Ingekomen stuk D7 (PA 4 april 2012)
Milieu Klimaat & Groen & Wonen
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 95 81
E-mail
[email protected]
Aanwezig: Voorzitter Wethouders
Postadres
Aan de Raad van de Gemeente Nijmegen
Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 20 maart 2012
Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic ML10/12.0006324
Onderwerp
Voortgang Duurzaamheidsagenda
Fons Claessen Doorkiesnummer
Datum uw brief
(024) 3299245
Geachte leden van de Raad,Aldus vastgesteld in de vergadering van: Met deze brief willen wij u informeren over de voortgang van de, door uw Raad, in april 2011 vastgestelde Duurzaamheidsagenda. Duurzaamheidsbeleid van de gemeente Nijmegen krijgt daarin vorm volgens vijf sporen:
De energieneutrale stad:De forse energiebesparing van de gebouwde in combinatie voorzitter, De omgeving secretaris, met een energietransitie van fossiele brandstoffen naar lokale, duurzame energiebronnen. Duurzame bedrijvigheid: duurzame bedrijventerreinen, groene economie, werkgelegenheid. Duurzame mobiliteit: duurzame logistiek, energietransitie in mobiliteit, meer en beter openbaar vervoer. Duurzame stedelijke ontwikkeling: duurzame ruimtelijke ontwikkeling, klimaatbestendige stad, nieuwbouwplannen. Klimaatneutrale organisatie: de gemeente Nijmegen is in 2015 een klimaatneutrale organisatie en in 2030 een energieneutrale organisatie. Dat wordt o.a. bereikt door: Voortzetten beleid duurzaam inkopen en aanbesteden, energiebesparing in de eigen gebouwen en openbare verlichting, het inzetten van daken van gemeentelijke panden voor groen en zonnepanelen, het verbeteren van het monitoren van het eigen energieverbruik, verschonen van eigen wagenpark en CO2 compensatie voor niet te verduurzamen activiteiten.
Energiebesparing Wat betreft de uitvoering van energie en klimaatmaatregelen sluit de uitvoering van de duurzaamheidsagenda naadloos aan op de in 2008 vastgestelde Kadernotitie Klimaat. Zo zijn er inmiddels afspraken met woningcorporaties over de energieaanpak van corporatiewoningen en zijn de meest woningcorporaties ook al voortvarend hiermee aan de slag gegaan. In 2011 zijn er naar schatting 600 corporatiewoningen energiezuiniger gemaakt. Daarnaast is in oktober 2011 een nieuwe aanpak voor een breed pakket van energiebesparende maatregelen bij particuliere woningen geïntroduceerd. Het Groene Hert speelt daarin een rol bij de uitvoering. De eerste resultaten zijn bemoedigend, sinds oktober hebben 162 mensen de subsidie aangevraagd. We
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
1
Gemeente Nijmegen Milieu Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
1
monitoren het beleid ook aan de hand van stedelijke energiecijfers. Ten opzichte van het beginjaar 2008 is het stedelijke energieverbruik in 2011 licht afgenomen, met 0,5%. Hoewel we nog een stevige weg te gaan hebben is er wel sprake van een kentering van toename naar afname. Bemoedigend is vooral de energiebesparing bij huishoudens. Deze energiebesparing is zichtbaar in de afname van 5% in het gasverbruik van huishoudens gedurende deze periode. Eigen organisatie In onze eigen organisatie zijn forse slagen gemaakt bij de verdere verduurzaming. We hebben een eigen Nijmeegse Duurzaamheidsladder ontwikkeld die we toepassen bij inkopen en aanbestedingen. Dat betekent dat we vanaf nu 100% duurzaam inkopen. Er is een nieuw openbaar verlichtingsplan vastgesteld, waarin duurzaamheid één van de pijlers is. Bij de bouw van de nieuwe stadbrug realiseren we een snoer van openbare LED verlichting van de Neerbosscheweg tot aan de Ovatonde. Verder rijden 43 van onze bedrijfsvoertuigen (ruim tweederde van het totaal) al op groen gas. In een groot aantal gebouwen – waaronder het stadhuis en de stadsschouwburg - is energiezuinige verlichting aangebracht en in sommige gevallen ook zonnepanelen en zonneboilers. Voor de structurele energieaanpak (isolatie) van onze eigen gebouwen wordt dit jaar een plan opgesteld en een financieringsconstructie uitgewerkt. In 2015 willen wij dat onze organisatie klimaatneutraal is. Dat halen wij ook door de inkoop van groene stroom en groen gas. Daarmee zijn we er echter nog niet. In de duurzaamheidsagenda is de ambitie uitgesproken om de organisatie in 2030 energieneutraal te laten zijn. Hiervoor moeten nog flinke slagen gemaakt worden. Hiervoor stellen wij in 2012 een plan van aanpak op. Energietransitie stad Daar waar het gaat om het energieverbruik van de stad is in de duurzaamheidsagenda afgesproken dat wij, via een interactief proces, een energievisie opstellen waarin is aangegeven hoe de stad in 2045 energieneutraal (zelfvoorzienend in haar energiebehoefte) kan zijn. De opgave is daarbij 50% energie te besparen en de resterende 50% duurzaam op te wekken. Deze energietransitie is een zeer forse opgave. Waar nu het beleid grotendeels bestaat uit energiebesparende maatregelen die doorwerken tot 2020, zal hieraan een energietransitie van fossiele naar duurzame energie, en van centraal opgewekte naar decentraal opgewekte energie moeten worden toegevoegd. Uiteraard zetten wij hierin al de eerste stappen met de voorbereiding van het warmtenet en de windturbines langs de A15. Deze zullen, indien gerealiseerd, een substantiële bijdrage leveren in de duurzame energietransitie van Nijmegen. Daarmee zijn we er echter nog niet. Om een duurzame energietransitie verder te realiseren is de gemeente Nijmegen afhankelijk van samenwerking met strategische partners uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en partners in de regio. Wij staan als overheid niet alleen in de ambitie om energieneutraal te worden. Zowel de provincie Gelderland, als de Stadsregio Arnhem Nijmegen, als de netbeheerder Alliander, streven deze ambitie ook na. Daarbij past de ambitie binnen nationaal en Europees beleid om in 2050 een klimaatneutrale energievoorziening te hebben gerealiseerd. De komende periode (april t/m oktober 2012) willen wij gebruiken om samen met de stakeholders in en om de stad een routekaart energietransitie op te stellen voor de langere termijn. Daaruit willen wij vervolgens met deze partijen voor de korte termijn een energieuitvoeringsprogramma destilleren voor de stad. Het project waarbinnen dit vorm krijgt, heeft de naam “Power2Nijmegen”.
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
Gemeente Nijmegen Milieu Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
2
Uiteraard zullen de producten die uit dit project voortkomen straks aan uw Raad ter goedkeuring worden voorgelegd. Intussen nodigen wij u ook uit om, indien gewenst, zelf actief deel te nemen aan dit proces. Duurzame Mobiliteit In 2011 is de nota “Nijmegen Duurzaam Bereikbaar” vastgesteld. Wij kiezen daarmee voor een multimodale aanpak waarbij de bereikbaarheid van knooppunten en belangrijke bestemmingsgebieden verder wordt verbeterd. Daarbij wordt ingezet op een scala aan maatregelen om alle drie de mobiliteitsnetwerken (auto, OV en fiets) met elkaar in evenwicht te brengen en slimme uitwisselpunten te creëren. We zetten in op een verbeterde doorstroming van autoverkeer in de stad via de Groene Route, in combinatie met dynamisch verkeersmanagement en verkeersdosering op invalswegen. We bieden ten noorden, en straks ook ten zuiden en westen van Nijmegen, transferia aan waar automobilisten kunnen overstappen op openbaar vervoer of de (elektrische) fiets. We breiden het netwerk van snelfietsroutes steeds verder uit en creëren voor de fiets voldoende stallingsmogelijkheden. Parallel hieraan maken we een start met de introductie van Hoogwaardig Openbaar Vervoer in de vorm van vrijliggende busbanen en snelle, frequente busverbindingen. De stedelijke bevoorrading maken we schoner en efficiënter. We stimuleren dit onder meer door een ruimer toelatingsregime voor stille en schone voertuigen in de avonduren in het centrum en door het faciliteren van een ‘Denktank Duurzame Logistiek’. In het project ‘De Groene Hub’ worden forse slagen gemaakt met de verdere vergroening van ons openbaar vervoer en bedrijfsvoertuigen. De ARN bouwt een vergister waarmee, uit regionaal ingezameld GFT, groen gas kan worden geproduceerd. Vanaf 2013 gaan alle bussen in de Stadsregio op groen gas rijden. Groen gas is op dit moment, samen met elektrisch rijden, het meest milieuvriendelijke alternatief voor fossiele brandstoffen. Duurzame Stedelijke Ontwikkeling In 2011 is gewerkt aan een integraal kader voor duurzame stedelijke ontwikkeling, waarin alle relevante disciplines zijn vertegenwoordigd. Binnen stedelijke ontwikkeling krijgt de ruimtelijke inpassing van duurzaamheid vorm, waaronder ook bijvoorbeeld klimaatadaptatie (=aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering). In 2012 willen wij het integrale kader voor duurzaamheid laten landen in een nieuw op te stellen structuurvisie voor de stad. Voor zover relevant worden hierin ook de uitkomsten uit het energietransitiespoor Power2Nijmegen meegenomen. Ook zal dit jaar het ‘KAN convenant Duurzaam Bouwen (2000)’ herzien worden. Hierbij wordt regionaal de GPR-methodiek geïntroduceerd om de milieuprestaties van gebouwen te meten. Duurzame economie Duurzaamheid is een steeds belangrijkere economische factor voor veel bedrijven. Energie is ook door dit kabinet als een van de economische topsectoren benoemd. Met name de EMT sector heeft veel potentie. In de regio Arnhem-Nijmegen is deze sector vertegenwoordigd door de Stichting KiEMT, waarvan Nijmegen lid is. We proberen duurzame bedrijvigheid te stimuleren door samenwerkingsverbanden op te zetten (bijvoorbeeld het Nijmeegs Energie Convenant), door nieuwe innovatieve bedrijven te binden aan bestaande grotere instellingen in de stad (Novio Tech Campus). Een ander voorbeeld is het opnemen van EMT (Energie- en Milieutechnologie) als aparte categorie binnen het Ondernemersfonds. In 2012 stellen wij onder begeleiding van, de onlangs opgerichte, Economische Raad een innovatieve economische agenda op. Hierin zal duurzaam ondernemen een belangrijke plek krijgen.
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
Gemeente Nijmegen Milieu Klimaat & Groen & Wonen
Vervolgvel
3
Tot slot moeten wij er natuurlijk voor zorgen dat de inspanningen binnen de gedefinieerde sporen goed op elkaar afgestemd zijn en blijven. Dat doen wij door gezamenlijk de voortgang en afstemming van de duurzaamheidsagenda te bewaken, ervoor te zorgen dat processen elkaar niet in de weg zitten en door van elkaars resultaten gebruik te maken. In 2012 zal dus nog een aantal belangrijke stappen gezet worden om aan het duurzaamheidbeleid van Nijmegen verder invulling te geven. Ondertussen werken wij door aan de uitvoering van het reeds vastgestelde duurzaamheidsbeleid. Hoogachtgend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
Drs. W.J.A. Dijkstra
B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
Projectplan
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
DEFINITIEF
: 01-03-2012
Van Opdrachtgever
: Michiel Hustinx
Aan gevraagd/beoogd projectleider
: Fons Claessen
Bestuurlijk opdrachtgever
: wethouder Jan van der Meer
Programma
: Klimaat en Energie
Datum
: 1 maart 2012
Projectnaam
: Power2Nijmegen
Codanummeren codanaam
: 60548 S1774 T001989 (bepalen routekaart met stakeholders)
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
2
PROJECTBESCHRIJVING
AANLEIDING Op 27 april 2011 heeft de Raad van de gemeente Nijmegen de Duurzaamheidsagenda vastgesteld. Kern van deze agenda is dat het duurzaamheidsbeleid van Nijmegen verder vorm krijgt via vijf sporen. Eén van deze sporen is de energieneutrale stad. Nijmegen heeft de ambitie om in 2045 zelfvoorzienend te zijn in zijn energieverbruik. Deze doelstelling komt voort uit het streven naar klimaatneutraliteit en energiezekerheid. Fossiele brandstoffen raken de komende decennia uitgeput. Daardoor wordt decentrale opwekking van duurzame energie steeds belangrijker. Bij decentrale opwekking spelen gemeenten een centrale rol om lokale initiatieven te verbinden en faciliteren. Een gezamenlijke visie op de energievoorziening van toekomst kan helpen dit proces te optimaliseren en te versnellen. Bureau Royal Haskoning heeft in april 2010 de “Quick Scan Energie & Klimaat” opgesteld. Hierin is op hoofdlijnen al aangegeven hoe de stad Nijmegen in 2045 energieneutraal kan worden. Dit kan door ruwweg 50% energie te besparen en de overige 50% uit duurzame bronnen op te wekken. De hierbij gebruikte gegevens vormen een voorbeeldscenario hoe Nijmegen in 2045 energieneutraal kan zijn (zie document voorbeeldscenario). TRENDS / ONTWIKKELINGEN Duurzame energievoorziening is een gemeenschappelijk belang. De gemeente kan dit niet alleen bewerkstelligen en is om dit te bereiken afhankelijk van initiatieven van derden. Omdat duurzame energie steeds rendabeler wordt, is er een trend gaande dat er vanuit de markt en bij particulieren steeds meer (collectieve) initiatieven op het gebied van energiebesparing en duurzame energieopwekking ontstaan. De rol van de overheid verschuift daarmee van een initiërende naar een meer faciliterende en voorwaardenscheppende rol. De markt is initiërend. Nieuw hierbij is een proces van co-creatie waarbij overheid, particulieren en de markt gezamenlijk werken aan het ontwikkelen en mogelijk maken van een duurzame energietransitie. PROJECTDOEL Met Power2Nijmegen wil de gemeente verbindingen en betrokkenheid in de stad creëren rondom het onderwerp duurzame energie. Via een proces van co-creatie willen we de in de stad aanwezige kennis ontsluiten. Deze willen we benutten om (economische) kansen te creëren in het speelveld tussen markt, particulieren en overheid (triple helix). RESULTAAT Een routekaart of meerdere routekaarten voor een energieneutrale stad in 2045, die tot stand komt via een interactief proces (Power2Nijmegen) met de belangrijkste stakeholders in de stad. De routekaart vormt de basis vormt voor een in 2012 te formuleren nieuw stedelijk uitvoeringsprogramma energie.
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
3
PROJECTAFBAKENING Het project richt zich op het aanjagen van een interactief proces waarbij, via ‘cloudsouring’ en ‘crowdsourcing’: samen met andere stakeholders wordt gewerkt aan het opstellen van een energieroutekaart voor de stad Nijmegen. In termen van de Nijmeegse participatieladder spreken we hier over een open planproces. Met cloudsourcing wordt hierbij een fysiek proces bedoeld waarin in een bepaalde periode stakeholders een thema of vraagstuk adopteren en dit binnen deze periode samen met andere stakeholders uitwerken of uitdiepen. In deze cloud zijn dus in die periode meerdere werkgroepen parallel aan het werk. De woningcorporaties praten bijvoorbeeld over verdere energiebesparing van 2020, zonne-energiebedrijven over kansen voor vermarkting, de gemeente maakt (met buurgemeenten) een plan voor energieneutrale overheidsgebouwen etc. Met crowdsourcing wordt voornamelijk het virtuele proces bedoeld dat plaatsvindt via de social media. Dit heeft twee doelen: (1) het mogelijk maken van discussie tussen de werkgroepen onderling en het kunnen volgen van elkaars bevindingen en resultaten; (2) het betrekken van een bredere achterban bij de discussies. Via de social media kan feitelijk iedereen deelnemen aan het proces.
RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN °
°
°
°
° °
° °
Power2Nijmegen is een proces waarbij, met behulp van stakeholders uit de stad, meerdere routes worden uitgestippeld om te komen tot energieneutraliteit in 2045. De inbreng van de kennis en creativiteit van derden staat hierbij centraal. Power2Nijmegen moet leiden tot een te formuleren ‘routekaart naar een energieneutrale stad’ voor de lange termijn en een hieruit af te leiden stedelijk uitvoeringsprogramma voor de korte termijn. Beide producten zullen in het najaar van 2012 worden voorgelegd aan het college en de raad. Power2Nijmegen komt deels fysiek (via plenaire bijeenkomsten en cloudsourcing) en deels interactief tot stand (via crowdsourcing) met gebruik van sociale media. Sociale media zijn hierbij ondersteunend en niet het doel op zich. Sociale media zijn divers van aard. Omdat er in losse werkgroepen wordt gewerkt is een centrale plek waar alle informatie samenkomt gewenst. Een zgn. NING is hiervoor in dit geval toereikend. Regie voeren over het proces: discussies faciliteren, stroomlijnen en structureren helpt de gebruikers en voorkomt een virtuele ‘Poolse landdag’. Zorgen voor crossmediaal werken: de fysieke bijeenkomsten zijn in dit proces het belangrijkst. Door te zorgen dat er ook uitwisseling plaatsvindt via de sociale media, bijvoorbeeld via een videoverslag, kan crossmediaal gewerkt worden. Naast een NING worden ook Facebook, Twitter en Linked-in ingezet om de discussie te verbreden naar de achterban van de stakeholders. Tussentijdse terugkoppeling naar de gebruikers, door resultaten op de NING tussentijds te kwantificeren in de vorm van een energiemeter. Gebruikers kunnen dan zien waar de meter staat en wat ze al hebben bereikt.
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
4
PROJECTOMGEVING RELATIES MET ANDERE (RUIMTELIJKE) PROJECTEN °
°
° °
°
°
Power2Nijmegen komt direct voort uit de Duurzaamheidsagenda. De Quick Scan energie en Klimaat (Haskoning 2010) geeft op hoofdlijnen aan hoe Nijmegen energieneutraal kan zijn in 2045. Deze is verder uitgewerkt tot een voorbeeldscenario Power2Nijmegen dat als basis / uitgangspunt kan dienen voor het te voeren proces om te komen tot een routekaart voor een energieneutrale stad. De routekaart is een product dat ook binnen de gemeente een breed draagvlak moet hebben en straks wordt gebruikt binnen de andere duurzaamheidsporen zoals geformuleerd in de duurzaamheidsagenda. Deze moeten daarom ook aangehaakt zijn bij het proces dat leidt tot de totstandkoming van de routekaart. De gemeente werkt nu al met partners aan de realisatie van grote projecten op het gebied van duurzame energie. Deze partners krijgen uiteraard een belangrijke rol in het proces. Zowel de Provincie Gelderland als de Stadsregio Arnhem Nijmegen gaan een regionaal duurzaam energieplan opstellen. Hierbij liggen er nauwe relaties met onze eigen routekaart. We moeten ervoor zorgen dat deze complementair aan elkaar zijn. Dit kan worden bereikt door de stadsregio en provincie op te nemen als stakeholder in het partnerschap. De, in de overige sporen van de duurzaamheidsagenda, op te stellen producten: m.n. de economische innovatieagenda en de structuurvisie. Hieraan kan de energievisie complementair zijn of zelfs mogelijk als input hiervoor dienen. In 2012 gaat de gemeente Nijmegen een Stadsvisie opstellen. Uitkomsten van Power2Nijmegen kunnen hierin worden verwerkt.
PROJECTGEBONDEN BEHEERSASPECTEN Een open en interactief planproces kan alle kanten op gaan. Om dit toch beheersbaar te houden, formuleren we vooraf een aantal voornaamste stakeholders met wie we een direct partnerschap sluiten. Zij leveren directe input voor het proces en worden gevraagd om bepaalde onderwerpen te adopteren. Wij faciliteren een platform via de sociale media waarbij deze partners hun achterban kunnen betrekken in de lopende discussies. Via het platform kunnen werkgroepen en werkgroepleden ook interactief samenwerken en op de hoogte kunnen blijven van elkaars resultaten en het totaalbeeld.
STAKEHOLDERS Binnen de gemeente richten we een klein kernteam op die het proces gaat begeleiden. Vanuit dit team gaan we het gesprek aan met professionele stakeholders in de stad die een belangrijke inhoudelijke inbreng kunnen leveren en/of die met ons het proces verder willen vormgeven. In onderstaand schema zijn de balngrijkste stakeholders voor dit proces weergegeven. Deze partijen worden gevraagd om hun eigen achterban te betrekken bij het proces via de daarvoor beschikbare social media.
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
5
Figuur 1: beoogde stakeholders proces Power2Nijmegen
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
6
PROJECTFASERING
GLOBALE FASERING: ACTIVITEITEN EN (TUSSEN/DEEL)RESULTATEN
Figuur 2: beoogde planning Power2Nijmegen
februari 2012 ° Opstellen uitgewerkte processtrategie (met extern bureau) ° Aantrekken externe procesbegeleider ° Interviews met beoogde externe partners over hun visie / ideeën op het thema; ° Plan voor inrichten NING en sociale media (2.0 omgeving) aan de hand van hoofdthema en subthema’s maart 2012 ° Besluitvorming over proces e-visie (collegebesluit en Brief aan Raad) april 2012 ° Aftrap Power2Nijmegen (agendering onderwerp) in Duurzaamheidscafé 3 april ° Plenaire startbijeenkomst (powersessie) met beoogde stakeholders / partners: werkgroepen, “adopteren” onderwerpen en vraagstukken
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
7
mei - juni 2012 ° Cloudsourcing: fysieke bijeenkomsten werkgroepen die onderwerpen verder uitdiepen ° Crowdsourcing: uitwisseling tussen groepen via social media en betrekken achterban juli-augustus 2012 ° Balans opmaken en trekken conclusies ° Terugkoppeling met partners / werkgroepen ° Uitwerken uitkomsten workshop in concept- “routekaart” september - oktober 2012 ° Eindbijeenkomst met presentaties resultaten en prioritering thema’s. ° Opstellen Uitvoeringsprogramma Energie 2013-2020 ° Bestuurlijke besluitvorming routekaart 2045 en uitvoeringsprogramma ° Publiciteit hierover en terugkoppeling uitkomst proces naar alle deelnemers
CONCRETE DEADLINES maart 2012 aftrap proces en bestuurlijke besluitvorming april 2012 presentatie proces Power2Nijmegen in Duurzaamheidscafé najaar 2012 omzetten resultaten in uitvoeringsprogramma en evaluatie
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
8
PROJECTBEHEERSING
KWALITEIT De kwaliteit van ‘cloud- en crowdsourcing’ valt of staat met het betrekken van partners en het verleiden van deelnemers tot deelname aan de discussie. We voorzien daarom in een aantal faciliteiten: ° Een procesbegeleider die zorgt voor coördinatie van de fysieke bijeenkomsten (werkgroepen) en om de verschillende sociale media om discussies in goede banen te leiden. ° Een inhoudelijk deskundige die de resultaten tussentijds kan beoordelen en verwerken en sparringpartner kan zijn voor de werkgroepen. ° Een “landingssite”, in dit geval een NING, waar discussies samen kunnen komen, waar werkgroepen en werkgroepleden op elkaar kunnen reageren en hun achterban betrekken. ° Het op afroep aanbieden van fysieke ondersteuning voor de werkgroepen: voorzitter, inhoudelijk deskundige, vergaderruimte. ° Een stagiaire van de RU die het proces bewaakt en spiegelt aan de theorie over moderne interactieve beleidsvorming en aan soortgelijke trajecten in andere gemeenten. De meest directe stakeholders uit de triple helix betrekken we via fysieke bijeenkomsten en dagen we uit thema’s te adopteren en in eigen werkverbanden verder uit te werken. Dit bereiken we in 3 stappen: 1- Direct contact leggen met de beoogde partners en ze op de hoogte stellen van dit proces en medewerking vragen 2- Een duurzaamheidscafé op 3 april met energieneutrale stad als thema, om het onderwerp en het beoogde proces te agenderen en bekend te maken. Ook helpt deze bijeenkomst om de discussie nog scherper te krijgen. Welke issues spelen er in de stad op dit vlak? 3- Een plenaire startbijeenkomst (workshop) exclusief voor de beoogde stakeholders waarin zij worden uitgedaagd thema’s te adopteren en werkgroepen te formeren.
COMMUNICATIE RONDOM GEPLANDE ACTIVITEITEN Duurzaamheidscafé Onder de aandacht brengen van de aftrap van Power2Nijmegen: ° Gericht uitnodigen beoogde samenwerkingspartners ° Persbericht bij collegevoorstel ° Bericht in De Brug ° Tweet Jan van der Meer ° Melding op Facebookpagina en LinkedIngroep van Duurzaamheidscafé ° Nijmegen.nl ‘Powersessie’ Eerste bijeenkomst met de kopgroep van beoogde partners (naam voor bedenken: bijv. ‘Groene Denktank’, ‘DenkKracht’), bedoeld om ideeën op te halen, energie voor het proces op te wekken, de krachten te bundelen in werkgroepen die een thema adopteren.
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
9
Mensen uit de kopgroep aanmoedigen #power2nijmegen tijdens de Powersessie te gebruiken (op scherm de Twitterfeed laten zien) en ook in te zetten verder in het proces. ‘Pakket’ Samenstellen ter facilitering van verdere werkgroepbijeenkomsten: voorbereiding, organisatie, terugkoppeling resultaten. (Social) Media We maken een NING (platform op internet, bijv. www.nijmegen.nl/power): een landingsplek waar alle documentatie rondom de energievisie te vinden is en de opbrengsten van verschillende werkgroepen en media samenkomen. Andere ideeën: ° Een digitale duurzaamheidsideeënbus voor het brede publiek op de NING. Het leukste initiatief krijgt bijv. een financiële bijdrage om het te realiseren of een prijs uit de Groene Hertwinkel ° Aansluiten bij bestaande Linked In-groep en Facebookpagina van het Duurzaamheidscafé waar mensen elkaar (professioneel) kunnen vinden voor samenwerking en waar discussie kan worden gevoerd. ° Hashtag #Power2Nijmegen op Twitter. Jan van der Meer kan hier als aanjager van de discussie regelmatig vraagstukken, weetjes en vorderingen van het project op posten. ° Wat verderop in het proces: concrete en praktische vraagstukken aan een breder publiek voorleggen via o.a. de website, de Brug, Twitter en oproepen om te reageren op de NING. ° Interne discussie op besloten Yammer-groep.
ORGANISATIE De organisatie van het project vindt plaats vanuit Bureau Klimaat en Groen. Opdrachtgever is de programmamanager Klimaat en Energie. Bestuurlijk opdrachtgever is portefeuillehouder Klimaat. Het kernteam bestaat uit: Fons Claessen: projectleider Sandra Bronkhorst: communicatie Geerte Dellaert: stagiaire RU Het projectteam draagt zorg voor afstemming binnen de gemeente en met andere disciplines (EZ, Wonen, Stadsontwikkeling, VSA). Waar nodig en gewenst worden deze disciplines in het proces betrokken bv door deel te nemen aan werkgroepen. Daarnaast wordt interne afstemming gezocht door het als thema te agenderen in het PMO (Caroussel) en hierbij ook specifiek de relaties met andere processen te agenderen.
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
10
Ter ondersteuning van het proces wordt externe expertise ingehuurd in de vorm van procesbegeleiding en vertaling van bevindingen naar de inhoud. Hierbij wordt gedacht aan inhuur van Royal Haskoning die ook bij het opstellen van het voorbeeldscenario betrokken is geweest en alle benodigde expertise (zowel qua proces als inhoud) kan leveren.
RISICO’S Een interactief proces neemt een aantal risico’s met zich mee: ° Afhankelijkheid van bereidheid externen om mee te werken in het proces. Een interactief proces met stakeholders in de stad vereist dat deze stakeholders een vrijwillige bijdrage leveren aan het proces. Om dat te stimuleren wordt m.n. op het eigen belang gewezen, wordt een aantrekkelijk programma aangeboden en wordt het proces goed gefaciliteerd. Door te kiezen voor een proces van cloudsourcing hebben deelnemers de vrijheid om werkbijeenkomsten en activiteiten zelf in te plannen binnen hun agenda. ° Verwachtingenmanagement is belangrijk. Aan de voorkant van het proces moet duidelijk zijn wat de invloed en rol van de deelnemers is en wat er met de uitkomsten van het proces gebeurt. Tussentijdse terugkoppeling naar de politiek over de voortgang en uitkomsten van het proces zijn ook belangrijk. Duidelijk moet zijn dat de politiek uiteindelijk over en een aantal zaken moet besluiten.
TIJD De tijd om het project goed voor te bereiden is voldoende indien we in april 2012 feitelijk starten met het proces. De doorlooptijd van het daadwerkelijke “cloudsourcing” traject is beperkt tot twee à drie maanden. Het totale project (inclusief voorbereiding, besluitvormingstraject en afronding/evaluatie) omvat ongeveer één jaar.
GELD In het UP Klimaat 2011 is 200 uur gereserveerd voor het ambtelijk voorbereiden van de routekaart. Daar waar externe kosten worden gemaakt komen deze ten laste van het klimaatbudget 2012. Externe kosten voor het opzetten en onderhouden van de website, het organiseren van drie bijeenkomsten en het online managen van discussies worden geschat op €50.000.
POWER2NIJMEGEN projectplan Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
11
Voorstel organisatie werkgroepen
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
voorstel organisatie werkgroepen Bedoeling is op de startbijeenkomst in april 2012 een aantal werkgroepen in te stellen die deelaspecten van energieneutraliteit verder gaan uitwerken. Bijgaand een selectie van thema’s, discussiepunten en beoogde werkgroepen. Uiteraard dient dit verder te worden vormgegevens met de beoogde partners en deelnemers aan de discussie zelf.
ENERGIETRANSITIESPOOR ENERGIEBESPARING Kernvraag: Op welke manieren kan Nijmegen 50% energie besparen tot 2045, na uitvoering van het huidige maatregelenpakket dat is gericht op 20% besparing in 2020? Werkgroepen: A. PARTICULIERE WONINGEN B. WONINGCORPORATIES C. GROTE BEDRIJVEN D. MKB BEDRIJVEN E. OPENBARE VOORZIENINGEN / GEBOUWEN F. DOMOTICA / ICT Welke rol kan domotica (ICT) in de toekomst gaan spelen bij energiebesparing en welke rol kunnen bedrijven in deze regio hierin spelen?
ENERGIETRANSITIESPOOR ZONNE-ENERGIE Kernvraag: Welke kansen biedt zonne-energie voor Nijmegen? Werkgroepen: A. TECHNIEK • wat is de te verwachten opbrengst van panelen in de toekomst • welke nieuwe ontwikkelingen en toepassingen zijn er: - zijn die te kwantificeren in een toekomstscenario? - waarmee moeten we dan rekening houden? - waar en vanaf wanneer kunnen deze worden toegepast en zijn ze rendabel? B. VERMARKTING • welke is de rol van regionale bedrijven en instellingen bij de doorbraak van zonneenergie (in de regio, het land, breder?) • Wat is er nodig om zonthermische energie aantrekkelijker maken voor bedrijven en particulieren? • marktinitiatieven voor het grootschalig oogsten van zonne-energie: - als een gemeente of andere eigenaar grond beschikbaar stelt, zijn er dan marktpartijen geïnteresseerd om hier grootschalig zonne-energie te gaan oogsten? - mogelijkheden voor lokaal of regionaal benutten van de energie die dat oplevert - hoe ziet een dergelijke businesscase eruit? C. ORGANISATIEMODELLEN EN FINANCIERINGSCONSTRUCTIES • innovatieve financieringsconstructies voor PV- panelen: - welke zijn er? - is een rol van een lokale of regionale overheid hierbij gewenst? • organisatievormen die de spin-off van zonnepanelen kunnen versnellen (welke ondersteuning is daarbij nodig)?
ENERGIETRANSITIESPOOR WINDENERGIE Kernvraag: Hoe is een groter draagvlak te verkrijgen voor windenergie op land? Werkgroepen: A. GROTE WINDTURBINES • Het draagvlak voor (meer) grote windturbines: - hoe kan dit vergroot worden? - zijn lastige juridische procedures te voorkomen? • Welke locaties zijn er in Nijmegen beschikbaar en hoe geschikt zijn deze voor uitbreiding van het windpotentieel? • (Regionaal) draagvlak voor een aanvullende studie naar de potentie van windenergie in de regio, en hoe de energie-opbrengst ten gunste komt aan de regio. B. KLEINE WINDTURBINES • Welke zijn de kansen voor een wezenlijke bijdrage van kleine windturbines aan de Nijmeegse energievraag. • Is er draagvlak bij Nijmeegse bedrijven voor het plaatsen van een mini-windturbine ?
ENERGIETRANSITIESPOOR RESTWARMTE Kernvraag: Hoe organiseren / stimuleren we het gebruik van restwarmte in de bestaande stad? WERKGROEP RESTWARMTE • Het restwarmtenet van ARN krijgt een sluitende businesscase door het in te zetten in grootschalige nieuwbouwlocaties. De effectiviteit van een warmtenet in de bestaande stad is echter nog groter. Zijn er in bestaande Nijmegen geschikte potentiële afnemers om aan te sluiten op het beoogde warmtenet en hoe is dat effectief te organiseren in bv. het stationsgebied? • Zijn er in de stad nog andere kleinschalige toepassingen mogelijk waarbij buren gebruik kunnen maken van elkaars restwarmte en moet hier in de toekomst rekening mee gehouden worden bij ruimtelijke plannen (bv. zwembad situeren naast een ijsbaan)? Moet de gemeente hiermee in de toekomst rekening houden met ruimtelijk beleid?
ENERGIETRANSITIESPOOR ENERGIE UIT DE ONDERGROND Kernvraag: Hoe maken we optimaal gebruik van beschikbare energie uit de ondergrond?
WERKGROEP ENERGIE UIT ONDERGROND • Een visie op de ondergrond dient alle mogelijkheden voor energiewinning en opslag in beeld te brengen en vervolgens vast te leggen in een ruimtelijk kader voor de ondergrond. • De gemeente moet regie voeren over waar WKO wel en niet mag (en moet?) en dit vastleggen in een ruimtelijk kader voor de ondergrond. • Zijn er in Nijmegen kansen voor geothermie en partijen die deze kansen verder willen onderzoeken? • Stel dat geothermie succesvol kan worden toegepast in Nijmegen. Hoe sluiten we dan de bestaande stad aan op een dergelijk net? • Moeten we voor de lange termijn inzetten op geothermie of op meer decentrale oplossingen (energieneutraal maken van woningen i.c.m een eigen energievoorziening, bv. zonthermisch).
ENERGIETRANSITIESPOOR BIOMASSA EN AFVAL Kernvraag: Hoe maken we optimaal gebruik van regionaal ingezameld afval en biomassa WERKGROEP ENERGIE UIT AFVALSTROMEN • Is geïmporteerde biomassa / afval ook duurzaam en kan dit bijdragen aan energieneutraliteit? En zoja waar ligt dan de grens? Regio, provincie, Nederland, Europa? • Stelling: aardgas wordt op termijn zeldzaam. Daarom moeten we groen gas in de toekomst reserveren voor hoogwaardige toepassingen als vervanger van aardgas of om bijvoorbeeld groen waterstof mee te produceren voor schoon transport. Voor het verwarmen van woningen zijn er betere laagwaardige toepassingen zoals restwarmte, zonnewarmte, WKO of aardwarmte. • Stelling: Groen in en om de stad mag straks beheerd gaan worden door bedrijven die er energie (biomassa) uit willen winnen. • Stelling: Op termijn moet alle fecaliën, bioafval direct bij bedrijven en in woonwijken worden vergist in decentrale installaties in de wijk en direct worden hergebruikt. GFT gaat dan niet langer in de groene bak, maar verdwijnt via een vermaler in de gootsteen, samen met fecaliën naar de buurtvergister. Hier wordt het omgezet in groen gas om op te koken of elektriciteit. • Stelling: Het rechtstreeks inkopen van groene stroom van de ARN zorgt voor een ongewenste monopoliepositie voor de ARN –versus- de aanwezigheid van de ARN biedt voor de betreffende regiogemeenten een unieke kans om regionale duurzame energieopwekking en hergebruik van grondstoffen mogelijk te maken.
ENERGIETRANSITIESPOOR OVERIGE DUURZAME ENERGIE Kernvraag: Zijn er nog andere vormen van duurzame energie die structureel kunnen bijdragen aan het energieneutraal maken van Nijmegen? WERKGROEP OVERIGE DUURZAME ENERGIEBRONNEN • Welke andere duurzame, hernieuwbare energievormen zijn er nog? • Zijn deze effectief inzetbaar in Nijmegen? • Dienen die vooral een educatief doel of dragen ze echt iets bij? • Op korte of meer op lange termijn? Voorbeelden: - energie uit waterkracht - warmtewinning uit de Waal - warmtewinning uit riolering - duurzame vormen van koeling - piëzo energie (trillingen)
Voorbeeldscenario
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
CONCEPT versie 6 DEFINITIEF
: 01-03-2012 :
Van Opdrachtgever
: Michiel Hustinx
Aan gevraagd/beoogd projectleider
: Fons Claessen
Bestuurlijk opdrachtgever
: wethouder Jan van der Meer
Programma
: Klimaat en Energie
Datum
: 1 maart 2012
Projectnaam
: Power2Nijmegen
Verantwoording
: het voorbeeldscenario is opgesteld ten behoeve van de “Quickscan Strategische notitie Energie en Klimaat” (Royal Haskoning 2010) in een coproductie tussen Gemeente Nijmegen en Royal Haskoning BV. Op enkele punten is het scenario enigszins geactualiseerd op basis van recentere informatie.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
2
INLEIDING DUURZAAMHEIDSAGENDA Het in de Duurzaamheidsagenda (2011) geformuleerde Nijmeegse duurzaamheidsbeleid krijgt vorm via 5 pijlers: 1) een energieneutrale stad 2) een klimaatneutrale organisatie 3) een economisch duurzame stad 4) een stad met duurzame mobiliteit 5) een duurzame en klimaatbestendige stad Bij de pijler energieneutrale stad is aangegeven dat Nijmegen energieneutraal wil zin in 2045 en hiertoe een energievisie opstelt samen met stakeholders in de stad. Dit houdt concreet in dat het in de duurzaamheidsagenda gebruikte scenario om als stad Nijmegen energieneutraal te zijn in 2045 verder wordt uitgewerkt in een aantal energietransitiepaden, die gezamenlijk moeten leiden tot het gewenste einddoel. Dit einddoel is energieneutraliteit in 2045.
VERSCHILLENDE SCENARIO’S De manier om dit einddoel te bereiken is vertaald in een voorbeeldscenario. Het voorbeeldscenario is geen dogma, maar beschrijft één manier om te komen tot energieneutraliteit in 2045 en de tussenstappen die daarbij horen. Omdat het gaat om een voorbeeld, deels gebaseerd op aannames, kunnen andere energiescenario’s hiervan afwijken. Zo hanteert het scenario dat gebruikt wordt voor het warmtenet (zie bijlage III) deels andere cijfers dan het voorbeeldscenario. De cijfers van het warmtenet zijn verwerkt als het “realistische scenario” op pagina 11. OPGAVE EN DOELSTELLING De opgave is het energieneutraal maken van de energievraag in 2045. Maar hoe groot is deze opgave? De huidige energieopgave is in beeld gebracht in 2009 (0-meting). Hierop is een groeiprognose losgelaten die rekening houdt met de groei van stad. Deze prognose houdt al rekening met de effecten van Europees en nationaal beleid om energieneutraal te bouwen vanaf 2020.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
3
Opgave (nulmeting 2009)
11,5 PJ 11 PJ
Nijmegen verbruikte in 2009 11 000 000 000 000 000 Joule
= 1115 Joule = 11 Peta Joule (PJ)
fossiele energie: - 70% aardgas - 30% elektriciteit
prognose 2020: groei met ± 5%
Figuur 1: nulmeting energieverbruik Nijmegen 2011
De doelstelling om als stad energieneutraal te worden is als volgt geformuleerd: Nijmegen is energieneutraal* in 2045 (verbruik = opwekking)
te realiseren door: • 50% energiebesparing in 2045 • 50% duurzame opwekking in 2045
In onderstaande grafiek is het voorbeeldscenario geschetst, waarbij de blauwe lijn de bereikte energiebesparing voorstelt en de groene lijn het aandeel lokaal opgewekte energie. De rode lijn schetst de autonome groei van het energieverbruik tgv uitbreiding van de stad. In bijlage 1 staan de getallen behorend bij dit scenario verder uitgewerkt.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
4
Totaal Energieverbruik Nijmegen en besparingspotentieel autonoom
energiebesparing
duurzame opwekking
PJ/jaar primaire energie
14 12 10 8 6 4 2 jaar
0
2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050
Figuur 2: voorbeeldscenario Nijmegen energieneutraal 2045
Dit scenario kan verder worden uitgewerkt in een aantal transitiesporen de samen dit scenario vormen. Zo wordt inzichtelijk welke maatregelen in welke mate bijdragen aan de hier geschetste doelen. In onderstaande tabel is aangegeven welke tussendoelen behaald moeten worden om de doelstelling uit dit scenario te behalen. Aan de hand van die cijfers kan tussentijds worden bepaald of we nog op koers liggen en hoeveel CO2 reductie wordt bereikt ten opzicht van het jaar 2009 betreffende het energieverbruik in de gebouwde omgeving.
Voorbeeldscenario
2015
2020
2025
2030
2035
2040
2045
Netto besparing tov verbruik 2009 (11PJ)
6%
15%
20%
27%
35%
42%
50%
Duurzame opwekking tov 2009
4%
8%
15%
24%
34%
43%
50%
CO2 reductie tov 2009
10%
23%
35%
51%
69%
85%
100%
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
5
TRANSITIESPOREN In onderstaande figuur is de centrale vraagstelling van de energievisie weergegeven. Opgave is dus 50% van het huidige verbruik te besparen en 50% duurzaam lokaal of regionaal op te wekken. Daarnaast dienen we autonome groei tot een minimum te beperken.
POWER2NIJMEGEN 2045 PJ Hoe halveert Nijmegen zijn energieverbruik tussen nu en 2045 met tenminste 50% (- 5,5 PJ) ?
10
Hoe voorzien we met duurzame bronnen in de resterende energievraag (5,5 PJ) ? 5
= fossiele energie = duurzame energie
0 2009
2020
2035
2045
Figuur 3: opgave Nijmegen energieneutraal 2045
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
6
TRANSITIESPOOR ENERGIEBESPARING Om te komen tot 50% energiebesparing in 2045 is een stevig energiebesparingsplan nodig voor zowel de eigen organisatie en openbare voorzieningen, huishoudens en bedrijven en instellingen. Energiebesparing vindt plaats bij huishoudens, bedrijven en “overige voorzieningen”. Dit laatste is alles wat niet onder huishoudens en bedrijven valt. Denk bijvoorbeeld aan openbare verlichting, maar ook bv. loodsen en garages. In onderstaand overzicht is aangeven wie welk aandeel kan leveren in de 50% energiebesparing volgens het voorbeeldscenario.
Transitiespoor Energiebesparing PJ
overig energieverbruik: - 1 PJ
10 huishoudens:
-2 PJ -5,5 PJ
bedrijven:
-2,5 PJ
5
= energie = bespaarde energie
0 2009
2020
2035
2045
Figuur 4: energiebesparingsopgave 2045 ENERGIEBESPARINGSBELEID TOT 2020 De maatregelen voor energiebesparing tot 2020 zijn al redelijk uitgekristalliseerd en grotendeels ook al vastgelegd in beleid. Naar verwachting wordt hiermee een besparing van 1,5 tot 2 PJ gerealiseerd, wat overeenkomt met ongeveer 15% energiebesparing ten opzichte van de nulmeting (2009) – zie figuur 2. In figuur 6 is, met inachtneming van een zekere bandbreedte, het effect van de maatregelen weergegeven. Er zijn drie scenario’s omschreven: minimaal, maximaal en realistisch. Het effect van de maatregelen is afhankelijk van het succes van het beleid. Voor sommige maatregelen is die onzekerheid groter (bv. energieaanpak particuliere woningen) dan bij andere (bv. Europees apparatenbeleid). Die onzekerheid hangt af van de mate van vrijblijvendheid bij uitvoering van de maatregel. Zo zijn de Europese richtlijnen dwingend en kan de industrie daar niet omheen. Die maatregel heeft dus een geringe bandbreedte. Daar waar de gemeente afhankelijk is van de vrijwillige medewerking van bewoners of andere partijen is de bandbreedte groter.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
7
Maatregelen max. effect
1. Energieaanpak part. 2. Prestatieafspraken corpo's
Maatregelen min. effect
3. EU beleid apparaten
Maatregelen realistisch
4. Industriebeleid 5. Handhaving Wm MKB
0
0,5
1
1,5
2
2,5
6. Openbare Verlichting + gem. gebouwen
Figuur 6: verwachte effecten energiebesparingsbeleid tot 2020 Hieronder zijn de genoemde maatregelen die samen het energiebesparingsbeleid tot 2020 vormen kort beschreven: 1. Energieaanpak particuliere woningen De gemeente Nijmegen zet actief in op het benaderen en ondersteunen van huishoudens om hun woning energiezuiniger te maken. Verwachting is dat met deze aanpak tot 2015 ongeveer 1.500 huishoudens worden bereikt die hun woning 20-30% energiezuiniger maken. Tussen 2015 en 2020 is de verwachting dat nog eens 5.000 huishoudens hun woning op een dergelijke manier aanpakken. 2. Prestatieafspraken woningcorporaties Met woningcorporaties zijn afspraken gemaakt over het 20-30% energiezuiniger maken van hun voorraad (m.b.t gasverbruik) tussen nu en 2020 (minimaal 2 labelsprongen). Het gaat hierbij in totaal om naar schatting 20.000 woningen. 3. Zuinige huishoudelijke apparaten De EU voert een productenbeleid waarbij huishoudelijke apparaten en verlichting steeds energie zuiniger moeten worden. Dit leidt tot een autonome besparing. De gemeente kan de aanschaf van energiezuinige apparaten verder stimuleren. 4. Energie efficiency industrie Industriële bedrijven hebben met het Rijk branchegerichte afspraken gemaakt over de realisatie van 2% energiebesparing per jaar. De gemeente kan hiernaar verwijzen bij handhaving en kan aanvullend projecten met industriële bedrijven opzetten voor verdere verduurzaming (bv. Nijmeegs Energie Convenant).
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
8
5. Toepassing Wet milieubeheer bij MKB De Wet Milieubeheer biedt via de verruimde reikwijdte mogelijkheden om energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar af te dwingen. Indien toegepast op alle relevante sectoren (zorg, onderwijs, horeca en detailhandel) is genoemde besparing te bereiken. 6. Energiebesparing openbare verlichting en gemeentelijke gebouwen De gemeente Nijmegen voert een actief energiebesparingsbeleid voor de openbare verlichting en haar eigen gebouwen. Hiermee wordt ongeveer 20-30% besparing gehaald ten opzichte van de huidige situatie. In 2030 wil de gemeente een energieneutrale organisatie zijn. ENERGIEBESPARINGSBELEID VANAF 2020 Met welke maatregelen en beleid invulling gegeven kan worden aan de energiebesparing na 2020 is nu nog niet bekend. Dat is een interessante discussie voor de verdere invulling van dit transitiespoor. In onderstaand overzicht zijn ruwweg de besparingsdoelstellingen voor de korte termijn, middellange termijn en lange termijn weergegeven Doelstelling 2009 - 2020: Doelstelling 2020 - 2035: Doelstelling 2035 - 2045: 2045: besparing 50% tov 2009:
1,6 PJ 2,2 PJ 1,7 PJ _______________ 5,5 PJ
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
9
TRANSITIESPOOR DUURZAME ENERGIE Wanneer Nijmegen erin slaagt om in 2045 zijn energieverbruik met ruwweg 50% terug te dringen ten opzichte van het autonome verbruik, is het mogelijk de nog benodigde 50% lokaal of regionaal duurzaam op te wekken. Daarvoor zijn echter zeer forse maatregelen nodig. In onderstaand overzicht is grofmazig aangegeven welke duurzame bronnen welk aandeel kunnen leveren in het bereiken van de benodigde 5,5PJ duurzame energie.
Transitiespoor Duurzame Energie PJ
= fossiele energie
10 = duurzame energie
regionale biomassa:
0,5 PJ
overige bronnen:
1 PJ
windenergie:
1 PJ
zonne-energie:
1 PJ
restwarmte, KWO:
2 PJ
5
5,5 PJ
geothermie 0 2009
2020
2035
2045
2045
Figuur 7: duurzame energieopgave 2045 In het voorbeeldscenario is de keuze gemaakt om alles wat lokaal of regionaal duurzaam opgewekt wordt als duurzame energie aan te merken. Dus ook bv. restwarmte die nu niet benut wordt of bijvoorbeeld energie uit afvalverbranding of KWO waar met een geringere hoeveelheid energie een grotere hoeveelheid duurzaam wordt gewonnen. Royal Haskoning heeft voor het opstellen van de “Quick scan Strategische visie Energie en Klimaat” vrij gedetailleerd berekend wat het realiseerbaar potentieel aan duurzame energie in Nijmegen in 2035 is. Als basis hiervoor heeft een eerdere studie van KEMA uit 2003 gediend, waarin het duurzame energie potentieel van Nijmegen in beeld is gebracht. De gegevens na 2035 zijn gebaseerd op basis van een extrapolatie en gegevens uit het EOS lange termijn onderzoek “Duurzame gebiedsontwikkeling” waaraan Nijmegen deelneemt.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
10
Onderstaande figuur laat zien hoe de verschillende duurzame energievormen volgens het voorbeeldscenario een bijdrage kunnen leveren aan de (tussen) doelstelling voor 2035.
Voorbeeld scenario
1. Windenergie
Minimaal scenario
2. Zon (PV) 3. Zonthermisch 4. Restwarmte ARN / geothermie
Realistisch scenario
6. KWO / warmtepompen 7. Biomassa 8. Overig
0
1
2
3
4
Figuur 8: verwacht aandeel lokale duurzame energie in 2035 In figuur 8 is het effect van de duurzam energiemaatregelen met een minimaal, realistisch en het voorbeeldscenario (maximaal scenario) weergegeven. De bandbreedte is groter dan bij de scenario’s voor energiebesparing omdat de onzekerheid groter is. Duurzame energie is (itt energiebesparing) nog nauwelijks vastgelegd in beleid. Om de doelstelling 3,8 PJ te halen in 2035 moet ongeveer het hele nu bekende duurzame energiepotentieel (voorbeeldscenario) worden aangewend. Het realistisch scenario is gebaseerd op het scenario dat voor het warmtenet is berekend. De cijfers hiervan zijn terug te vinden in bijlage III. In onderstaande tabel is het voorbeeldscenario uitgewerkt in getallen Duurzame energie doelstelling totaal (in PJ)
2015 0,45
2020 0,85
2025 1,6
2030 2,5
2035 3,8
2040 4,7
2045 5,5
Bijdrage duurzame energiebronnen aan totaal (in PJ) Wind Zonne-energie (PV) Zonthermisch Restwarmte ARN Aardwarmte KWO / warmtepomp Biomassa (regionaal) Overige bronnen
0,12 0,01 0,01 0,11 0 0,10 0,10 0
0,12 0,06 0,05 0,23 0,08 0,20 0,10 0,01
0,27 0,12 0,09 0,39 0,17 0,30 0,20 0,06
0,45 0,24 0,15 0,51 0,34 0,45 0,25 0,10
0,68 0,46 0,25
0,84
1
0,86
1
1,30 0,60 0,30 0,20
1,30 0,80 0,40 0,50
2
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
0,5 1
11
Hieronder is de bijdrage van belangrijkste toekomstige duurzame energiebronnen aan dit scenario verder gekwantificeerd. PHOTOVOLTAÏSCHE ZONNE-ENERGIE (PV) Onderstaande tabel laat zien in welke tempo PV in Nijmegen tot 2035 moeten worden gerealiseerd om in 2045 een voldoende bijdrage te kunnen leveren aan de gewenste energieneutraliteit. ZON (PV) Aantal panelen 200 WP Opgesteld vermogen (KWp) Opbrengst in MWh/jr Opbrengst in PJ
2015 10.000 2.000 1.700 0,01
2020 100.000 20.000 17.000 0,06
2025 200.000 40.000 34.000 0,12
2030 400.000 80.000 68.000 0,24
2035 750.000 150.000 127.500 0,46
Uitgaande van het voorbeeldscenario zijn met de genoemde 750.000 PV panelen in 2035 vrijwel alle beschikbare dakoppervlakken in Nijmegen belegd. Echter de opbrengst per m2 van panelen neemt steeds verder toe. Dat maakt het mogelijk om in de toekomst met minder dakoppervlak meer energie op te wekken. Richting 2045 zijn daarom vele hogere opbrengsten mogelijk. ZONTHERMISCHE ENERGIE Onderstaande tabel laat zien in welke tempo zonneboilers in Nijmegen tot 2035 moeten worden gerealiseerd (volgens het voorbeeldscenario) om in 2045 een voldoende bijdrage te kunnen leveren aan de gewenste energieneutraliteit. ZON (Thermisch) Aantal zonneboilers Opbrengst in m3 gasverbruik /jr Opbrengst in PJ
2015 2.000 350.000 0,01
2020 7.500 1.132.500 0,05
2025 15.000 2.625.000 0,09
2030 25.000 4.375.000 0,15
2035 40.000 7.000.000 0,25
WINDENERGIE Uit een studie uit 1999 is gebleken dat op het grondgebied van Nijmegen feitelijk ruimte is om 22 grote windturbines te plaatsen. In het voorbeeldscenario is ervan uitgegaan dat alle bovengenoemde 22 windturbines voor 2035 gerealiseerd zullen worden. In onderstaande tabel staat de verwachte opbrengst die hiermee gerealiseerd wordt tot 2035. WIND Aantal grote turbines Opgesteld vermogen (MW) Opbrengst in MWh/jr Opbrengst in PJ
2015 5 15 31.950 0,12
2020 5 15 31.950 0,12
2025 10 35 74.550 0,27
2030 16 59 125.670 0,45
2035 22 89 189.570 0,68
Hiermee is de “gewenste” 1 PJ aan windenergie in 2045 nog niet bereikt. Om die te behalen zijn meer windmolens (of het vervangen van bestaande molens door molens met een hogere opbrengst) noodzakelijk.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
12
Een andere optie is de oplossing niet allemaal binnen de gemeentegrenzen te zoeken maar in regioverband te bezien welke locatie het meest geschikt zijn om windturbines te plaatsen. In 2005 is er regioverband en studie verricht in om de meest geschikte locaties voor windenergie in beeld te brengen. Uit deze studie blijkt dat buiten de Nijmeegse locaties op de overige locaties (naar schatting) nog eens 200MW gerealiseerd zou kunnen worden. Dat is een opbrengst van ongeveer 1,5 PJ. Vraag is natuurlijk in hoever deze opgewekte stroom ten gunste van Nijmegen gerekend zou kunnen worden. Dat zou slechts ten dele kunnen. Op regionaal niveau zijn tot nu alleen 4 turbines voorzien in Overbetuwe langs de A15 (lijnopstelling met 5 windmolens De Grift te Nijmegen). De 22 potentiële locaties voor windenergie in Nijmegen en de potentiële locaties in de regio zijn weergegeven in het document POWER2NIJMEGEN achtergrondinformatie.
RESTWARMTENET Bij de verbranding van afval in de afvalverbrandingscentrale ARN (Beuningen) komt energie vrij. Deze wordt momenteel grotendeels omgezet in groene elektriciteit die via NUON aan het net wordt geleverd. Naast elektriciteit komt er een deel restwarmte vrij dat niet nuttig kan worden gebruikt. Bedoeling is om deze restwarmte in eerste instantie te benutten voor het verwarmen van 11.000 woningen in de Waalsprong, het Waalfront en de bestaande stad. Met de huidige capaciteit van de ARN is een uitbreiding naar 22.000 woningen in de verdere toekomst mogelijk. Indien het volledige vermogen benut wordt zou de ARN in potentie zelfs 35.000 woningen van warmte kunnen voorzien. Dit gaat dan wel ten koste van de groene elektriciteitsproductie. Evengoed is dan nog wel het regionaal opgewekte duurzame energie die lokaal benut wordt. In onderstaande tabel staat de verwachte opbrengst van het warmtenet ARN indien dit wordt gerealiseerd. Restwarmte ARN + warmtenet Aantal huishoudens (of equivalent) Opbrengst in m3 gasverbruik/jaar Opbrengst in PJ
2015
2020
2025
2030
2035
4000
8000
14000
18000
22000
3200000 0,11
6400000 0,23
11200000 0,39
14400000 0,51
17600000 0,62
De potentie van een warmtenet gevoed met restwarmte ARN is: Bij 11.000 aangesloten woningen: 0,31 PJ Bij 22.000 aangesloten woningen: 0,62 PJ (voorbeeldscenario 2035) Bij 35.000 aangesloten woningen: 1,25 PJ
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
13
WARMTE/KOUDE OPSLAG (WKO) Warmte en koude opslag (WKO) is een methode om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem. De techniek wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen en/of te koelen. In het voorbeeldscenario is een aanname gedaan over de inzet van WKO in Nijmegen. In de praktijk zal het zo zijn dat WKO concurreert met andere warmtebronnen, zoals bijvoorbeeld restwarmte. Daar waar restwarmte wordt ingezet is de inzet van WKO niet logisch en vice versa. In het voorbeeldscenario zijn we ervan uitgegaan dat restwarmte ARN voornamelijk wordt ingezet bij woningbouw en in bestaande gebouwen en WKO voornamelijk wordt toegepast bij nieuwbouw van utiliteit. WKO / warmtepompen Aantal huishoudens equivalenten Opbrengst in m3 gasverbruik/jaar Opbrengst in PJ
2015 2.369 2.843.332 0,10
2020 4.739 5.686.665 0,20
2025 2030 2035 7.108 10.662 14.217 8.539.997 12.794.996 17.059.994 0,30 0,45 0,60
GEOTHERMIE In het voorbeeldscenario zijn we ervan uitgegaan dat geothermische warmte uit de diepe ondergrond op termijn een reële optie is voor het verwarmen van woningen in Nijmegen. Of dit ook echt zo is, is nog met vele onzekerheden omgeven. Bij toepassing van geothermie als warmtebron kunnen reeds bestaande warmtenetten worden gebruikt, verder uitgebreid of bijgevoed worden vanuit een geothermische bron. In zekere zin is een geothermische bron in dit scenario dus aanvullend op het restwarmtenet ARN. Geothermie Aantal huishoudens (of equivalent) Opbrengst in m3 gasverbruik/jaar Opbrengst in PJ
2015
2020
2025
2030
2035
0
2000
4.000
8.000
16.000
0 0
2.400.000 0,08
4.800.000 0,17
9.600.000 19.200.000 0,34 0,68
Uitgangspunt is dat in 2045 2 PJ aan warmte duurzaam wordt opgewekt uit restwarmte, WKO of geothermie. Omdat deze met elkaar kunnen concurreren is niet duidelijk wie welk aandeel hierin precies heeft. Naar verwachting kan geothermie (mits succesvol) doorgroeien naar 1 PJ in 2045.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
14
ENERGIE UIT BIOMASSA Alleen lokaal of regionaal verkregen biomassa of afval mag worden meegewogen in het lokale duurzame energiepotentieel en voor het behalen van de doelstelling “energieneutraal”. Voor biomassa is vooralsnog met de onderstaande opbrengsten gerekend in voorbeeldscenario. Biomassa (GFT) vergisting vermeden m3 aardgas/jr Snoeihout opbrengst mWh/jr opbrengst in PJ
2015
2020
2025
2030
2035
2.587.709
2.587.709
5.300.000
6.500.000
7.000.000
4.000 0,1
4000 0,1
4.000 0,2
6.000 0,25
17.000 0,30
ENERGIE UIT AFVAL De regionale afvalverbrander ARN produceert op dit moment al groene elektriciteit door de verbranding van huishoudelijk afval. De opbrengst hieruit is zo’n 160.000 MWh per jaar, wat overeenkomt met 0,6 PJ. Deze wordt als groene stroom geleverd aan het landelijke elektriciteitsnet. Het afval dat de ARN verbrandt komt uit de MARN gemeenten en enkele andere aangrenzende regio’s. De opbrengst van 0,6 PJ komt in de huidige situatie niet ten gunste aan Nijmegen of de regio en het afval is afkomstig uit 24 gemeenten (waaronder Nijmegen). Deze opbrengst is dus niet meegenomen in het voorbeeldscenario.
ENERGIE UIT OVERIGE LOKALE DUURZAME ENERGIEBRONNEN Bovengenoemde lokale en regionale energiebronnen dragen naar verwachting straks substantieel bij aan de energievoorziening in Nijmegen in 2045. Daarnaast zijn er ook nog een aantal potentiële duurzame energiebronnen die vooralsnog niet gekwantificeerd zijn omdat hun bijdrage naar verwachting gering zal zijn op het totaal. Te denken valt aan kleine windturbines, waterkracht, warmte uit de Waal, warmte uit riolering en duurzame vormen van koeling.
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
15
BIJLAGE I: NULMETING 2009 In onderstaand overzicht is het aandeel van het totale stedelijke energieverbruik (10,8 PJ) aangegeven per doelgroep/categorie van verbruikers (bron: E-atlas Liander 2009). Onderstaande tabel geeft een meer gedetailleerd inzicht in de totale opgave uitgaande van de nulmeting 2009. Tabel: aandeel doelgroep in stedelijk energieverbruik (in % tov het totaal). (Energieatlas Liander 2009). Doelgroep / categorie
1. Huishoudens - Koopwoningen - Huurwoningen corporaties - Huurwoningen particuliere verhuur 2. Bedrijven en instellingen - Gemeente Nijmegen - Industrie - Horeca - Onderwijs - Zorg - Detailhandel 3. Small Home Offices (woon / werkadressen) 4. Overige aansluitingen 5. Onbekende aansluitingen Totaal
aandeel stedelijk verbruik 2009 in PJ 4 1,8 1,6 0,5 4,4 0,2 2,2 1,1 0,1 0,3 0,2 0,5 0,6 1,4 10,8 PJ
waarvan aandeel elektra % 17,5
46,0 57,9 55,5 36,7 21,7 22,1 56,9 19,2 40,9 29,6 31,8%
waarvan aandeel gas % 82,5
54,0 42,1 44,5 63,3 78,3 77,9 43,1 80,8 59,1 70,4 68,2%
BIJLAGE II: BEREKENING VOORBEELDSCENARIO Duurzame energievisie Nijmegen % van opgave WIND aantal turbines Opgesteld vermogen (MW) Opbrengst in Mwh /jr Opbrengst in TJ Vermeden CO2 emissie in kTon/jr Prijs per eenheid (stuk) Kosten (cumulatief)
ZON (PV) Aantal panelen 200 WP Opgesteld vermogen (KWp) Opbrengst in MWh/jr Opbrengst in TJ Vermeden CO2 emissie in kTon/jr Prijs per eenheid (Wp) Kosten (cumulatief) ZON (Thermisch) Aantal Zonneboilers Opbrengst in m3 gasverbruik/jr Opbrengst in TJ Vermeden CO2 emissie in Kton/jr Prijs per eenheid (installatie) Restwarmte ARN + warmtenet Aantal huishoudens Opbrengst in m3 gasverbruik/jaar Opbrengst in TJ Vermeden CO2 emissie in Kton/jr Kosten Aardwarmte (diepe geothermie) Aantal huishoudens opbrengst in m3 gasverbruik/jr opbrengst in TJ Vermeden CO2 emissie in Kton/jr Kosten (exclusief aanleg warmtenet) Kosten aanleg warmtenet KWO / warmtepompen Aantal Woningeq. opbrengst in m3 gasverbruik/jr opbrengst in TJ Vermeden CO2 emissie in Kton/jr Kosten per eenheid Kosten cumulatief
2015 5 15,0 31950,0 115,0 17,8 € 2.000.000 € 10.000.000
2020 5 15,0 31950,0 115,0 17,8 € 2.000.000
2025 10 35,0 74550,0 268,4 41,5 € 2.000.000 € 20.000.000
2030 16 59,0 125670,0 452,4 70,0 € 2.000.000 € 32.000.000
2035 22 89,0 189570,0 682,5 105,6 € 2.000.000 € 44.000.000 € 416.704
10000 100000 2000,0 20000,0 1700,0 17000,0 6,1 61,2 0,9 9,5 € 4,00 € 3,00 € 8.000.000 € 62.000.000
200000 40000,0 34000,0 122,4 18,9 € 2,00 € 102.000.000
400000 80000,0 68000,0 244,8 37,9 € 1,50 € 162.000.000
750000 150000,0 127500,0 459,0 71,0 € 1,50 € 267.000.000
2000,0 350000,0 12,3 0,6 € 2.000
7500,0 1312500,0 46,2 2,3 € 1.500
15000,0 2625000,0 92,3 4,7 € 1.000
25000,0 4375000,0 153,9 7,8 € 1.000
40000,0 7000000,0 246,2 12,5 € 1.000
4000,0 3200000,0 112,5 5,7
8000,0 6400000,0 225,1 11,5
14000,0 11200000,0 393,9 20,0 € 140.000.000
18000,0 14400000,0 506,4 25,8 € 140.000.000
22000,0 17600000,0 619,0 31,5 € 140.000.000
0 0 0 0 0 0
2000 2400000,0 84,4 4,3 € 2.000.000
4000 4800000,0 168,8 8,6 € 4.000.000
8000 9600000,0 337,6 17,2 € 8.000.000
16000 19200000,0 675,3 34,4 € 12.000.000 p.m.
2369 4739 2843332,4 5686664,8 100 200 5,1 10,2 € 10.000 € 10.000 € 23.694.437 € 47.388.873
7108 8529997,2 300 15,3 € 10.000 € 71.083.310
10662 12794995,7 450 22,9 € 10.000 € 106.624.964
14217 17059994,3 600 30,5 € 10.000 € 142.166.619
Biomassa vergisting vermeden m3 aardgas/jr snoeihout opbrengst mWh/jr opbrengst in TJ Vermeden CO2 emissie in Kton/jr
2.587.709 4.000 104 6,9
2.587.709 4.000 104 6,9
5.300.000 4.000 199 11,7
6.500.000 6.000 248 15,0
7.000.000 17.000 300 22,0
Totaal duza energie Elektriciteit mWh Aardgas eq. m3 Opgewekt vermogen in TJ Vermeden CO2 uitstoot in Kton/jr
37.650 8.981.041 450 37
52.950 18.386.874 836 62
112.550 32.454.997 1.545 121
199.670 47.669.996 2.393 197
334.070 67.859.994 3.582 308
10000 5000000 175,9 9,0 10500 37,8 5,8 14,8
40000 19500000 685,8 34,9 42000 151,2 23,4 58,3
70000 34000000 1195,8 60,9 73500 264,6 40,9 101,8
10002007 351,8 17,9 83278 299,8 46,4 64,3
20004015 703,5 35,8 166555 599,6 92,8 128,6
Energiebesparing huishoudens Aantal woningen Isolatie m3 gasverbruik Opbrengst TJ Vermeden CO2 emissie in Kton per jaar Reductie elektrisch energieverbruik MWh Opbrengst TJ Vermeden CO2 emissie in Kton per jaar Totaal vermeden CO2 emissie Bedrijven (3% per jaar tot 2020) Afname gasverbruik in m3 opbrengst TJ Vermeden CO2 emissie Afname Elektriciteitsverbruik in MWh Opbrengst TJ Vermeden CO2 emissie Totaal vermeden CO2 emissie
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
17
BIJLAGE III: BEREKENING REALISTISCH SCENARIO t.b.v warmtenet wind zon (lokaal) zon pv thermisch warmtenet ‘Realistisch 22.000 scenario’ woningen 150 40.000 35 MW lokale duurzame MWp boilers In potentie: energieopwekking 35.000 duurzame energie (PJ per 0,27 0,46 0,25 0,62 jaar) co2 reductie kton 41,5 per jaar.
71,0
12,5
POWER2NIJMEGEN voorbeeldscenario Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
31,5
kwo
biomassa
19.000 potentieel woningeq. ARN
0,4
0,1
20,3
7,5
18
Achtergrondinformatie
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
POWER2NIJMEGEN achtergrondinformatie Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
2
INLEIDING Het in de Duurzaamheidsagenda (2011) geformuleerde Nijmeegse duurzaamheidsbeleid krijgt vorm via 5 pijlers: 1) een energieneutrale stad 2) een klimaatneutrale organisatie 3) een economisch duurzame stad 4) een stad met duurzame mobiliteit 5) een duurzame en klimaatbestendige stad Bij de pijler energieneutrale stad is aangegeven dat Nijmegen energieneutraal wil zin in 2045 en hiertoe een energievisie opstelt samen met stakeholders in de stad. Dit houdt concreet in dat het in de duurzaamheidsagenda gebruikte scenario om als stad Nijmegen energieneutraal te zijn in 2045 verder wordt uitgewerkt in een aantal energietransitiepaden, die gezamenlijk moeten leiden tot het gewenste einddoel. Dit einddoel is energieneutraliteit in 2045. Hiertoe is een voorbeeldscenario opgesteld samen met Royal Haskoning. Dit vormt het uitgangspunt voor het opstellen van de transitiesporen. Voor de berekening die toto dit scenario hebben geleid zie het document: Power2Nijmegen 2045 - voorbeeldscenario
MOTIVERING EN NOODZAAK Nijmegen wil een energieneutrale stad worden omdat de fossiele energie het komende decennium opraakt. Nederland wil de omslag maken van nette exporteur naar netto importeur van aardgas in 2025. Wereldwijd is, bij de verwachte groei van de vraag naar energie, alle fossiele brandstof (inclusief uranium!) binnen 75 jaar op (bron: KEMA). Dat heeft tot gevolg dat onze energiezekerheid steeds meer in het geding komt in de komende decennia. Om dit te voorkomen is een energietransitie naar duurzame energie noodzakelijk. We hebben fossiele brandstoffen nodig om deze energietransitie te bewerkstellingen. Die moeten we voor deze transitie inzetten voordat hun volume te klein is om dat nog te kunnen doen.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
3
Figuur 1: bron: Energierapport 2011, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Een tweede kenmerk van deze energietransitie is een verschuiving van centrale energieopwekking naar meer decentrale energieopwekking. Decentrale energieopwekking vereist een andere energie-infrastructuur, andere organisatievormen en andere financieringsvormen. Bovendien staat een decentrale energie-infrastructuur dichter bij de mensen en bedrijven. Omdat de energievoorziening naar verwachting straks voor een groot deel decentraal zal zijn is het ook goed om daar op lokaal en regionaal niveau nu al plannen voor te maken. Daarmee samenhangend is er ook een economische reden om in te zetten op een lokale of regionale aanpak. Stijgende en fluctuerende energieprijzen leiden tot steeds hogere kosten voor burgers. Bedrijven zien energie meer en meer als een onbetrouwbare post in hun boekhouding. Door in te zetten op energiebesparing en decentrale energieopwekking worden de energiekosten stabieler en blijft het geld in de eigen regio. Burgers en bedrijven kunnen participeren in hun eigen energieopwekking.
CONTEXT Nijmegen is geen eiland. De energievisie wordt opgesteld in een context waarbinnen de EU werkt aan een roadmap voor een klimaatneutrale energievoorziening in 2050. Nijmegen is hieraan gebonden door deelname aan het EU Convenant of Mayors (tenminste 20% CO2 reductie in 2020). Nederland is tevens verplicht deze routekaart ook voor ons land uit te werken. De keuze van Nederland daarbij is het openhouden van alle opties. Dat wil zeggen dat naast duurzame energie ook wordt ingezet op grootschalige import van biomassa, kernenergie en ondergrondse CO2 opslag uit kolencentrales. De Provincie Gelderland en stadregio Arnhem-Nijmegen zetten in op een volledige duurzame energietransitie richting 2050. Nijmegen laat door te kiezen voor energieneutraliteit in 2045 zien dat zij maximaal werk wil maken om in de eigen energiebehoefte zoveel mogelijk decentraal en duurzaam te voorzien.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
4
Daar waar dit niet lukt, dient allereerst gekeken te worden naar duurzame energieopwekking in regionaal verband. Indien dit ook onvoldoende potentie biedt kan voor de resterende vraag verder gekeken worden naar import van elders opgewekte duurzame energie.
Figuur 2: Europees supergrid voor duurzame energie
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
5
TRANSITIESPOREN In onderstaande figuur is de centrale vraagstelling van POWER2NIJMEGEN weergegeven. Opgave hierbij is 50% van het huidige verbruik te besparen en 50% duurzaam lokaal of regionaal op te wekken. Daarnaast dienen we autonome groei tot een minimum te beperken.
Fout! Objecten kunnen niet worden gemaakt door veldcodes te bewerken. Figuur 3: opgave energietransitie 2045
TRANSITIESPOOR ENERGIEBESPARING Om te komen tot 50% energiebesparing in 2045 is een stevig energiebesparingsplan nodig voor zowel de eigen organisatie en openbare voorzieningen, huishoudens en bedrijven en instellingen. Hieronder zijn een aantal sporen beschreven die samen het Nijmeegse energiebesparingsbeleid tot 2020 vormen: ENERGIEAANPAK PARTICULIERE WONINGEN De gemeente Nijmegen zet actief in op het benaderen en ondersteunen van huishoudens om hun woning energiezuiniger te maken. Verwachting is dat met deze aanpak tot 2015 ongeveer 1.500 huishoudens worden bereikt die hun woning 20-30% energiezuiniger maken. Tussen 2015 en 2020 is de verwachting dat nog eens 5.000 huishoudens hun woning op een dergelijke manier aanpakken.
PRESTATIEAFSPRAKEN WONINGCORPORATIES Met woningcorporaties zijn afspraken gemaakt over het 20-30% energiezuiniger maken van hun voorraad (m.b.t gasverbruik) tussen nu en 2020 (minimaal 2 labelsprongen). Het gaat hierbij in totaal om naar schatting 20.000 woningen. ZUINIGE HUISHOUDELIJKE APPARATEN De EU voert een productenbeleid waarbij huishoudelijke apparaten en verlichting steeds energie zuiniger moeten worden. Dit leidt tot een autonome besparing. De gemeente kan de aanschaf van energiezuinige apparaten verder stimuleren. ENERGIE EFFICIENCY INDUSTRIE Industriële bedrijven hebben met het Rijk branchegerichte afspraken gemaakt over de realisatie van 2% energiebesparing per jaar. De gemeente kan hiernaar verwijzen bij handhaving en kan aanvullend projecten met industriële bedrijven opzetten voor verdere verduurzaming (bv. Nijmeegs Energie Convenant). TOEPASSING WET MILIEUBEHEER BIJ MKB De Wet Milieubeheer biedt via de verruimde reikwijdte mogelijkheden om energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar af te dwingen. Indien toegepast op alle relevante sectoren (zorg, onderwijs, horeca en detailhandel) is genoemde besparing te bereiken.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
6
ENERGIEBESPARING OPENBARE VERLICHTING EN GEMEENTELIJKE GEBOUWEN De gemeente Nijmegen voert een actief energiebesparingsbeleid voor de openbare verlichting en haar eigen gebouwen. Hiermee wordt ongeveer 20-30% besparing gehaald ten opzichte van de huidige situatie. In 2030 wil de gemeente een energieneutrale organisatie zijn. Met welke maatregelen en beleid invulling gegeven kan worden aan de energiebesparing na 2020 is nu nog niet bekend. Dat is een interessante discussie voor de verdere invulling van dit transitiespoor.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
7
TRANSITIESPOOR DUURZAME ENERGIE Wanneer Nijmegen erin slaagt om in 2045 zijn energieverbruik met ruwweg 50% terug te dringen ten opzichte van het autonome verbruik, is het mogelijk de nog benodigde 50% lokaal of regionaal duurzaam op te wekken. Daarvoor zijn echter zeer forse maatregelen nodig. Hieronder zijn de Duurzame Energie (DE) smaken waarvan Nijmegen gebruik kan maken aangegeven. Elektriciteitsopwekking
DE smaken
- afvalverbranding - zonne-energie (PV) - windenergie - biomassa / afval - geothermie (> 4 km) - waterkracht
Warmtelevering
Koudelevering
- restwarmte (bv .afval)
- warmtepompen
- Koude Warmte Opslag (KWO)
- adiabatische koelers
- warmtepompen (lucht, water,
- witte / groene daken
riool)
- oppervlaktewater
- zonthermische energie
- grondwater
- geothermie (> 2km)
- Koude Warmte Opslag (KWO) - stedenbouwkundig ontwerp
Groen gas - biomassa: GFT, snoeiafval - RWZI - stortgas - faecaliën - algen (?)
Figuur 4: vormen van duurzame energie
Hieronder zijn de belangrijkste toekomstige duurzame energiebronnen, de bijdrage die zij kunnen leveren aan de duurzame energieopwekking in Nijmegen verder toegelicht.
A. ZONNE-ENERGIE Nijmegen wil zich graag profileren als zonnestad. In 2008 is daartoe het zonnekrachtterm opgericht met daarin menen uit het bedrijfsleven en maatschappelijk organisaties die zich bezighouden met zonne-energie. Voorzitter is voormalig Tweede Kamerlid Ad Lansink. In 2008 heeft het Zonnekrachtteam het plan “Kies de zonzij” gepresenteerd met daarin aanbeveling om tot en uitrol van zonne-energie in Nijmegen te komen.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
8
Vanuit dit plan is reeds een aantal projecten gerealiseerd of in voorbereiding. Zo zijn de daken van gemeentelijke panden voorzien van PV-panelen, voorzieningen in de openbare ruimte en is een icoon voor zonne-energie in Nijmegen, een kunstwerk in de vorm van een zonneboom, in voorbereiding.
Figuur 5: zonneboom en Hatert Zonnekrachtwijk In Hatert zijn met woningcorporaties en instellingen 2000 zonnepanelen geplaatst. Particuliere woningeigenaren zijn gestimuleerd om te investeren in zonnekracht door het instellen van een gemeentelijke zonnesubsidie. Zonne-energie is er in 2 smaken: Photovoltaïsche panelen (PV) die elektriciteit opwekken en zonneboilers die warmte opwekken (voor warmwatervoorziening).
PHOTOVOLTAÏSCHE ZONNE-ENERGIE (PV) Photovoltaïsche zonne-energie is energie die wordt gewonnen met zonnepanelen die zonlicht rechtstreeks omzetten in elektriciteit. Voor zonne-energie (PV) speelt momenteel de discussie van het moment wanneer deze kan concurreren met grijze energie uit het stopcontact. Vanaf dat moment dat “grid parity” genoemd wordt kunnen zonnepanelen concurreren met stroom uit het net en wordt een forse spin-off verwacht. Echter ook dan is er nog een aantal hobbels te nemen. Zoals de voorinvestering die een gebruiker moet doen en de terugverdientijd over een langere periode. Daarnaast speelt vaak ook de eigendomssituatie een rol. Wanneer iemand weet binnen 5 jaar te verhuizen loont het dan wel om nu te investeren in zonnepanelen die pas na 5 of 10 jaar gaan renderen? Om deze hobbels te nemen zijn er innovatieve financieringsconstructies en organisatievormen mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan een constructie waarbij een particulier panelen least in plaats
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
9
van koopt. Een voorbeeld van een organisatievorm is een coöperatie waarbij particulieren de panelen gezamenlijk bezitten. Onlangs is in Nederland “grid parity” voor PV panelen bij particulieren al bereikt. Dit geldt echter niet voor bedrijven, die vaak een veel lagere stroomprijs betalen (grootverbruikerstarief). De teruglevering door zonnepanelen gaat hierbij af van het laagste tarief. Dat betekent dat zonnepanelen op bedrijfspanden voorlopig nog niet rendabel zijn, terwijl daar vaak de grootste dakvlakken aanwezig zijn. Volgens onderstaande figuur zal dat pas rond 2025 het geval zijn. Naast PV op daken kan het ook toegepast worden op gevels, in de openbare ruimte (bv geluidsschermen) en in het open veld (zonneparken). Nu heeft Nijmegen niet zoveel vrije ruimte en dient dergelijke gerond voor langere periode beschikbaar te zijn. In omliggende gemeenten is die ruimte er misschien echter wel. Denk bijvoorbeeld aan stroken grond langs snelwegen of tussen snelweg en spoor?
Figuur 6: Verwachte prijsontwikkeling PV panelen versus grijze stroom
ZONTHERMISCHE ENERGIE Zonne-energie kan ook gebruikt worden om warmte mee op te wekken via een zonnecollector en zonneboiler. Deze toepassing wordt nu meestal gebruikt voor het voorverwarmen van warm tapwater. Naverwarming gebeurt in een Hr-ketel, maar deze hoeft, omdat het water is voorverwarmd, minder bij te verwarmen. Met een zonneboiler kan ongeveer 50% op het warmwatergebruik bespaard worden. Het rendement is echter afhankelijk van het warmwatergebruik van een gezin. Waar meer warm water verbruikt wordt, zal het rendement groter zijn. Met het gebruik van een hotfill aansluiting voor de (af)wasmachine kan het rendement nog verder vergroot worden. Naast individuele systemen zijn er ook collectieve zonneboilersystemen, bijvoorbeeld voor gebouwen met een centrale warmwatervoorziening of bv. sporthallen. Daarnaast zijn er systemen waarbij naast de warmwatervoorziening ook het CV water voor de
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
10
woningverwarming wordt voorverwarmd. Deze systemen worden nog weinig toegepast omdat de prijs ervan erg hoog is en het rendement ervan beperkt.
Figuur 7: zonneboilersysteem van het Nijmeegse bedrijf Solesta Nieuw zijn toepassingen waarbij gebouwen worden verwarmd via een ondiepe vijver waarin een warmtewisselaar is opgenomen. De zon verwarmt het water en daarmee wordt het gebouw verwarmd. Dit soort toepassingen is vooralsnog alleen mogelijk bij nieuwbouw met lage-temperatuurverwarmingssystemen. Bij nieuwbouw kan daarnaast ook passieve zonnewarmte benut worden door te kiezen voor een optimale oriëntatie van de woningen op de zon.
B. WINDENERGIE Windenergie kan een forse bijdrage leveren aan duurzame elektriciteitsproductie. Er zijn hierbij drie soorten windenergie te onderscheiden: 1. Lokaal opgewekte windenergie met grote turbines 2. Regionaal opgewekte windenergie met grote turbines 3. Lokaal opgewekte windenergie met kleine windturbines
GROTE WINDTURBINES (LOKAAL) Uit een studie uit 1999 is gebleken dat op het grondgebied van Nijmegen feitelijk ruimte is om 22 grote windturbines te plaatsen. Potentiële locaties en te plaatsen vermogens (zoals gebruikt in het voorbeeldscenario 2045) zijn: nr. locatie 5 2 1 3 Totaal
naam locatie De Grift (lijnopstelling A15) Knooppunt Lindenholt (A73) Stadspark Staddijk Westkanaalhaven
aantal turbines 5
vermogen per stuk 3MW
2013
5
4MW
2023
6 6 22
4MW 5MW 89 MW
2027 2032
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
verwacht bouwjaar
11
Van bovengenoemde locaties is tot op heden de Grift de enige waar met grote zekerheid 5 turbines gerealiseerd gaan worden. Verwacht bouwjaar is 2015. Voor de andere potentiële locaties zijn er nog geen concrete plannen of studies. Het inpassen van grote windturbines in stedelijk gebied is lastig vanwege uitgebreide planprocedures.
Figuur 8: mogelijke locaties grootschalige windenergie Nijmegen (WEOM, 1999)
Een andere optie is de oplossing niet allemaal binnen de gemeentegrenzen te zoeken maar in regioverband te bezien welke locaties het meest geschikt zijn om windturbines te plaatsen.
GROTE WINDTURBINES (REGIONAAL) In 2005 is er regioverband en studie verricht in om de meest geschikte locaties voor windenergie in beeld te brengen. Op onderstaande kaart zijn de meest geschikte zoeklocaties aangegeven. Uit deze studie blijkt dat buiten de Nijmeegse locaties op de overige locaties (naar schatting) nog eens 200MW gerealiseerd zou kunnen worden. Dat is een opbrengst van ongeveer 1,5 PJ. Vraag is natuurlijk in hoeverre deze opgewekte stroom ten gunste van Nijmegen gerekend zou kunnen worden. Dat zou slechts ten dele kunnen. Op regionaal niveau zijn tot nu alleen 4 turbines voorzien in Overbetuwe langs de A15 (lijnopstelling met 5 windmolens De Grift te Nijmegen)
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
12
Figuur 9: regionale zoeklocaties windenergie (Bosch & Van Rijn, 2005) KLEINE WINDTURBINES Naast grote windturbines zijn er ook kleine of miniwindturbines. Dit jaar gaat de gemeente Nijmegen de opbrengst en effectiviteit hiervan in de praktijk testen. Op dit moment lijkt de opbrengst van kleine turbines laag in stedelijk gebied. Naar verwachting zijn er 1000 kleine windturbines nodig om dezelfde opbrengst te leveren als één grote turbine. Daarmee zijn ze minder kostenefficiënt dan grote turbines. Toch kunnen ook kleine windturbines in de toekomst mogelijk een relevante rol gaan spelen in de energievoorziening. In het voorbeeldscenario zijn ze niet meegenomen vanwege de verwachte lage opbrengst.
Figuur 10: kleine windturbines in de VS
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
13
In 2012 wil de gemeente het via de crisis- en herstelwet mogelijk maken, dat op een aantal bedrijventerreinen zonder aanpassing van het bestemmingsplan miniwindturbines mogen worden geplaatst.
C. RESTWARMTE Bij de verbranding van afval in de afvalverbrandingscentrale ARN (Beuningen) komt energie vrij. Deze wordt momenteel grotendeels omgezet in groene elektriciteit die via NUON aan het net wordt geleverd. Naast elektriciteit komt er een deel restwarmte vrij dat niet nuttig kan worden gebruikt. Bedoeling is om deze restwarmte in eerste instantie te benutten voor het verwarmen van 11.000 woningen in de Waalsprong, het Waalfront en de bestaande stad. Met de huidige capaciteit van de ARN is een uitbreiding naar 22.000 woningen in de verdere toekomst mogelijk. Indien het volledige vermogen benut wordt zou de ARN in potentie zelfs 35.000 woningen van warmte kunnen voorzien. Dit gaat dan wel ten koste van de groene elektriciteitsproductie. Evengoed is dan nog wel het regionaal opgewekte duurzame energie die lokaal benut wordt. In de Waalsprong zijn nu al 4000 woningen aangesloten op een warmtenet. Dit wordt vooralsnog echter verwarmd met fossiele brandstof (gas) en is daarom niet duurzaam. Het net kan worden verduurzaamd door het te koppelen aan de ARN en daarna uit te breiden in de verdere aanleg van de Waalsprong en Waalfront. Op termijn kan het restwarmtenet ook mogelijk worden uitgebreid naar bestaande locaties, zoals bv. het stationsgebied en gebieden waar veel gebouwen zijn met blokverwarming (bijvoorbeeld studentenflats). Op lange termijn is er een risico dat de bron die het warmtenet voedt (in dit geval de ARN) buiten gebruik wordt gesteld of in capaciteit afneemt. Het warmtenet zelf is echter flexibel en kan op termijn ook gevoed worden vanuit andere warmtebronnen zoals bijvoorbeeld geothermie of onderdeel uit gaan maken van een regionaal warmtenet met meerdere warmteleveranciers. Op regionaal niveau bestaan er concrete plannen voor de aanleg van een regionaal warmtenet waarbij het Nijmeegse warmtenet wordt gekoppeld aan andere warmtenetten in de regio (bv Arnhem). Hierdoor wordt de robuustheid van een dergelijk netwerk verder vergroot.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
14
D. ENERGIE UIT DE ONDERGROND De ondergrond kan op verschillende manieren ingezet worden voor de opslag en winning van energie. Er zijn ruwweg 3 vormen van energiewinning uit de ondergrond te onderscheiden: 1. Warmte/koude Opslag (WKO): 80 -120 meter 2. Diepe Geothermie (warmtewinning): 2 – 3 km 3. Ultradiepe geothermie (elektriciteit en warmte): 4 – 7 km
Figuur 11: vormen van energiewinning uit de bodem In 2012 stelt Nijmegen een visie op de ondergrond op waarin de kansen voor energiewinning en opslag uit de ondergrond verder in beeld worden gebracht.
WARMTE/KOUDE OPSLAG (WKO) Warmte en koude opslag (WKO) is een methode om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem. De techniek wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen en/of te koelen. De basis van KWO is als volgt. Watervoerende lagen in de bodem (op 50-200 meter diepte) laten zich uitstekend gebruiken om warmte en koude in op te slaan. Deze lagen staan namelijk bijna stil. Bij koudeopslag wordt winterkoude in de bodem opgeslagen voor koeling in de
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
15
zomer. Warmte uit de zomer wordt opgeslagen voor verwarmen van gebouwen in de winter. De koude of warmte wordt aan de bodem onttrokken met een zogenaamde warmtepomp. Deze werkt op elektriciteit. Het rendement van een KWO installatie is (afhankelijk van de bodemgesteldheid en de installatie 40-80% ten opzichte van een gasgestookte installatie. Er zijn twee verschillende soorten WKO systemen: 1. Open systemen Open WKO systemen staan in open verbinding met de watervoerende pakketten. Bij een open systeem worden twee bronnen op enige afstand (~100 meter) geboord en wordt filters in beide bronnen afgesteld. Het water wordt in de zomer uit de zogenaamde koude bron opgepompt, de koude wordt aan het gebouw of proces afgegeven. Het opgewarmde water wordt daarna in de andere bron (de warme) ingebracht. In de winter wordt het warme water opgepompt en wordt de warmte afgegeven aan een warmtepomp. Het hierdoor afgekoelde water wordt daarna weer in de koude bron opgeslagen.
2. Gesloten systemen Bij een gesloten systeem staan de bodemwarmtewisselaars niet in open verbinding met grondwater, maar maken gebruik van water met een antivriesmiddel dat wordt rondgepompt door een gesloten systeem in de bodem. Het systeem bestaat uit U-vormige buizen. De thermische energie in de bodem wordt door middel van geleiding via de buiswanden overgedragen aan de warmtewisselaar. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een horizontale, ondiepe variant en een verticale, diepe variant. Bodemwarmtewisselaars kunnen tot een diepte van tientallen tot meer dan honderd meter reiken. Dergelijke systemen zijn over het algemeen kleinschaliger dan open systemen en worden vooral in de woningbouw en kleine utiliteitsbouw toegepast.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
16
Over het algemeen hebben grotere, open systemen de voorkeur, omdat de aanwezige potentie in de bodem hiermee beter benut kan worden. Bij veel kleine gesloten systemen in één gebied bestaat er de kans op interferentie (beïnvloeding van systemen) en is er het risico dat de werking op termijn verloren gaat. In Nijmegen zijn er op dit moment 11 WKO systemen in werking. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld het Mariënburg complex waar woningen en kantoren en winkels worden gekoeld met in de bodem opgeslagen koude. Over het algemeen is WKO alleen geschikt voor gebouwen met lage temperatuurverwarming. Feitelijk dus voor nieuwbouw projecten . In de praktijk kan WKO bij nieuwbouw al concurreren met gasgestookte toestellen als verwarmingsbron.
Figuur 12: kansenkaart open WKO systemen (milieuatlas Nijmegen: www.nijmegen.nl )
DIEPE GEOTHERMIE Hoe dieper in de bodem, hoe hoger de temperatuur. Op 2 km diepte is het grondwater naar verwachting rond de 70 graden, dat is voldoende om woningen mee te verwarmen via een warmtenet. Nijmegen heeft één geothermische bron van 40°Celsius. Dat is de bron die het thermale bad van het Sanadome voedt. Diepe geothermie staat nog in de kinderschoenen. Samen met de Provincie Gelderland worden in 2012 de mogelijkheden voor een aantal locaties in Gelderland (waaronder Nijmegen) nader in kaart gebracht. In Den Haag is onlangs de eerste geothermische bron voor een woonwijk in gebruik genomen. In Parijs is een aantal bronnen al meerdere decennia in bedrijf. Geothermie kan dus dè oplossing zijn als het gaat om het verwarmen van woningen in de toekomst (als het aardgas op is). Er kleven echter ook een aantal onzekerheden / nadelen aan:
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
17
• • • • • • • •
het is niet zeker dat Nijmegen een geschikte ondergrond heeft voor geothermische energiewinning de kosten voor een proefboring zijn hoog de kans dat deze mislukt is aanwezig (maar er is een garantieregeling vanuit het Rijk) als de boring lukt moet de warmte ook direct kunnen worden afgezet er is een reëel risico om tevens olie of aardgas aan te boren de warmte-opbrengst is op voorhand niet bekend (pas na een proefboring) een geothermische bron is na een periode van 30-50 jaar uitgeput en heeft dan 150-200 jaar nodig om te herstellen de afstand tussen twee geothermische bronnen moet ongeveer 2,5 km bedragen om interferentie uit te sluiten.
ULTRADIEPE GEOTHERMIE Nog diepere warmtewinning (>3 km) biedt de mogelijkheid om stoom te winnen waarmee een stoomturbine aan te drijven is, die elektriciteit opwekt. De overgebleven restwarmte kan worden gebruikt voor bv. de verwarming van woningen. De verwachtingen moeten echter niet te hoog gespannen zijn: wereldwijd is een dergelijke diepe boring naar ultradiepe aardwarmte nog niet verricht. In Nijmegen zouden de meest geschikte locaties het terrein van de ARN of GDF Suez (Electrabel) zijn omdat hier al een elektriciteitsinfrastuctuur aanwezig is.
Figuur 13: elektriciteitsopwekking uit ultradiepe geothermie Voor de lange termijn kan het echter een duurzame methode zijn om elektriciteit op te wekken. Een mogelijke andere toekomstige innovatie is de ontwikkeling van "Organic Rankine Cycle"installaties (ORC). Dat zijn elektriciteitsturbines die met een met een ander medium werken dan water (met een lager kookpunt), waardoor stroom al kan worden opgewekt met temperaturen vanaf 80 °C. Deze techniek vergroot de kans op toepassing van geothermie voor elektriciteitsopwekking, omdat dan minder diep hoeft te worden geboord.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
18
Vooralsnog is dit echter toekomstmuziek en daarom nog niet kwantitatief meegenomen in het voorbeeldscenario. Toch liggen hier voor de verdere toekomst serieuze kansen.
E. ENERGIE UIT BIOMASSA EN AFVAL Door biomassa en afval te verbranden of te vergisten, kan energie opgewekt worden in de vorm van elektriciteit (verbranding) of groen gas (vergisting). ENERGIE UIT BIOMASSA Door biomassa te verbranden kan elektriciteit worden opgewekt. De Electrabel centrale stookt naast steenkolen voor 30% biomassa. Dat is groene stroom, maar draagt niet bij aan het energieneutraal worden van deze regio, want het gaat om per schip geïmporteerde biomassa uit Canada. Het is daardoor dus geen lokaal opgewekte duurzame energie. Alleen lokaal of regionaal verkregen biomassa of afval mag worden meegewogen in het lokale duurzame energiepotentieel en voor het behalen van de doelstelling “energieneutraal”. Daarnaast speelt bij biomassa ook nog de “food-for-fuel “discussie: gaat landbouwgrond die ingezet wordt voor teelt van bio-brandstof niet ten koste van voedselproductie? Daarom is een tweede criterium voor duurzaamheid dat het gaat om afvalstromen: bijvoorbeeld fecaliën, GFT en snoeiafval. Uit een door de MARN in 2009 verrichte studie naar het potentieel aan regionale biomassa, is berekend dat uit GFT vergisting en snoeihout in de MARN-regio ongeveer 0,1 PJ energie te winnen is. Hiertoe wordt momenteel een vergister gebouwd bij de ARN. Deze vergister gaat geen elektriciteit produceren, maar groen gas dat wordt ingezet voor schone mobiliteit. Vanaf 2013 gaan 225 stads- en streekbussen op dit groene gas rijden. Mogelijk zijn er buiten het MARN gebied nog meer regionale biomassastromen te vinden waardoor het regionale aandeel nog verder omhoog kan richting 0,2 PJ of verder. Echter ook dan is dit een hoogwaardige energievorm die beperkt aanwezig zal zijn en vooralsnog ingezet zal worden voor hoogwaardig transport. Deze telt dan vooralsnog ook niet mee voor het oplossen van het energievraagstuk van de bebouwde omgeving. Een andere mogelijkheid om elektriciteit uit lokale of regionale biomassa te winnen is deze zelf te gaan kweken. Een idee hiertoe is bv. het inrichten even zogenaamde “energielandschappen” op braakliggende gronden of in recreatiegebieden. Deze biomassa kan vervolgens worden omgezet in energie. In de verdere toekomst behoort wellicht ook winning van biomassa uit gekweekte algen tot de mogelijkheden. Naast centrale vergisting of biomassaverbranding zijn er ook nog vormen van decentrale afvalvergisting op het terrein van bedrijven of bij bv woningen. Deze zijn op dit moment nog niet kwantificeerbaar.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
19
Figuur 14: Mobiele vergistingsinstallatie van het Nijmeegse bedrijf ENKI Energy
ENERGIE UIT AFVAL De regionale afvalverbrander ARN produceert op dit moment al groene elektriciteit door de verbranding van huishoudelijk afval. De opbrengst hieruit is zo’n 160.000 MWh per jaar, wat overeenkomt met 0,6 PJ. Deze wordt als groene stroom geleverd aan het landelijke elektriciteitsnet. Het afval dat de ARN verbrandt komt uit de MARN gemeenten en enkele andere aangrenzende regio’s. De opbrengst van 0,6 PJ komt in de huidige situatie niet ten gunste aan Nijmegen of de regio en het afval is afkomstig uit 24 gemeenten (waaronder Nijmegen). De gemeente Nijmegen (en andere regiogemeenten) zouden op korte termijn een deel van hun energieneutraliteit kunnen realiseren door zelf de groene stroom van de ARN in te kopen (bv. in MARN verband). In andere regio’s (Brabant) wordt een dergelijke constructie in regioverband al toegepast om energieneutraal te kunnen worden.
E. Energie uit overige lokale duurzame energiebronnen Bovengenoemde lokale en regionale energiebronnen dragen naar verwachting straks substantieel bij aan de energievoorziening in Nijmegen in 2045. Daarnaast zijn er ook nog een aantal potentiële duurzame energiebronnen die vooralsnog niet gekwantificeerd zijn omdat hun bijdrage naar verwachting gering zal zijn op het totaal. Toch is het zinvol ze hieronder te benoemen. WATERKRACHT Door Nijmegen stroom de rivier de Waal. De Waal biedt de mogelijkheid tot het plaatsen van stroomturbines of zelfs een waterkrachtcentrale. Er is echter geen sprake van verval, waardoor de opbrengst niet erg hoog geschat wordt. De sluis bij Weurt biedt ook mogelijkheden door energiewinning uit het verval en misschien ook de stuw bij het Meertje. Welke opbrengsten er mogelijk zijn ten gevolge van energiewinning uit de Waal kan mogelijk een onderwerp voor een vervolgstudie zijn.
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
20
Vooralsnog wordt de opbrengst van energie uit waterkracht laag ingeschat. Wel zijn er een aantal in het oog springende toepassingen mogelijk zoals bijvoorbeeld een waterrad langs de Waalkade of een schipmolen voor evenementen.
Figuur 15: Waterrad in de Hudson Rivier in New York WARMTE UIT DE WAAL Naast stroming kan de Waal ook nog op een andere manier als energieleverancier dienen. Door er warmtewisselaars in te plaatsen kan uit de Waal warmte onttrokken worden voor bijvoorbeeld het verwarmen van gebouwen. Het gaat dan wel om lage-temperatuur warmte die gebruikt kan worden in bijna-energieneutrale gebouwen. Hoe groot dit potentieel is, is nog niet onderzocht. WARMTE UIT RIOLERING De gemeente Arnhem werkt aan een project om warmte via warmtewisselaars aan het riool te onttrekken. Het gaat hierbij om lage temperatuur warmte dus vooral geschikt voor zeer energiezuinige nieuwe gebouwen. Uit indicatieve berekeningen blijkt dat met 50m1 riool één gebouw verwarmd kan worden. Nijmegen heeft 700.000m1 riool, dus in theorie kunnen hiermee 14.000 gebouwen verwarmd worden. DUURZAME VORMEN VAN KOELING Door de klimaatverandering krijgen we steeds meer te maken met weersextremen, waaronder hitte in de stad. Dit leidt tot een toenemende koelingsvraag. Wanneer deze wordt ingevuld met airco’s dan leidt dat tot een substantiële stijging van het stedelijke energieverbruik. Het is dus zaak om hiervoor alternatieven te ontwikkelen. Verschillende oplossingsrichtingen zijn mogelijk: -
bij stedenbouwkundig ontwerp rekening houden met hitte-eilanden toepassing Koude Warmte Opslag (WKO) lucht / water warmtepompen toepassing adiabatische koelers in plaats van airco’s toepassing van witte en groene daken grondwater inzetten voor een koudenet ……
POWER2NIJMEGEN Op weg naar een energieneutrale stad in 2045
21
Communicatie en Representatie
PERSBERICHT Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 23 80
Datum
Nummer persbericht
20 maart 2012
120320R
Piket
(024) 329 25 85
E-mail
(buiten kantooruren)
[email protected]
Power2Nijmegen: op weg naar een energieneutrale stad in 2045 Nijmegen heeft de ambitie om in 2045 zelfvoorzienend te zijn in zijn energieverbruik. Daarom start de gemeente de komende maanden het cocreatieproces ‘Power2Nijmegen’, samen met bedrijven, organisaties, kennisinstellingen en andere deskundigen in de stad. De gemeente vraagt de partijen om op zoek te gaan naar manieren om er voor te zorgen dat Nijmegen in 2045 ongeveer 50 procent minder energie gebruikt en de rest van zijn energie uit duurzame bronnen opwekt. Nijmegen streeft er naar om in 2045 een energieneutrale stad te zijn. Dit is een van de hoofddoelen van de Duurzaamheidsagenda van de gemeente uit 2011. Want fossiele brandstoffen raken de komende decennia steeds verder uitgeput. Daardoor wordt lokale opwekking van duurzame energie steeds belangrijker. Omdat duurzame energie steeds rendabeler wordt, ontstaan vanuit de markt en bij particulieren al steeds meer (collectieve) initiatieven op het gebied van energiebesparing en duurzame energieopwekking. De rol van de gemeente verschuift daarmee van een initiërende, naar een meer faciliterende en voorwaardenscheppende rol. Nieuw is een proces van co-creatie waarbij overheid, particulieren en de markt gezamenlijk werken aan een transitie van fossiele naar duurzame energie. Met dit proces hoopt de gemeente de kennis en creativiteit in de stad te ontsluiten en bundelen, en daarmee ook (economische) kansen te creëren. Het doel van Power2Nijmegen is een ‘routekaart’ naar een energieneutrale stad in 2045, die nog dit jaar de basis vormt voor een nieuw gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Energie. Bij Power2Nijmegen is het de bedoeling dat stakeholders een thema of vraagstuk adopteren en dit binnen deze periode samen met andere belanghebbenden, betrokkenen en hun achterban gaan uitwerken. Tot aan de zomer zijn zo meerdere werkgroepen met verschillende thema’s parallel aan het werk. Enkele voorbeelden hiervan: woningcorporaties kunnen praten over verdere energiebesparing na 2020, zonne-energiebedrijven over nieuwe kansen voor vermarkting, en de gemeente kan met buurgemeenten een plan maken voor energieneutrale overheidsgebouwen. De discussiethema’s en vorderingen van de werkgroepen zijn straks online te volgen op een nog te openen digitaal NING-platform. Ook worden sociale media ingezet om de
Gemeente Nijmegen Communicatie en Representatie
Vervolgvel
1
discussies en de inventarisatie van ideeën te verbreden naar andere belangstellenden in de stad. De aftrap van het project Power2Nijmegen is op 3 april om 20.00 uur in het Duurzaamheidscafé in LUX.