Lab’propos Volume 2, Issue 2
februari 2013
Dienst Laboratoriumgeneeskunde Campus Sint-Jan AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV Intro
Met trots kondigen we onze samenwerking aan met het laboratorium van het Zeepreventorium in De Haan dat nu als activiteitencentrum van onze dienst functioneert. Het Zeepreventorium is een medisch revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren tussen 0 – 18 jaar die kampen met een chronische aandoening. Mucoviscidosepatiënten kunnen ook op volwassen leeftijd terecht in het centrum.
Het jaar is reeds enkele weken gevorderd, maar we willen niet nalaten jullie vooralsnog het beste toe te wensen voor 2013. Bij elk nieuw jaar horen goede voornemens. Wij durven te hopen dat één van uw voornemens het correct invullen van onze aanvraagbrieven betreft. Het is immers de verantwoordelijkheid van de voorschrijver de aanvraag volledig en correct in te vullen, te ondertekenen en de klinische gegevens kenbaar te maken. Hieronder vindt u een overzicht van de richtlijnen in verband met het correct aanvragen van laboratoriumtesten. Een correct ingevulde brief met goed afgenomen en geïdentificeerde stalen zorgen voor een vlotte en kwaliteitsvolle verwerking van uw aanvraag!! Daarnaast vragen we u niet-urgente aanvragen steeds op het laboratorium af te leveren tussen 8u en 17u. Meer specifieke richtlijnen vindt u op onze labogids en onze aanvraagbrieven.
Veel plezier bij het lezen van deze uitgave waarin u verder interessante informatie vindt over onze home-made micro-array kaarten voor de simultane detectie van 27 respiratoire pathogenen, bloedtransfusie en wijzigingen in staalafname. Namens Johan Billiet, Barbara Cauwelier, Jan Emmerechts, Melanny Hidajat, Michel Langlois, Eric Nulens, Marijke Reynders, Sylvie Roggeman, Ignace Surmont en Timothy Vanwynsberghe In dit nummer:
Interessante informatie:
Intro 1 Wijziging type bloedgasspuiten 1 Richtlijnen correcte aanvraag laboratoriumtesten 2 4 Bepaling van LDH: afname enkel op serum Respiratoire home-made micro-array kaart 5 Meer bloed is niet altijd beter 6
16 maart 2013 – Hematologische dag Vroege respons en minimale residuele ziekte (MRD): klinisch belangrijk?
Bezoek onze website: www.azsintjan.be/labo
Wijziging type bloedgasspuiten: De SafePico-spuiten van Radiometer worden in gebruik genomen voor bloedgasanalyse. Deze spuiten hebben een hogere heparineconcentratie en een opmengkogel waardoor problemen met microstolsels in principe tot het verleden behoren. Voor verdere info: Dr. T. Vanwynsberghe tel. 2643
Wenst u Lab’propos op een ander adres of niet meer te ontvangen, mail dan naar
[email protected] Dienst laboratoriumgeneeskunde, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Sint Jan Ruddershove 10 8000 Brugge t: 050/45 99 00 f: 050/45 26 19 Route 620 1 van 6
Lab’propos Richtlijnen correcte aanvraag laboratoriumtesten
1. Aanvragen 1.1 Voorschriften moeten voorzien zijn van de volgende administratieve gegevens (K.B. 31.8.1998 § 9 punt 2): 9 9 9 9
naam, voornaam, adres, geboortedatum en geslacht van de patiënt naam, voornaam, adres en identificatienummers van de voorschrijver datum van het voorschrift en handtekening van de voorschrijver datum van afname van het monster indien de voorschrijver de afname doet of onder verantwoordelijkheid doet doen door paramedisch personeel
1.2 Om fouten en vertragingen te vermijden dienen de voor de gewenste analyses voorziene aanvraagbrieven gebruikt te worden. Aanvragen worden slechts prioritair behandeld indien gebruik gemaakt wordt van een urgente aanvraagbrief. Deze mogen uitsluitend gebruikt worden voor medisch urgente aanvragen. 1.3 Het voorschrift moet, als het nuttig kan zijn, de klinische gegevens bevatten die de (klinisch) bioloog nodig heeft om zijn onderzoeken te kunnen oriënteren en deskundig uit te voeren. De klinische gegevens moeten beschikbaar zijn in geval van een analyse met diagnoseregel (K.B. 31.8.1998 § 9 punt 3). 1.4 Op het voorschrift moet bovendien vermeld worden (K.B. 31.8.1998 § 9 punt 3): 9 9
Hetzij de aanvraag om een biologisch onderzoek van een bepaald syndroom of het type van de gewenste onderzoeken, gelet op een gegeven klinisch beeld. Hetzij de positieve lijst van de diverse gevraagde analyses. Aankruisen dient te gebeuren volgens de instructies aangegeven op de betreffende aanvraagbrief.
Dienst laboratoriumgeneeskunde, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Sint Jan Ruddershove 10 8000 Brugge t: 050/45 99 00 f: 050/45 26 19 Route 620 2 van 6
Lab’propos Praktijkvoorbeelden Goed
Fout
1.5 Op voorhand opgemaakte aanvraagbrieven waarop de niet gewenste analyses geschrapt zijn, zijn niet toegelaten (K.B. 31.8.1998 § 9 punt 4). Er moeten dus steeds originele brieven gebruikt worden. Gelieve steeds de meest recente brieven te gebruiken! Mogen wij u vragen enkel de huidige versies te gebruiken en eventuele oudere exemplaren te verwijderen uit uw voorraad. Volgende aanvraagbrieven werden onlangs vernieuwd: Aanvraagbrief voor immunochemie - allergietesten Aanvraagbrief bloedtransfusiecentrum Algemene aanvraagbrief voor laboratoriumtesten Aanvraagbrief voor urineonderzoeken Aanvraagbrief voor cytologie – immuunfenotypering – moleculaire biologie – FISH - cytogenetica Aanvraagbrief voor urgente laboratoriumtesten Aanvraagbrief weefselbank
Geldige Geldige Geldige Geldige
versie: versie: versie: versie:
2 15 11 8
Geldige versie: 5 Geldige versie: 7 Geldige versie: 6
1.6 Bijaanvragen worden enkel uitgevoerd na ontvangst van een correct ingevulde en ondertekende aanvraagbrief waarop duidelijk wordt vermeld dat het een bijaanvraag betreft en indien de stabiliteit van de parameter(s) dit toelaat. 1.7 Aanvragen kunnen worden geweigerd indien niet wordt voldaan aan het gestelde in punt 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5 en 1.6. 1.8 Indien wordt voldaan aan het gestelde in punt 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5 en 1.6 verplicht het laboratorium zich tot het met zorg en vakmanschap uitvoeren van de gevraagde aanvraag volgens de voor de laboratorium geldende kwaliteitscriteria. Dienst laboratoriumgeneeskunde, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Sint Jan Ruddershove 10 8000 Brugge t: 050/45 99 00 f: 050/45 26 19 Route 620 3 van 6
Lab’propos 2. Monsters 2.1 De aanvrager levert de te onderzoeken monsters aan bij het laboratorium, voorzien van een deugdelijke identificatie (naam en geboortedatum) en een volledig ingevuld aanvraagbrief. Aanvraagbrief en monster worden samen in één zakje verpakt. Voor een efficiënte verwerking verzoekt het labo de aanvraagbrief met de tekst naar buiten te plooien. 2.2 Onderzoeksmateriaal wordt afgenomen in recipiënt zoals vermeld op de aanvraagbrief. 2.3 Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in 2.1 en 2.2 is het laboratorium niet gehouden het ingestuurde monster in ontvangst te nemen. 2.4. Instructies voor afname en transport staan beschreven op de labogids (www.azsintjan.be/labo). 2.5 Alle handelingen en opslag voorafgaand aan de ontvangst van een monster vallen buiten de verantwoordelijkheid van het laboratorium. 3. Uitvoering 3.1 De dienst laboratoriumgeneeskunde bepaalt de wijze waarop, de methode en de apparatuur waarmee de aanvragen worden uitgevoerd. 3.2 Alle aanvragen worden uitgevoerd volgens uitdrukkelijk van toepassing verklaarde normen, standaarden en regels. Desgevraagd verstrekt de dienst laboratoriumgeneeskunde de aanvrager hieromtrent inlichtingen. 4. Resultaten 4.1. Resultaten in de vorm van onderzoeksuitslagen, adviezen, informatie of welke andere vorm dan ook, worden door het laboratorium in elektronische en/of schriftelijke vorm aangeleverd. 4.2. De termijn waarop de resultaten beschikbaar komen is afhankelijk van de te onderzoeken test. Resultaten komen ter beschikbaar zoals vooropgesteld op de labogids (www.azsintjan.be/labo). 5. Geheimhouding 5.1. Geheimhouding van gegevens wordt gewaarborgd zoals vastgelegd in de ziekenhuisvoorschriften. 6. Gebruik patiëntenmateriaal 6.1. Voor het ontwikkelen van nieuwe en het verbeteren van bestaande technieken gebruikt het laboratorium herleidbaar geanonimiseerd patiëntenmateriaal, o.a. voor controles en validatie. Het laboratorium verzoekt de aanvrager de patiënt hierover te informeren. Mocht deze bezwaar maken tegen het anoniem gebruik van lichaamsmateriaal, dan kan hij/zij dit kenbaar maken aan: Dr. Sylvie Roggeman, Dienst laboratoriumgeneeskunde AZ Sint-Jan Brugge – Oostende AV, Campus Sint-Jan; Ruddershove 10; B-8000 Brugge Voor verdere info: Dr. S. Roggeman tel. 2623 Bepaling van LDH: afname enkel op serum - niet langer op Li-heparine: Validatie van onze buizenpost heeft aangetoond dat Li-heparine buizen verzonden via de buizenpost een 15% hogere waarde voor LDH genereren. Aangezien niet controleerbaar is welke buizen met de buizenpost verstuurd werden, wordt vanaf heden voorkeur gegeven aan serumbuizen voor de bepaling van LDH. De labogids is reeds gewijzigd, een update van de aanvraagbrieven volgt. Voor verdere info: Dr. T. Vanwynsberghe tel. 2643 Dienst laboratoriumgeneeskunde, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Sint Jan Ruddershove 10 8000 Brugge t: 050/45 99 00 f: 050/45 26 19 Route 620 4 van 6
Lab’propos Respiratoire home-made micro-array kaart Sinds 7 januari laatstleden zijn we in routine gestart met de home-made micro-array kaarten voor de simultane detectie van 27 respiratoire pathogenen. Deze test werd sinds vorige zomer uitgebreid gevalideerd in samenwerking met Prof. Martin Curran uit Cambridge en dankzij de hulp (back-up testing van dilutiereeksen, uitwisseling controlemateriaal-positieve stalen) vanuit UZ Brussel (Bordetella species), KUL (Pneumocystis jiroveci, Parainfluenzavirus 1-4), Jeroen Bosch ziekenhuis (Coxiella burnetii),… . De test laat toe in een snelle amplificatiereactie van 45 cycli op een erg gevoelige manier het volgende panel pathogenen te detecteren: VIRUS Influenza A RNA (inclusief typering Adenovirus DNA en Tamiflu gevoeligheid/resistentie Bocavirus DNA Human Metapneumovirus RNA igv H1N1v2009-stammen) Rhinovirus RNA Influenza B RNA Parainfluenza type 1 RNA Parechovirus RNA Parainfluenza type 2 RNA Enterovirus RNA Coronavirus NL63 RNA Parainfluenza type 3 RNA Coronavirus OC43 RNA Parainfluenza type 4 RNA RSV type A RNA Coronavirus 229E RNA RSV type B RNA Coronavirus HKU1 RNA
BACTERIE Mycoplasma pneumonia DNA Legionella pneumophila DNA Bordetella pertussis DNA Bordetella parapertussis DNA Coxiella burnetii DNA Chlamydophila abortus DNA Chlamydophila psittaci DNA Chlamydophila pneumonia DNA FUNGUS Pneumocystis jirovecii DNA
Deze analyse wordt in het “respiratoir” seizoen dagelijks uitgevoerd; daarbuiten minimaal tweemaal/week. De bekomen analytische gevoeligheid per target kan concurreren met de voorafgaandelijke monoplex PCR-reacties. Daarenboven wordt de kwaliteit van elk staal en de betrouwbaarheid van resultaten beoordeeld d.m.v. een duplo controle van aanwezig cellulair materiaal en is er tevens een RNA-interne controle aanwezig die zowel extractie- als amplificatiestap ondergaat. De analyse werd gevalideerd op UTM, BAL en nasopharynxaspiraten, en voor patiënten met Q-koorts tevens op perifeer bloed ter detectie van een DNAemia. Algemeen kunnen we stellen dat een nasopharyngeaal aspiraat of de combinatie van respiratoire wissers (nasopharyngeale wisser + keelwisser in UTM) ideaal is voor de zoektocht naar virussen, Bordetella pertussis/parapertussis en Mycoplasma pneumoniae. Maar als je daarentegen eerder een Chlamydophilagerelateerde infectie, een Legionellose of Q-koorts met respiratoire manifestatie verwacht, dient men een diep pulmonair staal te bekomen voor accurate diagnostiek. De test zal gefactureerd worden met een pseudocode aan patiënten boven 10 jaar; kinderen < 10j krijgen geen pseudocode aangerekend gezien hun jaarlijks weerkerende multiple consultaties/hospitalisaties omwille van virale respiratoire deterioratie.
Voor verdere info: Dr. M. Reynders tel. 2603
Dienst laboratoriumgeneeskunde, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Sint Jan Ruddershove 10 8000 Brugge t: 050/45 99 00 f: 050/45 26 19 Route 620 5 van 6
Lab’propos Meer
is niet altijd beter!
Op basis van het jaarlijkse rapport van de Cel Hemovigilantie van het FAGG wordt een geleidelijke maar constante toename vastgesteld van het aantal getransfundeerde bloedproducten. Uit studies is gebleken dat 50% van de ontvangers van erythrocytenconcentraten ouder is dan 70 jaar. De toenemende vergrijzing en accent op palliatieve zorg zijn belangrijke oorzaken in deze ontwikkeling. Anderzijds is het te voorzien dat de pool van donoren proportioneel zal afnemen zodat bij een onveranderd beleid er op termijn een belangrijk tekort zal ontstaan aan bloedproducten. Daarom streven we vanuit de ziekenhuisbloedbank een restrictief bloedbeleid na en vragen we de aanvragers om strikt de indicaties voor bloedtransfusie na te leven. De laatste jaren is er hierdoor een licht dalende trend wat de bloedtoediening in de campus Sint-Jan in het algemeen en per ontvanger betreft, waarvoor jullie dank (zie tabel). De toediening van bloedcomponenten blijft echter niet volledig zonder risico voor de ontvangers; voor 2012 werden 45 transfusiereacties en 2 ernstige ongewenste voorvallen gemeld (foutieve identificatie van de ontvanger). Om deze risico’s zoveel mogelijk in te perken, heeft het transfusiecomité strikte procedures beschikbaar op het intranet voor alle artsen en verpleegkundigen betrokken bij bloedtransfusie (intranet>procedures>SJ>transfusiehandboek). Daar de overheid op het hele transfusiegebeuren binnenkort onaangekondigde controles zal uitvoeren, vragen wij om jullie bereidwillige medewerking om deze procedures strikt na te leven.
Evolutie transfusie (aantal eenheden per component) 2009-2012 campus Sint Jan
Voor verdere info: Dr. B. Cauwelier tel. 2552 Dienst laboratoriumgeneeskunde, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Sint Jan Ruddershove 10 8000 Brugge t: 050/45 99 00 f: 050/45 26 19 Route 620 6 van 6