Zaaknummer Documentnummer
I-SZ/2014/1437 I-SZ/2015/82
Raadsvergadering
:
12 maart 2015
Agendapunt
:
11
Onderwerp
:
Vaststelling van het Regionaal Beleidskader Participatiewet (inclusief bijbehorende documenten) en vaststelling van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015 en de Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015
Aanleiding Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. De wet is bedoeld om meer inwoners, ook inwoners met een beperking, regulier aan het werk te krijgen. De gemeente wordt daarmee verantwoordelijk voor een grotere groep mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Met de Participatiewet komt er nagenoeg één regeling voor iedereen die voorheen aangewezen zou zijn op de Wet werk en bijstand, de Wajong of de Wet sociale werkvoorziening. De invoering van de Participatiewet in de regio Brabant Noord Oost 1 geschiedt met 11 gemeenten die behoren tot de regio van het Werkvoorzieningschap. Zij hebben allen te maken met dezelfde vraagstukken. Vanwege efficiency is de voorbereiding regionaal ter hand genomen. Gezamenlijk is het regionaal beleidskader Participatiewet opgesteld, evenals de onderliggende verordeningen en beleidsregels. Op 25 november 2014 heeft het college voorlopig ingestemd met het Regionale beleidskader Participatiewet - inclusief het hoofdstuk over het lokaal beleid - en de verordeningen en zijn deze stukken voor advies naar de Burgerparticipatieraad gestuurd. De inspraakperiode liep tot en met 6 januari 2015. Bij schrijven van 29 december 2014 heeft de WMO Adviesraad haar advies gegeven op het Regionale beleidskader Participatiewet, de verordeningen en beleidsregels. Nadere toelichting Voor u ligt het beleidskader voor de Participatiewet. Dit beleidskader is tot stand gekomen vanuit de regionale projectstructuur Werk en Inkomen voor de 11 gemeenten in de regio Brabant Noordoost-oost. De voorloper van deze structuur is al in het leven geroepen ten tijde van het wetsvoorstel Wet werken naar vermogen. Er is een regionale projectleider benoemd en een regionale projectstructuur ingericht met een stuurgroep, een projectgroep en verschillende werkgroepen. In mei 2014 is vanuit deze projectstructuur een opiniërende notitie voor de gemeenteraden opgeleverd die de gemeenteraden in onze regio de gelegenheid hebben gegeven zich uit te spreken over de koers van het beleid voor de Participatiewet. Dit beleidskader sluit aan op de uitspraken die de verschillende commissies of gemeenteraden hier voor de zomer van 2014 in opiniërende vergaderingen over gedaan hebben.
1
Het betreft de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden, Veghel. Bernheze, Boekel en Veghel zijn vertegenwoordigd via ISD Optimisd.
1
Waarom eigenlijk een regionaal beleidskader voor de Participatiewet voor 11 gemeenten? In Brabant Noordoost-oost hebben we te maken met één SW-bedrijf namelijk IBN waaraan de 11 gemeenten via de Gemeenschappelijke Regeling van het Werkvoorzieningschap de opdracht hebben gegeven om de Wsw uit te voeren. In onze regio is er commitment om bij de uitvoering van de Participatiewet IBN een rol te geven gezien de expertise over en ervaring met mensen met een arbeidsbeperking. Vanaf 1 januari 2015 stroomt er weliswaar niemand meer in de Wsw, maar voor het zittend bestand blijft de Wsw bestaan. Ook voor de invulling van de nieuwe voorziening beschut werk wordt in onze regio in eerste instantie gedacht aan IBN. Daarnaast gaan we in een pilot met IBN kijken of gemeenten ook (op langere termijn) voor een deel van de overige doelgroepen van de Participatiewet gebruik willen maken van de structuur en het werkgeversnetwerk van IBN. Een andere belangrijke reden is dat 11 gemeenten bij de invoering van de Participatiewet te maken hebben met dezelfde vraagstukken. Daarom is het efficiënt om de voorbereiding van beleid regionaal ter hand te nemen. We kunnen hierbij gebruik maken van elkaars expertise en hoeven opiniërende notities, beleidskaders, verordeningen, etc. maar een keer te schrijven. Uiteraard blijft er wel ruimte voor lokaal beleid. Ook op de schaal van de arbeidsmarktregio Brabant Noordoost (18 gemeenten) wordt samengewerkt in het bijzonder gericht op de regionale werkgeversdienstverlening die vormgegeven wordt vanuit het regionale werkbedrijf. Dit heeft geleid tot een Functioneel Ontwerp over de werkgeversdienstverlening voor de arbeidsmarktregio. Met dit beleidskader wordt ook dit functioneel ontwerp vastgesteld. Het functioneel ontwerp (opgesteld door ‘NOB werkt’, onderdeel van Agrifood Capital) is als bijlage bij dit voorstel gevoegd. Argumenten De voorstellen passen bij het beleid om zoveel mogelijk mensen aan regulier werk te helpen. Onze ambities zijn hoog. Wij investeren in het ontdekken van talenten, in groei en ontwikkeling van mensen en in het zo regulier en duurzaam mogelijk plaatsen van mensen op de reguliere arbeidsmarkt. Onze dienstverlening is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen. Een uitkering is in principe een tijdelijk instrument. De voorstellen in dit advies zijn in lijn met deze visie. Beoogd effect Op regionaal niveau zijn de volgende speerpunten van beleid geformuleerd: 1. De financiële middelen zijn krap. Het aantal mensen dat we met onze dienstverlening moeten bereiken neemt toe. Toch sluiten we niemand van de totale doelgroep van de Participatiewet uit van dienstverlening. Wel kaderen we inzet van de financiële middelen uit het gebundeld re-integratiebudget in: bij voorkeur voor de groep met een loonwaarde tussen de 30 en 80%. 2. Jongeren van 16 tot 27 jaar worden gestimuleerd om een startkwalificatie te halen. Verder proberen wij hen te begeleiden naar economische zelfstandigheid. De nuance die hierbij gemaakt wordt is dat gemeenten de verantwoordelijkheid van het individu en het onderwijs niet willen overnemen. 3. Loonkostensubsidie verstevigt de positie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeenten zetten loonkostensubsidie zo nodig in. 4. Mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking behoefte hebben aan een beschermde omgeving, helpen wij aan beschut werk. 5. Bij de invulling van de tegenprestatie willen we vooral investeren in mensen die gemotiveerd zijn. Tegelijkertijd willen we de mogelijkheid openhouden om ook aan niet-gemotiveerde bijstandsgerechtigden een tegenprestatie op te kunnen leggen. 6. Het functioneel ontwerp werkgeversdienstverlening voor onze arbeidsmarktregio geeft het kader en de hoofdlijnen weer hoe de partners in Noordoost-Brabant
2
uitvoering willen geven aan de werkgeversdienstverlening. Kort samengevat maken zij het werkgevers met de voorgestelde maatregelen gemakkelijker om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. 7. De expertise van IBN met het begeleiden, plaatsen en detacheren van mensen met een arbeidsbeperking en de werkgelegenheid die IBN biedt aan mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt willen de gemeenten graag blijven benutten. Voor de gemeente Sint Anthonis hebben wij hier nog de volgende zaken aan toegevoegd: 1. Ter aanvulling op het regionale beleid waarin met name ingezet wordt op de doelgroep met een loonwaarde van tussen de 30 en 80%, willen wij in de gemeente Sint Anthonis ook re-integratiemiddelen blijven inzetten voor de doelgroep met een loonwaarde van 80 tot 100%. De ervaring leert dat ook deze mensen soms nog ondersteuning nodig hebben om aan werk te komen. 2. Wij investeren in het ontdekken van talenten, in groei en ontwikkeling van mensen en in het zo regulier en duurzaam mogelijk plaatsen van mensen op de reguliere arbeidsmarkt. Onze dienstverlening is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen. Wij gaan er hierbij van uit dat de kosten vóór de maatschappelijke en financiële baten zullen gaan. Kanttekeningen Inzet van werkgevers is cruciaal Voor voldoende banen voor mensen die behoren tot de doelgroep van de Participatiewet, dus inclusief mensen met een arbeidsbeperking, is de medewerking van werkgevers cruciaal. In het opgerichte regionale werkbedrijf van onze arbeidsmarktregio zijn afspraken gemaakt om het regionale aandeel van de landelijk afgesproken garantiebanen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren. Evaluatie pilot De gemeenten in de regio gaan een pilot met IBN starten met de doelgroep beschut werk voor 2 jaar en een deel van de overige doelgroep van de Participatiewet voor in eerste instantie 1 jaar. Dit om zowel de gemeenten als IBN tijd te geven ervaring op te doen met de uitvoering van de Participatiewet. In deze jaren volgen we nauwgezet de resultaten voor de doelgroep, de mensen met een arbeidsbeperking, en de (financiële) effecten voor de gemeenten en voor IBN. Met IBN is afgesproken dat in oktober 2015 de eerste evaluatie wordt opgeleverd. Minder lokale kleuring door regionale samenwerking Door binnen alle regiogemeenten zoveel als mogelijk hetzelfde beleid te voeren is minder lokale kleuring gewenst. Samenwerken is geven en nemen. Financiën Er is een financieel risico. Het saldo van het BUIG-budget - het budget waaruit de uitkeringen en de loonkostensubsidies betaald worden - en de kosten die ten laste komen van dit budget, is afhankelijk van verschillende factoren zoals de hoogte van de instroom van nieuwe doelgroepen, de ontwikkeling van de arbeidsmarkt, de hoogte van het definitieve budget en de resultaten die de gemeente boekt met de ingezette re-integratie-instrumenten. Op dit moment houdt de afdeling Sociale Zaken rekening met een grotere stijging van het aantal uitkeringen dan waar het Rijk van uitgaat door de slechte arbeidsmarktsituatie en door de relatief hoge instroom van nieuwe doelgroepen (Wsw, Wajong en statushouders).
3
Doeltreffendheid/ doelmatigheid Doeltreffendheid: Vanwege de invoering van de Participatiewet heeft de gemeente een nieuwe plicht tot het vaststellen van twee verordeningen op grond van de Participatiewet. Voor het invoeren van de Participatiewet, onderdeel beleidskader Participatiewet, worden vanaf 1 januari 2015 de volgende verordeningen aangepast: 1. Re-integratieverordening Participatiewet 2015; 2. Verordening Tegenprestatie Participatiewet. Doelmatigheid: Het vaststellingsproces loopt via het College, Burgerparticipatieraad, commissie Inwoners en Raad. Voordat de concepten in traject zijn gezet heeft afstemming plaatsgevonden met de (sub)regio. Dit in het kader van de harmonisering van dit beleid (intensievere regionale samenwerking). Tevens is intern inzet gevraagd om voor de uitvoering een goed product tot stand te brengen. Rol van de gemeente De regelgeving stelt als eis dat de gemeenteraad zich laat adviseren door de burgers alvorens de bovengenoemde verordeningen vast te stellen. In deze zijn de conceptverordeningen voor advies voorgelegd aan de Wmo Adviesraad (Advies WMO Adviesraad: I-SZ/2015/78 en I-SZ/2015/80). Door middel van het uiteindelijk vaststellen van de verordeningen neemt de gemeente haar rol als beslisser. Alternatieven en afwegingen N.v.t. Wettelijke basis Het wettelijk kader is de Participatiewet. Op grond van artikel 142 van de Gemeentewet moet worden besloten om de verordeningen in werking te laten treden met ingang van het tijdstip waarop de Participatiewet in werking treedt. De Verordeningen Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet zijn door de afdeling juridische zaken van de gemeente Oss getoetst. Financiën De budgetten van het rijk met betrekking tot de Participatiewet zijn reeds verwerkt in de begroting 2015. De vetgedrukte bedragen in onderstaand overzicht hebben betrekking op de Participatiewet. Integratie uitkering Sint Anthonis 2015 (meicirculaire 2014) Wmo Jeugd Participatie re-integratie Participatie WSW totaal
1.379.952 1.698.155 56.310 1.633795 4.768.213
Gebundelde uitkering Participatiewet incl. IOAW, IOAZ en Bbz 2004 levensonderhoud startende zelfstandigen
713.444
De Verordening Re-integratie Participatiewet 2015 komt in de plaats van de oude reintegratieverordening. De Verordening Tegenprestatie 2015 is geheel nieuw. Afstemming andere projecten / derden Extern: - Het Regionale beleidskader Participatiewet 2015, de verordeningen en beleidsregels zijn in
4
nauwe samenwerking tussen de 11 gemeenten van Brabant Noordoost tot stand gekomen. Het regionale deel van het beleidskader is op 29 oktober 2014 besproken in de regionale stuurgroep Werk en Inkomen. - De verordeningen en beleidsregels zijn in een regionale werkgroep ambtelijk voorbereid. De concept verordeningen en beleidsregels zijn dus op hoofdlijnen voor de hele regio identiek. Het grote voordeel hiervan is dat voor alle mensen in de regio die vanaf januari 2015 een beroep doen op een re-integratievoorziening hiervoor dezelfde regels gelden. Ook voor de tegenprestatie (op basis van vrijwilligheid) geldt hetzelfde principe. Met de mensen in de regio die op dit moment een bijstandsuitkering ontvangen wordt eenduidig gecommuniceerd. Zij hebben bijvoorbeeld allemaal dezelfde voorlichtingsfolder (Van bijstand naar Participatiewet) ontvangen. - De externe afstemming vindt ook plaats door inspraak van burgers via de Burgerparticipatieraad. Zij hebben dd. 29 december 2014 advies uitgebracht. De adviezen zijn, voor zover van toepassing, verwerkt in de voorliggende verordeningen. Intern: - Ter voorbereiding op de implementatie van de Participatiewet zijn de medewerkers van de afdeling Sociale Zaken middels een cursus geïnformeerd over de op handen zijnde ontwikkelingen (Re-integratieverordening en Verordening Tegenprestatie). Als gevolg hiervan leveren zij een wezenlijke bijdrage aan de invoering van de Participatiewet. - Met betrekking tot de financiën heeft afstemming plaatsgevonden met de afdeling I-BI. Voorlichting Als gevolg van de invoering van de Participatiewet is er vanuit de Rijksoverheid een landelijke campagne gehouden. Deze campagne is genoemd: ‘Voorkom problemen, weet hoe het zit’. Ook vanuit de gemeente is al bijzondere aandacht besteed aan de nieuwe regelgeving. Klanten en burgers zijn geïnformeerd over de wettelijke wijzigingen via publicaties in de gemeenterubriek van het Weekblad ‘Omstreeks’, website van de gemeente Sint Anthonis en de regionale brochure ‘Van bijstand naar Participatiewet’. Na vaststelling van de verordeningen door de raad zullen klanten/burgers en intermediairs op de hoogte worden gebracht van de wijzigingen. Dit zal op de hierboven beschreven wijze plaatsvinden. Voorstel 1. Het regionaal beleidskader Participatiewet, inclusief het Regionaal Functioneel Ontwerp werkgeversdienstverlening arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant, vaststellen; 2. De Re-integratieverordening Participatiewet 2015 en de Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 vaststellen; Sint Anthonis, 20 januari 2015. Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis, de secretaris, de burgemeester,
Ir. S. Middelkamp
M.L.P. Sijbers
5
Bij het onderwerp Regionaal beleidskader Participatiewet en verordeningen horen de volgende bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5.
I-SZ/2014/1555: Regionaal beleidskader Participatiewet I-SZ/2014/1437: Regionaal Functioneel Ontwerp werkgeversdienstverlening I-SZ/2014/1543: Bestuurlijke evaluatiecriteria pilot IBN I-SZ/2014/1545: Externe projectstructuur Participatiewet 23 september 2014 I-SZ/2014/1546: Lijst van afkortingen behorend bij Regionaal beleidskader Participatiewet 6. I-SZ/2014/1558: Re-integratieverordening Participatiewet 2015 7. I-SZ/2014/1560: Beleidsregels Re-integratie Participatiewet 2015 8. I-SZ/2014/1558: Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015 9. I-SZ/2015/89: Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 10. I-SZ/2015/80: Advies WMO Adviesraad: ‘Tegenprestatie’ d.d. 29 december 2014 11. I-SZ/2015/78: Advies WMO Adviesraad: ‘Re-integratie’ d.d. 29 december 2014 12. I-SZ/2015/81: Reactie op advies Wmo Adviesraad inzake Verordening ‘Tegenprestatie’ en verordening ‘Re-integratie’ Commissie Dit voorstel is behandeld in de openbare vergadering van de Vaste commissie voor de gemeenteraad d.d. 2 maart 2015.
Afdeling Portefeuillehouder
: Sociale Zaken : Wethouder R. Aben-Bellemakers
6