Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Ingekomen stuk D7 (PA 30 november 2011)

Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen

Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 14 november 2011

Telefoon

14024

Telefax

(024) 323 59 92

E-mail

[email protected]

Postadres Postbus 9105

Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic L120/11.0023613 Arjen Besselink

Onderwerp

Datum uw brief

Doorkiesnummer

RTV Nijmegen1

nvt

0629042946

Aldus vastgesteld in de vergadering van: Geachte leden van de raad, Op 6 juli 2011 is de motie Nijmegen1 blijft zeker in beeld – ook bij onderzoek aangenomen door uw raad en heeft het college de toezegging gedaan om op korte termijn een onderzoek te doen De voorzitter, De secretaris, naar de interne organisatie van RTV Nijmegen1. Op dat moment verwachtten wij dat we de resultaten uit dit onderzoek begin september 2011 konden voorleggen aan uw raad; uiteindelijk heeft het onderzoek een kleine vertraging opgelopen en kwam uit het onderzoek een aantal bevindingen dat voor ons reden was om eerst in overleg te gaan met de Stichting Waalstad Media. In de bijlage van deze brief zit het organisatieonderzoek RTV Nijmegen1. RTV Nijmegen1 is belangrijk voor de stad en voor de gemeente. Ze bevordert de pluriformiteit van de media, besteedt veel aandacht aan plaatselijke initiatieven en versterken de lokale democratie door lokale politici een platform te bieden. Bijna 60% van de Nijmegenaren kent RTV Nijmegen1, 11% van de inwoners van de stad kijkt wekelijks. Voor ons – en zo staat ook te lezen in het coalitieakkoord – is de omroep belangrijk. De conclusies die uit het onderzoek komen, geven een duidelijk beeld van de organisatie van RTV Nijmegen1 en doen recht aan de positieve energie waarmee veel mensen bij RTV Nijmegen1 betrokken zijn. De omroep is zeer recent gestart en heeft zich snel ontwikkeld. Er wordt uitgebreid ingegaan op de vele vrijwilligers, de stagiairs en professionele krachten die vol enthousiasme en met veel inzet en loyaliteit werken aan de programmering van RTV Nijmegen1. Dit resulteert in een programma-aanbod dat voldoet aan de voorschriften van het Commissariaat voor de media. De omroep is drie jaar achtereen genomineerd voor de beste lokale omroep van het jaar. Niet onverdienstelijk, er zijn 286 lokale omroepen in Nederland.

www.nijmegen.nl

Brief aan de raad.doc

1

Gemeente Nijmegen

Vervolgvel

1

De keerzijde van de medaille is dat er een aantal problemen is binnen de organisatie. De organisatie is informeel, de kosten stijgen snel en er bestaat verschil van inzicht tussen bestuur en staf over de koers van RTV Nijmegen1. Daarom heeft er op vrijdag 30 september een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen wethouder Beerten en vertegenwoordigers van het bestuur van RTV Nijmegen1. Tijdens dit overleg is gesproken over de toekomst van de omroep; het bestuur van RTV Nijmegen1 gaf aan dat zij de intentie heeft om op termijn RTV Nijmegen1 een gezonde en professionele organisatie te laten zijn. Het bestuur van de stichting heeft aangegeven zich in grote lijnen te herkennen in de bevindingen van het organisatieonderzoek RTV Nijmegen1. Het bestuur heeft ook haar conclusies getrokken; een deel van de bestuursleden zal per 1 januari 2012 aftreden. Het bestuur wil werken aan het omvormen van de organisatie van RTV Nijmegen1 naar een professionele en gezonde organisatie. Omdat de bevindingen uit het organisatieonderzoek intern van aard zijn en wij van mening zijn dat de onderzoeksuitkomsten primair bestemd zijn voor het stichtingsbestuur, hebben wij het bestuur van RTV Nijmegen1 om toestemming gevraagd het organisatieonderzoek openbaar te maken. Het bestuur van RTV Nijmegen1 is hiermee akkoord gegaan. De kaders om tot een structurele oplossing te komen bestaan echter niet binnen de bedrijfsvoering van RTV Nijmegen1. Na de enthousiaste start is het belangrijk om een volgende stap te maken. Nu is een professionaliseringsslag noodzakelijk. Vanwege de belangrijke functie van de omroep in onze stad, willen wij RTV Nijmegen1 extra ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. Hiervoor stellen wij een budget van maximaal € 50.000 beschikbaar. Het bestuur van RTV Nijmegen1 wil namelijk een interim-manager aanstellen. Wij zijn hiermee akkoord, maar hebben wel een aantal algemene eisen op basis waarvan wij ondersteuning verlenen: -

De kernactiviteiten van RTV Nijmegen1 willen wij garanderen voor de toekomst. Op basis van het organisatieonderzoek kiezen wij voor scenario 3 (pp. 33 van het Organisatieonderzoek RTV Nijmegen1): een vrijwilligersorganisatie met beperkte professionele ondersteuning, binnen de financiële kaders die gegeven zijn. In het organisatieonderzoek worden kanttekeningen gemaakt bij dit scenario. De kwaliteitsstandaard kan niet gehandhaafd blijven, de programmaproductie komt in het geding en dit zal leiden tot een lager publieksbereik. Dat heeft zijn weerslag op de verdienpotentie van de salesafdeling. Toch kiezen wij voor dit scenario omdat wij duidelijke afspraken hebben gemaakt in het coalitieakkoord; wij subsidiëren Nijmegen1 op basis van de VNG-norm van € 1,30 per woonruimte.

-

De door RTV Nijmegen1 gewenste interim-manager moet een organisatie neerzetten die structureel stevig staat en voor eind juni 2012 een toekomstplan opstellen (incl. huisvesting en personele consequenties). Tijdens dit traject gaan wij er vanuit dat de organisatie dusdanig wordt ingericht dat er weer toekomst is voor RTV Nijmegen1.

-

Onderdeel van het werk van de interim-manager is het onderzoeken van een mogelijke andere inbedding van de organisatie bij voor de hand liggende samenwerkingspartners en het zoeken en committeren van deze samenwerkingspartners.

Het exploiteren van een omroep is niet de verantwoordelijkheid van de gemeente. Wij zullen intensief contact onderhouden met de door de stichting aangestelde interim-manager en het

www.nijmegen.nl


Gemeente Nijmegen

Vervolgvel

2

bestuur van de stichting. Wij verwachten dat RTV Nijmegen1 ons op de hoogte houdt van de voortgang. Samen met het bestuur van RTV Nijmegen1 zijn we de afgelopen weken actief bezig geweest om een oplossing te zoeken voor de gesubsidieerde krachten werkzaam bij RTV Nijmegen1. Drie participatiebanen worden gedetacheerd door Wijkwerk; de detachering eindigt in oktober/november 2011. Verlenging van deze contracten is niet mogelijk zonder dat deze contracten dan van onbepaalde tijd worden. Het bestuur van RTV Nijmegen1 heeft hier geen financiële ruimte voor. Dat betekent dat dit deel van de (betaalde) personele bezetting van RTV Nijmegen1 niet behouden kan worden. Over de gesubsidieerde ID-krachten die op dit moment in dienst zijn bij RTV Nijmegen1 vindt pas in een later stadium besluitvorming plaats. Het uitgangspunt van het college is dat bij de nieuwe organisatiestructuur van Nijmegen1 de kwaliteit van de organisatie leidend moet zijn; het is aan de stichting zelf om hierop een personeelsbeleid te voeren. In de brief die wij op 17 oktober aan uw raad hebben gestuurd, heeft u kunnen lezen hoe wij het frictiebudget van € 1,5 miljoen (eenmalige middelen in 2012) uit het amendement Werken aan een duurzame toekomst willen gaan inzetten. Over de daadwerkelijke inzet wordt met betrokken organisaties, waaronder RTV Nijmegen1, gesproken. Naar verwachting zal in ieder geval één baan gewit worden. De eenmalige ondersteuning aan RTV Nijmegen1 van maximaal € 50.000 wordt gedekt uit het frictiebudget en/of uit de programmabegroting Cultuur 2011/2012. Hierover vindt later besluitvorming plaats. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,

De Burgemeester,

De Gemeentesecretaris,

mr. Th.C. de Graaf

drs. B. van der Ploeg

www.nijmegen.nl


BUYS

Culturele Profielen

Organisatieonderzoek RTV Nijmegen1

Nijmegen, oktober 2011 rapporteurs: ir. C.H. Buijs & drs. L.A.A. Buys

Buys Culturele Profielen Postbus 1312 6501 BH Nijmegen (024) 360 40 68 [email protected] www.buyscp.nl

2011.10.06.tk organisatieonderzoek rtv nijmegen1

Inhoudsopgave INLEIDING

3

1 DE ACTIVITEITEN VAN NIJMEGEN1

6

1.1 De activiteiten van Nijmegen1

6

1.2 Het publieksbereik

7

1.3 De programmering is in eigen beheer

7

1.4 De programmering in samenwerking met andere media-instellingen

8

1.5 De marketingactiviteiten

8

1.6 De inkomstengenererende activiteiten

9

1.7 De informatieve, culturele en educatieve programmering

9

2 NIJMEGEN1 EN WET- EN REGELGEVING

10

2.1 De Productienorm en de ICI-norm

10

2.2 Reclame en sponsoring

10

2.3 Nevenactiviteiten en uitbesteding van activiteiten

11

2.4 Het Programmabeleidbepalend Orgaan

11

2.5 Samenwerken met andere media-instellingen

11

2.6 Het redactiestatuut

11

3 DE FINANCIËN

13

3.1 Jaarcijfers 2008-2010

14

3.2 Begroting 2011

15

3.3 Geen ruimte voor nieuw beleid zonder ombuigingen 4 DE ORGANISATIE

15 16

4.1 De formele organisatiestructuur

16

4.2 Samenstelling en competenties bestuur, staf en PBO

18

4.3 De personele formatie

19

4.4 De organisatie in werkelijkheid

20

5 EEN SWOT-ANALYSE

24

5.1 Sterkte-Zwakte analyse

24

5.2 Kansen en bedreigingen

25

6 ONTWIKKELINGEN IN DE BRANCHE

26

7 CONCLUSIES

27

7.1 Product/programma

27

7.2 Financiën

27

7.3 Organisatie

27

8 SCENARIO'S

29

8.1 De budgettaire kaders

29

8.2 Scenario 1: continuering huidig model Nijmegen1

31

8.3 Scenario 2: vrijwilligersorganisatie met professionele ondersteuning

31

8.4 Scenario 3: vrijwilligersorganisatie met beperkte professionele ondersteuning

33

8.5 Scenario 4: Nijmegen1 als leerorganisatie

34

8.6 Conclusies

34

- Lijst geïnterviewden

37

- Geraadpleegde informatiebronnen

38

buys culturele profielen nijmegen

2


Inleiding In 2007 heeft de Nijmeegse lokale omroep Stichting Waalstad Media met succes een zendtijdlicentie aangevraagd bij het Commissariaat voor de Media. De licentie is ingegaan in september 2007 en zij loopt tot en met augustus 2012. De lokale omroep is bekend onder de naam RTV Nijmegen1 (“Nijmegen1”). Nijmegen1 is operationeel in de mediagroepen televisie, radio en internet. Nijmegen1 ontvangt jaarlijks een subsidie van de gemeente Nijmegen. In 2011 bedraagt de gemeentelijke subsidie € 99.900,-. De organisatie van Nijmegen1 bestaat uit een mix van vaste arbeidskrachten, gesubsidieerde arbeidskrachten en vrijwilligers. In 2010 is een samenwerkingsverband van Nijmegen1 en enkele Nijmeegse mediabedrijven erkend als Leerbedrijf. Er zijn op jaarbasis circa 20 opleidingsplaatsen beschikbaar voor leerlingen van het Canisius College (VMBO) en ROC Nijmegen die zich tot journalist, cameraman of mediatechnicus willen bekwamen. Senternovem heeft hiervoor een subsidie toegekend voor een periode van drie jaar. Het bestuur van Nijmegen1 wil de lokale omroep stabieler en toekomstbestendig maken, onder meer door middel van een verdergaande professionalisering. In dat kader is in december 2010 een verzoek bij B&W van Nijmegen ingediend voor een a-structurele subsidiebijdrage om een zakelijk leider en een extra salesmedewerker aan te trekken. De gemeente Nijmegen heeft in juli 2011 besloten om de organisatie van Nijmegen1 te laten doorlichten. Doel van het onderzoek is om inzicht te verkrijgen in hoe de activiteiten en taken van Nijmegen1 zich verhouden tot de omvang van de personele organisatie, en of én op welke manier Nijmegen1 haar activiteiten/taken binnen de bestaande budgettaire kaders kan uitvoeren.

Aanleiding De Raad van de gemeente Nijmegen heeft in november 2010 besloten om de gesubsidieerde arbeid in Nijmegen geleidelijk aan af te bouwen. Naar aanleiding van dit besluit dreigt er volgens het bestuur van Nijmegen1 een niet te dichten gat in de organisatie van de lokale omroep te worden geslagen. Momenteel heeft de omroep tien gesubsidieerde medewerkers in dienst. Het bestuur van Nijmegen1 heeft becijferd dat het behoud van minimaal zes fte gesubsidieerde banen noodzakelijk is om de huidige activiteiten te continueren. Een verdere teruggang van het aantal gesubsidieerde banen zou tot gevolg hebben dat Nijmegen1 haar belangrijkste activiteit -de lokale nieuwsvoorziening op televisie- niet meer kan behouden. Het zou tevens het einde betekenen van een groot deel van de andere programma‟s.

Ook het

Leerbedrijf kan dan niet worden voortgezet, aldus het bestuur. Nijmegen1 heeft op 19 juni jl. een brandbrief naar het College van B&W en de Raad gestuurd met het verzoek tot het behoud van 6 fte gesubsidieerde banen.

Opdracht In reactie op de brief van Nijmegen1 heeft de gemeente besloten om de organisatie van de lokale omroep te laten doorlichten. Doel van het onderzoek is om inzicht te verkrijgen in hoe de activiteiten en taken van Nijmegen1 zich verhouden tot de omvang van de personele organisatie,


3


en of én op welke manier Nijmegen1 haar activiteiten/taken binnen de bestaande budgettaire kaders kan uitvoeren. De gemeente heeft aangegeven dat zij op basis van de doorlichting geïnformeerd wil worden over meerdere toekomstscenario‟s:

een minimumvariant (wettelijk

verplichte taken), een maximumvariant (zoals RTV Nijmegen 1 zelf voor ogen heeft) en één of twee tussenvarianten. Bij de bedrijfsdoorlichting dient ook aandacht te worden besteed aan de aspecten

(1)

vrijwilligersorganisatie

en

de

specifieke

stuurkenmerken

ervan,

(2)

de

verdiencapaciteit van RTV Nijmegen 1 en (3) mogelijke samenwerkingsverbanden. Indien uit de doorlichting blijkt, dat een zakelijk leider nodig wordt geacht, moet een profielschets worden opgesteld. Buys Culturele Profielen heeft op 28 juli jl. van de gemeente Nijmegen de opdracht gekregen om het onderzoek uit te voeren.

Verantwoording Het onderzoek is uitgevoerd in de periode augustus-september 2011. Bij het onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen leidend geweest: (1) Op welke wijze en met welke middelen geeft Nijmegen1 invulling aan haar huidige activiteiten?; (2) Wat zijn de sterke en zwakke punten van de organisatie van Nijmegen1, en wat zijn de kansen en bedreigingen (SWOT-analyse)?; (3) Wat zijn in het komend decennium de belangrijkste ontwikkelingen in de branche van de lokale media-instellingen naar de mening van betrokkenen?; (4)

Onder

welke

condities

zijn

de

toekomstplannen

van

Nijmegen1

realiseerbaar

(maximumvariant: toetsing haalbaarheid activiteiten in relatie tot organisatie en middelen)?; (5) Wat zijn, gegeven de wettelijke taken van Nijmegen1, de minimale activiteiten die Nijmegen1 moet ontplooien, en onder welke condities zijn deze activiteiten realiseerbaar (minimumvariant: toetsing haalbaarheid activiteiten in relatie tot organisatie en middelen)?; (6) Wat zijn de consequenties voor de organisatiecapaciteit en de behoefte aan middelen als Nijmegen1 aankoerst op een tussenvariant?. De onderzoeksopdracht is uitgevoerd in de vorm van een bronnenonderzoek (deskresearch) en een aantal interviews met betrokkenen rondom Nijmegen1. Voor een overzicht van de informatiebronnen en de geraadpleegde sleutelfiguren wordt de lezer verwezen naar de bijlagen. We zijn alle benaderde sleutelfiguren erkentelijk voor hun bereidwillige medewerking aan het onderzoek.

Dat

is

bijzonder

te

noemen

omdat

het

onderzoek

grotendeels

in

de

zomervakantieperiode is uitgevoerd. Een speciaal woord van dank voor haar medewerking is gericht aan mevrouw Astrid Bos, bestuurslid SWM. Zij is ons zeer behulpzaam geweest bij het verstrekken van de gevraagde informatiebronnen.

Leeswijzer Hoofdstuk

1-4

zijn

hoofdzakelijk

beschrijvend

van

aard.

Achtereenvolgens

komen

hoofdstuksgewijs aan bod: de huidige activiteiten, een check of Nijmegen1 voldoet aan de Mediawet, de financiële huishouding en de organisatie van Nijmegen1. Hoofdstuk 5 bespreekt een SWOT-analyse. In hoofdstuk 6 worden in kort bestek enkele te verwachtingen ontwikkelingen


4


in de branche van de lokale omroepen geschetst. In hoofdstuk 7 worden onze conclusies gepresenteerd over de activiteiten, de financiën en, met name, de organisatie van Nijmegen1. In het afsluitende hoofdstuk 8 bespreken we vier toekomstscenario‟s en de consequenties voor de subsidiebehoefte van Nijmegen1.


5


1

De activiteiten van Nijmegen1 1.1

De activiteiten van Nijmegen1

De Nijmeegse lokale omroep is actief in drie mediasegmenten: TV, radio en internet. Het zwaartepunt van de omroepactiviteiten ligt bij TV. Televisie Nijmegen1 produceert dagelijks voor in totaal 1 uur aan tv-programma‟s inclusief een kwartier tekst-tv. Het programma start op werkdagen om 20.00 uur en wordt elk uur herhaald. Vaste onderdelen van het dagelijkse programma zijn Nijmegen1 Nieuws met het actuele lokale nieuws, Straat van de Week waarin een week lang een Nijmeegse straat wordt belicht met historische achtergronden, gesprekken met bewoners, enzovoorts, en Stem van de Stad waarin Nijmeegse burgers worden geïnterviewd over actuele gebeurtenissen. Deze drie vaste programma‟s worden aangevuld met wekelijks terugkerende thematische programma‟s. Op maandag is het thema Sport (Nijmegen1 Sport), op dinsdag Studenten (Campus in Beeld), op woensdag Jongeren (NTV Jongeren), op donderdag Politiek (Nijmegen 1 Politiek), op vrijdag Uitgaan (Uit met Mariken). Op zaterdag wordt het programma De Muzen uitgezonden met als thema Kunst & Cultuur. Zondags biedt Nijmegen1 een wekelijks nieuwsoverzicht (op even uren) en is een herhaling te zien van het programma Straat van de Week (op oneven uren). Eens in de maand komt Nijmegen 1 Politiek te vervallen ten gunste van het extern geproduceerde programma Mijn Nijmegen TV. In de zomervakantie zendt Nijmegen1 speciale zomerprogramma‟s uit, zoals de Bierquiz (vanuit diverse Nijmeegse cafe‟s worden door een panel van Nijmeegse burgers biertjes geproefd, maar de essentie van het programma gaat over het wel en wee van de panelleden) en Zomercolumns (Nijmeegse burgers die hun standpunt over actuele onderwerpen belichten). Radio RTV Nijmegen 1 zendt 24 uur per dag, zeven dagen per week non-stop radioprogramma‟s uit. Van 7:30 uur tot 18.30 uur is er elk uur een nieuwsblok van 3 minuten met aansluitend weer- en verkeersinformatie. Dagelijks van 7.00-9.00 uur, van 17.00-19.00 uur en van 22.00-23.00 uur worden de nieuwsitems van Nijmegen1 Nieuws uitgezonden. Ook het programma De Stem van de Stad wordt dagelijks van 12.00-14.00 uur uitgezonden. De thematische programma‟s Nijmegen1 Sport (maandag van 20.00-22.00 uur) en Campus on Air (dinsdag van 20.00-22.00 uur) zijn vaste weekitems.

Al

deze

programma‟s

worden

voice-over

uitgezonden.

Van

belangrijke

sportevenementen zoals de wedstrijden van NEC wordt live verslag gedaan. De overige zendtijd wordt gevuld met vooraf opgenomen muziekprogramma‟s die zonder radiopresentator worden uitgezonden. Internet Het

volledige

TV-programma

van

Nijmegen1

wordt

doorgesluisd

naar

internet

(www.nijmegen1.nu). Ook de radioprogramma‟s zijn via internet te beluisteren. Via de website is ook het archief met nieuwsuitzendingen vanaf 2009 te raadplegen. Nijmegen1 plaatst nieuwsberichten van De Gelderlander op de website. Tenslotte worden via twee webcams continu beelden van het Keizer Karelplein en De Waalbrug uitgezonden.


6


1.2

Het publieksbereik

In het voorjaar van 2010 is door De Vos & Jansen Marktonderzoek in samenwerking met de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) een onderzoek verricht naar het publieksbereik van Nijmegen1. Het onderzoek werd gehouden onder een steekproef van 325 Nijmeegse inwoners van 13 jaar en ouder. De bevindingen staan vermeld in tabel 1. Tabel 1. Publieksbereik Nijmegen1 onder de inwoners van Nijmegen in de leeftijd van 13 jaar en ouder (peildatum voorjaar 2010)

Bekendheid Jaarbereik Weekbereik Dagbereik

TV 58% 39% 22% 11%

Radio 34% 10% 4% 1,4%

bron: rtv nijmegen 1: beleid 2011-2013 Jaarbereik = percentage inwoners dat minimaal eens per jaar Nijmegen1 bekijkt resp. beluistert Weekbereik = percentage inwoners dat minimaal eens per week Nijmegen1 bekijkt resp. beluistert Dagbereik = percentage inwoners dat dagelijks Nijmegen1 bekijkt resp. beluistert

De mediagroep internet is niet in het onderzoek meegenomen. Volgens de eigen gegevens van Nijmegen1 trekt de website 500 unieke bezoekers per dag.

1.3

De programmering is in eigen beheer

Bijna alle programma‟s van Nijmegen1 worden in eigen beheer geproduceerd. Uitzonderingen zijn: 

Mijn Nijmegen TV uitzendfrequentie 1x per maand, 30 minuten, geproduceerd door Productiehuis Nijmegen (Doetie Bakker, voormalig medewerker en medeoprichter van Nijmegen1);



NTV Jongeren uitzendfrequentie 1x per week, 10 minuten, geproduceerd door een groep jongeren onder de verantwoordelijkheid van Tandem. Het programma valt wel onder de eindredactie van Nijmegen1;



Campus in Beeld uitzendfrequentie 1x per week, 10 minuten, geproduceerd door een groep Nijmeegse studenten. Het programma valt wel onder de eindredactie van Nijmegen1.

Tabel 2 laat zien dat 91,5% van de zendtijd van Nijmegen1 wordt gevuld met programma‟s die in eigen beheer zijn geproduceerd. Tabel 2. Nijmegen1: in eigen beheer vs. extern geproduceerde tv-programma’s (2011)

Programma's in eigen beheer: Programma's niet in eigen beheer: - Campus in Beeld - NTV Jongeren - Mijn Nijmegen TV Totale zendtijd per maand

televisie 30.140

min.

91,5%

720 1.040 1.040 32.940

min. min. min. min.

2,2% 3,2% 3,2% 100,0%

bron: buys culturele profielen 2011


7


De radioprogrammering bestaat voor 100% uit programma‟s die in eigen beheer dan wel in samenwerking met andere lokale omroepen zijn geproduceerd.

1.4

De programmering komt in samenwerking met andere media-instellingen

Nijmegen1 heeft tijdens de Vierdaagsefeesten 2011 in samenwerking met de lokale omroepen Webtv (Beuningen/Druten), WO TV (Wijchen), Unique TV (Heumen) en Nima TV (Mook/Gennep) 156 uur live tv over de Vierdaagse van Nijmegen uitgezonden. Ook ten behoeve van de 4daagseradio is een samenwerkingsverband aangegaan met Favoriet FM (Zevenaar), Unique FM (Heumen), Webfm (Beuningen/Druten), Nima FM (Mook/Gennep), WFM (Ubbergen/Millingen aan de Rijn) en WO FM (Wijchen). Ten behoeve van het programma Regiosport (wekelijks 15 minuten) wordt structureel samengewerkt met de lokale omroepen in de omliggende gemeenten. Het radioprogramma NEC live wordt via Unique FM Heumen uitgezonden.

1.5

De marketingactiviteiten

De marketingactiviteiten van een lokale omroep richten zich doorgaans op twee doelen: (1) het verhogen van de bekendheid en het publieksbereik, en (2) het binnenhalen van advertentieinkomsten door middel van sales. marketing en bekendheid/publieksbereik In 2010 is het programmaformat aangepast waarbij meer accent is gelegd op de nieuwsprogrammering. Deze wijziging had als doel een hoger publieksbereik te realiseren. Bij Nijmegen1 ontbreekt het tot dusverre aan een structureel marketingbeleid ter verhoging van de bekendheid en het publieksbereik van de omroep. Er is in het verleden door een extern bureau (Bureau Einder Communicatie te Nijmegen) een beleidsplan opgesteld, maar hieraan is geen uitvoering gegeven. Op kleine schaal wordt er geanticipeerd op een verhoging van de naamsbekendheid. Zo heeft Nijmegen1 altijd de intentie om als blikvanger aanwezig te zijn bij lokale gebeurtenissen en evenementen. Het is de bedoeling dat met de komst van het ROC/MKB Leerwerkbedrijf meer aandacht aan het vermarkten van Nijmegen1 zal worden besteed. marketing en sales De sales vormt een belangrijke bron van inkomsten voor Nijmegen1. In de zomer van 2009 heeft Nijmegen1 een externe salesmanager aangetrokken. De salesmanager is gedetacheerd vanuit het bedrijf On the Spot Marketing. Hij werkt op basis van “no cure no pay”. Er is geen ondertekend contract tussen partijen. Volgens de salesmanager zijn partijen overeengekomen dat hij 1 dag per week saleswerkzaamheden voor Nijmegen 1 uitvoert. In de praktijk is hij twee dagen voor de lokale omroep op pad. De werkzaamheden van de salesmanager bestaan uit het binnenhalen van advertentie-inkomsten. In de eerste maanden na zijn aantreden heeft de salesmanager met succes zijn eigen netwerk gebruikt om reclamezendtijd te verkopen. Er was in 2009 sprake van een verdubbeling van de reclame-inkomsten ten opzichte van het voorgaande jaar. Het bestuur heeft voor 2011 een salestarget van 93.000 euro inkomsten aan reclamegelden geformuleerd. Dit bedrag is exclusief barteringbaten. Deze target zal volgens de salesmanager in de huidige


8


situatie niet worden gehaald. Volgens hem moet eerst de interne organisatie van Nijmegen1 op orde worden gebracht, pas dan kan het rendement uit de sales naar een hoger niveau worden getild. Het bestuur acht de salestarget realistisch. Het niet realiseren van de target is volgens het bestuur veel meer te wijten aan de afgenomen inzet van de salesmanager dan aan een haperende organisatie. De inkomsten uit sales vertonen over de afgelopen drie boekjaren wel een stijgende lijn: in 2008 € 46.000, in 2009 € 77.000 en in 2010 € 82.000 (zie ook tabel 3). Deze bedragen zijn overigens inclusief de barterdeals. Nijmegen1 beschikt niet over een salesplan.

1.6

De inkomstengenerende activiteiten

RTV Nijmegen heeft twee soorten inkomstengenerende activiteiten: (1) de acquisitie en de uitzending van advertenties, en (2) het ontplooien van inkomstengenerende nevenactiviteiten. De salesmanager besteedt gemiddeld 2 dagen per week aan de acquisitie van advertenties. Een deel van de opbrengsten uit advertenties wordt uitgekeerd in de vorm van barterdeals. Op bescheiden schaal worden inkomstengenerende nevenactiviteiten ontplooid. Dan gaat het om de DVD-verkoop van geproduceerde programma‟s. Tabel 3 geeft een overzicht. Tabel 3) Nijmegen1: Specificatie baten inkomstengenerende activiteiten

Reclamebaten

€

2008 34.920

€

2009 63.610

€

Barteringbaten Baten uit nevenactiviteiten

€ €

10.797 9.817

€ €

13.278 8.740

zie reclamebaten € 15.868

€

55.534

€

85.628

€

totaal

2010 82.597

98.465

bron: jaarverslagen SWM

1.7

De informatieve, culturele en educatieve programmering

In het huidige programmaformat ligt de nadruk op de informatieve programmering (met name de programma‟s Nijmegen1 Nieuws, Nijmegen1 Politiek, Mijn Nijmegen TV, Nijmegen1Sport en Stem van de Stad). Op de tweede plaats volgt de culturele programmering (met name Uit met Mariken, De Muzen, en onderdelen van NTV Jongeren en Campus in Beeld). RTV Nijmegen heeft geen specifieke educatieve programma‟s. Sommige programma‟s bevatten wel educatieve elementen. Zo worden in het programma Straat van de Week en in sommige Zomercolumns en passant de historie van Nijmegen in woord en beeld gepresenteerd.


9


2

Nijmegen1 en weten regelgeving In de Mediawet 2008 en het Mediabesluit is de regelgeving vastgelegd met betrekking tot de onafhankelijkheid, kwaliteit en diversiteit van de informatievoorziening van de media. Het Commissariaat voor de Media vult het wettelijk kader in met richtlijnen en beleidsregels, en zij ziet er als onafhankelijk bestuursorgaan op toe dat deze regels worden nageleefd. Voor het verzorgen van het publieke media-aanbod in de Nederlandse gemeenten worden lokale mediainstellingen door het Commissariaat aangewezen, één per gemeente. In de volgende paragrafen worden beschreven hoe Nijmegen1 invulling heeft gegeven aan de belangrijkste richtlijnen en beleidsregels.

2.1 De Productienorm en de ICE-norm Productienorm “Ten minste vijftig procent van de toetsingstijd (uitzendtijd tussen 07.00 uur en 23.00 uur) dient te bestaan uit programma’s die in eigen beheer zijn geproduceerd”. RTV Nijmegen1 voldoet royaal aan deze norm. Bij de mediagroep TV wordt 91,5% van de zendtijd besteed aan programma‟s die in eigen beheer zijn geproduceerd. Bij de mediagroep Radio is het percentage 100%. ICE-norm “Voor elk afzonderlijk kanaal moet ten minste vijftig procent van de toetsingstijd (uitzendtijd tussen 07.00 uur en 23.00 uur) een informatief, cultureel of educatief karakter hebben, gericht op de eigen gemeente. Van deze vijftig procent moet minimaal zestig procent een lokaal informatief of educatief karakter bezitten, de overige veertig procent mag bestaan uit programma’s met een cultureel karakter”. Zowel de tv-zender als de radiozender van Nijmegen1 voldoen aan de ICE-norm. Voor de tvzender haalt Nijmegen1 een percentage van circa 75% van de toetsingstijd dat een informatief, cultureel of educatief karakter heeft. Het merendeel van deze toetsingstijd is informatief van aard. De radiozender haalt een 50% score aan informatieve programma‟s.

2.2 Reclame & Sponsoring Om de onafhankelijkheid van de media-instellingen te waarborgen zijn regels rondom reclame en sponsoring vastgelegd. Deze regels beogen een scheiding van programma-aanbod en commercie. De media-instelling moet beschikken over een redactiestatuut waarin de journalistieke rechten en plichten van de medewerkers zijn vastgelegd. Nijmegen1 beschikt over een redactiestatuut. Het is in 2008 opgesteld onder de naam Programmastatuut Stichting Waalstad Media en is nog altijd van kracht. Voor het uitzenden van reclameboodschappen is inschrijving bij de Stichting Reclame Code een vereiste. Dit laatste is voor de leden van de OLON via het lidmaatschap geregeld. Nijmegen1 is lid van de OLON.


10


Het Commissariaat heeft een uitgebreid aantal voorschriften opgesteld voor de omvang en verschijningsvormen van reclame-uitzendingen. We hebben deze voorschriften niet zelf getoetst, maar de stationmanager en de programmaleider van Nijmegen1 hebben aangegeven dat zij deze voorschriften naleven, evenals de voorschriften ten aanzien van sponsoring.

2.3 Nevenactiviteiten en uitbesteding van activiteiten Ook de nevenactiviteiten en de uitbesteding van activiteiten moeten voldoen aan de voorschriften van het Commissariaat. De nevenactiviteiten van Nijmegen1 zijn gering. Het betreft de verkoop van DVD‟s van de eigen programma‟s. Deze activiteit is goedgekeurd door het Commissariaat en is als zodanig geregistreerd in het Register Nevenactiviteiten van het Commissariaat. Aangaande de uitbesteding van activiteiten het volgende. Zoals eerder beschreven heeft Nijmegen1 de saleswerkzaamheden uitbesteed aan het bedrijf On the Spot Marketing. De externe salesmanager heeft in een interview aangegeven dat er wel een contract is opgemaakt waarin de gemaakte afspraken tussen Nijmegen1 en zijn bedrijf zijn vastgelegd. Maar het contract is niet ondertekend 1 . Daarmee opereert Nijmegen1 in strijd met de belangrijkste voorwaarde die het Commissariaat verbindt aan uitbesteding van activiteiten, namelijk dat de gemaakte afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst.

2.4 Het Programmabeleidbepalend Orgaan Het Programmabeleidbepalend Orgaan is een belangrijk orgaan voor lokale omroepen. De Mediawet schrijft voor dat lokale omroepen dienen te beschikken over een representatief orgaan dat het mediabeleid bepaalt. Het PBO stelt het programmabeleid vast en ziet toe dat de omroep zich aan de ICE-norm houdt. Het programmabeleid legt vast welke mediadiensten worden ingezet, welke programma‟s op grond van welk aanbodschema worden uitgezonden en van welke programma‟s de verzorging wordt uitbesteed. Het PBO is, naast het bestuur en de redactie, een afzonderlijk orgaan binnen de omroep. Het bestuur is verantwoordelijk voor het functioneren van de het PBO. Bij Nijmegen1 voldoet het PBO op dit moment niet aan de voorschriften van representativiteit van het Commissariaat en ook niet aan artikel 10 lid 3 uit de eigen statuten van de lokale omroep. Het PBO dient uit minimaal 5 leden te bestaan en dient zodanig van samenstelling te zijn, dat deze representatief is voor de in de gemeente voorkomende culturele, godsdienstige

en

geestelijke

stromingen.

In

het

PBO

hebben

tenminste

zitting

vertegenwoordigers van de navolgende stromingen: maatschappelijke zorg en welzijn, cultuur en kunst, kerkgenootschappen op geestelijke grondslag, werknemers, werkgevers, onderwijs en educatie, etnische en culturele minderheden, en sport en recreatie. Op dit moment (september 2011) telt het PBO van Nijmegen1 zes leden, waarvan drie leden actief zijn. Voor de stromingen maatschappelijke zorg en welzijn, werkgevers, etnische

en

culturele minderheden en sport en recreatie bestaan vacatures. Het verloop onder de leden van

1 Het bestuur van Nijmegen1 heeft in een reactie aangegeven dat zolang het nieuwe contract niet is getekend, het oude contract nog van kracht is. Het oude contract dateert van 1 juli 2009 en had een looptijd van zes maanden. Er is geen clausule in het contract opgenomen die verwijst naar een stilzwijgende verlenging of een beding met die strekking.


11


het PBO is zeer groot. Afgezien van het feit dat het PBO niet voldoet aan de voorschriften van representativiteit is het geïnterviewde PBO-lid van oordeel dat er vanuit de redactie en het bestuur van Nijmegen1 onvoldoende input wordt geleverd aangaande het programmabeleid. Informatie wordt alleen mondeling verstrekt, is ongestructureerd en gaat vaak over organisatorische en managementonderwerpen, en daar is het PBO niet voor. Ook de facilitering van vergaderingen schiet tekort. Beleidsstukken worden niet vooraf aangeleverd. Van de zijde van het bestuur en de staf klinken geluiden dat het PBO een bureaucratisch orgaan is, “luchtfietserij”, moeizaam functioneert, en geen toegevoegde waarde heeft voor de omroep. De Mediawet ziet het PBO als een essentieel orgaan. Ze schrijft voor dat wanneer het PBO niet functioneert het Commissariaat na vier maanden de aanwijzing als lokale omroep moet intrekken.

2.5 Samenwerken met andere media-instellingen Het Commissariaat staat op het standpunt dat samenwerking tussen lokale omroepen een goede optie is wanneer een lokale omroep op eigen kracht niet kan voldoen aan de Productienorm of de ICE-norm. Bij Nijmegen1 speelt dit probleem in het geheel niet (zie paragraaf 2.1). Ook voor ICE-programma‟s met een bovenlokaal karakter is samenwerking met andere lokale omroepen een goede optie. Het PBO dient wel per programma het belang van de samenwerking te kunnen motiveren. Nijmegen1 werkt projectmatig samen met de lokale omroepen van een aantal buurtgemeenten. Het gaat dan om de verzorging van een gezamenlijk programma tijdens de Vierdaagsefeesten en de invulling van het programma Regiosport. Kortgeleden is Nijmegen1 een samenwerkingsproject gestart met dagblad De Gelderlander. De samenwerking richt zich op uitwisseling van (nieuws)informatie voor het gebruik van het eigen medium. Op de website van De Gelderlander worden sommige tv-nieuwsitems geplaatst van Nijmegen1. Op de website van Nijmegen1 zijn nieuwsitems van De Gelderlander te lezen. Het OLON volgt met veel belangstelling het proces en de resultaten van deze samenwerking.

2.6 Het redactiestatuut Nijmegen1 beschikt over een redactiestatuut waarin de journalistieke rechten en plichten van de medewerkers zijn vastgelegd. Het is in 2008 opgesteld onder de naam Programmastatuut Stichting Waalstad Media.


12


3

De financiën Tabel 4 geeft een overzicht van de jaarrekeningen van de afgelopen drie boekjaren. Tabel 4) Nijmegen1: verdichte jaarrekeningen 2008, 2009, 2010 en begroting 2011 (in €)

BALANS ACTIVA Vaste activa Duurzame bedrijfsmiddelen Deelneming Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen

TOTAAL ACTIVA PASSIVA Eigen vermogen Stichtingskapitaal Bestemmingsfondsen Bestemmingsreserve Algemene reserve Langlopende schulden Kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA

2008 31-dec

2009 31-dec

2010 31-dec

56.370 56.370

46.562

36.534

46.562

36.534

37.349 8.422 45.771

51.244 28.493 79.737

31.637 58.399 90.036

102.141

126.299

126.570

27.000 34.869 61.869 40.272

23.301 50.000 7.399 80.700 45.599

12.905 48.342 6.727 67.974 58.596

102.141

126.299

126.570

RESULTATENREKENING Baten Subsidie gemeente Omzet Reclame/bartering Baten uit nevenactiviteiten Overige baten Totaal baten

2008

2009

2010

Begroting 2011

95.308 45.717 9.817 6.648 157.490

94.606 76.888 8.740 897 181.131

99.940 82.597 15.868 198.405

99.900 93.000 9.300 10.800 213.000

Bedrijfskosten Personeelskosten Af: Loonsubsidies Afschrijvingen Overige personeelskosten Huisvestingskosten Directe productiekosten Verkoopkosten Autokosten Algemene kosten Totaal kosten

117.608 -93.242 14.636 6.927 21.023 8.110 14.301 30.985 120.348

141.228 -99.940 20.691 8.803 26.036 2.472 12.718 13.362 35.867 161.237

148.333 -95.761 17.593 10.395 30.173 6.205 28.547 8.293 47.793 198.570

159.504 -99.600 25.200 10.080 34.800 0 21.600 8.280 51.816 211.680

37.142

19.894

-165

1.320

-2.278

-1.063

-505

-960

34.864

18.831

-670

360

Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat


13


3.1 Jaarcijfers 2008-2010 Het boekjaar 2008 was het eerste volledige boekjaar van Nijmegen1. In dat jaar en de twee boekjaren daarna heeft Nijmegen1 een solide financiële prestatie geleverd. De liquiditeit en de solvabiliteit van Nijmegen1 zijn prima. Dat wordt ook beaamd door de accountant van Nijmegen1. De rentabiliteit is niet aan de orde, omdat de instelling geen winstoogmerk heeft. Maar gelet op de omvang en inhoud van het programma-aanbod mag worden vastgesteld dat Nijmegen1 veel heeft gepresteerd met naar verhouding zeer beperkte financiële middelen. “The return of investment” is vanuit de inhoudelijke oogpunt hoog. Nijmegen1 heeft geen langlopende schulden. In 2009 heeft het bestuur een bestemmingsreserve van 50.000 euro gevormd. Deze heeft betrekking op de aanschaf van apparatuur en personeelskosten. Tot en met 2010 is weinig gebruik gemaakt van deze reserve en dat vooral heeft er voor gezorgd dat de liquiditeitspositie van Nijmegen1 goed is. De resultatenrekeningen laten zien dat de gemeentesubsidie stabiel is gebleven in de afgelopen drie jaar. De eigen inkomsten zijn in drie jaar tijd sterk toegenomen. De reclame-inkomsten zijn in drie jaar tijd met 80% gestegen van 46.000 euro naar 83.000 euro (incl. bartering). Ook de baten uit bijna uit nevenactiviteiten stegen van 10.000 euro in 2008 naar 16.000 euro in 2010. De overige baten zijn in 2009 en 2010 daarentegen nagenoeg geheel weggevallen. Aan de kostenzijde namen de personeelskosten in drie jaar toe van 117.600 euro naar 148.300 euro. Met een omvang van 7,00 fte2 aan betaalde medewerkers op de loonlijst (peildatum 2010) zijn de personeelskosten als zeer laag te kwalificeren. De lage personeelskosten zijn te herleiden tot een combinatie van ontvangen loonsubsidies voor gesubsidieerde arbeidskrachten, bescheiden salarissen voor het reguliere personeel en het om niet beschikbaar stellen van 5,85 fte gesubsidieerde arbeidskrachten door Stichting Wijkwerk. De loonkosten van deze 5,85 fte drukken niet op de begroting van Nijmegen1. De huisvestingslasten zijn in drie jaar tijd behoorlijk toegenomen: van 21.000 euro in 2008 naar 30.000 euro in 2010. De stijging is volledig terug te voeren op een stijging van de huurlasten. De stijging van de verkoopkosten (van 8.000 euro in 2008 naar 28.500 euro in 2010) is ontstaan door de vergoeding op provisiebasis van de externe salesmanager. Die is met ingang van augustus 2009 aan slag gegaan voor Nijmegen1. De stijging van de algemene kosten (van 31.000 euro in 2008 naar 48.000 euro in 2010) is veroorzaakt door een toename van de kosten voor contributie & abonnementen, de kosten voor productie en onderhoud, en de eenmalige kosten in 2010 voor een kijken luisteronderzoek.

2

Dit is exclusief negen ID-medewerkers (5,85 fte) die om niet via Stichting Wijkwerk bij Nijmegen1 waren

gedetacheerd (peildatum 2010). Deze groep medewerkers staat op de loonlijst van Stichting Wijkwerk.


14


3.2 Begroting 2011 De begroting 2011 is opgesteld als een extrapolatie van de activiteiten en de financiële cijfers uit de voorgaande boekjaren. Er ligt aan de raming een beleidsplan noch een activiteitenplan aan ten grondslag. De geraamde reclame-inkomsten (93.000 euro) zijn als opdracht aan de salesmanager meegegeven. De stijging van de overige baten is grotendeels gebaseerd op een vergoeding van ROC Nijmegen voor begeleiding van het Leerbedrijf.

3.3 Geen ruimte voor nieuw beleid zonder ombuigingen De boekjaren 2008 (vooral) en 2009 werden weliswaar met positieve saldi afgesloten. Maar de jaarcijfers 2010 en de begroting 2011 zijn teruggevallen naar kostendekkendheid. De kosten (+65%) zijn in de periode 2008-2010 sterker gestegen dan de baten (+26%). Als deze trend zich doorzet, zal Nijmegen1 in de problemen komen. Ook bij het wegvallen van de loonsubsidies zal Nijmegen1 zwaar in de min duiken. Gelet op het feit hoe de financiële huishouding zich heeft ontwikkeld sinds de start van Nijmegen1 is het niet aannemelijk dat de lokale omroep het wegvallen van deze loonkostendekking kan opvangen zonder haar beleid geweld aan te doen.


15


4

De organisatie 4.1 De formele organisatiestructuur De organisatie van Nijmegen1 ziet er bij benadering formeel als volgt uit. Bij benadering, omdat de organisatieweergave de resultante is van een vijftiental interviews, een aantal niet gedateerde functieomschrijvingen, het programmastatuut (mei 2008) en de op 23 maart 2007 gewijzigde statuten van de stichting zelf:

bestuur Programmabeleid Bepalend Orgaan

stationmanager

kernstaf

Hoofdredacteur

Programma en productieleider

grote staf Vertegenwoordiger medewerkersraad

Projectleider Leerbedrijf

Eindred. sport

Eindred. MTV

Eindred. Campus

Eindred. Straat

Eindred. politiek

Eindred. cultuur

Sales

Hoofd Techniek

Eind Redactie Nieuws

Bestuur Het bestuur bestaat statutair uit tenminste drie personen: de voorzitter, de penningmeester en de secretaris. Leden worden voor een periode van drie jaar benoemd en zijn nog voor één nieuwe termijn herkiesbaar. Het bestuur bestuurt de stichting, maar de benoeming en het ontslag van de stationmanager (in onze termen directeur) geschiedt op voordracht van het bestuur door het Programmabeleidbepalend Orgaan (hierna te noemen PBO). Programmabeleidbepalend Orgaan (PBO) Het PBO is het ankerpunt voor het publieke karakter van de omroeporganisatie. Zij dient te zijn samengesteld uit met name genoemde geledingen van de burgerij. Leden van het PBO worden statutair benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Nijmegen. Leden worden voor een periode van drie jaar benoemd en zijn nog voor één nieuwe termijn herkiesbaar.


16


Het PBO van Nijmegen1 vergadert statutair vier maal per jaar met de programmaleider, dat is een keer meer dan het Commissariaat voor de Media eist. De notulen worden beschikbaar gesteld aan het Commissariaat voor de Media. Het PBO stelt het programmabeleid vast en toetst het programma op de doelen van de stichting zoals genoemd in artikel 3 van de statuten. Daarnaast stelt het PBO het programmastatuut vast, alsmede de taakomschrijvingen van de programmamedewerkers en relevante regelingen. Alles na overleg met betrokkenen, staf en bestuur. Het PBO benoemt en ontslaat de stationmanager op voordracht van het bestuur. Stationmanager De stationmanager is eindverantwoordelijk voor de organisatie van de stichting en hiërarchisch leidinggevend. In andere bedrijven zou de stationmanager „directeur‟ genoemd worden. De stationmanager ressorteert onder het bestuur, ontvangt sturing van het bestuur en legt aan het bestuur verantwoording af . Programma- en productieleider De programma- en productieleider is verantwoordelijk voor het tot stand brengen van programma‟s en de technische kwaliteit van de programma‟s. De programma- en productieleider wordt aangestuurd door de stationmanager. Zelf geeft hij direct leiding aan de het Hoofd Techniek, de editors, de camera- en geluidvoerders en de overige productie- en programmamedewerkers. Hoofdredacteur De hoofdredacteur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de journalistieke inhoud en samenhang van de programma‟s. De hoofdredacteur wordt aangestuurd door de stationmanager. De hoofdredacteur geeft leiding aan de eindredacteuren van de diverse programmaonderdelen (de nieuwsredactie en de themaredacties). De hoofdredacteur bewaakt de condities die door het Commissariaat voor de Media zijn vastgelegd en bewaakt de programmacondities zoals deze met het PBO zijn vastgelegd. Kernstaf De stationmanager, programma- en productieleider en hoofdredacteur vormen te kernstaf van de organisatie. Komen dagelijks kort bijeen. De kernstaf vergadert maandelijks met het bestuur. Hoofd Techniek Het hoofd TD wordt aangestuurd door de programma- en productieleider en maakt deel uit van de (grote) staf. Het hoofd TD stuurt de medewerkers van de technische dienst aan. Het hoofd TD is verantwoordelijk voor het beheer en vervangingsvoorstellen van harden software, apparatuur en infrastructuur voor radio, internet en televisie. Sales De salesmanager heeft een targetgebonden contract op provisiebasis met een vaste maandelijkse onkostenvergoeding. De salesmanager legt verantwoordelijkheid af aan de stationmanager.


17


Projectleider Leerbedrijf Sinds het cursusjaar 2010-2011 heeft Nijmegen1 een samenwerkingsverband onder de naam „Leerbedrijf Multimedia‟ met het ROC Nijmegen, het Canisius College en een zevental bedrijven op het gebied van media. Het leerbedrijf wordt gesubsidieerd door met Ministerie van Economische Zaken, Senter Novem. De projectleider van het Leerbedrijf is lid van de staf. Vertegenwoordiger Medewerkersraad Statutair kent de stichting een medewerkersraad. Het bestuur van de stichting bepaalt de omvang van deze raad en benoemt en ontslaat de leden van de raad, na consultatie van het PBO. Een vertegenwoordiger van de medewerkersraad heeft zitting in de staf. Grote staf De grote staf wordt gevormd door de kernstaf met het hoofd Technische Dienst, de salesmanager, de projectleider Leerbedrijf en de vertegenwoordiger van de medewerkersraad. De grote staf vergadert maandelijks.

4.2 Samenstelling en competenties van bestuur, staf en PBO Het bestuur bestaat op dit moment uit vier leden: •

Stef de Grood, voorzitter, in het dagelijks leven tandarts in een maatschap;

•

Astrid Bos, zelfstandig ondernemer in public relations en communicatie;

•

Tuk Melissen, producent bij Gelderland Media Groep;

•

Kick van Hout, penningmeester, klinisch psycholoog en ondernemer.

De kernstaf bestaat uit drie leden: •

Michiel van de Loo, stationmanager, 1,0 fte contract SWM, vast;

•

Joost Brauer, programma- en productieleider van SWM, 1,0 fte vast contract;

•

Benno Geerlings, hoofdredacteur en eindredacteur nieuws, 0,8 fte contract SWM, IDloonkostensubsidie;

De grote staf wordt gevormd door de kernstaf, aangevuld met: •

Toine van den Brandt, hoofd technische dienst, eigen bedrijf en in opleiding, vrijwilliger voor naar eigen schatting 20 uur/week;

•

Steef Mertens, projectleider Leerbedrijf, eigen bedrijf, betaalde opdracht uit het budget van het Leerbedrijf;

•

Jerry Wikkeling, extern salesmanager, werkt met een vaste onkostenvergoeding op provisiebasis.

Het PBO is samengesteld als volgt: •

Sandra van de Ven, voorzitter, (Kunst & Cultuur), werkzaam bij De Lindenberg;

•

Harry Niekamp, (Werknemers), werkzaam bij FNV Bondgenoten Nijmegen;

•

Joska van der Meer (Religie en Godsdienst), pastor Ontmoetingskerk in Dukenburg;

•

J. Haverkort (Onderwijs en Educatie), werkzaam bij Stichting Rosascholen Nijmegen;

•

Robin van Hees (Jongeren), werkzaam bij Welzijnsorganisatie Tandem;

•

Frank Boeijen (op persoonlijke titel), Nijmeegs artiest.


18


Vacant zijn de vertegenwoordigers namens Ouderen, Sport en Recreatie, Werkgevers, Etnische en Culturele minderheden en Zorg en Welzijn.

4.3 De personele formatie De personeelsformatie is bij benadering de volgende, waarbij alleen de vrijwilligers op sleutelposities zijn meegenomen. Het totaal aantal vrijwilligers dat bij de stichting werkt bedraagt ongeveer zeventig Tabel 5) Overzicht personeelsformatie Nijmegen1 per sept. 2011 (vrijwilligers deels opgenomen) Vaste WIW ID ID/part. aanst. Uitz SWM wijkwerk

Wa jong

Vrijwillig

Contract

Grote staf Michiel vd Loo

stationmanager

1,00

Joost Brauer

programmamanager

1,00

Benno Geerlings

hoofdredacteur

Steef Mertens

projectleider

Toine vd Brandt

hoofd techniek

Jerry WIkkeling

salesmanager

0,80 0,50 0,60 0,50

Nieuwsredactie Gabriëlle Hendriks

eindredactie

Helmer Beijers

eindredactie/camera

0,55

vrijwilliger

bureauredactie

Rob Langendam

camera

0,70

Appie Engelaar

camera

0,80

Frank Verberne

editor

0,80

Mark Smit

editor

Jacqueline Smulders

journalist

Albert Wilkens

teksttelevisie/site

0,80 0,30

0,80 0,50 0,80

Themaredacties Bart Hellinga

eindredacteur sport

0,20

Pim Dinghs

eindredacteur Campus

0,20

eindredacteur MTV eindredacteur politiek Bas Andriessen

eindredacteur cultuur (de Muzen)

Mirek Vermeulen

eindredacteur cultuur (Mariken)

Michiel vd Loo

eindredacteur Straat van de Week

0,80

0,20 0,20

Overig Hendrik Arens

radio

Oscar de Kunder

radio/editor

Jochem de Jong

techniek (tv playbox)

0,40

Berry Teunissen

techniek (radio)

0,40

TOTAAL

(peildatum september 2011)

(personen)

0,80 0,80

2,00

0,80 2,10

(2)

(1)

(3)

4,45

1,60

2,50

1,00

(6)

(2)

(8)

(2)

Beëindigd sinds 1 januari 2011 Joris Kroezen

website

Gavin Hagestein

website

0,50 0,60

Gemma Meijer

bureauredactie

0,40

Jonathan Oosthout

editor

Totaal beëindigd

1-1-2011 tot heden

0,40

(personen)


19

0,50

1,40

(1)

(3)


4.4 De organisatie in werkelijkheid In de voorgaande paragrafen is de organisatie beschreven zoals deze in grote lijnen op papier is vastgelegd. Een bestuur dat op hoofdlijnen stuurt en een directeur – stationmanager – die eindverantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van de organisatie en daarover enerzijds verantwoording aflegt naar het bestuur en anderzijds de organisatie stuurt via de staf. Een werkorganisatie die in drie delen uiteenvalt. De inhoud onder verantwoordelijkheid van de hoofdredacteur;

de

programmering

en

productie

onder

verantwoordelijkheid

van

de

programmamanager en de techniek, die in een omroepbedrijf van essentiële betekenis is. Die functies zie je terug in de (grote) staf, aangevuld met de – tijdelijke – projectleider van het Leerbedrijf en de salesmanager. In de termen van het OLON een organisatie van vrijwilligers met een professionele steun in de rug, maar met de ambitie om een professioneel gedreven vrijwilligersorganisatie te worden. 4.4.1 Een vrijwilligersorganisatie De kern van de werkorganisatie zijn de vrijwilligers. Zeventig mensen die gemiddeld tien uur per week – een schatting - vrijwillig voor de stichting werken vertegenwoordigen 18 fte. De stichting heeft twee fulltime medewerkers in vaste dienst, aangevuld met op dit moment 6,95 fte – tien mensen - aan gesubsidieerde arbeid. Tussen 1 januari 2011 en nu zijn al vier medewerkers – 1,9 fte – die een loonkostensubsidie kregen, ontslagen. De gesubsidieerde arbeid is geconcentreerd op de nieuwsredactie. In totaal 27 fte – ruim tachtig mensen - waarvan tweederde vrijwillig worden ingevuld. Een vrijwilligersorganisatie laat zich niet aansturen als een bedrijf met een hiërarchische structuur, maar stelt hoge eisen aan het vermogen tot communicatie, inspiratie en overtuigingskracht van bestuur, leiding en staf. Vrijwilligers zijn bereid om hun hobby in dienst te stellen van de stichting, maar dan moeten de randvoorwaarden helder zijn zodat hun ingezette vrije tijd maximaal rendeert. 4.4.2 Nijmegen1, een publieke omroep De kern van de status van een publieke omroep ligt in het Programmabeleidbepalend Orgaan (PBO). Het Commissariaat voor de Media controleert de voorwaarden die aan de licentie verbonden zijn. Naast de bepalingen omtrent de aard van de programma‟s en de reclame uitingen toetst het Commissariaat het functioneren van het PBO. Bij de oprichting van de stichting bestond het PBO uit dertien leden afkomstig uit de diverse geledingen van de Nijmeegse samenleving. Op dit moment heeft het PBO nog zes leden en vergadert niet conform de statuten van de stichting en de eisen van het Commissariaat voor de Media. 4.4.3 Organisatiestructuur Efficiënte en effectieve inzet van menskracht vergt een heldere organisatie. Daarbij hoort een vastgelegde administratieve organisatie en interne controle. Die is er niet en omdat het Commissariaat voor de Media voor organisaties met een omzet onder de €200.000 geen goedkeurende accountantsverklaring maar slechts een samenstellingsverklaring eist is ook via die lijn geen AO/IC opgezet. Het bestuur heeft daaraan geen prioriteit gegeven.


20


Een

omroepbedrijf,

zeker

als

televisie

daarvan

deel

uitmaakt,

heeft

een

sterke

aantrekkingskracht op vrijwilligers en stagiaires. De kunst is om die vrijwilligers en stagiaires snel inzetbaar te maken en liefst langer aan het bedrijf te binden. Geconstateerd moet worden dat die structuur op dit moment ontbreekt. In de navolgende paragrafen wordt dit gebrek geschetst. 4.4.4 Beleidscyclus Er is geen sprake van een beleidscyclus. Er ligt een onderbouwing van de aanvraag van een zakelijk leider over de jaren 2011-2013, maar die is niet te kwalificeren als een meerjarenplan met

een

meerjarige

financiële

onderbouwing

(bijvoorbeeld

gericht

op

een

volgende

licentieperiode). En omdat deze ontbreekt wordt er ook geen verantwoording over afgelegd. En verantwoording afleggen is in het geval van een vrijwilligersorganisatie iets dat twee kanten op moet werken: van beneden naar boven en vice versa. Er is eerder sprake van incidentele beleidsinitiatieven die vaak door het bestuur worden geformuleerd, maar op gebrekkige wijze binnen de organisatie worden besproken en eerder leiden tot een machtsvraagstuk dan tot een wisseling van argumenten en zoeken naar een werkbare consensus. „Wie maakt bij Nijmegen1 de dienst uit‟ lijkt een belangrijker issue dan de vraag hoe beleid een geformuleerd doel dichterbij brengt en hoe de medewerkers meegenomen worden op die route. De stationmanager stelt jaarlijks een begroting op, kijkend naar de realisatie van de vorige begrotingen in overleg met de penningmeester. De begroting is als zodanig taakstellend, maar is niet met taakstellingen in de organisatie verankerd aan (deel)budgethouders. Met één uitzondering, te weten de target voor de salesmanager welke door het bestuur wordt vastgesteld. 4.4.5 Human resources management Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van medewerkers, zowel van staf als van functies die door ID‟ers worden vervuld als van vrijwilligers, zijn niet vastgelegd. Er is geen beschrijving van de actuele organisatie beschikbaar en er zijn geen actuele, vastgestelde functieomschrijvingen. Er zijn van een aantal functies conceptomschrijvingen of aanzetten daartoe. Binnen

de

organisatie

worden

geen

planning-

en

voortgangsgesprekken

of

functioneringsgesprekken gehouden. Het bestuur heeft eind 2010 dergelijke gesprekken met de stationmanager en de programma- en productieleider gevoerd. Er ontbreekt dan ook beleid dat gericht is op kwaliteit en scholing van medewerkers. Alleen bij de start van de televisie van Nijmegen1 zijn cursussen gegeven door externen op het gebied van camerawerk e.d. Het ligt wel in de bedoeling om komend cursusjaar vanuit het ROC „masterclasses‟ voor medewerkers van Nijmegen1 te organiseren. 4.4.6 Vrijwilligersbeleid Er is geen vrijwilligersbeleid in die zin dat er gericht op vrijwilligers geworven wordt met taken in de organisatie. Het is eerder andersom: voor iedere vrijwilliger die zich meldt wordt gekeken waar hij kan worden ingezet en in principe wordt een vrijwilliger niet afgewezen. Vrijwilligers krijgen in principe wel een vrijwilligersovereenkomst waarin werktijden, begeleider en taak worden vastgelegd. Een klein aantal vrijwilligers krijgt een vergoeding.


21


4.4.7 Gesubsidieerde arbeid Het ongeschreven beleid ten aanzien van medewerkers met een loonkostensubsidie (ID in eigen dienst dan wel gedetacheerd vanuit Uitzicht of Wijkwerk en participatiebanen) was het binnen de organisatie houden van deze krachten. 4.4.8 Medewerkersraad In september 2010 is op initiatief van Louis de Mast, destijds initiatiefnemer van Nijmegen1, exbestuurslid en nog steeds werkzaam als cameraman op de cultuurredactie, een medewerkersraad opgericht. Ook de voorzitter van het bestuur zegt dit initiatief genomen te hebben. In de statuten was een medewerkersraad voorzien, onder leiding van de stationmanager. Deze raad wordt door verschillende geïnterviewden anders genoemd. Personeelsraad, medewerkersraad en medezeggenschapsraad. Het eerste initiatief van de raad was het organiseren van een medewerkers tevredenheid onderzoek. De resultaten komen binnenkort naar buiten. Het volgende initiatief zal zijn het organiseren van verkiezingen voor de raad. 4.4.9 Acties van het bestuur Het bestuur heeft een paar pogingen ondernomen om het functioneren van de organisatie in beeld te krijgen en aan te pakken. Toenmalig bestuurslid Steef Mertens heeft in mei 2010 een „scan‟ van de organisatie gemaakt, echter zonder dat het bestuur daarover helder had gecommuniceerd met de organisatie. De spanningen die dat vervolgens in de organisatie gaf hebben ertoe geleid dat die scan in een bureaulade is verdwenen. De oprichting van het Leerbedrijf had voor het bestuur als afgeleid doel het alsnog beschreven krijgen van de organisatie. Het bestuur veronderstelde dat samenwerking met het ROC en andere externe partijen de organisatie van Nijmegen1 zou dwingen om alsnog de helderheid over de structuur van Nijmegen1 te verschaffen. Samenwerking met het ROC in het kader van het Leerbedrijf leidde in oktober 2010 tot gesprekken van bestuur en staf met Lisette Bros, projectleider bij het ROC. Op uitnodiging van de voorzitter trad zij eind 2010 toe tot het bestuur van de stichting met de ambitie om het achterstallig onderhoud in het human resources management in de organisatie te helpen wegwerken. Ook dit initiatief is als gevolg van spanningen binnen het bestuur en tussen bestuur en staf mislukt. 4.4.10 Communicatie We maken onderscheid in externe en interne communicatie. Externe communicatie De voorzitter van het bestuur, Stef de Grood, neemt een groot deel van de externe communicatie voor zijn rekening, vooral met potentiële samenwerkingspartners in de regio. Bestuurlid Astrid Bos heeft vooral externe contacten gehad met potentiële adverteerders. Zij tweeën hebben de grootste netwerken.


22


De stafleden hebben elk hun netwerken en daaruit voortvloeiende contacten. Er is geen onderlinge regie – onderling in bestuur noch in de staf noch tussen bestuur en staf - over de aard van de boodschap die extern gecommuniceerd wordt. Interne communicatie Het bestuur vergadert eens per maand met de staf en zij communiceert via de stationmanager met de organisatie. In de zomer van 2011 heeft het bestuur de stationmanager als aanspreekpunt vervangen door de programmaleider vanwege een conflict . Het bestuur geeft aan dat ze twee à drie keer per jaar met het PBO overlegt. De hoofdredacteur, verantwoordelijk voor de inhoud van de programma‟s is bij dat overleg niet betrokken, de programma- en productieleider wel. De kernstaf vergadert intensief, dat hangt samen met de aard van het bedrijf, immers iedere dag moet er een nieuw product gemaakt. De grote staf vergadert eens per twee weken. De communicatie van staf naar medewerkers is niet georganiseerd, slecht en rommelig. Er is op initiatief van de medewerkersraad sinds kort een nieuwsbrief, soms verschijnt er een mailtje van de staf. 4.4.11 Bedrijfscultuur De bedrijfscultuur is in hoge mate informeel, zozeer dat vrijwel niets geformaliseerd is. Sommige geïnterviewden benoemen dit als de erfenis van de voorgaande (radio)omroep organisaties, wat teruggaat tot de tijden van Radio Rataplan. De werkorganisatie is gericht op de producties en lijkt zich minder zorgen te maken over de randvoorwaarden die vervuld moeten zijn om die producties continuïteit te geven. De medewerkers zijn uiterst loyaal aan elkaar en aan het bedrijf, trots ook. De sfeer op de werkvloer wordt gewaardeerd, zeker binnen de teams waar het directe werk plaatsvindt. De schaduwkant van de organisatie is de slechte communicatie over de koers van het bedrijf, beleid, besluiten die blijkbaar in bestuur of staf genomen worden, het ontbreken van structuur, scholing en kwaliteitsbeleid.


23


5

Een SWOT-analyse 5.1 Sterkte-zwakte analye 5.1.1 Sterkte De naamsbekendheid van Nijmegen1 in de stad, de bereikcijfers en de kijkcijfers scoren goed, bijvoorbeeld in vergelijking met Omroep Gelderland. Nijmegen1 is door het OLON al drie jaar achtereenvolgend genomineerd als beste lokale omroep. Dat betekent dat Nijmegen1 bij de beste tien lokale omroeporganisaties in Nederland behoort. Lokale omroep is een sterk maatschappelijk, bindend product, het is een continue spiegel waarin mensen zichzelf kunnen spiegelen aan zichzelf en hun medeburgers. Het enthousiasme voor het product waaraan zij iedere dag en iedere week werken en het improvisatievermogen van medewerkers is groot. Dat geldt evenzeer voor hun inzet en loyaliteit met betrekking tot Nijmegen1. Naar de maatstaven van de toegekende subsidie (in 2011 99.900 euro) presteert Nijmegen1 goed. Lokale omroepen van naam en faam zoals Omroep Venlo en Maasland Dtv/fm (Oss) ontvangen substantieel hogere subsidiebijdragen (in 2011 Venlo 289.000 euro, Oss 229.000 euro). Dat de hoogte van de subsidie overigens niet altijd een voorwaarde is voor een goed presterende lokale omroep bewijst TV Enschede FM. Deze omroep is gekozen tot Lokale Omroep van het Jaar 2011 en ontvangt een subsidiebijdrage van 90.000 euro.

5.1.2 Zwakte Het bestuur heeft een ambitie die zich slecht verhoudt tot de mogelijkheden van de organisatie. De voorzitter van het bestuur is dermate betrokken dat hij de noodzakelijke bestuurlijke distantie uit het oog verliest. Het bestuur treedt niet op als eenheid. De verhouding tussen het bestuur en de stationmanager is zo slecht dat zij niet meer met elkaar communiceren. Onlangs heeft het bestuur de programmaleider aangewezen als nieuw aanspreekpunt. De interne organisatie is niet op orde. De stationmanager schiet tekort als eindverantwoordelijk leidinggevende van een organisatie met circa 80 medewerkers en vrijwilligers. De kwaliteit van medewerkers wordt niet benut, er is geen personeelsbeleid dat zich richt op het benutten van die kwaliteiten. De feedback op het werk van medewerkers en de kwaliteit van de programma‟s is slecht verzorgd. Er zijn weinig routines in het bedrijf zodat er steeds weer moet worden geïmproviseerd. De communicatie binnen het bedrijf is slecht en niet gestructureerd zodat medewerkers zich terugtrekken op hun eigen taken en binnen het bedrijf een eilandstructuur ontstaat.


24


Binnen bestuur en staf is niemand geschoold of ervaren in het sturen van complexe organisaties met veel werknemers. Primaire managementvaardigheden ontbreken. De focus van het bedrijf ligt op televisie. Radio en internet zijn op dit moment de ondergeschoven kindjes, terwijl internet en multimedia wel gezien worden als het toekomstig perspectief.

5.2 Kansen en bedreigingen 5.2.1 Kansen Met de naamsbekendheid, het bereik en de kijkcijfers van Nijmegen1 zit er potentie in de reclame- en advertentiemarkt. Het ontwikkelen van nieuwe programma‟s in het weekend kan daar aan bijdragen. De advertentiemarkt staat en valt voor Nijmegen1 met een goed relatienetwerk en vertrouwen van adverteerders in het bedrijf. Dat vertrouwen moet opgebouwd worden en dat duurt een paar jaar. Samenwerking met andere mediabedrijven – dagbladpers – op het gebied van nieuwsgaring en sales biedt kansen op een sneller rendement. De samenwerking in het Leerbedrijf kan de kwaliteit van medewerkers, stagiaires en daarmee het product vergroten.

5.2.2 Bedreigingen Het functioneren van het PBO heeft veel te weinig aandacht gekregen. Het feit dat van de dertien oorspronkelijke leden en plaatsen van het PBO nog slechts zes zijn bezet en dat daardoor niet aan de eisen van representativiteit wordt voldaan, is een directe bedreiging voor het behouden van de zendmachtiging. Recessie en bezuinigingen die daaruit voortvloeien hebben direct effect op de advertentieinkomsten en bijvoorbeeld de loonkostensubsidies. Deze beperken direct het functioneren van het bedrijf. Bij enkele lokale omroepen, zoals Maasland Dtv/fm, hebben zich de effecten van teruglopende advertentie-inkomsten al gemanifesteerd. Volgens het OLON vormt de marktwerking/differentiatie van de kabelnetten en andere signaaltransporteurs een bedreiging voor de lokale omroepen. Vroeger was het verplicht om kosteloos het signaal van lokale omroepen door te geven. Dat is nu een stuk moeilijker geworden. De aanbieders (o.a. UPC, Ziggo, Digitenne, Satelliet) vragen tegenwoordig een vergoeding om "in te prikken".


25


6

Ontwikkelingen in de branche Wat zijn volgens de betrokkenen in het komende decennium de belangrijkste ontwikkelingen in de branche van lokale media-instellingen? In het kort: beeld en multimedia hebben de toekomst Over één ontwikkeling zijn alle betrokkenen het eens. De toekomst van de lokale omroepen ligt niet bij de radio maar bij de mediagroepen Beeld en Multimedia. De Mediawet is enige tijd geleden hierop aangepast: internet heeft net als TV en Radio de status van hoofdmedium gekregen. digitalisering van het beeld De digitalisering van de TV zal ook niet aan de lokale omroepen voorbij gaan. Interessant daarbij is onder andere de ontwikkeling van IPTV (Internet Protocol TeleVision). IPTV is een verzamelnaam voor diensten en toepassingen die tv-kijken over het internetprotocol mogelijk maken. Een voorbeeld van de kansen voor de lokale omroepen op dit gebied is het ontwikkelen van een eigen APP voor televisie, computer en i-phone. lokaal nieuws is ‘hot’ Lokaal nieuws, actueel én in beeld gebracht, is volgens vele geïnterviewden de sleutel tot een hoog publieksbereik. Een hoger publieksbereik en een grotere kijkdichtheid zullen leiden tot meer reclamezendtijd. Meer reclame betekent meer inkomsten. Meer inkomsten betekent meer armslag, meer professionaliteit en meer kwaliteit van de programma‟s. samenwerking OLON verwacht dat er in de toekomst meer samenwerking zal ontstaan tussen lokale omroepen onderling, maar ook tussen lokale omroepen en andere media-instellingen. Een voorbeeld hiervan is het samenwerkingsexperiment van Nijmegen1 en De Gelderlander, waarbij informatie en programma‟s worden uitgewisseld. kwaliteitseisen OLON gaat binnen afzienbare tijd kwaliteitseisen stellen aan de lokale omroepen. Lokale omroepen die aan nog nader vast te stellen eisen voldoen, komen dan in aanmerking voor een keurmerk. De kwaliteitseisen zullen wel worden gedifferentieerd, omdat de diversiteit tussen de lokale omroepen omvangrijk is.


26


7

Conclusies 7.1 Product/programma 

Nijmegen1 heeft een programma-aanbod dat voldoet aan de voorschriften van het Commissariaat (Productienorm en ICE-norm);



De bekendheid en het publieksbereik is redelijk te noemen, maar is nog voor verbetering vatbaar;



Nijmegen1 mikt op de mediagroep Beeld/TV. De mediagroepen Radio en Internet krijgen minder aandacht;



De Nijmeegse omroep is drie jaar achtereen genomineerd voor de beste lokale omroep van het jaar (er zijn 286 lokale omroepen in Nederland). Dat is een teken dat er programmatisch kwaliteit wordt geleverd.

7.2 Financiën 

Nijmegen1 heeft haar financiën op orde. Wel is vastgesteld dat de kosten (+65%) in de periode 2008-2010 veel sterker zijn gestegen dan de baten (+26%). Als deze trend zich doorzet, zal Nijmegen1 in de problemen komen;



Bij het wegvallen van de loonsubsidies zal Nijmegen1 zwaar in de min duiken. Gelet op het feit hoe de financiële huishouding zich heeft ontwikkeld sinds de start van Nijmegen1 is het niet aannemelijk dat de lokale omroep het wegvallen van deze loonkostendekking kan opvangen zonder haar programma geweld aan te doen;



De programmatische activiteiten van de zender en de ambities van bestuur en staf staan eigenlijk niet in verhouding tot de financiële mogelijkheden. Nijmegen1 slaagt er desondanks in om haar programma-aanbod te realiseren door haar –naar verhouding- zeer lage personeelskosten.

7.3 Organisatie De organisatie van Nijmegen1 is zowel de kracht als de achilleshiel van de instelling: 

Er bestaat onder bestuur, medewerkers en vrijwilligers veel enthousiasme, inzet en loyaliteit aan de instelling om een goed programma te produceren en uit te zenden;



Nijmegen1 voldoet aan de eisen van verslaglegging van het Commissariaat;



De organisatie is te kenschetsen als informeel, veel te weinig gestructureerd, en verre van op orde. Van een beleidscyclus is geen sprake. Een cultuur van verantwoording ontbreekt. Dat kan ook eigenlijk niet want er zijn geen toetsingsinstrumenten vastgesteld (m.u.v. de salestarget). De administratieve organisatie is niet vastgelegd, de interne controle ontbreekt. Er is geen bedrijfsplan mét een meerjarige financiële onderbouwing vastgesteld. Een marketingplan is er niet terwijl wel wordt ingezet op een substantiële verhoging van de sales. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van medewerkers, zowel van staf, van de functies die door ID‟ers worden vervuld als van vrijwilligers, zijn niet vastgelegd. Functieomschrijvingen zijn alleen in concept opgesteld, en dan nog alleen van een beperkt aantal (staf)medewerkers;



Het ontbreekt aan een beleid dat is gericht op kwaliteit en scholing van medewerkers;


27




Er is geen vrijwilligersbeleid vastgelegd terwijl het overgrote merendeel van de medewerkers uit vrijwilligers bestaat (circa 70 vrijwilligers);



De communicatie van staf naar medewerkers is niet georganiseerd, slecht en rommelig;



Er zijn forse spanningen tussen bestuur en staf over de koers van Nijmegen1. Het bestuur heeft zich doelen gesteld waarvan de staf vindt dat ze niet haalbaar zijn, en zeker niet in het tempo dat het bestuur voor ogen heeft. De staf is van mening dat het bestuur te weinig oog heeft voor het feit dat Nijmegen1 vooral een vrijwilligersorganisatie is;



Er is een vertrouwensbreuk tussen het bestuur en de stationsmanager, waarbij de rest van de staf de kant van de stationsmanager lijkt te kiezen. Dit dreigt uit te monden in een vertrouwenscrisis in de organisatie. De breuk is te herleiden tot de vraag “Wie heeft het voor het zeggen inzake het programma-aanbod”.



De problematiek tussen bestuur en stationsmanager heeft een ander probleem aan het licht gebracht, namelijk het niet functioneren van het PBO. Het is dit orgaan dat het programmabeleid bepaalt. Het PBO voldoet momenteel niet aan de wettelijke eisen van representativiteit. Het PBO vindt bovendien dat ze onvoldoende input uit de organisatie krijgen inzake het programmabeleid. Hier dreigt een serieus gevaar, want als het PBO niet functioneert kan het Commissariaat (na vier maanden) de zendtijdlicentie van de omroep afnemen. Het behoort tot de verantwoordelijkheden van het bestuur om het PBO goed te laten functioneren.


28


8

Scenario’s De organisatie van Nijmegen1 kenmerkt zich op dit moment door een professionele kern, aangevuld met een grote groep vrijwilligers. De professionele kern bestaat uit de twee stafleden (stationmanager en programmaleider), de hoofdredacteur en de nieuwsredactie. Functies in de techniek en op de themaredacties worden door vrijwilligers vervuld. De insteek van de organisatie is dat de kern van de werkzaamheden en de dagelijkse productie door (semi)professionals wordt uitgevoerd. Een tweede essentieel kenmerk is het lage brutosalaris dat momenteel wordt gehanteerd. Nijmegen1 had ultimo 2010 negen betaalde medewerkers (7,00 fte) op de loonlijst, hetzij op basis van een vast contract, hetzij als gedetacheerde ID-WIW kracht of Wajonger3. De som van de salariskosten bedroeg volgens de jaarrekening 2010 € 145.333. Dat komt overeen met een bruto loonsom incl. werkgeverslasten van € 20.762 per fulltime formatieplaats. De brutoloonsom inclusief werkgeverslasten bij het minimumloon bedraagt ca. € 23.250 per fulltime formatieplaats. Het salarisniveau bij Nijmegen1 blijft daar nog onder. Een derde kenmerk van de organisatie van Nijmegen1 is dat zij niet stabiel is. Een voorwaarde om welk model ook maar te kunnen implementeren is dat er weer stabiliteit in de organisatie gebracht wordt.

8.1 De budgettaire kaders De inkomsten van Nijmegen1 bestaan uit de volgende componenten: Tabel 6) Baten Nijmegen1: rekening 2010 en begroting 2011

Baten Nijmegen1 Basis subsidie Gemeente Nijmegen

Rekening 2010 99.900

Begroting 2011 99.900

82.600 15.900

93.000 20.100

198.400

213.000

Omzet uit reclame/bartering Baten uit nevenactiviteiten en overige baten Totaal baten

Nijmegen1 heeft de begroting 2011 met bijna € 15.000 opgetrokken tot € 213.000. De subsidie is gelijk gebleven. De advertentieinkomsten zijn met € 15.000 verhoogd. Uit nevenactiviteiten en overige baten wordt naar verwachting in 2011 € 4.000 meer omzet gehaald. Het bestuur van Nijmegen1 is ervan overtuigd dat er substantieel meer eigen inkomsten zijn te realiseren. Die mogelijkheid wordt bevestigd door cijfers uit het onderzoek Sector onder de Radar (november 2010). Tabel 7 biedt een overzicht van de gemiddelde inkomsten per categorie lokale

omroepen

(peildatum

2009).

De

lokale

omroepen

zijn

geclassificeerd

naar

verzorgingsgebied. De categorie lokale omroepen in een verzorgingsgebied met meer dan 100.000 inwoners vertekent nogal omdat hierin ook de lokale omroepen van de vier grote steden zijn 3

De tien ID-medewerkers die via Stichting Wijkwerk zijn gedetacheerd (5,85 fte) zijn hier niet meegeteld. Deze medewerkers staan op de loonlijst van Stichting Wijkwerk.


29


meegenomen. Wat tabel 7 vooral aantoont is dat de range tussen de minimum- en maximumbedragen aan inkomsten heel groot is. Ter illustratie, bij lokale omroepen in een verzorgingsgebied met 70.000-100.000 inwoners zijn de inkomsten uit reclame minimaal € 0 en maximaal € 419.900. Tabel 7) Lokale omroepen: Inkomsten 2009 per categorie verzorgingsgebied (in €)

subsidie

gemiddeld

< 30.000 inwoners 9.700

30.000-70.000 inwoners 19.900

70.000-100.000 inwoners 74.800

> 100.000 inwoners 158.900

reclame

bandbreedte gemiddeld

0 - 40.800 11.900

0 - 91.500 16.900

0 - 281.800 41.400

0 - 797.300 62.800

bandbreedte

0 - 125.200

0 - 93.500

0 - 420.000

0 - 307.200

sponsoring

gemiddeld bandbreedte

1.000 0 - 63.000

900 0 - 38.000

3.300 0 - 68.400

3.500 0 - 47.400

overig


7.000 0 - 62.200

11.100 0 - 84.000

20.100 0 - 190.500

55.300 0 - 358.500

totaal baten


29.700

48.800

139.700

280.500

4.000 - 146.700

10.600 - 207.800

6.900 - 777.900

2.700 - 1.108.200

bron: Sector onder de Radar (blz. 25) ontleend aan CvdM 2009

Uit het feit dat er lokale omroepen zijn die veel hogere bedragen aan eigen inkomsten realiseren dan Nijmegen1 gaan we ervan uit dat het bestuur van Nijmegen1 het gelijk aan haar zijde heeft voor wat betreft de potentie om de eigen inkomsten te verhogen. Ook de salesmanager beaamt dat die potentie er is, maar hij plaatst daarbij de kanttekening dat dit alleen is te realiseren als de organisatie van Nijmegen1 op orde is. Dat is nu niet het geval. Aangenomen dat de organisatie wel op orde zou zijn durven we de stelling wel aan dat een bedrag van € 250.000 aan inkomsten (incl. 100.000 subsidie) haalbaar moet zijn. Dat is een toename van € 35.000 - € 40.000 bovenop de begroting van 2011. De totale lasten, exclusief personeelskosten, bedroegen in 2010 € 149.000 en worden in 2011 geraamd op € 152.000. Vanwege de extra provisie van de salesmanager (die heeft in ons model immers meer advertenties binnengehaald) zouden deze lasten toenemen met € 7.000-€ 8.000 tot € 160.000. Met een geraamde bruto omzet van € 250.000 zou er in de begroting ruimte zijn voor € 90.000 aan personeelskosten. Op het niveau van het minimumloon (€ 23.000 bruto inclusief werkgeverslasten per fte) betekent dit er ruimte zou zijn voor 3,9 fte aan betaalde medewerkers. Tegen deze achtergrond lopen wij de volgende modellen langs: 1.

Een continuering van het huidige model: professioneel draaien van de kernproductie.

2.

Een model dat uitgaat van een vrijwilligersorganisatie met professionele ondersteuning;

3.

Een model waarbij Nijmegen1 binnen de huidige subsidiekaders blijft opereren.

4.

Een model dat uitgaat van een leerorganisatie;

Daarbij gaan wij ervan uit dat beeld – hetzij televisie, hetzij multimediaal – als medium centraal staat. In theorie is het natuurlijk mogelijk om terug te vallen op radio. Dan komt een heel ander model aan de orde. Radio vergt minder kosten in personeel en apparatuur, maar genereert veel minder opbrengsten als gevolg van wegvallende reclame-inkomsten.


30


8.2 Scenario 1: Continuering huidig model Nijmegen1 In het huidige model worden de primaire functies die nodig zijn om het gewenste programma te produceren grotendeels ingevuld door professionals. Aan het begin van dit jaar waren dat 2,0 fte aan vaste krachten, aangevuld met 9,1 fte aan gesubsidieerde arbeidsplaatsen. In de brief van 19 juni 2011 doet het bestuur van Nijmegen1 een beroep op de gemeente om tenminste 6 fte gesubsidieerde arbeid te handhaven, zodat een vaste formatie van 8 fte beschikbaar blijft. Nijmegen1 ziet die formatie dan als volgt ingezet: 1.

Directeur

2.

Programma- en productieleider

3.

Hoofdredacteur

4.

Hoofd techniek

5.

Bureauredacteur

6.

Journalist

7.

Cameraman/vrouw

8.

Editor.

Voor de omschrijving van de functie-inhoud verwijzen wij naar de beschrijving van de huidige organisatie in hoofdstuk 4, paragraaf 1-3. Model/ Functie

Scenario 1 Variant Nijmegen1 fte

Directeur

1,0

Programma- en productieleider Manager techniek

1,0 1,0

Hoofdredacteur Bureauredacteur

1,0 1,0

Cameraman/vrouw Journalist

1,0 1,0

Editor

1,0

Totaal

8,0

8.3 Scenario 2: Vrijwilligersorganisatie met professionele ondersteuning Om vrijwilligers aan een bedrijf te kunnen binden moeten de randvoorwaarden goed zijn vervuld. Dat betekent in onze visie dat de faciliteiten, scholing en coaching gegarandeerd moeten zijn. Dat zal door professionals verzorgd moeten worden. In dit model worden professionals niet ingezet op de primaire productie, maar op randvoorwaardenscheppende functies. Professionele functies Directeur (1,0 fte) Verantwoordelijk voor: •

Beleid (meerjarenplan, planning & control);

•

Financiële

zaken

(boekhouding,

begroting,

managementinformatie,

subsidiegevers, accountant);


31

contact

met


•

Personeel en organisatiezaken (administratieve organisatie, interne controle, werving en selectie

medewerkers

en

vrijwilligers,

functieomschrijvingen,

vrijwilligersplanning,

vrijwilligerscontracten, planning- en voortgangsgesprekken, scholing, kwaliteitsbeleid); •

Externe contacten (overheden, Commissariaat voor de Media, OlON, subsidiënten, samenwerkingspartners);

•

Sales (aansturing van de freelance salesmanager op provisiebasis)

•

Huisvesting;

•

Publiciteit.

Programma- en productieleider (1,5 fte) Verantwoordelijk voor: •

Programmabeleid (welke programmering televisie, radio en internet) en het coachen van de vrijwilligers die hieraan werken;

•

Contacten met het PBO over de inhoudelijke programmering;

•

Het produceren van de programma‟s en de technische kwaliteit van de programma‟s en het coachen en plannen van de vrijwilligers die hieraan werken.

Manager Techniek (1,0 fte) Verantwoordelijk voor: •

Beheer en onderhoud van de bestaande apparatuur, technische (data)infrastructuur, harden software;

•

Planning van vervanging en vervangingsinvesteringen;

•

Logistiek , uitgifte en inname van apparatuur die op locatie wordt gebruikt;

•

Aansturing, planning en coaching van techniek-vrijwilligers;

•

Coaching, instructie, scholing en bijscholing van vrijwilligers.

Hoofdredacteur (1,0 fte) Verantwoordelijk voor: •

Journalistieke vertaling van het programmabeleid in programma‟s;

•

Aansturen, plannen en coachen van (eind- en bureau)redacteur-vrijwilligers van de verschillende programma‟s;

•

Organiseren van scholing van vrijwilligers als journalist en cameraman/vrouw

Editor (1,0 fte) Verantwoordelijk voor: •

Samenstelling van één productie uit de bijdragen van de verschillende redacties;

•

Aansturen, plannen en coachen van de verschillende editor-vrijwilligers.

Model/ Functie


Scenario 2 Vrijwilligersorganisatie + prof. ondersteuning fte

Directeur

1,0

1,0


1,0 1,0

1,5 1,0


1,0 1,0

1,0 -


1,0 1,0

-

Editor

1,0

1,0

Totaal

8,0

5,5


32


8.4 Scenario 3: Vrijwilligersorganisatie met beperkte professionele ondersteuning In scenario 3 wordt Nijmegen1 geacht binnen de huidige subsidiekaders te opereren. De budgetsubsidie van Nijmegen1 bedraagt afgerond € 100.000. In dit scenario is Nijmegen1 nog meer aangewezen op de inzet van vrijwilligers. Net als in scenario 2 worden de betaalde medewerkers primair ingezet voor het begeleiden en coachen van de vrijwilligers en ten behoeve van andere randvoorwaardenscheppende functies. Dat zal uiteraard op een bescheidener schaal moeten worden uitgevoerd ten opzichte van scenario 2 omdat er minder betaalde formatie beschikbaar is. Zonder de vrijwilligers te kort te willen doen is onze verwachting dat Nijmegen1 in dit scenario niet de huidige kwaliteitstandaard van - met name - de tv-programmering kan handhaven.

Ook

de

actualiteit

van

de

nieuwsprogramma‟s

en

de

omvang

van

de

programmaproductie zullen in het geding komen. Het wordt allemaal een tandje minder. Minder kwaliteit en minder programmaproductie leiden tot een geringer publieksbereik. Een geringer publieksbereik heeft zijn weerslag op de verdienpotentie van de salesafdeling. De aanname dat Nijmegen1 in dit scenario extra advertentie-inkomsten kan genereren is niet realistisch. En minder inkomsten uit advertenties impliceert dat het uitgangspunt -een betaalde formatie van 3,9 fte- niet haalbaar is. Het is onze inschatting dat in scenario 3 ruimte is voor 2,0-2,5 fte aan betaalde formatie. Professionele functies Directeur (1,0 fte) Verantwoordelijk voor: •

Beleid (meerjarenplan, planning & control);

•

Financiële

zaken

(boekhouding,

begroting,

managementinformatie,

contact

met

subsidiegevers, accountant); •

Personeel en organisatiezaken (administratieve organisatie, interne controle, werving en selectie

medewerkers

en

vrijwilligers,

functieomschrijvingen,

vrijwilligersplanning,

vrijwilligerscontracten, planning- en voortgangsgesprekken, scholing, kwaliteitsbeleid); •

Externe contacten (overheden, commissariaat voor de media, OLON, subsidiënten, samenwerkingspartners);

•

Sales (aansturing van de freelance salesmanager op provisiebasis)

•

Huisvesting;

•

Publiciteit

Programma- en productieleider (1,0 fte) Verantwoordelijk voor: •

Programmabeleid (welke programmering televisie, radio en internet) en het coachen van de vrijwilligers die hieraan werken;

•

Contacten met het PBO over de inhoudelijke programmering;

•

Het produceren van de programma‟s en de technische kwaliteit van de programma‟s en het coachen en plannen van de vrijwilligers die hieraan werken.

Hoofdredacteur (0,5 fte) Verantwoordelijk voor: •

Journalistieke vertaling van het programmabeleid in programma‟s;

•

Aansturen, plannen en coachen van (eind- en bureau)redacteur-vrijwilligers van de verschillende programma‟s;

•

Organiseren van scholing van vrijwilligers als journalist en cameraman/vrouw


33


Model/ Functie


Scenario 2 Vrijwilligersorganisatie + prof. ondersteuning fte

Scenario 3 Vrijwilligersorganisatie + beperkte prof. ondersteuning fte

Directeur

1,0

1,0

1,0


1,0 1,0

1,5 1,0

1,0 -


1,0 1,0

1,0 -

0,5 -


1,0 1,0

-

-

Editor

1,0

1,0

-

Totaal

8,0

5,5

2,8

8.5 Scenario 4: Nijmegen1 als leerorganisatie Nijmegen1 heeft nog anderhalf jaar te gaan in een samenwerkingsverband tussen het ROC en andere partijen in de vorm van een leerbedrijf. Dat leerbedrijf is gefaciliteerd met subsidie van Senter Novem. Het is voorstelbaar dat Nijmegen1 zou kiezen voor een oriëntatie van haar bedrijf als continue leerwerkplaats voor studenten van het ROC en andere opleidingen/instellingen. Waar in het vorige – vrijwilligers georiënteerde – model sprake was van coaching en sturing met gedeeltelijke scholing, is in dit model sprake van een focus op opleiding. Dat stelt andere eisen aan de professionals binnen Nijmegen1: dat moeten naast inhoudelijke professionals geschoolde leraren zijn. Het niveau van stagiaires en leerlingen zal lager zijn dan dat van geïnteresseerde vrijwilligers en vergt meer begeleiding en lescapaciteit dan in het vrijwilligersmodel. Het model dient nader onderzocht te worden, dat valt buiten het kader van deze scan. Zaken die nader moeten worden onderzocht zijn bijvoorbeeld: •

Werktijden (werken in het weekend, ‟s avonds en tijdens vakantieperiodes);

•

Onafhankelijkheid van redactie in een opleidingssetting;

•

Mogelijkheid om dit model nog te combineren met vrijwilligerswerk;

•

Funding van deze organisatie door bijdragen van opleidingsinstituten.

8.6 Conclusies Onder de aanname dat de lokale omroep haar eigen inkomsten met € 35.000 - € 40.000 kan verhogen heeft Nijmegen1 ruimte voor maximaal 3,9 fte aan betaalde arbeidskrachten. De salariëring geschiedt op het niveau van het minimumloon. Dat is overigens nog altijd een hogere salariëring ten opzichte van de huidige situatie. Scenario 1 is een continuering van het huidige organisatiemodel van Nijmegen1. Het scenario dat door Nijmegen1 is gevraagd in hun brief van 19 juni jl. gaat uit van 8 fte betaalde arbeidskrachten. Bij een salariëring op het niveau van het minimumloon vergt dit een extra budget van 4,1 fte x € 23.000 = € 94.300 bovenop de huidige subsidie.


34


Scenario 2 is het scenario waarbij Nijmegen1 een vrijwilligersorganisatie is die wordt ondersteund door professionals. De professionals richten zich primair op het ondersteunen van en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de vrijwilligers. Dit scenario vergt een betaalde formatie van 5,5 fte. Dit scenario vergt een extra personeelsbudget van 1,6 fte. Dat is omgerekend € 36.800. Maar dit extra budget moet verder worden aangevuld met minimaal een bedrag van € 50.000 ten behoeve van (1) de opleiding van de vrijwilligers en (2) vrijwilligersvergoedingen. Bij elkaar vergt dit scenario een extra subsidiebudget van ca. € 87.000. In scenario 3 staat Nijmegen1 voor de opgave om de lokale omroep te exploiteren binnen het huidige subsidiekader (een budgetsubsidie van € 100.000). Scenario 3 is een uitgeklede versie van scenario 2. Nijmegen1 wordt nog meer een vrijwilligersorganisatie met een beperkte professionele ondersteuning: 2,0-2,5 fte aan professionals. Er is geen budget beschikbaar voor het opleiden van vrijwilligers en ook niet voor vrijwilligersvergoedingen. In dit scenario kunnen de kwaliteit, omvang en productie van het huidige programma-aanbod niet worden behouden. In alle scenario‟s moet de gemeente zich realiseren dat de huidige (crisis)situatie bij Nijmegen1 opgelost zal moeten worden voordat welk scenario dan ook geïmplementeerd kan worden. De kosten daarvan zijn niet geraamd.


35


Bijlagen: - Lijst geïnterviewden - Geraadpleegde schriftelijke informatiebronnen


36


Lijst met geïnterviewde personen 1. voorzitter bestuur SWM 2. Lid bestuur SWM 3. Lid bestuur SWM 4. Penningmeester bestuur SWM 5. Stationmanager RTV Nijmegen1 6. Programmaleider RTV Nijmegen1 7. Hoofdredacteur RTV Nijmegen1 8. Salesmanager RTV Nijmegen1 9. Projectleider Leerbedrijf 10. Hoofd Techniek RTV Nijmegen1 11. Assistent Hoofd Techniek RTV Nijmegen1 12. Accountant RTV Nijmegen1 13. Lid PBO 14. Voormalig lid bestuur SWM 15. Senior beleidsmedewerker OLON


37


Geraadpleegde informatiebronnen •

Mediaplan Stichting Waalstad Media (oktober 2006)

•

Statuten Stichting Waalstad Media (maart 2007)

•

Programmastatuut Stichting Waalstad Media (mei 2008)

•

budgetsubsidiebeschikking Stichting Waalstad Media 2008-2011

•

Publieke lokale media-instellingen en de Mediawet (CvdM 2009)

•

Jaarverslag Stichting Waalstad Media 2007/2008

•

Stichting Waalstad Media jaarrekening 2008

•

Jaarverslag Stichting Waalstad Media 2008

•


•

Bestuursverslag Stichting Waalstad Media 2009

•


•

Situatieanalyse Nijmegen1 (Steef Mertens, 2009)

•

Stichting Waalstad Media begroting 2011

•

Aanvraagformulier Beroepsonderwijs in Bedrijf Senternovem (2010)

•

Kwaliteitsplan RTV Nijmegen1 (Tuk Melissen, oktober 2010)

•

Sector onder de Radar (OLON, november 2010)

•

Beleid 2011-2013: aanvraag budget zakelijk leider (bestuur SWM, december 2010)

•

Jaarverslag OLON 2010

•

Interne notitie voorzitter SWM (Stef de Grood, maart 2011)

•

Taak en Functieomschrijving diverse functies RTV Nijmegen1 (in concept, niet gedateerd)

•

Brief Bestuur SWM t.a.v. gemeente Nijmegen inzake afbouw gesubsidieerde banen (19 juni 2011)

•

Notulen PBO 28 juni 2011.


38

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Recommend Documents