Sector: Bestuursdienst
Kerkrade, 14 december 2011
Aanbiedingsbrief Aan de raad.
nr. 11it00886 Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing een ontwerpbesluit, nr. 11Rb061 inzake Nota Reserves en Voorzieningen 2011 aan. In de nota van toelichting, nr. 11Tl050, die het ontwerpbesluit vergezelt, zijn de overwegingen en nadere gronden aangegeven waarop het ontwerpbesluit berust.
Het college,
De secretaris,
J.J.M. Som
Mr. C.M. Kuikman
Ontwerpbesluit Nr.: 11Rb061
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, • dat de huidige Nota Reserves en Voorzieningen 2007 actualisatie behoeft;
gelezen, • de nota van toelichting, nr. 11Tl050, behorende bij dit besluit; • het verslag van bevindingen van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen d.d. 8-12-2011;
gelet op, • beleidsveld: diverse • gemeentelijk/regionaal beleidskader: Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet • wetsartikel: Besluit Begroting en Verantwoording, diverse artikelen
besluit: I. De Nota Reserves en Voorzieningen 2011 vast te stellen inclusief de daarin weergegeven kaders, onder intrekking van de Nota Reserves en Voorzieningen 2007; II. In te stemmen met de verwerking van de mutaties zoals weergegeven in tabel 2 van paragraaf 3 en het saldo van € 212.055 te betrekken bij het rekeningresultaat 2011.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. 21-12-2011.
De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som.
mr. drs. H.J.W. Jacobs-van Dongen.
Nota van toelichting Nr.: 11Tl050
Kerkrade, 14 december 2011
Onderwerp: Nota Reserves en Voorzieningen 2011 Behorend bij ontwerpbesluit nr: 11Rb061 Aanleiding van het besluit De huidige Nota Reserves en Voorzieningen 2007 behoeft actualisatie. In de Financiële verordening gemeente Kerkrade ex. art.212 is in artikel 11 bepaald dat minimaal vierjaarlijks een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan de raad wordt aangeboden, in dit geval dus 2011. Doelstelling Voldoen aan wettelijke bepalingen alsmede het voldoen aan het eigen beleidskader rondom reserves en voorzieningen. Verder de bestaande reserves en voorzieningen te bezien op hoogte en noodzaak. Financiële consequenties Een bedrag van per saldo € 212.055 valt vrij en kan worden betrokken bij het rekeningresultaat 2011. Adviesorganen/inspraak N.v.t. Informatie/Communicatie N.v.t. Motivering van het besluit (afwegingen) Met het vaststellen van de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 wordt voldaan aan bovengenoemde doelstellingen.
Nota reserves en voorzieningen 2011
versie 4/11/2011
Nota reserves en voorzieningen 2011 Inhoudsopgave §1. §2. §3. §4. §5.
Inleiding Kaders en wijzigingen daarin Overzicht wijzigingen per reserve en voorziening Financiële samenvatting Beslispunten
Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4.
§1.
Relevante kaders wet- en regelgeving Recapitulatie veranderingen NRV2007 tot heden Nadere toelichting reserves en voorzieningen (huidige situatie) Staat van reserves en voorzieningen begroting 2011 – 2015 (peil oktober, geactualiseerd met mutaties in deze nota)
Inleiding
Het Kerkraads beleid omtrent weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen en het afdekken van risico’s is met name vastgelegd in de door de raad vastgestelde Nota Reserves en Voorzieningen 2007. In de vigerende Kerkraadse “Financiële verordening“ zijn conform artikel 212 van de Gemeentewet vastgelegd de uitgangspunten voor het financieel beleid, het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade. Artikel 11 van die verordening bepaalt dat het college minimaal vierjaarlijks een geactualiseerde Nota Reserves en Voorzieningen aanbiedt. Dat betekent dat de nota uit 2007 thans geactualiseerd dient te worden. Overigens bent u in de tussenliggende jaren wel steeds geïnformeerd over wijzigingen in reserves en voorzieningen, via begroting, voorjaarsnota, najaarsnota en/of de jaarrekening van elk jaar. Hierna komen de geactualiseerde kaders aan bod, wordt kort ingegaan op het weerstandsvermogen, worden de noodzakelijke wijzigingen aangegeven en zijn tot slot een aantal beslispunten opgenomen. Een meer gedetailleerde omschrijving c.q. huidig gebruik van de reserves en voorzieningen treft u aan in bijlage 3 van deze nota. De huidige en meerjarig geraamde standen en mutaties treft u aan in bijlage 4. Dit betreft echter een momentopname, veelal vinden per jaareinde nog diverse afsluitende boekingen plaats. Aangezien het een actualisatie betreft en er wettelijk of beleidsmatig geen veranderingen zijn, wijkt de inhoud van deze nota weinig af van die van 2007 (behoudens dat de destijds geschetste “nieuwe ontwikkelingen” inmiddels vertaald zijn naar de lopende uitvoering).
§2.
Kaders en wijzigingen daarin.
§2.1.
Kaders op verschillende niveaus.
In de eerste plaats stelt de wet in de vorm van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) stringente kaders ten aanzien van reserves en voorzieningen. In de tweede plaats zijn er de richtlijnen en/of notities van de (landelijke) commissie BBV waarmee o.a. een nadere invulling wordt gegeven aan bepaalde wetsartikelen. Er zijn richtlijnen en/of notities in de vorm van zogenaamde “stellige uitspraken” en in de vorm van “aanbevelingen”. Stellige uitspraken hebben de kracht van wet. Van stellige uitspraken mag slechts worden afgeweken indien daarvoor zeer goede gronden zijn. De afwijkingen en de gronden daarvoor moeten in de begroting en jaarstukken expliciet worden vermeld. Aanbevelingen kennen dat extra gewicht niet, maar dienen om steun en richting aan de praktijk te geven.
1
Nota reserves en voorzieningen 2011
versie 4/11/2011
Op de derde plaats tenslotte zijn er de eigen kaders zoals vastgelegd in de vigerende Financiële verordening gemeente Kerkrade ex. art.212 GW en in de vigerende Nota Reserves en Voorzieningen. Deze eigen kaders gelden aanvullend op de bovengenoemde kaders, maar mogen hiermee nooit strijdig zijn. Wetgeving gaat namelijk vóór op eigen regelgeving. In bijlage 1 zijn de belangrijkste bepalingen en definities omtrent reserves en voorzieningen opgenomen. Bij onderdeel A zijn opgenomen de wetsartikelen BBV. Bij onderdeel B zijn de richtlijnen van de commissie BBV opgenomen. Tot slot zijn bij onderdeel C opgenomen de belangrijkste bepalingen uit de eigen verordening. §2.2. Belangrijke externe kaders Ten opzichte van de Nota Reserves en Voorzieningen 2007 zijn er geen belangrijke wijzigingen geweest in de externe kaders. Thans wordt gehandeld conform de externe wettelijke kaders. Het betreft dan o.m. de classificatie van reserves, voorzieningen en bepaalde van mede-overheden ontvangen bijdragen of subsidies, de wijze van resultaatbestemming, de systematiek riolering en het omgaan met onderhoudskosten. De meer uitgebreide teksten treft u aan in bijlage 1. §2.3. Gemeentelijke eigen kaders Deze kaders hebben betrekking op de minimum- en maximumomvang en op de procedure rondom stortingen, onttrekkingen, opbouwen en afbouwen. Ook deze kaders zijn niet veranderd. De ten opzichte van de NRV2007 nieuwe reserves en voorzieningen zijn met een “*” naast het nummer aangegeven. a.
Minimum- en maximumomvang
Reserves Deze omvang geldt voor de vrije ruimte c.q. niet-dichtverplichte deel per reserve, kortom het huidige saldo plus en/of min de reeds meerjarig geraamde toevoegingen en onttrekkingen zoals deze blijken uit de actuele begroting. Het is dan ook van belang dat de interne becijferingen zoveel en zo snel mogelijk daadwerkelijk zijn vertaald in begrotingswijzigingen. Voorzover deze gevoelige informatie bevatten, hoeven deze niet in detail afzonderlijk herkenbaar te worden opgenomen. In onderstaande tabel worden de minimum- en maximumomvang per reserve aangegeven. Tabel 1. Bedragen x € 1 Nr
Naam
Min.omvang €
Max.omvang €
(vrije ruimte)
(vrije ruimte)
10% van het genormeerde uitgavenniveau volgens begroting dienstjaar plus € 300.000. (a) n.v.t., relatie tarief afvalstoffenheffing n.v.t., relatie rioolbeheersplan / tarief rioolheffing
201
algemene reserve
10% van het genormeerde uitgavenniveau volgens begroting dienstjaar minus € 300.000. (a)
301
egalisatiereserve afvalverwerking
0
302
egalisatiereserve riolen
0
403
reserve FWI
0
n.v.t. (b)
405
reserve HRM1
0
150.000
407
reserve kernagenda Parkstad
0
relatie kernagenda Parkstad / buitenring
408
reserve verenigingen / vrijwilligers
0
75.000
1
“HRM” staat voor Human Resource Management, oftewel: p&o in brede zin
2
Nota reserves en voorzieningen 2011
versie 4/11/2011
Min.omvang €
Max.omvang €
(vrije ruimte)
(vrije ruimte)
reserve WMO
0
n.v.t. (b)
421
reserve plantsoenen
0
80.000
422
reserve grondexploitatie OBK
0
n.v.t. (b)
423
algemene reserve OBK
0
1.500.000
424
reserve stadsmarketing
0
125.000
425
reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs 0
n.v.t. (b)
426
reserve liquidatie sanering mijnterrein
0
n.v.t. (c)
427
reserve archeologisch onderzoek
0
25.000
429
reserve parkeerfonds exploitatie
0
n.v.t. (d)
431
reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen
0
n.v.t. (e)
433
reserve lokaal jeugdbeleid
0
n.v.t. (c)
435
reserve evenementen
0
75.000
436
reserve Gaia
0
n.v.t. (b)
438* reserve stadsvernieuwing
0
2.000.000
439* reserve essent
0
n.v.t. (d)
440* reserve structuurfonds
0
n.v.t. (f)
441* reserve WSW
0
n.v.t. (b)
442* reserve gebouwen2
0
2.000.000
Nr
Naam
420
NB: Tussenliggende nummers betreffen reserves die inmiddels niet meer bestaan.
Toelichting: (a) In tegenstelling tot vroeger schrijft de Provincie de minimumomvang niet meer dwingend voor. De oude richtlijnen worden wel nog als referentiekader gebruikt. Voorheen werd een norm van 10% van het zogenaamde genormeerde uitgavenniveau gehanteerd. Het genormeerde uitgavenniveau is met name gebaseerd op de omvang van de algemene uitkering minus en plus een aantal componenten. Thans kan dit niveau berekend worden op afgerond € 51,7 miljoen. Er wordt nog een brandbreedte toegevoegd van plus of min € 300.000 omdat dit niveau kan schommelen.3 Een eenmaal opgebouwde reserve hoeft op grond van deze schommelingen niet te worden afgebouwd als het aangegeven maximum wordt overschreden. Het is meer een richtlijn om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen. Thans kan de minimumomvang derhalve worden berekend op circa € 4,9 en de maximumomvang op circa € 5,5 miljoen. Gemiddeld derhalve circa € 5,2 miljoen. Met de vaststelling van de Najaarsnota 2011, waaronder inbegrepen de verhoging van de algemene reserve tot circa € 5,2 miljoen, werd hieraan voldaan. (b) Deze reserve heeft een budgettair egaliserend karakter. Zie ook paragraaf 2.3 onderdeel c. (c) Deze reserve laten “uitsterven”. Geen toevoegingen meer doen, wel handhaven voor eenmalige inzet(ten) en na uitputting opheffen. (d) Deze reserve heeft een bufferfunctie vergelijkbaar met de algemene reserve. De raad kan besluiten om het vrije saldo een andere bestemming te geven.
2 3
Zie toelichting paragraaf 3. Dit was € 250.000, maar omdat het bedrag groter is geworden, zijn ook grotere schommelingen mogelijk.
3
Nota reserves en voorzieningen 2011
(e) (f)
versie 4/11/2011
Deze reserve bevat bestemde middelen voor zeer specifieke doeleinden. Niet-bestede middelen vloeien terug naar de algemene middelen. Deze reserve is bestemd voor specifieke investeringsambities, waarover de raad steeds separate besluiten zal nemen.
Voorzieningen Het aangeven van een minimum- en maximumomvang van een voorziening is niet aan de orde. Volgens het BBV moet een voorziening namelijk groot genoeg zijn om de achterliggende verplichtingen/kosten te dekken, dat wil zeggen niet te klein maar ook niet te groot. De noodzakelijke hoogte van voorzieningen wordt jaarlijks beoordeeld. b. Procedure stortingen, onttrekkingen, opbouwen en afbouwen Het is niet de bedoeling dat alle reserves of voorzieningen tot hun maximum opgebouwd moeten worden. Voorstellen tot stortingen (maar ook onttrekkingen) dienen te zijn vergezeld van een duidelijke en concrete (indien nodig meerjarige) onderbouwing, zowel beleidsmatig als financieel. Jaarlijks wordt uiterlijk bij het samenstellen van de jaarrekening bezien in hoeverre actuele ontwikkelingen en werkelijke uitgaven nog overeenstemmen met de oorspronkelijke onderbouwing/verplichting. Indien mogelijk vindt vervolgens vrijval plaats ten gunste van het rekeningresultaat of andere algemene middelen. Indien maxima worden overschreden dienen deze te worden afgebouwd (hoofdregel), tenzij uit een duidelijke en concrete beleidsmatige en financiële onderbouwing blijkt dat dit een tijdelijke situatie is. c. Financiële mutaties reserves Om te voldoen aan de externe kaders zoals beschreven in paragraaf 2.2, worden in deze Nota Reserves en Voorzieningen een aantal reserves specifiek aangewezen als reserves waarop ook ná 31 december van elk jaar nog toevoegingen en/of onttrekkingen mogelijk zijn. Deze reserves hebben namelijk vooral een (budgettair) egaliserend karakter en kunnen pas “afgesloten” worden als de definitieve realisatiecijfers bekend en in de boekhouding verwerkt zijn. Dat is meestal medio februari het geval, hoewel ook nadien nog incidenteel correcties kunnen voorkomen naar aanleiding van de interne kwaliteitstoetsing of de accountantscontrole. Het betreft de volgende reserves: egalisatiereserve afvalverwerking egalisatiereserve riolen4 reserve FWI reserve kernagenda parkstad reserve WMO reserve grondexploitatie OBK reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs reserve gaiapark reserve WSW Het kan zijn dat in de toekomst additionele reserves met een soortgelijke egaliserende functie worden gevormd. In dat geval zijn daarop ook mutaties ná 31 december mogelijk. Naast de hiervoor genoemde reserves, is er nog de “reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen”. Hierin zijn posten opgenomen met een sterk verplichtend karakter, waarbij echter nog geen concrete opdrachtverstrekking naar derden heeft plaatsgevonden. Het verplichte karakter wordt aangegeven door bijv. wet- en regelgeving, of de nog af te ronden uitvoering van een reeds genomen besluit. In lijn met de uitspraak van de Commissie BBV zijn nieuwe reserveringen in de “reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen” na 31 december van een jaar niet meer mogelijk.
4
Inmiddels is duidelijk dat in de Kerkraadse systematiek dit een reserve kan blijven. De mogelijkheid bestaat overigens wel om voor toekomstig onderhoud nu al extra te sparen en dit bedrag in een voorziening te storten. Het gevolg daarvan is echter dat de belastingbetalers nu al extra moeten gaan betalen voor de toekomst, aangezien het extra spaarbedrag moeten worden verdisconteerd in het tarief van nu.
4
Nota reserves en voorzieningen 2011
versie 4/11/2011
Bij het jaarlijks afsluiten van de boekhouding worden de in de “reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen” reeds eerder gereserveerde bedragen in het kader van de interne kwaliteitstoetsing beoordeeld op o.a. hoogte, noodzaak en mogelijkheid tot vrijval. Het kan voorkomen dat hier nog mutaties uit voortvloeien. Dit soort mutaties zijn ook ná 31 december nog toegestaan.5
§3.
Overzicht wijzigingen per reserve en voorziening
Volledigheidshalve treft u in bijlage 2 aan een recapitulatie van de veranderingen in reserves en voorzieningen in de periode ná verwerking van de destijds vastgestelde Nota Reserves en Voorzieningen 2007 tot heden. Hieronder wordt een overzicht gegeven van thans voorgestelde mutaties op de anno 2011 bestaande reserves en voorzieningen. Tabel 2. Bedragen x € 1 Nr
Naam
Motivering / actie
201
algemene reserve
Ongewijzigd.
301
egalisatiereserve afvalverwerking
Ongewijzigd.
302
egalisatiereserve riolen
Ongewijzigd.
403
reserve FWI
Ongewijzigd.
405
reserve HRM
Ongewijzigd.
407
reserve kernagenda Parkstad
Ongewijzigd.
408
reserve verenigingen / vrijwilligers
Ongewijzigd.
420
reserve WMO
Ongewijzigd.
421
reserve plantsoenen
Ongewijzigd.
422
reserve grondexploitatie OBK
Ongewijzigd.
423
algemene reserve obk
Ongewijzigd.
424
reserve stadsmarketing
Ongewijzigd.
425 426 427
reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs reserve liquidatie sanering mijnterrein reserve archeologisch onderzoek
Ongewijzigd. Ongewijzigd, na uitputting opheffen. Omvang boven maximum, een bedrag van € 6.000 valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2011.
429
reserve parkeerfonds exploitatie Ongewijzigd.
431
reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen
Uit de screening bleek dat van sommige posten de bijbehorende verplichtingen niet meer aan de orde waren. Dit leverde per saldo een bedrag op van afgerond € 206.055.
433
reserve lokaal jeugdbeleid
Ongewijzigd, na uitputting opheffen.
5
De Commissie BBV stelt: “Voorkomen moet worden dat het gepresenteerde resultaat na bestemming via een automatisme van potjes vullen richting nul tendeert. Wenselijk is dat het gepresenteerde resultaat zo goed mogelijk laat zien hoe de gemeente in het betreffende jaar heeft gepresteerd.” Deze bedoeling wordt door deze laatste bepaling geen geweld aangedaan, aangezien de uit de toetsing voortvloeiende mutaties tot een onttrekking zullen leiden en het resultaat positief beïnvloeden.
5
Nota reserves en voorzieningen 2011
versie 4/11/2011
Nr
Naam
Motivering / actie
435
reserve evenementen
Ongewijzigd.
436
reserve gaia
Ongewijzigd.
438* reserve stadsvernieuwing
Ongewijzigd. Onlangs is naar aanleiding van de afrekening met de Provincie gebleken dat een bedrag van circa € 165.000 alsnog ten laste kon worden gebracht van de ISV-2 middelen 2005-2009 (subsidie voor Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing). Gelet op de forse herstructureringsopgave en de door het Rijk aangekondigde bezuinigingen op toekomstige ISV-middelen, is besloten om deze meevaller, in lijn met de oorspronkelijke bestedingsrichting, toe te voegen aan de reserve stadsvernieuwing. Dit zal in de rekening 2011 worden verwerkt.
439* reserve essent
Ongewijzigd.
440* reserve structuurfonds
Ongewijzigd.
441* reserve WSW
Ongewijzigd.
442* reserve gebouwen
Nieuw. De huidige voorziening onderhoud gebouwen heeft steeds meer het karakter van een bestemmingsreserve gekregen, onderhoudskosten worden voor het merendeel in de exploitatie al begroot. Incidentele meevallers bijvoorbeeld uit de verkoop van gebouwen worden hierin gestort. De voorziening onderhoud gebouwen wordt opgeheven, de gelden worden overgeheveld naar de reserve gebouwen ultimo 2011 (eindbalans).
605 608
614
620 621
voorziening onderhoud gebouwen voorziening oninbare belastingdebiteuren
Opheffen, wordt reserve (zie 442). Ongewijzigd.
Ongewijzigd. Inmiddels zijn de rente- en aflossingsverplichtingen m.b.t. het bejaardenwerk Vroenhof, die een andere inzet van deze voorziening vanaf 1989 voor lange tijd “blokkeerden”, niet meer aan de orde. De voorziening is daarmee weer voorziening erfenis driessen tbv “besteedbaar” geworden. Wel geldt voor de resterende middelen tehuis ouden van dagen uiteraard nog steeds de bestemmingsverplichting, nl. overeenkomstig de wil van de erflater de middelen aan te wenden voor het stichten of onderhouden van een tehuis voor ouden van dagen in de gemeente Kerkrade. voorziening pensioenverplichting Ongewijzigd. wethouders voorziening dubieuze Ongewijzigd. debiteuren sozawe
622* voorziening verkoop essent
Ongewijzigd.
623* voorziening dialect activiteiten
Ongewijzigd.
6
Nota reserves en voorzieningen 2011
§4.
versie 4/11/2011
Financiële samenvatting
Per saldo is sprake van een voordeel voor het rekeningresultaat 2011, als volgt: Invloed op rekeningresultaat 2011 (€)
Omschrijving vrijval reserve archeologie i.v.m. maximum
6.000
vrijval reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen i.v.m. vervallen verplichtingen
206.055
Totaal
§5.
€ 212.055
Beslispunten
Met de vaststelling van deze nota zijn de reserves en voorzieningen volledig geactualiseerd. Samengevat stellen wij u voor: 1) 2)
De Nota Reserves en Voorzieningen 2011 vast te stellen inclusief de daarin weergegeven kaders, onder intrekking van de Nota Reserves en Voorzieningen 2007 In te stemmen met de verwerking van de mutaties zoals weergegeven in tabel 2 van paragraaf 3 en het saldo van € 212.055 te betrekken bij het rekeningresultaat 2011.
7
Nota reserves en voorzieningen 2011
Bijlage1. A.
Relevante kaders wet- en regelgeving (per november 2011)
Wetsartikelen BBV
Artikel 11 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico’s; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. Artikel 42 1. Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. 2. Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. Artikel 43 1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar: a. de algemene reserve; b. bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden; c. overige bestemmingsreserves. 2. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Artikel 44 1. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. 2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b. 3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. NB: In artikel 49 en daaraan gerelateerd 40a en 52a wordt aangegeven hoe de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen of nog te ontvangen bedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel moeten worden verwerkt (bijv. rijksmiddelen, europese en provinciale subsidies). Artikel 45 Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan. NB: Uit de toelichting blijkt dat dit wel mag als de voorziening tegen contante waarde is gewaardeerd. Artikel 54 1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan toegelicht. 2. Per reserve wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
Nota reserves en voorzieningen 2011
b. de toevoegingen of onttrekkingen via de resultaatbestemming bij de programmarekening; c. de toevoegingen of onttrekkingen uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar; d. de verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd; e. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar. Artikel 55 1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van de voorzieningen, bedoeld in artikel 44 en de wijzigingen daarin toegelicht. 2. Per voorziening wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; c. ten gunste van de rekening van baten en lasten vrijgevallen bedragen; d. de aanwendingen; e. saldo aan het einde van het begrotingsjaar. Tot slot mogen op grond van artikel 62 lid 3 bij wijze van uitzondering reserves in mindering worden gebracht op investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (bijv. openbaar groen).
B.
Commissie BBV
Stellige uitspraken SU 44-1 Voorzieningen die worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Dit beheerplan dient periodiek te worden geactualiseerd. Indien er geen (recent) beheerplan aanwezig is, kunnen de kosten van groot onderhoud wel door vrijval via resultaatbestemming vanuit een (daartoe gevormde) reserve worden gedekt. SU 44-2 Uit oogpunt van transparantie en ten behoeve van de periodieke bijstelling van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is van belang dat de voorziening onderhoud resp. vervanging in de begroting en in de jaarrekening zodanig wordt toegelicht dat de relatie is te leggen met het GRP en inzicht kan worden geboden in het onderscheid onderhoud cq spaarcomponent vervangingsinvesteringen. De gemeente kan niet meer in mindering brengen op de boekwaarde van vervangingsinvesteringen dan aan spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen bijeen gespaard is in de voorziening. Uit oogpunt van efficiency kan de gemeente die een riooltarief in rekening brengt één rioolvoorziening op grond van artikel 44.2 BBV aanhouden waarin dan zowel de egalisatiebijdragen voor het toekomstig groot onderhoud als de spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen zitten. Het gemaakte onderscheid is nodig omdat de spaarcomponent voor toekomstige vervangingsinvesteringen in mindering gebracht worden op de aanschafwaarde van de betreffende investeringen (afboeking in de balanssfeer) en de pieklasten grootonderhoud rechtstreeks op de voorziening wordt afgeboekt. Hoofdlijnennotitie resultaatbestemmen In de rekening worden de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting of via begrotingswijzigingen door de raad gedurende het begrotingsjaar is geaccordeerd. Hiernaast kan de raad voorafgaand aan het begrotingsjaar of gedurende het begrotingsjaar besluiten dat specifiek benoemde saldi, bijvoorbeeld een overschot op de uitvoering van de WMO, in dat begrotingsjaar ten gunste of ten laste van een specifieke bestemmingsreserve moeten worden gebracht. Het resultaat na bestemming wordt in de eindbalans afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. In het volgende begrotingsjaar kan de raad vervolgens besluiten over de bestemming van het resultaat vorig boekjaar. Het vlak voor de behandeling van de jaarrekening, en dus na het einde van het betreffende begrotingsjaar, besluiten over het toevoegen (of onttrekken) van
Nota reserves en voorzieningen 2011
bedragen aan de reserves en deze nog verwerken in de jaarrekening van het afgelopen begrotingsjaar is in strijd met de commissie uitspraak. Aanbevelingen A 43-1 Indien voor de dekking van de kapitaallasten van een investering met een economisch nut een reserve is opgebouwd, doet de commissie de aanbeveling om die bestemmingsreserve conform de (afschrijving)parameters van het bijbehorende actief via resultaatbestemming periodiek vrij te laten vallen ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten. NB: In Kerkrade wordt een iets andere systematiek toegepast, die wel past binnen het BBV en ook de goedkeuring heeft van toezichthouder en accountant. De systematiek is uitgebreid uiteengezet in actuele 212-verordening. A 43-2 De commissie BBV doet de aanbeveling om –als een gemeente een riooltarief hanteert- de gerealiseerde resultaten riolering te muteren op een bestemmingsreserve ‘riolering’, het geeft inzicht in de mate waarin de planning wordt gerealiseerd, en doet de aanbeveling de kaders ervoor vast te leggen in de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet.
C. Belangrijkste bepalingen uit vigerende “Financiële verordening gemeente Kerkrade" ex. art.212GW Artikel 11. Reserves en voorzieningen 1. Het college biedt minimaal vierjaarlijks een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan. 2. De nota behandelt o.a. (wijzigingen in) de vorming en besteding van reserves en voorzieningen, de aard en doelstelling per reserve en voorziening en de wenselijk geachte minimale en maximale omvang per reserve en voorziening 3. Tussentijds noodzakelijk geachte maar niet reeds begrote vorming of opheffing van reserves en voorzieningen, danwel toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen, kunnen zonder afzonderlijk voorafgaand raadsbesluit plaatsvinden. In de tussentijdse rapportages resp. de jaarstukken dienen deze mutaties zichtbaar te zijn. Middels het vaststellen van tussentijdse rapportages resp. de jaarstukken vindt formele autorisatie door de raad plaats. 4. Voorwaarde voor toepassing van lid 3 is dat deze mutaties noodzakelijk zijn om de in de programma's aangegeven doelstellingen of activiteiten te realiseren of wanneer deze op grond van geldende verslaggevingsregels noodzakelijk blijken. In het geval van onttrekkingen dienen de te dekken lasten duidelijk te passen bij aard en doelstelling van de reserve of voorziening.
Artikel 8. Informatieplicht 1. Het college informeert de raad in elk geval, voorzover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake: a. investeringen, aankopen van goederen en diensten, of toekennen van subsidies groter dan € 50.000; b. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 100.000; c. verkoop van goederen en diensten of eigendommen groter dan € 100.000. 2. Het college informeert de raad indien het college nieuwe verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten of baten gedurende één of meer dienstjaren groter zijn dan € 100.000. 3. Lid 1 en lid 2 geldt niet indien de verplichting wordt afgedekt uit een eerder voor dat doel én financiële omvang gevormde bestemmingsreserve of voorziening. Voorzover de verplichting groter blijkt dan het voorziene bedrag, geldt voor het meerdere het bepaalde onder lid 1 en/of lid 2. 4. Het college legt over het aangaan van de verplichtingen zoals genoemd in lid 1 en lid 2 en de financiële dekking daarvan in elk geval zo spoedig mogelijk doch uiterlijk verantwoording af via de eerstvolgende tussentijdse rapportage en/of de jaarrekening.
Nota reserves en voorzieningen 2011
Artikel 9. Waarderen en afschrijven vaste activa Voor het afschrijven van vaste activa worden de uitgangspunten, methodieken en termijnen gehanteerd zoals vermeld in de bijlage “Afschrijvingsbeleid” die onderdeel uitmaakt van deze verordening. uit de bijlage: Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut (openbare ruimte)
Komt onder aftrek van eventuele bijdragen van derden en eventuele inzet (na resultaatbestemming) van reserves ten laste van de exploitatie. Indien hiervan wordt afgeweken wordt het actief bij voorkeur zo snel mogelijk afgeschreven en in elk geval niet langer dan over de verwachte levensduur van het actief (zie hierna bij “afschrijvingstermijnen”).
Nota reserves en voorzieningen 2011
Bijlage 2.
Recapitulatie veranderingen NRV 2007 tot heden
Hieronder vindt u volledigheidshalve een recapitulatie van de veranderingen in het aantal reserves en voorzieningen in de periode ná verwerking van de destijds vastgestelde Nota Reserves en Voorzieningen 2007 tot heden. 2007 / 2008 / 2009 De mutaties zoals weergegeven in de NRV2007 zijn verwerkt (m.n. opheffen diverse reserves, toepassen uitsterfconstructies, herschikkingen op de balans van voorzieningen naar “vooruitontvangen bedragen” transitoria conform de regelgeving). 2008 In de voorjaarsnota 2008 is besloten tot vorming van een nieuwe reserve stadsvernieuwing t b v herstructureringsprojecten en aanpak verpaupering (€ 0,5 miljoen). Naar verwachting zal voornoemde problematiek mede ten gevolge van het krimpscenario in de komende jaren toenemen. Het bedrag is onttrokken aan de ‘reserve parkeerfonds exploitatie’. 2009/2010 Naar aanleiding van de verkoop van het productie- en leveringsbedrijf van Essent aan RWE zijn gevormd de ‘reserve essent’ resp. de ‘voorziening verkoop essent’. Een deel van de Essentgelden zijn vervolgens afgezonderd en toegevoegd aan de nieuwe ‘reserve structuurfonds’. In de Voorjaarsnota 2010, de jaarrekening 2009 en de Voorjaarsnota 2011 is nader op deze vorming ingegaan. Middels de Voorjaarsnota 2011 zijn nog gelden en deels ook investeringsverplichtingen overgeheveld van de ‘reserve parkeerfonds exploitatie’ naar de ‘reserve structuurfonds’. 2010 De ‘voorziening dialect activiteiten’ is gevormd (€ 30.000, rekening 2010). De stichting Kirchröadsjer Dieksiejoneer heeft haar nagestreefde doel bereikt en is opgeheven. Het liquidatiesaldo is gestort in deze voorziening ten behoeve van het financieel ondersteunen van dialectactiviteiten. 2011 De ‘reserve WSW’ is gevormd in verband met de WSW/Licom problematiek. Middels de Najaarsnota 2011 is hiervoor een bedrag van € 6,0 miljoen gereserveerd.
Bijlage 3: Nadere toelichting reserves en voorzieningen nr.
Naam
Doel/omschrijving
algemene reserve
201
algemene reserve
301
bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven egalisatiereserve afvalverwerking
302
egalisatiereserve riolen
403
overige bestemmingsreserves reserve FWI
405
reserve HRM
407
reserve kernagenda parkstad
408 420 421 422
reserve verenigingen en vrijwilligers reserve WMO reserveplantsoenen reserve grondexploitatie OBK
423
algemene reserve obk
424
reserve stadsmarketing
425
reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs
426
reserve liquidatie sanering mijnterrein
Tot de 'algemene reserve' worden gerekend alle reserves, niet zijnde een bestemmingsreserve. De reserve functioneert als algemeen buffervermogen. Een eenmaal opgebouwde reserve hoeft op grond van deze schommelingen niet afgebouwd te worden als het aangegeven maximum wordt overschreden. De bandbreedte fungeert meer als richtlijn om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen.
Het product reiniging zit budgettair neutraal in de begroting. De 'egalisatiereserve afvalverwerking' kan worden ingezet om externe schommelingen in de tariefstelling op te vangen. Verder wordt de eindafrekening per dienstjaar toegevoegd danwel onttrokken aan de reserve. Het product riolering zit budgettair neutraal in de begroting. De 'egalisatiereserve riolen' dient om schommelingen in de tariefsbepaling te kunnen opvangen. Uit het rioolbeheersplan blijken de noodzakelijke investeringen en wordt een verband gelegd met de tarieven. Tevens blijkt meerjarig het beroep dat op de reserve moet worden gedaan.
Deze reserve dient om het beleidsveld "sozawe" (m.n. bijstandsuitkeringen) zoveel mogelijk budgettair neutraal te laten verlopen c.q. om tegenvallers op te vangen. De gelden mogen ook worden gebruikt voor incidentele bedrijfsvoeringskosten die direct gerelateerd zijn aan het beleidsveld. Met deze reserve kan invulling worden gegeven aan trajecten op het personele vlak die vaak over de jaargrenzen heengaan (bijv. Persoonlijke Ontwikkelings Plannen). Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van projecten in parkstad verband (deels) te dekken. Momenteel betreft dit de inzet voor de buitenring. Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van mbt verenigingen en vrijwilligers te kunnen dekken. De reserve fungeert als buffer voor het opvangen van additionele kosten WMO. Vrij besteedbaar. De reserve fungeert als buffer voor de groenvoorziening om onvoorziene uitgaven op te vangen. Dit is de "werkreserve" van het OBK van waaruit grondexploitaties worden bekostigd danwel opbrengsten worden geparkeerd ten behoeve van investeringen. Een groot deel is bestemd voor wijkontwikkelingsplannen en majeure projecten. Periodiek wordt het meerjarig verloop van deze reserve bewaakt en geactualiseerd om tijdig in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Door de activiteiten van het OBK en de daarmee verbonden risico's werd een eigen reserve van enige omvang noodzakelijk geacht. Daarom is er specifiek voor het opvangen van evt. niet reeds voorziene/afgedekte risico's in de grondexploitaties een eigen reserve die als buffer fungeert. Deze reserve wordt gebruikt ter dekking van kosten verbonden aan het promoten van de stad Kerkrade. Is in 2001 gevormd. De reserve is destijds gevormd door een deel van de algemene uitkering n.a.v. de decentralisatie huisvestingsvoorziening onderwijs te boeken. Uit deze post worden de kapitaallasten van onderwijsvoorzieningen en de overige kosten van onderwijsvoorzieningen afgedekt. Het betreft hier dus eigen middelen. De reserve is afkomstig uit de operatie "van zwart naar groen" van het S.S.O. en is bedoeld voor de herinrichting van de mijnterreinen. I.c. wordt de reserve gebruikt voor de bodemsanering van de terreinen in combinatie met de herinrichting ervan. De reserve is destijds gevoed door een ontvangen liquidatie-uitkering i.v.m. beëindiging van de taakopdracht sanering mijnterrein. Vrij te besteden door gemeente. Op deze reserve wordt een uitsterf-
Bijlage 3: Nadere toelichting reserves en voorzieningen nr.
Naam
427 429
reserve archeologisch onderzoek reserve parkeerfonds exploitatie
431
reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen
433
reserve lokaal jeugdbeleid
435
reserve evenementen
436
reserve Gaia
438
reserve stadsvernieuwing
439
reserve essent
440
reserve structuurfonds
441
reserve WSW
442
reserve gebouwen
Doel/omschrijving
constructie toegepast. Deze reserve wordt gebruikt om de (extra) kosten van archeologische onderzoeken te dekken. Buffer vergelijkbaar met de algemene reserve, waarin meevallers en een positief rekeningresultaat tijdelijk kunnen worden geparkeerd totdat ze een andere bestemming krijgen. Van belang is het "vrije saldo", aangezien hier soms ook al weer claims op liggen. De raad kan besluiten om de middelen een andere aanwending te geven. Hierin zijn posten opgenomen met een sterk verplichtend karakter, waarbij echter nog geen opdrachtverstrekking naar derden heeft plaatsgevonden en die dus formeel niet op de staat Nog te Betalen horen. Het verplichtende karakter wordt aangegeven door bijv. wet- en regelgeving, of nog af te ronden uitvoering van een reeds genomen besluit. Deze reserve is in 2005 gevormd naar aanleiding van een eenmalig positieve eindafrekening over oude jaren. Deze reserve is ingezet voor ambities op het beleidsterrein jeugdbeleid. Op deze reserve wordt een uitsterfconstructie toegepast. Deze reserve is ultimo 2005 gevormd. Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van evenementen te kunnen dekken. Is tevens ingezet voor financiering van evenementen in de rodahal (zie NJN2008) Deze reserve is via de nota Reserves en voorzieningen 2007 gevormd en bedoeld ter egalisatie van kosten waartoe de gemeente zich contractueel verplicht heeft. Wanneer de baten de lasten overtreffen kunnen de batige saldi in de exploitatie worden opgenomen en kan de reserve vervallen. In de voorjaarsnota 2008 is besloten tot vorming van een nieuwe reserve stadsvernieuwing t b v herstructureringsprojecten en aanpak verpaupering. Naar verwachting zal voornoemde problematiek mede ten gevolge van het krimpscenario in de komende jaren toenemen. Het jaar 2009 werd gekenmerkt door een forse eenmalige bate uit de verkoopopbrengst van het productie- en leveringsbedrijf van Essent NV aan RWE. In de raad van april 2009 werd ingestemd met de verkoop, als uitvoering van de door de aandeelhouders in juni 2008 vastgestelde toekomststrategie. Uiteindelijk was de verkoop op 30 september 2009 een feit. De reserve bestaat uit 2 delen: een vrij deel (peil NJN2011: € 11,0miljoen) en een dichtverplicht deel. Over het vrije deel kan vrij worden beschikt. Het dichtverplichte deel heeft te maken met de gekozen systematiek om het structurele gemis aan dividenden Essent in de begroting goed te maken en heeft een relatie met de bruglening Enexis. Ten laste van de Essent-opbrengst is de “reserve structuurfonds” gecreëerd. Dit is bedoeld als algemeen fonds, waarbij de bedragen niet specifiek gelabeld zijn, maar bedoeld zijn als denkrichtingen. In de VJN2011 waren de denrichtingen en bedragen nader aangeduid: centrumontwikkeling, avantislijn/lightrail, gemeenschapshuizen, bibliotheken, mfc d’r pool, stadsvernieuwing, overige herstructureringsprojecten, jeugd (o.a. speeltuinen), nieuw dierentehuis, zeer grootschalige evenementen, bedrijfsvoering, begraafplaatsen kaalheide en hambos, verbeteren oevers stuwmeer craneweijer en inrichtingsstructuur, verbeteren stadsentrees en inrichtingsstructuur steenwegen, collectief cameratoezicht bedrijventerreinen 1e en 2e fase, achilles top baan / sportpark kaalheide. Voor de aanwending van deze middelen zal de raad steeds een besluit nemen. Deze reserve is middels de NJN2011 gevormd in verband met de WSW/Licom problematiek. De exploitatiecijfers van Licom stond onder druk en dit is nog verslechterd door de rijksbezuinigingen op de WSW. De gemeente Kerkrade kan op haar aandeel worden aangesproken. Als buffer is deze reserve beschikbaar. Middels de NRV2011 zijn de gelden uit de voorziening onderbouw gebouwen overgeheveld naar deze reserve. Deze reserve kan worden gebruikt voor de kosten van de gemeentelijke gebouwen op te vangen. Onderhoudskosten worden voor het merendeel in de exploitatie al begroot. Incidentele meevallers bijvoorbeeld uit de verkoop van gebouwen worden hierin gestort. De voorziening onderhoud gebouwen wordt opgeheven.
Bijlage 3: Nadere toelichting reserves en voorzieningen nr.
Naam
608
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s voorziening voor oninbare belastingdebiteuren
620
voorziening pensioenverplichting wethouders
621
voorziening dub. deb. Sozawe
622
voorziening verkoop essent
614
onderhoudsegalisatievoorzieningen n.v.t. door derden beklemden middelen met een specifieke aanwendingsrichting voorziening erfenis driessen t.b.v. tehuis ouden van dagen
623
voorziening dialect activiteiten
Doel/omschrijving
Deze voorziening dient om de financiële consequenties van niet-geraamde afboekingen van oninbare belastingdebiteuren of niet-geraamde schuldsaneringen op te kunnen vangen. Hiervoor wordt periodiek een inschatting gemaakt. M.n. de schuldsaneringen zijn moeilijk te ramen en kunnen incidenteel groot zijn. Tot slot is het betaalgedrag van mensen verslechterd. Deze voorziening is in 2005 gevormd ten laste van het P-budget. Deze voorziening dient ter dekking van de aan de gemeente overgedragen pensioenaanspraken van wethouders (Wet APPA). Vanaf 2006 wordt deze voorziening gevoed door de ingehouden premies op de loonsom in de voorziening te storten. In verband met destijds aangescherpte verslaggevingseisen is de wijze van boekhouden veranderd m.b.t. terugbetaling door SoZaWe debiteuren. Vanwege het risico van oninbaarheid is in 2007 besloten om vanaf de jaarrekening 2006 een voorziening te creëren voor de risico's van eventuele oninbaarheid. Er is sprake van “rechten” van aandeelhouders op de garantiefondsen (vordering), die echter vooralsnog volledig in een voorziening waren gestort omdat de hoogte nog onzeker was. In de “voorziening Essent” zijn resp. zullen deze posten (garanties, dividenden Borssele) worden verwerkt. Deze verwerking is overigens verplicht voorgeschreven door de Provinciale toezichthouder(s) in samenwerking met de grote accountantskantoren en gebeurt door provincies en gemeenten op uniforme wijze. Voor wat betreft het gedeelte “Borssele” is op 30 september 2011 een minnelijke schikking definitief geworden. De in deze voorziening gestorte in de tussentijd ontvangen dividenden maken deel uit van de eindafrekening in deze. Thans resteren derhalve nog alleen de garanties. In 2011 is een groot deel van de garanties vrijgevallen, dit is meegenomen in de NJN2011. Op 30 september 2015 lopen de laatste garanties af.
De kosten van onderhoud worden zoveel mogelijk in de exploitatie opgenomen.
Op 31 juli 1974 besloot de Raad van Kerkrade tot het aanvaarden van het aan de gemeente toekomend aandeel in de nalatenschap Driessen en de opbrengst daarvan, overeenkomstig de wil van de erflater, aan te wenden voor het stichten of onderhouden van een tehuis voor ouden van dagen in de gemeente Kerkrade. Inmiddels zijn de rente- en aflossingsverplichtingen m.b.t. het bejaardenwerk Vroenhof die de inzet van deze voorziening vanaf 1989 lange tijd “blokkeerden” niet meer aan de orde. Wel geldt voor het restant aan middelen uiteraard nog steeds de bestemmingsverplichting conform de wil van de erflater. Onverminderd het vermelde in de “subsidieverordening vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade” heeft de beleidsregel “subsidie dialect activiteiten“ betrekking op incidentele subsidieverlening aan de plaatselijke dialectverenigingen en toneelverenigingen voor te organiseren activiteiten die de instandhouding van het Kerkraads dialect bevorderen. De voorziening is gevoed door het liquidatiesaldo van de stichting Kirchröadsjer Dieksiejoneer.
In de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 worden tevens de minimum- en maximumomvang aangegeven voorzover van toepassing.
Bijlage 4. Staat van reserves en voorzieningen peil NJN2011 (bedragen *€ 1.000) nr.
omschrijving
situatie 1.1.2011
201 algemene reserve
toev 2011
onttr 2011
situatie 1.1.2012
toev 2012
onttr 2012
situatie 1.1.2013
toev 2013
onttr 2013
situatie 1.1.2014
toev 2014
onttr 2014
situatie 1.1.2015
toev 2015
onttr 2015
situatie 1.1.2016
4.515
700
0
5.215
0
0
5.215
0
0
5.215
0
0
5.215
0
0
464
627
0
1.091
-24
0
1.067
-24
0
1.043
-24
0
1.019
-24
0
995
302 egalisatiereserve riolen
1.993
54
0
2.047
0
-31
2.016
0
-10
2.006
0
-204
1.802
0
-288
1.514
403 reserve FWI
2.628
0
-533
2.095
0
-365
1.730
0
-69
1.661
0
-69
1.592
0
-69
1.523
59
0
0
59
0
0
59
0
0
59
0
0
59
0
0
59
2.187
1.200
-620
2.767
1.200
-465
3.502
639
-310
3.831
639
-155
4.315
0
0
4.315
55
0
0
55
0
0
55
0
0
55
0
0
55
0
0
55
301 egalisatiereserve afvalverwerking
405 reserve H R M 407 reserve kernagenda parkstad 408 reserve verenigingen / vrijwilligers 417 reserve sociale vernieuwing
5.215
4
0
-4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.231
0
-797
434
0
-530
-96
0
0
-96
0
0
-96
0
0
-96
87
7
-30
64
7
-10
61
7
-30
38
7
0
45
7
0
52
422 reserve grondexploitatie obk
1.224
615
-642
1.197
567
-755
1.009
851
-900
960
303
-234
1.029
303
0
1.332
423 algemene reserve obk
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
420 reserve wet maatschappelijke ondersteuning 421 reserve plantsoenen
424 reserve stadsmarketing 425 reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs 426 reserve liquidatie sanering mijnterrein 427 reserve archeologisch onderzoek 429 reserve parkeerfonds exploitatie 431 reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen 433 reserve lokaal jeugdbeleid 435 reserve evenementen 436 reserve gaia 438 reserve stadsvernieuwing
77
0
-12
65
0
0
65
0
0
65
0
0
65
0
0
65
1.818
2.215
-2.093
1.940
2.215
-1.905
2.250
2.215
-1.871
2.594
2.215
-1.774
3.035
2.215
-1.750
3.500
83
0
0
83
0
0
83
0
0
83
0
0
83
0
0
83
31
0
-6
25
0
0
25
0
0
25
0
0
25
0
0
25
12.343
986
-12.479
850
100
0
950
90
0
1.040
0
0
1.040
0
0
1.040
3.256
443
-1.180
2.519
0
-115
2.404
0
-109
2.295
0
-109
2.186
0
-109
2.077
66
0
0
66
0
0
66
0
0
66
0
0
66
0
0
66
308
0
0
308
0
0
308
0
0
308
0
0
308
0
0
308
63
0
0
63
0
0
63
0
0
63
0
0
63
0
0
63
348
1.061
-304
1.105
0
0
1.105
0
0
1.105
0
0
1.105
0
0
1.105
439 reserve essent
15.460
4.000
-700
18.760
0
0
18.760
0
0
18.760
0
0
18.760
0
0
18.760
440 reserve structuurfonds
15.000
10.472
-7.821
17.651
0
-5.050
12.601
0
-8.463
4.138
0
-2.837
1.301
0
-1.300
1
441 reserve wsw
0
5.647
0
5.647
353
0
6.000
0
0
6.000
0
0
6.000
0
0
6.000
442 reserve gebouwen
0
1.053
0
1.053
6
-25
1.034
6
-25
1.015
6
-25
996
0
-25
971
605 voorziening onderhoud gebouwen
840
345
-1.185
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
608 voorziening voor oninbare belastingdebiteuren
218
0
0
218
0
0
218
0
0
218
0
0
218
0
0
218
56
0
0
56
0
0
56
0
0
56
0
0
56
0
0
56
614 voorz. erfenis driessen tbv.tehuis ouden van dagen 620 voorz. pensioenverplichting wethouders
234
210
-92
352
30
0
382
30
0
412
30
0
442
30
0
472
621 voorz dub debiteuren sozawe
1.800
0
0
1.800
0
0
1.800
0
0
1.800
0
0
1.800
0
0
1.800
622 voorziening verkoop essent
3.877
50
-1.711
2.216
0
0
2.216
0
0
2.216
0
0
2.216
0
0
2.216
30
0
-3
27
0
0
27
0
0
27
0
0
27
0
0
27
71.605
29.685
-30.212
71.078
4.454
-9.251
66.281
3.814
-11.787
58.308
3.176
-5.407
56.077
2.531
-3.541
55.067
623 voorziening dialect activiteiten
nb: stand per 1-1-2011 is werkelijk, overige mutaties en standen zijn ramingen peildatum najaarsnota 2011 aangevuld met de mutaties in deze nota.