Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering
15 april 2004
Agendapunt
10
Aan de Raad
Made, 30 maart 2004
Voorstel
Bezwaarschriften tegen toegekende planschadevergoedingen ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Bezwaarschriften ontvankelijk en ongegrond verklaren.
Financiële gevolgen
-
Onderwerp
Toelichting
Bij brief van 13 november 2003 heeft mevrouw mr. A.M.L. Josten van de Stichting Rechtsbijstand namens haar cliënt, de heer A.B. Heitling, wonende Stelvenseweg 19 te Made een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van 2 oktober 2003 waarbij uw Raad een planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening toekende. Tegen genoemd besluit heeft ook de heer J.M. Heitling, wonende Stelvenseweg 19a te Made een bezwaarschrift ingediend. Uw Raad besloot op 2 oktober 2003 als volgt: “Met overneming van de overwegingen, zoals verwoord in het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 september 2003 en de adviezen van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken, gedateerd 18 juni 2001, 12 november 2001 en 29 juli 2003, aan verzoekers tezamen een planschadevergoeding, waarbij beiden zijn gerechtigd tot de helft van het bedrag, ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot te kennen van € 11.344,50, zijnde voorheen ƒ. 25.000,-- en vermeerdert met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2000 tot de dag van de uitbetaling.” De ingebrachte bezwaren hebben een inhoud van in essentie de volgende strekking: De gehanteerde uitgangspunten van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) als schadebeoordelingscommissie worden bestreden omdat onduidelijk is op welke wijze tot het schadebedrag is gekomen. Niet is gebleken (blijkt niet uit de SAOZ-rapportage) dat de onroerende zaak (het pand Stelvenseweg 19/19a) is getaxeerd door een erkend makelaar/taxateur en die daarnaast ook bekend is met de regio en ervaring heeft met taxatie van panden in het buitengebied. Bezwaarden hebben zelf de heer Klijsen als taxateur in de arm genomen. Zij vinden de heer Klijsen een erkend/makelaar taxateur omdat: 1. hij lid is van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Vastgoeddeskundigen (kortweg NVM genoemd); 2. hij daarnaast ook lid is van de Vakgroep Wonen en Agrarisch Onroerend Goed (AGO); 3. hij bekend is met de omgeving en ook werkzaam is in de agrarische sector;
4. hij onderkent dat het pand van bezwaarden bijzonder en uniek is in het buitengebied; 5. hij middels een planologische vergelijking heeft aangegeven waarom hun pand minder courant is geworden. De bezwaarschriften zijn behandeld door de Commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften. Deze commissie heeft op 20 januari 2004 een hoorzitting gehouden waarvan het verslag is bijgevoegd. Na daartoe alle relevante feiten en gegevens te hebben overwogen concludeert genoemde commissie in de door haar uitgebrachte adviezen identiek, te weten: Uw Raad heeft in redelijkheid kunnen besluiten tot het nemen van de bestreden beslissing van 2 oktober 2003 en het genomen besluit is zorgvuldig voorbereid en wordt in een voldoende mate gedragen door een deugdelijke motivering. Geadviseerd wordt om de bezwaarschriften ontvankelijk (binnen termijn ingediend) doch ongegrond te verklaren. Bekend is dat de bezwaarschriftencommissie rechtstreeks aan uw Raad advies uitbrengt. In aanmerking genomen de inhoud van de uitgebrachte adviezen moet worden geconcludeerd dat de bezwaren ongegrond zijn en derhalve blijft met overneming van de adviezen het door u genomen “primaire besluit” in stand. Hierdoor is het niet noodzakelijk en in feite overbodig om de planschadeverzoeken nog aan uw commissie Grondgebiedzaken voor te leggen. Derhalve wordt aan uw Raad voorgesteld om de in geding zijnde bezwaarschriften ontvankelijk en ongegrond te verklaren overeenkomstig bijgevoegde raadsbesluiten. Burgemeester en wethouders van Drimmelen, Secretaris,
Wnd. Burgemeester,
mr. C.M.G.H. Wortel
P.H.M. Jacobs-Aarts
Bijlagen: Ter inzage:
Raadsbesluit met beroepsprocedure Bezwaarschriften van 11 en 13.11.2003, raadsbesluit van 02.10.2003, SAOZ-adviezen van 06.2001,12.11.2001 en 29.07.2003, taxatierapport Klijsen. Ambtelijke coördinatie afdeling: Bestuurs- en managementondersteuning behandeld door: W.M. Koole portefeuillehouder Drs. Ir. F.J.M. Stoffels 2
De raad van de gemeente Drimmelen; gezien en gelezen de brief van 11 november 2003, ingekomen op 14 november 2003, van de heer J.M. Heitling, wonende Stelvenseweg 19a te Made waarin bezwaar wordt gemaakt tegen zijn besluit van 2 oktober 2003 waarbij aan bezwaarde en de heer A.B. Heitling tezamen op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een planschadevergoeding is toegekend van € 11.344,50 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2000 tot de dag van de uitbetaling en dat bezwaarde gerechtigd was tot de helft van het bedrag; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 maart 2004; gezien de overwegingen zoals vermeld in het advies van de Commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften van 20 januari 2004 met als conclusie dat uw Raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot het nemen van het door bezwaarde bestreden besluit van 2 oktober 2003 en dat dit besluit zorgvuldig is voorbereid en in een voldoende mate gedragen wordt door een deugdelijke motivering; dat de commissie adviseert om het hiervoor vermelde bezwaarschrift ontvankelijk doch tevens ongegrond te verklaren; overwegende dat hij het op 20 januari 2004 door de Commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften uitgebrachte advies onderschrijft en als herhaald en ingelast beschouwt; gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: verklaart na heroverweging van de betrokken belangen en met overneming van het door de Commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften op 20 januari 2004 uitgebrachte advies: 1. bezwaarde in zijn bezwaar ontvankelijk; 2. het bezwaar ongegrond.
Aldus besloten en vastgesteld in de openbare vergadering van 15 april 2004. Made, 15 april 2004.
De raad voornoemd, Griffier,
Voorzitter,
mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers
P.H.M. Jacobs-Aarts
Bijlagen: - Beroepsprocedure - Advies bezwaarschriftencommissie van 20 januari 2004 met inbegrip van het verslag van de hoorzitting
4
De raad van de gemeente Drimmelen; gezien en gelezen de brief van 13 november 2003, ingekomen op 14 november 2003, van mevrouw mr. A.M.L. Josten van de Stichting Rechtsbijstand te Tilburg die namens haar cliënt, de heer A.B. Heitling, wonende Stelvenseweg 19 te Made bezwaar maakt tegen zijn besluit van 2 oktober 2003 waarbij aan bezwaarde en de heer J.M. Heitling tezamen op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een planschadevergoeding is toegekend van € 11.344,50 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2000 tot de dag van de uitbetaling en dat bezwaarde gerechtigd was tot de helft van het bedrag; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 maart 2004; gezien de overwegingen zoals vermeld in het advies van de Commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften van 20 januari 2004 met als conclusie dat uw Raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot het nemen van het door bezwaarde bestreden besluit van 2 oktober 2003 en dat dit besluit zorgvuldig is voorbereid en in een voldoende mate gedragen wordt door een deugdelijke motivering; dat de commissie adviseert om het hiervoor vermelde bezwaarschrift ontvankelijk doch tevens ongegrond te verklaren; overwegende dat hij het op 20 januari 2004 door de Commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften uitgebrachte advies onderschrijft en als herhaald en ingelast beschouwt; gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: verklaart na heroverweging van de betrokken belangen en met overneming van het door de Commissie voor de behandeling van de bezwaarschriften op 20 januari 2004 uitgebrachte advies: 1. bezwaarde in zijn bezwaar ontvankelijk; 2. het bezwaar ongegrond.
5
Aldus besloten en vastgesteld in de openbare vergadering van 15 april 2004 Made, 15 april 2004.
De raad voornoemd, Griffier,
Voorzitter,
mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers
P.H.M. Jacobs-Aarts
Bijlagen: - Beroepsprocedure - Advies bezwaarschriftencommissie van 20 januari 2004 met inbegrip van het verslag van de hoorzitting
6
BIJLAGE: Beroepsprocedure 1.
Indien u zich niet kunt verenigen met de beslissing op het bezwaarschrift kunt u beroep instellen bij: De Rechtbank Breda, sector bestuursrecht Postbus 90006 4800 PA Breda
2.
Het beroepschrift moet binnen zes weken na de datum van verzending van de uitspraak op het bezwaarschrift zijn ingediend.
3.
Het beroepschrift moet voldoen aan de hiernavolgende vereisten: uw naam en adres; datum waarop u het schrijft (dagtekening); de gronden van het beroep (uw motivatie); omschrijving van het besluit waartegen u in beroep gaat; het beroepschrift moet worden ondertekend.
4.
U moet een kopie van de beslissing op het bezwaarschrift bij uw beroepschrift meesturen.
5.
U dient het beroepschrift zo in te richten dat de Rechtbank Breda, sector bestuursrecht een conclusie kan trekken over: a. de gronden van het beroep en/of b. het belang dat u bij het geschil hebt.
6.
Indien een beroepschrift is ingediend, is het tevens mogelijk om een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Breda, sector bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: 1. de naam en het adres van de verzoeker; 2. de dagtekening; 3. de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum of kenmerk van het besluit; 4. de gronden van het verzoek (de motivering). Naar aanleiding van het verzoek kan de bevoegde Voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op betrokken belangen, dat vereist.
Let op:
7
Voor de behandeling van het beroepschrift en/of het verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierechten geheven. De griffier van de Rechtbank Breda wijst u na indiening ervan op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht u binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.