Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie
Jaarverslag 2012
Laan van Zuid Hoorn 165, 2289 DD Rijswijk (ZH) Telefoon 070 – 3061190 Fax 08422 – 62369 Mail:
[email protected] Internet: www.bpfdranken.nl
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
Voorwoord ..................................................................................................................................................... 2 Karakteristieken van het pensioenfonds ................................................................................................. 3 Profiel ............................................................................................................................................................ 3 Organisatie ................................................................................................................................................... 3 Kerncijfers ..................................................................................................................................................... 7 Verslag van het bestuur .............................................................................................................................. 9 Belangrijkste ontwikkelingen, regelgeving en overheidsbeleid ............................................................. 9 Bestuurlijke aangelegenheden ................................................................................................................ 18 Actuariële paragraaf .................................................................................................................................. 25 Goed pensioenfondsbestuur .................................................................................................................... 27 Pensioenparagraaf .................................................................................................................................... 30 Risicoparagraaf .......................................................................................................................................... 32 Beleggingen ................................................................................................................................................ 36 Toekomst .................................................................................................................................................... 40 Verslag van het verantwoordingsorgaan .............................................................................................. 41 Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan ....................................... 43 Jaarrekening ............................................................................................................................................... 44 Balans per 31 december .......................................................................................................................... 45 Staat van baten en lasten ......................................................................................................................... 46 Kasstroomoverzicht ................................................................................................................................... 47 Actuariële analyse ..................................................................................................................................... 48 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten ........................................................................ 49 Overige gegevens ...................................................................................................................................... 78 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten .............................. 78 Gebeurtenissen na balansdatum ............................................................................................................ 78 Actuariële verklaring ................................................................................................................................. 79 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ....................................................................... 81 Verklarende woordenlijst .......................................................................................................................... 83 Lijst van afkortingen .................................................................................................................................. 85
Jaarverslag 2012 bpf dranken
1
VOORWOORD
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2012 van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie (bpf dranken). Het jaarverslag is verdeeld in de karakteristieken van het pensioenfonds, een verslag van het bestuur, een jaarrekening en overige gegevens. In karakteristieken geven wij een weergave van het profiel van bpf dranken, de organisatie hiervan en de kerncijfers. In het verslag van het bestuur informeren wij u over beleidsmatige zaken die in 2012 hebben gespeeld, zowel op het gebied van pensioenen als op het gebied van beleggingen. In de jaarrekening presenteren wij het fondsvermogen en de mutaties daarin gedurende 2012 als mede een toelichting op de grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling en de mutaties in de beleggingsportefeuille. In de overige gegevens geven wij de actuariële verklaring, de controleverklaring van de onafhankelijke accountant evenals gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor het fonds weer. Deze financiële gevolgen voor bpf dranken zullen wellicht als gevolg van de nasleep van de financiële crisis nog jaren duren totdat er sprake is van een definitief herstel van wereld economie. Gelukkig is in de tweede helft van 2012 de rust enigszins teruggekeerd op de financiële markten en is de acute paniek geluwd. De kapitaalvlucht uit Zuid-Europa is tot stilstand gekomen, vanwege de zware bezuinigingen en de herstructurering van de economieën in die landen. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft daarin een belangrijke rol gespeeld met als doel betere overheidsfinanciën en een gezond bankwezen. Het onlangs bereikte akkoord over het Europese bankentoezicht kan een verdere stimulans van de economie betekenen. Ook in 2012 is er nog sprake van onvoldoende kortetermijnherstel van de pensioensector. Zo’n 68 pensioenfondsen moesten begin 2013 de pensioenen verlagen om weer in herstel te komen. De dekkingsgraad van bpf dranken ontwikkelt zich weliswaar niet geheel in lijn met het herstelplan, maar er is voldoende herstelvermogen waardoor er geen korting hoeft te worden doorgevoerd. De lage rente veroorzaakt echter ook een opwaartse druk op de kostendekkende premie voor 2013. In overleg met cao-partijen is daarom besloten om de premie 2013 wat te verhogen en vast te stellen op 21,95% en de pensioenopbouw voor dat jaar te verhogen van 1,50% naar 1,55% van de pensioengrondslag. Het bestuur stelde het jaarverslag 2012 vast op 3 juni 2013. Het bestuur wil hierbij dank uitspreken aan een ieder die zich in 2012 heeft ingezet voor dit pensioenfonds. Alle bedragen in dit verslag zijn afgerond op en vermeld in een veelvoud van duizend euro (€ 1.000), tenzij expliciet anders is aangegeven.
Rijswijk, 3 juni 2013 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Mw. J.A.M. Bergervoet, voorzitter D.R. Bosma, vice voorzitter
Jaarverslag 2012 bpf dranken
2
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Karakteristieken van het pensioenfonds Profiel Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie, statutair gevestigd te Rijswijk, is opgericht in 1961. De laatste statutenwijziging was op 8 maart 2012. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41223586. Het fonds is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB). Bij brief d.d. 26 april 2012 heeft de minister van SZW de representativiteitstoets goedgekeurd. Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het uitvoeringsreglement, zoals deze geldt voor de aangesloten ondernemingen. Hiertoe wordt voor 308 aangesloten werkgevers en 21.067 deelnemers en gewezen deelnemers/slapers circa € 499 miljoen vermogen belegd. Organisatie 1.
Bestuur
Samenstelling van het bestuur per 31 december 2012: Werkgevers Naam D.R. Bosma M.B. Kerkmeester R. Munniks Vacature Vacature *) Vacature *) A.J.H.J. Emmen C. Hamminga
Functie Voorzitter Plv. lid Lid Plv. lid Lid Plv. lid Plv. voorzitter Plv. lid
Vertegenwoordiging KVNW KVNW VIP VIP FWS FWS GDH GDH
KVNW = De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren VIP = De Vereniging van Nederlandse Importeurs en Producenten van Gedistilleerde Dranken FWS = Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen GDH = De Vereniging van Nederlandse Groothandel in Dranken en Horecabenodigdheden *) FWS heeft eind 2012 een bestuurslid en plaatsvervangend bestuurslid benoemd. Beiden zijn echter nog niet getoetst door De Nederlandsche Bank, waardoor de benoeming nog niet is afgerond. Derhalve zijn beide nog niet in dit overzicht opgenomen.
Werknemers Naam R.A.J. Lahoye Vacature Mw. J.A.M. Bergervoet A. Steijaert Mw. I. van Pinxteren Vacature **) J.A. Spruijt C. Dwarswaard
Functie Lid Plv. lid Vice-voorzitter Lid Plv. lid Plv. lid Plv. vice-voorzitter Plv. lid
Vertegenwoordiging CNV Vakmensen CNV Vakmensen FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening
**) FNV Bondgenoten heeft in 2012 een plaatsvervangend bestuurslid benoemd. Dit plaatsvervangend bestuurslid is echter nog niet getoetst door De Nederlandsche Bank, waardoor de benoeming nog niet is afgerond.
Het bestuur van het fonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel (Servicekantoor AGH) te Rijswijk. Deze werkzaamheden betreffen administratie, bestuursondersteuning, monitoren vermogensbeheer en communicatie. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
3
VERSLAG VAN HET BESTUUR
2.
Deelnemersraad
De deelnemersraad is samengesteld uit deelnemers en gepensioneerden. De deelnemersraad (een delegatie van) het bestuur komen ten minste tweemaal per jaar in vergadering bijeen. belangrijke wijzigingen, zoals omschreven in de Actuariële en Bedrijfstechnische nota (ABTN), statuten van het fonds en het reglement van de deelnemersraad vraagt het bestuur advies aan deelnemersraad. De leden hebben namens werkgevers, deelnemers en gepensioneerden zitting.
en Bij de de
Samenstelling van de deelnemersraad per 31 december 2012: Naam H.C.M. in ’t Veen (vacature) M.F.M. van Broekhoven C. Broekhans (vacature)
Functie Voorzitter Lid Lid Lid Lid
Vertegenwoordiging CNV Vakmensen FNV Bondgenoten De Unie Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO)
Wisselingen in de deelnemersraad Er hebben dit verslagjaar geen wisselingen in de deelnemersraad plaatsgevonden. Er zijn momenteel twee vacatures. Begin 2013 is de heer C. Visser toegetreden. 3.
Verantwoordingsorgaan
Het verantwoordingsorgaan is samengesteld uit een deelnemer, een pensioengerechtigde en een werkgever. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Tevens legt het bestuur verantwoording af over de naleving van de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur en over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst. De leden hebben namens werkgevers, deelnemers en gepensioneerden zitting. Samenstelling van het verantwoordingsorgaan per 31 december 2012: Naam Mw. W.A.P.J. Caderius van Veen H.C.M. in ’t Veen M.F.M. van Broekhoven C. Broekhans (vacature)
4.
Functie Voorzitter Plv. lid Lid Lid Plv. lid
Vertegenwoordiging Werkgevers CNV Vakmensen De Unie Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO)
Visitatiecommissie
Eens in de drie jaar wordt door de visitatiecommissie onderzoek gedaan en rapport uitgebracht. In 2012 is het laatste rapport uitgebracht. Samenstelling van de visitatiecommissie per 31 december 2012: Naam D. Wenting AAG, RBA H.J.P. Strang RA Drs. J. Groenewoud
Jaarverslag 2012 bpf dranken
4
VERSLAG VAN HET BESTUUR
5.
Beleggingscommissie
In 2006 heeft het bestuur een beleggingscommissie opgericht met als mandaat het (on)gevraagd adviseren van het bestuur over het door het bestuur vast te stellen beleggingsbeleid en de jaarlijkse beleggingsnota, het adviseren van het bestuur over het door het bestuur vast te stellen beleggingsplan, het toezien op de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleggingsbeleid, de vastgestelde beleggingsnota en het vastgestelde beleggingsplan en overige haar door het bestuur op te dragen taken. De commissie is paritair samengesteld. Daarnaast kunnen externe deskundigen benoemd worden; deze externe deskundigen hebben geen stem in de commissie. De vergaderingen van de beleggingscommissie kunnen bijgewoond worden door alle daarin geïnteresseerde bestuursleden. De beleggingscommissie bestaat uit de heren Bosma, Munniks en Spruijt en mevrouw Bergervoet. 6.
Commissie Risicomanagement
Het bestuur heeft ultimo 2010 de commissie risicomanagement ingesteld en opgedragen aan de hand van FIRM een analyse van risico’s en beheersingsmaatregelen te maken en de risico’s te monitoren en te managen. De uitkomsten van deze analyse zijn in 2011 met het bestuur besproken. In 2012 is er aandacht besteed aan diverse verbeterpunten en de afronding van het crisisplan. DNB heeft het crisisplan ontvangen. De commissie risicomanagement bestaat uit de heren Bosma en Steijaert. 7.
Kostencommissie
Bij de overstap naar een andere uitvoerder per 1 januari 2010 is ook de rapportage inzake kosten aangepast. Dit verbeterde inzicht in kosten heeft het bestuur er in 2012 toe doen besluiten de kostencommissie op te heffen. 8.
Communicatiecommissie
De communicatiecommissie is binnen het bestuur verantwoordelijk voor de voorbereiding en de uitvoering van het communicatiebeleid. Het gaat hier bijvoorbeeld om het communicatiebeleidsplan, de website, het logo en nieuwsbrieven. De communicatiecommissie bestaat uit de heren Lahoye, Spruijt, Emmen, Hamminga en In ’t Veen. 9.
Klankbordgroep communicatie
De eenvoudigste manier om de begrijpelijkheid van de fondscommunicatie te toetsen is door middel van een klankbordgroep communicatie. Zo’n klankbordgroep, bestaande uit deelnemers, werkgevers en gepensioneerden, leest en beoordeelt communicatie-uitingen als het magazine, de website en brochures. De klankbordgroep bestaat uit maximaal 8 personen. Het is de bedoeling dat de leden van de klankbordgroep nagenoeg geen kennis hebben van pensioenen, omdat de communicatie juist voor deze groep betrokkenen begrijpelijk moet zijn en dus ook door die groep beoordeeld moet worden.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
5
VERSLAG VAN HET BESTUUR
10. Klachten- en geschillencommissie Het bestuur heeft een klachtencommissie ingesteld, welke is samengesteld uit de bestuursvoorzitters en de voorzitter van de deelnemersraad. Daarnaast beschikt het fonds over een geschillencommissie, bestaande uit drie onafhankelijke personen. 11. Adviseurs Actuaris Het fonds wordt bijgestaan door een externe adviserend actuaris en een externe certificerend actuaris. Beiden zijn in dienst van Towers Watson B.V.. De adviserend actuaris is de heer R. Westhoff en de certificerend actuaris is de heer B.A. Weijers. Beleggingsadviseur Vanaf december 2008 heeft de beleggingscommissie zich bij haar werkzaamheden laten adviseren door de heer M. Thomassen verbonden aan AON Hewitt. Vermogensbeheer Het vermogensbeheer van het fonds is uitbesteed aan: State Street Global Advisors LTD te Amsterdam; F&C Netherlands BV te Amsterdam; Syntrus Achmea Vastgoedbeheer te Amsterdam. KAS BANK NV te Amsterdam is aangesteld als custodian en als onafhankelijke performancemeter en risicoanalist. Ook is de KAS BANK NV aangesteld voor de financiële administratie van de beleggingen. Compliance officer De voorzitters van het fonds zijn compliance officer en laten zich daarbij ondersteunen door de heer G.J. Mensch AA CB van Groenewegen Haket Ammerlaan Accountants te Den Haag. De onafhankelijke accountant De accountant voor het fonds is de heer drs. F.J. van Groenestein RA, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V te Rotterdam. Beheer pensioenfonds en -regelingen Servicekantoor AGH te Rijswijk.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
6
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Kerncijfers
2012
2011
2010
2009
2008
Maximum jaarsalaris
50.064
49.297
48.716
47.802
46.205
Franchise
18.943
18.709
18.340
17.806
17.372
Maximum grondslag
31.121
30.588
30.376
29.996
28.833
Aantal werkgevers
308
349
352
363
376
4.263
4.255
4.274
4.288
4.418
Aantal verzekerden Actieve deelnemers - waarvan arbeidsongeschikten Gewezen deelnemers (‘slapers’) Pensioengerechtigden
195
247
261
282
309
16.804
17.348
17.486
17.503
17.534
3.616
3.471
3.285
3.168
3.056
21,20%
23,20%
21,20%
21,20%
21,20%
13.303
13.611
12.117
13.352
8.616
12.888
14.588
12.138
10.462
-
13.482
14.962
15.722
13.371
12.149
1.174
1.164
1.140
1.620
1.434
10.649
9.669
8.270
7.321
6.768
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
1,25%
500.180
436.325
385.367
342.793
298.359
19.369
18.269
-
-
-
Pensioenen Premiebijdrage Kostendekkende premie Gedempte premie (Kostendekkende premie volgens abtn) Feitelijke premie Uitvoeringskosten Uitkeringen Toeslagverlening per 1 januari Actieve deelnemers
Vermogen en solvabiliteit Aanwezig vermogen Minimaal vereist eigen vermogen (PW art. 131) Vereist eigen vermogen (PW art. 132)
59.135
54.637
55.663
48.461
51.471
461.431
434.977
369.157
315.356
307.985
108
100
104
109
97
Alle verzekerden
19,3
19,6
-
-
-
Actieve deelnemers (+ arb.ongeschikten)
24,0
23,9
-
-
-
Gewezen deelnemers
24,1
23,9
-
-
-
Pensioengerechtigden
10,5
10,0
-
-
-
Pensioenverplichtingen Dekkingsgraad Duration
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen
15.772
16.085
15.182
22.515
22.921
Aandelen
164.592
144.200
154.231
142.061
104.422
Vastrentende waarden
316.474
275.417
215.170
176.539
162.102
Derivaten
1.150
-4.095
-1.482
-2.403
149
Overige beleggingen
1.249
1.190
-1.039
1.531
5.315
499.237
432.797
382.062
340.243
294.909
Jaarverslag 2012 bpf dranken
7
VERSLAG VAN HET BESTUUR
2012
Beleggingsopbrengsten
2011
2010
2009
2008
61.082
47.268
33.713
33.837
-45.520
Totale portefeuille
14,32%
12,01%
10,27%
11,20%
-12,80%
Benchmarkrendement portefeuille
14,23%
12,61%
10,03%
10,10%
-12,60%
0,17%
-0,31%
0,27%
0,52%
-0,83%
Beleggingsrendement
Z-score
Opmerking: Kostendekkende premie vanaf 2012 excl. OPI-module
Uitvoeringskosten per deelnemer / pensioengerechtigde Totaal
Aantal verzekerden
waarvan SSAGH
aantal wegingsfactor 4.263 1,0 4.263 925 0,5 463 377 0,5 189 16.804 0,0 0 3.616 1,0 3.616 8.530
Actieve deelnemers Einde deelname Afkopen Gewezen deelnemers (slapers) Pensioengerechtigden Totaal Pensioenbeheer Totale kosten pensioenbeheer Kosten per deelnemer (× € 1,00) Vermogensbeheer Belegd vermogen
1.174
574
138
67
499.237
Totale kosten vermogensbeheer
1.153
Totale kosten per deelnemer (x € 1,00) Totale kosten als % van het belegd vermogen
135 0,23%
Transactiekosten Transactiekosten als % van het belegd vermogen
179 0,04%
Kosten zijn voortdurend punt van aandacht van het bestuur. De vermogensbeheerkosten moeten beoordeeld worden aan de hand van de gekozen beleggingsstrategie van het fonds. Tegen deze achtergrond is het bestuur van mening dat de kosten acceptabel zijn. Ten aanzien van de transactiekosten merkt het bestuur op dat met name bij obligaties het moeilijk vast te stellen is wat de daadwerkelijke transactiekosten zijn. Voor aandelen en vastrentende waarden zijn de transactiekosten bepaald aan de hand van de voorgeschreven proxy-percentages van de pensioenfederatie.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
8
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Verslag van het bestuur Belangrijkste ontwikkelingen, regelgeving en overheidsbeleid In deze paragraaf komen de sociaal-economische pensioenontwikkelingen aan de orde.
en
financiële
ontwikkelingen
en
de
Sociaal-economische en financiële ontwikkelingen De wereldeconomie Wereldwijd is er nog sprake van de nasleep van de financiële crisis en het zal nog jaren duren om deze crisis te boven te komen. Gelukkig is in de tweede helft van 2012 de rust enigszins teruggekeerd op de financiële markten en is de acute paniek geluwd. Daarbij is de kapitaalvlucht uit Zuid-Europa tot stilstand gekomen. Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal hebben een zwaar bezuinigingspakket doorgevoerd en het plan om hun economieën te moderniseren, onder meer door de arbeidsmarkt te hervormen. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de financieringskraan naar banken wijd opengedraaid, waardoor zij, mits zij voldoende onderpand hebben, onbeperkt konden lenen bij de ECB. Daarnaast heeft de ECB zich bereid verklaard om ook onbeperkt te interveniëren op de staatsobligatiemarkten, onder de strikte voorwaarde dat deze landen meedoen in programma’s waarin ze zich committeren aan structurele hervormingen, betere overheidsfinanciën en een gezond bankwezen. Eind 2012 is er door 27 EU-landen een akkoord bereikt over het Europese bankentoezicht. In totaal vallen circa 200 grote banken, met meer dan 30 miljard euro op de balans, onder het nieuwe toezicht van de ECB. Deze toezichthouder krijgt ook het recht om in te grijpen bij kleinere banken wanneer ze dat nodig acht. De toezichthouder wordt in 2013 al actief en zal naar verwachting begin 2014 volledig operationeel zijn. De crisis heeft zijn weerslag op de internationale handel en dat maakt het extra moeilijk voor een open economie als Nederland. Na de aandelenmarkt staan nu de woning- en de zorgmarkt onder druk. Om economische groei voor de toekomst te bewerkstelligen bezuinigt het kabinet Rutte voor een fors bedrag in de komende jaren. De tijd zal leren of dit een positief effect heeft op de economische ontwikkelingen. Het jaar 2013 zal dan ook een sober jaar zijn. Het zal het jaar zijn waarin markten, bedrijven en huishoudens, op zoek moeten gaan naar een nieuw evenwicht en dat geldt ook voor de pensioenmarkt. Bpf dranken onderzoekt een verantwoorde verdeling tussen pensioen en kosten, die zowel jaarlijks als op de lange termijn in het nieuwe pensioencontract aan de orde is/zal komen. Levensverwachting Het Actuarieel Genootschap (AG) heeft de Prognosetafel AG 2012-2062 gepubliceerd. Het AG constateert hierin onder meer dat de levensverwachting voor zowel mannen als vrouwen toeneemt. De stijging gaat echter sneller bij mannen dan bij vrouwen. De nieuwe waarnemingen laten zien dat de sterfte sterker is gedaald dan de gemiddelde sterftedaling in de gehele waarnemingsperiode vanaf 1988. Dit was al voorzien in Prognosetafel AG 2010-2060. Door de snelle stijging bij mannen leidt gebruik van de nieuwe Prognosetafel AG 2012-2062 tot een stijging van de waarde van de verplichtingen van pensioenfondsen. Gemiddeld kunnen de verplichtingen door het gebruik van de nieuwe prognosetafel (afhankelijk van de gehanteerde rente) met ongeveer 1% toenemen. Bpf dranken heeft deze toename in levensverwachting verdisconteerd in de voorziening pensioenverplichtingen ultimo 2012 en dus ten laste van het vermogen gebracht. Hierdoor daalt de dekkingsgraad.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
9
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Dekkingsgraden van de pensioenfondsen De diverse wereldwijde sociaal-economische en financiële ontwikkelingen zijn van invloed op het tweede pijlerpensioen. Ook in 2012 daalde de langetermijnrente naar een nog lager niveau. Renteontwikkeling 10 jaars 2,95% 2,38% 1,56%
Ultimo 2010 Ultimo 2011 Ultimo 2012
20 jaars 3,53% 2,47% 2,06%
30 jaars 3,43% 2,53% 2,22%
Bron: ICC (10 en 30 jaars) en Thomson Reuters (20 jaars)
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft op 3 oktober 2012 na het sluiten van de beurzen een nieuwe rentetermijnstructuur per ultimo september gepubliceerd voor de Nederlandse pensioenfondsen waarbij voor het eerst gebruik wordt gemaakt van een zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR). De invoering van deze UFR maakt de grondslag waarmee de pensioenfondsen hun verplichtingen in de toekomst berekenen minder gevoelig voor marktschommelingen. De gemiddelde dekkingsgraad per ultimo 2012 is uitgekomen rond de 102%, een stijging in vergelijking met de 98,2% van ultimo 2011. Behalve aan gunstige ontwikkelingen op aandelenmarkten, is dit herstel voor ruim 3 procentpunt toe te schrijven aan de nieuwe berekeningsmethode van de verplichtingen op de lange termijn, de zogenoemde UFR. Dit effect van de UFR is ook terug te zien in de ontwikkeling van de dekkingsgraad van de bpf dranken. De dekkingsgraad van bpf dranken was eind 2012 108,4%. Pensioenontwikkelingen Ook in dit verslagjaar en begin 2013 is er regelgeving door de overheid en toezichthouders uitgevaardigd die het pensioenterrein raken. Regelgeving die van invloed is op de kostendekkende premie, de pensioenregeling en het herstel van het pensioenfonds. Deze regelgeving, de wijzigingen in de AOW en de nadere uitwerking van het pensioencontract zullen het nodige werk met zich mee brengen voor cao-partijen, bpf dranken en haar uitvoeringsorganisatie. Onderstaand de belangrijkste ontwikkelingen. Wijziging van de AOW-leeftijd De afgelopen jaren hebben verschillende beleidsbepalers een akkoord over de AOW gesloten. Medio 2011 hadden overheid en sociale partners overeenstemming over verhoging van de AOW-leeftijd. De inkt van dit pensioenakkoord was nauwelijks droog of de Kunduz-coalitie van de Tweede Kamer brak in met een nieuw voorstel waarin de AOW nog sneller omhoog moest gaan. Dit akkoord is vertaald in het wetsvoorstel ‘Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd’. Echter, in het regeerakkoord van VVD en PvdA van oktober 2012 is besloten tot een snellere verhoging van de AOW-leeftijd. De AOWleeftijd stijgt vanaf 2013 stapsgewijs naar 66 jaar in 2018 en naar 67 jaar in 2021. Bpf dranken kiest er niet voor om dezelfde leeftijdswijziging in de regeling door te voeren. Het is immers voor de deelnemer mogelijk om het pensioen eerder of later in te laten gaan. Overbruggingsregeling AOW Bij de verhoging van de AOW-leeftijd kunnen tijdelijke overbruggingsproblemen ontstaan voor mensen die weinig voorbereidingstijd en weinig mogelijkheden hebben om het inkomensverlies te compenseren. Om de overgang naar een hogere AOW-leeftijd te versoepelen zijn in het kader van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd overgangsmaatregelen genomen. Allereerst is daarbij van belang dat de verhoging geleidelijk wordt ingevoerd en in de eerste drie jaar beperkt is tot één
Jaarverslag 2012 bpf dranken
10
VERSLAG VAN HET BESTUUR
maand per jaar. Dit geleidelijke invoerpad geldt voor iedereen. Daarnaast is er in de Algemene Ouderdomswet (AOW) een voorschotregeling opgenomen. Ondanks de getroffen overgangsmaatregelen bij het verhogen van de AOW-leeftijd kan zich een overbruggingsprobleem voordoen. In het Regeerakkoord is aangegeven dat mensen die nu een VUTof prepensioenuitkering ontvangen tot 65 jaar, tot de doelgroep voor een overbruggingsuitkering kunnen behoren.
Deze groep wordt, na toepassing van een AOW-, een inkomens- en een
vermogenstoets, tegemoet gekomen middels een overbruggingsuitkering, een uitkering die compensatie biedt voor inkomensverlies als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd. De overbruggingsuitkering geldt tot en met 2018. Bpf dranken zal uiting geven in haar communicatie over deze overbruggingsregeling. Aanpassing Witteveenkader en verhoging pensioenrichtleeftijd Het Witteveenkader is in Nederland de begrenzing van de fiscale facilitering van de pensioenopbouw. Het voornemen is dit Witteveenkader per 1 januari 2014 te wijzigen. Hierdoor wordt het maximale opbouwpercentage voor middelloon regelingen verlaagd van 2,25% naar 2,15%. De pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd naar 67 jaar voor pensioenopbouw vanaf 2014. De staatssecretaris SZW heeft onlangs in een brief aan de Eerste Kamer aangegeven dat het op grond van de Pensioenwet voor de pensioenuitvoerder mogelijk is om, zonder tussenkomst van individuele deelnemers, voor zowel bestaande als nieuwe pensioenaanspraken één pensioenleeftijd te hanteren. Deze collectieve omzetting is alleen mogelijk onder de voorwaarde dat individuen de mogelijkheid krijgen de pensioenleeftijd terug te zetten. Het regeerakkoord voorziet in een verdere aanpassing van het Witteveenkader per 2015. Het pensioengevend salaris bedraagt dan maximaal € 100.000 en de maximale opbouw voor middelloonregelingen is dan 1,75%. Cao-partijen hebben al aan het bestuur van bpf dranken aangegeven, dat er voorbereidingen getroffen moeten worden om de pensioenrichtleeftijd per 2014 naar 67 jaar te verhogen. Het nieuwe pensioencontract Eind mei 2012 heeft de Minister van SZW de nieuwe spelregels (financieel toetsingskader) uitgebracht voor de pensioensector, in de vorm van een hoofdlijnennota, waarmee de aanvullende pensioenen transparanter en beter bestand tegen financiële schokken moeten worden. De belangrijkste elementen van het nieuwe toetsingskader zijn:
Sociale partners en pensioenfondsen moeten vooraf transparant zijn over de verdeling van financiële risico’s, zodat jongeren en ouderen weten waar ze aan toe zijn.
Fondsen zullen naar de deelnemers toe helder moeten communiceren over deze risico’s en over de gevolgen hiervan voor de koopkracht van hun pensioen. Deelnemers hebben recht op een realistisch beeld, ook over het wel of niet volledig indexeren van het pensioen.
Fondsen worden minder afhankelijk van dagkoersen op de financiële markten.
Het wettelijk kader zorgt ervoor dat in de contracten beter rekening gehouden wordt met de benodigde financiering voor indexatie.
Er komt één nieuw toetsingskader, met dezelfde uitgangspunten voor bestaande en nieuwe contracten. In de nieuwe (reële) pensioencontracten moeten direct maatregelen worden genomen bij financiële tegenvallers, maar die maatregelen mogen over tien jaren worden gespreid. Hierdoor kunnen financiële schokken voor de pensioendeelnemers geleidelijker worden verwerkt. Het overhevelen van oude pensioenrechten naar het nieuwe (reële) contract is volgens SZW in beginsel juridisch mogelijk maar in de uitvoering een zaak van sociale partners en pensioenfondsbesturen. Het is ook aan sociale partners of zij het huidige (nominale) pensioencontract willen voortzetten of over willen stappen op het
Jaarverslag 2012 bpf dranken
11
VERSLAG VAN HET BESTUUR
nieuwe (reële) contract. De minister zal in de pensioenwetgeving wel waarborgen opnemen om dit zogenoemde ‘invaren’ zorgvuldig te laten gebeuren. De Staatssecretaris van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat de invoering van het herziene financieel toetsingskader (FTK) uitgesteld wordt tot 1 januari 2015. Voor de zomer van 2013 zal een externe commissie met onafhankelijke deskundigen een advies uitbrengen over de Ultimate Forward Rate (UFR). Dan moeten ook de resultaten bekend zijn van de pilot “invaren van oude rechten in het nieuwe pensioencontract”, die de Staatssecretaris samen met de pensioensector begin 2013 zal starten. Rond de zomer volgt tevens een openbare consultatie over het conceptwetsvoorstel dat nu wordt voorbereid. Streven is om het wetsvoorstel rond kerst 2013 aan de Kamer aan te bieden. AFM en DNB hebben een speciale editie van de Nieuwsbrief Pensioenen gepubliceerd, waarin de voorbereiding van pensioenfondsen op het nieuwe pensioenstelsel centraal staat. De toezichthouders willen fondsen op weg helpen, zodat zij op 1 januari 2015 klaar zijn voor het nieuwe financieel toetsingskader (FTK). Uit een meting blijkt verder dat een ruime meerderheid van de pensioenfondsen al bezig is zich voor te bereiden op het nieuwe stelsel. (Een delegatie van) cao-partijen overlegt met (een delegatie van) het bestuur van bpf dranken hoe de nieuwe vormgeving er uit moet zien en hoe de inhoud moet luiden. Uiteindelijk zullen cao-partijen beslissen over het kader waarbinnen een herzien pensioencontract tot stand komt. Het Septemberpakket De Staatssecretaris van SZW heeft op 24 september 2012 een pakket maatregelen gepresenteerd waarmee pensioenfondsen hun financiële positie versneld en verantwoord op orde kunnen brengen. Pensioenfondsen krijgen hiermee extra mogelijkheden om forse verlaging van pensioenen te voorkomen en de toekomstbestendigheid van pensioenregelingen te verbeteren. De maatregelen zijn afgestemd met De Nederlandsche Bank, die toezicht houdt op de pensioenfondsen.
De Nederlandsche Bank past de rekenrente voor pensioenfondsen aan. Om de waarde van hun verplichtingen over 20 tot 60 jaar vast te stellen, wordt vanaf 30 september 2012 een aangepaste methode gebruikt, waarin een ‘Ultimate Forward Rate’ is verwerkt. Deze maakt de rente minder gevoelig voor schommelingen op de financiële markten.
Pensioenfondsen met een dekkingstekort krijgen in 2013 de mogelijkheid om eenmalig af te wijken van de eis dat de pensioenpremie moet bijdragen aan herstel. Pensioenfondsen die niet voldoen aan de voorwaarden voor deze adempauze, kunnen De Nederlandsche Bank om maatwerk verzoeken.
Pensioenfondsen krijgen de mogelijkheid om noodzakelijke verlagingen van pensioenen over meerdere jaren te spreiden en te beperken tot maximaal 7% per jaar. Fondsen die gebruik willen maken van de mogelijkheid om pensioenen geleidelijk te verlagen en fondsen die maatwerk met de adempauze voor premiestijging willen, moeten hun pensioenregeling wel op 3 punten aanpassen. Doel daarvan is de regelingen robuuster te maken en al aan te laten sluiten bij de aanstaande verhoging van de pensioenleeftijd en verdere toename van de levensverwachting. 1. De richtleeftijd voor pensioenopbouw, die in 2014 van 65 naar 67 jaar wordt verhoogd, moet al in 2013 omhoog; 2. Verdere stijging van de levensverwachting moet al in bestaande pensioenaanspraken worden doorberekend;
Jaarverslag 2012 bpf dranken
12
VERSLAG VAN HET BESTUUR
3.
Pensioenfondsen die de pensioenen nu mogen verhogen als hun dekkingsgraad boven de 105% komt, mogen vanaf volgend jaar pas indexeren als hun dekkingsgraad boven de 110% komt.
De aanpassingen leiden tot een verlaging van de kosten voor pensioenfondsen en lopen vooruit op een eerder aangekondigde aanpassing van de wettelijke financiële eisen die – in het financieel toetsingskader – aan pensioenfondsen worden gesteld. Pensioenfondsen kunnen de maatregelen al meteen invoeren. Er is geen wetswijziging voor nodig. Het bestuur van bpf dranken heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheden geboden door DNB zoals de zogenoemde adempauze of het maatwerk. Herstelplannen Uiterlijk ultimo 2013, voor de meeste fondsen het einde van de hersteltermijn, dient het fonds weer een minimaal vereiste dekkingsgraad van ongeveer 105% te hebben. Bepalend voor de te treffen maatregelen is de stand van zaken van de herstelplannen per 31 december 2012. Volgens DNB hebben 68 fondsen per 1 april 2013 de pensioenen verlaagd. Een vijftal fondsen heeft dit al per 1 januari 2013 gedaan. De toezichthouder geeft aan dat zowel het aantal betrokken pensioenfondsen als de gemiddelde verlaging gunstiger uitkomt dan DNB een jaar geleden verwachtte. Toen was nog sprake van ruim 100 fondsen die zouden moeten verlagen. Niettemin zullen enkele miljoenen gepensioneerden en werknemers rechtstreeks door de maatregelen worden getroffen en liggen bij circa 40 fondsen in 2014 aanvullende maatregelen in het verschiet. Het feit dat zo’n 80 procent van de circa 350 pensioenfondsen geen verlaging hoeft door te voeren is op zichzelf goed nieuws. Een fors aantal van die fondsen zal de pensioenen (ook) dit jaar echter niet kunnen aanpassen aan de loon- of prijsontwikkeling. De dekkingsgraad van bpf dranken ontwikkelt zich goed. Het bestuur hoefde in 2013 geen korting van de pensioenaanspraken door te voeren en verwacht ook in 2014 geen korting te hoeven aan te kondigen. Versterking bestuur pensioenfondsen en medezeggenschap Op 31 januari 2012 is het initiatief wetsvoorstel Koşer Kaya Blok door de Eerste Kamer aangenomen. Het besluit tot inwerkingtreding van de initiatiefwet is in januari 2013 gepubliceerd. De initiatiefwet zal als gevolg van dit besluit op 1 juli 2013 in werking treden. Op grond van de initiatiefwet hebben pensioenfondsen een jaar de tijd om aan de wet te voldoen, zodat de bepalingen uit deze wet vanaf 1 juli 2014 materieel effect zullen hebben. Als het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen door het parlement wordt aanvaard, dan zullen de bepalingen uit dit wetsvoorstel geldend recht worden en niet die uit de initiatiefwet. Mocht het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen niet door het parlement worden aanvaard, dan is door deze aanpak zeker gesteld dat de bepalingen met betrekking tot een evenwichtige bestuurssamenstelling uit de initiatiefwet ook materieel in werking treden. Het initiatiefwetsvoorstel Koşer Kaya Blok richt zich met name op de bestuursparticipatie van pensioengerechtigden. In het voorstel van de minister wordt gekozen voor een integrale aanpak van de governance en medezeggenschap. Het onderhavige wetsvoorstel wijkt op enkele punten af van het voorstel van Koşer Kaya Blok, juist vanwege de integrale aanpak en de noodzaak de bestuurbaarheid te garanderen. Ook is de raadpleging onder pensioengerechtigden vervangen door een automatische deelname van deze geleding aan het paritaire bestuur. Verder vervallen de adviesrechten van de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad. Op het moment dat alle geledingen (werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden) zitting hebben in het bestuur, kan overlap van zeggenschap en medezeggenschap worden opgeheven. Hiermee komt stroomlijning van taken en organen tot stand. Het bestuur van bpf dranken heeft het onderwerp ‘governance’ in studie genomen. Op 28 mei
Jaarverslag 2012 bpf dranken
13
VERSLAG VAN HET BESTUUR
2013 heeft de meerderheid van de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen. Het wetsvoorstel is nu aan de Eerste Kamer verzonden. Toezichtthema’s 2013 De Agenda 2013 van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) telt negen toezichtthema's:
Productaanbieders stellen het belang van de klant centraal;
Kwaliteit van financiële dienstverlening wordt beter;
Vermogensopbouwproducten en de advisering daarover worden verbeterd;
Niet-retailklanten krijgen een passende dienstverlening van financiële ondernemingen;
Pensioenen worden transparant en passend;
De kwaliteit van governance, verslaggeving en accountantscontrole gaat omhoog;
De effectenmarkten functioneren eerlijk en efficiënt en de infrastructuur blijft bestendig;
Gedragstoezicht draagt bij aan stabiliteit van het financiële stelsel;
Bedreigingen van de integriteit van de financiële sector worden effectief aangepakt.
DNB heeft onlangs haar thema’s voor het toezicht in 2013 in een brochure gepubliceerd. Zij geeft aan dit jaar onder meer extra aandacht te besteden aan het vergroten van de weerbaarheid van de financiële sector. Risicobeheer, bestuur en cultuur, en de kwaliteit van toezichtrapportages zijn enkele andere speerpunten. DNB verwacht van de onder toezicht staande instellingen dat zij aan de slag gaan met de in de brochure genoemde aandachtsgebieden. Verder kondigt DNB de start van drie thema-onderzoeken bij pensioenfondsen aan: naar vermogensbeheercontracten, naar de beheersing van renterisico en naar de beheersing van marktrisico in het algemeen. Ook gaat DNB in 2013 bij fondsen onderzoeken of zij in control zijn als het gaat om de uitbesteding van hun pensioenadministratie. Daarnaast kijkt DNB onder meer naar de risico’s van commercieel vastgoed, informatiebeveiliging en de kwaliteit van het bestuur. Bpf dranken zal aandacht besteden aan deze thema’s en zich ervan vergewissen of zij nog steeds in control is voor wat betreft de pensioenadministratie. Artikelen 5, 6 en 7 van de Wet Bpf 2000 De artikelen 5, 6 en 7 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000) en de overeenkomstige bepalingen in de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb) beogen te voorkomen dat ondernemingen, die gelieerd zijn aan verplichtgestelde pensioenfondsen, oneigenlijk concurrentievoordeel kunnen behalen. De Tweede Kamer heeft op 17 april 2012 het wijzigingsvoorstel aangenomen en de Eerste Kamer heeft dit wetsvoorstel op 22 mei 2012 als hamerstuk aangenomen. De belangrijkste wijzigingen van de huidige artikelen 5 tot en met 7 van de Wet Bpf 2000 zijn:
het verbod op het gebruik van de naam en beeldmerken van het bedrijfstakpensioenfonds in het economisch verkeer wordt beperkt tot communicatie met consumenten (en werkgevers) over financiële producten;
de naam en het beeldmerk van het bedrijfstakpensioenfonds mogen in de richting van consumenten en werkgevers wel worden gebruikt wanneer uitsluitend informatie wordt gegeven over de wijze waarop financiële producten zich verhouden tot een pensioenregeling van het fonds;
een pensioenuitvoeringsorganisatie mag bij de uitvoering van een pensioenregeling uitsluitend de naam of het merk van het pensioenfonds gebruiken.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
14
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Advies over heroverweging systeem van waardeoverdracht De Stichting van de Arbeid (STAR), het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie hebben op verzoek een advies gestuurd aan de minister van SZW voor een heroverweging van het huidige systeem van waardeoverdracht. De massale overgang naar middelloonregelingen, de ijbetalingsproblematiek en de toekomstige overgang naar het nieuwe pensioencontract maken een aanpassing van de rekenregels voor waardeoverdracht noodzakelijk. De STAR, het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie hechten aan individuele keuzevrijheid van werknemers voor het overdragen van opgebouwde pensioenaanspraken naar de pensioenregeling van een nieuwe werkgever. Zij willen daarom onderzoeken of het recht op waardeoverdracht in stand kan worden gehouden. De nieuwe systematiek moeten rekening houden met de contouren van het nieuwe FTK. De drie partijen willen samen met vertegenwoordigers van SZW en deskundigen uit het pensioenveld de komende maanden, in samenhang met de uitwerking van het nieuwe FTK, een vervolgadvies voorbereiden. Voor een gelijktijdige aanpassing van de Pensioenwet moet het dossier in 2013 tijdig worden afgerond. Beloningsbeleid pensioenfondsen en terugstortingen De Staatssecretaris van SZW heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de salarisstructuur van pensioenfondsen en pensioenuitvoeringsorganisaties, alsmede over het desgewenst beschikbaar stellen van informatie over terugstortingen in het verleden aan deelnemersraden of verantwoordingsorganen. De staatssecretaris wijst erop dat een pensioenfonds op grond van ‘het Besluit beheerst beloningsbeleid Wft’ een beloningsbeleid moet hanteren dat niet aanmoedigt tot het nemen van meer risico’s dan voor dat fonds aanvaardbaar is. De sector werkt zelf aan de Code Pensioenfondsen waarin regels omtrent een beheerst beloningsbeleid verder worden uitgewerkt. Bij pensioenuitvoeringsorganisaties is de situatie divers, maar pensioenfondsen zullen bij een besluit tot uitbesteding de beloningsstructuur van de pensioenuitvoerder meewegen, daarbij het belang van de deelnemers voorop stellen en ook oog hebben voor wat maatschappelijk verantwoord is. De staatssecretaris meldt verder dat de Pensioenfederatie alle aangesloten fondsen heeft opgeroepen om verzoeken van eigen deelnemersraden en verantwoordingsorganen om informatie over terugstortingen in het verleden waar mogelijk te honoreren (en zo nodig in het jaarverslag over 2013 hier aandacht aan te besteden). Sociaal akkoord 2013 Kabinet en sociale partners zijn het eens geworden over een mix van maatregelen om economisch herstel op korte termijn te stimuleren en de arbeidsmarkt aan te passen aan de wensen en eisen van de 21e eeuw. Daarbij wordt gekozen voor een actievere aanpak om werkloosheid te voorkomen en mensen van werk naar werk te helpen, het liefst vóór ze in de WW komen. e Bij de totstandkoming van dit akkoord zijn ook de AOW en het 2 pijler pensioen besproken. Het maximaal fiscaal gefaciliteerde percentage voor het opbouwen van de pensioenvoorziening wordt met 0,4% verlaagd. Bovendien vervalt de facilitering van pensioen boven een pensioengevend loon van € 100.000 per jaar. Het kabinet roept - ter ondersteuning van de koopkracht – sociale partners op pensioenpremies te verlagen, voor zover de financiële positie van het pensioenfonds dit toelaat. Sociale partners hebben aangegeven hier alternatieven voor of aanvullingen op te willen bedenken. Het kabinet geeft voor de uitwerking tot eind mei 2013 de gelegenheid, met een maximaal budgettair beslag van structureel € 250 miljoen. Op 1 januari van dit jaar is de AOW-leeftijd voor de eerste keer verhoogd, met een maand. Ter overbrugging voor mensen met een laag inkomen, die in een vut-regeling zitten en zich hier niet op hadden kunnen voorbereiden, wordt een overbruggingsregeling AOW-verhoging ingevoerd. In reactie op het verzoek van sociale partners om deze regeling uit te breiden, zal het kabinet het bereik van de
Jaarverslag 2012 bpf dranken
15
VERSLAG VAN HET BESTUUR
overbruggingsregeling uitbreiden tot deelnemers met een inkomen tot 200% WML (300% WML voor paren). Het sociaal akkoord moet nog worden goedgekeurd door de achterbannen van de organisaties van werkgevers en werknemers. Er is op dit moment sprake van een ’onderhandelaarsakkoord’. Het kabinet gaat het parlement steun vragen voor de gemaakte afspraken. De voorstellen zullen daarna, in overleg met sociale partners en parlement, verder worden uitgewerkt in wetgeving. Europa Toenemende invloed Europa Ook de Europese overheid in Brussel bemoeit zich met het pensioendossier. Die bemoeienis is beperkt vanwege het subsidiariteitsbeginsel op grond waarvan de lidstaat soevereiniteit heeft voor wat betreft het te voeren beleid op het pensioendossier. Bij de toenemende Europese integratie wordt die subsidiariteit echter meer en meer afgewogen tegen onderwerpen zoals vrijheid van verkeer, arbeidsparticipatie (waarbij de mobiliteit een rol speelt), waardeoverdracht en de kredietwaardigheid van de lidstaten. Herziening IORP Directive In 2003 is de IORP Directive (Directive on the activities and supervision of institutions for occupational retirement provision) in werking getreden. Doel van de richtlijn is het creëren van een Europese interne markt voor de oudedagsvoorziening in de tweede pijler. Werkgevers worden in staat gesteld om de pensioenvoorziening van hun onderneming onder te brengen in een andere lidstaat. Omgekeerd hebben pensioenfondsen de mogelijkheid gekregen om te werken voor werkgevers in één of meer andere lidstaten. Vertegenwoordigers van Europese werkgevers, werknemers en pensioenfondsen hebben eind 2012 een gezamenlijk standpunt ingenomen over de herziening van de IORP-richtlijn en de bijbehorende Quantitative Impact Study (QIS). Zij zijn van mening dat sociale partners, pensioenfondsen en de gehele pensioensector gehoord moeten worden in de politieke discussie over de herziening. De partijen wijzen op het belang van een realistisch tijdschema voor de herziening, die de adequaatheid en houdbaarheid van werkgerelateerd pensioen moet verbeteren en geven aan geen voorstander te zijn van een Solvency II-achtig toezicht op pensioenfondsen. Een opvatting die door het bestuur van bpf dranken wordt onderschreven. Financial Transaction Tax De Europese Commissie is in september 2011 met het voorstel gekomen om een belasting te heffen op financiële transacties. De Europese Commissie heeft met Financial Transaction Tax (FTT) twee doelen. Ten eerste heeft de financiële sector een grote rol gespeeld bij het ontstaan van de crisis; via de FTT wordt zij gedwongen bij te dragen aan het herstel. Ten tweede draagt de FTT bij aan versterking van de Europese interne markt; er zal meer concurrentie komen en risicovolle acties op de financiële markten zullen worden vermeden. De pensioenfederatie heeft in een positionpaper aan de Europese Commissie uitgelegd dat FTT voor de Nederlandse pensioensector een bedreiging betekent, omdat de kosten ervan aan de gepensioneerden doorberekend zullen worden. Daarbij bestaat de vrees dat er niet alleen directe kosten ontstaan, maar ook indirecte die door banken of andere financiële instellingen voor transacties aan pensioenfondsen worden doorberekend. Het is niet ondenkbaar dat pensioenfondsen, die juist op de lange termijn beleggen, gedwongen worden over te stappen op meer liquide beleggingsvehikels om aan deze belastingverplichtingen op de korte termijn te kunnen voldoen. Het bestuur van bpf dranken onderzoekt de impact van deze belastingmaatregel. Zij verwacht dat dit tot een aanzienlijke kostenpost zal leiden die jaarlijks terugkeert. Dit gaat ten kosten van de gelden beschikbaar voor pensioen.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
16
VERSLAG VAN HET BESTUUR
SEPA (Single Euro Payments Area) SEPA zorgt voor één Europese betaalmarkt. Eén Europese betaalmarkt betekent een efficiënt Europees betalingsverkeer. De gedachte hierachter is dat door het wegnemen van internationale barrières en onderlinge verschillen de Europese economie makkelijker kan uitgroeien tot één van de sterkste economieën ter wereld. Er komt hiermee een einde aan kostenverschillen voor betalingen tussen verschillende Europese landen. Dit alles betekent echter wel dat alle bankrekeningen een ander nummer gaan krijgen. Dit betekent dus voor de uitkeringsadministraties dat alle betalingsrekeningen gemuteerd moeten worden. SEPA moet met ingang van 1 februari 2014 gerealiseerd zijn. Pensioenfondsen/uitvoerders moeten deze implementatie op grond van een plan van aanpak uitvoeren. Bpf dranken heeft een plan van aanpak om SEPA tijdig en goed te implementeren.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
17
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Bestuurlijke aangelegenheden Bestuur Het bestuur van het fonds heeft het afgelopen jaar vijfmaal vergaderd, te weten op: 2 februari, 8 maart, 31 mei, 4 oktober en 29 november 2012. In deze vergaderingen zijn de volgende onderwerpen besproken: ingekomen stukken waaronder brieven van de toezichthouders, het crisisplan, het risicomanagement, de evaluatie van het herstelplan en de ontwikkeling van de dekkingsgraad, de rapportage vermogensbeheer, de rapportage administratie, het overzicht klachten en geschillen en de pensioenactualiteiten. In de vergadering van 21 december 2011 heeft het bestuur een zelfevaluatie gedaan (zie paragraaf goed pensioenfonds-bestuur). Hieronder wordt nader ingegaan op specifieke onderwerpen behandeld en/of besluiten genomen in deze vergaderingen. Wijzigingen statuten, ABTN en reglementen In de maart-vergadering zijn de statuten en het pensioenreglement I aangepast. De statutenwijziging betreft de verplichting tot het aanmelden van deelnemers. In het pensioenreglement zijn opgenomen: het opbouwpercentage voor 2012 van 1,5%, de gewijzigde facturatiesystematiek, de verplichting tot het aanmelden van deelnemers, het minimumpensioen en de aanspraken bij einde deelneming. In de bestuursvergadering van mei 2012 is de gesplitste kortingsregeling en de verlaging van de toeslagambitie naar 70% van de algemene loonstijging in het pensioenreglement opgenomen. Het uitvoeringsreglement is in het verslagjaar aangepast voor wat betreft de geactualiseerde incassoprocedure, de vermelding van de premie 2011 op 23,2% en de eerder genoemde aangepaste toeslagambitie. Het bestuur heeft overeenkomstig haar beleid en de eerder genoemde reglementswijzigingen de ABTN aangepast. Evaluatie herstelplan Het jaar 2012 In de bestuursvergadering van februari heeft het bestuur de bij DNB in te dienen evaluatie van het hertstelplan besproken. Uit deze evaluatie blijkt dat de dekkingsgraad tijdig op de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,5% kan komen. Ook op de langere termijn is er, blijkens deze evaluatie, voldoende herstel te zien. Het aantal variaties die zijn doorgerekend geven eenzelfde resultaat te zien. Zowel bij een verondersteld rendement van 4,7% als bij een verondersteld rendement van 5,7% wordt tijdig een dekkingsgraad boven het vereiste minimum gehaald. Het bestuur heeft de evaluatie vastgesteld en goedgekeurd voor indiening bij DNB en geconcludeerd dat er geen extra maatregelen nodig zijn. Het jaar 2013 De ontwikkeling van de dekkingsgraad van bpf dranken verliep in 2012 niet geheel in lijn met het herstelplan. De dekkingsgraad bedroeg ultimo 2012 108,4% en moest volgens het herstelplan 109,9% bedragen. De vereiste dekkingsgraad ultimo 2012 is 112.9%. In de maand april 2013 bedroeg de voorlopige dekkingsgraad 111,0%. Op 8 februari 2013 heeft het bestuur de evaluatie van het herstelplan bij DNB ingediend. Op grond van deze evaluatie is vastgesteld dat bij de dekkingsgraad van 108,4% het naar verwachting mogelijk moet zijn om op 31 december 2013 de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,2% te bereiken. Bpf Dranken hoeft niet op 1 april 2013 de pensioenen te verlagen en voor 2014 is er geen korting aangekondigd. Consistentietoets en continuïteitsanalyse. Het bestuur heeft in de maart-vergadering de consistentietoets en de continuïteitsanalyse besproken.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
18
VERSLAG VAN HET BESTUUR
In die vergadering is, met instemming van cao-partijen, besloten om de ambitie reglementair en in communicatieuitingen te verlagen naar 70% van de algemene loonstijging, waardoor een minimaal beoogde toeslagverwachting van 49% ontstaat. Hierdoor is voldaan aan de consistentievereisten. Uit de continuïteitsanalyse is naar voren gekomen, dat het deflatiescenario een negatieve impact heeft op de nominale dekkingsgraad en het stagflatierisico een negatieve impact heeft op de reële dekkingsgraad en daarmee op de koopkrachtontwikkeling van de deelnemers. Verder is geconcludeerd dat de financiële ontwikkeling van het pensioenfonds op grond van deze analyse naar verwachting positief is. Daarnaast is de verwachte cumulatieve toeslagverlening voor actieven en niet actieven na de komende 15 jaar ca. 27% van de loonindex. De kans op dekkingstekort over de gehele looptijd is volgens deze analyse ca. 34%. Risicomanagement De commissie risicomanagement heeft een aantal verbeterpunten, gebaseerd op de eerder gedane FIRM-analyse doorgevoerd en het crisisplan opgesteld. Ultimo juni 2012 bedroeg de dekkingsgraad van bpf dranken 96,3% en lag daarmee onder de in het crisisplan vastgelegde kritische ondergrens bij een resterende looptijd van zowel één als twee jaar. Gelet hierop is op 23 juli 2012 overleg van het crisisteam geweest. Het crisisteam heeft besloten de ontwikkeling van de rentetermijnstructuur nauwgezet te volgen en in het bijzonder de toen nog te verwachten invoering van de Ultimate Forward Rate. Het bestuur, de deelnemersraad en cao-partijen zijn hierover geïnformeerd. Gelet op de verdere positieve ontwikkeling van de dekkingsgraad is er geen aanleiding geweest voor het crisisteam om verdere maatregelen te treffen. Communicatiebeleidsplan Binnen het bestuur leefde de wens om tot een meer strategische basis voor de communicatie naar deelnemers, werkgevers en gepensioneerden te komen. Dit heeft ertoe geleid dat er in de zomer van 2011 een onderzoek is gehouden onder de drie doelgroepen naar hun pensioenbewustzijn, hun mening over de huidige communicatie en hun communicatiebehoefte. De uitkomsten van dit onderzoek hebben als basis voor een communicatiebeleidsplan gediend. Kort samengevat zijn de strategische uitgangspunten van dit communicatiebeleidsplan: het maximaliseren van het pensioenbewustzijn; het verkleinen van de afstand met betrokkenen; communicatie is een gedeelde verantwoordelijkheid van pensioenfonds en betrokkenen. Jaarverslag 2011 In de vergadering van 31 mei 2012 heeft het bestuur het Jaarverslag 2011 vastgesteld en goedgekeurd. Voorafgaand aan de behandeling van het jaarverslag zijn de bevindingen van de accountant en de certificerende actuaris gehoord. De onafhankelijke accountant heeft bij de bespreking zijn verslag, rekening houdende met het redelijke niveau van de basisgegevens, als eindconclusie aangegeven dat de interne beheersing van de administrateur goed is te noemen. De certificerende actuaris heeft bij de bespreking van zijn rapport onder meer de vraag gesteld of het standaardmodel voor de bepaling van het vereist vermogen nog passend is. In het overleg met deze actuaris is dit onderzocht en geconcludeerd dat het standaardmodel nog passend is. Deskundigheid en opleiding Ook in dit verslagjaar is het deskundigheidsplan weer geactualiseerd, waarbij de deskundigheid van het bestuur aan de hand van de driepuntsschaal wordt weergegeven. Er zijn twee deskundigheidsniveaus voor het bestuur te onderscheiden. Deskundigheidsniveau 1 is het minimumniveau van deskundigheid waarover het individuele bestuurslid bij diens aantreden dient te
Jaarverslag 2012 bpf dranken
19
VERSLAG VAN HET BESTUUR
beschikken. Getoetst wordt op kennis en inzicht. Het bestuurslid is per aandachtsgebied bekend met een aantal relevante begrippen, de betekenis ervan, de vindplaats van nadere informatie en de reikwijdte van de begrippen voor zijn fonds. Voor het bestuur als collectief geldt het deskundigheidsniveau 2. Daarbij zijn kennis, inzicht en oordeelsvorming van belang. In aanvulling op niveau 1 moeten één of meerdere leden van het bestuur in staat zijn op de desbetreffende aandachtsgebieden tot een afgewogen oordeel te komen over de te maken beleidskeuzes. Hieraan is voldaan, waardoor het bestuur in staat is om adequaat sturing te geven aan processen en werkzaamheden van het fonds. In het deskundigheidsplan zijn tevens de opleidingswensen van een aantal bestuursleden opgenomen. Het bestuur heeft besloten de gewenste opleidingen geheel te vergoeden onder de voorwaarde dat het bestuurslid ten minste drie jaar aan het fonds verbonden blijft. Uitgangspunt is dat het fonds over een redelijke periode rendement zou moeten hebben van de investering en dat er gestuurd wordt op continuïteit. Verlaat een bestuurslid eerder dan de afgesproken drie jaar het bestuur, dan dient het bedrag naar rato terugbetaald te worden aan bpf dranken. Opleidingsdagen Het bestuur van bpf dranken heeft in 2012 twee opleidingsdagen gehouden. Op 12 juni is door de door de heer mr. E.W. Martens een inleiding verzorgd met als onderwerp ‘Strategische Brainstormsessie bpf dranken’. Professor dr. H. Strikwerda heeft zijn visie gegeven over de toekomst van bpf dranken. De heer A.J.H.J. Emmen heeft op die dag zijn ervaringen gedeeld over samenwerking in een shared service center. De belangrijkste conclusies uit de gedachtewisseling bij e het bestuur naar aanleiding van deze presentaties zijn: het 2 pijlerpensioen staat onder druk, er is een consolidatie slag gaande in de pensioensector, organiseer de toekomst van bpf dranken met als uitgangspunt behoud van autonomie en focus op professionaliteit en kostenbeheersing. In de opleidingsdag van 29 november 2012 is een vervolg hieraan gegeven met als centrale vraag “wat is van significante meerwaarde voor de toekomstige positie van bpf dranken”. Voor de beantwoording van deze vraag is in een open discussie nader ingegaan op: de rol van cao-partijen en van het pensioenfondsbestuur, de sterktes en zwaktes en de kansen en bedreigingen van bpf dranken. De uiteindelijke SWOT-analyse is in de bestuursvergadering van maart 2013 vastgesteld en goedgekeurd. Afgesproken is om deze bestuursopvatting met cao-partijen te delen. Basisopleiding en Masterclass Pensioenen Het bestuur heeft besloten om voor belangstellende werknemers werkzaam in de Drankindustrie een basisopleiding pensioen te organiseren als bijdrage voor het bevorderen van het pensioenbewustzijn. Daarnaast is besloten om voor nieuwe bestuursleden een Masterclass Pensioenen te verzorgen. Governance en compliance Op 17 september 2012 heeft het bestuur de commissies besproken en bemenst. Het bestuur nodigt haar leden uit door middel van een specifiek agendapunt in de vergadering meldingen te doen in het kader van de gedragscode. In het verslagjaar is tweemaal overleg over de compliance geweest. Bij dat overleg zijn de compliance officers, het compliance bureau en de externe onafhankelijke accountant betrokken geweest. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat de procedures over de gedragscode bij iedereen bekend zijn gemaakt. Op grond van de retour gekomen verklaringen is vastgesteld dat de afspraken ingevolge de gedragscode zijn nagekomen. Ingezonden verklaringen van naleving gedragscode worden strak gemonitord. Begroting en vergoedingen 2013 Het bestuur heeft in de november-vergadering een begroting 2013 vastgesteld.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
20
VERSLAG VAN HET BESTUUR
In die begroting is uitgegaan van een vergoeding voor 2013 voor: - Voorzitter € 2.500,-- per jaar. - (Dagelijks) Bestuur € 770,-- per vergadering - Plv. bestuur € 770,-- per vergadering bij vervanging, tenzij er sprake is van inwerken, dan geldt € 385,-- per vergadering. - Deelnemersraad € 307,50 per vergadering. - Verantwoordingsorgaan € 289,-- per vergadering. Normportefeuille en beleggingsplan In de decembervergadering heeft het bestuur het strategisch beleggingsbeleid en de normportefeuille 2013 vastgesteld. De hoofdlijnen van het beleggingsplan 2013 zien er als volgt uit: de rentehedge blijft staan op 75% (economisch). Omdat de Ultimate Forward Rate (UFR) is ingevoerd, is besloten om niet meer 75% over elke bucket te hedgen. Hierdoor is de afdekking op het lange stuk verlaagd en met name rondom de 20 jaars buckets verhoogd. de valutahedge wordt op 100% voor vastrentende waarden gehouden. Voor aandelen wordt de valutahedge voor de US dollar op 50% en voor het Britse Pond Sterling en de Japanse Yen op 75% gezet. de verdeling zakelijke versus vastrentende waarden blijft gehandhaafd; de participatie in vastgoed wordt niet uitgebreid. Afkoop kleine pensioenen Het bestuur heeft in principe besloten om pensioenen kleiner dan € 150,-- af te kopen. Aan dit besluit is vooralsnog geen uitvoering gegeven vanwege de lage rente ultimo 2011. Besloten is hieraan uitvoering te geven wanneer de dekkingsgraad op het niveau van ca. 105% is uitgekomen. De deelnemersraad heeft het bestuur positief geadviseerd over het voornemen om pensioenen kleiner dan € 150,-- af te kopen. SEPA en Quinto P Op 1 oktober 2012 is het plan van aanpak SEPA operationeel geworden. De uitvoering van dit plan wordt in de bestuursvergadering besproken. De implementatie van SEPA zal op 1 februari 2014 gerealiseerd moeten zijn. Het bestuur heeft de DNB-brief inzake Quinto P besproken en geconstateerd dat er bij de transitie geen onvoorwaardelijk vrijwaring is verleend aan Syntrus Achmea voor de overgedragen archieven. Gelet hierop heeft het bestuur Syntrus Achmea op voorhand aansprakelijk gesteld voor het ontbreken van brondocumenten. Premie en parameters 2013 In de bestuursvergadering van 29 november 2012 en in een schriftelijke procedure gehouden in de maand januari 2013 zijn de premie en parameters 2013 vastgesteld. Het bestuur heeft, na overleg met partijen betrokken bij de cao voor de Drankindustrie, besloten om de kostendekkende premie en de pensioenopbouw op resp. 21,95% en 1,55% van de pensioengrondslag vast te stellen. In deze premie en het opbouwpercentage is 0,75% extra premie en 0,05% extra opbouw voor 2013 verdisconteerd, omdat cao-partijen hebben besloten om een deel van de 3,94% oude VUT-premie voor de premie en opbouw 2013 te bestemmen. Daarnaast is besloten om geen toeslag te verlenen aan de (gewezen) deelnemers en de pensioentrekkers.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
21
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Deelnemersraad De deelnemersraad heeft in 2012 vijf keer vergaderd, waarvan twee keer met het bestuur, te weten op 29 februari, 15 maart, 31 mei, 18 oktober en 29 november 2012. In deze vergaderingen heeft de deelnemersraad zich uitgebreid laten informeren over het de evaluatie van het herstelplan, het vermogensbeheer, de ontwikkeling van de dekkingsgraad en de pensioenactualiteiten. Kennisverdieping In de bijeenkomst van 29 februari 2012 is de deelnemersraad bijgepraat over het strategisch beleggingsbeleid, de normportefeuille, de diverse beleggingssoorten, de rapportage vermogensbeheer en het risicomanagement. Jaarverslag 2011 De deelnemersraad heeft positief geadviseerd over het jaarverslag 2011. Statenverslag 2011 De deelnemersraad heeft positief geadviseerd over het statenverslag 2011. Wijziging ABTN, statuten, uitvoeringsreglement en pensioenreglement De deelnemersraad heeft een positief advies afgegeven op het voorgenomen bestuursbesluit de ABTN, statuten, het uitvoeringsreglement en het pensioenreglement voor wat betreft de kostendekkende premie 2012 aan te passen. Parameters 2013 en toeslagverlening 2013 Aan het besluit inzake de vaststelling van de parameters 2013 en dat er per 1 januari 2013 geen toeslag is verleend ligt een positief advies van de deelnemersraad ten grondslag. Beleggingsplan 2013 De deelnemersraad is akkoord met het beleggingsplan en heeft een positief advies afgegeven aan het bestuur. Beleggingscommissie De Beleggingscommissie heeft in 2012 zeven keer vergaderd. Tijdens deze vergaderingen werd onder andere gesproken over de onderstaande onderwerpen. Scenario analyse rente stijging Door de lage rente zijn de rentehedge producten zoals LDI-pools (pool van renteswaps) veel waard geworden. In de eerste helft van 2012 heeft de beleggingscommissie ook scenario’s laten doorrekenen, wat de consequentie zou zijn van een forse rente stijging. Als de rente fors stijgt, zal er meer geld gealloceerd moeten worden naar LDI, doordat dit product gebruik maakt van leverage. Uit de analyse blijkt dat de beleggingsportefeuille van bpf dranken voldoende liquiditeit biedt om te kunnen voldoen aan de extra allocatie van geldmiddelen naar LDI.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
22
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Ultimate Forward Rate In de loop van 2012 werd steeds duidelijker dat de rekenrente voor het bepalen van de verplichtingen zou worden aangepast. Hiervoor zou de Ultimate Forward Rate (UFR) ingevoerd worden. Dit heeft ook invloed op de renteafdekking. Gedurende het verslagjaar heeft de beleggingscommissie van bpf dranken gesproken over het eventueel voorsorteren op de UFR. Doordat het niet volledig zeker was of en in welke wijze de UFR zou worden ingevoerd, is besloten om pas actie te ondernemen als bekend was hoe de regelgeving rondom de UFR er ging uitzien. In het septemberpakket heeft het Kabinet uiteindelijk de UFR ingevoerd. Eind 2012 heeft bpf dranken besloten om de renteafdekking op het lange eind te verlagen ten gunste van een hogere afdekking op het kortere eind en met name rondom de 20 jaar. Beleggingsplan 2013 In het laatste kwartaal van 2012 heeft bpf dranken het beleggingsbeleid over 2012 geëvalueerd. Uit deze evaluatie komt naar voren dat men geen behoefte heeft wijzigingen aan te brengen in het gevoerde strategische beleggingsbeleid in 2012. Voor 2013 is dan ook besloten om het beleggingsbeleid van 2012 voort te zetten. Door het invoeren van de UFR is wel besloten om het afdekken van het renterisico te wijzigingen. Bpf dranken zal nog steeds het rente risico (op economische waarde) afdekken voor 75%, maar vanwege invoering van de UFR wordt niet meer over elke bucket 75% afgedekt. Voor verdere informatie over beleggingen wordt verwezen naar het hoofdstuk Beleggingen. Beleggingsbeleid en DNB Toezichthouder DNB heeft voor een tweetal themaonderzoeken in het boekjaar de aandacht gevraagd. Het eerste themaonderzoek betrof innovatieve beleggingen en dan in het bijzonder beleggingen in private equity en hedge funds. Bpf dranken belegt niet in deze beleggingscategorieën. Het tweede themaonderzoek betreft uitbesteding vermogensbeheer, waarbij de vraag centraal staat hoeveel grip het bestuur heeft op het uiteindelijke beleggingsbeleid. Dit onderzoek wordt door bpf dranken in 2013 opgepakt, waarbij gekeken zal worden naar beleggingsrichtlijnen en contractuele bepalingen (zoals aansprakelijkheid e.d.). Z-score en performancetoets In het vrijstellingsbesluit van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 zijn bepalingen opgenomen op basis waarvan een onderneming, die tot deelneming in ons fonds verplicht is, vrijstelling van die verplichting kan krijgen. Dat is onder meer het geval wanneer uit de voorgeschreven performancetoets, uitgevoerd over een periode van vijf kalenderjaren, het feitelijk behaalde beleggingsrendement in negatieve zin aanzienlijk afwijkt van het rendement van de door het bestuur vastgestelde normportefeuille. Wanneer de uitkomst van deze performancetoets minder is dan 0 dan is onder bepaalde voorwaarden vrijstelling mogelijk. De z-score 2012 is 0,17% en de performancetoets 2008 t/m 2012 is 1,20%. Op grond van deze performancetoets kan geen vrijstelling worden verkregen. Goed pensioenfondsbestuur Sinds 2007 zijn de Principes voor goed pensioenfondsbestuur van de STAR verankerd in de Pensioenwet. De bedoeling van de principes is dat een pensioenfondsbestuur weet waarvoor het
Jaarverslag 2012 bpf dranken
23
VERSLAG VAN HET BESTUUR
verantwoordelijk is, hoe het die verantwoordelijkheid moet dragen en de verantwoording moet afleggen. Bpf dranken heeft de Principes sinds 2008 volledig doorgevoerd. Zelfevaluatie Besturen van pensioenfondsen moeten jaarlijks een periodieke zelfevaluatie uitvoeren. Het gaat om het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden afzonderlijk. Doel van de zelfevaluatie is de kwaliteit van het bestuur in stand te houden en/of te verbeteren. Het bestuur van bpf dranken zal haar functioneren in de eerste helft van 2013 evalueren.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
24
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Actuariële paragraaf Actuariële analyse In onderstaand overzicht is de actuariële analyse van het saldo van baten en lasten opgenomen:
Premiemarge Toeslagen Overlevingskansen Arbeidsongeschiktheid Beleggingen Kosten Mutaties en diversen Grondslagen en methoden Overige resultaten
2012
2011
1.541 1.308 1.264 29.648 181 6.240 -3.013 232 37.401
2.953 293 604 -18.499 165 -469 91 -14.862
Beleid ten aanzien van toeslagverlening/indexatie Er is bij bpf dranken sprake van een voorwaardelijke indexatietoezegging, gekoppeld aan een ex ante bepaalde maatstaf. Er wordt geen geld gereserveerd voor toekomstige indexaties. Dat betekent dat in het kader van de indexatiematrix, het indexatiebeleid van bpf dranken kan worden beschouwd als D1 en de indexatie is dus afhankelijk van het overrendement. Bpf dranken maakt gebruik van een staffel bij de bepaling van de toeslagen. De per 1 januari 2012 toegepaste verhoging voor de actieven en inactieven bedraagt 0%. In mei 2012 hebben cao-partijen op grond van de consistentietoets besloten om het ambitieniveau aan te passen van 70% naar 49% van de algemene loonstijging als toeslagverwachting. Per 1 januari 2013 zijn geen toeslagen verleend. Premie De premiebijdragen van werkgever en werknemers bedragen voor 2013 in totaal 21,95% (2012: 21,2%) van de pensioengrondslagen. De kostendekkende, gedempte en feitelijke premies zijn als volgt (cf. art. 130 PW):
Zuiver kostendekkende premie Intern kostendekkende premie (volgens abtn) Feitelijke premie
2012
2011
13.303 12.888 13.482
13.611 14.588 14.628
De samenstelling van de kostendekkende, feitelijke en interne kostendekkende premie zijn als volgt bepaald: De kostendekkende premie is gebaseerd op de rentetermijnstructuur en gevoelig voor renteveranderingen. Hierdoor ontstaan fluctuaties van deze kostendekkende premie. Om dit effect te voorkomen biedt het raamwerk van de Pensioenwet en Financieel Toetsingskader de mogelijkheid om premiedemping te bewerkstelligen. Het is daarbij toegestaan om af te wijken van de rentetermijnstructuur als rekenrente bij de vaststelling van de feitelijke premie. Bpf dranken heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en hanteert voor de vaststelling van de interne kostendekkende premie voor het jaar 2012 een disconteringsvoet van gemiddeld 2,9%.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
25
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Onder het FTK is het ‘vereist eigen vermogen’ het vermogen dat hoort bij de zogeheten evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In die evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan nodig om te kunnen voldoen aan de onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Met andere woorden, de kans dat het pensioenfonds zich één jaar later in een situatie van onderdekking bevindt, is kleiner dan of gelijk aan 2,5%. De toezichthouder, DNB, heeft een gestandaardiseerde methode vastgesteld om te toetsen of er voldoende eigen vermogen aanwezig is: de standaardtoets. De standaardtoets meet voor een aantal risicofactoren het mogelijke (negatieve) effect (in euro’s) op het eigen vermogen. Omdat de resultaten van de standaardtoets afhankelijk zijn van marktomstandigheden en het risicoprofiel van de aanwezige beleggingen, fluctueren ze in de loop van de tijd. De toetswaarde resulteert in een vereist vermogen van 520.566 (2011: 489.614) Het aanwezig vermogen van het pensioenfonds bedraagt 500.180 (2011: 436.325). Dit betekent dat het pensioenfonds ultimo 2012 niet voldoet aan de solvabiliteitstoets. Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie Op grond van aanwijzingen van DNB dient voor het oordeel over de vermogenspositie van bpf dranken allereerst naar de solvabiliteit te worden gekeken. De aanwezige solvabiliteit is hoger dan het minimum vereist vermogen van 104,2%. Bpf dranken bevindt zich niet meer in een situatie van dekkingstekort, wanneer deze solvabiliteit drie kwartalen aan zal houden.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
26
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Goed pensioenfondsbestuur Het bestuur vindt het van groot belang om het fonds goed te besturen. In de afgelopen jaren zijn steeds meer richtlijnen en regels opgesteld om te zorgen dat het fonds zijn taken daadwerkelijk goed uitvoert. Zo publiceerde de Stichting van de Arbeid (STAR) in 2005 de “Principes voor goed Pensioenfondsbestuur”. Deze principes bieden kaders voor zorgvuldig bestuur, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid, openheid en communicatie. Maar ook andere regels spelen een rol: zo is de Code Tabaksblat van belang voor het beleggingsbeleid. Sinds 2007 zijn de principes goed pensioenfondsbestuur van de STAR verankerd in de Pensioenwet. De bedoeling van de principes is dat een pensioenfondsbestuur weet waarvoor het verantwoordelijk is en hoe het die verantwoordelijkheid moet dragen en moet afleggen. Bpf dranken heeft de Principes sinds 2008 volledig doorgevoerd. Het bestuur heeft in 2008 een transparantiedocument vastgesteld. Hierin zijn de keuzes opgenomen die het bestuur heeft gemaakt met betrekking tot de invulling van de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Vervolgens zijn het reglement van de Visitatiecommissie, het huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan en de klachten- en geschillenregeling vastgesteld. Integere bedrijfsvoering Het beleid van een fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in:
Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing.
Analyse en beheersing van integriteitrisico’s.
Voorkomen van belangenverstrengeling.
Duurzame beheersing van (financiële) risico’s.
Eenmaal per drie jaar een continuïteitsanalyse.
De Pensioenwet verplicht het bestuur tot het opstellen van een integriteitsbeleid. Deze verplichting gaat verder dan de gedragscode die het bestuur nu al heeft. Het gaat om een risicobeleid, waarbij integriteitsrisico’s en ook andere risico’s in kaart worden gebracht. Het bestuur is hiermee aan de slag gegaan. Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het bestuur van het fonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het bestuur omgaat met de rol als bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Eén keer in de drie jaar wordt er een visitatie gedaan en jaarlijks legt het bestuur van bpf dranken verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan. Intern toezicht Voor de inrichting van het intern toezicht heeft het bestuur gekozen voor een visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit drie leden die door het bestuur worden benoemd, nadat het verantwoordingsorgaan advies over de beoogde samenstelling heeft uitgebracht. Besloten is om de visitatie te laten uitvoeren door Visitatie op Maat. De visitatie wordt minimaal eens in de drie jaar uitgevoerd waarbij een oordeel uitgebracht wordt over de beleidsvorming en bestuursprocedures en de checks and
Jaarverslag 2012 bpf dranken
27
VERSLAG VAN HET BESTUUR
balances binnen het fonds, de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn. Verantwoordingsorgaan Het bestuur legt verantwoording af aan haar belanghebbenden, zijnde de werkgever, de gepensioneerden en (gewezen) deelnemers. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over de beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit drie leden, een werkgever, een pensioengerechtigde en een actieve deelnemer. Leden van de deelnemersraad kunnen ook zitting hebben in het verantwoordingsorgaan. Het bestuur heeft de inrichting (onder meer samenstelling en stemverhouding) en de bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan vastgelegd in het huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan. Eens per jaar zal het bestuur een verslag publiceren met daarin het oordeel van het verantwoordingsorgaan en de reactie van het bestuur daarop. Deskundigheidsbevordering Het deskundigheidsplan is erop gericht dat het bestuur als collectief over de vereiste deskundigheid beschikt. Het bevat een inventarisatie van de specifieke deskundigheden van de individuele bestuursleden. Bij elke mutatie in het bestuur gaat het bestuur na of deze deskundigheid nog steeds aanwezig is. Ten minste eenmaal per jaar gaat het bestuur na of het bestuur als collectief de actuele ontwikkelingen op pensioengebied in voldoende mate volgt. Elke bestuurder is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn specialismen, passend binnen de collectieve verantwoordelijkheid waarin hij heeft aangegeven op welke onderdelen hij zijn deskundigheid via cursussen, lezingen, opleidingen en studie op peil wil houden dan wel uitbreiden. Jaarlijks wordt hieraan expliciet aandacht gegeven bij de evaluatie. Het deskundigheidsplan is in het verslagjaar geactualiseerd, vanwege wisselingen in het bestuur. Het bestuur heeft besloten om een deskundigheidstoets te doen op grond waarvan de deskundigheid nog beter kan worden bevorderd. Het bestuur bespreekt jaarlijks zijn eigen functioneren en het functioneren van de door het bestuur ingestelde commissies tijdens de studiedag die in het najaar plaatsvindt. Hierbij wordt ook de rapportage van de compliance officer over de naleving van de gedragscode betrokken. Bestuursleden worden in de gelegenheid gesteld om op kosten van het fonds zich op eigen initiatief aan te melden voor een cursus of opleiding om een gebrek aan kennis op een bepaald gebied te verhelpen of de bestaande deskundigheid op peil te houden. Ook organiseert het fonds jaarlijks voor zijn bestuurders een bijeenkomst waar de recente ontwikkelingen op het gebied van de diverse kennisgebieden worden toegelicht. Daarmee wordt getracht te bereiken dat de deskundigheid van het bestuur actueel en up-to-date blijft. Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving. Gedragscode Het fonds heeft besloten tot aanpassing van de huidige gedragscode conform de modelgedragscode pensioenkoepels. In de nieuwe gedragscode wordt een aantal algemene bepalingen met betrekking tot gedragsregels voor bestuursleden geformuleerd, gevolgd door onder meer specifieke regels op het
Jaarverslag 2012 bpf dranken
28
VERSLAG VAN HET BESTUUR
gebied van privé-transacties. Bij benoeming tekenen bestuursleden de gedragscode op het gebied van integriteit. Voor de controle op de naleving van de gedragscode worden de compliance officers ondersteund door Groenewegen Haket Ammerlaan Accountants. De gedragscode wordt jaarlijkse geëvalueerd aan de hand van de bevindingen van de compliance officers. Er zijn geen bijzonderheden geconstateerd. Toezichthouder In februari 2012 heeft het bestuur van bpf dranken DNB geïnformeerd over het standpunt van caopartijen om de feitelijke premie op 21,2% van de pensioengrondslag te handhaven en daarnaast een kostendekkende premie te garanderen. Door middel van de rapportage evaluatie herstelplan is in januari 2013 aan DNB kenbaar gemaakt, dat: bpf dranken geen korting hoeft door te voeren, voor 2013 de opbouw verlaagd is tot 1,55% bij een premie van 21,95%; de pensioenregeling en premiestelling voor de periode vanaf 2013 nog onderwerp van gesprek is bij cao-partijen. Het afgelopen jaar is aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Noch is door DNB een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van deze toezichthouder.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
29
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Pensioenparagraaf Kenmerken pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. De pensioenregeling kan conform artikel 10 van de Pensioenwet gekwalificeerd worden als een uitkeringsovereenkomst. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 1,75% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. Voor 2013 geldt een opbouwpercentage van 1,55% (2012: 1,5%). De pensioengrondslag is gelijk aan 1,08 keer het vaste jaarsalaris of 12,96 keer het vaste maandsalaris onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf de leeftijd van 20 jaar. Jaarlijks beslist het bestuur van het fonds de mate waarin een toeslag wordt verleend op de opgebouwde aanspraken. De premie bedraagt in 2013 21,95% ( 2012: 21,2%) van de pensioengrondslag. De werkgeversbijdrage is 13,98% (2012: 13,5%), de werknemersbijdrage is 7,97% (2012: 7,7%). Het pensioenfonds heeft een uitvoeringsreglement waarin de rechten en verplichtingen van het fonds en de belanghebbenden zijn vermeld. Wijze vaststelling verschuldigde premie De doorsneepremie wordt na overleg met cao-partijen door het bestuur van het fonds vastgesteld en is niet lager dan de kostendekkende premie. De feitelijke premie is hoger dan de kostendekkende premie 2012. De premie is gebaseerd op de pensioenregelingen zoals die door cao-partijen is vastgesteld. Premiebetaling De premie wordt in vier kwartaalbedragen vooraf betaald op basis van een inschatting. Definitieve afrekening vindt plaats binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar. Voorwaarden toeslagverlening Toeslagverlening is voorwaardelijk en hiervoor wordt geen bestemmingsreserve gevormd of premie betaald. Besluiten over vermogensoverschotten en - vermogenstekorten Een dekkingstekort of reservetekort wordt terstond aan de toezichthouder gemeld. Binnen de benodigde termijn wordt een herstelplan opgesteld. Sturingsmiddelen die kunnen worden gehanteerd zijn premie-, beleggings- en toeslagbeleid. Premiekorting of -terugstorting Premiekorting is alleen mogelijk indien ten aanzien van de pensioenverplichting wordt voldaan aan de voorschriften uit de Pensioenwet en indien de voorwaardelijke toeslagen kunnen worden nagekomen overeenkomstig het vastgestelde toeslagbeleid. Het fonds maakt geen gebruik van de mogelijkheid tot terugstorting. Toeslagbeleid De toeslag van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgelegd door het bestuur van het fonds. Er bestaat een streven om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te
Jaarverslag 2012 bpf dranken
30
VERSLAG VAN HET BESTUUR
passen. De toeslagverlening in een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van de financiële positie van het fonds. De kostendekkende premie bevat geen expliciete opslag ten behoeve van het toeslagbeleid. Het bestuur kan echter besluiten om (een deel van) de toeslagverlening van de actieve en premievrijgestelde (arbeidsongeschikte) deelnemers te financieren (of aan te vullen) uit een mogelijk aanwezig overschot in de doorsneepremie. Er bestaat geen recht op toeslagen. Ook houdt het fonds geen reserve aan om in de toekomst toeslagen te kunnen verlenen. Het bestuur hanteert als leidraad een beleidsstaffel voor de mate van de feitelijke toekenning. Het bestuur kijkt tevens naar het verloop van de dekkingsgraad over de afgelopen vier kwartalen. Daarnaast wordt rekening gehouden met de huidige financiële positie en de economische vooruitzichten. De toeslagverlening bedraagt maximaal de cao-loonstijging van het jaar voorafgaand aan het voorafgaande jaar (dus een vertraging van één jaar). De pensioenrechten en pensioenaanspraken zijn vanaf 2009 niet meer verhoogd.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
31
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Risicoparagraaf Het pensioenfonds heeft de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle vastgelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het pensioenfonds heeft beleid vastgesteld met betrekking tot de beheersing van risico’s die samenhangen met de uitbesteding. Met de vermogensbeheerders zijn beheerafspraken gemaakt. Deze worden jaarlijks in een mandaat vastgelegd. Deze afspraken betreffen onder andere de samenstelling van de portefeuille, de tactische marges, de performancemeting, de benchmarks, het valuta- en derivatenbeleid en de risicometing en risicobeheersing. Het bestuur heeft een inventarisatie gemaakt van de risico’s waarmee het fonds te kampen heeft die het bereiken van de doelstellingen van het fonds kunnen bedreigen. De ingestelde Commissie Risicomanagement heeft deze risico’s en de beheersingsmaatregelen beoordeeld. Het gaat hier om de risico’s zoals beschreven in FIRM van DNB. Beleggingsrisico’s De beleggingsrisico’s zijn als volgt onder te verdelen: Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van de zakelijke waarden (voornamelijk aandelen en vastgoed) verandert door veranderingen in de marktwaardering voor deze waarden. Het structurele marktrisico wordt onder andere in kaart gebracht binnen een ALM-studie. Daarin wordt een zodanige beleggingsmix vastgesteld dat het marktrisico acceptabel is. Echter, de feitelijke middelenverdeling mag binnen vastgestelde bandbreedtes afwijken van deze strategische middelenverdeling. Voor de beheersing van het marktrisico in samenhang met het renterisico wordt onder andere gebruik gemaakt van actieve wegingen van de diverse beleggingscategorieën waarbij tevens incidenteel gebruik gemaakt kan worden van derivaten. De beheersing van het risico is geïntegreerd in het beleggingsproces via onder andere het jaarlijkse beleggingsplan en het daarin aangegeven beleggingsmandaat. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen verandert door veranderingen in valutakoersen. Valutarisico’s worden afgedekt met valutaderivaten, voornamelijk valutatermijncontracten en valutaswaps. Het fonds heeft de intentie om het valutarisico van dollarbeleggingen voor 100% af te dekken. Voor andere niet-euro beleggingen geldt hetzelfde mits dit mogelijk is en de kosten redelijk zijn. Met ingang van 2012 is het beleid ten aanzien van het afdekken van het valutarisico op aandelen en internationaal vastgoed gewijzigd. Voor deze beleggingscategorieën wordt het valutarisico ten opzichte van de US Dollar voor 50% afgedekt. Daarnaast geldt voor de aandelenportefeuille dat het valutarisico ten opzichte van de Britse Pond Sterling en de Japanse Yen voor 75% wordt afdekt. Kredietrisico Het fonds neemt momenteel bewust kredietrisico’s in de vastrentende beleggingen. Het is voor de actieve beheerders toegestaan om een deel van de portefeuille te beleggen in ‘investment grade’ credits, High Yield beleggingen en schuldbekentenissen in opkomende markten. Voor al deze beleggingen zijn beperkingen vastgesteld. Zo wordt tegenpartijrisico verbonden aan de inzet van afgeleide financiële instrumenten en op marktconforme wijze beheerst. Het bestuur houdt toezicht op
Jaarverslag 2012 bpf dranken
32
VERSLAG VAN HET BESTUUR deze risico’s door de vermogensbeheerder periodiek te laten specificeren welk deel van de beleggingen een verhoogd risico met zich meebrengt. Renterisico Het renterisico heeft betrekking op activa als obligaties en leningen op schuldbekentenis, maar het begrip kan ook toegepast worden op (nominale) verplichtingen. Indien de waardering van verplichtingen op marktbasis (FTK) plaatsvindt, dan zal het renterisico voor de totale financiële positie van het fonds veel explicieter zichtbaar worden en een dominante rol spelen. Het bestuur evalueert ieder kwartaal haar rentevisie. Per einde van het verslagjaar was het renterisico conform het beleid afgedekt. Het concentratierisico Onder het FTK toezicht wordt er vanuit gegaan dat zich in de portefeuille geen concentratierisico bevindt. Voor aanwezigheid van concentratierisico’s moet bpf dranken een passende solvabiliteit aanhouden. Er zijn posities in de portefeuille welke een gewicht hebben van meer dan 5% gemeten in marktwaarde. Dit zijn posities in beleggingsfondsen, dus die hebben indirecte exposures welke kleiner zullen zijn dan 5%. Er is een aantal posities met een exposure groter dan 5% van de marktwaarde. Hierbij kan gedacht worden aan forwardcontracten ter afdekking valutarisico en rente swaps. Actuariële risico’s De actuariële risico’s zijn als volgt onder te verdelen: Strategische risico/solvabiliteitsrisico Het risico dat de ontwikkeling van het vermogen (in de vorm van beleggingen en premies) niet optimaal aansluit op de ontwikkeling van de verplichtingen, waardoor de beoogde pensioenkwaliteit en de beoogde financieringsdoelstelling niet kunnen worden gehaald. Er zijn een aantal beleidsinstrumenten waarmee de financiële positie kan worden bijgestuurd. Deze beleidsinstrumenten zijn de pensioenregeling, het indexeringsbeleid, het premiebeleid, het beleggingsbeleid en het liabilitymanagementbeleid. Met Asset Liability Management (ALM) wordt samenhang aangebracht tussen deze beleidsinstrumenten. Verzekeringstechnisch risico Een belangrijk element van het verzekeringstechnisch risico is het langleven risico. Het langleven risico houdt in dat het pensioenfonds langer uitkeringen moet verstrekken dan in de veronderstellingen bij de bepaling van de technische voorzieningen rekening is gehouden. De inschatting van de levensverwachting gebeurt door toepassing van de meest recente prognosetafels voor de gehele bevolking zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap (AG), te weten: de Prognosetafel AG 2012-2062. Het AG constateert hierin onder meer dat de levensverwachting voor zowel mannen als vrouwen toeneemt. De stijging gaat echter sneller bij mannen dan bij vrouwen. De nieuwe waarnemingen laten zien dat de sterfte sterker is gedaald dan de gemiddelde sterftedaling in de gehele waarnemingsperiode vanaf 1988. Dit was al voorzien in Prognosetafel AG 2010-2060. Door de snelle stijging bij mannen leidt gebruik van de nieuwe Prognosetafel AG 2012-2062 tot een stijging van de waarde van de verplichtingen van pensioenfondsen. Gemiddeld kunnen de verplichtingen door het gebruik van de nieuwe prognosetafel (afhankelijk van de gehanteerde rente) met ongeveer 1% toenemen. De gehanteerde prognosetafel is wederom door middel van ervaringssterfte specifiek gemaakt voor het deelnemersbestand van het pensioenfonds. De in 2010 verschenen Prognosetafels 2010-2060
Jaarverslag 2012 bpf dranken
33
VERSLAG VAN HET BESTUUR
van het Actuarieel Genootschap wezen op een verdere toename van de levensverwachting van (gewezen) deelnemers, pensioentrekkenden en/of nagelaten betrekkingen. Op deze tafels was ook al de Towers Watson ervaringssterfte 2010 toegepast. Het pensioenfonds loopt ook arbeidsongeschiktheidsrisico in verband met de in de pensioenregeling opgenomen voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid. De pensioenpremie bevat een opslag ter dekking van dit risico. Jaarlijks wordt aan de hand van het technische resultaat op arbeidsongeschiktheid in de laatste drie jaar geëvalueerd of de in de pensioenpremie opgenomen opslag nog adequaat is. Deze opslag is met terugwerkende kracht per 2011 aangepast. Het overlijdensrisico is volledig herverzekerd in de vorm van eenjarige risicoverzekeringen van kapitaal bij overlijden Operationele risico’s Servicekantoor AGH is verantwoordelijk voor het pensioenbeheer van bpf dranken conform de dienstverleningsovereenkomst. De directie worden ondersteund door een staf van ongeveer 26 personen. Dit team geeft uitvoering aan deze dienstverleningsovereenkomst en aan het door het bestuur vastgestelde uitvoeringsreglement en de vastgestelde uitvoeringsovereenkomsten. Servicekantoor AGH is gehuisvest in het pand van de Pensioengroep Zuid Hoorn. Dit pand biedt een gedegen beveiliging van het secretariaat en administratie van bpf dranken. De administratieve organisatie van Servicekantoor AGH is beschreven in Mavim (softwarepakket). De uitwijk is georganiseerd in Den Haag. Deze uitwijkserver wordt maandelijks met behulp van back-ups geactualiseerd en dient voor continuering van de administratie ingeval er calamiteiten zijn op het AGH-kantoor. In 2010 heeft Servicekantoor AGH alle primaire processen laten beoordelen in het kader van SAS 70 (1). Begin 2013 is servicekantoor AGH gestart met een traject ISAE 3402 type II certificering. De operationele risico’s zijn als volgt onder te verdelen: Algemeen Het betreft hier risico’s welke inherent zijn aan het (dis)functioneren van mens en machine in de primaire operationele processen van het fonds. Deze risico’s worden afgedekt door een veelheid van elkaar aanvullende maatregelen zoals back-up & recovery procedures, logische & fysieke toegangsbeveiliging en testprocedures. Liquiditeitsrisico Aangezien de som van de premies, directe beleggingsopbrengsten en aflossingen van beleggingen in vastrentende waarden de som van uitkeringen en kosten verre te boven gaat, is de kans op een liquiditeitstekort beperkt, temeer daar altijd de mogelijkheid bestaat beursgenoteerde beleggingen per ommegaande te verkopen. In beginsel is de beleggingsportefeuille van bpf dranken als zeer liquide aan te merken. De beleggingsportefeuille bevat echter wel een aantal illiquide beleggingen (vastgoed en hypotheken). Het illiquide geldmarktfonds is eind 2012 volledig afgewikkeld en geliquideerd. Mocht de rente zeer fors stijgen, dan zou ook een belegging als LDI-pools mogelijk minder liquide zijn. Eigendomsrisico Het gaat hier om risico’s in geval van wijziging in eigendomsverhoudingen. Bijvoorbeeld indien een aandeelhouder wegvalt.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
34
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Compliance risico Het risico van het niet voldoen aan fungerende wet- en regelgeving dan wel het niet tijdig onderkennen van veranderingen in de wet- en regelgeving. Dit wordt samen met de uitvoerder gemonitord. Risico’s voor de deelnemers Actuariële en beleggingsrisico’s worden collectief gedeeld. Naast de premies zijn de beleggingsopbrengsten een belangrijke financieringsbron voor de opbouw van nieuwe pensioenaanspraken. Gedeeltelijke toeslagverlening, of het geheel achterwege laten van toeslagverlening, biedt uitkomst als de financiële positie van het fonds daartoe aanleiding geeft. Het effect daarvan is vele malen groter dan met premieverhogingen kan worden bereikt. Bovendien is het eerlijker: premieverhogingen raken alleen de actieve deelnemers (en de werkgevers) waar indexatiekortingen ook de slapers en de uitkeringsgerechtigden raakt. Indexatierisico Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, looninflatie en demografie en de financiële ruimte in de pensioenpremie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
35
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Beleggingen Beleggingen in het verslagjaar
Feitelijk Strategisch Benchmark ultimo 2012 ultimo 2011 ultimo 2010 2012 2012 Vastrentende waarden Obligaties (incl. Credits) Hypotheken LDI Geldmarktfonds Zakelijke waarden Aandelen Converteerbare obligaties Overig Vastgoed
Totaal
32,66% 5,38% 25,77% 0,16% 63,97%
27,55% 5,94% 23,52% 0,58% 57,59%
25,40% 5,60% 24,80% 0,60% 56,40%
32,15% 5,38% 25,87% 0,16% 63,56%
32,15% 5,38% 25,87% 0,16% 63,56%
28,34% 4,16% 32,50%
33,47% 4,92% 38,39%
34,70% 5,00% 39,70%
28,73% 4,18% 32,91%
28,73% 4,18% 32,91%
3,53% 3,53%
4,02% 4,02%
3,90% 3,90%
3,53% 3,53%
3,53% 3,53%
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
NB. De bandbreedte voor alle beleggingscategorieën bedraagt +/- 10% ten opzichte van de normweging, met uitzondering van de hypotheken waar een bandbreedte van +/- 5% ten opzichte van de normweging geldt. Vanaf 1 januari 2011 maken de long duration bonds onderdeel uit van de illiquide portefeuille. De reden hiervoor is dat de long duration bonds en de LDI-pools samen het voornaamste deel van de renteafdekking uitmaken. Het onderscheid tussen liquide en illiquide in bovenstaande opstelling ligt in het feit of er op tactische asset allocatie plaats kan vinden. Op de illiquide portefeuille vindt geen tactische asset allocatie plaats. In de liquide portefeuille heeft het bestuur wel de mogelijkheid om tactisch af te wijken, binnen de afgesproken bandbreedtes. Terugblik op 2012 Net zoals in de voorgaande jaren was voor 2012 de crisis rondom de kredietwaardigheid van een aantal EURO-landen. Door de grote onzekerheid bleef de rente laag. In juli 2012 heeft dhr. Draghi (president van de ECB) aangegeven dat hij er alles aan zou doen (“what ever it takes”) om de Euro te redden. Dit resulteerde in een korte opleving, maar aan het eind van het jaar hing in de Verenigde Staten de “fiscal cliff” boven de markt. Dit probleem is nu slechts tijdelijk getackeld. Er dienen nog steeds structurele afspraken gemaakt te worden. Lukt dat niet dan leidt dat automatisch tot zware bezuinigingen. De Eurolanden hebben wel afspraken gemaakt rondom strakkere begrotingsdiscipline maar de markten wachten nog op verdere uitwerking en handhaving van deze afspraken. Al met al is het vertrouwen in de eurozone nog niet teruggekomen. Wel heeft deze problematiek geleid tot een zeer lage rentevoet. Door de lage rente hebben vastrentende waarden en rentehedgeproducten (zoals LDI-pools) een goede performance laten zien. De aandelenkoersen van vrijwel alle regio’s zijn gestegen.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
36
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Hypotheken 2012 Net zoals in 2011 waren in 2012 de financieringsmogelijkheden binnen de zakelijke hypothekenmarkt beperkt. De marges op commerciële vastgoedfinancieringen bleven hoog als gevolg van hoge risicopremies en fundingkosten. Het Zakelijke Hypothekenfonds behaalde over 2012 een underperformance. Dit komt door de verhoging van de risico-opslag per ultimo december en de toegenomen voorziening voor dubieuze debiteuren en oninbaarheid. Vastgoed 2012 Naast de beperkte financieringsmogelijkheden en angst voor afboekingen, heeft tevens het gebrek aan een goede, langjarig verhuurde beleggingsobjecten een drukkend effect op de Nederlandse vastgoedmarkt. De maatregelen uit het Lenteakkoord zijn weliswaar een stap in de goede richting, maar hebben vooralsnog gezorgd voor een verdere ontwrichting van de woningmarkt. In de winkelmarkt komt met name het middensegment steeds verder in de verdrukking, terwijl het luxe- en het discountsegment marktaandeel wint. Voor de kantorenmarkt wordt op korte termijn nog geen herstel verwacht. De vastgoedbeleggingen van het fonds bestaan uit deelnemingen in directe vastgoedfondsen in Nederlands vastgoed, deelnemingen in indirect wereldwijd vastgoed met focus op Europa, Amerika en Azië (dat niet beursgenoteerd is) en Hypothekenfondsen. Rendement van de beleggingsportefeuille In 2012 hebben met name vastrentende waarden een goede performance laten zien. De aandelen hebben, met uitzondering van de regio Noord-Amerika, een negatieve performance laten zien. Het rendement op de totale portefeuille in 2012 bedroeg 14,32%. Het benchmarkrendement (meetlat van de afspraak) bedroeg 14,23%. In de tabel hieronder worden de absolute rendementen per categorie en van de totale portefeuille van 2012 en 2011 weergegeven.
2012 Rendement Benchmark Rendement Vastrentende waarden Obligaties (incl. Credits) Hypotheken LDI Geldmarktfonds Zakelijke waarden Vastgoed Aandelen Converteerbare obligaties Overig Long duration bonds Totaal rendement
Opmerking:
2011 Benchmark
14,60% 2,40% 20,86% -26,57%
11,09% 5,24% 21,02% 0,53%
8,25% 4,44% 56,66% -2,07%
9,87% 5,45% 56,66% 1,41%
0,41% 15,86% 13,98%
1,64% 15,71% 13,39%
2,79% -8,33% -7,22%
6,31% -8,61% -4,68%
8,92%
8,92%
13,94%
0,00%
14,32%
14,23%
12,01%
12,61%
Het benchmarkrendement voor de vastgoedbeleggingen in Nederland zijn gebaseerd op ROZ/IPD standing investments. De benchmarkrendementen voor de
Jaarverslag 2012 bpf dranken
37
VERSLAG VAN HET BESTUUR
buitenlandse AREA fondsen zijn: voor het AREA Europe fund een samengestelde IPD benchmark op basis van landenweging, voor het AREA Amerika fund de NCREIF ODCE index en voor het AREA Asia fund een samengestelde IPD op basis van landenweging. Het totaalbenchmarkrendement voor direct vastgoed is gewogen op basis van de daadwerkelijke beleggingen. Het geldmarktfonds is eind 2012 nagenoeg geliquideerd. Evaluatie beleggingsportefeuille Evaluatie illiquide portefeuille Afbouwportefeuille Geldmarktfonds Gedurende het boekjaar is de afbouw van het geldmarktfonds voortgezet en per eind 2012 zijn alle beleggingen van dit fonds verkocht en wordt het fonds definitief geliquideerd. De laatst verkochte bezittingen van dit fonds, waren het minst liquide en hebben dan ook voor een negatieve performance gezorgd. De weging van deze belegging is dus danig beperkt dat dit nauwelijks invloed heeft op de totale performance LDI (Liability Driven Investments, vanuit de verplichtingen gedreven beleggingen). Het rendement op de LDI pools was in 2012 positief als gevolg van de verdere daling van de Europese kapitaalmarktrente. Dit gebeurde in lijn met de waardedaling van de pensioenverplichtingen op marktwaarde. Vanaf het laatste kwartaal wordt er voor de verplichtingen rekening gehouden met de UFR. Dit heeft een positief effect op de dekkingsgraad gehad. Vastgoed De rendementen op het Nederlands vastgoed waren zowel voor woningen, kantoren als bedrijfsruimten negatief. Het winkelfonds heeft wel een goed positief rendement 3,4% laten zien. Het internationale vastgoed heeft in 2012 met uitzondering van Noord Amerika negatieve rendementen laten zien. De totale performance van bpf dranken op vastgoed komt uit op 0,41%. Hypotheken Door de relatief hoge risico-opslagen op hypotheken, wordt een goed rendement behaald op de particuliere hypothekenportefeuille. De voorziening voor oninbaarheid bij zakelijke hypotheken is verder toegenomen. Dit heeft tot een lage performance geleidt. Zowel de particuliere als de zakelijke hypotheken hebben de benchmark (euro swapscurve) niet kunnen verslaan. Evaluatie liquide portefeuille Aandelen De wereldwijde aandelenportefeuille boekte in 2012 een goed rendement van meer dan 15%. De aandelenmarkten waren wereldwijd positief. Converteerbare obligaties Net zoals de aandelenmarkt, is 2012 een positief jaar geweest voor de converteerbare obligaties met een goed rendement van ruim 13%. Obligaties Bpf dranken heeft in 2010 het risicoprofiel van de vastrentende portefeuille verder verlaagd. In 2011 heeft het fonds de beleggingen in Long Duration Bonds veiliger gemaakt door alleen nog te investeren
Jaarverslag 2012 bpf dranken
38
VERSLAG VAN HET BESTUUR
in langlopende staatsobligaties van Duitsland en Nederland. Door de verder dalende rente hebben de vastrentende waarden een forse positieve performance laten zien. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Het Bestuur heeft gekozen voor de dienstverlening van F&C op dit gebied. Als onderdeel van de dienstverlening zijn rapportageafspraken gemaakt met F&C, aan de hand waarvan het fonds zich kan verantwoorden en kan voldoen aan de gewenste bepalingen van de commissie Tabaksblat. Het pensioenfonds hecht veel waarde aan het sociale karakter bij het beleggen. F&C is in staat geweest om het pensioenfonds bij te staan in het invullen van haar ambities op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. F&C biedt voting en engagement voor alle aandelenproducten waarin het fonds is belegd en daarnaast worden ondernemingen die actief zijn in het fabriceren van Clusterbommen en Landmijnen voor belegging uitgesloten. Het bestuur heeft het aandelenmandaat in beheer gebracht bij State Street Global Advisors en gekozen voor beleggingsfondsen die gebruik maken van een beperkte uitsluiting (clusterbommen, landmijnen, nucleaire wapens en kinderarbeid).
Jaarverslag 2012 bpf dranken
39
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Toekomst Het bestuur van bpf dranken werkt aan deskundigheid en aan de vereiste competenties en zal invulling geven aan een passende governance, om de diverse ontwikkelingen op het pensioenterrein goed het hoofd te kunnen bieden. In overleg met cao-partijen zal het bestuur het nieuwe pensioencontract vormgeven, waarbij naar een bij de drankindustrie passende ambitie en risicoprofiel zal worden gekeken. Daarnaast zal het bestuur vanuit de missie en doelstelling op een goede marktpositie van bpf dranken inspelen.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
40
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
Verslag van het verantwoordingsorgaan
Het bestuur van bpf dranken legt jaarlijks verantwoording af over: het bestuurlijk handelen, het gevoerde beleid en de gemaakte lange termijn beleidskeuzes. In 2012 is het verantwoordingsorgaan vijf keer in vergadering bijeengekomen op 24 januari, 15 maart, 31 mei, 18 oktober en 29 november, waarvan twee gezamenlijke vergaderingen met het gehele bestuur van bpf dranken en de Deelnemersraad op 31 mei en 29 november. Uit efficiencyoogpunt vergaderen het Verantwoordingsorgaan (afgekort VO) én de Deelnemersraad (afgekort DR) vanaf 2012 in gezamenlijkheid. Tijdens voornoemde vergaderingen heeft het verantwoordingsorgaan zich laten informeren over de kostendekkende premie voor 2012 , het strategisch communicatiebeleid, de premies en parameters, evaluatie herstelplan, de pensioen actualiteiten. Bij de pensioenactualiteiten werd o.a. stilgestaan bij het FTK 1 (voor het nominale pensioencontract) en het FTK 2 (voor het reële pensioencontract), het pensioenakkoord en het op termijn implementeren van de initiatief wet Koşer Kaya Blok of de wet Versterking bestuur pensioenfondsen die een wijziging in bestuursmodel van pensioenfondsen voorstelt, met de daarbij horende wijzigingen in medezeggenschap. Een zelfevaluatie in 2011 heeft een eerste inzicht gegeven in de deskundigheid van elk individueel lid. Het resultaat van de zelfevaluatie heeft ertoe geleid dat de leden van het VO in mei 2012 een online pensioenkennistoets via Towers Watson hebben gemaakt waarna vastgesteld is op welk kennisgebied extra scholing zou kunnen plaatsvinden. De intern gehouden cursus Kennisverdieping Vermogensbeheer op 29 februari heeft het VO als zeer praktisch en leerzaam ervaren. In de vergadering van 24 januari is met VO uitgebreid gecommuniceerd over het gevoerde beleid wat betreft vermogensbeheer van bpf Dranken. De normportefeuille 2012 is besproken. De actielijsten en notulen van de bestuursvergaderingen zijn terugkomende agendapunten binnen het VO. Door bespreking van deze stukken binnen het VO kon het VO het gevoerde bestuursbeleid en de voortgang van acties in het verslagjaar goed volgen. Het VO heeft in haar vergadering van 24 januari meegegeven dat zij grote waarde hecht aan een goede en duidelijke communicatie naar de achterban over toekomstige pensioenontwikkelingen op het gebied van herstel en/of mogelijke kortingen op pensioenen. Tijdens de vergadering van 15 maart heeft het VO voor het eerst in combinatie met de DR vergaderd. De voorzitters van de DR en het VO hebben beurtelings de vergadering voorgezeten. Het VO heeft in deze vergadering positief geadviseerd ten aanzien van het communicatieplan 2012-2014 bpf dranken. Vaststelling van het jaarwerk Dranken 2011 stond in de vergadering van 31 mei met het bestuur centraal. Het bestuur heeft verantwoording afgelegd over de vermogenspositie van het fonds en geconstateerd is dat de genomen bestuursbeslissingen uit het verleden vooralsnog goed hebben uitgepakt waardoor geen aanleiding bestond het ingezette beleid aan te passen. Het VO heeft in haar een positief oordeel uitgesproken omtrent het handelen van het bestuur en het gevoerde beleid. De accountant heeft aangegeven dat de interne beheersing op orde is, maar het punt risicomanagement blijft nog een punt van aandacht. Risicomanagement stond ook in dit verslagjaar hoog op de agenda van het VO. Het VO heeft het bestuur eveneens verzocht om een geactualiseerde actielijst van de visitatiecommissie.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
41
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
Om bestuursaangelegenheden goed te kunnen volgen heeft de voorzitter van het VO in 2012 overleg gevoerd met de werkgeversvoorzitter Dranken. Terugkoppeling van dit overleg aan de overige VOleden vond plaats in de vergadering van 18 oktober . Ter vergadering werd het VO geïnformeerd over de inhoud van het septemberpakket SZW met hierin een eerste aanzet in de richting van een toekomstbestendig pensioenstelsel. Tenslotte is door Towers Watson een toelichting gegeven bij de behaalde resultaten van de in mei gemaakte pensioenkennistest. Tijdens de vergadering op 29 november met het bestuur is o.a. het strategische beleggingsbeleid, de normportefeuille 2013 en het premiebeleid besproken. Het VO heeft positief geadviseerd ten aanzien van het communicatieplan 2013. OORDEEL Het verantwoordingsorgaan van bpf dranken is op basis van het jaarverslag, de actuariële rapporten en het accountantsverslag 2012, en het risicomanagement, de evaluatie van het herstelplan en de door het bestuur en directie aangereikte stukken met betrekking tot het bestuursbeleid, vooruitzichten en de gemaakte afspraken inzake de interne beheersing en met het bestuur en directie gevoerde gesprekken, van mening dat het bestuur bpf dranken een verantwoord beleid heeft gevoerd. Rijswijk, 3 juni 2013 Verantwoordingsorgaan bpf dranken mw. Drs. W.A.P.J. Caderius van Veen RA, voorzitter
Jaarverslag 2012 bpf dranken
42
REACTIE VAN HET BESTUUR OP HET VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft met voldoening kennisgenomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan en hopen op voortzetting van het constructief overleg. Bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Rijswijk, 3 juni 2013 Mw. J.A.M. Bergervoet, voorzitter D.R. Bosma, vice voorzitter
Jaarverslag 2012 bpf dranken
43
JAARREKENING
Jaarrekening
Jaarverslag 2012 bpf dranken
44
BALANS PER 31 DECEMBER
Balans per 31 december Na bestemming van het saldo van baten en lasten
2012
2011
Ref. Activa Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
5 15.772 164.592 316.474 1.150 1.249
16.085 144.200 275.417 1.190 499.237
436.892
Deelnemingen
6
198
198
Herverzekeringsdeel technische voorziening
7
93
77
Vorderingen en overlopende activa
8
1.080
1.115
Overige activa Liquide middelen
9
1.179
4.066
501.787
442.348
Totaal activa
Passiva Stichtingskapitaal en reserves Extra reserve Weerstand reserve
10
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Spaarfonds gemoedsbezwaarden
11
-20.386 59.135
-53.289 54.637 38.749
461.431 -
1.348
434.977 2 461.431
434.979
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
12
903
699
Overige schulden en overlopende passiva
13
704
5.322
501.787
442.348
Totaal passiva
Jaarverslag 2012 bpf dranken
45
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Staat van baten en lasten
2012
2011
Ref. Baten Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) Premiebijdragen risico deelnemers Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Uitkeringen uit hoofde van herverzekering Waardeoverdracht VUT-reserve Overige baten Lasten Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds - Pensioenopbouw - Indexering en overige toeslagen - Rentetoevoeging - Onttrekking voor pensioenuitkering en pensioenuitvoeringskosten - Wijziging markrente - Wijziging actuariële grondslagen - Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten - Overige mutaties Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van de deelnemers Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Saldo overdrachten van rechten Premies herverzekering Overige lasten
17 18 19 20 21 22
13.739 204 61.082 1.329 407 76.761
14.962 217 47.268 442 306 233 63.428
23 10.214 6.672
10.655 4.769
-11.059 24.762 3.013
-9.809 60.998 -
-84 -7.064
-294 -499 26.454
65.820
24
204
217
25 26 27 28 29 30
-16 10.649 1.174 99 605 191 39.360
9 9.669 1.164 262 686 463 78.290
37.401
-14.862
32.903 4.498 37.401
-13.836 -1.026 -14.862
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten Extra reserve Weerstand reserve
Jaarverslag 2012 bpf dranken
46
KASSTROOMOVERZICHT
Kasstroomoverzicht
2012
2011
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangsten Uitkeringen herverzekering Premies Overdracht van rechten Overig
1.329 13.830 670 335
442 15.149 272 -221 16.164
Uitgaven Pensioenuitkeringen Premies herverzekering Overdracht van rechten Pensioenuitvoeringskosten Overig
-11.172 -605 -769 -1.174 -191
15.642 -9.289 -686 -534 -1.204 -463
-13.911 2.253
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
-12.176 3.466
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Liquiditeit vermogensbeheerders Ontvangsten Verkopen en aflossingen van beleggingen Directe beleggingsopbrengsten
-722
-
117.882 4.436
207.635 5.906 121.596
Uitgaven Aankopen beleggingen Kosten van vermogensbeheer
-125.923 -813
213.541 -215.737 -1.063
-126.736 -5.140
-216.800 -3.259
Netto kasstroom
-2.887
207
Liquide middelen per 1 januari Liquide middelen per 31 december Mutatie liquide middelen
4.066 1.179 -2.887
3.859 4.066 207
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Jaarverslag 2012 bpf dranken
47
ACTUARIËLE ANALYSE
Actuariële analyse
Resultaat op premie Ontvangen doorsneepremie Pensioenopbouw en risicopremies
2012
2011
12.029 -10.488
13.154 -10.201 1.541
Resultaat op interest Directe en indirecte beleggingsresultaten Aanpassing van de rekenrente Af: actuarieel benodigde interest
61.082 -24.762 -6.672
Resultaat op toeslagverlening Toeslagverlening premievrije en ingegane pensioenen Resultaat op sterfte Sterfteresultaat Aanpassing overlevingstafels
2.953
47.268 -60.998 -4.769 29.648
-18.499
-
-
584 -4.363
537 -3.779
Resultaat op kosten Vrijval kostenopslag uit voorziening pensioenverplichtingen In premie begrepen opslag voor directe kosten Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
198 1.157 -1.174
537
193 1.136 -1.164 181
Overige resultaten Resultaat op herverzekering Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op uitkeringen Resultaat op waarde-overdrachten Aanpassing opslag wezenpensioen Diversen
724 1.666 170 -15 1.350 5.915
Totaal
Jaarverslag 2012 bpf dranken
165
-244 604 -536 32 126 9.810
-18
37.401
-14.862
48
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Toelichting op de balans en staat van baten en lasten
1 Algemeen 1.1 Activiteiten Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie (hierna ‘het fonds’) is statutair gevestigd te Rijswijk. Het doel van het fonds is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van de in branche Drankindustrie verplicht gestelde aangesloten werkgevers. 1.2 Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd, Hierbij worden alle ontvangsten en uitgaven als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten
2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1 Algemeen De jaarrekening is opgesteld in €. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de toelichting. 2.2 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelselwijziging zoals opgenomen in paragraaf “stelselwijzigingen” alsmede de toegepaste schattingswijzigingen zoals opgenomen in paragraaf “schattingswijzigingen”. 2.2.1 Stelselwijzigingen In 2012 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan. 2.2.2 Schattingswijzigingen In 2012 hebben zich de volgende schattingswijzigingen voorgedaan. Overgang naar UFR methodiek Met ingang van 30 september 2012 is de Rentetermijnstructuur (RTS) vervangen door de Ultimate Forward Rate (UFR). Deze wijziging heeft een verlaging van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het fonds tot gevolg en derhalve een verhoging van de dekkingsgraad. Schattingen geven een afname aan van de voorziening per 30 september 2012 met € 15 miljoen. Overgang naar nieuwe AG Prognosetafel en opslag voor wezenpensioen Door het Actuarieel Genootschap zijn op 10 september 2012 nieuwe prognosetafels gepubliceerd. Per het einde van het boekjaar 2012 is het pensioenfonds overgegaan van de Prognosetafel 2010-2060 naar de Prognosetafel 2012-2062. Gelijktijdig heeft het pensioenfonds de opslag voor wezenpensioen
Jaarverslag 2012 bpf dranken
49
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
aangepast. Het percentage van 7% is verlaagd naar 3,5%. Deze beide overgangen hebben geresulteerd in een extra toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen risico van het fonds van circa € 3 miljoen, te weten € 4,4 miljoen voor overgang Prognosetafel en - € 1,3 miljoen voor aanpassing opslag wezenpensioen. 2.3 Schattingen en veronderstellingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten. 2.4 Opname van actief, verplichting, bate of last Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
2.5 Vreemde valuta Functionele valuta De jaarrekening is opgesteld in euro’s, zijnde de functionele en presentatievaluta van het pensioenfonds. Transacties, vorderingen en schulden Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten. 2.6 Beleggingen voor risico fonds 2.6.1 Zakelijke waarden Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de marktwaarde (nav). Voor de participaties in de vastgoedfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
50
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Aandelen Aandelen en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde op balansdatum. De marktwaarde voor niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat het pensioenfonds heeft in het eigen vermogen van het nietbeursgenoteerde aandeel per balansdatum. 2.6.2 Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde op balansdatum. De marktwaarde voor niet-beursgenoteerde participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat het pensioenfonds heeft in het eigen vermogen van het niet-beursgenoteerde aandeel per balansdatum. LDI Pools worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Dit is de intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Hypothecaire leningen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor participaties in hypotheekfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. De lopende interest op vastrentende waarden wordt gepresenteerd als onderdeel van de marktwaarde van de vastrentende waarden. 2.6.3 Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen marktwaarde. Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Indien een derivaatposities negatief is wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. 2.6.4 Overige beleggingen Overige beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde. tegen marktwaarde. Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. 2.7 Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt ervan uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
51
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover het pensioenfonds in deze situatie geheel of gedeeltelijk instaat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt hiervoor een voorziening getroffen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-enverliesrekening. De onder financiële vaste activa opgenomen vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. 2.8 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen De vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is verzekerd geweest bij Nationale Nederlanden en de Algemene Levensherverzekering Maatschappij. Dit risico wordt nu door het fonds zelf gedragen. Voor de toekomstige opbouw van de lopende vrijstellingen uit de beëindigde contracten bij Nationale Nederlanden en de Algemene Levensherverzekering Maatschappij is een voorziening bepaald op basis van de actuariële grondslagen en veronderstellingen van het fonds (zie Technische voorzieningen). 2.9 Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Vorderingen en overlopende activa worden onderscheiden van vorderingen in verband met beleggingstransacties. Overige vorderingen en schulden inzake vastgoedbeleggingen, aandelen en vastrentende waarden betreffende te vorderen respectievelijk te betalen posities of tijdelijke banksaldi in verband met beleggingstransacties mogen onder de beleggingsrubrieken vastgoedbeleggingen, aandelen en vastrentende waarden worden geclassificeerd indien deze door het pensioenfonds niet kunnen worden aangewend voor andere doelen dan beleggingstransacties 2.10 Liquide middelen Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
52
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
2.11 Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. Weerstandsreserve Onder het weerstandsvermogen van het fonds wordt verstaan de mate waarin het fonds in staat is weerstand te bieden aan ongunstige ontwikkelingen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen waarborging van dekking van de verplichtingen bij voortzetting van de regeling (continuering) en bij beëindiging van de regeling (discontinuering). De weerstandsreserve is berekend conform de door het FTK voorgeschreven S-toets. Extra reserve Na het op niveau brengen van het weerstandsvermogen, wordt het resterende deel van het resultaat in de extra reserve verwerkt, die gepresenteerd wordt als onderdeel van het eigen vermogen. 2.12 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van actuele Ultimate Forward Rate (UFR) zoals gepubliceerd door DNB. Bij de berekening van de voorziening voor pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten (ook voor indexatiebesluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex ante-condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van de toekomstige aanspraken waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De voorziening voor pensioenverplichtingen is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Rente De gehanteerde rente is gebaseerd op de Ultimate Forward Rate (UFR) (2011 :de rentetermijnstructuur (RTS)) zoals gepubliceerd door DNB. Overlevingstafels De overlevingskansen en sterftetrend worden ontleend aan de AG Prognosetafel 2012-2062 (2011: AG Prognosetafel 2010-2060) met toepassing van de Towers Watson 2010 ervaringssterfte.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
53
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
-
-
-
-
-
Gehuwdheidsfrequentie Uitgegaan wordt van het onbepaald partnersysteem; de gehuwdheidsfrequenties volgens de overlevingstafels Gehele Bevolking Mannen (GBM) en de Gehele Bevolking Vrouwen (GBV) over de waarnemingsperiode (1985-1990). Op de pensioenleeftijd is de gehuwdheidsfrequentie gelijk aan 100% waarna deze afneemt met de overlevingskans. Leeftijdsverschil Er wordt aangenomen dat mannelijke verzekerden gehuwd zijn met een drie jaar jongere vrouw en vrouwelijke verzekerden gehuwd zijn met een drie jaar oudere man. Kostenopslag Ter dekking van toekomstige administratiekosten is een opslag ter grootte van 2% van de voorziening pensioenverplichtingen. Wezenpensioen Ter dekking van nog niet ingegaan wezenpensioen wordt de voorziening van het latente partnerpensioen voor deelnemers jonger dan 65 jaar met 3,5% (2011: 7%) verhoogd. Premievrijstelling Risico’s voor premievrije voorzetting wegens arbeidsongeschiktheid worden in eigen beheer gehouden.
2.13 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Dit betreft de verplichtingen uit hoofde van de beschikbare-premieregeling voor deelnemers. Het beleggingsrisico ligt echter bij het pensioenfonds en bestaat uit het 5-jaars fondsgemiddelde, met een minimum van 0%. 2.14 Overige schulden en overlopende passiva Schulden worden opgenomen tegen reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde.
3 Grondslagen voor resultaatbepaling 3.1 Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorziening pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. 3.2 Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Extra stortingen en opslagen op de premie zijn eveneens als premiebijdragen verantwoord. 3.3 Premiebijdragen risico deelnemers Dit betreft ontvangen (vrijwillige spaar)bijdragen van deelnemers in het kader van de beschikbarepremieregeling. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
54
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
3.4 Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden zowel de externe als de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Afschrijvingen en andere exploitatiekosten van onroerende zaken in exploitatie zijn in de kosten van vermogensbeheer opgenomen. 3.5 Uitkeringen uit hoofde van herverzekering Het betreft hier de ontvangen premies van lopende vrijstellingen voortvloeiende uit de beëindigde herverzekeringscontracten voor vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid bij Nationale Nederlanden en de Algemene Levensherverzekering Maatschappij. 3.6 Waardeoverdracht VUT-reserve Het betreft hier een overboeking vanuit de overreserve van de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Drankindustrie en de Groothandel in Dranken voor werknemers die verzekerd zijn bij het bedrijfstakpensioenfonds. Voor deze werknemers is het bedrag aangewend voor extra ouderdomspensioen (ingang 65 jaar) en nabestaandenpensioen. 3.7 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met de 1-jaarrente per 31 december van het voorgaande boekjaar, zoals die afgeleid kan worden uit de Ultimate Forward Rate (UFR), zoals gepubliceerd door de DNB. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar
Jaarverslag 2012 bpf dranken
55
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Wijziging rente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de Ultimate Forward Rate (UFR) (tot en met 2011: rentetermijnstructuur (RTS) ). Het effect van de verandering van de rente wordt verantwoord onder het hoofd wijziging rente. Wijziging overige actuariële uitgangspunten De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op incidentele wijzigingen in actuariële grondslagen. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op inkomende en uitgaande waardeoverdrachten. Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben betrekking op onder meer de actuariële kanssystemen. 3.8 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers De mutatie pensioenverplichtingen voor risico deelnemers betreft de wijzigingen in de waarde van de technische voorziening voor risico deelnemers. 3.9 Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening De onder dit hoofd opgenomen mutatie betreft de wijzigingen in de waarde van het herverzekeringsdeel technische voorziening. 3.10 Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 3.11 Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. 3.12 Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. 3.13 Premies herverzekering De premies herverzekering betreffen de herverzekerde overlijdensrisico’s bij de Algemene Levensherverzekering maatschappij. 3.14 Overige baten en lasten Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
56
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
5. Beleggingen voor risico van het pensioenfonds
Vastgoed Aandelen -beleggingen Stand per 1 januari 2011 Aankopen Verkopen Voor- en nadelige verschillen Stand per 31 december 2011 Aankopen Verkopen Voor- en nadelige verschillen Stand per 31 december 2012
Vastrentende waarden
Derivaten
Overige beleggingen
Totaal
15.182 1.110 -1 -206
154.231 17.790 -14.308 -13.513
215.170 194.608 -193.449 59.088
-1.482 123 -2.736
-1.039 2.229 -
382.062 215.737 -207.635 42.633
16.085
144.200
275.417
-4.095
1.190
432.797
338 -1 -650
12.952 -13.933 21.373
112.574 -108.598 37.081
4.650 595
59 -
125.923 -117.882 58.399
15.772
164.592
316.474
1.150
1.249
499.237
Vastgoedbeleggingen
Indirecte vastgoedbeleggingen (participaties in beleggingsinstellingen) Overige vorderingen Liquide middelen Stand per 31 december
2012
2011
15.030 637 105 15.772
15.363 637 85 16.085
2012
2011
164.592 164.592
144.200 144.200
2012
2011
54.785 119.459 24.705 114.163 3.362 316.474
45.120 82.115 24.748 119.622 1.378 2.434 275.417
Aandelen
Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingsfondsen Overige vorderingen Stand per 31 december Vastrentende waarden
Participaties in obligatiefondsen Index obligaties Participaties in hypotheken LDI pools Participaties geldmarktfondsen Overige vorderingen Stand per 31 december
Jaarverslag 2012 bpf dranken
57
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van de stichting kan voor het grootste deel gebruik worden gemaakt van marktnoteringen, met uitzondering van vastgoed, participaties in hypotheken en derivaten, die op basis van waarderingsmodellen en -technieken zijn gewaardeerd. Directe Afggeleimarkt- de marktnotering notering 15.772 164.592 112.944 203.457 1.150 1.249 278.785 220.379
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Waarderingsmodellen 73 73
Totaal
15.772 164.592 316.474 1.150 1.249 499.237
Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie. Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn:
Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde);
Taxatierapporten waarderingsspecialisten;
Mededelingen gerenommeerde derde-partijen: banken, brokers, bewaarders, etc. (transactieprijzen).
Rentevoeten gehanteerd bij de bepaling van de reële waarde Bij de waardering van de vastrentende waarden en derivaten zijn per 31 december de volgende rentevoeten gehanteerd: 2012 2,13% 2,23%
Vastrentende waarden Derivaten
2011 2,94% 2,74%
Er worden geen beleggingen uitgeleend. 6. Deelnemingen
Stand per 1 januari Toevoeging Stand per 31 december
2012
2011
198 198
158 40 198
De belangen van de stichting in andere maatschappijen zijn als volgt verdeeld: Naam, vestigingsplaats Servicekantoor AGH te Rijswijk
Aandeel geplaatst in kapitaal 25,0%
Jaarverslag 2012 bpf dranken
58
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
7. Herverzekeringsdeel technische voorziening
Stand per 1 januari Mutaties Stand per 31 december
2012
2011
77 16 93
86 -9 77
2012
2011
222 5 17 104 706 26 1.080
313 12 40 750 1.115
8. Vorderingen en overlopende activa
Premies Uitkeringen Rekening courant Servicekantoor AGH Waardeoverdrachten Alhermij Overig Stand per 31 december
Alle vorderingen en overlopende activa hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. In bovenstaande posten is rekening gehouden met een voorziening voor oninbaarheid ter grootte van 17 (2011: 87). 9. Liquide middelen
Rekening courant Staalbankiers Rekening courant ABNAMRO Stand per 31 december
2012
2011
1.179 1.179
4.063 3 4.066
10. Stichtingskapitaal en reserves Stichtings - kapitaal
Stand per 1 januari 2011 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties Stand per 31 december 2011 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties Stand per 31 december 2012
Extra Weerstand reserves reserves
-
-39.453 -13.836 -53.289 32.903 -20.386
55.663 -1.026 54.637 4.498 59.135
Totaal
16.210 -14.862 1.348 37.401 38.749
Solvabiliteit en dekkingsgraad De toezichthouder, DNB, heeft een gestandaardiseerde methode vastgesteld om te toetsen of er voldoende eigen vermogen aanwezig is: de standaardtoets. De standaardtoets meet voor een aantal
Jaarverslag 2012 bpf dranken
59
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN risicofactoren het mogelijke (negatieve) effect (in euro’s) op het eigen vermogen. Omdat de resultaten van de standaardtoets afhankelijk zijn van marktomstandigheden en het risicoprofiel van de aanwezige beleggingen, fluctueren ze in de loop van de tijd. Bij de berekening van het (minimaal) eigen vermogen wordt voor de samenstelling van de beleggingen uitgegaan van de feitelijke assetmix in de evenwichtssituatie. 2012 Technische voorzieningen Buffers S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico Correctie effect
2011 461.431
13.154 47.636 13.336 3.763 15.365 -34.119
434.977
13.898 42.649 12.981 4.032 13.990 -32.913 59.135 520.566 500.180 -20.386
Vereist vermogen Aanwezig vermogen Tekort/surplus
54.637 489.614 436.325 -53.289
De nominale dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt per 31 december 2012 108,4 (2011: 100,3) en de ontwikkeling van de dekkingsgraad is hiermee niet overeenkomstig het herstelplan (109,9). De dekkingsgraad is als volgt berekend: (totale activa -/- overige schulden -/- voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers) technische voorzieningen De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als reservetekort. Het bestuur heeft 31 maart 2009 een geïntegreerd herstelplan, hetgeen bestaat uit een korte- en langetermijnplan, opgesteld en vastgesteld. Het herstelplan is door DNB goedgekeurd op 29 juni 2009. Het herstelplan is opgesteld volgens bepaalde uitgangspunten en veronderstellingen dit alles binnen de door de wet gestelde mogelijkheden. De realisatie van het herstelplan kan afwijken van de toegepaste veronderstellingen: Het korte- en langetermijnherstelplan leiden tot herstel binnen de wettelijk gestelde termijnen van 1-5 respectievelijk 1-15 jaar. Het herstelplan is in hoofdlijnen gebaseerd op de volgende realistische uitgangspunten:
Er worden tot 2014 geen toeslagen gegeven. Nadien zal er weer (in beperkte mate) sprake kunnen zijn van toeslagverlening;
Jaarverslag 2012 bpf dranken
60
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Gedurende de herstelperiode zal de premie (vooralsnog) op het huidige niveau worden gehandhaafd;
Het renterisico wordt afgedekt voor 85% (was 75%) van de technische voorzieningen;
Het korten van de opgebouwde pensioenaanspraken of de reguliere pensioenopbouw is momenteel niet aan de orde. Mocht deze situatie wijzigen zal het bestuur eerst in overleg treden met cao-partijen, met het doel om extra middelen te verkrijgen. Dit om het korten van aanspraken/uitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen.
In de bestuursvergadering van februari heeft het bestuur de bij DNB in te dienen evaluatie van het hertstelplan besproken. Uit deze evaluatie blijkt dat de dekkingsgraad tijdig op de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,5% kan komen. Ook op de langere termijn is er, blijkens deze evaluatie, voldoende herstel te zien. Het aantal variaties die zijn doorgerekend geven eenzelfde resultaat te zien. Zowel bij een verondersteld rendement van 4,7% als bij een verondersteld rendement van 5,7% wordt tijdig een dekkingsgraad boven het vereiste minimum gehaald. Het bestuur heeft de evaluatie vastgesteld en goedgekeurd voor indiening bij DNB en geconcludeerd dat er geen extra maatregelen nodig zijn. 11. Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Het mutatieoverzicht van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds luidt als volgt: 2012 2011 Stand per 1 januari Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging actuariële grondslagen Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutaties Stand per 31 december
434.977 10.214 6.672 -10.861 -198 24.762 3.013 -84 -7.064 461.431
369.157 9.957 4.769 -9.616 -193 60.998 -294 199 434.977
Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten en lasten Korte beschrijving van de aard van de pensioenregelingen De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Voor het jaar 2012 wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 1,50% (2011: 1,75%) van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan 1,08 x jaarsalaris, 12,96 x maandsalaris dan wel 56,36 x weeksalaris onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt voor 2012 € 18.943,00 (2011: € 18.709,00). Tevens bestaat er recht op partner- en wezenpensioen . Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf de leeftijd van 20 jaar. Jaarlijks beslist het bestuur de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd. Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
61
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Toeslagverlening De indexatie van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur. De ambitie bestaat om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De indexatie in een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van de financiële middelen van het fonds. De pensioenrechten en pensioenaanspraken zijn in 2012 met 0,0% (2011: 0,0%) geïndexeerd. Er is geen recht op toekomstige indexaties. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het fonds heeft geen geld gereserveerd voor toekomstige indexaties. Het bestuur heeft in de vergadering van 29 november 2012 besloten tot een nul indexatie van de pensioenaanspraken per 1 januari 2013. Bij de bepaling van de voorziening voor pensioenverplichtingen is hiermee rekening gehouden. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: 2012 2011 Aantallen Aantallen Actieven en arbeidsongeschikten 160.782 4.263 159.969 4.255 Pensioengerechtigden 141.942 3.616 136.257 3.471 Slapers 158.707 16.804 138.751 17.348 Stand per 31 december 461.431 24.683 434.977 24.074
Methodiek bepaling marktwaarde In de Pensioenwet en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van de pensioenverplichtingen. De Pensioenwet schrijft waardering van pensioenverplichtingen tegen marktwaarde voor. De marktwaarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige uitgaande kasstromen (i.c. pensioenen) die voortvloeien uit de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde Ultimate Forward Rate (UFR). Ultimo boekjaar bedraagt de UFR 2,53% bij een duration van 19,3 (2011: 2,74% bij een duration van 19,6). Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten (i.c. levensverwachting) wordt een door het Actuarieel Genootschap (AG) gepubliceerd model gehanteerd. De prognosetafels AG 2012-2062 (incl. sterftetrendopslag) worden toegepast door het pensioenfonds. Door toepassing van deze prognosetafels wordt rekening gehouden met de meest actuele informatie over levensverwachtingen toegepast op onze deelnemerspopulatie. Jaarlijks wordt aan de hand van de actuariële resultaten op lang- en kortleven geëvalueerd of de sterftegrondslagen nog prudent zijn. In de pensioenverplichtingen is een opslag voor kosten die gepaard gaan met het doen van toekomstige uitkeringen opgenomen. Deze opslag is een schatting van toekomstige kosten en bedraagt 2%. Opgemerkt wordt dat schattingen en modellen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte marktwaarden van de technische voorzieningen derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waarde oordelen ten aanzien van volatiliteit, levensverwachtingen, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
62
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
12. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
Stand per 1 januari Premiestortingen Onttrekking Waardemutaties beleggingen voor risico deelnemers Overige mutaties Stand per 31 december
2012
2011
699 190 -24 55 -17 903
482 243 -33 29 -22 699
2012
2011
220 92 163 229 704
4.095 756 101 370 5.322
2012
2011
-
4.095 4.095
2012
2011
42 178 220
589 167 756
2012
2011
40 52 92
27 74 101
13. Overige schulden en overlopende passiva
Beleggingen Pensioenen Kosten Premies Overig Stand per 31 december
Specificatie beleggingen
Valutaderivaten risico pensioenfonds
Specificatie pensioenen
Waardeoverdrachten Belasting en sociale laten
Specificatie kosten
Advies en controle Beleggingen
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 14 Risicobeheer en derivaten Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten:
Jaarverslag 2012 bpf dranken
63
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
ALM-beleid en duration-matching
Dekkingsgraad
Financieringsbeleid
Premiebeleid
Indexatiebeleid
Herverzekeringsbeleid
Risicobeleid alternatieve beleggingen
Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding.
Welke beleidsinstrumenten het bestuur op welke manier zal hanteren wordt bepaald op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses gebruikt men onder andere AssetLiability Management-studies (ALM). Een ALM-studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. Op basis van de uitkomsten van deze analyses stelt het bestuur jaarlijks beleggingsrichtlijnen vast waarop het door het fonds uit te voeren beleggingsbeleid wordt gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd, en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van derivaten die worden toegelicht in hoofdstuk 5 Beleggingen voor risico pensioenfonds. 1. Marktrisico Marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijsrisico. De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die de stichting volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de beleggingscommissie toe op het marktrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en de beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. 1.1. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen.
Duration van de vastrentende waarden (excl. derivaten) Duration van de vastrentende waarden (incl. derivaten) Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
2012
2011
6,65 22,65 19,30
27,30 27,70 19,60
De LDI-pools is een beleggingsfonds met interest rate swaps. In 2011 werd dit aangemerkt als een beleggingsfonds. Dit leidt er toe dat de duratie van de LDI-pools in de vastrentende waarden is opgenomen. In 2012 zijn, op verzoek van de DNB, de LDI-pools als derivaten opgenomen. Indien de duration van de vastrentende op balansdatum aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde ‘duration-mismatch’. Bij een rentestijging zal de
Jaarverslag 2012 bpf dranken
64
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
waarde van beleggingen minder snel dalen dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele rentestructuur), met als gevolg dat de dekkingsgraad zal stijgen. Voor het fonds geldt dat bij een rentedaling de waarde van de beleggingen minder snel stijgt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het fonds is gericht op het verkleinen van de duration-mismatch, bijvoorbeeld door meer langlopende obligaties in plaats van aandelen te kopen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), en kortlopende obligaties te vervangen door langlopende obligaties. Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van renteswaps of swaptions. Een renteswap ruilt een te ontvangen vaste lange rente (vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie) tegen een te betalen variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor / Eonia). Aan de ene kant verkleint dit de duration-mismatch, maar aan de andere kant wordt het fonds nu afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente. Het risico van een verdere rentedaling is tijdelijk af te dekken door middel van een swaption, waarvoor een premie betaald moet worden. Het afsluiten van een swap of een swaption kan dus mismatchrisico’s afdekken, maar aan dit soort instrumenten zijn ook risico’s verbonden (zoals het liquiditeits-, tegenpartij- en juridische risico). De vastrentende waarden, uitgesplitst naar looptijd, zijn als volgt:
2012
2011
Resterende looptijd ≤ 1 jaar Resterende looptijd > 1 jaar en < 5 jaar Resterende looptijd ≥ 5 jaar
20.870 62.682 232.922
6,6% 19,8% 73,6%
49.073 50.938 175.406
17,8% 18,5% 63,7%
Totaal per 31 december
316.474
100,0%
275.417
100,0%
1.2. Valutarisico Eind 2012 wordt voor circa 24% (2011: 27%) van de beleggingsportefeuille belegd buiten de eurozone, met name in de regio’s Noord-Amerika en Pacific. Hiervan is voor 47% (2011: 43%) afgedekt door de euro. Met ingang van 2012 is het beleid ten aanzien van het afdekken van het valutarisico op aandelen en internationaal vastgoed gewijzigd. Voor deze beleggingscategorieën wordt het valutarisico ten opzichte van de US Dollar voor 50% afgedekt. Daarnaast geldt voor de aandelenportefeuille dat het valuatrisico ten opzichte van de Britse Pond Sterling en de Japanse Yen voor 75% wordt afgedekt. De waarde van de per het einde van het verslagjaar uitstaande valutatermijncontracten bedraagt € 1.150 (2011: - € 4.095). De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd:
Aandelen Vastrentend Overige beleggingen Derivaten Totaal per 31 december
Jaarverslag 2012 bpf dranken
2012
2011
118.834 2.762 -57.568 64.028
117.284 2.531 -52.322 67.493
65
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: 2012 Voor afdekking
Valuta derivaten
376.456 19.345 9.936 45.963 46.386 498.086
58.714 -14.404 -7.443 -35.717 1.150
Euro GBP JPY USD Overig Totaal per 31 december
2011 Netto Voor positie afdekking (na) 435.171 4.941 2.493 10.246 46.386 499.237
Valuta derivaten
Netto positie (na)
48.227 -12.536 -6.376 -33.410 -4.095
365.293 -11.928 2.050 23.352 54.019 432.786
317.067 608 8.426 56.762 54.019 436.882
Met ingang van 2012 is het beleid ten aanzien van het afdekken van het valutarisico op aandelen en internationaal vastgoed gewijzigd. Voor deze beleggingscategorieën wordt het valutarisico ten opzichte van de US Dollar voor 50% afgedekt. Daarnaast geldt voor de aandelenportefeuille dat het valutarisico ten opzichte van de Britse Pond Sterling en de Japanse Yen voor 75% wordt afgedekt. 1.3. Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) kan het prijsrisico dempen. Het prijsrisico kan ook afgedekt worden door gebruik te maken van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. De vastgoedbeleggingen en de aandelen kunnen als volgt worden onderverdeeld: Vastgoedbeleggingen (sectoren)
Kantoren Winkels Overige bedrijfsgebouwen Woningen Overig Totaal per 31 december
2012
2011
3.761 4.503 1.356 5.192 960 15.772
4.088 4.434 1.273 5.359 931 16.085
2012
2011
10.766 1.578 2.429 257 742 15.772
11.364 1.468 2.237 294 722 16.085
Vastgoedbeleggingen (regio)
Nederland Europa Amerika Azië Overig
Jaarverslag 2012 bpf dranken
66
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Aandelen (sectoren)
Overheidsinstellingen Financiële instellingen Handel- en industriële bedrijven Nutsbedrijven Vastgoed Andere instellingen
2012
2011
60 36.467 53.781 5.210 69.074 164.592
26.674 46.128 9.533 1.263 60.602 144.200
2012
2011
28.535 64.741 48.785 17.757 4.774 164.592
22.376 57.125 48.413 16.286 144.200
Aandelen (regio)
Emerging Markets Europa N-Amerika Pacific Overig
2. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds, het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten en het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
67
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de beleggingen naar sector weergegeven: 2012 Overheidsinstellingen Beleggingsinstellingen Financiële instellingen Handel- en industriële bedrijven Nutsbedrijven Vastgoed Andere instellingen Kortlopende vorderingen en overige beleggingen Totaal per 31 december
2011
142.793 174.603 77.719 5.210 15.030 77.380 6.502 499.237
116.461 1.129 159.453 72.829 8.910 17.321 59.600 1.189 436.892
2012
2011
470.445 28.792 499.237
414.220 22.672 436.892
De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:
Mature markets Emerging markets Totaal per 31 december
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven:
AAA AA A BBB
2012
2011
188.867 30.984 51.148 18.100 1.214 26.161 316.474
166.943 29.025 33.294 17.387 300 28.468 275.417
3. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. De volgende zaken zijn van belang met betrekking tot het liquiditeitsrisico:
Tot en met het jaar 2012 zullen de inkomende premies het niveau van de uitkeringen overtreffen.
Ultimo 2012 zijn er voldoende obligaties, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren.
4. Verzekeringstechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn het langleven-, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
68
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Het belangrijkste actuariële risico is het langlevenrisico (het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen). Als gevolg hiervan is de pensioenvermogensopbouw niet toereikend voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van de AG-prognosetafel 2012-2062 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Voor de gevoeligheid van wijzigingen in de belangrijkste actuariële veronderstellingen verwijzen wij naar de toelichting op de Technische voorzieningen (2.12). Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor het fonds geen voorzieningen heeft getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen (‘schadereserve’). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het fonds heeft herverzekerd. De herverzekeringsovereenkomsten vervallen eind 2013. Met de herverzekeraars zijn resultatendelingen overeengekomen. De premie is leeftijdsafhankelijk. Het eigen behoud is nihil. De winstdelingsregeling kan als volgt worden gespecificeerd: positief saldo van 80% van de premies (baten) en verrichte uitkeringen (lasten). Een eventuele bate uit hoofde van winstdeling wordt in het resultaat verantwoord op het moment van toekenning. 5. Indexatierisico Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. Door cao-partijen is besloten om het ambitieniveau op grond van de consistentietoets aan te passen van 70% naar 49% van de algemene loonstijging als toeslagverwachting. De zogenaamde reële dekkingsgraad geeft zicht op de mate waarin kan worden geïndexeerd (ook wel aangeduid als de indexatieruimte). Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden onvoorwaardelijke nominale pensioenverplichtingen verdisconteerd tegen een reële rente. De nominale rente kan worden verminderd met een bepaald (vast) percentage dat de streefindexatie op lange termijn weergeeft. Ook kan gebruik worden gemaakt van de verwachte loon- of prijsinflatie (afhankelijk van het indexatiereglement). Ultimo 2012 bedraagt de reële dekkingsgraad 69,1% (ultimo 2011:61,5%). 6. Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
69
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Dit betreft per 31 december 2012 de volgende posten:
Vastrentende waarden Duitse staatsobligaties Nederlandse staatsobligaties
2012
2011
60.006 59.453
41.220 40.895
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Overigens beperken concentratierisico’s zich niet uitsluitend tot de beleggingen. Dit concentratierisico is niet meegewogen in de S-toets. Overige niet-financiële risico’s 7. Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles en kwaliteit geautomatiseerde systemen. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. 8. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. 9. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor zover dat binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van het fonds past maakt het fonds ook gebruik van financiële derivaten, voornamelijk bij het afdekken van het marktrisico. De economische effecten van de derivaten dienen meegenomen te worden in de berekening. In hoofdstuk 5 Beleggingen voor risico pensioenfonds worden de door het pensioenfonds gebruikte derivaten toegelicht. Derivaten hebben als voornaamste risico het kredietrisico (het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen). Dit risico kan beperkt worden door alleen transacties aan te gaan met goed te boek staande partijen, en zoveel mogelijk te werken met onderpand. De volgende instrumenten kunnen gebruikt worden:
Futures. Dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
70
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Putopties op aandelen. Dit betreft al dan niet beursgenoteerde opties waarmee het fonds het neerwaartse koersrisico van de aandelenportefeuille kan beperken. Voor deze opties wordt bij de verwerving een premie betaald die onder meer afhankelijk is van het actuele koersniveau van de onderliggende index, de looptijd van de opties en de uitoefenprijs van de opties.
Valutatermijncontracten. Dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt.
Swaps. Dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities 2012 Onderliggend
FX Forward
Contracto mvang
Actuele waarde activa
58.719 -11.688 -848.615 -47.101 -848.685
58.715 -14.404 -7.443 -35.718 1.150
EUR GBP JPY USD
2011 Onderliggend
EUR GBP JPY USD
Contracto mvang
Actuele waarde activa
48.242 -10.473 -636.816 -43.374 -642.421
48.227 -12.536 -6.376 -33.410 -4.095
15 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Investeringsverplichtingen Vooruitlopend op verwachte inkomende kasstromen bestaan er per balansdatum de volgende investings- en stortingsverplichtingen (zogenaamde voorbeleggingen):
Achmea Realty Fund - North America Achmea Realty Fund - Asia Achmea Realty Fund - Europe Totaal per 31 december
2012
2011
83 183 224 490
263 443 727 1.433
Deze verplichtingen zullen naar verwachting in het volgende boekjaar nagenoeg geheel worden afgewikkeld. 16 Verbonden partijen Overige transacties met verbonden partijen Bpf dranken heeft per 1 januari 2011 een extra belang genomen in Servicekantoor AGH. De extra koopsom bedroeg van € 40.000,00 en is door middel van een kapitaalstorting aan Servicekantoor AGH overgemaakt.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
71
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
De stichting heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met de werkgever ten aanzien van de uitvoering van de (vrijwillige) pensioenregelingen. Hierin zijn die zaken opgenomen die wettelijk zijn vastgelegd in de pensioenwet. Bpf Dranken heeft in 2012 een bedrag van 641 vergoed aan Servicekantoor AGH voor de beheersfee. Dit bedrag maakt onderdeel uit van de post Pensioenuitvoeringskosten. 17. Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
Werkgeversdeel Werknemersdeel Totaal
2012
2011
8.750 4.989 13.739
9.545 5.417 14.962
ste
De premiebijdragen van werkgevers en werknemers bedragen in totaal 21,2% (2011: 1 de 2 helft 25,2%) van de pensioengrondslag.
helft 21,2%,
Basisregeling De kostendekkende, intern kostendekkende (volgens abtn) en feitelijke premies zijn als volgt: 2012 Zuiver kostendekkende premie Intern kostendekkende premie (volgens abtn) Feitelijke premie
13.303 12.888 13.482
2011 13.611 14.588 14.628
Het verschil tussen bovenstaande drie premies wordt veroorzaakt door de gehanteerde rentetermijnstructuur (RTS). De kostendekkende premie wordt berekend met de RTS per 1 januari van het boekjaar. De intern kostendekkende premie (volgens abtn) wordt berekend met de RTS per 1 december voorafgaand aan het boekjaar. De feitelijke premie betreft de werkelijk (te) ontvangen premie. De kostendekkende en intern kostendekkende premie zijn als volgt samengesteld: 2012 zuiver
Actuarieel benodigd Opslag in stand houden vereist vermogen Opslag voor uitvoeringskosten Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening
volgens abtn
2011 zuiver
volgens abtn
10.797 1.360 1.146
10.428 1.314 1.146
10.838 1.637 1.136
11.687 1.765 1.136
13.303
12.888
13.611
14.588
Aanvullende regeling (OPI-module) De kostendekkende premie bedraagt 135 en de feitelijke premie is 145. Overig Feitelijke premies 112.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
72
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
18. Premiebijdragen risico deelnemers
Werknemersdeel Totaal
2012
2011
204 204
217 217
19. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten
Indirecte beleggingsopbrengsten
Totaal
2011 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Kosten vermogensbeheer Totaal
688 3.463 1.845 -7 -7 5.982
-152 -13.311 56.656 -845 -6 -1.056 41.286
536 -9.848 58.501 -845 -13 -1.063 47.268
2012 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Kosten vermogensbeheer Totaal
698 3.780 -42 -6 4.430
-670 18.842 38.684 596 7 -807 56.652
28 18.842 42.464 596 -35 -813 61.082
Specificatie vastrentende waarden
Obligaties Participaties in hypotheken Overig
2012
2011
42.464 42.464
58.706 -205 58.501
2012
2011
1.329 1.329
442 442
20. Uitkeringen uit hoofde van herverzekering
Kapitaalsuitkeringen ten gevolg van overlijden Totaal
Jaarverslag 2012 bpf dranken
73
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
21. Waardeoverdracht VUT-reserve 2012
2011
Overdrachtswaarde
-
306
Totaal
-
306
22. Overige baten
Saldo VUT fonds Poolwinst Overig Totaal
2012
2011
224 183 407
233 233
23. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de cao. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. De indexering is gemaximeerd op 6%.. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met de 1,544% (2011: 1,296%), zijnde de 1-jaarsrente per 1 januari uit de Ultimate Forward Rate (2011: Rentetermijnstructuur). Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de uitkering van pensioenen in de verslagperiode. Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
74
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
2012
2011
-10.861 -198 -11.059
-9.616 -193 -9.809
Wijziging rente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele Ultimate Forward Rate (UFR) (tot en met 2011 de Rentetermijnstructuur (RTS)), zoals bepaald door de DNB. Het effect van de verandering van de rente wordt hier verantwoord. Wijziging actuariële grondlagen Door het Actuarieel Genootschap zijn op 10 september 2012 nieuwe prognosetafels gepubliceerd. Per het einde van het boekjaar 2012 is het pensioenfonds overgegaan van de Prognosetafel 2010-2060 naar de Prognosetafel 2012-2062. Gelijktijdig heeft het pensioenfonds de opslag voor wezenpensioen aangepast. Het percentage van 7% is verlaagd naar 3,5%. Het effect van beide overgangen wordt hier verantwoord. Wijzigingen uit hoofde van overdracht van rechten De onder dit hoofd opgenomen mutatie van de voorziening heeft betrekking op het saldo van overgenomen en overgedragen pensioenverplichtingen: 2012
2011
Toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen Onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen Saldo waardeoverdrachten
249 -543 -294
1.133 -1.217 -84
Overige mutaties De onder dit hoofd opgenomen mutaties van de voorziening hebben o.a. betrekking op kanssystemen, welke als volgt kunnen worden gespecificeerd:
Overlevingskansen Arbeidsongeschiktheid Herverzekering
2012
2011
584 1.666 724 2.974
537 604 -244 897
24. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers De mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers wordt berekend door de beginstand van de voorziening van de eindstand af te trekken. Zie hiervoor ref. 12. 25. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen De mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening wordt berekend door de beginstand van de voorziening van de eindstand af te trekken. Zie hiervoor ref. 7.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
75
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
26. Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Afkopen Overige uitkeringen Totaal
2012
2011
7.691 2.069 46 867 -24 10.649
6.778 2.045 46 833 -33 9.669
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 438,44 (2011: € 427,29) per jaar, zijnde de afkoopgrens. 27. Pensioenuitvoeringskosten
Bestuurskosten Administratiekostenvergoeding Controle- en advieskosten Contributies en bijdragen Overige Totaal
2012
2011
154 641 248 54 77 1.174
172 600 297 45 50 1.164
Controle- en advieskosten accountant In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden
2012
2011
57 14 71
53 10 63
Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij het pensioenfonds zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk waartoe de accountantsorganisatie behoort. 28. Saldo overdracht van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
Inkomende waardeoverdrachten kasstroom Uitgaande waardeoverdrachten kasstroom Saldo waardeoverdrachten
Jaarverslag 2012 bpf dranken
2012
2011
670 -769 99
272 -534 262
76
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
29. Premies herverzekering
Overlijdensrisico Totaal
2012
2011
605 605
686 686
2012
2011
304 -113 191
463 463
30. Overige lasten
Premievrijstelling i.v.m. arbeidsongeschiktheid Overig Totaal 31. Aantal personeelsleden Bpf dranken heeft geen werknemers in dienst.
32. Bezoldiging bestuurders De bezoldiging voor de (voormalige) bestuurders tezamen bedraagt € 154 (2011: € 172)
Bestuur Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Rijswijk, 3 juni 2013 Mw. J.A.M. Bergervoet, voorzitter D.R. Bosma, vice voorzitter
Jaarverslag 2012 bpf dranken
77
OVERIGE GEGEVENS
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Overeenkomstig de statuten en de ABTN wordt het resultaat van € 37.401 toebedeeld aan de reserves. Gebeurtenissen na balansdatum Door het bestuur is in januari 2013 een besluit genomen om de pensioenaanspraken en –rechten per 1 januari 2013 niet te indexeren Daarnaast is besloten om voor 2013 de premie op het niveau van 21,95% (2012: 21,2%) te brengen en de opbouw voor 2013 te verhogen tot 1,55% (2012: 1,50%).
Jaarverslag 2012 bpf dranken
78
ACTUARIELE VERKLARING
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie te Rijswijk is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2012. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn ‘Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen’ heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door de pensioenuitvoerder verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht:
heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
79
ACTUARIELE VERKLARING
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld.
beschreven
berekeningsregels
en
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van artikel 132. De vermogenspositie van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie is naar mijn mening niet voldoende, vanwege het reservetekort.
Purmerend, 3 juni 2013
drs. B.A. Weijers AAG Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
80
CONTROLEVERKLARING
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie te Rijswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
81
CONTROLEVERKLARING
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie per 31 december 2012 en van het saldo van baten en lasten over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 3 juni 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
drs. F.J. van Groenestein RA
Jaarverslag 2012 bpf dranken
82
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Verklarende woordenlijst Actuariële en Bedrijfstechnische Nota
Pensioenfondsen dienen te werken volgens een ABTN. Hierin zijn de financiële opzet van een pensioenfonds en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven.
Asset Liability Management
Methode om op basis van bepaalde veronderstellingen het verloop van de toekomstige verhouding tussen bezittingen en schulden van een pensioenfonds te voorspellen.
Benchmark
Een objectieve maatstaf waaraan de prestaties van de belegger kunnen worden afgemeten.
Contante waarde
Bedrag dat op enig moment aanwezig moet zijn om, rekening houdend met toekomstige rente inkomsten (rekenrente) en eventuele andere actuariële grondslagen, de huidige verplichtingen in de toekomst ook daadwerkelijk te kunnen betalen.
Dekkingsgraad
Verhouding tussen enerzijds de contante waarde van de op een bepaald moment geldende reglementaire pensioenaanspraken en anderzijds het aanwezige vermogen om die aanspraken te dekken.
Derivaten
Financieel contract waarvan de waarde is afgeleid van een onderliggende waarde (zoals een aandeel) of een index. Voorbeelden: opties, futures.
Dispensatie
Vrijstelling van de verplichte deelneming aan de pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds.
Duration
Koersgevoeligheid van een bepaalde vastrentende waarde voor veranderingen in de rentestand.
Franchise
Drempelbedrag waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt.
Financieel Toetsingskader
Het nieuwe toetsingskader, waarmee DNB de financiële gegevens van pensioenfondsen transparanter en beter vergelijkbaar wil maken.
International Accounting Standards Board
Onafhankelijk orgaan dat de standaard voor financiële verslaglegging vaststelt, die wereldwijd (kunnen) worden toegepast.
Illiquide beleggingsportefeuille
Deel beleggingsportefeuille dat niet direct verhandelbaar is, om aan korte termijn verplichtingen te voldoen.
Outperformance
Er wordt een beter resultaat behaald dan de benchmark.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
83
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Pensioengrondslag
Het deel van het pensioengevend loon boven de franchise. Over de pensioengrondslag worden aanspraken opgebouwd.
Performance
Totale rendement op marktwaarde. Performance wordt normaliter vergeleken met die van een benchmark.
Rekenrente
Tot de inwerkingtreding van het FTK per 1-1-2007 werd met een vaste rekenrente bij de vaststelling van premies voor pensioen rekening gehouden. Daarbij werd ervan uitgegaan dat het rendement op de betaalde premies in ieder geval het gestelde rekenrentepercentage zou bedragen. Bij premies voor pensioenen diende lang met een rekenrente van 4% rekening te worden gehouden.
Securities lending
Het voor een bepaalde tijd uitlenen van effecten, waarbij een leenvergoeding wordt ontvangen. De uitlener blijft eigenaar en loopt dus het risico dat aan effecten verbonden is.
Solvabiliteit
Het vermogen om op langere termijn aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.
Stichting van de Arbeid
Een landelijk overlegorgaan van de centrale organisaties van zowel werkgevers als werknemers in Nederland.
Swap
Ruil van het rendement op een vastgestelde referentiewaarde tegen een variabele rente gedurende een vastgestelde looptijd.
Tracking error
Maatstaf die aangeeft hoe groot de kans is dat de outperformance zal afwijken van nul.
Underperformance
Er wordt een slechter resultaat behaald dan de benchmark.
Vastrentende waarden
Verzamelnaam voor beleggingen waarvoor in beginsel een vaste rentevergoeding en een vaste looptijd geldt, zoals obligaties, onderhandse leningen en hypotheken.
Voorziening Pensioenverplichtingen
Het bedrag dat aanwezig moet zijn om samen met de in te toekomst nog te ontvangen premies aan de reeds bestaande pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.
Waardeoverdracht
Het naar een andere pensioenregeling overdragen van de waarde van een tot zeker moment opgebouwde pensioenaanspraak, in het geval de deelnemer verandert van werkgever of verzekeraar.
Z-score
Mate waarin het werkelijke rendement van een pensioenfonds afwijkt van het rendement van de door het bestuur vastgestelde normportefeuille.
Jaarverslag 2012 bpf dranken
84
LIJST VAN AFKORTINGEN
Lijst van afkortingen ABTN AFM AG ALM AO/IC AOW API BPF CAO CNV CSO DNB FNV FTK FVP GBM/V GDH IAP IASB IVA KVNW LDI MVEV NFI NV OG RTS SAS SLA STAR UFR UPO VB VEV VIP VPV VUT Wet BPF WW
Actuariële en Bedrijfstechnische Nota Autoriteit Financiële Markten Actuarieel Genootschap Asset Liability Management Administratieve Organisatie en Interne Controle Algemene Ouderdomswet Algemene Pensioeninstelling Bedrijfstakpensioenfonds Collectieve arbeidsovereenkomst Christelijk Nationaal Vakverbond Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties De Nederlandsche Bank Federatie Nederlandse Vakbeweging Financieel Toetsingskader Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering Gehele Bevolking Mannen/Vrouwen De Vereniging van Nederlandse Groothandel in Dranken en Horecabenodigdheden Individueel Aanvullend Pensioen Drankindustrie International Accounting Standard Board Regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren Liability Driven Investing Minimaal Vereist Eigen Vermogen De Vereniging Nederlandse Frisdranken Industrie Naamloze Vennootschap Onroerend goed Rentermijnstructuur Statement of Accounting Standard Service Level Agreement Stichting van de Arbeid Ultimate Forward Rate Uniform Pensioenoverzicht Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen Vereist Eigen Vermogen De Vereniging van Nederlandse Importeurs en Producenten van Gedistilleerd Dranken Voorziening Pensioenverplichtingen Vervroegde uittredingsregeling Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds Werkloosheidswet
Jaarverslag 2012 bpf dranken
85