Agendapunt nr.:
Sector Maatschappelijke Zorg
Kerkrade, 21 september 2011
Aanbiedingsbrief aan de raad. Nr.: 11it00659 Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing een ontwerpbesluit, nr. 11Rb045 inzake de instemming over een eenmalige bijdrage van € 116.082,-- uit de reserve structuurfonds Voorjaarsnota 2011 ( denkrichtingen investeringsambities ) voor de nieuwbouw van het Dierenwelzijnscentrum aan. In de nota van toelichting, nr. 11Tl038, die het ontwerpbesluit vergezelt, zijn de overwegingen en nadere gronden aangegeven waarop het ontwerpbesluit berust.
Burgemeester en wethouders van Kerkrade,
De secretaris,
J.J.M. Som
Mr. C.M. Kuikman.
Ontwerpbesluit Nr.: 11Rb045
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, • dat de gemeente verplicht is een gevonden dier gedurende 14 dagen in bewaring te nemen • dat de opvang van dieren moet voldoen aan wettelijke normen
gelezen, • de nota van toelichting, nr. 11Tl038, behorende bij dit besluit; • het verslag van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen d.d. 12 september 2011;
gelet op, • programma: Veiligheid en handhaving • deelprogramma: Veilig Leefmilieu
besluit: in te stemmen met een eenmalige bijdrage uit de reserve structuurfonds Voorjaarsnota 2011 (denkrichtingen investeringsambities ) voor de investeringskosten van nieuwbouw van het Dierenwelzijnscentrum op basis van het aantal inwoners, zijnde € € 116.082,- -
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. 28 september 2011 De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som
mr. drs. H.J.W. Jacobs- van Dongen
Nota van toelichting Nummer.: 11Tl038
Kerkrade, 21 september 2011
Onderwerp Nieuwbouw Dierentehuis Behorend bij ontwerpbesluit nummer 11Rb045
Aanleiding van het besluit Op 23 augustus 2011 heeft het college ingestemd om de samenwerkingsovereenkomst en investeringsovereenkomst met de Dierenbescherming Limburg / Dierentehuis Mijnstreek aan te gaan. De raad wordt gevraagd het bedrag van € 116.082,-- uit de “reserve structuurfonds “ ter beschikking te stellen, zoals omschreven in de Voorjaarsnota 2011 ( denkrichtingen investeringsambities ). In deze nota wordt u geadviseerd inzake deze documenten. Bijlagen: 1. Samenwerkingsovereenkomst Gemeente Kerkrade en Dierentehuis Mijnstreek / Dierenbescherming Limburg. 2. Investeringsovereenkomst Gemeente Kerkrade en Dierentehuis Mijnstreek / Dierenbescherming Limburg. 3. Overzicht investeringsbijdrage per gemeente, berekend naar het aantal inwoners per 01.01.2011.
Inleiding en wettelijke basis Onder regime van Stichting Dierentehuis Mijnstreek werd in 1960 het Dierentehuis Mijnstreek (DTM) aan de Kissel te Heerlen operationeel. Sinds die tijd fungeert het DTM als asiel voor zwerfdieren. Ingevolge het bepaalde in boek 5, artikel 8, van het Burgerlijk Wetboek zijn Nederlandse gemeenten verplicht een gevonden dier gedurende minimaal 14 dagen in bewaring te nemen en te verzorgen. Meer specifiek betreft het hier honden, katten en gedomesticeerde dieren die zwervend worden aangetroffen. Opvang van afstandsdieren valt hier niet onder. Deze wettelijke taak is door in totaal 10 gemeenten uit Parkstad en omgeving ( gemeente Heerlen, Brunssum, Gulpen-Wittem, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal) uitbesteed aan het DTM. Verder dient de huisvesting van deze dieren te voldoen aan het Honden- en Kattenbesluit 1999 ( is van kracht geworden in 2002 ).Voor bestaande asielen is bij het inwerking treden van dit HKB99 in 2002 een overgangstermijn van tien jaar ingesteld Situatie Dierentehuis Mijnstreek Sinds 2007 heeft DTM plannen voor vervangende nieuwbouw van haar huisvesting aan de Kissel aangezien het circa vijftig jaar oude gebouw in een slechte staat van onderhoud verkeert en bovendien niet meer aan de wettelijke eisen voldoet Een onafhankelijk onderzoek door ing. B. Glaudemans heeft doen uitwijzen dat het gebouw in een slechte staat van onderhoud verkeert; de regulier benodigde investeringen en reparaties zijn onrendabel of gewoonweg niet mogelijk. Daarnaast voldoet de huidige accommodatie niet aan het in 2002 van kracht geworden Honden- en Kattenbesluit 1999 (HKB99), waarin expliciete eisen aan de bouw en inrichting van het dierenasiel worden gesteld.. Dit betekent dat in 2012 gestart moet worden met de daadwerkelijke (nieuw)bouw van het Dierenwelzijnscentrum. Omdat het de bouw van een voorziening met inspanningsverplichting en zonder concrete resultaatverplichting betreft (en er dus geen sprake is van een opdrachtverlening en bijbehorende aanbesteding) is dit haalbaar.
Nieuwbouw Op 14 mei 2008 heeft DTM haar plannen in een ‘Masterplan nieuwbouw Dierentehuis 2008’ gepresenteerd aan de ambtelijke werkgroep van de 10 betrokken gemeenten. De totale kosten hiervan waren geraamd op € 2.482.850,- inclusief btw. De noodzaak tot nieuwbouw van DTM werd door de werkgroep erkend, maar een door de gemeente Heerlen en de gemeente Kerkrade uitgevoerde toetsing van het Masterplan op het onderdeel kostenindicatie wees uit dat de plannen te duur en te luxe waren. Tegelijkertijd presenteerde de Dierenbescherming Limburg haar nieuwbouwplannen voor een Dierenwelzijnscentrum in de omgeving van Sittard-Geleen, waarvan de kosten geschat werden op € 7.500.000,-- Om tot een goedkoper en soberder voorstel voor de 10 gemeenten te komen is door de werkgroep tijd en energie geïnvesteerd in het tot stand komen van een samenwerking tussen Dierentehuis Mijnstreek en Dierenbescherming Limburg (DL), teneinde de afzonderlijke plannen voor nieuwbouw te koppelen. Dit heeft geleid tot een intentieovereenkomst en een fusie- en managementovereenkomst, die per 1 januari 2012 moeten leiden tot een daadwerkelijke fusie tussen DTM en DL. Op 1 maart 2010 is door DTM in samenwerking met DL een minimum en maximum variant huisvestingsscenario gepresenteerd met als uitgangspunt een nevenvestiging in Parkstad (Heerlen) en een centrale vestiging in Sittard-Geleen. Vervolgens hebben diverse overleggen plaatsgevonden om overeenstemming te bereiken tussen de werkgroep en DTM / DL inzake het nieuwbouwvoorstel. Voorliggend collegevoorstel is het resultaat van het meest sobere en doelmatige nieuwbouwvoorstel van het Dierenwelzijnscentrum. De uitgangspunten van dit voorstel zijn dat er een nevenvestiging voor de opvang van zwerfdieren in Heerlen blijft. In de nevenvestiging vindt gedurende 14 dagen quarantaine opvang van honden en katten uit Parkstad en omgeving plaats, waardoor burgers hun dier bij vermissing ‘dicht bij huis’ kunnen terughalen. Tevens vindt er op beperkte schaal uitplaatsing bij nieuwe eigenaren plaats. De nevenvestiging fungeert ook als uitrukpost voor de dierenambulance / transportdienst zodat de aanrijtijden beperkt blijven. Dieren die meer zorg ofwel intensieve opvang behoeven, dieren die de quarantaine verlaten en dieren niet zijnde honden en katten (konijnen, knaagdieren etc.) worden naar de centrale vestiging in Sittard-Geleen gebracht. Om een weloverwogen keuze te kunnen maken is op initiatief van de werkgroep onderzoek verricht naar mogelijke alternatieven voor nieuwbouw van het Dierenwelzijnscentrum/ dierentehuis. Door de gemeente Heerlen, afdeling Beheer en Onderhoud, bureau Vastgoedbeheer, zijn berekeningen gemaakt voor nieuwbouw van een dierenasiel in eigen (gemeentelijk) beheer, voor nieuwbouw van DTM in eigen beheer en voor huisvesting van DTM in een reeds bestaande accommodatie. Aandachtspunten bij bovengenoemde alternatieven waren met name het aanvragen van een vergunning, een eventuele wijziging van het bestemmingsplan en het zelf moeten organiseren van verhuur, beheer en exploitatie van de accommodatie. Daarnaast is er bij bovenstaande alternatieven geen sprake van samenwerking tussen DTM en DL, waar de werkgroep veel belang aan hechtte. Alles in overweging nemende heeft de werkgroep gekozen voor nieuwbouw van het Dierenwelzijnscentrum/ dierentehuis met overdracht van het eigendom naar DTM / DL.
Keuze en kosten De totale kosten van de nieuwbouw op de huidige locatie in combinatie met het aandeel in het nog te bouwen Dierenwelzijnscentrum in Sittard-Geleen worden geraamd op € 1.128.709,-. Een gedeelte van deze investeringskosten, zijnde € 453.709, -- kunnen gedekt worden uit aanwezige of nog te genereren middelen door DTM en DL. De eenmalige investeringskosten voor de 10 gemeenten samen zijn € 675.000,-. Voor de gemeente Kerkrade betekent dit een eenmalige investering van € 116.082,- en het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met DTM / DL voor 15 jaar. Het realiseren van een nevenvestiging in Heerlen is de goedkoopste optie waarbij kwaliteit gewaarborgd is. De variant van mei 2010 die nu wordt voorgesteld vraagt voor de nevenvestiging in Parkstad (Heerlen) een investering van € 675.000,- voor de 10 gemeenten samen, ofwel een bijdrage van € 116.082,- voor de gemeente Kerkrade. Uitgangspunt c.q. standpunt vanuit de werkgroep is gebleven dat de investeringsbijdrage is gebaseerd op de wettelijke opvangtermijn van 14 dagen voor honden,
katten en gedomesticeerde dieren en het willen behouden van de kernfunctie in de nabijheid zodat burgers hun dier bij vermissing ‘dicht bij huis’ kunnen terughalen. Op basis van interne berekeningen door de afdeling Beheer en Onderhoud, bureau Vastgoedbeheer van de gemeente Heerlen, is de werkgroep uiteindelijk in onderhandeling gegaan met DTM / DL en is gekozen voor de minimumvariant wat betreft investeringskosten. In de investeringsovereenkomst zijn de wederzijdse verplichtingen tussen enerzijds DM / DL en anderzijds de gemeente Kerkrade vastgelegd, zoals de eenmalige bijdrage in de bouwkosten, de termijn wanneer dit bedrag beschikbaar wordt gesteld en het voor de komende 15 jaar verantwoordelijkheid zijn van DTM / DL voor de wettelijk verplichte opvang van zwerfdieren voor de gemeente Kerkrade (zie bijlage 2). Dekking kosten De totale kosten van de nieuwbouw op de huidige locatie en het aandeel in het nog te bouwen Dierenwelzijnscentrum in Sittard worden gezamenlijk geraamd op € 1.128.709,-. Een gedeelte van deze investeringskosten kunnen gedekt worden uit aanwezige of nog te genereren middelen door DTM en DL. In onderstaand dekkingsplan is een en ander nader uiteen gezet:
Onderdeel Bijdrage uit bestemmingsres erve DTM
Toelichting Bedrag DTM heeft afgelopen jaar een reserve opgebouwd € 150.000 t.b.v. de huisvesting. Een deel is nodig voor enkele urgente aanpassingen in 2011. Het resterende deel kan worden aangewend voor de nieuwbouw. Bijdrage uit Het deel van de grond van het huidige complex dat € 150.000 verkoop niet noodzakelijk is voor de nieuwbouw (incl. overtollige grond parkeer- en groenvoorzieningen) wordt aangeboden voor de verkoop. De opbrengst wordt geraamd op 1.875 m2 à € 80,- = € 150.000. Bijdrage DTM en DL verwacht een bedrag van totaal € 100.000 vermogensfonds € 100.000 aan vermogensfondsen te genereren. en Extra bijdrage DTM en DL is bereid een extra bijdrage in de kosten € 53.709 DTM en DL te leveren van totaal € 53.709,-. Eenmalige De 10 betrokken gemeenten zullen in totaal een € 675.000 investeringsbijdr bijdrage leveren van € 675.000,-. De verdeling van agen de kosten vindt plaats op basis van het aantal gemeenten inwoners. In bijlage 3 treft u een overzicht aan van de kosten per gemeente berekend naar het aantal inwoners per 01.01.2011. TOTAAL Totale investeringskosten € 1.128.709 Zoals reeds vermeld vindt de verdeling van de eenmalige gemeentelijke bijdrage in de investeringskosten plaats op basis van het aantal inwoners van de aangesloten gemeenten. Voor onze gemeente bedraagt de bijdrage € 116.082,In de Voorjaarsnota 2011 van de gemeente Kerkrade is een bedrag van €200.000,-- gereserveerd om deze eenmalige kosten te dekken en is voor de daadwerkelijke aanwending van deze gelden uit de “reserve structuurfonds”een separaat besluit van de raad nodig. Een bedrag van € 42.000,-- is in de jaarlijkse begroting opgenomen om de jaarlijkse structurele kosten te betalen. Deze structurele kosten bestaan uit een vast bedrag van € 0,33 per inwoner per jaar en een bedrag van € 125,74 per opgevangen dier.
Nieuwbouw Sittard-Geleen Nieuwbouw nevenvestiging in Heerlen is afhankelijk van nieuwbouw centrale vestiging in SittardGeleen. Momenteel doorloopt DL in de gemeente Sittard-Geleen een vergelijkbaar traject als in de gemeente Kerkrade en overige 9 gemeenten; enerzijds zit DL in een fusietraject met dierenasiel De Reddingsboei, anderzijds wordt nieuwbouw van de centrale vestiging aan de gemeente voorgelegd. Voorliggend voorstel is gebaseerd op realisatie van zowel de nevenvestiging in Heerlen als de centrale vestiging in Sittard, die ook niet van elkaar losgezien kan worden. Zo worden belangrijke voorzieningen, zoals veterinaire en logistieke voorzieningen, zelfs tijdens de wettelijke eerste 14 dagen aangeboden vanuit de centrale vestiging. Indien de centrale vestiging niet gerealiseerd wordt, kan met het voorstel van de nevenvestiging in haar huidige, minimale vorm niet worden volstaan. In de investeringsovereenkomst is dan ook opgenomen dat het opvangcentrum uiterlijk gerealiseerd is per 1 januari 2015, waarbij met opvangcentrum het dierenwelzijnscentrum als totaal (Heerlen en Sittard) wordt bedoeld. Daarnaast zijn de bijdragen van de gemeente gekoppeld aan de voortgang van de bouw en is geregeld dat DTM / DL hoe dan ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de wettelijke taak.
Samenwerking Op initiatief van de ambtelijke werkgroep is een samenwerking tussen DTM en DL tot stand gekomen: begin 2010 is een intentieovereenkomst tot samenwerking getekend en eind juni 2010 is een fusie- en managementovereenkomst getekend, die per 1 januari 2012 moet leiden tot de daadwerkelijke fusie tussen Dierentehuis Mijnstreek en Dierenbescherming Limburg. De door de werkgroep beoogde voordelen die de samenwerking met zich mee zal brengen betreffen zowel inhoudelijke, organisatorische als financiële voordelen. Inhoudelijk betekent dit o.a. het ontstaan van een Dierenwelzijnscentrum (ten opzichte van een dierentehuis) en kennisdeling. Op organisatorisch vlak betekent dit o.a. professionalisering van de organisatie (ten opzichte van het huidig vrijwilligerskarakter) en waarborging van de continuïteit van het in bewaring nemen en verzorgen van een gevonden dier. Op fi nancieel vlak is er efficiency- en/of schaalvoordeel te behalen, te starten bij lagere nieuwbouwkosten ten opzichte van het oorspronkelijke nieuwbouwplan en het kunnen voeren van een efficiënte en duurzame bedrijfsvoering en beleidsuitvoering. Overeenkomst Garantie wordt geboden dat de door de gemeente in bewaring gegeven dieren voor in ieder geval 15 jaar door DTM / DL worden opgevangen en verzorgd. In de samenwerkingsovereenkomst (zie bijlage 1) zijn de wederzijdse verplichtingen tussen enerzijds DTM / DL en anderzijds de gemeente Kerkrade vastgelegd. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten voor 15 jaar, wat betekent dat beide partijen zich voor in ieder geval 15 jaar aan elkaar en aan de gemaakte afspraken committeren. Voor wat betreft de zorgplicht betekent dit dat DTM / DL de komende 15 jaar verantwoordelijk is voor de wettelijke opvang van zwerfdieren van de gemeente Kerkrade en de gemeente Kerkrade zelf hiervan gevrijwaard is. Om de continuïteit ook na 15 jaar enigszins te waarborgen wordt na 2027 de samenwerkingsovereenkomst elk jaar stilzwijgend verlengd, tenzij de partijen (met inachtneming van 1 jaar opzegtermijn) besluiten de overeenkomst op te zeggen. Enkele overige zaken die hierin geregeld zijn: de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage per opgevangen dier per inwoner blijft gelijk met dien verstande dat deze jaarlijks op basis van de (CBS) index wordt verhoogd, de afrekening ervan en de inhoudelijke en financiële planningscyclus met betrekking tot de subsidie. Om de kwaliteit van het Dierenwelzijnscentrum te kunnen waarborgen wordt uit de deelnemende gemeenten een werkgroep Dierenwelzijnscentrum geformeerd (die in ieder geval 1x per half jaar overleg heeft met DM / DL) en zal iedere 2 jaar een evaluatie plaatsvinden. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt om zoveel mogelijk te werken met vrijwilligers en instroom van cliënten van de sociale dienst van de 10 betrokken gemeenten.
Evaluatie Om zowel de kwaliteit als het financieel aspect te bewaken zijn in de samenwerkingsovereenkomst enkele evaluatieafspraken opgenomen. Zo biedt de jaarlijkse subsidieaanvraag van DM / DL de gemeente inzicht in de verrichte inspanningsverplichting om zoveel mogelijk te werken met vrijwilligers en instroom van cliënten uit de sociale kaartenbakken. Daarnaast zal getoetst worden welk deel de overhead van de totale begroting uitmaakt. Iedere 2 jaar zal een evaluatie van het functioneren van het Dierenwelzijnscentrum plaatsvinden. En 5 jaar na realisatie van de nieuwbouw zal door een onafhankelijke financiële deskundige een financiële toetsing plaatsvinden van de bijdragen van de gemeenten. Planning, procedure en uitvoering Een (met voorliggend vergelijkbaar) voorstel wordt door de 10 betrokken gemeenten aan hun College van Burgemeester en Wethouders of Raad voorgelegd. Na instemming door alle 10 de Colleges van Burgemeester en Wethouders en/of Raden, wordt gestart met (de voorbereiding van) de nieuwbouw Dierenwelzijnscentrum. Bij het inwerking treden van het HKB99 in 2002 is een overgangstermijn van tien jaar ingesteld. Dit betekent dat uiterlijk op 1 januari 2012 gestart moet worden met het aanvragen van vergunningen e.d. en halverwege 2012 met de daadwerkelijke (nieuw)bouw van het Dierenwelzijnscentrum.
Samenwerkingsovereenkomst basisvoorziening dierennoodhulp 1-1-2012 tot 1-1-2027 tussen Gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Nuth, Onderbanken, Gulpen-Wittem, Vaals, Simpelveld en Voerendaal en
Dierenbescherming Limburg/Dierentehuis de Mijnstreek
De gemeente Kerkrade en de Dierenbescherming/DTM hebben een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor de periode 1-1-2012 tot 1-1-2027. Overweging en besluit: De ondergetekenden: 1. de gemeente Kerkrade, ten deze krachtens artikel 171, van de Gemeentewet vertegenwoordigd door burgemeester J.J.M. Som, en 2. de Dierenbescherming/DTM, ten deze vertegenwoordigd door noemen: “Dierenbescherming/DTM”,
hierna te
gezamenlijk te noemen “Partijen”, In aanmerking nemende: - dat de gemeente vanuit diverse nationale wettelijke regelingen verplichtingen t.o.v. dieren heeft; - dat de Dierenbescherming/DTM een instelling is die activiteiten ontplooit op het gebied van dierennoodhulp en -welzijn en daarmee een belangrijke instelling is op lokaal niveau; - dat de gemeente groot belang hecht aan de centrale rol van de Dierenbescherming/DTM op het gebied van dierennoodhulp binnen de gemeente; - dat de gemeente afspraken wilt vastleggen over de financiering en de uitvoering van activiteiten en daaraan gerelateerde prestaties voor de periode 1-1-2012 tot 1-1-2027; - dat een overeenkomst met de Dierenbescherming/DTM inzake dierennoodhulp een essentieel onderdeel van gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid uitmaakt; - dat gezien het feit dat de Dierenbescherming/DTM werkzaam is in meerdere gemeenten, deze opdrachtverlening bij voorkeur dient te passen binnen een gezamenlijk stelsel van uniforme afspraken zoals opgenomen in onderhavige overeenkomst doch dat de opdrachtverlening een zuiver bilaterale aangelegenheid is; - dat de vergoeding van de gemeente niet te beschouwen is als subsidie conform de subsidieverordeningen derhalve niet aan kortingen onderhevig kunnen zijn; - Dat Dierenbescherming en DTM per 01-01-2012 fuseren tot een rechtspersoon maar tot die tijd in dit document als twee rechtspersonen worden aangeduid. besluiten: Een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan in het kader van de zorgplicht voor gevonden dieren volgens het Burgerlijk Wetboek rekening houdend met de Gezondheidsen Welzijnswet voor Dieren en andere relevante wet- en regelgeving inzake dieren(welzijn).
Pagina 2 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
Artikel 1 Doel van de overeenkomst Het doel van de overeenkomst is tweeledig, te weten: 1. Het scheppen van een kader waarbinnen partijen afspraken maken die moeten worden nagekomen. 2. Zekerheid voor de gemeente en de Dierenbescherming/DTM over de financiële middelen voor een - in principe - meerjarige periode. Dit biedt de Dierenbescherming/DTM de mogelijkheid voor het voeren van een efficiënte organisatie van de inzet van mensen en middelen, wat de beleidsuitvoering, de bedrijfsvoering en de beheersing van bedrijfsrisico’s ten goede komt. Artikel 2 Verplichtingen van de gemeente 1. De gemeente geeft, ter uitvoering van de in boek 5 titel 2 artikel 5 en 8 Burgerlijk Wetboek (bijlage 1) neergelegde bepalingen omtrent de bewaring van gevonden zaken, alle binnen de gemeentegrenzen gevonden levende dieren waarvan overeenkomstig art. 5 lid 1 en lid 3 BW aangifte is gedaan in bewaring aan de Dierenbescherming/DTM (bijlage 2 overdrachtsovereenkomst). Als aangifte dient te worden aangemerkt de in een vindersverklaring vastgelegde en ondertekende mededeling van de vinder dat hij het dier onbeheerd heeft aangetroffen en wil overdragen. Deze aangifte, zoals genoemd in art. 5 lid 1.a BW kan ook bij een van de samenwerkende dierenopvangcentra worden gedaan. 2. Het in het eerste lid bepaalde betreft alle zwerfdieren, waarvan redelijkerwijs een eigenaar vermoed kan worden. Naast honden en katten betreft het ook andere gezelschapsdieren en gehouden dieren maar geen productiedieren. 3. De burgemeester der voornoemde gemeente draagt gevonden dieren, onmiddellijk na de in art. 5:8 lid 3 BW bedoelde periode dat zij namens de gemeente, door de Dierenbescherming/DTM in bewaring zijn genomen, op basis van de "Overdrachtsovereenkomst Burgemeester - Dierenbescherming/DTM", in eigendom over aan de Dierenbescherming/DTM. De administratie van de Dierenbescherming/DTM en haar samenwerkingspartners dient daartoe als bewijs. 4. Wanneer het gevonden dier opgehaald dient te worden, geschiedt dit door een door de Dierenbescherming/DTM aangestuurde dierenambulance. Veterinaire zorg wordt verleend door bedrijven en personen die handelen conform de Wet Uitoefening van de Diergeneeskunde en in deze samenwerken met de Dierenbescherming/DTM. Artikel 3 Verplichtingen van De Dierenbescherming/DTM 1. De Dierenbescherming/DTM verplicht zich om de aan haar door de gemeente op grond van de in artikel 2 in bewaring gegeven dieren binnen het wettelijk kader van o.a. het Honden en Kattenbesluit (HKB 1999) en Gezondheid- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) te vervoeren, te huisvesten, te voeden en medisch te (doen) verzorgen. 2. De Dierenbescherming/DTM ziet toe op een juiste uitvoering van werkzaamheden door de door haar ingezette organisaties.
Pagina 3 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
3. Bij binnenkomst in een dierenopvangcentrum dient voor elk gevonden dier een ‘vindersverklaring’ opgemaakt te worden, welke aangeeft waar en in welke gemeente het dier gevonden is. De vinder verklaart daarbij niet de eigenaar van het gevonden dier te zijn. 4. De genoemde dieren zullen alle wettelijk verplichte vaccinaties en registraties ontvangen. 5. Na afloop van de voorgeschreven bewaarperiode en na de eigendomsoverdracht van de dieren aan de Dierenbescherming/DTM, zullen de Dierenbescherming/DTM en de samenwerkende opvangorganisaties alles in het werk stellen om een nieuwe eigenaar voor de bedoelde dieren te zoeken. 6. De Dierenbescherming/DTM houden een deugdelijke registratie bij van alle inkomende- en uitgaande dieren, hetzij op papier, hetzij digitaal. 7. Dieren, die specialistische opvang behoeven, zullen door de Dierenbescherming/DTM zo spoedig mogelijk naar een dergelijke specialistische opvang gebracht worden. 8. De Dierenbescherming/DTM voorziet in een meldkamer dierennoodhulp welke 24 uur per dag (telefonisch) bereikbaar is voor het publiek. 9. De Dierenbescherming/DTM werkt zo veel mogelijk samen met dierenopvangcentra die het kwaliteitskeurmerk “Erkend door de Nederlandse Vereniging tot bescherming van Dieren” dragen. Dit ter garantie voor de juiste wijze van bewaring en verzorging van de dieren en overeenkomstig de eigen doelstellingen van de Dierenbescherming/DTM. 10. De Dierenbescherming/DTM is verantwoordelijk voor alle kosten welke voortvloeien uit het ten uitvoer brengen van bovenstaande, door de gemeente aan de Dierenbescherming/DTM gedelegeerde verplichtingen (2.1 t/m 2.4). Hieronder vallen, zich niet beperkend tot, het inhuren en/of exploiteren van een meldkamer, dierenambulance, veterinaire zorg en dierenopvang. 11. DTM/DB hebben een inspanningsverplichting om zoveel mogelijk te werken met vrijwilligers en de instroom van cliënten uit de sociale kaartenbakken van de deelnemende gemeenten Artikel 4 Duur van de overeenkomst 1. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van 15 jaren. De overeenkomst treedt in werking op 01-01-2012 en eindigt van rechtswege op 0101-2027. 2. Uiterlijk 01-01-2017 wordt de wederzijdse samenwerking geëvalueerd. Op grond van deze evaluatie bespreken partijen gezamenlijk de wijze waarop de wederzijdse samenwerking vanaf 2017 gestalte dient te krijgen en eventuele wijzigingen die hiertoe nodig zijn in de dienstverlening van de Dierenbescherming/DTM of deze overeenkomst. Voor deze evaluatie zal een financieel onafhankelijke toets plaatsvinden door een in overleg aan te wijzen externe accountant. In deze toets wordt onderzocht of de bijdrage van gemeente aansluit bij de werkelijke kosten voortvloeiende uit de wettelijke taak. Partijen zijn met elkaar en 9 andere gemeentes in de regio Parkstad e.o. in overleg over een collectieve overeenkomst voor de basisvoorziening dierennoodhulp. Partijen
Pagina 4 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
onderschrijven de wenselijkheid van een dergelijke collectieve overeenkomst en verklaren akkoord te gaan met een directe tussentijdse ontbinding van deze (individuele) overeenkomst zodra de collectieve overeenkomst door alle betrokken partijen ondertekend is. Artikel 5 Vergoeding 1. Dierenbescherming/DTM heeft recht op een bedrag per opgevangen dier en inwoner (naast een eenmalige bijdrage in de bouwkosten). 2. De gemeentelijke vergoeding voor de in artikel 3 overeengekomen verplichtingen van de Dierenbescherming/DTM bedraagt het jaar 2012 een bedrag van € 125,74 per binnengekomen zwerfdier (inflatiecijfer voor 2011 moet nog toegepast worden). 3. De gemeentelijke vergoeding voor de in artikel 3 overeengekomen verplichtingen van de Dierenbescherming/DTM bedraagt voor het jaar 2012 een bedrag van € 0,33 per inwoner (inflatiecijfer voor 2011 moet nog toegepast worden). 4. Bij de berekening van de gemeentelijke vergoeding wordt uitgegaan van het aantal inwoners per 1 januari van het betreffende jaar. 5. Bovengenoemde vergoeding zal elk jaar door de gemeente aan de Dierenbescherming/DTM worden voldaan in 4 gelijke termijnen, te weten: 25% van het budget vóór 20 januari, 25% van het budget vóór 20 april 25% van het budget vóór 20 juli en 25% van het budget vóór 20 oktober. De mogelijkheid bestaat om in voorkomende gevallen, bijvoorbeeld bij de start van een groot project, een extra voorschot te vragen, dat daarna in mindering wordt gebracht op de normale termijnen. 6. De bijdrage blijft na ingebruikname van de regionale opvang gelijk maar zal jaarlijks met inflatiepercentage worden verhoogd op basis van de consumentenprijsindex van het CBS. Artikel 6 Positie van Dierenbescherming/DTM 1. Vrijheid in uitbesteden van opdrachten 1. De gemeente behoudt het recht om ook andere instanties/instellingen te vragen uitvoering te geven aan projecten op het gebied van dierennoodhulp en –welzijn, niet zijnde in deze overeenkomst genoemde structurele activiteiten. 2. De gemeente kan de Dierenbescherming/DTM raadplegen bij het ontwikkelen van gemeentelijk beleid dat op het werkterrein van de Dierenbescherming/DTM ligt. 3. De Dierenbescherming/DTM krijgt de gelegenheid om haar extra diensten in offerte aan te bieden, een en ander conform de in de gemeente geldende aanbestedingsregels 2. Vrijheid in aannemen van opdrachten 1. De Dierenbescherming/DTM kan opdrachten tegen betaling aannemen van andere instanties/instellingen dan de gemeente, mits dit de afspraken met de gemeente en de gemeentebelangen niet doorkruist ofwel belemmert. De gemeente is niet (financieel) verantwoordelijk voor die activiteiten.
Pagina 5 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
2. De Dierenbescherming/DTM maakt in de jaarrekening inzichtelijk met welke geldstromen de andere activiteiten dan de activiteiten en diensten voor de gemeente zijn gefinancierd. Artikel 7 Communicatie 1. Overleg tussen ambtenaren en medewerkers van de Dierenbescherming/DTM. Structureel vindt inhoudelijk overleg plaats. Dit kan zowel de inhoud van projecten en/of structurele activiteiten betreffen als afstemming en/of evaluatie. Overleg vindt in ieder geval 1x per half jaar plaats of vaker indien wenselijk/noodzakelijk. 2. Bestuurlijk overleg Minimaal eenmaal per jaar in april/mei vindt een bestuurlijk overleg plaats tussen een delegatie van het bestuur en management van de Dierenbescherming/DTM enerzijds en de bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijke portefeuillehouders dierennoodhulp van de gemeente anderzijds. De Dierenbescherming/DTM legt tijdens dit overleg verantwoording af over de uitgevoerde werkzaamheden van het afgelopen jaar en de kosten daarvan. In zowel het bestuurlijk als het ambtelijk overleg komt verder aan de orde de verwachte en gewenste ontwikkelingen binnen het domein van dierennoodhulp en -welzijn zowel vanuit het perspectief van de gemeente als vanuit de branche. Agendapunten voor het overleg worden minimaal één week van tevoren aangeboden, zo nodig voorzien van een toelichting. De verslaglegging wordt verzorgd door de Dierenbescherming/DTM. De verslagen worden binnen een maand toegezonden, waarna de gemeente binnen 14 dagen op het verslag kan reageren. 3. Schriftelijke informatieaanbieding Het aanbieden van (schriftelijke) informatie aan het college van burgemeester & wethouders of de gemeenteraad kan geschieden via de betrokken ambtenaren (contactambtenaar en/of raadsgriffier). Artikel 8 Inhoudelijke en financiële planningscyclus Input: 1. Inwonertarief De vergoeding zoals opgenomen in artikel 5 betreft een alomvattende bijdrage. Output: 2. Jaarverslaglegging / evaluatie Inhoudelijke en financiële jaarverslaglegging dienen vóór 1 mei van het kalenderjaar, volgend op het kalenderjaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden, door de Dierenbescherming/DTM te worden ingediend bij de gemeente. Hierin is in ieder geval opgenomen: Realisatie van takenpakket in kwantiteit. Hierbij wordt zoveel mogelijk gesproken in meetbare zaken zoals aantallen, percentages etc., zodat vergelijking tussen diverse jaren mogelijk wordt.
Pagina 6 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
-
-
Realisatie van takenpakket in kwaliteit. Enkel aantallen en percentages zeggen vaak niet voldoende. Vandaar dat de kwaliteit van het resultaat ook beschreven dient te worden. Benoeming van relevante ontwikkelingen, die kunnen of moeten leiden tot bijstelling van het beleid. Inzichtelijk maken van de kosten overhead en operationele kosten. De eisen vanuit het CBF-keurmerk zijn hierbij leidend
3. Accountantsverklaring Vóór 1 mei overlegt de Dierenbescherming/DTM de bovengenoemde jaarstukken inclusief een accountantsverklaring, niet zijnde een samenstellingsverklaring. Indien de Dierenbescherming/DTM om dringende redenen niet aan de in artikel 8 lid 2 gestelde bepaling kan voldoen, dan zal zij schriftelijk en met redenen omkleed het uitstel kenbaar maken aan de gemeente. Een dergelijk verzoek zal uiterlijk vier weken voor het verstrijken van de normale indieningtermijn worden gedaan. 4 Verzekering De Dierenbescherming/DTM is verantwoordelijk voor het verzekeren tegen risico’s. 5. Overige subsidiebronnen Beide partijen werken mee aan subsidieaanvragen en subsidieverantwoording aan andere instanties, zoals het ministerie, provincie, fondsen etc. 6. Organisatorische wijzigingen 1. Voor de beoordeling van alle gevolgen van eventuele fusies of andere verdergaande vormen van samenwerking met andere instellingen, al dan niet door het notarieel vestigen van een andere rechtspersoon, legt de Dierenbescherming/DTM de plannen en voorgenomen besluiten hierover ter kennisneming voor aan de gemeente. 2. Organisatorische wijzigingen of bepalende essentiële wijzigingen zoals bijvoorbeeld wijziging van de statuten biedt de gemeente de mogelijkheid de overeenkomst open te breken. Op dat moment kan beoordeeld worden of de samenwerkingsovereenkomst al dan niet in aangepaste vorm dient te worden gecontinueerd. Artikel 9 Wijzigen of intrekken van de samenwerking Aanpassingen van de overeengekomen dienstverlening en gemeentelijke vergoeding kan gedurende de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst plaatsvinden met wederzijdse instemming op initiatief van een der partijen. Artikel 10 Opheffing, faillissement of surseance van betaling 1. Van het voornemen tot opheffing, faillissement of surseance van betaling van de Dierenbescherming/DTM geeft de Dierenbescherming/DTM schriftelijk kennis aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
Pagina 7 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
2. In geval van opheffing, faillissement of surseance van betaling van de Dierenbescherming/DTM heeft de gemeente het recht zonder ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst de overeenkomst eenzijdig geheel of gedeeltelijk te beëindigen door middel van schriftelijke aangetekende kennisgeving aan de Dierenbescherming/DTM. Artikel 11 Kwaliteitsniveau en certificering De Dierenbescherming/DTM zal zich houden aan alle vigerende wet- en regelgeving en zal zich tevens conformeren aan de richtlijnen van de landelijke Dierenbescherming/DTM. De resultaten van eventuele audits zullen gedeeld worden met de gemeente. Artikel 12 Overgang- en slotbepalingen 1. De ‘Overdrachtsovereenkomst Burgemeester – Dierenbescherming/DTM’ (bijlage 2) maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst. 2. In geval van stagnatie van de verplichtingen van een der beide partijen, wordt de andere partij hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gebracht. 3. In de gevallen, waarin deze overeenkomst niet voorziet, onduidelijk is of waarin een spoedige beslissing gewenst is, is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente bevoegd in overleg met Dierenbescherming/DTM naar oplossingen te zoeken. 4. Ieder geschil tussen partijen ter zake van deze overeenkomst zal, indien minnelijke oplossing van dit geschil niet mogelijk is gebleken, bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daarbij bevoegde rechter in het arrondissement Maastricht, tenzij partijen alsnog arbitrage of bindend advies zullen overeenkomen. Er is sprake van een geschil indien één der partijen zulks in een aangetekende brief aan de wederpartij kenbaar maakt. 5. Wijzigingen of aanvullingen op deze overeenkomst worden slechts schriftelijk overeengekomen en opgemaakt en dienen te zijn ondertekend door alle contractpartijen. 6. Partijen kunnen deze overeenkomst tussentijds ontbinden als er omstandigheden optreden, welke bij het aangaan van deze overeenkomst in redelijkheid niet waren te voorzien en welke ertoe leiden dat naleving van deze overeenkomst niet meer mogelijk is of in redelijkheid niet meer verlangd kan worden. In dat geval is de partij die de overeenkomst niet nakomt, verplicht zoveel mogelijk de nadelen voor de andere partij te beperken en de optredende schade te vergoeden. 7. De wederzijdse opzegtermijn bij het niet nakomen van afspraken van deze overeenkomst is drie maanden. 8. Iedere partij is uitsluitend aansprakelijk voor zijn eigen deel/verantwoordelijkheden van deze overeenkomst. 9. Na 1-1-2027 wordt de samenwerking jaarlijks stilzwijgend verlengd, mits deze wordt opgezegd met de daarbij behorende opzegtermijn van 1 jaar. Artikel 13 Citeertitel
Pagina 8 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
Deze overeenkomst kan worden aangehaald onder de naam “Samenwerkingsovereenkomst basisvoorziening dierennoodhulp 1-1-2012 tot 1-1-2027”. datum Namens de gemeente Kerkrade de burgemeester J.J.M. Som.
datum: Namens de Dierenbescherming/DTM
Pagina 9 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
Bijlage 1 Burgerlijk Wetboek Boek 5 titel 2 Artikel 5 1
Hij die een onbeheerde zaak vindt en onder zich neemt, is verplicht: A: Met bekwame spoed overeenkomstig lid 2, eerste zin, van de vondst aangifte te doen, tenzij hij terstond na de vondst daarvan mededeling heeft gedaan aan degene die hij als eigenaar of als tot ontvangst bevoegd mocht beschouwen B: Met bekwame spoed tevens overeenkomstig lid 2, tweede zin, mededeling van de vondst te doen, indien deze is gedaan in een woning, een gebouw of een vervoermiddel, tenzij hij krachtens het bepaalde onder a, slot ook niet tot aangifte verplicht was C: De zaak in bewaring te geven aan de gemeente die dit vordert.
2
De in lid 1 onder a bedoelde aangifte kan in iedere gemeente worden gedaan bij de daartoe aangewezen ambtenaar. De in lid 1 onder b bedoelde mededeling geschiedt bij degene die de woning bewoont of het gebouw of vervoermiddel in gebruik of exploitatie heeft, dan wel bij degene die daar voor hem toezicht houdt.
3
De vinder is te allen tijde bevoegd de zaak aan enige gemeente in bewaring te geven. Zolang hij dit niet doet, is hij verplicht zelf voor bewaring en onderhoud zorg te dragen.
4
De vinder kan van de in lid 2, eerste zin, bedoelde ambtenaar een bewijs van aangifte of van inbewaringgeving verlangen.
Artikel 8 1
Indien een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak aan snel tenietgaan of achteruitgang onderhevig is of wegens de onevenredig hoge kosten of ander nadeel de bewaring daarvan niet langer van de gemeente kan worden gevergd, is de burgemeester bevoegd haar te verkopen.
2
Indien de zaak zich niet voor verkoop leent, is de burgemeester bevoegd haar om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te vernietigen.
3
Indien de gevonden zaak een dier is, is de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van twee weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is.
4
De opbrengst treedt in de plaats van de zaak.
Gezondheid- en welzijnswet voor dieren Artikel 36 1. 2.
Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen. Een ieder is verplicht hulpbehoevende dieren de nodige zorg te verlenen.
Artikel 37 Het is de houder van een dier verboden aan een dier de nodige verzorging te onthouden.
Pagina 9 van 10
-
Paraaf Dierenbescherming / Paraaf Gem.
Bijlage 2
Overdrachtsovereenkomst Ondergetekenden: 1. burgemeester J.J.M. Som namens de gemeente Kerkrade hierna te noemen: "de gemeente", en 2.
rechtsgeldig vertegenwoordigers van de Dierenbescherming afdeling (hierna te noemen: "Dierenbescherming"),
Overwegende: dat in het belang van het welzijn en de levenskansen van gevonden dieren, tussen de gemeente en Dierenbescherming een overeenkomst van bewaarneming (verder te noemen: "Samenwerkingsovereenkomst basisvoorziening dierennoodhulp") gesloten is voor de periode bedoeld in art. 5:8 lid 3 BW; dat het belang van de krachtens die overeenkomst door de Dierenbescherming in bewaring genomen dieren meebrengt, dat daarvoor zo spoedig mogelijk een goed tehuis wordt gezocht, wanneer de eigenaar niet binnen de in art. 5:8 lid 3 BW gestelde periode zijn/haar eigendom opeist; Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: A
B C D E
F
De gemeente draagt gevonden dieren, onmiddellijk nadat zij namens de gemeente door de Dierenbescherming op basis van de "Samenwerkingsovereenkomst basisvoorziening Dierennoodhulp” in bewaring zijn genomen, na de in art. 5:8 lid 3 BW resp. art. 5: 30 lid 1 Awb bedoelde periode, om niet in eigendom over aan de Dierenbescherming. De administratie van de Dierenbescherming en haar samenwerkingspartners dient daartoe als volledig bewijs. De Dierenbescherming verplicht zich tot de aanvaarding van de eigendom van alle sub a bedoelde dieren en zal overeenkomstig haar doelstellingen het dier zo goed mogelijke verzorging en levenskansen bieden. De in art. 5:8 lid 3 BW bedoelde periode van twee weken hoeft door de Dierenbescherming niet in acht genomen te worden indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of euthanasie om geneeskundige redenen vereist is. De beslissing of van een situatie als genoemd sub c van deze overeenkomst sprake is, zal namens de gemeente door de Dierenbescherming genomen worden. In het geval de in art. 5:8 lid 3 BW bedoelde periode om één of meer van de sub c van deze overeenkomst genoemde redenen niet in acht genomen hoeft te worden, wordt de gemeente geacht de eigendom van het dier onmiddellijk na het blijken van die redenen, om niet aan de Dierenbescherming te hebben overgedragen. De administratie van de Dierenbescherming en haar samenwerkingspartners dient daartoe als volledig bewijs. Deze overeenkomst blijft van kracht zolang de “Samenwerkingsovereenkomst basisvoorziening dierennoodhulp" van kracht is en eindigt van rechtswege indien en zodra betreffende samenwerkingsovereenkomst eindigt, wordt ontbonden of wordt vernietigd.
datum: Namens de gemeente Kerkrade de burgemeester
datum: Namens de Dierenbescherming
Pagina 10 van 10
INVESTERINGSOVEREENKOMST OPVANG ZWERFDIEREN De ondergetekenden, de gemeente Kerkrade hierna te noemen: de gemeente en de Dierenbescherming Limburg en Dierentehuis de Mijnstreek hierna te noemen: “Dierenbescherming/DTM”, nemen het volgende in aanmerking: A. Partijen hebben een gemeenschappelijk belang de opvang van zwerfdieren in de gemeente Kerkrade goed te regelen. B. Dat de huisvesting van Dierenbescherming/DTM per 1-3-2012 door het in werking treden van het Honden- en Kattenbesluit ’99 niet meer voldoet aan de wettelijke eisen voor de verplichte opvang van zwerfdieren. C. Dierenbescherming/DTM nu reeds de wettelijk verplichte opvang van zwerfdieren voor de gemeente Kerkrade verzorgt. D. Dat DTM en de Dierenbescherming fuseren per 01-01-2012. E. Deze overeenkomst is gekoppeld aan de samenwerkingsovereenkomst (bijlage I). Zijn het volgende overeengekomen: Art. 1 Algemeen a. De gemeente zal na realisatie van het regionaal opvangcentrum diensten afnemen voor de opvang van zwerfdieren. b. De gemeente zal eenmalig € 116.082,-- bijdragen in de bouwkosten. c. Dit bedrag wordt in termijnen beschikbaar gesteld te weten 20% bij ondertekening van deze overeenkomst, 40% bij feitelijke aanvang bouwwerkzaamheden en 40% bij feitelijke oplevering van de nieuwbouw. Deze bijdrage zal op eerste verzoek van het Dierenbescherming/DTM op een door dezen nader aan te geven bankrekening worden overgemaakt binnen 14 dagen, nadat dit verzoek is gedaan. d. Dierenbescherming/DTM zal het opvangcentrum uiterlijk realiseren voor 1-1-2015. e. Dierenbescherming/DTM is de komende 15 jaar (tot maximaal 2015 in de huidige vestiging) verantwoordelijk voor de wettelijk verplichte opvang van zwerfdieren van de gemeente Kerkrade (bijlage I). Art. 2 Duur a. Deze overeenkomst gaat in op de datum van ondertekening. b. Deze overeenkomst eindigt op 01-01-2027. Art. 3 Gewijzigde omstandigheden Bij wetwijziging of andere zwaarwegende ontwikkelingen die aanpassing van deze overeenkomst noodzakelijk maken hebben de partijen de verplichting om met elkaar in overleg te treden met als doel te komen tot een voor alle partijen redelijke oplossing.
Aldus overeengekomen te Kerkrade en in tweevoud opgemaakt, Datum Namens de gemeente:
Burgemeester gemeente Kerkrade:
Namens Dierenbescherming/DTM: