STICHTING FONDSENBEHEER WATERBOUW
Liquidatieverslag 01/01/2012 t/m 21/03/2012
STICHTING SPAARFONDS WATERBOUW in liquidatie
Inhoudsopgave
Inleiding Personalia
2
Liquidatieverslag Algemeen Uitvoering van de regeling Liquidatieverslag
3 5 7
Liquidatierekening Balans per 21 maart 2012 Staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2012 t/m 21 maart 2012 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2012 t/m 21 maart 2012 Algemene grondslagen Toelichting op de balans per 21 maart 2012 Toelichting op de staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2012 tot en met 21 maart 2012
10 11 12 13 14 16
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
1
18
Inleiding
Personalia BESTUUR
AAN WERKGEVERSZIJDE:
A. Struijk H. de Jong J.H. Kamps
BENOEMENDE ORGANISATIE:
voorzitter
AAN WERKNEMERSZIJDE:
J.G. Crombeen J. Kroeze A. van den Brink
Vereniging van Waterbouwers Vereniging van Waterbouwers Vereniging van Waterbouwers
BENOEMENDE ORGANISATIE:
voorzitter
FNV Waterbouw FNV Waterbouw CNV Vakmensen
In 2012 was de voorzitter van werkgeverszijde fungerend voorzitter.
DIRECTIE
B. Keddeman mr. J. van Doorn
ADMINISTRATIE
Stichting Fondsenbeheer Waterbouw
VEREFFENAARS
Stichting Fondsenbeheer Waterbouw
ACCOUNTANT
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
2
Algemeen
DOELSTELLING
De stichting is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bedrijfstak waterbouw. De stichting heeft als doel het bevorderen van het duurzaam bezit van de werknemers, werkzaam in de bedrijfstak waterbouw en aanverwante bedrijfstakken.
ALGEMEEN
De bedrijfstak Waterbouw kent al sinds 1970 een collectieve spaarloonregeling. De laatstelijk geldende spaarloonregeling, die sinds 1 januari 1994 gold, had de volgende kenmerken:
HOOFDLIJNEN VAN DE SPAARLOONREGELING
• De regeling was primair bedoeld voor het personeel dat valt onder de CAO Waterbouw. Werknemers die
onder die CAO vallen hebben het recht om mee te doen aan de spaarloonregeling. Daarnaast konden op vrijwillige basis andere werknemers meedoen, mits de werkgever de regeling had opengesteld voor tenminste 75% van het personeel. • Werknemers konden op vrijwillige basis spaarloon laten inhouden op het bruto loon en laten storten op hun spaarloonrekening bij de Stichting Spaarfonds Waterbouw. De maximale hoogte van het spaarloonbedrag bedroeg € 613 per werknemer per jaar (2011). De inhoudingen waren vrijgesteld van belasting- en premieheffing. geblokkeerd. • Het gestorte spaarloon werd in principe gedurende vier kalenderjaren geblokkeerd Na het verstrijken van die periode wordt het betreffende bedrag (zonder inhouding van belasting of sociale premies) overgeboekt naar een door de stichting geadministreerde vrije rekening ten name van de deelnemer; de deelnemer kon vrij beschikken over het tegoed op deze vrije rekening. • Tussentijds kon (onder bepaalde voorwaarden) spaarloon worden opgenomen wegens: • aankoop van een woning; • het betalen van premie voor levensverzekeringen; • het starten van een onderneming door de werknemer; • (gedeeltelijk) onbetaald verlof door de werknemer; • de financiering van door de werknemer gedane scholingsuitgaven; • ontslag wegens VUT/prepensionering, pensionering of volledige WAO (hetgeen tot belastbaarheid van een deel van het spaarloon zal leiden). In andere ontslagsituaties kan het spaarloon niet worden gedeblokkeerd.
• Jaarlijks per 31 december werd rente over spaarloon (en over het tegoed op de vrije rekening) bijgeschreven
op de vrije rekening van de deelnemer. De rente werd door het bestuur vastgesteld op basis van de beleggingsopbrengsten minus de uitvoeringskosten. • Het was niet mogelijk om in een kalenderjaar gelijktijdig of opvolgend bij meerdere werkgevers aan een spaarloonregeling deel te nemen. De in 2005 vastgestelde en in werking getreden Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/Prepensioen en introductie levensloopregeling had een aantal gevolgen voor de spaarloonregeling. Zo is in de wet de mogelijkheid opgenomen om met ingang van 1 januari 2005 spaarloon te deblokkeren in verband met de kosten van kinderopvang. Deze deblokkeringsmogelijkheid is ook in het reglement opgenomen. De wet introduceerde voorts per 1 januari 2006 de levensloopregeling. In de wet is opgenomen dat in een kalenderjaar of aan de levensloopregeling of aan de spaarloonregeling mag worden deelgenomen. Dit betekende dat een keuze moet worden gemaakt door de werknemer. Deze keuzemogelijkheid leidde niet tot een grote afname in het aantal deelnemers aan het spaarfonds. Kennelijk verkozen de meeste deelnemers deelname aan de spaarloonregeling boven deelname aan een levensloopregeling.
3
RENTE
Het fonds voerde het beleid dat de ontvangen rente op de beleggingen van het fonds, verminderd met de werkelijke administratiekosten, geheel werd uitgekeerd aan de deelnemers van de spaarregelingen, rekening houdend met de risico’s in de beleggingsportefeuille.
ONTWIKKELINGEN
Met ingang van 1 januari 2012 is met de inwerkingtreding van het Belastingplan 2012 de fiscale ondersteuning van de spaarloonregeling komen te vervallen. Daarbij werd het mogelijk om per 1 januari 2012 het volledige geblokkeerde saldo vrij te laten vallen. Deze wetgeving betekende dat geen nieuwe stortingen meer zullen plaatsvinden in de spaarloonregeling en dat iedere deelnemer zijn volledige spaartegoed kon opnemen met ingang van 1 januari 2012. Naar aanleiding hiervan is de spaarloonregeling per 1 januari 2012 beëindigd voor wat betreft nieuwe stortingen en is eind januari 2012 het volledige tegoed aan de deelnemers uitbetaald inclusief de rente over 2011 en een bonusrente.
WIJZIGINGEN VAN STATUTEN EN REGLEMENTEN
De statuten en reglementen van het fonds zijn in de periode waarop dit liquidatieverslag betrekking heeft niet gewijzigd.
4
Uitvoering van de regeling
RENTEVERGOEDING
In januari 2012 is er een bonusrente toegekend van 4 % over het totale tegoed in verband met de liquidatie van de stichting. Met deze bonusrente is het totale vermogen van de Stichting aan de deelnemers uitgekeerd.
De rentevergoeding over de afgelopen 5 jaar was als volgt: Jaar
Geblokkeerd
Vrij
2008 2009 2010 2011 2012
2,75 % 2,75 % 2,75 % 2,75 % 4,00 %
2,00 % 2,00 % 2,00 % 2,00 % 4,00 %
21/03/2012
31/12/2011
-
2.626
Bonusrente ivm liquidatie
AANTALLEN DEELNEMERS AAN DE SPAARLOONREGELING
Totaal aantal deelnemers
SPAARSALDI
Het verloop van de spaarsaldi van 1 januari 2012 tot en met 21 maart 2012 is als volgt:
Saldo per 1 januari 2012 Nagekomen inleg 2011 Deblokkering 1 januari 2012 Bonusrente Uitbetaalde bedragen Saldo per 21 maart 2012
Geblokkeerde
Vrije
rekening
rekening
Totaal
Euro
Euro
Euro
2.949.681 15.237 -/- 310.298 -/- 2.654.620 -
2.610.548 310.298 222.859 -/- 3.143.705 -
5.560.229 15.237 222.859 -/- 5.798.325 -
Het geblokkeerde saldo bestaat uit de inleg welke in principe 4 jaar geblokkeerd blijft staan. Het vrije saldo is direct door de deelnemers opvraagbaar. Door een wetswijziging is het gehele geblokkeerde saldo per 1 januari 2012 ter vrije beschikking van de deelnemers gekomen.
5
OUDE SPAARLOONREGELING
Op 17 april 2003 heeft het bestuur besloten om van de deelnemers van de oude spaarloonregeling, die hun tegoed sinds 1981 niet hadden opgevraagd, de huidige verblijfplaats proberen te achterhalen, teneinde alsnog de niet opgenomen saldi te kunnen uitkeren. In 2012 is er € 404 uitbetaald in het kader van de oude spaarloonregeling. Het resterende bedrag is per liquidatiedatum overgedragen aan de vereffenaar.
RISICOBEHEER
Het beleid is er geheel op gericht dat, binnen aanvaardbare risico’s, een zo hoog mogelijke beleggingsopbrengst wordt gehaald en dat de benodigde bedragen voor deblokkeringen beschikbaar zijn. De belangrijkste risico's die in het algemeen kunnen worden onderscheiden zijn het marktrisico, het renterisico, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het kasstroomrisico. De beheersing van het marktrisico en het renterisico geschiedt door uitsluitend te beleggen in zeer liquide obligaties en deposito's met een korte looptijd. Beperking van het kredietrisico wordt bereikt door contracten af te sluiten met verschillende partijen. Bij de selectie van die partijen hecht het fonds een groot belang aan de debiteurenkwaliteit, in casu de kredietwaardigheid van die partij. Als gevolg van het beleggingsbeleid van het fonds zijn het liquiditeitsrisico en kasstroomrisico zeer gering, aangezien er uitsluitend wordt belegd in zeer liquide deposito's en beursgenoteerde obligaties. Met het oog op de uitbetaling van de totale spaarsaldi eind januari 2012, zijn begin januari 2012 alle obligaties verkocht en is het saldo als deposito aangehouden.
6
Liquidatieverslag
Een besluit tot opheffing van de Stichting Spaarfonds Waterbouw heeft als consequentie dat de Stichting wordt geliquideerd. Het bestuur is belast met de afhandeling van de liquidatie van de Stichting. Hierna wordt de opheffing en liquidatie van Stichting in hoofdlijnen weergegeven.
Vanaf 1 januari 2012 is de spaarloonregeling gesloten voor nieuwe stortingen en in februari 2012 zijn de volledige tegoeden van de deelnemers aan hen uitbetaald met de rente over 2011 en een bonusrente. Dit betekent dat de activiteiten van de stichting daarmee zijn beeindigd. Gelet hierop heeft het bestuur besloten: A tot ontbinding van de Stichting Spaarfonds Waterbouw; B tot bestemming van een eventueel batig saldo aan de Stichting Fondsenbeheer Waterbouw die dit batig saldo dan zal inzetten voor activiteiten gericht op de bevordering van de spaarzin van de medewerkers in de bedrijfstak Waterbouw;
C om de Stichting Fondsenbeheer Waterbouw aan te wijzen als bewaarder van de boeken, beschieden en overige gegevensdragers van de ontbonden Stichting Spaarfonds Waterbouw.
Voor een besluit tot ontbinding van de Stichting Spaarfonds Waterbouw zoals hiervoor genoemd onder A gelden de regels voor besluitvorming die van toepassing zijn bij een statutenwijziging. Dit betekent dat dit besluit de goedkeuring behoeft van FNV Waterbouw, CNV Vakmensen en De Vereniging van Waterbouwers. Eerst na het verkrijgen van deze goedkeuring is het besluit tot ontbinding definitief. De genoemde organisaties hebben met hun brieven van respectievelijk 12-04-2012, 08-05-2012 en 14-05-2012 bevestigd in te kunnen stemmen met het besluit tot ontbinding van de Stichting Spaarfonds Waterbouw. Het besluit tot ontbinding is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en de Stichting Spaarfonds Waterbouw hanteert in alle uitingen haar naam met de toevoeging ‘in liquidatie’. Op 21 maart 2012 zijn er geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig. Dit betekent dat de vereffening kan worden beëindigd en de Stichting Spaarfonds Waterbouw in liquidatie is opgehouden te bestaan. In de liquidatierekening van dit rapport wordt een uitgebreid verslag gedaan van het financiële verloop van de liquidatie. Rijswijk, 21 juni 2012,
Stichting Spaarfonds Waterbouw in liquidatie De Vereffenaars
7
8
STICHTING SPAARFONDS WATERBOUW in liquidatie Rijswijk
Li id ti Liquidatierekening k i
9
Balans per 21 maart 2012 (na verwerking van het saldo van baten en lasten)
21/03/2012
Bedragen in Euro
31/12/2011
ACTIVA Beleggingen (1)
-
Vlottende activa (2) Debiteuren Overige vorderingen Gelieerde organisaties
-
Totaal activa
5.126 1.480.716 -
1.485.842
-
5.832.034
21/03/2012
Bedragen in Euro
4.346.192
31/12/2011
PASSIVA g vermogen g ((3)) Eigen Stichtingskapitaal Algemene reserve Beleggingsreserve
-
136 32.862 230.804 -
263.802
Spaarsaldi (4)
-
5.560.229
Kortlopende schulden (5)
-
8.003
Totaal passiva
-
5.832.034
10
Staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2012 t/m 21 maart 2012
Bedragen in Euro
21/03/2012
31/12/2011
BATEN Beleggingsresultaten (6) Directe beleggingsresultaten Indirecte beleggingsresultaten Beleggingskosten
7.226 9.051 -/- 541
228.925 -/- 104.023 -/- 1.037 15.736
123.865
136
-
15.872
123.865
32.500
125.252
222.859
120.083
24.179
1.876
279.538
247.211
-/- 263.666
-/- 123.346
Bedragen in Euro
21/03/2012
31/12/2011
Mutatie algemene reserve Mutatie beleggingsreserve
-/- 32.862 -/- 230.804 -/- 263.666
-/- 19.323 -/- 104.023 -/- 123.346
Overige baten (7)
LASTEN Administratiekosten (8) Interest op spaarsaldi (9) Overige lasten (10)
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten:
11
Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2012 t/m 21 maart 2012
21/03/2012
Bedragen in Euro Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangen interest Ontvangen inleg spaarloon Ontvangen vergoeding administratiekosten Betalingen inzake spaarregelingen Betalingen inzake administratiekosten
116.353 20.363 -/- 5.830.507 -/- 32.500
248.064 1.002.670 -/- 566.951 -/- 125.252 -/- 5.726.291
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Aankopen van beleggingen
31/12/2011
10.080.575 -/- 5.835.000
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Mutatie rekening-courant
Mutatie rekening-courant Saldo in rekening-courant per 21 maart c.q. 31 december Saldo in rekening-courant per 1 januari
1.579.673 -/- 800.000 4.245.575
779.673
-/- 1.480.716
1.338.204
-
1.480.716
1.480.716
142.512
-/- 1.480.716
Mutatie rekening-courant
12
558.531
1.338.204
Algemene grondslagen
Liquidatie stichting Het bestuur heeft besloten in verband met de opheffing van de fiscale ondersteuning van de spaarloonregeling het gehele saldo in januari 2012 uit te betalen, verhoogd met een bonusrente ter grootte van het eigen vermogen van de stichting per 31 januari 2012.
Balans Algemeen De liquidatierekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Waardering van activa en passiva Voor zover niet anders vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen liquidatiewaarde hetgeen nagenoeg overeenkomt met de actuele waarde.
Staat van baten en lasten Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Aangezien de inleg en uitbetaling van spaarsaldi niet als opbrengst c.q. kosten voor de stichting worden gezien, worden deze mutaties niet in de staat van baten en lasten gepresenteerd.
Beleggingsresultaten (6) De beleggingsresultaten betreffen de aan het verslagjaar toe te rekenen directe opbrengsten, de gerealiseerde en ongerealiseerde waarderings- en koersverschillen (indirecte beleggingsresultaten) en de aan de beleggingsactiviteiten toe te rekenen kosten.
Interest op spaarsaldi (9) Het rentepercentage voor de interest op spaarsaldi wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de gerealiseerde beleggingsopbrengsten en de administratiekosten.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
13
Toelichting op de balans per 21 maart 2012 (na verwerking van het saldo van baten en lasten)
Beleggingen (1) Vastrentende waarden Bedragen in Euro
21/03/2012
Deposito's Balanswaarde 1 januari Lopende rente 1 januari Marktwaarde 1 januari Aankopen in het boekjaar Aflossingen in het boekjaar Marktwaarde 21 maart c.q. 31 december
31/12/2011
400.014 -/- 14 400.000
-
5.835.000 -/- 6.235.000 -
800.000 -/- 400.000 400.000
Lopende rente 21 maart c.q. 31 december Balanswaarde 21 maart c.q. 31 december
-
14 -
Obligaties Balanswaarde 1 januari Lopende rente 1 januari Marktwaarde 1 januari Aankopen in het boekjaar Aflossingen en verkopen in het boekjaar Waardemutaties Marktwaarde 21 maart c.q. 31 december
400.014
3 946 178 3.946.178 -/- 109.654 3.836.524
5 250 064 5.250.064 -/- 129.844 5.120.220
-/- 3.845.575 9.051 -
-/- 1.179.673 -/- 104.023 3.836.524
Lopende rente 21 maart c.q. 31 december Balanswaarde 21 maart c.q. 31 december
-
109.654 -
3.946.178
-
4.346.192
21/03/2012
31/12/2011
-
5.126
-
1.480.716 1.485.842
Vlottende activa (2) Bedragen in Euro Debiteuren Gelieerde organisaties Rekening-courant Stichting Fondsenbeheer Waterbouw
14
Eigen vermogen (3) Bedragen in Euro
21/03/2012
31/12/2011
-
136
Algemene reserve Saldo per 1 januari Resultaat lopend boekjaar Saldo per 21 maart c.q. 31 december
32.862 -/- 32.862 -
52.185 -/- 19.323 32.862
Beleggingsreserve Saldo per 1 januari Resultaat lopend boekjaar Saldo per 21 maart c.q. 31 december
230.804 -/- 230.804 -
334.827 -/- 104.023 230.804
Stichtingskapitaal Dit betreft bij oprichting gestort stichtingskapitaal
De beleggingsreserve wordt gevormd door de waardestijgingen van de beleggingen toe te voegen. Waardedalingen worden aan de beleggingsreserve onttrokken. Het verschil tussen het resultaat boekjaar en de mutatie in de beleggingsreserve vormt de mutatie in de algemene reserve.
Spaarsaldi (4) Bedragen in Euro
21/03/2012
31/12/2011
Saldo geblokkeerd Saldo vrij
-
2.949.681 2.610.548 5.560.229
Het geblokkeerde saldo bestaat uit de inleg welke in principe 4 jaar geblokkeerd blijft staan. Het vrije saldo is direct door de deelnemers opvraagbaar. Door een wetswijziging is het gehele geblokkeerde saldo per 1 januari 2012 ter vrije beschikking van de deelnemers gekomen.
Kortlopende schulden (5) Bedragen in Euro Te verwerken spaarloon Vooruitontvangen spaarloon Te betalen kosten beleggingen
21/03/2012
31/12/2011
-
5.025 2.892 86 8.003
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Het bestuur heeft in 2003 besloten om het saldo van de oude spaarloonregeling uit te gaan betalen aan de deelnemers die alsnog te achterhalen zijn. Deze bedragen zijn in de loop van de jaren vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Bedragen die alsnog aan de deelnemers worden uitbetaald zullen ten laste van het resultaat komen in het jaar van uitbetaling. In 2012 is er € 404 uitbetaald in het kader van de oude spaarloonregeling. Het resterende bedrag ad. € 23.775 is per liquidatiedatum overgedragen aan de vereffenaar.
15
Toelichting op de staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2012 tot en met 21 maart 2012
Beleggingsresultaten (6) Bedragen in Euro
21/03/2012
31/12/2011
5.620 1.606 7.226
221.239 1.986 5.371 329 228.925
-/- 77.728 86.779 9.051
70.767 -/- 174.790 -/- 104.023
Beleggingskosten Kosten bewaring effecten / provisie
-/- 541
-/- 1.037
Totaal beleggingsresultaten
15.736
123.865
21/03/2012
20/03/2012
136
-
Directe beleggingsresultaten Interest obligaties Interest deposito's Interest rekening-courant Stichting Fondsenbeheer Waterbouw Overige
Indirecte beleggingsresultaten Gerealiseerde koersmutaties Ongerealiseerde koersmutaties
Overige baten (7) Bedragen in Euro Overige baten
16
Administratiekosten (8) Bedragen in Euro Reguliere uitvoeringskosten Kosten afwikkeling liquidatie Toekomstige kosten i.v.m. vergoeding bewaarder boeken, bescheiden en andere gegevensdragers Onvoorziene uitgaven Kosten Spaarfonds
21/03/2012
31/12/2011
12.500 10.000
125.252 -
10.000 32.500
125.252
21/03/2012
31/12/2011
222.859 222.859
118.343 1.740 120.083
Interest op spaarsaldi (9) Bedragen in Euro Bijgeboekt op spaarsaldi Toegekende bonusrente i.v.m. liquidatie stichting Reeds betaalde interest in het boekjaar
Overige lasten (10) De overige lasten betreffen de in het verslagjaar uitbetaalde saldi in het kader van de oude spaarloonregeling. Bedragen in Euro
21/03/2012
31/12/2011
Uitbetaalde bedragen oude spaarloonregeling Overboeking oude spaarloonregeling naar vereffenaar
404 23.775
1.876 -
Overige lasten
24.179
1.876
Bezoldiging bestuur De bestuurders van de Stichting Spaarfonds Waterbouw ontvangen geen bezoldiging. De Stichting heeft geen werknemers in dienst.
17
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van de Stichting Spaarfonds Waterbouw in liquidatie
Verklaring betreffende de liquidatierekening Wij hebben de in dit liquidatieverslag opgenomen liquidatierekening voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 21 maart 2012 van Stichting Spaarfonds Waterbouw in liquidatie te Rijswijk gecontroleerd. Deze liquidatierekening bestaat uit de balans per 21 maart 2012 en het saldo van baten en lasten over de periode van 1 januari 2012 tot en met 21 maart 2012 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de liquidatierekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen van het liquidatieverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de liquidatierekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de liquidatierekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de liquidatierekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de liquidatierekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de liquidatierekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de liquidatierekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de liquidatierekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de liquidatierekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Spaarfonds Waterbouw in liquidatie per 21 maart 2012 en van het saldo van baten en lasten over de periode van 1 januari 2012 tot en met 21 maart 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).
18
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het liquidatieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het liquidatieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de liquidatierekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Rotterdam, 21 juni 2012 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. drs. F.J. van Groenestein RA
19
Laan van Zuid Hoorn 165 Postbus 7016 2280 KA Rijswijk Telefoon Fax E-mail Website
070 - 317 17 17 070 - 317 17 01
[email protected] www.sfwaterbouw.nl