Pedagogisch beleidsplan
Kinderopvang ’t Kasteel BV Buitenschoolse Opvang in Leiden
www.tkasteel.nl
[email protected]
Inhoudsopgave INLEIDING ..........................................................................................................................................................1 1. ZEKERHEID, VEILIGHEID EN VERTROUWEN.................................................................................. 2 2. HET SCHEPPEN VAN ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN VOOR KINDEREN.................. 3 2.1 De lichamelijke ontwikkeling ............................................................................................................ 3 2.2 De sociaal-emotionele ontwikkeling ................................................................................................ 4 2.3 De verstandelijke en creatieve ontwikkeling................................................................................ 4 2.4 De taalontwikkeling. .......................................................................................................................... 4 2.5 De ontwikkeling van zelfstandigheid en zelfredzaamheid......................................................... 5 3. HET OVERBRENGEN VAN WAARDEN EN NORMEN ................................................................... 6 3.1 Intermenselijke relaties ................................................................................................................... 6 3.2 Individualiteit ...................................................................................................................................... 7 3.3 Multiculturele samenleving ............................................................................................................... 7 3.4 Samenleven / Samen verantwoordelijk .......................................................................................... 7 4. DOELSTELLINGEN................................................................................................................................ 8 4.1 Huiselijke sfeer................................................................................................................................... 9 4.2 Veiligheid .............................................................................................................................................. 9 4.3 Rust ...................................................................................................................................................... 10 4.4 Respect.................................................................................................................................................11 4.4.1 Respect voor elkaar ...................................................................................................................11 4.4.2 Respect binnen een multiculturele samenleving ..................................................................11 4.4.3 Respect voor materiële zaken ................................................................................................ 12 4.5 Aandacht voor ieder kind ................................................................................................................ 12 4.5.1 Nieuwe kinderen ........................................................................................................................ 13 4.5.2 Broertjes en zusjes .................................................................................................................. 13 4.5.3 Overvaren ................................................................................................................................... 13 4.5.4 De grote oversteek................................................................................................................... 14 4.5.5 Afscheid nemen van ‘t Kasteel ............................................................................................... 14 4.6 Naar eigen inzicht vrije tijd invullen............................................................................................ 14 4.6.1. Zwemmen..................................................................................................................................... 15 4.7 Inspraak voor kinderen.................................................................................................................... 15 4.8 Ruimte voor fantasie, eigen creativiteit en onderzoek. ........................................................... 15 4.9 Zelfstandigheid en zelfredzaamheid. .......................................................................................... 16 4.10 Een open houding van de groep. ................................................................................................. 16 4.11 Vertrouwde begeleiding................................................................................................................... 17 4.11.1 Beroepskwalificatie ...................................................................................................................... 17 4.11.1.1 Permanente educatie ................................................................................................................ 17 4.11.2 Inzet stagiaires en leerlingen in opleiding .............................................................................. 18 4.11.3 Sollicitatieprocedure ................................................................................................................... 18 4.11.4 Workshops invalkrachten ............................................................................................................ 19 4.11.5 Gezamenlijk overleg......................................................................................................................20
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011
BIJLAGEN.......................................................................................................................................................... 21 Bijlage 1. Regels ’t Kasteel Roomburg.................................................................................................22 Bijlage 2. Regels ’t Kasteel De Speelschans ......................................................................................23 Bijlage 3. Regels ’t Kasteel Trigon.......................................................................................................24 Bijlage 4. Kinderparticipatie .................................................................................................................25 Bijlage 5. Speurtocht ’t Kasteel De Speelschans.............................................................................28 Bijlage 6. Wenperiode nieuwe kinderen..............................................................................................30 Bijlage 7. Protocol Overvaren............................................................................................................... 31 Bijlage 8. Kinderen en internetgebruik...............................................................................................32 Bijlage 9a. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel De Speelschans .............................................34 Bijlage 9b. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Het Croontje..................................................35 Bijlage 10. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Roomburg............................................................36 Bijlage 11. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Trigon ..................................................................37 Bijlage 12. Buitenspeelprotocol ’t Kasteel Roomburg ........................................................................38
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011
INLEIDING Voor je ligt het pedagogisch beleid van ‘t Kasteel. Het Kasteel-team heeft in samenwerking met het bestuur een aantal pedagogische uitgangspunten geformuleerd. Op deze punten is onze manier van werken gebaseerd. Wij benadrukken hierbij dat een pedagogisch beleid nooit “klaar” is. Het beleid is een doorlopende leerweg waarin steeds ruimte voor verandering zal zijn. De missie van dit pedagogisch beleid: “Op ‘t Kasteel willen wij de kinderen na een drukke schooldag of tijdens schoolvakanties in een prettige sfeer ontvangen onder het motto “BSO-tijd is vrije tijd”. Dit houdt in dat er weinig moet en er veel mag, binnen de mogelijkheden en afgesproken grenzen. We bieden elke dag activiteiten aan, maar het kind mag zelf beslissen of het daar aan mee wil doen. De omgeving van waaruit kinderen hun wereld ontdekken, dient voldoende zekerheid, veiligheid en vertrouwen te garanderen. Deze omgeving willen wij creëren door met vertrouwde, professionele krachten te werken. Dit stelt ook eisen aan de inrichting van de ruimtes. Het is belangrijk dat de ruimtes kinderen veiligheid en overzichtelijkheid bieden, maar tegelijkertijd ook genoeg uitdagingen – niet alles hoeft door de leiding meteen te kunnen worden gezien. Wij willen een aantrekkelijke speel- en ontwikkelomgeving voor de kinderen creëren. In deze vertrouwde omgeving begeleiden professionele krachten, in samenspraak met de ouders, de kinderen in hun ontwikkeling naar zelfstandige, evenwichtige en sociaal voelende mensen. Wij vinden het belangrijk ieder individu met respect te behandelen en in zijn waarde te laten. Om kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling is samenwerking nodig. Samenwerking binnen het Kasteelteam, en van ’t Kasteel met ouders en eventuele instanties. Wij realiseren ons dat de ontwikkeling van kinderen een interactief proces is. Kinderen worden daarbij gevoed door de omgeving waar zij onderdeel van zijn: thuis, school, verenigingen, familie, straat, stad, etc. Wij bieden deze opvang op vier lokaties, te weten ’t Kasteel De Speelschans, ’t Kasteel Het Croontje, ’t Kasteel Roomburg, en ’t Kasteel Trigon. Ons pedagogisch beleid is gebouwd op drie peilers: - Zekerheid, veiligheid en vertrouwen; - Het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen; - Het overbrengen van waarden en normen. Deze drie peilers worden in het hierna volgende hoofdstukken (hoofdstuk 1, 2 en 3) beschreven. Vanuit die peilers zijn elf doelstellingen geformuleerd waarvan uit wij werken. Deze worden besproken in hoofdstuk 4. Daarachter vind je ruimte voor een aantal bijlagen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
1
1.
ZEKERHEID, VEILIGHEID EN VERTROUWEN
De omgeving -de ruimte, de decoratie en inrichting, de groepsleiding- van waaruit kinderen hun wereld gaan ontdekken, dient voldoende zekerheid, veiligheid en vertrouwen te garanderen. Zo kunnen kinderen vanuit een veilige basis op ontdekking gaan. We werken hiertoe zo veel mogelijk met een vaste dagindeling, vaste regels en vaste leid(st)ers. Ook plegen we overleg met ouders over de specifieke eigenschappen van elk kind. Een actieve houding van beide kanten is hierbij van belang. Tegelijk is ’t Kasteel ingericht om het kind nieuwsgierig te maken, te prikkelen om nieuwe dingen uit te proberen. Het is geschilderd in vrolijke kleuren, en speelgoed en materiaal ligt binnen handbereik. Wij hopen dat kinderen hierdoor met plezier naar ‘t Kasteel komen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
2
2. HET SCHEPPEN VAN ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN VOOR KINDEREN Gedurende de basisschoolperiode ondergaan de kinderen voortdurend ontwikkelingen. Dit begint al op de allereerste schooldag. Zij behoren ineens tot de jongste groep in de klas, en hebben zich te voegen naar de regels zoals die gelden op de nieuwe school en in de klas. Gedurende de basisschoolperiode ontwikkelen de kinderen zich van kleuters die nog veel behoefte hebben aan structuur, aan de helpende hand van de juf of meester, naar pre-pubers, die straks zelfstandig naar de middelbare school toe gaan. Bij kleuters nemen spel en fantasie een belangrijke plaats in, bij oudere kinderen maakt dit steeds meer plaats voor het opdoen van intellectuele vaardigheden. De focus ligt dan meer op kennis verwerven. ‘t Kasteel wil het kind in zijn ontwikkeling ondersteunen door het stukje bij beetje de verantwoordelijkheid te geven die het dragen kan. We stimuleren een kind om zelf zijn zaakjes op te leren knappen. Tegelijkertijd helpen en ondersteunen we het kind in wat het wil kunnen. Zo stimuleren we zelfvertrouwen. De afweging een kind iets zelf te laten doen of het te helpen, en op wat voor een manier, wordt zoveel mogelijk per situatie bepaald. Elk kind is anders, terwijl je in de ontwikkeling van een (gemiddeld) schoolkind ook een globaal patroon terug kan vinden. Daarom zijn er ook regels die per leeftijdsgroep gelden. (Zie bijlage 1. en bijlage 2. “Regels”). Gedurende de basisschoolperiode ontwikkelen kinderen zich op veel verschillende gebieden: 1. 2. 3. 4. 5.
De lichamelijke ontwikkeling De sociaal-emotionele ontwikkeling De verstandelijke en creatieve ontwikkeling De taalontwikkeling De ontwikkeling van zelfredzaamheid en zelfstandigheid
In subhoofdstuk 2.1 tot en met 2.5 beschrijven we kort hoe we op ‘t Kasteel willen omgaan met het ondersteunen van deze ontwikkelingen van het kind.
2.1 De lichamelijke ontwikkeling Door te spelen kan een kind zich tal van motorische vaardigheden eigen maken. Speelgoed en materiaal dat op leeftijd en interesse is afgestemd is voorhanden, en kan veelal zelf worden gepakt, mits dit verantwoord is. Wij vinden dat kinderen zich fysiek uit moeten kunnen leven. Daarom is er altijd de mogelijkheid om bijvoorbeeld te voetballen, hockeyen, fietsen en skelteren, of in de zandbak te spelen. Binnen spelen kan onder andere met (houten) blokken, lego, poppen en knuffels, kussens, het keukentje, spelletjes en tafelvoetbal. Er worden ook activiteiten aangeboden. Elke dag is er een weekactiviteit waar aan deelgenomen mag worden. Deze weekactiviteit verschilt per locatie. Ook op het gebied van sport en spel is er een activiteitenaanbod. Via cursussen komen meer specialistische zaken zoals muziek, theater,
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
3
dans en sport aan bod. Op ‘t Kasteel wordt ook ingespeeld op wat de kinderen zelf bezighoudt. Vrij spel wordt gestimuleerd en ondersteund.
2.2 De sociaal-emotionele ontwikkeling Op ’t Kasteel maken de kinderen onderdeel uit van een groep, zoals zij hun hele leven deel uit zullen maken van diverse groepen. We vinden het belangrijk dat een kind zich kan redden in de groep. De buitenschoolse opvang kan gezien worden als een sociale experimenteerruimte. Kinderen leren omgaan met een groep. Essentiële vaardigheden als vrienden of vriendinnen maken, conflicten oplossen en experimenteren met solidariteit of verdraagzaamheid kunnen geoefend worden. De leiding op ’t Kasteel kan vanuit een professionele achtergrond de kinderen observeren en inspelen op deze (groeps)processen. Ook hebben de leid(st)ers een voorbeeldfunctie als het gaat om sociale vaardigheden, en ze praten hierover met de kinderen. Leidraad is respectvol omgaan met elkaar en je omgeving.
2.3 De verstandelijke en creatieve ontwikkeling. We gaan er van uit dat de kinderen na school vrije tijd hebben. Dit houdt in dat zij op ‘t Kasteel zoveel mogelijk hun vrije tijd naar eigen inzicht kunnen en mogen invullen. Bezig zijn is belangrijker dan presteren. Dat kinderen spelen en daar plezier aan beleven is belangrijker dan wat ze daarbij leren. Nadrukkelijk kunnen kinderen op ’t Kasteel ook rust opzoeken. Hiernaast worden er ontwikkelingsmogelijkheden aangeboden die in alle vrijheid uitgeprobeerd kunnen worden. Er worden verschillende activiteiten en cursussen aangeboden waarin kinderen zich creatief kunnen ontplooien. Deze cursussen worden afgestemd op de behoefte en wensen van kinderen (en ouders). Voorbeelden zijn een cursus toneel, digeridoo, muzikale vorming en knutselen. Dagelijks worden activiteiten aangeboden, maar ook wordt er voorgelezen en worden er spelletjes gespeeld. In vakanties is er gelegenheid en tijd voor uitgebreidere activiteiten, zoals museumbezoek, naar een toneelstuk gaan of zelf een playbackshow maken. Kinderen kunnen onder andere gebruik maken van knutsel- en tekenmateriaal, de computer, een leeshoek, verkleedkleren en schmink, muziekinstrumentjes en spelletjes.
2.4
De taalontwikkeling.
Gedurende de basisschoolleeftijd leren kinderen zich steeds beter uit te drukken. Om deze ontwikkeling zo goed mogelijk te ondersteunen let de leiding van ’t Kasteel op het taalgebruik van zowel zichzelf als de kinderen. De kinderen worden ondersteund bij wat ze willen zeggen en eventueel verbeterd. Er wordt van kinderen gevraagd te zeggen wat ze bedoelen, uit
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
4
te spreken wat ze graag willen, in plaats van dit non-verbaal aan te geven. Uitgangspunt is steeds de Nederlandse taal. ‘t Kasteel ondersteunt de taalontwikkeling ook door leesboeken beschikbaar te hebben. De jongere kinderen worden regelmatig voorgelezen. Doorgaans gebeurt dit op verzoek van de kinderen. Ook samen liedjes zingen is goed voor de taalontwikkeling.
2.5 De ontwikkeling van zelfstandigheid en zelfredzaamheid Om kinderen zich te laten ontwikkelen tot zelfstandige mensen, is het belangrijk hen te stimuleren zelf dingen te ondernemen. Dit kan door hen in fases meer ruimte te geven om zelfstandig op pad te gaan. Hier is vertrouwen van de leiding voor nodig. Maar het kind moet ook zelf in zijn eigen mogelijkheden geloven. Dit zelfvertrouwen wordt gestimuleerd door de kinderen bijvoorbeeld mee te laten helpen met de dagelijkse karweitjes, en ze te complimenteren met wat ze ondernemen. Kwaliteiten van het kind worden belicht en naar voren gehaald waardoor kinderen meer in zichzelf gaan geloven. Bij zelfstandig worden hoort ook mee kunnen praten en een stem hebben in de dagelijkse gang van zaken op ’t Kasteel. Kinderparticipatie, inspraak voor kinderen, verhoogt de betrokkenheid van de kinderen, helpt sociale vaardigheden te ontwikkelen en geeft de groepsleiding veel informatie. Kinderen mogen over bepaalde onderwerpen meedenken, en over bepaalde onderwerpen meebeslissen (zie bijlage 4. Kinderparticipatie).
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
5
3.
HET OVERBRENGEN VAN WAARDEN EN NORMEN
Bij ’t Kasteel willen wij kinderen helpen zelfstandig te worden, verantwoordelijkheden te dragen en te leren wat goed en slecht is. Wij vinden dat een kind, dus ook op ’t Kasteel, moet leren omgaan met waarden en normen, en de sociale regels die in onze samenleving bestaan. Onze focus bij het overbrengen van waarden en normen aan kinderen, ligt op: 1. 2. 3. 4.
Intermenselijke relaties Individualiteit Multi- culturele vieringen Samen leven / Samen verantwoordelijk
In subhoofdstuk 3.1 t/m 3.4 wordt kort beschreven hoe we op ´t Kasteel willen omgaan met het overbrengen van waarden en normen.
3.1 Intermenselijke relaties De kinderen maken op hun Kasteeldag onderdeel uit van een groep, zoals zij hun hele leven deel uit zullen maken van diverse groepen. Het is daarom belangrijk dat een kind zich kan redden in een groep en de signalen van de groep goed leert op te pikken. Het is volgens ons van belang dat een kind zich bewust is van de impact van zijn gedrag. Ieder kind is uniek, maar ieder kind maakt ook onderdeel uit van de groep. Dit is een spanningsveld, maar ook een uitdaging. Hoe zorgen wij ervoor dat ieder individueel kind voldoende wordt ondersteund in zijn eigen capaciteiten, zonder dat dit ten koste gaat van de andere kinderen? De leid(st)er maakt hierin (eventueel in overleg) de uiteindelijke afweging. Zo hebben sommige kinderen behoefte aan hun eigen afgebakende ruimte om –alleen- te spelen. Wij geven zo’n kind zoveel mogelijk zijn eigen fysieke ruimte om te spelen en leggen de andere kinderen uit dat zij deze ruimte moeten respecteren. Echte groepsmomenten zijn samen uit school lopen, samen eten, samen een verjaardag vieren en samen spelletjes spelen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
6
3.2 Individualiteit Ieder kind is uniek. Het is van belang dat ieder kind zichzelf kan zijn en ook op ´t Kasteel wordt gewaardeerd om wie het is. Ons streven is ieder kind tot zijn recht laten komen, en individueel te ondersteunen en te begeleiden in zijn ontwikkeling. Er is aandacht voor het individuele kind. Ieder kind wil zichzelf worden, maar ook net als de anderen zijn. Hier is een rol weggelegd voor de groepsleiding. We mogen niet vergeten dat onze kinderen individuen zijn die het recht hebben om over veel dingen zelf te beslissen. Er worden duidelijke afspraken gemaakt met de kinderen binnen welke grenzen zij zich kunnen uiten. Met een kind dat heel erg graag voetbalt zullen andere afspraken worden gemaakt over het buitenspelen dan met een echte kunstenaar die graag binnen aan het tekenen is. Hierbij willen we kinderen stimuleren in hun vaardigheden, maar ze ook af en toe aansporen iets nieuws te proberen.
3.3 Multiculturele samenleving Samen leven wij in een multiculturele samenleving. Om kennis te krijgen van andere culturen willen wij gebruiken vieren, die horen bij de diverse culturen. Wij juichen vertegenwoordiging van verschillende culturen en achtergronden op ‘t Kasteel toe (zie ook subhoofdstuk 4.4.2).
3.4 Samenleven / Samen verantwoordelijk Respect vormt de kern van een morele instelling, respect voor onszelf, voor anderen, voor alle vormen van leven en de omgeving waarin we leven. Respect voor onszelf betekent dat we ons eigen leven en onze eigen persoon als waardevol beschouwen. Respect voor anderen betekent dat we ieder individu als een waardevol individu beschouwen, dat we een ander in zijn waarde laten, en een ander dezelfde rechten toekennen als onszelf. De omgang met leeftijdgenoten is van grote betekenis voor een kind. In een groep met leeftijdsgenoten kan een kind zijn eigen krachten leren kennen. Het kind leert zelf initiatieven te nemen of zich te voegen naar de initiatieven van anderen. Het leert om te gaan met spelregels. Het ondergaan van de belevingen die aan allerlei soorten spel verbonden zijn, het gezamenlijk op avontuur gaan, al is het maar in de vorm van ‘de omgeving verkennen’, vinden wij van grote betekenis voor zelfkennis en voor de kennis van anderen. Wij vinden het belangrijk om het kind te leren initiatief te nemen, en verantwoordelijkheid op te vatten voor eigen gedrag en dat van de hele groep.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
7
4.
DOELSTELLINGEN
Wij willen werken in een klimaat van waardering, respect en attentheid. We willen de kinderen een prettige opvang bieden. Daarom streven wij ernaar de volgende doelstellingen na te leven: •
Huiselijke sfeer. De huiselijke sfeer schept een veilige en aantrekkelijke omgeving voor het kind. Er is ruimte voor de verhalen van de kinderen. De uitstraling van de ruimte, de materialen en de groepsleiding geven het kind de kans zich geborgen te voelen. Zo is ‘t Kasteel een plek, waar kinderen graag vertoeven.
•
Veiligheid. De Kasteelomgeving en groepsleiding bieden de kinderen genoeg (fysieke)
uitdagingen, maar ook voldoende garanties, zodat kinderen zich veilig voelen, om (begeleid) op ontdekking uit te kunnen gaan. •
Rust. Het kind kan zich terugtrekken wanneer het op ‘t Kasteel is. Er wordt gezorgd voor
rustige momenten, maar ook voor een rustige plek in het gebouw. •
Respect. Het kind wordt door alle “kasteelgangers” gerespecteerd om wie het is en om wat het doet. Ook tonen kinderen en leid(st)ers respect voor de omgeving en materiële Kasteelzaken.
•
Aandacht voor ieder kind. Alle kinderen krijgen individuele aandacht, op zo’n manier dat dit niet ten koste gaat van de andere kinderen.
•
Naar eigen inzicht vrije tijd invullen. In de vrije tijd van het kind staat spelen centraal.
Hierbij wordt gezocht naar een evenwicht tussen vrij spel (naar eigen keuze en zonder sturing door een volwassene), en georganiseerde activiteiten (door een volwassene georganiseerd en begeleid). Het kind mag zelf kiezen aan welke activiteiten het mee wil doen. •
Inspraak voor kinderen. Kinderen voelen zich betrokken doordat ze medeverantwoordelijk zijn voor de regels, de materialen, de ruimte en het dagprogramma.
•
Ruimte voor fantasie, creativiteit en onderzoek. De kinderwereld zit vol mogelijkheden,
nieuwe ontdekkingen en spel. We stimuleren en ondersteunen het kind om op ontdekkingstocht te gaan. •
Zelfstandigheid en zelfredzaamheid. We begeleiden het kind in de geleidelijke ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
•
Een open houding van de groep. Het streven is een open houding van de groep, waarin alle
kinderen goed kunnen aarden. Wij bieden activiteiten aan om het groepsproces te bevorderen. •
Vertrouwde begeleiding. De kinderen voelen zich veilig en vrij met de leid(st)ers. De
leid(st)ers stellen zich empathisch op en richten zich op wat er bij de kinderen leeft. In subhoofdstuk 4.1 t/m 4.11 zijn de doelen kort uitgewerkt.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
8
4.1 Huiselijke sfeer •
Huiselijke sfeer. De huiselijke sfeer schept een veilige en aantrekkelijke omgeving voor het kind. Er is ruimte voor de verhalen van de kinderen. De uitstraling van de ruimte, materialen en de groepsleiding geven het kind de kans zich geborgen te voelen. ’t Kasteel is een plek waar kinderen graag vertoeven.
Op ’t Kasteel proberen wij een huiselijke sfeer te scheppen, door een veilige en aantrekkelijke omgeving voor het kind te bieden. Wij creëren een huiselijke sfeer door in onze inrichting gebruik te maken van sprekende kleuren en het gebruik van natuurlijke materialen, zoals hout. Buiten op ’t Kasteel Roomburg, ’t Kasteel Het Croontje en ’t Kasteel De Speelschans hebben wij onze eigen (moes)tuin, waarin wordt getuinierd. De groepsleiding stelt zich bewust niet op als leerkracht. Wij vinden dat ’t Kasteel niet een verlengstuk is van school, maar van thuis. Kinderen worden aangesproken bij hun naam, en mogen leiding bij hun voornaam noemen. Aandacht is er voor ieder kind wanneer de kinderen opgehaald worden van school en er aan tafel met een groepsleid(st)er iets wordt gegeten en gedronken. Aan tafel is er heel bewust ruimte voor de verhalen van de kinderen. Met de jongere kinderen worden tevens liedjes gezongen aan tafel, en wordt er gecommuniceerd via een handpop: Kabouter Rins. De oudere kinderen mogen helpen aan tafel door bijvoorbeeld het smeren van een cracker. Ook wordt kinderen soms gevraagd of ze willen assisteren bij de afwas of andere huishoudelijke klusjes. De kinderen vanaf acht jaar oud mogen zelfstandig eten. Een groepsleid(st)er is op afstand aanwezig. We beogen het creëren van een huiselijke sfeer wanneer we: - De verjaardag van het kind vieren, inclusief verjaardagsmuts of –sjerp, een cadeautje en de verjaardagsstoel; - Gezamenlijk boodschappen doen; - Gezamenlijk tuinieren; - Gezamenlijk afwassen; - Vriendjes en/of vriendinnetjes uitnodigen; - Gezamenlijk eten
4.2 Veiligheid •
Veiligheid. De Kasteelomgeving en groepsleiding bieden de kinderen genoeg (fysieke)
uitdagingen, maar ook voldoende garanties, zodat kinderen veilig op ontdekking uit kunnen gaan. ’t Kasteel wil voldoende fysieke veiligheid bieden, maar wel zo, dat er nog genoeg uitdagingen zijn voor het kind. Fysieke veiligheid wordt geborgd door de normen waaraan de kinderopvang zich landelijk moet
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
9
houden, de zogenaamde kwaliteitsregels, onder andere vastgelegd per kinderopvanginstelling in een risico inventarisatie en evaluatie (RIE) analyse. Deze RIE wordt regelmatig door de GGD gecontroleerd. Ook is er een ontruimingsplan aanwezig, dat wordt getest in brandoefeningen. De buitenruimte, inclusief speeltoestellen, moeten aan landelijke normen voldoen, die ook regelmatig worden gecontroleerd. Om kinderen begeleid op ontdekking te laten gaan, gelden er afspraken per leeftijdscategorie. De jongste kinderen leren door middel van een speurtocht om te gaan met de speeltoestellen in speeltuin ‘De Speelschans’. Wij hebben ervoor gekozen dat alle kinderen gebruik mogen maken van alle toestellen, mits ze dit zelfstandig kunnen. Zo leert het kind op een natuurlijke manier zijn eigen grenzen en mogelijkheden kennen, en zo zelf zijn veiligheid waarborgen. Dat neemt niet weg dat de groepsleiding een toeziend oog houdt in de speeltuin. Zie ook bijlage 4. Speurtocht. Met de oudere kinderen hanteren we dezelfde theorie, en worden er daarnaast duidelijke afspraken gemaakt. Iedere vaste groepsleid(st)er is in het bezit van een diploma ‘EHBO bij Kinderongevallen’. Jaarlijks wordt door het team aan een herhalingsbijeenkomst deelgenomen. Voor nieuwe teamleden wordt zoveel mogelijk jaarlijks de basiscursus georganiseerd. In de ruimte is altijd een verbandtrommel aanwezig en bij uitstapjes gaat een reisverbandtrommel mee. Emotionele veiligheid willen wij bieden door te werken met een team van vaste groepsleiding en een vaste pool van invalkrachten.
4.3 Rust •
Rust. Het kind kan zich naar behoefte even terug trekken wanneer het op ‘t Kasteel is. Er wordt gezorgd voor rustige momenten, maar ook voor een rustige plek in het gebouw.
Fysieke rust kan worden bereikt door drukke kinderen te scheiden van de niet drukke kinderen. Dit kan door ruimtes te benoemen waar kinderen zich fysiek mogen uitleven en ruimtes te benoemen waar kinderen rustig hun activiteit kunnen uitvoeren. Zo lenen de buitenruimtes en de speeltuin zich prima voor druk spelen. De bestuurskamer en de rusthoek op ’t Kasteel Roomburg, de speelzolder op ’t Kasteel de Speelschans en de rustruimte op ’t Kasteel Trigon zijn juist weer geschikt om specifiek rustige dingen te doen. Ook kan er een ruimte worden gebruikt door oudere kinderen om hun huiswerk te maken. Er wordt ook rust gecreëerd door rustige activiteiten aan te bieden. Denk hierbij aan voorlezen of zelf laten lezen, knutselen of kleuren. Verder worden er uitleef-activiteiten aangeboden zoals voetbal, trefbal, tikkertje, voetje van de vloer, kringspelen of samen muziek maken. Zo kan een drukke situatie begeleid worden naar een spelsituatie, waardoor er geluidsafname ontstaat, en energie gekanaliseerd wordt.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
10
We streven ernaar het kind de mogelijkheid te bieden een balans te vinden tussen zijn eigen binnenwereld en de buitenwereld om hem heen. ‘t Kasteel beschikt op iedere locatie over een ruimte waar echte rust gecreëerd kan worden. Het streven is om hier stil te zijn. De inrichting van de rustruimte is er op gericht weinig te prikkelen, en om je optimaal te kunnen ontspannen. We houden ons over het algemeen aan een vaste dagindeling. Deze structuur kan kinderen een rustig gevoel geven: je weet wat je kan verwachten. Binnen deze vaste dagindeling stellen wij ons flexibel op; inspelen op het moment en op wat er voor de kinderen speelt is van groot belang. Met de houding van de leid(st)ers, de inrichting van de ruimte, de speelgoedkeuze en de activiteiten die er worden aangeboden willen we een geborgen en prettige sfeer creëren. N.B.
Algehele rust is bijna niet mogelijk!
4.4 Respect •
Respect. Het kind wordt door alle “kasteelgangers” gerespecteerd om wie het is en om wat het doet. Ook tonen kinderen en leid(st)ers respect voor de omgeving en materiële Kasteelzaken.
4.4.1 Respect voor elkaar Binnen ’t Kasteel gelden regels waaraan iedereen zich moet houden. Deze regels zorgen ervoor dat er met elkaar wordt omgegaan op een nette en prettige manier. Wij hechten aan wederzijds respect. Respect voor de kinderen, respect voor hun ouders en respect voor de groepleiding. Een belangrijke regel is dat er niet wordt geschreeuwd, wanneer er met elkaar wordt gepraat, er wordt ook niet gescholden, gepest, geschopt of geslagen. Wanneer een kind zich niet aan deze regels houdt, dan wordt het kind apart genomen en aangesproken op zijn gedrag. Vaak zal het excuses moeten gaan maken aan een ander. Kinderen worden op deze wijze geattendeerd op gedrag dat niet acceptabel is. Ze leren hoe ze hier mee om kunnen gaan. Wij vinden het belangrijk dat het kind inzicht krijgt in zijn eigen sociale gedrag. N.B. Hoewel we met pesten geen duidelijke problemen of geschiedenis hebben, willen we ons als team bezig gaan houden met een pestprotocol.
4.4.2 Respect binnen een multiculturele samenleving ’t Kasteel is onderdeel van de multiculturele samenleving en in die hoedanigheid wil het daaraan ook uiting geven. Dit doen wij door open te staan voor andere culturen, voor kinderen van diverse culturele achtergronden, en door personeel van diverse culturele en maatschappelijke achtergronden in dienst te nemen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
11
Zodra de groepssamenstelling verandert qua cultuur, wordt er rekening gehouden met de ‘nieuwe, andere’ cultuur. We willen de kinderen ervan bewust maken dat er verschillende soorten gewoonten (uit verschillende culturen) zijn en deze kunnen wij inpassen in ons programma. Ook werken wij soms met thema’s waar verschillende culturen in voorkomen. Culturele activiteiten, waar jaarlijks bij stil kan worden gestaan, zijn bijvoorbeeld: - 3 koningen - Pasen - Michaëlsfeest - Halloween - Sint Maarten - Sinterklaas - Suikerfeest - Kerst
4.4.3 Respect voor materiële zaken Binnen ’t Kasteel gaan wij met zorg om met de aanwezige materialen. Ook hebben de leid(st)ers een voorbeeldfunctie als het gaat om de zorg voor de aanwezig materialen. Een belangrijke regel is dat er niet wordt gegooid met materialen. Kapotte materialen worden verwijderd om te worden gerepareerd of eventueel vervangen. En ook dat kinderen, nadat zij hebben gespeeld met materialen, deze materialen zelf opruimen. Bij de aanschaf van materialen hechten wij aan duurzaamheid boven modegevoelig speelgoed, aan materialen waar kinderen voor langere tijd plezier aan beleven.
4.5 Aandacht voor ieder kind •
Aandacht voor ieder kind. Alle kinderen, krijgen individuele aandacht, op zo´n manier dat dit niet ten koste gaat van de andere kinderen.
De groepsleiding streeft er naar om met elk kind (even) contact te hebben op een kasteeldag. Dit varieert van een aai over de bol tot een gesprekje over wat er op dat moment speelt in het leven van het kind. Uitgelezen momenten hiervoor zijn tijdens het ophalen van school, tijdens het eten, of tijdens een (knutsel)activiteit. Wij hechten er aan om een kind te begroeten wanneer het binnen komt op ’t Kasteel. Ook hechten wij er aan om aan het einde van de dag afscheid te nemen van het kind, wanneer het naar huis gaat. Elk kind heeft wel eens een moment dat het (wat) extra aandacht nodig heeft van de groepsleiding. Denk hierbij aan een vervelende gebeurtenis op school die gedeeld moet worden, ziekte van een dierbare, een geschaafde knie die pijn doet, of gewoon even een knuffel willen. De leid(st)ers proberen dit zo goed mogelijk aan te voelen en zullen een moment creëren waarin er ruimte is voor het kind.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
12
In de volgende subhoofdstukjes wordt onze werkmethode in deze ten opzichte van nieuwe kinderen, en broertjes of zusjes van oudere kinderen, extra toegelicht, evenals de overgang van het ene Kasteel naar het andere Kasteel, en het afscheid nemen van ’t Kasteel.
4.5.1 Nieuwe kinderen ’t Kasteel realiseert zich dat de nieuwe kinderen vaak kinderen zijn die net de basisschoolleeftijd hebben bereikt. Voor deze vierjarigen geldt dat in hun vertrouwde wereld veel veranderingen optreden: een nieuwe school en een nieuwe opvang. Kinderen die nieuw zijn op ’t Kasteel hebben recht op extra aandacht en begeleiding gedurende de eerste periode dat zij deel uitmaken van de Kasteelgroep. Wij doen dit omdat het in het belang van het kind, de ouder en de groepsleiding is dat een (nieuw) kind zich zo snel mogelijk op zijn gemak en vertrouwd voelt. We hopen dat het kind zich op deze manier thuis zal voelen op ’t Kasteel. ’t Kasteel heeft onderstaande uitgangspunten geformuleerd met betrekking tot het wennen van nieuwe kinderen: • Nieuwe kinderen leren zo snel mogelijk de regels en dagindeling. Ze worden hierin ondersteund door de groepsleiding. Jonge nieuwe kinderen op ’t Kasteel De Speelschans worden speciaal welkom geheten door Kabouter Rins; • We benaderen nieuwe kinderen als individu (niet als broertje of zusje van); • We vinden de omgang met ouders van ieder nieuw kind belangrijk, een intakegesprek is verplicht, ook voor gezinnen die al bekend zijn met ‘t Kasteel. (Zie bijlage 6. voor de beschrijving van de wenperiode).
4.5.2 Broertjes en zusjes Wij vinden het niet wenselijk om éénduidig beleid te schijven over de omgang tussen/met broertjes en zusjes. Wanneer wij constateren dat door de omgang tussen broertjes en zusjes de ontwikkeling van een kind in gevaar komt, dan zal worden ingegrepen. Hierover zal ook contact worden opgenomen met de ouders. Wij vinden het van belang dat ieder kind genoeg ‘bewegings’vrijheid heeft, en het zal om die reden af en toe zinvol zijn om broertjes en zusjes gescheiden te laten spelen.
4.5.3 Overvaren Wij streven ernaar om kinderen vanaf groep 3 (klas 1) op te vangen op ’t Kasteel Roomburg. Kinderen die tot die tijd zijn opgevangen op ’t Kasteel De Speelschans of ’t Kasteel Het Croontje, zullen dan hun oude Kasteel verlaten en op het ‘grote’ Kasteel worden opgevangen. Wij realiseren ons dat dit voor kinderen van zes jaar een verandering is, vanuit de vertrouwde beschutte omgeving van zal het kind, tussen de grote kinderen gaan spelen. Voor kinderen van Het Croontje die op woensdag worden opgevangen zal ’t Kasteel Roomburg al veel vertrouwder zijn. Om deze overstap bewust te laten verlopen voor het kind, de achterblijvende kinderen, en de kinderen op ’t Kasteel Roomburg hebben wij een ‘overvaren-protocol’ ontwikkeld. In dit protocol is ruimte voor afscheid van de ‘oude, vertrouwde’ groep en een welkom door de ‘nieuwe’ groep. Zie ook bijlage 7. ‘Protocol Overvaren’.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
13
4.5.4 De grote oversteek Wij streven ernaar om kinderen vanaf ongeveer 8 jaar op te vangen op ’t Kasteel Trigon. Kinderen die tot die tijd zijn opgevangen op ’t Kasteel Roomburg zullen dan Roomburg verlaten en op ‘t Kasteel Trigon worden opgevangen. Ook voor kinderen op deze leeftijd kan dit een grote verandering zijn. Voordat een kind de ‘grote oversteek’ zal maken, gaat het één of meerdere keren wennen op de nieuwe locatie.
4.5.5 Afscheid nemen van ‘t Kasteel Wij vinden het belangrijk dat er aandacht is voor het vertrek van het kind bij BSO ’t Kasteel. De groep en de groepsleiding zullen altijd afscheid nemen van het kind, waarbij het kind ook een aandenken krijgt aan zijn of haar periode op ’t Kasteel. Speciaal afscheid nemen wij van de achtste groepers en zesde klassers door het aanbieden van een bbq aan het eind van het schooljaar of het begin van de zomervakantie.
4.6 Naar eigen inzicht vrije tijd invullen. •
Naar eigen inzicht vrije tijd invullen. In de vrije tijd van het kind staat spelen centraal. Hierbij wordt gezocht naar een evenwicht tussen vrij spel (naar eigen keuze en zonder sturing door een volwassene), en georganiseerde activiteiten (door een volwassene georganiseerd en begeleid). Het kind mag zelf kiezen aan welke activiteiten het mee wil doen.
Naar de BSO ga je in je vrije tijd. Dit houdt in dat je (binnen redelijke grenzen) zelf mag kiezen wat je wil doen, waarmee je wilt spelen en met wie. We bieden hiervoor activiteiten, speelgoed en een speelplek aan, waarbij we de kinderen willen stimuleren hun eigen fantasie te gebruiken en verder te ontwikkelen. Ook zijn er kinderen, die zelf het initiatief nemen om een activiteit te organiseren en aan te bieden. Wij zullen dit initiatief zoveel mogelijk ondersteunen. Kinderen mogen –op eigen risico- ook zelf speelgoed meenemen. Gewelddadig speelgoed lokt in onze ogen geweld uit, en is dan ook verboden. Spelen is bezig zijn de wereld te leren kennen. Met name de jonge kinderen genieten van het spelen of knutselen zelf, meer dan van het eindresultaat. Fantasiespel speelt een grote rol. Dit laten we terugkomen in het speelgoed dat aangeschaft wordt; speelgoed dat ‘onaf’ is geeft het kind de mogelijkheid zijn oneindige fantasie naar hartelust te vieren. Denk hierbij aan kleden, lappen, poppen zonder duidelijke kenmerken, planken, kisten, blokken, etc. Het kleed dat eerst nog een vliegend tapijt was, verandert al spelend in een schip, en daarna wordt het weer gebruikt om de ‘baby’ toe te dekken. . . Oudere kinderen hebben steeds meer behoefte aan uitdagend speelgoed, denk bijvoorbeeld aan spellen waarbij ze worden uitgenodigd hun hersenen te gebruiken. Wij realiseren ons dat op deze leeftijd ook de aanwezigheid en het gebruik van de computer belangrijker wordt. Op ’t Kasteel
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
14
zijn computers aanwezig, die door de kinderen kunnen worden gebruikt. Zie hiervoor bijlage 8. ‘Kinderen en computergebruik’
4.6.1. Zwemmen Wij gaan iedere maandag met maximaal 16 Kasteelkinderen naar zwembad Het Wedde in Voorschoten. De Kasteelkinderen gaan onder begeleiding van twee leid(st)ers naar het zwembad. Voor de kinderen is het een grote stimulans om samen met vriendjes en vriendinnetjes naar de zwemles te gaan. De kinderen stimuleren elkaar in het leren zwemmen. Ook ervaren zij het gezamenlijk naar de zwemles gaan in de bus als een 'uitje'. De kinderen kunnen op deze manier hun zwemdiploma A, B en C behalen.
4.7 Inspraak voor kinderen. •
Inspraak voor kinderen. Kinderen voelen zich betrokken doordat ze medeverantwoordelijk zijn voor de regels, de materialen, de ruimte en het dagprogramma.
t Kasteel is bezig met kinderparticipatie. We oefenen ons er in de kinderen op zo veel mogelijk manieren inspraak te geven op hun eigen BSO. We hebben kaders ontwikkeld waarbinnen we kinderen inspraak willen geven. Zo mogen kinderen bijvoorbeeld wel meedenken en meebeslissen over het speelgoed dat gekocht wordt, maar niet over het personeelsbeleid. Ook is er op ’t Kasteel Trigon een kinderraad, die minimaal twee maal per jaar bijeenkomt. Onderwerpen die door hen worden besproken zijn: de aanschaf van speelgoed, het soort workshops, uitjes tijdens vakanties. In 2008 en 2009 hebben de kinderen van ’t Kasteel Trigon actief meegedacht, getekend en ontworpen aan de zogenaamde Techniekkar. Meer hierover kun je lezen in bijlage 3. “Kinderparticipatie”.
4.8 Ruimte voor fantasie, eigen creativiteit en onderzoek. •
Ruimte voor fantasie, creativiteit en onderzoek. De kinderwereld zit vol mogelijkheden, nieuwe ontdekkingen en spel. We stimuleren en ondersteunen het kind om op ontdekkingstocht te gaan.
Op ‘t Kasteel zijn volop materialen aanwezig, denk hierbij aan knutselspullen, spelletjes, poppenspullen, lego en blokken, muziekinstrumentjes en verkleedkleren. Voor de knutselmaterialen kiezen wij voor materialen die de eigen creativiteit stimuleren, zoals vilt, krijt, nat-in-nat schilderen en klei. Om die reden zijn er weinig kleurplaten en geen stiften, maar veel mandalatekeningen en kleurpotloden.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
15
Voor het buitenspelen zijn er skelters en fietsen, hockeysticks, een trampoline, een moestuin, etc. We hebben bij het inrichten van de ruimte de belevingswereld van het kind als uitgangspunt genomen, waarbij wij de indeling regelmatig variëren. Ook zijn er voldoende mogelijkheden om buiten en binnen hutten te bouwen. Op ’t Kasteel Roomburg en ’t Kasteel Trigon is een zogenaamde techniekhoek, waar kinderen met houten materialen kunnen werken. Op ’t Kasteel Trigon krijgen kinderen daarnaast ook de mogelijkheid om met zwakstroom elektrische objecten te maken.
4.9 Zelfstandigheid en zelfredzaamheid. •
Zelfstandigheid en zelfredzaamheid. We begeleiden het kind in de geleidelijke ontwikkeling
naar zelfstandigheid.
In overleg met ouders kan een kind steeds meer zelf gaan doen. Hiervoor tekenen de ouders een “zelfstandigheidsformulier” (zie bijlage 9, 10 en 11.). Hier kan onder andere op worden aangegeven of het kind alleen mag buiten spelen, zelf van school naar de BSO mag komen en of het zelf naar de speeltuin mag. Bij elk stapje naar meer zelfredzaamheid begeleiden we het kind waar nodig, zodat het kind, de ouders en de BSO er met een gerust hart aan kunnen beginnen. Een ander aspect van zelfstandigheid vinden wij niet alleen de vrije toegang tot materialen, maar ook het zelf weer opruimen daarvan. “Voordat je met iets anders gaat spelen, je spullen opruimen” is een belangrijke regel. Het samen opruimen is een vast onderdeel van de dag. De leid(st)ers begeleiden dit opruimen zo, dat het kind overzichtelijke opdrachten toebedeeld krijgt. Het samen opruimen, wordt bij de jongere kinderen verbonden met spel; ‘de poppen gaan nu slapen, leg ze maar lekker in bed’. Zo wordt een overzichtelijke taak voor een kleuter vanzelfsprekend. Ook maken wij een duidelijk onderscheid tussen de verschillende lokaties, wat kinderen mogen en welke mate van vrijheid en zelfstandigheid zij daarbij krijgen. De techniekhoek is hier een voorbeeld van, maar ook het zelfstandig eten.
4.10 Een open houding van de groep. •
Een open houding van de groep. We streven naar een open houding van de groep, waarin alle kinderen goed kunnen aarden. We bieden activiteiten aan om het groepsproces te bevorderen.
De groepsleiding kan vanuit een professionele achtergrond de kinderen observeren en inspelen op groepsprocessen. Ook hebben de leid(st)ers een voorbeeldfunctie als het gaat om sociale vaardigheden en praten zij hierover met de kinderen. Voorbeelden van activiteiten om het groepsproces te bevorderen zijn groepsspelletjes, het voorstellen van een nieuw kind, en samen iets bouwen of knutselen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
16
Een kind dat nieuw is in de groep wordt tijdens het eten begroet en voorgesteld. Op ’t Kasteel de Speelschans wordt dit gedaan met Kabouter Rins, en worden ook alle namen van de andere aanwezige kinderen genoemd.
4.11 Vertrouwde begeleiding. •
Vertrouwde begeleiding. De kinderen voelen zich veilig en vrij met de leid(st)ers. De leid(st)ers stellen zich empathisch op en richten zich op wat er bij de kinderen leeft.
We willen graag dat de kinderen zich prettig en vertrouwd voelen op ‘t Kasteel. Daarom proberen we vaste leid(st)ers op vaste dagen in te plannen. Ook de invalkrachten hebben een vertrouwd gezicht doordat we met een aantal vaste invalkrachten werken. Het van school halen van de kinderen wordt zo veel mogelijk door dezelfde leid(st)er gedaan. Met het eten na schooltijd mogen de kinderen zelf kiezen bij welke leid(st)er ze aan tafel willen zitten. Leid(st)ers geven het goede voorbeeld in hun ‘doen’ alswel in hun groeiproces. Met name bij jongere kinderen maken de boodschappen in gedrag en houding van de leid(st)ers diepe indruk, meer nog dan wat letterlijk gezegd wordt. Verder heeft elke pedagogische medewerk(st)er van de gemeente een verklaring omtrent het gedrag (v.o.g.) gekregen. Ook streven we naar weinig verloop van personeel. De professionaliteit van de leid(st)ers proberen wij te borgen, door regelmatig bijscholings- en verdiepingcursussen te volgen. Medio 2008/2009 is er door het team een cursus ‘Knap Lastig’ gevolgd. In 2009 is door het team de training ‘Aanpak Kindermishandeling’ gevolgd.
4.11.1
Beroepskwalificatie
Op iedere groep is altijd minimaal één pedagogisch medewerk(st)er aanwezig die voldoet aan de, door de CAO Kinderopvang gestelde, passende beroepskwalificatie (Onderdeel A2 Functieboek CAO Kinderopvang, Bijlage V, 3 Pedagogisch medewerker), op minimaal SPW-3/4 niveau. De andere aanwezige leid(st)ers voldoen altijd aan de CAO-eis van het bezit van een HAVO- of VWO-diploma (Art 9.5), aangevuld met minimaal een propadeause op HBO of academisch niveau. Wij vinden de combinatie van een op de praktijk en theoretisch geschoolde leid(st)ers een meerwaarde hebben voor de opvang van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 13 jaar. De leid(st)ers vullen elkaar daar waar nodig aan, vanuit (soms) zeer verschillende scholingsachtergronden. Wij merken dat deze combinatie kinderen aanspreekt en dat zij zo in contact komen, met zeer verschillend acterende leid(st)ers, wat waardvol is voor hun ontwikkeling.
4.11.1.1
Permanente educatie
Om iedere medewerker voldoende kennis te laten nemen van het pedagogisch handelen binnen onze organisatie zijn onze medewerkers verplicht om jaarlijks bij een aantal bijeenkomsten
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
17
aanwezig te zijn. Doel van deze bijeenkomsten is om zowel nieuwe medewerkers als vaste medewerkers op de hoogte te brengen en te houden, zowel van de relevante ontwikkelingen binnen het vakgebied als binnen de eigen organsatie. De volgende onderwerpen minimaal aan bod komen: • (Herhaling) EHBO bij Kinderongevallen; • Risico inventarisatie veiligheid en gezondheid, van de eigen locaties; • Pedagogisch beleid en de uitvoering hiervan, reflectie op het eigen handelen. In 2011 volgt het team de training: ‘Samenwerken, feedback en teamwork’; • Protocollen, zoals die worden gehanteerd binnen onze organisatie. Vanwege de maatschappelijke onrust betreffende misbruik van jonge kinderen wordt in 2011 extra aandacht besteed aan het onderwerp ‘sexuele ontwikkeling van het kind’. Melanie LinsenMeijer heeft een tweetal informatieavonden verzorgd.
4.11.2
Inzet stagiaires en leerlingen in opleiding
Wij bieden ook BBL (beroepsbegeleidende leerweg) en BOL (beroeps opleidende leerweg) leerlingen de mogelijkheid om binnen onze organisatie het praktijkgedeelte van de opleiding te volgen en af te ronden. De inzetbaarheid van BBL-leerlingen is oplopend van 0 naar 100% in het eerste jaar en idem in het tweede leerjaar. De formatieve inzetbaarheid mag 100% zijn vanaf het derde leerjaar. De inzetbaarheid van BOL-leerlingen is altijd 0%. Zij werken boven de formatie.
4.11.3
Sollicitatieprocedure
Voor invalkrachten en vaste krachten hanteren wij een standaard sollicitatieprocedure. Onze solliciatieprocedure bestaat uit: • het screenen van de sollicitatiebrief en cv van de sollicitant op voldoende affiniteit met kinderen en het voldoen aan de eis van een afgeronde propedeuse op minimaal HBOniveau, of van een diploma conform de eisen van de CAO Kinderopvang; • een eerste (gestructureerd) kennismakingsgesprek met de leidinggevende BSO en de directeur. Wanneer de sollicitant een voldoende goede indruk heeft gemaakt, wordt de sollicitant uitgenodigd voor een tweede kennismaking; • de tweede kennismaking bestaat uit een middag meedraaien op een BSO-groep, en aansluitend een gesprek met één of twee leid(st)ers, waarmee die middag is samengewerkt. Betreft het een sollicitatie voor een vaste kracht, dan is bij dit gesprek ook minstens één bestuurslid, niet zijnde de directeur, aanwezig. Doel van deze middag is om te weten te komen of er een klik is van de sollicitant met de kinderen en de collega leid(st)ers en omgekeerd. De sollicitant wordt ook altijd gevraagd om een activiteit voor te bereiden, waaraan minimaal zes kinderen kunnen deelnemen en deze ook uit te voeren. De uitvoering van deze activiteit wordt geëvalueerd tijdens het gesprek;
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
18
•
Wanneer de sollicitant ook na de tweede kennismaking een voldoende goede indruk heeft gemaakt, kan de sollicitant worden aangenomen. In het uitzonderlijke geval van twijfel zal aan een sollicitant gevraagd worden om een tweede middag mee te draaien, om de veronderstelde capaciteiten alsnog te tonen;
Na aanname zal een nieuwe invalkracht: • tijdens een uitvoerig gesprek het pedagogisch beleid en alle protocollen uitgereikt krijgen om door te lezen; • een middag boventallig worden ingewerkt door een ervaren leid(st)er; • die niet beschikt over een EHBO bij Kinderongevallen door ’t Kasteel in de gelegenheid worden gesteld dit certificaat te behalen; Indien een invalkracht gedurende een periode van drie (en in sommige gevallen: zes) maanden niet heeft gewerkt, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Na aanname zal een nieuwe vaste leid(st)er: • tijdens een uitvoerig gesprek het pedagogisch beleid en alle protocollen uitgereikt krijgen om door te lezen; • een ervaren leid(st)er toegewezen krijgen als coach, die het inwerktraject begeleidt en coördineert en aftekent; • een week boventallig worden ingewerkt door een ervaren leid(st)er; • na een periode van minimaal één maand ook worden ingeroosterd voor een paar dagen op de andere locaties, om daar de groep en de collega’s te leren kennen; • die niet beschikt over een EHBO bij Kinderongevallen door ’t Kasteel in de gelegenheid worden gesteld dit certificaat te behalen; • met eventuele andere hiaten, door coaching of cursussen worden begeleid of bijgeschoold; • zitting nemen in een commissie; • na zes maanden een evaluatiegesprek krijgen met de leidinggevende; Jaarlijks vindt een tussentijdsgesprek plaats, waarin aandachtspunten aan de orde komen, en hoe die te verbeteren. Bovenstaande sollicitatieprocedure is een voldoende borging om met leid(st)ers te werken, die zich richten op wat er bij kinderen leeft.
4.11.4
Workshops invalkrachten
Om in aanmerking te komen voor de eindejaarsuitkering zijn invalkrachten verplicht om een workshop te organiseren, voor zo’n 6 kinderen. Zij mogen de workshop ook met een andere collega organiseren, maar dan moet de workshop voor minimaal 15 deelnemers toegankelijk zijn. Iedere invalkracht organiseert een workshop voor minimaal één van de locaties, naar keuze: • de workshop bestaat uit vier bijeenkomsten van ongeveer een uur; • de workshop dient op papier te worden uitgewerkt: * onderwerp (bijvoorbeeld creatief of sportief) * wijze van aanbieden
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
19
•
* aantal deelnemers * noodzakelijke materialen * etc. na afloop van de workshop dient een evaluatie te worden gemaakt en ingeleverd * hoe vonden de kinderen de workshop? * waar liep je tegen aan?
4.11.5
Gezamenlijk overleg
Zo’n vier keer per jaar vindt er een gezamenlijk overleg plaats met alle collega’s, waarbij verdiepende onderwerpen worden besproken, zoals onderwerpen uit het pedagogisch beleid. Tijdens het gezamenlijk overleg in het najaar wordt de zomervakantie geëvalueerd. Tijdens de grote vakanties is het streven dat alle locaties een activiteit organiseren voor de andere locaties. De kinderen van alle locaties ontwikkelen op deze manier affiniteit met de andere kinderen, locaties en leid(st)ers. Ook de leid(st)ers houden op deze manier affiniteit met de kinderen van andere locaties en de collega leid(st)ers van andere locaties. De toch altijd andere wijze van werken op de niet eigen locatie, kan (soms) leiden tot interessante discussies, waarom zaken op een bepaalde wijze wel of niet worden afgehandeld en/of opgepakt.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
20
BIJLAGEN Bijlage 1. Bijlage 2.
Regels ‘t Kasteel Roomburg Regels ‘t Kasteel De Speelschans Regels ’t Kasteel Het Croontje Bijlage 3. Regels ’t Kasteel Trigon Bijlage 4. Kinderparticipatie Bijlage 5. Speurtocht ’t Kasteel De Speelschans Bijlage 6. Wenperiode nieuwe kinderen. Bijlage 7. Protocol overvaren Bijlage 8. Kinderen en internetgebruik Bijlage 9a. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel De Speelschans Bijlage 9b. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Het Croontje Bijlage 10. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Roomburg Bijlage 11. Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Trigon Bijlage 12. Buitenspeelprotocol ’t Kasteel Roomburg
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
21
Bijlage 1. Regels ’t Kasteel Roomburg HUISREGELS ’T KASTEEL ROOMBURG 1.
Als je binnenkomt zeg je even hallo.
2.
Jassen en tassen in je luizenzak en schoenen op of onder het schoenenbankje
3.
Als je wilt rennen ga je naar buiten, maar binnen wordt niet gerend !
4.
Gillen en schreeuwen doe je ook buiten en niet binnen.
5.
Op ’t Kasteel wordt niet gescholden of gepest.
6.
Als je ergens mee gespeeld hebt ruim je het speelgoed op voordat je iets anders pakt of naar huis toe gaat
7.
In de toren mogen maximaal 3 kinderen anders wordt het te druk
8.
In de toren wordt niet gestunt en er mag geen speelgoed in de torens
9.
Als je naar de wc bent geweest was je je handen
10.
De gang is om te tafelvoetballen of rustig iets te spelen, maar niet om te rennen en te stoeien
11.
De kantine en de keuken zijn verboden toegang zonder een jonkvrouw of ridder
12.
Als je naar huis gaat zeg je even gedag en doe je je luizentas in de goede bak.
13.
In de rustruimte is het rustig. Er wordt geen speelgoed meegenomen naar de rustruimte. Boeken mogen wel !
14.
Er mag geen geweldsspeelgoed worden meegenomen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
22
Bijlage 2. Regels ’t Kasteel De Speelschans HUISREGELS ’t Kasteel De Speelschans Op ’t Kasteel De Speelschans gelden een aantal huisregels voor zowel de kinderen als de groepsleiding. Deze regels hangen aan de muur bij trap naar zolder en bij binnenkomst. Deze huisregels zijn: 1. Als je binnenkomt zeg je even hallo. 2. Jassen en tassen doe je in je luizenzak en je schoenen zet je in de de gang/onder de kapstok 3. Op ’t Kasteel gaan we met respect met elkaar om, dat wil zeggen dat we elkaar niet pesten, slaan, schoppen of uitschelden, maar leuk met elkaar spelen. 4. Als je wilt rennen of gillen ga je lekker naar buiten, maar binnen wordt niet gerend of gegild. 5. Als je buiten gaat spelen trek je een hesje aan en blijf je in de speeltuin. 6. Als je ergens mee gespeeld hebt, ruim je het speelgoed op voordat je iets anders pakt of naar huis toe gaat. 7. Op ’t Kasteel liever geen speelgoed van thuis. Geweldspeelgoed is verboden. 8. Er mogen niet meer dan 4 kinderen op de Speelzolder spelen, als je naar de speelzolder gaat zeg je dat tegen een ridder of jonkvrouw 9. De trap naar de speelzolder is niet om op te spelen. 10. Als je naar de wc bent geweest was je je handen. 11. De keuken is verboden toegang zonder een ridder of jonkvrouw. 12. Als je naar huis gaat doe je de luizentas in de goede bak en zeg je even gedag.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
23
Bijlage 3. Regels ’t Kasteel Trigon
HUISREGELS ’t KASTEEL TRIGON Op ’t Kasteel Trigon gelden de volgende regels: -Als je aankomt op Trigon, zet je je fiets in de daarvoor bestemde fietsenrekken. - Al je binnenkomt zeg je even hallo. - Jassen en tassen doe je in je luizenzak - Op ’t Kasteel gaan we met respect met elkaar om, dat wil zeggen dat we elkaar niet pesten, slaan, schoppen of uitschelden, maar leuk met elkaar spelen. - Als je wilt rennen ga je lekker naar buiten, maar binnen wordt niet gerend. - Binnen wordt niet gegild of geschreeuwd. - Als je ergens mee gespeeld hebt, ruim je het op voordat je iets anders pakt of naar huis toe gaat. - Als je een vriendje of vriendinnetje meeneemt naar ’t Kasteel dan stel je hem of haar even voor aan de groepsleiding en geef je een hand. - Op ’t Kasteel liever geen speelgoed van thuis. Neem je toch iets mee dan is het op eigen verantwoordelijkheid en naar de regels van ’t Kasteel. Geweldspeelgoed is verboden. - Mobieltjes mogen (op eigen verantwoordelijkheid) mits het niet storend is (bv tijdens groepsmoment of het eten). - Corvee hoort erbij. Na het eten zijn twee kinderen verantwoordelijk voor het schoon maken en afruimen van de tafel (zie de corveeregels) - De kantine van Trigon en de keuken zijn verboden toegang zonder iemand van de groepsleiding. -Als je naar huis gaat doe je de luizentas in de goede bak en zeg je even gedag.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
24
Bijlage 4. Kinderparticipatie Inspraak voor kinderen - KINDERPARTICIPATIE ‘t Kasteel wil kinderen begeleiden in de ontwikkeling naar zelfstandige, evenwichtige en sociaal voelende mensen. De kinderen betrekken in het gebeuren op de BSO, ze invloed te laten hebben, lijkt ons een goede manier om aan dit doel te werken. Daarnaast zijn we er van overtuigd dat samen iets bedenken en zelf bepalen wat je wilt doen, de sfeer op de BSO zeer ten goede zal komen. Het is niet meer dan eerlijk dat de kinderen mee mogen praten over beslissingen die voor hen belangrijk zijn. Kinderparticipatie geeft kinderen (onder begeleiding) inspraak. Kinderen kunnen meedenken, meepraten over onderwerpen als: regels, activiteiten, zelfstandigheid. Wanneer kinderen beslissingen mogen nemen, voelen zij zich meer verantwoordelijk. Kinderen kunnen ook betrokken worden bij het zoeken van oplossingen voor problemen als pesten, ruzies en heimwee, etc. Voor ieder mens is het belangrijk om zich te kunnen uitspreken. De mening van de kinderen is belangrijk op ´t Kasteel, en wordt serieus genomen. Door kinderparticipatie leren kinderen onderhandelen en voor zichzelf opkomen. Kinderparticipatie in de BSO is eigenlijk heel logisch! Kinderparticipatie is geschikt voor kinderen in alle leeftijden. Alle kinderen, ook de jongere, kunnen heel goed kiezen. Hoe kleiner, jonger de kinderen hoe visueler de keuzes moeten worden aangeboden. Dit aanbieden gebeurt dan vaak spelenderwijs. In het pedagogisch beleid wil ’t Kasteel nadrukkelijk aandacht besteden aan kinderparticipatie. We hebben de wens en het voornemen om kinderparticipatie structureel te integreren in onze bezigheden. Actief bezig zijn met kinderparticipatie betekent dat de groepsleiding een open houding heeft en zich bewust is van deze houding, zodat inspraak van kinderen steeds meer een vaste plek inneemt in het dagelijks gebeuren. We maken voor de kinderen een duidelijk onderscheid tussen meedenken en meebeslissen, zodat zij weten waar ze aan toe zijn. Een voorbeeld van meebeslissen is het zelf mogen bedenken en plannen van een uitje in de vakantie. Kinderen mogen meedenken over bijvoorbeeld de regels. De eindbeslissingen liggen dan bij de groepsleiding. Belangrijk is hierbij een goede sfeer waarin iedereen zich thuis voelt en zich durft te uiten. Kennis en vaardigheden die hiervoor binnen een team nodig zijn: • Kennis van ontwikkelingsfasen bij kinderen (toegespitst op kinderparticipatie) • Geduld • Luisteren • Observeren • Inlevingsvermogen, aanpassingsvermogen, coachen: kinderen de ruimte geven, waarbij de begeleider een ondergeschikte rol inneemt. • Onderhandelingsvaardigheden
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
25
• • •
Jezelf (of jouw mening) naar de achtergrond kunnen verplaatsen Flexibel Communicatief
Onderwerpen kinderparticipatie
Om kinderparticipatie structureel een plek te geven binnen de ontwikkeling van het BSO-beleid is het van belang een overzicht te hebben van die activiteiten en onderwerpen die in het komende jaar op stapel staan en waarbij inbreng van de meningen/ideeën van kinderen gewenst is. Onderwerpen bij ’t Kasteel zijn: • Aanschaf nieuw binnen- en buitenspeelgoed; • Ontwerp en functionaliteit Techniekkar (2009/2010); • Workshops; • Activiteiten tijdens vakantie(s). Kinderen mogen meedenken en meebeslissen met keuzes die ze kunnen bevatten en kunnen overzien.
Werkvorm
Door bij de uitvoering van kinderparticipatie steeds te kiezen voor een beperkt aantal werkvormen, zullen de kinderen deze werkvorm associëren met kinderparticipatie. Door herkenning van de werkvorm weten zij dat er inspraak van hen wordt verwacht. ’t Kasteel de Speelschans heeft gekozen voor de volgende werkvormen: Werkvorm 1. Observeren 2. Stickerlijst 3. Praten met kinderen: kringgesprek
Doel De wensen van kinderen in kaart brengen De kinderen consulteren en ze de ruimte bieden om hun inbreng te geven over regels, de sfeer in de groep, inrichting, activiteiten
Leeftijd Vanaf 4 jaar Vanaf 4 jaar Vanaf 4 jaar
’t Kasteel Roomburg heeft gekozen voor de volgende werkvormen: Werkvorm 1. Observeren 2. Stickerlijst 3. Praten met kinderen: kringgesprek
4.
Praten met kinderen: de kindervergadering
Doel De wensen van kinderen in kaart brengen De kinderen consulteren en ze de ruimte bieden om hun inbreng te geven over regels, de sfeer in de groep, inrichting, activiteiten Structureel en regelmatig overleg
Leeftijd Vanaf 4 jaar Vanaf 4 jaar Vanaf 4 jaar
Vanaf 8 jaar
’t Kasteel Trigon heeft gekozen voor de volgende werkvormen: Werkvorm 1. Observeren 2. Stickerlijst
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Doel De wensen van kinderen in kaart brengen
Leeftijd Vanaf 8 jaar Vanaf 8 jaar
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
26
3.
Praten met kinderen: kringgesprek
4.
Praten met kinderen: de kindervergadering Vragenlijst Kinderen interviewen elkaar
5. 6.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
De kinderen consulteren en ze de ruimte bieden om hun inbreng te geven over regels, de sfeer in de groep, inrichting, activiteiten Structureel en regelmatig overleg
Vanaf 8 jaar
Informatie verzamelen Kinderen actief betrekken bij een onderwerp, bijvoorbeeld vriendjes en vriendinnetjes
Vanaf 8 jaar Vanaf 8 jaar
Vanaf 8 jaar
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
27
Bijlage 5. Speurtocht ’t Kasteel De Speelschans SPEURTOCHT KABOUTER RINS, SPEELSCHANS Kabouter Rins de regelaar Er is een kabouter. Hij heet Rins en hij woont in een echt kasteel. Het is niet zomaar een kasteel hoor, het is een heel mooi en nieuw Kasteel. Kabouter Rins is erg gelukkig want dat kasteel staat in een prachtige tuin. In die tuin staan de mooiste planten en bomen. Maar waar Rins het allergelukkigst van wordt is dat er in zijn tuin schommels staan, en een glijbaan, een waterbaan, en nog veel meer leuke dingen om mee te spelen. Elke dag komen er daarom veel kinderen van heinde en ver om in zijn tuin, zijn speeltuin, te mogen spelen. Rins houdt erg veel van nieuwe vriendjes maken. Kabouter Rins is de regelaar van de speeltuin. Dat betekent dat hij de afspraken verzint, en dat iedereen zich aan die afspraken moet houden. Gelukkig is Rins een hele leuke en slimme regelaar. Vandaar dat zijn afspraken leuke en slimme afspraken zijn. Alle kinderen die komen spelen in zijn speeltuin kennen deze afspraken. Bijvoorbeeld dat iedereen op de glijbaan mag, dat is een afspraak. Vandaag is er iets bijzonders gebeurd in het leven van kabouter Rins. De speeltuin is nog mooier geworden dan hij al was. Dat vindt hij erg leuk, nu kunnen alle prinsen en prinsessen van ’t Kasteel nog fijner spelen. Daar wordt kabouter Rins erg vrolijk van. En hij heeft gelijk een paar nieuwe afspraken verzonnen. Willen jullie weten wat de afspraken zijn? Dan mogen jullie mee op stap in de speeltuin, dan zullen we eens op zoek gaan naar kabouter Rins. Zoek maar naar een rood kaboutermutsje….. De glijbaan. Kabouter Rins heeft de afspraak dat iedereen op de glijbaan mag. Ga allemaal maar een keer van de glijbaan af. Zoek nu naar een groen kaboutermutsje….. Het deel waar je alleen buiten mag spelen, als je papa en mama dat ook goed vinden. Soms wil je wel eens buiten spelen als er geen leidsters bij zijn. Dat mag, maar alleen in dit stuk van de speeltuin. Als je zonder leidster naar buiten wilt, wat moet je dan doen? - vragen of je naar buiten mag - een hesje aan doen - op dit stuk van de speeltuin blijven - samen met andere kinderen Loop met z’n allen een rondje over de grens van waar je mag komen. Zoek een geel mutsje….. De ingang. Dit is de poort van de Kasteel-tuin. Hier zit kabouter Rins vaak op wacht. Wat is de aller- aller belangrijkste afspraak van kabouter Rins? (Nooit zomaar het hek uit, pas op voor de sloot). Waarom is dat denken jullie?
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
28
Zoek een blauw mutsje…. Hier is een mooi nieuw klimkasteel gekomen. Hoe vinden jullie het? Vanaf het kasteel kun je met de kabelbaan gaan, maar je kunt ook alleen klimmen. Waar moet je allemaal op letten als je omhoog klimt? (Ook aandacht schenken aan de hoogte en het “open” hekje, geen kinderen onder de kabelbaan tijdens gebruik). Kabouter Rins zegt ook altijd: doe alleen wat je durft, en durf je nog niet, dan doe je het gewoon niet, dat geeft niets! Wie wil mag even klimmen en met de kabelbaan. Zoek een roze mutsje…. Het spinnenweb-klimrek. Waar lijkt dit klimrek op? Hier mag je op klimmen, maar ga nooit verder dan je zelf wilt, ook niet als een ander kind dat zegt. Probeer maar eens wat je kunt. Zoek een oranje kaboutermutsje…. De draaimolen voor rolstoelen. Waarom zitten hier ijzeren hekjes aan? (Voor de rolstoelen). Hoe kun je de draaimolen laten stoppen? (Hekje omhoog). Wanneer begin je pas met draaien? (Als iedereen erop zit). Laat maar zien hoe je deze draaimolen op de goede manier gebruikt. Zoek een bruin mutsje….. De schommelband. Hier kun je lekker in schommelen. Kun je er nog niet zelf in klimmen? Dan moet je nog een beetje groeien, dan lukt het vast wel. Wie wil, mag het proberen. Zoek een paars mutsje…. De schommelmand. Nog iets om te schommelen. Hier kun je met meer kinderen tegelijk in. Wacht tot iedereen zit voor je gaat schommelen, en luister goed naar elkaar. En als je naast de schommel staat of de schommel duwt, waar moet je dan op letten? Zoek een grijs mutsje…. De waterspeelbaan. Hier kun je klimmen en met water spelen. Vooral als het mooi weer is, is dat erg leuk. We hebben laarzen in ’t Kasteel, dus als je je schoenen niet nat wilt maken, kun je die aan doen. Kijk maar eens hoe de baan loopt. Dat waren heel wat afspraken, kunnen jullie dat allemaal wel onthouden? Vast wel, en als je het niet meer zo goed weet, kun je het altijd aan de leidsters vragen. Natuurlijk is er nog veel meer om mee te spelen in de speeltuin van kabouter Rins, maar dat mogen jullie zelf verder ontdekken. Doe altijd voorzichtig en heb veel plezier!! En nu gaan we maar eens zoeken waar kabouter Rins gebleven is!
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
29
Bijlage 6. Wenperiode nieuwe kinderen. ’t Kasteel heeft onderstaande uitgangspunten geformuleerd met betrekking tot het wennen van nieuwe kinderen: • • •
Nieuwe kinderen leren zo snel mogelijk de regels en dagindeling. Ze worden hierin ondersteund door groepsleiding en groepsgenootjes; We benaderen nieuwe kinderen als individu (niet als broertje of zusje van); We vinden de omgang met ouders van nieuwe kinderen belangrijk, een intakegesprek is verplicht, ook voor gezinnen die al bekend zijn met ´t Kasteel. Voor een tweede (of volgende) kind willen we ook een intakegesprek met de ouders.
De wenperiode bestaat uit een aantal onderdelen: • Het hoofd of een ander teamlid neemt ongeveer veertien dagen voordat de plaatsing van het nieuwe kind ingaat contact op met de ouders om een afspraak te maken. Er zal een afspraak worden gemaakt voor een wenmiddag, op de locatie en op de weekdag dat het nieuwe kind is geplaatst. Voordat de plaatsing ingaat wordt er een afspraak voor het intakegesprek gemaakt; • Een van de ouders komt op de eerste wenmiddag zelf het kind komen brengen of loopt mee vanuit school naar ’t Kasteel; • De eerste wenmiddag duurt maximaal twee uur; • Afhankelijk van het kind kan er sprake zijn van nog een wenmiddag, waarvoor ook geldt dat een ouder het kind brengt; • De ouder mag, als dat in het belang is van het kind, tijdens de wenmiddag aanwezig blijven; • Een teamlid voert met (één van) beide ouders het intakegesprek. Doel van dit gesprek is om praktische gegevens te verkrijgen over het kind, zoals noodtelefoonnummers en allergiën. Maar ook om bijzonderheden over het kind aan de weet te komen; • Gedurende de wenperiode (de wenmiddagen en de eerste periode na de plaatsing) zal per dag een groepsleid(st)er zich ontfermen over het kind. Deze leid(st)er zal het kind extra in de gaten houden en extra aandacht geven, zodat het kind zich snel thuis voelt op ’t Kasteel. Extra aandacht kan door het kind wat vaker op schoot te nemen, of te activeren om met andere kinderen te spelen of voor te lezen. Op ’t Kasteel De Speelschans zal Kabouter Rins het nieuwe jonge kind welkom heten.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
30
Bijlage 7. Protocol Overvaren ’t Kasteel De Speelschans en ’t Kasteel Het Croontje zijn in principe bedoeld voor de jongere kinderen van 4 tot 6 jaar. Op een gegeven moment zijn kinderen er aan toe om naar ’t Kasteel Roomburg te gaan (het zogenaamde overvaren). Een kind kan van De Speelschans/Het Croontje naar Roomburg overvaren indien: • Het betreffende kind er volgens de groepsleiding van beide locaties aan toe is, d.w.z. dat hij of zij zich kan redden op de betreffende dag(en) op Roomburg in die bepaalde samenstelling van de groep. • Er op de locatie De Speelschans/Het Croontje plaatsen gecreëerd moeten worden voor nieuw geplaatste kinderen. • Er op de betreffende dagen dat het kind geplaatst is kindplaatsen beschikbaar zijn op Roomburg. Het bepalen van welke kinderen er van De Speelschans/Het Croontje naar Roomburg gaan wordt bepaald tijdens een gezamenlijk teamoverleg van beide locaties. Hierbij wordt door beide teams gekeken naar o.a. de leeftijd van het kind, het kind zelf, vriendjes en vriendinnetjes, samenstelling van de groep op Roomburg etc Indien besloten is dat kind van De Speelschans/Het Croontje naar Roomburg gaat dan neemt de leidinggevende minimaal een maand van tevoren contact op met de ouders van het betreffende kind. Zij/Hij bespreekt met hen de procedure en de dag waarop het kind voor het laatst op De Speelschans/Het Croontje is. De leiding van De Speelschans/Het Croontje vult een “overvaarformulier” in met gegevens over het betreffende kind, eventuele bijzonderheden en contacten met ouders. De leiding van Roomburg houdt een “overvaargesprek” met de ouders en vult daarbij samen met de ouders het zelfstandigheidformulier voor Roomburg in, en vertelt over de werkwijze op ’t Kasteel Roomburg en wint informatie in over het kind. Op de laatste dag voor het overvaren neemt het kind afscheid op De Speelschans/Het Croontje. Kinderen varen nooit over in een vakantie, maar altijd ervoor of erna. Kinderen nemen altijd afscheid aan het eind van de week op de dagen dat het kind komt. Als een kind voor het eerst naar ’t Kasteel Roomburg gaat wordt het door de groepsleiding aan de kinderen voorgesteld en wordt het kind de eerste week/weken extra in de gaten gehouden. Aan het eind van de dag wordt even aan ouders teruggekoppeld hoe het die dag is gegaan.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
31
Bijlage 8. Kinderen en internetgebruik JA (7) NEE (1) 1. De kinderen hebben toegang tot internet op ‘t Kasteel. Discussie: Er is genoeg aanbod van activiteiten en materialen voor de kinderen om iets anders te doen. 2. De kinderen kunnen alle websites bekijken, ook websites voor
JA (8)
NEE (1)
JA (4)
NEE (5)
volwassenen Discussie: Website bekijken met een kinderbrowser. 3. Op de Kasteelwebsite staan soms ook foto’s van kinderen met
namen erbij Discussie: Op het publiek toegankelijke gedeelte van de Kasteelwebsite geen namen bij foto’s van kinderen. Op het gesloten gedeelte van de Kasteelwebsite kunnen wel namen staan bij foto’s van kinderen. 4. De kinderen mogen e-mailen en chatten op ’t Kasteel JA NEE Discussie: De oudere kinderen mogen e-mailen op ’t Kasteel. De kinderen mogen niet chatten op ’t Kasteel. - Speciale ‘internet’ stick beschikbaar voor de oudere kinderen om het voor hen mogelijk te maken om te mailen en te internetten. Deze stick moeten de oudere kinderen vragen aan de groepsleiding. Met deze stick kunnen de oudere kinderen zichzelf dan toegang verschaffen tot internet. 5. De kinderen weten hoe zij virussen op de computer moeten
JA
NEE
JA
NEE
JA (9)
NEE
voorkomen Discussie: In pedagogische beleid opnemen dat wij kinderen leren hoe om te gaan met virussen op een computer. Ook zal de groepsleiding kinderen moeten attenderen op/waarschuwen tegen virussen. 6. De kinderen mogen maximaal één uur per dag achter de
computer Discussie: Het gebruik van de computer kan worden ingedeeld in educatief gebruik en vermaak. Educatief gebruik, zoals het maken van huiswerk, voorbereiden van spreekbeurt of werkstuk, heeft voorrang op het gebruik voor vermaak. Het gebruik voor vermaak –spelletjes- is aan een tijdslimiet -tijdslimiet: 15 minuten- gebonden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen gebruik tijdens de reguliere schoolweken en vakantieweken. Tijdens een vakantiedag mag een kind ‘langer’ achter de computer zitten. 7. Wanneer een kind achter de computer zit, is er altijd leiding in
de buurt Discussie: Groepsleiding is altijd in de buurt of nabije omgeving. Op dit moment staat de kindercomputer in de groepsruimte, waar in de buurt altijd groepsleiding aanwezig is. Toezicht van groepsleiding is ook afhankelijk van het soort gebruik van de computer door het kind. Door duidelijke regels op te stellen en te communiceren aan de kinderen, hopen wij ongewenste situaties te kunnen voorkomen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
32
8. De jongere kinderen begeleiden wij achter de computer Discussie: De jongere/kleinere kinderen die voor het eerst op ´t Kasteel de computer gaan gebruiken, begeleiden wij direct. Wanneer een jonger kind iets op het internet wil opzoeken, zal daar altijd groepsleiding bij aanwezig zijn. Momenteel is er op ´t Kasteel De Speelschans/Het Croontje (nog) geen computer beschikbaar voor de jongere kinderen. De jonge kinderen, die op woensdag worden opgevangen op ´t Kasteel Roomburg hebben daar wel toegang tot een kindercomputer.
JA
NEE
9. Ik heb genoeg basiskennis over internet en computers om de
JA (6)
NEE (3)
JA
NEE
JA
NEE
kinderen te begeleiden 10. De ouders moeten geïnformeerd worden over ’t Kasteelbeleid
over dit onderwerp Discussie: De ouders zullen tijdens een informatie/avond geïnformeerd worden over ´t Kasteelbeleid ten aanzien van dit onderwerp en de nieuwe website. - Onderwerp toevoegen aan het intakeprotocol? 11. De kinderen mogen MSN-en op ´t Kasteel Discussie: Via MSN wordt veel gepest. Kinderen mogen geen vrienden toevoegen aan vriendenlijst op MSN.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
33
Bijlage 9a. Speelschans
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel De
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
34
Bijlage 9b.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Het Croontje
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
35
Bijlage 10.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Roomburg
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
36
Bijlage 11.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Zelfstandigheidsformulier ’t Kasteel Trigon
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
37
Bijlage 12.
Buitenspeelprotocol ’t Kasteel Roomburg
BUITEN SPELEN Op schoolmiddagen bij voorkeur de skelters pas uit de schuur na het eten en drinken. Indien iemand van de groepsleiding beslist eerder de skelters uit de schuur te halen, is hij/zij de persoon die buiten toezicht houdt. Deze persoon hoeft niet de hele middag buiten te zijn en is ook niet de hele middag hoofdverantwoordelijk voor het buitenspelen. Hij/zij kan na het eten en drinken binnen vragen hem/haar te vervangen. Op roostervrije dagen/vakantiedagen gaan de skelters/fietsen en eenwielers pas uit de schuur als de tweede groep personeel begint (d.w.z. 10.00 uur). Zandbakspullen mogen uit de schuur als er geen begeleiding buiten is. Skelters en fietsen blijven i.v.m. hoge snelheden in de schuur tot er een leid(st)er buiten kan zijn. Er moet altijd iemand buiten aanwezig zijn als:
•
Er een kind naar buiten gaat waarvan de groepsleiding of de ouders geen toestemming hebben gegeven om alleen buiten te zijn.
• •
Er skelters uit de schuur zijn.
•
Het heel druk is buiten (met name op vrijdag) i.v.m. hockeyactiviteiten (ook dan gaat het hek naar het achterplein dicht). Het donker is buiten.
Indien er niemand buiten is dan:
• •
Gaat het hek naar het achterplein dicht. Blijven de skelters in de schuur.
Zodra er meer kinderen buiten zijn dan binnen moet er ook meer groepsleiding buiten zijn (Ook buiten 1:10 ratio zoveel mogelijk hanteren). Overige buitenregels:
•
De schuur is altijd op slot. Kinderen kunnen naar de sleutel vragen en mogen dan iets pakken uit de schuur. De sleutel wordt weer ingeleverd of de groepsleiding haalt het uit de schuur. Op vrijdag haalt altijd de groepsleiding de spullen uit de schuur i.v.m. aanwezigheid schoonmaakkar in de schuur.
• • • • •
Skelters worden altijd door de groepsleiding uit de schuur gehaald. Niet botsen met skelters en fietsen. Netjes omgaan met fietsen en skelters. Het draaihekje is niet om op te spelen. Kinderen hier op aanspreken. Niet hangen of klimmen in de netten. Kinderen hier op aanspreken.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
38
•
Eénwielers bij het lage hek van het grote veld op het achterplein of bij de houten paaltjes.
•
Je mag alleen op het achterplein spelen en niet op het gedeelte achter de kantine en op het pad tussen de twee velden.
• •
Stoepkrijten: niet op het speelkasteel, de muren en het plateau voor de ingang.
• •
In het donker mogen kinderen nooit alleen buiten spelen.
In de winter kan de groepsleiding ervoor kiezen, als het donker is, om alle kinderen naar binnen te sturen. Kinderen mogen in de zandbak niet onder het speelkasteel komen door het graven van kuilen.
© Kinderopvang ‘t Kasteel
Pedagogisch Beleid Kinderopvang ’t Kasteel, update maart 2011, pagina
39