Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Inhoudsopgave
Jaarverslag 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
5 Voorwoord Kerncijfers Profiel Vermogenspositie en beleid Beleggingen Pensioenregeling Ontwikkelingen Verantwoordingsorgaan Risicobeheer
Jaarrekening 10. 11. 12. 13. 14. 15.
47 Balans per 31 december 2008 Staat van baten en lasten over 2008 Kasstroomoverzicht over 2008 Toelichting grondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten
Overige gegevens 16. 17. 18.
7 9 11 19 25 31 33 39 43
Bestemming saldo van baten en lasten Actuariële verklaring Accountantsverklaring
48 51 53 55 59 68 75 77 79 81
Pagina 3 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 4 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Jaarverslag
Pagina 5 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 6 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
1.
Voorwoord Voor iedereen die dacht dat 2007 een hectisch jaar was voor pensioenfondsen met alle nieuwe wet- en regelgeving, is 2008 meer dan turbulent te noemen! Waar in eerste instantie de aandacht uitging naar de uitwerking van alle verplichtingen uit hoofde van de Pensioenwet, is de aandacht nadrukkelijk verschoven naar de financiële positie van het fonds. Het jaar 2008 is een jaar van financiële problemen wereldwijd. Na de forse koersdalingen in het eerste kwartaal van 2008, herstelden de koersen op de aandelenmarkten zich in het begin van het tweede kwartaal, om vervolgens vanaf het derde kwartaal in een duikvlucht te raken. De in 2007 in de Verenigde Staten uitgebroken kredietcrisis spreidde zich dit jaar als een olievlek uit. Financiële instellingen kwamen in de problemen. Hierdoor moesten overheden te hulp schieten om banken en verzekeraars te redden. Consumenten en bedrijven zijn door de crisis onzeker geworden, waardoor de bestedingen en investeringen dalen. Ook lenen banken minder geld uit, met als uiteindelijk gevolg dat de financiële crisis inmiddels ook gevolgen heeft voor de rest van de economie. Niet alleen de aandelenkoersen, maar ook de rente daalde. Lagere aandelenkoersen zorgen voor lagere rendementen op de beleggingen, terwijl een lagere rente een hogere marktwaarde van de verplichtingen tot gevolg heeft. De financiële crisis heeft dus duidelijk gevolgen voor de financiële positie van het pensioenfonds. Hierbij wil het bestuur wel graag opmerken dat in deze tijden van rentedaling het gedeeltelijk afdekken van het renterisico (door middel van het Long Duration Overlay- zie hiervoor hoofdstuk 5.3.2) zijn nut heeft bewezen. Ook zorgen de gewijzigde verslagleggingsregels uit hoofde van RJ610 voor een significante beperking van de gevolgen van de financiële crisis. Het bestuur volgt de ontwikkelingen op de financiële markten nauwgezet en zeker ook de wijze waarop de vermogensbeheerder hierop in speelt. Tegelijkertijd beseft het bestuur terdege dat de ontwikkelingen van het afgelopen jaar extreem waren en vooral gedreven door sentiment. Het bestuur hoopt op de herstelkracht van de financiële markten en daarmee op betere beleggingsresultaten. Dat de financiële crisis uiteindelijk leidde tot het wederom moeten afzien van het verlenen van een toeslag op de opgebouwde pensioenrechten van (ex-)deelnemers en gepensioneerden, is een grote teleurstelling voor het bestuur, maar ook onontkoombaar. Het bestuur had in 2008 nog een aantal onderwerpen hoog op de agenda. Zo heeft het fonds zich gericht op de uitvoering van alle communicatieverplichtingen uit hoofde van de Pensioenwet. Alle deelnemers hebben in 2008 voor het eerst een zogenaamd Uniform Pensioenoverzicht ontvangen. Tevens ontvangen alle nieuwe deelnemers bij toetreding tot het pensioenfonds een zogenaamde startbrief. Een ander onderwerp waar het bestuur zich intensief mee bezig houdt, is de toekomst van het fonds. Het bestuur is zich reeds jaren bewust van het feit dat draagvlakverbreding noodzakelijk is. Nadat in 2007 de keuze is gemaakt om het zoeken naar een geschikte fusiepartner voorrang te geven boven een herziening van de regeling, is een aantal mogelijke partners benaderd. De voortgang van dit traject wordt in het bestuursverslag nader toegelicht. Ook in 2009 zal het bestuur haar uiterste best doen om bij zijn besluitvorming alle belangen op evenwichtige wijze te behartigen. Het jaar 2009 zal zeker een belangrijk jaar worden met betrekking tot de toekomst van het fonds. Het bestuur bevindt zich thans op een spreekwoordelijk kruispunt en zal in 2009 een definitieve richting kiezen. Het bestuur wordt in het maken van zijn keuze bijgestaan door deelnemersraad en verantwoordingsorgaan.
Pagina 7 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Terugkijkend naar 2008 dankt het bestuur een ieder die aan de goede gang van zaken heeft bijgedragen en rekent op een zelfde inzet komend jaar! Den Haag, 17 juni 2009 Namens het bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
De heer H.J.A. Brak
De heer J.G.A. van den Brink
Voorzitter
Secretaris
Pagina 8 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
2.
Kerncijfers
Aangesloten werkgevers (aantallen) *
2008
2007
2006
2005
2004
149
158
171
173
166
1.967
1.926
1.833
1.895
1.883
202
212
219
233
245
9.340
9.320
9.279
9.254
9.212
Deelnemers (aantallen) Actieven * Arbeidsongeschikten Gewezen deelnemers Gepensioneerden
1.134
1.083
1.070
1.052
1.037
12.643
12.541
12.401
12.434
12.377
Pensioenverplichtingen (o.b.v. 4%)
51.218
49.978
48.272
46.939
45.569
Pensioenverplichtingen (o.b.v. MW)
60.528
45.651
48.984
n.v.t.
n.v.t.
0
0
86
542
238
Bedragen x € 1.000
Overige technische voorzieningen Vermogen
6.509
5.781
4.890
5.604
1.585
Dekkingsgraad (%)
110,8
112,7
110,0
111,9
103,5
Beleidsdekkingsgraad (%)**
108,2
110,1
108,1
111,9
103,5
Feitelijke premie
2.050
2.190
1.911
2.076
1.973
Kostendekkende premie ***
1.855
1.981
1.730
1.778
1.263
Pensioenuitkeringen
1.578
1.504
1.317
1.274
1.155
Pensioenuitvoeringskosten
314
309
282
267
274
Intrestopbrengsten
122
118
1
n.v.t.
n.v.t.
-7
203
1.339
2.021
331
52.078
50.643
52.571
53.156
44.430
1.846
1.487
1.653
2.341
3.290
Overrentedeling Belegde middelen Waarvan annuïtaire / fictieve leningen Performance portefeuille (%) ^
2,95
-3,31
-0,72
12,16
6,92
-0,87
-2,53
-1,60
12,70
7,46
1-jarige Z-score
3,93
-0,67
0,99
-0,43
-0,37
5-jarige Z-score
2,82
1,16
0,69
0,16
0,23
Performance benchmark (%)
*
De stijging van het aantal actieve deelnemers ten opzichte van het dalende aantal aangesloten werkgevers wordt veroorzaakt door een relatief grote stijging van het aantal parttimers. Volledigheidshalve dient nog opgemerkt te worden dat onder actieve deelnemers ook de gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemers vallen.
**
De beleidsdekkingsgraad betreft de verhouding tussen het eigen vermogen, exclusief de bestemmingsreserve technisch resultaat, ten opzichte van de voorziening pensioenverplichtingen op marktwaarde. Deze dekkingsgraad geeft volgens het bestuur een beter beeld van de financiële positie gezien het feit dat de bestemmingsreserve technisch resultaat aan het eind van de overeenkomst voor een groot deel benut zal worden ter financiering van de zogenaamde sterftetafelgarantie.
*** Vanaf boekjaar 2007 betreft dit de kostendekkende premie, zoals nader toegelicht in hoofdstuk 4.2.1. Voor boekjaar 2005 en 2006 betreft dit de actuariële premie inclusief alle kostenopslagen; voor boekjaar 2004 betreft dit de door de verzekeraar in rekening gebrachte actuariële premie. ^
Voor wat betreft de performance van de portefeuille over 2005 dient te worden vermeld dat hierbij rekening is gehouden met de transitiekosten in verband met de overgang van de beleggingsportefeuille naar het SAF 80/20, hierna te noemen MIX-fondsen. Pagina 9 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 10 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
3.
Profiel
3.1.
Doelstelling De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen heeft ten doel, overeenkomstig de bepalingen van de statuten en het op grond daarvan van kracht zijnde fondsreglement, de deelnemers en gewezen deelnemers, alsmede hun (huwelijks)partner en kinderen, te beschermen tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het pensioenfonds is statutair gevestigd in Amsterdam.
3.2.
Organisatie
3.2.1.
Organogram
Deelnemersraad
Verantwoordingsorgaan Dagelijks Bestuur _____________________ Bestuur
Visitatiecommissie
van het
Gedelegeerd secretaris
pensioenfonds
Controlerend Accountant
Adviserend actuaris *2)
(Ernst & Young
(Watson Wyatt)
Accountants LLP)
Waarmerkend Actuaris
Manager Pensioenfondsen
*1)
en
(Ernst & Young
Bestuursondersteuning
Actuarissen)
(AEGON)
Administratie (AEGON):
Herverzekering
Vermogensbeheer
- pensioenadministratie
(AEGON)
(AEGON)
- uitkeringsadministratie - financiële administratie
1*) De waarmerkend actuaris is ingeschakeld om jaarlijks de juistheid van de in het depotverslag vermelde Technische voorziening te controleren en een actuariële verklaring bij het depotverslag af te geven. Tevens dient de waarmerkend actuaris vanaf boekjaar 2007 ook de jaarrekening van een actuariële verklaring te voorzien. 2*) Verder laat het bestuur zich in voorkomende gevallen door de adviserend actuaris van Watson Wyatt bijstaan.
Pagina 11 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
3.2.2.
Verdeling taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Bestuur Het bestuur voert het beheer van het pensioenfonds en voert de in het reglement vastgelegde pensioenregeling uit. Tevens heeft het bestuur de verantwoordelijkheid tot het doen van pensioenuitkeringen aan de gepensioneerde deelnemers en nabestaanden van (gewezen) deelnemers. Het bestuur heeft deze taak - onder behoud van zijn verantwoordelijkheid - gedelegeerd aan de herverzekeraar. Het algemeen strategisch beleid wordt vastgesteld door het volledige bestuur, bijgestaan door de gedelegeerd secretaris en eventuele additionele adviseur(s). Het dagelijks bestuur – bestaande uit de voorzitter en de secretaris in samenspraak met de gedelegeerd secretaris – heeft als taken: x
het voorbereiden van de agenda voor de bestuursvergaderingen;
x
het bewaken van de voortgang van de uitvoering van de in het reglement vastgelegde
x
andere door het bestuur aan het dagelijks bestuur opgedragen taken.
pensioenregeling; De werkzaamheden van de gedelegeerd secretaris zijn vastgelegd in een managementovereenkomst. Deelnemersraad, verantwoordingsorgaan en visitatiecommissie Naast het bestuur, kent het pensioenfonds een deelnemersraad. De deelnemersraad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen, maar in ieder geval over elk voorgenomen besluit van het bestuur tot een aantal vastgelegde zaken. Het pensioenfonds heeft sinds 2007 ook een verantwoordingsorgaan. Deze bestaat voor wat betreft de leden namens de geledingen actieve deelnemers en gepensioneerden uit een personele unie met de deelnemersraad. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaarlijks een algemeen oordeel te geven over; x
het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag;
x
de jaarrekening en andere relevante informatie, waaronder – indien van toepassing – de bevindingen van de visitatiecommissie;
x
beleidskeuzes van het bestuur die op de toekomst betrekking hebben, en het door het bestuur uitgevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar.
Ten aanzien van het intern toezicht geldt dat het bestuur heeft gekozen voor een visitatiecommissie. De visitatiecommissie beziet het functioneren van de stichting en het bestuur kritisch. De leden van de visitatiecommissie worden aangesteld voor de betreffende visitatieronde die voor de eerste maal uiterlijk eind 2009 zal starten. De werking van het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie komt uitgebreid aan de orde in de hoofdstukken 3.3.3 en 3.3.4.
3.2.3.
Personalia De samenstelling van de belangrijkste organen binnen het pensioenfonds is als volgt: Samenstelling bestuur Het bestuur was per 31 december 2008 als volgt samengesteld: Vertegenwoordigers namens de werkgevers: x
De heer H.J.A. Brak (*) - einddatum zittingstermijn 01-01-2010; - benoemd door de Vereniging Herwinning Textiel (VHT); - werkgever Handelsonderneming Brak B.V.;
x
De heer H.M. Kleiweg de Zwaan - einddatum zittingstermijn 01-01-2009; - benoemd door de Federatie Nederlandse Oud Papier Industrie (FNOI); - voormalig werkgever oud papier concern;
Pagina 12 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
x
De heer G.J. Schoenmaker - einddatum zittingstermijn 01-01-2011; - benoemd door de FNOI; - voormalig werkgever oud papier concern.
Plaatsvervangende vertegenwoordigers namens de werkgevers: x
De heer R. van Baaren - einddatum zittingstermijn 01-01-2009; - benoemd door de VHT; - werkgever Humana Nederland B.V.;
x
De heer J. Cats - einddatum zittingstermijn 01-01-2011; - benoemd door de FNOI; - werkgever Huhtamaki Paper Recycling B.V.
Vertegenwoordigers namens de werknemers: x
De heer A. Steijaert - einddatum zittingstermijn 01-01-2009; - benoemd door FNV Bondgenoten; - voormalig bestuurder namens FNV Bondgenoten;
x
De heer J.G.A. van den Brink(*) - einddatum zittingstermijn 01-01-2010; - benoemd door FNV Bondgenoten; - voormalig bestuurder namens FNV Bondgenoten; - pensioenadviseur;
x
De heer J. Loosman(**) - einddatum zittingstermijn 01-01-2011; - benoemd door CNV BedrijvenBond; - bestuurder namens CNV BedrijvenBond.
Plaatsvervangende vertegenwoordigers namens de werknemers: 2 vacatures (*) De voorzitter en secretaris wisselen jaarlijks. In even jaren is het werknemersbestuurslid voorzitter en het werkgeversbestuurslid secretaris. In oneven jaren is het werkgeversbestuurslid voorzitter en het werknemersbestuurslid secretaris. (**) De heer Van der Wal is per de vergadering van 2 april 2008 in zijn functie opgevolgd door de heer Loosman. De einddatum van de zittingstermijn is ongewijzigd gebleven. Gedelegeerd secretaris is de heer H.J. Koning van Lejeune Association Management te Den Haag. Het dagelijks bestuur is in handen van de heren Brak en Van den Brink in samenspraak met de heer Koning. Het bestuur kent geen aparte commissies. Samenstelling deelnemersraad, verantwoordingsorgaan en visitatiecommissie Deelnemersraad U
x
De heer H.C. Dudok - einddatum zittingstermijn 01-01-2011; - namens de geleding gepensioneerden; - benoemd door CSO;
x
De heer G. de Jong - einddatum zittingstermijn 01-01-2011; - namens de geleding gepensioneerden; - benoemd door FNV Bondgenoten;
Pagina 13 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
x
De heer P.W. van der Meer - einddatum zittingstermijn 01-01-2011; - namens de geleding actieve deelnemers; - benoemd door CNV BedrijvenBond;
x
4 vacatures
Verantwoordingsorgaan U
x
De heer H.C. Dudok - namens de geleding gepensioneerden;
x
De heer G. de Jong - namens de geleding gepensioneerden;
x
De heer P.W. van der Meer - namens de geleding actieve deelnemers;
x
De heer W. Smaal namens de geleding werkgevers;
x
1 vacature namens de werkgevers en 1 vacature namens actieve deelnemers.
Wanneer het verantwoordingsorgaan volledig is geïnstalleerd, zal een rooster van aftreden worden opgesteld. Gezien de personele unie met de deelnemersraad voor de thans in het verantwoordingsorgaan zittende leden, wordt het rooster van aftreden van de deelnemersraad gevolgd. Compliance officer Er is besloten dat de secretaris jaarlijks als compliance officer optreedt en rapporteert aan de voorzitter. Voor 2009 zal dit betekenen dat de heer Van den Brink compliance officer is. Wijzigingen In 2008 is de heer Van der Wal tussentijds opgevolgd door de heer Loosman als bestuurslid namens CNV BedrijvenBond. De leden van de deelnemersraad zijn alle drie per 1 januari 2008 voor een nieuwe zittingsperiode herbenoemd. Voor de bestuursleden de heren Kleiweg de Zwaan en Steijaert en plaatsvervangend bestuurslid de heer Van Baaren loopt voor de herbenoeming per 1 januari 2009 een herbenoemingstraject. 3.2.4.
Betrokken externe partijen Uitbesteding Het bestuur heeft de pensioenadministratie, de beleggingsadministratie en de belegging van het vermogen van het pensioenfonds uitbesteed aan AEGON Levensverzekering N.V. te Den Haag die tevens als herverzekeraar optreedt. De condities van de uitbesteding zijn vastgelegd in de met de verzekeraar gesloten uitbestedingsovereenkomst (voorheen genaamd: herverzekeringsovereenkomst) met inbegrip van de bijbehorende Service Level Agreement. Het bestuur dient nauwgezet toezicht te houden op de uitbestede werkzaamheden. In het verlengde hiervan is het bestuur verantwoordelijk voor het uitvoeren van controlemaatregelen gericht op de juiste en volledige registratie van de gegevens van het pensioenfonds. De betreffende controlemaatregelen zijn gericht op de volgende controlegebieden: -
integriteit en deskundigheid van bestuur en deelnemersraad;
-
administratie;
-
juistheid van de door de werkgevers aangeleverde gegevens;
-
vermogensbeheer.
Aangezien de administratie en het vermogensbeheer volledig zijn uitbesteed, het secretariaat wordt gevoerd door de gedelegeerd secretaris en het pensioenfonds geen personeel in dienst heeft, heeft het pensioenfonds zelf geen administratieve organisatie opgezet. Het pensioenfonds maakt hiervoor dan ook gebruik van de administratieve organisatie van AEGON.
Pagina 14 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Accountant De accountant van het pensioenfonds is Ernst & Young Accountants LLP te Den Haag. Waarmerkend Actuaris De waarmerkend actuaris van het pensioenfonds is Ernst & Young Actuarissen B.V. te Amsterdam. Vermogensbeheerder(s) De vermogensbeheerder is AEGON Investment Management B.V., te Den Haag. Administrateur/herverzekeraar De administrateur en tevens herverzekeraar is AEGON Levensverzekering N.V., te Den Haag.
3.3.
Pension Fund Governance Het bestuur van het pensioenfonds streeft als eindverantwoordelijke uitvoerder van de pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid met betrekking tot die uitvoering. Het bestuur heeft dan ook de PFG-principes, die de Stichting van de Arbeid in 2005 heeft vastgesteld en thans zijn opgenomen in de Pensioenwet (PW), geïncorpereerd in de organisatie van het pensioenfonds. Hieronder volgt een beschrijving van hoe het bestuur invulling heeft gegeven aan de diverse principes.
3.3.1.
Transparantie, communicatie en openheid Het bestuur geeft inzicht in de besluitvormingsprocedures. Geldige besluiten kunnen door het bestuur genomen worden in vergaderingen waarin ten minste de helft van het aantal bestuursleden aanwezig is. Bovendien dient er ten minste één werkgeversbestuurslid en één werknemersbestuurslid aanwezig te zijn. Het bestuur publiceert jaarlijks een jaarverslag dat voldoet aan de eisen die het Burgerlijk Wetboek en de Raad voor de Jaarverslaggeving daaraan stellen. Het jaarverslag wordt tevens gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel waar het pensioenfonds ingeschreven staat. Geïnteresseerden kunnen de statuten en het fondsreglement van het pensioenfonds bij het administrateur van het fonds opvragen. Gezien de onzekere richting van de toekomst van het pensioenfonds, heeft het bestuur besloten vooralsnog geen communicatiebeleidsplan op te stellen.
3.3.2.
Bestuur Integere bedrijfsvoering Het beleid van het bestuur van het fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de PW. Dit houdt onder meer in: x
een adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing;
x
een analyse en beheersing van integriteitsrisico’s;
x
het voorkomen van belangenverstrengeling;
x
een duurzame beheersing van (financiële) risico’s.
Deze zaken zijn onder meer uitgebreid vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN), de gedragscode van het fonds en in het jaarverslag (waarbij verwezen wordt naar hoofdstuk 9). Functioneren van het bestuur Het bestuur evalueert (jaarlijks) zijn functioneren zowel collectief als individueel aan de hand van een daartoe vast te stellen model.
Pagina 15 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
3.3.3.
Deelnemersraad Het fonds heeft een deelnemersraad. De deelnemersraad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen, maar in ieder geval over elk voorgenomen besluit van het bestuur tot een aantal vastgelegde zaken. De deelnemersraad bestaat in beginsel uit 7 raadsleden, verdeeld over de geleding actieve deelnemers en de geleding pensioengerechtigden. In de deelnemersraad zijn de actieve deelnemers en de pensioengerechtigden op basis van onderlinge getalverhoudingen naar evenredigheid vertegenwoordigd. Rekeninghoudend met deze evenredigheid stelt het bestuur het aantal zetels vast. De geleding deelnemers heeft 5 raadsleden en de geleding pensioengerechtigden heeft 2 raadsleden in de deelnemersraad. Er zijn 4 vacatures in de deelnemersraad.
3.3.4.
Verantwoordingsorgaan Het fonds heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld waaraan het bestuur (ten minste één keer per jaar) verantwoording aflegt over het gevoerde beleid. In dit verantwoordingsorgaan zijn actieve deelnemers, gepensioneerden en de aangesloten werkgevers evenredig vertegenwoordigd. In het jaarverslag wordt het oordeel van het verantwoordingsorgaan weergegeven alsmede de reactie van het bestuur van het fonds hierop (waarbij verwezen wordt naar hoofdstuk 8). Om redenen van het beheersbaar houden van het bestuursproces, heeft het bestuur besloten om de bemensing van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad te laten bestaan uit een personele unie (voor wat de betreft de vertegenwoordiging namens de actieve deelnemers en de gepensioneerden). Op die wijze kan overleg worden gecombineerd waar het overlap in taken tussen verantwoordingsorgaan en deelnemersraad betreft. Formeel gezien zullen die taken overigens gescheiden worden gehouden. Het reglement van het verantwoordingsorgaan en de hierop gewijzigde fondsstatuten zijn per 1 januari 2008 van kracht geworden en hiermee is het verantwoordingsorgaan per die datum formeel geïnstalleerd. Er zijn op dit moment 2 vacatures in het verantwoordingsorgaan.
3.3.5.
Intern toezicht Het interne toezicht heeft betrekking op het kritisch bezien van het functioneren van het bestuur van het pensioenfonds door deskundigen. Het bestuur heeft voor de inrichting van het interne toezicht gekozen voor een visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit drie onafhankelijke leden die door het bestuur worden benoemd. Minimaal eens in de drie jaar beziet de commissie het functioneren van het fonds en het bestuur kritisch. De bevindingen van de visitatiecommissie worden opgenomen in het jaarverslag van het fonds.
3.3.6.
Deskundigheidsbevordering Ieder bestuur moet, om inzicht te krijgen in het deskundigheidsniveau van de individuele bestuursleden en te bepalen welk bestuurslid op een bepaald gebied nog opleiding nodig heeft, beschikken over een deskundigheidsplan. Het bestuur van het fonds beschikt reeds enige jaren over een deskundigheidsplan. In dit deskundigheidsplan is per bestuurslid aangegeven in welke mate de deskundigheid aanwezig is en of op een bepaald terrein vergroting van de deskundigheid noodzakelijk is. Met het wettelijk incorporeren van de principes voor goed pensioenfondsbestuur is deskundigheidsbevordering meer dan voorheen een dynamisch onderwerp geworden. Het bestuur dient namelijk zelf te bepalen hoe het het benodigde deskundigheidsniveau gaat bereiken. Concreet dient er daarom een opleidingstraject in het deskundigheidsplan te worden opgenomen. Het deskundigheidsplan dient jaarlijks aangepast te worden en voor wat de periodieke evaluatie betreft objectieve criteria te bevatten. Pagina 16 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Het bestuur heeft in 2007 een zogenaamde nul-meting uitgevoerd om te bepalen wat het kennisniveau binnen het bestuur is en vanuit die gegevens is een opleidingsplan ontwikkeld dat in het deskundigheidsplan is opgenomen. 3.3.7.
Vergoedingsregeling De bestuursleden ontvangen vacatiegeld voor het deelnemen aan bestuursvergaderingen en aan andere bijeenkomsten waar hun aanwezigheid gewenst is. Reis- en verblijfskosten door de bestuursleden in de uitoefening van hun functie gemaakt, worden vergoed. Ook de leden van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan ontvangen vacatiegeld voor het deelnemen aan bestuurs-/deelnemersraadvergaderingen. Ten aanzien van de hoogte van de vergoedingen geldt dat de zogenaamde SER-vergoedingen worden gevolgd.
3.3.8.
Klachten- en geschillenprocedure Het fonds heeft een klachten- en geschillenregeling opgesteld. Klachten kunnen worden ingediend bij de administrateur van het fonds en geschillen kunnen worden ingediend bij het bestuur van het fonds. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen klachten en geschillen. Klachten gaan over het gedrag van mensen (bestuur of uitvoering), die belast zijn met de uitvoering van de pensioenregeling. De wijze van bejegening geeft onvrede en daarover wordt geklaagd. Geschillen gaan over de interpretatie van regelingen en afspraken. Men is het niet eens met een besluit van het bestuur en wil een ander besluit genomen hebben. In het betreffende reglement is zowel een klachtenregeling als een geschillenregeling opgenomen. De klachten- en geschillenregeling is afgeleid van de klachten- en geschillenregeling die de Vereniging voor Bedrijfstakpensioenfondsen heeft gepubliceerd.
Pagina 17 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 18 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
4.
Vermogenspositie en beleid Alle bedragen in dit verslag luiden in hele euro’s, tenzij anders aangegeven.
4.1.
Financiële positie De financiële positie van het pensioenfonds komt tot uitdrukking in de zogeheten dekkingsgraad, die de verhouding aangeeft tussen het pensioenvermogen en de technische voorzieningen. Het pensioenvermogen is daarbij de som van de technische voorzieningen en het vermogen van het pensioenfonds. Tot en met het boekjaar 2006 werd bij deze berekening een rekenrente van 4% gehanteerd voor de vaststelling van de Technische voorziening (TV). Overeenkomstig het FTK dienen de pensioenverplichtingen thans te worden berekend op marktwaarde. De dekkingsgraad bedraagt per ultimo 2008 110,8% (2007: 112,7%) op basis van de verhouding “eigen vermogen + voorziening pensioenverplichtingen versus voorziening pensioenverplichtingen”. De zogenaamde beleidsdekkingsgraad bedraagt per ultimo 2008 108,2% (2007: 110,1%) en betreft de verhouding tussen het eigen
vermogen,
exclusief
de
bestemmingsreserve
technisch
resultaat,
en
de
voorziening
pensioenverplichtingen ten opzichte van de voorziening pensioenverplichtingen. Het bestuur is van mening dat de dekkingsgraad zonder meeweging van de bestemmingsreserve technisch resultaat een reëler beeld geeft van de financiële positie van het fonds. Omdat het solvabiliteitsrisico volledig is afgedekt kent het fonds geen (Minimaal) Vereist Eigen Vermogen. Zie hiervoor ook hoofdstuk 14.
4.2.
Beleid Om het streven naar een solide financiële positie meer inhoud te geven, heeft het bestuur een helder premieen indexatiebeleid geformuleerd. Dit beleid staat omschreven in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN).
4.2.1.
Hoogte kostendekkende premie Door het pensioenfonds is de kostendekkende premie vastgesteld als het totaal van de kosten van de jaarlijkse pensioeninkoop (op grondslagen van de herverzekeringsovereenkomst inclusief garantiekosten) vermeerderd met de pensioenuitvoeringskosten. Volgens de Pensioenwet dienen de kosten van pensioeninkoop als onderdeel van de kostendekkende premie te worden vastgesteld op basis van dezelfde grondslagen als waarmee de marktwaarde van de voorziening pensioenverplichtingen wordt vastgesteld. De doorsneepremie van het pensioenfonds is voldoende om deze kosten te financieren. De hoogte van de kostendekkende premie bedraagt voor 2008 € 1.854.881 (2007: € 1.980.807).
4.2.2.
Feitelijke premie De financiering van de krachtens het fondsreglement vast te stellen pensioenaanspraken geschiedt door betaling van een doorsneepremie. Deze premie wordt elk jaar door het bestuur vastgesteld. De doorsneepremie is onafhankelijk van de leeftijd en het geslacht van de deelnemer. De deelnemers zijn geen bijdrage in de kosten verschuldigd. Er geldt geen bijstortingsverplichting voor de werkgever. Voor 2008 is de doorsneepremie vastgesteld op € 1.148,23 (2007: € 1.123,08) per deelnemer per jaar. Het totaal van de ontvangen bijdragen (feitelijke premie) gedurende het boekjaar bedraagt € 2.050.062 (2007: € 2.189.616).
4.2.3.
Ontwikkeling premiestelling Het bestuur ziet geen reden om aan te nemen dat de premiestelling voor de huidige pensioenregeling in de toekomst significant zal wijzigen.
Pagina 19 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Van belang hierbij is natuurlijk wel dat de inhoud van de pensioenregeling ter discussie staat. De regeling is volgens het bestuur niet marktconform en zal ook bij een fusie met een ander pensioenfonds moeten worden aangepast. Aanpassing van de regeling zal dan ook aanpassing van de premiestelling betekenen. Echter, daar nog geen zicht is op de inhoud van de mogelijke herziening van de regeling kan ook geen voorspelling ten aanzien van de ontwikkeling van de premiestelling gedaan worden. Voor meer informatie ten aanzien van de toekomst van het pensioenfonds wordt verwezen naar hoofdstuk 7.1. 4.2.4.
Toeslagen Voorwaardelijkheid De jaarlijkse verhoging van de pensioenen van de actieve en gewezen deelnemers alsmede de ingegane pensioenen zijn afhankelijk van de jaarlijkse resultaten van het pensioenfonds. De verhoging van de pensioenen is daarmee voorwaardelijk en er bestaat geen recht op. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst de pensioenen zullen worden verhoogd. Om de doelstelling van een geïndexeerde pensioenregeling waar te kunnen maken dient het totale vermogen van het pensioenfonds tenminste gelijk te zijn aan de technische voorziening berekend met een reële rekenrente. Het bestuur hanteert hierbij een reële rekenrente van 2,5%. Er zal pas ruimte voor enige indexatie zijn wanneer de – op deze reële rekenrente gebaseerde - minimaal vereiste dekkingsgraad is bereikt. Streefniveau Het pensioenfonds streeft er naar de pensioenrechten en pensioenaanspraken jaarlijks aan te passen aan de procentuele stijging van het loonindexcijfer, zoals vastgesteld door het CBS over de periode september tot september. Op basis van de in het voorjaar 2008 uitgevoerde SZW-toets is gebleken dat een cumulatief gemiddelde toeslag van ongeveer 70% van het streefniveau op de lange termijn realistisch is. Op basis van deze toets, die is uitgevoerd op basis van voorschriften van de toezichthouder, mag daarom verwacht worden dat, op de lange termijn, meer dan de helft van de hierboven beschreven maximale toeslagen kunnen worden verleend. Het bestuur realiseert zich dat de bij deze toets gehanteerde uitgangspunten inmiddels ter discussie kunnen worden gesteld. Het bestuur van het pensioenfonds zal in 2009 besluiten of een continuïteitsanalyse op recente uitgangspunten uitgevoerd gaat worden. Bestuursbesluit Omdat voormelde regels worden gehanteerd op basis van een momentopname kunnen ze niet meer zijn dan de uitgangspunten die door het bestuur worden gehanteerd. Het besluit van het bestuur over de verhoging van de opgebouwde pensioenaanspraken zal dan ook in principe volgens vorenvermelde methode plaatsvinden. Het bestuur zal zich echter het recht voorbehouden om hiervan af te wijken als de omstandigheden dit rechtvaardigen. Dit zou aan de orde kunnen zijn als het behaalde rendement in het voorgaande verslagjaar en de verwachtingen voor het rendement in het lopende verslagjaar afwijken van wat in de meerjaren prognose als verwachtingen was aangenomen. Belangrijk uitgangspunt om van de “rekenregels” af te wijken moet de uitlegbaarheid zijn. Dus kan het bestuur alle betrokkenen uitleggen waarom wordt afgeweken. Het bestuur houdt zich het recht voor om het toeslagbeleid aan te passen. Toekomstige wijzigingen zijn verbindend voor alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Het bestuur heeft overeenkomstig bovengenoemd beleid in overleg met de actuaris besloten tot het per 1 januari 2008 achterwege laten van het verlenen van een toeslag op: x
de reeds opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers;
x
de ingegane pensioenen;
x
de slapersrechten. Pagina 20 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Het bestuur heeft besloten om het besluit om het niet verlenen van toeslagen eveneens per 1 januari 2009 te laten gelden. De financiële positie is niet solide genoeg om uitvoering te geven aan het indexatiestreven. 4.2.5.
Beleggingsbeleid De beleggingsportefeuille van het pensioenfonds is ondergebracht in het Strategic Allocation Fund 80/20 – long duration. Dit is een mixfonds met 80% gediversifieerde vastrentende waarden met een duration van 15 jaar en 20% gediversifieerde zakelijke waarden. Het mixfonds belegt in een gediversifieerde portefeuille van vastrentende waarden (hypotheken, staats- en bedrijfsobligaties, Emerging Market Debt Fund en Asset Backed Securities) en zakelijke waarden (aandelen, vastgoed, grondstoffen, high yield, hedge funds en private equity). Het mixfonds heeft een zo optimaal mogelijke strategische allocatie gemeten naar risico (ten opzichte van de verplichtingen) en rendement. Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van een actief beleid over en binnen de beleggingscategorieën, landen, sectoren, individuele bedrijven en door het innemen van duration- en yieldcurve posities bij obligaties. (Voor een nadere beschouwing van het beleggingsbeleid en de invloed hiervan op de financiële positie van het pensioenfonds wordt verwezen naar hoofdstuk 5).
4.3.
Technische winstdeling Het pensioenfonds ontvangt technische winstdeling op de grondslagen sterfte, arbeidsongeschiktheid (premievrijstelling) en op de resultaten op mutaties. Het technisch resultaat wordt jaarlijks bepaald. De
winstdelingsperiode
van
de
uitbestedingsovereenkomst
loopt
tot
de
einddatum
van
de
uitbestedingsovereenkomst (waarbij verwezen wordt naar hoofdstuk 4.5). Hierbij geldt volgens de overeenkomst dat de opgerente positieve en negatieve resultaten – indien het saldo positief is – op 31 december 2008 voor 70% aan het pensioenfonds worden uitgekeerd. Indien het saldo negatief is, komt dit ten laste van de herverzekeraar. Gezien het feit dat het bestuur wegens fondsspecifieke omstandigheden (waarbij verwezen wordt naar hoofdstuk 7.1) heeft gekozen voor een eenjarige verlenging van de uitbestedingsovereenkomst op nagenoeg ongewijzigde condities1, is besloten om ook de winstdelingsperiode met een jaar te verlengen. Er zal derhalve pas ultimo 2009 deling van het resultaat plaatsvinden. Het technisch resultaat over de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 bedraagt € 471.754 (2007: € 304.031). Dit is, conform de overeenkomst, op een afzonderlijke depotrekening gereserveerd. De ontwikkeling van het technische resultaat (100%), inclusief interest, is als volgt: Verslagjaar
Resultaat
Oprenting vanaf
Intrest
Opgerent resultaat
2004
339.781
1 januari 2005
3,59
391.265
2005
422.027
1 januari 2006
3,22
464.122
2006
541.470
1 januari 2007
3,74
582.729
2007
304.031
1 januari 2008
4,27
317.013
2008
471.754
1 januari 2009
3,93
471.754 2.226.883
1
De premie voor de rentegarantie over het jaar 2009 wordt gelijk gehouden aan die van het tot 31 december 2008 lopende contract onder de toevoeging dat indien het garantiecontract ná 31 december 2009 wordt voortgezet de nieuwe rentegarantieprijs geldt over de toevoeging aan de voorziening over 2009. Dit in het geval het contract premievrij bij AEGON wordt achtergelaten of het contract bij AEGON wordt verlengd.
Pagina 21 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
De huidige winstdelingsperiode is gestart op 1 januari 2004 en loopt (met inachtneming van de éénjarige verlenging van de overeenkomst) tot 1 januari 2010. Indien het saldo van de opgerente resultaten aan het eind van deze periode positief is, ontvangt het fonds 70% van dit saldo; een eventueel negatief saldo komt voor rekening van de verzekeraar. Het fonds houdt bij de bepaling van het boekjaar reeds rekening met haar aandeel van 70% in het technisch resultaat in enig jaar (voor zover het gecumuleerde totaal hiervan positief is). Het aandeel van het fonds aan het eind van het boekjaar bedraagt € 1.558.818 en is binnen het eigen vermogen verantwoord als bestemmingsreserve technisch resultaat; de niet-opeisbare vordering op de herverzekeraar voor hetzelfde bedrag is opgenomen onder de post ‘herverzekeringsdeel technische voorzieningen’.
4.4.
Resultaat van het fonds Het totaal resultaat over het boekjaar bedraagt € 728.812 (vorig jaar € 890.954). Voor het verkrijgen van inzicht in de verschillende verlies- en winstbronnen die tot dit resultaat hebben geleid is een actuariële analyse gemaakt. Het resultaat van deze analyse is in het onderstaande overzicht vermeld: (Bedragen in euro) Premiebijdragen werkgevers en werknemers Kosten pensioenopbouw – garantiecontract Mutatie overige technische voorzieningen Resultaat op premies Pensioenuitvoeringskosten Bijdrage kosten (vanuit premiebijdragen) Resultaat op kosten
2008
2007
1.736.304
1.881.007
(1.541.133)
(1.672.198)
0
86.000
195.171
294.809
(313.758)
(308.609)
313.758
308.609
0
0
Ontvangen en betaalde intrest
121.639
118.033
Resultaat op intrest
121.639
118.033
Uitkeringen hoofd Afkopen aan werknemers Uitkeringen herverzekering - garantiecontract Afkopen klein pensioen – garantiecontract Resultaat op uitkeringen Binnenkomende waardeoverdrachten
(1.234.283) (343.789)
(1.177.907) (326.147)
1.234.283
1.177.907
343.789
326.147
0
0
12.777
116.278
Koopsommen waardeoverdrachten
(13.985)
(121.967)
Uitgaande waardeoverdrachten
(78.337)
(72.544)
86.159
72.364
Afkopen waardeoverdrachten Resultaat op waardeoverdrachten Uitkering overrente Aandeel in technisch resultaat Overige baten
6.614 (7.060) 373.648
(5.869) 203.002 245.979
38.800
35.000
Overige resultaten
405.388
483.981
Resultaat boekjaar
728.812
890.954
De daling van het resultaat op premies wordt onder meer veroorzaakt door de afboeking van de openstaande rekening-courantsaldi van een tweetal failliete werkgevers. Daarnaast is in 2008 sprake geweest van een intensivering op de controle van de door de werkgever ingediende verzamelloonlijsten, hetgeen heeft geleid tot een aantal correcties over het verleden. Pagina 22 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
4.5.
Herverzekering De uitbestedingsovereenkomst met de herverzekeraar betreft een zogeheten “garantiecontract”. De overeenkomst eindigt per 31 december 2008 en is voor één jaar nagenoeg ongewijzigd verlengd. Het pensioenfonds ontvangt technische winstdeling op de grondslagen sterfte, arbeidsongeschiktheid (premievrijstelling) en op de resultaten op mutaties. Het technisch resultaat wordt jaarlijks bepaald (zie hoofdstuk 4.3). De herverzekeraar heeft de tegenover de pensioenverplichtingen aangehouden beleggingen ondergebracht in een gesepareerd beleggingsdepot. Het pensioenfonds ontvangt jaarlijks de positieve overrente die met dit gesepareerde beleggingsdepot wordt gerealiseerd. Indien in enig jaar de overrente negatief is, zal deze verrekend worden met toekomstige positieve overrentes. Het garantiecontract bevat een zogenaamde sterfetafelgarantie. Door deze sterftetafelgarantie zullen er per 1 januari 2009 geen nieuwe reserveverschillen ontstaan bij de omrekening van de GBM/GBV-sterftetafel 1995-2000 naar de GBM/GBV-sterftetafel 2000-2005 met dezelfde leeftijdscorrecties. Echter, gezien de éénjarige verlenging van de overeenkomst zal de omrekening naar de GBM/GBV-sterftetafel 2000-2005 pas per 1 januari 2010 plaatsvinden. Waardering volledig herverzekerde contracten binnen het FTK Binnen de kaders van het FTK wordt de uitbestedingsovereenkomst van het pensioenfonds gezien als volledige herverzekering, omdat: x
de herverzekeraar na premievrije voortzetting van de overeenkomst geen betaling van eerder genoemde garantiekosten zal vragen, maar deze zal verrekenen met de gegenereerde overrente; èn
x
indien in enig jaar de overrente niet voldoende is om daaruit de kosten geheel te financieren, het niet verrekende deel van de kosten doorgeschoven zal worden naar volgende jaren ter verrekening met toekomstige overrente.
Pagina 23 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 24 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
5.
Beleggingen
5.1.
Beleggingsbeleid De algemene doelstelling is een zo goed mogelijk rendement behalen binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Ten einde de beoogde pensioenuitkeringen op korte en lange termijn veilig te stellen, wenst het bestuur de toevertrouwde middelen op een verantwoorde en solide wijze te beleggen. Hoewel het rendement op de portefeuille een hoge prioriteit heeft, staan een defensief karakter van het beleggingsbeleid en een voorzichtige afweging van risico en rendement voorop. Het pensioenfonds voert in overleg met de vermogensbeheerder een ‘actieve’ beleggingsstijl. Dit wil zeggen dat zal worden getracht op basis van marktvisie een hoger rendement te behalen dan de gekozen benchmark. Dit alles binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het strategische beleggingsbeleid. Hieronder wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische allocatie en bandbreedtes en de benchmarks. De strategische allocatie is de verdeling van het vermogen over beleggingscategorieën waarbij op langere termijn optimalisatie van het rendement wordt verwacht. Randvoorwaarde is dat de pensioenverplichtingen nagekomen kunnen worden en het risico aanvaardbaar is. Zoals reeds in hoofdstuk 4.2.5 is vermeld, is de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds ondergebracht in het Strategic Allocation Fund 80/20 – long duration. Dit is een mixfonds met 80% gediversifieerde vastrentende waarden met een duration van 15 jaar en 20% gediversifieerde zakelijke waarden. Het mixfonds heeft een optimale strategische allocatie gemeten naar risico (ten opzichte van de verplichtingen) en rendement. Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van een actief beleid over en binnen de beleggingscategorieën, landen, sectoren, individuele bedrijven en door het innemen van duration- en yieldcurve posities bij obligaties.
5.2.
Samenstelling en performance beleggingsportefeuille De samenstelling van de beleggingsportefeuille per ultimo 2008 is weergegeven in onderstaande tabel. Het belegd vermogen per ultimo 2008 bedraagt ongeveer 50 mln euro’s.
Mandaat (%)
31 december 2008
Portefeuille Marktwaarde
Minimum
Strategisch
Maximum
95,0
100,0
105,0
-5,0
0,0
5,0
100,0
Beleggingscategorie MIX Liquide middelen Totaal
(x € 1.000)
Tactisch (%)
50.232
99,6
196
0,4
50.428
100,0
De portefeuille heeft op totaalniveau over 2008 een rendement van 2,95% behaald, na aftrek van de beheerfee en transitiekosten. Het rendement van de benchmark bedraagt –0,87%. Deze percentages zijn na aftrek van kosten en inclusief Long Duration Overlay. Voor kosten en zonder Long Duration Overlay zou de performance van de portefeuille –7,44% bedragen met een bijbehorend resultaat van de benchmark van –5,30%. Voor de werking van het Long Duration Overlay wordt verwezen naar hoofdstuk 5.3.2.
Pagina 25 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
De verdeling naar de verschillende beleggingscategorieën binnen het Mixfonds en de rendementen per beleggingscategorie zijn weergegeven in onderstaande tabel. De rendementen in de tabel hebben betrekking op het gehele jaar 2008.
Fonds*
Weging in SAF
Rendement
Rendement
(in%)**
fonds (in%)
benchmark (in %)*
Tactische Asset Allocatie
1,0
63,39
11,14
Private Equity
1,9
-29,87
-38,78
Aandelen
4,6
-40,03
-38,78
Grondstoffen
1,7
-49,03
-44,59
Hedge Funds
3,7
-13,60
7,89
Vastgoed
1,2
-44,02
-38,85
Asset Backed Securities
6,4
-14,04
-15,03
Emerging Market Debt
3,3
-19,82
-13,51
Staatsobligaties
16,7
11,76
11,14
Credits
25,4
-10,07
-3,76
Hypotheken
26,2
10,89
10,94
1,6
-27,38
-26,46
-7,39
-5,30
6,2
527,41
High Yield Totaal excl LDO Long Duration Overlay Totaal incl LDO *
3,34
-0,87
De performancecijfers van de verschillende fondsen wijken af van de behaalde rendementen in de portefeuille van het fonds. Dit wordt veroorzaakt door de instroom van nieuwe middelen en de onttrekkingen.
** Het in het overzicht weergegeven relatieve gewicht betreft de weging per ultimo december 2008. Daar de weging gedurende het jaar verandert, kan op basis van deze stand en de rendementen per beleggingscategorie geen totale gewogen performance worden nagerekend.
5.3.
Toelichting beleggingsperformance De beleggingen van het fonds hebben een absoluut jaarrendement behaald van +2,95% na kosten. Dit is aanzienlijk hoger dan het benchmarkrendement, want de relatieve outperformance bedraagt in 2008 +3,82%. De hoogste positieve resultaten zijn behaald door het AEGON Long Duration Overlay en het AEGON Global TAA+ Fund. Daarnaast hebben zwaargewichten in het mandaat, namelijk het AEGON Euro AAA Bond Fund en het AEGON Hypotheken Fonds eveneens een positieve bijdrage gehad aan het totaal rendement. Andere zwaargewichten hebben geen bijdrage geleverd aan het totaal rendement, waaronder het AEGON European Credit Fund, het AEGON ABS Fund en de zakelijke waarden.
5.3.1. Ontwikkelingen 2008 Aandelen De aandelenmarkten werden in 2008 getroffen door de financiële crisis en de gevolgen daarvan voor de economische groei. Dit werd in januari al direct duidelijk toen de aandelenmarkten de slechtste start in jaren doormaakten. Daarna werd het economische en financiële nieuws snel slechter. Na de zomer werd duidelijk dat de economische problemen, die in Amerika begonnen waren, zich verder uitbreidden over de wereld. Bedrijven in de financiële sector en cyclische sectoren zagen hun winsten afnemen. Vooral de financials hadden het zwaar door de soms grote afschrijvingen op onder meer gestructureerde producten. De overige sectoren konden de winst nog enigszins vasthouden, maar werden wel minder positief over de toekomst. In het laatste kwartaal van het jaar nam de financiële crisis in hevigheid toe. Door hoge afschrijvingen verslechterden de balansposities van banken dusdanig dat er door de overheid ingegrepen moest worden. Wereldwijd daalden aandelenindices met 30% of meer. Hierdoor gaat 2008 de boeken in als één van de slechtste jaren voor aandelen.
Pagina 26 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Vastrentende waarden Het jaar voor staatsobligaties kende twee delen. In de eerste helft van het jaar waren er niet alleen zorgen over de economische groei, maar ook over de hoge inflatiecijfers. Grondstoffenprijzen (met name energieprijzen) bleven ondanks de gematigde groeivooruitzichten verder stijgen. Centrale banken hielden daarom de rente hoog om te voorkomen dat de inflatie te hard zou oplopen. De staatsobligatierente liet daarom in de eerste helft van het jaar nog een stijging zien. De kentering van deze trend volgde toen de olieprijs na de zomer hard daalde. Vanaf het derde kwartaal begon de economische groei ook in Europa zichtbaar af te nemen. Door de dalende grondstoffenprijzen nam de inflatiedruk snel af. In de tweede helft van het jaar daalde de rente van 4,75% naar ongeveer 3%. Deze sterke daling zorgde voor een hoog rendement op staatsobligaties. Bedrijfsobligaties De markt voor alle bedrijfsobligaties lag al in 2007 onder druk. Het jaar 2008 was niet anders. Door de snelle verslechtering van de economische vooruitzichten namen de kansen op faillissementen toe. Hierdoor daalden de prijzen van bedrijfsobligaties. Het rendement van zowel kredietwaardige bedrijfsobligaties (investment grade) als bedrijfsobligaties met een minder goede kredietwaardigheid (high yield) was historisch laag. Ook het rendement op obligaties van opkomende landen (emerging market debt) was erg laag als gevolg van de oplopende kredietvergoeding. Grondstoffen Grondstoffenmarkten hebben in 2008 wederom de aandacht getrokken. De meeste aandacht ging uit naar de energiesector. De olieprijs steeg aan het begin van het jaar fors verder en bereikte in juni een nieuw record van $ 147,27. De belangrijkste reden voor deze sterke stijging was de hoge vraag. Bij de overige grondstoffen was het beeld in de eerste helft van het jaar wat anders. De metaal- en edelmetaalprijzen daalden, terwijl de prijzen van de meeste agrarische grondstoffen stegen. In de tweede helft van het jaar gingen alle grondstoffenprijzen dezelfde kant op. De dalende economische groei zorgde voor een daling van de vraag naar alle grondstoffen. Hierdoor kwamen de prijzen onder druk te staan en werd het hoge rendement van deze beleggingen aan het begin van het jaar volledig tenietgedaan. Vastgoed Het negatieve rendement in 2007 zette door in 2008. De vastgoedmarkt had ook veel last van de kredietcrisis. Vastgoed is een markt waar relatief veel geleend wordt en de gestegen financieringskosten zette de financieringsstructuur van vastgoedbedrijven erg onder druk. Azië en Rusland werden hard afgestraft in het eerste gedeelte van het jaar. In het Verenigd Koninkrijk zijn de prijzen pas later in het jaar sterk gedaald doordat de effecten van de economische malaise toen zichtbaar werden. Door de grote invloed van de financiële sector heeft Engeland meer last van de kredietcrisis dan continentaal Europa. Private equity Private equity heeft een moeilijk jaar achter de rug. Naarmate de gevolgen van de kredietcrisis duidelijker werden, werd het klimaat voor private equity investeringen ook steeds slechter. Vanaf het begin van het jaar was de beschikbaarheid van vreemd vermogen voor het doen van overnames zeer beperkt. Geld lenen was duur en de gunstige voorwaarden die in de afgelopen jaren wel bedongen konden worden, waren niet meer beschikbaar. Eigenaren van ondernemingen waren door de gedaalde waarderingen minder geneigd hun onderneming te verkopen aan private equity fondsen. Private equity fondsen zagen zich genoodzaakt om hun belangen in bedrijven af te waarderen in overeenstemming met de sterk gedaalde prijzen van vergelijkbare beursgenoteerde ondernemingen. Ook de verkoop van ondernemingen door private equity fondsen kwam in de knel door gedaalde waarderingen en de afwezigheid van kopers. De sterke daling van de industriële productie in het laatste kwartaal van 2008 veroorzaakte een druk op de winstgevendheid van ondernemingen. Scherp gefinancierde private equity ondernemingen zullen zich daarom ook meer moeten richten op het op peil houden van de winstgevendheid. De verwachting is dat private equity rendementen sterk zullen afvlakken door de huidige ontwikkelingen. Hedge Funds 2008 was een bijzonder slecht jaar voor de financiële markten en ook voor hedge funds. De performance was teleurstellend, hedge funds verloren gemiddeld bijna 20%. Dit is meer dan in welk jaar ook in het verleden. Pagina 27 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Het grootste deel van het verlies is geleden in de tweede helft van 2008. Deze periode werd gekenmerkt door een
grote
vlucht
uit
risicovolle
beleggingen,
zoals
aandelen,
naar
veiligere
alternatieven,
zoals
staatsobligaties. De omvang van het belegd vermogen van hedge funds slonk sterk als gevolg van de verliezen en grootschalige uittredingen van beleggers. Aan het einde van het jaar kwam aan het licht dat Bernard Madoff, een hedge fund manager in de VS, al jaren lang fraudeerde met geld van beleggers. Naar het zich nu laat aanzien is met deze fraude zo’n USD 50 miljard van beleggers en financiers verloren gegaan. Het positieve nieuws is dat als gevolg van de kredietcrisis en koersdalingen de investeringsmogelijkheden zijn toegenomen. 5.3.2.
Beleggingsbeleid Het beleggingsproces is gericht op risicoreductie door middel van spreiding over de verschillende beleggingscategorieën en op waardetoevoeging door middel van een actief beleid over en binnen beleggingscategorieën, landen, sectoren, individuele bedrijven en door het innemen van duration- en yieldcurve posities bij obligaties. Tactisch asset allocatiebeleid (TAA-beleid) Het tactische asset allocatiebeleid betreft het benutten van de bandbreedtes van de diverse beleggingscategorieën (over- dan wel onderwegen) om zo meer rendement te genereren. Het TAA-beleid heeft zeer goed jaar achter de rug met toegevoegde waarde op portefeuilleniveau van circa 60 basispunten. Durationbeleid Afhankelijk van de renteverwachtingen wordt ten aanzien van de duration (looptijd) actief beleid gevoerd. Zo wordt bij actief beleid een kortere of langere positie als de benchmark ingenomen. Yield curvebeleid De yield curve geeft het verband weer tussen een vastrentende belegging en de marktrente daarop. Hierop wordt actief beleid gevoerd. Gevolgen afdekken renterisico Om het renterisico in de beleggingsportefeuille grotendeels te reduceren, neemt het fonds deel in het zogenaamde Long Duration Overlay Fund. Het renterisico van de vastrentende waardenportefeuille
wordt
hiermee in overeenstemming gebracht met het renterisico van de verplichtingen van het fonds. Het Long Duration Overlay Fund heeft in 2008 in absolute zin veel waarde toegevoegd waarbij verwezen wordt naar het bijgevoegde resultaatsoverzicht in hoofdstuk 5.2. Het afdekken van het renterisico bewijst in tijden van een dalende rente – zoals in 2008 – zijn nut. Binnen staatsobligaties zijn 62 basispunten toegevoegd als gevolg van tactisch rentebeleid. Heroriëntatie Strategic Allocation Fund In 2008 heeft het bestuur onderzocht of een eventuele overgang van het Strategic Allocation Fund 80/20 LDO (SAF 80/20) naar het Strategic Allocation Fun 65/35 – LDO (SAF 65/35) in termen van rendement versus risico een goede stap is. Na een zorgvuldige afweging is het bestuur tot de conclusie gekomen dat de meerrendementen van SAF 65/35 ten opzichte van SAF 80/20 nagenoeg gelijk zijn in verhouding tot de hogere garantiekosten die betaald moeten worden vanwege het grotere beleggingsrisico. Ook de met de overgang gepaard gaande transitiekosten maken een overstap nu niet aantrekkelijk. Met deze argumentatie heeft het bestuur uiteindelijk afgezien van een overstap naar SAF 65/35.
5.4.
Beleggingsvooruitzichten Aandelen Onzekerheid over de gevolgen van de kredietcrisis en de laagconjunctuur blijft ook dit jaar het sentiment op de aandelenmarkt bepalen. Vastrentende waarden Wij verwachten dat de Europese kapitaalmarktrente zal dalen tot 2,5%. Ook kan het verschil tussen de geldmarktrente en de kapitaalmarktrente verder toenemen: de rentecurve wordt steiler. Pagina 28 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Wij verwachten dat de rente- opslagen op niet- overheidspapier voorlopig hoog blijven. Grondstoffen De markt voor grondstoffen hield eerder in het jaar rekening met grote tekorten. Het gevolg was onder andere dat de olieprijs steeg tot $ 147,27 per vat. In korte tijd zijn de verwachtingen echter volledig omgeslagen: de economische recessie is een feit. De grondstofprijzen zijn hierop sterk gedaald en voor de komende tijd lijkt de voorraad grondstoffen voldoende, zodat de prijzen waarschijnlijk laag blijven. Vastgoed De bezettingsgraad van vastgoed zal wereldwijd gaan dalen. De afnemende economische activiteit leidt tot faillissementen, dalende industriële productie en minder zakenreizen en toerisme. Vooral kantoren, industrieel vastgoed en hotels hebben daar last van. Deze sectoren zijn dan ook flink afgestraft. Private equity en hedgefondsen Gezien de hoge financieringskosten en de onzekere economische situatie, zal 2009 voor hedgefondsen en private equity een lastig jaar zijn.
5.5.
Z-score Sinds april 1999 is het wettelijk verplicht om de beleggingsperformance van het pensioenfonds vast te stellen. De werkelijk gerealiseerde performance wordt geconfronteerd met het (fictieve) rendement van de tevoren afgesproken normportefeuille voor dat jaar (de benchmark). Het verschil tussen deze twee rendementen wordt jaarlijks volgens wettelijke regels vastgesteld (de z-score). De gemiddelde z-score over een periode van 5 jaar bepaalt uiteindelijk de score voor de zogenoemde “performancetoets”. In 2007 is het Vrijstellingsbesluit aangepast. Een van de aanpassingen was dat voortaan bij de performancetoets 1,28 moet worden opgeteld, zodat een fonds niet meer zakt bij de score van –1,28 maar bij een score van minder dan 0. Over het jaar 2008 is de eenjarige Z-score uitgekomen op 3,93 (2007: -0,67). De eenjarige Z-score van het pensioenfonds over de afgelopen vijf jaar is als volgt: 2008
2007
2006
2005
2004
3,93
-0,67
0,99
-0,43
-0,37
Z-score
De performancetoets over 2004-2008 is vastgesteld op 2,82, met inachtneming van het aangepaste Vrijstellingsbesluit. De wettelijke minimumscore die behaald moet worden bedraagt 0, zodat geconcludeerd kan worden dat het pensioenfonds voor deze toets boven de kritieke grens zit.
5.6.
Maatschappelijk verantwoord beleggen Het bestuur is van mening dat het pensioenfonds een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft, hierin past ook maatschappelijk verantwoord beleggen. Dat betekent dat het bestuur de mening heeft dat het pensioenfonds niet belegt in ondernemingen die in strijd handelen met deze maatschappelijke verantwoording. AEGON, als vermogensbeheerder van het pensioenfonds, onderschrijft deze visie. De beleggers van AEGON sluiten met hun beleggingsbeleid aan bij de Code of Conduct die AEGON wereldwijd voert. Deze (hoge) standaarden gelden voor de bedrijven waarin AEGON belegt. De beleggingen volgens deze Code of Conduct sluiten actieve beleggingen in bedrijven die clusterbommen en chemische wapens produceren, ernstige milieuverontreinigende bedrijven en bedrijven die kinderarbeid toestaan uit. Voor onze passieve beleggingen, waarin we de index repliceren, kan dat niet uitgesloten worden.
Pagina 29 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Onze vermogensbeheerder heeft een commissie geformeerd die zich over de mogelijkheden tot aanscherping van de huidige code buigt. Een dergelijke monitoring is primair bedoeld voor de passieve beleggingen van AEGON. Hierbij past de kanttekening dat de verschillende Social Responsible Indices verschillende maatstaven hanteren in hun definitievorming. En ook deskundige wetenschappers op dit gebied blijken nauwelijks in staat exact te formuleren hoe in hun ogen de grenzen van toelaatbare gradaties getrokken kunnen worden. Gezien het feit dat het maatschappelijk verantwoord beleggen sectorbreed een actueel onderwerp van gesprek is, volgt het bestuur de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend. Het bestuur maakt hierbij onder andere gebruik van de onderzoeken die de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen voor de gehele sector uitvoert.
Pagina 30 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
6.
Pensioenregeling
6.1.
Inhoud pensioenregeling van het fonds De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen valt onder de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Het pensioenfonds verleent aanspraken op ouderdoms-, partner-, en wezenpensioen ten behoeve van zijn deelnemers. De pensioenregeling van het fonds is gebaseerd op een vast pensioenbedrag per dienstjaar. Het genoten jaarsalaris is op zich dus niet van belang voor de hoogte van de pensioenaanspraken, wel relevant is de eventuele mate van deeltijdarbeid. Deeltijdwerkers krijgen aanspraken naar evenredigheid van hun arbeidstijd. Het ouderdomspensioen is dus gebaseerd op een vast pensioenbedrag per dienstjaar. Naast het ouderdomspensioen kent de pensioenregeling van het fonds vanaf 1 januari 2006 een partnerpensioen op opbouwbasis. Tot die datum kende het fonds een weduwen-/weduwnaarspensioen op opbouwbasis en een partnerpensioen op risicobasis. Dit is per 1 januari 2006 omgezet in een volledig geïntegreerd partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het voor de (gewezen) deelnemer vastgestelde ouderdomspensioen. Voor de bepaling van de hoogte van het partnerpensioen wordt uitgegaan van het ouderdomspensioen dat de deelnemer bij deelneming tot de pensioendatum bij een ongewijzigd opbouwbedrag zou hebben verkregen. Naast het partnerpensioen kent de regeling eveneens wezenpensioen. Voor ieder pensioengerechtigd kind bedraagt het wezenpensioen 14% van het voor de (gewezen) deelnemer vastgestelde ouderdomspensioen. Ook hier geldt dat voor de deelnemer die overlijdt tijdens het deelnemerschap dit het ouderdomspensioen is dat de deelnemer bij deelneming tot de pensioendatum bij een ongewijzigd opbouwbedrag zou hebben verkregen. De (gewezen) deelnemer heeft op de pensioendatum (de 65-jarige leeftijd) de mogelijkheid om de aanspraak op partnerpensioen in te ruilen voor een verhoging van zijn/haar ouderdomspensioen.
6.2.
Premies, percentages en grensbedragen Per 1 januari 2008 zijn door het bestuur de volgende bedragen vastgesteld (in €): 2008 Opbouw pensioenaanspraken Doorsneepremie
6.3.
2007
88,45
86,51
1.148,23
1.123,08
Werkgevers- en deelnemersbestand Op 31 december 2008 waren 149 (2007: 158) premiebetalende werkgevers aangesloten bij het pensioenfonds.
Pagina 31 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Het verloop van de deelnemers in het boekjaar is als volgt: OuderGewezen
Stand per 31-12-2007 - Nieuwe toetredingen - Dienstverlating - Pensionering - Afkopen - Waardeoverdrachten - Overlijden - Overige oorzaken Stand per 31-12-2008
6.4.
Wezen-
deelnemers
domspensioen
Nabestaan-
Actieven
denpensioen
pensioen
2.138
9.320
689
375
19
426
0
0
0
0
-349
349
0
0
0
-23
-56
79
22
7
-3
-200
0
0
0
-4
-18
0
0
0
-13
-52
-37
-17
0
-3
-3
0
-24
21
2.169
9.340
731
356
47
Verbetering van pensioenrechten De over de afgelopen jaren toegekende indexatie is als volgt:
Percentage
2008
2007
2006
2005
2004
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Gezien het feit dat er in 2008 wederom geen toevoeging aan de Algemene Reserve heeft plaatsgevonden, is er wederom geen toeslag verleend. De toeslagenmatrix die het pensioenfonds hanteert, ingedeeld naar de indeling volgens de Beleidsmaatregel Toeslagenmatrix van DNB, is D1. Voor een beschrijving van het toeslagenbeleid wordt verwezen naar hoofdstuk 4.2.4.
Pagina 32 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
7.
Ontwikkelingen
7.1.
Bestuur, deelnemersraad en commissies Het bestuur heeft in 2008 vijf maal vergaderd; waarvan vier maal in combinatie met de leden van de deelnemersraad voor het ochtenddeel van de vergadering. De vergaderingen hebben plaatsgevonden op: 2 april 2008; 19 juni 2008; 4 juli 2008; 30 september 2008; 25 november 2008. De vergadering van 4 juli 2008 stond volledig in het teken van de toekomst van het fonds en was ook uitsluitend in aanwezigheid van het bestuur. De overige vergaderingen waren reguliere bestuursvergaderingen. Op 27 mei 2008 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen een bestuursdelegatie en de leden van het verantwoordingsorgaan. In deze bespreking is het jaarverslag 2007 besproken en heeft het verantwoordingsorgaan zijn oordeel over het door het bestuur gevoerde beleid gegeven. Behandelde onderwerpen en besluitvorming De belangrijkste onderwerpen en besluitvorming vanuit voornoemde vergaderingen betreffen de volgende. Verbreding draagvlak
x U
U
De toekomst van het fonds heeft in 2008 de hoogste prioriteit op de bestuursagenda gehad. Waar in eerste instantie de focus lag op de modernisering van de regeling is de aandacht verschoven naar het vinden van een geschikte fusiepartner. De werkgeversorganisaties zijn van mening dat het niet logisch is om eerst de regeling aan te passen en dan pas op zoek te gaan naar een geschikte fusiepartner. Bij een fusie zal de regeling in ieder geval aangepast moeten worden en om te voorkomen dat de regeling twee maal in korte tijd herzien wordt, is ervoor gekozen om eerst te zoeken naar een geschikte fusiepartner. Het bestuur is met meerdere partijen in gesprek (geweest) en is thans met één partner aan het onderzoeken of een fusie voor alle betrokkenen meerwaarde heeft. Het bestuur is van mening dat het fonds in zijn huidige opzet niet langer de beste vorm biedt om de belangen van de deelnemers op een evenwichtige wijze te behartigen. Om die reden heeft het bestuur zichzelf ook een tijdslimiet opgelegd waarbinnen in ieder geval een definitief besluit over de toekomst van het fonds genomen dient te worden. Er is ook intensief overleg met DNB die de stappen van het bestuur in dit traject nauwlettend volgt. Fuseren met een ander pensioenfonds blijft hierbij de eerste keuze van het bestuur.
x
Pensioenwet U
U
Het bestuur heeft in 2008 de laatste fondsstukken aangepast aan de Pensioenwet. In 2008 zijn de eerste startbrieven en uniforme pensioenoverzichten aan de deelnemers verzonden.
7.2.
Juridische stukken Zoals reeds in voorgaand hoofdstuk is vermeld, zijn in 2008 de laatste fondsstukken aangepast aan de vereisten van de Pensioenwet. Dit betreffen de volgende stukken. x
De ABTN is volledig herzien. Pagina 33 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
x
Er is een nieuwe gedragscode van kracht geworden. In dit licht heeft het bestuur ook besloten tot het aanstellen van een compliance officer. Hierbij is wel besloten om dit – gezien het volledig uitbestede vermogensbeheer - binnen de eigen gelederen te houden. De secretaris van het bestuur neemt de functie van compliance officer op zich en zal in deze hoedanigheid erop toezien dat de opgestelde gedragsregels worden nageleefd. De compliance officer rapporteert aan de voorzitter. Voor een rapportage van de bevindingen van de compliance officer over 2008 wordt verwezen naar hoofdstuk 7.6.
x
Het deskundigheidsplan is volledig herzien. In het kader van deskundigheidsbevordering van bestuur en deelnemersraad is besloten om twee maal per jaar een thema-ochtend te houden waarin voor dat moment relevante wet- en regelgeving besproken zal worden. Veel meer dan voorheen wordt in het deskundigheidsplan aandacht besteed hoe het gewenste en ook vereiste deskundigheidsniveau binnen het bestuur bereikt en gehandhaafd blijft. Hiermee heeft het deskundigheidsplan een dynamisch karakter gekregen en zal ook jaarlijks aan de deskundigheidsontwikkeling binnen het bestuur aangepast worden.
7.3.
Communicatie Het bestuur van het fonds hecht veel waarde aan een heldere communicatie naar zowel de aangesloten werkgevers als de deelnemers van het fonds. Voor de aangesloten werkgevers is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de pensioenregeling en de ontwikkelingen binnen het fonds. Voor de deelnemers is het van belang dat zij inzien dat een pensioenregeling een waardevolle arbeidsvoorwaarde is. Waardering hiervoor van de deelnemers is alleen mogelijk wanneer zij op de hoogte zijn van de inhoud van de pensioenregeling. Het pensioenfonds heeft – los van de premienota’s en pensioenopgaven - een aantal belangrijke informatiekanalen. Deze kanalen betreffen de volgende. Informatiemap Om werkgevers meer inzicht te geven in het verloop van de pensioenadministratie zijn alle werkgevers in het bezit gesteld van een informatiemap. Deze map bevat (toelichtingen op) onder andere de aanmeldings- en wijzigingsformulieren, de rekening-courantoverzichten en het fondsreglement. Administratieve schil Tot 2008 ontvingen werkgevers jaarlijks van het fonds een grote papierstroom met onder andere: - per kwartaal een prolongatienota; - per wijziging in de deelnemersadministratie: - wijzigingsnota(’s); - verzekeringsbewijzen en -opgaven; - per maand een rekening-courantoverzicht. Dit bij elkaar kon een aanzienlijke hoeveelheid papier en bijbehorende administratie voor de werkgevers opleveren. Er is dan ook door het bestuur in overleg met de administrateur besloten dit vanaf 1 januari 2008 te vergemakkelijken. Vanaf 1 januari 2008 is namelijk overgegaan op een vereenvoudigde wijze van factureren. Een werkgever ontvangt vier maal per jaar een voorschotnota en eenmaal per jaar een zogenaamde eindafrekening. Op deze eindafrekening wordt een overzicht van de premies per deelnemer over het afgelopen jaar getoond. Deze nota betreft een verrekening van de daadwerkelijke kosten over een jaar versus de in rekening gebrachte voorschotnota’s. Deze eindafrekening wordt als een aparte nota toegezonden. Een werkgever ontvangt in totaal dus nog maar vijf nota’s per jaar. Samenvatting pensioenregeling Daar jaarlijks de kerncijfers van de pensioenregeling wijzigen (de doorsneepremie en het opbouwbedrag), verschaft het fonds jaarlijks bij de eerste voorschotnota een samenvatting van de pensioenregeling met de actuele kerncijfers. Zo heeft de werkgever altijd de juiste cijfers direct bij de hand alsmede een korte omschrijving van de regeling.
Pagina 34 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Populaire versie pensioenreglement In het fondsreglement zijn de rechten en plichten van de werkgever en de werknemer opgenomen. Dit zijn juridisch getinte documenten en daarom niet altijd voor iedereen even makkelijk leesbaar. Daarom heeft het fonds in overleg met de administrateur reeds enkele jaren geleden een populaire versie van de pensioenregeling ontwikkeld waarin de regeling op heldere wijze wordt uiteengezet. Website fonds Het fonds kent een eigen website, te weten: www.bpfherwinninggrondstoffen.nl. Naast algemene informatie voor werkgevers en werknemers, wordt hier speciaal voor de nog niet aangesloten werkgevers informatie met betrekking tot de werkingssfeer en aansluitingsprocedure vermeld. Ook kunnen werkgevers via een speciale button informatie opvragen bij de administrateur. De informatie op deze site wordt voortdurend aangepast aan nieuwe ontwikkelingen, zowel binnen het fonds als op het gebied van wet- en regelgeving. Startbrief Voor nieuwe deelnemers na 1 januari 2008 is door het fonds een zogenaamde startbrief opgesteld. De startbrief bevat veel meer informatie voor een nieuwe deelnemer dan de oude pensioenopgave. In de startbrief staat ook informatie over de regeling en het pensioenfonds zelf. Tevens is bij de totstandkoming van deze startbrief aandacht geschonken aan het communicatieniveau. Om de leesbaarheid te bevorderen is de startbrief van het fonds getoetst aan een leespanel uit de doelgroep. Uniform Pensioenoverzicht (UPO) Het UPO is door pensioenfondsen en verzekeraars ontworpen om op een eenduidige manier deelnemers te informeren over hun pensioensituatie nu en in de toekomst. Vanuit de Pensioenwet is het voorgeschreven een uniform pensioenoverzicht te verzenden. Meer dan vroeger veranderen mensen van baan en bouwen zij daardoor uit meerdere dienstverbanden pensioen op. Om pensioenen inzichtelijker en optelbaar te maken, is het UPO ontwikkeld. Het geeft de deelnemers inzicht in het inkomen bij pensionering, bij arbeidsongeschiktheid en het pensioen voor nabestaanden bij overlijden. In het najaar van 2008 zijn de eerste UPO’s vanuit het fonds verzonden. Communicatiebeleidsplan De bedoeling was om in de loop van 2008 ook een communicatiebeleidsplan op te stellen. Dit plan vormt de basis voor het communicatiebeleid dat het fonds de komende jaren zal gaan voeren richting de doelgroepen van het fonds: te weten werkgevers, deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Echter, gezien de ontwikkelingen ten aanzien van de toekomst van het fonds is besloten om de ontwikkeling van het communicatiebeleidsplan tot nader orde uit te stellen.
7.4.
AFM en DNB AFM Met de inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht per 1 januari 2007 heeft het pensioenfonds formeel te maken met twee toezichthouders. De AFM voor het zogenaamde gedragstoezicht en DNB voor het prudentiële toezicht. In het najaar van 2008 heeft het fonds een uitnodiging van de AFM ontvangen om het self assessment in te vullen. Het self assessment is een online vragenlijst voor pensioenuitvoerders over de naleving van de normen uit de Pensioenwet. De doelstelling van het self assessment is tweeledig: 1. Het geeft de AFM inzicht in de mate waarin de pensioenuitvoerders aan de pensioenwetten voldoen en waar zich mogelijke risico’s bevinden. 2. Het geeft de pensioenuitvoerders inzicht in de mate waarin zij de normen naleven, en geeft inzicht in mogelijke verbeterpunten. Het assessment stelt onder andere vragen over zorgplicht, communicatie, begrijpelijkheid van teksten, verzendingsmomenten van brieven (bijvoorbeeld bij uitdiensttreding, echtscheiding en emigratie). Het bestuur heeft inmiddels een terugkoppeling van AFM ontvangen. Het fonds heeft voor het onderdeel informatieverstrekking een score behaald van 80%. Uit de ingevulde antwoorden is door AFM geconcludeerd dat de naleving van de PW ten aanzien van informatieverstrekking op hoofdlijnen voldoende is. Pagina 35 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
DNB Op 20 juni 2008 heeft het fonds een gesprek gehad met DNB over de toekomstplannen van het fonds. Een bestuursdelegatie heeft uitleg gegeven over de situatie waarin het fonds nu verkeert en de pogingen die reeds zijn ondernomen en ondernomen zullen worden ten aanzien van draagvlakverbreding. DNB volgt al deze ontwikkelingen nauwgezet.
7.5.
Functioneren van het pensioenfonds Aan het pensioenfonds zijn geen boetes of dwangsommen dan wel een aanwijzing tot het volgen van een bepaalde gedragslijn opgelegd, door één van de toezichthouders (DNB of AFM). Ook is er geen bewindvoerder aangesteld en zijn er geen korte termijn- of lange termijn herstelplannen van toepassing.
7.6.
Compliance De compliance officer heeft op basis van zijn onderzoek vastgesteld dat geen overtredingen van de gedragscode zijn gebleken; de gedragscode is door een ieder nageleefd.
7.7.
Wet- en regelgeving: ontwikkelingen en vooruitzichten
7.7.1. Wijziging regels uitbesteding Bij besluit van 29 januari 2009 is door de Minister van SZW het Besluit Uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling gewijzigd in verband met aanpassing van de regeling voor uitbesteding. De wijziging van de regeling voor uitbesteding houdt in dat in de overeenkomst tot uitbesteding dient te worden geregeld de verplichting voor de derde (waaraan is uitbesteed) om informatie waar de toezichthouder ter uitvoering van zijn wettelijke taak om vraagt rechtstreeks aan de toezichthouder ter beschikking te stellen. Dit is een wijziging ten opzichte van de bestaande regeling voor uitbesteding waarin er geen verplichting was voor de uitvoeringsorganisatie (de derde) om gegevens direct aan de toezichthouder te verstrekken. Omdat de wijziging mee kan brengen dat bestaande overeenkomsten moeten worden gewijzigd, is gekozen voor inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2009.
7.7.2. Toeslagen Invoering toeslagenlabel Vanaf 1 januari 2009 moeten de pensioenfondsen en verzekeraars de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden van hun pensioenregeling(en) informeren over de toeslagverlening door middel van het toeslagenlabel. Het label beoogt inzicht te geven in de mate waarin en de zekerheid waarmee de pensioenaanspraken en het pensioenrecht wordt aangepast aan de prijsstijgingen. De ministeriële regeling waarin de invoering van het toeslagenlabel is vastgelegd, is op vrijdag 29 augustus 2008 gepubliceerd in de Staatscourant. Het toeslagenlabel zal moeten worden gecommuniceerd op alle momenten waarop op grond van de artikelen 21 en 38 tot en met 45 van de Pensioenwet informatie over de toeslagverlening moet worden verstrekt. Het toeslagenlabel zegt alleen iets over de toeslagverlening en heeft geen betrekking op de pensioenregeling als geheel. Ook geeft het toeslagenlabel geen garantie dat het pensioen elk jaar wordt aangepast aan de prijsstijgingen. De AFM heeft echter besloten om in 2009 af te zien van controle op het toeslagenlabel, die eerder al was uitgesteld tot 1 april 2009. De AFM, DNB, het ministerie van SZW en de pensioenkoepels hebben overlegd op welke manier de pensioenuitvoerders hun belanghebbenden het beste kunnen informeren. Dit heeft geleid tot een tweetal modelbrieven die alle pensioenuitvoerders kunnen gebruiken om hun deelnemers op begrijpelijke wijze te informeren. Uiteraard hebben pensioenuitvoerders de mogelijkheid om het toeslagenlabel wel te gebruiken. Het bestuur heeft voor 2009 gekozen voor het gebruik van de modelbrief. Deze is op maat gemaakt voor het pensioenfonds en uiterlijk 30 september 2009 aan alle actieve deelnemers en gepensioneerden verzonden worden.
Pagina 36 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Toeslagenmatrix Op 17 juli 2008 heeft de Minister van SZW een besluit tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling gepubliceerd in de Staatscourant. Met dit besluit wordt invulling gegeven aan de consistentie-eis zoals neergelegd in artikel 95, eerste lid van de Pensioenwet. Tevens wijzigt dit besluit de toeslagenmatrix (indexatiematrix). In artikel 95, eerste lid, van de Pensioenwet is neergelegd dat er bij voorwaardelijke toeslagverlening een consistent geheel moet zijn tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van voorwaardelijke toeslagen. Tot nu toe was onvoldoende duidelijk op welke wijze de consistentie-eis bij voorwaardelijke toeslagverlening concreet invulling moest krijgen. Het was van belang dat hieromtrent alsnog duidelijkheid werd geboden, omdat de consistentie-eis op het vlak van de toeslagverlening een belangrijk onderdeel van de Pensioenwet vormt. Zowel de pensioenuitvoerders als de toezichthouder moeten in staat zijn om te beoordelen onder welke condities aan de consistentie-eis wordt voldaan. Duidelijkheid omtrent de consistentie-eis is ook van belang omdat het voldoen aan deze eis in geval van pensioenfondsen één van de voorwaarden voor korting op de kostendekkende premie – waaronder de aftrek van solvabiliteitsvrijval (buffervrijval) – is. De regeling met betrekking tot de consistentie-eis is in nauwe afstemming met het pensioenveld en de toezichthouder tot stand gekomen. In de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt het woord 'toeslagen' gebruikt voor hetgeen voorheen ook wel als indexatie werd aangeduid. Om zo consequent mogelijk één begrip te gebruiken wordt het woord 'indexatiematrix' in de Regeling vervangen door toeslagenmatrix. Als bijlage bij het besluit is een aangepaste toeslagenmatrix voor pensioenfondsen en een nieuwe toeslagenmatrix voor verzekeraars opgenomen. De wijziging van de toeslagenmatrix voor pensioenfondsen is nodig voor een goede aansluiting op het toeslagenlabel (indexatielabel). Ook is gekeken naar tot nu toe geldende teksten van de toeslagenmatrix en zijn, waar mogelijk, vereenvoudigingen aangebracht.
7.7.3. Herstelplan De dekkingsgraad van veel pensioenfondsen is sterk gedaald. Daarom moeten deze fondsen voor 1 april 2009 een lange- en een korte termijn herstelplan indienen bij DNB. Wat houden deze herstelplannen in? Lange termijn herstelplan Als de dekkingsgraad van een pensioenfonds onder het vereist eigen vermogen ligt, maar boven het minimaal eigen vermogen (105%), is er sprake van een reservetekort. Pensioenfondsen moeten in dat geval een lange termijn herstelplan opstellen. Dit plan bevat de concrete maatregelen waardoor het fonds binnen een termijn van maximaal vijftien jaar weer voldoet aan het vereist eigen vermogen. Door het herstelplan wordt voorkomen dat het herstel van een groot reservetekort naar achteren wordt verschoven. Korte termijn herstelplan Als een pensioenfonds minder eigen vermogen heeft dan het minimaal vereist eigen vermogen (105%), is er sprake van een situatie van onderdekking. Pensioenfondsen moeten in dat geval een korte termijn herstelplan opstellen. Het korte termijn herstelplan bevat de concrete maatregelen waardoor het fonds binnen een termijn van maximaal drie jaar weer gaat voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen. In geval van onderdekking kan niet worden geïndexeerd en wordt waardeoverdracht bemoeilijkt. Daarom is het in het belang van de deelnemers dat een dergelijke situatie tijdig wordt hersteld. Inmiddels heeft Minister Donner besloten tot de verlenging van de termijn voor korte termijn herstel van 3 naar 5 jaar. Volledig herverzekerd Gezien het feit dat het fonds volledig herverzekerd is bij een verzekeraar met een rating van AA- (waarbij voor een toelichting verwezen wordt naar hoofdstuk 4.5), hoeft het fonds in een situatie van eventuele onderdekking geen korte termijn herstelplan op te stellen. Het bestuur is vanzelfsprekend wel druk bezig met het vormgeven van maatregelen die erop gericht zijn om de financiële situatie van het fonds te versterken.
Pagina 37 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
7.7.4. Mogelijkheid om AOW uit te stellen In november 2008 is een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend waarin de mogelijkheid is opgenomen om de ingangsdatum van het AOW-pensioen na 65 jaar vrijwillig geheel of gedeeltelijk uit te stellen. Dit stimuleert het doorwerken na 65 en introduceert een flexibeler systeem van pensioneren. Pensionering bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd zal in de toekomst niet meer de norm zijn. In het voorstel kan de AOWuitkering voor maximaal vijf jaar geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld. Uitstel kan dus tot de 70-jarige leeftijd. Een latere ingangsdatum leidt tot een actuariële verhoging van het AOW-pensioen over de resterende uitkeringsperiode. De keuze om het AOW-pensioen uit te stellen maak je voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd en is eenmalig. In een rekenvoorbeeld: Stel de resterende levensverwachting voor mannen en vrouwen van 65 jaar is 20 jaar. Bij één jaar uitstel zal het AOW-pensioen voor het resterende leven 5% hoger zijn. Bij drie jaar uitstel resulteert een AOW-pensioen dat 17% hoger is. Naarmate men de AOW langer uitstelt, neemt het verhogingspercentage dus meer dan evenredig toe. Gedeeltelijk uitstellen is ook mogelijk. Het is de bedoeling dat de mogelijkheden van uitstel van het AOWpensioen op 1 januari 2010 in werking treden. Iedereen die na 1 januari 2010 de leeftijd van 65 jaar bereikt, kan gebruik maken van de mogelijkheid om de uitkering later in te laten gaan.
Pagina 38 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
8. 8.1.
Verantwoordingsorgaan Verslag van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is sinds het begin van 2008 operationeel. Het orgaan vertegenwoordigt drie geledingen: de “actieve” deelnemers, de pensioengerechtigden en de bij het bedrijfstakpensioenfonds aangesloten werkgevers. Het verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van het jaarverslag en de jaarrekening van het pensioenfonds en de overige door het bestuur verstrekte informatie. Ook is gebruik gemaakt van de ervaringen en gedane adviesaanvragen van de deelnemersraad. Op basis van deze informatie heeft het verantwoordingsorgaan zich uitgesproken over het door het bestuur gevoerde beleid in 2008. Oordeel Het verantwoordingsorgaan is – op basis van de tot hem beschikking staande informatie - van oordeel dat het bestuur, met inachtneming van een voldoende mate van zorgvuldigheid en evenwichtige afweging van de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgevers, tot verantwoorde besluitvorming en beleidskeuzes is gekomen. Bij dit algemene oordeel plaatst het verantwoordingsorgaan een viertal kanttekeningen. x
Evenals vorig jaar vraagt het verantwoordingsorgaan nadrukkelijk aandacht voor het zogenaamde volledigheidsrisico. Hierbij richt het verantwoordingsorgaan zich met name op het aspect van de aanmelding van alle werknemers door een werkgever die onder de verplichtstelling valt. In deze U
U
branche is volgens het verantwoordingsorgaan het risico aanwezig dat werkgevers bijvoorbeeld tijdelijke krachten niet aanmelden bij het pensioenfonds. Het fonds moet zich er dus van vergewissen dat iedere werkgever alle werknemers op basis van de juiste gegevens aanmeldt bij het U
U
fonds. Het middel om aan te laten tonen dat een werkgever alle werknemers (op basis van de juiste gegevens) heeft aangemeld bij het fonds is thans de zogenaamde verzamelloonstaatcontrole. Wanneer een werkgever deze verzamelloonstaat niet (tijdig) dan wel onvolledig indient, treedt een boeteclausule in werking. Het verantwoordingsorgaan vreest echter dat het opleggen van de boete (in de vorm van een premieverhoging) niet in ieder geval de juiste uitwerking heeft. Het fonds loopt namelijk het risico dat er werkgevers zijn die met het betalen van de boete “voordeliger” uit zijn, dan wanneer alle werknemers juist en volledig worden aangemeld en op basis hiervan premieafdracht plaatsvindt. Een gevolg waar het verantwoordingsorgaan voor vreest is concurrentievervalsing. Uiteindelijk zullen werkgevers die wel alle deelnemers juist en volledig aanmelden en hiervoor ook premie betalen de dupe worden van het feit dat andere werkgevers dit niet doen, bijvoorbeeld door een premieverhoging. Het verantwoordingsorgaan vraagt het bestuur dan ook wederom aan dit aspect van het volledigheidsrisico aandacht te schenken. x
Ook stelt het verantwoordingsorgaan wederom het grote aantal slapers bij dit pensioenfonds aan de orde. Veel werknemers die de branche verlaten, laten hun opgebouwde pensioen achter bij het fonds. Er zijn weinig werknemers die middels waardeoverdracht hun opgebouwde pensioen laten overdragen. Gezien het feit dat de pensioenen van de slapers merendeels relatief kleine pensioenen betreffen, is het verantwoordingsorgaan van mening dat het bestuur hier een actiever beleid op zou moeten voeren. Er dient bewustzijn bij deelnemers gecreëerd te worden en er zou een actief afkoopbeleid gevoerd moeten worden waarbij gebruik zou moeten worden gemaakt van de nieuwe mogelijkheden die de Pensioenwet hiertoe biedt. Het terugdringen van het aantal slapers biedt vele voordelen: de uitvoeringskosten worden uiteindelijk lager, de kosten voor het toeslagbeleid worden beter beheersbaar, er vindt een efficiencyslag in de administratie van het fonds plaats en voor deelnemers zijn hun pensioenrechten helder. Een ander belangrijk argument in deze discussie betreft de huidige marktrente. Vanwege de lage stand op dit moment is het des te belangrijker om juist nu over te gaan tot afkoop van de kleine pensioenen.
x
In het verlengde hiervan stelt het verantwoordingsorgaan de hoogte van de uitvoeringskosten ter discussie in de argumentatie over de toekomst van het fonds. Het bestuur heeft in haar Pagina 39 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
argumentatie om zich te beraden over de toekomst van het fonds altijd naar voren gebracht dat de hoogte van de uitvoeringskosten een bottleneck vormt in het bestaansrecht van het fonds. Kijkend naar de absolute hoogte van de uitvoeringskosten vraagt het verantwoordingsorgaan zich af of deze kosten (in vergelijking met andere pensioenfondsen) nu daadwerkelijk onacceptabel hoog zijn of dit zou moeten leiden tot een discussie over het bestaansrecht van het fonds. Tevens constateert het verantwoordingsorgaan dat de kosten de afgelopen jaren wel gestegen zijn, maar relatief gezien niet veel (met verwijzing naar de cijfers 2008 en vergelijkende cijfers 2007). Het verantwoordingsorgaan is van mening dat de hoogte van de uitvoeringskosten niet een leidend argument in de discussie omtrent de toekomst van het fonds mag zijn. x
Tot slot wil het verantwoordingsorgaan zich uitspreken over de opzet van de jaarrekening van het fonds. Hierbij beseft het verantwoordingsorgaan dat dit niet zozeer betrekking heeft op het gevoerde beleid van het bestuur, maar het wil wel graag een opmerking hierover maken. Het verantwoordingsorgaan is van mening dat op basis van de huidige verslagleggingsregels (RJ 610; met verwijzing naar de betreffende toelichtende hoofdstukken in het jaarverslag) de balans en de verlies- en winstrekening van het fonds onvoldoende inzicht geven in de daadwerkelijke financiële positie van het fonds. In het depot van het fonds is namelijk een negatieve overrente aanwezig als gevolg van het negatieve resultaat op de beleggingen. Doordat deze negatieve overrente formeel gezien geen schuld van het fonds aan de herverzekeraar is, loopt deze niet door de jaarrekening heen en heeft dus ook geen effect op de dekkingsgraad van het fonds. (Dit is voor vele deelnemers een graadmeter voor de financiële positie van het fonds.) Feitelijk gezien dient het fonds echter wel degelijk rekening te houden met deze “schuld”. Immers, toekomstige positieve overrentes komen namelijk pas ten gunste van het fonds wanneer deze negatieve overrente is ingelopen. Het verantwoordingsorgaan zou graag zien dat dit nadrukkelijker in het jaarverslag naar voren komt.
Het verantwoordingsorgaan ziet de reactie van het bestuur graag tegemoet.
8.2.
Reactie van het bestuur Het bestuur heeft kennis genomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan. Allereerst is het bestuur verheugd dat het verantwoordingsorgaan tot het oordeel is gekomen dat in het verslagjaar het bestuur tot verantwoorde besluitvorming en beleidskeuzes is gekomen. Het bestuur is zich van zijn taak bewust en zal ook gezien de toekomstige ontwikkelingen alle beleidskeuzes zo weloverwogen mogelijk en rekening houdend met de belangen van alle betrokkenen maken. Het bestuur wil graag reageren op de door het verantwoordingsorgaan geplaatste kanttekeningen.
x
Zoals reeds in het jaarverslag 2007 is vermeld, onderkent het bestuur ten volle het volledigheidsrisico. Niet alleen richt het bestuur zich hierbij op nog niet aangesloten, maar wel onder de verplichtstelling vallende werkgevers. Ook de volledigheid van de aanmelding van deelnemers heeft de nadrukkelijke aandacht van het bestuur. Een belangrijk onderdeel van het door het verantwoordingsorgaan reeds genoemde controlemiddel betreft de accountantsverklaring. Teruggezonden verzamelloonstaten worden alleen volledig geacht, wanneer deze voorzien zijn van een accountantsverklaring. Het bestuur acht dit een rechtvaardig controlemiddel. Echter, wanneer werkgevers doelbewust informatie achter houden (bijvoorbeeld door het niet aanmelden van werknemers) en waarbij toch een accountant de volledigheid verklaart, kan het pensioenfonds niets doen. Het bestuur is zich ervan bewust dat het fonds in dit soort gevallen wel risico loopt en zal bij een uiteindelijke pensioenclaim altijd de claim bij de werkgever neerleggen.
x
Ten aanzien van de opmerkingen van het verantwoordingsorgaan inzake het relatief grote aantal slapers, heeft ook het bestuur reeds in een eerder stadium geconstateerd dat een zogenaamde doorlichting van het bestand noodzakelijk is. De eerste stap in dit proces zal zijn dat er medio 2009 een onderzoek zal plaatsvinden naar de aanwezige pensioenpolissen met een waarde van € 100 of minder. Ook zal het bestuur onderzoeken of gewezen deelnemers met een premievrije pensioenpolis van meer dan € 100 actief gewezen kunnen worden op het recht op waardeoverdracht.
x
De uitvoeringskosten van het fonds zijn en blijven in de ogen van het bestuur onevenredig hoog. Hierbij kijkt het bestuur niet zozeer naar de absolute hoogte in vergelijking met andere pensioenfondsen, maar naar de hoogte van de uitvoeringskosten in verhouding tot de Pagina 40 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
pensioenregeling. Zeker de oud papier branche (vertegenwoordigd in de werkgeversvereniging Federatie Nederlandse Oud Papierindustrie) vindt de uitvoeringskosten (en hiermee samenhangend de prijs van de pensioenregeling) in verhouding tot de pensioenopbouw te hoog. Het gaat het bestuur dus vooral om de kosten in verhouding tot de kwaliteit van de pensioenregeling.
x
Het bestuur onderschrijft de opmerking van het verantwoordingsorgaan inzake het onvoldoende inzicht in de financiële positie van het fonds in de huidige opzet van de jaarrekening ten volle. Om die reden heeft het bestuur dan ook besloten om hier in het hoofdstuk “Niet uit de balans blijkende verplichtingen” nadrukkelijk aandacht aan te besteden.
Pagina 41 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 42 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
9.
Risicobeheer Dit hoofdstuk bevat een inventarisatie van de risico’s waarmee het pensioenfonds zich geconfronteerd ziet.
9.1.
Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor pensioenfondsen is het solvabiliteitsrisico. Hier gaat het om het risico dat het pensioenfonds in de nabije of verder liggende toekomst niet beschikt over voldoende middelen om zijn pensioenverplichtingen na te komen. Dit risico komt tot uitdrukking in de hoogte en beweeglijkheid van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het pensioenfonds de premie voor de aangesloten werkgevers en de deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Gezien het feit dat het pensioenfonds een zogeheten garantiecontract met de herverzekeraar heeft gesloten, waarbij de uitkeringen van de gefinancierde aanspraken worden gegarandeerd, acht het bestuur van het pensioenfonds dit risico te hebben afgedekt. Met een ALM-studie kan het solvabiliteitsrisico worden bepaald. In een ALM-studie wordt integraal gekeken naar het financieringsbeleid, het indexatiebeleid en het strategische beleggingsbeleid van het pensioenfonds. Het pensioenfonds heeft een uitgebreide studie in 2002 uitgevoerd en heeft in 2006 een verkorte studie uitgevoerd. Het bestuur is voornemens dit op reguliere basis te herhalen. Het solvabiliteitsrisico van het pensioenfonds kan onderverdeeld worden naar de in de volgende hoofdstukken omschreven risico’s.
9.1.1. Rentemismatchrisico Dit is het verschil in rentegevoeligheid tussen de beleggingsportefeuille enerzijds en de verplichtingen anderzijds. In beginsel hebben de verplichtingen, vanwege de lange looptijden, een hogere rentegevoeligheid dan de obligaties in de beleggingsportefeuille. Een daling van de rente leidt dan tot een stijging van de verplichtingen, die slechts gedeeltelijk wordt goedgemaakt door een stijging van de waarde van de obligatieportefeuille. Om dit risico te beheersen worden de beleggingen ook zo goed mogelijk afgestemd op de rentegevoeligheid van de verplichtingen. Dit is gedaan door toevoeging van het Long Duration Overlay Fund (LDO) aan het Strategic Allocation Fund. Met het LDO wordt de looptijd van het vastrentende deel van de beleggingsportefeuille tot 15 jaar verlengd om het zo meer af te stemmen op de verplichtingen van het pensioenfonds. Belangrijkste beleggingsrisico’s Aandelenrisico Dit betreft voornamelijk het prijsrisico dat wordt gelopen op de beleggingen in de verschillende aandelenmarkten. Door een spreiding aan te brengen binnen de aandelenportefeuille, wordt het risico van koersdalingen beperkt. Onroerend goedrisico Dit betreft het prijsrisico dat wordt gelopen in de verschillende onroerend goed markten. Een gedeelte van de portefeuille wordt belegd in een (indirecte) wereldwijde onroerend goed portefeuille. Valutarisico De koersverschillen van buitenlandse valuta’s ten opzichte van de euro zijn van invloed op het vermogen van het pensioenfonds. Het valutarisico wordt alleen voor de vastrentende waarden naar euro’s afgedekt. Voor zakelijke waarden wordt dit risico (nog) niet afgedekt.
Pagina 43 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Belangrijkste verplichtingenrisico’s Toeslagenrisico Dit is het risico dat de meeropbrengsten uit beleggingen en de daarmee samenhangende ontwikkeling van de dekkingsgraad niet toereikend zijn om invulling te kunnen geven aan het beoogde toeslagbeleid voor de inactieven. Overigens heeft dit toeslagbeleid een strikt voorwaardelijk karakter waardoor het financiële risico voor het pensioenfonds naar de mening van het bestuur nihil is. Langleven c.q. sterfterisico Dit is het risico dat de actuariële aannames met betrekking tot overlevingskansen niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Resultaten ontstaan bijvoorbeeld indien deelnemers langer leven dan waarmee rekening wordt gehouden bij de vaststelling van de premie en de voorziening pensioenverplichtingen. Dit risico wordt beperkt door de technische winstdeling die met de herverzekeraar is overeengekomen en het feit dat prudente sterftegrondslagen zijn gekozen: door de toepassing van AG-prognosetafel 2005-2050 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Arbeidsongeschiktheidsrisico Dit betreft het risico dat de actuariële opslag met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidsrisico niet overeenstemt met het daadwerkelijke WAO- c.q. WIA-verloop onder de deelnemers. Herverzekeraarsrisico Het herverzekeraarsrisico bestaat uit het risico, dat de herverzekeraar(s) niet meer aan zijn verplichtingen kan c.q. kunnen voldoen, omdat een insolvabele financiële positie is ontstaan. Het herverzekeraarsrisico is in de praktijk zeer beperkt, doordat de solvabiliteit van verzekeraars nauwlettend door de toezichthouder DNB in de gaten wordt gehouden. Gezien de AA-rating die AEGON heeft, kan en mag het zogenaamde kredietrisico op nihil gewaardeerd worden.
9.1.2. Overige risico’s Bestuursrisico Onder het bestuursrisico wordt het risico verstaan, dat het bestuur op deelgebieden qua kennis te kort schiet, al dan niet veroorzaakt door bestuursvacatures. Dit risico wordt binnen de huidige opzet van het pensioenfonds beheersbaar geacht, mede gezien het feit dat het bestuur in voorkomende gevallen wordt bijgestaan door een actuarieel adviseur, alsmede op financieel gebied door een extern accountant en tot slot een waarmerkend actuaris. Wel zal het bestuur – mede in het kader van Pension Fund Governance én ter beheersing van dit risico - extra aandacht besteden aan de benodigde deskundigheid. Het bestuur maakt daarbij gebruik van de expertise van belangenorganisaties. Bestuurdersaansprakelijkheidsrisico Feitelijk is het bestuurdersaansprakelijkheidsrisico géén risico dat het pensioenfonds raakt. Het gaat hier immers om de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuursleden, nadat het pensioenfonds op zijn aansprakelijkheid is aangesproken, dan wel indien de aansprakelijkheidsclaim volledig zou moeten worden geweten aan de bestuursleden persoonlijk. Dit laatstgenoemde risico wordt betrekkelijk gering geacht vanwege zaken als getoetste betrouwbaarheid, bewezen integriteit, geen persoonlijke belangen voor het bestuurderscollectief, geen beleggingshandelingen door bestuursleden en tot slot de zorgvuldige totstandkoming van bestuursbesluiten. Desalniettemin is een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering gesloten ter vermindering van dat risico.
Pagina 44 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Volledigheidsrisico Dit betreft het risico dat niet alle werkgevers en werknemers welke onder de verplichtstelling vallen zijn aangesloten bij het verplichtgestelde pensioenfonds. Op basis van de verplichtstelling heeft een werknemer te allen tijde recht op pensioenaanspraken bij het pensioenfonds. Hier volgt derhalve een mogelijk claimrisico uit. Los van het feit dat een werkgever bij het starten van zijn onderneming de verplichting heeft om te bezien of een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds van toepassing is, voert het pensioenfonds periodiek volledigheidscontroles uit. Op basis van controles van bestanden van de Kamer van Koophandel wordt bezien of sprake is van werkgevers die onder de verplichtstelling vallen, maar nog niet zijn aangesloten. Indien hier op enig moment sprake van is, zal de betreffende werkgever op de verplichtstelling worden gewezen en tot aansluiting worden verzocht. Ook wordt onder de reeds aangesloten werkgevers jaarlijks een verzamelloonlijstcontrole uitgevoerd, teneinde vast te stellen dat een werkgever alle onder de verplichtstelling vallende werknemers met de juiste gegevens bij het pensioenfonds heeft aangemeld. Operationeel risico Dit is het risico ten gevolge van niet afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Onder deze definitie vallen operationele gebeurtenissen zoals IT problemen, tekortkomingen van de organisatiestructuur of interne controle, menselijke fouten, bijvoorbeeld de onjuiste afwikkeling van transacties, verkeerde verwerking van gegevens, fraude en dergelijke en externe bedreigingen. Voor zover dit risico binnen het bestuur ligt, wordt dit gereduceerd door de gedragscode. Zoals uit de ABTN blijkt, heeft het pensioenfonds zelf geen administratieve organisatie opgezet. De desbetreffende risico’s liggen dus grotendeels binnen de organisatie waaraan de bewuste werkzaamheden zijn uitbesteed. Het bestuur heeft bedongen dat de betrokken “aannemers” dergelijke risico’s intern beheersen door een strakke administratieve organisatie en interne controle, een calamiteitenplan plus uitwijkvoorziening. Systeemrisico Dit is het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het pensioenfonds niet beheersbaar. Faillissementsrisico werkgevers Het faillissementsrisico van werkgevers is beperkt, doordat het pensioenfonds als bedrijfstakpensioenfonds met meerdere werkgevers te maken heeft en de bestaande verplichtingen steeds volledig zijn herverzekerd op basis van een garantiecontract. Een faillissement van één of meer werkgevers zou echter toch tot financiële verplichtingen voor het pensioenfonds kunnen leiden in het geval de procedure met betrekking tot premieachterstanden niet goed zou zijn gevolgd. Het bestuur ziet hierop nauw toe ondermeer door een regelmatige rapportage van de herverzekeraar. Daarnaast kunnen faillissementen druk leggen op het evenwicht tussen de bijdragen van werkgevers enerzijds en de te betalen premies en uitvoeringskosten anderzijds. Bij een substantiële daling van de bijdragen nemen de uitvoeringskosten namelijk niet naar rato daarvan af. Dit risico is beperkt, doordat: •
de premiemarge voor dekking van exploitatiekosten in 2006 aanzienlijk werd verhoogd en
•
het pensioenfonds een premieverhoging kan doorvoeren indien dit noodzakelijk zou zijn.
Pagina 45 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
9.2.
Risicoanalyse door De Nederlandsche Bank Het toezichtsproces van DNB is er onder meer op gericht potentiële problemen te identificeren. Hiertoe is het noodzakelijk een actueel beeld te hebben van alle onder toezicht staande instellingen. Op basis van de risicoanalysemethode FIRM (Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode) worden alle onder toezicht van DNB staande instellingen systematisch in kaart gebracht. Door de inherente risico’s van instellingen en organisatie-onderdelen te typeren, en de gehanteerde beheersingsmaatregelen te analyseren wordt binnen de applicatie FIRM een risicoprofiel samengesteld. Op basis van dit risicoprofiel kunnen binnen het toezicht prioriteiten worden gesteld. FIRM neemt hiermee een centrale rol in binnen het toezichtsproces. Binnen FIRM is ervoor gekozen een expliciet verband te leggen met de bij wet opgedragen toezichtsdoelstellingen: solvabiliteit, liquiditeit, integriteit en beheer en organisatie. De methode bevordert een eenduidige analyse en de vastlegging dient als basis voor interne en externe verslaglegging.
Pagina 46 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Jaarrekening
Pagina 47 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
10.
Balans per 31 december 2008 (Bedragen in euro en na bestemming van het resultaat)
Activa
2008
2007
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Garantiecontracten
14.2.1
60.527.614
45.651.045
Overige vorderingen uit hoofde van
14.2.3
1.558.818
1.185.170
62.086.432
46.836.215
herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit herverzekering
14.3.1
4.851.830
4.359.961
Overige vorderingen
14.3.2
337.172
391.232
5.189.002
4.751.193
111.467
59.892
67.386.901
51.647.300
Overige activa Liquide middelen
Totaal activa
14.4.1
Pagina 48 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Passiva
2008
2007
Stichtingskapitaal en reserves Wettelijke en statutaire reserves
14.5.1
4.950.505
4.595.341
Bestemmingsreserves
14.5.2
1.558.818
1.185.170
6.509.323
5.780.511
60.527.614
45.651.045
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico
14.6.1
van het pensioenfonds Overige schulden en overlopende passiva Schulden uit herverzekering
14.7.1
24.192
0
Overige schulden
14.7.2
325.772
215.744
349.964
215.744
67.386.901
51.647.300
Totaal passiva
Pagina 49 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 50 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
11.
Staat van baten en lasten over 2008 (Bedragen in euro en na bestemming van het resultaat) Staat van Baten en Lasten
2008
2007
BATEN Premiebijdragen
15.1
2.050.062
2.189.616
Baten uit herverzekering
15.2
1.944.660
1.953.035
Overige baten
15.3
160.439
153.033
4.155.161
4.295.684
Totaal baten
LASTEN Pensioenuitkeringen
15.4
1.578.072
1.504.054
Pensioenuitvoeringskosten
15.5
313.758
308.609
- Pensioenopbouw
15.6.1
1.446.632
1.546.134
- Rentetoevoeging
15.6.3
2.014.774
1.981.487
- Onttrekking voor pensioenuitkeringen
15.6.4
(1.626.583)
- Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
15.6.5
(51.382)
(47.747)
- Wijziging marktrente
15.6.6
13.637.056
(5.039.152)
- Wijziging uit hoofde van overdracht van
15.6.7
(72.174)
(1.519.223)
49.603
rechten - Technisch resultaat
15.6.9
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen
(471.754)
(304.031)
14.876.569
(3.332.929)
voor risico pensioenfonds Mutatie overige technische voorzieningen
15.7
0
Mutatie herverzekeringsdeel technische
15.8
(14.876.569)
3.332.929
(86.000)
Kosten pensioenopbouw
15.9
1.541.133
1.672.198
Saldo overdracht van rechten
15.10
(6.614)
5.869
3.426.349
3.404.730
728.812
890.954
voorzieningen
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Pagina 51 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Bestemming van resultaat Wettelijke en statutaire reserves Mutatie Beleggingsreserve Mutatie Reserve technische winstdeling Totaal bestemming van het resultaat
2008
2007
355.164
644.975
373.648
245.979
728.812
890.954
Pagina 52 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
12.
Kasstroomoverzicht over 2008 (Bedragen in euro en na bestemming van het resultaat) 2008 Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Betaalde pensioenuitvoeringskosten Betaalde premies herverzekering
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
2.201.337
2007
1.980.156
(130.392)
(131.124)
(2.020.000) 50.945
(1.860.000) (10.968)
630
394
630
394
Netto kasstroom
51.575
Liquide middelen ultimo
111.467
59.892
59.892
70.466
51.575
(10.574)
Liquide middelen primo Mutatie liquide middelen
(10.574)
Pagina 53 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 54 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
13.
Toelichting grondslagen
13.1.
Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op marktwaarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
13.2.
Opname in de balans of staat van baten en lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
13.3.
Vreemde valuta Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen marktwaarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Het pensioenfonds heeft de volgende valutakoersen gehanteerd:
13.4.
2008
2007
Slotkoers
Slotkoers
Amerikaanse dollar
0,7190
0,6840
Britse pond
1,0340
1,3620
Japanse Yen
0,0080
0,0060
Schattingen en veronderstellingen Bij toepassing van de grondslagen en de regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Pagina 55 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
13.5.
Belastingen De activiteiten van het pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
13.6.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijk gesteld aan de hiertegenover staande Voorziening voor pensioenverplichtingen. Bij de waardering van de vordering wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar middels een afslag voor kredietrisico. Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringsovereenkomsten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar. In de toelichting op de balans dient, indien sprake is van een verzekeringscontract waarvoor een gesepareerd beleggingsdepot wordt aangehouden, het verloop van de beleggingen zichtbaar te worden gemaakt. Voor de grondslagen van die verloopoverzichten gelden de volgende waarderingsgrondslagen: Algemeen Alle beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Alle gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten worden direct in de staat van baten en lasten verantwoord. Mix-fondsen De onderliggende participatiewaarden van de mixfondsen kennen een verdeling van 80 / 20 voor wat betreft vastrentende en zakelijke waarden. De betreffende waarderingsgrondslagen worden onderstaand nader toegelicht. Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in nietbeursgenoteerde beleggingsinstellingen worden gewaardeerd tegen de door de beleggingsinstelling gerapporteerde intrinsieke waarde (zijnde de marktwaarde van de participaties op basis van de onderliggende intrinsieke waarden). Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico, oninbaarheid) en de looptijd. Indien geen betrouwbare schatting van de actuele waarde van de vastrentende waarden is te maken, worden vastrentende waarden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs.
Pagina 56 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
13.7.
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk wordt op de vorderingen en overlopende activa een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
13.8.
Technische voorzieningen
13.8.1. Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op marktwaarde. De marktwaarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling van betaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: a. b.
De rentevoet is de DNB yield curve per einde jaar. De sterftekansen zijn ontleend aan de overlevingstafels AG generatietafel 2005-2050, waarbij de leeftijd zowel voor mannen als voor vrouwen tot de pensioendatum met een jaar wordt verlaagd. Na de pensioendatum wordt de leeftijd voor mannen met 2 jaar verlaagd; voor vrouwen wordt de leeftijd na de pensioendatum met 3 jaar verlaagd. Voor het weduwen- en weduwnaarspensioen wordt over de gehele duur een leeftijdsverlaging van 2 jaar voor mannen en 3 jaar voor vrouwen aangehouden.
c.
Voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man en drie jaar ouder is dan de verzekerde vrouw.
d.
Voor mannen worden de volgende gehuwdheidsfrequenties toegepast: Gehuwdheidsfrequentie
Leeftijd tot 18 jaar
0
van 18 tot 25 jaar
0,01 + 0,07 (x-18)
van 25 tot 35 jaar
0,50 + 0,04 (x-25)
van 35 tot 65 jaar
0,90
van 65 jaar en hoger
1
Voor vrouwen worden de volgende gehuwdheidsfrequenties toegepast: Leeftijd
Gehuwdheidsfrequentie tot 18 jaar
0
van 18 tot 25 jaar
0,05 + 0,10 (y-18)
van 25 tot 30 jaar
0,75 + 0,02 (y-25)
van 30 tot 50 jaar
0,85
van 50 tot 65 jaar
0,85 - 0,01 (y-50)
van 65 jaar en hoger
1
Pagina 57 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
e. f.
De netto premiereserve wordt verhoogd met een excassoreserve van 3,0% van de netto premiereserve. De
schadevoorziening
voor
verzekerden
met
vrijstelling
van
premiebetaling
wegens
arbeidsongeschiktheid is bepaald als de bruto koopsom voor het nog niet gefinancierde gedeelte van de verzekering.
13.9.
Algemene kosten De kosten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben.
13.10. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
Pagina 58 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
14.
Toelichting op de balans
14.1.
Algemeen Er vinden geen beleggingen plaats in de premiebijdragende ondernemingen. Er vindt geen uitlening van beleggingen plaats. Het renterisico van de vastrentende portefeuille wordt afgedekt middels het zogenaamde Long Duration Overlay Fund.
14.2.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
14.2.1. Garantiecontracten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Garantiecontracten met beleggingsdepot
60.527.614
2007 45.651.045
Het verloopoverzicht van het herverzekeringsdeel van de technische voorziening is gelijk aan het verloop zoals opgenomen onder de toelichting op de voorziening pensioenverplichtingen onder punt 13.8.1 van de toelichting. 2008 Stand primo boekjaar
45.651.045
2007 48.983.974
Pensioenopbouw
1.446.632
1.546.134
Rentetoevoeging
2.014.774
1.981.487
(1.626.583)
(1.519.223)
Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Technisch resultaat Stand ultimo boekjaar
(51.382) 13.637.056
(47.747) (5.039.152)
(72.174)
49.603
(471.754)
(304.031)
60.527.614
45.651.045
14.2.2. Garantiecontracten met beleggingsdepot Bij de garantiecontracten bestaat de mogelijkheid om de herverzekerde pensioenverplichtingen achter te laten bij de verzekeraar. Beleggingsresultaten komen, indien positief, ten gunste van het pensioenfonds. Indien deze negatief zijn, wordt het negatieve resultaat op de balans van het depot geactiveerd. Toekomstige positieve resultaten worden eerst aangewend om geactiveerde negatieve resultaten te verrekenen. Bij dit contract is een gesepareerd beleggingsdepot geopend waarin de beleggingsportefeuille de volgende samenstelling en het volgende verloop kent (bedragen op marktwaarde).
Pagina 59 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Totaal beleggingen gesepareerd beleggingsdepot Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: 2008 Strategic Allocation Fund
2007
50.231.981
49.156.346
Vastrentende waarden
1.846.318
1.486.913
Beleggingsvorderingen
196.030
96.590
52.274.329
50.739.849
Stand ultimo boekjaar
Strategic Allocation Fund De samenstelling van deze post is als volgt: 2008 Beleggingsfondsen
2007
50.231.981
49.156.346
Het verloop van deze post is als volgt: 2008 Stand primo boekjaar
2007
49.156.346
50.918.182
Aankopen
2.307.291
3.786.751
Verkopen
(4.183.557)
(1.909.177)
Waardeveranderingen
2.951.901
(3.639.410)
Stand ultimo boekjaar
50.231.981
49.156.346
Vastrentende waarden De samenstelling van deze post is als volgt: 2008 Annuïteitenlening aan AEGON
2007
1.846.318
1.486.913
Levensverzekering N.V.
De bij de contractsverlenging per 1 januari 1996 ontstane reserveverzwaring ad € 2.300.327 wordt in 48 jaar in het depot ingebracht (zie artikel 4.1.d van Bijlage III bij de oude overeenkomst). Deze inbreng geschiedt middels een annuïteitenlening met een intrestvoet van 4% en een duur van 48 jaar. De bij de contractsverlenging per 1 januari 2004 ontstane reserveverlichting ad € 172.359 en de garantiereserve ultimo 2003 ad € 177.914 zijn in mindering gebracht op de stand van deze 48-jarige annuïteitenlening per 1 januari 2004 (zie artikel 4.1.1.d van Bijlage II bij de overeenkomt). De nieuwe 42-jarige annuÏteitenlening bedraagt per 1 januari 2004 € 1.840.490. De nominale waarde van de annuïteitenlening bedraagt per 31 december 2008 € 1.745.388 (2007: € 1.765.929).
Pagina 60 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Het verloop van deze post is als volgt: 2008 Stand primo boekjaar
2007
1.486.913
1.653.026
Verkopen
(20.541)
Waardeveranderingen
379.946
(146.362)
(19.751)
Stand ultimo boekjaar
1.846.318
1.486.913
Beleggingsvorderingen De samenstelling van deze post is als volgt: 2008 Lopende intrest liquide middelen
2007
462
1.283
0
(300.000)
Liquide middelen (ten aanzien van beleggingen)
195.568
395.307
Stand ultimo boekjaar
196.030
96.590
Nog te betalen beleggingsbedragen
14.2.3. Overige vorderingen uit hoofde van herverzekeringsdeel technische voorzieningen Hieronder zijn opgenomen vordering op AEGON Levensverzekering N.V. die niet onmiddellijk opeisbaar zijn. Het betreft de volgende posten: 2008 Te vorderen technisch resultaat
2007
1.558.818
1.185.170
Met de herverzekeraar is een technische winstdelingsregeling overeengekomen. Het pensioenfonds krijgt 70% van de cumulatieve technische winst over de contractperiode 2004 tot 2010. Een cumulatief technisch verlies is geheel voor rekening van de herverzekeraar. 14.2.4. Kredietrisico herverzekeraar Het pensioenfonds heeft haar verplichtingen ondergebracht bij AEGON Levensverzekering N.V. Deze maatschappij heeft op 31 december 2008 een kredietrating van AA en op grond hiervan behoeft het pensioenfonds geen kredietafslag toe te passen op de vorderingen uit hoofde van herverzekering. (Volledigheidshalve dient nog vermeld te worden dat de kredietrating van de herverzekeraar per maart 2009 is verlaagd naar AA-. Hiermee is de herverzekeraar nog voldoende kredietwaardig om geen kredietafslag toe te passen.)
14.3.
Vorderingen en overlopende activa
14.3.1. Vorderingen uit hoofde van herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Rekening courant AEGON Levensverzekering N.V.
4.851.830
2007 4.359.961
Pagina 61 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
14.3.2. Overige vorderingen Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Te vorderen premies 1) Vooruitbetaalde overgedragen
2007
330.883
384.943
3.218
3.218
3.071
3.071
337.172
391.232
pensioenverplichtingen Nog te ontvangen overgenomen pensioenverplichtingen Stand ultimo boekjaar
Alle vorderingen hebben een looptijd van korter dan een jaar. 1) Op de te vorderen premies is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. De samenstelling van deze post kan als volgt worden weergegeven: 2008
2007
Te vorderen premies (nominaal)
402.083
494.943
Voorziening oninbare vorderingen
(71.200)
(110.000)
Stand ultimo boekjaar
330.883
384.943
Het verloop van de voorziening oninbare vorderingen is als volgt: 2008 Stand begin boekjaar
110.000
145.000
Vrijval
(38.800)
(35.000)
71.200
110.000
Stand ultimo boekjaar
14.4.
2007
Overige activa
14.4.1. Liquide middelen Dit betreft saldi van rekeningen bij: 2008
2007
Postbank
14.361
18.533
ABN AMRO Bank
97.106
41.359
111.467
59.892
Stand ultimo boekjaar
Alle liquide middelen zijn vrij opneembaar.
Pagina 62 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
14.5.
Stichtingskapitaal en reserves
14.5.1. Wettelijke en statutaire reserves Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Beleggingsreserve
4.950.505
2007 4.595.341
Het verloop van de Beleggingsreserve is als volgt: 2008 Stand primo boekjaar Mutatie via resultaatbestemming Stand ultimo boekjaar
2007
4.595.341
3.950.366
355.164
644.975
4.950.505
4.595.341
14.5.2. Bestemmingsreserves Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Reserve technische winstdeling
1.558.818
2007 1.185.170
Het verloop van deze post is als volgt: 2008 Stand primo boekjaar Mutatie via resultaatbestemming Stand ultimo boekjaar
2007
1.185.170
939.191
373.648
245.979
1.558.818
1.185.170
Pagina 63 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
14.5.3. Solvabiliteit en herstelplan Solvabiliteit Volgens de Pensioenwet dient een pensioenfonds een minimaal vereist dan wel vereist eigen vermogen aan te houden. Voor het aanhouden van een minimaal vereist Eigen vermogen kan een vrijstelling van DNB ontvangen worden. Het Vereist Eigen vermogen dient zodanig van omvang te zijn dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen een periode van één jaar over minder waarden beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. Herstelplan Gezien de hoogte van de dekkingsgraad ultimo boekjaar 2008 (110,8%) hoeft het fonds geen korte termijn herstelplan op te stellen.
14.6.
Technische voorzieningen
14.6.1. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: 2008 Actieve deelnemers Arbeidsongeschikte deelnemers
14.650.436
2007 10.328.534
5.693.170
4.437.611
Gewezen deelnemers
22.964.306
16.576.173
Pensioentrekkenden
15.507.800
13.017.865
Netto Voorziening pensioenverplichtingen
58.815.712
44.360.183
1.711.902
1.290.862
60.527.614
45.651.045
Excassovoorziening Stand ultimo boekjaar
Het verloop van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds kan als volgt worden weergegeven: 2008 Stand primo boekjaar na stelselwijziging
45.651.045
2007 48.983.974
Pensioenopbouw
1.446.632
1.546.134
Rentetoevoeging
2.014.774
1.981.487
(1.626.583)
(1.519.223)
Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Technisch resultaat Stand ultimo boekjaar
(51.382) 13.637.056
(47.747) (5.039.152)
(72.174)
49.603
(471.754)
(304.031)
60.527.614
45.651.045
De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is gewaardeerd volgens de grondslagen zoals opgenomen in hoofdstuk 13.8.
Pagina 64 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
De posten pensioenopbouw tot en met technisch resultaat in de Mutatie van de Voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds zijn gebaseerd op de grondslagen zoals die zijn omschreven in Bijlage I bij de verzekeringsovereenkomst en Bijlage III bij de tariefovereenkomsten. Met de regel “wijziging marktrente” worden de mutaties vermeld die benodigd zijn om de Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds te waarderen zoals het pensioenfonds deze op haar balans verantwoordt. De volgende grondslagen zijn omschreven in Bijlage I en Bijlage III bij de tariefsovereenkomst: a. De rentevoet bedraagt 4% per jaar. b. De sterftekansen zijn ontleend aan de overlevingstafels GM/GBV 1995-2000, waarbij de leeftijd zowel voor mannen als vrouwen tot de pensioendatum met één jaar wordt teruggesteld. Na de pensioendatum wordt voor mannen de leeftijd met twee jaar teruggesteld; voor vrouwen wordt de leeftijd na de pensioendatum teruggesteld met 3 jaar. c. Voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man en drie jaar ouder is dan de verzekerde vrouw. d. Voor mannen worden de volgende gehuwdheidsfrequenties toegepast: Leeftijd
Gehuwdheidsfrequentie
tot 18 jaar
0
van 18 tot 25 jaar
0,01 + 0,07 (x-18)
van 25 tot 35 jaar
0,50 + 0,04 (x-25)
van 35 tot 65 jaar
0,90
van 65 jaar en hoger
1
Voor vrouwen worden de volgende gehuwdheidsfrequenties toegepast: Leeftijd
Gehuwdheidsfrequentie
tot 18 jaar
0
van 18 tot 25 jaar
0,05 + 0,10 (y-18)
van 25 tot 30 jaar
0,75 + 0,02 (y-25)
van 30 tot 50 jaar
0,85
van 50 tot 65 jaar
0,85 - 0,01 (y-50)
van 65 jaar en hoger
1
Na de datum van ingang van het ouderdomspensioen geschiedt de reservering van het partnerpensioen volgens het systeem bepaalde man/vrouw. De gehuwdheidsfrequentie op de 65-jarige leeftijd wordt ten behoeve van het uitruilbaar partnerpensioen vermenigvuldigd met een uitruilkansvariabele. Deze uitruilkansvariabele bedraagt voor mannen 0,9145 en vrouwen 3,5910. e. De schadevoorziening voor verzekerden met vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is bepaald als de bruto koopsom voor het nog niet gefinancierde gedeelte van de verzekering. f.
De netto premiereserve wordt verhoogd met een excassoreserve van 3,0% van de netto premiereserve.
14.6.2. Korte omschrijving van de pensioenregeling De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen valt onder de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Het pensioenfonds verleent aanspraken op ouderdoms-, partner-, en wezenpensioen ten behoeve van zijn deelnemers.
Pagina 65 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
De pensioenregeling van het fonds is gebaseerd op een vast pensioenbedrag per dienstjaar. Het genoten jaarsalaris is op zich dus niet van belang voor de hoogte van de pensioenaanspraken, wel relevant is de eventuele mate van deeltijdarbeid. Deeltijdwerkers krijgen aanspraken naar evenredigheid van hun arbeidstijd. Het ouderdomspensioen is dus gebaseerd op een vast pensioenbedrag per dienstjaar. Naast het ouderdomspensioen kent de pensioenregeling van het fonds vanaf 1 januari 2006 een partnerpensioen op opbouwbasis. Tot die datum kende het fonds een weduwen-/weduwnaarspensioen op opbouwbasis en een partnerpensioen op risicobasis. Dit is per 1 januari 2006 omgezet in een volledig geïntegreerd partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het voor de (gewezen) deelnemer vastgestelde ouderdomspensioen. Voor de bepaling van de hoogte van het partnerpensioen wordt uitgegaan van het ouderdomspensioen dat de deelnemer bij deelneming tot de pensioendatum bij een ongewijzigd opbouwbedrag zou hebben verkregen. Naast het partnerpensioen kent de regeling eveneens wezenpensioen. Voor ieder pensioengerechtigd kind bedraagt het wezenpensioen 14% van het voor de (gewezen) deelnemer vastgestelde ouderdomspensioen. Ook hier geldt dat voor de deelnemer die overlijdt tijdens het deelnemerschap dit het ouderdomspensioen is dat de deelnemer bij deelneming tot de pensioendatum bij een ongewijzigd opbouwbedrag zou hebben verkregen. De (gewezen) deelnemer heeft op de pensioendatum (de 65-jarige leeftijd) de mogelijkheid om de aanspraak op partnerpensioen in te ruilen voor een verhoging van zijn/haar ouderdomspensioen.
14.7.
Overige schulden en overlopende passiva
14.7.1. Schulden uit hoofde van herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Nog aan herverzekeraar te betalen remises
2007
24.192
0
14.7.2. Overige schulden Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Vooruitontvangen premies
2007
184.648
133.737
94.240
46.654
Nog te betalen accountantskosten
29.000
30.000
Nog te betalen actuariskosten
12.500
5.000
0
353
5.384
0
325.772
215.744
Vooruitontvangen overgenomen pensioenverplichtingen
Nog te betalen bestuurskosten Nog te betalen DNB Stand ultimo boekjaar
14.8.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
14.8.1. Geactiveerde overrente in gesepareerd beleggingsdepot In het bij de herverzekeraar aangehouden gesepareerde beleggingsdepot is sprake van een zogenaamde geactiveerde overrente. Het fonds kent deling in de in het depot behaalde overrendementen (verschil tussen behaald beleggingsrendement en benodigde intrest); positieve resultaten worden ten gunste van het fonds in rekening-courant geboekt.
Pagina 66 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Eventuele negatieve rendementen worden niet ten laste van het fonds gebracht, maar worden in het depot geactiveerd en verrekend met eventuele toekomstige positieve rendementen. De hoogte van de geactiveerde negatieve overrente bedraagt ultimo boekjaar € 3.355.349 (ultimo 2007: nihil). In de met de herverzekeraar afgesloten verzekeringsovereenkomst is bepaald dat, indien het fonds de overeenkomst niet verlengd en de op de einddatum van de overeenkomst opgebouwde aanspraken achterlaat bij de verzekeraar, de op dat moment aanwezige negatieve overrente volledig ten laste van de verzekeraar zal komen. Indien bij het niet verlengen van de overeenkomst de opgebouwde aanspraken worden overgedragen naar een andere uitvoerder, zal de negatieve overrente worden verrekend met de overdrachtswaarde. 14.8.2. Langlopende contractuele verplichtingen In de per 1 januari 2004 ingegane herverzekeringsovereenkomst is een zogenaamde Service Level Agreement opgenomen. Dit betreft bepalingen omtrent de door de herverzekeraar te verrichten werkzaamheden, alsmede de hieraan verbonden kostenvergoeding. De SLA heeft een looptijd gelijk aan de herverzekeringsovereenkomst en loopt van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008 en is met 1 jaar ongewijzigd gecontinueerd tot en met 31 december 2009.
Pagina 67 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
15.
Toelichting op de staat van baten en lasten
15.1.
Premiebijdragen Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Bijdrage werkgevers
2.050.062
2007 2.189.616
De kostendekkende premie en de feitelijke premie zijn als volgt: 2008
2007
Feitelijke premie
2.050.062
2.189.616
Kostendekkende premie
1.854.891
1.980.807
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: 2008 Aan herverzekeraar betaalde premies
1.367.528
1.510.634
Garantiekosten
173.605
161.564
Pensioenuitvoeringskosten
313.758
308.609
1.854.891
1.980.807
Totaal
15.2.
2007
Baten uit herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Pensioenuitkeringen uit hoofde van
2007
1.578.072
1.504.054
373.648
245.979
herverzekering 1) Uitkering technische winstdeling 2) Uitkering overrente gesepareerd beleggingsdepot Totaal
(7.060) 1.944.660
203.002 1.953.035
Pagina 68 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Ad 1) Pensioenuitkeringen uit hoofde van herverzekering zijn als volgt nader te specificeren: 2008
2007
Ouderdomspensioen
901.596
869.049
Nabestaandenpensioen
322.558
301.822
Wezenpensioen Afkopen wegens gering pensioen Uitkeringen uit hoofde van herverzekering
10.129
7.036
343.789
326.147
1.578.072
1.504.054
Ad 2) Technisch resultaat Het pensioenfonds heeft, conform lid 1 bijlage III van de verzekeringsovereenkomst, per 1 januari 2010 recht op uitkering van een deel van het positief technisch resultaat. Het pensioenfonds neemt een niet direct opeisbare vordering op ter grootte van de tussentijdse aandeel cumulatieve opgerente technische winst. De mutatie in deze vordering wordt als bate verantwoord.
15.3.
Overige baten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Interestbaten Mutatie voorziening oninbare premievorderingen
2007
121.639
118.033
38.800
35.000
160.439
153.033
Het totaal van de post intrestbaten kan als volgt worden gesplitst naar de verschillende onderdelen: 2008 Interest bankrekeningen Interest rekening courant herverzekeraar Interest rekening courant werkgever Totaal intrestbaten
2007 630
394
113.506
90.026
7.503
27.613
121.639
118.033
De post mutatie voorziening oninbare premievorderingen kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Vrijval voorziening voor oninbare
38.800
2007 35.000
premievorderingen
Pagina 69 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
15.4.
Pensioenuitkeringen In totaal is uitgekeerd aan gepensioneerde deelnemers: 2008 Ouderdomspensioen
901.596
869.049
Nabestaandenpensioen
322.558
301.822
Wezenpensioen Afkopen wegens gering pensioen Totaal
15.5.
2007
10.129
7.036
343.789
326.147
1.578.072
1.504.054
Pensioenuitvoeringskosten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Accountantskosten
33.272
49.958
Actuariskosten
20.673
16.165
Bestuurskosten
44.665
37.488
171.003
161.776
Bijdrage DNB
5.384
5.097
Contributies
2.326
2.224
0
1.080
Administratiekostenopslag
Bijdrage AFM Overige kosten Kosten secretariaat Totaal
15.6.
2007
5.379
4.359
31.056
30.462
313.758
308.609
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Hier volgt een toelichting op de verschillende componenten van de mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.
15.6.1. Pensioenopbouw De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die in het boekjaar zijn toegekend. De samenstelling kan als volgt worden weergegeven: 2008 Bruto premie Bruto koopsommen Totaal pensioenopbouw
2007
1.414.254
1.424.093
32.378
122.041
1.446.632
1.546.134
15.6.2. Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de prijsindex. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald.
Pagina 70 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
15.6.3. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,0% (vorig jaar: 4,0%) voor een bedrag ad € 2.014.774 (vorig boekjaar € 1.981.487). 15.6.4. Onttrekking voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode. De samenstelling kan als volgt worden weergegeven:
Uitkeringen Afkopen klein pensioen Afkopen aan pensioenfonds Totaal uitkeringen
2008
2007
(1.234.283)
(1.177.907)
(343.789)
(326.147)
(48.511)
(15.169)
(1.626.583)
(1.519.223)
15.6.5. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. De onttrekking met betrekking tot het verslagjaar bedraagt € 51.382 (vorig jaar € 47.747). 15.6.6. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Het per 31 december gehanteerde intrestpercentage bedraagt 3,46% en is afgeleid van de rentetermijnstructuur, zoals per 31 december 2008 door DNB is gepubliceerd. De financiële gevolgen uit hoofde van de wijziging van de marktrente met betrekking tot het boekjaar bedraagt € 13.637.056 (vorig jaar: negatief € 5.039.152). 15.6.7. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Hieronder is opgenomen het saldo van de actuarieel benodigde koopsommen voor overgenomen pensioenverplichtingen en de vrijval van de voorziening die betrekking heeft op het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van overgedragen pensioenverplichtingen. Het saldo kan als volgt worden weergegeven: 2008
2007
Koopsom overgenomen waardeoverdracht
13.985
121.967
Afkoop overgedragen waardeoverdrachten
(86.159)
(72.364)
Totaal
(72.174)
49.603
Pagina 71 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
15.6.8. Wijziging actuariële grondslagen Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het fonds. De vaststelling van de toereikend van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. 15.6.9. Overige mutaties Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
15.7.
2008
2007
Technisch resultaat op sterfte
(367.640)
(247.536)
Technisch resultaat op arbeidsongeschiktheid
(104.114)
(56.495)
Totaal
(471.754)
(304.031)
2008
2007
Mutatie overige technische voorzieningen Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
Mutatie voorziening integratie partnerpensioen
15.8.
0
(86.000)
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Het saldo kan als volgt worden weergegeven: 2008
2007
Pensioenopbouw
(1.446.632)
(1.546.134)
Rentetoevoeging
(2.014.774)
(1.981.487)
1.626.583
1.519.223
Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht rechten Overige mutaties Totaal
51.382 (13.637.056)
47.747 5.039.152
72.174
(49.603)
471.754
304.031
(14.876.569)
3.332.929
Pagina 72 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
15.9.
Kosten pensioenopbouw Dit zijn de aan de herverzekeringsmaatschappij afgedragen bruto premies en koopsommen. Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Bruto premie
2007
1.383.661
Koopsom affinanciering
1.403.762
32.378
122.041
Afkopen aan het pensioenfonds
(48.511)
(15.169)
Garantiekosten
173.605
161.564
1.541.133
1.672.198
Totaal
15.10. Saldo overdracht van rechten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Overgenomen pensioenverplichtingen
(12.777)
(116.278)
Kosten inkoop pensioenverplichtingen
13.985
121.967
Overgedragen pensioenverplichtingen
78.337
72.544
(86.159)
(72.364)
(6.614)
5.869
Baten vrijval pensioenverplichtingen Totaal
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of de nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de uitdiensttredingsdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor inkoop van extra dienstjaren.
15.11. Aantal personeelsleden Bij het pensioenfonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door de afdeling BestuursOndersteuning Pensioenfondsen van de herverzekeraar. De hieraan verbonden kosten vormen onderdeel van de door de herverzekeraar in rekening gebrachte administratiekostenvergoeding.
15.12. Verbonden partijen 15.12.1. Bestuur Het bestuur is belast met de vorming van het beleid en de dagelijkse gang van zaken binnen het pensioenfonds. De bezoldiging over het jaar 2008 voor de bestuurders tezamen bedraagt nihil (2007:nihil). 15.12.2. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is belast met het toezicht op het bestuur. De bezoldiging over het jaar 2008 voor de leden van het verantwoordingsorgaan tezamen bedraagt nihil (2007: nihil).
Pagina 73 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 74 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Overige gegevens
Pagina 75 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 76 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
16.
Bestemming saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het pensioenfonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN. Voor het verslagjaar wordt voorgesteld het resultaat als volgt te bestemmen. 2008 Wettelijke en statutaire reserves Mutatie Beleggingsreserve
355.164
Mutatie Reserve technische winstdeling
373.648
Totaal bestemming van het resultaat
728.812
Pagina 77 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Pagina 78 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
17.
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen te Den Haag is aan Ernst & Young Actuarissen BV de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2008.
Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden van de opdracht: -
heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
-
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel Ik heb geconstateerd dat de verplichtingen van het pensioenfonds volledig zijn herverzekerd door middel van een garantiecontract en dit betrokken in mijn oordeel. Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende verklaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen.
Pagina 79 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum tenminste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. De vermogenspositie van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen is naar mijn mening voldoende, mede gelet op de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria.
Amsterdam, 17 juni 2009
drs. C.D. Snoeks AAG verbonden aan Ernst & Young Actuarissen B.V.
Pagina 80 van 81
Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen
18.
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2008 van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen te Amsterdam bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van het pensioenfonds. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van het pensioenfonds heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Den Haag, 17 juni 2009
Ernst & Young Accountants LLP
Pagina 81 van 81