BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE MOERDIJK GEHOUDEN OP DONDERDAG 21 DECEMBER 2000 OM 19.30 UUR IN HET GEMEENTEHUIS TE ZEVENBERGEN. Aanwezig:
de heer P.J.F.M. Aarden, de heer W.E.J. Aper, de heer J.A. Bienefelt, de heer M.J. Boertjes, de heer J. van Brenkelen, mevr. M.C. Brouwers-Verschuuren (t.e.m. behandeling agendapunt 15), de heer A.C. den Engelse, mevr. B.G.D. van ExelWigant, de heer F.J. Gerritsma, mevr. A. Grootenboer-Dubbelman, de heer C.L.M. Hazen, de heer C. Huijssoon, de heer L.M. Koevoets, de heer S.W.G.M. Kramer, de heer L.C.P. Lansen, de heer L. van de Merbel, de heer W. van de Merbel, de heer J.F. Reijnders, de heer H.C.A.M. Schouwenaars, mevr. A.P.J.M. van der Stee-van Agtmaal, de heer G. de Vos, de heer J.J.D. de Vos, mevr. M.G. de Wit-Greuter en de heer W.F.L. Zoetemelk.
Voorzitter: Secretaris:
de heer H.W. den Duijn mevr. mr. drs. C. Baan
Afwezig met kennisgeving: de heer C. Punt en mevr. M.C Brouwers-Verschuuren (vanaf agendapunt 16) 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en verzoekt de aanwezigen een ogenblik stilte in acht te nemen. Hij deelt mede dat van de heer Punt een bericht van verhindering is ingekomen. Voorts deelt hij mede dat het college recentelijk heeft besloten agendapunt 22 alsnog af te voeren van de agenda, dit in verband met een aantal onduidelijkheden welke zich op dit moment nog voordoen rondom de vestigingslokatie. Hij zegt dat hiermee gehandeld wordt overeenkomstig de gedragslijn welke momenteel ook in andere gemeenten wordt gevolgd. 2. Aanwijzing van een voorstemmer. Als voorstemmer wordt aangewezen nummer 16 van de presentielijst, de heer L. van de Merbel. 3. Besluitenlijst raadsvergadering dd. 23 november 2000. De besluitenlijst van de vergadering 23 november jl. wordt, overeenkomstig het toegezonden ontwerp, vastgesteld. 4. Mededelingen en ingekomen stukken. De voorzitter zegt dat, overeenkomstig de afspraken welke hieromtrent in de commissie algemeen bestuur en financiën zijn gemaakt, voor de aanvang van deze vergadering aan de leden een Email bericht is toegezonden, terwijl tevens een notitie betreffende de integrale planvorming Moerdijkse Hoek is uitgereikt. Hij zegt dat met de provincie is afgesproken deze uitreiking te laten samenvallen met de informatievoorziening aan de betreffende provinciale commissies. Door een der leden wordt gesteld dat het E-mail bericht bestond uit een persbericht, terwijl men nauwelijks gelegenheid heeft kennis te nemen van de aangetroffen notitie. Gevraagd wordt dienaangaande inhoudelijk ook een mondelinge mededeling te doen. De voorzitter zegt dat de in inhoudelijk opzicht geaccordeerde notitie eerst vandaag van de provincie is terugontvangen, zodat een snellere informatievoorziening niet mogelijk was. Hij stelt dat het in verband met een te korte voorbereidingstijd niet zinvol is om op dit moment een, mogelijk onzorgvuldige, inhoudelijke discussie te voeren en zegt dat het betere is deze uit te stellen tot de eerstvolgende vergaderingen van de commissies ruimtelijke ordening en sociaal cultureel werk en economische zaken en volksgezondheid. De vergadering stemt hiermee in. De ingekomen stukken geven geen aanleiding tot het maken van op- of aanmerkingen.
1
5. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet van fl. 90.000,-- voor de verbetering van de Appelaarsedijk / Oudemolensedijk. Aangedrongen wordt op een spoedige aanpak van de werkzaamheden met betrekking tot het opknappen van de omleidingsroute via Dinteloord door de provincie. Tevens wordt gevraagd om vooruitlopend op de uitvoering te komen tot een ontlasting van het doorgaande verkeer op de Appelaarsedijk door instelling van een omleidingsroute via de A 59. Wethouder de Wit-Greuter zegt toe dat zij beide zaken zal inbrengen in de binnen enkele weken met de provincie te voeren bespreking. Zij zegt dat tevens sluitende afspraken zullen worden gemaakt over het opleveringstijdstip van deze werkzaamheden. Vervolgens wordt, zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel besloten. 6. Voorstel tot de ondertekening van een uitvoeringsovereenkomst met de Stichting Cliëntenraad Moerdijk en het verstrekken van een waarderingssubsidie van fl. 10.000,-voor 2001, hiertoe een krediet te voteren en dit ten laste te brengen van de post onvoorzien structureel. De voorzitter zegt dat alle leden voor de aanvang van de vergadering een exemplaar van de begroting 2001 is voorgelegd. Door een der leden wordt opgemerkt dat de in de commissie toegezegde begroting wel op een zeer laat tijdstip beschikbaar is gekomen. Gesteld wordt dat vanwege de omstandigheid dat deze begroting reeds is gedateerd op 13 september 2000 de noodzaak daarvoor volledig ontgaat. Voorts wordt gesteld dat het wellicht mogelijk is te komen tot beschikbaarstelling van een overtollige computer vanuit het gemeentehuis. Wethouder de Wit-Greuter zegt dat zij deze handelwijze heeft aangedurfd omdat de beoordeling van deze eenvoudige begroting niet complex is. Zij wijst erop dat in de toelichting melding is gedaan van een aantal onduidelijkheden, doch dat toegezegd is dat bij de volgend jaar over te leggen verantwoording blijk gegeven zal worden van een zuinig en sober beleid. Voorts zegt de wethouder toe dat bezien zal worden of op het gemeentehuis nog een overtollige computer voorhanden en dat via de commissie uitsluitsel gegeven zal worden. Naar aanleiding hiervan wordt gesteld dat het van belang is precedentwerking op dit punt naar andere instellingen te voorkomen. Hierna wordt, zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel besloten. 7. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van fl 95.000,-- ten behoeve van het plaatsen van 24 stuks plattegrondinformatiekasten in de gemeente Moerdijk. Gevraagd wordt of er sedert de commissiebehandeling duidelijkheid is verkregen ten aanzien van de informatiekast in de Stationsstraat te Zevenbergen. Uitgesproken wordt de verwachting dat de kosten lager kunnen uitvallen, omdat intussen enkele reeds geplande werkzaamheden zijn uitgevoerd. Gevraagd wordt of er reeds duidelijkheid bestaat inzake de eigendomsituatie en de kosten van onderhoud. Wethouder de Wit-Greuter stelt dat ten opzichte van het vorige jaar het krediet intussen f 20.000,00 lager is en dat het niet uitgesloten is dat het uiteindelijke bedrag nog wat lager zal worden. Zij zegt dat er nog geen nadere informatie beschikbaar is ten aanzien van de informatiekast in de Stationsstraat te Zevenbergen. De wethouder stelt dat Suurland Falkplan BV eigenaar blijft van de commerciële kasten, terwijl de overige kasten in eigendom van de gemeente zullen komen. Zij stelt dat de plattegronden elke 4 jaar zullen worden geactualiseerd en dat het contract voorziet in een boetebeding bij wanprestatie. De onderhoudsplicht en de schadereparatie berust bij de eigenaar van de betreffende kasten. Hierna wordt, zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel besloten. 8. Voorstel tot het aanwijzen van Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant te Roosendaal als uitvoeringsorganisatie voor de WIW-dienstverbanden. Afgevraagd wordt of de recente ontwikkelingen binnen het Werkvoorzieningsschap en het niet doorgaan van een CWI-vestiging in Zevenbergen hierop nog van invloed zijn. Gesteld wordt dat er in feite sprake is van een gedwongen winkelnering via het Werkvoorzieningsschap. Wethouder de Wit-Greuter geeft aan dat tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 11 december is gebleken dat het tekort groter was dan de aanvankelijke verwachting, doch dat, naar verwachting, de uiteindelijke cijfers wel in de pas zullen lopen. Zij zegt dat in het algemeen bestuur de afspraak is gemaakt om de frequentie van de terugkoppeling naar het algemeen
2
bestuur te verhogen van twee maal naar viermaal per jaar. De wethouder zegt dat duidelijk is de grootste verschillen werden veroorzaakt op de niet beïnvloedbare posten. Zij stelt dat men ook niet de illusie mag hebben dat het werkvoorzieningsschap vergelijkbaar is met een commercieel bedrijf. Voorts geeft de wethouder aan dat het niet doorgaan van een vestiging van een CWI in Zevenbergen niet van invloed is, omdat de regiefunctie in dit verband bij de gemeente ligt. Vervolgens wordt, zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel besloten. 9. Voorstel tot het verstrekken van een aanvullende subsidie aan Buro Halt West-Brabant ter hoogte van fl. 2.016,-- en deze overschrijding mee te nemen bij het opstellen van de gemeentelijke rekening. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 10. Voorstel tot vaststellen van de bebouwde kom grenzen in de diverse kernen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11. Voorstel tot enkele maatregelen om de meerjaren begroting 2001 t/m 2005 van de gefuseerde organisatie peuterspeelzaalwerk / kinderopvang sluitend te maken. Gesteld wordt dat een goede regeling met betrekking tot peuterspeelzaalwerk en kinderopvang ook op de lange termijn van belang is en dat doorvoering van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage in verband hiermee voorlopig uitgesteld kan worden. Door een der leden wordt aangedrongen op spoedige invoering van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Gesteld wordt dat ook de begeleiding een meer professionele aanpak vergt, hetwelk noopt tot een fusie op korte termijn, ongeacht de vraag of er op dit moment reeds praktische uitvoering kan worden gegeven aan een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Wethouder de Wit-Greuter zegt dat zij met instemming kennis neemt van de brede steun ten aanzien van de voorgenomen fusie van de 2 werkvormen, welke fusie voor de toekomst van groot belang is. Zij zegt dat er forse inspanningen zijn geleverd om de besturen van acht stichtingen en een vereniging op een lijn te brengen omdat men te maken had met vijf voormalige gemeenten met elk een eigen subsidiemethode. Zij geeft aan dat de invoering van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage nog wel enige tijd een discussiepunt zal blijven en dat om die reden vorig jaar is gekomen tot betaling uit de bijzondere bijstand voor de bijstandsgerechtigden, waardoor de onderdrempel is vervallen. Ingebracht wordt dat uit de omstandigheid dat de bijzondere bijstand slechts in 3 gevallen toepassing krijgt blijkt dat die groepen die het aangaat hiervoor feitelijk niet in aanmerking komen. Gesteld wordt dat de huidige bezwaren tegen de invoering van een inkomensafhankelijke bijdrage ook in de toekomst niet kunnen worden weggenomen en dat om die reden niet zal worden ingestemd met het voorstel. Wethouder de Wit-Greuter stelt dat de toekomstige stichting op dit moment in organisatorisch opzicht in de onmogelijkheid verkeert een inkomensafhankelijke bijdrage door te voeren. Zij zegt dat het ook nog maar de vraag is of iedereen bereid is zijn of haar inkomensgegevens over te leggen aan een bestuur dat volledig uit vrijwilligers bestaat. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij vanwege het ontbreken van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage aantekening wensen dat geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 21 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 12. Voorstel tot wijziging van de Verordening huisvesting onderwijs gemeente Moerdijk. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 13. Voorstel tot het voteren van een krediet van fl. 25.000,-- voor het ombouwen van de structuurvisie-plus in een structuurplan Moerdijkse Hoek ten behoeve van het bestendigen van het gevestigde voorkeursrecht. Gevraagd wordt of sedert de recente ontwikkelingen deze besluitvorming nog wel nodig is. Door een der leden wordt gesteld dat zijn fractie in een april jl. uitgebrachte notitie reeds de conclusie had getrokken dat in dit verband de kar zou moeten worden getrokken door de provincie en dat deze conclusie nu wordt opgevolgd. Gesteld wordt dat wel voorkomen moet worden dat het krediet in de eindsituatie ten laste van de gemeente blijft. Aangegeven wordt dat voorafgaande aan de besluiten welke op 21 november jl. door het college zijn genomen er gelegenheid is geweest bezwaren in te dienen, waarbij tevens is gekomen tot een tussentijdse verlenging van de
3
reactietermijn. Gevraagd wordt of het hanteren van een termijn van 17 dagen niet strijdig is met wettelijke bepalingen. Ten aanzien van de bespreking met de provinciebestuurders wordt opgemerkt dat uit een persbericht duidelijk is geworden dat de overname door de provincie overeenkomstig de wens van het college is geweest. Gevraagd wordt waarom het college kennelijk niet getracht heeft de beslissing over de Moerdijkse Hoek aan de gemeente te houden. Vervolgens wordt nog geciteerd uit de besluitenlijst van de raadsvergadering op 2 november jl. waarin wethouder Kramer nog stelde dat de uiteindelijke afweging bij de raad ligt. Door 2 leden wordt kenbaar gemaakt dat hun fracties ook nu zullen volharden in hun eerder ingenomen standpunt ten aanzien van De Moerdijkse Hoek, hetgeen betekent dat niet zal worden ingestemd met het voorliggende voorstel. Wethouder den Engelse stelt dat er in maart aanstaande een go of no-go situatie aan de orde zal zijn en dat het logisch is om in afwachting daarvan door te gaan. Hij stelt dat voorkomen moet worden dat een en ander afhankelijk wordt van projectontwikkelaars. De wethouder stelt dat de vestiging van een voorkeursrecht ook niet automatisch behoeft te betekenen dat de gemeente verplicht is tot aankoop. Hij zegt dat er bij dit voorstel slechts sprake is van voorfinanciering. De kosten worden straks gedekt uit de exploitatieopzet van het nieuw terrein danwel uit de garantstelling van de provincie. De gemeente loopt geen enkel risico want de kosten worden linksom of rechtsom altijd betaald. Hij zegt aan te nemen dat de proceduretermijn van 17 dagen in dit geval voldoende is. Tenslotte merkt hij nog op dat de raad door dit structuurplan de grenzen van dit gebied vastlegt, dit met name voor wat betreft de grens aan de zuidzijde, de Pelgrimsdijk. In tweede termijn wordt ingebracht dat na het provinciale besluit in maart aanstaande de gemeenteraad aan zet is en dat men daardoor ook alle troeven in handen blijft houden. Gesteld wordt dat het van belang is dat de discussie op dit moment beperkt blijft tot de vestiging van het voorkeursrecht. Aangegeven wordt dat de huidige situatie voor een van de coalitiepartijen wel erg goed uitkomt. Wethouder den Engelse zegt dat een discussie over de bespreking met het provinciebestuur pas zinvol is als iedereen vooraf kennis heeft kunnen nemen van de resultaten van deze bespreking. De voorzitter stelt dat thans aan de orde is een besluit over het bestendigen van het voorkeursrecht. Nadat door het lid W. van de Merbel in een stemverklaring is aangegeven dat het niet mogelijk is de zaken los van elkaar te zien en dat om die reden niet ingestemd kan worden met dit voorstel concludeert de voorzitter dat duidelijk is dat de leden Aper, van Brenkelen, BrouwersVerschuuren, Hazen, Huijssoon, Lansen, W. van de Merbel, L van de Merbel en J. de Vos geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd, zodat het voorstel met 15 stemmen voor en 9 stemmen tegen is aangenomen. 14. Voorstel tot het vaststellen van de notitie gemeentelijke hand- en spandienstenregeling. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 15. Voorstel tot het vaststellen van het woningbouwprogramma 2001. Wethouder den Engelse zegt dat het voorstel op enkele onderdelen is aangepast. Wethouder den Engelse geeft een korte toelichting op de aangebrachte wijzigingen, welke bestaan in een toezegging van het college door het opnemen van een inspanningsverplichting ten aanzien van het inlopen van een dreigende achterstand en het ophogen van het aantal incidentele woningen in diverse kernen van 6 naar 10. Hij zegt dat ten aanzien van de inspanningsverplichting er voor eind april aanstaande een plan van aanpak zal worden voorgelegd. Gesteld wordt dat anders dan enkele redaktionele artikelen in een regionaal dagblad van oktober jl. doen vermoeden het bouwbeleid en de mantelzorg wel degelijk een relatie met elkaar hebben. Gesteld wordt dat er vanwege de mantelzorg in elke kern gebouwd moet kunnen worden en dat deze opvatting, welke wordt gedeeld door Overlegorgaan Ondernemersverenigingen Moerdijk, ook is vastgelegd in het collegeprogramma. Omdat duidelijk is geworden dat het feitelijk handelen van het college daarmee niet overeenstemt is in de commissievergadering een alternatief voorstel aangeboden waarbij is gekomen tot een herberekening vanaf het jaar 2000. Gesteld wordt dat vanavond andermaal een gewijzigde berekening is voorgelegd waarbij ook rekening is gehouden met verdeling van de extra woningen voor Moerdijkwerknemers over alle kernen. Aangegeven wordt dat deze herberekening is opgesteld naar aanleiding van een eerdere uitspraak van het college in die zin dat deze extra woningen ten goede zouden komen van de gehele gemeente Moerdijk, hetwelk betekent dat alle kernen in deze toedeling zijn te betrekken. Aangegeven wordt voorts dat voor het plan Klundertseweg te Zevenbergen 1 woning te weinig is opgenomen,
4
waardoor dit plan niet tot een afronding kan komen. Opgemerkt wordt dat het collegevoorstel tevens voorziet in de realisatie van 22 seniorenwoningen op de lokatie Bult van Pars te Klundert, doch dat naar aanleiding van een recente uitlating van een der medewerksters via de pers nog wel afgevraagd moet worden of dit een reële optie is. Opgemerkt wordt dat er naar uitziet dat wat de Mont Ventoux voor wielrenners is de Bult van Pars voor het gemeentebestuur is. De woningbouwlokatie op de voormalige gemeentewerf dient een andere invulling te krijgen door gebruikmaking van het door een inwoner uit Klundert overgelegd alternatief plan. Gesteld wordt dat kan worden ingestemd met de voor deze lokatie te reserveren 4 woningen als deze beschouwd worden als een voorschot op een groter aantal woningen. Inzake het plan van Gils te Langeweg wordt opgemerkt dat de tussentijds ingewonnen informatie niet tot duidelijkheid heeft geleid ten aanzien van de vraagstelling wanneer de provincie als eis heeft gesteld dat een doodlopende weg onaanvaardbaar zou zijn. Door meerdere fracties wordt aangedrongen op een vervolgoverleg met de familie van Gils. Vervolgens wordt door de heer W. van de Merbel een amendement ingediend welke strekt tot ophoging van het aantal woningen voor de kern Fijnaart van 23 naar 35. De tekst van dit amendement luidt als volgt: Tekst amendement: Ten behoeve van de kern Fijnaart wordt het aantal woningen met 12 verhoogd en vastgesteld op 35. Het totaal aantal woningen van het woningbouwprogramma 2001 is dienovereenkomstig te verhogen. Toelichting: In de jaren 1997 tot en met 2000 is het totale contingent voor de kern Fijnaart beperkt gebleven tot 21 woningen, welk aantal inmiddels projectmatig is gerealiseerd (Mavoterrein). In Fijnaart komt op de huidige voetbalvelden ruimte voor circa 65 woningen. Er bestaat vooral behoefte aan kavels voor eigenbouwers. Gelet op de geringe bouwproductie in de jaren 1997 t/m 2000 is een extra bouwimpuls in 2001 redelijk en wenselijk te achten. Een nader te bepalen deel van de voorgestelde 35 woningen ware te realiseren als seniorenwoningen. De voorzitter constateert dat door ondertekening van dit amendement door W. van de Merbel, J. van Brenkelen en W. Zoetemelk wordt voldaan aan de formele eisen zodat het amendement deel uitmaakt van de beraadslagingen. Ingebracht wordt dat, ter voorkoming van het wegtrekken van jongeren naar elders, een geleidelijke woningbouw in de kleinere kernen noodzakelijk is. Aangegeven wordt dat een eerdere toezegging ten aanzien van het in de pas lopen van de woningbouw in de kern ZevenbergschenHoek nog niet is nagekomen. Gevraagd wordt waar het extra benodigde contingent voor de ophoging van het getal van 6 naar 10 in de diverse kernen vandaan komt. Gesteld wordt dat na vaststelling van het woningbouwprogramma het college ook verplicht is de daarin opgenomen aantallen daadwerkelijk te bouwen en dat het nodig is achterstandsituaties goed te maken. Aangegeven wordt dat ervan uitgegaan dat een en ander uiterlijk in 2002 ook daadwerkelijk zijn beslag zal krijgen. Gesteld wordt dat de reeds goedgekeurde bouwplannen hierbij als eerste in aanmerking moeten komen. Gesteld wordt dat de toevoeging van 4 extra woningen aan de zogenaamde flexpot, ongeacht de vraag waar deze vandaan komen, zijn te bestemmen voor de kern Langeweg. Gesteld wordt dat het vreemd overkomt dat voor ophoging van het contingent voor het plan Ambachtsherenweg te Klundert door de initiatiefnemer van het plan een bedrag van f 10.000,00 per woning wordt betaald, terwijl dit voor het plan Molenberg te Zevenbergen niet aan de orde is. Opgemerkt wordt dat er veel onduidelijkheid bestaat vanwege begripsverwarring, doch dat de toegezegde reguliere cyclus hieraan zeker tegemoet zal komen. Gevraagd wordt om aan de toegezegde stukken, welke in april beschikbaar zullen komen, toe te voegen een nauwkeurige berekening van datgene wat er gebouwd mocht worden en wat er daadwerkelijk gebouwd is, terwijl voorts de definities en de uitgangspunten helder zijn te maken. Gesteld wordt dat daarbij ook een aktieplan wordt verwacht. Opgemerkt wordt dat het nagestreefde ratiomodel in de verhouding tussen de kernen Klundert en Fijnaart wat scheef loopt, doch dat het ingediende amendement slechts zinvol is als de daarin genoemde aantallen ook daadwerkelijk kunnen worden gebouwd. Wethouder den Engelse stelt dat niet voorbij gegaan kan worden aan het feit dat er maximaal 120 woningen per jaar zijn te bouwen, terwijl het voorstel voorziet in de bouw van 178 woningen. Hij zegt dat de overschrijding op een later tijdstip zal moeten worden gecompenseerd. Voorts wijst de wethouder op het feit dat bij de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties is gewaarschuwd voor de dreigende leegstand, hetwelk betekent dat er met name in de huursector sprake is van een spanningsveld. Hij stelt dat bij het op te stellen van aanpak uitgegaan zal worden van het feit dat door achterstanden bij planvorming er geen woningen verloren mogen
5
gaan en dat deze dan in de wel goedgekeurde plannen moeten worden gebouwd. Hij zegt dat ook tegen het plan Klundertseweg inmiddels bezwaren zijn ingekomen, hetwelk de realisatie mogelijk kan stagneren. Hij stelt dat daar waar het collegeprogramma uitgaat van woningbouw in de gehele gemeente dit niet per definitie behoeft te betekenen dat er elk jaar in elke kern gebouwd zal worden en dat het eerder vastgestelde volkshuisvestingsprogramma wel door alle raadsfracties is onderschreven. Ten aanzien van de woningbouw in Fijnaart geeft de wethouder aan dat het niet de bedoeling is een en ander ten laste van de toekomst te brengen. Hij wijst erop dat er ook het plan Nieuwkerk binnenkort aan de orde zal komen. Hij bevestigt dat de eerdere toezegging om in Fijnaart een inhaalslag te realiseren gestand zal worden gedaan. Hij stelt dat uitvoering van grotere complexen vaak betekent dat de betreffende woningen verkocht gaan worden aan nietingezetenen van de gemeente, waarmee voorbij wordt gegaan aan de bedoeling om zoveel mogelijk te bouwen voor de eigen inwoners. Ten aanzien van de mantelzorg wijst de wethouder erop dat de bewegingen ook wel eens anders lopen dan de verwachtingen. In dit verband stelt hij dat er in de kern Zevenbergen een trek van senioren bestaat, waardoor de vergrijzing in deze kern sterk toeneemt, terwijl er in de kern Standdaarbuiten een verjonging is waar te nemen. Hij zegt dat er ook om die reden in Zevenbergen meer mogelijkheden moeten komen voor de starters. De wethouder zegt dat het plan van Gils los staat van dit agendapunt en dat de toegezegde stukken gelijktijdig aan de orde zullen komen met de behandeling van ingekomen correspondentie. Hij stelt dat voor dit soort plannetjes, als er overeenstemming is verkregen, altijd gebruik gemaakt kan worden van de flexpot. De wethouder stelt dat de financiële bijdrage van derden is bedoeld ter compensatie voor het meeprofiteren van eigenaren van de reeds aanwezige gemeenschapsvoorzieningen en dat dit ten aanzien van het plan Molenberg niet aan de orde is. Hij stelt dat het ook mogelijk is de afwikkeling van plannen op de voet te volgen via het permanent ter inzage liggende projectenboek dat doorlopend wordt geactualiseerd. Hij stelt dat er naar het oordeel van het college thans sprake is van een evenwichtig voorstel waarmee men voor dit jaar uit de voeten kan. De voorzitter wijst erop dat de verantwoording inzake de woningbouw in de kern ZevenbergschenHoek zijn afwikkeling heeft verkregen via de aktiepuntenlijsten van de vorige vergaderingen. In tweede termijn wordt door de indiener van het amendement toegelicht dat daarmee niet beoogd wordt te komen tot uitgifte van grote bouwkavels en dat kavels van maximaal 400 m2 voldoende zijn voor het bouwen van een woning. Gesteld wordt dat de extra contingenten voor Moerdijkwerknemers over de alle kernen moeten worden verdeeld omdat alleen daarmee wordt voldaan aan datgene wat er is vastgelegd in het collegeprogramma. Gesteld wordt dat daarmee ook de voorgestane inhaalslag voor de kern Fijnaart, welke aanzienlijk achterblijft bij de wensen van de Stichting Dorpsraad Fijnaart, voldoende is gemotiveerd. Opgemerkt wordt dat de beantwoording met betrekking tot het plan van Gils niet gerust stelt, doch dat intussen wel is begrepen dat dit plan in de eerstkomende vergadering van de commissie ruimtelijke ordening en sociaal cultureel werk opnieuw aan de orde zal komen. Afgevraagd wordt in hoeverre er sprake is van een redelijke eis. Gesteld wordt dat een gezamenlijke oplossing de voorkeur heeft. Gesteld wordt dat een doorlopende woningbouw in de kleinere kernen van groot belang is en dat hiermee samenhangt dat het dan vaak gaat om slechts een of enkele woningen. Gevraagd wordt of in het geval het project Nieuwkerk in Fijnaart aan de orde komt er dan ook contingent beschikbaar is voor dit plan. Wethouder den Engelse stelt dat er vanochtend principeafspraken zijn gemaakt met de woningbouwcorporatie omtrent de invulling van de Bult van Pars te Klundert, welke afspraken voorzien in de bouw van seniorenwoningen. Ten aanzien van het project Nieuwkerk stelt hij dat daarvoor geen contingent behoeft te worden opgenomen omdat er op dit punt nog een zodanig aantal stappen moeten worden gezet dat uitvoering zeker niet eerder dan in 2002 aan de orde zal zijn. Inzake het plan van Gils stelt de wethouder dat de gemeente niet gevraagd heeft om dit plan maar dat er sprake is van een particulier initiatief. Hij zegt dat het in dergelijke situatie niet redelijk is dat de gemeente allerlei kosten op haar schouders neemt, terwijl de eigenaar slechts de revenuen plukt. Voorts stelt hij dat het ten goede komen van extra woningen aan de gehele gemeente niet betekent dat dit automatisch in alle kernen dient plaats te vinden. Tenslotte wijst de wethouder het ingediende amendement af, omdat het de bedoeling is de toegezegde inhaalslag te spreiden over meer jaren. De voorzitter brengt vervolgens het amendement in stemming. Voor het amendement stemmen de leden Aper, van Brenkelen, Brouwers-Verschuuren, Hazen, Huijssoon, Lansen, W. van de Merbel, L van de Merbel, J. de Vos en Zoetemelk. Tegen het amendement stemmen de leden Aarden, Bienefelt, Boertjes, den Engelse, van Exel-Wigant, Gerritsma, Grootenboer-Dubbelman,
6
Koevoets, Kramer, Reijnders, Schouwenaars, van der Stee-van Agtmaal, G. de Vos en de Wit-Greuter. De voorzitter concludeert dat het amendement met 10 stemmen voor en 14 stemmen tegen is verworpen. Vervolgens brengt de voorzitter het collegevoorstel in stemming. Voor het voorstel stemmen de leden Aarden, Bienefelt, Boertjes, den Engelse, van Exel-Wigant, Gerritsma, Grootenboer-Dubbelman, Koevoets, Kramer, Reijnders, Schouwenaars, van der Stee-van Agtmaal, G. de Vos, de Wit-Greuter en Zoetemelk. Tegen het voorstel stemmen de leden Aper, van Brenkelen, Brouwers-Verschuuren, Hazen, Huijssoon, Lansen, W. van de Merbel, L van de Merbel en J. de Vos. De voorzitter concludeert dat het voorstel met 15 stemmen voor en 9 stemmen is aangenomen, zodat overeenkomstig het voorstel is besloten. 16. Voorstel tot vaststelling van de Nota Visie Buitengebied. Gesteld wordt dat er sprake is van goed document dat kan dienen als basis bij de verdere planuitwerking. Aangegeven wordt dat bij de behandeling van het uitgewerkte plan zal worden beoordeeld of voldaan wordt aan de eigen uitgangspunten. Door een lid wordt gesteld dat vanwege het feit dat zijn fractie overwegende bezwaren heeft tegen de vestiging van grootschalige glastuinbouw niet kan worden ingestemd met het thans aan de orde zijnde voorstel. Erkend wordt dat op 25 maart 1999 een procedurebesluit aan de orde is geweest, welk besluit tijdens de behandeling niet is weersproken. Gesteld wordt dat daarin vaststelling van deze nota is voorzien, doch dat er nu, bijna 2 jaar later, sprake is van voortschrijdende inzichten. Om die reden wordt voorgesteld de voorliggende stukken zodanig te redigeren dat thans wordt volstaan met het voor kennisgeving aannemen daarvan. Opgemerkt wordt dat de nota is getoetst aan het Manifest Brabant 2000 en de provinciale nota Brabant Uitgelijnd en dat er om die reden ook sprake is van een degelijk stuk, waartegen niets kan worden afgedwongen. Gesteld wordt dat er wel bezwaren bestaan tegen het opnemen van een vijftal zoekgebieden voor windenergie nabij de kern Heijningen. Voorts wordt opgemerkt dat de aanleg van ontbrekende schakels in fiets- en wandelroutes aandacht moet krijgen. Gesteld wordt dat projectvestiging van grootschalige glastuinbouw wordt afgewezen en dat glastuinbouw slechts bespreekbaar is op die lokaties waar er reeds glastuinbouw voorhanden is en dat in die gevallen de omvang niet van belang is. Voorts wordt aandacht gevraagd voor teeltondersteunde voorzieningen. Gesteld wordt dat het jammer is dat de nota een zwarte pagina heeft welke voorziet in een zoekgebied voor grootschalige ontwikkeling van een industrieterrein en dat dit de reden is waarom er niet kan worden ingestemd met de voorliggende nota. Wethouder den Engelse zegt dat er na de vaststelling van de procedure in maart 1999 en langlopend proces is gevolgd, waarbij meerdere doelgroepen intensief betrokken zijn geweest. Hij zegt dat een eventuele wijziging van deze procedure op dit moment dan ook als volstrekt onaanvaardbaar moet worden beschouwd. Om die reden ligt er thans een besluit voor om te komen tot vaststelling van de nota. Ten aanzien van de zoekgebieden voor windenergie nabij Heijningen stelt de wethouder dat aanpassing op dit onderdeel aan de orde is geweest en dat in verband hiermee het aantal zal worden gereduceerd. De wethouder stelt dat er ten aanzien van glastuinbouw al eerder verschil van inzicht bestond. Hij zegt dat er ten aanzien van teeltondersteunende voorzieningen wellicht sprake is van enig misverstand. Hij benadrukt dat er daarbij geen sprake is van kassen maar wel van tijdelijke voorzieningen, zoals plastic tunnels etc. Hij geeft aan dat daarop in een later stadium nog zal worden teruggekomen. Ten aanzien van het opnemen van een zoekgebied voor de ontwikkeling van een industrieterrein stelt de wethouder dat dit niet automatisch wil zeggen dat dit ook wordt gerealiseerd. Het gaat op dit moment nog om een onderzoek. In tweede termijn wordt gesteld dat ervan uitgegaan wordt dat ook de opmerkingen welke tijdens de commissiebehandeling zijn gemaakt bij de verdere uitwerking zullen worden betrokken. Gesteld wordt dat de opmerking ten aanzien het voor kennisgeving aannemen van de nota ook na beantwoording ongewijzigd blijft omdat de ervaring inmiddels heeft geleerd dat men door instemming mogelijk in de verdere procedure in een lastig parket terecht worden gebracht. Nadat de leden Aper, van Brenkelen, Hazen, Huijssoon, Lansen, W. van de Merbel, L van de Merbel en J. de Vos hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 15 stemmen voor en 8 stemmen tegen is aangenomen.
7
17. Voorstel tot wijzigen van het planologische vrijstellingsbeleid. Ingebracht wordt dat ter voorkoming van verder oponthoud en mede gelet op een recente uitleg middels een e-mail bericht, na de aanvankelijke aarzeling, alsnog gekomen kan worden tot instemming. Gewezen wordt op de onzorgvuldige en slordige voorbereiding, welke ook anders had gekund. Opgemerkt wordt dat er binnen 24 uur een volstrekt tegenstrijdige beantwoording heeft plaatsgevonden op de tussentijds gestelde vragen, welke uitsluitend zijn ingebracht om te komen tot een ordentelijke behandeling van het voorstel tijdens deze vergadering. Gevraagd wordt of de ingebrachte vrees met betrekking tot planschadeclaims al dan niet terecht is. Gesteld wordt dat in juni jl. nog sprake was van een beperking ten aanzien van de nokhoogte voor aanen bijgebouwen tot maximaal 5 meter, terwijl nu wordt voorgesteld een en ander volledig los te laten. Opgemerkt wordt dat er ook nog eens sprake is van een voortdurend wisselend aantal in behandeling zijnde bouwplannen, dat moet worden aangehouden. Opgemerkt dat het niet terecht is om de verantwoordelijkheid daarvoor af te schuiven naar de gemeenteraad. Gesteld wordt dat het vanwege de rechtszekerheid en de rechtsbescherming zinvol is zowel voor hoofdgebouwen als bij bijgebouwen een maximale nokhoogte te stellen. Wethouder den Engelse stelt dat hij nimmer heeft gesuggereerd dat de gemeenteraad verantwoordelijk is voor het oponthoud, doch dat hij slechts heeft willen aangeven dat er bouwplannen vertraging oplopen door aanhouding van de beslissing. Hij zegt dat vanwege het feit dat er sprake is van een vrijstellingsbeleid er ook in de toekomst altijd nog wel een aanvrage moet worden ingediend, waarop na voorafgaande toetsing een beslissing wordt genomen. Hij stelt dat planschadeclaims altijd bij de aanvrager worden neergelegd. Hij betreurt dat er enkele onzorgvuldigheid is ingeslopen bij de voorbereiding en stelt dat dit niet had mogen gebeuren. Hij geeft aan dat ook hieruit blijkt dat een zorgvuldige en volledige advisering meestal wat meer tijd vergt. Tenslotte deelt de wethouder mede dat het voorstel in hoofdzaak betrekking heeft op de oudere bestemmingsplannen en dat een en ander bij de recente nieuwbouwplannen niet aan de orde is. In tweede termijn wordt door een der leden afgevraagd of de beantwoording van vragen in eerste instantie inderdaad wel onjuist is geweest. Gesteld wordt dat de tweede beantwoording relateert aan artikel 49b, terwijl artikel 49a wel degelijk van toepassing blijft. Gesteld wordt dat aan de rechtszekerheid en de rechtsbescherming van de direct omwonenden grote waarde wordt gehecht. Wethouder den Engelse stelt dat het college de vrees ten aanzien van planschadeclaims niet kan delen. Nadat de leden Hazen, L. van de Merbel, W. van de Merbel, Schouwenaars en G. de Vos hebben aangegeven dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 18 stemmen voor en 5 stemmen tegen is aangenomen. 18. Voorstel tot het instemmen met het productplan 2001-2004 van de NV REWIN West-Brabant alsmede de hiervoor benodigde gemeentelijke jaarlijkse bijdrage. Gesteld wordt dat er in het verleden goede zaken zijn gedaan doch dat de voorgestelde centrale missie niet meer van deze tijd is. Aangegeven wordt dat het te ver voert om daarvoor voor de komende 4 jaar extra capaciteit in te zetten. Wethouder Kramer geeft aan dat de toelichting van Rewin op een betaling aan de Kamer van Koophandel voor de commissieleden ter inzage zal worden gelegd. Nadat de leden Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben aangegeven dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 20 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 19. Voorstel tot het voteren van een krediet van fl. 75.000,-- voor het ontwikkelen van een integrale visie voor het bedrijventerrein De Koekoek. Door een der leden wordt uitgesproken dat een directe relatie met de Moerdijkse Hoek niet aan de orde is. Een ander lid stelt dat een integrale afweging van de Moerdijkse Hoek hierbij een onlosmakelijke onderdeel vormt en dat om die reden wordt gepleit voor aanhouding van het voorstel. Wethouder Kramer stelt dat het thans aan de orde zijnde voorstel uitsluitend betrekking heeft op
8
de ontwikkeling van een plan voor vestiging van lokale bedrijven. Nadat de leden Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben aangegeven dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 20 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 19A Voorstel tot het afsluiten van een subsidiecontract met Stichting Sportservice NoordBrabant voor de periode 2001/2002. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 19B Voorstel tot vaststelling tarieven gemeentelijke zwembaden voor het jaar 2001. Wethouder Kramer licht toe dat dit voorstel via de lijst van ingekomen stukken voor de vergadering van de commissie economische zaken en volksgezondheid is opgevoerd als agendapunt. Hij zegt dat in verband met de gevorderde voorbereidingen de leeftijdharmonisatie voor ’t Volkerakkertje voor 2001 niet meer mogelijk is gebleken. Hij zegt dat naar aanleiding van een van een der leden ontvangen E-mail alsnog gekomen is tot tekstuele bijstelling van het voorstel, waarbij de onduidelijkheden welke op 30 maart jl. aan de orde waren zijn weggenomen. Hij wijst erop dat in de laatst uitgereikte versie pagina 3 alsnog dient te worden verwijderd. Door een lid wordt gesteld dat vanwege het feit dat het drukwerk intussen is uitgevoerd alsnog kan worden meegegaan met een jaar uitstel van de harmonisatie. Een ander lis stelt dat de van hem afkomstige E-mail slechts is bedoeld geweest ter bespoediging van de afhandeling tijdens deze vergadering en dat het wordt betreurd dat nu daaraan een andere uitleg wordt gegeven. Gesteld wordt dat niet slechts is te komen tot vaststelling van de tarieven maar dat ook de verordening dient te worden vastgesteld. Wethouder Kramer stelt dat dit ook de bedoeling is. Hij geeft aan dat de opmerkingen zijn verwerkt en dat het besluit tevens strekt tot vaststelling van een nieuwe verordening. Naar aanleiding van een vraag om de definitieve tekst van het besluit te zijner tijd alsnog ter inzage te krijgen zegt wethouder Kramer dat zulks in alle gevallen mogelijk is. Hierna wordt, zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel besloten. 20. Voorstel tot het vaststellen van de verordening op de speelautomatenhallen. Ingebracht wordt dat vanwege de van toepassing zijnde regelgeving en de positieve ervaringen elders in de regio kan worden ingestemd doch dat het noodzakelijk blijft stringent toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden. Gesteld wordt dat met instemming kennis is genomen van de toezegging van de exploitant om de toegangscontrole te verplaatsen naar de ingang van de inrichting en het verrichten van een jaarlijkse toetsing van het KEMA-keur. Gesteld wordt dat gelijktijdig met de uit te voeren evaluatie ten aanzien van het sluitingsuur van de horecainrichtingen ook hier een evaluatie nodig is. Door een der leden wordt gesteld dat tijdens het fractieoverleg met verwondering kennis is genomen van de aanwezigheid van de exploitant tijdens de commissiebehandeling en diens deelname aan de beraadslagingen, dit terwijl vertegenwoordigers van de instellingen voor verslavingszorg niet aanwezig waren. Het lid W. van de Merbel merkt op dat zijn fractie in verband met het risico van verslaving niet kan instemmen met het voorstel. Het lid Zoetemelk zegt dat het standpunt dat hij tijdens de commissiebehandeling heeft kenbaar gemaakt ongewijzigd blijft en dat zijn fractie om principiële reden niet kan instemmen met het voorliggende voorstel. Door een der leden wordt gevraagd of het standpunt van de heer Zoetemelk ook van toepassing is ten aanzien van de tijdens de commissiebehandeling uitgesproken voornemens ten aanzien van de ondersteuning van de coalitiepartijen. De voorzitter stelt dat er is voorzien in een goed en stevig toezicht en dat 1 jaar na de aanvang van de exploitatie er een evaluatie zal plaatsvinden. Hij stelt dat de exploitant uit eigener beweging de commissievergadering heeft bijgewoond en dat het eenieder vrijstaat een openbare commissievergadering bij te wonen. Hij zegt dat het risico van verslaving volledig is afgedekt middels het convenant en dat hetzelfde risico ook bestaat in tal van andere zaken, zoals horecainrichtingen, tabakswinkels en ook via televisieprogramma's. In tweede termijn stelt de heer Zoetemelk dat hij aan zijn eerdere uitspraken niets heeft toe voegen, terwijl daarvan ook niets is terug te nemen. Hij stelt dat dit betekent dat de fractie RPFGPV vanaf dit moment niet meer tot de coalitiepartijen maar tot de oppositiepartijen is te rekenen. Een ander lid stelt dat de exploitant tijdens de commissievergadering in voorkomend geval gebruik zou hebben moeten maken van het spreekrecht. De voorzitter zegt dat van de gelegenheid gebruik is gemaakt om enkele praktische vragen
9
gelijktijdig af te wikkelen. Nadat de leden Hazen, L. van de Merbel, W. van de Merbel en Zoetemelk hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 19 stemmen voor en 4 stemmen tegen is aangenomen. 21. Voorstel tot het vaststellen van de visie op de ontwikkeling Informatie- en Communicatietechnologie gemeente Moerdijk en het beschikbaar stellen van de benodigde middelen voor het uitvoeren van het projectenplan 2001. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 22. Voorstel tot het instemmen met de fusie en gezamenlijke huisvesting van het Regionaal Archief West-Brabant locatie Zevenbergen met Regionaal Archief West-Brabant locatie Oosterhout. Agendapunt is afgevoerd van de agenda. 23. Voorstel tot het kiezen van te onderzoeken onderwerpen door de rekenkamer van de gemeente Moerdijk. Uitgesproken wordt dat de moeite welke men eerder had met de samenstelling van de commissie wordt bevestigd door de politieke gerichtheid van de onderzoeksonderwerpen. Voorgesteld wordt het voorgenomen onderzoek ten aanzien van de voortgang van het bouwprogramma vanwege de toezegging van de verantwoordelijke portefeuillehouder op te schorten tot na de zomervakantie. Opgemerkt wordt dat duidelijk is dat de rekenkamer een geheel eigen keuze heeft gemaakt en dat eerdere suggesties gedaan bij de algemene beschouwingen niet zijn overgenomen. De voorzitter stelt dat het voorstel om een van de onderzoekspunten tijdelijk op te schorten zal worden overgebracht naar de rekenkamer. Vervolgens wordt, zonder hoofdelijke stemming, conform het voorstel besloten. 24. Vragen ex. Artikel 37 Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad. De voorzitter stelt dat het jaar kan worden afgesloten zonder dat er nog vragen zijn af te wikkelen. 25. Sluiting. De voorzitter geeft een korte terugblik op het haast voorbije jaar 2000 en stelt dat dit jaar zowel in bestuurlijk als in ambtelijk een enerverend jaar is geweest. Vervolgens gaat hij in op de belangrijkste besluiten welke in 2000 aan de orde zijn geweest en de grote diversiteit in de aard van deze besluiten. Hij dankt de leden van de gemeenteraad en de ambtelijke medewerkers voor hun inzet en wenst allen een prettige kerst en een goede jaarwisseling toe. Hierna spreekt de heer Lansen een woord van dank uit voor de goede samenwerking met het college en met de ambtelijke medewerkers. Hij zegt ook de collegeleden, de medewerkers en de inwoners fijne feestdagen en een gezond 2001 toe te wensen. De voorzitter sluit de vergadering met een ogenblik stilte. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Moerdijk van 25 januari 2001 de secretaris,
de voorzitter,
mr. drs. C. Baan
H.W. den Duijn
10
AKTIEPUNTENLIJST RAADSVERGADERING 21 DECEMBER 2000: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
bij provincie aandringen op een spoedige uitvoering van de werkzaamheden m.b.t. de omleidingsroute voor het doorgaande verkeer via Dinteloord en vooruitlopend daarop te komen tot een ontlasting van het verkeer op de Appelaarsedijk door instelling van een omleidingsroute via de A 59.
CCT
bezien of overeenkomstig het reeds vastgestelde plan gekomen kan worden tot het in bruikleen afstaan van een overtollige computer aan stichting Cliëntenraad Moerdijk
WOS
voorleggen plan van aanpak mbt. inspanningsverplichting achterstand woningbouw voor april 2001-01-02
VRO
terinzagelegging toelichting van REWIN met betrekking tot betaling aan Kamer van Koophandel
PGO
terinzagelegging definitieve tekst tarievenverordening gemeentelijke zwembaden
WOS
rekenkamer in overweging geven het voorgenomen onderzoek ten aanzien van de voortgang van het woningbouwprogramma in verband met een door het college gedane toezegging tijdelijk op te schorten
secr. rekenkamer
11