzetting als bedoeld in lid 1, alsnog een verdeling doorgevoerd. Bij die verdeling is het bepaalde in Artikel 9 van het Reglement Spaarpensioenregeling van overeenkomstige toepassing.
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
7
Artikel 7 Overdracht, inpandgeving van rechten, enz. Aanspraken ingevolge deze overgangsregeling kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, danwel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet.
Artikel 8 Bijzondere bevoegdheden 1.
Het bestuur van het fonds kan in bepaalde gevallen afwijken van de bepalingen van dit pensioenreglement, indien gronden van redelijkheid en billijkheid naar zijn oordeel aanleiding geven een in het belang van betrokkene afwijkende regeling te treffen. De belangen van de overige deelnemers mogen hierdoor niet worden geschaad.
2.
Het bestuur blijft bij de uitvoering van de regeling en de beslissingen die in het kader daarvan worden genomen binnen de grenzen die de fiscale wet- en regelgeving stellen aan de overgangsregeling.
Artikel 9 Inwerkingtreding Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2006 en gewijzigd op 13 december 2012 met terugwerkende kracht ingaande op 1 januari 2008. De laatste wijziging heeft plaatsgevonden op 12 december 2013 ingaande 1 januari 2014 (verduidelijking artikel 4 lid 1 en aanpassing bijlage).
Bijlage (n): I
verhogingen pensioenspaarkapitaal o.g.v. artikel 4 lid 1
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014
8
Bijlage I Verhoging pensioenspaarkapitaal og.v. artikel 4 lid 1 Het rendementspercentage waarmee de pensioenspaarkapitalen als bedoeld in artikel 4 lid 1 zijn verhoogd bedraagt: a. b. c. d. e. f. g. h.
Over het jaar 2006: 5,75 % Over het jaar 2007: 6,0 % Over het jaar 2008: 4,0 % Over het jaar 2009: 8,0 % Over het jaar 2010: 4,0 % Over het jaar 2011: 4,0 % Over het jaar 2012: 4,0 % Over het jaar 2013: 4,0 %
Reglement Overgangsregeling BPF Waterbouw
01-01-2014