Verslag van de openbare vergadering van de raad van Papendrecht gehouden op 26 januari 2012, aanvang 20.00 uur. Aanwezig: De heer C.J.M. de Bruin, voorzitter; De dames T.C. van Es (D66), M. den Hartog-De Jong (PvdA), mevrouw C.A. Verver-van Geesbergen (VVD) en J. Vos (GroenLinks); de heren: M. Chaïbi (PvdA), R.V. van Engelen (GroenLinks), L. Fijnekam (PAB), A. de Graaf (VVD), R.A. Groene (PAB), F. den Hartog (PAB), F. Hoek (CDA), J.H. Hoogeveen (PAB), M.C. Hoogland (SGP), M.W. Huijzer (ChristenUnie), C. de Kraker (SGP), R. Lammers (Lijst Lammers), E.B.A. Lichtenberg (CDA), A. Rietveld (ChristenUnie), M. de Roo (VVD), ), E.J. Schotting (PvdA), A.v.d. Stelt (CDA), A. Stremler (PAB) en M. van der Valk (VVD); Afwezig met kennisgeving: de heer H.A. Nieuwstraten, portefeuillehouder; Mede aanwezig: mevrouw J.R. Reuwer-Verheij en de heren C. Koppenol, R.T.A. Korteland en W.C. Scheurwater, portefeuillehouders; Publieke tribune: ± 17 belangstellenden; De heer A.P.M.A.F. Bergmans, raadsgriffier; Verslaglegging: CTT;
01.
Opening
De VOORZITTER opent de vergadering om 20.00 uur met een hartelijk welkom en deelt mee dat wethouder Nieuwstraten als gevolg van fysieke problemen vooralsnog voortaan 2,5 dag zal werken en zijn collega's besloten hebben zijn werk over te nemen. Voorts stelt de voorzitter vast dat de raad voltallig is. 02.
Vaststelling van de agenda
De heer DE KRAKER verzoekt agendapunt 10 (Den Briel) van de agenda af te voeren, omdat de benodigde evaluatie van het parkeerbeleid ontbreekt. De heer Van ENGELEN deelt mee, als voorzitter van de commissie Samenleving, dat de commissie unaniem geadviseerd heeft agendapunt 11 (Beleidsplan WMO) vanavond niet te behandelen, maar het in een volgende commissievergadering te behandelen. De VOORZITTER neemt aan dat de raad het advies volgt en geeft aan dat ten aanzien van agendapunt 7 dat de raad een aanvullende notitie heeft ontvangen. Ten aanzien van agendapunt 14 geeft de voorzitter aan dat het college op het laatste moment juridische informatie heeft ontvangen. Derhalve stelt het college voor agendapunt 14 van de agenda af te halen en aan te houden. De heer DE KRAKER geeft de raad nogmaals in overweging om agendapunt 10 af te voeren, omdat er zijns inziens een relevant dossier, de evaluatie van het parkeerbeleid, ontbreekt. De heer VAN ENGELEN is van mening dat de aan de bewoners gedane toezeggingen van groot belang zijn voor behandeling vanavond hetgeen de heer Van der Valk, de heer Stremler, de heer Van der Stelt en de heer Rietveld onderschrijven.
1
De heer SCHOTTING is ook voor uitstel van dit agendapunt, aangezien ook zijn fractie de parkeerevaluatie van groot belang acht. De VOORZITTER constateert daarmee dat de raad bij de vaststelling van zijn agenda vanavond heeft besloten dat de agendapunten 11 en 14 hedenavond niet worden behandeld en van de agenda zijn afgevoerd en dat agendapunt 10 hedenavond wel wordt behandeld. Voor het overige zijn er geen wijzigingen in de verzonden agenda. 03.
Vaststelling van het verslag van de openbare vergadering van 08 december 2011
De heer VAN ENGELEN: Pagina 4, onderaan, 1e sterretje moet zijn: hij complimenteert de onderhandelaars met het behaalde resultaat. Ten aanzien van het politieke proces is zijn fractie van mening dat het college de raad geen vertrouwelijke informatie heeft verstrekt tijdens het proces. De heer HOOGLAND pagina 4, punt c, laatste zin "alles overwegende" is niet als onderdeel van punt C bedoeld; op pagina 2 heeft hij aangegeven dat, wanneer andere fracties om hen moverende redenen of het college met nieuwe informatie was gekomen de SGP bereid was mee te gaan. Pagina 5 bovenaan, 2e sterretje: de heer Van ENGELEN:"het zou beter zijn" voorts "materiaal maakt". Pagina 9: 6e zin moet zijn "gelooft niet dat Papendrecht opgenomen krijgt dat Glare niet gebruikt wordt in de JSF met de toevoeging dat ook bezwaar is tegen het bouwen op Slobbengors. Naar aanleiding van het verslag pagina 7 geeft de heer RIETVELD aan dat zijn fractie zich zorgen maakt over de leegloop op winkelcentrum De Meent, terwijl de wethouder heeft aangegeven dat die zorgen niet gegrond zijn. Hij stelt voor in een commissievergadering een overzicht te geven van hetgeen te verwachten is met een schriftelijke indicatie van waar Papendrecht naartoe zou gaan zodat het gemonitoord kan worden. De VOORZITTER meldt dat dan hierop zo nodig teruggekomen kan worden een volgende commissievergadering, waarop wethouder KORTELAND memoreert in de vorige vergadering tot op de meter te hebben aangegeven in welke branche interesse is en waar potentieel interesse is, maar dat hij bereid is het nogmaals te verstrekken. Met betrekking tot het verslag van deze op 12 december 2012 voortgezette vergadering wordt het volgende opgemerkt: Pagina 1, laatste alinea is die wens door de PvdA uitgesproken, niet door het PAB. Pagina 2 de heer VAN DER STELT, laatste sterretje aan het einde moet zijn: "dan". Pagina 6 heeft de heer GROENE ook gezegd dat het relatief weinig is in de huidige omstandigheden (Najaarsnota 2011). Met inachtneming van de bovenstaande opmerkingen wordt het verslag vastgesteld. 04.
Ingekomen en ter inzage gelegde stukken
I.
Het voorstel om de onder deze categorie genoemde stukken voor kennisgeving aan te nemen (de betreffende stukken zijn al als ingekomen stuk te boek gesteld en aan de orde geweest in de laatstgehouden vergadering van de raadscommissies): de raad gaat
2
met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord.
IIa.
Het voorstel om het genoemde stuk/de genoemde stukken (afkomstig van derden) voor kennisgeving aan te nemen: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord.
IIb.
Het voorstel om het genoemde stuk/de genoemde stukken (afkomstig van derden) in handen te stellen van het college: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. De heer VAN DER VALK herinnert eraan in de commissievergadering Ruimte gevraagd te hebben of de brief betreffende de zienswijze op het bestemmingsplan Sportcentrum (de brief onder 1) in de commissie besproken zou kunnen worden. De VOORZITTER laat weten dat dit verzoek kan worden doorgeleid naar de voorzitter van de betreffende commissie. De raad gaat vervolgens akkoord met de voorgestelde wijze van afdoening.
IIc.
Het voorstel om het genoemde stuk/de genoemde stukken (afkomstig van de burgemeester en van het college van burgemeester en wethouders) voor kennisgeving aan te nemen: de heer VAN DER STELT ziet graag de brief onder punt i (MIRT/A15) geagendeerd in de eerstvolgende commissie Ruimte. De VOORZITTER laat weten dat dit verzoek kan worden doorgeleid naar de voorzitter van de betreffende commissie. De raad gaat vervolgens akkoord met de voorgestelde wijze van afdoening.
IId.
Het voorstel om het overzicht van aangehouden en aangenomen moties voor kennisgeving aan te nemen: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord.
IIe.
Het voorstel om kennis te nemen van de antwoorden van het college van burgemeester en wethouders op schriftelijk ingediende vragen ex artikel 36 van het Reglement van Orde voor kennisgeving aan te nemen: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord.
05.
Voorstel tot het benoemen van de heer E.B.A. Lichtenberg tot lid en van de heer F. Hoek tot plaatsvervangend lid van de Drechtraad
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten, waarbij men geacht wil worden schriftelijk gestemd te hebben. 06.
Voorstel tot het vaststellen van het stemgewicht in de Drechtraad voor de fracties van D66 en de Lijst Lammers
De heer VAN ENGELEN vraagt of hier regelgeving in voorziet, waarop de VOORZITTER antwoordt dat dit ten dele het geval is en dat het stemgewicht verdeeld moet worden. Het stemgewicht van D66 is in oorspronkelijke omvang niet deelbaar waardoor men met een halve stem zou komen te zitten. Daarin voorziet het systeem niet, maar hij is er verheugd over dat zowel D66 als de heer Lammers in goed overleg tot deze stemverdeling zijn gekomen. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel.
3
07.
Voorstel tot het vaststellen van de tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
08.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een investeringskrediet ten behoeve van de verbouwing van Westeind 11-13
De heer STREMLER geeft aan dat uitgebreid over dit investeringskrediet in de commissies is gesproken en tot de conclusie is gekomen dat het een weloverwogen aanpak is die zijn fractie kan steunen waarbij de kosten van aanbesteding en uitvoering scherp in de gaten gehouden moeten worden en de informatie naar commissie en raad verbeterd moet worden. De heer VAN DER STELT heeft eerder aangegeven dat de fractie van het CDA moeite heeft met dit voorstel en het besluitvormingsproces door een gebrekkige informatievoorziening van het college diffuus is. Hij memoreert aan het recent verstrekte chronologische overzicht dat onvoldoende inzicht biedt in de onderlinge afweging en de op het laatste moment verstrekte vertrouwelijke informatie dat helder is, maar uitgaat van veronderstellingen, die nog hard gemaakt moeten worden. Hij betreurt het dat een helder beleidskader rond onroerend goed ontbreekt en vindt verkoop van dit pand onder voorwaarden voor de hand liggend. In een vertrouwelijk overzicht zijn de financiële effecten van verkoop zonder en met verbouwing inzichtelijk gemaakt en onderschrijft het in de commissie Ruimte gedragen gevoel dat niets doen geen optie is. Zijn fractie heeft bij herhaling aangedrongen op een dijkvisie met een aangepast welstandsbeleid zodat meer beleidsruimte ontstaat voor behoud van het karakter en de identiteit van het dijklint. Hij vraagt het college wanneer men met een voorstel voor een dijkvisie komt. Hij vindt dat het investeringsvoorstel sterk benaderd wordt vanuit het principe van een sluitende exploitatie dat voor zijn fractie niet leidend is. Hij wijst op het basisprincipe dat geen rol voor de gemeente als project ontwikkelaar is weggelegd. Zijn fractie stelt voor om alsnog voor andere vervangende huisvesting te kiezen en het pand Westeinde 11-13 tegen getaxeerde waarde te verkopen en met de nieuwe eigenaar te overleggen over de voorwaarden voor herstel van de winkelfunctie of aanpassing in de vorm van een royale woonfunctie: geen sloop. Leidend hierbij is het bestemmingsplan en het bijbehorende welstandskader. De heer RIETVELD benadrukt dat deze coalitie streeft naar het afbouwen van exploitatie en beheer van onroerend goed en duidelijk is wat de uiteindelijke bedoeling is van deze kostbare verbouwing en kan derhalve instemmen met het voorstel. Zijn fractie ziet een duurzame verbouwing geschikt voor permanente verhuur waarbij langlopende contracten gesloten worden met een huurder waarna na afronding van dit contract de gemeente zich kan inspannen het pand te verkopen. Mevrouw VAN ES wijst op het belang van relevante en tijdige informatie op grond waarvan D66 een besluit kan nemen en vraagt wat het kader is om als gemeente in commercieel vastgoed te investeren en specifiek in dit pand. Zij vraagt hoe dat past binnen al gemaakte plannen en afspraken en wat de relevante cijfers zijn, aangezien D66 transparantie van groot belang vindt. Haar fractie is blij met de toezegging van het college op de inbreng van de heer Van Hal in de commissie Ruimte om te komen tot een kadernotitie over investeringen in commercieel vastgoed. Daarnaast is de beantwoording van de vragen in de roze brief d.d. 20 januari jl. verhelderend.
4
Zij is het eens met de opmerking van de heer Van der Stelt dat de gemeente geen projectontwikkelaar is en dat in vervolg niet meer te doen. Zij vervolgt inzake Westeind 11-13 dat niets doen geld kost evenals het opknappen, maar het pand verkopen tegen de marktwaarde eveneens, los van het feit dat het wellicht niet te verkopen is: het levert hoe dan ook verlies op. Zij roept op geen pand meer te kopen en zal met tegenzin instemmen aangezien een alternatief ontbreekt. De heer VAN DER VALK is blij dat vanavond een besluit kan worden genomen. Ten aanzien van het Van der Keviepand meent hij dat als dan met een van de ondernemers afspraken zijn gemaakt over het verplaatsen een beslissing kan worden genomen. De VVD-fractie zal blij zijn als dit kan worden afgerond en er een pand staat dat er goed uitziet waardoor kaalslag voorkomen kan worden. Hij hoopt dat dit vanavond positief kan worden afgerond. De heer LAMMERS merkt op dat het om 6 objecten, 8% van de portefeuille gaat en het verstandig is dat de gemeente investeert in pand Westeind 11-13. Hij is van mening dat de hogere risico's opwegen tegen de voordelen van het beschikbaar stellen. In de commissievergadering van 11 januari jl. zijn de voor- en nadelen aan de orde geweest van het wel of niet afstoten van de panden 11-13 en is voorstander van het nemen van verantwoordelijkheid door de gemeente met een fraai ontwerp waarover ook de St. Dorpsbehoud enthousiast is. De heer SCHOTTING merkt op dat onderzoek is gedaan naar de behoefte aan winkelruimte, terwijl veel kopers via internet bestellen. In de informatie in de aanvullende brief valt het zijn fractie op dat de bijstelling van de boekwaarde fors is en vindt de ontdekking van allerlei bijkomende kosten in deze fase niet handig en dat vergroot het vertrouwen in de gepresenteerde cijfers niet. Hij benadrukt dat met de beschikbare informatie het nog steeds moeilijk is om tot een goed oordeel te komen over het gevraagde besluit. De heer VAN ENGELEN geeft aan dat de fractie van GroenLinks van mening is dat verkopen in deze markt geen optie is en meent dat de risico's voor de gemeente het kleinst zijn als het collegevoorstel wordt geaccepteerd. Hij benadrukt het voorstel van D66 en kijkt uit naar beleid hierin. Zijn fractie onderschrijft de door de CDA-fractie aangehaalde dijkvisie en roept op hierover afspraken te maken zodat een en ander duidelijk is. De heer DE KRAKER benadrukt dat de fractie van de SGP niet voor het aankopen en ontwikkelen van een pand door de gemeente is en bestaande panden bij voorkeur verkocht worden als ze geen doel hebben. Voorts merkt hij op dat er weinig verschil qua financiën in verkoop of verbouwing is temeer daar het aangevoerde argument over uitplaatsing van de winkel aan het Van der Keviepand twijfelachtig is en betwijfelt of dit de enige mogelijkheid is en of de voorgespiegelde kosten correct zijn als dit pand verkocht zou worden. De SGP-fractie zal derhalve tegen dit voorstel stemmen. Wethouder KORTELAND zegt ten aanzien van het gevolgde proces dat dit in eerste instantie verwerkt was in de najaarsnota samen met andere kredieten en het college zich niet heeft gerealiseerd dat het zoveel teweeg zou kunnen brengen. Hij vervolgt dat het pand al vanaf 2003 in het bezit is van de gemeente. Voorgesteld wordt om het op te knappen, daar het goedkoper is dan niets doen en betreft gemeenschapsgeld waarbij meespeelt dat er een ondernemer is, die er graag in wil. Het college heeft dit voorstel op 3 punten beoordeeld. Het financiële aspect is niet leidend in tegenstelling tot de levendigheid en ruimtelijke ontwikkeling. Het Masterplan anno nu, zal in een extra commissievergadering nog aan de orde komen en veel zaken hangen met elkaar samen. Dit dossier loopt vanaf 2003 en moet worden afgerond indien mogelijk tegen de minst mogelijke kosten. De wethouder is het eens met de fractie van
5
de ChristenUnie dat het college verantwoordelijk is voor de maatregelen die vanavond worden voorgesteld en herhaalt in de commissie gezegd te hebben dat Papendrecht geen eigenaar is van het Van der Keviepand. Wethouder KOPPENOL zegt ten aanzien van de dijkvisie: Papendrecht ìs de dijk! Op de vraag wanneer de raad een dijkvisie tegemoet kan zien zegt de wethouder toe dat het college in de meicyclus van 2012 met een voorstel voor een dijkvisie in de raad zal komen. Tweede termijn van de raad De heer VAN DER STELT is blij dat ten aanzien van de najaarsnota het in dit geval resulteert in een concreet kredietvoorstel. Het college stelt dat zij het niet moet doen, tenzij: hij vraagt zich af of 'tenzij' opgeld doet inzake het pand Westeind 11-13. Het college stelt dat er een alternatief komt door tijdelijke huisvesting op het marktterrein en vraagt waarom dat niet geldt voor Van der Keviepand en vervolgt welke oplossing is gekozen voor de overige winkeliers van het Van der Keviepand en waarom niet voor alle winkeliers een tijdelijke uitplaatsing geldt. De fractie van het CDA is blij met de toezegging van een dijkvisie en ziet een voorstel graag in mei tegemoet. Dat betekent dat de CDA-fractie op dit moment geen ja kan zeggen tegen dit voorstel, maar zal na de discussie een stemverklaring afgeven. De heer RIETVELD is blij dat de wethouder onderschrijft dat het pand Westeinde 11-13 meer waard is als het opgeknapt is en er een huurder is. De heer STREMLER mist nog informatie en berekeningen van cruciaal belang om tot een goede afweging te komen. Hij benadrukt dat het uitgangspunt van het PAB instemming met het voorstel is daar het het minste geld kost. Mevrouw VAN ES benadrukt dat we te maken hebben met gemeenschapsgeld en vindt het jammer dat de wethouder niet is ingegaan op de gebrekkige informatievoorziening tussen college en raad dat voor verbetering vatbaar is. De heer VAN DER VALK is eveneens blij dat een voorstel voor een dijkvisie in mei a.s. kan worden tegemoet gezien door de raad en is van mening dat afronding van het financiële - en ruimtelijke ontwikkelingaspect Westeind positief is. De heer LAMMERS vindt dat de raad er goed aan doet te investeren in Westeind 11-13 en merkt op dat in de toekomst voorkomen moet worden dat fracties niet tijdig worden geïnformeerd. De heer SCHOTTING is van mening dat de gemeente niet op de stoel van de projectontwikkelaar moet zitten en hecht eraan dat er eerst een huurcontract ligt alvorens krediet beschikbaar te stellen. Aangezien er geen contracten zijn, kan zijn fractie er niet mee instemmen. Voor de heer VAN ENGELEN is eveneens duidelijk dat verkopen geen optie is. Maar het gaat om gemeenschapsgeld en hij merkt op dat exploitatie van panden geen taak is van de overheid. Ten aanzien van de twee winkelcentra in de regio vindt hij dat historische vergissingen moeten worden voorkomen. Hij onderschrijft het gebrek aan informatie ook bij andere dossiers, die de kwaliteit van besluitvorming in de raad niet bevorderen en is van mening dat het met de twee wooneenheden wel goed zal komen.
6
De heer DE KRAKER wijst op de juridische verplichtingen voor de winkeliers in het Van der Keviepand en vindt het oneigenlijk dat de verplichtingen gekoppeld worden aan dit pand. Wethouder KORTELAND onderschrijft de gebrekkige informatievoorziening zoals opgemerkt door de heer Stremler en mevrouw Van Es en zegt toe dat het college zal proberen de raad tijdig te informeren. Hij vervolgt dat, als men iets wil doen met het Van der Keviepand er maar een paar opties zijn: het uitkopen, tijdelijke huisvesting of het contract beëindigen. Andere opties zijn reeds besproken. De noodzaak van handtekeningen vooraf bevestigt hij. De heer DE KRAKER vraagt inzake de tijdelijke huisvesting op de Markt hoe hij het bedrag van tijdelijke uitplaatsing moet lezen. Wethouder KORTELAND merkt op dat één keer verhuizen goedkoper is dan twee keer en vervolgt een handtekening vooraf te hebben als de besluitvorming positief is. Verbouwen met een handtekening is in de kapitaallasten en huuropbrengst goedkoper dan niets doen. De heer DE KRAKER vindt de koppeling van de uitplaatsing/verbouwing van dit pand een oneigenlijke koppeling zeker als het gaat om de toerekening van de kosten, waarop wethouder KORTELAND antwoordt dat dat wel een gevolg is. De heer VAN DER STELT geeft aan dat de fractie van het CDA behoefte heeft aan een schorsing voor overleg, waarna de VOORZITTER de vergadering om 21.40 uur schorst en om 21.55 uur heropent en het woord geeft aan de heer Van der Stelt. De heer VAN DER STELT geeft aan dat de CDA-fractie het principieel onjuist acht als gemeente de rol van projectontwikkelaar te vervullen en merkt op dat er vanavond bewust en onbewust oneigenlijke argumenten zijn gebruikt om tot de voorliggende keuze te komen. Hij onderschrijft de opmerking van de heer De Kraker ten aanzien van het berekende voor- of nadeel en komt eveneens tot de conclusie dat niets doen geen optie is, terwijl verkoop het beste is, maar indien er geen koper is en verhuur moeilijk, opknappen de next best - optie is. Hij is van mening dat het beschikbaar stellen van krediet voor het opknappen van het pand een goede aanzet is en past in de kwaliteitslag van de dijk. Om die reden zal zijn fractie instemmen met dit kredietvoorstel. Het voorstel wordt daarop met 18 stemmen vóór en 5 stemmen tegen aangenomen.
09.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een investeringskrediet ten behoeve van de verbouwing van het Erasmusplein
De heer SCHOTTING geeft aan dat uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt dat er mogelijk 10 geïnteresseerden zouden kunnen zijn in tegenstelling tot de 80% die mogelijk verhuurd zouden kunnen worden. Hij benadrukt dat tegenover een investering van zo'n 7 ton een kostendekkende huuropbrengst van 120.000,- per jaar zou moeten zijn en vraagt zich af of er niet naar een wenselijke uitkomst toegerekend wordt. De heer VAN ENGELEN vindt het enigszins vaag en onduidelijk wanneer gesteld wordt dat er mogelijk 10 geïnteresseerden zouden zijn. Zijn fractie ziet het als een groot risico als verbouwd zal worden voor starters waarvan je niet weet of zij hiervan inderdaad gebruik zullen maken. Hij merkt op dat gezien de woningmarkt en het grote overschot aan bedrijfsruimte verkoop aan Woonkracht 10 om er 7 starterswoningen van te maken een betere optie zou zijn en is benieuwd naar het exploitatieverlies.
7
De heer LAMMERS wijst op 'economie' als belangrijk speerpunt van het coalitieprogramma en merkt op dat het goed zou zijn voor de wijk en voor het vestigingsklimaat van starters in Papendrecht en komt de bedrijvigheid en leefbaarheid in het centrum ten goede. Bij volledige verhuur zou sprake zijn van een voordelig exploitatieresultaat. Slopen is geen optie daar hiermee hoge kosten zijn gemoeid, terwijl de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting van de Nederlandse Gemeenten aan dit project een speciale lening verstrekt zodat verbouwingskosten tegen een gunstige laagrentende lening gefinancierd kan worden. De Lijst Lammers is voor toekenning van het gevraagde krediet. De heer STREMLER geeft aan dat de fractie van het PAB dit startersproject van harte steunt en dat het een uitwerking is van het coalitie akkoord. Hij ziet het als een stimulans voor verbetering en uitstraling van de wijk en denkt dat de wijk Westpolder hier tevreden mee zal zijn, maar mist een concrete lijst met aanvragen voor kantoorruimte aan het Erasmusplein en wijst op het forse financieel nadeel waardoor de haalbaarheid onzeker blijft. Hij merkt op dat de gemeente niet langer kiest voor de rol van exploitant en beheerder van dit gemeentelijke pand en zich niet langer wil bezighouden met onderhoud en de inning van huren, maar kan zich niet vinden in het voorliggende voorstel en stelt voor om dit pand op korte termijn in de markt te zetten met een nadere oriëntatie op de meest gewenste bestemming en het eventueel nadelig resultaat in de exploitatie op te nemen. De heer RIETVELD geeft aan dat de ChristenUnie-fractie het nu het juiste moment vindt het pand op te knappen om verpaupering te voorkomen. Hij memoreert aan het onderzoek waaruit blijkt dat er een aantal geïnteresseerden is en hij is benieuwd hoe deze kantoorruimte aan de man zal worden gebracht. Er is 80% nodig om kostendekkend te zijn en hij denkt dat de gemeente extra zal moeten inzetten om dit vol te krijgen. De heer VAN DER VALK denkt dat er voor kleine zelfstandigen in Papendrecht een markt is. Misschien niet de eerste twee maanden, maar als het pand er staat zal de interesse toenemen. Als dit verhuurd zou kunnen worden is het bovendien positief voor de wijk en kan verpaupering tegengegaan worden. De VVD-fractie staat positief tegenover dit voorstel, maar vraagt de wethouder naar een toelichting over de invulling van kandidaten op dit moment. De heer DE KRAKER merkt op dat gezien de financiële aspecten het te nemen verlies bij verkoop enorm is, sloop en herontwikkeling geen alternatief zijn evenals het alternatief met woningbouwcorporaties dat onderzocht is en niet haalbaar bleek. Zijn fractie ziet uiteraard risico's bij de exploitatie en dat die als dekking wordt voorgesteld. Alles overziend komt de SGPfractie toch tot de afweging om voor dit voorstel te stemmen. Wethouder KORTELAND benadrukt dat dit dossier vanaf 2005 loopt en destijds door wethouder Vogel is getracht om een 'HOED' samen met Woonkracht 10 te realiseren. Daarover is de raad op 20 augustus 2008 geïnformeerd waarom dat niet is gelukt. Dit college is verder gegaan op de brief van de toenmalige wethouder Tegelaar op 13 januari 2010 waaruit bleek dat Woonkracht 10 geen interesse had. Het college heeft het voorstel voorzien van voorliggend haalbaarheidsonderzoek en komt tot het huidige exploitatietekort van 40.000,- per jaar, terwijl niets doen slecht is voor de leefbaarheid in de wijk. Volgens de Kamer van Koophandel is het aantal starters in deze regio fenomenaal: in Papendrecht is dat een van de hoogste uit de regio. Het gaat om startende ondernemers die de St. Bedrijvencentrum Drechtsteden daar wil huisvesten en deze starters wil helpen hun onderneming van de grond te krijgen. Hij is het eens met de heer Schotting dat momenteel slechts sprake is 10 starters, maar als het er staat zal de interesse vanzelf komen. Op de vraag of er sprake is van 10 contracten antwoordt de wethouder ontkennend en onderschrijft de
8
woorden van de heer Stremler dat het speerpunt van beleid is en dat het college het wil stimuleren daar het de uitvoering van het coalitie akkoord betreft. De behoefte is groot en daarom is de kans groot om het gevuld te krijgen. De wethouder benadrukt dat de voorziening van een lening door het SVN het draaglijk maakt om dit te kunnen doen. Tweede termijn De heer SCHOTTING merkt verder op dat de communicatie hieromtrent gebrekkig is geweest en vervolgt dat het haalbaarheidsonderzoek inmiddels dateert uit 2010. Hij benadrukt een bezettingsgraad van 80%, terwijl uit onderzoek niet verder gekomen wordt dan 60%, terwijl gesproken wordt over een investering van 7 ton waardoor geen sprake kan zijn van een kostendekkende exploitatie. Hij is van mening dat de gemeente dat nu niet zou moeten willen, maar door moet durven schuiven naar een later moment. De heer VAN ENGELEN mist een visie op arbeid en is van mening dat er minder behoefte zou zijn aan een verzamelgebouw, daar een toenemend aantal klanten via internet bestellingen doet en de huidige ondernemers meer gebruik maken van het internet. Hij vervolgt dat waar de SGP-fractie tot de conclusie komt dat verkoop een te dure optie is vergeleken met het collegeplan, zijn fractie op basis van dezelfde conclusie tot het tegenovergestelde komt. De bezettingsgraad is onduidelijk en met gemeenschapsgeld moet men dit soort risico's niet willen nemen. Ten aanzien van de informatievoorziening vraagt hij de raad in staat te stellen om goede beslissingen te nemen op basis van eenduidige informatie. Zijn fractie is door de wethouder niet overtuigd van een ander standpunt. Zijn fractie wil geen overheid zijn die een pand runt. De heer LAMMERS is van mening dat ondernemers in de aanloopfase de kans moeten krijgen zich te ontwikkelen dat is geborgd door professionele begeleiding van experts van de Kamer van Koophandel, terwijl de gemeente waar nodig en mogelijk moet faciliteren. De heer STREMLER denkt dat het pand verkopen complicaties met zich mee zal brengen en kan zich in het collegevoorstel vinden. Voor mevrouw VAN ES is onduidelijk of het vol komt en de vraag blijft of het zal lukken, terwijl verkoop niet zal lukken. Blijft over dat het zal verpauperen. Haar fractie is van mening dat het dan toch moet, maar veel geld zal kosten. De heer VAN DER STELT onderschrijft het nog steeds als een speerpunt van beleid, terwijl het faciliteren van starters ook op andere manieren mogelijk is en niet betekent dat de gemeente huisbaas moet zijn. De fractie van het CDA vraagt, als alternatief, of het bedrijvencentrum Drechtsteden koper kan worden. Voor het CDA is de bezettingsgraad geen garantie om er in exploitatiezin goed uit te komen. De heer RIETVELD geeft aan dat zijn fractie zal instemmen met het voorstel en suggereert dat het een kans is om stageplaatsen te creëren. De heer VAN DER VALK verwijst naar een scholencomplex met 40 bedrijfsruimten in Dordrecht, die binnen twee weken voor 80% verhuurd was aan starters en denkt dat hier een goed perspectief gecreëerd zou kunnen worden voor starters, terwijl het positief is voor de wijk en uiteindelijk ook voor jonge ondernemers. De VVD-fractie is blij met het voorliggende voorstel.
De heer DE KRAKER benadrukt dat zijn fractie niet vóór het ontwikkelen van vastgoed door de
9
overheid is, maar zal instemmen met het voorstel ondanks de risico's voor de exploitatie, maar niets doen is een veel groter verlies. Hij vindt dat een college bij dit soort bezittingen een inspanningsverplichting heeft om de panden te verkopen en de inzet om het tot verkoop te laten komen. Op verzoek van wethouder Korteland schorst de voorzitter daarop de vergadering om 22.37 uur en heropent de vergadering om 22.45 uur. Wethouder KORTELAND wijst op de SVN lening om dit te kunnen doen voor het lage bedrag en de kwaliteitsimpuls voor de omgeving en vervolgt dat het een toezegging aan de buurt was dat het pand en de omgeving opgeknapt zouden worden. Op de vraag waarom de St. Bedrijvencentrum het niet koopt benadrukt de wethouder dat het de gemeente is, die de aantrekkelijke financiële mogelijkheid heeft. Wethouder SCHEURWATER ziet in mogelijke stageplaatsen, zeker in het kader van een van de speerpunten van het college inzake onderwijs en arbeidsmarkt grote mogelijkheden. Het voorstel wordt vervolgens met 15 stemmen vóór 8 stemmen tegen aanvaard.
10.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een investeringskrediet ten behoeve van een parkeervoorziening Den Briel
De heer DE KRAKER is van mening dat voor de besluitvorming over dit dossier de evaluatie van het parkeerbeleid onmisbaar is en concludeert dat zonder de benodigde evaluatie deze parkeervoorziening niet goed op haar merites beoordeeld kan worden en hoopt dat de parkeerevaluatie niet lang op zich zal laten wachten, aangezien dat in het eerste kwartaal is toegezegd. Volgens de heer STREMLER is het voorliggend voorstel het resultaat van 10 jaar en een belangrijk onderdeel van het Masterplan uit 1999-2000. Inmiddels zijn er ook verplichtingen tegenover de bewoners. Zijn fractie is van mening dat het goed is dat na 10 jaar wordt overgegaan tot besluitvorming en kan hiermee instemmen, maar geeft de wethouder mee zoveel mogelijk parkeerplaatsen te verkopen: hoe meer er verkocht worden hoe minder het tekort zal zijn. De heer VAN DER VALK is eveneens blij dat het tot afronding komt, maar zit nog wel met € 1.250.000,- en het aantal parkeerplaatsen dat wellicht overblijft. Zijn fractie vindt het een goed plan dat afgerond zal moeten worden ook al kost het geld en het ook een afronding betekent voor het winkel- en woongebied. De heer RIETVELD merkt op dat het hier voornamelijk parkeerruimte betreft, gelinkt aan de genoemde objecten in het voorstel en is benieuwd naar de parkeerevaluatie. In de commissie is door wethouder gesproken over de kleine variant en hierover wordt vanavond een besluit genomen, waarmee zijn fractie kan instemmen. Hij vraagt een toelichting op de gedane toezeggingen aan omwonenden. In het financiële plaatje heeft hij het vertrouwen dat stevig zal worden onderhandeld om het totaal bedrag terug te brengen in het exploitatietekort. De heer SCHOTTING vraagt of er serieus gegadigden zijn voor het gezondheidscentrum. Volgens de projectontwikkelaar zijn er belangstellenden. De heer Schotting stelt dat als men de markt op het gebied van de zorg een beetje kent er toch een ander beeld is en daarnaast dat er op Papendrechtse schaal geen huisartsen zijn die belangstelling hebben
10
zich in het gezondheidscentrum Den Briel te willen vestigen. Hij merkt op dat het gaat om een plan van 1,2 miljoen euro. Zijn fractie mist de parkeerevaluatie en kan derhalve niet met dit voorstel in stemmen op basis van aannames. Mevrouw VAN ES wijst op de aan omwonenden gedane toezeggingen terwijl het gaat om een krediet voor de parkeergarage, die voornamelijk is bedoeld voor de bewoners van die panden en vindt dat in het voortraject de evaluatie van het parkeerbeleid ter sprake had moeten komen. Alles overwegende en de opmerkingen van de wethouder in de brief over het terugbrengen van het exploitatietekort, de toezeggingen en er het maximale voor te doen, kan haar fractie instemmen met het voorstel, maar zij wil graag op de hoogte gehouden worden over de stand van zaken inzake het exploitatietekort en de inspanningen die daarvoor geleverd worden. De heer VAN DER STELT geeft aan de in het verleden gemaakte afspraken met de huurders van de flat te respecteren, maar er niets voor te voelen om elk jaar met een structurele last van 130.000,- euro opgezadeld te worden. Zijn fractie ziet liever dat de portefeuillehouder de onderhandelingen met de partijen opnieuw opent waarbij recht wordt gedaan aan de positie van de gemeente, die geen parkeervoorzieningen ontwikkelt en exploiteert voor belanghebbenden. In afwachting van het resultaat van het overleg dient derhalve besluitvorming op dit voorstel te worden aangehouden. De fractie van het CDA stelt de raad voor in die lijn een besluit te nemen. De heer LAMMERS merkt op dat de gemeente actief is in overleg met omwonenden waarmee hun inbreng bij de plannen betrokken worden. Den Briel biedt in de kleine variant ruimte aan 32 woningen en 2500 m2 commerciële ruimte. De gepresenteerde plannen van de kleine variant zien er goed en vertrouwenwekkend uit. Door goede afspraken te maken kan het college het negatieve exploitatieresultaat verder terug brengen. De lijst Lammers spreekt haar vertrouwen uit om de gedane toezeggingen zo goed mogelijk na te komen en zal steun verlenen aan het gevraagde investeringskrediet. De heer VAN ENGELEN mist de evaluatie parkeerbeleid, van belang om een gedegen besluit te kunnen nemen. Zijn fractie hecht zwaar aan de toezeggingen aan bewoners, maar vindt dat uitstel een vorm van onbehoorlijk bestuur zou zijn van de gemeente. Ook ten aanzien van de exploitatie heeft hij grote zorgen. Hij vraagt het college hoe lang het zal duren om een goed beeld te krijgen door middel van een evaluatie. Wethouder KORTELAND merkt op dat het college geen directe relatie ziet tussen het maken van parkeervoorzieningen en de aangekondigde parkeerevaluatie, die betrekking heeft op de betaalde parkeergarages en het straatparkeren. Het is een belangrijk onderdeel van het Masterplan. Het gaat om een toezegging van het vorige college aan de bewoners en dit college wil die toezegging nakomen. Het is een voortzetting van bestaand beleid. Tweede termijn De heer DE KRAKER merkt op dat de parkeerevaluatie en het nakomen van beloftes pas in 2008 voor het eerst in de commissie is gepresenteerd zonder voorbereidende stukken en benadrukt voorstander te zijn van een betrouwbare overheid. Het gaat om aanzienlijke bedragen en een besluit met een langjarige impact. Als er zaken zijn die in de afweging nog meegenomen moeten worden kan daar gerust de tijd voor genomen worden en betekent niet dat beloftes niet nagekomen worden. De SGP-fractie wil wel een volledige afweging kunnen maken. De heer STREMLER merkt op dat € 130.000,- euro structureel een flink bedrag is, maar heeft vertrouwen in het college en volgt het college en is niet voor het aanhouden van het voorstel. Zijn fractie vertrouwt erop dat de wethouder in staat is het bedrag substantieel terug te brengen
11
en wil graag tot besluitvorming overgaan. De heer VAN DER VALK is van mening dat dit moet worden afgerond en niet moet worden aangehouden. De heer RIETVELD onderschrijft dat dit langlopend traject moet worden afgerond en dit deel moet worden uitgevoerd, aangezien het bij uitstel alleen maar duurder wordt. Zijn fractie stemt in met de kleine variant. De heer SCHOTTING benadrukt dat de PvdA-fractie eraan hecht een goed besluit te nemen, maar kan dat op dit moment niet vanwege gebrek aan informatie en wil het voorstel van het CDA volgen om dit voorstel aan te houden. De heer VAN DER STELT is het eens met de heer Schotting dat een inschatting van kansen op bezetting van de parkeerplaatsen onderzocht zal moeten worden en denkt dat een kwartaal een redelijke termijn is. De heer VAN ENGELEN vraagt welke informatie hierbij betrokken kan worden. De heer VAN DER STELT stelt voor om in overleg met partijen die er belang bij hebben te bekijken of er andere investerings- en exploitatievormen bestaan die onderzocht kunnen worden. In het Masterplan wordt aangegeven dat er een deel particulier en een deel een openbare functie heeft. Dat heeft een relatie met een evaluatie parkeerbeleid. Het gaat om een exploitatienadeel structureel op jaarbasis van 140.000,- euro. Parkeergarage Overtoom heeft een extra plus negatief van 100.000,- euro en betekent dat nu al voor ongeveer 250.000,- euro op jaarbasis extra belast wordt. Hij vraagt de wethouder de kans die de raad geeft om op die onderdelen nader in te zoomen, en met een verhaal terug te komen om tot een beter en meer uitgebalanceerd voorstel te komen. De CDA-fractie zal haar uiteindelijke standpunt af laten hangen van het standpunt van het college, en het betekent dat de CDAfractie nog met amendement zal komen en daarvoor een schorsing zal vragen. De heer LAMMERS geeft aan dat zijn fractie gaat voor besluitvorming en het doorzetten van dit plan met in achtneming van de toezeggingen van het college, maar denkt dat er in de informatiewisseling tussen college en raad een verbeterslag te maken valt. Hij kan op basis van de verstrekte informatie tot een besluit komen. De heer VAN ENGELEN is van mening dat een kwartaal meer informatie kan opleveren en een beter besluit, en is ervan overtuigd dat dat uitstel verkoopbaar is richting bewoners. Wethouder KORTELAND merkt op dat er vanaf 2008 concreet in ruimte en geld over is gesproken en er verplichtingen zijn aangegaan ten aanzien van de levering van parkeerplaatsen. Het gaat om de kleine variant waarvan het voorstel voorligt. In de commissie is aangegeven hoe het tekort naar beneden gebracht moet worden. De wethouder zegt toe alles in het werk te stellen om de exploitatie die jaarlijks terugkeert, naar beneden bij te stellen. Ten aanzien van de toezeggingen aan bewoners, de mogelijkheden voor ondernemers en de leveringsplicht van parkeerplaatsen voor de bewoners van de Marktmeester zal snel aan de slag worden gegaan. De heer VAN DER STELT geeft aan nu en amendement voor te bereiden en vraagt een schorsing, waarop de voorzitter de vergadering om 23.41 uur schorst en om 00.07 uur heropent. De heer VAN DER STELT overhandigt het amendement van zijn fractie, waarop de
12
VOORZITTER bevestigt een amendement (I) van de CDA-fractie te hebben ontvangen dat in voldoende mate is ondertekend, vermenigvuldigd en verspreid zal worden en vanaf nu deel uit maakt van de beraadslagingen (een afschrift van dit amendement is aan dit verslag gehecht). Hierna schorst de voorzitter op verzoek van wethouder Korteland de vergadering om 00.10 uur en heropent de vergadering om 00.40 uur. Wethouder KORTELAND constateert vervolgens dat het college en het CDA op zoek is naar mogelijkheden om het bedrag van 130.000,- euro naar 0 te verlagen om de structurele parkeerlasten van de begroting te verwijderen. Hij benadrukt dat de wil er is, maar het college niet kan beloven dat dat lukt en ontraadt het amendement, maar zal desalniettemin trachten het uit te voeren. Dat geeft ruimte om de structurele parkeerlasten van de begroting af te halen. De heer VAN DER STELT merkt op dat de intentie duidelijk is: blijkbaar is de periode van 1 jaar uit het amendement niet haalbaar en hij vraagt waar het college zelf aan denkt en vraagt waarom de wethouder het amendement ontraadt en zal ten aanzien van punt 3 nagaan welke ruimte er is voor de aanpassing van de termijn. De VOORZITTER zegt, luisterend naar hetgeen er is ingebracht, dat de portefeuillehouder heeft aangegeven dat de intentie van het CDA het college aanspreekt en zal proberen het tot uitvoering te brengen. Echter, als hiermee akkoord wordt gegaan zal dat ook waargemaakt moeten worden en dwingt men hem tot het ontraden van het amendement. De VOORZITTER vervolgt dat het hem een verwoording lijkt waarvan de raad zou kunnen zeggen "daar reageer ik op een bepaalde manier op", van: "het is voor mij aanvaardbaar of niet". Dat is aan de raad. De heer VAN DER STELT wil graag weten wat de collega's vinden. De heer LAMMERS gaat niet mee met het amendement, maar wel met het raadsbesluit. De heer DE GRAAF vindt de wijze waarop de portefeuillehouder uitvoering wil geven aan het amendement voldoende zekerheid biedt dat de financiën verwerkt worden en het voorstel de juiste uitvoering krijgt. Zijn fractie gaat niet met het amendement mee en neemt met de toelichting van de portefeuillehouder genoegen. De heer STREMLER sluit zich aan bij de heer De Graaf en gaat er van uit dat de portefeuillehouder de raad periodiek op de hoogte zal stellen van de vorderingen. De heer De KRAKER vindt het jammer dat het CDA amendement niet meer in lijn is met het gehouden betoog en memoreert aan de portefeuillehouder dat de genoemde elementen hem aanspreken. Ten aanzien van het derde punt, de intentie, vindt hij dat het college de tijd moet nemen om dat uit te werken. De heer SCHOTTING geeft aan dat zijn fractie dit amendement niet zal steunen en wijst nogmaals op het belang van de evaluatie: die ontbreekt en is van groot belang. Zijn fractie zou het voorstel graag aanhouden.
De heer VAN ENGELEN zal het amendement niet steunen vanwege punt 3. Mevrouw VAN ES sluit zich aan bij de fracties van het PAB en de VVD en kan zich vinden in de reactie van de portefeuillehouder over punt 3. Haar fractie zal het amendement niet steunen, het voorstel wel.
13
De heer RIETVELD zal het amendement niet steunen, daar de portefeuillehouder voldoende vertrouwen geeft dat gevolg gegeven zal worden aan de oproep. De heer VAN DER STELT geeft aan dat, gehoord hebbend de opmerkingen van de collega's het niet zo is dat de CDA-fractie geen vertrouwen heeft in de inzet van de portefeuillehouder. Hij begrijpt van de portefeuillehouder ten aanzien van punt 3 dat hij het als een soort tijdsklem ervaart en niet kan waarmaken en daarom met de achterliggende intentie moeilijk uit de voeten kan. Zijn fractie is van mening dat als de portefeuillehouder vindt dat hij ruimte moet hebben om dat te doen wat dit amendement beoogt dan wil zijn fractie hem die ruimte geven. Dan is er voor zijn fractie geen aanleiding meer om dit amendement te handhaven. Wethouder KORTELAND antwoordt te bekijken inzake punt 3 of mogelijk is wat er letterlijk staat en of dat op een duurzame manier langdurig van de begroting kan worden afgehaald. Dat belooft de wethouder, terwijl hij zich er vanavond echter niet aan kan binden. De VOORZITTER constateert dat dat voldoende is voor de heer Van der Stelt en de CDAfractie om het amendement in te trekken en het amendement geldt als te zijn ingetrokken. De heer VAN ENGELEN zegt gehoord de beraadslagingen ervan overtuigd te zijn tot een beter besluit te zullen komen als het een kwartaal opgeschort wordt en is tegen de vaststelling van dit besluit en vindt het jammer dat de kans niet genomen zal worden om nog een kwartaal te bekijken of de situatie beter in beeld gebracht kan worden en met meer informatie een beter besluit genomen kan worden. Het voorstel wordt vervolgens met 16 stemmen vóór en 7 stemmen tegen aanvaard. 11.
Voorstel tot het vaststellen van het beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning
Dit agendapunt is van de agenda afgevoerd. 12.
Voorstel tot het benoemen van bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 13.
Voorstel tot het bekrachtigen van het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 14.
Voorstel tot het intrekken van de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen
Dit agendapunt is aangehouden. 15.
Sluiting
De VOORZITTER: morgen vindt een besloten en informele raadsvergadering plaats ten aanzien van ROM-D Noordoevers. U heeft op de agenda gevonden dat er met de regionaal portefeuillehouder, de heer Sleeking, overleg is over zijn aanwezigheid. Hij heeft in ieder geval toegezegd dat er ambtelijke aanwezigheid zal zijn. Van de heer Sleeking zelf heb ik maandag in
14
een persoonlijk overleg met hem te horen gekregen dat hij graag zou willen komen en ook kan. Hedenmorgen heb ik overleg gehad dat hij nog steeds graag zou willen komen. Echter hem is van hogerhand te kennen gegeven dat het niet wenselijk is en dat zou vanuit de agendacommissie komen van de Drechtraad. Met de twee leden, de heer Groene en de heer Van Engelen van de agendacommissie is overleg gevoerd. Zij zeggen: wij zijn er bij geweest en zullen morgen nog een poging wagen om het te recht te zetten. Hierna sluit de voorzitter de vergadering om 00.55 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Papendrecht op 29 maart 2012.
De griffier,
de voorzitter,
A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin.
15