INTRODUCTIEBROCHURE VOOR NIEUWE VERPLEEGKUNDIGEN EN STUDENTEN
A1 GASTRO-ENTEROLOGIE 1
Versie januari 2010 Versie oktober 2015
Welkom Welkom op de afdeling A1 Gastro-enterologie. Wij willen je graag als nieuwe verpleegkundige of student ontvangen op onze afdeling. Met deze brochure willen we je wegwijs maken. Het is een beknopte begeleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet alles omvattend zijn, daarom staan zowel de artsen, hoofdverpleegkundige en verpleging je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te passen. Welkom in ons team! Je collega’s.
Voornaamste stelregel: als je twijfelt, vraag dan hulp! Dit doe je beter te vroeg dan te laat!
2
Inhoudstafel 1. Voorstelling van de afdeling
p. 4
1.1. Locatie
p. 4
1.2. Plaats binnen de organisatie
p. 5
1.3. Multidisciplinair team
p. 6
1.4. Specialismen
p. 7
1.5. Afdelingsopdrachten
p. 8
2. Een dag op de afdeling
p. 9
3. Procedures & protocollen
p. 17
3.1. Medisch-verpleegkundige technieken
p. 17
3.2. Klinische paden
p. 21
3.3. Administratieve-organisatorische procedures
p. 21
4. Patiëntenvoorlichting
p. 22
Jessa Patiëntgericht! 5. Communicatie
p. 23
5.1. Telefonie
p. 23
5.2. ICT
p. 23
5.3. Mondelinge communicatie
p. 23
5.4. Schriftelijke communicatie
p. 23
6. Personeelsinformatie
p. 24
6.1. Ziekenhuisbreed
p. 24
6.2. Dienstspecifiek
p. 24
6.3. Teambuilding
p. 25
7. Risicoanalyse & werkpostfiche
p. 26
3
1. VOORSTELLING VAN ONZE AFDELING 1.1. Locatie De afdeling A1 bevindt zich op de eerste verdieping (volg de blauwe pijl) van campus Salvator. De afdeling ligt in blok A op hetzelfde niveau als de consultatie gastro-enterologie. De eenheid telt 33 bedden. Binnen de afdeling zijn de patiëntenkamers als volgt verdeeld: • 9 privaat kamers, waarvan 2 kamers met sas. • 12 tweepersoonskamers. Centraal op de afdeling bevinden zich het bureau van de hoofdverpleegkundige, het verpleegstation, de verbandkamer, de dienstkeuken, het polyvalent gesprekslokaal, de utility, toilet, douche en badkamer met ligbad.
Grondplan
4
1.2. Plaats binnen de organisatie De afdeling Gastro-enterologie maakt deel uit van de zorgcluster Bekken-Abdomen. Deze zorgcluster bestaat uit de volgende diensten: • Gastro-entererologie - infectieziekten • Abdominale heelkunde • Bariatrische heelkunde • Urologie/niersteenverbrijzelaar • Gynaecologische chirurgie • Urogynaecologie • Stomazorg • Endoscopie • Diëtetiek • Algemene inwendige geneeskunde • Daghospitaal inwendige geneeskunde • Endocrinologie-diabetologie • Nefrologie en dialyse • Diabetesconventie • Diabetische voetkliniek
Management
Medisch manager Dr. Daan Walgraeve Tel: 011 28 97 30 E-mail:
[email protected]
Zorgmanager Jan Bert Willems Tel: 011 30 89 25 E-mail:
[email protected]
5
1.3. Het multidisciplinair team Medisch team Gastro-enterologie en digestieve oncologie • dr. Jean-Louis Coenegrachts • dr. Wim Jacobs • dr. Filip Janssens • dr. Pascal Peeters • dr. Piet Schurmans • dr. Ignace Vanmoerkerke • dr. Daan Walgraeve • dr. Miranda Withofs • dr. Assistent(e)
Verpleegkundig team Hoofdverpleegkundige
Marc Aerts
Referentieverpleegkundigen • Referentieverpleegkundige stomazorg: Timmy Czekaj • Referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne : Katrien Rosvelds
Stagementoren • Stagementor voor het VTI : Kathleen Vlekken • Stagementor voor de Khlim : Christl Vrolix • Stagementoren afdeling
Jan Lecoque
Elisha Masset
Katrien Rosvelds 6
Andere medewerkers • Kinesisten • Diëtisten • Sociale dienst • Pastorale dienst • Palliatieve dienst • Psychologe
1.4. Specialismen Gastro-enterologie Gastro-enterologie omvat patiënten in observatie, diagnosestelling en behandeling van abdominale pathologie. Elk abdominaal segment kent zijn eigen pathologie. • Rechterhypochonder: hier denkt men aan galblaas, lever en colon, (o.a. cholelithiasis, cholecystitis). • Linkerhypochonder: hier denkt men aan maag, pancreas, colon en thoracale organen ( o.a. maagulcera, bloeding en perforatie, pancreatitis,…) • Rechterfossa-iliaca: hier denkt men aan ileum, caecum, ureter en appendix (o.a. appendicitis, pyelitis, ziekte van Crohn). • Linkerfossa-iliaca: hier denkt men aan blaas, colon, vrouwelijke organen (o.a obstructieve ileus, divertikels, colitis, carcinoma,…). In de abdominale pathologie spreekt men algemeen over 4 categorieën: 1. Inflammatoire en tumorale aandoeningen. 2. Perforatie van hol orgaan. 3. Obstructie. 4. Traumata. De kernactiviteit is verplegen, verzorgen, begeleiden en verder opvolgen van patiënten via spoedopname en geplande opname. Een belangrijk groep van patiënten die onze afdeling wekelijks bezetten zijn de patiënten die behoren tot de digestieve oncologie. en die chemo krijgen waarvoor verblijf is aangewezen.
Wat is digestieve oncologie? Dit is de kennis, diagnosestelling en therapie van de kwaadaardige gezwellen van maagdarmstelsel. Het betreft hier dus kanker van de slokdarm, maag, dundarm en vooral dikdarm (+ endeldarm), maar ook van de pancreas (alvleesklier), de lever, galblaas en galwegen. Een heel belangrijk punt is dat er wordt gestreefd naar comfort van de patiënt om het maximaal te behouden of te maken door een zo optimaal mogelijke organisatie van de verschillende onderzoeken, door een goede verzorging en door een vriendelijke en professionele opvang. Hiervoor staat ook een multidisciplinair team ter beschikking.
7
1.5. Afdelingsopdrachten Bezetting: • 1 dagdienst : de hoofdverpleegkundige: van 08u00 – 16u06 • 4 vroege diensten : van 07u00 – 15u06 • 3 late diensten : van 13u54 – 22u00 • 1 nachtdienst : 21u45 – 07u15 De afdeling wordt in 3 groepen verdeeld; • Groep 1. K 143 t/m K 152 • Groep 2. K 153 t/m K 157 • Groep 3. K 158 t/m K 163 Op de afdeling werken we volgens een vorm van integrerende verpleging. Je zou kunnen spreken van geïntegreerd teamwork. Iedere verpleegkundige krijgt een aantal patiënten toegewezen (volgens groep) waar hij of zij de eindverantwoordelijkheid van heeft. Hier denkt men dan vooral aan het toedienen van medicatie, transfusie, bepaalde verpleegtechnische handelingen (plaatsen VS, MS, infuus, wondzorg,…), instructies van artsen opvolgen,…
Opnameverantwoordelijke Onze dienst heeft ook altijd minstens één opname verantwoordelijke. Zijn of haar taak bestaat voornamelijk uit het opvangen en begeleiden van nieuwe patiënten (geplande- en spoedopnames), het opvolgen van de chemo-schema’s, voorbereidend werk geplande opnames volgende dag,…
Hoofdverpleegkundige De hoofdverpleegkundige stelt iedere dag het werkschema op, en coördineert het afdelingsgebeuren. Studenten worden aan een verpleegkundige gekoppeld. Dit vind je ook terug in het dagelijkse logboek. Meer informatie vind je in het dienstscenario van onze afdeling.
We helpen elkaar steeds verder en proberen elkaar goed aan te vullen.
8
2. EEN DAG OP DE AFDELING GASTRO-ENTEROLOGIE 07u00: Ochtendbriefing • Waar: in het verpleegstation • Wie: de nachtdienst aan de morgenploeg • Wat: per patiënt worden de volgende aandachtspunten vernoemd: - patiëntennaam en kamernummer - reden van opname en voornaamste verpleegdiagnose - kwaliteit van de nachtrust/bijzonderheden - planning van de zorgen en onderzoeken - mate van zelfzorg of hulpbehoevendheid - infuustherapie ( per. inf., DVC, PAC) - eventuele wondzorg/stomazorg • Hoe: de nachtdienst voert het woord en baseert zich op het patiëntendossier. Ieder lid van de ochtendploeg, uitgezonderd het diensthoofd, is aanwezig en noteert op zijn persoonlijk briefingsblad.
Hoofdverpleegkundige • Briefing met de opnameverantwoordelijke en de doktersassistent; • Eventueel bijsturing van de opnameplanning; • Opnames opvangen, doorverwijzen verpleegkundige en eventueel opstarten dringende planning; • Behandelende / consulterende dokters informatie verschaffen; • Telefoons beantwoorden; • Administratieve en lopende zaken afhandelen; • Plannen van onderzoeken; • Tussenkomst bij specifieke zorgsituaties; • Patiëntenoverleg met verschillende artsen; • Dienstoverstijgende vergaderingen; • Middagbriefing bijwonen, dienstgebonden en patiëntgebonden informatie verschaffen; bijsturing van de briefing waar nodig; • Zaalronde met de artsen + zo nodig bijsturing van het zorggebeuren; • Opnameplanning volgende dag bekijken; • Uitleg + info verschaffen over de ziekte en verdere behandeling aan patiënten en familie; • Administratieve taken: dienstlijst, werkverdeling volgende dag, verlofkaarten etc;
9
Opnameverantwoordelijke Vroege dienst 07u00 - 07u15 • Briefing 07u15 – 07u30 • Het nemen van bloedstalen; 07u30 - 08u00 • Telefoons beantwoorden; • Voorbereiding opnamedossiers; 08u00 - 10u45 • Controle van de chemotherapie bij de opgenomen patiënten; • Medicatie optrekken nodig voor de verdere chemobehandeling; • Verpleegkundige observatie tijdens toediening van chemotherapie (extravasatie, refluxcontrole,…); • Geplande opnames installeren op de kamer; • Uitleg kamer; • Verpleegkundige anamnese; • Inplannen van medicatie in MCB + invullen van duimspijker (thuismedicatie, infuustherapie, dieet, allergie ); • Ingeven van dieet in C-Meal; • Bloedafnames van chemopatiënten onmiddellijk naar het labo brengen; • Eventueel patiënten voorbereidingen geven voor onderzoek (o.a. coloscopie); • Administratie : alle pat. gegevens ingeven in de PC (medicatie, profielen,… ); • Briefing doorgeven aan de hoofdverpleegkundige en de Dr. Assistent(e); 10u45 - 11u00 • Koffiepauze; 11u00 – 13u00 • Aanpassen dagoverzicht gehospitaliseerde patiënten; • Starten van chemotherapie (voor de nieuwe opnames); • Medicatie van apotheek uitpakken; 13u00 – 13u30 • Middagpauze;
10
13u00 - 15u06 • Afwerken van eigen taken in verpleegpost; • Uitdelen van medicatie en ontslagdocumenten en de nodige uitleg verschaffen aan de patiënt. • Briefing van de vroege dienst naar de late dienst; • Waar: In het verpleegstation • Wie: De vroege aan de late ploeg • Wat: Per patiënt worden de volgende aandachtspunten vernoemd: - patiëntennaam en kamernummer; - reden van opname en voornaamste verpleegdiagnose; - medische en verpleegkundige problemen; - evolutie ziekteverloop, onderzoeken, behandeling, verzorging; - planning van de zorgen en onderzoeken - mate van zelfzorg of hulpbehoevendheid - infuustherapie ( per. inf., DVC, PAC) - eventuele wondzorg/stomazorg • Hoe: Iedere verpleegkundige voert het woord van zijn toegewezen patiënten. De late dienst noteert het nodige op zijn/haar briefingsblad.
Opnameverantwoordelijke Late dienst • Telefoons beantwoorden; • Aanhangen chemotherapie verder afwerken bij de patiënten; • Aanpassen dagoverzicht gehospitaliseerde patiënten; • Patiënten die komen voor PAC-spoeling, PAC hepariniseren; • Ambulante chemopatiënten installeren + toediening verdere chemotherapie; • Medicatie van apotheek uitpakken; • Eventuele ontslagen nog in orde maken; • Klaarleggen dossiers van geplande opnames voor de volgende dag; • Klaarleggen bloedstalen voor de volgende dag; • Formulier nuchtere patiënten opmaken; • Orde verpleegstation;
11
Verpleegkundigen/verzorgenden Vroege dienst 07u00 • Inkijken werkverdeling. • De afdeling is verdeeld in 3 groepen. Elke verpleegkundige krijgt een aantal patiënten toegewezen en heeft er de eindverantwoordelijkheid van. • Beloproepen beantwoorden 07u00-07u30 • Medicatie nakijken, uitdelen en aftekenen door de verpleegkundigen; • Verzorgingskarren klaarzetten (bloeddrukmeters, thermometers, linnen); 07u30-08u00 • Opnameverantwoordelijke helpen met patiëntenvervoer naar consultatie (en terug naar kamer); • Begin patiëntenzorg; Patiëntenzorg omvat: - emotionele ondersteuning, score pijn, nachtrust, stoelgangspatroon, nausea; - het nemen van de parameters - het invullen van het verpleegdossier - ochtendtoilet ( wassen, kleden, scheren, tandenpoetsen,…) - verzorging wonde, stoma, MS, PAC, DVC,… - controle perfusie - verversen linnen, bed opmaken - kamerorde - (tussen)medicatie toedienen - … 08u00-08u30 • Bedeling van het ontbijt + hulp bieden waar nodig; • Glycemiecontrole bij diabetes patiënten die insuline spuiten; • Ontbijt bewaren voor patiënten die na onderzoek niet meer nuchter zijn; • Orde personeelskeuken ; • Afruimen; 09u00 - 10u45 • Patiëntenzorg* continueren; • Decubituspreventie : Norton, wisselhoudung • Studentenbegeleiding + feedback geven tijdens de ochtendzorg; • Ontbijt bezorgen aan patiënten die terug zijn van onderzoek en niet meer nuchter dienen te blijven; • Tussenmedicatie toedienen en aftekenen;
12
10u45 – 11u00 • Koffiepauze 11u00 – 12u00 • Verzorgingskarretjes bijvullen; • Netheid / orde utility; • Bijvullen kasten ( spuitjes, naalden, infuuszakken,…) 12u00 – 12u30 • Medicatie van 12u00 nakijken, toedienen en aftekenen; • Bedeling van het middagmaal + hulp bieden waar nodig; • Koffiekar klaarmaken; 12u30 – 13u00 • Middagpauze; 13u00 – 14u15 • Afruimen middagmaal; • Koffie ronddelen ; • Patiënten terug in bed installeren, droogleggen, wisselhouding geven zonodig; • Middagmaal bezorgen aan patiënten die terug zijn van onderzoek en niet meer nuchter dienen te blijven; • Soep geven aan patiënten die een colonscopie ondergaan hebben; • Beloproepen beantwoorden; 14u15 – 15u06 • Briefing • Waar: In het verpleegstation • Wie: De vroege aan de late ploeg • Wat: Per patiënt worden de volgende aandachtspunten vernoemd: - patiëntennaam en kamernummer; - reden van opname en voornaamste verpleegdiagnose; - medische en verpleegkundige problemen; - evolutie ziekteverloop, onderzoeken, behandeling, verzorging; - planning van de zorgen en onderzoeken - mate van zelfzorg of hulpbehoevendheid - infuustherapie ( per. inf., DVC, PAC) - eventuele wondzorg/stomazorg • Hoe: Iedere verpleegkundige voert het woord van zijn toegewezen patiënten. De late dienst noteert het nodige op zijn/haar briefingsblad. • Einde shift;
13
Verpleegkundigen/verzorgenden Late dienst 13u54 – 14u15 • Medicatie nakijken van 17u00 en 21u00; • Infusen creeën in MCB, klaarleggen en/of aanhangen tot 22u00; 14u15 – 14u45 • Briefing • Waar: In het verpleegstation • Wie: De vroege aan de late ploeg • Wat: Per patiënt worden de volgende aandachtspunten vernoemd: - patiëntennaam en kamernummer; - reden van opname en voornaamste verpleegdiagnose; - medische en verpleegkundige problemen; - evolutie ziekteverloop, onderzoeken, behandeling, verzorging; - planning van de zorgen en onderzoeken - mate van zelfzorg of hulpbehoevendheid - infuustherapie ( per. inf., DVC, PAC) - eventuele wondzorg/stomazorg • Hoe: Iedere verpleegkundige voert het woord van zijn toegewezen patiënten. De late dienst noteert het nodige op zijn/haar briefingsblad. 14u51 – 17u00 • Nakijken medicatie van 17u00-21u00 ( en tussenmedicatie); • Verzorgingswagens klaarzetten ( BD-meter, thermometer,…); • Zuiver linnen meenemen om de afgewassen bedden terug op te maken; • Linnen / vuilwagen; • Namiddagverzorging : - beloproepen beantwoorden; - verzorgingstoer: infuus, verbanden, controle op pijn, nabloeding, nausea, - parameters: BD, pols, debieten (urine, maag,…) pijn, nausea, stoelganspatroon, … - postoperatieve controles uitvoeren (bloeding, pijn, nausea, niezen, duizeigheid; urineren,…); - het invullen van het verpleegdossier; - controle perfusie; - verversen linnen, bed opmaken; - kamerorde; - (tussen)medicatie toedienen; - patiënten opzetten of terug in bed leggen, zo nodig wisselhouding geven; • Opruimen van verzorgingswagen; • Opruimen utility; • Koffiepauze; 14
17u00 – 18u00 • Medicatie van 17u00 nakijken; • IV- medicatie oplossen; • Bedeling van het avondmaal + hulp bieden waar nodig; • Medicatie toedienen; 18u00 – 20u00 • Afruimen avondmaal • Beloproepen beantwoorden 20u00 – 21u45 • Controle avondmedicatie • Avondronde • Patiënten installeren in bed • Medicatie toedienen • ... 21u45 – 22u00 • Briefing naar nachtverpleegkundige • Einde shift
Nachtdienst 21u45 – 22u00: • Briefing late naar nacht • Eerste ronde ( 22.00u - …) - nachtverpleegkundige stelt zich voor; - bevraging pijn, toilet, slaapmedicatie,…+ eventueel afspraak maken; - naar verhaal van patiënt luisteren, geruststellen voor de nacht; - nazicht infusen + eventueel vervangen; - medicatie toedienen; - patiënt helpen bij het vinden van comfortabele slaaphouding; - tv uitzetten of volume verlagen, zorgen voor rust en stilte; - afspraak met lopende waak - medicatie klaarzetten voor volgende dag • Tweede ronde ( 00.00u - …), derde ronde (02.00u-…), vierde ronde ( 04.00u-…), • Vijfde ronde ( 06.00-…) - medicatie toedienen; - bevraging pijn, toilet, andere…; - controle luier + vervangen indien nodig; - nazicht infusen,vervangen, herprikken, andere trousse,…;
15
- eventueel wisselhouding toepassen; - eventueel glycemie controle; - controle afloop verblijfsonde, maagsonde + eventueel opvangzakje ledigen; - controle stoma + eventuele zorg (zakje ledigen, vervangen); - controle chemo, PAC, - eventueel bedlinnen vervangen bij transpiratie, accidentjes; - beloproepen beantwoorden; - steun aan patiënten die het moeilijk hebben, luisterend oor, gesprek; -
steun aan familie die blijven waken over zieke patiënt;
- steun aan familie bij overlijden; - lijktooi; - briefingsblad aanpassen en uitprinten; - kasten bijvullen (infusen, spuitjes, naalden, …); - verzorgingskarretjes bijvullen; - koffie zetten + water voor thee; - afwas en netheid keuken; - … • Briefing nacht naar vroege
16
3. PROCEDURES & PROTOCOLLEN 3.1. Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken Parameters controleren • BD-, pols en temperatuurcontrole • Pijnscore • Urinedebiet • Controle nausea, sedatie en flatus postoperatief • Wonduitzicht , wondvochtverlies • Glycaemie • Redondebieten
Zorgen aan het ademhalingsstelsel • toedienen van aerosols, zuurstof
Zorgen aan de bloedsomloop • bloedname voor onderzoek • voorbereiding, toediening en controle op perfusies en transfusies
Zorgen aan het spijsverteringsstelsel • mondzorg • toedienen ontlastingslavementen, micro-clysma’s • (stomaverzorging)
Zorgen aan het urogenitaal stelsel • staalname • éénmalig sonderen voor staal, residu bepaling • urinedebiet – postoperatieve controle • (plaatsen en) verwijderen van verblijfsonden • (stomaverzorging)
Huid en zintuigen • oog- en oordruppels • zalven en lotions • decubituspreventie
17
Meer informatie vind je op JessaZorgnet!
• wondzorg : - operatiewonden - traumatologische wondzorg - dermatologische zorg - brandwonden - hechtingen verwijderen (haakjes, draadjes) - decubitus (rood, geel, zwart) - wieken inbrengen, verwijderen
Medicatie • inzicht en toedienen van geneesmiddelen (medicatie I.V., I.M., S.C. P.O.) • medicatieschema’s aflezen en gebruiken
Voedsel en vochttoediening , metabolisme • toedienen van transfusies • toedienen van perfusies • vochtbalans • toedienen van parenterale voeding, hyperalimentatie zoals TPN (Kabiven)
Mobiliteit • wisselhoudingsschema’s • stimuleren • mobiliseren
Aandachtspunten van onze afdeling Verpleegdossier De student mag het verpleegdossier invullen en aftekenen, maar ook de verantwoordelijke verpleegkundige moet dit controleren en dient zijn of haar handtekening te zetten in het daartoe bestemd vakje.
Chemo Het toedienen van chemo is een vrij complex gebeuren. Studenten mogen geen chemo toedienen, zelfs niet onder begeleiding. Ze mogen uiteraard wel met de verpleegkundige meelopen om het gebeuren te volgen. Wanneer patiënten bellen i.v.m. hun chemo meld je dit best aan de opname verantwoordelijke.
18
Beloproepen Verpleegkundigen laten vaak studenten naar een beloproep gaan. Niet omdat zij zelf geen zin hebben, maar omdat het beantwoorden van een beloproep een zeer leerrijk moment kan zijn. Het is een prima oefening in observatie, communicatie en nadenken over een mogelijke oplossing.
Koffieronde Kort na het middagmaal volgt er een bedeling van koffie en thee. Patiënten die niet nuchter moeten blijven en geen dieet volgen mogen hieruit kiezen. Bij sommige dieeten mag de patiënt geen koffie, maar wel thee (zie verder bij dieten). Bij twijfel vraag je dit best even na. Let er ook op om diabeten geen suiker te geven, maar natrena indien zij dit wensen.
Handhygiëne Handhygiëne is in het ziekenhuis zéér belangrijk. Gebruik altijd alcogel voor je bij een patiënt een handeling doet en opnieuw wanneer je ermee klaar bent. Handschoenen doe je aan wanneer je in de kamer bent en dus niet op de gang. Uitdoen gebeurt op dezelfde wijze. Er wordt dus nooit met handschoenen aan over de gang gewandeld. Was ook regelmatig je handen. Het dragen van ringen, armbanden, horloges,… is ook niet toegestaan. Let ook op dat je vuil linnen niet tegen je short aanhoudt. Wees aandachtig voor kruisbesmetting!
Speciale aandacht voor de palliatieve patiënt en familie Bij de palliatieve patiënt is comfortzorg zeer belangrijk. We sparen de patiënt van onnodige verpleegkundige handelingen (parametercontrole, volledig bedbad,…) en houden zoveel mogelijk rekening met de wensen van patiënt en familie. Feedback Het krijgen van feedback kan men best beschouwen als een leermoment. Positief feedback is zowel fijn om te geven als om te krijgen. Toch moeten we alle aandachtspunten van het leermoment overlopen en beoordelen. Hierdoor klinkt de gegeven feedback niet altijd fijn in de oren. Dus probeer zeker aan deze aandachtpunten te werken en eruit te leren om een positieve evolutie te maken in je leerproces. Om misverstanden tijdens de evaluatiegesprekken te vermijden is het belangrijk om op eigen initiatief de gekregen feedback dagelijks neer te schrijven en te laten ondertekenen door de verpleegkundige waaraan men gekoppeld is.
Alle communicatie die gericht is op het bewust of onbewust bestendigen - veranderen - bijsturen - aanpassen van het gedrag van anderen = FEEDBACK
19
Meest voorkomende diëten Maagdiëten Maagsparend graad 1 (MDS I) • = nutridrink + bouillon, beschuiten eventueel met confituur, pudding, natuuryoghurt • Drank : melk, thee of water. Maagsparend graad 2 (MDS II) • = beschuiten of oud wit brood met magere toespijzen of confituur (geen gerookte vleeswaren). • Bouillon of gemixte en gezeefde soep. • Mager wit vlees, mager gehakt, gekookte vis of omelet, deegwaren, rijst of puree. • Pudding, natuuryoghurt. • Drank: lichte koffie, thee of melk. • Geen groenten – geen fruit Maagsparend graad 3 (MDS III) • = licht verteerbare voeding met inschakeling van gekookte groenten en enkele fruitsoorten.
Darmdieeten Restenloos ( RL ) • = nutridrink ( 4 tot 6 per dag) aangevuld met bouillon, eventueel een beschuit en thee. Streng restenarm = restenarm graad 1 ( RA I ) • = wit brood, beschuiten met zoete toespijs, magere kaas of charcuterie. • Bouillon, mager vlees vis of omelet, deegwaren, rijst. • Drank : koffie, thee • Geen groenten – geen fruit – geen aardappelen – geen melk – pudding of yoghurt Restenarm = restenarm graad 2 ( RA II ) • = wit brood, beschuiten met zoete toespijs, magere kaas of charcuterie. • Bouillon of gemixte en gezeefde soep, mager vlees, vis of omelet, deegwaren, rijst, puree of natuuraardappelen. Pudding, natuuryoghurt. • Drank : koffie, thee of melk. • Geen groenten – geen fruit Grove restenbeperking = restenarm graad 3 ( RA III) • = inschakeling van bepaalde groenten en fruitsoorten evenals licht grijs brood. • Dit voedingsadvies wordt vaak meegegeven bij ontslag.
20
Overige diëten • Zoutarm • Bereidingen zonder toegevoegd zout en brood zonder zout. • Diabetes • Bereidingen zonder toegevoegde suiker en magere toespijzen. • Galsparend • Licht verteerbaar, alleen gekookte groenten ( geen ajuin). • Wit of grijs brood met magere toespijzen, pudding, yoghurt of fruitsla. • Geen omelet. • Vetarm – cholesterol-arm of AVVZ • Gezonde voeding met magere toespijzen. • Lactosearm • Zonder melk, kaas
3.2. Klinische paden Op onze afdeling wordt niet gewerkt met papieren versies van klinische paden. Onze elektronische profielen zijn echter zo geformuleerd dat ze deze papieren versies vervangen.
3.3. Meest voorkomende administratieve-organisatorische procedures • Opname- en ontslagprocedure (dienstspecifieke afspraken vind je op de afdeling) • Identificatiearmbandje • Decubituspreventie
21
4. PATIENTENVOORLICHTING Er zijn diverse informatiebrochures ter beschikking voor onze patiënten.
10 standaarden In het Jessa Ziekenhuis volstaat patiëntvriendelijkheid niet. We streven bewust naar patiëntgerichtheid. Dat betekent dat je niet enkel passief vriendelijk bent, maar oplossingsgericht en proactief handelt. Door het overtreffen van de verwachtingen van je patiënt zorg je ervoor dat hij niet enkel tevreden maar ook loyaal is. Als werkinstrument gebruiken we 10 standaarden die aangeven op welke manier je het verschil kan maken in je omgang met patiënten. 1. Zie de mens achter de patiënt: geef de patiënt het gevoel dat hij gezien en gehoord wordt. 2. Toon de mens achter de medewerker: zorg voor een menselijke connectie. 3. Geef informatie in de juiste dosis: doseren en herhalen is de boodschap. 4. Bouw samen aan het zorgverhaal: betrek je patiënt actief bij het proces. 5. Maak er een familieverhaal van: verlies de familie niet uit het oog. 6. Respecteer de privacy: gun de patiënt zijn veilige plek. 7. Maak wederzijdse afspraken: stel je grenzen. 8. Trek als team aan één koord: laat de patiënt voelen dat hij in veilige handen is. 9. Vergeet het eilandgevoel: ga in dialoog met andere diensten. 10.Vertrouw op de expertise van anderen: bundel de krachten met experts buiten de eigen muren.
Meer informatie vind je op Jessanet!
22
5. COMMUNICATIE 5.1. Telefonie Afdeling Gastro-enterologie Hoofdverpleegkundige
Telefoon
DECT
E-mail
(011 33) 92 31
39231
[email protected]
Verpleegeenheid Brandmelding Interne mug Agressie
(011 33) 92 30 9999 9600 5555
5.2. ICT • We beschikken over een aantal vaste pc’s en laptops. Deze geven toegang tot een aantal ziekenhuisbrede programma’s. Voor al deze applicaties wordt bij indiensttreding een persoonlijke login en een initieel paswoord voorzien. Het is best dit paswoord aan te passen en hetzelfde te maken voor elke applicatie. • De pc’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. • Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (code gebruiker en paswoord).
5.3. Mondelinge communicatie Briefing • Waar: in het verpleegbureel. • Wanneer: om 07u00, 14u00 en 21u45. • Wie: de vorige dienst aan huidige dienst. • Inhoud: per patiënt worden de volgende aandachtspunten vernoemd: naam van de patiënten en kamernummer, reden van opname en voornaamste verpleegdiagnose, kwaliteit van de nachtrust, de planning van zorgen, onderzoeken en behandelingen, mate van zelfzorg, medicatie,... • Hoe: de vorige dienst voert het woord en baseert zich op het patiëntendossier. • De verantwoordelijke verpleegkundige brieft via briefingsblad. • Iedereen noteert op persoonlijk briefingblad (uitgeprint via groen scherm)
Dienstvergadering Een aantal keer per jaar is er dienstvergadering waarop elke verpleegkundige verplicht aanwezig is. De hoofdverpleegkundige maakt de agenda op en deze kan aangevuld worden door de andere teamleden. Het verslag is voor iedereen beschikbaar in de infomap en wordt ook ter inzage gegeven aan zorgmanager en artsen. Tijdens de dienstvergadering blijven de verpleegkundigen met avonddienst op de afdeling.
5.4. Schriftelijke communicatie Bv. Werkboek, briefingsblad, infomap, verpleegdossier,... 23
6. PERSONEELSINFORMATIE 6.1. Ziekenhuisbreed Op Jessanet vind je o.a.: • algemene personeelsinformatie (ziektemelding,
Gezond roosteren: verbeteren van de kwaliteit van leven voor medewerkers met continudienst en zorgen voor een goede balans tussen het persoonlijke en het professionele leven
verlof, uurrooster, verzekering,...) • informatie over de evaluatieprocedure • informatie over de vormingsprocedure • stappenplan per dienst Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving.
6.2. Dienstspecifiek: uurregeling personeel • dagdienst: de hoofdverpleegkundige: van 08u00 – 16u06 • vroege dienst: van 07u00 - 15u06 • late dienst: van 13u54 – 22u00 • nachtdienst: 21u45 – 07u15
Verlof Het verlof kan aangevraagd worden via het verlofaanvraagboek. Tijdens de maanden juli-augustusseptember mag iedereen minimaal 10 verlofdagen nemen. Er moet tijdens de vakantieperiode geen rekening gehouden worden met het vast systeem. Buiten de vakantieperiode geldt de afspraak dat medewerkers zelf hun N, B of WE ruilen als ze graag vrij hebben tijdens hun werkende dagen.
Ruilen Onderling ruilen wordt toegestaan in de mate dat er rekening gehouden wordt met de wettelijke bepalingen, en er een akkoord is van de hoofdverpleegkundige.
Meeruren - Minuren Het terugnemen van meeruren en het maken van overuren worden door de hoofdverpleegkundige goedgekeurd. Dit dient schriftelijk en mondeling te worden aangevraagd.
Vorming Interne en externe vormingen kunnen gevolgd worden in samenspraak met de hoofdverpleegkundige. Er wordt voorkeur gegeven aan het volgen van vorming binnen het referentiedomein.
24
6.3. Teambuilding Eén keer per jaar wordt er een teambuildingsactiviteit georganiseerd. Er is ook een sociale kas waaruit speciale gelegenheden zoals huwelijk, geboorte,… gefinancierd worden. Er wordt van iedereen een bijdrage gevraagd op het moment dat het resterend bedrag dit vereist.
25
7. RISICOANALYSE & WERKPOSTFICHE Deze informatie vind je op onze website.
26
PERSOONLIJKE NOTITIES
Heb je opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons dan gerust een seintje! Ria Ceyssens, tel. 011 30 85 13 E-mail:
[email protected] An Vanstiphout, tel. 011 30 90 29 E-mail:
[email protected]
27