Sint-Rembertziekenhuis Torhout Introductiebrochure
Voor studenten en nieuwe personeelsleden
Versie 2014 - 2015
materniteit
Welkom Het team van de dienst materniteit heet je van harte welkom. Je bent als nieuwe collega of als student op onze afdeling terecht gekomen. Je zult snel merken dat het werken op deze afdeling niet is zoals op een gewone afdeling. Deze brochure biedt je daarom een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is niet de bedoeling dat je deze brochure memoriseert voor je start, maar ze is wel bedoeld als naslagwerk. Iets waar je kunt op terugvallen. Een bron van informatie ….. die nooit volledig af is. Technieken evolueren continu en we moeten altijd blijven bijleren. Voor de stagiairs werken wij met mentoren die je zo veel mogelijk zullen begeleiden bij je stage. De mentor is je aanspreekpunt. Maar iedereen op dienst zal je zeker elk op zijn/haar gebied iets bijbrengen. Eigenlijk is iedereen ook een stukje mentor. Als je vragen hebt, problemen met wie of wat dan ook, aarzel niet en spreek ons aan! Formele en informele evaluaties dragen bij tot een gestructureerde opleiding. Zo kunnen we kort op de bal spelen, bijsturen en vlug en concreet ingrijpen …… Heb je problemen die niet direct op de dienst kunnen opgelost worden, neem dan gerust contact op met je mentor, de hoofdverpleegkundige of zo nodig de intreder-begeleider Geert Sabbe (tel. 2040). Voor de nieuwe personeelsleden is er een peter – meterschap. Deze personen zullen je begeleiden bij het stappenplan dat je krijgt bij aanvang van je nieuwe uitdaging. Het stappenplan zal een beeld geven van je evolutie op dienst. Er is een nulmeting; de gevraagde stappen worden afgeparafeerd door “peter – meter” indien deze beheerst worden. Zo zul je zien dat wij binnen 11 maanden tot een volledige integratie kunnen komen. Op geregelde tijdstippen zal de intrederbegeleider van het ziekenhuis feedback vragen aan “peter – meter” en uzelf. Voor problemen kun je gerust bij hem terecht. Na 11 maanden wordt door jou een afspraak gemaakt om je afgewerkt stappenplan in te dienen bij de intrederbegeleider (tel. : 2040). Is het vroeger afgewerkt, aarzel niet om het vroeger in te dienen. Het afwerken ervan is in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid. Op de volgende pagina’s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst, kun je altijd bij een mentor, de hoofdverpleegkundigen of een andere collega terecht. Aarzel niet en kom bij ons aankloppen voor raad of een luisterend oor, want jouw opvang en begeleiding is voor ons een prioriteit. Alvast veel werk- en leergenot gewenst. Succes !!! Het materniteitteam.
© Sint-Rembertziekenhuis 2014
Inhoudstafel Welkomstwoord .............................................................................
pg. 2
Inhoudstafel
pg. 3
.............................................................................
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie ............................................................................. 1.2. Plaats binnen de organisatie (management) .................... 1.3. Multidisciplinair team - artsen en verpleegkundigen ........ 1.4. Specialismen ......................................................................... 1.5. Verwachtingen .................................... ................................ 1.6. Verpleegactiviteiten ............................................................. 1.7. Organisatie van de verpleegkundige zorg ......................... 1.8. Apotheek, magazijn en centrale sterilisatieafdeling ........ 1.9. Administratie .......................................................................... 1.9.1. Materniteitdossier .................................................................. 1.9.2. Dossier pasgeborene ............................................................ 1.9.3. Verlosdossier ..........................................................................
pg. 4 pg. 6 pg. 6 pg. 9 pg. 10 pg. 12 pg. 13 pg. 14 pg. 15 pg. 15 pg. 15 pg. 15
2.
Een dag op de afdeling
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken Procedures, protocollen en standing orders ..................... pg. 20 Dienstspecifieke afspraken .................................................. pg. 20 Patiëntveiligheid .................................................................. pg. 21
4.
Patiëntenvoorlichting .............................................................
pg. 22
5. Communicatie 5.1. Telefonie ................................................................................. 5.2. I.C.T. ......................................................................................... 5.2.1. Ecare ....................................................................................... 5.2.2. Mediweb ................................................................................ 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket SAGA ......... 5.2.4. Gebruik van internet ............................................................. 5.3. Buizenpost .............................................................................. 5.4. Mondelinge communicatie ................................................ 5.5. Schriftelijke communicatie ..................................................
pg. 23 pg. 24 pg. 25 pg. 25 pg. 26 pg. 26 pg. 26 pg. 27 pg. 27
6. 6.1. 6.2.
pg. 27 pg. 27
.
Personeelsinformatie Ziekenhuisbreed .................................................................. Dienstspecifiek ......................................................................
pg. 17
Bijlagen Organogram, deontologische code, risicoanalyse, werkpostfiche, lijst personeelsleden, kanbansysteem en ITransport .......... pg. 28
1. Voorstelling van de afdeling 1.1. Locatie
De materniteit bevindt zich op de tweede verdieping van het ziekenhuis op de Aen C-vleugel en is te bereiken met de trap rechts van de hoofdingang, of via een centrale lift. De afdeling bestaat uit de kraamafdeling, het verloskwartier en de neonatologie (N*). Op de kraamafdeling zijn er 18 bedden, verdeeld over 17 eenpersoonskamers en 1 tweepersoonskamer. Elke kamer is voorzien van een badkamer met douche en toilet met vulvair spoelsysteem, kitchenette en babybox (kamernummers) Ook de verpleegpost, de (reine) berging, de utility en de keuken zijn hier gelegen. De bezoekuren op de kraamafdeling zijn van 14u tot 20u30. Het verloskwartier bevindt zich op het einde van de dienst. Er zijn vier gecombineerde arbeids- en verloskamers, waarvan twee met relaxatiebad. Elke kamer beschikt over een badkamer met douche en toilet. Daarnaast is er een berging, verpleegpost, reanimatiekamer en de utility. Het verloskwartier is een steriele zone. Je kan er enkel binnen met een personeelsbadge. Enkel vroedvrouwen, gynaecologen, anesthesisten, pediaters en onderhoudspersoneel hebben toegang tot deze zone. De ingang aan de kraamafdeling is toegankelijk met badge. De ingang aan de achterzijde, waar zich de lift naar het operatiekwatier bevindt, kan enkel met een badge geopend worden. Een parturiënte in arbeid mag door één persoon begeleid worden. Dit is meestal de partner. Indien er een derde persoon aanwezig blijft, is hiervoor toestemming door de behandelende arts noodzakelijk. ’s Nachts kunnen de partners blijven inslapen, ’s morgens is ook voor hen een ontbijt voorzien.
Het verloskwartier
De neonatologie bevindt zich op de materniteit. Hier worden premature, dysmature of zieke pasgeborenen verzorgd, die incubatorzorg, infuustherapie, sondevoeding en/of monitoring nodig hebben. Het spreekt vanzelf dat de ouders onbeperkt toegang hebben tot de prematurenafdeling, mits het toepassen van enkele voorschriften: in het sas moeten zij de handen wassen en ontsmetten, een overschort en ev. masker dragen. Bezoek is mogelijk onder begeleiding van een ouder en op vastgestelde tijdstippen.
Neonatologie
1.2. Plaats binnen de organisatie De dienst chirurgie maakt deel uit van de zorgcluster “Chirurgie - Moeder - Kind”. De zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten: dienst chirurgie 2, pediatrie, materniteit en gemengd dagziekenhuis. Management
Dhr. J. Tally Algemeen directeur
Mevr. I. Luts Directeur patiëntenzorg
Mevr. A.-S. Saelen Zorgmanager
1.3. Multidisciplinair team 1.3.1. Medisch team 1.3.1.1. Gynaecologen
Dr. G. Vlaemynck (diensthoofd)
Dr. Fr. Stroef
Dr. E. Deckers
1.3.1.2. Pediaters
Dr. H. Desimpel Dr. V. De Ketelaere Dr. S. Machiels (diensthoofd)
Dr. A. Robeyst
1.3.1.3. Anesthesisten • • • • •
Dr. Stefaan Gouwy Dr. Guido Billiet Dr. Rik Alliet Dr. David Marrécau Dr. Klaas Crombez
1.3.2. Diensten verbonden met de afdeling 1.3.2.1. Kinesitherapie Onze afdeling werkt nauw samen met de afdeling kinesitherapie. Parturiënten kunnen na hun bevalling kinesitherapie aanvragen via de vroedvrouw. De kinesist komt één maal per dag op de kamer voor aangepaste postnatale oefeningen. Ook bij patiënten die langdurig moeten rusten op onze afdeling kan kine aangevraagd worden. Tip: Kine aanvragen kan via de beddenlijst op Mediweb. 1.3.2.2. Diëtiste Elke dag komt de diëtiste op de afdeling langs om de voeding van de patiënten te bespreken. Zo nodig gaat de diëtiste op de kamer langs indien de patiënt aangepaste voeding nodig heeft (vb. zwangere patiënten, sectiopatiënten, patiënten met een maagring,…) De diëtistes in het ziekenhuis zijn Mevr. Chantal D’Hondt, Mevr. Rita Wauman en Mevr. Lies Petyt. Tip: Bij het opdienen van het ontbijt moet steeds gevraagd worden of de echtgenoot een middag- of avondmaal wenst. Dit wordt genoteerd in een boekje en wordt doorgegeven aan de diëtiste. 1.3.2.3. Labo Bloed- en urinestalen kunnen opgestuurd worden met de buizenpost. Bloedproducten worden afgehaald door een vroedvrouw in het labo of ’s nachts door de rondloop van het ziekenhuis. Studenten zijn niet bevoegd om bloedproducten af te halen.
1.3.2.4. Sociale dienst Een consult met de sociale dienst kan aangevraagd worden bij Mevr. Leen Delaere of Mevr. Marieke Trybou 1.3.2.5. Psychologen Een consult bij de psychologe kan aangevraagd worden bij Mevr. Kelly Monteny of Mevr. Katrien Devidt. Dit wordt steeds vooraf met de behandelende arts besproken. 1.3.3. Hoofdverpleegkundige en vroedkundig team Hoofdverpleegkundige Dirk Feys Tel. : 050/232371
[email protected]
Nieuwe personeelsleden krijgen hun inscholingsplan en worden hierbij begeleid door de meter-peters van de afdeling: Fien Parrein en Jessie De Wilde. Daarnaast werken er een 30-tal vroedvrouwen op de afdeling. De stagementoren zijn Mevr. Sabine Vandeputte, Mevr. Nancy Declercq en Mevr. Evelien Verduyn. Zij leveren een extra inspanning om studenten te begeleiden tijdens hun stage. Ze volgen nauwgezet het leerproces van alle studenten op en zijn betrokken bij de evaluatie. Zij zijn dan ook het eerste aanspreekpunt bij vragen of problemen. 1.3.4. Onderhoudspersoneel Vast lid van het onderhoud op onze dienst is Mevr. Martine Lakiere. Zij staat in voor het onderhoud van de kamers in de voormiddag. Kamers die vrijkomen worden onderhouden door de dienst ‘kameropkuis’. Deze dienst kan telefonisch bereikt worden via het verkorte nummer 2761.
1.4.
Specialismen
Naast bevallen patiënten vindt men op de materniteit ook zwangere patiënten en soms niet- zwangeren. 1.4.1 Zwangere vrouwen De meest voorkomende redenen voor opname tijdens de zwangerschap kunnen opgedeeld worden in drie zwangerschapstrimesters. 1.4.1.1. 1ste trimester • Bloedverlies eerste trimester: observatie bloedverlies • Hyperemesis Gravidarum: Min. 48u I.V. hyperemesisschema tot stoppen van de emesis, nadien vaste voeding. Opvolgen ketonen in urine. 1.4.1.2. 2de trimester • Bloedverlies tweede trimester: bedrust, uitsluiten van placenta praevia 1.4.1.3. 3de trimester • Premature contracties en -ontsluiting: bedrust, evoluerend naar mobilisatie naargelang de evolutie van de ontsluiting. Toedienen van medicatie Prepar IV® en/of Tractocil® en/of Aldomet® 10 mg PO, naargelang de frequentie en intensiteit van de contracties. • Toxicose: - Type I: pre-eclampsie - Type II: essentiële hypertensie (HELLP syndroom) Specifieke aandachtspunten voor beide vormen: bedrust, dieet, foetale bewaking (ultrason met flowmeting, cardiotocografie). Goed bijhouden van vochtbalans en gewicht (oedemen) en maternale parameters. • Bloedverlies derde trimester: meest voorkomende oorzaak is de placenta praevia. Bedrust, observeren van het bloedverlies, bandjes bewaren. • I.U.G.R. = intra uteriene groeiretardatie. Hier zal het vooral gaan over foetale bewaking en volledige bedrust. • P.P.R.O.M.= Preterm Prelabour Rupture of Membranes = prematuur breken van de vruchtvliezen in de loop van de zwangerschap. Volledige bedrust of relatieve bedrust, steriele maandverbanden, volgen van de infectieuze parameters. • Urinaire infecties • Meerlingzwangerschappen 1.4.2. Bevallen parturiëntes • spontane verlossing • vacuümextractie • sectio caesarea
1.4.3. Gynaecologische patiënten • Curettage • Hysterectomie • laparoscopie en –tomie Deze patiënten komen enkel op onze dienst terecht bij een overbezetting op de diensten chirurgie. 1.5. Verwachtingen Het behandelen van een parturiënte op de dienst heelkunde impliceert een deel vaardigheden. correct • verwerven van inzicht en verbanden leggen tussen pathologie en therapie • deskundige organisatie en coördinatie van toegewezen taken • oplossingen zoeken voor de noden van de parturiënte, arts en familie • steeds handelen met gepaste attitude consequent • efficiënt werken (probleemoplossend) • verantwoordelijkheid dragen kordaat • met eigen inbreng (argumenterend) • stresssituaties aankunnen Motivatie en verantwoordelijkheidszin • Zelfdiscipline – arbeidsdiscipline - collegialiteit - vakkennis en eerlijkheid zijn eigenschappen van een goede chirurgie-verpleegkundige. Dynamiek uitstralen is een pluspunt. Orde • Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Werk af waaraan je begint. Probeer proactief het werk te zien. Alles heeft een plaats, zorg dat het er dan ook terug terechtkomt na gebruik. Stiptheid t.o.v. • de te presteren werkuren • de opgedragen taken • de collega’s: geef een volledige overdracht Zelfstudie • De meest voorkomende zaken zijn verwerkt in procedures. Naast deze aanwezige nota’s is het aangewezen een eigen notaboekje aan te leggen. De eerste maanden word je overspoeld met informatie die je zeker niet allemaal kan onthouden.
Werklust • Van iedereen wordt ijver en tempo verwacht. Natuurlijk zijn er persoonlijke verschillen in aanpak. • Via individuele bijsturingsgesprekken wordt het verwachtingspatroon duidelijk gemaakt en waar nodig bijgestuurd. Het is de taak van iedere collega om uit te leggen wat er specifiek van jou verwacht wordt. Van elke collega mag jij op jouw beurt verwachten dat hij/zij op een positieve en constructieve wijze feedback geeft. Probleemoplossend vermogen • Bij problemen kan je steeds terecht bij de meter of peter of als student bij de mentor. Ook de deur van de hoofdverpleegkundige staat steeds voor je open. Hij ziet erop toe dat je je ontwikkelt zoals van je wordt verwacht. • Wanneer er meningsverschillen zijn met collega’s, praat ze eerst samen uit. Is er echter geen overeenkomst, stap dan met je probleem naar de hoofdverpleegkundige. • Iedereen op dienst is verantwoordelijk voor een correcte opvang van nieuwe medewerkers. Eerlijkheid • Fouten maken is menselijk, maar ze moeten toegegeven kunnen worden. Zodoende kan men fouten herstellen. Verantwoordelijkheid en eerlijkheid vullen elkaar aan. Collegiaal • Op een dienst materniteit waar er soms een hoge werkdruk heerst is collegialiteit een must. Het bevordert het arbeidsklimaat : wisselen van uren, elkaars zwaktes en sterke punten erkennen. Organisatietalent • Inzicht in de werkzaamheden/behandelingen/pathologie is nog altijd nodig. Weet hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden en prioriteiten te stellen. Kan snel beslissen en de juiste maatregelen treffen ( flexibiliteit). Blijf rustig ook in levensbedreigende situaties. Specifieke aandachtspunten voor materniteit • Het uurrooster wordt afgesproken met de hoofdverpleegkundige en kan teruggevonden worden in de werkmap in de verpleegpost. • Wij verwachten dat de studenten spontaan en tijdig hun feedbackformulieren laten invullen door de vroedvrouw waarmee ze hebben gewerkt • Studenten moeten hun eigen leerproces in handen nemen. Probeer ieder leermoment te benutten en dit spontaan te vragen aan de vroedvrouw. • Aandacht voor persoonlijke hygiëne: propere schort, verzorgd kapsel, steeds naamplaatje dragen en reglementaire voorschriften betreffende uniform respecteren • Er moet extra aandacht worden besteed aan de handhygiëne: verzorgde korte nagels, geen juwelen en uurwerk. • Frequente handhygiëne ZEKER voor en na zorgen aan patiënte of baby. Bevuilde handen met water en zeep wassen. Ontsmetten alleen met ontsmettingsalcohol
voor handen. • Observaties worden schriftelijk genoteerd in het patiëntendossier en steeds ook mondeling gerapporteerd aan de vroedvrouw waarmee de student heeft gewerkt. • Na de verzorging helpt de student bij het in orde brengen van de spoelruimte, niet-steriel materiaal naar de CSA brengen en ophalen van gesteriliseerd materiaal, aanvullen van linnen en verzorgingskarren,… • Wij verwachten dat studenten zich spontaan aan de parturiënte en haar partner voorstellen, alsook aan de gynaecologen, pediaters en vroedvrouwen, bij aanvang van de stage. 1.6. Verpleegactiviteiten MEEST VOORKOMENDE MEDISCH-VERPLEEGKUNDIGE TECHNIEKEN ADEMHALINGSSTELSEL Zuurstoftherapie met neusbril en masker • Gebruik van ambu bij reanimatie • Aërosol via perslucht • Aspiratie via mond/neus van de bovenste luchtwegen • Plaatsen van een mayo-canule BLOEDSOMLOOPSTELSEL • Meten van glycemie via glucometer • Perifere bloedname / perfusie plaatsen • Centrale katheter verschonen • Haemoculturen kunnen afnemen • Voorbereiding, toedienen van en toezicht op IV-perfusies en transfusies • Kennis hebben van parameters (bloeddruk, pols, EKG, saturatie) SPIJSVERTERINGSSTELSEL • Lavement kunnen toedienen • Inbrengen van maagsonde Urogenitaal stelsel • Voorbereiding en uitvoering blaassondage • Bijhouden van het urinedebiet Huid en zintuigen • Wondzorg correct kunnen toepassen • Voorbereiding, uitvoering en toezicht van hechtingen, wieken en drains Medicamenteuze toediening / Voedsel- en vochttoediening • Voorbereiden en toedienen van medicatie via volgende toegangswegen: oraal, subcutaan, via aerosol, rectaal, IV-medicatie, vaginaal, intramusculair, oor- en oogindruppeling, via gastro-intestinale katheter, dermaal. • Parenterale voeding • Hulp bij vocht- en voedseltoediening/balans bijhouden
Assistentie bij medische handelingen • Assistentie kunnen geven bij het geven van epidurale analgesie Hygiëne • Gedeeltelijke en volledige hulp bij patiënt (ADL – bedbad) • Mondhygiëne kunnen toepassen Kennis • Kennis hebben van de meest voorkomende onderzoeken : bloednames, radiologie, NMR, lumbale punctie, EKG, CT, echo, duplex, … • Goed kunnen observeren en rapporteren zowel in dossier als op briefing. Parametercontrole, bloeddruk, saturatie, ademhaling, temperatuur. Verder : pijncontrole, glycemie De verwachtingen van de student dienen vanaf het begin van de stageperiode aan de mentor of aan de verantwoordelijke SCHRIFTELIJK afgegeven te worden. 1.7. Organisatie van verpleegkundige zorg Het uurrooster is terug te vinden in de blauwe map in het bureau van de hoofdverpleegkundige of digitaal in het Saga™ systeem. Studenten bellen best voor de aanvang van de stage om hun uren te bespreken en/of vrije dagen of lesdagen door te geven aan de hoofdverpleegkundige. Wissels onder collega’s moeten op dienst in een daarvoor voorzien boekje worden genoteerd en worden door de hoofdverpleegkundige ingegeven in Saga™. Gewenste verlofdagen worden op de kalender op dienst genoteerd.
Uurrooster Vroegdienst (V) Dagdienst (D) Laatdienst (L) Nachtdienst (N)
Week Weekend 6u15-11u en van 6u15-15u 11u45-14u30 (45 min pauze) 7u30-12u 7u30-12u30 15u30-18u30 15u30-18u30 13u45-21u45 13u45-21u45 pauze in pauze in 21u30-6u30 21u30-6u30
Student Afhankelijk van de te volgen stage-uren Afhankelijk van de te volgen stage-uren Afhankelijk van de te volgen stage-uren 21u30-6u30
1.8. Apotheek, Centraal Magazijn en Centrale Sterilisatieafdeling 1.8.1. Apotheek De apotheek bevindt zich in blok E op -1, in het verlengde van de kleedkamers. Elke dag moeten de medicatiebladen van bevallen en ontslagen patiënten en de te bestellen medicatie doorgegeven worden aan de apotheek. Na verwerking wordt deze klaargezet. Na de middag kan de medicatie afgehaald worden.
Wanneer de dienst apotheek gesloten is kan dringende medicatie uit de VANAS kast gehaald worden. Personeelsbadge is nodig om aan te melden. Studenten zijn niet bevoegd om medicatie uit de VANAS kast te halen. Tip: studenten mogen geen medicatie wegsteken in de kasten zonder toezicht of begeleiding van een vroedvrouw. 1.8.2. Centraal Magazijn (CEMA) Tweemaal in de week wordt de magazijnlijst digitaal doorgestuurd naar het magazijn. Op maandag- en donderdagavond worden de bestellijsten opgemaakt, op dinsdag- en vrijdagnamiddag kan de bestelling worden afgehaald in het centraal magazijn. Bestellingen gebeuren via het kanbansysteem (cfr. bijlage 6) 1.8.3. Centrale Sterilisatieafdeling (CSA) De centrale sterilisatieafdeling bestaat uit een steriele en een niet-steriele kant. Beide bevinden zich in blok E op -1, bij de dienst MKA. De CSA bevindt zich in het verlengde van de dienst spoedgevallen. Gebruikte instrumenten worden dagelijks naar de CSA gebracht. Steriele instrumenten kunnen daar ook weer worden afgehaald. Tip voor studenten: De instrumenten in het verloskwartier worden gesteriliseerd in setjes: een verlosset, een hechtset en een ontsmettingskom. Laat de setjes, voor je naar CSA gaat, steeds controleren door een vroedvrouw. 1.9. Administratie Onze afdeling heeft veel administratie. Er wordt van elke vroedvrouw en student verwacht dat zijn/haar dossiers en administratie duidelijk en correct worden ingevuld. 1.9.1. Materniteitdossier Volgende documenten zijn steeds aanwezig in het materniteitsdossier: • Medicatieblad • Diversenblad • Zorgplanning • Parameterblad • Technische onderzoeken • Verpleegkundige observaties en rapportage • Verpleegkundige zorgplanning en uitvoering
1.9.2. Dossier pasgeborene • Op het bureel wordt in een aparte map een volgblad per baby bijgehouden: gewichtscurve, onderzoeken en aandachtspunten • Op de kamer worden op het dagelijks zorgblad pasgeborene volgende zaken genoteerd: voeding, parameters en uitscheiding • Volgblad prematuren: medicatieblad per 24u en volgblad per 24u: voeding, parameters en uitscheiding 1.9.3. Verlosdossier 1.9.3.1. Digitaal dossier Sinds april 2013 werkt onze dienst met een nieuw digitaal patiëntendossier: Mosos™. Patiëntengegevens, arbeid- en partusverslag kunnen hierin worden ingegeven. Het Mosos™ systeem bestaat uit 2 luiken: • Mosos CTG: Hierin worden patiëntengegevens, arbeids- en partusverslag ingegeven • Mosos P: Dit luik van Mosos™ zal in de toekomst het SPE-formulier vervangen. Tot dan moet zowel Mosos P als het SPE-formulier worden ingevuld. 1.9.3.2. Schriftelijk dossier Naast Mosos™ is er ook nog schriftelijke administratie: • De geboorteaangifte • kennisgeving van geboorte • SPE-formulier • Dossier voor de pediater • materniteits- en babydossier Van studenten verwachten wij niet dat zij het digitaal dossier aanvullen. De schriftelijke administratie en rapportage blijft voor hen het belangrijkste. Nieuwe collega’s worden in het begin altijd bijgestaan door een andere collega om dit alles onder de knie te krijgen.
Gang verloskwartier
2.
Een dag op de dienst materniteit
2.1. Vroegdienst 06u15 – 06u30 06u30 – 08u00
- Overdracht van de nachtdienst aan de vroegdienst
08u00 – 08u15
- Overdracht van de vroegdienst naar de dagdienst en hoofdverpleegkundige - Eventueel vruchtwaterpuncties (meestal op dinsdag) - Opdienen ontbijt
08u40 08u00 – 10u00
- Afruimen ontbijt
10u30 - 10u45 11u00 – 11u45
- Patiëntenbespreking met de hoofdverpleegkundige - Koffiepauze indien mogelijk
11u45
- Derde vroedvrouw gaat in pauze en wordt afgelost door een collega
11u45
- Opdienen middagmaal
12u30
- Middagmaal afdienen (eetkar ten laatste om 13u aan de deur van de cafetaria)
12u30 - 13u30
- Hoofdverpleegkundige gaat in middagpauze
13u30
- Toeren met de gynaecologen - Hulp bij BV en FV
- 1 vroedvrouw gaat naar het verloskwartier indien een parturiënte in arbeid - 1 vroedvrouw gaat naar neonatologie - Hulp bij BV of FV - Bloedafnames
- Ochtendverzorging aan de hand van het patiëntendossier - Toedienen voeding aan prematuren - Hulp BV en FV - Aanleggen monitor bij observaties - Voorbereiding geplande sectio’s - Opruimen en aanvullen verzorgingskarren - Opruimen utility
- 2 vroegdiensten gaan in pauze en worden afgelost door dagdienst en hoofdverpleegkundige
14u00
-
Opdienen
van
de
“afternooncoffee
or
thee”
2.2. Laatdienst 13u30 – 14u00
- Overdracht van vroegdienst naar avonddienst - 1 vroedvrouw gaat naar het verloskwartier indien parturiënte in arbeid - 1 vroedvrouw gaat naar neonatologie - 1 vroedvrouw blijft op materniteit
14u00
- Opdienen vieruurtje
14u30
- Toedienen van voeding aan prematuren - Hulp bij BV of FV - Afruimen vieruurtje
15u30 - 15u45
- Koffiepauze indien mogelijk
15u45 – 17u00
- Middagverzorging - Opruimen en aanvullen verzorgingskarren - Opruimen utility
17u10 – 17u30
- Opdienen avondmaal
17u30
- Laatdiensten gaan eten, dagdiensten nemen zo mogelijk taken over - Toediening voeding aan prematuren
17u50
- Afruimen avondmaal
18u00 - 21u00
- Hulp bij BV of FV - Verzorging aan parturiënten die in de late namiddag zijn be- vallen. - Aanleggen monitor bij observaties
2.3. Nachtdienst 21u30 – 21u45
- Overdracht van laatdienst naar nachtdienst
21u30
- 1 vroedvrouw gaat naar het verloskwartier indien parturiënte in arbeid - Andere twee vroedvrouwen doen toer bij alle patiënten
23u30
- Toedienen van voeding bij prematuren
21u30-6u
- Hulp BV of FV - Verzorging en voeding prematuren - Babybadjes indien demobad nog niet mogelijk is (sectiopar- turiënten, ...)
02u30
- Hulp aan vroedvrouw in het verloskwartier - Administratieve en logistieke taken
05u30
- Toediening voeding aan prematuren
06u15-06u30
- Overdracht van N naar V
- Toediening voeding aan prematuren
3. Procedures, protocollen, standing orders en dienstspecifieke afspraken 3.1. Meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken • Parametercontrole • Bloedonderzoeken • Zuurstoftoediening via masker of zuurstofbril: via muuraansluiting • Intraveneuze perfusies en –transfusies • Maagsonde met gomco of vacuümaspiratie • Blaassondage • Wondverzorging • Infuustherapie via diverse wegen in functie van de toe te dienen vloeistoffen • Pijnbestrijding via diverse toegangswegen 3.2. Fysische hygiëne. 3.2.1. Handhygiëne Het hoeft geen lang betoog om te zeggen dat hygiëne, hier dan in de lichamelijke vorm, een van de belangrijkste aandachtpunten is binnen de zorg op de dienst. Ieder lid van het multidisciplinair team kan een overdracht doen van micro-organismen van een besmette patiënt naar een ander/ of zichzelf. Naast steriel werken is handhygiëne de belangrijkste preventiemaatregel om dergelijke infectierisico’s te vermijden. Op onze dienst bevinden zich dispensers met handontsmettingsvloeistof thv de posities, verzorgingskarren... In iedere positie bevinden zich maskers, mutsen, spatbrillen en handschoenen om bij te dragen voor een correcte hygiënische zorg. Uiteraard blijft een persoonlijke hygiëne : haartooi, nagels en beroepskledij ook zeer belangrijk! 3.2.2. Prikongeval In de eerste plaats moet alles gedaan worden om een prikongeval te voorkomen. Recappen wordt voortaan uitdrukkelijk verboden. Naalden moeten onmiddellijk na gebruik zonder verdere manipulatie in de speciaal daartoe bestemde naaldcontainer geworpen worden (K.B. 3 mei 2013). In geval van een ‘Prikongeval’ is er een procedure van kracht. In feite betreft het niet alleen prikken, maar ook blootstelling aan bloed, bloederig vocht, andere potentieel besmettelijke lichaamsvochten. De blootstelling kan gebeuren met intacte huid, niet-intacte huid, mucosa of percutaan. Contact met intacte huid wordt normaal beschouwd
als een klein risico terwijl contact met mucosa en niet intacte huid een matig risico inhoudt. Voor percutane blootstelling maakt men een onderscheid tussen een minder ernstig risico en een ernstig risico. De algemene procedure is van toepassing op alle personeelsleden van het ziekenhuis. Voor personeel van het ziekenhuis dekt de arbeidsongevallenverzekering de kosten. De eerste zorg gebeurt op de afdeling zelf. De procedure moet zo snel mogelijk gestart worden. Je brengt de hoofdverpleegkundige op de hoogte en meld je aan op de dienst spoedgevallen. Er wordt een meldingsformulier ingevuld en indien nodig gebeurt er een bloedname. De dienst arbeidsgeneeskunde zorgt voor de verdere afhandeling. Als student neem je na het opstellen van de E.H.B.O.-bon contact op met de school betreffende verzekering. De procedure staat uitgebreid omschreven op intranet. 3.3. Patiëntveiligheid Het oplopen van onbedoelde schade is een reëel probleem in de gezondheidszorg. Vandaar dat er zeer veel aandacht geschonken wordt aan een cultuur van patiëntveiligheid. Ook in het AZ Sint-Rembert is dit de hoogste prioriteit. Het optreden van onbedoelde schade wordt benoemd als een ‘incident’. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: een valongeluk bij een patiënt, een medicijn toedienen bij de verkeerde patiënt, het niet-correct identificeren van een labostaal, de glycemie meten bij de verkeerde patiënt… Belangrijk is om een (bijna-)incident altijd te melden aan de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke, zelfs als de patiënt hier geen directe schade van ondervindt. Hij of zij zal dit melden in het incidentmeldsysteem van het ziekenhuis. Incidenten worden verder geanalyseerd door de patiëntveiligheidscoördinator. Belangrijk hierbij is niet wie iets fout heeft gedaan maar wat er in het proces kan worden verbeterd zodat het risico op een gelijkaardig incident in de toekomst kan worden vermeden! In het ziekenhuis wordt veel aandacht besteed aan identificatie. Dit betekent o.a. dat patiënten op elke ogenblik geïdentificeerd moeten kunnen worden aan de hand van een polsbandje. Deze controle moet gebeuren vóór elke handeling die bij de patiënt wordt uitgevoerd (bv. toedienen medicatie, bloedafname uitvoeren, patiënt afhalen voor transport naar een onderzoek…). Tenslotte wordt ook aan de patiënt zelf gevraagd om mee te helpen in zijn eigen veilige behandeling. Hiervoor krijgt elke patiënt bij opname een brochure met de volgende tips.
Geef alle informatie over uw gezondheidstoestand
Geef het aan als u iets niet begrijpt
Bespreek vooraf het verloop van uw operatie
Stel vragen als de medicijnen er anders uitzien dan verwacht
Schrijf op welke medicijnen u gebruikt
Volg de instructies en adviezen goed op
4. Patiëntenvoorlichting Volgende patiëntenbrochures zijn ter beschikking op dienst en kunnen met de patiënt meegegeven worden; • • • • • • • • • •
Welkom op de materniteit Het ABC van de borstvoeding De verzorging van uw baby Flesvoeding Raadgevingen na ontslag uit het ziekenhuis Veilig slapen Neonatologie Borstvoeding bij premature baby’s Informatiebrochure postnatale kinesitherapie ..............
5. Communicatie 5.1. Telefonie De telefoonnummers binnen het ziekenhuis bestaan uit 4 cijfers. Alle nummers kan je vinden in de telefoongids van het ziekenhuis of via intranet. Als men iemand buiten het ziekenhuis wil opbellen, moet men eerst telefoneren naar de centrale (11) en een buitenlijn aanvragen. Als je een lijn wil doorverbinden naar een ander toestel, dien je eerst op de ‘R’toets te drukken en daarna het nummer van het ander toestel vormen. Het gebruik van eigen privé-GSM op dienst is verboden. Hiervoor wordt verwezen naar vroegere dienstmededeling (DM 2 van 2012). Dects op de afdeling De meeste artsen, assistenten en verantwoordelijken dragen een persoonlijke dect. Elke dect heeft een nummer met 4 cijfers. Wanneer het toestel aan de andere kant van de lijn bezet is kan je de ‘ring back’ functie instellen door op de toets ‘2’ te drukken. Bel je iemand op en heb je oorspronkelijk een gewoon oproepsignaal gevolgd door een ‘snelle bezettoon’ dan betekent dit dat de dect van deze persoon in de lader zit. Wil je een arts thuis opbellen dan kan dit via verkorte code **2+ ‘drie laatste cijfers van het dectnummer’. Dan word je automatisch doorgeschakeld met de huistelefoon van deze arts. Gebruik je **5+’drie laatste cijfers van het dectnummer’ dan word je doorverbonden met de persoonlijke GSM van deze arts, voor zover zijn/haar verkorte code geprogrammeerd is. Het noodnummer van het ziekenhuis is 2000 (brand of andere noodsituaties) Telefoongebruik op de dienst materniteit zelf: Voor elke zone is er een draagbare telefoon. Bij aankomst op de dienst kijk je welke zone je hebt en neem je de desbetreffende dect bij je. Hoofdverpleegkundige 3371 Bureel verpleging 2371 Prematuren 2373 Verloskwartier 2374 Dagdiensten 2375/2376 Nachtdienst materniteit 2377 Nachtdienst verloskwartier 2378 Nachtdienst prematuren 2379 De vroedvrouw die verantwoordelijk is voor het verloskwartier neemt dect 2372 bij zich, wanneer er geen parturiënten in het verloskwartier liggen.
Belangrijke personen en hun telefoonnummer • Voor studenten Dhr. Maarten Casier zorgmanager Mevr. Greta Werbrouck hoofd civiele dienst Dhr. Geert Sabbe intreder-begeleider
2611 2635 2040
Dhr. Geert Sabbe zal je op je eerste stagedag ontvangen in het ziekenhuis. Hij zal een rondleiding geven doorheen het ziekenhuis en brengt je daarna naar dienst. Hij staat in voor de begeleiding van studenten en nieuwe werknemers. Je kan altijd bij hem terecht bij problemen of als je vragen hebt. • Voor nieuwe collega’s Dr. Vlaemynck Dr. Stroef Dr. Deckers Dr. Desimpel Dr. De Ketelaere Dr. Machiels Dr. Billiet Dr. Alliet Dr. Gouwy Dr. Marrecau Dr. Crombez Operatiekwartier Recovery Radiologie Labo Labo van wacht Apotheek Centraal magazijn Diëtiste Cafetaria Opkuis kamers Spoedgevallen Technische dienst Kine
2448 2449 2447 2431 2433 2435 2741 2742 2743 2744 2740 2501 2506 2521 2532 2563 2547 2645 2630 2633 2761 2301 2640 2541
5.2. ICT Op de dienst materniteit zijn er diverse computers beschikbaar. Het ziekenhuis beschikt over een eigen intranet. Via intranet kan je alle mogelijke informatie vinden over het ziekenhuis, procedures,….
5.2.1. Ecare Op één van de PC’s staat Ecare. Dit is een elektronisch operatieprogramma. Dit programma wordt gebruikt voor boeken, opvolgen en registreren van iedere ingreep. Tevens biedt dit programma de mogelijkheid om alle procedures van mogelijke ingrepen te raadplegen. In het operatiekwartier wordt er sinds november 2012 met dit planningspakket gewerkt. Hoe werkt het ? 1. Op consultatie wordt de ingreep van een patiënt gepland in de agenda van Ecare. Om dit mogelijk te maken werden voor alle specialismen samen ongeveer 1000 ingrepen vooraf gedefinieerd in Ecare. 2. In het operatiekwartier, op de consultaties en op de verpleegdiensten kunnen alle geplande ingrepen gevolgd worden in een overzicht. Hierop zijn per dag alle geplande ingrepen te zien, geschikt volgens uur van ingreep. De kleuren bepalen de status van de ingreep. De verpleegdiensten kunnen van iedere ingreep preoperatieve en andere informatie opvragen door een dubbelklik op het ingreepvakje. 5.2.2. MEDIWEB (elektronisch medisch dossier) * Gebruik Via intranet vind je onder ’toepassingen’, de ‘medische portaalsite’ terug. Deze toepassing is een databank met patiëntengegevens die door artsen, verpleegkundigen en paramedici wordt gebruikt. Iedere dienst of arts heeft een aparte login. Studenten verpleegkunde kunnen dit bestand enkel inzien in het bijzijn van een verpleegkundige. Op de chirurgie 1 afdeling wordt dit enkel gebruikt door de artsen.
* Functies • Beddenlijst. Voor de arts bestaat dit uit zijn toegewezen patiënten per dienst. Voor de verpleegafdeling gaat dit om alle opgenomen patiënten binnen de eigen afdeling. • De elektronische registratie van opname, transfer en ontslag van de patiënt. • Elektronische aanvraag patiëntenklevers en/of identificatiebandje • Administratieve gegevens van een patiënt raadplegen vb. telefoonnr. • Opvragen van protocollen en verslagen van onderzoeken • Elektronische aanvraag voor kinesitherapie / voedingsdeskundige • Gebruik van visuele herkenningspunten voor ziekenhuishygiëne / interne liaison. 5.2.3. Gebruik van elektronisch personeelspakket: SAGA. SAGA HCPS is een Windows toepassing voor de opmaak van dienstroosterplanning . Het diensthoofd gebruikt deze toepassing voor zijn/ haar personeelsadministratie. Met SAGA is het mogelijk om de planning van dienstroosters te realiseren, rekening houdend met mogelijke wensen, het contractueel aantal uren, alle mogelijke tellers zoals verlof, feestdagen, aantal nachten, enz. Saga wordt gebruikt als een planningspakket. Het uurrooster voor de personeelsleden van de dienst wordt hierin opgemaakt en gecorrigeerd. De personeelsleden kunnen via een persoonlijke login het uurrooster en hun eigen urenpakket consulteren. Deze gegevens worden maandelijks verwerkt door de personeelsdienst. Aan de hand van deze gegevens worden de loonprestaties berekend. 5.2.4. Gebruik van internet Internetgebruik is enkel toegestaan voor professionele doeleinden. 5.2.5. Gebruik van itransport Wat is ITransport® ITransport® is een real-time communicatie en informatie systeem voor het intern vervoer in ziekenhuizen. ITransport® geeft automatisch taken aan de medewerkers van deze dienst. De taak wordt op het display van een mobiel device weergegeven. De medewerker kan de taak accepteren via een code. Verstoringen in het proces (patient niet klaar / lift bezet / goederen niet aanwezig) kunnen eenvoudig via een code worden teruggekoppeld. Als de medewerker klaar is meldt hij/zij dit en krijgt automatisch een volgende opdracht die bij zijn/haar profiel past en zo dichtbij mogelijk is. De gebruikers (Verpleegafdelingen / Behandelafdelingen / Servicedesk / e.d.) hebben overzicht van de status van alle voor hen van toepassing zijnde taken. Zij kunnen onder andere zien welke taken onderweg zijn en hoe laat verwacht wordt dat de taak klaar is. (in bijlage 7 vind je hoe je een transportaanvraag moet ingeven).
5.3. Buizenpost Wat kan opgestuurd worden: • aanvragen van onderzoeken • apotheekvoorschriften • bloedtubes of stalen Hoe bloedtubes of stalen opsturen: • bloedbuisjes in een kangoeroezakje plaatsen • aanvraagformulier in de buitenkant van de zak plaatsen • de zak in een cartouche steken • de bestemming programmeren • cartouche in de buis plaatsen • het verzenden gaat verder automatisch Het opsturen van formulieren volgt dezelfde procedure, maar ze moeten niet in een kangoeroezakje. 5.4. Mondelinge communicatie Op dienstniveau • Er is driemaal per dag patiëntenoverdracht • Er is driemaal per jaar dienstvergadering • Er zijn bijscholingen door verpleegkundigen, artsen en firma’s, ... • Er is dagelijks overleg met de behandelende artsen (meerdere malen indien toestand van de patiënt kritiek is) • Regelmatig overleg met geneesheer diensthoofd • Dagelijks overleg met diëtiste • Overleg met de opnamecoördinator Op ziekenhuisniveau • Overleg met de zorgmanager • Maandelijkse clustervergadering “moeder - kind” • Vergadering hoofdverpleegkundigen • Participatie in diverse werkgroepen (door hoofdverpleegkundige) 5.5. Schriftelijke communicatie Wij hebben ons magneetbord, waar dienstnota’s en directe info op komen.
6. Personeelsinformatie 6.1. Ziekenhuisbreed Op intranet vind je: • algemene personeelsinformatie • verschillende malen per jaar verschijnt er een nieuwsbrief • een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving 6.2. Dienstspecifiek De opgehangen info aan het magneetbord wordt bijgehouden in de map dienstnota’s.
Bijlagen 1. Organogram departement patiëntenzorg 2. Deontologische code voor verpleegkundigen in België Deze code geeft de leidraad die moet gevolgd worden binnen ons ziekenhuis. 3. Risicoanalyse Deze risicoanalyse werd door de arbeidsgeneesheer opgemaakt en geeft een overzicht van de risicoposten binnen het ziekenhuis. Er wordt verwacht dat ieder nieuw personeelslid en iedere student de gepaste maatregelen neemt. Hiervoor kun je terecht bij je meter-peter of mentor. Voor studenten die voor de eerste maal in het ziekenhuis komen wordt een brochure van hef- en tiltechnieken voorzien. 4. Werkpostfiche Deze werkpostfiche moet door iedere student afgeprint worden. Bij het begin van de stage wordt deze getekend afgegeven. Eventuele vragen kun je deze gerust bij de verwelkoming stellen. 5. Personeelsleden op dienst op 1 augustus 2014 6. Uitleg over het kanbansysteem. 7. ITransport
5. Personeelsleden van de dienst op 1/8/2014
Rita Dewulf
Kelsey Bintein
Christine Chys
Sofie Compernolle
Jessie De Wilde
Nancy Declercq
Liesbet Decoster
Caroline Demey
Caroline Dewulf
Jetty Haelewyn
Virginie Huyghe
Katty Pilet
Stéphanie Sabot
Silke Van Hecke
Sarah Van Heyste
Eline Vandenberghe
Sabine Vandeputte
Nathalie Verhamme
Lieve Verschelde
Jozefien Defauw
Isabelle Hutsebaut
Darlin Messine
Fien Parrein
Greet Samoy
Evelien Verduyn
Lut Verfaillie
Margaux Duquet
Charlotte Vanrobaeys
Kylie Vanhee
Jozefien Allary
Leen Bouckaert
6. Werking van het kanban-systeem
7. Itransport; een transportaanvraag ingeven: Voor patiëntentransport kan een aanvraag enkel via de beddenlijst in Mediweb. 1. Open Mediweb. 2. Open de beddenlijst. 3. Zet een vinkje voor de patiëntnaam waarvoor je een aanvraag wil aanmaken. 4. Klik op het icoontje “Itransport” in de menubalk.
5.
Vul de volgende velden aan:
•
Naar: het adres van bestemming. Het veld “Van” wordt automatisch ingevuld.
•
“Geen retourtransport nodig”: enkel aanvinken als er geen retourtransport nodig is. Dit wordt bij correct aangevraagde retouraanvragen automatisch aangevinkt. Indien niet, zelf aanvinken bij retourtransporten naar de verpleegafdeling! De regel verdwijnt dan automatisch uit de lijst na afwerken transport.
•
“Voorlopig”: niet aanvinken tenzij de aanvraag door de dienst van bestemming zal worden geactiveerd.
Bij de volgende bestemmingen wordt “Voorlopig” automatisch aangevinkt: o Radiologie en Operatiekwartier o Endoscopie o Consultaties
• “Plandatum” = standaard vandaag. Er kan ook op latere datum gepland worden. Klik hiervoor op het icoontje “agenda” naast het veld.
• “Plantijd” = uur van aankomst op bestemming. Een klik op het icoontje opent de time picker.
Belangrijk: vul indien mogelijk een tijd in die 10 minuten vroeger ligt dan het gewenste uur van aankomst. Op die manier wordt geanticipeerd op vertragingen in het transport. Dit kan uiteraard enkel voorzover de toestand van de patiënt het toelaat om 10 minuten vroeger op de afspraak toe te komen. Voorbeeld: Afspraak op consultatie NKO om 10:00. Vul in als aankomsttijd 9:50. Voor de bestemmingen waarbij “Voorlopig” automatisch is aangevinkt vul je 7:30 in (RX, OK, Endoscopie…). Als het uur van afspraak wel al gekend is, vink dan “Voorlopig” uit en vul het uur van afspraak in (– 10 min indien mogelijk).
Belangrijk: wijzigt het uur van afspraak, wijzig dit dan ook in ITransport! • M/V of taakcode: kies Man of Vrouw. Bij materialentransport: kies “Diversen”. • Patiëntnaam of taakomschrijving: De naam wordt automatisch ingevuld. Transportaanvragen voor patiënten dienen steeds te gebeuren via de beddenlijst. Komt de patiënt niet voor in de beddenlijst dan kan nog geen aanvraag aangemaakt worden!
Het is belangrijk dat aanvragen gebeuren via de beddenlijst in Mediweb. Enkel zo kan ITransport meerdere aanvragen voor dezelfde patiënt herkennen als zijnde van dezelfde patiënt! Bij een correcte aanvraag staat de naam in hoofdletters en het patiëntnummer achter de naam. • Transportwijze of taaksoort: Bed met PTS: met gebruik van een bedmover (mechanische hulp). Urgentie: dit veld hoogst uitzonderlijk invullen! Wanneer bij meerdere aanvragen “Urgentie” wordt ingevuld gaat het effect ervan volledig verloren. Integendeel, ITranport kan dan minder efficiënt plannen waardoor een tegengesteld effect kan optreden. Om misbruik te voorkomen moet de naam van de aanvrager ingevuld worden. Bij vertragingen verhoogt ITransport de prioriteit stelselmatig. Urgentie invullen is daarom zelden aangewezen. Beter is om op tijd de aanvraag aan te maken of te activeren en de aankomsttijd 10 minuten vroeger in te plannen dan het afspraak uur.
Opmerkingen:
1. 2.
Veld Opmerking = een vrij tekstveld. Aanvinken van voorgedefinieërde opmerkingen
6.
De aanvraag opslaan:
Klik op de knop Opslaan linksboven. De aanvraag sluit.
Klik op de knop IItransport aanvragenoverzicht om te controleren of de aanvraag correct en met de correcte status werd aangemaakt.
TIP: hou het aanvragenoverzicht continu geopend onderaan in de taakbalk. Zo kan je meteen na een wijziging kijken of alles correct werd ingebracht. Belangrijk: aanvragen minimum 30 min. vóór uur van aankomst activeren! Alleen zo kan ITransport voldoende vooruit kijken en efficiënt plannen. Voorbeeld: Afspraak om 10 uur. Aanmaak of activering transporttaak ten laatste om 9:30. Plantijd: 09:50