Veiligheidsvoorschriften voor externe ondernemingen welke werken uitvoeren in opdracht van het AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 1
Inhoud 1. 2. 3. 4.
Uit de beleidsverklaring ...................................................................................................... 3 Over het “waarom” van dit reglement .................................................................................. 3 Geldende bepalingen en voorschriften .................................................................................. 4 Algemene veiligheidsvoorschriften........................................................................................ 5 4.1. Organisatie van de uit te voeren werken ........................................................................ 5 4.2. Melding van aanvang der werken .................................................................................. 7 4.3. Ontvangst en gebruik van sleutels ................................................................................. 7 4.4. Verkeer ....................................................................................................................... 7 4.5. Aanvoer van materiaal / arbeidsmiddelen ....................................................................... 9 4.6. Gebruik van materiaal / arbeidsmiddelen...................................................................... 10 4.7. Gebruik van materiaal / arbeidsmiddelen / nutsvoorzieningen van het ziekenhuis ............ 12 4.8. Persoonlijke houding, orde en netheid, hygiëne en rookbeleid........................................ 13 4.9. Werken op hoogte ..................................................................................................... 14 4.10. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) ................................................................. 17 4.11. Werken met gevaarlijke stoffen en preparaten ............................................................ 18 4.12. Werkzaamheden aan laagspanningsinstallaties............................................................ 20 4.13. Werkzaamheden aan hoogspanningsinstallaties .......................................................... 21 4.14. Veiligheidssignalisatie / pictogrammen ....................................................................... 22 4.15. Maatregelen ter voorkoming van brand en branddetectie............................................. 25 4.16. Risico’s door weersomstandigheden ........................................................................... 26 4.17. Meldingsplicht van aanpassingen ............................................................................... 26 5. Enkele specifieke veiligheidsvoorschriften. .......................................................................... 27 5.1. Werkvergunningen ..................................................................................................... 27 5.2. Stofverspreiding voorkomen 5.3. Werkzaamheden in en in de omgeving van keukens 5.4. Werkzaamheden in een gecontroleerde zone (radioactieve straling 6. Maatregelen bij ongeval .................................................................................................... 28 7. Maatregelen bij brand ....................................................................................................... 30 8. Maatregelen bij evacuatie.................................................................................................. 31 9. Milieuvoorschriften............................................................................................................ 32 9.1. Algemeen .................................................................................................................. 32 9.2. Afvalwater ................................................................................................................. 32 9.3. Afval ......................................................................................................................... 32 9.4. Lucht- en stofemissies ................................................................................................ 32 9.5. Verontreiniging van grondwater en bodem ................................................................... 33 9.6. Werkzaamheden aan of verwijderen van materialen met asbestvezels ............................ 33 9.7. Lawaaihinder ............................................................................................................. 33 10. Toezicht en sancties........................................................................................................ 34 11. Bijlagen ......................................................................................................................... 35
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 2
1. Uit de beleidsverklaring
Met het oog op een kwalitatieve dienstverlening hecht het bestuur prioritair belang aan het voeren van een actief preventiebeleid. Iedereen die leiding geeft moet het beleid uitvoeren. Zij zijn bevoegd om medewerkers alle maatregelen te doen naleven die nodig zijn voor het welzijn van de werknemers. Opsporen van risico’s en gepaste maatregelen nemen om risico’s uit te schakelen of te beheersen is hun continue opdracht. Van alle medewerkers wordt verwacht dat zij werken volgens de instructies, de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken en zorg dragen voor de eigen veiligheid en die van anderen. Iedereen heeft ook de plicht gevaren te melden aan de directe chef, de IDPBW, de leden van het Comité PBW. 2. Over het “waarom” van dit reglement In toepassing van de Wet van 04 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, in het bijzonder de hoofdstukken III en IV, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, geeft dit reglement een overzicht van de veiligheidsvoorschriften die binnen het AZ Sint-Jan Brugge - Oostende AV gelden met betrekking tot werken die door externe ondernemingen worden uitgevoerd. Het naleven van deze voorschriften is één van de absolute voorwaarden waaronder de werkzaamheden mogen worden uitgevoerd binnen het AZ Sint-Jan Brugge - Oostende AV. Het niet naleven van deze regels kan immers de goede samenwerking in gevaar brengen. Daarom zal er door de Technische Departement van het AZ Sint-Jan Brugge - Oostende AV er streng op toegezien worden dat de regels, zoals vastgelegd en ondertekend door de externe onderneming, worden nageleefd. Elke externe onderneming dient vooraleer te mogen starten : dit reglement in zijn bezit te hebben dit reglement voor akkoord te hebben ondertekend zijn personeel, onderaannemers en bezoekers over de inhoud van dit reglement op de hoogte te brengen. zijn personeel laten deelnemen aan de toolboxmeeting ‘Veiligheidspaspoort’ georganiseerd door de veiligheidscoördinator of de preventiedienst van het ziekenhuis bij werkzaamheden langer dan 1 week
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 3
zijn personeel een badge doen dragen op een zichtbare plaats. De badges worden bezorgd door de contactpersoon van het Technisch Departement Indien gewenst kan bijkomende toelichting verstrekt worden. Het reglement blijft geldig tot publicatie van een vernieuwde versie welke dan algemeen ter beschikking zal gesteld worden. Hiermee streven we er niet alleen naar om ongevallen te vermijden maar wensen wij ook de veiligheid en de gezondheid van onze patiënten, bezoekers, medewerkers binnen het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV optimaal te vrijwaren.
3. Geldende bepalingen en voorschriften De externe onderneming is verantwoordelijk voor het volledig veilig verloop van zijn werkzaamheden. Hij moet daartoe alle bepalingen op het vlak van veiligheid en gezondheid zoals voorgeschreven in de Belgische wetgeving (ARAB, Codex, AREI, ...) en de Europese richtlijnen en normen die van toepassing zijn op de werken naleven. We verwijzen hierbij o.a. naar volgende niet limitatieve opsomming : Alsook dient de externe onderneming zich steeds te houden aan specifieke veiligheidsvoorschriften hem opgelegd door iemand van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, het Technische Departement of een ander verantwoordelijk persoon van een betrokken dienst van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV waar de werkzaamheden worden uitgevoerd.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 4
4. Algemene veiligheidsvoorschriften 4.1. Organisatie van de uit te voeren werken Voordat werkzaamheden kunnen worden aangevat, dient de aannemer het formulier “Ontvangst- en intentieverklaring" (zie bijlage 1) ingevuld te bezorgen aan het technisch Departement. Hierop wordt o.a. aangeduid :
Contactpersoon Technisch Departement Door aannemer aangeduide verantwoordelijke persoon Aard van de werken en plaats(en) van uitvoering Tijdstip aanvang van de werken en voorziene duur
De externe onderneming dient, vooraleer de werkzaamheden aan te vatten, zich te informeren over de bijzondere risico's, de arbeidsspecifieke risico's, de productspecifieke risico's, de plaatsgebonden risico's, de tijdelijke risico's, het specifiek materiaal/materieel, de waarschuwings- en alarminstallaties, de beschikbare brandbestrijdingsmiddelen, de EHBO-middelen, de nooduitgangen en de signalering. Indien noodzakelijk brengt men voorafgaandelijk een bezoek aan de plaats waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden, zodat hij rekening kan houden met de te voorziene noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Het AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV stelt op vraag van de externe onderneming alle noodzakelijke bouwkundige en/of technische informatie in het belang van de veiligheid en de goede werking ter beschikking. Deze informatie samen met de veiligheidsvoorschriften zal de externe onderneming vóór de aanvang van de werkzaamheden informeren aan alle personen die in zijn naam werken uitvoeren. De externe onderneming staat ervoor in dat de verstrekte informatie begrepen werd en dat bovendien deze informatie wordt nageleefd. Wanneer men binnen zijn de externe onderneming een hiërarchische lijnoverste aanduid, en door omstandigheden wijzigt deze functie van persoon, dan dient dit onmiddellijk te worden medegedeeld aan de contactpersoon binnen het Technisch Departement. Wanneer werknemers van verschillende bedrijven op dezelfde werkplaats werkzaamheden verrichten, dan zal in voorkomend geval in samenspraak met de betrokken bedrijven een veiligheidscoördinator aanduiden. De veiligheidscoördinator wordt tijdig benoemd en zal ten laatste bij de toekenning van de werkzaamheden schriftelijk medegedeeld worden aan alle betrokken aannemers. De betrokken aannemers dienen aan de adviezen en opmerkingen van de veiligheidscoördinator onverwijld gevolg te
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 5
geven, of minstens op gemotiveerde en schriftelijke basis deze adviezen / opmerkingen te weerleggen.
De bevoegdheid van de veiligheidscoördinator ontslaat geen enkel bedrijf van zijn specifieke verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zijn werknemers of werknemers in opdracht. Elke externe onderneming is verplicht erop toe te zien dat zijn aangeduide verantwoordelijke(n) voldoende geschoold is betreffende veiligheid, milieu en risico's en dat zijn werknemers of zij die voor hem werken over de noodzakelijke bevoegdheden (o.a. in het kader van veiligheidsfunctie, BA4/BA5, ...) beschikken teneinde ongevallen te voorkomen. Medewerkers van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming of security medewerkers van het ziekenhuis kunnen steeds onaangekondigd een veiligheidsinspectiebezoek uitvoeren. Elke aannemer is verplicht zijn volledige medewerking te verlenen aan deze inspectiebezoeken. Van elke bezoek wordt er een verslag gemaakt. Een kopij van dit verslag wordt verdeeld aan alle betrokken bedrijven. Wanneer door al dan niet voorziene werkzaamheden één van de vitale
functies van een afdeling in het ziekenhuis onderbroken wordt, moet de externe onderneming dit voorafgaandelijk aankondigen aan zijn contactpersoon in het Technisch Departement. De externe onderneming is volledig verantwoordelijk voor eventuele gevolgen van een onderbreking van vitale functies indien deze onderbreking voortkomt uit een fout van dienst aangestelde dat de werkzaamheden uitvoert. Intern zal de contactpersoon van het Technisch Departement melden aan de betrokken afdeling of dienst zodat deze laatste ook eventuele schikkingen kan treffen. Het AZ Sint – Jan Brugge – Oostende AV beslist welke externe onderneming waar welke werkzaamheden zal uitoefenen. Wanneer er gewerkt wordt met onderaannemers, dient dit voorafgaand gemeld te worden aan de contactpersoon van het technisch departement. Het AZ Sint-Jan Brugge - Oostende heeft steeds het recht onderaannemers op gemotiveerde wijze te weren van haar terreinen zonder dat dit aanleiding kan geven tot schadevergoeding of recht op vertraging van uitvoering der werken. Elke externe onderneming of diens aangestelde heeft de plicht om elke onveilige situatie onmiddellijk te melden aan het Technische Departement zodat de nodige maatregelen kunnen genomen worden om preventief ongevallen te voorkomen.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 6
4.2. Melding van aanvang der werken Elke externe onderneming dient op voorhand de aanvang der werken te melden aan zijn contactpersoon binnen het Technisch Departement.
Wanneer de externe onderneming nalaat de start der werken te melden waardoor de werkzaamheden onuitvoerbaar zijn, dan vallen alle kosten hiervan ten laste van de in gebreke blijvende onderneming. Verlenging van uitvoeringstermijn kan in dit geval dan ook nooit worden toegestaan.
4.3. Ontvangst en gebruik van sleutels Wanneer een externe onderneming een sleutel ontvangt van een lokaal van een inrichting van het ziekenhuis, zal dit schriftelijk worden geregistreerd. De externe onderneming of diens aangestelde verbindt zich ertoe de sleutel enkel te gebruiken voor de werkzaamheden waartoe hij werd aangesteld en bij beëindiging van de werken de sleutel onmiddellijk terug te bezorgen. Het is absoluut verboden de sleutel te laten namaken, noch de sleutel aan derden door te geven om welke reden dan ook. Bij verlies van sleutel dient dit onmiddellijk aan het Technisch Departement te worden medegedeeld. Alle kosten hiermee gepaard gaand zoals wijzigen sleutelplan, nieuwe slotcilinders, ... zullen aan de onderneming worden aangerekend. Het is niet toegestaan sleutels op de deur te laten zitten en deze onbeheerd achter te laten, ook al is het van korte duur.
4.4. Verkeer Om de veiligheid op de terreinen van het ziekenhuis te vrijwaren, dienen bestuurders van voertuigen van of in opdracht van externe ondernemingen die werkzaamheden uitvoeren volgende punten te respecteren : in het bezit zijn van de nodige rijbewijzen en/of andere noodzakelijke attesten (vb.: m.b.t. veiligheidsfunctie, bewijzen van periodieke controles van o.a. hijswerktuigen, hijsmiddelen, ...)
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 7
uiterste voorzichtigheid de verkeersreglementering in acht nemen. De wegcode is van toepassing. de aangeduide snelheidsbeperkingen respecteren steeds voorrang verlenen aan voetgangers, fietsers, bromfietsers, rolstoelgebruikers, reddingsvoertuigen, ambulances, helikopters, brandweervoertuigen en andere hulpdienstvoertuigen stoppen aan de hoeken van gebouwen, om zich van een veilige doorgang te vergewissen nooduitgangen, uitgangen en toegang tot blusmiddelen ALTIJD vrijhouden.
Uitzonderingen op deze regel kunnen uitsluitend bekomen worden mits er een schriftelijk akkoord werd verleend door het Technisch Departement. Medewerkers van het Technisch Departement, de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, security medewerkers van het ziekenhuis hebben steeds het recht een rijverbod op te leggen aan bestuurders van voertuigen wanneer één van de hierboven vermelde punten niet in acht worden genomen. Alle verkeersongevallen op de terreinen van het ziekenhuis, ook diegene waarbij privaatvoertuigen betrokken zijn, alsook alle ongevallen met enkel materiële schade moeten direct gemeld worden aan de Technisch Departement. Motoren van voertuigen (personenwagens, vrachtwagens, bulldozers, kranen,...) moeten bij het verlaten stilgelegd en afgesloten worden. Het parkeren van voertuigen gebeurt reglementair of in samenspraak met de contactpersoon van het Technisch Departement. Alle voertuigen moeten duidelijk gemerkt zijn met de firmanaam, bedrijfszeker zijn en beschikken over een geldend keuringsdocument. Bij personenvervoer mag het maximum aantal toegelaten personen niet worden overschreden. Alvorens voertuigen met grote afmetingen of groot gewicht binnen te brengen op de terreinen van het ziekenhuis, moet de externe onderneming voorafgaandelijk dit melden aan de contactpersoon van het Technische Departement.
Het parkeren van voertuigen op minder dan 10 meter van hydranten is verboden. Uitzonderingen op deze regel kunnen uitsluitend bekomen worden mits er een schriftelijk akkoord werd verleend door het Technische Departement. Het parkeren van voertuigen op de terreinen van het ziekenhuis is enkel toegelaten tijdens de voorziene uitvoeringsperiode van de werkzaamheden.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 8
Alle schade (in het bijzonder aan het wegennet) veroorzaakt door voertuigen van of in opdracht van de externe onderneming, zal door deze onderneming volledig hersteld worden en/of vergoed worden. Wanneer voertuigen van of in opdracht van de externe onderneming het wegennet bevuilen (in het bijzonder olie, mazout, slijk,...) dan moet de externe onderneming dit vuil ogenblikkelijk, en indien onmogelijk zeker dagelijks, verwijderen of laten verwijderen teneinde ongevallen te voorkomen. Ingeval de externe onderneming het vuil niet of niet laat verwijderen van het wegdek, zal het AZ Sint – Jan Brugge – Oostende AV dit vuil door een gespecialiseerd bedrijf laten verwijderen op kosten van de onderneming. Aangevoerd materiaal/materieel dat langs voor-, zij- of achterkant van een voertuig uitsteekt, dient aan het uiteinde van een reglementaire plaat voorzien te zijn. Lasten zijn zo te bevestigen dat zijdelings slingeren vermeden wordt. Voor het opheffen en transporteren van lasten over gebouwen- en bedrijfsinstallaties moet het Technisch Departement geraadpleegd worden. Bij het plaatsen van materialen, arbeidsmiddelen (stellingen, ladders, ...) e.d. op de openbare weg zal de nodige signalisatie, eventueel in samenspraak met de Politie, worden geplaatst welke ook zichtbaar moet zijn bij duisternis en dit conform de geldende reglementeringen. Brandwegen, nooduitgangen, uitgangen dienen ten allen tijde vrijgehouden te worden, ook tijdens het laden en lossen.
4.5. Aanvoer van materiaal / arbeidsmiddelen Alle materialen / arbeidsmiddelen, door werknemers van of in opdracht van de aannemer aangevoerd voor en tijdens werkzaamheden van de externe onderneming, moeten duidelijk gemerkt zijn met de firmanaam. De externe onderneming is verantwoordelijk voor het aanvoeren van uitsluitend materialen / arbeidsmiddelen die voldoen aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen. Alle aangevoerde materialen / arbeidsmiddelen dienen in goede staat te verkeren, voorzien zijn van CE-markering , merk van keuring, goedkeuring of overeenkomst, of de wettelijk vereiste controle door een externe dienst voor technische controle te hebben ondergaan, waar toepasselijk. Voor arbeidsmiddelen die een keuringsattest vereisen,
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 9
moet het keuringsattest op eerste verzoek voorgelegd kunnen worden. Indien niet beschikbaar, is het ten stelligste verboden werkzaamheden met deze arbeidsmiddelen uit te voeren. Op vraag van zijn contactpersoon in het Technisch Departement of medewerker van de de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk zal de externe onderneming materieel/machines zonder keuringsattest verwijderen. Alle hiermee gepaard gaande kosten voor verwijdering, (her)keuring en eventuele noodzakelijke vervanging zijn volledig ten laste van de externe onderneming en kunnen nooit gefactureerd worden aan het AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV. Het opstellen van hulpmaterieel zoals stellingen, ladders, gereedschapskarren,... moet zodanig gebeuren dat alle ingangen, nooduitgangen, trappen, stijgladders, ... vrij blijven en dat werknemers van andere bedrijven, ziekenhuis - personeel en aangestelden hun activiteiten kunnen verder zetten op een veilige manier. Uitzonderingen op deze regel kunnen uitsluitend bekomen worden mits er een schriftelijk akkoord werd verleend door het Technisch Departement. Indien een inspectiebeurt door het Technisch Departement of de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming , of security medewerker van het ziekenhuis aantoont dat het aangevoerde materiaal/arbeidsmiddel van onbetrouwbare kwaliteit of onveilig is, zal de aannemer dit onveilig materiaal/arbeidsmiddel verwijderen. Alle hiermee gepaard gaande kosten voor verwijdering en eventuele noodzakelijke vervanging zijn volledig ten laste van de externe onderneming kunnen nooit gefactureerd worden. Op expliciete vraag van de externe onderneming kunnen er in samenspraak met het ziekenhuis kunnen regelingen getroffen worden teneinde diefstal, verdwijning en/of beschadiging van aangevoerde materialen / arbeidsmiddelen te voorkomen. Het stapelen van volumineuze goederen (o.a. leidingen, isolatie, ...) in gangen, doorgangen, ... moet beperkt blijven tot het noodzakelijke hoeveelheid voor gebruik per dag. Het overige moet op een plaats worden opgeslagen waar het geen hinder kan betekenen voor de goede werking van de afdeling, dienst of in geval van evacuatie.
4.6. Gebruik van materiaal / arbeidsmiddelen Alle aangevoerde materialen / arbeidsmiddelen door de aannemer mogen uitsluitend gebruikt worden waarvoor het door de producent van de materialen / arbeidsmiddelen werd ontwikkeld.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 10
De externe onderneming staat er voor in dat zijn werknemers of zij die in zijn opdracht werken voldoende kennis en/of opleiding hebben betreffende het gebruik van deze materialen / arbeidsmiddelen alvorens hiermede werkzaamheden te verrichten. Alle materialen / arbeidsmiddelen worden gebruikt in overeenstemming met de regels van het goed vakmanschap. Voor het gebruik van arbeidsmiddelen binnen het ziekenhuis, moet deze voldoen aan de minimumvoorschriften omschreven in de richtlijn arbeidsmiddelen 89/655/EEG, omgezet in Belgische wetgeving in het K.B. van 12/08/1993. De verantwoordelijkheid voor het gebruik van materialen / arbeidsmiddelen van de externe onderneming door andere werknemers dan zijn eigen werknemers of zij die in zijn opdracht werken, komt toe aan de externe onderneming. Bij het eindigen van de dagtaak zal de externe onderneming alle arbeidsmiddelen afschakelen en beveiligen tegen misbruik. Het is absoluut verboden om o.a. in omgevingen van patiënten, bezoekers, machines of gereedschappen onbeheerd achter te laten, zelfs al is het maar voor een korte tijd. Verlengkabels moeten van het type H07RNF of gelijkaardig zijn. Alle elektrisch werfmaterieel (lampen, stopcontacten, borden, ...) moeten een beschermingsgraad IP 447 hebben. (IP 44-7 : 4 stofdicht ; 4 spatwaterdicht; 7 mechanische weerstand). Bij het kruisen van doorgangen worden verleng-, perslucht-, ...kabels en slangen bij voorkeur door de lucht geleid (h>2,2m) zodat zij geen aanleiding kunnen geven tot struikelongevallen of problemen bij voorrijden met karren, ... Indien dit niet mogelijk is, of bij kruising van wegen of gangen in het ziekenhuis wordt een veiligheidstalud (zie afbeelding onder) gebruikt.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 11
4.7. Gebruik van materiaal / arbeidsmiddelen / nutsvoorzieningen van het ziekenhuis Het Technisch Departement van het ziekenhuis stellen het gebruik van water, elektriciteit, perslucht, medische gassen en andere verbruiksmaterialen, noodzakelijk voor het uitvoeren van werkzaamheden, ter beschikking van de externe onderneming, behoudens andere bepalingen in het bestek. Alle muurhaspels in het ziekenhuis zijn verzegeld, het is niet toegelaten om muurhaspels of hydranten voor water toevoer of het vullen van emmers water te gebruiken zonder schriftelijke toestemming van het Technisch Departement. Materiaal/materieel/machines van het ziekenhuis dat de externe onderneming wil gebruiken, kan uitsluitend bekomen worden mits er een schriftelijk akkoord werd verleend door het Technisch Departement. Nadien is de externe onderneming ertoe gehouden zich vooraf te vergewissen van de goede staat, de goede werking en de geschiktheid van dit materiaal/materieel/machines. Het gebruik van ter beschikking gesteld materiaal/materieel/machines door het ziekenhuis geschiedt in overeenstemming met de bepalingen van 4.6. Het gebruik van het ter beschikking gesteld materiaal/materieel/machines gebeurt op volledige verantwoordelijkheid van de werknemers van of in opdracht van de externe onderneming. Gedurende de volledige tijd van het ter beschikking stellen van materiaal/ materieel/machines aan de externe onderneming, wordt de bewaking van dit materiaal/materieel/machines in de zin van artikel 1384 alinea 1 van het Burgerlijk Wetboek overgedragen aan de externe onderneming. Na gebruik of na beëindiging van de werkzaamheden moet de externe onderneming het ter beschikking gesteld materiaal/materieel/machines teruggeven in dezelfde toestand als gekregen. Alle ter beschikking gesteld materiaal/materieel/machines dat bij het einde van de werkzaamheden door de externe onderneming niet teruggegeven werd of beschadigd werd teruggegeven, zal door de externe onderneming terugbetaald, hersteld en/of vergoed worden aan het AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV. Alle materiaal dat door het ziekenhuis wordt geleverd aan de externe onderneming tijdens werkzaamheden, zal steeds door de onderneming : worden afgehaald (d.i. laden, vervoer, lossen op de plaats van de werkzaamheden) op de door het Technische Departement aangeduide plaats in afwachting van hun gebruik beschermd worden tegen beschadiging en/of verkeerd gebruik Het door het ziekenhuis gesteld materiaal/materieel/machines mag NOOIT meegenomen worden buiten de inrichting van het ziekenhuis. Uitzonderingen op deze regel kunnen
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 12
uitsluitend bekomen worden mits er een schriftelijk akkoord werd verleend door het Technisch Departement. Het gebruik van GSM is ten strengste verboden binnen zones aangeduid met het hiernaast afgebeeld verbodsteken en in omgeving van medische apparatuur. Gsm's moeten in dergelijke zones worden uitgeschakeld.
De externe onderneming moet indien nodig ook instaan voor voldoende verlichting op de arbeidsplaats. Daarvoor zal hij eventueel bijkomende werfverlichting moeten voorzien. Ook eventuele werfverlichting in het kader van inname van de openbare weg horen hierbij. De externe onderneming zal ook instaan voor het onderhoud en de controle van deze eventuele werfverlichting.
4.8. Persoonlijke houding, orde en netheid, hygiëne en rookbeleid Het is niet toegestaan om materialen op te slaan in lokalen welke niet toebehoren aan de werf. Men zal er steeds op toezien dat materialen en gereedschappen op een ordelijke wijze worden gestapeld zonder dat doorgangen en vluchtwegen worden belemmerd. Bij het einde van de dagtaak of bij het beëindigen van de opdracht dient elke externe onderneming zijn werkpost in propere staat achter te laten; desgevallend zal hij moeten instaan voor de reiniging ervan. Bij nalatigheid van de onderneming inzake het opruimen van zijn werkpost en wanneer dit hinder of een gevaar zou kunnen inhouden voor de goede plaatselijke werking, dan behoudt het ziekenhuis zich het recht voor om zelf de nodige handelingen te stellen ten laste van de in gebreke blijvende onderneming. Wanneer externe ondernemingen gebruik maken van hygiënische inrichtingen (toilet, sanitair, kleedkamer, refter, ...) van het ziekenhuis, dan dient elke gebruiker de nodige inspanningen te leveren opdat deze voorzieningen in zindelijke staat zouden blijven. Voor de werknemers van of in opdracht van de externe onderneming gelden dezelfde veiligheidsvoorschriften als voor de werknemers van het AZ Sint–Jan Brugge – Oostende AV. Het binnenbrengen van alcoholische dranken, verdovende middelen en/of drugs door werknemers van of zij die werken in opdracht van de aannemer is verboden. Alle werknemers van of in opdracht van de onderneming die onder invloed zijn van drugs en/of alcohol, krijgen een absoluut verbod om werkzaamheden binnen het ziekenhuis uit te voeren.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 13
Wanneer werknemers van of in opdracht van de externe onderneming hun maaltijden en/of pauzes benutten in daartoe voorziene lokalen (refter, cafetaria, restaurant) van het ziekenhuis, dan dienen zij de nodige properheid in acht te nemen. Op alle andere plaatsen binnen het ziekenhuis is het benutten van maaltijden en/of pauzes verboden.
Het is niet toegestaan om gesprekken aan te gaan met patiënten en zeker niet naar de naam of andere persoonlijke gegevens te informeren. Elke patiënt moet steeds met alle respect aanzien worden. Wanneer patiënten herkend worden, valt dit onder het beroepsgeheim. Deze informatie mag door de werknemers van of in opdracht van de externe onderneming nergens en nooit worden medegedeeld. Overal en permanent geldt voor iedereen een “algemeen rookverbod”. 4.9. Werken op hoogte Wanneer personen werkzaamheden uitvoeren waarbij ze kunnen worden blootgesteld aan een val , dan moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om deze werknemers te beschermen. Bij voorkeur zal gebruik gemaakt worden van collectieve beschermingsmiddelen (vb zie tekeningen): borstweringen conform gebouwde stellingen heftoestellen - hoogwerker (schaarlift, verreiker, ...)
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 14
Als er geen collectieve beschermingsmiddelen kunnen toegepast worden, dan moeten de uitvoerders zich beschermen met persoonlijke beschermingsmiddelen, d.w.z. dat ze een veiligheidsgordel moeten dragen. Deze gordel, vastgemaakt aan een voldoende stevig punt, beperkt de valhoogte tot maximum 1,5 meter. Openingen in muren, waar personen door kunnen vallen, worden afgeschermd met een degelijke leuning. Openingen in vloeren zijn bedekt met begaanbare planken of platen die tegen verschuiven beveiligd zijn, of zijn met een stabiele leuning en tussenleuning afgespannen. Kantplanken zijn niet vereist als de leuning op meer dan 1,5 meter van de opening af staat. Stellingen door de externe onderneming zelf of voor zijn rekening opgetrokken, dienen overeenkomstig de constructie voorschriften van de fabrikant van de steiger te zijn gebouwd en worden gebruikt. De externe onderneming zal eveneens de nodige maatregelen nemen ter uitvoering en registratie van de periodieke controle van stellingen door een bevoegd persoon conform de wetgeving (KB 31/08/05 arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte). Alvorens een stelling te betreden heeft de gebruiker aandacht voor o.a. volgende punten: volstaat de toegelaten belasting is de stelling verankerd (aan gebouw) en geschoord (hoekpunten verbonden) zijn de werkplatformen doorlopend met naast elkaar gelegen stellingplanken bedekt over de volledige breedte van de werkvloer steunt elke ladderboom en elke stellingstaander vast op de grond is er buiten de beschermingleuning ook nog een kantplank aanwezig is de ladder welke toegang geeft tot de stelling vastgemaakt zijn er geen beschadigingen aan of onregelmatigheden gebeurd met de stelling bij een rolstelling: - zijn de wielen geblokkeerd door remmen - geen enkele werkvloer mag aangebracht worden op een hoogte die meer
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 15
bedraagt dan driemaal de kleinste afmeting van de steunbasis, behalve als de stabiliteit is verzekerd door middel van doeltreffende vasthechtings- of steuninrichtingen. - geen verplaatsing met personen op de rolstelling en de nodige aandacht om te vermijden dat de stelling zou omkippen. signaleren van de zone waar de werken worden uitgevoerd Bij gebruik van ladders zal men bijzondere aandacht besteden aan : De ladder mag niet beschadigd zijn (sporten en bomen moeten intact zijn). De ladderschoenen (antislip zolen) moeten aanwezig zijn. Bij trapladders : scharnierpunt en verbindingskoord / -staaf moeten onbeschadigd zijn De hellingshoek van de ladder moet 65° à 75° bedragen Ladder met meer dan 25 sporten moet bovenaan worden vastgemaakt Kan de ladder niet wegglijden omwille van water, olie, gepolierde beton, ... De ladder moet minstens 1 meter uitsteken boven het te bereiken niveau De lengte van de ladder; de korte ladders mag men niet plaatsen op paletten, stenen om hoger te geraken. Men mag geen werken uitvoeren op ladders op meer dan 2 meter hoog met elektrische machines in de hand. In dergelijk geval zal men gebruik maken van stellingmateriaal / hoogwerkers. Bij werken aan elektrische installaties, in de nabijheid van zones onder spanning, ... zal men enkel gebruik van maken kunststof ladders of houten ladders. signaleren van de zone waar de werken worden uitgevoerd Bij gebruik van hoogwerkers zal aandacht besteed worden aan : Aanwezigheid bij hoogwerker van geldig keuringsrapport door externe dienst voor technische controle. Bediener moet voldoen aan de voorwaarden van veiligheidsfunctie : - minstens 18 jaar oud zijn - in bezit zijn van een geldige medische goedkeuring van maximum 1 jaar oud - in bezit zijn van rijvaardigheidsattest of attest van bevoegdheid door werkgever Stabiliteit van de hoogwerker Draagplicht van veiligheidsharnas in de kooi van de hoogwerker Signalisatie van de werkzone Vermijden van samenloop met andere hef- en hijswerktuigen in eenzelfde zone Specifieke veiligheidsinstructies van de fabrikant gevoegd bij de hoogwerker
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 16
Bij gebruik van de gevelliften van het ziekenhuis dient de werknemer van de externe onderneming veiligheidsharnas + helm te dragen en een telefoon bij zich te hebben. Deze PBM worden geleverd door de externe onderneming. Specifieke veiligheidsinstructies over het gebruik van de gevellift worden mondeling door een medewerker van het ziekenhuis toegelicht (firma KONE of ruitenwasser). Pas na instructies ontvangen te hebben mag de gevellift gebruikt worden. In het bijzonder dient men aandacht te besteden aan de maximale windsnelheid waarbij deze mag gebruikt.
4.10. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Het gebruik van PBM tijdens werkzaamheden gebeurt op basis van een adequate risicoanalyse van de fysische (mechanisch, thermisch, elektrisch, straling, lawaai), chemische (aërosols, vloeistoffen, gassen, dampen) en biologische (pathogene bacteriën, pathogene virussen, mycoseveroorzakende schimmels en niet-microbiële biologische antigenen) risico's. De externe onderneming zorgt ervoor dat alle werknemers en ondernemingen die in zijn opdracht werken, gratis beschikken over de persoonlijke beschermingsmiddelen noodzakelijk en geschikt om de werkzaamheden op een veilige manier uit te kunnen voeren. Bovendien staat de externe onderneming in voor : de nodige instructies inzake correct gebruik het toezicht op de naleving van de gebruiksplicht het correct onderhoud van de persoonlijke beschermingsmiddelen Zij die weigeren de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken of die niet beschikken over de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen zullen bij een inspectierondedoor veiligheidscoördinator of bevoegd medewerker van het ziekenhuis (Technisch Departement, security medewerker, preventiedienst) hierover worden aangesproken en de vaststelling wordt in een veiligheidsrapport genoteerd voor verdere opvolging door de externe onderneming Alle persoonlijke beschermingsmiddelen dienen te voldoen aan de gestelde eisen en voorwaarden omschreven in de Belgische wetgeving en normen.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 17
4.11. Werken met gevaarlijke stoffen en preparaten Bij werkzaamheden met gevaarlijke stoffen en preparaten moeten de externe onderneming er zorg voor dragen dat alle recipiënten die gevaarlijke stoffen of preparaten bevatten geëtiketteerd zijn met een duidelijke aanduiding van inhoud ervan en in overeenstemming met de geldende wetgeving daartoe. Gevaarlijke, brandbare en explosieve stoffen mogen slechts door de externe onderneming worden binnengebracht binnen de gebouwen van het ziekenhuis mits voorafgaandelijke toestemming van het Technische Departement met inachtname van de genomen voorzorgsmaatregelen. Van alle gevaarlijke stoffen en preparaten welke gebruikt worden door de externe onderneming moet voorafgaandelijk een veiligheids- en gezondheidsfiche (MSDS-fiche = Material Safety and Data Sheet) afgeleverd worden aan Technisch Departement. Het Technisch Departement kan, zonder tegenspraak van de externe onderneming, het gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten, mits motivatie, verbieden. De externe onderneming zal na het beëindigen van de werkzaamheden de restanten van gevaarlijke stoffen en preparaten, alsook de ledige en nog gevulde verpakkingen op eigen kosten verwijderen. De externe onderneming zorgt ervoor dat zijn of in zijn opdracht werkende werknemers voldoende waarde hechten aan de zorgvuldige omgang met gevaarlijke stoffen en preparaten en dat alle voorschriften vermeld op de MSDS-fiche nauwgezet worden nageleefd. Bij het opslaan van gevaarlijke stoffen en preparaten moeten de voorschriften van het A.R.A.B. / Codex en Vlarem absoluut worden nageleefd. De desbetreffende technische regels moeten in acht genomen worden : hoeveelheid, aard van de opslagplaats en opvangvoorzieningen. Bij gebruik van zeer vluchtige, brandbare of voor de gezondheid schadelijke oplosmiddelen moet de externe onderneming zorgen voor voldoende ventilatie. Gasflessen worden steeds met de nodige zorg behandeld (verticaal opgeslagen en vastgemaakt met een ketting aan een vast punt (≠ buisleiding). Bij gebruik van flessen gevuld met acetyleen moet de kop van de fles zich op een minimum hoogte van de helft van de fles bevinden. Het opslaan van propaangas in kelderruimten is verboden. Gasflessen moeten voorzichtig vervoerd worden en moeten op een veilige afstand van hitte of open vuur vastgemaakt of neergelegd worden. Bij in gebruik genomen flessen
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 18
moeten de ventielsleutels steeds op de ventielen blijven. Alle niet gebruikte flessen moeten van een veiligheidskap voorzien zijn. Er zullen geen overbodige / onnodige gasflessen op de werkpost aanwezig zijn. Het opslaan van ontvlambare vloeistoffen (verf en oplosmiddelen) zal gebeuren in daartoe voorziene recipiënten, in een verluchte ruimte waar normaal geen brandrisico is.
De externe onderneming staat volledig in voor de producten geleverd door gelijk wie en/of gebruikt i.v.m. de werkzaamheden, zelfs gedurende het transport door of in opdracht van de aannemer. Schadelijke dampen, gassen, aërosolen of stof die bij de normale werkzaamheden ontstaan, moeten door een degelijke afzuiginstallatie verwijderd worden. Hierbij dienen de grenswaarden gerespecteerd te worden. Ten allen tijde moeten bij normale werking er geen versnelde korrosie of vervuiling van de omgeving optreden.
Etikettering op verpakkingen
Xi : irriterend
T : giftig
F : licht ontvlambaar
O : oxiderend
C : corrosief / bijtend
Xn : schadelijk
T+ : zeer giftig
F+ : zeer licht ontvlambaar
E : explosief
N : gevaarlijk voor milieu
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 19
4.12. Werkzaamheden aan laagspanningsinstallaties Tijdens werkzaamheden gelden voor de veiligheid van de elektrische installaties en het gebruik van elektrische toestellen de A.R.A.B. en A.R.E.I.- voorschriften. Werknemers van of in opdracht van de externe onderneming kunnen uitsluitend elektrische aansluitingen uitvoeren, elektrische borden betreden (artikel 47 AREI) en/of openen, automaten in- of uitschakelen die hiervoor vakbekwaam zijn (BA5) Deze persoon zal bijzondere aandacht schenken aan : de correcte uitvoering van de aarding de zekeringen en geleiders die voldoen aan de voorschriften van het AREI Wanneer werknemers van of in opdracht van de externe onderneming elektrische kabels dienen aan te brengen, zullen zij erover waken dat andere werknemers van bedrijven, ziekenhuispersoneel,bezoekers en patiënten op een veilige manier (in het bijzonder het verhinderen van struikelrisico's) hun activiteiten kunnen verder zetten. Mogelijke problemen hieromtrent zullen door de externe onderneming voorafgaandelijk met het Technische Departement worden besproken en opgelost. Alle verplaatsbare elektrische bedrijfsmiddelen (stroomverdelers, aftakkasten, aansluitleidingen met stekkers, verlengkabels, koppelstukken,...) gebruikt door de externe onderneming of zijn aangestelden, moeten voor elk gebruik gecontroleerd worden op zichtbare gebreken. Herstellingen door het omwikkelen met isolatieband is verboden. Voor werkzaamheden aan elektrische installaties moeten volgende principes steeds toegepast worden : Veiligheidsuitrusting gebruiken Vrijschakelen (bvb schakelaars met scheidingsfunctie zodat buiten spanning plaatsen gegarandeerd is) wederinschakeling voorkomen (lockout : slot op vergrendelbare schakelaar) meten van de spanningsloosheid aarden en kortsluiten (om bvb capacitieve energie te ontladen) aanbrengen van signalisatie (tagout) Werkzaamheden uitvoeren onder spanning is alleen toegestaan als om dwingende redenen geen spanningsvrije toestand gecreëerd of gegarandeerd kan worden. In dit geval zorgt de externe onderneming er voor dat :
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 20
er duidelijke afspraken gemaakt werden met het Technisch Departement elk gevaar voor elektrocutie of voor lichtboogvorming uitgesloten wordt deze werkzaamheden steeds door twee werknemers uitgevoerd worden die bekwaam zijn met werkzaamheden onder spanning en bovendien de eerste hulp kunnen verlenen (BA 5) alle technische, organisatorische en persoonlijke beschermingsmaatregelen worden genomen de plaats van de werkzaamheden droog en stofvrij is er uitsluitend gebruik gemaakt wordt van correct geïsoleerd gereedschap dat in goede staat verkeert er steeds gebruik gemaakt wordt van een geïsoleerde mat of bank, isolerende kledij, isolerende handschoenen, helm met beschermend gelaatscherm,... Ondanks alle genomen maatregelen moeten de externe onderneming zich steeds ervan vergewissen dat stroomdraden waaraan gewerkt wordt spanningsvrij zijn. Deze controle gebeurt steeds met een elektrische spanningsmeter en nooit met een schroevendraaier of enig ander voorwerp. 4.13. Werkzaamheden aan hoogspanningsinstallaties Wij verwijzen hiervoor naar de specifieke instructies "exploitatie van elektrische installatie" van de Beroepsfederatie van de producenten en verdelers van elektriciteit in België. De instructies zijn ook terug te vinden op de website : www.bfe-fpe.be. Werkzaamheden aan hoogspanningsinstallaties (installatiewerken, schakelingen) mogen enkel uitgevoerd worden door daartoe bekwame personen (BA5).
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 21
4.14. Veiligheidssignalisatie / pictogrammen Het is verboden om signaleringsborden te verplaatsen, te verwijderen en/of af te dekken. Alle signaleringsborden moeten steeds door iedereen nageleefd worden. Alle verplaatsingen, verwijderingen of het afdekken van signaleringsborden noodzakelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden, moeten voorafgaan door de aannemer gemeld worden aan de Technische Departement. Signalisatie is geen collectieve bescherming. Daarom ook dat signalisatienetten en signalisatielinten niet zullen geplaatst worden ter hoogte van het risico, maar wel op 1,5 meter afstand van het risico. 1. Verbodsborden
Vuur, open vlam en roken verboden
Mobiele telefoons verboden
Verboden voor voetgangers
Geen toegang voor onbevoegden
Verboden roken
te
Geen drinkwater
Verboden voor transportvoertuigen
Voor onbevoegden verboden om deze installatie te gebruiken
Verboden te blussen met water
Veiligheidshelm verplicht
Oorbescherming verplicht
Oogbescherming verplicht
Gelaatscherm verplicht
Veiligheidshandschoenen verplicht
Veiligheidsschoenen
Signalisatievest
Veiligheidskledij
Individueel
Verplichte
2. Gebodsborden
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 22
verplicht
verplicht
verplicht
veiligheidsharnas oversteekplaats verplicht voetgangers
Verplicht handen wassen 3. Waarschuwingsborden
Schadelijke of irriterende stoffen
Giftige stoffen
Ontvlambare stoffen
Bijtende of corrosieve stoffen
Biologisch risico
Radioactieve stoffen
Laserstraal
Niet ioniserende straling
Gevaar voor elektrische spanning
Gevaar
Gevaar om het Gevaar vallende hoofd te stoten voorwerpen 4. Reddingsborden
Eerste hulppost
Plaats en richting van een uitgang
Gevaar voor uitglijden
Transportvoertuigen Struikelgevaar
Veiligheidsdouche Ogen spoelen Richtingaanduiding
Richting van een nooduitgang
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Plaats van een nooduitgang
Evacuatie verzamelplaats
Draagberrie
Telefoon voor redding en eerste hulp
Versie 20 april 2009 - pagina 23
5. Borden brandbestrijding
Telefoon bij brandbestrijding
Blusapparaat
Weg naar brandbestrijdingsmateriaal
Hydrant
Brandslang
Meldknop brand
Brandladder
6. Etikettering van leidingen WATER
LUCHT
STOOM
ANDERE VLOEISTOFFEN
BRANDBARE VLOEISTOFFEN
ELEKTRICITEIT EN VENTIALATIEKANALEN
GAS
BLUSLEIDINGEN
ZUREN / ALKALIËN
Opmerking : pijl duidt de normale stroomrichting aan.
7. Diverse
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 24
Gevaar - dit bevat asbest
Dit mag enkel dienst doen als signalisatie en nooit als borstwering
4.15. Maatregelen ter voorkoming van brand en branddetectie Werkzaamheden welke een verhoogd risico op brand kunnen inhouden, dienen vooraf gemeld aan het Technische Departement. Dergelijke werkzaamheden mogen in de binnen het ziekenhuis pas uitgevoerd worden nadat de aannemer in het bezit is van een volledig ingevulde vuurvergunning (zie ook hoofdstuk 5). De externe onderneming dient in dergelijk geval dan ook strikt de preventiemaatregelen toe te passen. De externe onderneming zal ten allen tijde erover waken dat de branddeuren hun beschermingsfunctie kunnen blijven uitoefenen; m.a.w. dat in geval van brand deze deuren daadwerkelijk dicht zijn. Het is daarom ten strengste verboden branddeuren met enig middel in open stand te blokkeren. Bij beschadiging van branddeuren dient men dit onmiddellijk te melden aan het Technisch Departement. Wanneer werkzaamheden tussenkomsten aan branddetectiesystemen of blussystemen vereisen, dan dient dit voorafgaandelijk gemeld aan het Technisch Departement. Beschadigingen aan branddetectiesystemen of blussystemen dienen onmiddellijk zonder verwijl te worden gemeld aan de Technisch Departement. Bij brandgevaarlijke werken zijn volgende preventiemaatregelen aangewezen om brand te voorkomen : - Blusmiddelen op de werkplaats eventueel waterslang (onder druk) ter plaatse blusapparaat ter plaatse (poeder ABC, Co2) - Brandbare materialen verwijderen - Afdichten van openingen in vloeren en muren - Omgeving nat maken - Controle na de werken en desgevallend nogmaals de omgeving natmaken
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 25
- Verwijderen van houders met ontvlambare, oxiderende, explosieve producten uit de omgeving van de brandgevaarlijke werken. - Arbeidsmiddelen met open vlam (vb.: toortsen) niet onbeheerd achterlaten. 4.16. Risico’s door weersomstandigheden De externe onderneming dient zich tijdig en degelijk te informeren over de weersvoorspelling inzake naderende storm, sterke wind, regen,... teneinde te beoordelen tot het uitvoeren of stopzetten van de werkzaamheden. Wanneer de werkzaamheden worden stilgelegd, in het bijzonder voor een lange periode, dan dient de externe onderneming de nodige maatregelen te treffen zodat omgeving in een veilige toestand wordt achtergelaten. De externe onderneming moet alle installatie onderdelen in opbouw, ... tegen de aangekondigde weersomstandigheden grondig beveiligen teneinde schade te voorkomen.
4.17. Meldingsplicht van aanpassingen Alle aanpassingen aan installaties, toestellen, gebouwen die leiden tot een aanpassing aan karakteristieken, principetekeningen, maatschetsen, flowcharts, schema's... moeten uiterlijk binnen de maand na beëindiging van de werkzaamheden schriftelijk worden overhandigd aan de contactpersoon van het Technisch Departement.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 26
5. Enkele specifieke veiligheidsvoorschriften. 5.1. Werkvergunningen Volgende werkvergunning(en) zijn van toepassing : Vuurvergunning (alle werken waar vonken kunnen vrijkomen, werken met open vlam of met ontploffingsgevaar). Van bijzondere werkzaamheden zoals : Betreden besloten ruimtes (werken in kelders, putten, silo's, ...) Werken aan installaties (elektrische installaties, fluida, stoom, ...) Graafwerken dieper dan 0,60 m. Wordt door de externe onderneming en de contactpersoon van het Technisch Departement met deskundigen vooraf een risicoanalyse uitgevoerd en worden de preventiemaatregelen in een document vastgelegd.
5.2. Stofverspreiding voorkomen Wanneer werkzaamheden dienen uitgevoerd in patiëntenomgeving dan dient de externe onderneming zijn werknemers in te lichten over de specifieke maatregelen die zijn opgesteld door de dienst ziekenhuishygiëne (zie bijlage 2) :
5.3. Werkzaamheden in en in de omgeving van keukens Wanneer werkzaamheden moeten uitgevoerd worden in de keuken van het ziekenhuis of wanneer werkzaamheden de goede werking van de keuken in het gedrang kan brengen, mogen deze slechts uitgevoerd worden in nauw overleg met de Technisch Departement en de verantwoordelijk de keuken. De externe onderneming dient er rekening bij te houden dat werkzaamheden in of rond de keuken veelal slechts in de namiddag zullen mogen uitgevoerd worden. Met dit vooraf gekend gegeven dient de externe onderneming in zijn planning en calculatie rekening te houden. Het feit dat de uitvoeringstermijn hierdoor kan gehinderd worden, kan op generlei wijze aanleiding geven tot meerkost of termijnverlenging. 5.4 Werkzaamheden in een gecontroleerde zone (radioactieve straling) Wanneer men in een gecontroleerde zone moet werken moeten de werknemers van de externe onderneming een dosismeter dragen. Afspraken voor de levering van dosismeters worden vooraf met het Technisch Departement gemaakt.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 27
6. Maatregelen bij ongeval Alvorens werkzaamheden te starten moet elke externe onderneming de informatie betreffende de eerste hulp middelen en de beschikbare telefoontoestellen steeds voorafgaandelijk lokaliseren en/of verifiëren. Indien er afwijkingen worden vastgesteld dan mogen de werkzaamheden niet gestart worden en moet de externe onderneming het Technisch Departement verwittigen. Vanaf dit ogenblik bepaalt het Technisch Departement over de verder te ondernemen acties. Elke externe onderneming is verplicht ALLE ongevallen (ook de ongevallen met uitsluitend materiële schade) ten gevolge van zijn werkzaamheden te melden aan het Technisch Departement. Hij neemt ook onmiddellijk bewarende maatregelen om herhaling van de feiten te voorkomen. Voor alle eerste hulp waarbij het slachtoffer zichzelf nog gemakkelijk kan verplaatsen, begeeft het slachtoffer zich onder begeleiding naar de spoedgevallendienst van een ziekenhuis. Vervolgens vraagt men aan de verpleegkundige ter plaatse om het Technische Departement telefonisch te verwittigen voor eventueel verdere afspraken. Voor alle dringende medische eerste hulp, neemt men telefonisch contact met het nummer 112. (buiten het ziekenhuis) en 050/45 (2003) in het ziekenhuis. Men meldt de exacte locatie en de toestand van het slachtoffer. Daarna gaat men terug naar het slachtoffer en wacht men de medische urgentiedienst op.
112
Elk werkverlet (arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer) ten gevolge van een arbeidsongeval moet ten laatste de volgende werkdag aan het Technische Departement worden gemeld. De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming en de Inspecteurs van de Regionale Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk zijn steeds gemachtigd om o.a. alle ongevallen op de terreinen en binnen het ziekenhuis te onderzoeken en nodige maatregelen voor te stellen om herhaling te vermijden. Bij ernstig arbeidsongeval zal, in toepassing van het KB van 24/02/2005 houdende diverse bepalingen ter bestrijding van ernstige arbeidsongevallen en vereenvoudiging van arbeidsongevallenaangiften, de externe onderneming binnen de wettelijke termijn en volgens de wettelijk bepaalde modaliteiten door zijn Dienst voor Preventie en Bescherming het ongevallenonderzoek laten uitvoeren en dit in nauwe samenwerking met de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming van het AZ Sint-Jan Brugge –Oostende AV. Een volledig exemplaar van het verslag wordt kosteloos ter beschikking gesteld aan de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming. Wanneer de externe onderneming in gebreke blijft, zal alle daartoe ontstane kosten en schade verrekend worden aan de in gebreke zijnde
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 28
aannemer. Wanneer met onderaannemers wordt gewerkt zal de externe onderneming dergelijke clausules ook laten opnemen in zijn overeenkomst met onderaannemers.
De externe onderneming is verplicht zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek door : getuigen, medewerknemers, leidende werknemers,...van het slachtoffer te laten ondervragen plannen, werkopdrachten, vergunningen,... ter beschikking te stellen technische beschrijvingen, documentatie,... te verstrekken De werkgever van het slachtoffer is ertoe gehouden het arbeidsongeval aan te geven aan de verzekeraar arbeidsongevallen en de Regionale Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk en dit binnen de wettelijk voorgeschreven termijn.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 29
7. Maatregelen bij brand Alvorens werkzaamheden te starten moeten alle ondernemingen de informatie betreffende de beschikbare brandbestrijdingsmiddelen en waarschuwingsmiddelen en telefoontoestellen en evacuatiemogelijkheden, bekomen van het Technische Departement, steeds voorafgaandelijk lokaliseren en/of verifiëren. Indien er afwijkingen worden vastgesteld dan mogen de werkzaamheden niet gestart worden en moet de externe onderneming Technische Departement verwittigen. Vanaf dit ogenblik bepaalt het Technisch Departement over de verder te ondernemen acties. Voor werkzaamheden met reëel brandgevaar moeten de preventiemaatregelen zoals omschreven in de vuurvergunning stipt opgevolgd worden. De externe onderneming zorgt er steeds voor eigen brandbestrijdingsmiddelen welke gebruiksklaar en bereikbaar gehouden worden tijdens de werkzaamheden. Ingeval van ontstaan van brand :
De brand melden (meldingsknop indrukken + telefoneren intern noodnummer) 2085 (campus Sint-Jan) 1999 (campus SFX) zoveel mogelijk personen uit de gevarenzone brengen de brand proberen te blussen met de beschikbare brandbestrijdingsmiddelen voldoende voorzorgsmaatregelen nemen om zichzelf te beschermen en om verdere uitbreiding te beperken of te verhinderen voldoende informatie geven aan toegesnelde hulpwerknemers
Van zodra iemand van de brandweer ter plaatse is, volgt men alle instructies van de brandweer op. Elke brand, ongeacht de omvang en duur moet door de externe onderneming gemeld worden aan het Technisch Departement.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 30
8. Maatregelen bij evacuatie In geval van een evacuatiealarm (= wordt beslist door stafmedewerker zorg van wacht en/of brandweer wanneer zij door de procedure brandmelding zijn opgeroepen geweest), moet men volgende maatregelen nemen : Onmiddellijk over gaan tot evacuatie Alle in werktoestand verkerend materieel/machines en energiebronnen worden uitgeschakeld en/of afgesloten Alle ramen en deuren sluiten De arbeidsplaats in groep verlaten en zich in groep horizontaal verplaatsen als het kan, verticaal als het moet, naar het aangrenzend compartiment of buiten de gevaarszone.(= achter de branddeur) Indien personen zijn achtergebleven dient men dit onmiddellijk te melden aan de brandweer of stafmedewerker zorg van wacht (herkenbaar door veiligheidshesje). Specifieke instructies van stafmedewerker zorg van wacht of brandweer opvolgen. De getroffen plaats mag door de externe onderneming of zijn aangestelden niet meer betreden worden zonder expliciete toestemming van de brandweer.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 31
9. Milieuvoorschriften 9.1. Algemeen Elke externe ondrneming dient erop toe te zien dat geproduceerde afvalstoffen zoveel als mogelijk beperkt blijven. In voorkomend geval dienen afvalwater, afval en geëmitteerde lucht (bv. rook) via de geëigende kanalen te worden afgevoerd, dit in overeenstemming met de geldende milieureglementering en afspraken van inwendige orde (zie verder).
9.2. Afvalwater Afvalwater dient te worden afgevoerd via de riolering. Evenwel mogen volgende stoffen niet geloosd worden : vaste stoffen groter dan 1 cm thinners, solventen, vetten en (minerale) oliën (ook niet als deze verdund zijn met water) verf , kleurstoffen, vernis gevaarlijke producten producten die gevaarlijke metalen bevatten of milieugevaarlijk zijn Bij twijfel dient met contact op te nemen met de Technische Dienst.
9.3. Afval De externe onderneming blijft verantwoordelijk voor het afval voortkomend uit zijn activiteiten en moet in samenspraak met het Technisch Departement instaan voor de afvoer via de geëigende kanalen. Indien wettelijk verplicht dient de externe onderneming de nodige verwijderingattesten te bezorgen aan de milieudienst van het Technisch Departement.
9.4. Lucht- en stofemissies De externe onderneming is verantwoordelijk dat de lucht- en stofemissies binnen de grenswaarden blijven. Wanneer werkzaamheden stofhinder tot gevolg hebben moeten de maatregelen opgelegd door de dienst ziekenhuishygiëne strikt opgevolgd worden teneinde de hinder maximaal te beperken. (zie ook punt 5.2)
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 32
9.5. Verontreiniging van grondwater en bodem Bodem- en grondwaterverontreiniging ten gevolge van morsen of lekkages zal absoluut vermeden worden. Indien er toch bodem- en/of grondwaterverontreiniging plaats vindt, dan zal de externe onderneming onmiddellijk het Technische Departement hierover inlichten.
9.6. Werkzaamheden aan of verwijderen van materialen met asbestvezels Wanneer bij werkzaamheden onverwacht materialen met asbest opduiken, dan zal men onmiddellijk het Technisch Departement hierover inlichten. Bij werkzaamheden aan op voorhand kenbaar gemaakte asbestcement houdende materialen (gegevens in asbestinventaris te bezorgen door het Technisch Departement aan externe onderneming) worden enkel verwijderd door een erkende asbestverwijderaar. I.g.v. asbestverwijdering wordt een kopie van het werkplan en van de uitgevoerde metingen voor en tijdens de werken bezorgd aan het Technisch Departement
9.7. Lawaaihinder Elke externe onderneming zal er over waken dat noch zijn werkzaamheden noch individuele muziekinstallaties overdreven lawaaihinder met zich meebrengen voor de patiënten, bezoekers, personeel van het ziekenhuis. Men zal er alles aan doen om de rust zoveel als mogelijk te vrijwaren.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 33
10. Toezicht en sancties Elke externe onderneming is ertoe gehouden de nodige maatregelen te nemen opdat zijn werknemers, onderaannemers, leveranciers, bezoekers de nodige instructies zouden krijgen tot naleving van dit reglement. Een verantwoordelijke van het AZ Sint-Jan AV heeft steeds het recht om de werkzaamheden te controleren, onveilig materieel, arbeidsmiddelen en/of werkmethodes te verbieden en de werken desgevallend te laten stoppen, wanneer naar zijn/ haar mening het werk of de werkmethode te gevaarlijk is totdat de oorzaak is weggenomen. De externe onderneming wordt van elke stopzetting van onveilige werkzaamheden telefonisch en schriftelijk (brief of fax of mail) verwittigd door het Technische Departement. Vanaf het stopzetten van de werkzaamheden heeft de externe onderneming geen recht op vergoeding in de mate dat zij voor het ontstaan van de onveilige toestand verantwoordelijk is. De externe onderneming of zijn aangestelde die zich niet houden aan de veiligheidsvoorschriften of die de goede en veilige uitvoering van de werkzaamheden in het gedrang brengen door ongeschiktheid, slechte wil en/of wangedrag moeten op vraag van het Technische Departement onmiddellijk door de externe onderneming worden vervangen. Bij het niet naleven van deze voorschriften kan het AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV overgaan tot een eenzijdige verbreking van het contract met de externe onderneming, zonder dat deze laatste kan aanspraak maken op enige schadevergoeding en waarbij eventueel ontstane kosten door niet naleving van de voorschriften kunnen verhaald worden door het AZ Sint-Jan Brugge - Oostende AV op de externe onderneming.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 34
11. Bijlagen
Bijlage 1 : Ontvangst- en intentieverklaring Bijlage 2 : Voorschriften ziekenhuishygiëne
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 35
Bijlage 1 Ontvangst- en intentieverklaring
De firma : Naam
:
Straat + nummer
:
Postnummer + plaats
:
Telefoon
:
Verantwoordelijke veiligheid
:
Vertegenwoordigd door
:
Fax :
verklaart de "Veiligheidsvoorschriften voor externe ondernemingen welke werken uitvoeren in opdracht van het AZ Sint-Jan Brugge – oostende AV" uitgave __________ te hebben ontvangen, te aanvaarden zonder enig voorbehoud en zich ter toe te verbinden om : al zijn werknemers, zijn aangestelden en zij die in zijn opdracht werken hierover steeds volledig te informeren over deze veiligheidsvoorschriften alvorens werkzaamheden uit te voeren er op toe te zien dat alle veiligheidsvoorschriften stipt worden nageleefd en desgevallend corrigerend op te treden Aard van de werken
:
Plaats(en) van de werken
:
Contactpersoon Technisch Departement AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV :
Datum en handtekening, voorafgegaan door "Gelezen en goedgekeurd",
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 36
Bijlage 2 : RICHTLIJN Infectiepreventie tijdens bouwkundige werkzaamheden in het ziekenhuis Opgesteld door: dienst ziekenhuishygiëne Goedgekeurd door: Technisch Departement, Preventiedienst, Comité voor ziekenhuishygiëne Datum goedkeuring: juni 2008 Code: PROCA/ Datum herziening: juni 2009 Versienummer: 01.01
Definitie Het nemen van maatregelen om de verspreiding van micro-organismen te voorkomen ter preventie van ziekenhuisinfecties bij patiënten. De verspreiding van het vrijgekomen stof kan op verschillende manieren plaatsvinden:
via schoenen en kledij van personen die door of langs de werfzone lopen en/of via de zwaartekracht naar lager gelegen verdiepingen en/of via luchtstromingen (meestal opwaartse luchtstroom in trappenhuizen en liftschachten), die tijdens bouwkundige werkzaamheden ontstaan.
Doelstelling Ziekenhuisinfecties voorkomen bij patiënten, in het bijzonder bij patiënten met een sterk verminderde weerstand (zoals immuungecompromiteerde patiënten tengevolge van chemotherapie of een behandeling op basis van corticosteroïden, leukemiepatiënten, beademde patiënten, patiënten met ernstige longafwijkingen, open wonden, dialysepatiënten, …). Voorkomen dat micro-organismen de luchtbeheersings- en waterleidingssystemen besmetten door het vrijkomen van stof/vuil dat grote hoeveelheden bacteriën (vb. Legionella in te warme koudwaterleidingen of te koude warmwaterleidingen, gevaarzone tussen 25° en 60°C) en sporen van schimmels (zoals vb. Aspergillus) kan bevatten. Optimale communicatie tussen de projectleider, de uitvoerders en de afdeling.
Toepassingsgebied In het ziekenhuis en binnen de ziekenhuisomgeving. Door alle uitvoerders (extern en intern) van de bouwkundige werkzaamheden.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 37
Indicaties Bouwkundige werkzaamheden: nieuwbouw en verbouwingen.
Frequentie Gedurende elke nieuwbouw en verbouwing in het ziekenhuis en ziekenhuisomgeving.
Uitvoering Voorbereiding •
Communicatie tussen de projectleider met de geneeheer-diensthoofd(en) en zonodig de geneesheer-stafleden, de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke van de afdeling en de schoonmaak.
De hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke van de afdeling geeft opdracht om: •
de aanwezige risicopatiënten over te brengen naar een andere afdeling en
•
alle vensters en deuren te sluiten en dicht te houden van de patiëntenkamers en/of andere ruimten gedurende de werken.
•
de materiaalvoorraad (steriele of niet-steriele medische hulpmiddelen, flacons met handzeep en handalcohol) te verwijderen. Fijn stof dringt in gesloten kasten door. De schoonmaak houdt de tijdelijke opslagplaats net.
De projectleider verduidelijkt de looproutes zodat er geen of weinig looproutes van ziekenhuismedewerkers door de werfzone plaatsvinden. Zo mogelijk reserveert hij een lift of een trappenhuis voor de bouwwerkzaamheden of werken via een raam of andere opening in de buitenmuur.
Materiaal en benodigdheden •
Wegsignalisatie (duidelijk en tijdig om de bouwstroom te scheiden van ziekenhuisstroom) door de projectleider.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 38
•
Signalisatie “werfzone” ter hoogte van alle ingangen door de projectleider.
•
Linnen moltons en een linnenzak worden dagelijks voorzien ter hoogte van de werfplaats door de projectleider vóór de aanvang van de werken. De bouwarbeiders verwittigen de projectleider indien dit niet zo is. De linnen moltons en linnenzakken zijn voorradig op de verpleegeenheden en in de linnencentrale. Het is niet de bedoeling dat de bouwarbeiders met hun bestofte schoenen linnen moltons en een linnenzak afhalen op de afdeling, maar wel in de linnencentrale (gelijkvloers – naast de helpdesk informaticadienst). De linnenkamer is open van 7u30 tot 15u30 en is te bereiken op het nummer 2844.
•
Gieter met water om de linnen moltons te bevochtingen en klamvochtig (NIET KLETSNAT) te houden gedurende de bouwkundige werkzaamheden door de bouwarbeiders.
•
Dubbelwandig stofscherm om de werfzone, en boven een verlaagd plafond, hermetisch af te sluiten door het Technisch Departement in opdracht van de projectleider.
Een dubbelwandig plastiek scherm (voor korte termijnprojecten = 24 of 48u bij reparatie en/of onderhoud)
Een afscherming met gipskartonplaten bij voorkeur minstens eenzijdig geplastificeerd (voor langdurende projecten > 48u). Voorzie een deur om de werfzone af te sluiten.
De kieren worden afgeplakt of dichtgemaakt met kit.
Techniek •
Vóór de start van de werken
De projectleider sluit het bestaand ventilatiesysteem, aansluitingen van medische gassen en vacuümleidingen op de werfzone hermetisch af.
De bouwarbeiders: •
sluiten de werfzone hermetisch (luchtdicht) af
•
halen linnen moltons af in de linnencentrale en leggen minstens dagelijks propere klamvochtige linnen moltons
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 39
voor de afsluiting, dit om stofverspreiding en zichtbare voetsporen te voorkomen.
Voorafgaand aan bouwkundige buiten-werkzaamheden als slopen, grondwerkzaamheden, moeten de stoffilters van het aanzuigende deel van het ziekenhuisventilatiesysteem worden gecontroleerd en zonodig vervangen door de verantwoordelijke van het Technisch Departement die instaat voor het ventilatiesyteem. Overweeg om naastliggende lokalen (afhankelijk van hun functie) in overdruk te plaatsen door vb. de extractiegroep af te leggen.
•
Uitvoering
Beperk vuil en stofproductie: •
De bouwarbeiders: o
houden alle deuren en vensters op de werf dicht. Uitzonderingen worden op vooraf besproken met de projectleider.
o
bevochtigen de muren vóór de sloop.
o
boren op een natte muur met directe afzuiging (met een stoffilter).
o
verwijderen de afbraakproducten uit de werfzone in een goed afgesloten container of bedekken deze met een natte doek.
o
verwijderen de afbraakproducten regelmatig op afgesproken tijdstippen buiten drukke activiteitsmomenten van de afdeling langs een andere weg dan voor personeel, patiënten en bezoekers.
o
rijden met de wielen van het rollend materiaal voor transport om afbraakproducten te verwijderen over de klamvochtige molton alvorens de werfzone te verlaten.
o •
voeren puin vochtig, drupvrij en afgesloten af.
Nazorg
De bouwarbeiders:
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 40
•
deponeren de vuile linnen moltons in een linnenzak om mee te geven naar de wasserij. De linnenzak blijft ter plaatse op de werf en wordt nadien door de schoonmaak verwijderd.
•
ruimen dagelijks de bouwwerf op.
De schoonmaak reinigt dagelijks de zone die grenst aan de werken volgens de klamvochtige methode. Indien “bij uitzondering” na reiniging de bouwarbeiders deze zone opnieuw bevuilen, wordt dit gemeld aan de schoonmaak van wacht (tel. 3880 om 17u00).
Na afloop van de werken: •
De zone inclusief de ruimten boven de systeemplafonds worden in eerste instantie door de bouwarbeiders gereinigd. De projectleider controleert dit en geeft opdracht aan de schoonmaak om de zone grondig te reinigen. De zone wordt stofvrij opgeleverd.
•
De schoonmaak reinigt de tapijten in of aangrenzend aan de zone, pompt alcohol door het pompsysteem van de muurdispensers en voorziet een nieuwe flacon handzeep en handalcohol.
•
De projectleider: o
geeft opdracht aan de verantwoordelijke van het Technisch Departement die instaat voor het ventilatiesysteem om ervoor te zorgen dat het ventilatiesysteem vóór gebruik wordt gereinigd. Deze persoon controleert alle filters, vervangt ze zonodig en controleert de werking.
o
zorgt ervoor dat de koud- en warmwaterleidingen grondig worden doorgespoeld en de werking ervan wordt gecontroleerd. Indien de (heet)waterleiding niet wordt afgekoppeld, moet de temperatuur in de ringleiding op minimaal 60°C worden gehouden.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 41
o
zorgt ervoor dat vóór in gebruikname de speciale luchtbehandelingsystemen voor operatie/interventiekamers en kamers in over- of onderdruk worden gevalideerd.
o
verwittigt de ziekenhuishygiënisten zodat de microbiologische controles tijdig worden uitgevoerd.
•
De hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke van de afdeling doet een hygiënische controle vóór de opening.
Rapportage De projectleider rapporteert aan de hand van een checklijst die kan worden geraadpleegd door de dienst ziekenhuishygiëne.
Aandachtspunten
•
Signaliseer incidenten, zoals stofverspreiding op de afdeling, aan uw verantwoordelijke van de afdeling die op zijn beurt de projectleider en zonodig de dienst ziekenhuishygiëne op de hoogte brengt. De projectleider kan de bouwkundige werkzaamheden stilleggen bij stofverspreiding in het ziekenhuis totdat de nodige maatregelen zijn genomen.
AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV Campus Brugge Ruddershove 10 B – 8000 Brugge
Versie 20 april 2009 - pagina 42