T FONDSENBEHEER WATERBOUW B.V.
Jaarverslag 2014 STICHTING VUT WATERBOUW
vwwwwwwwwww Inhoudsopgave
Inleiding Personalia
Jaarverslag Algemeen Uitvoering van de regeling Beleggingen Financiële positie
3 5 6 7
Jaarrekening Balans per 31 december 2014 Mutatierekening VUT-vermogen 2014 Kasstroomoverzicht Algemene grondslagen Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de mutatierekening VUT-vermogen 2014
10 11 12 13 15 18
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Statutaire winstbestemming Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
22 22 23
vwwwwwwwwww Personalia BESTUUR
jAAN WERKGEVERSZIJDE:
BENOEMENDE ORGANISATIE:
A. Struijk (tot 12-05-2014) Vacahire (miv 12-05-2014) H. de Jong J.H. Kamps
voorzitter voorzitter
Vereniging van Vereniging van Vereniging van Vereniging van
J.G. Crombeen J. Kroeze (tot 01-01-2015) A. van den Brink
voorzitter
FNV Waterbouw FNV Waterbouw CNV Vakmensen
Waterbouwers Waterbouwers Waterbouwers Waterbouwers
ln het verslagjaar was de voorzitter van werknemerszijde fungerend voorzitter.
DIRECTIE
B. Keddeman mr. J. van Doom MBA
ADMINISTRATIE
Tot 1 januari 2015: Stichting Fondsenbeheer Waterbouw; deze stichting is per 18 februari 2015 in liquidatie gegaan. De activiteiten zijn per 1 januari 2015 voortgezet door Fondsenbeheer Waterbouw B.V.
ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
1
vwwwwwwwwww Doelstelling De stichting is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bedrijfstak Waterbouw. De stichting heeft ten doel om, uit hoofde van het bepaalde in de cao bedrijfstakeigen regelingen Waterbouw uitkeringen te verstrekken teneinde (gewezen) werknemers te compenseren voor een te korte opbouwperiode van aanspraken op prepensioen.
Verstrekkingen Toeslagen Werknemers die voldoen aan bepaalde leeftijds- en arbeidsverledencriteria kunnen in aanmerking komen voor een toeslag op het door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw verstrekte prepensioen. De hoogte van de toeslag hangt ondermeer af van de omstandigheid of men op 1 april 1997 wel of geen deelnemer was van het BPF Waterbouw, alsmede het aantal jaren waarin men deelnemer is geweest van het BPF Waterbouw. Deze toeslagregeling is opgenomen in de cao Bedrijfstakeigenregelingen Waterbouw. De hoogte van de toeslag is voorts gekoppeld aan het gemiddelde loon dat werd verdiend voor de ingangsdatum van de toeslag (met in achtneming van bepaalde minima en maxima). Voor iedere toeslaggerechtigde geldt zodoende een bepaald toeslagbudget; de hoogte van de maandelijkse toeslag kan beïnvloed worden door de uitkering eerder (55 jaar is de minimum-uittredingsleeftijd) of later te laten ingaan. In verband met de op 1 aprü 2012 in werking getreden Wet wijziging ingangsdatum AOW-pensioen is in overleg met cao-partijen besloten om aan de toeslaggerechtigden die op 1 april 2012 al een toeslag ontvingen een overbruggingsuitkering toe te kennen. Die overbmggingsuitkering is een (gemaximeerde) uitkering over de periode van de eerste dag van de maand waarin de toeslaggerechtigde 65 jaar wordt tot de dag waarop de toeslaggerechtigde 65 jaar wordt. De toeslaggerechtigden die na 1 april 2012 een toeslag zijn gaan ontvangen, financieren de overbrugging uit het eigen toeslagbudget. In 2012 is tevens de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd vastgesteld. Op basis van die wet is per 1 januari 2013 de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat, verschoven van de dag waarop men 65 jaar wordt naar de dag waarop men 65 jaar en 1 maand oud wordt Door deze wet en het opschuiven van de AOW-leeftijd terwijl de toeslag eindigt op de dag waarop men 65 jaar wordt, kunnen toeslaggerechtigden waarvan de toeslag voor 1 oktober 2012 is ingegaan geconfronteerd worden met een gat in hun inkomsten. Vastgesteld is dat het VUT-fonds niet geëigend is om ook daarvoor compensatie te bieden. Het kabinet heeft aangekondigd dat er een wettelijke overbruggingsregeling zal worden ontwikkeld voor degenen die als gevolg van deze wet in die maanden waarin men geen AOW ontvangt, worden geconfronteerd met een laag inkomensniveau. Bij toeslaggerechtigden die na 1 oktober 2012 een toeslag zijn gaan ontvangen is bij de vaststelling van de maandelijkse toeslag al rekening gehouden met de langere duur. De toeslagregeling zal in beginsel eindigen na betaling van de laatste uitkering. Door het verschuiven van de AOW-ingangsdatum en gelet op het feit dat daardoor de toeslaguitkering voor degenen die na 1 oktober 2012 toeslag zijn gaan ontvangen is verlengd tot de AOW-ingangsdatum, zal de laatste toeslaguitkering nu in maart 2015 worden betaald.
vwwwwwwwwww Uit financiële prognoses blijkt dat bij na de laatste betaling een vermogen zal resteren. Het bestuur heeft, in overleg met sociale partners, op 11 februari 2014 besloten een deel van dit resterend vermogen (€ 1 min) in te zetten voor de financiering van de Overgangsregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw.
Toekomstige gang van zaken / vooruitzichten Voor het komend boekjaar verwacht het bestuur van de stichting VUT Waterbouw geen bijzondere ontwikkelingen en wijzigingen ter zake van haar taak- en functie-uitoefening. Na de betaling van de laatste toeslaguitkeringen in maart 2015 eindigen de activiteiten van de stichting. Het bestuur zal dan, in afstemming met sociale partners, naar verwachting besluiten tot liquidatie van het fonds en zelf optreden als vereffenaars. In het kader van voormeld liquidatiebesluit zal in afstemming met sociale partners ook moeten worden bepaald wat moet gebeuren met het batig saldo. Per 1 januari 2015 zijn de activiteiten van de Stichting Fondsenbeheer Waterbouw overgenomen door Fondsenbeheer Waterbouw B.V. Stichting Fondsenbeheer Waterbouw is in febmari 2015 in liquidatie getreden. Met ingang van 1 januari 2015 is de koepelvrijstelling btw voor koepels waarin een pensioenfonds is opgenomen komen te vervallen. Als gevolg hiervan dient de uitvoeringsorganisatie, die de administratie van het fonds verzorgt, met ingang van 1 januari 2015 btw in rekening te brengen over de uitvoeringskosten.
Statuten en reglementswijzigingen Op 15 januari 2014 is een akte van wijziging van de statuten bij de notaris gepasseerd. Deze wijziging betrof een update van de statuten (namen en gegevens sociale partners) en geen inhoudelijke wijziging.
Overige ontwikkelingen Besluitvorming over de gevolgen van de beëindiging van de activiteiten van het fonds en de mogelijke opheffing zal in 2015, na betaling van de laatste toeslaguitkeringen, plaatsvinden.
vwwwwwwwwww Uitvoering van de regeling
Premie en premieloon De premie over het verslagjaar bedroeg 0,0 % (2013: 0,0 %). Aan de werkgevers werden de volgende bedragen aan premie in rekening gebracht: 2013
2014
Bedragen in Euro
_ -
Nagekomen premies voorgaande jaren Totaal premie ten gunste van verslagjaar
4.678 4.678
Uitkeringen ln het hiema volgende overzicht zijn de uitkeringen opgenomen over 2014 en 2013, inclusief vakantiegeld, pensioenpremie en de vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage premie zorgverzekering. 2014
maand januari februari maart april mei juni juli augustus september oktotjer november december
2013
aantal
bedragen
aantal
bedragen
uitkenngen
Euro
uitkeringen
Euro
36 32 32 29 23 20 17 12 9 9 9 5
172.594 170.148 165.006 142.155 126.397 123.791 105.888 89.639 83.302 115.549 97.602 53.999 1.446.070
73 70 67 67 62 62 56 54 47 40 40 37
400.674 294 853 291.641 375.067 353.418 388.842 362.473 348.860 235.571 206.770 188.926 152.357 3.599.452
De gemiddelde uitkering blijft stijgen (2014: € 6.206, 2013: € 5.333). Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het op hogere leeftijd gebruik te maken van de VUT regeling, waardoor het beschikbare budget in een geringer aantal maanden wordt uitgekeerd. Het aantal uitkeringen loopt sterk terug door fiet aflopend karakter van de regeling.
vwwwwwwwwww Beleggingen
Risicobeheer De belangrijkste risico's die in het algemeen kunnen worden onderscheiden zijn het marktrisico, het renterisico, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het kasstroomrisico. De beheersing van het marktrisico en het renterisico geschiedt door enkel te beleggen in zeer liquide deposito's. Alle bezittingen zijn euro genoteerd, waardoor een mogelijk valutarisico nihil bedraagt. De activa zijn gematched met de toekomstige verplichtingen. Beperking van het kredietrisico wordt bereikt door contracten af te sluiten met verschiUende partijen. Bij de selectie van die partijen hecht het fonds een groot belang aan de debiteurenkwaliteit, in casu de kredietwaardigheid van die partij. Als gevolg van het beleggingsbeleid van het fonds zijn het liquiditeitsrisico en kasstroomrisico zeer gering, aangezien er uitsluitend wordt belegd in zeer liquide deposito's. In de jaarrekening wordt een nadere toelichting omtrent de risico's gegeven (zie blz. 16).
Rendement Allocatie Beleggings-
per
categorie Vastrentende waarden Rek.-courant Totaal
Performance VUT-fonds
31-12-14
2014
2013
0,0 % 100,0% 100,0%
0,5 % 0,2 % 0,2 %
1,6% 1,5% 1,5 %
Ontwikkeling van de beleggingen en liquide middelen (x € 1.000) Mutatie Beleggings-
Balans per
categorie Vastrentende waarden Rek.-courant
Waarde-
lopende
Balans per 31-12-14
01-01-14
Aankopen
Verkopen
mutaties
rente
2.693 1.362 4.055
-
-/- 2.596 -/-85 -/- 2.681
-/-3
-/-94
-
-
-1-3
-/- 94
1.277 1.277
}t mix (x € 1.000) Beleggingscategorie Vastrentende waarden Rek.-courant
-
1.277 1.277
Jaar 2014
Jaar 2013
Jaar 2012
ln%
ln%
ln%
100,0 100,0
2.693 1.362 4.055
66,4 33,6 100,0
3.394 4.524 7.918
42,9 57,1 100,0
vwwwwwwwwww Financiële positie
Het VUT-vermogen van de stichting bedraagt ultimo 2014 € 1.224.507 (2013: € 4.009.735). Dit vermogen is, bij een premie van O % (sinds 2012), toereikend om de toekomstige uitkeringen aan de deelnemers van de regeling veilig te stellen.
Rijswijk, 19 maart 2015
Het bestuur van de Stichting VUT Waterbouw,
H. de Jong werkgeversvoorzitter
J.G. Crombeen werknemersvoorzitter
vwwwwwwwwww
vwwwwwwwwww
STICHTING VUT WATERBOUW Rijswijk
JAARREKENING
vwwwwwwwwww Balans per 31 december 2014
(na verw erking van mutaties in VUT-verniogen)
2014
Bedragen in Euro
2013
ACTIVA Beleggingen (1) Vastrentende waarden
2.692.775
Vlottende activa (2) Debiteuren Overige vorderingen Gelieerde organisaties
2.692.775
182 10.589 1.361.824
7.693 1.276.918
1.372.595
1.284.611
Overige activa (3) Liquide middelen
1.417 4.066 787
1.284.611
Totaal activa
2013
2014
Bedragen in Euro PASSIVA VUT-vermogen (4) Kortlopende schulden (5) Totaal passiva
10
1.224.507
4.009.735
60.104
57.052
1.284.611
4.066.787
vwwwwwwwwww Mutatierekening VUT-vermogen 2014
Bedragen in Euro VUT-vermogen per 1 januari
Bij: Premies (6) Beleggingsresultaten (7)
2014
2013
4.009.735
7.788.077
4.678 88.323
13.801
93.001
13.801
Af: Uitkeringen (8) Administratiekosten (9) Overige lasten (10)
3.599.452 268.459 3.432
1.446.070 350.572 1.002.387
VUT-vermogen per 31 december
11
2.799.029
3.871.343
1.224.507
4.009.735
vwwwwwwwwww Kasstroomoverzicht
2014
Bedragen in Euro Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangen bijdragen van werkgevers en werknemers Betaalde uitkeringen Betalingen inzake administratiekosten
691 -/- 1.479.295 -/-314.272
24.116 -/- 3.684.596 -/- 268.459 -/- 3.928.939
-/- 1.792.876
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Directe beleggingsresultaten Schenking aan BPF Waterbouw
2013
110.464 -/- 1.000.000
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
160.809
160.809
-/- 889.536
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen
2.596.089
600.000
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
2.596.089
600.000
Mutatie rekening-courant
-/- S6.323
-/-3.168.130
Mutatie rekening-courant en liquide middelen Saldo in rekening-courant en liquide middelen per 31 december Saldo in rekening-courant en liquide middelen per 1 januari
1.276.918
1.363.241
1.363.241
4.531.371
-/- 86.323
Mutatie rekening-courant en liquide middelen
12
-/- 3.168.130
vwwwwwwwwww Algemene grondslagen
Balans Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen. De jaarrekening is opgesteld in euro's.
Discontinuïteit van de stichting Gelet op het feit dat de laatste uitkering in maart 2015 zal worden uitbetaald, zal het fonds niet gecontinueerd worden. Naar verwachting zal het bestuur besluiten het fonds te liquideren. Hierdoor is de jaarrekening opgesteld op basis van liquidatiewaarde, hetgeen nagenoeg overeenkomt met de actuele waarde, en vervalt de continufteitsveronderstelling. De methoden en belangrijke veronderstellingen die zijn gehanteerd bij de waardering op liquidatiebasis leiden niet tot belangrijke onzekerheden.
Vergelijking met voorgaand jaar Het bovenstaande heeft tot gevolg dat de activa en passiva op liquidatiewaarde gewaardeerd worden. De vergelijkende cijfers zijn in overeenstemming met RJ 170.205 niet aangepast. Deze wijziging van de waarderingsgrondslagen heeft geen effect op het vermogen of saldo boekjaar.
Waardering van activa en passiva Voor zover niet anders is vermeld, zijn de activa en de passiva gewaardeerd tegen liquidatiewaarde.
Vlottende activa (2) Vorderingen worden gewaardeerd tegen liquidatiewaarde, voor zover van toepassing onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen bestaan uit een rekening-courant tegoed en is dagelijks opvraagbaar. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen liquidatiewaarde waarde.
Overige activa (3) De overige activa wordt gewaardeerd tegen liquidatiewaarde.
VUT-vermogen (4) De stichting financiert haar verplichtingen op basis van premie-omslag, waarbij het streven is dat een zodanige premie wordt vastgesteld en ge'ind dat het totaal van de uitkeringen, rekening houdend met de beleggingsopbrengsten en administratiekosten, leidt tot een saldo van nihil aan het einde van de regeling. In de praktijk ontstaan bezien op jaarbasis afwijkingen, omdat enerzijds de werkelijke premie-ontvangst afwijkt van hetgeen voor dat jaar is begroot en anderzijds betalingen van uitkeringen, beleggingsopbrengsten en administratiekosten in een jaar afwijken van het gemiddelde over meerdere jaren. Evenwel, mede omdat deze begrotingsafwijkingen op zich weer leiden tot premie-aanpassing, is aan het einde van de regeling géén sprake van resultaat en zijn de saldi die jaarlijks blijken, feitelijk onderdeel van het VUT-vermogen.
Kortlopende schulden (5) De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen (de beste schatting van) de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende posten contractueel af te wikkelen. Voor schulden is dit veelal de nominale waarde van de te betalen bedragen. Voor verwachte kosten tot de verwachte datum van afwikkeling zijn in de balans overlopende posten opgenomen.
13
vwwwwwwwwww Mutatierekening VUT-vermogen
Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Premies (6) Premiebijdragen worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Beleggingsresultaten (7) De beleggingsresultaten betreffen de aan het verslagjaar toe te rekenen directe opbrengsten, de gerealiseerde en ongerealiseerde waarderings- en koersverschillen (indirecte beleggingsresultaten) en de aan de beleggingsactiviteiten toe te rekenen kosten.
Uitkeringen (8) De uitkeringen zijn aan de periode toegerekend waarop ze betrekking hebben.
Administratiekosten (9) De netto administratiekosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Overige lasten (10) Kasstroomoverzicht
De overige lasten zijn aan de periode toegerekend waarop ze betrekking hebben. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
14
vwwwwwwwwww Toelichting op de balans per 31 december 2014 (na verw erking van mutaties in VUT-vermogen)
Beleggingen (1) Vastrentende waarden Bedragen in Euro
Obligaties 2.692.775 -/- 93.313 2.599.462
3.393.893 -/- 107,548 3.286.345
-/- 2.596.089 -/- 3.373
-/- 600.000 -/- 86.883 2.599.462
Balanswaarde 1 januari Lopende rente 1 januari Marktwaarde 1 januari Aflossingen en verkopen in het boekjaar Waardemutaties Marktwaarde 31 december
93.313
Lopende rente 31 december Balanswaarde 31 december
2.692.775 2.692.775
Het rendement van de vastrentende waarden in 2014 bedroeg 0,5 % (2013:1,6 %). Voor een nadere toelichting omtrent de risico's verwijzen wij u naar de risicoparagraaf.
Vlottende activa (2) Bedragen in Euro
2014
Debiteuren Debiteuren
2013
182
Overige vorderingen
Gelieerde organisaties Rekening-courant met Stichting Fondsenbeheer Waterbouw
7.693
10.589
1.276.918
1 361.824
Het bedrag in rekening-courant met Stichting Fondsenbeheer Waterbouw is dagelijks opvraagbaar.
Overige activa (3) Bedragen in Euro
2014
_ -
Liquide middelen
15
2013 1.417 1.417
vwwwwwwwwww VUT-vermogen (4)
Bedragen in Euro
2014
2013
4.009.735
7.788.077
13.801
-
4.678 88.323
Af: Uitkeringen Administratiekosten Overige lasten
1.446.070 350.572 1.002.387
3.599.452 268.459 3.432
VUT-vermogen per 31 december
1.224.507
4.009.735
252.100
1.256.200
-
492.800 1.749.000
Het verioop van het vermogen is als volgt: VUT-vermogen per 1 januari Bij: Premies Beleggingsopbrengsten
Contante waarde van de op 31 december reeds ingegane uitkeringen (inclusief administratiekosten). Contante waarde van de op 31 december nog niet ingegane uitkeringen (inclusief adminstratiekosten)
252.100
Voor het berekenen van de contante waarde van de uitkeringen is gebmik gemaakt van de door de DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (RTS) voor pensioenfondsen per balansdatum.
Kortlopende schulden (5) De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Bedragen in Euro Te betalen kosten ivm vergoeding bewaarder boeken, bescheiden en andere gegevensdragers Te betalen kosten afwikkeling liquidatie Te betalen loonheffingen Te betalen kosten beleggingen
2014
2013
24.200 12.100 23.804
-
60.104
57.029 23 57.052
Met ingang van 2015 dient de uitvoeringsorganisatie btw in rekening te brengen. De bovenstaande, aan Fondsenbeheer Waterbouw B.V. te betalen bedragen zijn inclusief 21 % btw.
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Er zijn geen rechten of verplichtingen die niet uit de balans blijken.
16
vwwwwwwwwww Risicoparagraaf
De belangrijkste risico's die in bet aigemeen kunnen worden onderscheiden zijn het marktrisico, het renterisico, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het kasstroomrisico. De beheersing van het marktrisico en het renterisico geschiedt door enkel te beleggen in zeer liquide deposito's. Alle bezittingen zijn euro genoteerd, waardoor een mogelijk valutarisico nihil bedraagt. De activa zijn gematched met de toekomstige verplichtingen. Beperking van het kredietrisico wordt bereikt door contracten af te sluiten met verschillende partijen. Bij de selectie van die partijen hecht het fonds een groot belang aan de debiteurenkwaliteit, in casu de kredietwaardigheid van die partij. Als gevolg van het beleggingsbeleid van het fonds zijn het liquiditeitsrisico en kasstroomrisico zeer gering, aangezien er uitsluitend wordt belegd in zeer liquide deposito's.
Kredietrisico ln onderstaande tabel wordt de verdeling naar sector weergegeven: 31 december 2014
31 december 2013
Rating
in %
in%
Obligaties Financiële instellingen
A
0,0%
2.692.775
66,2%
Liquide middelen ABN AMRO Bank NV (via SFW) Kas Bank NV
A BBB +
99,4% 0,0%
1.361.824 1.417
33,5% 0,0%
Bedragen x € 1.000
1.276.918
Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2 % van het balanstotaal uitmaakt. In procenten van het balanstotaal
Rating
Obligaties Goldman Sachs Morgan Stanley
nvt nvt
Liquide middelen ABN AMRO Bank NV (via SFW)
A
17
2014
2013
nvt nvt
51,5% 14,8%
99,4 %
33,5 %
vwwwwwwwwww Toelichting op de mutatierekening VUT-vermogen 2014
Premies (6) Bedragen in Euro
2014
_ -
Nagekomen premie voorgaande jaren
2013 4.678 4.678
Beleggingsresultaten (7) Bedragen in Euro Directe beleaainasresultaten Interest obligaties Interest rekening-courant Stichting Fondsenbeheer Waterbouw Overige interest
Indirecte beleaainasresultaten Gerealiseerde koersmutaties Ongerealiseerde koersmutaties
Beleaainaskosten Kosten bewaring effecten / provisie Totaal tieleggingsresultaten
18
2014
2013
9.799 6.756 703 17.258
134.662 40.168 936 175.766
31.470 -/- 34.843 -/- 3.373
-/- 600 -/- 86.283 -/- 86.883
-/-84
-/- 560
13.801
88.323
vwwwwwwwwww Uitkeringen (8)
Bedragen in Euro Bruto-uitkeringen Overiijdensuitkeringen
2014
2013
1.440.646 5.424 1.446.070
3.599.452
3.599.452
Door bet aflopende karakter van het VUT-fonds neemt het aantal deelnemers die een VUT-uitkering ontvangen steeds verder af.
Administratiekosten (9) Bedragen in Euro Totale kosten Stichting Fondsenbeheer Waterbouw: Personeelskosten Huisvestingskosten Administratiekosten Algemene kosten Totale kosten Aandeel VUT-fonds in totale kosten Reguliere uitvoeringskosten Toekomstige kosten ivm vergoeding bewaarder boeken. bescheiden en andere gegevensdragers VenA^achte afwikkelingskosten liquidatie
2014
2013
2.111.883 241.978 417.000 697.540 3.468.401
1.712.836 284.474 444.818 502.648 2.944.776
9,06 %
9,12 %
314.272
268.459
24.200 12.100 350.572
268.459
2014
2013
-
Overige lasten (10) Bedragen in Euro
3.432
Afboeking debiteuren i.v.m. faillissementen Schenking aan BPF Waterbouw Overige lasten
1.000.000 2.387 1.002.387
-
3,432
Uit financiële prognoses blijkt dat bij na de laatste betaling een vermogen zal resteren. Het bestuur heeft, in overleg met sociale partners, op 11 febmari 2014 besloten een deel van dit resterend vermogen (€ 1 min) in te zetten voor de financiering van de Overgangsregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw.
Bezoldiging bestuur De bestuurders van de Stichting VUT Waterbouw ontvangen geen bezoldiging. De Stichting heeft geen werknemers in dienst.
19
vwwwwwwwwww
20
vwwwwwwwwww
Overige gegevens
21
vwwwwwwwwww Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum Na de betaling van de laatste toeslaguitkeringen in maart 2015 eindigen de activiteiten van de stichting. Het bestuur zal dan, in afstemming met sociale partners, naar verwachting besluiten tot liquidatie van het fonds en zelf optreden als vereffenaars. In het kader van voormeld liquidatiebesluit zal in afstemming met sociale partners ook moeten worden bepaald wat moet gebeuren met het batig saldo. Per 1 januari 2015 zijn de activiteiten van de Stichting Fondsenbeheer Waterbouw overgenomen door Fondsenbeheer Waterbouw B.V. Stichting Fondsenbeheer Waterbouw is in febmari 2015 in liquidatie getreden. Met ingang van 1 januari 2015 is de koepelvrijstelling btw voor koepels waarin een pensioenfonds is opgenomen komen te vervallen. Als gevolg hiervan dient de uitvoeringsorganisatie, die de administratie van het fonds verzorgt, met ingang van 1 januari 2015 btw in rekening te brengen over de uitvoeringskosten.
Statutaire winstbestemming In de statuten is geen bepaling opgenomen met betrekking tot de bestemming van het resultaat.
22