Raadsgriffie
Kerkrade, 19 april 2006
Aanbiedingsbrief Aan de raad. 06it00231
Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing aan een ontwerpbesluit, nr. 06 Rb 017 inzake de instelling van een ‘vertrouwenscommissie herbenoemingsprocedure burgemeester’, de vaststelling van een verordening op deze vertrouwenscommissie en de bemensing van de commissie. In de nota van toelichting, nr. 06 Tl 005 ,die het ontwerpbesluit vergezelt, zijn de overwegingen en nadere gronden aangegeven waarop het ontwerpbesluit berust.
De plv. voorzitter van de raad,
De plv. griffier,
G.H.W. Smeijsters
C.S. Chudy
Ontwerpbesluit Nr.: 06 Rb 017
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, • dat per 16 december 2006 de eerste ambtstermijn verstrijkt van de heer J.J.M. Som als burgemeester; • dat de Minister van Binnenlandse Zaken daartoe een aantal procedureregels heeft vastgesteld d.d. 21 november 2001; • dat op grond van deze procedureregels de raad een vertrouwenscommissie uit zijn midden, dient op te dragen een aanbeveling voor een herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden; • dat daartoe in verband met de bescherming van de privacy een verordening dient te worden vastgesteld; • dat de Commissaris van de Koningin in de Provincie Limburg ingevolge zijn ambtsinstructie belast is met het toezien op een ordelijk verloop van de procedure tot herbenoeming en de raad daartoe inmiddels heeft geïnformeerd over het juridisch kader; • dat in dat kader mede van belang zal zijn de profielschets zoals die door de raad is vastgesteld in zijn openbare vergadering van 28 juni 2000, no. 133; • dat het voor de bemensing van deze vertrouwenscommissie nodig wordt geoordeeld dat daarin raadsleden zijn vertegenwoordigd die gedurende de afgelopen raadsperiode zitting hebben gehad in de raad dan wel anderszins bestuurlijk rechtstreeks betrokken zijn geweest bij het functioneren van de burgemeester;
gelezen, • de brief van de Commissaris van de Koningin van de Provincie Limburg d.d. 6 maart 2006 (06i0002921) betreffende informatie omtrent herbenoeming burgemeester; • de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 21 november 2001, kenmerk bk01/96074;
gelet op, • artikel 61a van de Gemeentewet; • artikel II, eerste lid, van de procedureregels neergelegd in de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 21 november 2001, kenmerk bk01/96074;
Besluit: I. in te stellen een ‘vertrouwenscommissie herbenoemingsprocedure burgemeester’ die op grond van de geldende procedureregels neergelegd in de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde circulai re van 21 november 2001, belast zal worden met de voorbereiding van de aanbeveling voor een herbenoeming van de burgemeester van Kerkrade, de heer J.J.M. Som; II. mede ter bescherming van de privacy, vast te stellen een verordening regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de onder I omschreven vertrouwenscommissie alsmede regels omtrent geheimhouding (de verordening is als bijlage gevoegd bij dit ontwerpbesluit en maakt als zodanig deel uit van dit besluit); III. de onder II vermelde verordening treedt in werking met ingang van de dag van haar vaststelling;
IV. de navolgende raadsleden te benoemen als lid van de ‘vertrouwenscommissie herbenoemingsprocedure burgemeester’: • mevrouw A.M.J.N. Fischer-Otten; • de heer J.G. Bok; • de heer A.G. Coumans; • de heer J.L.P. Hanssen; • de heer L.A. Jongen; • de heer M.P.P. Ruiters; V. de Commissaris van de Koningin in de Provincie Limburg in kennis te stellen van de onder I t/m III vermelde besluiten door toezending daarvan.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. 26 april 2006. De plv. voorzitter van de raad,
De plv. griffier,
G.H.W. Smeijsters
C.S. Chudy
Nota van toelichting Nr.:06 Tl 005
Kerkrade, 4 april 2006
Onderwerp: herbenoemingsprocedure burgemeester van Kerkrade, de heer J.J.M. Som Behorend bij ontwerpbesluit nr: 06 Rb 017 Aanleiding van het besluit Per 16 december 2006 verstrijkt de eerste ambtstermijn van de burgemeester van Kerkrade. In het kader van de te volgen herbenoemingsprocedure van een burgemeester geldt de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 21 november 2001, kenmerk bk01/96074. Op grond van zijn ambtsinstructie is de Commissaris van de Koningin in de provincie Limburg gehouden toezicht te houden op een ordelijk verloop van deze herbenoemingsprocedure en betreffende gemeenteraden te informeren. Doelstelling Doel van de herbenoemingsprocedure en de daarin neergelegde procedureregels, is een zorgvuldige behandeling van de voorbereiding van de raad te komen tot een aanbeveling over een herbenoeming van de burgemeester aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin van Limburg. Tevens dient de privacy van de burgemeester tijdens de herbenoemingsprocedure ten volle gewaarborgd te worden. Daartoe is voorgeschreven dat de raad een gemeentelijke vertrouwenscommissie instelt en een verordening terzake vaststelt. Toelichting van het besluit Zoals gesteld, draagt de raad op grond van de geldende regels een vertrouwenscommissie uit zijn midden op, de aanbeveling aan de minister voor te bereiden. De raad stelt tevens ter bescherming van de privacy van de burgemeester regels omtrent taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede geheimhouding. De werkwijze van de commissie dient zodanig geregeld te worden dat voor, tijdens en na het verrichten van de werkzaamheden door de vertrouwenscommissie volstrekte geheimhouding is gegarandeerd. Deze regeling geschiedt door middel van de vaststelling van een verordening op de ‘vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester’. De vertrouwenscommissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester, weshalve de voorkeur uitgaat naar de bemensing van de commissie met raadsleden die ófwel de afgelopen bestuursperiode raadslid zijn geweest ófwel anderszins bestuurlijk rechtstreeks zijn betrokken bij het functioneren van de burgemeester. Daarbij zal in ieder geval de vraag aan de orde worden gesteld of de burgemeester in de uitoefening van zijn functie voldoet aan het eertijds in de profielschets neergelegde verwachtingspatroon ten aanzien van zijn functioneren. De raad dan wel de commissie kunnen hieraan nog eigen gesprekspunten toevoegen indien en voorzover daartoe aanleiding bestaat. Als de commissie een concept verslag heeft opgesteld zal dit eerst met de burgemeester worden besproken alvorens dit ten behoeve van de aanbeveling, aan de raad ware te zenden ter behandeling overeenkomstig de geldende richtlijnen (artikel V circulaire Min BZK). De uiteindelijk aanbeveling van de raad inzake de herbenoeming van de burgemeester moet op grond van artikel 61a, tweede lid Gemeentewet ten minste vier maanden voor de eerste dag van de maand waarin herbenoeming dient in te gaan (derhalve uiterlijk vóór 1 augustus 2006), door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin van Limburg, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn gezonden.
Bijlage behorende bij Ontwerpbesluit 06Rb017
Verordening Vertrouwenscommissie Herbenoemingsprocedure Burgemeester Kerkrade 2006 Taak commissie Artikel 1 1. De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester. 2. De profielschets vormt in beginsel daarvoor het toetsingskader. 3. Naast de profielschets kunnen de nadien geëxpliciteerde, gewijzigde eisen mede het toetsingskader vormen. 4. De gesprekken met de burgemeester vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden die lid zijn van de commissie. Artikel 2 1. Nadat de commissie haar standpunt over het functioneren van de burgemeester heeft bepaald, brengt zij schriftelijk verslag uit aan de gemeenteraad. 2. Alvorens het verslag aan de gemeenteraad te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. 3. Indien terzake van zijn functioneren afspraken met de burgemeester worden gemaakt, worden deze in het verslag aan de raad vermeld. 4. Indien daarvoor aanleiding is, wordt in het verslag tevens melding gemaakt van gesprekken die de raad of een commissie uit de raad in een eerder stadium met de burgemeester over diens functioneren heeft gevoerd, alsmede over de eventuele afspraken die daarbij zijn gemaakt. Artikel 3 1. Het verslag aan de raad wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. 2. In het verslag aan de raad kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven. 3. Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. 4. Is uitstel niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad gebracht. Geheimhoudingsplicht Artikel 4 1. De leden van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen. 2. De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest. 3. Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie. 4. De leden een tot en met vier van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op degene die op grond van artikel 6 de commissie ambtelijke bijstand verleent. Samenstelling commissie Artikel 5 1. De commissie bestaat uit zes leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad. 2. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd. 3. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
Artikel 6 De commissie kan zich doen bijstaan door de raadsgriffier. Werkwijze commissie Artikel 7 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten. De eerste maal wordt de commissie bijeen geroepen door het oudste lid in jaren. 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie. Artikel 8 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten. 2. Alle stukken voor de commissie worden aan zijn adres gericht en op zijn adres bewaard. 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf zijn adres verzonden. Artikel 9 De voorzitter nodigt de burgemeester uit voor een gesprek met de commissie. Overige bepalingen Artikel 10 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de herbenoeming is voorzien. 2. De voorzitter en secretaris van de commissie dragen zorg voor dat op het in het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft gemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als 'geheim' worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel. 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar. 4. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd. Artikel 11 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de commissie. Artikel 12 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling t.w.: 26 april 2006.