Sint-Rembertziekenhuis Torhout Introductiebrochure
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
Versie 2014 - 2015
I N T E R N E
Welkom Het team van de dienst inwendige ziekten heet je van harte welkom. Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terecht gekomen. Je zult snel merken dat het werken op deze afdeling niet is zoals op een gewone afdeling. Deze brochure biedt je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als naslagwerk. Iets waar je kunt op terugvallen. Een bron van informatie ….. die nooit volledig af is. Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren. Voor de stagiairs werken wij met mentoren die je zo veel mogelijk zullen begeleiden bij je stage. De mentor is je aanspreekpunt. Maar iedereen op dienst zal je zeker elk op zijn/haar gebied iets bijbrengen. Eigenlijk is iedereen ook een stukje mentor. Als je vragen hebt, problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen …… Heb je problemen die niet direct op de dienst kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, de hoofdverpleegkundige of zo nodig de intreder-begeleider Geert Sabbe (tel. 2040). Voor de nieuwe personeelsleden is er een peter – meterschap. Deze personen zullen je begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op dienst. Er is een nulmeting; de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door “peter – meter” indien deze beheerst worden. Zo zul je zien dat wij binnen 11 maanden tot een volledige integratie kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intrederbegeleider van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter – meter” en uzelf. Voor problemen kun je gerust bij hem terecht. Na 11 maanden wordt door jou een afspraak gemaakt om je afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intrederbegeleider (tel. : 2040). Is het vroeger afgewerkt, aarzel niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundigen of een andere collega terecht. Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang en begeleiding is voor ons een prioriteit. Alvast veel werk- en leergenot gewenst. Succes !!! Het “interne” team.
© Sint-Rembertziekenhuis 2014
Inhoudstafel Welkomstwoord .............................................................................
pg. 2
Inhoudstafel
pg. 3
.............................................................................
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie ............................................................................. pg. 4 1.2. Plaats binnen de organisatie (management) .................... pg. 5 1.3. Multidisciplinair team - artsen en verpleegkundigen ........ pg. 5 1.4. Specialismen ......................................................................... pg. 10 1.5. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.5.1. Verwachtingen .................................... ................................ pg. 12 1.5.2. Verpleegactiviteiten ............................................................. pg. 14 2.
Een dag op de afdeling
pg. 16
3. Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken 3.1. Procedures, protocollen en standing orders ..................... pg. 23 3.2. Hygiëne op de interne afdeling ........................................... pg. 23 3.2.1. Fysische hygiëne .................................................................. pg. 23 3.2.2. Prikongeval ........................................................................... pg. 23 3.3. Patiëntveiligheid .................................................................. pg. 24 4.
Patiëntenvoorlichting .............................................................
pg. 25
5. Communicatie 5.1. Telefonie ................................................................................. 5.2. I.C.T. ....................................................................................... 5.2.1. Ecare ...................................................................................... 5.2.2. Mediweb ................................................................................ 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket SAGA ......... 5.2.4. Gebruik van internet ............................................................. 5.2.5. Gebruik van itransport ....................................................... 5.3. Buizenpost .............................................................................. 5.4. Mondelinge communicatie ................................................ 5.5. Schriftelijke communicatie ..................................................
pg. 26 pg. 27 pg. 27 pg. 27 pg. 28 pg. 28 pg. 28 pg. 29 pg. 29 pg. 29
6. 6.1. 6.2.
pg. 30 pg. 30
.
Personeelsinformatie Ziekenhuisbreed .................................................................. Dienstspecifiek ......................................................................
Bijlagen Organigram, deontologische code, risicoanalyse, werkpostfiche, personeelsleden, kanbansysteem en itransport ................ pg. 30
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie en indeling De afdeling D1 bevindt zich op het gelijkvloers van de E-vleugel. De afdeling telt 25 bedden (wordt nog uitgebreid tot 32 bedden). Voor je de afdeling binnenkomt passeer je het polyklinisch blok van de internisten. Binnen de afdeling zijn de patiëntenkamers als volgt ingedeeld : ° 13 éénpersoonskamers (117-119-121-123-124-125-126-127-128-132-133-134-135) ° 6 tweepersoonskamers (118-120-122-129-130-131)
doksaal
A
Op de afdeling inwendige worden zowel patiënten met algemeen inwendige pathologie, met hartproblemen als voor oncologische problemen behandeld. Deze afdeling is ook uitgerust met telemetrie. Telemetrie betekent meten op afstand. Op onze afdeling betekent dit concreet meten op afstand van de hartparameters (hartbewaking). 1.2. Plaats binnen de organisatie De dienst inwendige maakt deel uit van de zorgcluster “Interne - Geriatrie”. De zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten; dienst inwendige, geriatrie 1, geriatrie 2, geriatrisch dagziekenhuis, interne liaison en oncologisch dagziekenhuis. Management
Dhr. J. Tally Algemeen directeur
Mevr. I. Luts Directeur patiëntenzorg
1.3. Multidisciplinair team Medisch team
Dr. Peter Van Haecke Pneumoloog
Mevr. A. Moens Zorgmanager
Dr. Philippe Van Iseghem Cardioloog
Dr. Eric Dhondt Cardioloog
Dr. Joost Deprez Gastro- enteroloog
Dr. Filip De Pauw Gastro-enteroloog
Dr. Eva De Raes Geriater
Dr. Birgit Mispelaere Oncologe
Dr. Heidi Mariën Pneumologe
Prof. Dr. Olga Segers Endocrinologe
Dr. Yves Piette Rheumatoloog
Dr. Liesbeth Verstraete Geriater
Sociale verpleegkundigen • mevr. Lieve Deprez • mevr. Marijke Tryhou Kiné, ergo en logopedie Interne liaison • mevr. Claire De Witte Diëtisten • mevr. • mevr. • mevr. • mevr.
Chantal Dhondt Lies Petyt Nele Delrue Rita Waunan
Psychologen • mevr. Kelly Monteny • mevr. Katrien Devidt Palliatief support team • mevr. Nathalie Hellynck Pastoraal medewerkster • mevr. Els Margodt Secretariaat inwendige • dhr. Bart Verhaeghe Andere specialiteiten kunnen ook advies geven binnen het multidisciplinair gebeuren : chirurgie, interne liaison, neurologie, huidziekten, oogziekten, ..... Verpleegkundig team Anncaroline Cracco Tel. : 050/232351
[email protected]
Op dienst zijn Patricia Calebout en Stefaan Tilleman de “meter en peter” van de nieuwe personeelsleden. Deze personen zullen de intreders niet enkel begeleiden, maar ook beoordelen aan de hand van het inscholingsplan. Indien een techniek beheerst wordt zal deze techniek door hen op het inscholingsplan van de intreder afgeparafeerd worden.
Als mentoren hebben wij op de afdeling: Patricia Calebout, Petra Knockaert, Els Tanghe, Karin Vanhove, Nadine Vansteelandt, Annelies Moeyaert,Stefaan Tilleman en Vanessa Vermeersch.
Referentieverpleegkundigen inwendige Voedingsdeskundige Annelies Moeyaert Procedure Petra Knockaert, Patricia Calebout Wondzorg Vanessa Vermeersch Diabetesverpleegkundige Annelies Moeyaert T.K.V. Stefaan Tilleman, Nadine Vansteeland M.V.G. Nele De Jaegher, Els Tanghe, Hanne Demolder V.I.P.-verpleegkundige Monica Coolman Palliatief team Eline Tilleman, Petra Knockaert, Karin Van Hove en Ann-Caroline Cracco Bijzondere beroepstitel in Karin Van Hove, Patricia Calebout, Stefaan Tillede oncologie man en Ann-Caroline Cracco
1.4.
Specialismen
Het Sint-Rembertziekenhuis is een polyvalent ziekenhuis die alle specialiteiten aanbiedt relevant voor een regionaal ziekenhuis; cardiologie, pneumologie, gastro-enterologie, endocrinologie, oncologie, geriatrie, reumatologie, ..... Meest voorkomende diagnoses/behandelingen • Ziekten van maag-darmstelsel • aandoeningen van de slokdarm (vb. oesofagoscopie) • aandoeningen van de maag (vb. maagulcus, maagbloeding en maagkanker) • aandoeningen van de darmen (vb. ziekte van Chröhn, diverticulitis, darmkanker) • obstructies • Ziekten van lever, galblaas en pancreas • levercirrose • levertumoren • pancreatitis • pancreastumoren • Maligne tumoren, bloedingen en inflammatoire aandoeningen • Patiënten met diabetes • Patiënten met endocrinologische aandoeningen • Patiënten met reumatologische aandoeningen • Patiënten met cardiovasculaire aandoeningen • Hypertensie • Syncope • Hartritmestoornissen • Myocardinfarct • (In)stabiele angina pectoris • Hartfalen • Cardiomyopathie • Pré- en postpacemakerimplantatie • Pré- en post coronarografie • Patiënten met pulmonale aandoeningen • COR pulmonale • Longembolie • COPD • Patiënten met oncologische aandoeningen • Borstcarcinoom, ovariumcarcinoom, cervixcarcinoom, ... • Longtumoren, prostaattumoren, hersentumoren, ..... • Ziekte van Hodgkin (lymfeklierkanker)
• • • •
Non-Hodgkin lymfoon (gezwellen van het lymfestelsel) Ziekte van Kahler (beenmergkanker) Coloncarcinoom ..........
Meest voorkomende onderzoeken; • Elektrocardiografie (ECG) = Registratie van elektrische activiteit van het hart. • Transoesofagale echo (TEE) = Door middel van geluidsgolven het zichtbaar maken van het hart op een televisiescherm. Gebeurt aan de binnenzijde van het lichaam. Door het inslikken van de transoesofagale echosonde kan het hart via de slokdarm goed in beeld gebracht worden. Het gebit van de patiënt moet op de kamer blijven liggen voor het onderzoek. • Cyclo-ergometrie (cyclo) = Test waarbij het ECG bij inspanning gecontroleerd wordt. Tijdens het fietsen worden er meerdere ECG’s gemaakt, dit om stoornissen bij inspanningen op te sporen of om de conditie van de patiënt te evalueren. • Coronarografie = Het visualiseren van de arteria coronaria. • CT abdomen • CT thorax/ct hals/ct schedel • Botscan • PET-scan • Gastroscopie • Bronchoscopie • Coloscopie • NMR • RX Thorax • ..............
Meest voorkomende behandelingen Medicamenteus Dieet Revalidatie PTCA (Percutane Transluminale Coronaire Angioplastie) = Onder plaatselijke verdoving wordt een dunne katheter meestal vanuit de lies tot aan het hart opgevoerd. Zoals bij een coronarografie wordt een kleurstof doorheen deze geleide katheter opgespoten en kan de cardioloog de kroonslagader en de vernauwing die behandeld moet worden zichtbaar maken op de scopiemonitor. Vervolgens wordt een katheter opgevoerd waar zich aan het uiteinde een ballonnetje bevindt. Deze katheter wordt opgevoerd totdat het ballonnetje zich in de vernauwing bevindt. Vervolgens wordt het ballonnetje enkele malen opgeblazen op de plaats waar de kroonslagader vernauwd is. Wanneer het ballonnetje opgeblazen is, sluit het de kroonslagader af en kan de patiënt wat pijn op de borst hebben. • Stenting = Een metalen spiraaltje of buisje in de behandelde vernauwing van de kroonslagader brengen teneinde de doorgankelijkheid van de opengeblazen kroonslagader te behouden. Bij stenting wordt het ballonnetje in de vernauwing • • • •
gebracht en opgeblazen. Hierdoor wordt de stent, die aanvankelijk in de opgevouwen toestand op de ballon zit, ontplooid en dicht tegen de wand aangedrukt. Hierna wordt het ballonnetje afgelaten en teruggetrokken. de ontplooide stent blijft in uitgevouwen toestand achter in de kroonslagader en ondersteunt als het ware de wanden van de kroonslagader. Hierdoor wordt er een grotere doorgankelijkheid van de kroonslagader bekomen, zodat na het plaatsen van de stent haast geen vernauwing meer over blijft. • Plaatsen van een pacemaker • ........................
1.5. Afdelingsopdracht - werkinhoud - werkverdeling - takenpakket 1.5.1. Verwachtingen Het behandelen van een patiënt op inwendige impliceert hoe dan ook een zekere stresssituatie voor elke patiënt. Dit eist een vorm van stabiliteit van de persoon in kwestie die zowel correct, consequent als kordaat moet kunnen handelen. correct • verwerven van inzicht en verbanden leggen tussen pathologie en therapie • deskundige organisatie en coördinatie van toegewezen taken • oplossingen zoeken voor de noden van de patiënt, arts en familie • steeds handelen met gepaste attitude consequent: • efficiënt werken (probleemoplossend) • verantwoordelijkheid dragen kordaat • met eigen inbreng (argumenterend) • stresssituaties aankunnen Motivatie en verantwoordelijkheidszin Zelfdiscipline – arbeidsdiscipline - collegialiteit - vakkennis en eerlijkheid zijn eigenschappen van een goede interne-verpleegkundige. Dynamiek uitstralen is een pluspunt. Orde Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Werk af waaraan je begint. Probeer proactief het werk te zien. Alles heeft een plaats, zorg dat het er dan ook terug terechtkomt na gebruik. Stiptheid t.o.v. • de te presteren werkuren • de opgedragen taken • de collega’s: geef een volledige overdracht
Zelfstudie De meest voorkomende ingrepen worden beschreven in de proceduremap per discipline. Naast deze aanwezige nota’s is het aangewezen een eigen notaboekje aan te leggen. De eerste maanden word je overspoeld met informatie die je zeker niet allemaal kan onthouden. Werklust Van iedereen wordt ijver en tempo verwacht. Natuurlijk zijn er persoonlijke verschillen in aanpak. Via individuele bijsturingsgesprekken wordt het verwachtingspatroon duidelijk gemaakt en waar nodig bijgestuurd. Het is de taak van iedere collega om uit te leggen wat er specifiek van jou verwacht wordt. Van elke collega mag jij op jouw beurt verwachten dat hij/zij op een positieve en constructieve wijze feedback geeft. Probleemoplossend vermogen Bij problemen kan je steeds terecht bij de meter of peter of als student bij de mentor. Ook de deur van de hoofdverpleegkundige staat steeds voor je open. Hij ziet erop toe dat je je ontwikkelt zoals van je wordt verwacht. Wanneer er meningsverschillen zijn met collega’s, praat ze eerst samen uit. Is er echter geen overeenkomst, stap dan met je probleem naar de hoofdverpleegkundige. Iedereen op dienst is verantwoordelijk voor een correcte opvang van nieuwe medewerkers. Eerlijkheid Fouten maken is menselijk, maar ze moeten toegegeven kunnen worden. Zodoende kan men fouten herstellen. Verantwoordelijkheid en eerlijkheid vullen elkaar aan. Collegiaal Op een dienst inwendige waar een hoge werkdruk heerst, is collegialiteit een must. Het bevordert het arbeidsklimaat : wisselen van uren, elkaars zwakke en sterke punten erkennen. Organisatietalent Inzicht in de werkzaamheden/behandelingen/pathologie is nog altijd nodig. Hij weet hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden weet prioriteiten te stellen. Kan snel beslissen en de juiste maatregelen treffen ( flexibilitieit). Moet een zekere rust uitstralen zeker in levensbedreigende situaties.
Vakkennis Door een basisopleiding van verpleegkundige en eventueel een voortgezette opleiding zal hij/zij deze kennis opdoen. Ook is men geïnteresseerd om jaarlijks bij te scholen, zowel interne als externe opleidingen. Het vakgebied is zeer uitgebreid : anatomie, pathologie, medicatiekennis, technische vaardigheden,.....
1.5.2. Verpleegactiviteiten MEEST VOORKOMENDE MEDISCH-VERPLEEGKUNDIGE TECHNIEKEN ADEMHALINGSSTELSEL - Zuurstoftherapie met neusbril en masker - Gebruik van ambu bij reanimatie - Aërosol via perslucht - Aspiratie via mond/neus van de bovenste luchtwegen - Plaatsen van een mayocanule - Gebruik van een thoraxdrainagesysteem BLOEDSOMLOOPSTELSEL - Meten van glycemie via glucometer - Perifere bloedname / perfusie plaatsen - Centrale katheter verschonen - Haemoculturen kunnen afnemen - Voorbereiding, toedienen van en toezicht op IV-perfusies en transfusies - Kennis hebben van parameters (bloeddruk, pols, EKG, saturatie) - Kennis hebben van een niet-invasieve monitoring SPIJSVERTERINGSSTELSEL - Manuele verwijdering van faecalomen - Lavement kunnen toedienen - Inbrengen van maagsonde - Kennis hebben van een PEG-sonde - Sondevoeding kunnen aanschakelen via een voedingspomp Mobiliteit - Wisselligging geven / (reuma)patiënt goed positioneren - Opzetten van de patiënt met een passieve en een actieve tillift - Het fixatieprotocol kunnen uitvoeren Urogenitaal stelsel - Voorbereiding, uitvoering blaassondage, blaasspoeling - Gebruik kunnen maken van een bladderscan en kunnen interpreteren - Bijhouden van het urinedebiet - Incontinentiemateriaal correct kunnen gebruiken
Huid en zintuigen - Wondzorg correct kunnen toepassen - Voorbereiding, uitvoering en toezicht van hechtingen, wieken en drains - Decubituspreventie kunnen toepassen bij de patiënt Medicamenteuze toediening / Voedsel- en vochttoediening - Voorbereiden en toedienen van medicatie via volgende toegangs wegen : oraal, subcutaan, via aerosol, rectaal, IV-medicatie, vaginaal, intramusculair, oor- en oogindruppeling, via gastro-intestinale katheter, dermaal. - Parenterale voeding - Hulp bij vocht- en voedseltoediening / balans bijhouden - Gebruik kunnen maken van een slikscreeningtest - Kennis van het pompsysteem bij duodopatherapie Assistentie bij medische handelingen - Assistentie kunnen geven bij een lumbaalpunctie Hygiëne - Gedeeltelijke en volledige hulp bij patiënt (ADL – bedbad) - Mondhygiëne kunnen toepassen - Isolatiemaatregelen kunnen nemen (MRSA, MRSE,…) - Lijktooi kunnen uitvoeren Kennis - Kennis hebben van de meest voorkomende onderzoeken: bloednames, radiologie, NMR, lumbale punctie, angiografie, transoesofagale echografie, EEG, EP, … - Goed kunnen observeren en rapporteren zowel in dossier als op briefing. - Hartritme-afwijkingen kunnen detecteren via telemetrie en toewijzen. Parameterscontrole via monitoring telemetrie : hartslag, bloeddruk, saturatie, ademhaling, temperatuur. Voor alle interventies verwijzen we naar de procedures die in het ziekenhuis aanwezig zijn op de medische portaalsite of in de proceduremap op afdeling zelf. De uren van de stagiairs worden afgesproken bij de start op de afdeling. Deze uren worden afgestemd met de uren van de toegewezen mentoren en de controlemomenten van de stagebegeleidster. Naast de totaalzorg van de patiënten mag de student ook : - De utility, keuken, linnenkar, verzorgingswagens opruimen en aanvullen - Magazijn mee helpen bestellen en opbergen - Apotheek opbergen - Verpleegdossiers in orde brengen of nieuwe dossiermapjes maken - Zich kandidaat stellen om bepaalde onderzoeken en activiteiten te bekijken (endoscopie, ergotherapie, lumbale punctie, EEG, EP,… ). Steeds vragen aan de verantwoordelijke.
2.
Een dag op de dienst inwendige
Vroegdienst tijdens de week uur vroege zone 1 6:15 Briefing 6:30 Patiëntenzorg (nuchtere ptn eerst) Bloedafnames + dagcurves (POCT) Teamleider verdeelt de zorgtaken Patiënt installeren voor ontbijt 7:30 Medicatiebedeling voor inname bij ontbijt door teamleiders 7:40 Ontbijt opdienen - patiënt hulp bieden bij ontbijt (teamleden) 8:10 MD patiëntenbespreking (teamleiders) 8:17 Patiëntenzorg 8:25 Patiëntenzorg: Hygiënische zorg/bad/douche en bedopmaak Haarwassing /nagelverzorging /voetbad Parametercontrole Wondzorg Rapportage en zorgplanning op kamer patiënt Verzorgingskar aanvullen 10:30 Ontslagdocumenten en medicatie finaliseren 10:45 Dagcurves (POCT) 10:50 Koffiepauze indien mogelijk 11:00 11:15 11:40 12:15 13:15 13:45 14:30 14:55 15:00
vroege zone 2
Patiëntenzorg MD patiëntenbespreking (teamleiders)
Medicatiebedeling voor inname bij middagmaal door teamleiders Lunchpauze teamleiders (45') Opdienen van maaltijden + hulp voeding EINDE SHIFT TEAMLEDEN V20 Patiëntenzorg (patiënten in bed leggen, wisselhouding, toilethulp) EINDE SHIFT TEAMLID V80 Patiëntenbespreking Medicatiebedeling 14u Afsluiten medicatieronde EINDE SHIFT TEAMLEIDERS LEGENDE Geneesmiddelentoediening Verzorging aan bed Afsluiten medicatiebeheer (=valideren handelingen) Briefing en patiëntenbespreking Maaltijdmomenten Lunchpauzes en koffiebreak Verantwoordelijke Logistieke taken
Vroegdienst tijdens het weekend
vroege zone 1 en 2 uur 6:15 Briefing 6:30 Patiëntenzorg Bloedafnames + dagcurves (POCT) Teamleider verdeelt de zorgtaken Patiënt installeren voor ontbijt 7:30 Medicatiebedeling voor inname bij ontbijt (teamleiders) 7:30 Ontbijt opdienen - patiënt hulp bieden bij ontbijt (teamleden) 8:45 Patiëntenzorg: Hygiënische zorg/bad/douche en bedopmaak Haarwassing /nagelverzorging /voetbad Parametercontrole Wondzorg Rapportage en zorgplanning op kamer patiënt Verzorgingskar aanvullen 10:30 Ontslagdocumenten en medicatie finaliseren (enkel zaterdag) 10:45 Dagcurves (POCT) 10:50 Koffiepauze indien mogelijk 11:00 Lunchpauze teamleiders 11:40 Opdienen van maaltijden + hulp voeding 11:45 Medicatiebedeling voor inname bij middagmaal door teamleiders 12:15 EINDE SHIFT TEAMLEDEN 12:30 Afdienen maaltijden 12:40 Patiëntenzorg (patiënten in bed leggen, wisselhouding, toilethulp) 13:15 Koffiebedeling 13:45 14:30 14:55 15:00
Patiëntenbespreking Medicatiebedeling 14u Afsluiten medicatieronde EINDE SHIFT TEAMLEIDERS
Avonddienst tijdens de week
uur late zone 1 13:45 Patiëntenbespreking 14:30 Koffie afdienen 14:45 Patiëntenzorg /parameters nemen Opnames/overnames patiënten Rapportage in verpleegdossier 16:00 Medicatiebedeling 16 u
17:10 17:45 18:30 19:00 20:00 21:10 21:30 21:45
Lunchpauze 1/2 uur
16:40 Dagcurves (POCT) 16:45
late zone 2
Medicatiebedeling voor inname bij avondmaal Opdienen avondmaal en hulp voeding Afdienen avondmaal Patiëntenzorg Patiëntenzorg Medicatiebedeling 20 u
Dagcurves (POCT) Afsluiten medicatieronde Briefing EINDE SHIFT
Laatondersteunend tijdens de week
uur late ondersteunend 13:15 Koffiebedeling Opname van patiënten/beloproepen Check Q&S 13:45 Patiëntenbespreking 14:30 Patiënten uit bed halen 14:45 Patiëntenzorg/parameters nemen Opnames/overnames patiënten Rapportage in verpleegdossier
17:10 Opdienen avondmaal en hulp voeding 17:45 Afdienen avondmaal 18:15 Administratie OZ's + i-Transport Patiëntenzorg 19:15 EINDE SHIFT
Avonddienst tijdens het weekend
laatdiensten uur 13:45 Patiëntenbespreking 14:30 Patiënten uit bed halen 14:45 Patiëntenzorg /parameters nemen Rapportage in verpleegdossier 16:00 Medicatiebedeling 16 u
17:30 18:15 18:30 19:00 20:00 21:10 21:15 21:45
Lunchpauze 1/2 uur
16:40 Dagcurves (POCT) 16:45 Medicatiebedeling voor inname bij avondmaal Opdienen avondmaal en hulp voeding Afdienen avondmaal Patiëntenzorg Patiëntenzorg Medicatiebedeling 20 u Dagcurves (POCT) Afsluiten medicatieronde Briefing EINDE SHIFT
Ondersteunende avonddienst tijdens het weekend
ondersteunende laatdienst uur 13:15 Koffiebedeling 13:45 Patiëntenbespreking 14:30 Patiënten uit bed halen 14:45 Patiëntenzorg /parameters nemen Rapportage in verpleegdossier Opnames/overnames patiënten
17:30 Opdienen avondmaal en hulp voeding 18:15 Afdienen avondmaal 18:30 Patiëntenzorg 19:15 EINDE SHIFT
Dienstscenario hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke
uur hoofdverpleegkundige/ dagverantwoordelijke 8:00 Grafische trends telemetrie afdrukken Administratie Kennismaking nieuwe ptn. 8:10 MD patiëntenbespreking 8:25 Administratie Doktersronde Voorbereiding ontslag patiënten Ad hoc bijstand bij onvoorziene omstandigheden omstandigheden
10:50 Koffiepauze indien mogelijk
12:30 Lunchpauze
13:30 Administratie 13:45 Patiëntenbespreking 14:30 Administratie Doktersronde Familie te woord staan Ad hoc bijstand bij onvoorziene omstandigheden omstandigheden (Voorbereiding) vergadering/werkgroep 17:00 EINDE SHIFT
Dienstscenario van zorgkundige en logistiek
uur logistiek 7:15 Ontbijtkar afhalen Stalen wegbrengen naar labo Opruimen utility 7:40 Ontbijt opdienen Opruimen utility Temperatuurcontrole frigo 8:45 Ontbijt afdienen Maaltijdbevraging Opruimen utility Hulp bedopmaak Temperatuurcontrole frigo Aanvullen linnenkarren Kameropschik bij ontslag 10:50 Koffiepauze indien mogelijk
11:40 Op- en afdienen middagmaal 12:15 Onderhoud rollend materieel (maa) Aanvullen handschoenen en handalcohol (din+vrij) Voorbereiden blanco dossiers (woe) Controle infuusstaanders/optrekbeugels (don) Klaarzetten koffiekar 13:15 EINDE SHIFT
F F F F F F F
Controle identificatiebandje van de patiënt!! Vóór de zorg patiëntendossier en zorgplanning inkijken Insuline wordt steeds VÓÓR de maaltijd toegediend!! Geen medicatie op nachttafel van de patiënt zetten (wachten op maaltijd)!! Aftekenen van medicatietoediening pas na inname van medicatie op eigen naam Schriftelijke rapportage van de zorg onmiddellijk na toediening zorg op de kamer/gang Er wordt geen apart nachtverslag gemaakt - alles staat in het dossier van de patiënt!
• BEZOEKUREN : Afdeling : 14u – 20u30 • ALGEMENE AFSPRAKEN • Er kan beroep gedaan worden op het flexteam bij ziekte, drukte, … Dit flexteam kan op voorhand aangevraagd worden via het programma i PROVA. Voor dringendere problemen kun je terecht bij de verantwoordelijke van het flexteam (Maarten Casier 2611). • Bij brand moet men bellen naar het nummer 2000 en de verdere richtlijnen volgen zoals afgesproken. • Rooming in : Bij palliatieve patiënten heeft de familie de mogelijkheid om bij de patiënt te overnachten en een maaltijd (ontbijt, middag- en avondmaal) te verkrijgen. • • • •
Bepaalde dienstafspraken AFSPRAKEN ROND HYGIENE : zie proceduremap. Handontsmetting, gebruik van handschoenen,… . PATIENTENIDENTIFICATIEBANDJE : Is VERPLICHT voor elke patiënt en wordt geregeld gecontroleerd. Indien de patiënt geen bandje draagt dit meedelen aan de verantwoordelijke. MAGAZIJN : bevoorrading door magazijn via KANBAN-systeem (in de loop van het schooljaar 2014-15)(bijlage 6) MEDICATIE : medicatie wordt klaargezet via het EMV en afgetekend na toediening.
3. Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken 3.1.
Procedures, protocollen en standing orders
• Cardiologie
procedure coronarografie procedure pacemaker implantatie
• Gastro-enterologie
procedure coloscopie procedure gastroscopie procedure leverpunctie procedure ascitispunctie
• Pneumologie procedure bronchoscopie procedure pleurapunctie procedure thoraxdrainage • Oncologie
procedure P.A.C. implantatie staand order over eerste behandeling in palliatieve situaties
3.2. Hygiëne op de interne afdeling 3.2.1. Fysische hygiëne Het hoeft geen lang betoog om te zeggen dat hygiëne, hier dan in de lichamelijke vorm, een van de belangrijkste aandachtspunten is binnen de zorg op de dienst neurologie. Ieder lid van het multidisciplinair team kan een overdracht doen van micro-organismen van een besmette patiënt naar een ander/ of zichzelf. Naast steriel werken is handhygiëne de belangrijkste preventiemaatregel om dergelijke infectierisico’s te vermijden. Op onze dienst bevinden zich dispensers met handontsmettingsvloeistof thv de posities, verzorgingskarren... In iedere positie bevinden zich maskers, mutsen, spatbrillen en handschoenen om bij te dragen voor een correcte hygiënische zorg. Uiteraard blijft een persoonlijke hygiëne : haartooi, nagels en beroepskledij ook zeer belangrijk! 3.2.2. Prikongeval In de eerste plaats moet alles gedaan worden om een prikongeval te voorkomen. Recappen wordt voortaan uitdrukkelijk verboden. Naalden moeten onmiddellijk na gebruik zonder verdere manipulatie in de speciaal daartoe bestemde naaldcontainer geworpen worden (K.B. 3 mei 2013). In geval van een ‘Prikongeval’
is er een procedure van kracht. In feite betreft het niet alleen prikken, maar ook blootstelling aan bloed, bloederig vocht, andere potentieel besmettelijke lichaamsvochten. De blootstelling kan gebeuren met intacte huid, niet intacte huid, mucosa of percutaan. Contact met intacte huid wordt normaal beschouwd als een klein risico terwijl contact met mucosa en niet intacte huid een matig risico inhoudt. Voor percutane blootstelling maakt men een onderscheid tussen een minder ernstig risico en een ernstig risico. De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het ziekenhuis. Voor personeel van het ziekenhuis dekt de arbeidsongevallenverzekering de kosten. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf. De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt de hoofdverpleegkundige op de hoogte en meld je aan op de dienst spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt er een bloedname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere afhandeling. Als student neem je na het opstellen van de E.H.B.O.-bon contact op met de school betreffende verzekering. De procedure staat uitgebreid omschreven op intranet. 3.3. Patiëntveiligheid Het oplopen van onbedoelde schade is een reëel probleem in de gezondheidszorg. Vandaar dat er zeer veel aandacht geschonken wordt aan een cultuur van patiëntveiligheid. Ook in het AZ Sint-Rembert is dit de hoogste prioriteit. Het optreden van onbedoelde schade wordt benoemd als een ‘incident’. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: een valongeluk bij een patiënt, een medicijn toedienen bij de verkeerde patiënt, het niet correct identificeren van een labostaal, de glycemie meten bij de verkeerde patiënt… Belangrijk is om een (bijna-)incident altijd te melden aan de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke, zelfs als de patiënt hier geen directe schade van ondervindt. Hij of zij zal dit melden in het incidentmeldsysteem van het ziekenhuis. Incidenten worden verder geanalyseerd door de patiëntveiligheidscoördinator. Belangrijk hierbij is niet wie iets fout heeft gedaan maar wat er in het proces kan worden verbeterd zodat het risico op een gelijkaardig incident in de toekomst kan worden vermeden! In het ziekenhuis wordt veel aandacht besteed aan identificatie. Dit betekent o.a. dat patiënten op elke ogenblik geïdentificeerd moeten kunnen worden aan de hand van een polsbandje. Deze controle moet gebeuren vóór elke handeling die bij de patiënt wordt uitgevoerd (bv. toedienen medicatie, bloedafname uitvoeren, patiënt afhalen voor transport naar een onderzoek…). Tenslotte wordt ook aan de patiënt zelf gevraagd om mee te helpen in zijn eigen veilige behandeling. Hiervoor krijgt elke patiënt bij opname een brochure met de volgende tips.
Geef alle informatie over uw gezondheidstoestand
Geef het aan als u iets niet begrijpt
Bespreek vooraf het verloop van uw operatie
Schrijf op welke medicijnen u gebruikt
Stel vragen als de medicijnen er anders uitzien dan verwacht
Volg de instructies en adviezen goed op
Betreffende procedures en protocollen wordt verwezen naar intranet en naar de aanwezige procedures die digitaal terug te vinden zijn op de afdeling.
4. Patiëntenvoorlichting Volgende brochures zijn op de dienst beschikbaar: • Informatiebrochure “doorligwonden” • Informatiebrochure “M.R.S.A.”
5. Communicatie 5.1. Telefonie De telefoonnummers binnen het ziekenhuis bestaan uit 4 cijfers. Alle nummers kan je vinden in de telefoongids van het ziekenhuis of via intranet. Als men iemand buiten het ziekenhuis wil opbellen, moet men eerst telefoneren naar de centrale (11) en een buitenlijn aanvragen. Als je een lijn wil doorverbinden naar een ander toestel, dien je eerst op de ‘R’toets te drukken en daarna het nummer van het ander toestel te vormen. Het gebruik van de eigen privé-GSM op dienst is verboden. Hiervoor wordt verwezen naar vroegere dienstmededeling (DM 2 van 2012). Dects op de afdeling De meeste artsen, assistenten en verantwoordelijken dragen een persoonlijke dect. Elke dect heeft een nummer met 4 cijfers. Wanneer het toestel aan de andere kant van de lijn bezet is kan je de ‘ring back’ functie instellen door op de toets ‘2’ te drukken. Bel je iemand op en heb je oorspronkelijk een gewoon oproepsignaal gevolgd door een ‘snelle bezettoon’ dan betekent dit dat de dect van deze persoon in de lader zit. Wil je een arts thuis opbellen dan kan dit via verkorte code **2+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de huistelefoon van deze arts. Gebruik je **5+’drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan word je doorverbonden met de persoonlijke GSM van deze arts, voor zover zijn/haar verkorte code geprogrammeerd is. Het noodnummer van het ziekenhuis is 2000 (brand of andere noodsituaties) Telefoonnummers voor de dienst neurologie Hoofdverpleegkundige 2351 Bureel verpleging; 2351 Zorgmanager Amber Moens
2618
Inwendige Dr. Joost Deprez Dr. Philippe Van Iseghem Dr. Eva De Raes Dr. Olga Segers Dr. Peter Van Haecke Dr. Lieve Vanherle Dr. Erik Dhondt Dr. Filip De Pauw Dr. Birgit Mispelaere Dr. Heidi Mariën Dr. Yves Piette Dr. Stagiair inwendige
2407 2408 2409 2416 2410 2417 2411 2412 2405 2415 2441 2573
Secretariaat inwendige Secretariaat cardiologie
2401 2403
Verpleging secretariaat Bart Verhaeghe Dirk De Naeghel
2402 2767
ECG-afname Endoscopie
2585 2404
5.2. ICT Op ICU zijn er diverse computers beschikbaar. Het ziekenhuis beschikt over een eigen intranet. Via intranet kan je alle mogelijke informatie vinden over het ziekenhuis, procedures,…. 5.2.1. Ecare Op één van de PC’s staat Ecare. Dit is een elektronisch operatieprogramma. Dit programma wordt gebruikt voor boeken, opvolgen en registreren van iedere ingreep. Tevens biedt dit programma de mogelijkheid om alle procedures van mogelijke ingrepen te raadplegen. In het operatiekwartier wordt er sinds november 2012 met dit planningspakket gewerkt. Hoe werkt het ? 1. Op consultatie wordt de ingreep van een patiënt gepland in de agenda van Ecare. Om dit mogelijk te maken werden voor alle specialismen samen ongeveer 1000 ingrepen vooraf gedefinieerd in Ecare. 2. In het operatiekwartier, op de consultaties en op de verpleegdiensten kunnen alle geplande ingrepen gevolgd worden in een overzicht. Hierop zijn per dag alle geplande ingrepen te zien, geschikt volgens uur van ingreep. De kleuren bepalen de status van de ingreep. De verpleegdiensten kunnen van iedere ingreep preoperatieve en andere informatie opvragen door een dubbelklik op het ingreepvakje. 5.2.2. MEDIWEB (elektronisch medisch dossier) * Gebruik Via intranet vind je onder ’toepassingen’, de ‘medische portaalsite’ terug. Deze toepassing is een databank met patiëntengegevens die door artsen, verpleegkundigen en paramedici wordt gebruikt. Iedere dienst of arts heeft een aparte log-in. Studenten verpleegkunde kunnen dit bestand enkel inzien in het bijzijn van een verpleegkundige.
* Functies • Beddenlijst. Voor de arts bestaat dit uit zijn toegewezen patiënten per dienst. Voor de verpleegafdeling gaat dit om alle opgenomen patiënten binnen de eigen afdeling. • De elektronische registratie van opname, transfer en ontslag van de patiënt. • Elektronische aanvraag patiëntenklevers en/of identificatiebandje • Administratieve gegevens van een patiënt raadplegen vb. telefoonnr. • Opvragen van protocollen en verslagen van onderzoeken • Elektronische aanvraag voor kinesitherapie / voedingsdeskundige • Gebruik van visuele herkenningspunten voor ziekenhuishygiëne/interne liaison. 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket: SAGA SAGA HCPS is een Windows toepassing voor de opmaak van dienstroosterplanning . Het diensthoofd gebruikt deze toepassing voor zijn/ haar personeelsadministratie. Met SAGA is het mogelijk om de planning van dienstroosters te realiseren, rekening houdend met mogelijke wensen, het contractueel aantal uren, alle mogelijke tellers zoals verlof, feestdagen, aantal nachten, enz. Saga wordt gebruikt als een planningspakket. Het uurrooster voor de personeelsleden van de dienst wordt hierin opgemaakt en gecorrigeerd. De personeelsleden kunnen via een persoonlijke login het uurrooster en hun eigen urenpakket consulteren. Deze gegevens worden maandelijks verwerkt door de personeelsdienst. Aan de hand van deze gegevens worden de loonprestaties berekend. 5.2.4. Gebruik van internet Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden. 5.2.5. Gebruik van itransport Wat is ITransport® ITransport® is een real-time communicatie en informatie systeem voor het intern vervoer in ziekenhuizen. ITransport® geeft automatisch taken aan de medewerkers van deze dienst. De taak wordt op het display van een mobiel device weergegeven. De
medewerker kan de taak accepteren via een code. Verstoringen in het proces (patient niet klaar / lift bezet / goederen niet aanwezig) kunnen eenvoudig via een code worden teruggekoppeld. Als de medewerker klaar is meldt hij/zij dit en krijgt automatisch een volgende opdracht die bij zijn/haar profiel past en zo dichtbij mogelijk is. De gebruikers (Verpleegafdelingen / Behandelafdelingen / Servicedesk / e.d.) hebben overzicht van de status van alle voor hen van toepassing zijnde taken. Zij kunnen onder andere zien welke taken onderweg zijn en hoe laat verwacht wordt dat de taak klaar is. (in bijlage 7 vind je hoe je een transportaanvraag moet ingeven). 5.3. Buizenpost Wat kan opgestuurd worden: • aanvragen van onderzoeken • apotheekvoorschriften • bloedtubes of stalen Hoe bloedtubes of stalen opsturen: • bloedbuisjes in een kangoeroezakje plaatsen • aanvraagformulier in de buitenkant van de zak plaatsen • de zak in een cartouche steken • de bestemming programmeren • cartouche in de buis plaatsen • het verzenden gaat verder automatisch Het opsturen van formulieren volgt dezelfde procedure, maar ze moeten niet in een kangoeroezakje.
5.4. Mondelinge communicatie Op dienstniveau • Er is driemaal per dag patiëntenoverdracht • Er is drie tot viermaal per jaar dienstvergadering • Er zijn bijscholingen door verpleegkundigen, artsen en firma’s, ... • Er is dagelijks overleg met de behandelende artsen (meerdere malen indien toestand van de patiënt kritisch is) • Regelmatig overleg met geneesheer-diensthoofd • Dagelijks overleg met diëtiste • Overleg met de opnamecoördinator Op ziekenhuisniveau • Overleg met de zorgmanager • Maandelijkse clustervergadering kritische diensten • Vergadering hoofdverpleegkundigen • Participatie in diverse werkgroepen (door hoofdverpleegkundige) - comité voor ziekenhuishygiëne
5.5. Schriftelijke communicatie Wij hebben ons magneetbord, waar dienstnota’s en directe info op komen.
6. Personeelsinformatie 6.1. Ziekenhuisbreed Op intranet vind je: • algemene personeelsinformatie • verschillende malen per jaar verschijnt er een nieuwsbrief • een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving. 6.2. Dienstspecifiek De opgehangen info aan het magneetbord wordt bijgehouden in de map dienstnota’s.
Bijlagen 1.
Organogram departement patiëntenzorg
2. Deontologische code voor verpleegkundigen in België Deze code geeft de leidraad die moet gevolgd worden binnen ons ziekenhuis. 3. Risicoanalyse Deze risicoanalyse werd door de arbeidsgeneesheer opgemaakt en geeft een overzicht van de risicoposten binnen het ziekenhuis. Er wordt verwacht dat ieder nieuw personeelslid en nieuwe student de gepaste maatregelen neemt. Hiervoor kun je terecht bij uw meter-peter of mentor. Voor studenten die voor de eerste maal in het ziekenhuis komen, wordt een brochure van hef- en tiltechnieken voorzien. 4. Werkpostfiche
5. Personeelsleden van de dienst op 1/8/2014
Nele Dejaegher
Patricia Calebout
Monica Coolman
Hanne Demolder
Annelies Moeyaert
Isabel Scharlaeken
Sandra Schollier
Els Tanghe
Eline Tilleman
Stefaan Tilleman
Karin Vanhove
Vanessa Vermeersch
Karen Goeminne
Nicki Huwel
Petra Knockaert
Marijke Maertens
Marianne Melis
Martine Pardaen
Nadine Vansteeland
Sarah Pollentier
7. Itransport; een transportaanvraag ingeven: Voor patiëntentransport kan een aanvraag enkel via de beddenlijst in Mediweb. 1. Open Mediweb. 2. Open de beddenlijst. 3. Zet een vinkje voor de patiëntnaam waarvoor je een aanvraag wil aanmaken. 4. Klik op het icoontje “Itransport” in de menubalk.
5.
Vul de volgende velden aan:
•
Naar: het adres van bestemming. Het veld “Van” wordt automatisch ingevuld.
•
“Geen retourtransport nodig”: enkel aanvinken als er geen retourtransport nodig is. Dit wordt bij correct aangevraagde retouraanvragen automatisch aangevinkt. Indien niet, zelf aanvinken bij retourtransporten naar de verpleegafdeling! De regel verdwijnt dan automatisch uit de lijst na afwerken transport.
•
“Voorlopig”: niet aanvinken tenzij de aanvraag door de dienst van bestemming zal worden geactiveerd.
Bij de volgende bestemmingen wordt “Voorlopig” automatisch aangevinkt: o Radiologie en Operatiekwartier o Endoscopie o Consultaties
• “Plandatum” = standaard vandaag. Er kan ook op latere datum gepland worden. Klik hiervoor op het icoontje “agenda” naast het veld.
• “Plantijd” = uur van aankomst op bestemming. Een klik op het icoontje opent de time picker.
Belangrijk: vul indien mogelijk een tijd in die 10 minuten vroeger ligt dan het gewenste uur van aankomst. Op die manier wordt geanticipeerd op vertragingen in het transport. Dit kan uiteraard enkel voorzover de toestand van de patiënt het toelaat om 10 minuten vroeger op de afspraak toe te komen. Voorbeeld: Afspraak op consultatie NKO om 10:00. Vul in als aankomsttijd 9:50. Voor de bestemmingen waarbij “Voorlopig” automatisch is aangevinkt vul je 7:30 in (RX, OK, Endoscopie…). Als het uur van afspraak wel al gekend is, vink dan “Voorlopig” uit en vul het uur van afspraak in (– 10 min indien mogelijk).
Belangrijk: wijzigt het uur van afspraak, wijzig dit dan ook in ITransport! • M/V of taakcode: kies Man of Vrouw. Bij materialentransport: kies “Diversen”. • Patiëntnaam of taakomschrijving: De naam wordt automatisch ingevuld. Transportaanvragen voor patiënten dienen steeds te gebeuren via de beddenlijst. Komt de patiënt niet voor in de beddenlijst dan kan nog geen aanvraag aangemaakt worden!
Het is belangrijk dat aanvragen gebeuren via de beddenlijst in Mediweb. Enkel zo kan ITransport meerdere aanvragen voor dezelfde patiënt herkennen als zijnde van dezelfde patiënt! Bij een correcte aanvraag staat de naam in hoofdletters en het patiëntnummer achter de naam. • Transportwijze of taaksoort: Bed met PTS: met gebruik van een bedmover (mechanische hulp). Urgentie: dit veld hoogst uitzonderlijk invullen! Wanneer bij meerdere aanvragen “Urgentie” wordt ingevuld gaat het effect ervan volledig verloren. Integendeel, ITranport kan dan minder efficiënt plannen waardoor een tegengesteld effect kan optreden. Om misbruik te voorkomen moet de naam van de aanvrager ingevuld worden. Bij vertragingen verhoogt ITransport de prioriteit stelselmatig. Urgentie invullen is daarom zelden aangewezen. Beter is om op tijd de aanvraag aan te maken of te activeren en de aankomsttijd 10 minuten vroeger in te plannen dan het afspraak uur.
Opmerkingen:
1. 2.
Veld Opmerking = een vrij tekstveld. Aanvinken van voorgedefinieërde opmerkingen
6.
De aanvraag opslaan:
Klik op de knop Opslaan linksboven. De aanvraag sluit.
Klik op de knop IItransport aanvragenoverzicht om te controleren of de aanvraag correct en met de correcte status werd aangemaakt.
TIP: hou het aanvragenoverzicht continu geopend onderaan in de taakbalk. Zo kan je meteen na een wijziging kijken of alles correct werd ingebracht. Belangrijk: aanvragen minimum 30 min. vóór uur van aankomst activeren! Alleen zo kan ITransport voldoende vooruit kijken en efficiënt plannen. Voorbeeld: Afspraak om 10 uur. Aanmaak of activering transporttaak ten laatste om 9:30. Plantijd: 09:50