Directie Grondgebied
Ingekomen stuk D1 (PA 25 juni 2008)
Milieu Duurzame Ontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 10 juni 2008
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 329 95 81
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic G610/08.0013326 Kim Kerckhoffs
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Zonnekrachtteam: Plan van Aanpak “Zoek de Zonzij”
3292878
Geachte leden van de Aldus Raad,vastgesteld in de vergadering van: Via deze weg willen wij u het Plan van Aanpak “Zoek de Zonzij” aanbieden. Dit plan is in opdracht van ons College opgesteld door het Zonnekrachtteam, met als doel de toepassing van zonnepanelen in Nijmegen te vergroten. Zonne-energie draagt immers bij aan de klimaat- en energiebesparingsdoelstellingen van de gemeente Nijmegen, zoals verwoord De voorzitter, De secretaris, in de Kadernotitie Klimaat en Actieplan Klimaat 2008-2012. Het Zonnekrachtteam is in gesprek geweest met een groot aantal partijen, waaronder de GEM Waalsprong, de Radboud Universiteit, Hogeschool Arnhem Nijmegen, de studentenhuisvestiging SSHN, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties en het ROC Nijmegen. De aandacht voor de toepassing van zonne-energie blijkt flink gegroeid. Wat toekomstige gebruikers vooral tegenhoudt zijn de kosten en het ruimtebeslag. Daarom is financiële ondersteuning van overheidswege of via de energiebedrijven essentieel. Per april 2008 heeft het ministerie EZ de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE) gestart, dat een jaarlijkse subsidieplafond kent. Op advies van het Zonnekrachtteam gaat ons College opnieuw een signaal afgeven aan de Rijksoverheid over de noodzaak van verbetering en verruiming van deze regeling. Ook blijken educatie en goede voorlichting belangrijke voorwaarden te zijn om mensen bewust te maken van de kracht van zonne-energie. In 2008 wil het Zonnekrachteam daarom onder andere verder met een Scholenproject, in samenwerking met het Milieu Educatie Centrum en Hogeschool Arnhem Nijmegen. Ook wil het voorbereidingen treffen om een icoon voor zonne-energie als publiekstrekker te realiseren. Als
www.nijmegen.nl
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Zonnekrachtteam Plan van Aanpak
1
Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied Milieu Duurzame Ontwikkeling
Vervolgvel
1
demonstratieproject is gekozen voor wijkcentrum Titus Brandsma. In het voorjaar van 2008 wordt dit gebouw van ruim 90 zonnepanelen voorzien. De eerste stappen zijn gezet en het Zonnekrachtteam zet de activiteiten in 2008 voort in de hoop dat Nijmegen gaat schitteren van zonnepanelen.
Met vriendelijke groet,
college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mr. Th.C. de Graaf
P. Eringa
www.nijmegen.nl
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Zonnekrachtteam Plan van Aanpak
2008
ZOEK DE ZONZIJ
PLAN VAN AANPAK ZONNEKRACHTTEAM NIJ‐ MEGEN
Advies aan de gemeente Nijmegen 18 maart 2008
Inhoud Inleiding - 2 Zonne-energie in de gebouwde omgeving - 3 Stand alone toepassingen - 5 Doelstellingen - 6 Beleidsinstrumenten - 7 Objecten die zich lenen voor de inzet van zonneenergie - 8 Resultaten van overleg met stakeholders - 10 Voorbeeld- en demonstratieprojecten - 12 Financiering - 14 Nieuwe Stimuleringsregeling Duurzame Energie - 16 Conclusies - 18 Aanbevelingen voor 2008 – 19 Samenstelling, ambtelijke ondersteuning Zonnekrachtteam - 20
Inleiding 1. Het stadsbestuur van Nijmegen besloot begin 2007 de toepassing van zonne-energie zoveel mogelijk te stimuleren. Voorbeeld daarbij was het Duitse Freiburg, waar de inzet van zonneenergie op diverse plaatsen gestalte heeft gekregen via gecombineerde acties van bevolking en stadsbestuur. Hoewel de financiële mogelijkheden van de lagere overheden een vergaande materiële ondersteuning uitsluiten, kan de gemeentelijke overheid langs verschillende wegen een bijdrage leveren aan de vergroting van het zonnekracht potentieel in Nijmegen. Het college van B&W heeft – daarin ondersteund door de Raad van de Gemeente Nijmegen - op 21 maart 2007 een Zonnekrachtteam geïnstalleerd, met de opdracht om in 2007 een Plan van Aanpak op te stellen 2. In de loop van 2007 heeft het team tussentijds de volgende actiepunten ‘aangepakt’, ook om te onderzoeken of en in hoeverre het draagvlak voor zonne-energie in Nijmegen kan worden vergroot: • Een oproep met de vraag om ideeën of suggesties voor projecten • Een verzoek 1 aan Kabinet en Kamer om de instrumenten voor zonne-energie aan te passen en te verruimen • Een verzoek aan GS van Gelderland om ondersteuning uit het budget voor energietransitie (uit de z.g. Nuon-gelden) • Oriënterend overleg met diverse stakeholders • Realisering van een demonstratieproject zonne-energie 3. Bewustmaking in meer algemene zin blijft, naast de informatie over de inzet van zonneenergie noodzakelijk, ook om duidelijk te maken, dat zonne-energie alléén geen oplossing is.Aandacht voor andere vormen van duurzame energie is van belang, gelet op de ‘Trias Energetica’: beperking van energievraag, gebruik van duurzame energie-bronnen, en efficiënte inzet van eindige bronnen 2 . Nog sterker klemt de betekenis van energiebesparing, ook financieel. Verwacht mag immers worden, dat een groot deel van de kosten van het klimaatbeleid bij de gebruikers van energie wordt gelegd. Ook de educatieve aspecten van het Nijmeegse zonne-energie project zijn van belang. Informatie via Internet is niet voldoende. Nagegaan moet worden langs welke weg scholen en andere instanties betrokken kunnen worden bij de uitleg en stimulering van zonne-energie.
De brieven aan Kabinet en Tweede Kamer, en aan Gedeputeerde Staten van Gelderland zijn mede-ondertekend door het College van B&W van Nijmegen 2 Factsheet Duurzame Energie, SenterNovem, 30 maart 2007 1
2
Zonne-energie in de gebouwde omgeving 4. In de praktijk worden drie vormen van zonne-energie onderscheiden: fotovoltaische, fotothermische en fotochemische energie 3 . Voor de gebouwde omgeving valt de nadruk op: • fotovoltaische zonne-energie, waarbij het zonlicht via zonnepanelen wordt omgezet in gelijkstroom, waarvan met omvormers direct inzetbare wisselstroom wordt gemaakt • fotothermische energie, waarbij via zonnecollectoren licht wordt omgezet in warmte voor huishoudelijk gebruik (kraanwater, verwarming); indirecte verwarming treedt op door instraling van zonne-energie. 5. In de afgelopen jaren is de betekenis en inzet van fotovoltaische zonne-energie gegroeid, enerzijds door de technologische ontwikkelingen, waardoor de opbrengst per oppervlakteeenheid toenam; en anderzijds door de inpasbaarheid van de gegenereerde wisselstroom in het net, waarmee de noodzaak van opslagsystemen geheel of gedeeltelijk kwam te vervallen. Het Nijmeegse zonnekrachtproject richt zich met name op de toepassing van fotovoltaische zonne-energie. Daarnaast wordt bezien, in hoeverre de indirecte inzet van zonnewarmte kan bijdragen aan een relatieve vermindering van klassieke energievormen. 6. De invoering van zonne-energie brengt nog steeds hoge investeringskosten met zich mee. Hoewel de toenemende productie van zonnecellen geleid heeft tot verlaging van de kostprijs, is een financiële tegemoetkoming noodzakelijk, wil van een succesvolle introductie sprake zijn. De terugverdientijd van zonnepanelen bedraagt thans 10 tot 20 jaar bij een geschatte levensduur van 25 jaar, afhankelijk van de cofinanciering of subsidiering door derden c.q. de overheid. Cofinanciering kan plaats vinden door • startsubsidie bij de aanschaf en installatie van zonne-energiesystemen: deze route is enkele jaren in praktijk gebracht, maar in de loop van 2005 beëindigd door het tekort aan begrotingsmiddelen terwijl sprake was van een open einde regeling. In de Rijksbegroting 2008 zijn weliswaar gelden gereserveerd voor de subsidiering van duurzame energie, maar een specifieke investeringsregeling voor zonne-energie ontbreekt 4 . • toekenning van een vergoeding voor de hoeveelheid elektriciteit, die aan het energiebedrijf wordt teruggeleverd, omdat niet alle opgewekte energie in eigen huis of bedrijf wordt verbruikt. De in Nederland gehanteerde regeling levert de investeerder te weinig op om de terugverdientijd acceptabel te maken 5
Fotochemische zonne-energie betreft feitelijk de omzetting van zonlicht in biomassa. Deze energiebron blijft in het Plan van Aanpak buiten beschouwing. 4 Bij de behandeling van het Begrotingshoofdstuk Economische Zaken in de Tweede Kamer op 12 november 2007 leed een poging van GroenLinks om structureel € 50 mln vrij te maken voor zonne-energie schipbreuk 5 De introductie van zonne-energie In Freiburg is krachtig gestimuleerd door de Duitse wetgever (Erneuerbare Energie Gesetz – EEG, 2000). De terugleververgoeding bedroeg aanvankelijk 54,53 eurocent per kWu. In 2007 bedraagt de vergoeding 49,21 eurocent. Elke 5 jaar daalt de 20-jarige vergoeding met 5% om de zonnecelindustrie te blijven prikkelen. 3
3
•
combinatie van investeringssubsidie en terugleververgoeding, tot 2006 de gangbare praktijk in Nederland, waarbij de energiebedrijven wel bijzondere voorwaarden konden stellen.
7. De gemeente Nijmegen en het Zonnekrachtteam hebben in de zomer van 2007 het Kabinet en de Tweede Kamer schriftelijk gevraagd vanaf 2008 de aanschaf van zonne-energiesystemen te stimuleren door een regeling, analoog aan de Duitse wetgeving (Bijlage 1). In de toelichting op de Rijksbegroting 2008 is gemeld, dat de vroegere MEP-regeling in gewijzigde vorm terugkeert als subsidie-instrument. Het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE) is inmiddels in het Staatsblad 6 gepubliceerd. Bij de begrotingsbehandeling in november 2007 heeft de Tweede Kamer nog geen wijzigingen aangebracht in de systematiek en inhoud van de SDE. Het wachten was op de uitvoeringsregeling, die geen open-einde karakter meer zou hebben, maar – zo was de verwachting wel zou afwijken - van de Duitse (en Franse) systematiek. 7a. Op 30 januari 2008 is de nieuwe SDE-regeling door minister van der Hoeven naar de Tweede Kamer gezonden 7 . Verrassend genoeg is nu voor zonne-energie toch gekozen voor de systematiek van een terugleververgoeding van 33 €-cent per kWh. Gelet op het beschikbare bedrag van € 100 mln kunnen 9000 aanvragen gehonoreerd worden. Gerekend wordt op 8500 inschrijvingen in de sfeer van particuliere huishoudens, die overigens de volledige investeringskosten voor hun rekening moeten nemen. Het ligt voor de hand, dat daarvoor een speciale lening wordt afgesloten, bijvoorbeeld gekoppeld aan de hypotheek (zie ook paragraaf 32). Het Zonnekrachtteam is voornemens in de eerste helft van 2008 – na bestudering van de nieuwe regeling – met concrete aanbevelingen te komen.
Staatsblad, 410: Besluit van 16 oktober 2007, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van de productie van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling (Besluit duurzame energieproductie) 7 Ontwerp Algemene uitvoeringsregeling SDE, 30 januari 2008: Regeling van de Minister van Economische Zaken van tot vaststelling van algemene uitvoeringsregels voor de subsidieverstrekking op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie) 6
4
Stand alone toepassingen 8. Zonne-energie wordt al geruime tijd toegepast in vrij staande systemen, die voor het functioneren relatief weinig elektriciteit nodig hebben. Te denken valt aan meetstations van uiteenlopende aard, sommige verkeerssystemen, verlichting op afgelegen plaatsen, kleinschalige toepassingen 8 . Deze systemen bedruipen zichzelf doordat de kosten van de aanleg van kabels vermeden worden. Wel is via een of meer accu’s de opslag van de elektriciteit nodig. Stand alone toepassingen zijn in het algemeen snel te realiseren. Velerlei toepassingen zijn mogelijk, ook in de sfeer van openbare verlichting op afgelegen plaatsen 9 . Na de evaluatie van de al lopende proef met parkeerautomaten dient de gemeente Nijmegen na te gaan waar en op welke wijze structureel gebruik gemaakt kan worden van specifieke of algemene stand alone voorzieningen. 9. Een geschikte en aansprekende ‘icoon voor zonne-energie’ kan als een stand alone project de aandacht van het publiek trekken, vooropgesteld, dat een opvallende plaats beschikbaar is. Ook zou de publieke blikvanger functioneel kunnen zijn, als ontmoetingspunt, via de aanwijzing van datum en tijd, of een deel van de publieke ruimte kunnen verlichten. Het Zonnekrachtteam denkt aan een artistiek project10 - een zonneboom of zonneboot om duurzaamheid te verbeelden - met kleine zonnepanelen als energiebron, bij voorbeeld op te richten in de nabijheid een van de nieuwe ROC-complexen 11 . Het project zou ’s avonds verlicht kunnen worden met de zelf opgewekte stroom.
Een aardig voorbeeld betreft de buitenlamp met bewegingsmelder van Conrad, voorzien van accu en 6 m kabel, zodat het zonnepaneel optimaal kan worden opgesteld voor het
8
laden van de accu's.
Zie: Zonnestroomproducten voor weg en waterbouw, Aeneas, Uitgeverij van vakinformatie, Boxtel: ISBN: 90-75365-42-x 10 Overleg met beeldend kunstenaar Andreas Hetfeld (21-11-2007) heeft geleerd, dat een dergelijk icoon in beginsel realiseerbaar is 11 Bij het Centraal Station of bij Station Heyendael 9
5
Doelstellingen 10. Gemeten aan de omvang van het energiegebruik in een stedelijke samenleving, zal de verduurzaming van het energiebeheer met de inzet van zonne-energie een bescheiden karakter dragen. Het formuleren van een kwantitatieve doelstelling in procenten van het energiegebruik is niet zinvol. De ervaring heeft wel geleerd, dat de toepassing van zonne-energie in de gebouwde omgeving meestal gepaard gaat met een grotere belangstelling voor energiebesparing. De investeerder van zonne-energie kijkt ook kritisch naar zijn energieverbruik. Het mes snijdt dus aan twee kanten. 11. Essentieel is wel, dat burgers en bedrijfsleven de resultaten van hun inspanningen direct moeten kunnen waarnemen, op de meter en meer nog in de portemonnaie. Tegen deze achtergrond zijn de voornaamste doelstellingen van het Nijmeegse Zonnekrachtproject 2007-2008 • Bewustmaking van instellingen, bedrijven en burgers van het belang van zonneenergie voor een duurzame en veilige energiehuishouding. • Kennisoverdracht en bundeling van ervaring, ook inzake financiële aspecten van investering(subsidie) en terugleververgoeding. • Vergroting van het zonnekracht-potentieel in Nijmegen, met een sterke nadruk op de (nog niet) gebouwde omgeving • Stimulering van energiebesparing bij alle aansluitingsvormen van elektriciteit en gas
6
Beleidsinstrumenten 12. De bevordering van zonne-energie vergt vanwege de brede werkingssfeer de inzet van diverse beleidsinstrumenten. Door de betrekkelijk hoge kosten van de noodzakelijke investeringen ligt de nadruk meestal op de financiële instrumentatie, met name subsidies op de aanschafkosten en aantrekkelijke terugleververgoedingen voor de ongebruikte elektriciteit. Toch verdienen ook andere wegen en instrumenten aandacht, vanwege de veelal beperkte financiële ruimte, en ook omdat niet-financiële instrumenten een eigensoortige bijdrage kunnen leveren. 13. Het Zonnekrachtteam richt zich vooralsnog op de navolgende instrumenten: • Optimale informatie aan burgerij, bedrijfsleven en instituties over concrete mogelijkheden van zonne-energie • Regelmatige interactie met stakeholders 12 , waaronder met name de energiebedrijven met een klantenbasis in Nijmegen (Nuon en Essent) • Subsidiëring van specifieke projecten, die een voorbeeldfunctie kunnen vervullen • Overleg met woningcorporaties om na te gaan of en in hoeverre zij in samenspraak met de huurders zonne-energie kunnen bevorderen • Afstemming van regelgeving. Vermeden dient te worden, dat de regelgeving belemmerend werkt op de toepassing van zonne-energie. Aan de orde zijn daarbij • De (eventuele ) aanpassing van het vergunningenbeleid en vereenvoudigde toetsing door de Commissie Beeldkwaliteit • Het ten dienste staan van burgers en instellingen, die een bijdrage willen leveren aan de verruiming van zonne-energie in Nijmegen 14. Het Zonnekrachtteam vraagt het College van B&W om een beoordeling en waar mogelijk aanpassing van het vergunningenbeleid, zodat belemmeringen voor de inzet van zonneenergie worden weggenomen. Hierbij is ook een rol weggelegd voor de Commissie Beeldkwaliteit 13 . Nader overleg over de beoordelingsaspecten van de aanleg van zonne-energiesystemen is gewenst. Nagegaan dient voorts te worden of aanpassing van de relevante verordeningen nodig is.
Ook de provincie Gelderland is een belangrijke stakeholder, enerzijds als grootaandeelhouder van Nuon, anderzijds als stimulator van de verduurzaming (Coalitieakkoord, 2007) 13 Met de Commissie Beeldkwaliteit heeft een oriënterend overleg plaats gevonden. De bereidheid is aangegeven om eventuele voorbeeldprojecten op de merites van de voorbeeldwerking te beoordelen. 12
7
Objecten die zich lenen voor de inzet van zonne-energie 15. Hoewel in beginsel alle objecten van en in de gebouwde omgeving zich lenen voor de toepassing van zonne-energie, leiden locatie, omvang en aard van de objecten toch tot een zekere beperking in de keuze. De ligging ten opzichte van de zonnestand is een belangrijke factor 14 . Daarnaast klemt de ruimte, die bij, op of aan het object beschikbaar is voor de plaatsing van de zonnepanelen. De investeringskosten inclusief de kosten van de ondersteuningsconstructie kunnen ook een belemmering vormen voor een kostenverantwoorde opzet. Aan de hand van criteria zal in de loop van 2008 beoordeeld worden, in hoeverre voorgestelde of nog nader in te vullen plannen passen in het Nijmeegs Zonnekrachtproject. 16. Het Zonnekrachtteam kiest als (voorlopige) indeling: • Voorbeeld- of demonstratieprojecten, waarbij in aanmerking komen o Scholen, in het bijzonder basisscholen o Wijkcentra, clubhuizen en andere gemeenschapsvoorzieningen o Bedrijfsgebouwen en kantoren o Blikvanger voor zonne-energie in de publieke ruimte • (Grotere) investeringsprojecten o Overheidsgebouwen o Particuliere woningen, waar mogelijk in overleg met woningcorporaties o Bedrijventerreinen, met name via clusters van bedrijven • Overige projecten in samenspraak met de betreffende instellingen o Radboud Universiteit o Hogeschool Arnhem-Nijmegen o ROC : nieuwbouwprojecten o Stichting Studenten Huisvesting Nijmegen 17. Het Zonnekrachtteam richt zich in het bijzonder op de voorbeeldprojecten. De beschikbare financiële ruimte dwingt voorlopig tot een bescheiden begin, zolang een substantiële subsidie noodzakelijk is om het betreffende project mogelijk te maken. Bovendien levert de voorbeeldwerking een bijdrage aan de (voorlopig) geformuleerde doelstellingen: demonstratie van werking en (financiële) haalbaarheid. Het streven is er op gericht om in 2008 en 2009 in elk van de categorieën een project via subsidie en informatie te realiseren, dus • een schoolgebouw, bij voorkeur in de Waalsprong • een clubhuis bij een teamsportvereniging, of een wijkcentrum • een kleinschalig kantoorcomplex 15 , • een publieke blikvanger, op een plaats waar veel mensen komen. 18. Grootschaliger projecten zetten meer zoden aan de dijk, maar vergen ook een hogere investering, zelfs wanneer de terugverdientijd binnen de perken blijft. De investeerders moeten zelf ook oog hebben voor het belang van zonne-energie, zeker op wat langere termijn. Boven14 15
8
De opbrengst van zonne-energie in Nederland bedraagt thans ca 100 kwh/m2/jaar Voorbeeld: zonnepanelen op het Stadhuis
dien moeten de investeerders beschikken over voldoende eigen middelen om een eventueel langere terugverdientijd te overbruggen. Het Zonnekrachtteam plaatst in deze categorie investeringsprojecten • een of meer overheidsgebouwen • woningcomplexen van woningcorporaties • een of meer zorgcomplexen • particuliere woningen, eventueel in wijk- of straatverband • een of meer bedrijventerreinen 19. Voorlopig is volstaan met oriënterend overleg met de stakeholders om na te gaan of inpassing van zonne-energie een optie is bij de plannen tot vernieuwing of uitbreiding van voorzieningen 16 . Naast een vroegtijdige betrokkenheid in de planfase is het zicht op investeringssubsidies of een vergoedingsregeling voor de aan het net teruggeleverde elektriciteit essentieel voor de medewerking van de stakeholders. Ook de interactie met energieleveranciers wordt ervaren als een knelpunt. Het Zonnekrachtteam is voornemens in 2008 te overleggen met de energiebedrijven, temeer nu duidelijkheid is ontstaan over het door de rijksoverheid te hanteren subsidie-instrument. 20. Afzonderlijke aandacht vergen particuliere huiseigenaren, die gemotiveerd zijn om (meer) zonne-energie-systemen te installeren, maar diverse belemmeringen ondervinden. Die belemmeringen dienen waar mogelijk te worden weggenomen: • Belemmeringen van financiële aard: verhoging van de terugleververgoeding is essentieel; daarnaast een aantrekkelijke startsubsidie, al dan niet uit de door de gemeente Nijmegen beschikbaar gestelde middelen; • Belemmeringen van organisatorische aard: de inpassing in en teruglevering aan het net met een duidelijke bemetering, zodat de investeerder ziet, wat hij opwekt en wat hij (terug) verdient • Belemmeringen van vergunningstechnische aard: in het merendeel van de gevallen is gelet op de geldende VROM-voorschriften uit 2003 geen bouwvergunning nodig voor de installatie van een zonnecollector of een combinatie van zonnepanelen. Overleg met de gemeente Nijmegen en de Commissie Beeldkwaliteit heeft geleerd, dat de belemmeringen in beginsel kunnen worden weggenomen of gemitigeerd. 21. De overige investeringsprojecten betreffen de SSHN, die al haar interesse kenbaar gemaakt heeft in de toepassing van zonne-energie, en enkele grote instellingen in Nijmegen, die grote bouwvolumes beheren: de Radboud Universiteit, de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en het Regionaal Opleidingen Centrum. Deze instellingen hebben onlangs grote nieuwbouwprojecten gerealiseerd, of nieuwbouwprojecten in uitvoering.
Ter illustratie: Realisering nieuw zorgcontinuüm Rosa de Lima (Standvast Wonen, Van Zeelandstichting, Stichting De Waalboog – 2008-2009 16
9
Resultaten van overleg met stakeholders 22. Het Zonnekrachtteam vond bij het overleg met de ‘stakeholders’ – instanties als RU, HAN, ROC, GEM en Stadsregio Arnhem Nijmegen, woningcorporaties als Portaal, Talis en SSHN en projectontwikkelaars zoals Bouwfonds – begrip voor de wens om het draagvlak voor zonne-energie te vergroten maar ook aanwijzingen, dat verruiming belemmerd wordt door een aantal factoren • relatief hoge investeringskosten voor zonne-Pv-systemen • prioriteit voor andere kosteneffectieve energiebesparingprojecten • negatieve ervaringen opgedaan bij wel gerealiseerde projecten 23. Volgens alle geraadpleegde instellingen is en blijft een substantiële bijdrage van de overheid in de investeringskosten essentieel. Wijziging plus verruiming van de regeling inzake de terugverdienkosten wordt – onder verwijzing naar de ervaringen in Duitsland – als een goed alternatief gezien. Overigens verdient ook de medewerking van de overheden in Spanje en Italië vermelding. Griekenland – een ander zonniger oord – is ook in opkomst, waar het de stimulering van zonne-energie betreft. 24. Het overleg met de stakeholders heeft overigens ook indicaties opgeleverd voor een positieve benadering van zonne-energie. Die aanwijzingen betreffen: • de noodzaak om op middellange termijn de bakens te verzetten • de verwachting dat de technologische ontwikkeling verdere kansen biedt • het belang voor voorlichting en educatie • de bereidheid om demonstratieprojecten ruimte te geven • in vroege fase: interventie bij planvorming • de hernieuwde belangstelling voor zonneboilers 25. Specifieke aandachtspunten, voortkomend uit het overleg met de verschillende stakeholders, die van belang zijn voor verder onderzoek en overleg: • GEM: wijst op belangrijke positie van projectontwikkelaars en woningcorporaties en pleit voor samenwerking tussen energieleveranciers, financiers, projectontwikkelaars en woningcorporaties • HAN: acht een demonstratieproject met zonnepanelen mogelijk, en pleit voor een in samenwerking van HAN, MEC en ZKT c.q. gemeente Nijmegen op te zetten scholenproject > actiepunt 2008 • ROC: is bereid om te onderzoeken of een demonstratieproject mogelijk is bij (de al aanbestede) nieuwbouw van de techniekopleidingen bij het Station Heyendael >actiepunt 2008 • RU : heeft geen (nog) concrete plannen voor de inzet van zonne-energie, maar noemt wel mogelijkheden (renovatie gebouwen A-faculteiten, Mercator III (renovatie deel oud Universeel Laboratorium), onder voorbehoud van instemming CvB
10
•
•
•
•
11
Stadsregio Arnhem-Nijmegen: energie en milieu zijn geen apart onderdeel van beleid; convenant duurzaam bouwen is wel stok achter de deur; SAN biedt aan een themabijeenkomst te organiseren over zonne-energie >actiepunt 2008 Woningcorporaties: structurele inpassing zonne-energie is zonder subsidie niet haalbaar; alle kaarten worden gezet op energiebesparing via dubbel glas en HR-ketels; niettemin wel medewerking aan gesubsidieerd project (Hatert) SSHN : ziet weinig mogelijkheden gelet op de problematiek van de doorberekening in de servicekosten voor studenten, maar heeft wel de kosten en baten van zonne-energie in beeld gebracht Projectontwikkelaars: pleiten voor vroege inschakeling van stedenbouwkundigen, en zien alleen mogelijkheden bij grote gebouwen; voorts zonneboilers in combinatie met koude- en warmteopslag
Voorbeeld- en demonstratieprojecten 26. Gegeven het beperkte budget acht het Zonnekrachtteam de realisering van een of meer demonstratieprojecten noodzakelijk om aandacht te vragen voor de betekenis en het belang van zonne-energie in de gebouwde omgeving. De inventarisatie van projecten, die op korte of middellange termijn gerealiseerd kunnen worden leert, dat toetsing aan de hand van criteria noodzakelijk is wil van een verantwoord project sprake zijn 27. Bij de selectie van demonstratieprojecten, die geheel of gedeeltelijk uit het door de gemeente Nijmegen ter beschikking gestelde budget worden gefinancierd vindt toetsing plaats aan de hand van de volgende (voorlopig kwalitatieve) criteria:. • Doel van het project: een voorbeeldproject, dat informatieverschaffing beoogt, vergt andere eisen dan een project voor kosteneffectieve levering van duurzame energie • Materiële opbrengst op grond van kosten-baten-analyse, rekening houdend met de elementen, die daarbij een rol spelen 17 • Opbrengst in milieuhygiënische zin: aan te geven via de vermeden uitstoot van kooldioxide • Opbrengst in immateriële zin: bijdrage aan bewustwording rond de duurzame ontwikkeling, en voorbeeldwerking in ruime zin, inclusief educatieve aspecten • Publieke uitstraling: ondersteuning uit publieke middelen impliceert een beoordeling van de publieke functie van een te ondersteunen project • Schadegevoeligheid: voor projecten met publieke uistraling geldt in het bijzonder, dat de risico’s van schade of vernieling zoveel mogelijk moeten worden voorkomen • Realiseerbaarheid op afzienbare termijn: in de beoordeling wordt betrokken of de projecten in 2007 of 2008 gerealiseerd kunnen worden 28. Het Zonnekrachtteam heeft in 2007 de in onderstaande tabel 18 opgenomen suggesties voor projecten op hoofdlijnen beoordeeld. Op grond van de aangegeven criteria is de haalbaarheid in beeld gebracht 19 Nr 01 02 03 04 05 06 07
Omschrijving Wachtruimte Stationsplein Oprichting Centrum voor Zonne-energie Subsidiering particuliere investeringen Voorbeeldproject Atletiekbaan Solar Utility Vehicle Onderzoek Doelgroepen Zonne-energie Zonneproject Delfsblauwe Daken
2007
++
2008 + (+) -+ ++ (+) (+)
Bijzonderheden Particulier initiatief Cf Venlo : onhaalbaar Project SenterNovem BECO Voorbeeldwerking
Investering, afschrijving en onderhoud naast de waarde van vervangen kWh’s en terugleververgoeding over een periode van 5, respectievelijk 10 jaar 18 Eind 2007 zijn aan deze lijst nog toegevoegd het Fietsinformatiesysteem Stationsplein (nr 18 > 2008), Zonnewijk Hatert (nr 19 > 2008) en het CO2-Compensatiefonds (nr 20 > 2008) 19 Het + teken betreft de kans van slagen. Is het teken tussen haakjes geplaatst, dan ligt het voortouw niet bij de gemeente Nijmegen 17
12
08 09 10 11 12 13 14 15 16 17
Parkeerautomaten Voorbeeldproject Bibliotheek Zwaneveld Participatie van andere gemeenten Voorbeeldproject Bedrijventerreinen Voorbeeldproject SSGN Mariken Winterfestival Gezamenlijke inkoop zonnepanelen Stand alone voorziening fietspaden Demoprojecten stakeholders Wijkcentrum Titus Brandsma
+
++ + (+)
+
+ ++
+++
+++
Evaluatie in 2008 Gemeente Overbetuwe Nader overleg Nader overleg Mobiele voorzieing
Nader overleg Realiseerbaar
29. Het Zonnekrachtteam heeft inmiddels het College van B en W voorgesteld om voor het jaar 2007 het Wijkcentrum Titus Brandsma aan te wijzen als demonstratieproject zonneenergie, en de daartoe middelen beschikbaar te stellen. De feitelijke realisering van het project zal in het eerste kwartaal van 2008 plaats vinden. De noodzakelijke zonnepanelen komen inclusief de installatie voor rekening van het budget 2007. 30. Naast de in bovenstaande tabel vermelde projecten wil het Zonnekrachtteam op grond van elders opgedane ervaringen en het overleg met stakeholders drie projecten in de eerste helft van 2008 toetsen aan de criteria, en tevens nagaan of die projecten in de loop van 2008 realiseerbaar zijn. Het betreft • het z.g. Scholenproject, op te starten in samenspraak met het MEC en de afdeling duurzame ontwikkeling van HAN; daarbij kunnen de ervaringen worden betrokken, die elders zijn opgedaan 20 • inpassing van zonne-energiesystemen (zonneboilers in combinatie met warmte-koudeopslag of zonne-PV-systemen) bij de revitalisering van Hatert: onderzocht zal moeten worden, in hoeverre de nieuwe SED-regeling daartoe mogelijkheden biedt • realisering van een zonne-blikvanger in de publieke ruimte, zoals elders in het Plan van Aanpak is vermeld
Zeeland (www.zonopschool.nl); Ijsselstein (www.ijsselstein.nl); voorts provincie NoordHolland en de Gemeente Tilburg
20
13
Financiering 31. De structurele, grootschalige invoering van zonne-energie staat of valt met de beschikbaarheid van (aanvullende) financiële middelen en met een goede wettelijke regeling van de terugleververgoeding. Hoewel dat tweede punt buiten de competentie van het Zonnekrachtteam valt, is in 2007 gebruik gemaakt van de beschikbare politieke kanalen om Kabinet en Kamer opnieuw te overtuigen van de noodzaak van een (betere) wettelijke regeling, zo mogelijk naar Duits model. Het beperkte budget 21 , dat de gemeente Nijmegen ter beschikking heeft voor de stimulering van zonne-energie houdt in, dat het Zonnekrachtteam zich voorlopig moet beperken tot rechtstreekse financiering uit het (eigen) budget van • een of twee voorbeeldprojecten • een of twee demonstratieprojecten of publieke blikvangers 32. De (tegemoetkoming bij de) financiering van zonnepanelen kan op verschillende manieren worden benaderd, namelijk vanuit de individuele koper of vanuit een collectief van kopers of vanuit bedrijven die met dit thema te maken hebben. Gemeentelijke betrokkenheid, die op diverse manieren ingevuld kan worden kan een duidelijke stimulans geven. Het Zonnekrachtteam maakt hierbij onderscheid tussen • Individuele aanschaf : De zonnepanelen kunnen worden meegefinancierd d.m.v. een verhoging van de hypotheek. Meestal zal de aanschaf onderdeel zijn van een totale verbouwing of plaatsvinden bij het kopen van een nieuwe woning (en waarschijnlijk ook een nieuwe hypotheek). De klimaathypotheek biedt gunstige leningsvoorwaarden. Daarnaast kunnen persoonlijke leningen worden afgesloten. Deze methode is arbeidsintensief en geeft waarschijnlijk niet direct een forse impuls, maar is wel een alternatief. • Collectieve aanschaf (straat of wijk): Mogelijk is gebruik te maken van bestaande bewonersverenigingen (voor onderhoud etc.) en kunnen initiatieven en financiering via deze verenigingen lopen. Om speciaal voor dit project een juridische entiteit op te richten is waarschijnlijk bewerkelijk en kostbaar. Aansluiting bij bestaande entiteit verdient voorkeur. • Aanbieders apparatuur (vendor-lease): De aanbieders sluiten een contract af met en leasemaatschappij. Een leasemaatschappij financiert het object. De courantheid is mede bepalend voor de slagingskans. Hierbij wordt overeengekomen, tegen welke voorwaarden een individu apparatuur kan aanschaffen. De aanbieder en leasemaatschappij moeten overeenstemming bereiken over voorwaarden m.b.t. terugkoop. Dit moet nog verder onderzocht worden en is gezien de aard van de “objecten” niet gemakkelijk. • Samenwerking met energieleverancier : Bij deze vorm worden de periodieke voorschotten door de energieleverancier geïncasseerd bij de bewoners. Het idee is om de investering via de energienota te verrekenen, door b.v. voorschotbedragen niet te verlagen gedurende een nader te bepalen periode. Dit alternatief is logistiek aantrekkelijk maar wel afhankelijk van de medewerking van de energiebedrijven. Vooralsnog heeft de gemeente Nijmegen voor 2007 een budget van 80.000 Euro gereserveerd 21
14
•
Bij nieuwbouwprojecten kan – in samenspraak met de projectontwikkelaar – de zonne-energie-installatie meegenomen worden in de koopprijs van de woning; de hypotheekverstrekker kan daarbij via een bijzonder tarief de aanschaf faciliteren
33. Gemeentelijke betrokkenheid is voor de stimulering van zonne-energie hoe dan ook van betekenis. Door een gemeentegarantie zal de afzet van apparatuur een forse impuls krijgen. Echter: op individueel niveau is dit instrument veel te bewerkelijk en waarschijnlijk ook te kostbaar. Een mogelijk alternatief is de oprichting van een stichting, met als doel de afzet van apparatuur te stimuleren. De stichting werft fondsen en subsidies, bij voorbeeld bij de Provincie Gelderland. Hierdoor is de stichting in staat de apparatuur (grootschalig) in te kopen en te verkopen. De stichting en de bank werken in dit model een samenwerkings-overeenkomst uit. Een afzonderlijk aandachtspunt betreft de financieringsmogelijkheden van particulieren. Diverse toetsingen zullen moeten plaatsvinden om aan de vigerende regelgeving te voldoen. Voor kredietwaardigheid zal o.a. een BKR toetsing worden uitgevoerd.
15
Nieuwe stimuleringsregeling Duurzame Energie 34. De hooggespannen verwachtingen inzake de nieuwe stimuleringsregeling voor duurzame energie zijn slechts ten dele waargemaakt. Het uitgetrokken budget voor de jaren 2008-2011 (€ 300 mln) is de moeite waard, maar moet door veel aanvragers gedeeld en veel duurzame energiebronnen worden gedeeld. De Tweede Kamer heeft het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE)( Staatsblad 22 ) met instemming begroet. Bij de begrotingsbehandeling in november 2007 zijn geen wijzigingen aangebracht in de systematiek en inhoud van de SDE en evenmin in het budget. De nieuwe regeling is anders dan de vroegere MEP-regeling, maar wijkt wel af van de Duitse (en Franse) systematiek. 35. In Artikel 1 SDE wordt zonne-energie genoemd onder de hernieuwbare energiebronnen, overigens op een lijn met o.m biomassa, stortgas en biogas. Artikel 2 SDE leert, dat ‘door de Minister op aanvraag’ subsidie kan worden vertrekt aan een producent van hernieuwbare elektriciteit door ‘gedurende een bepaalde periode het verschil geheel of gedeeltelijk te compenseren tussen de kostprijs van deze hernieuwbare elektriciteit en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit’. Het SDE kent overigens 76 artikelen, soms zodanig van aard, dat de operationalisering van het besluit nog heel wat voeten in de aarde heeft. Waar alle hernieuwbare energiebronnen moeten concurreren om een eindige hoeveelheid geld mocht niet vop voorhand verwacht worden – ook gelet op de formulering ‘geheel of gedeeltelijk’en de noodzaak van een onderbouwde aanvraag - dat particuliere zonne-energieprojecten veel steun zullen vinden in het SDE. 36. Na de publicatie van de nieuwe SDE-regeling op 30 januari 2008 ziet de wereld voor particuliere huishoudens, die willen investeren in zonne-energie, er ‘zonniger’ uit. Wel blijft de honorering van aanvragen vooralsnog beperkt tot 9000 systemen (waarvan naar raming 8500 particuliere huishoudens). De investeringskosten komen daarbij voor eigen rekening of financiering, al dan niet met specifieke leningen. De terugleververgoeding bedraagt 33 €-cent per kWh. Dat bedrag is aanzienlijk hoger dan het tot 2005 gebruikelijke tarief van ruim 9 cent per kWh maar lager dan de Duitse terugleververgoeding. Vergunningen zijn niet vereist, wel een onderbouwde aanvrage en een regelmatige rapportage. Opgemerkt zij nog, dat bij de toekenning van de subsidies het principe ‘wie het eerst komt het eerst maalt’ wordt toegepast. 37. De minister van economische zaken heeft bij de opstelling van de nieuwe SDE-regeling gebruik gemaakt van het advies 23 , dat door KEMA en ECN is opgesteld voor de onderbou-
22 Staatsblad, 410: Besluit van 16 oktober 2007, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van de productie van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling (Besluit duurzame energieproductie) 23 Technisch-economische parameters van duurzame elektriciteitsopties in 2008-2009: Eindadvies basisbedragen voor de SDE-regeling (X. van Tilburg, ECN; J.W. Cleijne, KEMA; E.A. Pfeiffer, KEMA; S.M. Lensink, ECN; M. Mozaffarian, ECN; A.Wakker, ECN) KEMAQ, januari 2008, ECNE-08-003
16
wing van de basisbedragen voor de verschillende vormen van hernieuwbare energie. In dat advies wordt voor zonne-PV onderscheid gemaakt in basisbedragen voor een drietal systemen • Huishoudens gebouw geïntegreerd (klein) 0 – 3,5 kWp • Kantoorgebouwen gebouw geïntegreerd (middel) 3,5 – 15 kWp • Grote geïntegreerde systemen (groot) 15 – 100 kWp De grens van 100 kWp is bedoeld om maximaal in te zetten op systemen waarbij de leereffecten groot zijn. 38. Het Zonnekrachtteam zal in het begin van 2008 de nieuwe SDE-regeling voor zonne-PVsystemen nader bestuderen, en op grond daarvan de mogelijkheden van subsidiering en cofinanciering, in het bijzonder voor particuliere huishoudens, bedrijven en combinaties van particulieren en bedrijven nader uitwerken 24 . Een belangrijk onderwerp daarbij is de indiening van de aanvraag en de vervulling van de rapportage plicht. Bezien zal worden of overleg met de energieleveranciers Nuon, Essent en andere aanbieders daarbij dienstig is, mede gelet op de rapportageplicht, die in de nieuwe regeling is vastgelegd.
De Tweede Kamer blijft aandringen op een verruiming van het budget voor zonne-energie. Het is niet uitgesloten, dat de inmiddels gepubliceerde regeling alsnog wordt verruimd. 24
17
Conclusies Algemeen • De belangstelling voor de toepassing van zonne-energie is onmiskenbaar, gelet op de interacties en positieve reacties bij de opstelling van een Plan van Aanpak: de twijfels betreffen de kosten en het ruimtebeslag •
De kennis over de mogelijke toepassingen is nog ontoereikend; voorlichting en educatie zijn van grote betekenis voor de vermeerdering van kennis en inzicht; daarbij moet rekening gehouden worden met de verschillende doelgroepen
•
De grootste belemmering voor substantiële uitbreiding van het zonnekracht potentieel vormen de hoge investeringskosten van zonne-PV-systemen: financiele ondersteuning van overheidswege of via de energiebedrijven is essentieel
•
Zolang overheidssteun in de vorm van structurele investeringssubsidies of wettelijke regeling 25 van substantiële terugleververgoedingen uitblijft is een behoorlijke vergroting van het zonne-energie-areaal een moeizame, zo niet onmogelijke opgave
Gemeente Nijmegen • Vroegtijdige betrokkenheid bij planvorming van stadsuitbreiding, nieuwbouw, vervangende nieuwbouw en renovatie kan de inpassing van passieve en actieve vormen van zonne-energie bevorderen
25
•
Voorbeeld-, demonstratie- en leerprojecten leveren een positieve bijdrage aan de bewustwording van het belang van zonne-energie voor duurzame ontwikkeling: partiële financiering uit begrotingsmiddelen is noodzakelijk
•
Voorlichting en bewustwording zijn gediend met de instrumenten die de locale overheid ten dienste staan: een toegankelijke website, toegespitste documentatie, aangepaste verordeningen, en een publieke blikvanger
•
Aparte aandacht vergen stand alone projecten, met als actueel voorbeeld, parkeermeters, waarbij de levensduur en uitgespaarde netkosten de voorziening financieel aantrekkelijk maken
Bedoeld is een regeling naar analogie van de Duitse wetgeveing
18
Aanbevelingen voor 2008 Het Zonnekrachtteam stelt het College van Burgemeester en Wethouders voor, ook tegen de achtergrond van de onzekerheid over de aard en omvang van de van de Rijksoverheid via het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE) te verkrijgen financiële middelen •
Opnieuw een signaal af te geven aan de Rijksoverheid over de noodzaak van verbetering en verruiming van het SDE
•
De activiteiten van (en met) het Zonnekrachtteam in 2008 voort te zetten
•
De gemeentelijke bijdrage in 2008 te continueren conform het budget voor 2007
•
In overleg te treden met Provincie Gelderland over deelname aan transitieproject
•
Het Zonnekracht team op te dragen o De effectuering van de aanwijzing van het Titus Brandsma-project tot het Demonstratieproject 2007 o Het uitwerken en vormgeven van het Scholenproject 2008 (in samenwerking met MEC en HAN o Voorbereidingen te treffen voor de realisering van een icoon voor zonneenergie als publiekstrekker o Het overleg met ROC en RU over de mogelijke participatie in voorbeeldprojecten te verdiepen o Een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van een ‘Hatertproject’ o Opstellen van aanbevelingen na bestudering van de nieuwe SDE-regeling voor zonne PV systemen, met name voor particuliere huishoudens o Nagaan of ook middelgrote projecten in aanmerking kunnen komen voor de nieuwe SDE-regeling
19
Samenstelling Zonnekrachtteam Ad Lansink (voorzitter) Bart Kempen (Scheuten Solar, tot 1 mei Directeur Electrabel Nijmegen 26 ) Frits Ogg (SenterNovem, ex bestuurslid ODE 27 , adviseur innovatie en duurzaam advies O2G) John Schermer, Wetenschappelijk medewerker Radboud Universiteit (Institute for Molecules and Materials) Jos Rooijakkers ( Directievoorzitter Rabobank Rijk van Nijmegen) Ambtelijke ondersteuning: Toon Buiting (tot 1 december 2007), Gemeente Nijmegen Kim Kerckhoffs, Gemeente Nijmegen
Bij continuering van het Zonnekrachtteam zal Wim Wolters (Electrabel) toetreden tot het team 27 Organisatie voor Duurzame Energie 26
20