2014-2015 Az Damiaan Thierry Claeys Cel begeleiding en retentie
ZE 230 Pneumologie
INTRODUCTIEBROCHURE STUDENTEN VERPLEEGKUNDE
Beste student
In naam van het verpleegkundig team heten we je welkom op onze zorgeenheid. De disciplines die bij ons aan bod komen zijn pneumologie en medische oncologie. Met deze introductiemap willen we jullie een beeld trachten te schetsen van de meest voorkomende pathologieën, de werking van onze dienst en van de dienst als stageplaats.
We zijn een enthousiaste groep die open staat voor studenten. Je wordt voor een korte tijd lid van ons team, waar je zeker je inbreng zult mogen doen en waar je de nodige begeleiding zult krijgen.
Veel succes !
ALGEMENE GEGEVENS HOOFDVERPLEEGKUNDIGE Els Vandewalle
[email protected] ℡ 059/41 63 02
SPECIALISME • •
Pneumologie Medische oncologie
ARTSEN De artsen verbonden aan deze verpleegeenheid zijn gespecialiseerd in inwendige ziekten: • Dr. Desmet: pneumologie • Dr. Simpelaere: pneumologie • Dr. D’hondt: medische oncologie • Dr. Spoormans: medische oncologie
VERPLEEGKUNDIG TEAM Het verpleegkundig team bestaat uit een groep verpleegkundigen waaronder drie stagementoren, namelijk Charlotte Piron, Delphine Pieters en Kevin Devos. Sinds juni 2010 werkt de dienst ook met zorgkundigen. Naast de hoofdverpleegkundige, de verpleegkundigen en de zorgkundigen zijn er ook nog twee afdelingsassistenten werkzaam die instaan voor patiëntenvervoer, maaltijdbedeling en tal van administratieve taken. Onmisbaar voor ons team en de zorg voor onze patiënten zijn ook de samenwerking met de kinesitherapeut, de psychologe, de sociaal assistente en uiteraard het onderhoudspersoneel.
AANTAL BEDDEN 30 bedden
BEZOEKUREN 14.00 – 20.00 uur
PATHOLOGIEËN PNEUMOLOGISCHE PROBLEMEN • • • • • • • • • • • •
Astma Bronchitis - pleuritis - pneumonie COPD Controle van zuurstofnood (saturatiemeting) Emfyseem Longembolie Longoedeem Longtumor Pneumothorax Respiratoire insufficiëntie TBC …
OPNAME TER OBSERVATIE Voor onder andere koorts, moeheid, vermagering, saturatiedaling, verminderde eetlust.
ONCOLOGISCHE PROBLEMEN Diverse oncologische pathologieën
BEHANDELINGEN PNEUMOLOGISCHE PROBLEMEN • • • • • • • •
Aerosoltherapie Zuurstoftherapie Plaatsen van thoraxdrain met/zonder suctie Diverse onderzoeken (bv. bronchoscopie) Pleurapunctie: zowel evacuerend als diagnostisch Isolatie en toediening van tuberculostatica (TBC) Ontstolling (longembolen) a.d.h.v bloedverdunners (bv. marevan, marcoumar en op punt-stelling hiervan) Revalidatie van respiratoir insufficiënte patiënten
ONCOLOGISCHE PROBLEMEN • • •
Observatie en behandeling (chemotherapie/radiotherapie) Revalidatie Zorg voor palliatieve en terminale patiënt
KENMERKEN VAN PATIËNTENPOPULATIE De patiëntenpopulatie is voor het overgrote deel matig tot sterk hulpbehoevend wat betreft de verpleegkundige basiszorgen. Alternatieve mogelijkheden tot voedselinname, preventie van decubitus en pijnbeleid zijn grote aandachtspunten. In de visie van totaalzorg, gaat de aandacht, naast de fysieke zorg ook voor een groot deel naar begeleiding, informatie en opvang van de patiënten en hun naasten.
MEEST VOORKOMENDE VERPLEEGACTIVITEITEN • • • • • • • • • • •
Verpleegkundige basiszorgen: hygiëne, mobiliteit, uitscheiding, voeding Comfortzorg in acute, palliatieve en terminale setting Decubituspreventie Bloedafnames Medicatietoedieningen per os, subcutaan, intraveneus Parameters nemen, zowel vitale als fysische Zorg aan perifere infusen en centrale katheters Zorg aan poortkatheter Grondige observatie en gerichte rapportage (mondeling en schriftelijk) Vochtbalansen opstarten en afsluiten Informeren en begeleiden van patiënten
SPECIFIEK VOOR ZE 230 • • • • • • • • • • •
Voorbereiding en nazorg bij diverse onderzoeken Zorgen aan thoraxdrains Zorgen aan tracheostomie Verwijderen van secreties via (niet)-steriele aspiratie Zuurstoftherapie Pleuratalkage Assistentie bij het uitvoeren van een pleurapunctie (evacuerend of diagnostisch) Patiëntenvoorlichting betreffende het gebruik van puffs/aerosols Assistentie bij het verwijderen van een thoraxdrain Installeren van telemetrie/saturatiemeter bij de patiënt Opstarten van verschillende ‘drips’of spuitaandrijvers (bv. Cordaronedrip, Corvatondrip, Burinexdrip…)
OVERLEGSTRUCTUREN OP ZE 230 OP DIENSTNIVEAU • • • • •
Patiëntenoverdracht 3x/dag Dienstnota’s Procedures en standing orders Dienstvergaderingen 4 x/jaar Bijscholing door artsen of firma’s
OP ZIEKENHUISNIVEAU • • •
Geregeld overleg met zorgmanager (Dejaegher Bart) Vergadering hoofdverpleegkundigen Vergaderingen directie en diensthoofden
MET ARTSEN Dagelijkse dokterstoer voor elke specialiteit.
MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG Op regelmatige basis met: • Opnamecoördinator • Kinesitherapeut: mobilisatie- en ademhalingskiné • Psycholoog • Sociale dienst voor hulp in de thuiszorg, nood aan plaatsing of revalidatie • Geriatrische liaisonverpleegkundige • Diëtisten • PST (Palliatief Support Team) • Psychologen (afnemen van MMSE) • Ergotherapeuten voor observatie van patiënten en eventuele thuisinterventie • Overleg met het nutritieteam • Overleg met de pastoraal werker • Onderhoudspersoneel vnl. betreffende vrij te komen kamers
VERPLEEGKUNDIGE DAGINDELING OP ZE 230 UUR 06.30 uur
07.45 uur
08.15 uur 08.45 uur
TAKEN -
11.30 uur
11.45 uur
12.30 uur
13.30 uur
-
Overdracht nachtdienst naar vroegdienst; door iedereen bij te wonen. Werkverdeling navragen Bloedafnames Controle en ronddelen orale medicatie (door verpleegkundige). Controle glucosedagprofiel (vingerprik) via capillaire weg (door verpleegkundige en/of student - verpleegkundige). Toedienen van insuline en intraveneuze medicatie (door verpleegkundige). Hygiënische zorgen door zorgkundigen en student – verpleegkundigen). Opdienen ontbijt. De patiënt goed installeren om ontbijt te nemen. Aandacht voor nuchtere patiënten en neurologische aandoening (vb:CVA) Eventueel de patiënt helpen met eten toedienen. Aandacht voor medicatie-inname. Patiëntenoverdracht (volgens module aan de hoofdverpleegkundige). Ontbijt afdienen: patiënten comfortabel installeren Patiëntenvervoer, hoofdzakelijk naar de dienst radiologie of consultaties (cf. voorschrift). Hygiënische zorgen(cf. patiëntentoewijzing) door verpleegkundigen, zorgkundigen en student - verpleegkundigen. Parametercontrole: bloeddrukcontrole, temperatuur, pols en schriftelijke rapportage, patiënt wegen. Verzorgingskarretjes reinigen en aanvullen. Utility opruimen. Medicatie controleren en ronddelen voor ’s middags door de verpleegkundige. Patiënten vervoeren naar de aanvragende arts of voor radiologisch onderzoek. Glycemiecontrole en waar nodig insuline toedienen. Patiënten de gelegenheid geven tot toiletgebruik of bedpan aanbieden. Patiënten comfortabel installeren voor middagmaal. Middagmaal opdienen, afhankelijke patiënten hulp bieden. Aandacht voor de inname van de medicatie. Aandacht voor nuchtere patiënten. Afdienen middagmaal. Zorgen voor comfort patiënt: toilet, bedpangebruik, verversen incontinente patiënten, bel, drinken binnen handbereik plaatsen, goede houding geven, ... Aandacht voor onrusthekkens. Controle vitale parameters (cf. voorschrift). Middagrust voor de patiënten. Toedienen medicatie (cf. voorschrift). Patiëntenbespreking + vervoer van patiënten voor onderzoek (cf. voorschrift) volgens toegewezen patiënten. Aanvullen materiaal. Nazorg kamer en bed na ontslag patiënt.
14.00 uur 14.30 uur 15.00 uur
16.00 uur 17.00 uur
17.45 uur 18.15 – 18.30 uur 19.00 uur
21.15 uur 21.30 uur
Opdienen koffie + eventueel hulp bieden. Afdienen koffie. - Werkverdeling raadplegen. - Patiënten verfrissen, drukpunten controleren, incontinente patiënten verversen en intiem toilet toedienen. Aandacht besteden aan nazorg. Patiënten installeren in zetel/bed. - Medicatie volgens voorschrift toedienen (door de verpleegkundige) + controle vitale parameters (cf. voorschrift). - Zorgen aan bed na ontslag van de patiënt. - Gelegenheid tot haarwassing of toedienen van voetbaden in samenspraak met de verantwoordelijke. - Medicatie ronddelen door de avonddiensten. - Klaarmaken verzorgingskar voor de avondtoer. - Medicatie + aërosols, evt. IV medicatie controleren en toedienen - Glycemiecontrole en toediening van insuline - Patiënten installeren voor avondmaal. - Geleverde medicatie opbergen - Opdienen van avondmaal + hulpbehoevende patiënten helpen. - Afdienen avondmaal. - Patiënten comfortabel installeren. - Toedienen avondmedicatie. - Aandacht voor comfort en accommodatie van de patiënt, bedpan en toiletgebruik, controle vitale parameters (cf. voorschrift). - Controle drukpunten, incontinente patiënten verversen. Goede positionering van de patiënt voor de nacht. - Glas water en beloproepsysteem binnen handbereik van de patiënt. - Aandacht voor orde en netheid bij het verlaten van de kamer. Patiëntenoverdracht. Begin nachtrust voor de patiënten
ZORGMODEL Op ZE 230 wordt er patiëntgericht verzorgd in twee teams: het eerste team verzorgt de patiënten aan de rechterzijde (K 2302 tot 2316) en het tweede team verzorgt de patiënten aan de linkerzijde (K2318-2330). Beide teams bestaan uit twee verpleegkundigen of verpleegkundige en zorgkundige plus student-verpleegkundigen. De teams zijn verantwoordelijk voor een 14-tal patiënten en dragen de verantwoordelijkheid voor de totaalzorg: verpleegkundige diagnoses stellen en hierbij de gewenste interventies uitvoeren, medicatietoediening, schriftelijke als mondelinge rapportage… De patiënten worden aan de teams toegewezen door de afdelingsverantwoordelijke waarbij rekening wordt gehouden met de individuele bekwaamheid van de verpleegkundigen en de zorgzwaarte van de patiënten. De volledige verantwoordelijkheid voor de verpleegkundige zorgverlening kan de verpleegkundige op zich nemen indien deze is ingewerkt op de afdeling. De student(e)-verpleegkundige zal echter nooit geheel de verantwoordelijkheid voor de patiëntenzorg kunnen opnemen. Om die reden krijgt de student(e)-verpleegkundige onder directe begeleiding van een verpleegkundige of teamleider patiënten toegewezen of zorgtaken gedelegeerd.
SAMENWERKING MET ANDERE DISCIPLINES • • • • • • • • • • • • • • • • •
Medische beeldvorming Laboratorium Dieetkeuken Sociale dienst Pastorale dienst Kinesitherapie en ergotherapie De onderhoudsploeg Consultatie (spirometrie - cyclo ergo - echocardio – EEG - ..) PST Geriatrische Liasonverpleegkundige Psychologen Onderhoudsploeg Apotheek Mortuarium Opnamecoördinatoren Spoedgevallen Nucleaire Geneeskunde
VEEL VOORKOMENDE TERMEN EN AFKORTINGEN •
LFO: longfunctieonderzoek (ook wel spirometrie genoemd)
•
DNR: Do Not Reanimate
•
VS: verblijfssonde
•
MS: maagsonde
•
DVT: diepe veneuze trombose
•
ECG: electrocardiogram
•
EEG: electro-encefalogram
•
COPD: Chronic Obstructive Pulmonary Disease
•
BN: bloedafname
•
AP: arteriepunctie (een slagaderlijke punctie waarbij het O2 als het CO2 gehalte in het bloed wordt bepaald)
•
BGW: bloedgaswaarden
•
UC/US: urinecultuur en urinesediment
•
MRSA: Methycilline Resistente Staphylococcus Aureus
•
ESBL: Extended Spectrum Bèta Lactamase
•
AAT: Algemene achteruitgang
AANDACHT VEILIGHEID EN BEPERKEN RISICO’S
Risicogroep Personeel • Verplegend personeel • Kinesitherapeuten • Afdelingsassistenten • Onderhoudspersoneel
Aard van risico •
•
•
Kans op blootstelling aan grote hoeveelheden microbiële agentia Risico op tillen van lasten of belastende houding Kans op blootstelling aan cytostatica
Preventiemaatregelen • •
•
•
Niet toegelaten
Standaardvoorzorgsmaatreg • elen naleven (zie intranet). Ergonomische regels respecteren, aanwezige hulpmiddelen benutten (intranet). Geneeskundig attest kunnen voorleggen dat hij/zij voldoet. Gebruik van blauwe handschoenen en noodbox indien accidenteel spatten
Zwangere studenten
Heb je vragen of suggesties m.b.t. deze introductiebrochure, aarzel dan niet contact te nemen met de cel begeleiding en retentie van Az Damiaan
[email protected]