1. Voorblad
Datum: Agendapunt nr:
27 maart 2014 12.
Aan de Verenigde Vergadering Reactie op Conceptprogramma HWBP 2015-2020 Aard voorstel Aantal Bijlagen
Besluitvormend voorstel 3
Voorstel behandeld door Verenigde Vergadering Commissie WWV College Dijkgraaf en Heemraden
Voorstel geparafeerd door Secretaris-Directeur Dijkgraaf
Naam Arnoud vanVliet Jan Geluk
Datum 27 Maart 2014 11 Maart 2014 18 Februari 2014
Paraaf Akkoord Akkoord
Datum 20-02-2014 20-02-2014
Ridderkerk, 27 maart 2014. Dijkgraaf en heemraden voornoemd, secretaris-directeur, dijkgraaf,
drs. A.A. van Vliet.
ing. J.M. Geluk.
Bijlagen: Voorstel: Voorstel_1037.docx Bijlage: Conceptprogramma HWBP 2015-2020.pdf Bijlage: Brief bestuurlijke reactie HWBP 2015-2020 versie 2.pdf Stukken ter inzage:
2. Voorstel_1037.docx
Reactie op Conceptprogramma HWBP 2015-2020
1.
Aanleiding
Door de Programmadirectie Hoogwaterbescherming is op 23 januari 2014 het ‘Conceptprogramma Hoogwaterbescherming 2015-2020’ (HWBP 2015-2020) toegezonden met het verzoek om een bestuurlijke reactie te geven vóór 15 april 2014, waarbij gevraagd wordt te reageren op een drietal in de brief gestelde vragen. 2.
Voorstel
Voorgesteld wordt: 1. Kennis te nemen van het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 2. Niet in te stemmen met de voorgestelde programmering 3. De minister via bijgaande brief te adviseren over het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 3.
Motivering
Achtergrond In artikel 4.9 van de Waterwet is opgenomen dat er een Deltaprogramma is. In lid 5 is aangegeven: „In het deltaprogramma wordt jaarlijks voor de eerstvolgende zes jaren zo gedetailleerd als redelijkerwijs mogelijk is, aangegeven welke maatregelen en voorzieningen in die periode zullen worden uitgevoerd.‟ Voor de financiering van de maatregelen zijn de waterschappen jaarlijks een algemene bijdrage verschuldigd, de solidariteitsbijdrage. Daarnaast bedraagt de projectgebonden bijdrage (PGA), van het waterschap waar een project uitgevoerd wordt, 10% van de totale kosten van het project. In 2013 is het eerste nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP 2014-2019) vastgesteld. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is een voortrollend programma, en wordt dus jaarlijks herzien. Op 23 januari 2014 is het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 naar de waterschappen verzonden. In de aanbiedingsbrief wordt, namens de minister van Infrastructuur & Milieu, gevraagd om vóór 15 april 2014 een bestuurlijke reactie te geven op het Conceptprogramma, zodat het programma op 16 mei in de Uniecommissie Waterkeringen kan worden besproken, alvorens de stuurgroep HWBP op 28 mei 2014 een definitief advies aan de minister kan aanbieden. In de brief wordt verzocht op onderstaande vragen te reageren: 1. Kunt u instemmen met het voorliggende conceptprogramma? 2. Ziet u aanknopingspunten om projecten gecombineerd uit te voeren in bijvoorbeeld projectoverstijgende verkenningen? 3. Bent u voornemens om projecten eerder te starten dan geprogrammeerd en deze voor te financieren? Alvorens op de voorgestelde beantwoording van deze vragen in te gaan, wordt hieronder eerst ingegaan op enkele belangrijke elementen uit het Conceptprogramma HWBP 2015-2020.
Het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 Uitvraag door Programmadirectie Ten behoeve van het HWBP 2015-2020 hebben de beheerders vóór 1 oktober 2013 de wijzigingen in de projectgegevens aan de Programmadirectie kunnen doorgeven. De wijzigingen kunnen betrekking hebben op: Actualisatie van projectgegevens uit het eerste programma (2014-2019) Aanmelding van resterende dijkvakken die nog niet in het eerste programma waren aangeleverd Aanmelding van nieuwe dijkvakken naar aanleiding van de resultaten van de Verlengde 3e Toetsronde (V3T) De belangrijkste wijziging die waterschap Hollandse Delta heeft doorgegeven, is de aanmelding van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’, als gevolg van de uitkomsten van de V3T. Het gaat om een project van ca. 6,6 km waarin alle afgekeurde delen uit de V3T op het faalmechanisme zettingsvloeiing zijn opgenomen. De resultaten van de V3T op dit faalmechanisme zijn, vanwege de urgentie, vooruitlopend op de eindrapportage van de V3T separaat vastgesteld in de Verenigde Vergadering van 26 september 2013 (zie besluit B1300461). In deze vergadering is ook besloten het project aan te melden bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Belangrijkste elementen voor de programmering De belangrijkste elementen in het HWBP 2015-2020 zijn: -
Ten opzichte van het programma 2014-2019 is het programma uitgebreid met ca. 300 km tot zo’n 700 km. De belangrijkste reden voor deze toename is dat in het programma 2014-2019 nog niet alle afgekeurde dijkvakken in projecten waren aangemeld.
-
Alle projecten zijn gerangschikt op urgentie (kans x gevolg) en vervolgens geraamd met KOSWAT (Kostenraming Waterkeringen, landelijk instrument voor het bepalen van kosten van versterkingen aan waterkeringen)
-
Ten behoeve van stabiliteit van het programma zijn de projecten uit het programma 20142019, die in 2014 en 2015 starten, vastgezet. Dat geldt ook voor de projecten die starten in 2016-2019 waarbij de waterschappen hebben aangegeven deze voor te willen financieren. Het WSHD-project ‘Strijensas’ (project 16C op plaats 160) valt in deze categorie.
-
Er is rekening gehouden met 20% overprogrammering, om onderuitputting van het beschikbare budget te voorkomen
-
In het programma 2014-2019 was voor alle projecten uitgegaan van een fasering van 2-2-2 jaar voor respectievelijk de verkenningsfase, de planuitwerkingsfase en de realisatiefase. In het HWBP 2015-2020 is voor kleine projecten (<7 mln. euro) een fasering van 1-1-1 jaar aangehouden en voor grote(re) projecten (> 57 mln. euro) een fasering van 2-3-3 jaar. Voor het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ is in het conceptprogramma een fasering van 2-2-2 opgenomen. Indien beheerders een andere fasering wensen, dan kunnen zij dit in de bestuurlijke consultatieronde kenbaar maken.
-
In het HWBP 2015-2020 zijn alleen de projecten geprogrammeerd, die starten in de periode 2015-2020. Projecten die na die tijd starten, staan wel in de prioriteringslijst vanwege de doorkijk voor de periode na 2020, maar worden niet in de tijd geprogrammeerd.
-
Door projecten bij de start slim te combineren kan het programma mogelijk sneller en goedkoper uitgevoerd worden. Om deze reden zijn voor het programma 2014-2019 drie projectoverstijgende verkenningen (POV) gestart. In het HWBP 2015-2020 worden zes nieuwe mogelijke POV’s genoemd, waaronder de POV Zettingsvloeiing.
Bestuurlijke reactie WSHD In de brief van de Programmadirectie Hoogwaterbeschermingsprogramma worden drie vragen aan de waterbeheerders voorgelegd. De beantwoording van deze vragen wordt hieronder toegelicht. Kunt u instemmen met het voorliggende conceptprogramma? Op het conceptprogramma HWBP 2015-2020 staan 62 projecten, waaronder één WSHD-project. Het betreft project 16E, ‘Zettingsvloeiing V3T’, dat op plaats 38 is geprogrammeerd. Concreet betekent deze plaats op het programma dat de verkenningsfase in 2019 start, de planuitwerkingsfase in 2021 en de realisatiefase in 2023. Het staat de waterbeheerder vrij om
2
eerder te starten dan de planning in de programmering, uitbetaling van de subsidie vindt echter volgens het programma plaats. De voorfinancieringskosten zijn voor eigen rekening. Plaats 38 in de programmering, met 2019 als startjaar voor de verkenning, doet geen recht aan de werkelijke urgentie van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’. Nadat in de zomer van 2013 de resultaten van de toetsing op dit faalmechanisme bekend werden, met faalkansen tot 10.000 keer de norm, is aan Deltares een second opinion gevraagd. Deltares bevestigde de hoge berekende faalkansen en adviseerde Waterschap Hollandse Delta onder andere “……de situatie bij Hoogvliet (IJsselmonde) met voorrang te bestorten.” (bron: ‘Contra-expertise rapporten toetsing veiligheid waterkeringen’ met kenmerk 1208649-000-GEO-0011 d.d. aug. 2013). Dit advies is gebaseerd op de grote faalkansen in combinatie met de gevolgen, welke in de orde van 1 à 2 miljard euro liggen. Nadat door de Programmadirectie Hoogwaterbescherming de prioriteringslijst was opgesteld, bleek het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ op plaats 38 te staan. De gepresenteerde ranking was voor waterschap Hollandse Delta aanleiding om in overleg te gaan met het programmabureau. Uit de gevoerde gesprekken is de gezamenlijke conclusie getrokken dat de methodiek voor prioritering niet geschikt is voor het faalmechanisme zettingsvloeiing, onder andere doordat, in tegenstelling tot de andere faalmechanismen, zettingsvloeiing niet ‘hoogwater-gerelateerd’ is. Falen kan bij elke waterstand door een trigger worden geïntroduceerd. In het conceptprogramma HWBP 2015-2020 is daarom de volgende voetnoot opgenomen: “Met waterschap Hollandse Delta is afgesproken dat dit punt in de periode tot de vaststelling van het programma door de programmadirectie met de beheerders nader wordt verkend.” Doel van deze verkenning is om te bepalen welke plek in het programma voor het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ recht doet aan de werkelijke urgentie van het project. Omdat waterschap Hollandse Delta van mening is dat het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ veel urgenter is dan uit het conceptprogramma blijkt, wordt derhalve niet ingestemd met het HWBP 2015-2020. Ziet u aanknopingspunten om projecten gecombineerd uit te voeren in bijvoorbeeld projectoverstijgende verkenningen? Uit een door de programmadirectie uitgevoerde kansenscan is de projectoverstijgende verkenning (POV) zettingsvloeiing als één van de kansrijke POV’s benoemd. Een POV wordt gekoppeld aan het meeste urgente project uit het programma, in dit geval het WSHD-project 38, ‘Zettingsvloeiing V3T’. Zettingsvloeiing is één van de faalmechanismen die in het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta een grote rol speelt. Ook in het kader van het HWBP2 zijn al steenbestortingen uitgevoerd. Vanwege doorgaande erosie van de rivierbodem zal er voortdurend aandacht voor het faalmechanisme zettingsvloeiing moeten zijn. Belangrijke onderwerpen in een POV zijn het ontwikkelen van nieuwe kennis en afstemming met de rivierbeheerder over beheer en onderhoud. Waterschap Hollandse Delta ziet dus aanknopingspunten om de POV zettingsvloeiing uit te voeren. In de brief aan de minister zal dit aangegeven worden Of waterschap Hollandse Delta bereid is om initiatief te nemen tot het uitvoeren van deze POV, hangt mede af van de definitieve planning en fasering van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’. Eventuele uitvoering van de POV zettingsvloeiing mag niet leiden tot vertraging van de uitvoering van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’. Bent u voornemens om projecten eerder te starten dan geprogrammeerd en deze voor te financieren? In het programma 2014-2019 is door waterschap Hollandse Delta reeds het voornemen uitgesproken het project ‘Strijensas’ voor te financieren. Gecombineerde uitvoering met het HWBP2-project Hoeksche Waard-Zuid is efficiënter dan dat er twee afzonderlijke projecten voorbereid en uitgevoerd worden. Voor de uitvoering van het project ‘Strijensas’ wordt een separaat bestuursvoorstel ingediend, in de Verenigde Vergadering van 27 maart 2014. Ook voor het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ speelt de vraag van voorfinanciering. Voor waterschap Hollandse Delta is dit project urgenter dan uit de programmering (start verkenning in 2019 en start uitvoering in 2023) blijkt. In de zomer van 2013 is zelfs al een noodbestorting uitgevoerd. De nog lopende discussie over de urgentie van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ (zie hierboven) kan grote invloed hebben op de financiële consequenties van voorfinancieren. Ter indicatie: als in 2016 de uitvoering van het project start en als in 2023 de subsidie verstrekt wordt, bedragen de rentekosten die voor eigen rekening zijn ca. 12 miljoen euro. Omdat er nog geen vastgesteld programma HWBP 2015-2020 is, en dus ook nog niet bekend is in welke jaren het project
3
‘Zettingsvloeiing V3T’ geprogrammeerd wordt, is op dit moment geen besluit te nemen over al dan niet voorfinancieren van dit project. Wel kunnen hier alvast enkele overwegingen genoemd worden: -
Voor waterschap Hollandse Delta staat de veiligheid van de ingezetenen voorop. In het coalitieprogramma staat dat het waterschap daarbij „streeft naar de beste verhouding tussen maatschappelijke kosten en baten‟. Het al dan niet voorfinancieren van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ moet in dat licht bezien worden
-
Op 26 september 2013 heeft de Verenigde Vergadering ingestemd met de aanpak voor de definitieve verbetermaatregelen zettingsvloeiing voor de afgekeurde dijktrajecten. Uitgangspunt daarbij is dat de voorfinancieringskosten zoveel mogelijk beperkt blijven.
-
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de evaluatie van het noodbesluit en de noodbestorting in de Oude Maas. De resultaten van de evaluatie kunnen meegenomen worden in de beslissing over al dan niet voorfinancieren.
-
In de verkenningsfase van het project (of in de POV) dient nog nader onderzoek gedaan te worden naar de omvang en mogelijke fasering van het probleem. Mogelijk is onderscheid te maken in meer en minder urgente locaties. Verder onderzoek kan leiden tot nadere verfijning van de maatregelen. Het is overigens standaard dat in de verkenningsfase van een versterkingsproject het veiligheidsprobleem nader onderzocht en gespecificeerd wordt.
Op basis van het definitief programma HWBP 2015-2020 zal medio dit jaar aan de Verenigde Vergadering een nader voorstel gedaan worden over al dan niet voorfinancieren van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’. Aan de minister wordt geadviseerd de verkennings-, planuitwerkings- en realisatiefase vanaf 2015 in de tijd te programmeren. Resumé bestuurlijke reactie De hoofdlijnen van de bestuurlijke reactie op het Conceptprogramma Hoogwaterbescherming HWBP 2015-2020 zijn derhalve: 1. Niet instemmen met het programma HWBP 2015-2020, omdat de plaats van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ geen recht doet aan de werkelijke urgentie van het project 2. Aan de minister adviseren de verkennings-, planuitwerkings- en realisatiefase vanaf 2015 in
de tijd te programmeren 3. De doorlooptijd van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ op 1-1-1 jaar zetten in plaats van 22-2 jaar 4. Aangeven dat Waterschap Hollandse Delta aanknopingspunten ziet om de POV zettingsvloeiing uit te voeren, maar dat dit de voortgang van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ niet mag vertragen Bovenstaande elementen zijn in de (concept-)antwoordbrief aan de Minister van Infrastructuur & Milieu opgenomen. 4.
Risico’s
Aan de voorgestelde bestuurlijke reactie op het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 zitten op zich geen risico’s. Als de oproep van het waterschap, om de ranking van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’ aan te passen, niet gehonoreerd wordt, ontstaat er wel een imagorisico: hoe is uit te leggen dat een zo urgent project, waarvoor zelfs al een noodbesluit genomen is, zo laag op het HWBP 2015-2020 staat? Het niet kunnen uitleggen geldt overigens niet alleen waterschap Hollandse Delta, maar ook de Programmadirectie Hoogwaterbescherming. Een reden temeer om gezamenlijk te bepalen welke plaats op het programma HWBP 2015-2020 wel recht doet aan de werkelijke urgentie van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’. 5.
Financiele aspecten
Op het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 is één project van waterschap Hollandse Delta opgenomen. Het gaat om het project ‘Zettingsvloeiing V3T’, dat op plaats 38 staat.
4
Conform de waterwet dient het waterschap, waar het project zich afspeelt, een eigen bijdrage (projectgebonden aandeel) van 10% te bekostigen. De kosten van het project bedragen volgens de eerste ramingen in het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 49,7 miljoen, in de periode 20192024. Het projectgeboden aandeel voor WSHD bedraagt dus 4,97 miljoen. In de verkenningsfase van het project worden de kosten nader gespecificeerd. De financiële gevolgen zullen meegenomen worden in de kadernota en de begroting(en). De daadwerkelijke financiële consequenties kunnen pas bepaald worden na vaststelling van het definitieve programma, en zijn tevens afhankelijk van het besluit van het waterschap tot al dan niet voorfinancieren van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’. Er komt een separaat voorstel voor de voorbereiding en uitvoering van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’. Met dit voorstel worden derhalve over dit project geen financiële besluiten genomen. 6.
Personele aspecten
Niet van toepassing 7.
Juridische aspecten
Conform artikel 7.23 lid 4 van de waterwet worden de besturen van de waterschappen gehoord bij de voorbereiding van het programma. Via dit bestuursvoorstel wordt hieraan invulling gegeven. 8.
Duurzaamheidsaspecten
Niet van toepassing 9.
Communicatieve aspecten (in-en extern)
Niet van toepassing 10.
Wijze van publiceren
Kies één of meerdere items: ☐ Intranet ☐ Internet ☐ Terinzagelegging ☐ Pers 11.
Verdere aanpak/ procedure
Na besluitvorming door de Verenigde Vergadering van 27 maart 2014 zal de definitieve antwoordbrief aan de Minister van Infrastructuur & Milieu worden verstuurd. Tevens zullen de stuurgroep van het Deltadeelprogramma Rijnmond-Drechtsteden, de Unie van waterschappen en de andere waterbeheerders middels bijgaande brief geïnformeerd worden over het Conceptprogramma Hoogwaterbescherming 2015-2020. Voor de voorbereiding en uitvoering van het project ‘Zettingsvloeiing V3T’zal een apart voorstel gedaan worden. 12.
Evaluatie
Niet van toepassing 13.
Afdelingen die instemmen met het voorstel
PR, BJ, F
5
Vergaderdatum : 27 maart 2014 Agendapunt
:
…
BESLUIT VERENIGDE VERGADERING Reactie op Conceptprogramma HWBP 2015-2020 De Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta, op voordracht van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta d.d. 18-2-2014; gelezen het advies van de commissie Waterkering, Wegen en Vergunningverlening van 11-3-2014; overwegende dat: In verband met de opgaven op het gebied van waterveiligheid er door de Minister van jaarlijks een (voortrollend) hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) wordt vastgesteld Vanuit de Programmadirectie Hoogwaterbescherming op basis van de beschikbare kennis en informatie een Conceptprogramma HWBP 2015-2020 is opgesteld Bij de voorbereiding van dit programma de besturen van de waterschappen worden gehoord gelet op: artikel 77 Waterschapswet; artikel 7.23 lid 4 van de Waterwet BESLUIT: 1. 2. 3.
Kennis te nemen van het Conceptprogramma HWBP 2015-2020 Niet in te stemmen met de voorgestelde programmering De minister via bijgaande brief te adviseren over het Conceptprogramma HWBP 2015-2020
Ridderkerk, 27 maart 2014 De Verenigde Vergadering voornoemd, secretaris-directeur, dijkgraaf,
drs. A.A. van Vliet.
ing. J.M. Geluk.
6
3. Conceptprogramma HWBP 2015-2020
ONTVANGEN
2 ĥ M ZOU
Hoogwaterbeschermingsprogramma > R e t o u r a d r e s Postbus 9 3 2 1 8 2 5 0 9 AE Den Haag
Aan het bestuur van de waterschappen
Programmadirectie Hoogwaterbescherming Koningskade 40 2 5 9 6 AA Den Haag Postbus 9 3 2 1 8 2509 AE Den Haag (070) 3 5 1 97
16
f
( 0 6 ) 3 5 11 9 4 13 Contactpersoon Peter W i e r s m a Teammanager programmering T 06 3 5 11 2 0 19 peter.wiersma ©hoogwaterbescherming.nl
Datum 23 januari 2014 Betreft Conceptprogramma Hoogwaterbescherming 2015-2020
Ons kenmerk nHWBP 2 0 1 4 / 5 2 0 Uw kenmerk
Geacht bestuur, Met deze brief doe ik u toekomen het conceptprogramma Hoogwaterbescherming (HWBP) 2015-2020, de overwegingen die hierbij een rol hebben gespeeld en de vervolgprocedure.
Bijlage(n) 1. Tekst toelichting 2. Prioritering 3. C o n c e p t p r o g r a m m a 2015 - 2020 4. Kaart
De minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) heeft de plicht om de besturen van de waterschappen te horen op grond van de gewijzigde Waterwet. Bij deze vraag ik u, namens de minister van I&M, om vóór 15 april 2014 uw bestuurlijke reactie te geven op het conceptprogramma, zodat het programma op 16 mei in de Uniecommissie Waterkeringen kan worden besproken, alvorens de stuurgroep HWBP op 28 mei 2014 een definitief advies aan de minister kan aanbieden. In uw bestuurlijke reactie wil ik u verzoeken om op de onderstaande vragen te reageren: 1. Kunt u instemmen met het voorliggende conceptprogramma? 2. Ziet u aanknopingspunten om projecten gecombineerd uit te voeren in bijvoorbeeld projectoverstijgende verkenningen? 3. Bent u voornemens om projecten eerder te starten dan geprogrammeerd en deze voor te financieren? Voorts stel ik u voor het conceptprogramma voor uw beheergebied te bespreken in regionale stuurgroepen van het Deltaprogramma. In juni zal de stuurgroep HWBP het conceptprogramma aan de minister aanbieden. Begin juli zal het programma worden besproken in het Nationaal Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma. Daarna zal de programmering als onderdeel van het Deltaprogramma 2015 worden vastgesteld in de ministerraad. Het conceptprogramma Met het voorliggende programma (zie bijlage 3 en 4) wordt tegemoet gekomen aan het besluit van de stuurgroep om in 2015 en 2016 met meer verkenningen te starten om een voldoende werkvoorraad voor de jaren 2021 en verder op te bouwen. De financiële gevolgen van deze aanpassingen zijn relatief beperkt en kunnen met beperkte kasschuiven worden opgevangen. Aan het ministerie van I&M is gevraagd deze kasschuiven in de begroting te verwerken. Het H o o g w a t e r b e s c h e r m i n g s p r o g r a m m a is een s a m e n w e r k i n g v a n de waterschappen en het m i n i s t e r i e van I n f r a s t r u c t u u r en Milieu Pagina 1 v a n 2
Bij het opstellen van het conceptprogramma is rekening gehouden met een extra werkvoorraad van gemiddeld 20 Zo om te voorkomen dat er in latere jaren onderbesteding zal plaatsvinden. In het conceptprogramma zijn de reserveringen voor de Bestuursovereenkomst Maas opgenomen. Met de betrokken beheerders is afgesproken, dat zij vóór 15 april 2014 op basis van urgentie de concrete invulling van de projecten voor dit programma aangeven. In het conceptprogramma zijn 4 projecten van Rijkswaterstaat (RWS) opgenomen. Deze worden gefinancierd vanuit het budget Rijkskeringen. Aan RWS is gevraagd voor deze projecten vóór 15 april 2014 de concrete programmering nog aan te geven. o
Programmadirectie Hoogwaterbescherming Koningskade 4 0 2 5 9 6 AA Den Haag Postbus 9 3 2 1 8 2 5 0 9 AE Den Haag ( 0 7 0 ) 3 5 1 9 7 16 ( 0 6 ) 35 1 1 9 4 13
E l e m e n t e n van het a f w e g i n g s k a d e r In de prioritering van het conceptprogramma (zie bijlage 2) zijn een aantal elementen verwerkt. Voor een gedetailleerde toelichting verwijs ik u naar bijlage 1. De stuurgroep HWBP heeft ervoor gekozen om de projecten te handhaven die conform het programma 2014-2019 beoogd zijn om in 2014-2015 te starten én de projecten die starten in 2016 - 2019 waarvan de waterschappen hadden aangegeven ze voor te financieren. De urgentie van de afgekeurde keringen is bepaald aan de hand van de kans op falen (ernst van de aard van de afkeuring) en de gevolgen in termen van schade. Voor zover mogelijk zijn projecten toegevoegd die in de verlengde derde toetsing niet konden worden goedgekeurd. Informatiebijeenkomst Op 3 februari zal er onder leiding van de bestuurlijk portefeuillehouder van de Unie van Waterschappen de heer mr. J.H. Oosters een informatiebijeenkomst in Amersfoort over het conceptprogramma 2015-2020 worden gehouden.
Hoogachtend,
ir. Erik Kraaij plv. Programmadirecteur Hoogwaterbeschermingsprogramma
Het H o o g w a t e r b e s c h e r m i n g s p r o g r a m m a is een s a m e n w e r k i n g van de w a t e r s c h a p p e n en het ministerie van I n f r a s t r u c t u u r en Milieu Pagina 2 van 2
Hoogwaterbeschermingsprogramma 2015-2020 3
U N I C V.-.N W A T E R S C H A P P E N
Projecten 2015 ' roĮeetoire rstljgen ūe ventenmngen ļ wsaaemeeaijken Centraal Holland UKHnflRK O/V iţīMMíļ ;rderpoldei-lauwersmeer
ínmaire waiertienng logere grond HedeHļlí gebied siromingige/oetige diikrine/buiiendijl^e gebied ĴIens waterschap
ifienauren -Oostpol derdi|»ŕ
»OV Wadden; etdiįken
U
ľeujaierscriappen Infrastructuur en Milieu {Rijfcswaterstaai) ín het H ongwa te r besthermin gsp rogramma [regelen uil om de primaire waterkeringen Ĵe veiligheidsnorm íe laten voldoen, nu en de toekomst •let Hoogwaierbeschermingsprogra onderdeel van het nationale Deltaprogramma
Randmeerdi|k Noordoostp older n Zwarte meerdi KunstwertienDi7enDi9.
Keersluis de Whaa © . " ' arteWalefg Vecht- en Steen îkUssel /W Rondom Kampen - Q w ţ l î M f e r
H3Sİ
J
ţ , O Loswal Hattem-"/^ Apeīdooms kanaal
DalfserT
O-Olst-Wijl-
.'"4
ìjsseļdijkĜouda (fase 2) Jsseldijk Gouda (urgent deel)
3ouderak—O
1
O-Diefdijk
Tīel-O'
A
(ä
^E^íSn^ph^ert O-Jannezand Burghsl uis schel pho ek 0Flaauwershaven/Bo.rendamm
ftmercak Geertruiden berg
r
, . . Zuid-6evŕlandWesr,Westerscri •*
PQV Piping
.il d - Beveīand Oost. westerscri ei J ! ímanuelpdldet
1
Pannerden/loo—ÌM
'.'•3
fN
D •'
"J
•LI CL CC
^
-
UI
rN
CQ
Ol Of
"i
Ol
1
in
íN
- i
rN
fö
"İ
fN
rN IN
ra
rN
- i
IN "1 1*1
fN
(N
I
cn IN -J
fN fN
cs
Ln
rN
M
rN
IN
tN fr) fN
oi
cn rvi
rN
N
rN
LO
Oĵ ui
O N
U3 rs
^T
IN
CU
.1
U
O
IN
IN
tN
l
01
fN
IN
V )
CU
o O
to fN
n o
cn
CU ra
cn
-1
fN
rN
N
1
o
m
O
r*» rn U3 a
O
IN
(N L/ì
fN 00
-
m
B0 İN
CD
-
LJ-I
un
- :
rN
fN
fN
IN
10 O
fN
:
o
rN
0J
cn
(N
fN T.i
C3
r 00
ra
fĵ
fN fN un
O
rN
03
5
C3
^
5
Ē
c
ĽĴ
:.'J
00 3
3 CU
f.3
I :
i
I
u
:-.0
19 X
CU : i
rrj
-
h
UJ
h
o
rsj
X
4
TO
u u -.0 u
J-l
0 CJ
- !
Ľ
ra
:
J
cn
kD
»-
CO Oì
C
th
-
rsi
fü
N
fN
fN
fN
fN
fN
fN
fN
fN
ÍN
tC fN
: fN
te ÍN
tN
fN
I fN
fN
fN
fN
fN
fN
ÍN
fN
fN
fN
fN
en ÍN
tň
ÍN fN
(N
fN
fN fN
(N tN
cn a 5
CL
fN
fs
tri
cn
VI
fN
fN (N I
fN
Ui
fN
fN
fN
fN
fN
fN rJ
CU
O
Cn
O
O
fN
fN
fN I
U
Ui CU
m IJl TH fN
cn
Ln
CJÌ
CTi
(N
CU 4-J rn
N
V.
in . in o q
tN
fN
fN
fN
fN
ŕfl
fN
(N
V
-
ÍN
5J
fN
fN
11 f3
a IN
13
•3
3
CŬ
E fN ì
fN
"3 •NI " ;
D
ĽL
3J ŪJ
I
I
D3
ř 1
m
:
rn rn
G
rn fn
rn rn
r3 híj
ra
C-.
u !N
I
Hoogwaterbeschermingsprogramma l O O ^ o prïoriteringslijst H o o g w a t e r b e s c h e r m i n g s p r o g r a m m a 2 0 1 5 - 2 0 2 0 Gebaseerd
op geqevensset
versie
05/12/2013
1
LEGENDA Projecte ļ
bestaande projecten met voorgestelde wijzigingen nieuwe projecten samengesteld uit werkvoorraad nieuwe projecten vanuit verlengde derde toets i
i
.
..
.
. . . . ;
* In de stuurgroep van december 2013 is gevraagd te verkennen of zettingsvloeiing goed genoeg in de urgentieranking is verwerkt en of er aanleiding is voor wijzigingen. Met waterschap Hollandse Delta is afgesproken dat dit punt in de periode tot de vaststelling van het programma door de programmadirectie met de beheerders nader wordt verkend
Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Project 1-2-5-11A
221 22J 22G 22H 22A 22F 15M 15J 22L 15E 151 15L 06C 18A 06B 22D 15C
Naam p r o j e c t Centraal Holland
zie
Lingewaal - Neerijnen Opijnen - O p h e m e r t Waardenburg - Opijnen Gorinchem Vuren-Haaften Diefdijk Vecht- en Steenendijk Mastenbroek IJssel Wolferen - Sprok Zwolle Dsselzone Zwolle Mastenbroek Zwarte W a t e r Gouderak Vierburen - Oostpolderdijk Krimpen/Ouderkerk Neder Betuwe Rondom Kampen
WSRL WSRL WSRL WSRL WSRL WSRL WGS WGS WSRL WGS WGS WGS HHSK NZV HHSK WSRL WGS
031 Noordzeekanaal ( D 3 1 t / m D37)
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
22M 06A 06F 22V 15K 15H 220 25L 15D 05C 22C 28G 25M 22K 2 IC 22S 240
37
22R Winssen - Drutensche Waarden
38* 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62
16E 22E 05A 03E 25N 18D 06D 241 08A 12B 12A 24J 22P 25K 24S 03 F 06E 250 28F 24AB 24L 11C 251 24R 02A
Lingewaard Capelle/Moordrecht Restopgave Hollandse IJssel W e r k e n d a m - Giessen Mastenbroek Z w a r t e Meer Olst-Wijhe Culemborg Randmeerdijk Genemuiden - Hasselt IJsseldijk Gouda (fase 2 ) Peerenboom-Genderen West Holwerderpolder-Lauwersm. Trajecten IJssel 1 Tiel Pannerden/Loo Leeuwen - Oude Maasdijk Zuid-Beveland Oost, Oosterschelde
Zettingsvloeiing V3T Gameren IJsseldijk Gouda ( u r g e n t deel) Wieringermeer (C-kering) Trajecten IJssel 2 Lauwersmeer/Vierhuizergat Capelle/Zuidplas Burghsluis-Schelphoek Drongelens kanaal (P52) SVK Holl. IJsselkering (schuif) SVK Holl. IJsselkering ( d i j k -F2 kw) Flaauwershaven/Borrendamme Ooij en Millingen Loswal H a t t e m ± Apeldoorns kanaal Zuid-Beveland West, Westerschelde K u n s t w e r k e n M a r k e r m e e r (D17 en D19) Krimpen aan de Lek T r a j e c t e n IJssel 3 Koehool-West Hoiwerderpolder Emanuelpolder Inlaag Zuidhoek/Bruinisse Zuidersluis ARK Eemdijk/Spakenburg Zuid-Beveland Oost, Westerschelde Oevererosie Klaphek
Relatie D e i t a p r o g r a m m a
Beheerder POV
HHNK WSRL HHSK HHSK WSRL WGS WGS WSRL V&V WGS Rijnland WSRL Fryslan V&V WSRL WRIJ WSRL Scheldestr. WSRL WSHD WSRL Rijnland HHNK V&V NZV HHSK Scheldestr. RWS ZN RWS WNZ RWS WNZ Scheldestr. WSRL V&V Scheldestr. HHNK HHSK V&V Fryslan Scheldestr. Scheldestr. RWS UT V&V Scheldestr. Hl) SR
raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing v o o r k e u r Rijnmond-Drechtsteden raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing geen raakvlak o m rekening mee te houden raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing voorstel projectoverstijgende verkenning Voorland voorstel projectoverstijgende verkenning Voorland raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing voorstel Deltadijk raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing voorstel projectoverstijgende verkenning Voorland raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing geen raakvlak o m rekening mee te houden geen raakvlak o m rekening mee te houden
geen raakvlak o m rekening mee te houden raakvlak voorkeurstrategie raakvlak voorkeurstrategie geen raakvlak o m rekening raakvlak voorkeurstrategie
ruimtelijke oplossing ruimtelijke oplossing mee te houden ruimtelijke oplossing
raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing voorstel Deltadijk geen raakvlak o m rekening mee te houden
Ruimte voor de Rivier lost dit op voorstel projectoverstijgende verkenning Voorland
raakvlak voorkeurstrategie ruimtelijke oplossing geen raakvlak o m rekening mee te houden
Ruimte voor de Rivier lost dit op
1/3
Hoogwaterbeschermingsprogramma Nr
Project
Naam p r o j e c t
63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136
16A 03D 28H 15G 15A 17D 24P 24D 27A 14A 15B 22W 13A 24K 22T 21A 24 M 22N 27B 22Q 03R 28E 24G 17C 24AA 24N 17A 18E 22U 21F 28A 21B 24H 24A 17B 05B 25Q 24Z 18B 06G 04A 21E 15N 03O 22B 03S 03C 04B 28J 21D 03J 211 09A 01A 21L 281 18C 07-19A 20B 06H 14B 24T 10A 24U 28C 24E 24AC 21M 03A 03M 24V 09C 03G 03P
Hoeksche Waard Oosterdijk vd Vier Noorderkoggen Lauwersmeerdijk Deventer Dalfsen Kerkhovenpolder-Duitsland Kanaal Zuid-Beveland Bestortingen 2 0 1 4 / 2 0 1 5 Randmeerdijk Noordoostpolder Geertruidenberg/Arnertak Gras Vechtdijken Vianen Groeningen Havenkanaal Zierikzee oostzijde Heerewaarden en VW24 Rijnkade Ouwerkerk De Tollewaard Randmeerdijk Flevoland Nijmegen - Ewijkse Plaat Dijkvakken Markermeer (D24 - D30) Zurich-Koehool Gras Schouwen/Zuid-Beveland West Punt van Reide-Kerkhovenpolder Zierikzee/Sophiastrand/Schorerpolder Tholen-1 Delfzijl-Chemiepark Haven Lauwersoog Bommelerwaard Twentekanaal Schiermonnikoog-Waddenzeedijk We ste r voor tsedijk fase 3 Vlissingen, Koopmanshaven Noorderstrand Chemiepark-Punt van Reide Uitwateringssluis Katwijk Gemaal Pouwel Bakhuis Kop van Ossenisse Eemshaven Herinrichting w a t e r s y s t e e m Krimpenerwaarc Delfland-1 I n d u s t r i e t e r r e i n Grutbroek Keersluis Zwolle Wieringer Zeewering ( D 9 0 ) Jannezand Koppelstuk Markermeerdijk Kunstwerk Balgzanddijk Delfland-2 Lemsterhoek Koppelweg Texel-dijkvakken IJsselpaviljoen Marken 1 Spaarndammerdijk Bronsbergen Laaxum Emmapolder Sluis Bosscherveld Keersluis de Whaa Stolwijkersluis Damwand Buitenpand Wilhelminakanaal (Ot S i n t Annaland Vlieland Tholen-2 Workum-Laaxum Bestorting v e r d e r onderzoek Rittheni/Baarland Verholen keringen Texel - gemaal Krassekeet Koppelstuk WIJD-Koegraszeedijk Sloehaven Dmuiden Kunstwerken Markermeer (D18 en D22) Dijkvak Markermeer ( D 1 8 )
Beheerder WSHD HHNK Fryslan WGS WGS H&A Scheldestr. Scheldestr. ZZI. WSBD WGS WSRL Aa&Maas Scheldestr. WSRL WRIJ Scheldestr. WSRL ZZL WSRL HHNK Fryslan Scheldestr. H&A Scheldestr. Scheldestr. H&A NZV WSRL WRIJ Fryslan WRIJ Scheldestr. Scheldestr. H&A Rijnland V&V Scheldestr. NZV HHSK Delfland WRIJ WGS HHNK WSRL HHNK HHNK Delfland Fryslan WRIJ HHNK WRIJ RWS WNN WRIJ Fryslan NZV RWS ZN RenW HHSK WSBD Scheldestr. RWS NN Scheldestr. Fryslan Scheldestr. Scheldestr. WRIJ HHNK HHNK Scheldestr. RWS WNN HHNK HHNK
Relatie D e l t a p r o g r a m m a
geen raakvlak o m rekening mee te houden
geen raakvlak om rekening mee te houden
Ruimte voor de Rivier lost dit op
geen raakvlak o m rekening mee te houden
Ruimte voor de Rivier lost dit op geen raakvlak o m rekening mee t e houden
Ruimte voor de Rivier lost dit op
geen raakvlak om rekening mee t e houden
2/3
Hoogwaterbeschermingsprogramma Nr 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Project 24F 24C 03L 24 B 28L 21H 03N 03Q 16D 21K 28K 21N 21G 27C 14C 08B 24Q 20A 03H 03B 02B 16B 24Y 16C 20C 25R 28B 03K 15Z 09B 29A 19A 19B 19Z 23ABC 23D 23E 23F 23G 23H 231
Naam project Bestorting 'on hold' Bestortingen 2 0 1 3 / 2 0 1 4 Den Helder ( D 8 5 ) Z w a k k e schakels Zeeuws Vlaanderen KW Waddenzee en IJsselmeer Havenstraat Balgzanddijk ( D 8 8 ) D i j k v a k Markermeer (D22) WSHD-KW Vispoorthaven Lemmer Waterradmolen Industriehaven Kunstwerken Noordoostpolder Tonnekreek, Moerdijk -F schutsluis Waalwijk Schutsluis Engelen Kats Blokzijl Kunstwerken Markermeer ( D 2 7 ) Koppelstuk W I J D - k u n s t w e r k e n Waaiersluis te Gouda Goerree Zwin Strijensas Kunstwerken Vollenhove Gemaal De Schans Makkum Koppelstuk W D D - d i j k v a k k e n Ganzensluis Marken 2 Julianasluis Gouda Venlo Heel/Thorn Restopgave Peel en Maasvallei Roermond-Alexanderhaven Limburglaan-Hoge Weerd Heugem-Randwyck Limmel I t t e r e n (vak 7) Bosscherveld (vak 6.2) Kademuur St. Píeter Meers (vak 3)
Relatie D e l t a p r o g r a m m a
Beheerder
Scheldestr. Scheldestr. HHNK Scheldestr. Fryslan geen raakvlak om rekening mee t e houden WRIJ HHNK HHNK WSHD WRIJ Fryslan onbekend WRIJ Ruimte voor de Rivier lost dit op WRIJ ZZL WSBD RWS ZN Scheldestr. RenW HHNK HHNK HDSR WSHD Scheldestr. WSHD RenW V&V Fryslan HHNK WGS RWS WNN Provincie Zuid Holland WPM WPM WPM WRO WRO WRO WRO WRO WRO WRO
3/3
«
4
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Bijlage 1 :
Toelichting op het H o o q w a t e r b e s c h e r m i n q s p r o q r a m m a 2015 - 2020 1. Inleiding In juni 2013 is het programma 2014-2019 van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) door de minister van I&M vastgesteld. Dit programma is opgenomen in het Deltaprogramma 2014, dat op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer is aangeboden. Afgesproken is, dat het programma een voortrollend karakter heeft, dat wil zeggen dat het jaarlijks zal worden geactualiseerd. Om die reden heeft de programmadirectie samen met de waterkeringbeheerders nu een concept voor een volgend programma opgesteld. De stuurgroep HWBP heeft dit conceptprogramma in januari 2014 vrijgegeven voor de bestuurlijke consultatie. In mei 2014 zal de stuurgroep de reacties van de bestuurders verwerken en het conceptprogramma 2015-2020 ter vaststelling aanbieden aan de minister van I&M. Het programma 2015-2020 zal dan als onderdeel van het Deltaprogramma 2015 in september 2014 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het verschil met het programma 2014-2019 is, dat het programma 2015-2020 met circa 300 km te verbeteren waterkeringen is uitgebreid tot een totale omvang van ruim 700 km. Afgekeurde dijkvakken uit de Verlengde Derde Toetsronde zijn opgenomen voor zover deze beschikken over een door de Inspectie L&T afgegeven schriftelijke beoordeling. In het programma 20142019 was al 350 km waterkeringen in beheer bij waterschappen opgenomen en 65 km waterkering in beheer bij RWS. Alle toetsvakken zijn door de beheerders gebundeld tot hanteerbare projecten. Conform de Deltawet is het programma voor de eerste 6 jaar (periode 20152020) concreet ingevuld en voor de daaropvolgende 12 jaar indicatief. Alle projecten zijn gerangschikt volgens urgentie (kans x gevolg) en met behulp van KOSWAT van ramingen voorzien. Voor de doorkijk na 2020 zijn de projecten nog niet concreet in jaren geprogrammeerd. 2. R a n d v o o r w a a r d e n en redeneerlijn voor programmering 2 0 1 5 - 2 0 2 0 Prioriterinq Prioritering op basis van urgentie is leidend, in lijn met het vorige programma 2014-2019. (zie hoofdstuk 7). Capaciteit Een mogelijk capaciteitsvraagstuk is de verantwoordelijkheid van de betrokken beheerder. De beheerder kan dit bij de bestuurlijke consultatieronde melden (vóór 15-04-2014).
Het H o o g w a t e r b e s c h e r m i n g s p r o g r a m m a is een s a m e n w e r k i n g van de w a t e r s c h a p p e n en het ministerie van I n f r a s t r u c t u u r en Milieu Pagina 1 v a n 11
»
É
Stabiliteit Vast staan de projecten die starten in 2014 en 2015 uit het programma 2014-2019 en eveneens de projecten uit het Programma 20142019, die starten in 2016-2019 waarbij de waterschappen hebben aangegeven deze voor te willen financieren. Financiën Uitgangspunt voor de berekening van het beschikbare budget voor de waterschapsprojecten in het conceptprogramma is de derde kwartaalrapportage Q3-2013 ^ Deltafonds 2014). Er is rekening gehouden met toezeggingen voor de projecten Maasovereenkomst (periode 2017-2025), reserveringen voor voorfinancieringen (periode 2021-2025) en budgetten voor innovatieve projecten. Verder is rekening gehouden met de budgetten, die nodig zijn om de 'vaststaande' projecten uit het Programma 2014-2019 uit te kunnen voeren (zie hiervoor punt 3). Om steeds voldoende projecten in voorbereiding te kunnen hebben is in de programmering anticiperend rekening gehouden met het invullen van een extra werkvoorraad van 20 7o. Voor de verdere uitwerking wordt verwezen naar hoofdstuk 4. 0
Fasering Uitgegaan is van een fasering van 2-2-2 jaar voor respectievelijk de verkenningsfase, de planuitwerkingsfase en de realisatiefase; voor kleine projecten 7 min. euro) wordt een fasering van 1-1-1 jaar aangehouden en voor grote(re) projecten ^ 57 min. euro) een fasering van 2-3-3 jaar. Indien beheerders een andere fasering wensen, dan kunnen zij dit in de bestuurlijke consultatieronde kenbaar maken. Projectoverstijgende verkenningen Naast de lopende verkenningen voor Centraal Holland, Piping en Waddenzee zijn door de beheerders en de deelprogramma's van het Deltaprogramma ideeën geopperd voor mogelijke volgende projectoverstijgende verkenningen (zie hoofdstuk 6). Als deze projectoverstijgende verkenningen op verzoek van de betrokken beheerders worden opgenomen in het programma, dan worden ze gekoppeld aan het meest urgente project, waarop de betreffende verkenning betrekking heeft. Basisgegevens ± ILT-check (verificatie rechtmatigheid) De basis voor de prioritering/programmering is de huidige set gegevens afkomstig van de beheerders. Met het oog op de rechtmatigheid van subsidieverstrekking moet een vergelijking plaatsvinden tussen de opgave van de beheerder en de afgekeurde dijkvakken/kunstwerken met Rijksoordeel. Net als in het vorige programma is een eerste check uitgevoerd. Bij deze check wordt alleen gekeken naar de eindoordelen en dijkvakken die over de gehele lengte niet zijn afgekeurd. Een volledige check van het areaal is mogelijk als de 'toetssteen' van de ILT beschikbaar is (verwacht begin 2014). De beheerders krijgen de gelegenheid eventuele onvolkomenheden te herstellen.
Pagina 2 v a n 1 1
Afstemming met Deltaproqramma In de prioriteringslijst is in een aparte kolom per project aangegeven welke uitspraken in de voorkeursstrategieën relevant zijn voor het project (voor zover bekend). Aan de beheerders zal worden gevraagd deze lange termijn visie in hun verkenning mee te nemen. Na besluitvorming over de voorkeursstrategieën kan het overzicht compleet worden gemaakt. Zie ook hoofdstuk 5. Omvang-effect ('lengte-effect') in urgentieranking Op verzoek van de stuurgroep is bekeken in hoeverre de urgentieranking beïnvloed is door de omvang of lengte van de projecten. De berekende urgentiescores zijn hiertoe gedeeld door de totale lengte van de dijkvakken in het project. De kunstwerken zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Deze correctie voor lengte betekent dat enkele relatief lange projecten lager komen, terwijl kortere projecten hoger uitkomen. In de top zullen dus relatief meer kleinere projecten komen. De relatieve invloed van de parameters op de ranking is als volgt: Risico : Kosten : Lengte = 55.000 : 2 : 1. Oftewel: het berekende risico (kans x gevolg) is de dominante factor in de ranking. Een correctie voor lengte of ordening op rendement leidt daarom niet tot een wezenlijke andere programmering. De doorwerking wordt pas in de onderste helft van de top 40 zichtbaar. Dit komt omdat de 'top 10' circa lOx urgenter is dan de nummers 11 t / m 20 enzovoorts. Geconcludeerd is, dat het berekende risico de dominante factor in de ranking is. Het 'omvang' (lengte) effect heeft daarom geen dominante invloed op de programmering. Opgenomen projecten Conform het PVA Conceptprogramma 2015-2020 zijn alleen de projecten geprogrammeerd, die starten in de periode 2015-2020. Projecten die na die tijd starten staan wel in de prioriteringslijst vanwege de doorkijk voor de periode na 2020, maar worden niet in de tijd geprogrammeerd. Projecten van RWS De RWS-projecten worden gelet op de afwijkende financiering voor de programmering in een aparte tabel opgenomen. Deze projecten zijn wel opgenomen in de totale prioriteringslijst. De eerste RWS-projecten staan op de prioriteringslijst op de nummers 46, 47, 48 en 59. Aan RWS is gevraagd de planning van deze projecten vóór 15 april 2014 aan te geven. Projecten Maasovereenkomst Voor deze projecten geldt een aparte financieringsafspraak. De betrokken beheerders hebben toegezegd vóór 15 april 2014 met een invulling op basis van urgentie te komen van de projecten in de programmajaren 2017 t / m 2020 tot een maximum van C 20 min. (inclusief het projectgebonden aandeel van 10 7o) per jaar. o
Pagina 3 v a n 11
Overstrominqskansbenaderinq/nieuwe normering De overgang naar de overstromingskansbenadering en nieuwe normering is niet in het Programma 2015-2020 meegenomen. Verkend zal worden hoe en wanneer deze nieuwe elementen kunnen worden geïmplementeerd in een volgende programmering. 3. Proces Het proces, dat beschreven is in het op 24 september door de stuurgroep HWBP vastgestelde plan van aanpak, is bij het opstellen van het conceptprogramma 2015-2020 gevolgd. De beheerders hebben vóór 1 oktober 2013 de wijzigingen in de projectgegevens aan de programmadirectie doorgegeven. Voor de kostenramingen is voor zover beschikbaar gebruik gemaakt van de resultaten van de verbeterde KOSWAT-ramingen. Op 29 en 30 oktober zijn bijeenkomsten voor beheerders gehouden om de prioritering en de programmering te bespreken. Op die dagen zijn ook collegiale toetsingen door de beheerders uitgevoerd. Op 4 november is de 90 7o versie van de prioriteringslijst besproken met vertegenwoordigers van het Deltaprogramma Rivieren en RijnmondDrechtsteden. Ook heeft een eerste ambtelijke afstemming plaatsgehad met 0
het Interprovinciaal Overleg. Op 8 en 15 november is de 90 7o versie van de prioriteringslijst met 0
uitgangspunten voor het conceptprogramma besproken in de Werkgroep Waterkeringen respectievelijk de Commissie Waterkeringen van de Unie van Waterschappen. De stuurgroep heeft in de vergadering van 20 november richtinggevende uitspraken gedaan over de uitwerking van het conceptprogramma. Op 19 december heeft de stuurgroep HWBP een keuze gemaakt uit de voorgelegde varianten en het conceptprogramma vrijgegeven voor de bestuurlijke consultatieronde. Op 3 februari 2014 wordt een bijeenkomst voor beheerders georganiseerd, waarin het conceptprogramma 2015-2020 zal worden toegelicht. 4. Financiën Om de financiële programmeerruimte per jaar te kunnen bepalen zijn onderstaande bedragen in mindering gebracht op het totale voor HWBP beschikbare jaarlijkse budget. » Bestuursovereenkomst Maas: vanaf 2017 t / m 2025 jaarlijks een bedrag van 20 min. euro (dat is inclusief het 10 7o projectgebonden aandeel). » Regeling voorfinanciering: vanaf 2021 jaarlijks 20 7D van het beschikbare budget (72 min. euro bij een beschikbaar budget van 360 min. euro). o
0
Pagina 4 van 1 1
Om redenen van stabiliteit in het voortrollende programmeringsproces zijn de volgende projecten uit het programma 2014-2019 als vaststaand te beschouwen: » Projecten die in 2014 en 2015 starten. « Projecten die volgens het Programma 2014-2019 zijn gepland voor de periode 2016-2019, maar die al eerder starten en waarvan de aanmeldingen voor voorfinanciering van de betrokken beheerders in 2013 zijn gedaan. » Project Overstijgende Verkenningen voor Piping, Waddenzee en Centraal Holland in verband met de koppeling aan urgente projecten. Financiële uitgangspunten » Alleen de budgetcijfers voor de waterschapsprojecten zijn weergegeven. Het lO^o Project Gebonden Aandeel (PGA) is hier niet op in mindering gebracht. » Vanaf 2019 is in de programmering een extra werkvoorraad van 20 7o ingepland. Om voldoende werkvoorraad op te bouwen is deze extra werkvoorraad ook herverdeeld naar de jaren 2015 t / m 2018 « Bij projecten, waarvan de realisatiefase op een bedrag groter dan 40 min. euro is geraamd, is het geraamde bedrag over de uitvoeringsjaren verdeeld. » Voor de realisatie is een bedrag aangehouden van 85 7o van het totaal geraamde projectbedrag. Voor de verkenningsfase en de planuitwerkingsfase zijn bedragen aangehouden van respectievelijk 5 7o en 10 7o van het totaal geraamde projectbedrag. » Alle bedragen zijn gebaseerd op kasreeksen en de verbeterde KOSWAT ramingen (prijspeil 2013) , tenzij de beheerder een betere raming heeft ingediend. Voor de projecten binnen de Maasovereenkomst geldt prijspeil 2 0 1 1 , binnen het wettelijke kader HWBP. 0
0
0
o
Vanaf 2021 is beschikbaar 358 min. euro (zijnde de geïndexeerde index minus het budget voor innovatieve projecten en het programmabureau). Om in die jaren onderuitputting te voorkomen is het van belang, dat tijdig met de voorbereidingen voor de realisatiefase wordt begonnen.
Pagina 5 van 11
Voorfinanciering Voor het programma 2014-2019 zijn de volgende projecten voor voorfinanciering aangemeld Ranking 2014-2019 23 26 28
Ranking 2015-2020 45 49 51
Projectnaam Burghsluis-Schelphoek Flaauwershaven/Borrendamme Loswal Hattem + Apeldoorns kanaal*
29 32 34 35
52 57 58 60
Zuid-Beveland West, Westerschelde Emanuelpolder Inlaag Zuidhoek/Bruinisse Eemdijk/Spakenburg*
40 43 47
62 67
Oevererosie Klaphek Dalfsen Randmeerdijk Noordoostpolder Amertak/Geertruidenberg (gedeeltelijk)
48 53 74 76 88 116 nvt
71 72 81 43 107 121 160 162
Randmeerdijk Flevopolder Lauwersmeer/Vierhuizergat Jannezand Keersluis De W h a a * * Strijensas Gemaal De Schans*
* I n 2013 zijn na het verschijnen van het projectenboek door Vallei en Veluwe bij brief van 29 oktober 2013 drie projecten aangemeld voor voorfinanciering. Het eerste project is Loswal Hattem+Apeldoorns kanaal, het tweede Eemdijk/Spakenburg en het derde project is Gemaal De Schans die uit de verlengde derde toets is gekomen * * Het project Keersluis De Whaa (uitvoering geprogrammeerd na 2020) van het waterschap Reest 8L Wieden is op 5 april 2013 aangemeld voor voorfinanciering (maar ontbreekt in het projectenboek). 5. Afstemming met a n d e r e p r o g r a m m a ' s Deltaproqramma Waterbeheerders wordt gevraagd om de concept-programmering voor te leggen in de stuurgroepen van de regionale deelprogramma's van het Deltaprogramma. Hierdoor kunnen de korte termijn maatregelen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma goed worden afgestemd met de lange termijn strategieën uit het Deltaprogramma.
Pagina 6 v a n 11
HWBP-2 De uitvoering van het HWBP-2 kan betekenis hebben voor de programmering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma 2015-2020. Onderuitputting of meevallers kunnen leiden tot het beschikbaar komen van middelen. Omgekeerd kunnen financiële tegenvallers in HWBP-2 leiden tot een reductie van de vrij programmeerbare middelen binnen voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Raakvlak Ruimte voor de Rivier De uitvoering van het Ruimte voor de Rivier betekent dat de opgave van het conceptprogramma HWBP 2015-2020 kan worden verkleind. Bij de 3 toetsing is nog geen rekening gehouden met de waterstandsverlagende effecten van Ruimte voor de Rivier. Bij de programmering wordt hiermee rekening gehouden door de betreffende projecten alleen voor de verkenningsfase te programmeren. e
Raakvlak Maaswerken De opgave vanuit de dijkringen in het Maasstroomgebied in het conceptprogramma HWBP 2015-2020 is afhankelijk van de waterstandverlaging als gevolg van het afronden van de werkzaamheden in het kader van het project Maaswerken. In de bestuursovereenkomst Maas zijn hierover afspraken gemaakt die de komende jaren verder worden uitgewerkt, opdat de Hoogwaterbeschermingsmaatregelen vanaf 2017 kunnen worden voorbereid en uitgevoerd conform de financiële afspraken. Raakvlak met provincies en gemeenten Op projectniveau zullen de beheerders in het kader van de verkenning, planuit werking en realisatie samenwerking zoeken met provincies en gemeenten om tot optimale oplossingen te komen voor het versterken van afgekeurde dijkvakken. 6. Het programma sneller en goedkoper maken Het programma 2015-2020 is meer dan een lijst van losse projecten. Projecten kunnen op verschillende punten met elkaar samenhangen, hetzij geografisch/ hydrologisch, hetzij technisch inhoudelijk (zelfde faalmechanisme). Door projecten bij de start slim te combineren kan het programma mogelijk sneller en goedkoper uitgevoerd worden. Om kansrijke innovaties in beeld te krijgen en te koppelen aan projecten wordt elk jaar een kansenscan uitgevoerd. Ook volgen uit de voorkeurstrategieën van Deltaprogramma strategische overwegingen om projecten te combineren. Om deze reden zijn voor het programma 2014-2019 drie projectoverstijgende verkenningen gestart: Piping, Waddenzee en Centraal-Holland.
Pagina 7 v a n 11
Redeneerlijn projectoverstijgende aanpak Op basis van de volgende criteria kan worden bepaald of een projectoverstijgende aanpak kansrijk is voor het programma: » Projecten zijn onderdeel van dezelfde dijkring en/of hebben dezelfde hydrologische omstandigheden of samenhang met elkaar. » Er zijn kansrijke productinnovaties en/of nieuwe kennis over faalmechanismen of oplossingen beschikbaar die voor meerdere projecten van toepassing zijn (kansenscan). » Er zijn aanvullende beleidskeuzes en/of instrumentarium (bv. rekenregels) nodig die doorwerken in meerdere projecten. Naast de afweging of een projectoverstijgende aanpak kansrijk is voor het programma, is de urgentie van de projecten leidend. Dit betekent dat een kansrijke projectoverstijgende aanpak gekoppeld zal worden aan het meeste urgente project uit het programma. Als er geen urgent project voor deze aanpak in het programma staat, dan blijft deze projectoverstijgende aanpak dus ook 'op de plank liggen'. Voorts s van belang de vraag aan de keringbeheerders of zij initiatief willen nemen om de kansrijke projectoverstijgende aanpak verder uit te werken, in samenwerking met andere beheerders waarbij een soortgelijke opgave speelt. In deze uitwerking wordt verdere nut en noodzaak aangetoond en wordt een inschatting gemaakt van mogelijk rendement in termen van t i j d , geld en kwaliteit (voor zowel project als programma). Dit vormt dan belangrijke input voor het op te stellen Plan van Aanpak. Kansen voor programma via een projectoverstijgende aanpak Wanneer vanuit bovenstaande redeneerlijn wordt gekeken naar het programma 2015-2020, dan springen er enkele vraagstukken uit waarvoor een clustering van projecten in de verkenningsfase kansrijk lijkt. Onderstaande tabel geeft een overzicht. Onder de tabel staat per vraagstuk een toelichting.
: .
(1) Project overstijgende verkenning
.
. . .:'v :.''
' '"
Meest urgente project
Í3)
Geografische
Beschikbare
Beleids
Beheerd
Start
innovaties
# progr
of reg i onale
keuzes en
er
(jaar)
2015
samenhang
en k e n n i s
in
2020
WBÊÊĚÊĚĚBË 1. 2. 3.
Macr o stabiliteít
X
Zettingsvl o eiing
x
Vo o rlanden
WSRL
2015
2
X
WSHD
2019
38
X
HHSK
2015
22 9
4. IJssel
X
X
WGS
2015
5. Waal
X
X
WSRL
2015
2
X
X
HHSK/RWS
2016
16 en 47
6. Ho llandse
IJssel
Tabel: mo gelijke
pro jecto verstijgende
verkenningen
vo o r pro gramma
2015-2020
Pagina 8 v a n 1 1
Macrostabiliteit Dit faalmechanisme speelt in circa 300 km van de totale opgave, met een raming van bijna 2 miljard euro. Het meest urgente project staat op # 2 . Voor dit faalmechanisme zijn verschillende (nieuw aangedragen) innovaties beschikbaar en is nieuwe kennis voor het toetsinstrumentarium ontwikkeld. Een projectoverstijgende verkenning kan eraan bijdragen om de totale opgave te verkleinen en de toepassing van innovaties mogelijk te maken, waardoor kosten omlaag gaan en doorlooptijd korter wordt. Zettinqvloeiinq Dit faalmechanisme speelt in ca. 50 km van de totale opgave. 17 km hiervan heeft een hoge urgentie, het eerste project staat op # 3 8 in de lijst (6,6 km). Er is nieuwe kennis beschikbaar rond dit faalmechanisme. De dijkversterkingsopgave hangt nauw samen met de kosten die worden gemaakt voor beheer en onderhoud van de rivier. Door de mogelijke oplossingen in dit breder perspectief af te wegen (beleidskeuzes) kunnen mogelijk de totale kosten voor waterveiligheid verlaagd worden. Voorlanden Bij een flink deel van de afgekeurde waterkeringen is sprake van de aanwezigheid van voorlanden. Het meest urgente project speelt bij HHSK ( # 2 2 ) ; bij HHNK bijvoorbeeld betreft dit een flink deel van de versterkingsopgave (ca. C360mln). In de toetsing worden voorlanden nu niet (altijd) meegeteld, wat leidt tot een overschatting van de daadwerkelijke opgave. Om de totale opgave in het programma te verkleinen moet verkend worden hoe dit vraagstuk meer realistisch in het wettelijk toetsinstrumentarium kan worden meegenomen en welke andere juridische borging nodig is, om de voorlanden ook daadwerkelijk hun kerende functie te laten behouden. IJssel en Waal - dijken en ruimte voor de rivier Enkele urgente dijkversterkingen in de IJssel en de Waal hangen nauw samen met keuzes voor ruimte voor de rivier maatregelen in deze riviertakken. Ook de korte termijn keuzes over het voorkeursalternatief voor de projecten in het hoogwaterbeschermingsprogramma dienen te worden gemaakt in het licht van de lange termijn voorkeurstrategie (Deltaprogramma). Een gezamenlijke verkenning kan hierbij helpen om de juiste randvoorwaarden voor de projecten te bepalen. Hollandse IJssel - voorliggende kering en dijken De stormvloedkering in de Hollandse IJssel is afgekeurd. De faalkans van deze kering is van invloed op de opgave en de mogelijke oplossing van de achterliggende afgekeurde dijken in de Hollandse IJssel. Een gecombineerde verkenning van deze projecten kan mogelijk leiden tot een kleinere dijkversterkingsopgave en goedkopere en slimmere oplossingen.
Pagina 9 v a n 11
7. Verantwoording (data en urgentiebepaling) Resultaten uitvraag Voor het programma 2015 - 2020 is de beheerders gevraagd: 1. Wijzigingen in bestaande projecten waar nodig door te geven (scope, raming en planning). 2. Alle dijkvakken/kunstwerken uit de werkvoorraad (ca. 300 km) te clusteren t o t projecten. 3. Nieuwe urgente projecten vanuit de verlengde derde toetsing aan te melden, voor zover door de ILT het Rijksoordeel is bevestigd. Het resultaat omvat het volgende, zie ook de prioriteringslijst. « Het programma omvat nu 726 km (was 731 km) en 232 kunstwerken (was 238). Totaal zijn er nu 177 projecten (was 124 ). » 12 bestaande projecten zijn op verzoek van de beheerders gewijzigd qua samenstelling. Deze projecten stijgen of dalen dus in de urgentieranking. Deze projecten zijn grijs gemarkeerd in de lijst. » Uit de werkvoorraad van 300 km en diverse kunstwerken zijn 51 projecten samengesteld die nu ook meegeprioriteerd zijn. Het betreft hier vooral projecten van waterschap Rivierenland, Groot Salland en HHNK. Deze zijn eerder niet aangemeld vanwege de vraagstelling van vorig jaar, lagere urgentie bij het waterschap etc. Deze projecten zijn blauw gemarkeerd in de lijst. » Vanuit de verlengde derde toetsing zijn 12 projecten aangemeld door 6 beheerders. Deze projecten zijn oranje gemarkeerd in de lijst. Deze nieuwe projecten zijn, behalve de Limburgse projecten, nu ook meegeprioriteerd. Kwaliteitsborging gegevens en collegiale toets Alvorens de urgentieranking te bepalen is alle informatie verzameld en gecontroleerd op volledigheid en consistentie. De ingeschatte kansscores voor de nieuw toegevoegde dijkvakken en kunstwerken zijn collegiaal getoetst op dinsdag 29 oktober. Dit heeft niet geleid tot aanpassingen. De basisgegevens worden nog getoetst aan de 'toetssteen' van ILT, zodra deze beschikbaar is. Alle wijzigingen tussen het vorige en het nieuwe programma zullen per project en per waterschap worden gedocumenteerd en vastgelegd. Deze verantwoording zal op hoofdlijnen bij het programma worden gevoegd bij vaststelling. Methodiek urgentieranking In lijn met het besluit van de stuurgroep van 24 september vindt prioritering van de projecten op dezelfde wijze plaats als bij het programma 2014 - 2019. Dit betekent de benadering kans x gevolg.
Pagina 10 v a n 11
Tevens is door de stuurgroep verzocht door middel van een gevoeligheidsanalyse na te gaan in hoeverre de urgentieranking wijzigt bij het toepassen van veiligheidsrendement in plaats van kans x gevolg. Het veiligheidsrendement is gelijk aan de baten gedeeld door de kosten. Hierbij zijn de baten gelijk aan het vermeden risico (kans x gevolg). Uit deze analyse komt naar voren dat van de top 40 75 Zo van de projecten gelijk blijft; 10 zijn nieuw. Dat wil zeggen: ongeacht de berekeningswijze komen deze voor in de top 40. Natuurlijk zijn er vanwege de verschillen in omvang van de projecten wel verschuivingen. De 10 nieuwkomers bij betreffen relatief kleine projecten met geringe kosten en daarmee een gunstig veiligheidsrendement.
Programmadirectie Hoogwaterbescherming
0
De methode van urgentiebepaling is gedetailleerd uitgewerkt in een technische handleiding en uitgereikt aan de beheerders. Toelichting en bespreking van de methodiek inclusief rekenvoorbeeld heeft zowel in de startbijeenkomst van 4 september als in de werksessies van 29 en 30 oktober plaatsgevonden. Op verzoek van de beheerders is op 12 december en 15 januari 2014 de werkwijze nog verder uitgediept en bediscussieerd. Dit leidt tot de volgende conclusies: » Kans x gevolg zonder deling door kosten of een andere maat voor omvang leidt ertoe dat grotere projecten 'vanzelf' urgenter zijn dan kleinere. De stuurgroep (december 2013) onderkent dit effect maar ziet geen aanleiding hiervoor nu een aanpassing door te voeren. « Door gebrek aan kwantitatieve gegevens worden kunstwerkprojecten systematisch lager geprioriteerd, tenzij deze 'meeliften' in een project met dijkvakken. Dit is een beperking aan de methodiek die in de volgende programmeringsronde moet worden verholpen. » Uniforme toepassing van de methodiek betekent dat er geen rekening kan worden gehouden met regionale of lokale situaties. Het herijken van de methodiek voor specifieke situaties of projecten betekent vrijwel zeker dat er scheefte ontstaat. Voor die situaties waar de methode van urgentiebepaling mogelijk een vertekend beeld geeft moet bekeken worden hoe dit met maatwerk kan worden ondervangen: » Zettingvloeiing: in de stuurgroep van december 2013 is gevraagd te verkennen of zettingvloeiing goed genoeg in de urgentieranking is verwerkt en of er aanleiding is voor wijzigingen. Met waterschap Hollandse Delta is afgesproken dat dit punt in de periode tot de vaststelling van het programma door de programmadirectie met de beheerders nader wordt verkend. Resultaten urgentieranking De totale urgentieranking van alle 177 projecten per 05/12/2013 is opgenomen in bijgevoegde lOO^o prioriteringslijst. De Limburgse projecten zijn nu niet meegeprioriteerd vanwege gebrek aan gegevens over gevolgschades. Vanwege de aparte bekostiging heeft dit op het financiële programma echter geen invloed. De projecten van RWS hebben ook aparte financiering, maar zijn wel meegeprioriteerd.
(HWBP2014/521, hoort bij 520)
Pagina 11 v a n 1 1
Klik hier als u een datum wilt invoeren.
4. Brief bestuurlijke reactie HWBP 2015-2020 versie 2 DATUM
UW BRIEF VAN UW KENMERK ONS KENMERK
INGEKOMEN NR. ONDERWERP
CONTACTPERSOON
DOORKIESNUMMER
nHWBP 2014/520 U
E-MAILADRES
Henri van der Meijden 088 974 32 95
[email protected]
AANTAL BIJLAGEN
I1400623 Reactie op Conceptprogramma Hoogwaterbescherming 2015-2020
Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw M. Schultz van Haegen - Maas Geesteranus Per adres Programmadirectie Hoogwaterbescherming Postbus 93218 2509 AE DEN HAAG
Geachte minister, Op 24 januari jl. hebben wij de conceptversie van het Programma Hoogwaterbescherming 2015-2020 ontvangen. Namens u vraagt de Programmadirectie HWBP om een reactie op dit programma aan de hand van drie vragen: 1. Kunt u instemmen met het voorliggende conceptprogramma? 2. Ziet u aanknopingspunten om projecten gecombineerd uit te voeren in bijvoorbeeld projectoverstijgende verkenningen? 3. Bent u voornemens om projecten eerder te starten dan geprogrammeerd en deze voor te financieren? De Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta heeft het Programma Hoogwaterbescherming 2015-2020 besproken op 27 maart 2014. Daarbij is met grote verbazing kennis genomen van de programmering van het project ‘16E: Zettingsvloeiing Verlengde 3e Toetsings (V3T)’, waarbij de verkenning in 2019 en de uitvoering pas in 2023 geprogrammeerd wordt. Wij kunnen dan ook niet instemmen met deze programmering en adviseren u om de verkenning, planuitwerking en uitvoering vanaf 2015 in de tijd te programmeren. Dit advies is gebaseerd op de volgende argumenten: 1. De urgentie: U stelt dat de urgentie leidend is geweest bij de opstelling van dit programma. De daarbij gebruikte methode is gebaseerd op een aantal uitgangspunten en aannamen, die onvoldoende recht doen aan de specifieke problematiek van zettingsvloeiing. In tegenstelling tot de andere faalmechanismen is zettingsvloeiing immers niet ‘hoogwater-gerelateerd’. Falen kan bij elke waterstand door een trigger worden geïntroduceerd. Dit wordt ook breed onderschreven (zie voetnoot bij het concept-programma en de overleggen van 4 september 2013, 29 en 30 oktober 2013, 12 december 2013 en 15 en 22 januari 2014). De geavanceerde toetsresultaten uit de Verlengde 3e Toetsing geven een uitkomst, die de norm tot een factor 10.000 overschrijdt. Daarbij horen de gevolgen voor Spijkenisse en Hoogvliet, die zijn berekend in de orde van 1 à 2 miljard euro. Derhalve hebben wij in 2013 reeds noodmaatregelen (als eerste onderdeel van het project Zettingsvloeiing V3T) moeten uitvoeren. 2.
De doorlooptijd Het project Zettingsvloeiing kan in het tempo van 1-1-1 jaar uitgevoerd worden in plaats van 2-2-2 jaar (voor respectievelijk de verkenningsfase, planuitwerkings-
DATUM ONDERWERP PAGINA
2 van 2
fase en realisatiefase). Deze planning baseren wij op onze ervaring met vergelijkbare projecten Zettingsvloeiing Dordtse Kil en Zettingsvloeiing Spui. In de verkenningsfase zal gericht gekeken worden naar de urgentie van elk dijkvak. Op deze manier kan de uitvoering eventueel gefaseerd worden, zodat de doelmatigheid van het project vergroot wordt. 3.
De project-overstijgende verkenning: Wij onderschrijven het belang van een projectoverstijgende verkenning voor zettingsvloeiing en zijn ook bereid hieraan mee te werken. Voorwaarde daarbij is echter wel, dat de voorbereiding en uitvoering van de urgente maatregelen voor het project 16 E Zettingsvloeiing V3T niet vertraagd worden.
Wij zijn bereid om dit advies nog verder toe te lichten, maar wij verwachten dat de argumentatie voldoende aanleiding is tot een positieve reactie uwerzijds. Gezien het gezamenlijke karakter van het Hoogwaterbeschermingsprogramma zenden wij een afschrift van deze brief aan de andere waterschappen en de Unie van Waterschappen. Hoogachtend, dijkgraaf en heemraden, secretaris-directeur,
dijkgraaf,
drs. A.A. van Vliet
ing. J.M. Geluk