introductiebrochure VOOR nieuwe verpleegkundigen en studenten
Revalidatie 1
Versie januari 2010 Versie juli 2014
Welkom Welkom op de dienst revalidatie, ook wel reva genoemd. Wij willen je graag als nieuwe medewerker of student verwelkomen in ons team. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze dienst. Deze brochure is een handleiding die je kan gebruiken tijdens je stageperiode. Ben je een nieuwe collega, dan hopen we dat dit je helpt tijdens je eerste werkweken. Een brochure kan niet alles omvattend zijn daarom willen wij, hoofdverpleegkundigen, stagementoren, verpleegkundigen en zorgkundigen jullie met raad en daad bijstaan. Wij staan open voor vragen en bemerkingen en willen je de nodige tijd gunnen om te wennen aan deze nieuwe werkomgeving. Het ganse reva-team wenst je alvast een aangename start. Het reva team
Voornaamste stelregel: als je twijfelt, vraag dan hulp! Dit doe je beter te vroeg dan te laat!
2
Inhoudstafel 1. Voorstelling van de afdeling
p. 4
1.1. Locatie
p. 4
1.2. Plaats binnen de organisatie
p. 5
1.3. Multidisciplinair team
p. 6
1.4. Specialismen
p. 7
1.5. Afdelingsopdrachten
p. 11
2. Een dag op de afdeling
p. 21
3. Procedures & protocollen
p. 23
3.1. Medisch-verpleegkundige technieken
p. 23
3.2. Klinische paden
p. 25
3.3. Administratieve-organisatorische procedures
p. 25
4. Patiëntenvoorlichting
p. 26
5. Communicatie
p. 27
5.1. Telefonie
p. 27
5.2. ICT
p. 27
5.3. Mondelinge communicatie
p. 28
5.4. Schriftelijke communicatie
p. 28
5.5. Extra informatie
p. 28
6. Personeelsinformatie
p. 29
6.1. Ziekenhuisbreed
p. 29
6.2. Dienstspecifiek
p. 29
6.3. Teambuilding
p. 29
7. Risicoanalyse & werkpostfiche
p. 30
3
1. VOORSTELLING VAN ONZE AFDELING 1.1. Locatie De diensten revalidatie zijn gelegen op de eerste, tweede en derde verdieping van het centrum. Elke afdeling heeft een andere kleur. Dit helpt de revalidanten hun eigen afdeling te herkennen. • Reva 1
22 bedden
bordeaux
• Reva 2
23 bedden
blauw
• Reva 3
23 bedden
oranje
• Reva 4
22 bedden
wit
De kamers zijn aangepast voor rolstoelgebruikers en zijn uitgerust met technische werkbalken (bel, licht, zuurstof, radio), TV, telefoon, koelkast, toilet, douche en een elektrisch verstelbaar bed. Voor elke revalidant hangt er op de kamer een memobord. Dit wordt gebruikt om informatie door te geven aan alle zorgverstrekkers, familie en revalidant zelf. We denken hier aan therapieplanningen, aandachtspunten, menu van de week,… Op elke afdeling vind je: • aangepaste badkamers • dagzaal • verpleeglokaal • verdeelkeuken • onderzoekslokaal arts • een spoelruimte • opslagruimten voor materiaal Op de tweede verdieping bevindt zich een nieuw therapieblok. Op de derde verdieping kunnen de revalidanten naar het kapsalon of de pedicure. Ook het therapeutenblok is hier gehuisvest.
4
1.2. Plaats binnen de organisatie De revalidatiediensten maken deel uit van de zorgcluster Neuro-Locomotoriek. Deze zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten: • Centrum voor chronische pijn (MDR) • Fysische geneeskunde-revalidatie-EMG-locomotorische & neurologische revalidatie • Manuele geneeskunde • Neurochirurgie • Neurologie • Orthopedie • Reumatologie
Management
Medisch manager
Dr. Guido Claes Tel: 011-30 96 52 E-mail:
[email protected]
Zorgmanagers
Hugo Corstjens
Luc Claes
Tel: 01130 89 24 E-mail: hugo.corstjens@ jessazh.be
Tel: 013 55 06 02 E-mail: luc.claes@ jessazh.be
5
1.3. Het multidisciplinair team Revalidatieartsen • Dr. Peeters Sofie • Dr. Slachmuylders Veronik • Dr. Steenberghs Joyce • Dr. Vander Plaetse Maaiken
Hoofdverpleegkundigen
Reva 1 Gertie Ponet
Reva 2 Reva 3 Reva 4 Johan Coppens Koen Thijsen Paul Janssen
Adjunct-hoofdverpleegkundige Reva 1 Adjunct-hoofdverpleegkundige Reva 2 Cindy Dekoning Ann Convents
Mentoren Reva 1
Reva 2
Reva 3
• Cindy Dekoning,
• Carolien Poffé
• Bart Helpens
• Elke Vandeweert
• Heidi Bussels
• Carine Wellecomme
• Marcella Voets
• Jennifer Reekmans
• Cecile Timmermans
• Nicole Noels
• An Bynens
• Mieke Vanden Abbeele • Angelique Di Giannantonio
Paramedici Hoofdtherapeut Marc Michielsen Logopedisten • Castermans Ingrid • Caubergs Chris • Raemakers Louisette
6
Psychologen • De Brucker Geertrui • Geraerts Sarah • Porrez Els Kinesitherapeuten Ergotherapeuten • Daems Griet • Dendas Ann • Janssens Elke • Nijs Natalie • Schoefs Annelies • Van Bever Sarah • Willems Sanne
Andere medewerkers Maatschappelijk assistenten • Mouchaer Huguette • Top Jacqueline • Winters Ann Pastorale dienst Van Coillie Griet
1.4. Specialisme In het revalidatiecentrum worden revalidanten met stoornissen, beperkingen en participatieproblemen ten gevolge van stoornissen van het bewegingsapparaat en/of neurologische stoornissen opgenomen voor intensieve multidiscilinaire revalidatie. Na de acute opname in een ziekenhuis worden comapatiënten in een vegetatieve status of minimaal responsieve status opgenomen in het comacentrum. Bedoeling is de levenskwaliteit van zowel de patiënt als van zijn familie te verhogen door actieve revalidatie gedurende maximaal 6 maanden.
Problemen met spieren en gewrichten • amputaties, revalidatie met prothese • gewrichtsprothesen (TKP,THP,TSP,…) • letsels van pezen en zenuwen aan de handen • polytrauma (patiënten met verschillende botbreuken na een ongeval) • na een chirurgische ingreep omwille van een botbreuk • algemene achteruitgang na een lang verblijf op de dienst intensieve zorgen of na een zware operatie
7
Problemen met zenuwen en hersenen • herseninfarct • hersenbloeding • hersenletsel door ongeval • andere niet aangeboren hersenletsels (na operatie, gezwel of ontsteking) • verlamming na ruggenmergletsel • letsels van zenuwen in armen en/of benen • veralgemeende zenuwontsteking • plotse achteruitgang door chronische hersenaandoeningen (multiple sclerose, ziekte van Parkinson)
Subcoma-patiënten • vegetatieve status • minimaal responsieve status
Doelstellingen Het doel van de revalidatie is actief te werken aan een optimaal functioneel en sociaal herstel na ziekte of ongeval. Hierbij wordt gestreefd naar een volledige reïntegratie in de maatschappij. Een deskundig team bestaande uit revalidatieartsen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, een logopediste, een sociaal assistente, een psychologe en verpleegkundigen staan ter beschikking van de revalidatiepatiënt. Elk revalidatieprogramma wordt multidisciplinair opgesteld en continu geëvalueerd en voortdurend bijgestuurd volgens de individuele noden van de revalidant, rekening houdend zijn fysieke en psychische mogelijkheden.
Visie De revalidant wordt in zijn totaliteit benaderd. De gevolgen van een ziekte of ongeval hebben zowel een lichamelijke als een psychisch/emotionele (angst, depressie) en een sociale dimensie (gedrag, relaties binnen het gezin, gevolgen voor het werk, sociale relaties ...). Daarom zijn niet alleen maatregelen op lichamelijk vlak nodig. Het streven naar een sociale integratie staat immers voorop. De revalidant is onze partner in de revalidatie. Het spreekt vanzelf dat er met zijn persoonlijke behoeften en wensen meer dan rekening gehouden wordt. Revalidatiezorg is er op gericht om voor de revalidant een zo maximaal mogelijke zelfstandigheid te bereiken of te behouden.
Modellen Begrippen om toestand van persoon te omschrijven in termen van gevolgen van ziekten, ongevallen.
8
Functiestoornissen Afwezigheid of afwijking van psychologische of anatoomfysiologische structuur. Somatisch • kracht • mobiliteit • coördinatie • tonus • balans • conditie • gevoel • pijn • blaas- en rectumfunctie • sexuele functie Psychische functies • bewustzijn • intelligentie • geheugen • denken • gedrag • aandacht • oriëntatie in tijd en ruimte Communicatieve functies • stem/spraak • taal • gehoor • visus • schrijffunctie
Activiteiten Van vaardigheden en activiteiten. Somatisch • zitten,staan • transfers • stappen • traplopen • continentie • slikken 9
ADL • eten/drinken • wassen • persoonlijke hygiëne • hulpmiddelen hanteren Participatie • hobby’s • huishouden • werken • wonen • verplaatsen buiten (vervoer) • financieel • persoonlijke relaties Psychisch functioneren • bewustzijn • ziekte-inzicht • verwerking • stemming • gedragen • geheugen • aanleren • oriëntatie • motivatie voor revalidatie Communicatief functioneren • spreken • begrijpen • horen (luisteren) • zien • lezen • schrijven
10
1.5. Afdelingsopdrachten Taak van de revalidatiearts De arts stelt naast de medische diagnose eveneens de functiestoornissen en beperkingen in activiteit en participatieproblemen vast. Hij schat de revalidatieprognose in en legt doelstellingen vast in een behandelingsschema. Hij coördineert het totale revalidatiegebeuren en draagt de eindverantwoordelijkheid.
Doelstelling van revalidatiegeneeskunde • maximaal anatomisch, fysiologisch en psychologisch herstel • optimaal fysiek, psychisch en cognitief functioneren • optimaal maatschappelijk functioneren • maximaal benutten van de restvermogens, eventueel m.b.v. aanpassingen en hulpmiddelen
Taak van de verpleegkundige Organisatie van de zorg Wij werken op de afdeling zoveel mogelijk volgens het model van “Integrerende verpleegkunde” met als doel “kwaliteitsvolle totaalzorg van de toegewezen patiënten”. Het aanvaarden, door een verpleegkundige, van de verantwoordelijkheid over de totaalzorg van een toegewezen revaldant, dit gedurende de werkshift, is het fundament van het model. Hierop steunen de pijlers: • Revalidantentoewijzing • Systematisch verpleegkundig handelen • Eén individueel patiëntendossier als werkinstrument • Doelgerichte rapportage en communicatie i.f.v. de continuïteit van de zorg ( hierbij streven we naar een maximaal overleg tussen alle betrokken partijen) • Coaching door de verpleegkundigen • Uniform werken d.m.v. gemeenschappelijke organisatie en procedureboeken De revalidantentoewijzing wordt door de hoofdverpleegkundige genoteerd in de daartoe bestemde map in het verpleegstation. Je weet met welke verpleegkundige je samenwerkt en voor welke revalidanten je verantwoordelijk bent.
11
Pijlers van deze “kwaliteitsvolle totaalzorg” zijn: • het leveren van zorg die de revalidant centraal stelt binnen het kader van revalidatie • het geven van “warme zorg”, waarbij de verpleegkundige zich profileert als vertrouwenspersoon van de revalidant • verpleegkunde is in essentie patiëntenzorg • het nemen en dragen van verantwoordelijkheid • het leveren van verantwoorde zorg: meten + weten = verbeteren Revalidatieverpleegkunde is een specialisme waarin de verpleegkundige verschillende rollen opneemt en dit gedurende 24u permanentie. De verpleegkundige neemt op verschillende terreinen een specifieke verantwoordelijkheid op en voegt hierdoor een meerwaarde toe aan de outcome (resultaat) van het revalidatieproces. De verpleegkundige zorg bestaat uit 6 pijlers die allen even belangrijk zijn doch in meer of mindere mate naar voren komen naargelang de situatie dit vereist. Een eerste rol die de verpleegkundige opneemt is die van educator. De revalidant heeft vaak een ingrijpende verandering ondergaan en komt terecht in een zorgafhankelijke positie. Gedurende zijn revalidatie op weg naar zelfredzaamheid heeft hij recht op informatie. Goede informatieverstrekking en educatie zorgen voor een positief effect gedurende de revalidatie. De medewerking van de revalidant aan zijn herstelproces wordt verhoogd. Daarnaast treedt de verpleegkundige op als “coach” die de revalidant begeleidt in zijn leerproces door de aangeleerde (therapeutische) deelvaardigheden door te leren in de dagelijkse praktijk. Het spreekt voor zich dat educatie wordt afgestemd op de behoeften, waarden, verwachtingen en ervaringen van de revalidant. Uiteindelijk komt de revalidant tot een aangepast zelfzorggedrag en dit op de verschillende terreinen (vb. ADL, mictie en defaecatie, controle eigen lichaamsfuncties, verhouding rust-activiteit, dagbesteding,...). Een tweede rol die de verpleegkundige opneemt is die van begeleider. Gedurende het revalidatieproces ontstaat er een vertrouwensrelatie tussen de revalidant en de verpleegkundige die zich richt op de motivatie, de verwerking en het zelfbeeld van de revalidant. Het leerproces kan enkel slagen in een sfeer van veiligheid en vertrouwen. De verpleegkundige krijgt inzicht in de bekommernissen, weerstanden en angsten van de revalidant. Daarnaast heeft hij/zij een sterke observatie- en signaalfunctie naar de andere teamleden. De derde rol van de verpleegkundige is die van coördinator. Zorgcoördinatie is een procesmatig gebeuren waarin gebruik gemaakt wordt van revalidantentoewijzing, een bruikbaar verpleegkundig dossier en goede communicatiekanalen met andere zorgverstrekkers. Een goede zorgcoördinatie leidt tot een geïntegreerde en continuïteit van zorgverlening. De verpleegkundige tracht verpleegkundige interventies af te stemmen met andere disciplines (vb. decubituspreventie in wisselhoudingsschema in overleg met kiné- en ergotherapeuten). De verpleegkundige fungeert als pleitbezorger van de revalidant en bewaakt de actieve deelname van de revalidant aan zijn herstelproces. Steeds betreft het een individueel zorgpakket welk in multidisciplaire samenwerking wordt aangeboden.
12
Een vierde rol van de verpleegkundige situeert zich op vlak van levenskwaliteit. Levenskwaliteit komt voor de revalidant tot uiting op verschillende terreinen (fysiek, emotioneel, sociaal, psychologisch als ethisch/spiritueel vlak). Zorgverlening op zich is een betekenisverlenende activiteit. De persoonlijke levenskwaliteit kan slechts ondersteund worden als iedere revalidant als een individu wordt gezien en de zorg verleend wordt gericht op de vraag van de revalidant. De verpleegkundige toont steeds betrokkenheid en respect. Een vijfde rol die de verpleegkundige ter harte neemt is het betrekken van familie. Het uiteindelijke resultaat van het revalidatieproces (zelfzorgniveau) wordt in belangrijke mate mee bepaald door de betrokkenheid en de participatie van de omgeving (partner, familie,...). De familie heeft eveneens recht op informatie en zijn in sommige zorgsituaties de enige gesprekspartner (vb. zorg aan comarevalidanten). De verpleegkundige zal informatie verstrekken, de omgeving observeren en analyseren en trachten de wederzijdse verwachtingen tussen revalidant en familie en het multidisciplinair team op elkaar af te stemmen. De zesde rol van de verpleegkundige situeert zich op het vlak van stimuleren tot zelfzorg. De verpleegkundige tracht steeds ondersteunend en educatief het niveau van zelfzorgvermogen te verhogen steeds vertrekkend vanuit de mogelijkheden van de revalidant en zijn omgeving. Hierbij kan het gaan om gedeeltelijke of volledig compenserende hulp gedurende het ganse revalidatieproces. De totaalzorg omvat o.a. de volgende handelingen: • Basiszorgen: hygiëne, voeding, uitscheiding, mobiliteit • Detailzorg: haren, nagels, tanden, mondzorg • Decubituspreventie toepassen • Wondzorg • Zorg aan sonden: blaas-, gastrostomiesonde, suprapubissonde,... • Canulezorg • Medicatie: oraal, subcutaan, IV, IM, via PEG-sonde, … • Toedienen van aërosols, druppels, zalven, … • Bloedtransfusie • Voeding: slikbegeleiding, dysfagiedieet, sondevoeding,... • Parameters controleren: BD, pols, temperatuur, urinedebieten, glycaemies, defaecatie, … • Staalname: bloed, urine, faeces, wissers • Transfers (bed/zetel of rolstoel), wisselhouding en positionering. • Opvang van patiënt en/of familie bij moeilijke momenten • Informatie verstrekken over geplande zorgen, onderzoeken, … aan de patiënt en/of familie. • Elektronische verpleegdossiers in orde maken: zorgen plannen, uitvoeren en aftekenen. • Verslaggeving. • Omzetten van ‘activiteiten’ in ‘participatie’ op de afdeling van zodra dit mogelijk is.
13
De 24-uren continuïteit Vroege dienst 07u00 – 15u06 • Personeelsbestaffing: 3 verpleegkundigen (of 2 verpleegkundigen en 1 verzorgende) en 1 logistiek medewerker • Verpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor de totaalzorg van de aan hen toegewezen revalidanten. • Deze verantwoordelijkheid houdt in dat men zorgt dat de geplande zorgen zijn uitgevoerd, niet noodzakelijk dat men ze allemaal zelf doet. Zo kan een team gerust hulp vragen of taken verdelen onder collega’s, die het minder druk hebben. De verschillende teams helpen elkaar in alle collegialiteit, maar elk blijft verantwoordelijk voor zijn eindresultaat. Late dienst 13u54 – 22u00 • Personeelsbestaffing: 2 verpleegkundigen • Verpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor de totaalzorg voor de aan hen toegewezen revalidanten. Nachtdienst 21u45 - 07u15 • Personeelsbestaffing: 1 verpleegkundige • De nachtverpleegkundige wordt door de verpleegkundige van de “verpleegkundige permanentie” minstens 2x/nacht geholpen in het toepassen van wisselhoudingen, vervangen incontinentiemateriaal,... Dagdienst 08u00 – 16u06u • De hoofdverpleegkundige werkt in dagdienst. Bij afwezigheid wordt ze vervangen door de adjuncthoofdverpleegkundige. Revalidantenoverdracht gebeurt door: • de nachtdienst aan de vroege dienst • de vroege dienst aan de late dienst • de late dienst aan de nachtdienst Elke verpleegkundige draagt de aan haar toegewezen patiënten over aan de volgende shift aan de hand van het verpleegdossier.
14
Taak van de psycholoog Neuropsychologisch onderzoek De psycholoog maakt gebruik van specifiek uitgezochte, betrouwbare en gevalideerde tests om de eventuele cognitieve klachten van de revalidant te objectiveren. De aard en de ernst van de cognitieve stoornissen worden in kaart gebracht met de beschadigde hersendelen. Ook probeert de psycholoog vast te stellen wat de gevolgen zijn van het hersenletsel voor het dagelijks functioneren. Cognitieve revalidatie Na het in kaart brengen van de cognitieve stoornissen tracht men het oorspronkelijk niveau van cognitief functioneren zo dicht mogelijk te benaderen. Naast herhaaldelijke oefeningen wordt er ook gezocht naar hulpmiddelen om zo optimaal mogelijk om te gaan met de cognitieve stoornissen. Hierbij wordt er gestreefd naar maximale zelfredzaamheid en wordt er aandacht besteed aan vrijetijdsbesteding, het al dan niet opnieuw zelfstandig wonen, het autorijden, de studies of het werk. Vaak worden de revalidanten tijdens de oefeningen geconfronteerd met heel wat beperkingen, die zij moeilijk kunnen verwerken: gevoelens van onmacht en depressie treden op. Psychologische begeleiding Revalidanten hebben vaak verdriet omwille van de opname in het ziekenhuis en de confrontatie met beperkingen. Gevoelens van eenzaamheid, onmacht en minderwaardigheid komen vaak voor. Bij de psycholoog hebben revalidanten de kans om hun emotionele problemen te verwerken, zij kunnen komen tot nieuwe inzichten en daarnaast kunnen zij ook proberen het gebeuren en hun tekortkomingen te aanvaarden. Verder is er ook sprake van gezinsbegeleiding: niet alleen de revalidant maar ook de naaste familie wordt betrokken. Samen met de familie wordt er gekeken naar de meest aangepaste houding van het gezin tegenover de revalidant. Ook treden er heel wat rolveranderingen op binnen het gezin, die samen besproken kunnen worden. Tenslotte worden de gezinsleden (indien nodig) ook begeleid in hun psychologisch verwerkingsproces (hoe gaan zij om met het ziek vallen van hun naast familielid?).
Taak van de kinesitherapeuten Kinesitherapie is in feite therapeia (verzorging, behandeling van het lichaam) via kinesis (beweging). Anders gezegd, een kinesitherapeut zal er voor dienen te zorgen dat iemand die beperkt is (geraakt) in zijn functioneren – en dat kan veroorzaakt worden door gekwetste spieren, verstijfde gewrichten, letsels aan zenuwen, hart, longen en/of mentale problemen en zoveel andere mogelijke (combinaties van) factoren – via het gebruik van beweging (terug) optimaal werkt. Tegenwoordig staat ‘kinesitherapie’ voor een hele waaier van therapieën. Kinesitherapie is dan ook veel meer dan massage (als het nog gedaan wordt!). Het is een wetenschap in volle uitbreiding en er worden dan ook voortdurend nieuwe onderzoeken gedaan en nieuwe technieken toegepast.
15
Men onderscheidt enkele ‘hoofdcategorieën’ binnen de traditionele kinesitherapie: • manuele therapie • neurologie • psychomotoriek • sportkinesitherapie • bodembekkenrevalidatie • relaxatie • lymfedrainage Elke aandoening, elke revalidant heeft individueel aangepaste therapie nodig. • De behandeling van neurologische aandoeningen bestaat onder andere uit mobilisatie (losmaken), tonificatie (krachttraining), marchrevalidatie, functionele training, conditietraining, houdingscorrectie, cognitieve training, bewegen tegen zwaartekracht, evenwichtstraining, transfertraining,… • De behandeling van orthopedische aandoeningen bestaat hoofdzakelijk uit mobilisatie, tonificatie (trappen, fietsen, pendelbank), marchrevalidatie, conditietraining,…
16
Taak van de ergotherapeuten Wat is ergotherapie? Ergotherapie is de therapeutische benadering van de revalidant als uniek persoon met zijn psychische en fysische mogelijkheden, voorkeuren en tekorten. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid van de revalidant op het gebied van wonen, zelfredzaamheid, werken, taken, ontspanning en vrije tijd. In de therapiesituatie worden doelgerichte handelingen en activiteiten aangeboden om deze zelfstandigheid te bereiken. Taken van de ergotherapeut ADL-training • Functionele training: aanleren van activiteiten van het dagelijkse leven om, ondanks een beperking, tot een zo groot mogelijke zelfstandigheid te komen, met of zonder een hulpmiddel. • Voorbeelden van ADL-taken: Wassen, aankleden, eten, boodschappenlijstje opstellen, strijken, koken, rolstoeltraining, in de tuin werken, ... Motorische training • Training van de arm/handfunctie met aandacht voor kracht, grijpfunctie, fijne motoriek, coördinatie, positionering • Staande activiteiten Cognitieve training in samenwerking met de psychologe die de testen afneemt, wordt er gewerkt op het geheugen, aandacht, oriëntatie, planning ... Ontspanning • Relaxatie • Snoezelen • Creatieve activiteiten Advies • Advies van hulpmiddelen tijdens ADL-taken. Bijvoorbeeld: bordrand, verdikt bestek, 1-handige blikopener... • Advies van rolstoel • Woningaanpassing en advies van hulpmiddelen in de thuissituatie. Dit gebeurt tijdens het huisbezoek, met als doel het zo zelfstandig mogelijk functioneren. De ergotherapeute en de kinesitherapeut(e) trachten aan de hand van een grondig klinisch onderzoek en klinimetrische testen realistische doelen en prognoses rond het herstel van de revalidant voorop te stellen.
17
Taak van de maatschappelijk assistenten Gezondheid wordt niet langer omschreven als het louter wegwerken van lichamelijk en psychisch disfunctioneren, maar wel als een zich welbevinden in alle domeinen van het menselijk leven: lichamelijk, psychisch en spiritueel. Vandaar dat men in het ziekenhuis streeft naar een totale, integrale zorg voor patiënten. Een zorg die naast grote aandacht voor medische en verpleegkundige aspecten, ook aandacht heeft voor de psychosociale aspecten van het ziek-zijn. Een zorg die de patiënten (en zijn omgeving) centraal stelt. Sociaal werk stelt zich daarom tot doel patiënten en hun omgeving, naar aanleiding van een opname of een ambulante behandeling in het ziekenhuis, mee te begeleiden in de mogelijke psychische, relationele en sociale moeilijkheden en problemen verbonden aan het ziek-zijn, het verblijf en de behandeling in het ziekenhuis en de veranderde toekomstperspectieven en levenssituatie, ten einde bij hen een zo groot mogelijk psychosociaal welbevinden te behouden of te verwezenlijken. Binnen de afdeling heeft de maatschappelijk werker een eigen specifieke inbreng in de psychosociale zorg voor de patiënt en zijn omgeving. Hiervoor werken ze binnen het ziekenhuis samen met artsen, verpleegkundige en andere ziekenhuismedewerkers, maar ook buiten het ziekenhuis overleggen ze met allerlei diensten en instellingen. Waarvoor kan de revalidant bij hen terecht? Psychosociale begeleiding • een luisterend oor, een vrijblijvend gesprek • begeleiding bij de verwerking van uw ziekte of handicap • crisisopvang • gepaste doorverwijzing • bemiddeling en onderhandeling • … Ontslagvoorbereiding • Begeleiding bij het zoeken en bespreken van een goede oplossing na het verblijf in het ziekenhuis: -- terug naar huis, met of zonder hulp -- naar een revalidatiecentrum -- naar een hersteloord van de mutualiteit -- naar een serviceflat -- naar een rusthuis of een rust- en verzorgingstehuis -- naar een dagverzorgingscentrum -- ...
18
Organisatie van de thuiszorg • gezins- en bejaardenhulp • poetsdienst • thuisverpleging • warme maaltijden • personenalarmsysteem • hulpmiddelen (ziekenhuisbed, rolwagen, ...) • maatschappelijk werk van de mutualiteit of het OCMW • ... Wegwijs in sociale voorzieningen • integratietegemoetkoming of inkomensvervangende tegemoetkoming • tegemoetkoming hulp aan bejaarden • sociaal telefoontarief • parkeerkaart • ...
Taak van de logopedist(e) Wanneer doe je beroep op een logopedist(e)? Logopedie levert een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van het bestaan van mensen, die in één of meerdere aspecten van hun communicatie en/of mondfuncties gestoord zijn. De logopedie richt zich op het herstel of de optimalisering van bestaande problemen door: • het geven van voorlichting • de detectie en signalering van logopedische stoornissen • het treffen van maatregelen en/of verzorgen van een passende behandeling • het begeleiden van de omgeving Welke problemen worden dan precies bedoeld? • Primaire mondfuncties: slikproblemen bij eten en/of drinken, kwijlen t.g.v. ziekte of trauma • Adem en stem: mondademen onvoldoende adembeheersing i.f.v. stemgeving, heesheid of stemverlies door verkeerd stemgebruik, of na een ziekte of operatieve ingreep • Uitspraak: onduidelijk spreken, het niet of foutief uitspreken van klanken na ziekte of trauma • Taal: onvoldoende taalbegrip en/of taalgebruik na ziekte of trauma • Gehoor: verminderde klankwaarneming, slechthorendheid • Lezen en/of schrijven: lees- en/of schrijfproblemen na een ziekte of trauma
19
Welke principes liggen aan de basis van zo’n logopedische behandeling? • maximaal gebruik maken van de sterkere punten die nog bestaan • regelmatige en hiërarchisch opgebouwde therapiesessies • efficiëntie • blijvend motiveren van de revalidant • trainen van zelfcontrole bij de revalidant Wie doet er dan zoal een beroep op de logopedist(e)? De stoornissen die behandeld worden, kunnen zowel aangeboren zijn, alsook het gevolg van een ongeval, ziekte of mentale retardatie. Een revalidant die onvoldoende in staat is om gesproken of geschreven taal te begrijpen of onvoldoende in staat is zichzelf in taal uit te drukken t.g.v. bovenvermelde oorzaken dient geholpen te worden door therapie. Bij blijvende communicatiestoornissen wordt naar een geschikt communicatiehulpmiddel gezocht. Bij slikproblemen zal steeds in teamverband gezocht worden naar een oplossing, waarbij al het mogelijke zal gedaan worden om voeding “per os” te bekomen. Wat dient men steeds voor ogen te houden? Men mag en kan geen 2 revalidanten vergelijken met eenzelfde stoornis. Elke persoon heeft reeds “in wezen” verschillende mogelijkheden en beperkingen. Na een trauma of een ziekte komt daar nog bij dat geen enkel letsel gelijk is. Plaats, aard en grootte van het letsel zijn medebepalend voor herstelmogelijkheden.
Taak van de pastorale dienst Revalidanten komen naar het centrum omdat er iets ingrijpends in hun leven is gebeurd. Vaak zijn dat belevenissen die hun hart en hun bestaan heel diep raken. Misschien zijn er dan momenten waar op zij de vraag stellen naar de zin van dit alles, of hebben ze gewoon de behoefte om aan iemand hun verhaal kwijt te kunnen. Op die momenten probeert de pastorale dienst er voor hen te zijn. Als de revalidanten het als zinvol ervaren, zijn wij ook bereid te zoeken naar een ritueel, een stille plaats, of een gebed om wat meer vrede in zichzelf te vinden. Wij zijn er voor iedereen, of revalidanten nu katholiek zijn of niet, gelovig of niet. Wij hebben geen pasklare antwoorden op de grote levensvragen die in moeilijke situaties naar boven komen. Wel willen wij naar de revalidanten luisteren, hun steunen in hun verdriet, en hun mee helpen zoeken naar bouwstenen om hun leven verder te zetten. Behoort de revalidant tot een andere traditie en wil hij graag met een hulpverlener uit die levensbeschouwing praten, geef dan een seintje aan de verpleging.
20
2. DAGINDELING VERPLEEGKUNDIGEN 07u00
Briefing
07u15 07u15
• Bloedname en andere nuchtere staalafname
08u00
• Toedienen aërosol en insuline • Start ochtendzorg (aandacht voor therapieplanning)
08u00
• Medicatiebedeling
09u00
• Ontbijt wordt op de kamer opgediend of de revalidant kan deelnemen aan het ontbijtbuffet in de dagzaal -- aandacht voor revalidanten die eventueel nuchter moeten zijn voor een onderzoek
10u00
-- hulp bieden waar nodig • Koffiepauze
10u15 10u15
• Vervolg ochtendzorg
11u30
• Opruimen van kamer en materiaal
11u30
• Aanvullen van verbandwagens, linnenwagen en utility • Invullen van de verpleegdossiers
12u00 12u00 13u00
• Middagpauze groep 1 • Middagmaal wordt in de dagzaal opgediend voor alle revalidanten (uitzondering: comapatiënten en revalidanten besmet met MRSA, clostridium,…) • Medicatiebedeling • Koffie
13u00 14u00
• Middagpauze groep 2 • Revalidanten op toilet helpen en eventueel in bed leggen voor een middagrust.
15u00 15u00
• Bedlegerige revalidanten (meestal comapatiënten) droogleggen en wisselhouding geven. • Briefing aan de late dienst • Namiddagverzorging, waterbedeling, koffie zetten voor de revalidanten
16u00
• Revalidanten terug uit bed helpen en op toilet helpen
16u00
• Bedlegerige revalidanten droogleggen en wisselhouding geven. • Invullen elektronische verpleegdossiers
17u00 17u00
• Op- en afdekken van avondmaaltijd in de dagzaal
18u00
• Toedienen van medicatie • Revalidanten eventueel terug naar de kamer begeleiden en op toilet helpen.
21
18u30
• Invullen elektronische verpleegdossiers
19u00 19u00
• Avondpauze • Invullen elektronische verpleegdossiers
19u30 19u30 21u00 21u00
• Avondronde: dit omvat de revalidanten helpen uitkleden, op toilet en in bed helpen, avondmedicatie uitdelen, waterbedeling • Invullen elektronische verpleegdossiers
21u45 21u45
• Briefing aan de nachtdienst
22u00 22u00
• Eerste revalidantenronde : eventueel infusen en sondevoeding overschakelen.
07u00
• Medicatie (alle medicatie per os, druppels, siropen,…) klaarzetten voor de hele dag. • Bloednamen en andere culturen klaarzetten • Grote klevers afdrukken • Kleine klevertjes maken op de computer • Briefingbladen afdrukken • Tweede revalidantenronde: wisselhouding geven en eventueel revalidanten droogleggen • Alle verpleegdossiers invullen via de computer • Koffie maken voor de vroegdienst en de revalidanten • Derde revalidantenronde: wisselhouding toedienen en droogleggen • Controle nuchtere glycemies door de nachtdienst rond 06u30 • Briefing aan de vroegdienst.
Bezoek Bezoek is mogelijk tussen 11u00 en 19u30. De cafetaria en de winkel zijn dagelijks open van 09u00 tot 19u30. In het Jessa Ziekenhuis geldt een algemeen rookverbod. Dit is wettelijk bepaald door het KB van 31 maart 1987. Iedere campus beschikt over een centrale rookruimte. Dit is de enige ruimte waar mag gerookt worden.
22
3. PROCEDURES & PROTOCOLLEN Revalidatieverpleegkunde is een specifieke tak van verpleegkunde waarin de (coördinerende) verpleegkundige in een multidisciplinaire samenwerking tracht zorg op maat te bieden aan de revalidant. De verpleegkundige treedt op als coach om de revalidant en zijn familie te begeleiden in een veranderingsproces op weg naar het best haalbare resultaat tot reïntegratie in de samenleving.
3.1. Meest voorkomende verpleegkundige technieken • ADL hygiëne training • ADL voeding/dysfagietraining • incontinentietraining • rolstoeltraining • positionering/transfertraining • educatie • aandacht voor functionele stoornissen (afasie – neglect -…) • aandacht voor emotionele, gedrag en cognitieve stoornissen • verantwoordelijk voor de toegewezen revalidanten als coördinerende verpleegkundige • kennis van meetschalen: MVG, pijnschalen, comatestings, Barthelindex…
Aandachtspunten Informatieverstrekking aan familie en revalidant betreffende de evolutie van de algemene toestand is een zeer belangrijk aandachtspunt. Bij het zorgproces blijven we steeds de privacy van onze patiënten garanderen en het beroepsgeheim wordt steeds gerespecteerd. Alle ziekenhuishygiënische maatregelen worden ten allen tijde toegepast conform de procedures opgesteld door het comité ziekenhuishygiëne. Verantwoordelijkheidszin tegenover revalidanten, familie, collega’s moet steeds aanwezig zijn. Interesse en engagement voor het werk en de organisatie (het ziekenhuis) is dan ook onontbeerlijk. Multidisciplinaire samenwerking met andere diensten in het ziekenhuis is essentieel voor het optimaal functioneren van onze afdeling vooral naar de diensten: • voeding • therapeuten • medische beeldvorming • artsen
23
Centrum voor ambulante revalidatie Ambulante revalidatie richt zich in de eerste plaats naar die revalidanten waarvoor opname niet meer nodig is en die verder in aanmerking komen voor een multidisciplinaire revalidatieaanpak. Ook kunnen revalidanten die niet in aanmerking komen voor opname in het revalidatiecentrum St.-Ursula maar die omwille van hun pathologie toch best multidisciplinaire revalidatie volgen, hier terecht. Voor iedere revalidant wordt in het revalidatiecentrum St.-Ursula een geïndividualiseerd revalidatieprogramma opgesteld. De behandeling bestaat uit zeer regelmatige gespecialiseerde psychosociale, paramedische en medische tussenkomsten door een team van verschillende therapeuten onder permanent toezicht van een revalidatiearts. Het behandelprogramma beperkt zich meestal tot twee à drie sessies van één tot twee uur per week. Naargelang de therapeutische doelstellingen gebeurt de behandeling individueel of in groepsverband. Elk multidisciplinair revalidatieprogramma bevat regelmatige evaluatieonderzoeken, overlegmomenten, adviesgesprekken en begeleiding van de naaste familie alsook een systematische samenwerking met alle andere betrokken instanties. Een behandeling wordt afgerond in onderling overleg met alle betrokkenen of na het verlopen van de maximaal toegestane behandelingsduur. Voor het vervoer van en naar het revalidatiecentrum kan beroep gedaan worden op het rolstoelbusje of de minder mobielen centrale. Afspraken hiervoor worden door het revalidatiecentrum gemaakt. De vervoersonkosten kunnen betaald worden via het systeem van dienstencheques.
Comacentrum Het Revalidatiecentrum St.-Ursula is erkend als expertisecentrum voor comapatiënten. Na de acute opname in een ziekenhuis worden comapatiënten in een vegetatieve status of minimaal responsieve status opgenomen in het comacentrum. Bedoeling is de levenskwaliteit van zowel de patiënt als van zijn familie te verhogen door actieve revalidatie gedurende maximaal 6 maanden. Een team van artsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, psychologen, logopedisten, maatschappelijk werkers staan voor hen klaar. Naast de diagnosestelling wordt en doorgedreven behandelprogramma aangeboden. Deze behandelprogramma’s zijn gericht op: • optimaliseren lichamelijke toestand • preventie van verwikkelingen • uitlokken bewegingsmogelijkheden • stimuleren van bewustzijnstoestand naar alertheid • op gang brengen communicatie • begeleiden van familie naar acceptatie, verwerking • geven van info en voorlichting Vanuit het centrum wordt een zorgnetwerk opgezet voor de lange termijn zorg en wordt aangepaste opvang-, huisvestings- en zorgstructuren georganiseerd. Het comacentrum zorgt voor een medisch attest voor aanvraag van specifieke forfaits voor lange termijnzorg in erkende RVT’s, nursingtehuizen Vlaams Fonds, of in de Geïntegreerde Diensten voor Thuiszorg. Met RVT Heiderust te Genk en RVT St.-Anna te Koersel-Beringen zijn samenwerkingsovereenkomsten afgesloten. In Herk-de-Stad zijn vijf plaatsen voorzien.
24
3.2. Klinische paden Er wordt op de revalidatiediensten (nog) geen gebruik gemaakt van klinische paden.
3.3. Meest voorkomende administratieve-organisatorische procedures • Opname- en ontslagprocedure (dienstspecifieke afspraken vind je op de afdeling) • Isolatie van besmette patiënten • Identificatiearmbandje • Decubituspreventie • Dagboek van de revalidant • Plan vrijheidsbeperking
25
4. PATIENTENVOORLICHTING Patiëntenbrochures Ziekenhuisbreed • Ombudsdienst • Een opname in het ziekenhuis • Raadplegingsbrochure • Patiëntveiligheidskaart
Dienstspecifiek • Brochure polikliniek • Dagboek van de revalidant • Maatregelen bij dragerschap van een resistente bacterie • Voorzorgsmaatregelen in de preventie van ziekenhuisinfecties • Een niet aangeboren hersenletsel, wat nu? • Revalideren na een niet aangeboren hersenletsel • Acute verwardheid
26
5. COMMUNICATIE 5.1. Telefonie Reva Telefoon
E-mail
Artsen Dr. Sofie Peeters
011 30 96 48
[email protected]
Dr. Veronik Slachmuylders
013 55 17 11
[email protected]
Dr. Joyce Steenberghs
013 55 17 11
[email protected]
Dr. Maaiken Vander Plaetse
013 55 17 11
[email protected]
013 55 06 11
[email protected]
013 55 07 50
[email protected]
013 55 06 16
[email protected]
013 55 07 81
paul.
[email protected]
013 55 06 57
[email protected]
Hoofdverpleegkundigen Reva 1 Gertie Ponet Reva 2 Johan Coppens Reva 3 Koen Thijsen Reva 4 Paul Janssen Hoofdtherapeut Marc Michielsen
5.2. ICT • We beschikken over een aantal vaste pc’s en laptops. Deze geven toegang tot een aantal ziekenhuisbrede programma’s. Voor al deze applicaties wordt bij indiensttreding een persoonlijke login en een initieel paswoord voorzien. Het is best dit paswoord aan te passen en hetzelfde te maken voor elke applicatie. • De pc’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. • Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (code gebruiker en paswoord).
27
5.3. Mondelinge communicatie • mondelinge overdracht onmiddellijk na de observatie en na het beëindigen van de opgedragen taken aan de teamverantwoordelijke • multidisciplinaire teamvergadering • ronde tafelbespreking • opnameteam • intakegesprekken
5.4. Schriftelijke communicatie • elektronisch verpleegdossier
5.5. Extra informatie • naslagwerken in het verpleegstation • mappen met verslagen van iedere referentieverpleegkundige
28
6. PERSONEELSINFORMATIE 6.1. Ziekenhuisbreed Op Jessanet vind je: • algemene personeelsinformatie (ziektemelding,
Gezond roosteren: verbeteren van de kwaliteit van leven voor medewerkers met continudienst en zorgen voor een goede balans tussen het persoonlijke en het professionele leven
verlof, uurrooster verzekering,...) • informatie over de evaluatieprocedure • informatie over de vormingsprocedure • stappenplan per dienst Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving.
6.2. Dienstspecifiek: uurregeling • Vroege dienst 07u00-15u06, Late dienst 13u54 – 22u00, Nachtdienst 21u45 - 07u15 • Dagdienst 08u00 - 16u06 (hoofdverpleegkundige/adjunct-hoofdverpleegkundige)
Verlof Het verlof kan aangevraagd worden op de voorlopige lijsten. Tijdens de maanden juli-augustus-september mag iedereen minimaal 10 verlofdagen nemen. Er moet tijdens de vakantieperiode geen rekening gehouden worden met het vast systeem. De vakantieperiode wordt steeds in overleg met de hoofdverpleegkundige geregeld.
Ruilen Onderling ruilen wordt toegestaan in de mate dat er rekening gehouden wordt met de wettelijke bepalingen.
Vorming Interne en externe vormingen kunnen gevolgd worden in samenspraak met de hoofdverpleegkundige. Er wordt voorkeur gegeven aan het volgen van vorming binnen het referentiedomein.
Werklijst Er wordt gewerkt volgens een vast systeem dat loopt over een referteperiode van 13 weken. De weekends, late diensten en nachtdiensten liggen hierin vast en zijn dus perfect voorspelbaar. Het definitieve uurrooster wordt wekeijks door de (adjunct-)hoofdverpleegkundige goedgekeurd en uitgehangen.
6.3. Teambuilding Enkele keren per jaar wordt er een teambuildingsactiviteit georganiseerd voor de ganse afdeling en de artsen.
29
7. RISICOANALYSE & WERKPOSTFICHE Deze informatie vind je op onze website www.jessazh.be/Werken bij Jessa.
Heb je opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons dan gerust een seintje! Ria Ceyssens, tel. 011 30 85 13 E-mail:
[email protected] An Vanstiphout, tel. 011 30 90 29 E-mail:
[email protected]
30