INTRODUCTIEBROCHURE VOOR NIEUWE VERPLEEGKUNDIGEN EN STUDENTEN
DAGZIEKENHUIS GERIATRIE 1
Versie januari 2010 Versie maart 2016
Welkom Het team van het Geriatrisch dagziekenhuis heet je van harte welkom. Wij zullen ons best doen opdat jij je zo snel mogelijk thuis voelt in onze groep. Deze brochure biedt je een eerste kennismaking met onze afdeling. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze dienst. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kan je altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid. We wensen je alvast veel werkgenot en veel succes!
Voornaamste stelregel: als je twijfelt, vraag dan hulp! Dit doe je beter te vroeg dan te laat!
2
Inhoudstafel 1. Voorstelling van de afdeling
p. 4
1.1. Locatie
p. 4
1.2. Plaats binnen de organisatie
p. 5
1.3. Multidisciplinair team
p. 6
1.4. Patiënten
p. 7
1.5. Afdelingsopdrachten
p. 15
2 Patiëntenvoorlichting
p. 18
Jessa Patiëntgericht!
p. 19
3. Communicatie
p. 20
3.1. Telefonie
p. 20
3.2. ICT
p. 20
3.3. Communicatie
p. 20
3.4. Dienstvergadering
p. 20
4. Personeelsinformatie
p. 21
4.1. Ziekenhuisbreed
p. 21
4.2. Dienstspecifiek
p. 21
4.3. Teambuilding
p. 22
5. Risicoanalyse & werkpostfiche
p. 23
3
1. VOORSTELLING VAN DE AFDELING 1.1. Locatie Onze afdeling bevindt zich op de benedenverdieping, achteraan in de gang van geriatrie 3 (tweede helft) – oranje pijl. De kamers met de groene deurstijlen zijn de patiëntenkamers van het dagziekenhuis geriatrie. De kamers zijn als volgt verdeeld: • 2 kamers met 2 bedden • 1 kamer met 3 zetels • 1 kamer met 4 zetels • 1 kamer met bed Onmiddellijk na de glazen dubbele deur bevindt zich links het verpleegstation met de burelen en computers. Tegenover de verpleegdesk ligt het bureel van de dokters. Achteraan rechts op de gang, voorbij de nooduitgang, bevindt zich de keuken. We gebruiken de utility, het toilet voor personeel en de voorraadkamer met het leeg vol systeem van de afdeling geriatrie 3.
Grondplan
4
1.2. Plaats binnen de organisatie Het Geriatrisch dagziekenhuis maakt deel uit van de zorgcluster Geriatrie. Deze zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten: • Liaison psychogeriatrie • Liaison geriatrie (campus Virga Jesse en campus Salvator) • Consultatie geriatrie • Geriatrie 1 (campus Virga Jesse) • Geriatrie 2 • Geriatrie 3 • Geriatrie 4 • Geriatrie 5 • Geriatrie 6 • Psychogeriatrie
Management
Medisch manager
Dr. Guido Claes
Zorgmanager
Anita Jans
5
1.3. Het multidisciplinair team Artsen
dr. Charlotte De Clercq Medisch diensthoofd
dr. Mark Lutin
dr. Johannes Adriaensen
dr. Marie-Elena Vanden Abeele
dr. Stefan Wynants
Verpleegkundig team
Annelies De Vuyst Hoofdverpleegkundige 6
dr. Toon Delva
dr. Marie-Louise van Leeuwen
Team verpleegkundigen • Cindy Jacobs • Esen Delibudak • Sofie Geraerts • Carine Valkenburg • Hilde Swyngedouw
Andere medewerkers • Ergotherapeut Nele Hulsmans • Kinesitherapeut … • Sociaal werker Elke Lambrix • Logopediste Margriet Goltstein • Diëtiste •…
Referentiepersonen • Stagementoren: Sofie Geraerts en Carine Valkenborg • Referentieverpleegkundige MVG: Esen Delibudak • Referentieverpleegkundige CPR en rampen: Sofie Geraerts • Referentieverpleegkundige patiëntveiligheid: Esen Delibudak en Hilde Swyngedouw • Ergocoach: Esen Delibudak • Referentieverpleegkundige medicatiebeheer: Cindy Jacobs
1.4. Patiënten Op onze dienst is er plaats voor 12 patiënten. We beschikken over 5 bedden en 7 relaxzetels. We hebben een grote diversiteit van disciplines van geriatrische patiënten.
Add life to years Maximale kwaliteit van leven bewaren, zo lang mogelijk zelfstandig blijven, liefst in de eigen omgeving. De geriatrische zorg is uitgegroeid tot een echte specialiteit binnen de zorgverlening. Geriatrische zorg betekent naast diagnosestelling ook evaluatie van de functionele mogelijkheden en revalidatie.
Vriendelijke en professionele zorg met respect voor iedereen is ons belangrijkste uitgangspunt!
7
Wie is de geriatrische patiënt? • Verminderde homeostase: de verminderde reservecapaciteit en de afname van de functionele mogelijkheden verhogen de kwetsbaarheid van de bejaarde op zowel somatisch als psychosociaal vlak. • Multiple, chronische pathologie: de multi-morbiditeit bij de geriatrische patiënten bestaat hoofdzakelijk uit chronische aandoeningen. Dergelijke aandoeningen maken een volledig herstel onmogelijk. • Bedreigde validiteit: de chronische aandoeningen kunnen de kans op invaliditeit verhogen. • Risico op polyfarmacie: de kans is reëel dat ouderen omwille van hun chronische aandoeningen verschillende medicamenten moeten nemen. • Gewijzigde presentatie en gewijzigd verloop van de pathologie: het klachtenpatroon verandert, het wordt meestal vager en armer. De veranderde presentatie houdt ook het risico in dat de aandoening miskend wordt en dat de behandeling (te) laat gestart wordt. • Somato-psychosociale verwevenheid: de interactie tussen lichaam en geest is bij bejaarden zeer opvallend, somatische aandoeningen hebben in deze groep van patiënten vaker psychische en sociale gevolgen. De vermenging van somatische problemen met stoornissen en moeilijkheden op andere gebieden is een essentieel kenmerk van geriatrische patiënten. De geriatrische patiënten zijn eigenlijk een zeer heterogene groep. Sommige reeds zeer oude patiënten zijn biologisch nog zeer fit. Anderzijds kunnen patiënten met minder hoge leeftijd zeer hulpbehoevend zijn. Een hoogbejaarde patiënt met bv. een myocard-infarct met ritmestoomissen, maar die geen andere grote problemen heeft en nog zeer vitaal is, blijft een patiënt voor een orgaanspecialist bv. de cardioloog, de orthopedist,... tenminste als de huisarts dit nodig vindt en de patiënt verwijst. De geriatrische patiënt is in principe een hoogbejaarde (vierde leeftijd) > 75 jaar. Het is een patiënt die gekenmerkt is door zijn multi-pathologie. Hij heeft veel aandoeningen tegelijk. Ouderen zijn frequent aangetast door verschillende chronische ziekten (COPD, artrose, diabetes, hart- en vaataandoeningen,....). 30% van de 65-plussers heeft 1 chronische aandoening, bij de 80- plussers heeft 40% te maken met 2 of meer chronische aandoeningen. Het zijn voornamelijk deze chronische aandoeningen die de validiteit van de bejaarde bedreigen. De morbiditeit bij ouderen kan men als volgt samenvatten: • arthrose en reuma: 50% • hoge bloeddruk: 40% • verminderd gehoor: 39% • orthopedische stoomissen: 17% • hartziekten: 13% • verminderd zicht: 14% • urine-incontinentie: 15 tot 30% • depressie: 12 tot 15% • gangproblemen en vallen • gestoorde beweeglijkheid
8
De jongvolwassene heeft meestal slechts één aandoening. Aan universiteiten wordt onderwezen dat de diagnose erin bestaat alle symptomen te herleiden tot een ziektebeeld. Bij de geriatrische hoogbejaarde is het het omgekeerde: meestal komen ze tot veel diagnosen, alhoewel er slechts schaarse, eerder atypische en weinig uitgesproken symptomen zijn. Er is vaak veel ongekende pathologie. Medische problemen blijven onbekend voor de arts. Het niet stellen van een diagnose kan snel de toestand van de hoogbejaarde verder verslechteren en nieuwe verwikkelingen uitlokken. Deze hoogbejaarde heeft geen neiging tot genezing en opstaan, doch een spontane neiging tot inactiviteit en bedlegerigheid, wat opnieuw veel pathologie kan veroorzaken, zowel op somatisch als op psychisch vlak. Tenslotte is bij de hoogbejaarde het belang van de begeleidende sociale problematiek kenschetsend. Er is vaak een belangrijke verwevenheid van medische problemen met psychosociale elementen: verwardheidproblemen, problemen van depressie en regressie.
Conclusie De zorg voor bejaarden vergt een eigen model, omdat men met deze kenmerken van pathologie moet rekening houden. Typisch voor een geriatrische afdeling is dat men zich niet louter zal beperken tot een medische diagnosestelling, maar ook veel aandacht zal hebben voor de ADL- activiteit van de patiënt. De ADL- score volgens Katz is hier een belangrijk instrument. Ook instrumentele activiteiten van het dagelijkse leven worden getest: telefoneren, winkelen, eten bereiden, onderhoud woning, was doen, gebruik van vervoermiddelen, verantwoordelijkheid vaar inname van medicatie, bekwaamheid vaar eigen financieel beheer. Andere belangrijke op de afdelingen gebruikte meetschalen zijn: Norton score (decubituspreventie), mms (mini mental state = geheugentest), de geriatrische depressieschaal, mna (voedings evaluatie), Stratify score (valpreventie): zie bijlagen),..
De vergrijzing/de verzilvering van de bevolking Stijging van de levensverwachting 1960 man 67 jaar vrouw 74 jaar 1999 man 76 jaar vrouw 81 jaar Elk jaar stijgt de gemiddelde levensverwachting met een drietal maanden. Stijging van de levensverwachting 1988 aandeel 60+ 19% 2020 aandeel 60+ 30% 2040 aandeel 60+ 34,5% Het gevolg van de gestegen levensverwachting en de verminderde nataliteit zorgt dus voor een belangrijke toename van het aandeel ouderen in onze samenleving. Veroudering binnen de de groep ouderen Binnen de groep ouderen neemt het aantal hoogbejaarden toe. 1999 aantal 80-plussers 400.000 2030 aantal 80-plussers 1.000.000 1999 aantal 100-jarigen 800 2020 aantal 100-jarigen 4.000 tot 5.000
9
Geslachtsverdeling: verhouding mannen/vrouwen • Bij de 50–jarigen is deze balans nagenoeg in evenwicht: 5/10 man en 5/10 vrouw • Bij de 65–plussers is de verhouding: 4/10 man en 6/10 vrouw • Bij de 85–plussers is de verhouding: 1/3 man en 2/3 vrouw Weerslag van de veroudering op de gezondheid • De veroudering op zich betekent een inkrimping van de functionele reserves met ongeveer 1% per jaar en dit vanaf de leeftijd van 30 jaar. Deze inkrimping is evenwel voor iedereen verschillend. • Toename van het aantal chronische aandoeningen op oudere leeftijd/met toename van de leeftijd neemt de kans op ziekte toe. Weerslag van de veroudering op de gezondheid Tussen 1990 en 2010 zien we een sterke toename van: Hartinfart + 39% Dementie +39% Gewrichtsslijtage (artrose) +39% Beroerte +35% Diabetes +32% Chronische longaandoeningen +23% Invaliditeit en zorgbehoevendheid De actieve levensverwachting (het gemiddeld aantal jaren vrij van invaliditeit) neemt minder toe dan de globale levensverwachting en dit ingevolge de behandeling van acute dodelijke ziekten. • De levensverwachting bij de man van 65 jaar bedraagt 14 jaar. Van deze 14 jaar is de actieve levensverwachting 6 jaar, de overige 8 jaar is levensduur met beperkingen • De levensverwachting bij de vrouw van 65 jaar bedraagt 18.4 jaar. Van deze 18.4 jaar bedraagt de actieve levensverwachting 13.5 jaar, de levensduur met beperkingen 5 jaar. Zelfredzaamheid bij de 80- plussers 80- 84 jaar 3/4 zelfredzaam 85-89 jaar 6/10 zelfredzaam 90 en + 4/10 zelfredzaam • Bijna 1 op 5 van de 80-plussers verblijft in een woon- en zorgcentrum. • Zowat 1 op 7 van de 80-plussers geniet systematisch thuisverpleging. Gezondheidsindicatoren in Vlaanderen • Op jongere leeftijd is kanker de eerste doodsoorzaak gevolgd door hartziekten • Bij de 75-plussers zijn hart- en vaatziekten de eerste doodsoorzaak gevolgd door kanker, longziekten, dementie en andere.
10
Prognose bij dementie • Bij de 85-plussers is 1 op 3 mensen dement. • Momenteel is 1% van de bevolking dement. Men voorziet dat dit de komende 30 jaar zal stijgen tot 2% van de bevolking. • Wereldwijd lijden meer dan 24 miljoen mensen aan dementie. • Elke 20 jaar verdubbelt het aantal nieuwe gevallen van mensen met dementie. • In 2040 lijden 81,1 miljoen mensen aan dementie. • In België zijn er naar schatting 163 000 mensen met dementie. 2/3 van hen woont thuis. • Ouderdom is het grootste risico om dementie te ontwikkelen, maar jongdementie bestaat ook: - < 1% van de 60-jarigen dementeert - 5 à 10% van de 65-plussers dementeert - 20% van de 80-plussers dementeert - België: totaal 163 000 personen met dementie waarvan 3 000-11 000 mensen met jongdementie (< 65 jaar)
Frailty of kwetsbare ouderen Ongeveer 40-50% van ouderen (75+) die opgenomen worden in het ziekenhuis zijn in meer of mindere mate kwetsbaar. Voor kwetsbare ouderen kan een opname in het ziekenhuis de reden zijn dat zij uit hun evenwicht raken met: • een hoger risico om complicaties te krijgen • verlies van autonomie • afhankelijk van zorg te worden • langer opgenomen te blijven • wellicht niet meer naar huis terug te kunnen • overlijden De kans is groot dat de patiënt niet op het gezondheidsniveau en/of functioneringsniveau van voor de opname terug komt. Daarom wordt fragiliteit opgevat als een geheel van kenmerken dat een geriatrische patiënt predisponeert tot functionele achteruitgang (capaciteitsverlies) en het risico verhoogt op het optreden van geriatrische ziektebeelden. In deze optiek geeft fragiliteit aan dat men met deze risicofactoren moet rekening houden om een ongunstig verloop te vermijden. Bovendien geeft een beschrijving van de patiënt volgens zijn fragiliteit, meteen ook zijn profiel aan bij opname in het ziekenhuis of woon- en zorgcentrum.
11
Geriatrische ziektebeelden • Instabiliteit en vallen • Acute verwardheid • Incontinentie • Ondervoeding • Infecties • Immobilisatie
Meest voorkomende ziekten in de geriatrie Cardiovasculaire aandoeningen • Hoge bloeddruk • Oedeem • Hartdecompensatie • Longoedeem • COPD • Gangreen • Trombose van onderste ledematen met gevaar voor longembolie,... Infectieziekten: urinaire en respiratoire infecties • Bij een respiratoire infectie vermindert de zuurstofuitwisseling + de verminderde mobiliteit van het diafragma + slechte drainage van de bronchen t.g.v. weinig efficiënte hoest. Pneumoniegevaar. • Koorts is dikwijls de oorzaak van een ernstige dehydratatie. • Met de leeftijd is het dorstgevoel gestoord. De bejaarde kan sterven van dorst naast een glas water. Door dehydratatie en cerebrale hypoxie is de bejaarde dikwijls verward. Neurologische aandoeningen: (C.V.A. / T.I.A, metastasen, dementie . . .) Sub-comateuze toestand met of zonder motorische stoornissen, die aanleiding geeft tot volledige immobilisatie; gaat dikwijls gepaard met een verminderde sensibiliteit. De kans op ontstaan van decubitus is groot temeer daar de bejaarde overigens meestal vermagert, anemisch is en een gestoorde circulatie heeft. Valpartijen en de gevolgen ervan • Door de osteoporase treden er veel fracturen op. Door de immobilisatie treden spieratrofie en osteoporose zeer snel op. Tijdens de revalidatie verdwijnen ze echter slechts zeer langzaam. • Zoals reeds hoger vermeld is kenmerkend voor hoogbejaarde zieke mensen dat de ziekte zich presenteert met atypische symptomen: de ziekte verschijnt op een andere manier, door vagere klachten of door algemene symptomen als niet meer kunnen eten, algemene verzwakking, minder mobiel zijn, . . .
12
• Eveneens kenmerkend is het snellere verlies aan zelfredzaamheid bij de zieke bejaarde en een neiging tot blijvende invaliditeit. • Verzorgingsprobleem • Plaatsingsprobleem • Bovendien is er de somato-psychosociale verwevenheid hetgeen wil zeggen dat lichamelijke ziekten vaker psychische en sociale gevolgen hebben, bv. acute verwardheid, agitatie, dementie en depressie + de onmogelijkheid om zich nog langer in zijn vertrouwde omgeving te handhaven. Psychische aandoeningen kunnen zich anderzijds voordoen als lichamelijke ziekte. • De verwikkelingen t.g.v. bedlegerigheid: flebitis, embolie, dehydratatie, doorligwonden, osteoporose, spieratrofie kunnen samen voorkomen bij eenzelfde patiënt. • Deze slechte toestand kan verergerd worden door een urinaire infectie (t.g.v. een blaassonde, t.g.v. aanwezigheid van stenen, t.g.v. de kaliumstoornissen door de osteoporose), contracturen. • Ook treden er soms digestieve moeilijkheden op: anorexia, refluxoesophagitis, diarree, braken en vooral constipatie met faecale impactie zijn vrijwel steeds aanwezig. • Verder mogen we niet vergeten dat de patiënt zich soms nutteloos en totaal afhankelijk voelt. Hij heeft nog weinig gebieden waar zijn aandacht naar uitgaat, vermits zijn gezichtsveld extreem beperkt is. Op dat moment wordt zijn bed zijn enige “ik”. Hij vlucht erin weg en verbreekt alle contacten met de buitenwereld. Soms gaat hij echter meer en meer eisen van zijn omgeving en doet hij geen enkele inspanning meer.
Grote problemen die op de dienst geriatrie voorkomen (geriatric giants of geriatrische reuzen genoemd) • Verwardheid • Vallen • Gestoorde slaap • Verminderde inspanningscapaciteit • Langdurige imobilisatie • Voedingsproblemen • Incontinentie
13
Specifieke kenmerken van het geriatrisch dagziekenhuis Onze zorg gaat vooral uit om de patiënten zolang mogelijk en zo goed mogelijk thuis te laten wonen. We hebben oog voor diagnose, behandeling en revalidatie van de geriatrische patiënt. In ons dagziekenhuis geriatrie werken we met verschillende zorgprogramma’s: • Programma incontinentie: urinaire- en faecale incontinentie • Programma psychogeriatrie • Programma valkliniek – mobiliteit: vertigo, gang- en evenwichtsstoornissen, vallen • Programma voedingsproblemen: slikstoornissen en malnutritie • Programma multidisciplinaire geriatrische evaluatie • Programma ambulante behandeling • Programma cognitieve- en gangrevalidatie • Programma pre-operatieve raadpleging • Programma polyfarmacie De meeste van onze patiënten worden doorgestuurd door de huisarts, die contact heeft opneemt met één van onze geriaters. Ons team bestaat uit: verpleegkundigen, internist-geriaters, ergotherapeuten, kinesisten, neuropsycholoog, logopedist, sociale dienst, … De arts, verpleegkundigen en paramedici krijgen een aanbod van verschillende problemen, dat zo groot is dat men inventief moet aangelegd zijn om de bomen in het bos nog te kunnen zien. Het zou fout zijn alles tegelijk te willen behandelen. De deskundigheid van de geriater bestaat er dan in alleen deze aandoeningen te behandelen die op dat ogenblik actueel zijn. Het is evenwel belangrijk andere aandoeningen, die nu niet actueel zijn, goed in het oog te houden. Elk van die aandoeningen kan immers plots actueel worden en op dat ogenblik al de andere diagnosen op de achtergrond duwen. Hier blijkt onmiddellijk het groot belang van een goed waterdicht systeem, waarbij alle waarnemingen elkaar aanvullen en waarbij als basis de grootst mogelijke samenwerking ligt bij de behandeling en verzorging van de geriatrische patiënt.
Meest voorkomende onderzoeken Radiologie • Röntgenonderzoek: RX thorax, RX dorso-lumbale wervelzuil… • CT scanning (computertomografie, bv. schedel) • NMRscan (nucleaire magnetische resonantie) • Echografie (bovenbuik, onderbuik,…) Endoscopie • Rectoscopie/sigmoidoscopie • Coloscopie • Gastroscopie • Ercp
14
Puncties • Sternumpunctie/ beenmergpunctie: opsporen van oorzaak van anemie • Pleurapunctie: meestal evacuerend, pijnverlichtend • Ascitespuntie: meestal evacuerend, pijnverlichtend Behandelingen IV • Aclasta IV • Injectafer of venofer IV • Transfusie Verzorgingsprobleem Plaatsingsprobleem ECG/Echocardio EEG Labo Botdensimetrie
1.5. Afdelingsopdrachten Er wordt gewerkt volgens het model van geïntegreerde verpleging, dus met patiëntentoewijzing. De planning wordt opgemaakt bij binnenkomst van de patiënten. De verantwoordelijke verpleegkundige zorgt voor de patiënt van bij binnenkomst tot aan het vertrek. Zij is het aanspreekpunt van de patiënt en familie. De verpleegkundige zorgt ervoor dat de patiënt zijn nodige onderzoeken en/of behandeling krijgt. Bij de middagpauze of bij het verlaten van de dienst brieft de verpleegkundige aan haar collega’s.
Dagindeling Een klassieke dagindeling is op het dagziekenhuis Geriatrie niet te omschrijven. Elke dag zijn er andere patiënten met andere pathologieën. Een gezamenlijk kenmerk van deze patiënten is wel dat ze een geriatrisch profiel hebben.
15
Verwachtingen naar de student Het is onze overtuiging dat tijdens een praktijkstage ook heel wat theoretische kennis kan vergaard worden. Op stage zie je heel wat symptomen, problemen,…bij patiënten. Integratie van praktijk en theorie zorgt voor beter begrip en langer onthouden. We stimuleren dan ook het vragen stellen over pathologie, medicatie, symptomatologie, oorzaak en gevolgen van ziekten. Mocht je vergeten vragen te stellen, dan durven wij wel eens bij jou om informatie vragen. We verwachten minstens dat je bij voorkeur in je eigen woorden uitleg kunt verstrekken, zoals je het aan een patiënt zou vertellen. We verwachten ook dat je zelf verantwoordelijkheid opneemt voor je leertraject. Breng ons van bij het begin van je stage op de hoogte van je doelstellingen, van je eigen verwachtingen. Dit ook in functie van wat je reeds leerde op school. Laat ons ook duidelijk weten welke (technische) vaardigheden je zeker wilt oefenen.
Aanbod leermomenten op de dienst • Werken met electronisch medisch dossier • Werken met verpleegdossier • Afname van labostalen (bloed, sputum, urine, faeces, …) • Gebruik van de glucometer • Infusen plaatsen • Toezicht op infusen • Sondages • Hulp bij het verplaatsen van patiënten • Werking van ergo, kiné, … • Werking van de sociale dienst • Op een bondige manier verslag uitbrengen over toestand van een patiënt • Patiënten inlichten over geplande onderzoeken, behandelingen, … • Hef- en tiltechnieken • Verpleegkundige voorbereiding op onderzoeken (RX, endoscopies, isotopen,…) • Afname van wondculturen • Klaarmaken en toedienen van IM en IV medicatie • Aandachtspunten bij voeding • Toepassen van isolatieprocedures
16
Werkuren De dagen en uren waarop je moet werken worden in samenspraak met je stagementor bepaald. De openingsuren van ons dagziekenhuis geriatrie zijn van 8 uur tot 17uur.
Verwachtingen naar de student • Introductiemap vooral lezen: om tenminste een zekere kennis te hebben over de dienst, zodat de voorbereiding van de stage goed kan gebeuren. • Je leerproces zelf in handen nemen: zodat je leert verantwoordelijkheid op te nemen voor je eigen handelen. Wij zijn natuurlijk bereid je te helpen maar kunnen niets leren in jouw plaats. Vraag dus aan de verpleegkundigen om feedback (mondeling en schriftelijk). • Durven vragen stellen: bij onduidelijkheden, twijfels, …moet je durven vragen stellen. Dit kan veel moeilijkheden, misverstanden voorkomen of uit de weg ruimen. • Initiatief nemen: zowel naar het leerproces, als naar de verzorging toe. Dit toont ons aan dat je de kennis hebt geïntegreerd en dat je durft verantwoordelijkheid op te nemen. • Spontaan meehelpen: waar je ziet dat je hulp nuttig kan zijn, en niet wachten tot je iets gevraagd wordt. • Helpen bij allerlei neventaken: zal gevraagd worden (materialen aanvullen, aanvragen wegbrengen,...); naast de verzorging van de patiënten is er op een dienst heel wat werk, waarvoor jouw hulp ook belangrijk is. • Durven uitkomen voor je mening: dit vooral tijdens de patiëntenbesprekingen, maar ook op andere momenten stellen wij het steeds op prijs jouw mening te horen.
17
2. PATIENTENVOORLICHTING Er zijn diverse patiëntenbrochures ter inzage en ter beschikking voor onze patiënten. • Dagziekenhuis geriatrie • Acute verwardheid • Omgaan met mensen met dementie • Geheugenkliniek; diagnose, psycho-educatie en cognitieve vaardigheidstraining • Dementiekompas • Vvalkliniek • Valpreventie • Calcium en voeding, preventie van osteoporose • Zoledroninezuur (aclasta) • Coloscopie • Bloedtransfusie • Gezonde voeding voor senioren •…
Een goed geïnformeerde patiënt is een gemotiveerde patiënt!
18
10 standaarden In het Jessa Ziekenhuis volstaat patiëntvriendelijkheid niet. We streven bewust naar patiëntgerichtheid. Dat betekent dat je niet enkel passief vriendelijk bent, maar oplossingsgericht en proactief handelt. Door het overtreffen van de verwachtingen van je patiënt zorg je ervoor dat hij niet enkel tevreden maar ook loyaal is. Als werkinstrument gebruiken we 10 standaarden die aangeven op welke manier je het verschil kan maken in je omgang met patiënten. 1. Zie de mens achter de patiënt: geef de patiënt het gevoel dat hij gezien en gehoord wordt. 2. Toon de mens achter de medewerker: zorg voor een menselijke connectie. 3. Geef informatie in de juiste dosis: doseren en herhalen is de boodschap. 4. Bouw samen aan het zorgverhaal: betrek je patiënt actief bij het proces. 5. Maak er een familieverhaal van: verlies de familie niet uit het oog. 6. Respecteer de privacy: gun de patiënt zijn veilige plek. 7. Maak wederzijdse afspraken: stel je grenzen. 8. Trek als team aan één koord: laat de patiënt voelen dat hij in veilige handen is. 9. Vergeet het eilandgevoel: ga in dialoog met andere diensten. 10.Vertrouw op de expertise van anderen: bundel de krachten met experts buiten de eigen muren.
Meer informatie vind je op Jessanet!
19
3. COMMUNICATIE 3.1. Telefonie Alle telefoonnummers, DECTnummers en e-mailadressen zijn gemakkelijk opzoekbaar via Jessanet, zoekfunctie ‘Wie is Wie’. Verpleegeenheid Tel: 011 33 96 60 E-mail:
[email protected] Hoofdverpleegkundige Tel: 011 33 94 31 E-mail:
[email protected]
Noodnummers Brand M.U.G. Alarm bij acute agressie
9999 9600 5555
3.2. ICT • De introductie van informaticatoepassingen is sterk merkbaar op de afdeling. We beschikken over een aantal vaste pc’s en laptops. Deze geven toegang tot: beddenbeheer, elektronisch beheer van medicatie, elektronisch patiëntendossier, Ultragenda, Intranet en dienstgebonden programma’s. • De pc’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. • Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (code gebruiker en paswoord).
3.3. Communicatie Goede communicatie is de hoeksteen van een goede patiëntenzorg. Duidelijke en volledige briefing zorgt mee voor continuïteit van de zorg. Er wordt direct aan en van de verantwoordelijke verpleegkundige gerapporteerd. Evenals schriftelijke communicatie met paraf in het verpleegdossier.
3.4. Dienstvergadering De hoofdverpleegkundige organiseert minstens vier keer per jaar een dienstvergadering voor het verpleegkundig team. Eén verpleegkundige zorgt voor de dienstverzekering.
20
4. PERSONEELSINFORMATIE 4.1. Ziekenhuisbreed Op Jessanet vind je: • algemene personeelsinformatie (ziektemelding,
Gezond roosteren: verbeteren van de kwaliteit van leven voor medewerkers met continudienst en zorgen voor een goede balans tussen het persoonlijke en het professionele leven
verlof, uurrooster verzekering,...) • informatie over de evaluatieprocedure • informatie over de vormingsprocedure • stappenplan per dienst Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving.
4.2. Dienstspecifiek Uurrooster Vroegdienst Laatdienst
08u00 tot 16u06 09u00-17u06
• Overuren worden onmiddellijk op de lijst geschreven. • Wijzigingen op de dienstlijst gebeuren steeds in overleg. • De aanwezigheid van de kladlijst maakt het mogelijk om bij de planning van privé-activiteiten rekening te houden. • Voor schoolvakanties gelden er specifieke afspraken. • 24 december en 31 december wordt gewerkt volgens een beurtrol. • Onthou steeds dat datgene wat je extra vraagt, door je collega’s moet worden bijgewerkt
Ziekte Bij ziekte dien je ten laatste 1 uur voor het aanvangsuur te verwittigen. Neem telefonisch contact op met de dienst en/of hoofdverpleegkundige. Je moet steeds de hoofdverpleegkundige verwittigen.
Vorming Regelmatig worden er bijscholingen gegeven die dienstspecifiek zijn. Net zoals op de dienstvergaderingen wordt een maximale aanwezigheid verwacht. Op de dienst hebben we referentieverpleegkundigen. Ze zullen je graag helpen bij vragen over bepaalde deelgebieden. Daarnaast kan je steeds terecht bij onze hoofdverpleegkundige. Geef zelf eerlijk aan of je meer of andere begeleiding nodig acht.
21
4.3. Teambuilding • Barbecue of etentje • Kerstfeestje, al dan niet alternatief • ...
Heel wat concrete verwachtingen, afspraken, procedures,... vind je in verslagen van dienstvergaderingen, in het infoblad Intern, in het personeelsblad dat je regelmatig krijgt, op Jessanet. Het is aan jou om je deze info eigen te maken. We rekenen echt op jou om onze missie: ‘‘Vriendelijke en professionele zorg met respect voor iedereen“ te helpen realiseren. We willen vooral met een positieve ingesteldheid dagdagelijks onze ouderenzorg gestalte geven. Wij willen met zijn allen je helpen om je weldra thuis te voelen in ons team. We willen vooral samen met jou een bijdrage leveren aan goede patiëntenzorg om alzo te komen tot meer arbeidsvreugde en teamspirit. Welkom op deze dienst! Annelies
22
5. RISICOANALYSE & WERKPOSTFICHE Deze informatie vind je op onze website www.jessazh.be/Werken bij Jessa.
Heb je opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons dan gerust een seintje! Ria Ceyssens, tel. 011 30 85 13 E-mail:
[email protected] An Vanstiphout, tel. 011 30 90 29 E-mail:
[email protected]
23