VERSLAG AB VERGADERING D.D. NUMMER
Aanwezig
: :
27 NOVEMBER 2012 10
:
namens het CDA: H. Bakker, H.T.P. Gielen, H. Kroes, K.B. Schelhaas, namens de PvdA: E.L. Beenen, H. van de Weg namens VVD: M.F. Strolenberg namens CU: R.K. Winters namens Water Natuurlijk (WN): O.H. Brandsma, C. Slottje, namens de Algemene Waterschapspartij (AWP): ing. A.J. Doornbos, namens Werk aan Water (WAW): D.J. Bruins, F.K.L. Spijkervet namens Natuur: G. van den Berg namens Agrarisch en Overig ongebouwd (AO): G. van Leussen, H.J. Pereboom, G.F. Timmerman namens Bedrijven: T.J. Boersma, A. Voogt (tot de schorsing bij punt 5A), A. Fokt M.M. Kool (voorzitter), mr. A.K. Schuttinga (secretaris-directeur) Notulist: V. Zomermaand
Afwezig
:
J. Mulder (AO), G. Veenstra (WN), R.O. Genee (WAW), Voogt (vanaf de schorsing bij punt 5A) (allen met kennisgeving)
Vastgesteld d.d.
:
18 december 2012
, secretaris-directeur
dijkgraaf
1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda Agendapunt 6 zal worden behandeld voor punt 5, zodat de begroting (= punt 6) kan worden behandeld ná vaststelling van de geactualiseerde verordening financieel beheer (=punt 5). De agenda wordt voorts ongewijzigd vastgesteld. 3. Ingekomen stukken Er zijn geen ingekomen stukken.
Pagina 2 van 7 Nummer:
4. Verslag vergadering d.d. 30 oktober 2012 Tekstueel: Geen opmerkingen. Lijst van toezeggingen: Geen opmerkingen. Naar aanleiding van: Geen opmerkingen. Besluit: Het verslag en de lijst van toezeggingen worden ongewijzigd vastgesteld.
6.
Verordening organisatie financieel beheer waterschap Reest en Wieden – actualisatie Alvorens de voorzitter het voorstel in behandeling geeft meldt zij, en dit komt ook in de begroting terug, dat het DB inmiddels heeft doorgesproken over de term “het vaststellen van”. Het DB denkt dat het goed is het te formuleren zoals een ieder het eigenlijk beleeft, namelijk “vaststellen als richtinggevend kader”. Vervolgens geven alle fracties aan, met deze precisering, akkoord te gaan. Alleen de heer Van Leussen geeft aan dat AO liever “voor kennisgeving had aangenomen”. Besluit: De geactualiseerde verordening ex. Art 108 vaststellen waarin is opgenomen dat de perspectiefnota en de meerjarenraming als richtinggevend kader voor de begroting worden vastgesteld.
5A. Programmabegroting 2013 inclusief meerjarenraming 2013-2017 De voorzitter meldt dat er geen zienswijzen zijn binnengekomen. Op de vergadertafels is een gewijzigde pagina 32 van de programmabegroting neergelegd omdat er wat fouten in de cijfers stonden. Zij meldt mondeling dat in de tekst staat dat Het Waterschapshuis (HWH) een Gemeenschappelijke Regeling (GR) is, maar dat moet zijn dat HWH een GR zal worden. Ook het baggeren vraagt een mondelinge toelichting: De heer Schelhaas meldt dat voor baggeren in 2013 € 400.000,00 in de begroting is opgenomen. Voor de 2014 en volgende jaren moet dat echter zijn € 500.000,00. De bedragen sec zijn niet terug te vinden in het stuk, maar zijn onderdeel van de exploitatie als totaliteit. Hij ontdekte dit pas vanmorgen. Het lijkt hem goed om in het vervolg wijzigingen van deze orde op een lijstje te verwerken. Vervolgens geeft de voorzitter het voorstel in behandeling volgens de per mail voorgestelde behandelwijze, namelijk eerst de algemene beschouwingen per fractie (voorstel 5A en de hoofdstukken 3 en 4 uit het Programmaboek). Dan de Programmabegroting 2013 per programma, dan de Meerjarenbegroting 2013-2017 per programma en tenslotte de besluitvorming. Algemene beschouwingen per fractie: Breed worden vanuit het AB complimenten gegeven voor de opzet van de begroting, het voorbereidende werk van de organisatie en de informele begrotingsvergadering. Dat neemt al veel vragen weg. De heer Fokt geeft aan dat zijn fractie blij is met de mogelijkheid tot herijking van ambities en keuzes. Het is goed te zien dat de zuiveringstarieven de komende periode nagenoeg gelijk zullen blijven. De alsmaar stijgende kapitaallasten zijn zorgelijk. In 2015 valt de egalisatiereserve weg, met als direct effect een onacceptabele tariefstijging. Het lijkt daarom onvermijdelijk dat ambities moeten worden bijgesteld en dat er nieuwe strategische keuzes moeten worden gemaakt. Het is daarom goed een strategiesessie voor het AB te houden begin 2013. De heer Brandsma meldt dat zijn fractie bij de inzet van de egalisatiereserve meer voelt voor variant 3 dan voor de door het DB voorgestelde variant 2, want dan blijf je onder de 5% en is de stijging van tarieven geleidelijker. Hij spreekt zorg uit over het achterblijven van de uitvoering van de KRW, WB21 en het gebrek aan ambitie (verlagen van doelstellingen en temporiseren). Ook het verhaal “waterketen” gaat te lang duren. Dat moet sneller zodat er ook al eerder voordeel uit te halen valt. Verder noemt hij het qua volgorde erg ongelukkig dat nu eerst de begroting er is en pas daarna de herijking van WOM en WBP.
Pagina 3 van 7 Nummer:
De heer Van den Berg noemt het knap dat de uitgaven van 2013 ten opzichte van 2012 nauwelijks stijgen, als gevolg van een moeilijke zoektocht door de hele organisatie. Hij is ervan overtuigd dat de organisatie heel kostenbewust is, waarvoor complimenten. De begroting zit solide in elkaar. Wat betreft de inzet van reserves is hij voorstander van variant 3. Hij mist in de toelichting een paar belangrijke ontwikkelingen die moeten worden gevolgd. Zo is er het akkoord van het nieuwe kabinet met daarin de EHS en een verruiming van de mogelijkheden om tot de uitvoering van Womprojecten te komen. De EU heeft een blueprint van de KRW uitgebracht. Daarin wordt Nederland opgeroepen maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren niet langer uit te stellen. De EU beraadt zich op stappen om een en ander te kunnen afdwingen. Hij vraagt om deze blueprint, inclusief de visie van het DB daarop, in het voorjaar van 2013 in het AB aan de orde te stellen. Er moet niet meer worden uitgesteld, maar aangepakt en de ambities met betrekking tot de KRW moeten omhoog. Het provinciale beleid met betrekking tot de EHS moet op de voet worden gevolgd en er moet actief worden geanticipeerd op ontwikkelingen. Tenslotte merkt hij op dat de EU een nieuw landschapsbeleid opzet. Ook daarbij moet het waterschap scherp letten op kansen. De heer Winters heeft een aantal meer gedetailleerde vragen en opmerkingen. Daarnaast geeft hij aan dat het niet gemakkelijk zal worden om de tarieven niet te sterk te laten stijgen. Wat betreft het opschalen van de waterschappen is hij er voorstander van niet af te wachten maar zelf je partners te kiezen. Baggeren heeft wat hem betreft hoge prioriteit. Voor mevrouw Doornbos blijft veiligheid de hoogste prioriteit hebben. Als de kwaliteit wordt geborgd en er niet wordt afgewenteld, dan heeft zij geen moeite met temporiseren. Ze vraagt aandacht voor het lijstje met vervallen investeringen in relatie tot voldoende onderhoud. Ook vraagt ze of er in de toekomst serieuze ontwikkelingen zijn te verwachten op het gebied van kwijtschelding. Een aandachtspunt voor de communicatie is het meenemen van de burgers in wat kostendekkende tarieven zijn, een doorkijk naar de ontwikkelingen in de tarieven en het eigen belang en verantwoordelijkheid voor het afvalwater. De heer Gielen wil aangeven dat er op een aantal onderdelen nog genoeg te doen is. Er is wel ambitie en er worden de nodige stappen gemaakt om het ingezette beleid uit te voeren. Het CDA waardeert het dat de tarieven maximaal 5% stijgen, zoals gevraagd. Vanaf 2015 kan dat niet meer doordat dan de egalisatiereserve is uitgeput. Het CDA wil graag met het DB gaan praten over strategische ontwikkelingen en te maken keuzes. Voor het CDA staat vast dat in 2014 niet moet worden vastgehouden aan een verhoging van maximaal 5% als een soort landelijke norm, maar dat de tarieven dienen te worden verhoogd in lijn met de inflatiecorrectie. Het is een gegeven dat alles in de bestuurlijke en maatschappelijke omgeving verandert. Wettelijke taken zullen moeten worden verricht (waarbij wetgeving vanuit de EU misschien een lastig punt wordt voor het CDA). Vanzelfsprekend staat het thema Veiligheid voorop. De discussies zullen niet eenvoudig worden, maar moed en veranderingsbereidheid vergen. Hij vraagt of er al iets gemeld kan worden over samenwerking of shared services bij de waterschappen en hoeveel financieel voordeel daarbij te halen valt die in de begroting kan worden verzilverd. Er wordt een stijging van de salarissen verwacht van 1,5%. Hij vraagt of dat wel reëel met een regeringsprogramma waarin staat dat de lonen niet zullen worden verhoogd in de publieke sector en het openbaar bestuur? Hij geeft aan dat het sinds 1 januari van dit jaar beleid is om gelden die voor 2012 zijn opgenomen in de begroting, maar die niet worden benut, terug te laten vloeien naar de algemene reserves. Wat is de ervaring hiermee? Het CDA is verheugd dat de post Bestemmingsreserve gronden nog eens kritisch is bekeken en verlaagd. Ze zien met belangstelling uit naar het voorstel voor de begroting 2014 met betrekking tot de hoogte van deze post. Wellicht kan dan al info worden verstrekt over eventuele te verkopen gronden, omdat het in deze situatie ook zou kunnen bijdragen tot een verandering in de tarieven. Tenslotte geeft de heer Gielen aan dat het CDA akkoord gaat met variant 2 en ook met het voorstel ten aanzien van de investeringen in het jaar 2013, welke ter beoordeling zijn aan het DB en AB. De fractie wacht de beantwoording af wat betreft de goedkeuring van de Programmabegroting. Het CDA gaat niet akkoord met de post van 25.000 euro voor het 750 jarig bestaan van het waterschap (dat is aangegeven bij de Perspectiefnota). Dat bedrag kan binnen een andere post worden meegenomen. De heer Bruins noemt de Perspectiefnota het hoogtepunt van het jaar. De Begroting is een vertaling daarvan. Het doet hem goed dat de 5-procentsopdracht, die bij de Perspectiefnota is gegeven, is gehaald. Dat is nog altijd boven de inflatienorm, wat iets betekent voor de koopkracht. Ondanks dat hij van mening is dat het waterschap een uitvoeringsorgaan is, moet er alles aan worden gedaan om de koopkracht zoveel mogelijk op peil te houden. In dat opzicht is er zorg voor de toekomst, kijkend naar de meerjarenbegroting en de kapitaallasten. Het betaalbaar houden zal een belangrijke opgaaf zijn.
Pagina 4 van 7 Nummer:
Zijn fractie gaat de discussies graag aan en zal er in de volgende Perspectiefnota op terugkomen. De heer Strolenberg is blij dat het is gelukt om te komen tot lagere tarieven ten opzichte van de Perspectiefnota. Nu moet er het maximale aan worden gedaan om de kosten voor nu en latere jaren in de hand te houden. De ingelanden en bedrijven krijgen te maken met hogere uitgaven in de sfeer van lokale belastingen, zorgkosten, energiekosten et cetera en met een kleiner besteedbaar budget. Uitgangspunt is voor hem om de lasten voor droge voeten en schoon water laag te houden. Tijdens de behandeling van de Perspectiefnota had hij al aangegeven investeringen en ambities te willen heroverwegen. Hij vindt het ambitieniveau voor 2013 nog te hoog. Op de uitnodiging om ambities te herijken begin 2013 gaat hij graag in. Hij is benieuwd op basis van welk gegeven het komende jaar Womplannen worden uitgewerkt. Hij zou willen dat, tot er duidelijkheid is over de ambities en doelen, Womvoorbereidingsplannen in het AB worden behandeld Hij heeft begrepen dat er op dit moment businesscases worden uitgewerkt ten behoeve van meer samenwerking met andere waterschappen in de vorm van shared services. Resultaten zijn helaas nog steeds niet bekend. Hij vindt dat er nog meer en intensiever moet worden samengewerkt door overheden en instanties, om te komen tot effectievere inzet van mensen en middelen. In deze begroting is nog geen rekening gehouden met de financiële voordelen en de invulling van Reest en Wieden in de landelijke opgaaf van 380 miljoen aan te behalen doelmatigheidswinst. Dat zou hij een volgende keer graag zien. Wat de VVD betreft wordt het baggeren niet verhoogd. Hij kan zich niet vinden in de hoogte van het Womprogramma, de voorbereiding hierop en de post voor Strategische grondverwerving. Hij stelt voor de voorbereidingen voor Womprogramma's via het AB te laten lopen en niet te mandateren aan het DB. Dat geldt ook voor de bijdrage aan Hoogwaterbeschermingsprogramma (hwbp), gezien de hoogte van dergelijke bedragen en de politieke ontwikkelingen (project gebonden aandeel). Hij is voorstander van variant 2 voor wat betreft inzet van egalisatiereserves. Hij zou graag willen dat er bij de volgende begroting rekening wordt gehouden met een ambitieuze invulling van het waterschapsaandeel in de afgesproken doelmatigheidswinst vanuit het Bestuursakkoord Water. Hij kan zich niet vinden in het richtinggevend meerjarenkader c.q. de begroting, omdat de kosten en de tariefsontwikkeling onacceptabel zijn. De heer Van de Weg sluit zich voor een groot deel aan bij de woorden van de heer Bruins. Dat is ook de strekking van het verhaal van de PvdA. De heer Timmerman geeft aan dat er duidelijke keuzes moeten worden gemaakt om verdere tariefstijging te voorkomen. Vooral naar temporisering zal moeten worden gekeken. Ook zal samenwerking in de keten erg belangrijk zijn. In de Perspectiefnota moet daar volgend jaar scherp naar worden gekeken. Al met al gaat AO nu in grote lijnen akkoord met deze Begroting. De portefeuillehouders gaan in op de opmerkingen. De heer Boersma licht een en ander toe. De problemen (in financiële zin) gaan zich toespitsen op de jaren 2015 en 2016 omdat het waterschap dan door de egalisatiereserve heen is, conform de wens van het AB om dit zo snel mogelijk terug te laten vloeien. Dat duurt langer als je kiest voor variant 3. Hij hoopt dat de strategiediscussie volgend jaar input geeft om de tarieven voor die jaren nog wat te egaliseren. Hij denkt dat het een illusie is te denken dat je op een inflatiepercentage uitkomt, want voor een deel (vooral de kapitaallasten) liggen de kosten al vast. Daar kan het waterschap weinig aan doen. Wat de kwijtschelding betreft loopt het waterschap gelijk met de gemeenten. Hij verwacht meer aanvragen naarmate de lasten hoger worden. Dat is een punt van aandacht. De doelmatigheidswinst met betrekking tot samenwerking kan op dit moment nog niet worden ingeboekt. Voor shared services is het nog te vroeg. De samenwerking met gemeenten is wel in gang, maar daar spelen meer factoren. De samenwerking met bijvoorbeeld GBLT heeft wel al tonnen bespaard, maar op dit moment wordt nog uitgezocht wat je wel, niet, wanneer mag meerekenen. De heer Gielen geeft aan dat het financiële voordeel door samenwerking met gemeenten vooral bij gemeenten kan worden ingeboekt. De heer Brandsma is van mening dat het niet uitmaakt of het waterschap of de gemeente het voordeel heeft, het gaat erom dat de burger er beter van wordt. De heer Slottje oppert dat dit moet worden meegenomen in de overleggen met de gemeenten zodat de gemeente dat goed gecommuniceerd met de burger bij de woonlasten, waardoor ook de rol van het waterschap belicht wordt. Het overzicht dat is uitgereikt naar aanleiding van de informatiebijeenkomst leidt tot vragen. Er blijven
Pagina 5 van 7 Nummer:
onduidelijkheden en bedragen kloppen niet. Bijvoorbeeld bij de revisie van peilregulerende kunstwerken. De heer Pereboom geeft aan dat er een nieuw overzicht zal moeten komen. De heer Boersma licht toe dat de onderbouwing van de investeringen allemaal wel zijn beschreven in de Perspectiefnota. Het is beter om dat in het vervolg duidelijker bij elkaar te zetten en naar elkaar te verwijzen. De heer Brandsma geeft aan dat in het verleden altijd bij de informele bespreking een lijst zat met vervangende en vervallen investeringen. Dat was altijd helder en duidelijk. Het is nu niet goed te volgen. De heer Boersma antwoordt dat dit zal worden meegenomen voor de volgende keer. Vervolgens antwoordt hij de heer Gielen op de vraag van de personeelskostenstijging dat wordt getracht die 1,5% te compenseren op andere posten. Het is onduidelijk of de nullijn wel kan worden gehaald. Er vinden op allerlei fronten nog allerlei onderhandelingen plaats. De heer Schelhaas verwacht dat de discussie over baggeren volgend jaar opnieuw zal worden gevoerd. Hij vindt het jammer dat de heer Strolenberg, ondanks de notitie, het oude niveau wil handhaven. Voor nu gaat Reest en Wieden aan de slag voor 4 ton. De heer Pereboom gaat in op de opmerkingen over het hoogte van het bedrag voor grondbeleid. De bestemmingsreserve gronden is vorig jaar aanzielijk verlaagd en voor een deel opgenomen in de egalisatiereserve. Dat het eind 2013 op een ander bedrag kan staan is het gevolg van de manier van rekenen. Op dit moment is nauwelijks te overzien wat er volgend jaar bij de Begroting kan worden gepresenteerd met betrekking tot wat noodzakelijk en verantwoord is om de taken goed uit te voeren. Medefinanciering bij de provincies is nog niet helder. Het is ook heel onverstandig om strategisch grond te gaan verwerven als je nog niet weet waar je het wilt hebben. Hier ligt een relatie met de totale dekking die nodig is. Eind 2013 zal daar een beter zicht op zijn. De heer Spijkervet geeft aan dat de samenwerking in de waterketen nog een hele kluif zal worden. De essentie ligt in de vraag hoe het waterschap kan faciliteren om het totale bedrag voor de burger zo laag mogelijk te houden. Daarbij is het “laaghangende fruit” al geplukt. De grote klappen kunnen worden gemaakt binnen de investeringsprogramma’s. Dat moet op elkaar worden afgestemd. Dat kost veel tijd omdat elke instantie zijn eigen programma heeft waar ombuigingen in moeten komen. Dat gaat niet op korte termijn. De voorzitter verwacht binnenkort meer informatie met betrekking tot shared services. Als dat bekend is kan er binnen het AB over worden gediscussieerd. Alle andere onderwerpen (ambitie, kostendekking, enzovoorts) zou zij willen verplaatsen naar de strategiediscussie begin 2013. De voorzitter schorst de vergadering ten behoeve van een korte pauze. Zij heropent de vergadering en gaat over naar de tweede ronde. Tweede ronde De heer Brandsma wil namens zijn fractie benadrukken dat het waterschap moet blijven staan voor haar kerntaken. Ook wil hij nog aangeven dat het waterschap een aantal jaren op de nullijn heeft gezeten, waardoor vorig jaar de rekening moest worden betaald via een kostenstijging van circa 10%. Dat willen ze in de toekomst voorkomen en daarom zijn zij voorstander van variant 3. De heer Van den Berg wil bij de strategiediscussie graag alle ingredienten (provinciaal beleid, rijksbeleid, EU-beleid, enzovoorts) op tafel hebben om een goede afweging te kunnen maken. De voorzitter zegt over de strategiediscussie dat het DB zich hier op 4 december gaat voorbereiden. Het pleidoor van WN over variant 3 wil zij opschorten naar de besluitvorming. Vervolgens geeft zij de programma’s in behandeling. Programmabegroting 2013 per programma: - Programma Veiligheid: Hierover wordt een aantal gedetailleerde vragen gesteld en beantwoord. - Programma Watersysteem Hierover wordt een aantal gedetailleerde opmerkingen gemaakt, vragen gesteld en beantwoord. De heer Kroes merkt op, naar aanleiding van het punt op pagina 14: Beheer en onderhoud, dat het CDA wil dat de benodigde 171.000 euro wordt gevonden binnen de exploitatie van het komende jaar. Dit omdat zij een voorzet willen geven op hun denken over de tariefsontwikkeling, waar zij richting de inflatiecorrectie willen. De heer Schelhaas antwoordt dat hij niet mee kan gaan met het idee om dat bedrag uit de exploitatie te halen. Alles is onderzocht en daar is dit uitgekomen. Dan moet het CDA zelf met een voorstel
Pagina 6 van 7 Nummer:
komen en daar een meerderheid voor vinden. Hij vraagt het CDA erover na te denken wat daarvoor dan moet worden ingewisseld in de exploitatie. - Programma Waterketen Hierover wordt een aantal meer gedetailleerde opmerkingen gemaakt, vragen gesteld en beantwoord. -Programma Maatschappij en Organisatie Hierover wordt een aantal meer gedetailleerde opmerkingen gemaakt, vragen gesteld en beantwoord. Onder andere het volgende: De heer Van den Berg vraagt wanneer er weer een benchmark wordt uitgebracht om kosten te kunnen vergelijken. De heer Van de Weg mist bij de opsomming van de stand van zaken bij de verschillende punten de koppeling naar begroting, bijvoorbeeld via verwijstekens. Dat zou de leesbaarheid erg vergroten. De heer Boersma zal deze suggestie meenemen. Hij antwoordt de heer Van den Berg dat er vrijdag een presentatie voor besturen is (voor het jaar 2011). Snel daarna zal deze naar het AB gaan ter kennisgeving. Daarbij zal de leesbaarheid in de gaten worden gehouden. De heer Gielen heeft eerder deze vergadering gevraagd de 25.000 euro van het waterschapsjubileum toe te laten vloeien aan een andere post. De voorzitter zegt toe dat in het DB terug te leggen. Meerjarenbegroting 2013-2017 per programma: De heer Van den Berg maakt, meer in het algemeen, het statement dat het vinden van lastenverlichting primair niet moet worden gezocht in lagere ambities bij het uitvoeren van de kerntaken, maar in het uiterst efficient werken, onder andere door een intensivering van samenwerking. Besluitvorming: De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de bestuursleden opteert voor variant 2. Zij vraagt de fracties WN en Natuur wat ze willen met variant 2 versus variant 3. De heren Brandsma en Van den Berg geven aan in de notulen opgenomen te willen hebben dat zij voorstander zijn van variant 3 met de motivatie dat er daardoor een gelijkmatiger tariefverloop zou zijn. De voorzitter vraagt het CDA wat zij willen met de 171.000,00 euro voor de baggeropgaaf, of dat zij meegaan met de meerderheid. De heer Gielen geeft aan dat zijn fractie in goed vertrouwen meegaat met de verhoging van 171.000,00 euro in 2013, omdat zij niet met een alternatief kunnen komen vanwege een gebrek aan inzicht in alle ins en outs. De heer Strolenberg stemt in met punt 2 van het voorstel, maar met de aantekening in de notulen dat hij tegen een meeruitgave van baggeren is, en ook is hij tegen de hoogte van de uitgaven voor de Womprogramma’s, de voorbereidingen daarop en de strategische grondverwerving ervan. Wat betreft punt 3 van het voorstel gaat de heer Strolenberg niet akkoord met mandatering aan DB van punten over hwbp en de voorbereiding van de Womprogramma’s. Deze twee onderwerpen zou hij willen behandelen in het AB. De heer Pereboom merkt op dat het AB veel politieke vrijheden heeft, maar dat voor het hwbp in Unieverband fiat is gegeven, hetgeen door waterschapsbesturen is geaccordeerd. De voorzitter voegt daaraan toe dat het intussen een wettelijke verplichting is geworden. De heer Strolenberg zegt dat er veel geld in omgaat. Daarom lijkt het hem goed het in het AB te behandelen zodat zij op de hoogte zijn. De heer Pereboom licht toe dat de bedragen in de wet zijn geregeld. Daar waar het gaat om prioritering van projecten van de waterschappen komt het in Unieverband steeds langs. De terugkoppeling naar de AB’s is daarbij nog een aandachtspunt, maar dat heeft op de begroting geen invloed. De heer Strolenberg zal de ontwikkelingen volgen en het op de agenda zetten als hij dat relevant acht. De aantekening over de Womprogramma’s wil hij wel laten staan. De voorzitter zegt toe de inhoudelijke gang van zaken met betrekking tot de hwbp’s eens op de agenda van het AB te zetten. De voorzitter legt vervolgens punt 1 van het besluit voor, met daaraan toegevoegd “als richtinggevend kader”. De heer Strolenberg stemt daarmee niet in. Hij kan zich met name niet vinden in de voorgestelde kostenontwikkeling.
Pagina 7 van 7 Nummer:
De heer Timmerman wil in de notulen hebben opgenomen dat hij de meerjarenraming wel wil vaststellen als richtinggevend kader, maar de kostenstijging te hoog vindt en daarover in de strategiediscussie wil doorspreken. De heer Gielen merkt op dat in feite elke fractie dat wil. Besluit: 1. De meerjarenraming 2013-2017 wordt behandeld en vastgesteld als richtinggevend kader. 2. De programmabegroting 2013 wordt vastgesteld. 3. De investeringen benoemd in de bijlage investeringen in het boekwerk programmabegroting 2013 kunnen door het DB worden afgehandeld.
5B. Vaststelling belastingverordeningen 2013 Via een voetnoot zal worden uitgelegd wat bronneringen zijn, zodat dit ook voor elke burger duidelijk is. Verder worden er geen opmerkingen gemaakt of vragen gesteld. Besluit: De Verordening verontreinigingsheffing, Verordening watersysteemheffing en Verordening zuiveringsheffing worden vastgesteld conform de conceptverordeningen.
7. Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
8. Herbenoeming Dagelijks Bestuur De voorzitter heeft hierover een brief rondgestuurd. Nog niet iedereen heeft daarop gereageerd. Zij vraagt dat alsnog te doen. Dit punt kan dan vervolgens worden behandeld in de decembervergadering.
9. Rondvraag De heer Brandsma vraagt naar de schouwgebreken. De heer Schelhaas antwoordt dat hij de exacte getallen nog niet heeft maar dat het fors minder is dan vorig jaar.
10. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 16.30 uur.