Aan Van Datum
: De commissie jeugdzorg en sociaal beleid d.d. 12 maart 2009 : J. Stuifzand : 5 maart 2009 : : Agendapunt 8
Onderwerp: Financiering Elektronisch Kind Dossier stadsregio Rotterdam
Gevraagde beslissing: De commissie Jeugdzorg en Sociaal Beleid wordt gevraagd: 1. In te stemmen met de incidentele en structurele kosten invoering Elektronisch Kind Dossier op stadsregionaal niveau op basis van de onderliggende begrotingen van de jgzorganisaties; 2. Kennis te nemen van het voorstel, dat € 1,76 per kind per jaar wordt bijgedragen aan de structurele kosten EKD onder de hierboven genoemde voorwaarden; 3. In te stemmen met het opnemen van de betreffende structurele kosten uit de individuele begrotingen van betreffende jgz-organisaties in a. de begroting van de GGD Rotterdam-Rijnmond b. de begroting van de GGD Zuid-Hollandse Eilanden c. de subsidiebeschikkingen aan de thuiszorgorganisaties 4. In te stemmen met start van de implementatie van het EKD in 2009. a. Er wordt gezorgd voor dekking van de incidentele kosten uit de individuele gemeentelijke begrotingen ten behoeve van de implementatie EKD bij de jgz
Toelichting: Wat vooraf ging In tegel 2 van het programma Ieder Kind Wint is als doelstelling opgenomen dat in de stadsregio één Elektronisch Kind Dossier (EKD) wordt gerealiseerd. In het voorjaar van 2008 is gestart met het proces om deze doelstelling te verwezenlijken. In een gezamenlijk proces met de bestuurders van de stadsregionale gemeenten en de betrokken jeugdgezondheidszorginstellingen (jgz-organisaties)1 is een 10-stappenplan ontwikkeld dat moest zien op het uitwerken van een drietal thema’s (i) functionaliteit, (ii) businesscase en (iii) financiering. De bevindingen vanuit de thema’s functionaliteit en businesscase zijn gedeeld met de bestuurders van de stadsregio in de commissievergadering Jeugdzorg en Sociaal Beleid van 22 september 2008 en met de bestuurders van de betrokken jgz-organisaties in een bestuurlijk overleg met de portefeuillehouder in oktober 2008. Deze twee besprekingen hebben er toe geleid dat geconstateerd is dat “we verder kunnen met KIDOS”, dit betekende voor de realisatie van 1 EKD in de stadsregio: Geen aanbesteding Snelle invoering Doorgaande lijn jgz 0-4 jaar/4-19 jaar Eenvoudige en eenduidige uitwisseling van dossiers in de stadsregio Stadsregionale monitoring en beleidsinformatie In oktober 2008 is gestart met het uitwerken van het thema financiering. Hiertoe is een werkgroep geformeerd bestaande uit de directeuren van de jgz-organisaties, een ambtelijke afvaardiging2 van de gemeenten Hellevoetsluis, Krimpen a/d IJssel, Ridderkerk, Spijkenisse en Vlaardingen en adviseurs vanuit de VNG. In de commissievergadering Jeugdzorg en Sociaal Beleid van 17 december 2008 is aan de bestuurders een update gegeven over de uitkomsten tot zover.
1 De GGD Rotterdam-Rijnmond, GGD Zuidhollandse Eilanden, Careijn, OEK, Stromen Opmaat Groep, Vierstroomzorgring en de Zellingen 2 Besloten was tot een bestuurlijke afvaardiging. Het betrof echter een technische uitwerking waardoor gekozen is voor een ambtelijke vertegenwoordiging
Opbrengst van de werkgroep financiering EKD Bovengenoemde werkgroep heeft in een achttal bijeenkomsten het volgende gerealiseerd: 1. bespreken en vaststellen van de uitgangspunten voor de begroting op basis van een door de VNG uitgereikt overzicht met betrekking tot: Projectkosten (waaronder projectstructuur, projectleiding, opleidingen/trainingen) Productieverlies (incidenteel en structureel) Invoerscenario (wijze van uitrollen) ICT consequenties (werkplekken, beheer en onderhoud, licenties) Opbouw van begroting 2. Opstellen van begrotingen per jgz-organisatie 3. Nadere beschouwing van de begrotingen vanwege hogere structurele kosten in vergelijking met landelijke referentiebegrotingen; 4. Aanpassen van begrotingen per jgz-organisatie Hieronder volgt een nadere toelichting op de punten 1-4. Bespreken en vaststellen van de uitgangspunten begroting De VNG heeft een overzicht aangereikt met uitgangspunten, die van belang zijn bij het opstellen van een begroting voor de incidentele en structurele kosten EKD. De uitgangspunten projektkosten, productieverlies, invoerscenario, ICT consequenties en opbouw van de begroting zijn door de werkgroep bediscussieerd met de volgende uitkomsten: Projectkosten Gekozen is voor 1 lijn om projectkosten op te voeren: 1 projectleider per organisatie en standaarddagen productieverlies voor trainingen en opleidingen Productieverlies - Consultkosten worden structureel verhoogd met 5 minuten per kind. De ervaring van GGD Rotterdam-Rijnmond en OEK leert dat gezien het grote aantal risicokinderen3 in deze regio niet kan worden volstaan met het door de VNG geadviseerde landelijke gemiddelde van 3 extra minuten per consult. - Consultkosten worden incidenteel 2 maanden verhoogd met resp. 10 en 5 minuten Invoerscenario De invoering van het EKD start bij het eerste consult, het huisbezoek na geboorte. Het digitaliseren van reeds bestaande dossiers wordt landelijk niet in de begroting opgenomen. In de stadsregionale begroting is de uitzondering gemaakt voor het opnemen van een bedrag voor van het samenvatten en digitaliseren van papieren dossiers bij overdracht van consultatiebureau naar jeugdarts. Dit om een soepele overgang van consultatiebureau naar jeugdarts te bewerkstelligen en een versnelling van de invoering te realiseren. Dit betekent dat niet in de begroting wordt opgenomen: - De kosten voor het scannen van het papieren dossier voor het cohort 4-19 jaar geboorte jaar 1992-2000 van de GGD Rotterdam-Rijnmond; - De kosten voor het samenvatten en digitaliseren van dossiers (de kosten bedragen 30,= euro per dossier). ICT consequenties De licentiekosten en ICT consequenties (denk aan tools, bandbreedtes en internetverbindingen) zijn gebaseerd op het gebruik van KIDOS. De werkplekaanpassingen zijn alleen opgenomen indien deze relevant zijn voor gebruik EKD,
3
De uitkomsten van het vraagontwikkelingsonderzoek leren ons, dat 50% van de in de stadsregio Rotterdam woonachtige kinderen meer dan 2 achterstanden heeft conform het SCP model.
Opbouw van de begroting GGD ZHE heeft een begroting opgesteld voor het invoeren van een EKD op VPR. Dit format, een met akkoord van de VNG vereenvoudigd format van de VNG, is gebruikt door alle jgzorganisaties om de begroting op te stellen. Opstellen van begrotingen per jgz-organisatie Op basis van het format en de hierboven genoemde uitgangspunten hebben de jgzorganisaties zelf een begroting opgesteld. De opgestelde begrotingen zijn voorzien van een cijfermatige onderbouwing en een toelichting, waaruit door de lezer van de betreffende begroting kan worden opgemaakt op basis van welke uitgangspunten de begroting is opgesteld. Uit de gezamenlijke begrotingen volgen de gemiddelde kosten per kind per jaar 0-19 jaar incidenteel 13,23 0-19 jaar structureel 11,84 Nadere beschouwing van de begrotingen De VNG heeft de ingediende begrotingen beschouwd en daaruit is gebleken dat ondanks de overeengekomen uitgangspunten er toch (i) interpretatieverschillen mogelijk bleken te zijn en (ii) de gemiddelde structurele kosten voor 0-19 jaar gemiddeld aanzienlijk hoger bleken te zijn dan de VNG had berekend op basis van de landelijke referentiebegrotingen. De gemiddelde incidentele kosten liggen op stadsregionaal niveau aanzienlijk lager dan het landelijke gemiddelde. Stadsregio Rotterdam landelijke referentiebegrotingen 0-19 jaar incidenteel 13,23 14,83 0-19 jaar structureel 11,84 5,84 De bron van het verschil voor deze bedragen was op basis van de algemene beschouwing niet te duiden. De werkgroep heeft daarom het besluit genomen de individuele begrotingen van alle jgz-organisaties nader te laten beschouwen op volledigheid en juistheid. Hiertoe is een opdracht verstrekt aan een bureau een en ander in overleg met de VNG. De beschouwing heeft het volgende opgeleverd: • Correcties uitgangspunten en rekenmethodiek Er zijn correcties in de begrotingen doorgevoerd door het gelijktrekken van uitgangspunten en rekenmethodiek waardoor in totaal de structurele kosten met 500.000 euro zijn verminderd en de incidentele kosten met 700.000 euro. Dit resulteerde in een verlaging van de structurele kosten van 2,24 euro per kind naar 9,60 euro. •
Stadsregionale situatie Een verdere analyse van aangepaste begroting en de referentiebegrotingen levert een aantal te verklaren maar wel afwijkende posten op, die van toepassing zijn op de stadsregionale situatie (zie ook hierboven bij bespreken en vaststellen uitgangspunten begroting) en niet worden gevonden in de referentiebegrotingen. Het gaat om een totaalbedrag van 1,67 euro. Dit bedrag bestaat uit: o 0,75 - het invoeren van de data bij de overdracht 0-4 naar 4-19, dit wordt in de stadsregio uitgefaseerd in 4 jaar, en het invoeren van de data na huisbezoek. Dit is geen landelijk opgevoerde begrotingspost, omdat er ook voor gekozen kan worden te werken met laptops/internetverbindingen. o 0,53 - Hogere tarieven voor artsen/wijkverpleegkundigen/assistenten o 0,30 - Inhouds-/kwaliteitsdeskundige o 0,09 - ICT
•
Consultminuten Een simulatie van het terugbrengen van het structureel aantal extra minuten per consult van 5 naar 3 minuten verklaart een gemiddeld verschil van 1,76 euro per kind per jaar.
In eerste instantie was een verdubbeling van de structurele kosten ten opzichte van het landelijke gemiddelde geconstateerd. Na het gelijktrekken van uitgangspunten en rekenmethodiek en de simulatie om het verschil tussen 5 en 3 minuten extra per consult te
duiden is het gemiddelde verschil tussen de referentiebegrotingen en de stadsregionale begroting teruggebracht naar 0,34 euro per kind en wel 6,18 euro structurele kosten per kind per jaar versus 5,84 euro van de referentiebegrotingen. De 0,34 euro is opgebouwd uit kleine verschillen in de overige begrotingsposten. Bovenstaande laat zich als volgt presenteren, gemiddeld per kind 0-19 per jaar: Concept begroting 11,84 Gelijktrekken uitgangspunten en rekenmethodiek - 2,24 Definitieve begroting
9,60
Stadsregionale uitgangspunten Simulatie naar 3 extra minuten per consult
- 1,67 - 1,76
Begroting netto
6,18
Landelijke referentiebegrotingen Rijksbijdrage vanaf 2011
5,84 5,364
•
Op basis van de inhoud van de uitgebreide analyse, waaraan de begrotingen zijn onderworpen, de uitkomsten van de analyse en de aanpassingen die naar aanleiding van de analyse op de begrotingen zijn toegepast geeft de VNG een positief advies af op de opgestelde begrotingen.
Financiële bijdrage Nu uit de analyses blijkt, dat een deel van de extra kosten is terug te voeren op het gegeven van probleem- c.q. risicocumulatie, waarvoor de gemeenten op dit moment niet worden gecompenseerd via de BDU Jeugd, is nagegaan of deze daarin tegemoet kunnen worden gekomen. In ieder geval loopt dit issue mee in de lobby naar het Kabinet; ook het Cebeon-advies geeft daartoe aanknopingspunten. Echter, de uitkomst daarvan is zowel waar het gaat om resultaat, alsmede de termijn waarbinnen helderheid daarover ontstaat, ongewis. In dat licht is de stadsregio bereid om met toepassing van de met minister Rouvoet overeengekomen schuif in 2010 ten laste van het budget voor jeugdzorg een bedrag ad € 1,76 per kind bij te dragen met een maximum van € 600.000,= per jaar. Deze bijdrage vervalt indien de gemeenten anderszins worden gecompenseerd voor bedoelde meerkosten en kan per jaar worden herbezien. Vervolg a. De bestuurders ontvangen voorafgaand aan de commissievergadering van 12 maart a.s. de betreffende jgz-begrotingen voor hun gemeente, zodat zij kennis kunnen nemen van (i) de inhoud en (ii) een toelichting kunnen vragen bij de betreffende jgz organisatie over de inhoud. b. Op 6 maart a.s. is de laatste vergadering van de werkgroep voorafgaand aan de commissievergadering van 12 maart a.s. c. De commissievergadering van 12 maart a.s. moet duidelijk maken over de opgestelde begrotingen van de jgz-organisaties de instemming hebben van de betrokken bestuurders. d. Indien de begrotingen akkoord worden bevonden dan kunnen de voorbereidende stappen worden ondernomen voor opname van de structurele kosten in de begrotingen van de GGD Rotterdam-Rijnmond en de GGD ZHE. Ook kunnen de betreffende bedragen worden opgenomen in de subsidiebeschikkingen voor de thuiszorgorganisaties Besluitvorming Indien de in Commissie Jeugdzorg en Sociaal Beleid wordt besloten in te stemmen met de opgestelde begrotingen dan betekent dit het volgende voor de besluitvorming voor de begrotingen GGD en de subsidiebeschikkingen van de thuiszorgorganisaties.
4 In de bijlage treft u uitgesplitst per gemeente van de stadsregio de incidentele en structurele bijdragen aan die door het Rijk worden verstrekt.
a. Structurele middelen, begroting 2010 GGD Rotterdam Rijnmond 7 april 2009 Kernteam 24 april 2009 AB GGD ZHE april 2009 AB Thuiszorgorganisaties Subsidiebeschikkingen 2010 b. Incidentele middelen, begroting 2009 Indien er gekozen wordt in 2009 te starten met de invoering van het EKD dient per gemeente voor de incidentele kosten dekking te worden gevonden in de lopende begroting van 2009. De kosten bestaan uit de incidentele kosten per kind van betreffende GGD + betreffende thuiszorgorganisatie. Dekking van de incidentele middelen kan worden gevonden in de Trsu JGZ en de Brede Doeluitkering Jeugd.
Bijlage(n): 1. 2.
Overzicht financieringsbronnen Elektronisch Kind Dossier Overzicht rijksbijdragen incidentele en structurele middelen Elektronisch Kind Dossier stadsregio Rotterdam
Steller Telefoonnummer
: :
Mevrouw J. Stuifzand 010 – 433 9781