AZ SINT-JAN BRUGGE OOSTENDE AV
CAMPUS SINT–JAN RUDDERSHOVE 10 8000 BRUGGE
BIJZONDER BESTEK NR. 546 VOORWERP VAN DE OPDRACHT:
RENOVATIE KLEEDKAMERS PERSONEEL SANITAIR WIJZE VAN HET SLUITEN VAN DE OVEREENKOMST: ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG CLASSIFICATIE VAN DE OPDRACHT OVERHEIDSOPDRACHT VOOR AANNEMING VAN WERKEN
Inhoud bijzonder bestek nr. 546. DEEL I : Administratieve bepalingen DEEL II : Technische beschrijving DEEL III : Gedetailleerde opmetingsstaat DEEL IV : Inschrijvingsformulier Samenvattende opmetingsstaat
BB546.adm 1 - 9 BB546.tb 1 - 65 BB546.dms 1 - 6 BB546.ib 1 - 5 BB546.sms 1 - 3
Bijlagen. - Veiligheids- en gezondheidsplan - Reglement werken met derden - Asbestinventaris Plannen die deel uitmaken van dit bijzonder bestek. Titel
Nummer
Schaal
Sanitair vestiaires – bestaande toestand Sanitair kleedkamers personeel – aanpassing afvoeren
S-21B-S-39 zie pagina BB546.tb 65
1/50 1/50
BB546.adm 1
DEEL I: ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN De wet van 24 december 1993 (Belgisch Staatsblad 22/01/1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, is van toepassing op de betrokken aanneming. Het opdrachtgevend bestuur is :
A.Z. SINT-JAN BRUGGE – OOSTENDE A.V. RUDDERSHOVE, 10 8000 BRUGGE
Voorwerp van de opdracht: RENOVATIE KLEEDKAMERS PERSONEEL – SANITAIR Alle bijkomende inlichtingen kunnen worden bekomen bij: Hans DE ROOSE Technisch Departement – Campus Sint-Jan Tel.: 050/45.39.51 De inschrijvers die in het bezit zijn van dit bestek, hebben toegang tot de lokalen waar de werken moeten uitgevoerd worden. Zij worden aldus verondersteld volledig op de hoogte te zijn van de plaatsgesteldheid, van alle bijzonderheden en bijkomende werken, van welke aard ook, die zich zouden kunnen voordoen bij de uitvoering van deze aanneming. 1. SLUITEN VAN DE OVEREENKOMST-VOORWAARDEN. De overeenkomst wordt gesloten na een ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG en dit in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 (B.S. 26/01/1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, rekening houdend met de volgende nadere bepalingen en afwijkingen. Art. 16. - Kwalitatieve selectiecriteria. Voor de uitvoering van de werken die het voorwerp uitmaken van onderhavige aanneming, is een erkenning vereist in de categorie en klasse, overeenstemmend met de aard en het bedrag van de werken. Het Bestuur oordeelt dat volgende erkenning noodzakelijk is: - categorie : D 16 - klasse :1 De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op het K.B. van 26 september 1991 (B.S. 18/10/1991) tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 (B.S. 6/4/91) houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken en op het M.B. van 27 september 1991 (B.S. 18/10/1991) tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard en categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers. De volgende documenten moeten bij de inschrijving gevoegd worden : attest R.S.Z. (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) met betrekking op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal t.o.v. de dag van de opening van de inschrijvingen; bewijs van erkenning; referenties van gelijkaardige reeds uitgevoerde werken;
BB546.adm 2 Art. 83. - Technische specificaties en normen. De documenten, typebestekken, normen en technische bepalingen van toepassing zijn: 1. Het standaardbestek 250 voor de wegenbouw. 2. Het typebestek nr. VL100 van 2002 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 3. Het typebestek nr. 104 van 1963, betreffende de aannemingen van bouwkundige werken (technische voorschriften) alsmede zijn addendum 1 van 1967, addendum 2 van 1969, addendum 3 van 1973. 4. De ééngemaakte technische specificaties (STS) uitgegeven door het Nationaal Instituut voor de huisvesting. 5. Het K.B. van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen en alle latere aanpassingen, gewijzigd 19 december 1997. 6. Het K.B. van 6 november 1979 (B.S. van 11/01/80) tot vaststelling van de normen inzake beveiliging tegen brand en paniek waaraan ziekenhuizen moeten voldoen. 7. Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming, uitgave van het Federaal Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg. 8. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. 9. Het K.B. van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaatsen. 10. Het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). 11. Het typebestek 400 – mechanische en elektrische installaties en constructies. 12. Het typebestek 105 – centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling. 13. Vlaamse reglementering betreffende het milieu zoals opgenomen in Vlarem I en II. Besluit van de Vlaamse Regereing van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (VLAREA). 14. Het EPB-decreet van 22 december 2006. 15. Al de laatste op heden verschenen uitgaven van al de normen uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie. 16. Technische nota T013 “Gids voor het installeren en veilig gebruiken van medische uitrustingen” van het BEC. 17. Provinciale stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Verordening van de Provincie West-Vlaanderen (B.S. 19/01/2007).
BB546.adm 3 Art. 86. - Prijsbepaling. De aanneming is een opdracht voor een globale prijs. Art. 89. - Vorm en inhoud van de offerte. Voor het opmaken van zijn offerte en het invullen van de samenvattende opmetingsstaat kan de inschrijver gebruik maken van de bij dit bestek behorende formulieren, op te maken in 3 exemplaren. Op één exemplaar is op elke bladzijde het woord "origineel" vermeld en door de inschrijver voorzien van een firmastempel of -paraaf. Elke offerte die op een ander document is opgemaakt dient volgende formule te vermelden: "Ik, ondergetekende... verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het door de opdrachtgever verstrekte inschrijvingsformulier of de samenvattende opmetingsstaat en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het Bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven worden beschouwd." Art. 96. §1. De hoeveelheden vermeld in de samenvattende opmetingsstaat zijn forfaitair. §2. De hoeveelheden die in de opmetingsstaat vermeld zijn, worden alleen opgegeven ten titel van inlichting, de adviserende ontwerpers zijn geenszins verantwoordelijk voor de juistheid ervan. De inschrijver is verplicht deze hoeveelheden zelf te bepalen en/of na te meten aan de hand van de plannen, het bestek en de toestand ter plaatse. §5. De inschrijver dient het Opdrachtgevend Bestuur schriftelijk, ten laatste op de dag van de opening van de inschrijving, in kennis te stellen van elke clausule of voorwaarde die hem strijdig voorkomt met de reglementen en de praktijk, alsook van elke tegenstrijdigheid van de documenten van het bestek onderling. Zo de inschrijver geen opmerking maakt, wordt hij verondersteld met alles akkoord te gaan en is hij mede verantwoordelijk. Bij de uitvoering zal de meest voordelige oplossing voor het Opdrachtgevend Bestuur uitgevoerd worden zonder recht voor de aannemer op bijkomende vergoeding. De voorwaarden vermeld op keerzijde of in rand van de documenten, afgeleverd door de inschrijver met zijn inschrijving en tegenstrijdig met hogervermelde bepalingen, zullen worden geschrapt en geparafeerd. Wordt dit niet gedaan, dan zullen zij toch aanzien worden als onbestaande. Art. 100. - Prijsopgave. §1. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 13 van de algemene aannemingsvoorwaarden, zijn om het even welke heffingen, met uitzondering van de BTW, waaraan de aanneming onderworpen is, ten laste van de aannemer en worden zij verondersteld begrepen te zijn in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opmeting. De BTW wordt in een speciale post van de opmeting vermeld om bij de prijs van de aanbieding te worden gevoegd. Indien de inschrijver verzuimt deze post in te vullen, wordt de geboden prijs door het Bestuur met deze belasting verhoogd. Art. 102. Alle bescheiden in verband met de inschrijving dienen in het Nederlands opgesteld. Alle briefwisseling met het Opdrachtgevend Bestuur is in drie exemplaren aan de leidende ambtenaar te sturen met aanduiding van het werknummer en het perceelnummer.
BB546.adm 4 Art. 104. - Indienen van de offertes. De inschrijving dient onder dubbel gesloten omslag in drie exemplaren, minstens 4 kalenderdagen vóór de openingsdatum, aangetekend gericht te worden aan : AZ Sint-Jan AV de heer W. Demuyt – Afgevaardigd voorzitter Raad van Beheer Ruddershove 10, 8000 BRUGGE. ofwel afgegeven worden tegen ontvangstbewijs in het directiesecretariaat van het AZ Sint-Jan AV op de 2de verdieping, uiterlijk tot juist voor de opening van de inschrijvingen OP BEIDE OMSLAGEN WORDT DE DATUM EN HET UUR VAN DE OPENING VAN DE OFFERTES EN DE TITEL VAN HET BESTEK VERMELD. Art. 106.- Opening van de offertes. De opening van de offertes heeft plaats op donderdag 24 mei 2012 om 11u00 in de vergaderzaal van de directie, op de 2de verdieping. Er worden geen prijzen afgekondigd. Art. 113. - Varianten. Vrije varianten zijn niet toegestaan. Art. 114. - Keuze van de aannemer. §1. Bij nazicht van de offertes wordt enkel rekening gehouden met het exemplaar van de voornoemde documenten waarin al de bladzijden voorzien zijn van het woord "origineel", woord door de inschrijver aan te brengen. §3. De prijzen moeten door de inschrijver ingediend worden voor het geheel van de werken. Art. 115. – Gunningscriteria. De voorgestelde offertes zullen beoordeeld worden volgens de onderstaande gunningscriteria, waarbij die offerte zal weerhouden worden die het hoogst aantal punten bekomt. De gunningscriteria zijn de volgende: 1. het bedrag van de offerte 2. intrinsieke technische waarde en gelijkwaardigheid met bestek
: :
60 punten; 40 punten. 100 punten.
1. het bedrag van de offerte. De bedragen van de offertes van de verschillende inschrijvers zullen beoordeeld en gequoteerd worden door toepassing van volgende formule: * indien X <= 2Xgem, dan is het aantal punten = A - {( * indien X > 2Xgem, is het aantal punten = 0
X - Xmin ) x A } 2Xgem - Xmin
BB546.adm 5 met: Xgem =
vanaf 4 inschrijvers of meer: het gemiddelde van de ingediende offertes berekend conform art. 110 § 4 van het KB van 8 januari 1996 bij minder dan 4 inschrijvers : de som van de bedragen der offertes gedeeld door het aantal offertes A = aantal punten waarop dit criterium gequoteerd wordt = 60 punten Xmin = bedrag van de laagste offerte X = bedrag van de te beoordelen offerte
2. intrinsieke technische waarde en gelijkwaardigheid met het bestek. Voor het beoordelen van dit guningscriterium worden technische fiches en detailtekeningen gevraagd van het principe, de constructie en de afwerking van: -
afvoerbuizen; aanvoerleidingen; isolatie voor aanvoerleidingen; brandwerende afdichtingen toe- en afvoerleidingen; sanitaire toestellen, kraanwerk en alle toebehoren; installatiekranen.
Art. 116. -Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers. De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte, eventueel verbeterd door het Bestuur, gedurende een termijn van 180 kalenderdagen, ingaande de dag na de uiterste datum van ontvangst (zie artikel 106).
BB546.adm 6 2. UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST-VOORWAARDEN. De uitvoering van de overeenkomst is in overeenstemming met het koninklijk besluit van 26 september 1996 (B.S. 18/10/1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. De artikels in dit bijzonder bestek verwijzen naar de bijlage bij het koninklijk besluit. Art. 1. - Leiding en toezicht op de uitvoering. De dienst die controle uitoefent op de uitvoering van de werken is de ontwerper van onderhavig bijzonder bestek. De leidende ambtenaar wordt aangesteld voor de aanvang van de werken. Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat uit: - de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering; - de keuring van de producten; - het nazicht van de vorderingsstaten; - het opstellen van de processen verbaal; - de voorlopige en definitieve oplevering van de werken. De leidend ambtenaar kan delen van zijn mandaat delegeren aan de ontwerper. Art. 5. - Borgtochtstelling. §1. Het bedrag van de borgtocht wordt vastgesteld op 5% van het bedrag van de overeenkomst. §3. Het bewijs van borgtochtstelling moet geadresseerd worden aan de heer Voorzitter van het A.Z. Sint-Jan A.V, Ruddershove 10, 8000 BRUGGE. Art. 12. - Keuringen. Bij de aanvang van de werken dient de aannemer een lijst voor te leggen waarin, post per post, alle gebruikte materialen en/of speciale procédés worden vermeld (voorgestelde merken, types, eventuele opmerkingen, enz...). Waar de aannemer niet specifiek en schriftelijk de eventuele afwijkingen t.o.v. de specificaties van het bestek opgeeft, zal het Bestuur aannemen dat alles voldoet aan de specificaties van onderhavig bijzonder bestek. Indien nadien blijkt (dus na goedkeuring Bestuur), dat niet alles conform is aan de specificaties van onderhavig bestek, zullen alle kosten voor het conform brengen aan de specificaties van het bestek, ten laste vallen van de aannemer. Door erkende controleorganismen uitgevoerde technische keuringen zijn noodzakelijke doch onvoldoende voorwaarde tot volledige keuringen vanwege het Bestuur. Het voorleggen van monsters, stalen en modellen dient uit eigen beweging door de aannemer te gebeuren, en dit op tijdstippen die de voorziene termijnen voor nazicht toelaten zonder de planning van de werken in het gedrang te brengen. De elementen en/of uitvoeringen waarvan zeker een monster, staal of model dienen voorgelegd, worden vermeld bij de betreffende artikels van de technische beschrijving (zie deel II).
BB546.adm 7 Art. 13. - Prijsherziening. Geven geen aanleiding tot prijsherziening: - de eventuele schommelingen van de tarieven voor het vervoer van materialen, producten gebruikte of verwerkte grondstoffen; - de verhoging of verlaging van de douanetarieven en taksen; - prijsschommelingen van materialen, grondstoffen en producten Geven aanleiding tot prijsherziening: - schommelingen van lonen en sociale lasten Schommelingen van het percentage van de belastingen over de toegevoegde waarde kunnen verrekend worden, in zover zij invloed hebben op de prijs. De bepalingen die voorkomen onder de titel “herzieningsbepalingen” art. 13.C. 5) 2°) van het typebestek nr. 100 zijn van toepassing. Voor de toepassing van de herzieningsformule worden de werken verondersteld te behoren tot de categorie D (andere werken). De parameters in de herzieningsformule krijgen de volgende waarde: a = 0,40 b = 0,40 c = 0,20 Scheidingsvergoeding De eventueel door de aannemer aan zijn personeel uit te keren scheidingsvergoeding wordt: 1. niet door het Opdrachtgevend Bestuur terugbetaald; 2. is in zijn inschrijvingsprijs te begrijpen. Art. 15. - Betaling van de werken. §1. De gedetailleerde staten van de uitgevoerde werken dienen door de aannemer in viervoud opgesteld op de laatste dag van elke kalendermaand en onmiddellijk aan de ontwerper opgestuurd. Indien de datum van aanvang van de werken niet samenvalt met de begindatum van de maand, zal de eerste vorderingsstaat opgesteld worden op het einde van de volgende maand. De facturen worden opgemaakt in tweevoud. In tegenstelling tot de bepalingen van het artikel 15 van het typebestek nr. 100, komen de aangevoerde materialen niet voor betaling in aanmerking. De betalingen van afkortingen mogen niet beschouwd worden als keuringen bij gedeelten van de aanneming. Zij moeten aanzien worden als voorschotten op de uitbetaling van de totale eindafrekening, waarbij de verantwoordelijkheid van de aannemer onverminderd blijft. Art. 16. - Klachten en verzoeken. §3. De tekst van de 4e alinea van artikel 16, §3 is niet van toepassing op onderhavige aanneming. De klachten en verzoeken, ook deze tengevolge van de bevelen van het Bestuur, moeten binnen de 30 kalenderdagen nadat ze zich hebben voorgedaan, ofwel na de datum waarop de aannemer ze normaal had moeten kennen, worden bekend gemaakt op de wijze zoals uitdrukkelijk bepaald is in de eerste alinea van artikel 16, §3.
BB546.adm 8 Art. 17. - Teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering. De verzoeken tot teruggave van de toegepaste boeten dienen per aangetekend schrijven aan het Opdrachtgevend Bestuur te worden gericht. De datum van de aantekening bij de post heeft bewijskracht voor de datum van het verzoekschrift. Art. 19. - Opleveringen en waarborgtermijnen. Tijdens de uitvoering van de werken zal elke aannemer onmiddellijk alle beschadigingen melden waarvoor hij meent niet aansprakelijk te zijn. Art. 26. - Leiding van en toezicht op de werken. §1. De aannemer belast zich persoonlijk met de leiding van en het toezicht op de werken, of wijst een gemachtigde aan. De aannemer of zijn gemachtigde moet voortdurend op de bouwplaats aanwezig zijn. De aannemer blijft steeds verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de werken. Indien de aannemer verzuimt de voorwaarden van dit artikel te volgen, zal het Opdrachtgevend Bestuur zelf een vakkundig werkleider aanstellen vanaf de dag van de aanvang van de werken tot aan de voorlopige oplevering. De kosten van loon en sociale verplichtingen vallen echter ten laste van de aannemer en zullen dan maandelijks afgehouden worden bij de betaling van iedere vorderingsstaat. §2. Regelmatig is er een verplichte werfvergadering waarop de aannemer of zijn gevolmachtigde moeten aanwezig zijn. Van iedere vergadering wordt een werfverslag opgesteld dat de waarde heeft van een aangetekend schrijven, indien bij de volgende vergadering geen opmerkingen erop worden gemaakt. Art. 28. - Uitvoeringstermijnen. De uitvoeringstermijn is vastgesteld op 90 werkdagen. De werken worden uitgevoerd in 3 fasen. Tussen elke fase wordt een onderbreking voorzien van 10 werkdagen om het bestuur toe te laten de ruimtes schoon te maken en de verschillende verhuisbewegingen uit te voeren. Art. 30. - Algemene organisatie van de bouwplaats. Alle kosten opdat de inrichting zou voldoen aan de reglementen of voorschriften blijven uitsluitend ten laste van de aannemer. Art. 38. – Verzekeringen. De aannemer kent alle wettelijke beschikkingen die op hem van toepassing zijn in de hoedanigheid van aannemer, dit zowel wat betreft zijn plicht tegenover het Bestuur als de verantwoordelijkheid die hij draagt tegenover derden. Hij verklaart met deze schikkingen degelijk rekening te zullen houden. Art. 37. - Dagboek van de werken. Het bijhouden van een dagboek is niet vereist.
BB546.adm 9 Art. 42. - Wijziging in de aanneming. §1. De aannemer mag geen enkele wijziging aan de in uitvoering zijnde werken aanbrengen, noch meer- of minwerken uitvoeren zonder hiervoor een voorafgaand schriftelijk akkoord of bestelling van het Opdrachtgevend Bestuur bekomen te hebben: - Indien er bijkomende werken, door het Bestuur toegelaten, uitgevoerd worden zullen deze dienen verrekend te worden op basis van de eenheidsprijzen van de offerte; - Indien een werk bevolen wordt waarvan geen eenheidsprijs bestaand is, dient deze voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd te worden. Art. 48. - Middelen van optreden. Bij gebrek aan een minnelijke regeling zullen uitsluitend de rechtbanken van Brugge bevoegd zijn om geschillen te beslechten. §2. In geval van inbreuk op artikel 12 van de wet van 24 december 1993, op de artikelen 30 (§1, alinea’s 1, 2 en 3) en 36 van de algemene aannemingsvoorwaarden of op een overeenkomstige bepaling van het besbtek, zal de dagelijkse boete van rechtswege zoveel maal toegepast worden als er werknemers zijn ten opzichte van wie een inbreuk is gepleegd. Wanneer door de schuld van de aannemer het Bestuur niet in staat is dit getal juist te bepalen, wordt het forfaitair geraamd. Wanneer overeenkomstig artikel 47 een tekortkoming aan één van de hiervoor vermelde bepalingen wordt vastgesteld, kan het Bestuur aan de aannemer een termijn toestaan om de vastgestelde tekortkoming te doen verdwijnen en dit aan het Bestuur te melden. In dat geval wordt die termijn samen met het in artikel 20, §2 bedoelde proces-verbaal van de aannemer betekend. Heeft de aannemer de tekortkoming waarvan hij in kennis is gesteld niet doen verdwijnen en heeft hij het Bestuur daarvan niet per aangetekende brief binnen de gestelde termijn verwittigd, dan zijn de boeten eisbaar zonder ingebrekestelling en door het eenvoudig verstrijken van deze termijn, zonder dat een proces-verbaal wordt opgemaakt. De dagelijkse boete wordt toegepast vanaf de dag volgend op de betekening van bovenbedoeld proces-verbaal.
BB546.tb 1
DEEL II: TECHNISCHE BESCHRIJVING
1. PLANNING De werken worden uitgevoerd in 3 fasen. Tussen elke fase wordt een onderbreking voorzien van 10 werkdagen om het bestuur toe te laten de ruimtes schoon te maken en de verschillende verhuisbewegingen uit te voeren. Fase 1: kleedkamer A en B Fase 2: kleedkamer D Fase 3: kleedkamer E 2. WERFINRICHTING EN ORGANISATIE Uitvoering en toepassing. 2.1. Situatieplan. Technische diensten.
Situering bouwplaats: kelder van blok S
BB546.tb 2
2.2 Werfcoördinatie. Vóór de aanvang van de werken levert de aannemer aan het Bestuur: - een lijst van alle onderaannemers die op de werf zullen werken, met inbegrip van de aard van de werken die ze zullen uitvoeren, adres, telefoon, registratie en erkenning; - de naam van de werfleider die op de werf zal aanwezig zijn. Een planning van de werken dient door de aannemer te worden opgemaakt en vóór de aanvang van de werken aan het bestuur te worden voorgelegd. Een kopie van de bouwvergunning wordt afgeleverd door het bestuur vóór de aanvang van de werken. Voor alle problemen die zich voordoen op de werf kan de aannemer zich wenden tot het technisch departement van het ziekenhuis. Eenmaal per werkweek heeft er een werfvergadering plaats. Dag en uur worden voor de aanvang van de werken overeengekomen. De aannemer of zijn gemachtigde zullen op elke werfvergadering aanwezig zijn. Van elke werfvergadering wordt door het bestuur een verslag opgemaakt waarin alle besproken punten worden opgenomen. Alle betrokken personen krijgen een exemplaar. Deze verslagen zullen de waarde hebben van een aangetekende briefwisseling. Alle punten waarop geen bezwaar gemaakt is zullen als bekrachtigd worden beschouwd. Alvorens de werken aan te vatten dient de aannemer de bouwzone uit te zetten. Het betreft alle nodige materiele middelen (profiellatten, hoogtemerken,…) en prestaties om de limieten van de constructie te visualiseren en de controle ervan door het bestuur mogelijk te maken. Na uitvoering van de werken en vóór de voorlopige oplevering dient de aannemer een as built plan te overhandigen aan het bestuur. Als basis kunnen de uitvoeringsplannen worden gebruikt van de aanbestedingsbundel. 2.3 Veiligheidsvoorschriften. De aannemer neemt op zijn verantwoordelijkheid alle nodige organisatorische en technische maatregelen om gedurende het ganse verloop van de werken de veiligheid te verzekeren van zijn personeel, de bouwheer en zijn afgevaardigden en van alle op de werf toe te laten personen. Iedere persoon die de algemene veiligheidsvoorschriften overtreedt, kan van de bouwplaats worden gestuurd. Als referentienormen gelden de meest recente voorschriften van het ARAB en de publicaties van het NAVB (Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf). De aannemer dient rekening te houden met de bepalingen van het KB van 25/01/2001 (BS 07/02/2001) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Het bestuur heeft Elegast Dobbelaere bvba, Parklaan 75 uit 8450 Bredene aangesteld als veiligheidscoördinator ontwerp en veiligheidscoördinator verwezenlijking (zie veiligheids- en gezondheidsplan in bijlage). De aannemer zal zich schikken naar de aanbevelingen van deze coördinator.
BB546.tb 3 2.4 Milieuvoorschriften. De hoofdaannemer richt een nette en ordentelijke werf in en is gedurende de ganse uitvoering der werken verantwoordelijk voor het onderhoud en regelmatig reinigen ervan. Tot aan de voorlopige oplevering staat de aannemer in voor: - het wekelijks reinigen van de bouwplaats en de werflokalen; - het regelmatig opruimen en verwijderen van de werf van alle overschotten van gebruikte materialen of afval van de door hem en zijn onderaannemers gedane werken; - het treffen van alle maatregelen om de toegangswegen tot de werf proper te houden. Bij het beëindigen van de werken en vooraleer over te gaan tot de voorlopige oplevering, is de aannemer gehouden tot een grondige opkuis van de werf, zowel binnen als buiten de gebouwen, door hem gebouwd, uitgerust of gebruikt tijdens de werken, ongeacht de vervuiling door hemzelf of door zijn onderaannemers werd veroorzaakt. De aannemer is er toe gehouden de aan te wenden apparatuur te voorzien van alle geluiddempende middelen die de techniek hem ter beschikking kan stellen. Opwaaiend stof zal tot het absolute minimum worden beperkt, door besproeien met water of het spannen van afschermende zeilen. De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op de toepassing van: - het besluit van de Vlaamse Regering van 6/2/1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I – BS 26/6/1991); - het besluit van de Vlaamse Regering van 1/6/1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II – BS 31/7/1995); De aannemer zorgt voor de afvoer van alle bouwafval naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra, hij dient hiervoor de nodige bewijzen te kunnen afleveren aan het bestuur. Onder geen beding zullen afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand worden. 2.5 Verzekeringen. Volgens artikel 38 (zie bladzijde BB545.adm 8). Binnen de vijftien kalenderdagen na de dag van de gunning van de opdracht legt de aannemer een dubbel van de verzekeringsattesten voor aan het bestuur. 2.6 Bouwplaatsvoorzieningen. De aannemer is er toe gehouden de bestaande bomen, struiken en beplantingen waarvan de verwijdering niet uitdrukkelijk wordt voorzien op afdoende wijze te beschermen bij risico tot beschadiging of vernietiging. Alleen de uitdrukkelijk aangeduide struiken, bomen of beplantingen mogen gerooid worden. Het bestuur stelt geen dag- of nachtwaker aan. Een voorstel tot inrichten van de bouwplaats wordt door de aannemer ter goedkeuring overgemaakt aan het bestuur, vóór de aanvang van de werken. De aannemer zorgt voor een vlotte, veilige en degelijke toegang tot de werf. De bestaande openbare wegen en voetpaden dienen op doelmatige wijze beschermd te worden tegen iedere gebeurlijke beschadiging. Er mogen geen materialen of afval op de openbare weg worden gehoopt, het verkeer mag nooit worden belemmerd. De aannemer
BB546.tb 4 moet zich dienaangaande en wat de uitvoering van het werk zelf betreft, gedragen naar de geldende politieverordeningen. De wegen en paden van het ziekenhuisterrein worden gerekend tot de openbare weg, de wegcode is er van toepassing. Het betreden van de bouwplaats door derden wordt verhinderd door het aanbrengen van een omheining en de nodige signalisatie. Deze is voldoende doeltreffend om onbevoegde personen te weren en de veiligheid van het verkeer te waarborgen. De omheining is minstens 1,80 m hoog en voorzien van de nodige afsluitbare toegangen. De aannemer voorziet in de volgende afsluitbare werflokalen, voor de ganse duur van de werken: - een droge ruimte voor het opslaan van materieel en materiaal; - een plaats voor het personeel, met de nodige sanitaire voorzieningen; Alle voorzieningen voldoen aan de voorschriften van het ARAB. Het stapelen van materialen en materieel gebeurt op de volledige verantwoordelijkheid van de aannemer. Alle bergruimten worden afgesloten. Alle materialen worden beschermd tegen hitte, koude, vocht en brandgevaar. Enkel gekeurde materialen mogen op de werf worden gestapeld. De aannemer staat in voor de nodige stroomvoorziening om de uitvoering van de werken mogelijk te maken. De tijdelijke installatie is in overeenstemming met de reglementen van de voorzieningsbedrijven, het AREI en het ARAB. Het bestuur stelt een aftakpunt voor water ter beschikking van de aannemer. De nodige leidingen, darmen, kranen… vanaf het aftakpunt tot aan de werf zijn ten laste van de aannemer. Het verbruik is voor rekening van het bestuur. De aannemer voorziet, indien nodig, in een voorlopige riolering om de afvoer van het bestaande rioleringsstelsel te verzekeren. Afvoerpunten voor het lozen van afvalwaters afkomstig van de werf worden besproken met het bestuur. 2.7 Infectiepreventie tijdens bouwkundige werkzaamheden in het ziekenhuis Zie richtlijn ziekenhuishygiëne in bijlage. 2.8 Plaatsbeschrijving. Uiterlijk 10 werkdagen voor de aanvang van de werken stelt de aannemer een tegensprekelijke plaatsbeschrijving op. Deze plaatsbeschrijving omvat een volledige en nauwkeurige weergave van de toestand waarin de eigendommen, zowel roerend als onroerend, zich bevinden op het ogenblik van het onderzoek. Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt, met de vaststelling van de mogelijke schade. De aannemer dient de vastgestelde beschadigingen te herstellen of te vergoeden. Aard van de overeenkomst. Som Over het Geheel (SOG).
BB546.tb 5 03. AFBRAAKWERKEN 03.00 Afbraakwerken - algemeen Algemeen PLAATSBEZOEK De aannemer geeft zich bij zijn prijsofferte volledig rekenschap van de staat en omvang van de in het bijzonder bestek beschreven afbraak- en eventuele schoringswerken. De aannemer zal zich daartoe voorafgaandelijk van de plaatselijke omstandigheden vergewissen. TIMING - PLANNING De aannemer zal minstens twee weken voor de aanvang van de afbraakwerken een werkplanning ter goedkeuring voorleggen aan het Bestuur. Het Bestuur behoudt zich het recht voor hieraan correcties aan te brengen, waar de aannemer rekening mee zal houden. AFBRAAKWERKEN IN LOKALEN DIE IN GEBRUIK BLIJVEN Bij werken binnen lokalen die in gebruik blijven gedurende de uitvoering van de werken, zal de aannemer alle nodige maatregelen treffen om de veiligheid van de gebruikers te verzekeren en de inhoud van de lokalen te beschermen. De duur van de werken en voortkomende hinder voor de gebruikers dient tot een minimum beperkt te worden. Tevens dient de toegang tot de lokalen verzekerd te blijven. Tenzij anders bepaald, gebeuren de werken tussen 7u en 18u, van maandag tot vrijdag of volgens de met het Bestuur afgesproken planning. VOORZORGEN - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Het uitvoeren van alle afbraak en stutwerken geschiedt onder volledige verantwoordelijkheid van de aannemer en voldoet aan de geldende reglementeringen van het ARAB. De aannemer zal de afbraakwerken met de grootste voorzichtigheid uitvoeren, op zijn kosten, risico en gevaar. Alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt, moet door zijn toedoen hersteld of vergoed zijn vooraleer tot de voorlopige oplevering wordt overgegaan. Gedurende de uitvoering zal hij alle voorzorgsmaatregelen treffen teneinde geen boven- en ondergrondse nutsleidingen (elektriciteit, gas, water, telefoon, TV-distributie, e.d.) te beschadigen door neervallende brokstukken, het opstellen van werktuigen, stellingen of welke handeling ook. Er wordt rekening gehouden met de eventueel noodzakelijke opvang en afvoer van overtollig oppervlaktewater. De aannemer kan onder geen beding overmacht inroepen tengevolge van eigen nalatigheden dienaangaande. Bij ontbreken van een veiligheids- & gezondheidsplan gevoegd bij het aanbestedingsdossier, volgt de aannemer de instructies, die het Bestuur en/of de coördinator-verwezenlijking hem zal geven. Algemeen gelden de welzijnswet van 4/8/1996, met de algemene preventieprincipes, de meest recente voorschriften van het ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming), CODEX en publicaties van het NAVB (Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf - http://www.navb.be/), de reglementering op persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)en arbeidsmiddelen (artikel 52 KB), overige bepalingen inzake welzijn van de werknemers bij uitvoering van hun werk (artikel 51 KB). AFBRAAKMATERIALEN - AFVOER VAN PUIN Alle afbraakmaterialen worden na de afbraak eigendom van de aannemer, behoudens andersluidende vermelding in het bijzonder bestek. Het is verboden de openbare weg te belemmeren met de van de afbraak voortkomende materialen, zij zullen volgens vordering van de werken worden weggevoerd. De aannemer staat in voor de afvoer van alle puin en afbraakmaterialen naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra, hij dient hiervoor op eenvoudig verzoek de nodige bewijzen kunnen leveren aan het Bestuur. Onder geen beding zullen afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand worden.
BB546.tb 6 03.60 Afbraak / technieken fluïda - algemeen 03.61 Afbraak / technieken fluïda - leidingen / onder- / bovengronds Omschrijving De sloopwerken van onder- en/of bovengrondse leidingen omvatten het verwijderen van alle in het bijzonder bestek omschreven leidingen, in diverse materialen en formaten, met inbegrip van alle bijhorende koppel-, verbindings- en bevestigingsstukken, e.d., ongeacht de aanwezigheid van eventuele andere leidingen of constructiedelen. Ingewerkte leidingen die geen praktische en/of esthetische hinder veroorzaken m.b.t. de te renoveren constructies of installaties dienen in principe niet te worden verwijderd. Zij dienen evenwel geledigd en afgestopt te worden. Meting - meeteenheid : per lopende m, ongeacht de diameter - aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) 03.61.01afbraak afvoerleidingen PE-hd (Geberit). 03.61.02 afbraak toevoerleidingen staal. 03.61.03 afbraak toevoerleidingen PVC-C Uitvoering De watertoevoer- en afvoerleidingen en bijhorigheden worden voorzichtig gedemonteerd, uitgebroken en/of uitgegraven. Bij renovaties zal met de nodige omzichtigheid te werk worden gegaan teneinde de te behouden decoratieve afwerkingen niet te beschadigen. Inbegrepen is tevens de afbraak van alle toebehoren bij de af te breken leidingen, zoals isolatiematerialen, kraanwerk, verbindingsstukken, ophang- en bevestigingsmiddelen, e.d.. Ingeval het ondergrondse leidingen betreft, zoals niet meer bruikbare, verstopte en/of gebroken rioleringsleidingen zijn bijkomend inbegrepen : - alle uitgravingen, aanvullingen, doorkappingen; - het uitbreken van de nodige funderingen; - het treffen van alle voorzorgen opdat het hemelwater bij regenbuien en/of vuil water gedurende deze werken afdoende en wel geëvacueerd wordt, met aanwending van alle daartoe benodigde materialen, middelen en prestaties; - het afdoende afdichten van de graafputten indien deze tijdelijk blijven openliggen, met materialen welke weerstaan aan de wiellasten van de voertuigen gebruikt door de aannemer om aldus de veiligheid op de werf te vrijwaren. Tevens inbegrepen in de eenheidsprijs zijn : - het afsluiten en aflaten van de nog onder druk staande toevoerleidingen (water). - het voorzichtig afkoppelen van de eventueel aangesloten toestellen of meters. - het beveiligen van de te behouden delen en hun ophanging. - het aanbrengen van dichtingstoppen of beveiligingen bij te behouden leidingen. - het herstellen van beschadigingen aan te behouden constructiedelen. - Opstoppen van de openingen door middel van een produkt met voldoende brandweerstand. - het verwijderen van alle afvalmaterialen en puin naar officieel erkende stortplaatsen of recyclagecentra. Aanvullende bepalingen Fasering bij renovatie van sanitaire installaties : de nodige maatregelen dienen getroffen om de af te breken deelinstallaties af te koppelen van de nog in dienst blijvende bouwdelen, zodat deze zoveel mogelijk verder in dienst kunnen blijven. Hiertoe dient men waar noodzakelijk het nodige voorlopig kraanwerk of stoppen te plaatsen, met inbegrip van aflaten water en opnieuw druk steken op in dienst blijvende installaties. Het tijdelijk afsluiten van het bestaande, in dienst blijvende, toevoerleidingennet gebeurt in samenspraak met het Bestuur en mag in geen geval worden uitgevoerd zonder voorafgaandelijke toestemming. Bij onderbrekingen van de watertoevoer zal de aannemer
BB546.tb 7 instaan voor het tijdig verwittigen van de gebruikers omtrent het te verwachten tijdstip en de tijdsduur. De bestaande te behouden leidingen (toevoeren KW + WW) worden onderworpen aan bepaalde controles, om zo de levensduur van de totale installatie te bevorderen : met inbegrip van kraanwerk, isolatie, bevestiging, brandwerende opstop, …. Bij eventuele opmerkingen of gebreken van de bestaande te behouden leidingen,kraanwerk, isolatie, … zullen deze mits akkoord van het Bestuur vervangen worden. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat en de bijgeleverde plannen van de bestaande situatie. 03.62 Afbraak / technieken fluïda - sanitaire toestellen Omschrijving De sloopwerken van sanitaire toestellen omvat het demonteren en van de werf verwijderen van alle in het bijzonder bestek beschreven toestellen met inbegrip van afkoppelen van toevoeren afvoerleidingen, afvoerstelsel, ophangstruktuur, spoelsystemen, muurafsluitkraanwerk, uitbekledingsmaterialen, bijhorend kraanwerk, ophang- en bevestigingsstukken, zeepdispencers, alkoholdispencers, handdoekdispencers, spiegels,… Meting - meeteenheid : stuk per toestel, volgens aard - aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) 03.62.01 afbraak wc’s Inbegrepen het uitbreken van het installatie-element van de hang-wc’s. Het installatieelement is ingewerkt in metselwerk. 03.62.02 afbraak handwastafels 03.62.03 afbraak wastafels 03.62.04 afbraak baden 03.62.05 afbraak douches 03.62.06 afbraak afwastafels 03.62.07 afbraak uitgietbakken 03.62.08 afbraak ziekenhuisuitgietbakken (slobhoppers) 03.62.09 afbraak kloksifons Uitvoering De toestellen worden losgekoppeld en gedemonteerd, met zo min mogelijk randschade, en verwijderd van de werf. Bij renovaties zal met de nodige omzichtigheid te werk worden gegaan teneinde de te behouden decoratieve afwerkingen niet te beschadigen. Beschadiging van te behouden afwerking dient door de aannemer op eigen kosten hersteld. Inbegrepen het tijdelijk of definitief afdichten van de bestaande toevoer- en afvoerleidingen, teneinde waterschade te voorkomen. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat en de de bijgeleverde plannen van de bestaande situatie.
BB546.tb 8 60. SANITAIR / LEIDINGNET 60.00 Sanitair / leidingnet - algemeen Omschrijving De post "sanitair / leidingnet" omvat de levering, plaatsing en aansluiting van het geheel van sanitaire aanvoer- en afvoerleidingen, inclusief alle vereiste toebehoren tot het optimaal functioneren van de sanitaire toestellen zoals opgenomen in hoofdstuk 61 en de installatieen toestelkranen zoals beschreven in hoofdstuk 62. Materialen ALGEMEEN Alle toegepaste materialen zijn in overeenstemming met de beschrijvingen van onderhavig en/of het bijzonder bestek. Algemeen gelden onderstaande standaardbepalingen : Alle gebruikte materialen zijn onderling verenigbaar. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het vermijden van elektrochemische koppels. In hun functie en plaatsing mogen de materialen geen negatieve invloed hebben op de goede en rendabele werking van de sanitaire installatie of gelijk welke component ervan (elektrolyse, putcorrosie, galvanische koppels). Alle materialen zijn nieuw en voorzien van een aangepaste verpakking en codering conform de normering terzake die een gemakkelijke identificatie toelaat. De aannemer zal pas overgaan tot de bestelling van de materialen na goedkeuring door de ontwerper en het Bestuur van een materiaallijst aangevuld met alle nodige technische documentatie, attesten, monsters,… en vermelding van oorsprong, evenals alle bijkomende informatie nuttig geacht door het Bestuur en de ontwerper. Alle materialen zijn afkomstig uit landen van de Europese gemeenschap, zoniet wordt dit uitdrukkelijk vermeld in de voor te leggen materialenlijst. Bij levering op de werf wordt door de ontwerper de overeenstemming met de goedgekeurde materialenlijst nagegaan. Alle afgekeurde leveringen moeten onmiddellijk van de werf verwijderd worden. De goedkeuring van de leveringen houdt geenszins de goedkeuring van de werken in. De aannemer is volledig verantwoordelijk en neemt alle nodige maatregelen voor het transport, de opslag en de verwerking van de materialen volgens de wettelijke voorschriften, de bepalingen van het bestek, de regels van goed vakmanschap en de voorschriften van fabrikant en leverancier. Uitvoering REFERENTIENORMEN STS 61 - Sanitaire toestellen (1982) STS 62 - Sanitaire leidingen (1966) STS 63 - Waterkranen (1967) TV 114 - Sanitair Reglement (WTCB, 1977) TV 120 - Praktische toepassing van het sanitair reglement (WTCB, 1978) TV 200 - Sanitaire installaties, deel 1: installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen (voorstel van Sanitair Reglement) (WTCB, 1996) NBN S 01-401 - Akoestiek - Grenswaarden voor de geluidsniveaus om het gebrek aan comfort in gebouwen te vermijden (1987) NBN ISO 4067-1 - Wetenschappelijke tekeningen - Inrichtingen - Deel 1 : Beeldkentekens voor loodgieterij, verwarming, verluchting en leidingen (1992) NBN ISO 4067-2 - Tekeningen voor het bouwwezen - Inrichtingen - Deel 2 : Vereenvoudigde tekenwijze van sanitaire toestellen (1992)
BB546.tb 9 ALGEMEEN De werken worden uitgevoerd door een aannemer gespecialiseerd in loodgieterij en sanitaire werken. De uitvoering voldoet aan de voorschriften van het Technisch Reglement van SVW en de technische voorschriften van Belgaqua, de plaatselijke waterverdeling maatschappij en eventuele bijzondere eisen gesteld door de plaatselijke brandweer. LEIDINGVERLOOP - DIMENSIONERING Het leidingverloop voor watertoevoer- en afvoerleidingen samen met de vereiste diameters worden schematisch aangeduid op de plannen. Wanneer de aannemer het - i.v.m. het optimaal functioneren van de installatie - nodig acht hieraan wijzigingen door te voeren, zal een hydraulisch schema en/of zijn voorstellen tot wijziging ter goedkeuring worden overgemaakt aan het Bestuur en de ontwerper voor de aanvang van de werken. Het definitieve tracé van de leidingen zal worden vastgelegd in gemeen overleg. DOORVOEREN - SLEUVEN Het aantal boringen, kapwerken en sleuven zal tot een minimum beperkt blijven, de nodige openingen in muren en vloeren moeten zoveel mogelijk uitgespaard worden tijdens de ruwbouwwerken. Te coördineren met het lot ruwbouw en voltooiing. In geval van uitgesplitste loten voor sanitair, verwarming, ventilatie en elektriciteit, dient de aannemer sanitair er op toe te zien dat eventuele gemeenschappelijke kruisingen, doorvoeren of andere moeilijkheden vakkundig worden opgelost in coördinatie met de loten ruwbouw, verwarming, ventilatie, elektriciteit, afwerking, …. Bij het zagen, slijpen en boren van openingen, sleuven en doorgangen moet voorzichtig tewerk worden gegaan, teneinde nutteloze beschadigingen aan aangrenzende constructieonderdelen te vermijden. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van aangepast trillingsarm materieel (zagen, frezen, slijpen, boren, …). Bij gebruik van sneldraaiende bouwmachines (haakse slijper, sleuvenslijper, muurfrees, schuurmachines,…) wordt stof tot een absoluut minimum beperkt door het verplicht gebruik maken van een fijnstof stofzuiger met voldoende debiet en capaciteit. De bouwmachines zijn daartoe uitgerust met geschikte adapters om de stofzuiger aan te kunnen sluiten. Doorboringen in zichtbaar blijvend metselwerk of betonelementen zullen steeds uitgevoerd worden met een gekoelde diamantboor of -schijf. Daarbij wordt erop toegezien geen wapeningen van het beton te beschadigen of bloot te leggen. Bij twijfel omtrent de juiste locatie van de wapeningen raadpleegt de aannemer voorafgaandelijk de architect en/of de stabiliteitsingenieur. Sleuven in gemetste muren hebben een aangepaste sectie, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. Het horizontaal inwerken van leidingen in wanden met een dikte minder dan 9 cm en in de holle ruimten van samengestelde wanden is verboden. Alle doorvoeringen worden zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buizen niet kunnen belasten. Bij een muur- of vloerdoorgang worden daartoe aangepaste beschermhulzen / doorvoermoffen rond de leidingen geplaatst, waarin de buizen vrij kunnen bewegen. Afhankelijk van de voorziene oppervlakteafwerking zullen de hulzen circa 1 cm door de afgewerkte muren en de plafonds uitsteken en circa 2 cm door de bovenzijde van de afgewerkte vloeren. Na het plaatsen van de leidingen moeten de gemaakte sleuven en doorgangen opnieuw worden gedicht, rekening houdend met de voorziene oppervlakteafwerking van de omgevende wand. De dichting mag de uitzetting van de leidingen niet verhinderen. Er wordt rekening gehouden met eventuele bijkomende eisen inzake brandveiligheid conform de basisnormen brand (KB 19/12/1997 en aanvullingen). Bij iedere doorgang van een leiding door een aanwezige brandcompartimentering (vloer of muur) wordt dienaangaande gebruik gemaakt van geattesteerde doorgangshulzen of van een kragensysteem met een brandwerende massa. Attesten dienen voorgelegd te worden bij de monsterkeuring. Zichtbare leidingen, hun bevestigingen en isolatie worden afdoende beschermd tegen bevuiling en beschadiging, bij het voltooien van de installatie zorgt de aannemer voor een grondige reiniging ervan.
BB546.tb 10 AKOESTISCHE VOORZORGEN Een goede contact- en/of luchtgeluidsisolatie is qua resultaat sterk afhankelijk van de uitvoering. Ieder rechtstreeks contact tussen de bevestigingsmiddelen en de leidingen (metaal op metaal), alsook tussen de leidingen en wanden of vloeren moet worden vermeden, om hinder veroorzaakt door wrijving van de buizen in de beugels of tegen het gebouw, als gevolg van uitzetting of inkrimping, te voorkomen. Om geluidsoverdracht in het gebouw tegen te gaan zal de installateur voorzieningen treffen, zoals - het opvullen van de ruimte tussen doorvoerkokers en buizen met een aangepaste isolatiestof; - het aan de binnenzijde van de steunbeugels voorzien van een samendrukbare isolatielaag. De gebruikte trilling isolerende stoffen moeten bestand zijn tegen de normale gebruikstemperatuur, zelfdovend en rotvrij zijn. voorzieningen te treffen om waterslag te vermijden. Voor meer informatie raadpleeg "Lawaai veroorzaakt door sanitaire uitrustingen" (WTCB, nr.1981/1). Keuring GELIJKVORMIGHEIDSKEURING De drinkwaterinstallatie dient te voldoen aan de voorschriften van de waterdistributiemaatschappij, het Technische Reglement van het SVW (Samenwerking Vlaams Water) en de technische voorschriften van Belgaqua. Bij toepassing van het decreet betreffende water bestemd voor menselijke aanwending van 24 mei 2002 (Drinkwaterdecreet, verschenen in het BS van 23/07/2002) dient de installateur de door hem uitgevoerde sanitaire installatie te laten goedkeuren door een erkend organisme, aanvaard door de watermaatschappij. Deze gelijkvormigheidskeuring moet plaatsvinden voor de eerste ingebruikname. Het aanvragen, evenals de kosten verbonden aan de keuring van de sanitaire installaties, alsook alle gebeurlijke onkosten verbonden aan veranderingen, die zouden worden opgelegd wegens disconformiteit met de reglementaire voorschriften, zijn volledig ten laste van de inschrijver. De vereiste gelijkvormigheidskeuringen dienen minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld worden van de bouwheer. GETUIGERINGEN & KLEURCODES De nodige getuigeringen volgens kleurcoderingen zijn inbegrepen in de prijs van de leidingen. 1e kleur : functie fluïdum - 5 cm breed 2e kleur : typerende eigenschap fluïdum - 2,5 cm breed 3e kleur : bijkomende eigenschap fluïdum - 1,5 cm breed De kleuren worden ringvormig rond de leidingen of de isolatie geplaatst door middel van gekleurde kleefband met een tussenafstand van circa 6 m en ter plaatse van elke aftakking en afsluitkraan en met ten minste 1 aanduiding per niveau of technisch geheel. De ringen worden naast elkaar aangebracht. Voor bluswater en gassen moet de leiding over zijn volledige lengte in de basiskleur (1e kleur) geschilderd worden. Fluïdum
Kleurcode
WATER Koud - niet onthard Koud – onthard Koud - gedemineraliseerd Koud – gedistilleerd Warm (sanitair) – vertrek Warm (sanitair) – terug Afvoer - riolering (onder vloer)
Groen - wit - zwart Groen - wit – grijs Groen – wit - geel Groen – wit - bruin Groen - geel - rood Groen - geel - blauw Groen - zwart - zwart
BB546.tb 11
Afvoer – fecaliën Afvoer – verluchting Afvoer - huishoudelijk (grijs water) Afvoer - regenwater (wit water) Verwarming (statisch) - vertrek Verwarming (statisch) - terug Verwarming (dynamisch) - vertrek Verwarming (dynamisch) - terug
Groen - zwart - bruin Groen - zwart - blauw Groen - zwart - grijs Groen - zwart - wit Groen - oranje - rood Groen - oranje - blauw Groen - groen - rood Groen - groen – blauw
BLUSWATER Rood GASSEN Aardgas
Geel - bruin
KENPLAATJES De te voorziene kenplaatjes zijn inbegrepen in de prijs van de toestellen en leidingen. Toestellen Elk toestel wordt aangeduid met gegraveerde kunststofplaatjes overeenkomstig de op de asbuilt-plannen en schema’s voorkomende gegevens. Motoren voor kleppen, driewegkranen, pompen, filters, drukmeters, thermometers, vertrek- en retourleidingen, afsluitkranen en regelkranen, … 60.10 Afvoerbuizen - algemeen Algemeen CODERING B : voor sanitair gebruik bovengronds binnen het gebouw
BD : voor sanitair gebruik binnen het gebouw als in de onmiddellijke omgeving U : voor riool ondergronds vanaf 1 m buiten het gebouw
Bron : BUtgb
UD : voor riool ondergronds zowel binnen als buiten het gebouw
Omschrijving De rubriek ‘afvoerbuizen’ omvat alle leidingen, gelegen ‘binnen het gebouw’ (types B en BD), bestemd voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater en regenwater. In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen van het bijzonder bestek, dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten : - de eventueel noodzakelijke studies, voorzover niet opgenomen in het aanbestedingsbundel.
BB546.tb 12 - de sleuven, inkepingen en doorboringen in muren en vloeren, nodig voor het verwezenlijken van bovenvermelde werken, evenals alle daaruit voortvloeiende herstellingen; - de levering en plaatsing van alle afvoerbuizen, met inbegrip van de nodige bocht-, koppelen hulpstukken, de bevestigingsmiddelen; - de aansluitingen met het rioleringstelsel op funderingsniveau; - de keuring en vereiste dichtheidsproeven; - de asbuilt-plannen van het gerealiseerde afvoernet, evenals een volledige technische documentatie en onderhoudsvoorschriften; - het verwijderen van alle afval van de werf; Meting - meeteenheid : per m, desgevallend opgesplitst volgens DN buitendiameter. - meetcode : netto lengte van de leidingen, gemeten volgens aslijn, tot in het centrum van kruisingen, aftakkingen, putten en/of afscheidingstoestellen. De bocht- en koppelstukken alsook de ophangingen worden niet gemeten en zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen HERKENNING & MARKERING PVC-U
PVC-C
PE
PVC-U
PP
PE
SANITAIRE AFVOERLEIDINGEN - TYPES “B” en “BD” Licht grijs (RAL 7037) met zwarte markering : “B-SANITAIR - NBN EN 1329 - Fabrikant - BENOR - diameter x dikte fabricatiecode” Licht grijs (RAL 7037) met zwarte markering : “B-SANITAIR - NBN EN 1566 - Fabrikant - BENOR - diameter x dikte fabricatiecode” Zwart (RAL 9005) gemarkeerd (opgedrukt of ingevormd) : “B of DB - SANITAIR - NBN EN 1519-1 - Fabrikant - BENOR - diameter x dikte fabricatiecode” RIOLERINGSLEIDINGEN - TYPES “U” en “UD” “UD - RIOOL-EGOUT - NBN EN 1401 - PVC-U - SN klasse - Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode” of “U - RIOOL-EXT-EGOUT - NBN EN 1401 - PVC-U - SN klasse - Fabrikant BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode” “UD - RIOOL-EGOUT - PP-C (of R of HM) - NBN EN 1852 - Fabrikant - BENOR SN klasse - diameter x dikte - fabricatiecode” of “U - RIOOL-EXT-EGOUT - PP-C (of R of HM) - NBN EN 1852 - Fabrikant BENOR - SN klasse - diameter x dikte - fabricatiecode” Zwart “PE AFVOER-EVACUATION - Producent - diameter x dikte fabricatiecode - BENOR”
ALGEMEEN De sanitaire afvoerleidingen beantwoorden aan de bepalingen van STS 62, deel I - Proeven en deel II - Materialen. Voor zover niet gewijzigd door onderhavige voorschriften en deze van het bijzonder bestek zijn deze bepalingen algeheel van toepassing. Alle geleverde buizen moeten voorzien zijn van een fabrieksmerk. De opdruk vermeldt : ”het buistype - de betreffende norm - naam van de fabrikant - BENOR - diameter en dikte fabricatiecode”, en voor bochten “de afbuigingshoek”. De buizen en hulpstukken zijn geschikt voor de afvoer van regenwater en huishoudelijk afvalwater, overeenkomstig de te verwachten gebruikstemperaturen. De buizen zijn universeel toepasbaar (koud en warm water).
BB546.tb 13 Het materiaal van de buizen moet bestand zijn tegen was- en oplosmiddelen, zoals benzine, whitespirit, benzol, tetra-koolstofchloride, aceton en methylalcohol, … Alle vrij opgestelde leidingen moeten bovendien UV-bestendig zijn. De nominale buitendiameters (DN) stemmen steeds overeen met de opgegeven formaten op de plannen, in het bijzonder bestek en/of de aanduidingen in de samenvattende meetstaat. De doorsneden van de buizen zijn volkomen rond. De minimale wanddikten, volgens diameter en aard van het materiaal, bedragen respectievelijk : Minimale wanddikten Afvoerleidingen Sanitair - Types B en DB PVC-U Ongeplastificeerde polyvinylchloride
PVC-C Gechloreerde polyvinylchloride
PE Polyethyleen
PP Polypropyleen
NBN EN 1329-1
NBN EN 1566-1
NBN EN 1519-1
NBN EN 1852-1
BCCA TRA 1329
BCCA TRA 1566
BCCA TRA 1519
BCCA TRA 1852
1,8 mm (Ø t/m 90 mm)
3,0 mm (Ø t/m 90 mm)
2,0 mm (Ø t/m 90 mm)
2,2 mm (Ø 110 mm)
3,4 mm (Ø 110 mm)
3,0 mm (Ø 110 mm)
2,5 mm (Ø 125 mm)
3,9 mm (Ø 125 mm)
3,2 mm (Ø 125 mm)
3,2 mm (Ø 160 mm)
4,9 mm (Ø 160 mm)
4,3 mm (Ø 160 mm)
3,0 mm (Ø t/m 90 mm) 3,2 mm (Ø tot 160 mm) 3,9 mm (Ø 200 mm) 4,9 mm (Ø 250 mm) 6,2 mm (Ø 315 mm)
6,2 mm (Ø 200 mm) 7,7 mm (Ø 250 mm) 9,7 mm (Ø 315 mm)
Minimale wanddikten Afvoerleidingen Riolering - Types U en UD (mm x mm) PVC-U PE Ongeplastificeerd PVC Polyethyleen NBN EN 1401-1 NBN T 42-112 BCCA TRA 1401 SN 2 (SDR 51) SN 4 (SDR 41) SN 8 (SDR 34) S-Reeks 12.5 S-Reeks 16 60 x 3,2 110 x 3,2 110 x 3,2 355 x 13,6 355 x 10,4 200 x 3,9 125 x 3,2 125 x 3,7 400 x 15,6 400 x 12,3 250 x 4,9 160 x 4,0 160 x 4,7 450 x 17,2 450 x 13,8 400 x 7,9 200 x 4,9 200 x 5,9 500 x 19,1 500 x 15,3 500 x 9,8 250 x 6,2 250 x 7,3 630 x 24,2 630 x 19,3 630 x 12,3 315 x 7,7 315 x 9,2 710 x 27,2 710 x 21,8 400 x 9,8 400 x 11,7 800 x 30,6 800 x 24,5 500 x 12,3 500 x 14,6 900 x 34,7 900 x 27,6 630 x 15,4 630 x 18,4 1000 x 38,2 1000 x 30,6 Alle toebehoren zoals T- en Y-stukken, bochten, koppelstukken, enz. hebben dezelfde samenstelling en wanddikte als de buizen, zijn van hetzelfde merk en zijn conform de bepalingen van de BENOR en/of ATG certificatie. Tot en met diameter 160 mm worden zij gespoten uit één stuk. Het gamma van de buizen voorziet tevens speciale hulpstukken, zoals uitzetmoffen, schroefkoppelingen, inspectie-elementen met schroefdop.
BB546.tb 14 Uitvoering REFERENTIENORMEN NBN EN 12056-3 - Binnenriolering onder vrij verval - Deel 3 : Ontwerp en berekening van hemelwaterafvoersystemen (2000) NBN EN 12056-4 - Binnenriolering onder vrij verval - Deel 4 : Pompinstallaties voor afvalwater - Ontwerp en berekening (2000) NBN EN 12056-5 - Binnenriolering onder vrij verval - Deel 5 : Installatie en beproeving, instructies voor functionering, onderhoud en gebruik (2000) NBN EN 274-1 - Afvoerinrichtingen voor sanitaire toestellen - Deel 1 Eisen (2002) NBN EN 274-2 - Afvoerinrichtingen voor sanitaire toestellen - Deel 2 Beproevingen (2002) NBN EN 274-3 - Afvoerinrichtingen voor sanitaire toestellen - Deel 3 Kwaliteitscontrole (2002) NBN EN 12056-1 - Binnenriolering onder vrij verval - Deel 1 : Algemene en uitvoeringseisen (2000) NBN EN 12056-2 - Binnenriolering onder vrij verval - Deel 2 : Ontwerp en berekening van huishoudelijk-afvalwatersystemen (2000) NBN EN 476 - Algemene eisen voor onderdelen gebruikt in binnen- en buitenrioleringen onder vrij verval (1997) STS 62.00.08 - Sanitaire leidingen - Plaatsing van de buizen (1966) TV 200 - Sanitaire installaties, deel 1: installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen (voorstel Sanitair Reglement) (WTCB, 1996) STUDIE - ONTWERP De installaties moeten voldoen aan TV 200 ‘Sanitaire installaties - Deel 1 : Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen’ van het WTCB, aangevuld met NBN EN 12056-2 ‘Binnenriolering onder vrij verval - Deel 2 : Ontwerp en berekening van huishoudelijkafvalwatersystemen’. Op de plannen wordt het tracé van de diverse afvoerleidingen aangegeven evenals de locatie van alle belangrijke onderdelen (toezichtsputten, klokputten, collectoren, …). De studie wordt overeenkomstig de beschikbare gegevens in de aanbestedingsdocumenten en/of de bepalingen van het bijzonder bestek : - hetzij door de ontwerper geleverd. Deze maakt het rioleringsschema op (met vermelding van de type afvalwaters, leidingdiameter), eveneens in overeenstemming met de van kracht zijnde richtlijnen van de verantwoordelijke diensten van het openbaar rioleringsnet. - hetzij door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan de ontwerper voorgelegd rekening houdend met het soort afvoersysteem : zonder verluchting / met primaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting en antihevel aftakking. Zonodig wordt een studie van het afloopstelsel bij de fabrikant opgevraagd. Voor de aanvang van de uitvoering moet op aanvraag een gedetailleerd uitvoeringsplan aan de ontwerper overgemaakt worden, met aanduiding van bevestigingspunten, inspectieelementen, uitzetmoffen, bochten, enz., … Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. De aannemer zal vooraf de nodige informatie inwinnen, m.b.t. de aansluitingen (gescheiden rioleringsstelsels, …), bij de diensten verantwoordelijk voor het openbaar rioleringsnet. LEIDINGVERLOOP - DIMENSIONERING De afvoernetten voor afvalwater moeten minstens volgende debieten kunnen afvoeren (TV 200) - Wastafel, bidet,: 30 l/min - Bad, douche, gootsteen, wasmachine, vloerkolk DN 50 : 48 l/min - Vloerkolk DN 70 : 90 l/min
BB546.tb 15 - WC, vloerkolk DN 100 : 120 l/min De afvoerleidingen worden geplaatst volgens de aanwijzingen op de plannen en in het bijzonder bestek, de voorschriften van de fabrikant en de hierboven vermelde referentiedocumenten. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens rechtlijnige tracés en rechte buizen uit één stuk. De buizen worden vorstvrij opgesteld. De buizen worden geplaatst met een constante helling van minimum 1 tot 3 cm per meter (richtwaarden : DN < 100 : > 1,5%, DN > 100 : > 2%). De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts, met het mofeind stroomopwaarts gericht. PLAATSINGSWIJZE Overeenkomstig de aanduidingen op plan en bijzonder bestek kunnen voor de plaatsing van de buizen volgende technieken aangewend worden : - opbouw - vrije opstelling (standaard) : deze techniek wordt standaard toegepast bij bevestiging van de buizen op zichtbaar metselwerk, in kokers, boven valse plafonds, …. - inbouw (ingewerkt in de muren). Kleine afstanden (verbinding van apparaten) : bezetting van minimaal 1 cm; grote afstanden (minder dan 1,5 m) : bezetting van minimaal 1,5 cm; grote afstanden (meer dan 1,5 m) : bezetting van minimaal 1,5 cm + vasthechting van buis in de muur. - Inbouw in lichte scheidingswanden VERBINDINGEN - KOPPELSTUKKEN - INSPECTIESTUKKEN De aangewende verbindingstechnieken stemmen overeen met de BENOR en/of ATG bepalingen en met de voorschriften van de fabrikant, die alle waarborgen biedt voor een volledige en blijvende dichtheid van het systeem. PVC-buizen mogen volgens het BENOR-toepassingsreglement verlijmd worden tot en met diameter 125 mm, bij grotere diameters dient de koppeling met rubberen ringen te gebeuren. PE kan niet verlijmd worden. De koppeling gebeurt d.m.v. lassen of rubberen dichtingringen. PP kan niet verlijmd worden, veelal wordt lassen toegepast. Daarbij dient de MFR (melt flow rate) van beide te lassen buizen gelijk of aangrenzend zijn. Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muurdoorvoering aangebracht worden. Vóór het samenvoegen van de buizen, worden de moffen en buisuiteinden ontvet en ontdaan van alle verontreinigingen en vreemde stoffen, zoals stoppen, snijbramen, ... Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van specifieke geprefabriceerde hulpstukken, gegoten uit één stuk. Voor de overgang tussen verschillende materialen (PVC / PE / …) worden aangepaste verloopstukken gebruikt. De buizen mogen niet gebogen worden, iedere richtingsverandering gebeurt, met een bochtstuk of een speciaal koppelstuk, onder een maximale hoek van 45°. De verticale aansluiting op horizontale leidingen of collectoren gebeurt steeds door Ystukken 45°. De horizontale aansluitingen op een verticale kolom gebeuren d.m.v. Y-stukken 45° of T-stukken 90° (88,5°) (wanneer er geen secundaire verluchting voorzien is). De nodige inspectie-elementen of kuisopeningen moeten worden voorzien, volgens aanduiding op plan. Ze moeten toelaten de afvoerleiding volledig te inspecteren, te ontstoppen en/of te reinigen. Zij worden toegankelijk geplaatst en mogen geen obstructie vormen in de leidingen. Deze inspectie-elementen worden minimum op de volgende plaatsen voorzien (zie ook STS 62.08): - verticale leidingen : per verdieping en bij iedere overgang naar een horizontale leiding. - horizontale leidingen : minstens om de 12 m. UITZETTINGSMOFFEN Bij het bepalen van het leidingtracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met de uitzetting van de buizen, ten gevolge van temperatuurschommelingen. Tussen twee vaste punten, en minstens om de 6m voor PE -buizen en 3 m voor PVC buizen, zullen uitzettingsbenen (of speciale uitzettingsmoffen) worden voorzien om
BB546.tb 16 lengteveranderingen van de leidingen op te vangen. Voor de standleidingen worden zij per verdieping en zo laag mogelijk bij de vloer geplaatst. De uitzettingsmoffen worden geleverd door de leverancier van de leidingen en geplaatst volgens zijn instructies. Zij kunnen opgevat worden als een zogenaamde lange mof, bestaande uit een lang insteekgedeelte, afgedicht door een ring in neopreenrubber (zuurvast en bestand tegen veroudering), die, ongeacht bewegingen van de buis, een volmaakte dichtheid waarborgt. De insteekdiepte van de buis moet geregeld worden op het ogenblik van plaatsing. De mof moet op de buitenzijde een aanduiding dragen die, afhankelijk van de plaatsingstemperatuur, de insteekdiepte weergeeft. De lange mof moet bevestigd worden met een vaste beugel (of vast punt). DOORVOEREN - SLEUVEN De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na plaatsing en bescherming van de afvoerleidingen worden de sleuven aangewerkt met een zandcementmortel. Doorvoeren door vloerplaten worden zorgvuldig geboord of gekapt en na de plaatsing van de afloop terug gedicht met een zandcementmortel. De vrije uitzetting moet steeds gewaarborgd blijven. Bij muur- en vloerdoorgangen worden de leidingen steeds beschermd door aangepaste doorvoermoffen. De doorvoeren zijn zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buis niet kunnen belasten. Dienaangaande en in functie van de uitzetting, worden in de ruwbouw kokers voorzien of worden soepele doorvoermoffen voorzien. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt afgedicht met een aangepaste kit of isolatie. Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muurdoorvoering aangebracht worden. BEVESTIGING - BEUGELS Zichtbaar geplaatste, opgehangen en/of in kokers opgestelde leidingen moeten dusdanig gemonteerd worden dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. De bevestigingswijze gebeurt conform de eisen van de fabrikant en/of onderstaande bepalingen : De leidingen worden bevestigd met glijbeugels of vastpuntbeugels die de uitzetting en de krimp in de juiste richting moeten geleiden. De beugels mogen niet drukken op de buizen. Glijbeugels laten toe dat de buis er gemakkelijk doorglijdt. De glijsteunen zijn vervaardigd uit polyethyleen of een roestvast metaal met een breedte van circa 20 à 30 mm. Tussen de beugels en de buizen wordt een soepele inlegband uit PVC of synthetisch rubber (zonder weekmakers) aangebracht. Vastpuntbeugels kunnen op verschillende manieren verwezenlijkt worden : hetzij door tussen de beugel en de buis twee metalen halfschalen te voorzien, die naargelang de beugels meer aangespannen worden, vaster komen te zitten, zonder dat de buizen ingesnoerd worden; hetzij door gebruik te maken van montageopbouw (tussen twee moffen, tussen twee lassen, enz.). Verticaal geplaatste buizen worden voorzien van minstens één vastpuntbeugel per verdiepingshoogte. Teneinde het uitbuigen van verticale leidingen en/of het doorhangen van horizontale leidingen te verhinderen, worden tussen twee vaste punten voldoende geleidingsbeugels aangebracht. Ook bij elke richtingsverandering en op maximum 30 cm aan weerszijden van elke verbinding, moet een beugel voorzien worden. Alle beugels worden in de muren en/of aan de plafonds bevestigd door middel van een vijspin, bout of draadstang en plug. De sluitmoeren zijn uit roestvast staal. De afstanden tussen de beugels, volgens aard en diameter van de buizen, bedragen respectievelijk (tenzij de richtlijnen van de systeemleverancier andere maten opleggen) : Materiaal PVC
Tussenafstand – Horizontale leidingen 10 x ND diameter of maximum 125 cm
Tussenafstand - Verticale leidingen 20 x ND diameter of maximum 150 cm
15 x ND diameter of minimum twee per verdieping Aan het plafond opgehangen horizontale leidingen worden zo hoog mogelijk geplaatst. De bevestigingswijze zal voldoende stevig zijn om het gewicht van de gevulde horizontale PE
10 x ND diameter of maximum 200 cm
BB546.tb 17 leidingen te kunnen dragen. De vasthechting gebeurt met vaste beugels en/of voldoende onderlegschalen die de buis volledig immobiliseren. AANSLUITSTUKKEN De aannemer voorziet in alle noodzakelijke aansluitingen van de afvoerbuizen op de sanitaire toestellen, de ondergrondse riolering, putten en afscheidingstoestellen. De juiste opstelling van de aansluitmonden voor sanitaire toestellen dient te gebeuren volgens de bepalingen van hoofdstuk 61- Sanitaire toestellen & toebehoren en/of in overleg met de architect. Na plaatsing van de afvoerbuizen, worden de aansluitopeningen, voorlopig afgedekt met een stop en beschermd tegen iedere beschadiging of bevuiling. Alle aansluitingen aan sanitaire toestellen dienen demonteerbaar te zijn. Hiertoe wordt in principe gebruik gemaakt van een schroefkoppeling of een insteekmof, waarin een lipdichting in neopreenrubber wordt geschoven, aangepast aan de doormeter van de aan te sluiten toestellen. De schroefkoppelingen in PE voor diameters van 40 mm t.e.m. 110 mm bestaan uit : - een draadstuk (ronde draad); - een moer in PP; - een drukking met een driehoekige sectie; - een dichtingring in neopropeenrubber, bestand tegen veroudering; - voor rechtlijnige buisdelen van meer dan 2 m moet men een kraagbus bijvoegen. De aansluiting op de ondergrondse riolering, zoals die bij de ruwbouw binnen het gebouw is gebracht, bestaat uit een PVC of PE buis die in de dikte van de betonnen ondervloer beëindigd is met een mof en rubberen lipdichting (zie ook 17.10 rioolbuizen - algemeen). De aannemer sanitair koppelt hier de binnenafvoerbuizen op aan met aangepaste verloopstuk, zodat er een lucht- en geurdichte aansluiting tot stand komt. De aansluiting op putten is uit te voeren met een kraagstuk voorzien van waterkeringsringen. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het opdrachtgevend Bestuur een asbuilt-plan op papier en digitaal van het afvoernet en de verluchtingsleidingen, zoals uitgevoerd met aanduiding van alle diameters en de aard van de leidingen. AKOESTISCHE VOORZORGEN Volgende elementen hebben hun invloed op het inperken van akoestische hinder m.b.t. slaggeluid en stroomgeluid : wanddikte buizen, geluidsdempende beugels, geïsoleerde muur en vloerdoorgangen, isolatie omheen buizen. Als referentie is de norm NBN S 01-401 van toepassing. OPSLAG & TRANSPORT De ondergrond waarop de buizen gestapeld worden dient vlak te zijn en vrij van scherpe voorwerpen. Bij temperaturen beneden het vriespunt dient het transport en de manipulatie met de nodige voorzichtigheid te gebeuren, conform de voorschriften van de leverancier. Keuring Overeenkomstig NBN EN 12056-5 - Binnenriolering onder vrij verval - Deel 5 : Installatie en beproeving, instructies voor functionering, onderhoud en gebruik (2000). Buizen welke beschadigd raken, zowel tijdens het lossen als bij plaatsing worden vervangen. Voor de indienststelling worden alle leidingen doorspoeld om het geheel te controleren op haar waterdichtheid en alle onzuiverheden te verwijderen. 60.12 Afvoerbuizen - kunststof / PE Materiaal De buizen en hulpstukken zijn vervaardigd uit hard polyethyleen (PE, kleur : zwart). Het systeem (buizen en hulpstukken) beschikt over een BENOR-keur, hetzij een BUtgb- of Eutgb-goedkeuring. NBN EN 1519-1 - Kunststofleidingsystemen voor binnenrioleringen (lage en hoge temperatuur) - Polyethyleen (PE) - Deel 1: Specificaties voor buizen, fittingen en het
BB546.tb 18
systeem (2000) NBN ENV 13801 - Kunststofleidingsystemen voor binnenriolering (lage en hoge temperaturen) - Thermoplasten - Aanbevolen praktijkrichtlijnen (2001) NBN EN 13244 - Kunststofleidingsystemen voor onder- en bovengrondse drukwaterleidingsystemen voor algemeen gebruik, afvoer en rioleringen - Polyethyleen (PE) - Delen 1- 5 (2003) Overeenkomstig het toepassingsgebied behoren zij tot het type HDPE (High Density Polyethyleen), temperatuursbestendig tot 95°C de reeks : 12,5 (lage drukken) tot Ø 160mm / 16 (hogere drukken) vanaf Ø 200mm Specificaties Nominale buitendiameters : overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat. (zie ook rubriek 60.10 afvoerbuizen - algemeen) Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken : volgens tabellen i.f.v. diameter. Koppelingen : - d.m.v. spiegellassen. Het lassen geschiedt volgens een methode voorgeschreven door de fabrikant. Vooraf aan elkaar te lassen delen kunnen worden uitgevoerd met een spiegellas, volgens NBN T 42-010 (stomplas bij een temperatuur van 210°C, zonder bijvoeging van materiaal). - d.m.v. elektrische moffen, volgens NBN B 32-001 - Krimpmoffen van vernet warmtekrimpend polyethyleen voor de verbinding van drukloze afvoerleidingen - al dan niet met verschillende bouwstoffen - met nominale middellijn van DN 40 tot DN 315 (1989). De cilindrische moffen in HDPE zijn voorzien van een elektrische weerstand in corrosievrij materiaal, die de moffen na afkoeling nauw doet aansluiten rond het buisoppervlak. Ze moeten voorzien zijn van een inwendige ring die dienst doet als aanslag voor de buisuiteinden (bij diameters van 40 tot en met 160 mm) en moeten aangebracht worden met het door de fabrikant voorgeschreven toestel. Enkel te gebruiken bij montage ter plaatse. - d.m.v. insteekmoffen. De insteekmoffen bestaan uit een insteekgedeelte en een ronde dichtingring in neopropeenrubber, bestand tegen veroudering. Let wel : deze moffen mogen niet gebruikt worden als uitzettingsstuk en evenmin bij rechtlijnige buisdelen van 40 mm t.e.m. 110 mm. Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van geprefabriceerde stukken. Voor de overgang van PE op andere materialen zullen steeds speciale overgangsstukken voorzien worden. Aansluitingen : d.m.v. kragen en flenzen. Beugels : metaal Uitvoering Studie en/of voorstel tot uitvoering : geleverd door de ontwerper. Leidingtracé : volgens principeschema gevoegd bij het aanbestedingsbundel. Opstelling : opbouw in de verlaagde plafonds en technische ruimtes en kokers, inbouw voor de vertikale aftakkingen tot de toestellen. Bevestiging : d.m.v. aangepaste beugels, die zowel vast als glijdend kunnen bevestigd worden; Zichtbare bevestiging of opstelling in kokers : alle leidingen worden geplaatst met aangepaste beugels, die zowel vast als glijdend kunnen bevestigd worden. De beugels worden bevestigd door middel van een vijspin, bout of draadstang en plug. Bij starre montage zal een bijzondere studie van het bevestigingssysteem gemaakt worden. Voor verticale leidingen worden de beugels geplaatst met een maximumafstand van 150 cm en voor horizontale leidingen met een maximumafstand van 125 cm. Bij elke richtingsverandering en/of ter hoogte van koppelstukken moet een beugel geplaatst worden. Voor kruipruimten mogen ophangbanden uit kunststof met bijhorende bevestigingsplug en ring gebruikt worden.
BB546.tb 19 Uitzetting : er wordt rekening gehouden met de thermische uitzetting. Tussen twee vaste punten en minstens om de 6 m rechtlijnig buisgedeelte moet een expansiestuk geplaatst worden. Bij standleidingen wordt per verdieping en zo laag mogelijk bij de vloer een expansiestuk geplaatst, dat bevestigd wordt met een vaste beugel (of vaste punt). Ingebetonneerde leidingen : Bij leidingen ingewerkt in beton worden geen expansiestukken of steekmoffen geplaatst. De buis wordt over zijn volledige lengte verankerd. de leidingen worden voldoende verankerd om opdrijven te vermijden, de betonmortel mag geen scherpe elementen bevatten, het instorten gebeurt met zorg om beschadiging te vermijden. Doorvoeren : d.m.v. aangepaste beschermhulzen rond de leidingen. Een brandwerende isolatie rond leidingen of brandmoffen is te voorzien bij doorvoeren van Rf vloeren en wanden. Aansluitingen : PE-steekmoffen, aangepast aan de diameter van de aan te sluiten reukafsnijder. Alle aansluitingen in afwachting of aan sanitaire toestellen dienen demonteerbaar te zijn. De schroefkoppelingen voor diameters 40 mm t.e.m. 110 mm bestaan uit : - een draadstuk (ronde draad); - een moer in PP; - een drukking met een driehoekige sectie; - een dichtingring in neopreenrubber, bestand tegen veroudering; - voor rechtlijnige buisdelen van meer dan 2 m moet men een kraagbus bijvoegen. Een brandwerende isolatie rond leidingen bij doorvoeren van vloeren en wanden is te voorzien. Toepassing De afvoeren van volgende toestellen hebben een minimum diameter van : - closetpot : minimum 110 mm - handwasbakje : minimum 50 mm - gootsteen/spoeltafel : minimum 50 mm - ligbad : minimum 50 mm - douche : minimum 50 mm - lavabo/wastafel : minimum 50 mm - bedpanspoeler : minimum 110 mm - slobhopper : minimum 110 mm - wasmachine-aansluiting: minimum 50 mm - kloksifon : minimum 75 mm 60.13 Aansluiten afvoeren aan pompput Omschrijving Alle afvoeren van de sanitaire toestellen van de kleedkamers zijn aangesloten op een pompput. Deze pompput is enkel toegankelijk langs een inspectieluik op de binnenkoer tussen de gebouwblokken KL en S. Inbegrepen in dit artikel zijn: - Afbreken van 2 bestaande afvoeren DN 140 in de pompput - Boren van een gat door de gewapend betonwand (dikte 20 cm) en een gat door de gewapend betonplaat (dikte 20 cm) van de pomput voor het plaatsen van een extra afvoerleiding DN 110 - Plaatsen van de 3 nieuwe afvoerleidingen in de pompput - Afdichting tussen de afvoerleidingen en de betonnen wand en plaat - Alle werken en apparatuur nodig voor het veilig werken in de pompput Meting - aard van de overeenkomst : Som Over het Geheel (SOG)
BB546.tb 20 60.50 Aanvoerleidingen & toebehoren - algemeen Omschrijving De rubriek “aanvoerleidingen & toebehoren” omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van het distributienet van (koud & warm) sanitair water binnen het gebouw, met inbegrip van alle bevestigingsmiddelen, uitzethulpstukken, bijhorigheden (collectoren, aansluitstukken, koppelingen, hulsbuizen, inbouwdozen, leidingisolaties,…). In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen van het bijzonder bestek, dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten : - de eventuele studies en tracéring van het leidingnet; - het slijpen, boren en/of kappen van de nodige sleuven en doorvoeropeningen; - de levering, bevestiging, de mechanische koppelingen en/of het lassen van de leidingen, de bijhorende mantelbuizen voor kunststofleidingen, de collectoren, inbouwdozen, …; - de eventuele voorziening van aangepaste leidingkokers of halfschalen; - de aansluitingen onderling en met andere delen van de sanitaire installatie (boilers, …); - de eventuele voorafgaandelijke modelopstellingen; - de vereiste dichtheidsproeven (en/of drukproeven) van het leidingnet; - het opvullen en passend afwerken van de gemaakte sleuven en doorvoeropeningen; - de gelijkvormigheidskeuring, gevraagde asbuilt-plannen, technische documentatie en waarborgen; - het opruimen van de werf en verwijdering van alle afval. Alle in het leidingnet te integreren keerkleppen, veiligheidsgroepen, afsluitkranen en aftapkranen worden afzonderlijk gemeten (zie ook hoofdstuk 62). Drukleidingen rechtstreeks aangesloten op het openbaar verdeelnet, voor de voeding van brandhaspels, … worden afzonderlijk behandeld in hoofdstuk 68 brandbestrijdingsinstallaties. Meting - meeteenheid : per lopende meter, opgesplitst naar DN buitendiameter en wijze van plaatsing (opbouw of inwerking). - meetcode : netto lengte van de leidingen. De toebehoren, bocht en koppelstukken worden niet gemeten en zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheden (VH) Materialen REFERENTIENORMEN STS 62 - Sanitaire leidingen (1966, 3de druk) NBN EN 806 - Eisen voor drinkwaterinstallaties in gebouwen (2000) + addendum A1 (2001) BELGAQUA - Repertorium Technische Voorschriften voor binneninstallaties http://www.belgaqua.be/document/Repertorium.pdf TB 105 - Centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling (1990) TV 207 - Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen (WTCB, 1998) NBN EN 12068 - Kathodische bescherming - Uitwendige organische bekleding voor de bescherming tegen corrosie van in de bodem of in het water gelegde stalen buisleidingen die samen met de kathodische bescherming worden gebruikt - Wikkelbanden en krimpbare materialen (1998) Technisch reglement van SVW (http://www.svw.be) MATERIAALKEUZE Het bijzonder bestek bepaalt de aard van de buizen, de koppelingen en de speciale hulpstukken, zoals collectoren, de nodige isolaties, wijze van bescherming, e.d.
BB546.tb 21 De keuze inzake materialen heeft tot gevolg dat de aannemer de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het tracé en zijn bevestigingen, o.a. wat betreft vormveranderingen die tot stand zouden kunnen komen in de leidingen tengevolge van temperatuurs- of drukverschillen. De aannemer bespreekt met bouwheer en architect de maximum toegelaten druk van het watervoorzieningsnet, en zal zich baseren op een testverslag teneinde te bepalen welke materialen eventueel verboden zijn. Ten allen tijde worden leidingen gebruikt die in functie van hun gebruik en plaatsing geen nadelige gevolgen kunnen hebben door corrosievorming (elektrolyse en putcorrosie). Vermenging van stalen en koperen buizen in een kring moet worden vermeden. Koperen buizen mogen zich enkel stroomafwaarts bevinden van stalen buizen. De buizen en hun hulpstukken maken steeds deel uit van één systeem en vormen bij de verwerking een geheel. De stukken komen verplicht van dezelfde leverancier. Alle buizen zijn over hun lengte gemerkt (merk/materiaal, norm, diameter, wanddikte, fabricagedatum, …). De aannemer zal van alle gebruikte materialen, een documentatielijst en op vraag de nodige stalen ter goedkeuring voorleggen aan het Bestuur. Uitvoering STUDIE De studie wordt overeenkomstig de beschikbare gegevens in de aanbestedingsdocumenten en/of de bepalingen van het bijzonder bestek door de architect / het studiebureau geleverd. De aannemer is er dienaangaande toe gehouden aan de bouwheer het bewijs te leveren dat hij bij de plaatselijke waterdistributiemaatschappij / -regie navraag heeft gedaan omtrent : - het reglement betreffende de inwendige installaties, aan hetwelk hij zich moet houden. - de fysisch-chemische samenstelling van het water, alsmede de materialen waarvan het gebruik wordt verboden of afgeraden om reden van die samenstelling. - de statische druk op de laagste plaats van de werf, en die welke later zal heersen in functie van eventuele projecten van de maatschappij of regie. PRINCIPE VAN DE INSTALLATIE Bij het bepalen van het leidingtracé en de diameters zal de aannemer rekening houden met de maximale snelheid en debieten, vereist voor het in werking stellen en houden van de installatie. De bepalingen van het ‘Technisch Reglement voor water bestemd voor menselijke aanwending’ worden daarbij gerespecteerd (in het bijzonder art 4.2 Ontwerp en dimensionering). Bij complexe installaties worden aangepaste berekeningsmethodes toegepast. De buisdiameters moet zodanig gekozen zijn dat de circulatiesnelheid van het water beperkt blijft,de maximale snelheden van het water in de aanvoerleidingen bedragen respectievelijk : - 1,75 m/s (in technische lokalen) - 1,50 m/s (in sanitaire ruimten) - 1 m/s (in woon- en slaapruimten, om akoestische redenen) Volgende minimale debieten moeten kunnen geleverd worden : - Gootstenen : 6 liter/min warm of koud water, - Wastafels : 6 liter/min warm of koud water, - Baden : 12 liter/min warm of koud water, - WC : 6 liter/min koud water, - Uitgietbakken : 6 liter/min koud water, - Was- en vaatwasmachines : 10 liter/min koud water. LEIDINGTRACÉ De ligging van de leidingen op de plannen is schematisch weergegeven. Het juiste leidingenverloop dient in overleg met de architect bepaald te worden. Vooraf wordt gecontroleerd of er problemen kunnen ontstaan bij kruising met andere leidingnetten, binnen het net zelf en/of m.b.t. de voorziene opstelling van de toestellen. Hiertoe wordt het tracé
BB546.tb 22 vooraf met krijtlijnen uitgezet op vloeren en wanden. Het voorschrijven van lichte wijzigingen in het traject kan geen meerprijs tot gevolg hebben. Het leidingtracé houdt rekening met volgende algemene voorwaarden : - De leidingen worden zoveel mogelijk volgens rechtlijnige tracés geplaatst zowel horizontaal als verticaal. In doorgangen van muren en wanden mag geen enkele buisverbinding of lasnaad aangebracht worden. - De leidingen worden derwijze ondersteund dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. - Alle nodige voorzieningen dienen genomen te worden om waterslag te vermijden; - Behalve ter plaatse van mengkranen zijn verbindingen tussen netten voor distributie van koud en van warm water niet toegelaten. De installatie moet zodanig opgevat zijn dat stagnatie van water in bepaalde onderdelen van de installatie uitgesloten is. Toereikende mogelijkheden dienen voorzien te worden om : - de installatie te ledigen, Op iedere kring moet zich een afsluitkraan met leegloopmogelijkheid bevinden. De leidingen moeten daartoe met afschot geplaatst worden (minimum 1mm per lopende meter). Elke opgaande standleiding of belangrijke vertakking is op het laagste punt voorzien van een stopkraan, onmiddellijk gevolgd door een aftapkraan, die een volledige lediging mogelijk maakt. - de installatie te ontluchten; op alle leidingen wordt op het uiteinde een kraan geplaatst om het ontluchten normaal te laten geschieden. De bedieningsorganen moeten, door hun opvatting en plaatsing gemakkelijk te bedienen zijn. Alle leidingen krijgen een identificatiemerk, volgens artikel 60.00. “getuigeringen en kleurcodes”. VERBINDINGEN - KOPPELSTUKKEN - COLLECTOREN De pijpen worden steeds loodrecht op de hartlijn van de buis gezaagd met een aangepaste buissnijder, om alzo een nauwkeurig rechte doorsnede te bekomen en zorgvuldig afgebraamd. Stijve buizen mogen niet gebogen worden, richtingsveranderingen en aftakkingen gebeuren met verbindingsstukken eigen aan het systeem en geleverd door dezelfde fabrikant. De verbindingen, bochtstukken, aftakkingen worden zoveel mogelijk op bereikbare plaatsen voorzien. Alle verbindingen moeten gegarandeerd waterdicht zijn en bestand tegen een druk tot minstens 6 bar. De gerealiseerde verbindingen moeten zichtbaar blijven tot een hydraulische dichtheidsproef is uitgevoerd (d.w.z. geen anti-corrosiebanden, geen bekleding, geen dekvloer). Buizen waarvan de verbindingen reeds gemaakt zijn mogen niet meer verbogen worden en moeten in de montage spanningsvrij geplaatst worden door middel van beugelbevestiging. In de muur of vloer mogen er in principe geen verbindingen gemaakt worden. UITZETTING Bij het bepalen van het tracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met het uitzetten van de buizen (tabel 5 van TV 154 - WTCB) . In verhouding tot de verwachte uitzettingen zal erover gewaakt worden dat : - voldoende ruimte wordt gelaten tussen de uiteinden van de rechte lijnen; tussen de bocht en de muur; de buizen in de beugels kunnen verschuiven, met uitzondering van een aantal ervan die oordeelkundig worden gekozen. De beugels dienen zodanig aangespannen dat er een vrije beweging van de leidingen mogelijk is. - de bewegingen van de rechte leidingen niet worden belemmerd door de aftakkingen ervan, o.a. wanneer de aftakkingen door een muur of een vloer worden gevoerd of worden aangesloten in de nabijheid van de plaats waar de hoofdleiding door een muur of een vloer wordt gevoerd; - de aftakkingen een voldoende soepelheid bezitten om de bewegingen van de hoofdleiding te volgen. Voor inbouwleidingen zullen er voorzorgen genomen worden in verband met het uitzetten van de leidingen alvorens ze in de muur of in de dekvloer in te werken.
BB546.tb 23 PLAATSINGSWIJZE De leidingen worden trilling- en geluidsvrij ingebouwd of opgehangen. In principe worden alle leidingen geplaatst als inbouw, tenzij daar waar anders aangegeven op de plannen (bvb in technische ruimtes en kokers). De aanduidingen op plan, aangevuld met de bepalingen van het bijzonder bestek specificeren welke leidingen respectievelijk worden opgevat als : Inbouwleidingen De leidingen zijn na afwerking volledig onzichtbaar, tenzij daar waar anders vermeld. Ze worden daartoe meestal ingewerkt in valse plafonds en lichte scheidingswanden, soms in de dekvloer en/of aangebracht in sleuven en kokers. De leidingen ingewerkt in dekvloeren en wanden zijn specifiek bestemd om te worden ingewerkt of dienen afdoende beschermd te worden d.m.v. beschermende kunststofbanden of met een andere gelijkwaardige bescherming, overeenkomstig de specifieke bepalingen van het bijzonder bestek. In ieder geval moet de beschermende laag van zulk danige aard zijn dat ze later geen vetplekken of verkleuringen kan veroorzaken doorheen de muurbekledingen of -bepleisteringen. Metalen leidingen welke in de muren of vloeren worden ingewerkt zijn vooraf te omwikkelen met een zelfklevende isolatieband. In de muur of vloer mogen onder geen beding verbindingen gemaakt worden. Alle gerealiseerde verbindingen moeten zichtbaar blijven tot een hydraulische dichtheidsproef is uitgevoerd (d.w.z. geen anti-corrosiebanden, geen bekleding, geen dekvloer). Collectoren worden steeds op een bereikbare plaats voorzien. De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. Geen enkele leiding mag worden geplaatst op minder dan 1 cm afstand van het afgewerkt vlak van de wanden van het gebouw. De leidingen naar de apparaten dienen steeds verticaal te lopen, niet horizontaal. Na de dichtingproeven en beschermen van de leidingen worden de sleuven in muren aangewerkt met een daartoe geschikte mortel. Leidingen ingewerkt in dekvloeren zullen zo vlug mogelijk bedekt worden met de voorziene uitvullaag, evenwel slechts na het aanbrengen van de nodige beschermlagen en het uitvoeren van de drukproeven. Opbouwleidingen Bij leidingen in opbouw wordt in principe gebruik gemaakt van stijve buizen, die worden bevestigd d.m.v. beugels en/of waar mogelijk gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. Zo te plaatsen dat het voorzien van een thermische isolatie mogelijk blijft. Geen enkele leiding wordt dienaangaande op minder dan 20 mm van de wand of plafond geplaatst. De leidingen in opbouw zijn perfect gelijnd, verlopen parallel met de wanden en zullen in daartoe geschikte beugels worden opgehangen. Wanneer verschillende leidingen evenwijdig lopen zullen de steunen gegroepeerd en gelijnd zijn. Bij horizontale plaatsing van leidingen op wanden wordt de koudwaterleiding onder de warmwaterleiding geplaatst. De beugels zijn uit gegalvaniseerd staal aan de binnenzijde bekleed met een soepel materiaal of in hoogwaardig kunststof en laten de uitzetting van de buizen zonder beschadiging toe. Zij stemmen in maat overeen met de respectievelijke buisdiameters. De bouten van de beugels zijn uit messing of cadmiumstaal. De beugels worden bevestigd met schroef en plug, of op rails in U-vorm van gegalvaniseerd staal bevestigd door minstens twee vijzen en pluggen. Het beugelsysteem is ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. De maximum afstand tussen twee bevestigingspunten is afhankelijk van het materiaal en de buitendiameters van de leidingen en zal beantwoorden aan de voorschriften van de fabrikant en deze van het bijzonder bestek. De beugels dienen zodanig aangespannen dat een vrije beweging van de buizen (in de lengterichting) mogelijk blijft en dat de buis niet door de beugel beschadigd kan worden. Daarenboven worden op regelmatige afstanden vaste punten voorzien om de buisleidingen te verdelen in afzonderlijke delen waar uitzetting en/of krimp mogelijk is. In principe komen ook vaste punten bij richtingsveranderingen (T-aftakkingen en bochten) en bij alle toestellen (afsluiters, meters, waterverzachters, …).
BB546.tb 24 Ondergrondse leidingen Indien aanvoerleidingen in de grond zouden verwerkt worden, worden zij geplaatst op vorstvrije diepte (minimum 80 cm). De plaatsing is overeenkomstig de voorschriften van STS 62.06.1. De leidingen zullen afdoende worden beschermd en geïsoleerd overeenkomstig het bijzonder bestek en NBN EN 12068 - Kathodische bescherming Uitwendige organische bekleding voor de bescherming tegen corrosie van in de bodem of in het water gelegde stalen buisleidingen die samen met de kathodische bescherming worden gebruikt - Wikkelbanden en krimpbare materialen (1998). De wanden van de sleuven worden zonodig geschoord om afkalvingen te voorkomen. Na het graafwerk wordt de bodem van de sleuf geëffend. De leidingen worden overeenkomstig het bijzonder bestek geplaatst op - een zandbed van 10 cm dikte uit zand voor mager beton volgens NBN 589-103. - een bed van gestabiliseerd zand van 10 cm dikte. Samenstelling : 100 kg cement sterkteklasse 32,5 per m3 zand voor mager beton volgens NBN 589-103. - een fundering uit mager beton van 10 cm dikte. Samenstelling : 250 kg cement sterkteklasse 32,5, 800 liter steenslag 7/14 of 7/20 of grind 4/14 of 4/28, 400 liter zand voor mager beton volgens NBN 589-103. De leidingen worden over hun volledige lengte door de voorziene fundering ondersteund en geplaatst volgens zoveel mogelijk rechtlijnige tracés en derwijze dat de uitzetting van de buizen verzekerd is. Bij muur- en vloerdoorgangen worden de leidingen beschermd door aangepaste doorvoermoffen en waterdicht afgewerkt voor de buitenwanden. De wederaanvullingen mogen slechts aanvangen na het uitvoeren van de controleproef en na goedkeuring door de architect. Voor de aanvulling van de sleuf worden de leidingen eerst bedekt met een laag zand van 10 cm dikte. De te onderscheiden plaatsen volgens aard van de aanvullingen worden aangevuld volgens bepalingen van het bijzonder bestek, respectievelijk met - grond voortkomend van de uitgravingen; - te verdichten zand voor mager beton volgens NBN 589-103; - te verdichten gestabiliseerd zand (samengesteld uit 100 kg cement sterkteklasse 32,5 per m3 zand voor mager beton volgens NBN 589-103); MUURDOORGANGEN Bij elke doorgang van een buis door muren, vloerplaten of zolderingen worden de leidingen beschermd door aangepaste kunststof doorvoermoffen, waarin de buizen vrij kunnen bewegen. De hulsranden worden in hetzelfde vlak geplaatst als de afgewerkte oppervlakten van wanden en zolderingen, en 1,5 cm hoger dan de afgewerkte vloeren. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt waterdicht afgedicht met een aangepaste inerte isolerende stof of kit. AKOESTISCHE VOORZORGEN De leidingen moeten degelijk en oordeelkundig bevestigd worden teneinde de voortplanting van trillingen te dempen en elk hinderlijk geruis bij waterafname te voorkomen. De aannemer dient dienaangaande alle schikkingen te treffen om een stille werking van de installatie toe te laten : Het geluidsniveau te wijten aan de werking van de sanitaire toestellen en voortgeplant via de leidingen, mag in de aangrenzende niet hoger zijn dan : - Patientenkamer: maximum 3 dB (A) - Overige lokalen: maximum 6 dB (A) Alle contacten tussen de bevestigingsmiddelen en de leidingen worden vermeden, alsook tussen de leidingen en wanden of vloeren. Een goede luchtgeluidsisolatie is qua resultaat sterk afhankelijk van de uitvoering. Om de geluidsoverdracht in het gebouw tegen te gaan zal de installateur de nodige maatregelen treffen: - de ruimte tussen doorvoerkokers en buizen opvullen met een isolatiestof - de steunbeugels aan de binnenzijde voorzien van een samengedrukte isolatielaag De gebruikte trillingsisolerende stoffen moeten zelfdovend, rotbestendig en poriënvrij zijn.
BB546.tb 25 BESCHERMING - THERMISCHE ISOLATIE VAN DE LEIDINGEN Alle leidingen worden voorzien van een aangepaste bescherming tegen beschadiging en corrosie, d.m.v. kunststoftape (of elke andere gelijkwaardige bescherming) en moeten daarenboven voorzien worden van een thermische isolatie. De thermische isolatie van de leidingen heeft een warmtegeleidingscoëfficient : λ < 0,04 W/mK (bij 40°C) en is bestand tegen temperaturen van -15°C tot +105°C. Het isolatiemateriaal is zelfdovend en voorzien van een waterafstotende buitenlaag. Het is chemisch neutraal en bevat geen corrosieverwekkende bestanddelen, noch ten overstaan van koper, zink, ijzer, lood als kunststof. (zie ook artikel 60.55 aanvoerleidingen & toebehoren - leidingisolatie). Bij toepassing van materialen waarvan de warmtegeleidingscoëfficient verschilt van 0,04 W/mK moet de voornoemde materiaaldikte aangepast worden zodat er eenzelfde isolerend effect bekomen wordt. AANSLUITING TOESTELLEN Voor de aansluiting aan kranen, warmwatertoestellen en dergelijke worden ter hoogte van de aftappunten, haakse hulpstukken of inbouwdozen voorzien waarin een messing hulpstuk, met aangepaste binnendiameter, gevat zit dat de montage van de traditionele hoekafsluitkraantjes op de leidingen toelaat. De zichtbare koperen leidingen dienstig voor de voeding van de sanitaire apparaten moeten steeds verchroomd zijn (leiding na de stopkraan). De wanddikte van deze leidingen mag na de afsluitkraan 0,8 mm bedragen (inbegrepen in de prijs van de sanitaire kranen - zie hoofdstuk 62). PREVENTIE - LEGIONELLABESMETTING De “legionellabacterie” is verantwoordelijk voor de zogenaamde 'veteranenziekte'. Ze kan in kleine aantallen in leidingwater voorkomen en zich ontwikkelen in stilstaand water, wanneer de temperatuur gedurende enkele weken tussen de 20° en 60°C blijft. De bacterie is ongevaarlijk wanneer ze gedronken wordt, maar wel gevaarlijk bij inademing van vernevelde waterdruppeltjes waarin ze geconcentreerd aanwezig kunnen zijn (bv. in douches, whirlpools, airco-systemen met luchtbevochtiging, sprinklerinstallaties, brandhaspels, … ). De legionellabacterie kan zich massaal vermenigvuldigen in installaties, waar het water een temperatuur heeft tussen 25-50°C en wanneer er weinig of geen doorstroming is in de leidingen. Het “Legionella-Besluit” (9 februari 2007) stelt dat voor ieder publiek gebouw een aantal preventieve maatregelen dienen genomen om legionella-besmettingen onder controle te houden. Centraal bij de preventie staat de temperatuur van het leidingwater. Warmwaterleidingen moeten, zo men werkt met een centrale verhitting, een temperatuur hebben van 60°C. Voorraadtoestellen (boilers) moeten op minstens 60°C zijn ingesteld. Koudwaterleidingen moeten onder de 25°C blijven. De terugkeerleiding naar de verwarmer moet een watertemperatuur garanderen van minstens 55°C. Problemen kunnen zich voordoen door : - het onvoldoende geïsoleerd zijn van de leidingen; - het dicht bij elkaar leggen van het warm- en koudwatercircuit (minimale tussenafstand 15 cm); - te grote afstand tussen verhittingspunt en tappunt; - doodlopende leidingen - onvoldoende capaciteit van de boiler of opslagtank; - onvoldoende rondpompdebiet bij circulerende circuits; - het niet tijdig reinigen en ontkalken van opslagtanks, boilers en douche- en kraankoppen. Keuring Alle leidingen die beschadigd worden, zowel tijdens het lossen als tijdens de plaatsing worden vervangen. De gerealiseerde verbindingen moeten zichtbaar blijven tot een hydraulische dichtheidsproef is uitgevoerd (d.w.z. geen anti-corrosiebanden, geen bekleding, geen dekvloer), om beschadigingen te vermijden worden zij nadien zo snel mogelijk bedekt met de voorziene uitvullingslagen.
BB546.tb 26 GELIJKVORMIGHEIDSKEURING Bij toepassing van het decreet betreffende water bestemd voor menselijke aanwending van 24 mei 2002 (Drinkwaterdecreet, verschenen in het BS van 23/07/2002 ) dient de installateur de door hem uitgevoerde sanitaire installatie te laten goedkeuren door een erkend organisme, aanvaard door de watermaatschappij. Deze gelijkvormigheidskeuring moet plaats te vinden voor de eerste ingebruikname. Voor de verschillende installaties dient een afzonderlijk verslag te worden voorgelegd. Voor alle keuringen zal een keuringsattest zonder opmerkingen afgegeven worden. Het aanvragen, evenals de kosten verbonden aan de keuring van de sanitaire installaties, alsook alle gebeurlijke onkosten verbonden aan veranderingen, die zouden worden opgelegd wegens disconformiteit met de reglementaire voorschriften, zijn volledig ten laste van de inschrijver. De vereiste gelijkvormigheidskeuringen dienen minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld worden van de bouwheer. PROEVEN De aannemer zal de volledige sanitaire installatie voor het afdichten van de leidingen testen op haar waterdichtheid. De proeven voldoen aan STS 62.08, en zullen gebeuren bij een druk van minstens 1,5 maal de dienstdruk van het leidingnet. Op het ogenblik dat deze bereikt is zal hij gedurende 2 uren volgehouden worden. De proeven worden uitgevoerd door de aannemer met eigen materiaal en eigen personeel. De architect en het Bestuur zullen tijdig verwittigd worden van het begin van de proeven teneinde de controle uit te oefenen. Na het uitvoeren van dichtingproeven blijven de buizen onder normale waterdruk zodat gebeurlijke lekken tijdig kunnen waargenomen worden. GARANTIES Een garantieattest van de aannemer en de leverancier is bij te leveren waarbij men zich solidair verbindt over 10 jaar, vanaf de voorlopige oplevering, voor elke eventuele schade aan het systeem alsook de gevolgkosten aan eventuele andere onderdelen van het gebouw in te staan. ASBUILT-PLANNEN Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het waterleidingsnet zoals het is uitgevoerd met aanduiding van de toezichtstukken, leidingverloop, diameters, aard van de leidingen en kranen. De peilen van de diverse leidingen ten opzichte van het referentiepeil zijn eveneens op te geven. 60.53 Aanvoerleidingen & toebehoren - buizen PE-Xb/Al/PE-HD Materiaal Sanitaire toevoerleidingen uit PE-X/Al/PE-HD met elkaar te verbinden volgens het persverbindingsprocédé, geschikt voor de distributie van koud & warm drinkwater. REFERENTIENORMEN TV 207 - Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen (WTCB, 1998) NBN EN 802 - Kunststof buis- en mantelsystemen - Gespoten thermoplastische fittings voor drukleidingen - Beproevingsmethode voor de maximale vervorming door samendrukken (1994) NBN EN 1411 - Kunststofleiding- en mantelbuissystemen - Thermoplastische buizen Bepaling van de weerstand tegen uitwendige slagbelasting met de trapmethode (1996) NBN EN 1446 - Kunststofleiding- en mantelbuissystemen - Thermoplastische buizen Bepaling van de ringflexibiliteit (1996) NBN EN 1979 - Kunststofleiding- en mantelbuissystemen - Spiraalbuizen met een geprofileerde wand van thermoplasten - Bepaling van de treksterkte van een naad (1999)
BB546.tb 27
NBN EN 12295 - Kunststofleidingsystemen - Thermoplastische buizen en bijbehorende fittingen voor warm en koud water - Beproevingsmethode voor de bepaling van de weerstand van verbindingen tegen drukwisselingen (2000) NBN ENV 12108 - Kunststofleidingsystemen - Leidraad voor de installatie in gebouwen van drukleidingsystemen voor warm en koud water bestemd voor menselijke consumptie (2001) NBN EN ISO 8795 - Kunststofleidingsystemen voor het transport van drinkwater Beoordeling van de migratie - Bepaling van de migratiewaarden van kunststofbuizen, hulpstukken en hun verbindingen (2001) NBN EN 12201 - Kunststofleidingsystemen voor de drinkwatervoorziening - Polyethyleen (PE) - Deel 1-3 (2003) NBN EN ISO 15875 - Kunststofleidingsystemen voor warm- en koudwaterinstallaties Vernet polyethyleen (PE-X) - Deel 1-5 (2004) De leidingen zijn over hun volledige lengte gemerkt (fabrikant, overeenkomstigheidskenmerk, buitendiameter en wanddikte, type / norm / samenstelling, productiedatum, …). Leidingen en hulpstukken behoren tot één systeem (koppelingen, ellebogen, manchetten, verdeelcollectoren, ...) en worden geleverd door dezelfde fabrikant. Het systeem van buizen, hulpstukken kranen en toebehoren beschikt op datum van aanbesteding over een geldige BENOR-keur of een Technische Goedkeuring (ATG) of over een gelijkwaardig attest volgens de Europese Normen. Specificaties PE-Xb / Al / PE-HD leidingen. Drieschalige kunststofbuis bestaande uit een binnenbuis uit PE-Xb, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een aluminiumlaag van minimum 0,3 mm dikte, gelast (axiaal) en een totaal zuurstof diffusiescherm vormend, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een PE-HD buitenbuis. Galvanische koppels tussen het aluminium en andere metalen worden vermeden door gebruik van aangepaste koppelstukken, volgens ATG-attest. Nominale diameters : overeenkomstig de aanduidingen op plan. Dienstdruk : minstens 10 bar. Bedrijfstemperatuur : respectievelijk geschikt voor koud & sanitair warmwater. Verbindingen : persfittingen Hulpstukken : geleidingsbochten, doorvoermoffen, T-stukken, … Beugels of ondersteuningselementen : pijpbeugels. Uitvoering De uitvoering, de plaatsing en de inregeling van de elementen gebeuren strikt volgens de voorschriften van de ATG. Alle hulpstukken, koppelingen, adapters, kraanwerk, evenals het gereedschap, voorgeschreven door de fabrikant zijn verplicht te gebruiken. De kunststofleidingen worden standaard geplaatst in inbouw. Waar leidingen in opbouw zouden worden geplaatst worden zij voorzien van aangepaste mantelbuizen en leidingisolatie, die met daartoe geschikte beugels bevestigd worden. Daar waar mogelijk worden deze leidingen gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. Er wordt bij de uitvoering rekening gehouden met de uitzettingen van het materiaal. Alle doorvoeringen door muren en vloeren, zullen uitgevoerd worden met een mantelbuis, waarin de buis vrij kan bewegen. De diameter van deze mantelbuis is voldoende groot zodat de kunststofbuis een ruime speling krijgt en aldus ontoelaatbare spanningen worden vermeden. Waar nodig om korte buigstralen te verwezenlijken of om de buis te ondersteunen worden geleidingsbochten of segmentschalen gebruikt. Om buizen loodrecht uit de vloer te doen komen, worden zij over hun buitenste kromming ondersteund door bochtstukken uit kunststof, voorzien van voetplaat, om rinkinken tijdens dilatatie te vermijden. Voor de aansluiting van toestellen, worden ter hoogte van de aftappunten haakse koppelingen uit messing gebruikt, die de montage van traditionele hoekafsluitkraantjes toelaten. Zij zitten vervat in aangepaste kunststof inbouwdozen, die in holle scheidingswanden kunnen worden gemonteerd en/of in de muur gemetseld worden,
BB546.tb 28 afgedekt met cementmortel die ruw is gemaakt om de hechting van het pleisterwerk te bevorderen. Keuring PROEVEN Vóór vloeren, wanden en plafonds worden dichtgemaakt wordt er verplicht een druktest uitgevoerd (met water, NIET met lucht). De proef wordt uitgevoerd bij een nagenoeg constante omgevingstemperatuur. De leidingen mogen pas na uitvoering van de drukproeven en de goedkeuring door het Bestuur worden ingestort. BESCHRIJVING VAN DE PROEF Na ontluchting wordt de installatie onder een waterdruk gezet van 1,5 maal de nominale druk, de proefdruk mag niet meer dan 5 bar hoger zijn dan de nominale druk (15 bar bij PN10, 21 bar bij PN 16). Na 10 en 20 minuten wordt de druk terug op peil gebracht. De druk wordt gemeten na 30 en 60 minuten. Indien de druk met minder dan 0,6 bar is gedaald wordt aangenomen dat het systeem geen merkbaar lek vertoont en kan de proef zonder verder pompen worden voortgezet. Indien na een volgende periode van 2 uur de druk met meer dan 0,2 bar is gedaald wordt het systeem als ondicht beschouwd en moet het lek worden opgespoord en verholpen. WAARBORGEN De aannemer levert solidair met de leverancier een schriftelijke systeemwaarborg af van tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering, die elke mogelijke schade dekt, aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en sanitaire aftappunten, alsook de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw. Toepassing Volgens plannen en meetstaat. 60.54 Aanvoerleidingen & toebehoren - buizen / PVC-C Materiaal Sanitaire toevoerleidingen uit PVC-C, geschikt voor de distributie van koud & warm drinkwater. REFERENTIENORMEN TV 207 - Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen (WTCB, 1998) NBN T 42-009 - Thermoplastische buizen en toebehoren voor het transport van Fluida Richtlijnen voor de opslag, de behandeling, het vervoer en het verbinden (1988) NBN EN 802 - Kunststof buis- en mantelsystemen - Gespoten thermoplastische fittings voor drukleidingen - Beproevingsmethode voor de maximale vervorming door samendrukken (1994) NBN EN 1411 - Kunststofleiding- en mantelbuissystemen - Thermoplastische buizen Bepaling van de weerstand tegen uitwendige slagbelasting met de trapmethode (1996) NBN EN 1446 - Kunststofleiding- en mantelbuissystemen - Thermoplastische buizen Bepaling van de ringflexibiliteit (1996) NBN EN 1979 - Kunststofleiding- en mantelbuissystemen - Spiraalbuizen met een geprofileerde wand van thermoplasten - Bepaling van de treksterkte van een naad (1999) NBN EN 12295 - Kunststofleidingsystemen - Thermoplastische buizen en bijbehorende fittingen voor warm en koud water - Beproevingsmethode voor de bepaling van de weerstand van verbindingen tegen drukwisselingen (2000) NBN ENV 12108 - Kunststofleidingsystemen - Leidraad voor de installatie in gebouwen van drukleidingsystemen voor warm en koud water bestemd voor menselijke consumptie (2001)
BB546.tb 29
NBN EN ISO 8795 - Kunststofleidingsystemen voor het transport van drinkwater Beoordeling van de migratie - Bepaling van de migratiewaarden van kunststofbuizen, hulpstukken en hun verbindingen (2001) NBN EN ISO 15877 - Kunststofleidingsystemen voor warm- en koudwaterinstallaties Gechloreerd poly(vinylchloride) (PVC-C) - Deel 1-5 (2004) De leidingen zijn over hun volledige lengte gemerkt (fabrikant, overeenkomstigheidskenmerk, buitendiameter en wanddikte, type / norm / samenstelling, productiedatum, …). Leidingen en hulpstukken behoren tot één systeem (koppelingen, ellebogen, manchetten, verdeelcollectoren, ...) en worden geleverd door dezelfde fabrikant. Het systeem van buizen, hulpstukken kranen en toebehoren beschikt op datum van aanbesteding over een geldige BENOR-keur of een Technische Goedkeuring (ATG) of over een gelijkwaardig attest volgens de Europese Normen. Systemen zonder BENOR-keur of technische goedkeuring ATG kunnen enkel aanvaard worden nadat aan de hand van een technisch dossier (in het Nederlands) de gelijkwaardigheid in alle opzichten is aangetoond. Varianten zijn uitgesloten. Dit dossier moet samen met de materiaallijst ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Bestuur. Specificaties PVC-C (Nagechloreerd Polyvinylchloride) leidingen. Bij stapeling en manipulatie zal de temperatuur steeds boven de 5°C liggen. De buizen mogen niet gebogen worden, iedere verandering moet gebeuren door middel van hulpstukken. Nominale diameters : overeenkomstig de aanduidingen op plan. Dienstdruk : minimum 10 bar. Bedrijfstemperatuur : respectievelijk geschikt voor koud & sanitair warmwater Verbindingen : verlijming (koudlassen) volgens voorschriften van de fabrikant Hulpstukken : geleidingsbochten, doorvoermoffen, T-stukken, … Beugels of ondersteuningselementen : pijpbeugels. Uitvoering De uitvoering, de plaatsing en de inregeling van de elementen gebeuren strikt volgens de voorschriften van de fabrikant. Alle hulpstukken, koppelingen, adapters, kraanwerk, evenals het gereedschap, voorgeschreven door de fabrikant zijn verplicht te gebruiken. De kunststofleidingen worden standaard geplaatst in inbouw. Waar leidingen in opbouw zouden worden geplaatst worden zij voorzien van aangepaste mantelbuizen en leidingisolatie, die met daartoe geschikte beugels bevestigd worden. Daar waar mogelijk worden deze leidingen gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. Er wordt bij de uitvoering rekening gehouden met de uitzettingen van het materiaal. Alle doorvoeringen door muren en vloeren, ongeacht het type kunststofbuis, zullen uitgevoerd worden met een mantelbuis, waarin de buis vrij kan bewegen. De diameter van deze mantelbuis is voldoende groot zodat de kunststofbuis een ruime speling krijgt en aldus ontoelaatbare spanningen worden vermeden. Voor de aansluiting van toestellen, worden ter hoogte van de aftappunten haakse koppelingen uit messing gebruikt, die de montage van traditionele hoekafsluitkraantjes toelaten. Zij zitten vervat in aangepaste kunststof inbouwdozen, die in holle scheidingswanden kunnen worden gemonteerd en/of in de muur gemetseld worden, afgedekt met cementmortel die ruw is gemaakt om de hechting van het pleisterwerk te bevorderen. Keuring PROEVEN Vóór het dichtmaken van vloeren, wanden en plafonds wordt er verplicht een druktest uitgevoerd. De proef wordt uitgevoerd nadat het systeem een voldoende mechanische weerstand heeft opgebouwd (verharding van verlijmingen, afkoeling lassen,…) en bij een nagenoeg constante omgevingstemperatuur. De leidingen mogen pas na uitvoering van de drukproeven en de goedkeuring door het Bestuur worden ingestort.
BB546.tb 30 BESCHRIJVING VAN DE PROEF Na ontluchting wordt de installatie onder een waterdruk gezet van 1,5 maal de nominale druk, de proefdruk mag niet meer dan 5 bar hoger zijn dan de nominale druk (15 bar bij PN10, 21 bar bij PN 16). Na 10 en 20 minuten wordt de druk terug op peil gebracht. De druk wordt gemeten na 30 en 60 minuten. Indien de druk met minder dan 0,6 bar is gedaald wordt aangenomen dat het systeem geen merkbaar lek vertoont en kan de proef zonder verder pompen worden voortgezet. Indien na een volgende periode van 2 uur de druk met meer dan 0,2 bar is gedaald wordt het systeem als ondicht beschouwd en moet het lek worden opgespoord en verholpen. WAARBORGEN De aannemer levert solidair met de leverancier een schriftelijke systeemwaarborg af van tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering, die elke mogelijke schade dekt, aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en sanitaire aftappunten, alsook de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw. Toepassing Volgens plannen en meetstaat. 60.55 Aanvoerleidingen & toebehoren - leidingisolatie Omschrijving Zullen systematisch geïsoleerd worden : alle warm- en koudwaterleidingen zowel ingewerkt in dekvloeren en wanden als in opbouw op wanden of in valse plafonds. Meting - meeteenheid : m - meetcode : netto te isoleren lengte m, volgens buisdiameter en type water. - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materiaal Soepele slangen uit geëxtrudeerd elastomeerschuim op basis van synthetisch rubber met een gesloten celstructuur en een gladde buitenwand. De leidingisolatie is zelfdovend, niet afdruipend, niet vlamverspreidend. Het materiaal is chemisch neutraal, niet giftig, bevat geen corrosieverwekkende bestanddelen en is bestand tegen temperaturen tot 105°C. De binnendiameter van de isolatie moet aangepast zijn aan de buitendiameter van de leidingen zodat deze perfect worden omsloten. De isolatiedikte beantwoordt aan tabel 11 en 12 van het TB 105 voor thermische isolatie. tabel 19 en 20 van het TB 105 voor condenswerende isolatie. De dikte van de isolatie bedraagt: - Voor koud water: minstens 19 mm - Voor warm water: minstens 19 mm tot en met ND 25, minstens 24 mm vanaf ND 32 tot en met ND 40. Minstens 40 mm vanaf ND 50. Bij diameters vanaf ND40 worden alle toebehoren (kranen, koppelingen,…) eveneens geïsoleerd. De aannemer legt een technische nota voor, waaruit blijkt dat de dikte van de isolatie voldoet aan de tabellen van het TB 105. Warmtegeleidingscoëfficient : λ < 0,040 W/mK (bij 40°C) De brandreactie van het isolatiemateriaal beantwoordt aan klasse A1, volgens NBN S 21203. Uitvoering De nodige maatregelen worden genomen om het nat worden van de isolatie te voorkomen. Bij het aanbrengen moeten zowel de isolatie als de leidingen volledig droog zijn. De richtlijnen van de fabrikant worden stipt opgevolgd. Het plaatsen van de isolatie wordt pas uitgevoerd nadat de leidingen en apparaten van de nodige beschildering en/of beschermingstape werden voorzien en na uitvoering van de circulatie en dichtheidsproeven
BB546.tb 31 van de leidingen. Elke leiding wordt afzonderlijk geïsoleerd. De installateur zal de leidingen daartoe met voldoende tussenruimte plaatsen om een vakkundige plaatsing en verzorgde afwerking van de isolatie mogelijk te maken. De isolatie wordt goed aaneensluitend op de leidingen aangebracht en mag niet onderbroken worden ter plaatse van bochtstukken, bevestigingen of steunen van de leidingen. De bochten en aftakkingen worden uitgevoerd met voorgevormde stukken of met op maat gesneden segmenten. Naden worden naar beneden gericht en zorgvuldig dichtgekleefd of dichtgelijmd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De uiteinden van de leidingisolatie worden op gepaste wijze afgewerkt en gemerkt met getuigeringen in genormaliseerde kleuren. Tenzij de isolatie op zichzelf een dampscherm vormt wordt bij het beschermen van de isolatie rond koudwaterleidingen tussen de isolatie en de bescherming een dampscherm aangebracht. Alle naden tussen de dampschermelementen onderling als tussen deze en de leidingen aan het uiteinde van de isolatie worden volstrekt vochtdicht gekleefd met een zelfklevende aluminiumband van minstens 50 mm breed. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 60.80 Brandwerende afdichtingen leidingen - algemeen Omschrijving De vloeren en wanden bezitten een weerstand tegen brand (Rf waarde) overeenkomstig de bepalingen van het KB van 6/11/1979 tot vaststelling van de normen inzake beveiliging tegen brand en paniek waaraan ziekenhuizen moeten voldoen en het KB van 19/12/1997 tot wijziging van het KB van 7/7/1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. Alle doorvoeren van leidingen en kabels door dergelijke vloeren en wanden worden zodanig afgedicht dat de weerstand tegen brand van het bouwelement behouden blijft. De brandwerende afdichtingen zijn toe te passen voor alle doorvoeren van leidingen door volgende elementen: - Compartimenteringswanden en –vloeren: Rf 2uur - Wanden van evacuatiewegen: Rf 1 uur - Wanden en vloeren van technische lokalen: Rf 2 uur - Wanden trapzalen: Rf 2 uur - Wanden van vertikale technische kokers (niet horizontaal gecompartimenteerd): Rf 2 uur. Alle aangewende dichtingsmaterialen dienen beproefd volgens de voorschriften van de norm NBN 713.020, weerstand tegen brand van bouwelementen en/of EN 13501-3 brandclassificatie van bouwprodukten en bouwdelen – deel 3. De aanbevelingen van de ministeriele omzendbrief van 15/4/2004 betreffende de brandpreventie – aanbevelingen betreffende de weerstand tegen brand van de doorvoeringen van bouwelementen worden gerespecteerd. 60.81 Afvoerleidingen – brandwerende afdichtingen Meting - meeteenheid : per stuk volgens diameter leiding en vereiste Rf - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materiaal Brandwerende manchet voor het afsluiten van doorgangen van kunststofbuizen (PE), bestaande uit twee stalen schalen met kraag. De schalen bevatten een chemisch product dat
BB546.tb 32 bij brand de eigenschap heeft in elkaar te vloeien en op te zwellen, waardoor de doorvoeropening brandwerend, rook- en gasdicht wordt afgesloten. Geschikt voor het inbouwen in massieve wanden (beton en metselwerk) en lichte scheidingswanden (type metaalstruktuur met gipskartonplaten). Uitzonderlijk wordt het gebruik van opbouwmanchetten toegelaten indien blijkt dat het onmogelijk is de manchet in te bouwen. Specificaties Brandweerstand : Rf 1 uur of Rf 2 uur. Nominale diameter van de te bekleden buis volgens plan en gedetailleerde opmetingsstaat. Uitvoering De manchet wordt na het plaatsen van de leiding aangebracht, de ruimte tussen de manchet en het bouwelement wordt brandwerend opgestopt. De plaatsingsvoorschriften van de fabrikant worden gevolgd. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
60.82 Aanvoerleidingen – brandwerende afdichtingen Meting - meeteenheid : per stuk volgens diameter leiding en vereiste Rf - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materiaal Cilindervormige schalen uit harsgebonden rotswol bekleed met een glasvezelversterkte aluminiumfolie, voorzien van een zelfklevende overlap. Specificaties Brandweerstand : Rf 1 uur of Rf 2 uur. Nominale diameter van de te bekleden buis volgens plan en gedetailleerde opmetingsstaat. Uitvoering De isolatieschalen worden strak en sluitend over de leiding geplaatst, zonder openstaande naden. De langsnaden zijn naar beneden gekeerd en worden afgedicht met de zelfklevende overlap. De isolatie wordt niet onderbroken ter hoogte van de wand of vloer maar loopt door over de volledige dikte van het bouwelement. De dikte van de isolatie en de totale lengte van de isolatieschaal wordt bepaald volgens de voorschriften van de fabrikant en volgens het type leiding en de vereiste Rf. De minimale dikte van de isolatie is 25 mm. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 33 61. SANITAIR / TOESTELLEN & TOEBEHOREN 61.00 Sanitair / toestellen & toebehoren - algemeen Omschrijving De post "sanitair / toestellen & toebehoren" omvat de levering en plaatsing van de respectievelijke toestellen, met inbegrip van alle bijhorigheden zoals noodzakelijke bevestigingsmiddelen, aansluitingen, afsluitkranen en rozetten, overlopen, afvoergarnituren met sifon, elastische dichtingen, alsook alle in het bijzonder bestek weerhouden toebehoren en aanvullende specificaties. Let wel : de bedieningskranen te voorzien bij de toestellen maken deel uit van een afzonderlijke post en worden behandeld in hoofdstuk 62. Meting - meeteenheid : per stuk, volgens type, aard en/of afmetingen van het toestel of attribuut - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen Behoudens andersluidende bepalingen in het bijzonder bestek gelden onderstaand bepalingen : Alle toestellen en hun toebehoren beantwoorden aan STS 61- Sanitaire toestellen (1982). De voorschriften inzake afmetingen en vormen, de kenmerken inzake het uitzicht van de geëmailleerde gedeelten, de bepalingen inzake monsterneming en proeven, zijn integraal van toepassing. De respectievelijke afmetingen van de toestellen worden uitgedrukt in mm, de richtmaten en toegelaten toleranties kunnen desgevallend bijkomend worden gespecificeerd in de bijzondere beschrijving. Alle toestellen voldoen aan het "reglement voor de bescherming van het drinkwater" van Belgaqua Alle toestellen zijn conform aan NBN B 31-101 - Werkingsmaatstaven en specificaties voor sanitaire apparaten (1987) en de vigerende Europese EN-normeringen (EN 31-38, ...). De aangewende materialen beantwoorden aan STS 61- deel II - materialen. De toestellen en hun bijhorigheden zijn vervaardigd uit sanitair porselein, metaal en/of hoogwaardig kunststof. Zij vertonen geen onvolkomenheden zoals doffe plekken, oneffenheden, barsten en andere visuele gebreken. De toegelaten gebreken inzake uitzicht worden gegeven in de tabel van STS 61.31.13. Alle sanitaire toestellen, die deel uitmaken van een geheel of binnen hetzelfde sanitair lokaal hebben dezelfde homogene (witte) kleurnuance en zijn onderling in harmonie qua vorm en uitzicht. Op elk sanitair toestel is een fabrieksmerk aangebracht op een onuitwisbare en bescheiden wijze. Elk toestel moet voorzien zijn van een reukafsluiter. De aansluitingen op afvoerleidingen en reukafsluiters uitgevoerd worden in hittebestendige materialen (kunststof / verchroomd messing / …) overeenkomstig NBN EN 274 Afvoerinrichtingen voor sanitaire toestellen Delen 1-3 (2002). Alle zichtbare metalen onderdelen en bevestigingstoebehoren zijn uit inox. Van alle te leveren modellen en hun toebehoren zullen voorafgaandelijk de nodige stalen en technische documentatie ter goedkeuring worden voorgelegd aan de architect en/of bouwheer. Het Bestuur is steeds gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. De sanitaire kitten zijn vrij van oplosmiddelen (neutrale-niet-zuurhoudende siliconen op basis van polysiloxanen, polysulfiden …). Ze polymeriseren nagenoeg volledig zonder krimp, zijn blijvend elastisch, schimmelwerend en goed bestand tegen reinigings- en oplosmiddelen. Kleur : standaard wit (behoudens specifieke bepalingen in het bijzonder bestek). Richtwaarden Shore hardheid A : 20 + 5 Rek tot breuk : > 150 % Modulus bij 100% rek : < 0,4 N/mm2
BB546.tb 34 Temperatuursbestendigheid : -40° tot + 140°C Uitvoering Er dient rekening te worden gehouden met de specifiek op het product afgestemde plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. De sanitaire toestellen worden geplaatst op de locatie zoals aangeduid op de plannen. De juiste opstelniveaus zullen desgevallend per type toestel en lokaal besproken worden. De toestellen worden waterpas geplaatst en stevig verankerd in wanden en/of vloeren. Alle bevestigingsschroeven, bouten en moeren zijn in roestvast staal (RVS). Openstaande voegen tussen toestellen, vloer- en wandafwerkingen en werkbladen zullen zorgvuldig worden ontvet en opgespoten met een hoogwaardige, blijvend elastische, nietzuurhoudende sanitaire kit of voorzien van een aangepast dichtingsprofiel, overeenkomstig de aanbevelingen van TV 227 § 5.6.2 - Betegeling in vochtige ruimten (WTCB, 2004). Indien vereist volgens de richtlijnen van de fabrikant dient voorafgaandelijk een hechtlaag (primer) te worden aangebracht De sanitaire aansluitingen garanderen een water- en reukdichte aansluiting, een goede lediging en afwatering, conform NBN EN 274 - Sanitaire aansluitingen - Afvoerstukken voor wasbekkens, voetbaden en baden - Algemene technische voorschriften (1992). De diameters van zowel aan- als afvoerleidingen zijn afgestemd op deze van de respectievelijke aansluitpunten. Tenzij anders gespecificeerd op plannen en/of in het bijzonder bestek, worden alle toe- en afvoerleidingen van wastafels, douches, baden en WC zoveel mogelijk ingewerkt in vloeren en muren. Alle toestellen, vervaardigd uit metaal, moeten worden voorzien van een klem voor aansluiting op de bijkomende equipotentiaalverbindingen, overeenkomstig het A.R.E.I. Na plaatsing wordt alle verpakkingsafval van de werf verwijderd, worden de toestellen en hun toebehoren ontdaan van alle klevers. Voor de voorlopige oplevering wordt de installatie volledig ontvet en gereinigd. Alle elementen welke beschadigd raken, zowel tijdens het lossen als tijdens de plaatsing worden op kosten van de aannemer vervangen. Keuring Er worden geen destructieve proeven uitgevoerd, in zoverre de aannemer een attest van de fabrikant kan voorleggen waaruit blijkt dat de geleverde toestellen van eerste keus zijn. Alle aansluitingen, worden na plaatsing getest op hun water- en reukdichtheid. Tegelijkertijd wordt de goede werking van de spoelinrichtingen gecontroleerd. De controles gebeuren in aanwezigheid van de architect. 61.10 Closetpotten & toebehoren - algemeen Omschrijving De installatie omvat de levering en plaatsing van de closetpotten, inclusief het ophangsysteem, de spoelreservoirs en -inrichtingen, de uitlaatkoppelingen, de aansluiting van de hoekstopkraantjes en de aanvoerleidingen. Alle toebehoren zoals closetzitting, papierrolhouder, wc-borstel, handgrepen,… worden afzonderlijk gemeten. Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens aard van het toestel - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen Alle toestellen voldoen aan de voorschriften van STS 61.2 - closetpotten en reservoirs met toebehoren. REFERENTIENORMEN NBN EN 33 - Staande trechterclosetpotten met aangebouwde stortbak - Aansluitmaten (2003) NBN EN 34 - Wandclosetpot met aangebouwde stortbak - Aansluitmaten (1992)
BB546.tb 35
NBN EN 37 - Staande closetpotten met afzonderlijk spoeltoestel - Aansluitmaten (1999) NBN EN 38 - Wandclosetpot met onafhankelijke spoelinrichting - Aansluitmaten (1992) CLOSETPOTTEN De closetpotten zijn vervaardigd uit sanitaire vuurklei of sanitair porselein volgens STS 61.02.90 en NBN EN 997 - WC-potten met ingebouwde stankafsluiter (1999). De closetpotten zijn overeenkomstig hun opstelling van het type diepspoelmodel en voorzien van een reukslot van minimum 5 cm. De spoelinstallatie is geïntegreerd in het ophangsysteem en bestaat uit een waterreservoir, een voedingssysteem en een leegloopinrichting. Zij is afgestemd op de afmetingen en de aard van het type closetpot. Het reservoir heeft een “ecologische” inhoud van maximaal 7 à 9 liter en zal voldoen aan het "reglement voor bescherming van het drinkwater" van BELGAQUA. De bijhorende spoelinrichting is vervaardigd uit synthetisch materiaal en vergt een minimale druk, afhankelijk van het type en de werkwijze van het toestel. De spoelkraan met verstelbare vlotter heeft een progressieve geleidelijke sluiting, is bestand tegen drukstoten en voorzien van een antizuiginrichting. Het systeem moet een snelle, geruisarme vulling (maximaal 20 dB bij een voedingsdruk van 3 bar hetzij maximaal 12 dB bij 5 bar) en een perfecte afsluiting garanderen. De wateraansluiting kan in principe zowel links, of rechts gebeuren en wordt geleverd met een kraanaansluiting, aanvoerbuis en afsluitkraan, alle in verchroomd messing, met een minimum diameter van 3/4". De closetzittingen zijn van het type zonder deksel. In open stand blijft de zitting veilig rechtop staan. De zitting is vervaardigd uit in de massa gekleurde thermohardende kunststof, kleur wit. Zij zijn voorzien van bumpers uit rubber of soepele kunststof. De scharniergewrichten zijn uit roestvast staal. Zij worden bevestigd met twee, aan de afstand tussen de boutgaten regelbare, vleugelmoeren in RVS of hoogwaardige kunststof. De zitting moet breukvast zijn en stevig genoeg zijn om een volwassen persoon (ca. 100 kg) toe te laten erop recht te staan zonder dat dit blijvende vervormingen of barsten veroorzaakt. Uitvoering De closetpotten en hun toebehoren worden geplaatst volgens de voorschriften van STS 61.2. De aannemer staat in voor de juiste maatafstemming tussen de (voorgeschreven) uitlaatkoppeling van het toestel en de in de ruwbouw te integreren aansluitpunten met de riolering. De uitlaat van de closetpot wordt water- en reukdicht op de riolering aangesloten met behulp van een aangepaste toiletmof met lipdichting uit rubber of kunststof. De riolering zelf zal zo gedimensioneerd, verlucht en uitgevoerd worden dat de wc-afvoer feilloos werkt. De plaatsingshoogte (verticale afstand tussen het bevestigingsvlak voor de closetzitting en de afgewerkte vloer) bedraagt 460 mm (hetzij 480 mm voor WC-mindervaliden). Keuring De bevestiging is zodanig uitgevoerd dat de geplaatste closetpotten gedurende 1 uur een statische last van 150 kg kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing of beschadiging. 61.12 Closetpotten & toebehoren - hangend Materiaal Wandclosetpotten bestemd voor ophanging, vervaardigd uit sanitair porselein volgens STS 61.02.90 en beantwoordend aan de voorschriften van STS 61.21.22. en NBN EN 38 Wandclosetpot met onafhankelijke spoelinrichting - Aansluitmaten (1992). 61.12.01 installatie-element voor hang-wc met frontbediening De bevestigingsmodule met ingebouwde jachtbak en spoelinrichting is een prefab installatieelement, geschikt voor montage in of voor de muur – zowel metselwerk als lichte wanden met traploos in de hoogte verstelbare montagesteun en ingebouwde bevestigingshulzen. Het
BB546.tb 36 element is uitgerust met een geluidsarm inbouwspoelreservoir in hoogwaardige kunststof, voorzien van een anti-condensisolatie en een aangepast aansluitgarnituur voor het waterdicht bevestigen van het spoelreservoir op de closetpot. De spoelinrichting is standaard uitgerust met een waterbesparende dubbel instelbare leegloopinrichting (3 of 7,5 liter). Inbouwdiepte maximum 200 mm. Type a: voor closetpot met een lengte tot 600 mm Type b: voor closetpot met een lengte van meer dan 600 mm 61.12.02 installatie-element voor hang-wc met bovenbediening De bevestigingsmodule met ingebouwde jachtbak en spoelinrichting is een prefab installatieelement, geschikt voor montage voor de muur met traploos in de hoogte verstelbare montagesteun en ingebouwde bevestigingshulzen. Het element is uitgerust met een geluidsarm inbouwspoelreservoir in hoogwaardige kunststof, voorzien van een anticondensisolatie en een aangepast aansluitgarnituur voor het waterdicht bevestigen van het spoelreservoir op de closetpot. De spoelinrichting is standaard uitgerust met een waterbesparende dubbel instelbare leegloopinrichting (3 of 7,5 liter). Inbouwdiepte maximum 200 mm. Hoogte ongeveer 830 mm. Type a: voor closetpot met een lengte tot 600 mm Type b: voor closetpot met een lengte van meer dan 600 mm 61.12.03 bedieningsplaat Type a: witte, rechthoekige, frontale bedieningsplaat in kunststof met elliptische spoel/stoptoets. Afmetingen 246 mm x 164 mm x 15 mm. Toets in het midden van de plaat geïntegreerd. De spoeling wordt geactiveerd door onderaan op de toets te drukken. Mogelijkheid om de spoeling te onderbreken door bovenaan op de toets te drukken. Geberit Rumba wit of gelijkwaardig. Type b: witte, rechthoekige bedieningsplaat in kunststof voor zowel front- als bovenbediening, met 2 rechthoekige toetsen. Afmetingen 213 mm x 142 mm. Grote toets links in de plaat geïntegreerd voor de bediening van de grote spoeling, kleine toets rechts in de plaat geïntegreerd voor de bediening van de kleine spoeling. Geberit Kappa50 wit of gelijkwaardig. Type c: witte, rechthoekige bedieningsplaat in kunststof voor zowel front- als bovenbediening, met 2 elliptische toetsen. Afmetingen 213 mm x 142 mm. Grote toets links in de plaat geïntegreerd voor de bediening van de grote spoeling, kleine toets rechts in de plaat geïntegreerd voor de bediening van de kleine spoeling. Geberit Kappa20 wit of gelijkwaardig.
61.12.04 hang-wc lengte tot 600 mm Diepspoelcloset uit wit sanitair porselein. Wandhangend, horizontale afvoer. Afmetingen: 360 mm breed x 540 mm lang. Villeroy & Boch Omnia Classic of gelijkwaardig. 61.12.05 hang-wc lengte meer dan 600 mm Diepspoelcloset uit wit sanitair porselein. Wandhangend, horizontale afvoer. Afmetingen: 360 mm breed x 700 mm lang. Villeroy & Boch Omnia Classic of gelijkwaardig.
BB546.tb 37
61.12.06 closetzitting Witte closetzitting zonder deksel, uit in de massa gekleurde ureaformaldehyde met roestvrijstalen scharnieren. Afstand scharniergaten is 155 mm. Belastbaarheid van de zittingring is 240 kg. Pressalit 2000 met BN3 unischarnier of gelijkwaardig. 61.12.07 papierrolhouder Type a: open papierrolhouder met rem Papierrolhouder in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, diameter 22 mm. Voorzien van een kunststof papierrolrem met ingebouwde veer. Bevestiging met kunststof onderrozet (RAL 7021), afgewerkt met rondrozet in roestvrij edelstaal, diameter 44 mm, onzichtbare bevestiging. FSB 8260 0031 volgens tekening EA4654 00 of gelijkwaardig. Type b: gesloten papierrolhouder voor 2 rollen Gesloten papierrolhouder in roestvrij geborsteld staal voor 2 standaardrollen toiletpapier. Afgeschuinde bovenzijde. De opgebruikte rol wordt automatisch vervangen door de reserverol. De kartonnen huls van de opgebruikte rol blijft in het toestel totdat deze wordt geopend. Afmetingen (b x h x d): 143 x 316 x 168 mm. Te leveren met 2 sleutels. Santral TRU2E of gelijkwaardig. Type c: gesloten papierrolhouder voor 4 rollen Gesloten papierrolhouder in roestvrij geborsteld staal voor 4 standaardrollen toiletpapier. Afgeschuinde bovenzijde. De opgebruikte rol wordt automatisch vervangen door een reserverol. De kartonnen hulzen van de opgebruikte rollen blijven in het toestel totdat deze wordt geopend. Afmetingen (b x h x d): 320 x 350 x 133 mm. Te leveren met 2 sleutels. Santral MRUE of gelijkwaardig. 61.12.08 wc-borstelgarnituur WC-borstelgarnituur in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat en kunststof (polycarbonaat), voor wandmontage. Onzichtbare bevestiging. De borstel is uit nylon en vervangbaar, de greep uit roestvrij edelstaal. De reiniging gebeurt eenvoudig via de uitneembare borstelhouder met binnenreservoir voor de opvang van desinfectiemiddelen. FSB 8260 0042 of gelijkwaardig. 61.12.09 vaste handgreep Type a: Rechte wandsteun in roestvrij edelstaal – asmaat 450 mm. Rechte wandsteun met diagonaal-ovaal sectie (36,5 x 22 mm – 1,5 mm dik) in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, asmaat 450 mm, uitlopend aan de beide zijden naar de wand toe onder 90°. Afstand van de voorzijde van de greep tot de wand is 93 mm. Bevestiging met alusteunen (RAL 7021) met rondrozetten in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm. Onzichtbaar bevestigd. FSB 8201 4500 of gelijkwaardig. Type b: Hoek wandsteun in roestvrij edelstaal – 135°. Wandsteun met diagonaal-ovaal sectie (36,5 x 22 mm – 1,5 mm dik) in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, waarvan het schuine deel een hoek van 135° vormt met het horizontale deel, uitlopend aan de beide zijden naar de wand toe onder 90°. Zowel het schuine deel als het horizontale deel heeft een lengte van 450 mm. Afstand van de voorzijde
BB546.tb 38 van de greep tot de wand is 93 mm. Bevestiging met alusteunen (RAL 7021) met rondrozetten in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm. Onzichtbaar bevestigd. FSB 8202 7720 of gelijkwaardig. 61.12.10 opklapbare wandsteun Opklapbare wandsteun met diagonaal-ovaal sectie (36,5 x 22 mm – 1,5 mm dik) in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, bestaande uit 2 evenwijdige ovale buizen uitlopend op een u-bocht, gemonteerd op een instelbaar zwenkmechanisme. Bevestiging op een afgeronde vierkante aluplaat (RAL 7021, 160 x 160 mm) met afdekkap in roestvrij edelstaal. Overmeten hoogte steun is 140 mm. Type a: lengte 600 mm, rechtse uitvoering. FSB 8224 6001 of gelijkwaardig. Type b: lengte 600 mm, linkse uitvoering. FSB 8224 6002 of gelijkwaardig. Uitvoering De montage gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant en de aanduidingen op de plannen. De keuze van de bouten (ND 16 - 18 met minimale trekweerstand van 2500 N) is afhankelijk van de samenstelling van de muur en de aard en type van het ingebouwd spoelsysteem. Krachtenconcentraties worden vermeden door voorafgaandelijk over gans het draagvlak van de closetpotten, een verdelingspasta uit te strijken. Indien wandtegels zijn voorzien, wordt tussen de wandtegels en het toestel een fonische isolatielaag geplaatst uit speciale kunststof, perfect op maat gesneden van het toestel, dikte + 5 mm. De wateraanvoer en -afvoer worden onzichtbaar aangebracht. De toebehoren worden geplaatst in samenspraak met het Bestuur. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.20 Handwastafels & toebehoren - algemeen Omschrijving Het betreft handwastafels te voorzien in de afzonderlijke toiletruimten en burelen. De eenheidsprijs omvat de levering, de bevestiging en aansluiting van het sanitair toestel met inbegrip van de ophangelementen, het desgevallend inbouwen van het element in een meubel en/of tablet, Alle toebehoren zoals waterafvoersysteem, hoekstopkraantjes, kraanwerk, spiegel, tablet, ,… worden afzonderlijk gemeten. Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens aard van het toestel - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De handwastafels en alle toebehoren voldoen aan de voorschriften van STS 61.32 Handwasbakken (1982) en NBN EN 111 - Handwasbakken voor bevestiging aan de wand Aansluitmaten (2003). De zichtbare bevestigingsbeugels, evenals de aanvoerpijpjes en de hoekstopkraantjes met rozetten zijn vervaardigd uit verchroomd messing. De handwastafels hebben geen overloop. Uitvoering De wastafels en alle toebehoren worden geplaatst volgens de voorschriften van STS 61 (1982), tenzij anders vermeld in deze of de specifieke bestektekst. De wastafels worden stabiel en horizontaal geplaatst, de plaatsingshoogte (bovenkant) bedraagt 850 mm. De juiste opstelling van de toebehoren is in overleg met het Bestuur te bepalen.
BB546.tb 39 Keuring De bevestiging is aangepast aan de dragende wand en zodanig dat de geplaatste handwastafels een statische last van 600 N kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing. 61.21 Handwastafels - wandmodel Materiaal Het betreft handwastafels beantwoordend aan de voorschriften van STS 61. 61.21.01 handwastafel wandmodel, porselein, kraan rechts Rechthoekige handwastafel zonder overloop, met kraanwerkplaat rechts, voorzien van één kraangat met diameter 35 mm. Afmetingen (breedte x diepte x hoogte): 360 x 180 x 90 mm. Kleur: wit. Afvoerplug inbegrepen. Clou Flush CL/03.03030 of gelijkwaardig. 61.21.02 handwastafel wandmodel, porselein, kraan achteraan Rechthoekige handwastafel zonder overloop, met kraanwerkplaat achteraan, voorzien van één kraangat. Afmetingen (breedte x diepte x hoogte): 450 x 350 x 130 mm. Kleur: wit. Met inbegrip van afvoerplug 1 ¼” met afdekplaatje, type Hansgrohe 50001000 of gelijkwaardig. Duravit Vero 0704450000 (zonder overloop) of gelijkwaardig. Uitvoering De handwastafels worden onzichtbaar aan de muur bevestigd overeenkomstig STS 61.32.2, hetzij met twee roestvaste trekbouten, hetzij met twee bijpassende metalen haken. Krachtenconcentraties worden vermeden door voorafgaandelijk elastische glijringen te plaatsen tussen de moeren en de wastafels. De handwastafels worden aangesloten op de sanitaire afvoerleidingen met tussenplaatsing van een reukafsluiter. De kranen, zoals voorzien in hoofdstuk 62, worden aangesloten op de aanvoerleidingen met tussenplaatsing van hoekstopkranen. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De voegen tussen het muurvlak en de wastafel worden afgekit met daartoe geschikte neutrale, niet zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur wit of te kiezen door het Bestuur. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.22 Handwastafels - inbouwmodel Materiaal Het betreft handwastafels bestemd voor inbouw in een meubeltje, een tablet of dergelijke. De inbouwwastafels beantwoorden aan de voorschriften van STS 61.01-07. Zij worden voorzien van een synthetische dichtingsring, teneinde de wastafel waterdicht aan te sluiten op het inwerkvlak. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. De sanitaire meubels en/of tabletten worden afzonderlijk voorzien in het lot ruwbouw en voltooiing. 61.22.01 handwastafel geëmailleerd staal 61.22.02 handwastafel sanitair porselein wit 61.22.03 handwastafel acrylaat wit 61.22.04 handwastafel RVS Uitvoering Het uitzagen of uitsparen van de opening voor de inbouwhandwastafels is in de eenheidsprijs inbegrepen. De wastafels worden op een stabiele wijze en horizontaal geplaatst. De aansluitingsvoegen met de inbouwtafels worden afgekit met een daartoe
BB546.tb 40 geschikte elastische kit op basis van neutrale, niet-zuurhoudende siliconen (kleur te kiezen door de architect) ofwel door voorgevormde elastische profielen. Een voorbeeld van afwerking dient ter goedkeuring voorgelegd. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.23 Handwastafels - toebehoren Materiaal 61.23.01 opbouwreukafsluiter kunststof – horizontale afvoer Buisreukafsluiter, PP wit, waterslot van 5 cm. Uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Met muurrozet. Geberit buisreukafsluiter (151.113.11.1). 61.23.02 opbouwreukafsluiter verchroomde kunststof – horizontale afvoer Type a : Reukafsluiter in verchroomd ABS, waterslot van 7,5 cm. Uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Met muurrozet. Regelbare hoogte van 60 tot 220 mm. Geberit reukafsluiter voor wastafel – glansverchroomd (151.034.21.1). Type b : Reukafsluiter in verchroomd ABS, waterslot van 8 cm. Uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Met muurrozet diameter 70 mm. Regelbare hoogte van 55 tot 165 mm. Hansgrohe Flowstar designsifon (52100000). 61.23.03 inbouwreukafsluiter Type a: Inbouwreukafsluiter in kunststof met RVS afdekplaat en aansluitbocht. Kunststof muurinbouwkast (b x h x d = 118 x 236 x 80 mm) met vertikale afvoer diameter 50-56 mm. Slakkenhuisvormig reukafsluiterlichaam via lippendichting aan te sluiten in de muurinbouwkast, regelbaar in de hoogte (+ of - 30 mm). Met RVS afdekplaat van 148 mm breed op 185 mm hoog. Aansluitbocht met uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Geberit inbouwreukafsluiter rvs (151.121.11.1). Type b: Inbouwreukafsluiter in kunststof met witte kunststof afdekplaat en aansluitbocht. Kunststof muurinbouwkast (b x h x d = 118 x 236 x 80 mm) met vertikale afvoer diameter 5056 mm. Slakkenhuisvormig reukafsluiterlichaam via lippendichting aan te sluiten in de muurinbouwkast, regelbaar in de hoogte (+ of - 30 mm). Met kunststof afdekplaat van 148 mm breed op 185 mm hoog. Aansluitbocht met uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Geberit inbouwreukafsluiter alpien wit (151.120.11.1). 61.23.04 spiegel Type a: Beantwoordend aan STS 61.31.33, NBN EN 1036 - Glas voor gebouwen Verzilverde floatglas spiegels voor intern gebruik (1999) en NBN S 23-001 : draaglaag minimum klasse II, weerkaatsende laag minimum klasse B , minimum dikte 5 mm, speciaal behandeld tegen vocht, eenvoudig rechthoekig van vorm, afmetingen 420 mm breed x 588 mm hoog, aan de vier zijden geslepen. Er wordt een waarborg van 10 jaar op gegeven (spotvrij). De spiegels worden gekleefd.
BB546.tb 41 Type b: Rechthoekig frame met geïntegreerde spiegel (b x h = 600 x 800 mm), scharnierend bevestigd op een wandframe met zijdelingse vertikale lijsten. Beide frames in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat. Onderaan is een horizontale aluminiumlijst (RAL 7021) voorzien voor het positioneren van de spiegel. Het volledige systeem wordt opgehangen op de wand via 4 onzichtbare bevestigingspunten. FSB kipspiegel 8260 0053 of gelijkwaardig. 61.23.05 handdoekdispencer Wordt geleverd door het bestuur, enkel te plaatsen. 61.23.06 zeepdispencer Wordt geleverd door het bestuur, enkel te plaatsen. 61.23.07 alkoholdispencer Wordt geleverd door het bestuur, enkel te plaatsen. 61.23.08 enkele handdoekdrager Enkele handdoekdrager in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, diameter 22 mm. Bevestiging met aluminium steunen (RAL 7021) met afdekkappen in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm, onzichtbare bevestiging. Lengte 600 mm. FSB 8260 0011 of gelijkwaardig. 61.23.09 dubbele handdoekdrager Dubbele handdoekdrager in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, diameter 22 mm. Bevestiging met 3 aluminium steunen (RAL 7021) met afdekkappen in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm, onzichtbare bevestiging. Lengte 1200 mm. FSB 8260 0011 volgens tekening EA 4404 00 of gelijkwaardig. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.30 Wastafels & toebehoren - algemeen Omschrijving Wastafels zijn sanitaire toestellen voor gebruik in badkamers, slaapkamers, .... De eenheidsprijs omvat de levering, de bevestiging en aansluiting van het toestel met inbegrip van de ophangelementen, het desgevallend inbouwen van het element in een meubel en/of tablet. Alle toebehoren zoals waterafvoersysteem, hoekstopkraantjes, kraanwerk, spiegel, tablet, handdoekdispencer, zeepdispencer, alkoholdispencer, handdoekdrager, .... worden afzonderlijk gemeten. Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens aard van het toestel - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De wastafels en alle toebehoren voldoen aan de voorschriften van STS 61 - Sanitaire toestellen (1982) en NBN EN 32 - Wandwastafels - Aansluitmaten (1999). De zichtbare aanvoerleidingen evenals de bevestigingsbeugels en stopkranen zijn vervaardigd uit verchroomd messing. De wastafels hebben geen overloop.
BB546.tb 42 Uitvoering De wastafels en alle toebehoren worden geplaatst volgens de voorschriften van STS 61 (1982), tenzij anders vermeld in het bijzonder bestek. De wastafels worden stabiel en horizontaal geplaatst, de standaard plaatsingshoogte (bovenkant) bedraagt 850 mm. De juiste opstelling van de toebehoren is in overleg met het Bestuur te bepalen. Keuring De bevestiging is aangepast aan de dragende wand en zodanig dat de wastafels een statische last van 100 kg kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing. 61.31 Wastafels - wandmodel Materiaal Het betreft wandwastafels beantwoordend aan de voorschriften van STS 61. 61.31.01 wastafels wandmodel, porselein, bestaande toestellen Wegnemen van bestaande wastafels, volledig ontkalken en reinigen, terugplaatsen en terug aansluiten. 61.31.02 wastafels wandmodel, porselein, rechthoekig Rechthoekige wastafel zonder overloop, met kraanwerkplaat achteraan, voorzien van één kraangat. Afmetingen (breedte x diepte x hoogte): 600 x 470 x 135 mm. Kleur: wit. Met inbegrip van afvoerplug 1 ¼” met afdekplaatje, type Hansgrohe 50001000 of gelijkwaardig. Duravit Med Vero 04546000 of gelijkwaardig. 61.31.03 wastafels wandmodel, porselein, rond Ronde wastafel zonder overloop, met kraanwerkplaat achteraan, voorzien van één kraangat. Afmetingen (breedte x diepte x hoogte): 500 x 385 x 175 mm. Kleur: wit. Met inbegrip van afvoerplug 1 ¼” met afdekplaatje, type Hansgrohe 50001000 of gelijkwaardig. Duravit Med Duraplus 03465000 of gelijkwaardig. Uitvoering De wastafels worden onzichtbaar aan de muur bevestigd overeenkomstig STS 61.31.2, hetzij met twee roestvaste trekbouten (minimum ND M12 en trekweerstand van 2000 N per bout ), hetzij met twee bijpassende metalen haken. Krachtenconcentraties worden vermeden door voorafgaandelijk elastische glijringen te plaatsen tussen de moeren en de wastafels. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De voegen tussen het muurvlak en de wastafel worden afgekit met daartoe geschikte neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen, wit of kleur te kiezen door de architect. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat 61.32 Wastafels - inbouwmodel Materiaal Het betreft wastafels bestemd voor inbouw in een meubel, een tablet of dergelijke. De inbouwwastafels beantwoorden aan de voorschriften van STS 61.01-07. Zij worden voorzien van een synthetische dichtingsring teneinde de wasbak waterdicht aan te sluiten op het inwerkvlak. De sanitaire meubels en/of tabletten worden afzonderlijk voorzien in het lot ruwbouw en voltooiing. 61.32.01 handwastafel geëmailleerd staal 61.32.02 handwastafel sanitair porselein wit 61.32.03 handwastafel acrylaat wit
BB546.tb 43 61.32.04 handwastafel RVS Uitvoering Het uitzagen of uitsparen van de opening in de inbouwtafels is in de eenheidsprijs inbegrepen. De wastafels worden op een stabiele wijze en horizontaal geplaatst. De aansluitingsvoegen met de inbouwtafels worden gedicht ofwel met behulp van geschikte neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen (wit of kleur te kiezen door de architect) ofwel door voorgevormde elastische profielen. Een voorbeeld van afwerking dient ter goedkeuring voorgelegd. Keuring De onderbouw of draagconstructie moet een statische overlast van 100 kg kunnen dragen. 61.33 Wastafels - toebehoren Materiaal 61.33.01 opbouwreukafsluiter kunststof – horizontale afvoer Buisreukafsluiter, PP wit, waterslot van 5 cm. Uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Met muurrozet. Geberit buisreukafsluiter (151.113.11.1). 61.33.02 opbouwreukafsluiter verchroomde kunststof – horizontale afvoer Type a : Reukafsluiter in verchroomd ABS, waterslot van 7,5 cm. Uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Met muurrozet. Regelbare hoogte van 60 tot 220 mm. Geberit reukafsluiter voor wastafel – glansverchroomd (151.034.21.1). Type b : Reukafsluiter in verchroomd ABS, waterslot van 8 cm. Uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Met muurrozet diameter 70 mm. Regelbare hoogte van 55 tot 165 mm. Hansgrohe Flowstar designsifon (52100000). 61.33.03 inbouwreukafsluiter Type a: Inbouwreukafsluiter in kunststof met RVS afdekplaat en aansluitbocht. Kunststof muurinbouwkast (b x h x d = 118 x 236 x 80 mm) met vertikale afvoer diameter 50-56 mm. Slakkenhuisvormig reukafsluiterlichaam via lippendichting aan te sluiten in de muurinbouwkast, regelbaar in de hoogte (+ of - 30 mm). Met RVS afdekplaat van 148 mm breed op 185 mm hoog. Aansluitbocht met uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Geberit inbouwreukafsluiter rvs (151.121.11.1). Type b: Inbouwreukafsluiter in kunststof met witte kunststof afdekplaat en aansluitbocht. Kunststof muurinbouwkast (b x h x d = 118 x 236 x 80 mm) met vertikale afvoer diameter 5056 mm. Slakkenhuisvormig reukafsluiterlichaam via lippendichting aan te sluiten in de muurinbouwkast, regelbaar in de hoogte (+ of-1 30 mm). Met kunststof afdekplaat van 148 mm breed op 185 mm hoog. Aansluitbocht met uitgangsdiameter 32 mm, aansluiting voor plug 5/4”. Geberit inbouwreukafsluiter alpien wit (151.120.11.1). 61.33.04 spiegel Type a: Beantwoordend aan STS 61.31.33, NBN EN 1036 - Glas voor gebouwen Verzilverde floatglas spiegels voor intern gebruik (1999) en NBN S 23-001 : draaglaag minimum klasse II, weerkaatsende laag minimum klasse B , minimum dikte 5 mm, speciaal
BB546.tb 44 behandeld tegen vocht, eenvoudig rechthoekig van vorm, afmetingen 420 mm breed x 588 mm hoog. Er wordt een waarborg van 10 jaar op gegeven (spotvrij). De spiegels worden gekleefd. Type b: Rechthoekig frame met geïntegreerde spiegel (b x h = 600 x 800 mm), scharnierend bevestigd op een wandframe met zijdelingse vertikale lijsten. Beide frames in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat. Onderaan is een horizontale aluminiumlijst (RAL 7021) voorzien voor het positioneren van de spiegel. Het volledige systeem wordt opgehangen op de wand via 4 onzichtbare bevestigingspunten. FSB kipspiegel 8260 0053 of gelijkwaardig. 61.33.05 handdoekdispencer Wordt geleverd door het bestuur, enkel te plaatsen. 61.33.06 zeepdispencer Wordt geleverd door het bestuur, enkel te plaatsen. 61.33.07 alkoholdispencer Wordt geleverd door het bestuur, enkel te plaatsen. 61.33.08 handdoekdrager Enkele handdoekdrager in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, diameter 22 mm. Bevestiging met aluminium steunen (RAL 7021) met afdekkappen in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm, onzichtbare bevestiging. Lengte 600 mm. FSB 8260 0011 of gelijkwaardig. 61.33.09 dubbele handdoekdrager Dubbele handdoekdrager in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, diameter 22 mm. Bevestiging met 3 aluminium steunen (RAL 7021) met afdekkappen in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm, onzichtbare bevestiging. Lengte 1200 mm. FSB 8260 0011 volgens tekening EA 4404 00 of gelijkwaardig. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.50 Douches - algemeen Omschrijving De installatie omvat de levering, plaatsing en aansluiting van de vlakke douchekuip, haar onderstel met sokkel, de afvoerinrichting met garnituur en reukafsluiter, de rozetten en de afsluitkranen, ... De kranen vormen een afzonderlijke post en worden beschreven in hoofdstuk 62. Douchedeuren en/of douchecabines zijn beschreven onder artikel 61.62 speciale toebehoren - douchedeuren / -wanden Meting - meeteenheid : per stuk, desgevallend opgesplitst volgens aard van het toestel - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
BB546.tb 45 Materialen De douchekuipen zonder overloop beantwoorden aan de voorschriften van STS 61.43, NBN EN 251 - Stortbadbakken - Aansluitmaten (2003), NEN-EN 14527 'Douchebakken voor huishoudelijk gebruik'. en NBN EN 329 - Sanitaire kranen - Afvoeraansluitingen voor stortbadbakken - Algemene technische eisen (1994). Zij zijn geschikt om te worden ingebouwd. De zichtbare aanvoerleidingen zijn vervaardigd uit verchroomd koper. De afvoerplug is uit roestvast staal of verchroomd messing, volgens STS 61.41.51. Het afvoergarnituur is voorzien van een reukafsluiter, is losschroefbaar en overeenkomstig het bijzonder bestek vervaardigd uit hittebestendig - polypropyleen (PPR) - polyethyleen (PE) - PVC-C Uitvoering De stortbadbakken worden geplaatst overeenkomstig STS 61.43.3. De stortbadbakken worden aangesloten op de sanitaire afvoerleidingen met tussenplaatsing van een reukafsluiter. Bij de metalen stortbadbakken wordt de aardverbindingklem d.m.v. een koperen geleider verbonden met het dichtst bijgelegen aardverbindingpunt, dit alles volgens de richtlijnen van het AREI. De randaansluitingen en voegen tussen het muurvlak en de stortbadbak worden afgekit met een neutrale, niet zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur wit of te bepalen door de architect. De voegdichtingen dienen inbegrepen te zijn in de eenheidsprijs van de stortbak en/of de faiencebekleding. 61.51 Douches - geëmailleerd staal Materiaal De naadloze douchekuip is uit één stuk geperst in staalplaat en geëmailleerd op alle vlakken. De kwaliteit van het staal beantwoordt aan de voorschriften van STS 61.06.63.1, de stortbadbak zelf aan de bepalingen van STS 61.43.22.2. Het email is van de klasse B en beantwoordt aan de voorschriften van STS 61.06.62.2 en NBN EN ISO 8290 (1998), bestand tegen zuren, waspoeder en eventuele medische baden. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. Specificaties Vorm : vierkant. Afmetingen : 900x900 mm. De diepte bedraagt circa 50 mm. Plaatdikte (incl. emaillaag) : minimum 3,5 mm Oppervlak : geprofileerd (antislip) Kleur : wit Ondersteuning : een onderstel met regelbare stelpoten Sifon : hittebestendig PE Voorzien van contactlip voor de bijkomende equipotentiaalverbinding. Voegen : neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur : wit Uitvoering De stortbadbakken worden geplaatst overeenkomstig STS 61.43.3. en artikel 61.50 douches - algemeen. De stortbadbak wordt verzonken geplaatst, zodat deze enkele mm lager ligt dan de aangrenzende bevloering. De voegen worden zorgvuldig afgekit met een neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire silicone, kleur wit of te kiezen door de ontwerper. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Er dient een dubbele voegafdichting te worden voorzien, d.w.z. dat de voeg een eerste maal dient opgespoten te worden vóór plaatsing van de wandbetegeling. Pas na visuele controle door de architect mag de betegeling geplaatst worden.
BB546.tb 46 Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.52 Douches - acrylaat Materiaal De naadloze douchekuip, is uit één stuk geperst en/of gegoten acrylaat, overeenkomstig NBN EN 198 - Specificatie van badkuipen en douchebakken voor huishoudelijk gebruik, gemaakt van acrylmateriaal (1993) en NBN EN 263 - Specificatie van gegoten acrylplaten voor badkuipen en stortbadbakken voor huishoudelijk gebruik (2002). Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. Specificaties Vorm : vierkant Afmetingen : 900x900 mm. Diepte : circa 60 mm Dikte acrylaat : minimum 3,2 mm Kleur : wit Sifon : hittebestendig PE Ondersteuning : een onderstel met regelbare stelpoten Voegen : neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur : wit Uitvoering De stortbadbakken worden geplaatst overeenkomstig STS 61.43.3. en artikel 61.50 douches - algemeen. De stortbadbak wordt verzonken geplaatst, zodat deze enkele mm lager ligt dan de aangrenzende bevloering. De voegen worden zorgvuldig afgekit met neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur wit of te kiezen door de ontwerper. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Er dient een dubbele voegafdichting te worden voorzien, d.w.z. dat de voeg een eerste maal dient opgespoten te worden vóór plaatsing van de wandbetegeling. Pas na visuele controle door de architect mag de betegeling geplaatst worden. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.53 Douches - tegeldouche Materiaal De betegeling van de wanden en de vloer en het aanbrengen van de verdichting (met gekleefd PE scherm) is niet voorzien in dit lot maar in het lot ruwbouw en voltooiing. Douchegoot voor inbouw onder hoek (aansluitend tegen een wand), voorzien van 2 reukafsluiters met een waterslot van 5 cm, een horizontale afvoerbuis diameter 50 mm en een afdichtingsband voor dunbedmortel. Lengte 700 mm. De douchegoot wordt afgewerkt met een rvs sierplaat. Geberit douchegoot lengte 700 mm (154.105.00.1) met rvs sierplaat (154.350.00.1) of gelijkwaardig. Uitvoering In te bouwen en aan te sluiten volgens de instructies van de fabrikant. De afvoergarnituur wordt op volledig waterdichte wijze ingewerkt in de dekvloer. De vloer- en wand betegeling sluit perfect aan op de afvoergarnituur. Uitvoering te coördineren met het lot ruwbouw en voltooiing. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 47 61.60 Speciale toebehoren - algemeen Omschrijving Het betreft de aanvullende uitrustingen voor de douches, welke niet standaard inbegrepen zijn in de eenheidsprijs van de toestellen. De eenheidsprijs per bijkomend uitrustingsattribuut omvat steeds de levering en plaatsing tot een volledig afgewerkt geheel. Meting - meeteenheid : per stuk, volgens type, aard en/of afmetingen van het attribuut - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De voorziene systemen van de aanvullende uitrustingen van de douches worden vooraf ter goedkeuring aan de architect voorgelegd. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. Alle metalen elementen zijn corrosiebestendig, ergonomisch en veilig van vormgeving, zonder scherpe randen. Uitvoering De bevestiging van de uitrustingen gebeurt met voldoende inoxvijzen of volgens de aanwijzingen van de fabrikant. De juiste opstelling gebeurt in overleg met de architect. Bij de voorlopige oplevering worden de uitrustingen ontdaan van alle klevers en volledig gereinigd. 61.63 Speciale toebehoren - wandsteunen Materiaal Type a: Rechte wandsteun in roestvrij edelstaal – asmaat 600 mm. Rechte wandsteun met diagonaal-ovaal sectie (36,5 x 22 mm – 1,5 mm dik) in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, asmaat 450 mm, uitlopend aan de beide zijden naar de wand toe onder 90°. Afstand van de voorzijde van de greep tot de wand is 93 mm. Bevestiging met alusteunen (RAL 7021) met rondrozetten in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm. Onzichtbaar bevestigd. FSB 8201 6000 of gelijkwaardig. Type b: Hoek wandsteuncombinatie in roestvrij edelstaal – 750 x 1300 mm Wandsteun met diagonaal-ovaal sectie (36,5 x 22 mm – 1,5 mm dik) in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, die in de hoek wordt geplaatst onder 90°, uitlopend aan de beide zijden naar de wand toe onder 90°. Afstand van de voorzijde van de greep tot de wand is 93 mm. Bevestiging met alusteunen (RAL 7021) met rondrozetten in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm. Onzichtbaar bevestigd. FSB 8212 (maatwerk, linkse of rechtse uitvoering) of gelijkwaardig. Uitvoering De bevestiging moet weerstaan aan een belasting van 750 N. De bevestiging van de handgreep op de wand gebeurt daarbij volgens voorstel van de fabrikant. Plaatsingshoogte circa 900 mm (asmaat), controleren op mogelijke conflicten met het opgeklapt douchezitje (artikel 61.66). Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.64 Speciale toebehoren - doucheglijstang Materiaal Doucheglijstang met verstelbare douchekophouder voor de montage aan wandsteunen en hoek wandsteuncombinaties. Lengte 1198 mm. Doucheglijstang in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, met een diameter van 22 mm, onderaan eenvoudig te monteren op een wandsteun met ovaalsektie (sektie 36,5 x
BB546.tb 48 22 mm, 1,5 mm dik – zie artikel 61.63). Douchekop vrij en flexibel positioneerbaar met een traploos verstelbare douchekophouder met ergohendel, zonder draaibeweging, geschikt voor sproeiers van diverse merken. De glijstang wordt bovenaan bevestigd met een alusteun (RAL 7021) met rondrozet in roestvrij edelstaal, diameter 70 mm. Onzichtbaar bevestigd. FSB 8239 1198 of gelijkwaardig. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.65 Speciale toebehoren - zeephouder Materiaal Zeephouder in donkergrijs polycarbonaat, klembaar op ovale wandsteunen (zie artikel 61.63). Afmetingen 155 x 96 mm. Voorzien van afloopgat en remmend oppervlak. FSB 8260 0039 of gelijkwaardig. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.66 Speciale toebehoren - douchezitjes Materiaal Douchezitje, opklapbaar, in roestvrij edelstaal, geslepen en geborsteld fijn-mat, met een draaibaar zitvlak in PUR, diameter 400 mm. Het zitje is belastbaar tot 150 kg. Het zitje heeft een diepte van 510 mm, is opklapbaar en licht te bedienen door een veerondersteuning. Wandbevestiging op afgeronde vierkante aluplaat (RAL 7021) met afmetingen 160 x 160 mm. Afdekkap in roestvrij edelstaal, onzichtbare bevestiging. FSB 8244 of gelijkwaardig. Uitvoering Het zitje wordt derwijze op de muur gemonteerd dat het zitvlak zich op circa 47 cm hoogte bevindt. De bevestiging moet kunnen weerstaan aan een belasting van minimum 150 kg. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.70 Afwastafels - algemeen Omschrijving Het betreft afwastafels (gootstenen) bestemd voor hetzij opbouw hetzij inbouw, in het aanrecht van keukens en spoelruimtes. De installatie omvat de levering en plaatsing van de gootstenen en toebehoren waaronder de overloopbuis, de afvoerplug en het afloopgarnituur met reukafsluiter alsook de plaatsing en aansluiting van de kranen en hoekstopkranen voor KW & WW. De aansluitingen zijn standaard voorzien op de bijkomende aansluiting van een vaatwasmachine. Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens aard van het toestel - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De gootstenen, hun toebehoren en kranen, beantwoorden aan de voorschriften van STS 61.1 Gootstenen & toebehoren (1982), NBN EN 13310 - Keukenspoelbakken -
BB546.tb 49 Functionele eisen en beproevingsmethoden (2003) en NBN EN 695 - Keukengootstenen Aansluitmaten (1997). Specificaties Materiaal : roestvast staal (RVS) samenstelling inox AISI 304 (DIN 4031) nominale plaatdikte van minimum 0,8 mm afwerking : geborsteld satijn Na het vormduwen van de bakken mag de dikte gemeten bij het gat van de uitloopfitting, niet kleiner zijn dan 0,64 mm. Alle zichtbare vlakken zijn vrij van sporen (zichtbaar met het blote oog) van lasnaden en/of krassen, veroorzaakt bij de vormgeving. De toestellen zijn geluidsdempend en thermisch geïsoleerd door middel van een aangepaste bekleding op basis van vezels. De gootsteen is voorzien van een overloopinrichting en een opening voor een ééngatsmengkraan. De afvoerplug is overeenkomstig NBN EN 411 - Sanitaire kranen en hulpstukken Afvoerstukken voor gootstenen - Algemene technische eisen (1995), vervaardigd uit roestvast staal of verchroomd messing en bestaat overeenkomstig het bijzonder bestek uit een uitneembare overloopbuis uit roestvast staal / kunststof die in de uitloopfitting past. Het afloopgarnituur met overloopbuis en reukafsluiter is bestand tegen water tot 95°C en overeenkomstig het bijzonder bestek uit hittebestendig polypropyleen (PP), diameter 40 mm, aan te sluiten op PE-afvoerleidingen. De reukafsluiter realiseert een waterslot van minstens 100 mm, is losschroefbaar en ledigbaar. Het afloopgarnituur wordt voorzien van een (pre-)aansluiting voor de vaatwasmachine, d.m.v. een witte slangpilaar op 90° ter aansluiting van een flexibele slang. Een vaatwasmachine kan zo, middels een schroefdop, waterdicht aangesloten worden op de reukafsluiter. Uitvoering De gootstenen worden op een stabiele wijze en horizontaal geplaatst. De onderbouw of draagconstructie moet een statische overlast van 1000 N kunnen dragen. De gootstenen worden aangesloten op de aan- en afvoerleidingen. De kraan wordt zo geplaatst dat beide spoelbakken kunnen bediend worden. De randaansluitingen met het werkblad garanderen een waterdichte afwerking. Het geheel wordt ontdaan van alle klevers en volledig gereinigd. 61.71 Afwastafels - opbouwmodel / roestvast staal (RVS) Materiaal De gootsteen beantwoordt aan de voorschriften van STS 61.12 - Gootsteen in roestvast staal (1982) en STS 61.06.61. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. Specificaties Dubbele bak, met geribd afdruipbord Materiaal : inox 18/8 (AISI 304) Plaatdikte minimum 0,8 mm Afwerking : geborsteld satijn Afmetingen : circa 1500x600 mm met dubbele bak Bakinhoud : minimum 25 en 35 liter (diepte +/- 250 mm). Afdruipbord : volgens aanduidingen op plan Muurrandafwerking :verticale opstand met minimale hoogte van 20 mm Afvoerplug : roestvast staal met een uitneembare overloopbuis uit roestvast staal die in de uitloopfitting past. Het afloopgarnituur wordt bijkomend voorzien van een vaatwasmachineaansluiting, d.m.v. een witte slangpilaar op 90° voor de aansluiting van een flexibele slang. Een
BB546.tb 50 vaatwasmachine kan zo, middels een schroefdop, waterdicht aangesloten worden op de reukafsluiter. Uitvoering De gootsteen wordt door middel van het kader uit naaldhout bevestigd op een keukenonderkast, waarvan levering en plaatsing het voorwerp uitmaken van het lot ruwbouw en voltooiing. De randaansluitingen met het werkblad garanderen een waterdichte afwerking. De aansluitingsvoegen met de wandafwerking (faience, ...) worden gedicht met neutrale, sanitaire siliconen. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De zaagsneden van de uitsparing in het werkblad worden behandeld met een aangepaste beschermlaag tegen gebeurlijke vochtinfiltratie. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.72 Afwastafels - inbouwmodel / roestvast staal (RVS) Materiaal De gootstenen en hun toebehoren beantwoorden aan de voorschriften van STS 61.12 en STS 61.06.61, met uitzondering van de randafwerking en de vorm. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. Specificaties Materiaal : inox 18/8 (AISI 304) Plaatdikte minimum 0,8 mm Afwerking : geborsteld satijn Type a: enkele diepe bak, met geribd afdruipbord afmetingen : 1000 x 500 mm bakinhoud : diepte 300 mm, inhoud +/- 50 liter. Type b: enkele bak, met geribd afdruipbord afmetingen : +/- 800 x 430 mm bakinhoud : +/- 19 liter Type c: dubbele bak, met geribd afdruipbord afmetingen : +/- 1200x430 mm bakinhoud : minimum 12&19 liter. Afdruipbord : volgens aanduidingen op plan Afvoerplug : roestvast staal, voorzien van een uitneembare overloopbuis uit roestvast staal die in de uitloopfitting past. Het afloopgarnituur PP wordt bijkomend voorzien van een vaatwasmachineaansluiting, d.m.v. een witte slangpilaar op 90° voor de aansluiting van een flexibele slang. Een vaatwasmachine kan zo, middels een schroefdop, waterdicht aangesloten worden op de reukafsluiter. Uitvoering De gootstenen worden ingewerkt in de werkbladen en bevestigd door middel van speciale klemhaken (minimaal om de 30 cm). Het uitzagen of uitsparen van de opening in het werkblad is in de prijs inbegrepen. Op de contactoppervlakte tussen gootsteen en werkblad wordt voorafgaandelijk een verdelingspasta aangebracht, dewelke waterdicht is aan te werken d.m.v. voorgevormde elastische profielen en/of met neutrale, niet- zuurhoudende sanitaire siliconen, kleurloos of te kiezen door de ontwerper.
BB546.tb 51 Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De zaagsneden van de uitsparing in het werkblad worden behandeld met een aangepaste beschermlaag tegen gebeurlijke vochtinfiltratie. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 61.80 Uitgietbakken - algemeen Omschrijving Het betreft uitgietbakken te voorzien in de spoelruimtes, overeenkomstig de aanduidingen op plan. De eenheidsprijs omvat de levering en de bevestiging van het toestel, de eventuele inserta (stootrand) en het afvoersysteem. Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens aard van het toestel - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De uitgietbakken beantwoorden aan de voorschriften van STS 61.71. De zichtbare aanvoerleidingen evenals de bevestigingsbeugels, rozetten en stopkranen met afneembare sleutel zijn vervaardigd uit verchroomd messing . De afvoerplug is uit roestvast staal of verchroomd messing 6/4". Het afloopgarnituur met reukafsluiter is uit wit PP 5/4"x40 mm. De reukafsluiter is losschroefbaar. Uitvoering De juiste opstelling van de uitgietbakken wordt vooraf besproken met de architect. Zij worden aan de muur bevestigd overeenkomstig STS 61.73, hetzij met plugbouten, hetzij met twee metalen onzichtbare muurhaken, hetzij met speciale console in T-profiel. De plaatsingshoogte van de uitgietbak bedraagt 650 +/- 50 mm. De voegen tussen het muurvlak en de uitgietbak worden afgekit met neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur : wit of keuze door de architect. De uitgietbakken worden aangesloten op de sanitaire afvoerleidingen met tussenplaatsing van een reukafsluiter. De kranen worden aangesloten op de aanvoerleidingen met tussenplaatsing van stopkranen. Keuring De bevestiging wordt zo uitgevoerd dat de geplaatste uitgietbakken een statische last van 1000 N kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing. 61.81 Uitgietbakken - sanitair porselein Materiaal De uitgietbak is vervaardigd uit sanitaire vuurklei of sanitair porselein, beantwoordend aan de voorschriften van STS 61.02.91 of 61.02.92 (deel II materialen). De toegelaten gebreken inzake uitzicht worden gegeven in tabel 2 van STS 61.03.4. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. Specificaties Nominale afmetingen volgens STS 61.71.22 : (l x b x nuttige diepte) min. 345 x 445 x 195 mm Vorm : rechthoekig met afgeronde hoeken en verhoogde rugrand. Voorzien van een kunststof stootrand en een scharnierend RVS rooster. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 52 61.90 Ziekenhuisuitgietbakken - algemeen Omschrijving Het betreft ziekenhuisuitgietbakken met scharnierend rooster en in de wand ingebouwd draagframe en spoelinrichting. Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens aard van het toestel - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De uitgietbakken beantwoorden aan de voorschriften van STS 61. Uitvoering De juiste opstelling van de uitgietbakken wordt vooraf besproken met de architect. Keuring De bevestiging wordt zo uitgevoerd dat de geplaatste uitgietbakken een statische last van 1000 N kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing. 61.91 Ziekenhuisuitgietbakken - sanitair porselein Materiaal De ziekenhuisuitgietbakken worden samengesteld uit verschillende elementen, het wordt als maatwerk samengesteld: In de wand in te bouwen zelfdragend gegalvaniseerd stalen frame voor de ophanging van de uitgietbak en het dragen van de spoelinrichting. Spoelinrichting bestaande uit een in de wand in te bouwen kunststof spoelreservoir (al dan niet met frame). Het spoelreservoir is uitgerust met een elektromagneetventiel. Het ventiel wordt bediend met een in de wand in te bouwen schakelaar 230 V. Het spoelreservoir is voorzien van een witte kunststof afdekplaat. De uitgietbak met randspoeling, vervaardigd uit sanitair porselein, beantwoordend aan de voorschriften van 61.02.92 (deel II materialen). De toegelaten gebreken inzake uitzicht worden gegeven in tabel 2 van STS 61.03.4. Kleur wit. Afmetingen (l x b x h): 510 x 505 x 510 mm. Voorzien van een ingewerkte sifon met horizontale afvoer (diameter 102 mm). De ophanging en de aansluiting op de toe- en de afvoer zijn onzichtbaar. Uitgerust met een opklapbaar RVS rooster. Type Laufan Bernina (8542) of gelijkwaardig. Boven de uitgietbak wordt een mengkraan op de wand gemonteerd (zie artikel 62.63). Uitvoering Het zelfdragend frame en het spoelwaterreservoir worden ingebouwd in de wand. De uitgietbak wordt na afwerking van de wand opgehangen aan het zelfdragend frame door middel van 2 draadstangen M12. Tussen de uitgietbak en de afgewerkte wand wordt een geluidsisolatiemat voorzien. De plaatsingshoogte van de uitgietbak bedraagt 590 mm (vlak waar het rooster op rust). De voegen tussen het muurvlak en de uitgietbak worden afgekit met neutrale, nietzuurhoudende sanitaire siliconen, kleur : wit of keuze door de architect. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 53 62. SANITAIR / KRANEN & KLEPPEN 62.00 Sanitair / kranen & kleppen - algemeen Omschrijving De post "sanitair / kranen & kleppen" omvat het leveren en plaatsen van alle punten waar men de doorstroming van water kan regelen, met behulp van een afsluiter of keerklep, alsook alle bedieningskranen waaraan men door het openen van een afsluiter water voor sanitair gebruik kan aftappen van het watervoorzieningnet. In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen van het bijzonder bestek, dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten : - het leveren, plaatsen en afstellen van alle kranen en hun toebehoren (handgrepen, rozetten, ...), met inbegrip van alle stukken nodig om de kranen aan te sluiten op de watertoevoerpunten(stopkraantjes, verbindingsbuisjes, fittingen, ...). -het verwijderen en het terugplaatsen van de kranen, waar nodig voor een goede coördinatie met de andere werken. - het verwijderen van alle verpakkingsafval van de werf, en het rein maken van de oppervlakten die door de werken vervuild zijn. Meting - meeteenheid : per stuk, volgens type - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen Het kraanwerk beantwoordt aan STS 63 - Kraanwerk (1967), NBN EN 736-2 - Kranen Terminologie Deel 2 : Definitie van de onderdelen van de kranen (1994), reeks NBN E 29 -Industriële kranen en afsluiters, aangevuld met onderstaande bepalingen : Alle materialen zijn nieuw en voorzien van een aangepaste verpakking die een gemakkelijk identificatie ervan toelaat. Alle materialen zijn afkomstig uit landen van de Europese gemeenschap, zoniet wordt dit uitdrukkelijk vermeld in de voor te leggen materialenlijst. De gebruikte materialen mogen geen negatief effect uitoefenen op de kwaliteit van het leidingwater. De volledige installatie dient dienaangaande te beantwoorden aan het repertorium van conform verklaarde apparaten en goedgekeurde beveiligingen, uitgegeven door BELGAQUA (http://www.belgaqua.be), de Belgische Federatie voor de watersector en eventuele bijkomende eisen van de regionale drinkwaterbedrijven. Behoudens afwijkende bepalingen in het bijzonder bestek is alle kraanwerk in aanraking met het water vervaardigd uit (verchroomd) messing of brons conform NBN EN 1655 - Koper en koperlegeringen - Conformiteitsverklaringen (1997) en NBN EN 248 - Sanitaire kranen Algemene eis voor elektrolytisch aangebrachte chroomnikkellagen (2002). Met uitzondering van de kranen geplaatst in kelderverdiepingen, dienstruimten en aan de buitenkant, of wanneer het bijzonder bestek niets anders voorschrijft worden alle zichtbare onderdelen op elektrolytische wijze achtereenvolgend met verschillende lagen nikkel en chroom bekleed overeenkomstig typebestek 104 & ASTM B 141.45. De stukken zullen volkomen vrij zijn van gebreken, waardoor die hun vorm of sterkte kunnen schaden. De bekleding is ononderbroken, effen, glad, glanzend en aanhechtend. De kranen zijn aan te sluiten op het openbaar watervoorzieningnet en moeten bestemd zijn voor een maximum dienstdruk van 10 bar. De dichtheid moet beproefd zijn bij een druk van 16 bar. Bij een druk van 3 bar moeten alle kranen een debiet kunnen leveren van minstens - 25 liter/minuut voor de dienstkranen; - 10 liter/minuut voor de kranen voor huishoudelijk gebruik(bad en douche min 18 liter/minuut);
BB546.tb 54 Inzake geluidsproductie moet het kraanwerk voldoen aan DIN 4109 - rangschikking geruisgroep 1. NBN EN ISO 3822-1 - Geluidleer - Laboratoriummeting van geluid uitgestraald door kranen en uitrusting gebruikt in watertoevoerinrichtingen - Deel 1 : Meetwijze (1999) NBN EN ISO 3822-2 - Geluidleer - Laboratoriummeting van geluid uitgestraald door kranen en uitrusting gebruikt in watertoevoerinstallaties - Deel 2 : Opstellingen en werkingsvoorwaarden voor aflaatkranen (ISO 3822-2) (1992) NBN EN ISO 3822-3 - Geluidsleer - Laboratoriumbeproevingen voor lawaai uitgestraald door kranen en uitrusting gebruikt in watertoevoerinrichtingen - Deel 3 : Aansluitings- en gebruiksvoorwaarden voor doorstroomkranen en uitrusting (1997) De kranen dragen in reliëf het merk van de fabrikant, de nominale diameter en eventuele toelatingsstempels. De kranen worden apart verpakt. Bij elk type kraan zit een bijsluiter in het Nederlands met de volledige beschrijving, montagewijze en onderhoudsvoorschriften. De aannemer zal van elk kraantype een exemplaar en/of de nodige documentatie ter goedkeuring voorleggen aan het opdrachtgevend bestuur. Uitvoering De elementen worden geplaatst volgens de voorschriften van de fabrikant, door een aannemer gespecialiseerd in loodgieterij en sanitaire werken. De kranen voor de sanitaire toestellen worden geplaatst en geregeld na een dichtheidsproef van de waterleidingen en na het plaatsen en afwerken van de wandbekleding (muurtegels, …). Alle kranen moeten gemakkelijk te bedienen zijn met een ergonomische en bereikbare opstelling. Bij alle kranen worden keerkleppen type B (EA) voorzien. Bij voorraadtoestellen voor sanitair warm water, direct of indirect gestookt - gas of elektrisch is bijkomend een controleerbare keerklep type A (EA) noodzakelijk. De overdrukbeveiliging en de keerklep worden als een geheel geleverd onder de benaming veiligheidsgroep. Alle aansluitpunten voor waterkranen, behoudens de dienstkranen, dienen te worden voorafgegaan door stopkraantjes, dewelke een debietregeling en volledige afsluiting toelaten en tevens het makkelijk loskoppelen van de kranen mogelijk moeten maken. De verbindingen tussen de stopkraan en de kraan hebben een binnendiameter van minstens 1/2". Keuring De voorwaarden voor monsterneming en keuringsproeven staan vermeld in STS 63.06. De oplevering van de kranen gebeurt uitsluitend na aansluiting op het watervoorzieningnet. 62.10 Terugslagkleppen - algemeen Omschrijving Waar reglementair vereist door de technische voorschriften betreffende binneninstallaties van Belgaqua, worden de nodige terugslagkleppen van het type EA en/of type EB, alsmede de nodige veiligheidsgroepen voorzien of ingebouwd in het respectievelijke kraanwerk. Meting - meeteenheid : per stuk - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De terugslagkleppen beantwoorden aan de bepalingen van NBN EN 1717 – Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in waterinstallaties en algemene eisen voor inrichtingen ter voorkoming van verontreiniging door terugstroming, NBN E 29-805 - Waterkranen voor de gebouwen - Keerkleppen - Algemene technische specificaties (1989), NBN EN 13564-2 Terugslagkleppen voor gebouwen - Deel 2: Beproevingsmethoden en NBN EN 12729 -
BB546.tb 55 Beveiligingen ter voorkoming van verontreiniging van drinkwater door terugstroming Controleerbare terugstroombeveiliging met gereduceerd drukgebied - Familie B - Type A (2003). Zij zijn conform de voorschriften van Belgaqua en de plaatselijke waterdistributiemaatschappij. Ze zijn vervaardigd uit messing of brons, van het type met veerbelaste kunststof afsluitklep of kogel met kleine waterweerstand en perfecte afdichting met een persbutaanafdichtingsring. Het materiaal voor de pakking van afsluitkleppen heeft een Shore-hardheid “A” die begrepen is tussen 70 en 80 (STS 63, 08, 72-deel II). Wanneer de klep verbonden is met de overbrengingsbeweging van de bedieningsstang, moet ze aan haar bevestiging voldoende bewegelijkheid houden om perfect haar zitting te drukken. De sluiting gebeurt zonder tegendruk, ze zijn voorzien van twee controleknoppen en worden uitgevoerd met draadverbinding. Het afsluitmechanisme wordt bij voorkeur dusdanig gerealiseerd dat de bedieningsschroefdraden niet rechtstreeks in aanraking zijn met het water. De terugslagkleppen zullen geen hinderend geluid maken bij het aftappen van water (DIN 4109, nr. 25 curve). Uitvoering De aansluiting op de leidingen moet verenigbaar zijn met de leidingen en weerstaan aan een waterdruk van minstens 10 bar bij een temperatuur van 20°C. 62.11 Terugslagkleppen – messing verchroomd Materiaal 62.11.a type EA De keerklep is van de groep 1 : parallelle lineaire beweging. Benaming van de keerklep : 1/2" Werkdruk : 10 bar (Drukklasse PN 10) Proefdruk : 16 bar Temperatuurbereik : 70 °C 62.11.b type EB De keerklep is van de groep 1 : parallelle lineaire beweging. Benaming van de keerklep : 1/2" Werkdruk : 10 bar (Drukklasse PN 10) Proefdruk : 16 bar Temperatuurbereik : 70 °C Altus DN10 B38 of gelijkwaardig. De afmetingen van de klep laten toe om een soepele leiding aan te sluiten met een ingebouwde filter voor de bescherming van de kraan (vooral belangrijk voor het aansluiten van elektronische kranen). Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 62.20 Installatiekranen - algemeen Omschrijving Het leidingnet wordt voorzien van de nodige afsluitkranen, op de vereiste punten bijkomend voorzien van een aflaatkraan die het ledigen van de leidingen mogelijk maakt. Ze zijn te plaatsen in de – vertikale – technische kokers telkens per verdieping en onderaan elke stijgleiding of als tussenafsluiters om bvb uitvoering van werken in fasen mogelijk te maken. De kranen worden geplaatst op een gemakkelijk bereikbare plaats. Meting - meeteenheid : per stuk volgens DN buitendiameter - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH)
BB546.tb 56 Materialen De afsluitkranen voldoen aan de bepalingen van de normen van de reeks E 29 (NBN E 29804 - Waterkranen voor de gebouwen - Waterafsluitkranen - Algemene technische specificaties (1989)). Inzake type aansluiting zijn de kranen aangepast aan de buizen waarop wordt aangesloten. Ze zijn gemerkt en voorzien van een pijl die de stromingsrichting aanwijst. Alle kranen moeten bestand zijn tegen een waterdruk van minstens 10 bar bij een temperatuur van 20°C (testdruk 16 bar). Het dwarsstuk, de handgreep, het handwiel of de afsluithandel zijn vervaardigd uit een zinklegering, hoogwaardig kunststof en/of gelakt staal (rood /blauw). De kranen moeten, zonder dichtheidsverlies, weerstaan aan een koppel van minstens 5 Nm uitgeoefend op de handgreep, zowel in de openings- als sluitingsrichting. Uitvoering De te voorziene installatiekranen moeten het door hun opvatting en plaatsing, mogelijk maken de installatie gemakkelijk te bedienen en te onderhouden. Alle aansluitingen dienen te voldoen aan de eisen van Belgaqua. De mogelijkheden dienen voorzien te worden - de installatie volledig te ledigen; - de voeding van de toestellen te regelen en/of af te sluiten; - de installatie te ontluchten. 62.21 Installatiekranen - membraanafsluiters / brons Materiaal Membraanafsluiter bestaande uit een huis (mediumvoerend deel) in brons met binnendraadaansluiting, een membraan in EPDM (afsluitend deel) en een kap (bedienend deel) in gietijzer met een spindel in gefosfateerd staal en een stijgend handwiel in ABS. Het bedienend deel is voorzien van een standindicatie en een code voor de aanduiding van koud of warm water (bij voorkeur handwiel in rood of blauw). Uitvoering De aansluiting op de leidingen gebeurt door middel van draadverbindingen. Elke afsluiter is voorzien van een identifcatielabel in kunststof met aanduiding van: - koud water (kw) of warm water (wwd/wwr) - het kokernummer - de letter van het gebouwblok - de verdieping Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 62.23 Installatiekranen - aflaatkranen / messing Materiaal De aflaatkranen zijn vervaardigd uit messing en voorzien van uitwendige schroefdraad met afsluitkap om een slang aan te sluiten. De aflaatkranen zijn niet te openen zonder gereedschap. Nominale diameter : 1/2”. Uitvoering De aansluiting op draadverbindingen.
de
leidingen
gebeurt
door
middel
van
koppelstukken
met
Toepassing Te voorzien stroomafwaarts van iedere afsluitkraan. Volgens gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 57 62.30 Wandafsluitkranen - algemeen Omschrijving Alle aansluitpunten voor waterkranen, behoudens de dienstkranen, dienen te worden voorafgegaan door wandafsluitkranen (stopkranen), dewelke een debietregeling en de volledige afsluiting toelaten en tevens het makkelijk loskoppelen van de kranen mogelijk moeten maken. Let wel De aansluitbuisjes uit verchroomd messing of de flexibels voor het aansluiten van het kraanwerk van de sanitaire toestellen zijn inbegrepen bij het kraanwerk. Meting - meeteenheid : per stuk volgens diameter - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen De wandafsluitkranen voldoen aan de bepalingen van STS 63.2. en NBN EN 1213 - Kranen in gebouwen - Stopkranen van koperlegeringen voor de drinkwatervoorziening in gebouwen Beproevingen en eisen (2000). De kranen zijn van het type rechte stopkraantjes, hoekstopkranen of inbouwstopkranen, in overeenstemming met de respectievelijke aansluiting van de toevoerleidingen en het kraanwerk (muurkranen / wastafelkranen, bovenop of ingewerkt). De verbindingen tussen de stopkraan en de kraan hebben een aangepaste binnendiameter van minstens 1/2". Op de aansluitdraad is een kunststofringetje geschoven, zodat het afsluitkraantje kan worden aangekoppeld zonder kemp noch dichtingspasta; het kraantje is bovendien voorzien van een snelkoppeling waarmee de verchroomd koperen aansluitbuisjes of flexibels kunnen worden vastgezet. Alle muuraansluitingen worden afgedekt met een rozet in verchroomd messing. Uitvoering Te plaatsen onder of naast de sanitaire toestellen op de afgewerkte muur, onzichtbare bevestiging met verchroomde rozetten. 62.31 Wandafsluitkranen - enkelvoudige stopkraan Materiaal Hoekstopkraantjes in verchroomd messing met progressieve sluiting, zonder keerklep, met zelfdichtende schroefdraad. Type a: Nominale diameter : 1/2 “ Zonder filter Type b: Nominale diameter : 1/2 “ Met filter met maaswijdte van 500 micrometer Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 62.32 Wandafsluitkranen - stopkraan met dienstkraan Materiaal Het betreft hoekstopkranen, gecombineerd met een dienstkraan en bijhorende verchroomde aansluitpijp voor de voeding van een vaatwasmachine en/of warmwaterboiler (voorzien van een slangwartel 3/4”).
BB546.tb 58 Toepassing De koudwateraansluiting onder afwastafels (keukens en spoelruimten). Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 62.40 Dienstkranen - algemeen Omschrijving Het betreft muurkranen, bestemd voor de toevoer van koud of warm water, als voeding voor de klompenwasmachines, bedpanspoelers, …. Zij worden geleverd en geplaatst met inbegrip van de handgrepen, straalbrekers (schuimstraalmondstuk), de nodige fittingen en koppelstukken voor aansluiting op de buizen, bijhorende verchroomde rozetten, alsook alle in het bijzonder bestek voorziene toebehoren, zoals bijhorende terugslagklep (type EA), slangkoppeling, … Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens type - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen BEHUIZING De dienstkranen zijn vervaardigd uit verchroomd of gepolijst messing. Zij dragen in reliëf het merk van de fabrikant. Zij zijn voorzien van een vaste uitloop, waarvan de uitloophoogte en uitsteekafstand optimaal zijn afgestemd op het toestel. PRESTATIES De kranen moeten een minimaal debiet van 600 l/u bij een druk van 2,5 bar kunnen leveren. De waterdichtheid wordt verzekerd tot een druk van 10 bar. De dichting is bestand tegen een vochtige warmte tot 120° C. AFSLUITMECHANISME Overeenkomstig het bijzonder bestek behoren de kranen tot ondervermelde afsluitmechanismen : - Eénknopskranen van het type met langzame en progressieve afsluiting volgens STS 63.21 en NBN 782. Het afsluitmechanisme is vervaardigd uit massief messing voorzien van dubbele O-afdichtingsringen. Deze O-ringen zijn zo geplaatst dat zij een vetkamer vormen, en daardoor een voortdurende smering van de spindel, bewegingsdraad en afsluitklep verzekeren, en tevens rechtstreeks contact met het water verhinderen. De kegeldichtingen zijn makkelijk vervangbaar. - Eénknopskranen met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling met pakking en of sluiting volgens STS 63.22.11. - Eénknopskranen met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling zonder pakking noch sluiting volgens STS 63.22.12 STRAALBREKERS Behoudens voor dubbele dienstkranen (met slangkoppeling) wordt op alle uitlaatopeningen een afschroefbaar schuimstraalmondstuk (of mousseur) gemonteerd. De werking beantwoordt daarbij aan Klasse 1 van de geluidsnorm DIN 4109 (PA-IX toelatingsnummer). HANDGREEP(-EN) Behoudens specifieke bepalingen in het bijzonder bestek worden de vorm en conceptie van de handgrepen in principe overgelaten aan het initiatief van de fabrikant. Materiaal : de draaiknoppen kunnen vervaardigd zijn uit verchroomd messing, een verchroomde zinklegering of een hoogwaardig synthetisch materiaal dat verchroomd wordt. Vorm : de draaiknoppen zijn driebenig, knotvormig afgerond of cilindervormig met inleglip, … Merktekens : de draaiknoppen zijn voorzien van onveranderlijk merktekens : blauw voor koud en rood voor warm water.
BB546.tb 59 Isolatie : de draaiknoppen zijn warmte-geïsoleerd (met tussenring) en demonteerbaar. Dichting : de dichtheid van de bedieningsstang wordt verzekerd door pakking, door ring of een schuifkoppeling van elastomeer; het klemonderlegplaatje op het kraanlichaam mag van vezel zijn. Uitvoering De juiste locatie van het aansluitpunt dient te worden afgestemd op de maatvoering en voorziene plaats van het toestel, het patroon van eventuele wandafwerkingen, e.d., …. De kranen worden op een dichte en volkomen vaste wijze gemonteerd. Alle verbruikpunten waar hemelwater toegevoerd wordt, moeten voorzien worden van een sticker of aanduiding met de vermelding: 'Géén drinkwater'. Dienstkranen die buiten worden opgesteld of die door kinderen kunnen worden gebruikt, zijn te voorzien van een demonteerbare hendel. 62.41 Dienstkranen - enkele dienstkraan / vaste uitloop Materiaal Kraantype : Type a: met langzame en progressieve afsluiting volgens STS 63.21 en NBN 782. Type b: met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling met pakking en of sluiting volgens STS 63.22.11. Type c: met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling zonder pakking noch sluiting volgens STS 63.22.12 Afwerking : verchroomd volgens STS 63.06.43 deel II. Nominale diameter : 1/2“. Uitvoering De enkele dienstkraan wordt rechtstreeks vastgeschroefd op de ingewerkte buisleiding bij middel van een bochtstuk en tussengevoegd verchroomd rosas. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 62.43 Dienstkranen - dubbele dienstkraan Materiaal Het betreft ‘dubbele’ dienstkranen, voorzien van een schroefdraad voor de aansluiting van een slang, bestemd voor de voeding van klompenwasmachine, bedpanspoeler, ... Kraantype : Type a: éénknopskraan, van het type met langzame en progressieve afsluiting volgens STS 63.21 en NBN 782. Type b: éénknopskraan, van het type met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling met pakking en of sluiting volgens STS 63.22.11. Type c: éénknopskraan, van het type met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling zonder pakking noch sluiting volgens STS 63.22.12 Afwerking : verchroomd volgens STS 63.06.43 deel II. Nominale diameter (ND) : 1/2”. Slangwartel : M22 Aanvullende specificaties De kraan wordt geleverd met inbegrip van een terugslagklep type EA aangenomen door Belgaqua. Uitvoering De dubbele dienstkraan wordt rechtstreeks vastgeschroefd op de ingewerkte buisleiding bij middel van bochtstuk en tussengevoegde verchroomde rosas.
BB546.tb 60 Toepassing Te voorzien als aansluitpunt voor een klompenwasmachine, bedpanspoeler, ... Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 62.50 Eéngatskranen - algemeen Omschrijving Het betreft voedingskranen voor de toevoer van koud en/of warm water, bestemd voor horizontale montage, bovenop de voorziene ééngatsuitsparingen in wastafels (handwasbakjes, lavabo’s, afwastafels…). Zij worden geleverd en geplaatst met inbegrip van de handgrepen, straalbreker (schuimstraalmondstuk), de nodige fittingen en/of toevoerbuisjes voor de aansluiting op de stopkraantjes, alsook alle in het bijzonder bestek voorziene toebehoren. Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens model, …. - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen REFERENTIENORMEN NBN EN 200 - Sanitair kraanwerk - Algemene technische voorschriften voor enkele kranen en mengkranen (nominale afmeting 1/2) PN 10 : Laagste stuwdruk 0,05 MPa (0,5 bar) (1994) NBN EN 1111 - Sanitaire kranen en hulpstukken - Thermostatische mengkranen (PN 10) Algemene technische eisen (1998) NBN EN 1286 - Sanitaire kranen - Instelbare mengkranen voor lagedruk-toepassingen Algemene technische eisen (1999) NBN EN 1287 - Sanitaire kranen - Thermostatische mengkranen voor lagedruktoepassingen - Algemene technische specificaties (1999) BEHUIZING De kraanlichamen worden standaard vervaardigd uit gepolijst verchroomd messing (gegoten). Zij dragen in reliëf het merk van de fabrikant. De ééngats-kraanlichamen zijn voorzien van een vaste of draaibare uitloop, waarvan de uitloophoogte en uitsteekafstand optimaal zijn afgestemd op het sanitaire toestel (ontvanger), zodat een ergonomische bediening en logische afvoer van het water wordt gegarandeerd. Het bevestigingsstuk (gasdraad 1/2”, kwaliteit B) is voorzien van draad met bijpassende moer en dichtingring. Het stuk omsluit hetzij één fitting met aansluitmoer van 10,5 mm boring (koudwaterkraan), hetzij twee flexibele toevoerbuisjes van kleinere doorsnede (mengkranen). De uitwendige diameter en lengte van het bevestigingsstuk zijn compatibel met de ééngatsopening en maatvoering van het sanitair toestel. PRESTATIES De kranen moeten een minimaal debiet van 10 l/min bij een druk van 3 bar kunnen leveren. De waterdichtheid wordt verzekerd tot een druk van 10 bar. De dichtingen zijn bestand tegen temperaturen tot 100° C. AFSLUITMECHANISME Overeenkomstig het bijzonder bestek behoren de kranen tot een van ondervermelde types : - één- / tweeknops (meng-)kranen van het type met langzame progressieve sluiting. Het afsluitmechanisme is vervaardigd uit massief messing voorzien van dubbele Oafdichtingsringen. Deze O-ringen zijn zo geplaatst dat zij een vetkamer vormen, en daardoor een voortdurende smering van de spindel, bewegingsdraad en afsluitklep verzekeren, en tevens rechtstreeks contact met het water verhinderen. De kegeldichtingen zijn makkelijk vervangbaar.
BB546.tb 61 - één- / tweeknops keramische (meng-)kranen van het type met snelle sluiting, kwart draai of halve draai zonder waterslag (volledige opening op 90° of 180°). Het afsluitmechanisme is vervaardigd uit massief messing, voorzien van twee keramische schijven (zonder smering). - ééngreeps keramische mengkraan, bediend door een kantelend bovendeel met hendel, dat zowel de temperatuur als het debiet regelt. Het regelsysteem bestaat uit een keramisch patroon, bestand tegen temperatuursschokken. De huls van het regelsysteem bevat een watervrije geïntegreerde vetreserve. Het regelsysteem is bevestigd door middel van een steunplaat of opgevat als inschroefbaar patroon. - Infraroodsystemen (batterijgestuurde types). STRAALBREKERS Op alle uitlaatopeningen is standaard een afschroefbare schuimstraler (of mousseur) voorzien. De werking beantwoordt aan klasse 1 van de geluidsnorm DIN 4109 (PA-IX toelatingsnummer). HANDGREEP(-EN) Materiaal : de draaiknoppen of hendels en kunnen vervaardigd zijn uit verchroomd messing, een verchroomde zinklegering of een verchroomd synthetisch materiaal. Vorm : de draaiknoppen zijn driebenig, driehoekig-knotvormig, cilindervormig met inleglip, … Merktekens : de draaiknoppen zijn voorzien van onveranderlijk merktekens : blauw voor koud en rood voor warm water. Isolatie : de draaiknoppen zijn warmtegeïsoleerd (met tussenring) en demonteerbaar. Dichting de dichtheid van de bedieningsstang wordt verzekerd door pakking, door ring of door een schuifkoppeling van elastomeer. TOEVOERBUISJES De verbinding van de kraan met de stopkraantjes, zijn verchroomd koperen buisstukken, op gepaste lengte voorzien. Bij mengkranen mag naar keuze gebruik worden gemaakt van stijve of flexibele aansluitbuisjes (snelmontage). De buisstukjes en koppelstukken zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. Uitvoering De juiste locatie van het aansluitpunt dient te worden afgestemd op de maatvoering en voorziene plaats van het toestel, het patroon van eventuele wandafwerkingen, e.d., …. De kranen worden op een dichte en volkomen vaste wijze gemonteerd op het horizontaal gedeelte van de wastafelrand d.m.v. een ringmoer en/of klemvijs met tussenklemming van een antislip-onderlegplaatje van elastomeer van aangepaste hardheid. 62.51 Eéngatskranen – koud water / voorgemengd water Materiaal Type a: verchroomde fonteinkraan, uitloop 127 mm, Hansanova (00918101) of gelijkwaardig. Type b: contactloos elektronisch gestuurde kraan, batterijen 6V, zonder afvoergarnituur, zonder trekstangboorgat, flexibele drukslang met filter. Hansadesigno-E (51742210) of gelijkwaardig. Uitvoering De kranen worden op de wastafels gemonteerd met het tussenplaatsen van een dichtingsring. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 62 62.52 Eéngatskranen - mengkranen Materiaal Type a: verchroomde eengreepsmengkraan, beperkt draaibare uitloop 145 mm, temperatuurbegrenzing, zonder afvoergarnituur, zonder trekstangboorgat. Hansgrohe Talis S (32073000) of gelijkwaardig. Type b: verchroomde eengreepsmengkraan, uitloop 90 mm, zonder afvoergarnituur, zonder trekstangboorgat. Hansapolo (51422273) of gelijkwaardig. Type c: contactloos elektronisch gestuurde mengkraan, batterijen 6V, zonder afvoergarnituur, zonder trekstangboorgat, flexibele drukslangen met filter. Hansadesigno-E (51772210) of gelijkwaardig. Uitvoering De kranen worden op de wastafels gemonteerd met het tussenplaatsen van een dichtingsring. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat. 62.60 Muurmengkranen – inbouw / opbouw algemeen Omschrijving Het betreft voedingskranen voor toevoer van koud en/of warm water, bestemd voor wandmontage (inbouw of opbouw), gesitueerd boven uitgietbakken, ziekenhuisuitgietbakken, douches… Zij worden geleverd en geplaatst met inbegrip van de handgrepen, schuimstraler, de nodige fittingen en koppelstukken voor aansluiting op de buizen, bijhorende verchroomde rozetten, alsook alle in het bijzonder bestek voorziene toebehoren (zoals een douchegarnituur,...) Meting - meeteenheid : per stuk, opgesplitst volgens type. - aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materialen BEHUIZING Opbouw: De kraanlichamen worden standaard vervaardigd uit gepolijst verchroomd messing (gegoten). Zij dragen in reliëf het merk van de fabrikant. De muurkranen zijn voorzien van de nodige koppelstukken om te worden aangesloten aan de voorziene buizen voor koud of koud en warm water. De afstand tussen de S-koppelingen voor koud- en warmwateraansluitingen bedraagt standaard 150 (+ 15) mm. De aansluiteinden zijn van gasdraad 3/4”, kwaliteit B. De aansluiting wordt aan het zicht ontrokken d.m.v. de bijhorende muurrozetten. Inbouw: messing kraanlichaam ingebouwd in een kunststof behuizing. De behuizing wordt ingebouwd in de wand. Het geheel wordt voorzien van een afwerkset met de nodige handgrepen voor de bediening. PRESTATIES De kranen moeten een minimaal debiet van 18-20 l/min bij een druk van 3 bar kunnen leveren. De waterdichtheid wordt verzekerd tot een druk van 10 bar. De dichtingen zijn bestand tegen temperaturen tot 100° C. AFSLUITMECHANISME Overeenkomstig het bijzonder bestek behoren de kranen tot een van ondervermelde types : - tweeknops mengkranen van het type met langzame progressieve sluiting. Het afsluitmechanisme is vervaardigd uit massief messing voorzien van dubbele O-
BB546.tb 63 afdichtingsringen. Deze O-ringen zijn zo geplaatst dat zij een vetkamer vormen, en daardoor een voortdurende smering van de spindel, bewegingsdraad en afsluitklep verzekeren, en tevens rechtstreeks contact met het water verhinderen. De kegeldichtingen zijn makkelijk vervangbaar. - tweeknops keramische mengkranen van het type met snelle sluiting, kwart draai of halve draai zonder waterslag (volledige opening op 90° of 180°). Het afsluitmechanisme is vervaardigd uit massief messing, voorzien van twee keramische schijven (zonder smering). - ééngreeps keramische mengkraan, bediend door een kantelend bovendeel met hendel, dat zowel de temperatuur als het debiet regelt. Het regelsysteem bestaat uit een keramisch patroon, bestand tegen temperatuursschokken. De huls van het regelsysteem bevat een watervrije geïntegreerde vetreserve. Het regelsysteem is bevestigd door middel van een steunplaat of opgevat als inschroefbaar patroon. - thermostatische mengkraan, volgens NBN EN 1111 - Sanitaire kranen en hulpstukken Thermostatische mengkranen (PN 10) - Algemene technische eisen (1998), voorzien van debietsregeling en instelbare thermostaat, die de temperatuur automatisch op een ingesteld niveau aanhoudt. De temperatuursknop met gradenverdeling van 20-50°C is voorzien van een vooringestelde veiligheidsblokkering op 38°C. De mechaniek is ongevoelig voor drukverschillen en kan zowel voor modulerende doorstroomtoestellen als accumulatietoestellen gebruikt worden. De ingestelde temperatuur wordt geregeld door een regelelement bestaande uit een waspatroon / vloeistofgevulde balg / kunststof uitzetlichaam. inbouwthermostaten met afdekrozet, bijkomend voorzien van een afzonderlijk opgestelde uitloopbek en douchekop. De debietregeling is geïntegreerd in het inbouwtoestel / opgevat met afzonderlijke opgestelde kranen voor bad en/of douchekop. Uitvoering De juiste plaats en hoogte van het aansluitpunt dient te worden afgestemd op de maatvoering en situering van het toestel, het patroon van eventuele wandafwerkingen, e.d.,… De uitlaatopening van de kraan dient zich daarbij op voldoende afstand van de muur, boven de sanitaire ontvanger te situeren, zodat een logische afvoer van het afgetapte water kan geschieden. De S-koppelingen worden afgedekt met de bijgeleverde gechromeerde muurrozetten, waarbij gelet wordt op een verzorgde aansluiting met de voorziene wandafwerking. 62.62 Muurmengkranen - douchemengkraan & armatuur Materiaal Type 62.62 a. Inbouwset geschikt voor alle types muren, met douchethermostaat met 1 uitgang, voorzien van de nodige keerkleppen en filters.Het geheel wordt geleverd inclusief de voorgeschreven toebehoren (afwerkset, doucheslang, handsproeier, …). Oras inbouwset voor douche (7127) met afwerkset Oras Optima (7187), handsproeier Hansgrohe Croma 100 Vario (28535000), doucheslang Hansgrohe Isiflex l = 200 cm (28274000), aansluitbocht Hansgrohe Fixfit (27451000), of gelijkwaardig. Type 62.62 b. Inbouwset geschikt voor alle types muren, met douchethermostaat met 1 uitgang, voorzien van de nodige keerkleppen en filters.Het geheel wordt geleverd inclusief de voorgeschreven toebehoren (afwerkset, doucheslang, handsproeier, …). Oras inbouwset voor douche (7127) met afwerkset Oras Il bagno Alessi Dot (8687), handsproeier Hansgrohe Croma 100 Vario (28535000), doucheslang Hansgrohe Isiflex l = 200 cm (28274000), aansluitbocht Hansgrohe Fixfit (27451000), of gelijkwaardig. Uitvoering De kraan wordt ingebouwd op + 120 cm (midden afwerkset) boven het douchebodemniveau (douchebak / tegeldouche). De aansluitbocht wordt op dezelfde hoogte ingebouwd op 20 cm uit de vertikale as van de afwerkset. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 64 62.63 Muurmengkranen - afwastafelmengkraan Materiaal Muurmengkraan met draaibare buisvormige uitloop, bestemd voor montage op de wand boven de spoelbak/afwastafel/uitgietbak. De dichtheid van de draaibare uitloop moet verzekerd worden door een gecalibreerde "O"-ring van elastomeer met aangepaste hardheid. Verchroomde eengreeps wandmengkraan, met draaibare uitloop van 215 mm. Hansa Hansaclinica 01536176 of gelijkwaardig. Toepassing Zie gedetailleerde opmetingsstaat.
BB546.tb 65
DEEL III: GEDETAILLEERDE OPMETINGSSTAAT bladzijden BB546.dms 1 t.e.m. BB546.dms 6
BB546.dms 1 Bijzonder Bestek nr. 546: Renovatie kleedkamers personeel - Sanitair GEDETAILLEERDE OPMETINGSSTAAT 02.
Werfinrichting en organisatie
03. 03.00 03.60 03.61 03.61.01
AFBRAAKWERKEN Afbraakwerken - algemeen Afbraak / technieken fluïda - algemeen Afbraak / technieken fluïda - leidingen / onder- / bovengronds Afbraak afvoerleidingen PE-hd (Geberit). FH
03.61.02
Afbraak toevoerleidingen staal. warm water hoofdleidingen aftakkingen wastafels
aftakkingen douches
koud water hoofdleidingen aftakkingen wastafels
aftakkingen douches
aftakkingen toiletten
SOG
1 23 1 1 1 3 1 4 1 23 1 1 1 3 1 4 3 1 1 1
m
20,00
FH
m
429,25 170,00 10,35 4,80 2,00 3,50 2,25 6,10 16,20 150,00 16,10 4,80 2,00 3,50 3,00 6,10 16,20 4,50 1,65 2,00 4,20
FH
st
8 2 3 3
170,00 0,45 4,80 2,00 3,50 0,75 6,10 4,05 150,00 0,70 4,80 2,00 3,50 1,00 6,10 4,05 1,50 1,65 2,00 4,20
03.62 03.62.01
Afbraak / technieken fluïda - sanitaire toestellen Afbraak wc’s kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
03.62.03
Afbraak wastafels kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
FH
st
26 6 10 10
03.62.05
Afbraak douches kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
FH
st
10 3 4 3
BB546.dms 2
60. 60.00 60.10 60.12 60.12.02
60.12.05
60.12.07
60.12.09
SANITAIR / LEIDINGNET Sanitair / leidingnet - algemeen Afvoerbuizen - algemeen Afvoerbuizen - kunststof / PE DN 50 aansluiten douches kleedkamer A en B aansluiten douches kleedkamer D aansluiten douches kleedkamer E DN 75 douches kleedkamer A en B douches kleedkamer D DN 110 collector douches kleedkamer A, B en D DN 160 kleedkamer A, B en D
3 4 3
1 1
1
1
VH
m
12,00 3,00 6,00 3,00
VH
m
10,50 4,50 6,00
VH
m
2,00 2,00
VH
m
14,00 14,00
1,00 1,50 1,00
4,50 6,00
2,00
14,00
60.13
Aansluiten afvoeren aan pompput
60.50 60.53 60.53.01
Aanvoerleidingen & toebehoren - algemeen Aanvoerleidingen & toebehoren - buizen PE-Xb/Al/PE-HD DN 20 VH koud water aftakkingen wastafels 23 0,70
aftakkingen douches
aftakkingen toiletten
warm water aftakkingen wastafels
aftakkingen douches
60.53.02
DN 25 koud water warm water
SOG
1 1 1 1 3 1 4 3 1 1 1 1 23 1 1 1 1 3 1 4
4,80 3,50 2,80 2,10 1,00 5,60 4,05 1,50 6,60 1,65 2,00 10,70 0,45 4,80 3,20 3,30 2,00 0,85 5,60 4,05
1 1
6,80 6,65
VH
m
127,55 16,10 4,80 3,50 2,80 2,10 3,00 5,60 16,20 4,50 6,60 1,65 2,00 10,70 10,35 4,80 3,20 3,30 2,00 2,55 5,60 16,20
m
13,45 6,80 6,65
BB546.dms 3
60.53.04
60.55 60.55.01
DN 40 koud water warm water Aanvoerleidingen & toebehoren - leidingisolatie koud water DN 20 koud water aftakkingen wastafels
aftakkingen douches
aftakkingen toiletten
1 1
23 1 1 1 1 3 1 4 1 1
VH
m
289,00 130,00 159,00
VH
m
48,60 10,35 4,80 2,00 1,30 0,60 2,25 1,70 11,00 6,60 8,00
130,00 159,00
0,45 4,80 2,00 1,30 0,60 0,75 1,70 2,75 6,60 8,00
60.55.02
koud water DN 25
VH
m
6,80
60.55.04
koud water DN 40
VH
m
130,00
60.55.08
warm water DN 20 warm water aftakkingen wastafels
VH
m
28,10 4,60 4,80 1,60 1,70 0,60 1,80 2,00 11,00
aftakkingen douches
23 1 1 1 1 3 1 4
0,20 4,80 1,60 1,70 0,60 0,60 2,00 2,75
60.55.09
warm water DN 25
VH
m
6,65
60.55.11
warm water DN 40
VH
m
159,00
60.80 60.81 60.81.12
Brandwerende afdichtingen leidingen - algemeen Afvoerleidingen – brandwerende afdichtingen DN 50 Rf 2 uur
VH
st
2
60.81.17
DN 110 Rf 2 uur
VH
st
2
60.82 60.82.11
Aanvoerleidingen – brandwerende afdichtingen DN 40 Rf 2 uur
VH
st
4
BB546.dms 4
61. 61.00 61.10 61.12 61.12.01 61.12.01.a
SANITAIR / TOESTELLEN & TOEBEHOREN Sanitair / toestellen & toebehoren - algemeen Closetpotten & toebehoren - algemeen Closetpotten & toebehoren - hangend Installatie-element voor hang-wc met frontbediening voor closetpot met een lengte tot 600 mm kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
61.12.03 61.12.03.a
Bedieningsplaat Type a kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
61.12.04
VH
st
8 2 3 3
VH
st
8 2 3 3
Hang-wc lengte tot 600 mm kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
8 2 3 3
61.12.06
Closetzitting kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
8 2 3 3
61.12.07 61.12.07.b
61.12.07 papierrolhouder Type b kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
8 2 3 3
61.12.08
61.12.08 wc-borstelgarnituur kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
8 2 3 3
61.30 61.31 61.31.02
Wastafels & toebehoren - algemeen Wastafels - wandmodel Wastafels wandmodel, porselein, rechthoekig kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
26 6 10 10
61.33 61.33.01
Wastafels - toebehoren opbouwreukafsluiter kunststof – horizontale afvoer kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
26 6 10 10
BB546.dms 5
61.33.04 61.33.04.a
spiegel Type a kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
61.33.05
VH
st
26 6 10 10
handdoekdispencer kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
21 5 8 8
61.33.06
zeepdispencer kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
21 5 8 8
61.33.07
alkoholdispencer kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
19 5 7 7
61.50 61.53
Douches - algemeen Douches - tegeldouche kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
10 3 4 3
61.60 61.63 61.63.b
Speciale toebehoren - algemeen Speciale toebehoren - wandsteunen Type b links kleedkamer A en B kleedkamer E
VH
st
3 1 2
61.63.b
Type b rechts kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
7 2 4 1
61.64
Speciale toebehoren - doucheglijstang kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
10 3 4 3
61.65
Speciale toebehoren - zeephouder kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
VH
st
10 3 4 3
BB546.dms 6
61.66
Speciale toebehoren - douchezitjes kleedkamer A en B douches kleedkamer D douches omkleedcabines kleedkamer E douches omkleedcabines
62. 62.00 62.10 62.11 62.11.b
SANITAIR / KRANEN & KLEPPEN Sanitair / kranen & kleppen - algemeen Terugslagkleppen - algemeen Terugslagkleppen – messing verchroomd type EB Wastafels
2
VH
st
21 3 4 5 3 6
VH
st
52 52
26
62.20 62.21 62.21.b
Installatiekranen - algemeen Installatiekranen - membraanafsluiters / brons DN 25 (3/4")
VH
st
2
62.21.d
DN 40 (5/4")
VH
st
6
62.23 62.23.d
Installatiekranen - aflaatkranen / messing DN 40 (5/4")
VH
st
10
62.30 62.31 62.31.b
Wandafsluitkranen - algemeen Wandafsluitkranen - enkelvoudige stopkraan Type b Wastafels
VH
st
52 52
VH
st
26 6 10 10
VH
st
10 3 4 3
62.50 62.52 62.52.b
Eéngatskranen - algemeen Eéngatskranen - mengkranen Type b kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
62.60 62.62 62.62.a
Muurmengkranen – inbouw / opbouw algemeen Muurmengkranen - douchemengkraan & armatuur Type a kleedkamer A en B kleedkamer D kleedkamer E
2
26
DEEL IV: INSCHRIJVINGSFORMULIER EN SAMENVATTENDE OPMETINGSSTAAT bladzijden BB546.ib 1 t.e.m. BB546.ib 5 bladzijde BB546.sms 1 t.e.m. BB546.sms 3
BB546.ib 1
INSCHRIJVINGSFORMULIER
- De ondergetekende, (naam en voornaam)
Hoedanigheid of beroep :
Nationaliteit :
Woonplaats : (land, postnummer, gemeente, straat, nummer)
ofwel ,(1) - De Vennootschap : (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel)
vertegenwoordigd door ondergetekende(n),
ofwel ,(1) - De ondergetekenden : (voor elk van hen dezelfde gegevens als hierboven)
die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming,
Verbindt of verbinden zich op zijn of op hun roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van voornoemd bestek, van de in dit bestek beschreven opdracht met betrekking tot de aanneming van de werken bestaande uit: A.Z. Sint-Jan Brugge - Oostende A.V. Ruddershove, Brugge CAMPUS SINT-JAN RENOVATIE KLEEDKAMERS PERSONEEL SANITAIR _______________ (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.
BB546.ib 2 Tegen de som van : (In cijfers : inclusief B.T.W.) :
(In letters : inclusief B.T.W.) :
A. - Inschrijving bij de R.S.Z. : nr(s).
- B.T.W. (alleen in België) : nr(s).
- Inschrijving op de lijst van de erkende aannemers (1) : nr(s).
- Categorie(ën), ondercategorie(ën), en klasse(n) (1) :
- Inschrijving op de lijst van de geregistreerde aannemers : nr(s).
- Aantal werknemers in dienst :
_____________ (1) Alleen in te vullen in geval een erkenning is vereist.
BB546.ib 3 B. - Inlichtingen betreffende de erkenning (2). (Valse verklaringen betreffende de erkenning kunnen de toepassing van de in artikel 19 van de wet van 20 maart 1991 bepaalde sancties tot gevolg hebben.) a) Categorie : 1) Deze erkenning(en) stemt(stemmen) overeen met de in het bestek bepaalde voorwaarden betreffende de categorie of ondercategorie. (1) of
2) Deze erkenning(en) stemt(stemmen) niet overeen met de in het bestek bepaalde voorwaarden betreffende de categorie of ondercategorie. (1) Zie B punt d).
b) Klasse : I. - Bedrag van offerte 1) Het bedrag van de offerte overschrijdt het maximum van de verkregen erkenningsklasse niet. (1) of
2) Het bedrag van de offerte overschrijdt het maximum van de verkregen erkenningsklasse. (1)Zie B punt d).
c) II. - Maximumbedrag van de gelijktijdig uitgevoerde werken. 1) Het totaal bedrag van de werken, zowel openbare als private, die in geval van gunning van de opdracht gelijktijdig zullen moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met de stand van de aan de gang zijnde aannemingen, zal het maximum van de verkregen erkenningsklasse niet overschrijden.(1). of
2) Het totaal bedrag van de werken, zowel openbare als private, die in geval van gunning van de opdracht gelijktijdig zullen moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met de stand van de aan de gang zijnde aannemingen, zal het maximum van de verkregen erkenningsklasse overschrijden.(1) Deze offerte geldt tevens als de voorgeschreven aanvraag van een afwijking. Alle nodige gegevens voor het eventueel onderzoek van deze aanvraag door de Erkenningscommissie zullen op eenvoudig verzoek onverwijld worden verstrekt (1). d) Inlichtingen betreffende een niet-erkend of niet-voldoend erkend aannemer. De niet erkende inschrijver voegt bij zijn inschrijvingsbiljet de documenten die vereist zijn overeenkomstig art. 1 M.B. 27/09/1991 (B.S. 18/10/91) en die aantonen dat hij voldoet aan de voorwaarden gesteld voor de voor de gunning van deze opdracht vereiste erkenning. Hij hecht aan zijn inschrijvingsbiljet de inventaris van de toegevoegde stukken .(1) ofwel, De niet erkende inschrijver voegt bij zijn inschrijvingsbiljet een afschrift van het ingevolge artikel 6 van het Koninklijk besluit van 26/09/1991 door de Minister afgeleverd getuigschrift, waaruit blijkt dat een volledig dossier, teneinde de vereiste erkenning te verkrijgen, bij de Erkenningscommissie werd ingediend. (1) ______________ (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. (2) Alleen in te vullen in geval een erkenning is.
BB546.ib 4 C. - Identificatie van de onderaannemers (overeenkomstig artikel 90, §1, 4° van het KB van 8 januari 1996):
- Mijn onderaannemers van vreemde nationaliteit hebben hun woonplaats in (land, gemeente) :
- Het bedrag van de werken die zullen worden opgedragen aan mijn onderaannemers : 1. onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap, beloopt €....................................................................(per land). 2. onderdanen van een ander land, beloopt €................................................................ (per land). D. - Mijn personeel heeft de volgende nationaliteit :
E. - 1. Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen producten worden gebruikt die niet afkomstig zijn uit de Lidstaten van de Europese Gemeenschap. (1) (2) ofwel, - 2. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 90, §1, 5° van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, gaat hierbij een afzonderlijke nota, gedateerd en ondertekend, met vermelding van de oorsprong van de te leveren producten en van de te verwerken materialen die niet afkomstig zijn van de Lidstaten van de Europese Gemeenschap. - Zij vermeld per land van oorsprong de waarde, exclusief douanerechten, dat die producten en materialen in de inschrijving vertegenwoordigen. - Wanneer het gaat om op het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Gemeenschap af te werken of te verwerken producten of materialen vermeld zij de waarde van deze grondstoffen.(1)(2)(3) ___________ (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. (2) Geen rekening houdend met de door het bestek opgelegde producten van vreemde oorsprong (3) De inschrijver die deze aangifte niet heeft gedaan wordt geacht voor de uitvoering van de ganse aanneming geen producten of materialen te gebruiken die niet afkomstig zijn uit Lidstaten van de Europese Gemeenschap.
BB546.ib 5 F. - De betalingen zullen geldig worden uitgevoerd door overschrijving op rekeningnummer................................................... ten name van ....................................................................................... (2) ....................................................................................................... G. - (Voor de Belgische aannemers.) Bij deze inschrijving voeg ik of voegen wij een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waarin de stand van mijn of onze rekening bij deze instelling wordt opgegeven, overeenkomstig artikel 90, §3 van het Koninklijk besluit van 8 januari 1996.(1) (3) ofwel, - (Voor de buitenlandse aannemers.) Bij deze inschrijving voeg ik of voegen wij de in artikel 90, §4 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 bedoelde attesten voor buitenlandse inschrijvers .(1) (3) Bovendien mag de Administratie alle nodige inlichtingen van financiële en morele aard omtrent de ondergetekende(n) (of omtrent de hier inschrijvende vennootschap) inwinnen bij andere instellingen. H. - Bij deze inschrijving zijn eveneens gevoegd: - de bescheiden gedateerd en onderteken, die luidens het bestek van de onderhavige aanneming moeten worden overgelegd. (1) - de door het bestek vereiste modellen en monsters. (1)
Gedaan te,
op,
De inschrijver(s),
______________ (1) Doorhalen wat niet van toepassing is (2) De Belgische inschrijver vermeldt de post- of bankrekening waarop de betalingen dienen te geschieden. De buitenlandse inschijver vermeldt de naam van de instelling waar de betalingen moeten worden verricht. (3) Bedraagt de schuld aan bijdragen meer dan € 2.500,- dan wordt de inschrijver verzocht bij zijn inschrijving alle inlichtingen te voegen betreffende de eventuele schuldvorderingen, zoals bedoeld in artikel 90 §3 van het K.B. van 8/01/1996.
BB546.sms 1 AZ ST-JAN BRUGGE-OOSTENDE AV CAMPUS SINT-JAN Ruddershove, 10 8000 Brugge Bijzonder Bestek nr. 546: Renovatie kleedkamers personeel - Sanitair SAMENVATTENDE OPMETINGSSTAAT Art. Omschrijving 02. Werfinrichting en organisatie 03. AFBRAAKWERKEN 03.00 Afbraakwerken - algemeen 03.60 Afbraak / technieken fluïda - algemeen 03.61 Afbraak / technieken fluïda - leidingen / onder- / bovengronds 03.61.01 Afbraak afvoerleidingen PE-hd (Geberit). 03.61.02 Afbraak toevoerleidingen staal. 03.62 Afbraak / technieken fluïda - sanitaire toestellen 03.62.01 Afbraak wc’s 03.62.03 Afbraak wastafels 03.62.05 Afbraak douches 60. SANITAIR / LEIDINGNET 60.00 Sanitair / leidingnet - algemeen 60.10 Afvoerbuizen - algemeen 60.12 Afvoerbuizen - kunststof / PE 60.12.02 DN 50 60.12.05 DN 75 60.12.07 DN 110 60.12.09 DN 160 60.13 Aansluiten afvoeren aan pompput 60.50 Aanvoerleidingen & toebehoren - algemeen 60.53 Aanvoerleidingen & toebehoren - buizen PE-Xb/Al/PE-HD 60.53.01 DN 20 60.53.02 DN 25 60.53.04 DN 40 60.55 Aanvoerleidingen & toebehoren - leidingisolatie 60.55.01 koud water DN 20 60.55.02 koud water DN 25 60.55.04 koud water DN 40
eenheid hoeveelh prijs SOG ……………….
sommen ……………….
FH FH
m m
20,00 ………………. 429,25 ……………….
………………. ……………….
FH FH FH
st st st
8 ………………. 26 ………………. 10 ……………….
………………. ………………. ……………….
VH VH VH VH
m m m m
VH VH VH VH VH VH
12,00 10,50 2,00 14,00 SOG
………………. ………………. ………………. ………………. ……………….
………………. ………………. ………………. ………………. ……………….
m m m
127,55 ………………. 13,45 ………………. 289,00 ……………….
………………. ………………. ……………….
m m m
48,60 ………………. 6,80 ………………. 130,00 ……………….
………………. ………………. ……………….
BB546.sms 2
60.55.08 warm water DN 20 60.55.09 warm water DN 25 60.55.11 warm water DN 40 60.80 Brandwerende afdichtingen leidingen - algemeen 60.81 Afvoerleidingen – brandwerende afdichtingen 60.81.12 DN 50 Rf 2 uur 60.81.17 DN 110 Rf 2 uur 60.82 Aanvoerleidingen – brandwerende afdichtingen 60.82.11 DN 40 Rf 2 uur 61. SANITAIR / TOESTELLEN & TOEBEHOREN 61.00 Sanitair / toestellen & toebehoren - algemeen 61.10 Closetpotten & toebehoren - algemeen 61.12 Closetpotten & toebehoren - hangend 61.12.01 Installatie-element voor hang-wc met frontbediening 61.12.01.a voor closetpot met een lengte tot 600 mm 61.12.03 Bedieningsplaat 61.12.03.a Type a 61.12.04 Hang-wc lengte tot 600 mm 61.12.06 Closetzitting 61.12.07 61.12.07 papierrolhouder 61.12.07.b Type b 61.12.08 61.12.08 wc-borstelgarnituur 61.30 Wastafels & toebehoren - algemeen 61.31 Wastafels - wandmodel 61.31.02 Wastafels wandmodel, porselein, rechthoekig 61.33 Wastafels - toebehoren 61.33.01 opbouwreukafsluiter kunststof – horizontale afvoer 61.33.04 spiegel 61.33.04.a Type a 61.33.05 handdoekdispencer 61.33.06 zeepdispencer 61.33.07 alkoholdispencer 61.50 Douches - algemeen 61.53 Douches - tegeldouche 61.60 Speciale toebehoren - algemeen
VH VH VH
m m m
28,10 ………………. 6,65 ………………. 159,00 ……………….
………………. ………………. ……………….
VH VH
st st
2 ………………. 2 ……………….
………………. ……………….
VH
st
4 ……………….
……………….
VH
st
8 ……………….
……………….
VH VH VH
st st st
8 ………………. 8 ………………. 8 ……………….
………………. ………………. ……………….
VH VH
st st
8 ………………. 8 ……………….
………………. ……………….
VH
st
26 ……………….
……………….
VH
st
26 ……………….
……………….
VH VH VH VH
st st st st
26 21 21 19
………………. ………………. ………………. ……………….
………………. ………………. ………………. ……………….
VH
st
10 ……………….
……………….
BB546.sms 3
61.63 61.63.b 61.63.b 61.64 61.65 61.66 62. 62.00 62.10 62.11 62.11.b 62.20 62.21 62.21.b 62.21.d 62.23 62.23.d 62.30 62.31 62.31.b 62.50 62.52 62.52.b 62.60 62.62 62.62.a
Speciale toebehoren - wandsteunen Type b links Type b rechts Speciale toebehoren - doucheglijstang Speciale toebehoren - zeephouder Speciale toebehoren - douchezitjes SANITAIR / KRANEN & KLEPPEN Sanitair / kranen & kleppen - algemeen Terugslagkleppen - algemeen Terugslagkleppen – messing verchroomd type EB Installatiekranen - algemeen Installatiekranen - membraanafsluiters / brons DN 25 (3/4") DN 40 (5/4") Installatiekranen - aflaatkranen / messing DN 40 (5/4") Wandafsluitkranen - algemeen Wandafsluitkranen - enkelvoudige stopkraan Type b Eéngatskranen - algemeen Eéngatskranen - mengkranen Type b Muurmengkranen – inbouw / opbouw algemeen Muurmengkranen - douchemengkraan & armatuur Type a
Opmerkingen:
VH VH VH VH VH
st st st st st
3 7 10 10 21
………………. ………………. ………………. ………………. ……………….
………………. ………………. ………………. ………………. ……………….
VH
st
52 ……………….
……………….
VH VH
st st
2 ………………. 6 ……………….
………………. ……………….
VH
st
10 ……………….
……………….
VH
st
52 ……………….
……………….
VH
st
26 ……………….
……………….
VH st TOTAAL B.T.W. 21% ALGEMEEN TOTAAL
10 ……………….
………………. ………………. ………………. ……………….
Opgemaakt door ondergetekende, te,
de,