28e jaargang no. 3 - augustus 1995 - verschijnt 4 x per jaar
ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN
1833
JAARVERGADERING
De jaarvergadering op dinsdag 16 mei 1995 stond bijna geheel in het teken van de fusie tussen de Historische Kring, het Historisch Archief en Haaksbergen Karakteristiek. Zo'n veertig leden waren deze avond aanwezig in "t Bakkershoes" aan de Molenstraat. Na de pauze verzorgde H. Schuiten de lezing met als titel "Haaksbergen waarin wij leven". Hoewel de fusie tussen de drie Haaksbergse Historische verenigingen formeel nog door de leden van de Historische Kring (tijdens een bijzondere ledenvergadering in september) moet worden bekrachtigd, droeg het oude bestuur deze avond de functies al over aan de nieuwe bestuursleden. In de vergadering van september worden de verenigingsleden nader geïnformeerd over het plan van aanpak an de aanpassing van de notulen. Na het huishoudelijk gedeelte gaf F. Brummelhuis uitleg over de totstandkoming van de nieuwe Historische Vereniging; l . De Historische Kring Haaksbergen was op zoek naar een geschikte en betaalbare lokatie voor onder meer het archief en andere bezittingen die nu nog verspreid opgeslagen liggen bij sommige leden. 2. Het Historisch Archief moet uitzien naar een ander onderkomen omdat er in de toekomst op de bieb geen plaats meer is voor deze werkgroep. En inmiddels had ook Haaksbergen Karakteristiek te kennen gegeven mee te willen werken aan een eventuele fusie. 3. De heer H. Jordaan wilde het persoonlijk archief van wijlen zijn vader de heer D. Jordaan onder bepaalde voorwaarden m.b.t. licht, temperatuur, luchtvochtig heid en beveiliging, ter beschikking stellen aan de Haaksbergse Gemeenschap. Op initiatief van de Historische Kring werd er een speciale werkgroep ingesteld om een fusie voor te bereiden. De werkgroep droeg de afgelopen tijd een aantal voorstellen aan. Die hadden consequenties voor het zittende bestuur van de HKH, dat positief reageerde. Na intensief beraad hebben B. Asbreuk, F. Brummelhuis, F. Broekhuis, B. Overbeeke-Scholten, C. Waijerdink-Mentink en W. Winkels, besloten om hun functies binnen het Kringbestuur beschikbaar te stellen om een integratie te bevorderen. Deze mensen zullen echter wel zitting nemen in de te vormen werkgroepen. F. Brummelhuis stapte later, in verband met drukke werkzaamheden ook op. C. Waijerdink-Mentink zal als vertegenwoordiger van het orgaan 'Aold Hoksebarge' wel de bestuursvergadering bijwonen. Als dank voor hun inzet werden de scheidende bestuursleden in de bloemetjes gezet.
1834
De nieuwe voorzitter benoemde de nestor van de HKH, B. Asbreuk, die sinds de oprichting in 1967 zeer actief betrokken was bij de Kring, tot erelid van de vereniging. Ook de "Moeder" van de HKH, B.Overbeeke-Scholten, die zich eveneens jarenlang heeft ingezet voor de vereniging, werd tot erelid benoemd. Het nieuw gevormde bestuur bestaat uit: J. Leppink L. Leeters G. Hofsté op Bruinink S. Henkes H. Schuiten N. Vossebeld-Mentink J. Put
voorzitter secretaris vice-voorzitter penningmeester
Ceciel Waijderdink-Mentink
Het nieuwe bestuur voor "villa Jordaan" aan de Spoorstraat
SAMENBUNDELING
Op 16 mei 1995 keurden de leden van onze kring goed, dat de samenwerking van de drie historische verenigingen in ons dorp, de Historische Kring Haaksbergen, Haaksbergen Karakteristiek en het Historisch Archief van de bibliotheek zijn definitieve vorm zal krijgen en samen verder zullen gaan en hun krachten zullen bundelen onder de vertrouwde naam HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN.
1835
Nu dus met elkaar aan het werk! In de eerste plaats zullen de statuten worden aangepast en aan de bijzondere ledenvergadering in september worden voorgelegd. Vier werkgroepen zullen worden gevormd, die zich gaan bezighouden met: 1. Historisch Onderzoek o.l.v. Gerard Hofsté op Bruinink 2. Genealogie o.l.v. Herman Schuiten 3. Monumenten o.l.v. Jan Put 4. Historisch Archief en bibliotheek o.l.v. Netty Vossebeld-Mentink De voorzitters van deze werkgroepen maken deel uit van het bestuur, zodat de communicatielijnen kort blijven. Deze voorzitters zullen de komende maanden benutten om de doelstellingen en werkmethode van hun werkgroep te formuleren en medewerkers onder de leden te zoeken, die zich met hen gaan inzetten de werkgroep inhoud te geven. Graag roep ik hierbij vrijwilligers op zich te melden bij de voorzitter van de werkgroep waarnaar hun belangstelling uitgaat. We willen graag veel leden bij elkaar brengen die zich ACTIEF met de historie van ons dorp gaan bezighouden! De eindredactie van Aold Hoksebarge, dat vier maal per jaar verschijnt is in de vertrouwde handen van Ceciel Waijerdink-Mentink, terwijl het in de bedoeling ligt, dat vanuit de werkgroepen interessante artikelen zullen worden aangeboden. Een groot probleem blijkt het te zijn een nieuwe huisvesting te vinden voor het Historisch Archief, waar ook het bestuur en de werkgroepen kunnen vergaderen en werken. We dachten door de welwillende medewerking van het bestuur en de directie van het "lemenschoer" hiervoor een goede oplossing te hebben gevonden in de lokalen op de Ie verdieping van "de Ruysschenborgh". Bij nader bouwkundig onderzoek bleek echter het onderbrengen van de zware archief- en boekenkasten daarin niet verantwoord. Een grote teleurstelling. Goede raad is duur. Het bestuur heeft zich nu met een dringend schrijven tot het gemeentebestuur gewend en tracht samen met hen een passende ruimte te vinden. De financiën zijn op rij gezet en de begroting van het nieuwe jaar voorbereid. Het jaarprogramma 1995/96 is besproken en wordt vastgelegd. Er is dus veel werk aan de winkel. Het bestuur zal u in ieder geval op de bijzondere ledenvergadering van 14 september 1995 nader informeren over haar plannen en activiteiten en hoopt op grote belangstelling van de leden te mogen rekenen. Reserveer dus deze datum. Jan Leppink, voorzitter.
1836
TWEE ERE-LEDEN
De eerste daad van het nieuw gevormde bestuur op 16 mei 1995 was de ledenvergadering voor te stellen twee ereleden te benoemen en wel: BERNARD ASBREUK, de nestor van het bestuur, maakte vanaf de oprichting in 1967, dus maar liefst 26 jaar deel uit van het bestuur van onze kring. Bernhard heeft zich steeds vol enthousiasme en met grote betrokkenheid ingezet voor de historie van Haaksbergen, hetgeen ook zo treffend blijkt uit de vele publikaties van zijn hand, vooral in "Aold Hoksebarge". Zijn bijzondere interesse gaat uit naar de vroegste geschiedenis, de archeologie, de ontwikkeling van de landbouw en alles betreffende de flora en fauna in onze streek. Altijd is hij op zoek naar alles wat betrekking heeft op ons verleden. Bernard vertegenwoordigde jarenlang onze kring in de gemeentelijke straatnaamcommissie. BERTHA OVERBEEKE-SCHOLTEN heeft formeel sinds l januari 1992 deel uitgemaakt van ons bestuur. Daarin volgde zij haar man op, de door ons allen zo betreurde eerste secretaris van onze kring. In het kantoor van huize Overbeeke werd vergaderd door het bestuur en al het speurwerk verricht dat uitmondde in de 3 boekdelen "Historie van Haaksbergen". Ook het archief van de vereniging was hier ondergebracht. In al die jaren, was Bertha steeds de gulle gastvrouw, die altijd klaarstond en bereid was zich in te zetten waar dat nodig was. Zij wordt met recht beschouwt als de moeder van de Historische Kring. Dat de ledenvergadering het bestuursvoorstel hen beiden te benoemen tot erelid van de vereniging, bij acclamatie en dit besluit onderstreepte met applaus, was dan ook zeer terecht. Op de bijzondere ledenvergadering in september zal aan beiden de bij dit ere-lid-maatschap behorende oorkonde worden uitgereikt. Het Bestuur.
1837
NIEUWE TIJDSCHRIFTEN ALLEDAAGSE DINGEN is een nieuwsblad met informatie over actuele ontwikkelingen op het gebied van volkscultuur, regionale geschiedenis, folklore en volkskunst in Nederland en Vlaanderen. Het verschijnt 4 keer per jaar. Een proefabonnement kost f. 20,-. Informatie bij: Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Lucasbolwerk 11, 3512 EH Utrecht, telefoon 030 - 319997
TRADITIE. Dit tijdschrift over tradities en trends schrijft over de achtergronden van het dagelijks leven. Het onlangs uitgekomen eerste nummer gaat over de strijd om de macht in het gezin, moderne vrekken in Nederland, dialecten, de laatste beenwerkster, de culturele achtergrond van ons alfabet etc. Oude en nieuwe gewoontes worden nader belicht. Traditie verschijnt 4 keer per jaar en kost per jaar f. 35,-. Informatie bij Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Lucasbolwerk 11, 3512 EH Utrecht. Telefoon 030 - 310007.
STICHTING KUNST EN CULTUUR OVERIJSSEL
De brochure van het Cursus Overzicht 1995/1996 bevat informatie over cursussen en studiedagen over musea en museumbeheer, geschiedenis, genealogie, paleografie, archeologie en momumentenzorg. Telefonische aanvraag 038 (4*)537 527 * m.i.v. 10 okt 1995.
1838
DE ACHTERGROND VAN HET DAGELIJKS LEVEN
vier lezingen over volkscultuur. Bij volkscultuur denk je meestal aan allerlei gewoonten en gebruiken van vroeger, die nu bijna allemaal verdwenen zijn. Waar zie je nog dat als iemand overlijdt, dan de klok wordt stilgezet of de spiegels worden afgedekt? En begraven in een lijkkoets komt alleen nog bij hoge uitzondering voor. Onze samenleving is veranderd en oude gewoonten en gebruiken zijn door nieuwe vervangen. In "Achtergronden van het dagelijkse leven" wordt in een viertal lezingen op een prettige manier ingegaan op de achtergronden van oude maar ook nieuwe gebruiken. In lezingen van 2 x drie kwartier wordt, ondersteunt met dia's, het kleurrijke verhaal van onze volkscultuur verteld. De vier thema's zijn: l. Wat is volkscultuur? 2. Over geboorte en huwelijk. 3. Feesten uit de jaar cyclus en 4. De dood. De lezinghouders zijn allen werkzaam bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur te Utrecht, het centrum dat deze cyclus ontwikkeld heeft. Data: Plaats: Tijd: Docent: Kosten: Opgave:
maandag 2, 9, en 16 oktober 1995. Rijksarchief in Overijssel, Eikenstraat 20, Zwolle. 14.00 - 16.00 uur. medewerkers van het Nederlands Centrum voor Volksculturen. f. 85,St. Kunst en Cultuur Overijssel, Jacob Catslaan 25, 8023 AE Zwolle 038 - 537 5271
1839 NIEUWE LEDEN
Als nieuwe leden kunnen wij ditmaal welkom heten: mw. J.E.G.M. Zuidden-Lubberink mw. M.J. Temmink-Reesink dhr. J.H.B. Waanders. Het bestuur
LEVEN MET DE OVERIJSSELSE NATUUR IN DE SEIZOENEN
De Stichting Kunst en Cultuur Overijssel organiseert samen met de Museumboerderij Brinkcate en het IVN Delden een bijzondere cursus over de beleving van de gang der seizoenen in Overijssel. In deze unieke cursus leert u over de betekenis en opbouw van natuurfeesten als expressie van de band tussen natuur en mens in Overijssel. Daarnaast krijgt u de gelegenheid een bepaald seizoen op u in te laten werken en het ten volle te beleven. De cursusdag bestaat uit 4 dagen die verspreid over het jaar worden aangeboden. Elke cursusdag staat in het teken van een bepaald seizoen en verloopt volgens een bepaald programma. Aan de hand van verhalen, legendes, volksgebruiken, filmfragmenten, poëzie en historische gegevens wordt een beeld geschetst hoe in de loop der tijden een seizoen werd beleefd in Twente. Het ochtendprogramma wordt afgesloten met een eenvoudige maaltijd die in het teken staat van het desbetreffende seizoen, 's Middags zijn er begeleide wandelingen over het landgoed Twickel. Tijdens deze wandelingen ontdekt u hoe elk seizoen zijn eigen sfeer in veld en bos oproept. De cursus vindt plaats in Museumboerderij Brinkcate, Twickelerlaan 14, Ambt Delden van 10.00-16-00 op zaterdag 14 oktober 1995 (herfst), zaterdag 13 januari 1996 (winter), zaterdag 13 april 1996 (lente) en zaterdag 22 juni (zomer). De kosten voor de totale cursus bedragen f. 160,- (inclusief lunch, koffie en thee). De verschillende cursusdagen zijn ook afzonderlijk te volgen voor f. 50,- per dag. Voor meer informatie en opgave: St. Kunst en Cultuur Overijssel, Jacob Catsstraat 25, 8023 AE Zwolle, telefoon 038 - 537 527.
1840
SCHUTTERIJ (slot)
Aan alles komt een eind, dus ook aan deze reeks artikelen over de schutterij. Uiteraard kan ik nog tijden doorgaan met schrijven. Over bijvoorbeeld de kruis-boog, die al dateert uit de Han-dynastie (ongeveer 206 voor Christus tot 220 na Christus). Of verhalen over "Schutterij en Kunst". Denk maar aan de Nachtwacht. Op dit beroemde schilderij van Rembrandt van Rijn uit 1641 is een optocht van de schutters van Amsterdam te zien. Dat het schilderstuk de spot-naam "Nachtwacht" kreeg, is te danken aan het feit dat rook en kaarsenwalm het doek steeds donkerder hebben gemaakt. Ook na de schoonmaakbeurt bleef het die naam houden. Vooraan staat Frans Banningen Cocg, de kapitein, met naast hem zijn luitenant Willem van Ruytenburg. Daarachter staan de schutters, gereed om af te marcheren zodra het bevel gegeven wordt. Maar met de Nachtwacht moet ik voorlopig eindigen. U zult via de media spoedig worden ingelicht over het wel en wee van het schuttersgebeuren in verband met het Europees Schutterstreffen in 1996 in Haaksbergen, waar wij gastvrijheid mogen bieden aan duizenden mensen uit binnen en buitenland. Dan ook zal de schutterij uit Berg en Terblijt (L) onder het marcheren het tafereel van de nachtwacht uitbeelden. C.D. Hofman 2e Lnt. Haaksbergse Schutterij.
Op deze foto uit 1951 staan het koningspaar G.H. v.d. Kuil uit Eppenzolder en mej. G.M. Bos naast burgemeester Eenhuis op het bordes van het gemeentehuis.
1841 NAOGEDACHN 12 meert 1995. De kop met beele van n film de bevrijdingstied. Met wat doarvuur? Het kepotmaakn van zoo volle dinge. Het verdreef van de leu nich noa te veuln zoo slim Woer t wee ummekomn was, mer vestopt en achter duurn De köppe met de gedach en wat kö'w doon Mangs heel klean Zoos t keend van zesjoar dat niks moch wetn Bange dat t wat zegn zol en ze oe wat lelks konn doon. Het klopn t kussen oet woer t n dwingerd op harre zetn. Mer nou, nou hangt der roone boonte bain ballonn in de loch Nich dat hadde iezer dat as bomn
oet vleegmesienn daale valt. Op de weg gen oorlog van tanks en skeetn.
Zoo lange joarn a wier vrea De bevrijding was n fees, Het deanken doaran raakt nooit oeteput.
H.S.V F.G.M. Broekhuis.
HAAKSBERGEN HEDEN
Op deze foto zien we de huidige situatie met links de platenzaak Rosita. Platen zullen wel niet veel meer verkocht worden nu de CD op de markt is verschenen. Voorheen waren hier de radio-zaak Antvelink en de slagerij van de fa. Meyer gevestigd. Iets naar rechts zien wij de ijssalon en het snelbuffet Rosita. Om de hoek richting Hibbertsstraat (op de foto niet zichtbaar)is het Reisburo Rottink gevestigd. Tussen dit reisburo en juwelier Aalbers de doorgang naar de Hibbertsstraat. Naast Aalbers zien we de brood- en banketbakkerij Strengers. In het witte gebouw is de modezaak Reinders gevestigd, voorheen was dat de fa. Dijkhuis. Rechts zien we de nieuwbouw van Intersport op de plek van het historische pand van de fa. Rozema. W.H.M. Winkels
1843 EN VERLEDEN
Deze opname stamt uit het einde van de negentiende eeuw. Het woonhuis helemaal links op de foto is al heel lang verdwenen. Op deze plaats was later het postkantoor gevestigd, een fraai pand dat inmiddels plaats heeft gemaakt voor de "open ruimte" van de Piepenbrink. Alhoewel op de foto niet duidelijk zichtbaar begint naast dit pand een steeg die, naar het postkantoor, Poststeeg ging heten. In het volgende pand van links af was eigendom van de familie Smits, later is hier de winkel van de Coöperatie gevestigd geweest. In het daaropvolgende pand is een koetshuis of stalling van paard en wagens geweest, eveneens van de familie Smits. Rechts op de foto is het pand van bakker Bloemers zichtbaar, Hier vestigde zich later Albert Rozema met zijn winkel in hoeden en petten. Dit historisch zeer interessante pand, met elementen van vakwerkbouw en een fraai eind-negentiende-eeuws winkelinterieur, is helaas enige jaren geleden gesloopt. Het maken van een foto was indertijd een belevenis. Toen ik de foto van de "Piepenbrink" onlangs maakte, had ik geen belangstelling van de voorbijgangers, laat staan dat er mensen naar buiten kwamen om te zien wat ik uitspookte. De fototoestellen uit die tijd waren heel wat groter en omslachtiger dan de huidige kleinbeeldcamera's. Dit gevoegd bij het feit dat het maken van een fotoopname niet alledaags was, verklaart wel de grote belangstelling. Links op de voorgrond (met bakkebaarden) ziet u dr. Nathan Levi, de toenmalige "dierenarts" van Haaksbergen.
1844
DE SCHIPBEEK (1)
In eerste instantie zal men geneigd zijn schouderophalend te reageren, als je leest dat er vroeger op de Schipbeek gevaren werd, ten behoeve van het goederenvervoer. Toch moet men daar niet te geringschattend over denken. Bedenk wel dat er voor 1900 nagenoeg geen verharde wegen waren. In natte perioden waren de vele zandwegen zo erbarmelijk slecht, zo modderig en zo vol kuilen, dat redelijkerwijs gesproken, transport met paarden voor lichte vrachten moeilijk en voor zware vrachten bijna onmogelijk was. Juist dan was het goed varen op de Schipbeek. Door het intensieve scheepvaartverkeer op dit toch vrij kleine riviertje heeft deze waterstroom dan ook misschien wel de grootste naam van Schipbeek gekregen. Vijf kilometer ten zuiden van Ahaus in Duitsland ontspringt dan de beek, stroomt langs Ahaus en verder door Alstatte, waar de beek de naam kreeg van Alstatter Aa langs de Haarmühle over de Duits-Nederlandse grens het Buurser gebied binnen. Als Buurserbeek spoed de waterstroom zich verder voort, door de Honesch en Langelo waar hij dan inmiddels de volwassen naam van Schipbeek heeft gekregen. Gemakshalve spreek ik nu steeds verder over de Schipbeek. Op Nederlands gebied, van de Duitse grens tot waar de Schipbeek bij Deventer in de IJssel stroomt, heeft de Schipbeek een lengte van 59 kilometer. Het verval van het water van de Schipbeek van oost naar west bedraagt 32 meter. Bij de Duitse grens bedraagt de hoogte 36,50 meter Nieuw Amsterdams Peil, bij Deventer is dit peil gedaald tot 4,50 meter N.A.P. Vele malen zullen onze voorouders de scheepvaart op de Schipbeek hebben gadegeslagen als scheepjes onder de vele bruggen door voeren, of de Oostendorper watermolen passeerden, waar de boeren het graan lieten malen of olie uit het lijnzaad lieten persen. Allicht hebben ze dan ook een praatje gemaakt met de schippers of heeft de jeugd een eindje meegevaren. Ook kan het zijn dat ze de handen uit de mouwen hebben gestoken om de schipper een eindje op weg te helpen als het varen moeilijk ging. Een bekend gezegde uit die tijd was "Het is een ware kunst om te kunnen varen waar geen water is". Bij laag water was het vaak uitermate moeilijk om met de schuit niet aan de grond te raken. In moeilijke gevallen werd dan een dam in de beek opgeworpen. Als het water dan wat was opgestuwd, werd het dijkje vlug doorgestoken en dan kon het scheepje of het houtvlot weer een honderd meter vooruit, wanneer zich dan zo nodig hetzelfde herhaalde. Voor 1400 had de Schipbeek een heel anderen loop en stroomde deze niet door de oude marke Langelo. Ongeveer bij de Klaashuisbrug boog de Schipbeek rechts af richting dorp. De Klaashuisweg is wel de meest bochtige weg van de hele gemeente Haaksbergen. Zou het dan niet zo kunnen zijn dat deze weg is
1845
aangelegd op de gedempte oude Schipbeek? De gedempte Schipbeek was toch een stukje niemandsland. Waarschijnlijk liep de Schipbeek verder parallel met de Von Heydenstraat. Bij de bouw in 1967 van het pand Molenstraat 7 kon men duidelijk de rivierbedding waarnemen. De Schipbeek vervolgde dan zijn weg door het Meuke, langs het erve Vaarwerk thans woonhuis van notaris Derkman, waar het water een molen aandreef. Zo stroomde de Schipbeek verder langs de oude erven Witbreuk en Olthuis om dan verder energie af te staan aan de Zijdemolen en de Harmolen. Verder passeerde de Schipbeek de erven Kinkeler, Schonenborg en Snakenborg, om hier dan de gemeente Haaksbergen te verlaten, om vervolgens bij Goor in de Regge uit te monden. De oude handelsstad Deventer aan de IJssel, na Amsterdam toen de grootste handelsstad van Nederland, had heel veel zeggenschap. Ze hadden veel belang bij een goed functioneren van een goederenstroom vanuit het achterland en het aangrenzende Duitse Westfalen Munsterland, naar Deventer. Via de IJssel had er dan verder goederentransport plaats over de Zuiderzee naar Amsterdam, Frankrijk, Engeland en zo ook naar de Scandinavische landen vice versa. Door het verleggen van de Schipbeek kreeg men een betere vaarroute naar Deventer en had het dorp Haaksbergen minder wateroverlast. Daar tegenover stond dat enkele watermolens op het droge kwamen te staan, te weten de Vaarstond, de Zijdemolen en de Harmolen. Van deze molens moet men zich echter niet te veel voorstellen, afgaande op de gevonden fundatieresten in de bodem, blijken dit maar hele kleine molens te zijn geweest. Ofschoon de Berkel vast niet minder breed was, had op de Schipbeek een veel drukkere scheepvaart plaats. De scheepjes die op de Schipbeek voeren hadden de volgende afmetingen: 8,5 meter lang, 1,5 meter breed en l meter hoog en hadden een geringe diepgang. Hout, bestemd voor timmerhout, uit de Munsterse en Twentse bossen en ook de rond de boerderijen gekapte eikebomen, opgekocht door Haaksbergse kooplui werd veel als vlotten te water gelaten. Onder deze houthandelaren waren veel bekende namen zoals Te Lintelo, Ter Kuile, Van der Sluis en Rondeel. Afgevoerd naar Deventer werd timmerhout veelal eiken en vooral ook kromhout voor scheepsspanten. B.E. Asbreuk.
(wordt vervolgd)
1846
HISTORIE DER KERKEN
Parochie Maria Praesentatie (I) Op 16 december 1852 werd Gerardus Scholten tot bouwpastoor van Buurse benoemd. Op 21 en 28 mei 1853 verscheen de volgende advertentie in de Twentsche Courant: AANBESTEDING Op Zaterdag den 4den Juny 1853 zal doot J.D. Jordaan, notaris te Haaksbergen, ten verzoeke van het R.K. Kerkbestuur van Buurse, ten huize van Wolterink (café) in Buurse Gemeente Haaksbergen, des middags 12 uren in het openbaar worden aanbesteed: Het bouwen van een pastorie en Kerk te Buurse, met levering van eenige materialen volgens Bestek, Teekeningen en Voorwaarden, die vanaf 23 Mei ter inzage zullen worden gelegd ten huize van Wolterink in Buurse. Haaksbergen, den 18den Mei 1853.
Reeds op eerste kerstdag 1852 werd 's morgens om vijf uur de eerste mis opgedragen in een "loosze van stroo rond om en van boven digte gebonde, staande aan den Toorrenend waar heden de Kerk staad, door den WelEerwaarde Heer Pastoor G.Scholten geboortig van Deennekamp uit Twente, en als Kapelaan gestaan in Deurningen en toen in Buurse als pastoor gekomen dewelke ik ondergetekende ook zelven hep helpen ophaallen uit zijn ouders huis" zoals Johannes Hermannus van Mast van het erve Haarmölle optekende in zijn "Jouwenaal of eenne gedagtenisse voor het nageslagte". De eerste stenen kerk kwam gereed op "22 November op het feest van Maria prissentasie, waar wij zijn ingetrokken en ook dien dag tot onze Patronesse hebben gekozen". De grond hiertoe, "waar pastorij en Kerk op staat en met hof en kerkhof' werd geschonken door Johannes Gerardus Wolterink. Twee jaar later vermaakte hij zijn gehele erf aan de kerk, omdat hij geen nakomelingen had. De f. 4000,- hypotheek, waarmee het erf belast was, moest natuurlijk door de kerk mee overgenomen worden. Het hout voor de kerk verzamelden de boeren "in of onder Wessum, Wullen, Ahaus, Alstatte, Lunten en Wennewik, en dat moest natuurlijk gehaald worden. De stenen voor de parochie kwamen van de Haanne uit Alstatte, maar "de steen-nen aan de kerk zijn gemaakt door ons ingezetenen, bij het woonders huis van Haemüle gezeten en 't zomer op volgede gestookt op het veld even agter de Bramerbrugge dus die het leest kan ook begrijpen dat dit een stuk werk was maar nog waren wij blijde dat wij een Kerk kreegen want voor dien tijt moesten wij allen naar Haaksbergen daar hoorden wij destijds onder de Kerk. De kinderen moesten er naar de Kinderleer en alles moeste daar natuurlijk geschieden om dat dit in pruissische niet mogte geschieden".
1847
Het door van Mast hierboven beschreven kerkgebouw werd op 4 juli 1883 tijdens een hevig onweer door de bliksem getroffen, waardoor na enkele uren nog slechts het altaar met de muur daarachter en de beide zijwanden overeind stonden. Met de herbouw was men niet zeer gelukkig. Halverwege gekomen stortte het resultaat van wekenlang werken weer in. Dank zij ruime hulp uit de omgeving en vooral ook uit Westfalen was de restauratie in 1885 voltooid. Het primitieve kerkje voldeed in de 20e eeuw niet meer aan de eisen, die men toen aan een godshuis stelde. De verkoop van een gedeelte van het kerkelijk bezit, een testamentair legaat en collectes stelden pastoor J. van den Berg in staat, de sinds lang gekoesterde plannen te verwezenlijken. Voor de nieuw te bouwen kerk werd de bekende architect Johan Slymer uit Enschede aangetrokken. Op 29 mei 1939 werd de eerste steen gelegd, terwijl de plechtige eerste steenlegging op 20 juli plaatsvond. De werkzaamheden verliepen voorspoedig totdat door de strenge winter van 3 december tot 4 maart de boel moest worden stopgelegd. Toch kon op 16 april 1940 katholiek Buurse een nieuwe kerk in gebruik nemen. De Aartsbisschop van Utrecht Mgr. J. de Jong verrichtte de kerkconcecratie, hierbij tegenwoordig waren de pastoors uit de buurtparochies, de burgemeester van Haaksbergen Jhr. von Heijden en vele parochianen. Hieraan vooraf was de bisschop feestelijk ingehaald door: een groep ruiters, leden van de Boerenbond, Boerinenbond, de Jonge Boerenbond, leden van de Mariacongregatie, schoolkinderen o.l.v. het hoofd de heer Reuver en de heer Spit, de Buurser Muziekvereniging "Crescendo" en bruidjes o.l.v. Mej. Zweers. De heer Grobbink mocht de bisschop verwelkomen. Door de ingebruikneming van het nieuwe gebouw kon de afbraak van de oude kerk beginnen. Uit: Historie der Kerken van Haaksbergen en kranteknipsel d.d. 16-4-1940 (Hist. Archief) Aangeleverd door: R. ten Hagen-Waanders.
1848
DE WISSINK ERVEN IN EPPENZOLDER IV
F GERRIT WISSINK, gehuwd 1735 237 10 met GRIETJE HOMöLLE alias BOSCH en hertrouwt 1746 25/3 met CHRISTINA TEN HUNDVELD onder Alstatte Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Grietje Wissink, gedoopt 1737 9/8 2. Hendrik Wissink, gedoopt 1739 4/2 3. HENDRIK WISSINK, zie G 4. Margaretha Wissink, gedoopt 1742 17/5 kinderen uit het tweede huwelijk: 5. Gerrit Wissink, gedoopt 1747 27/1 6. Elisabeth Wissink, gedoopt 1748 4/4, gehuwd 1774 19/6 met Gerrit Westendorp uit hetdorp Haaksbergen, die 1790 14/2 hertrouwde met Fenne Klein Aarnink, dochter van Jan uit Stepelo. 7. Geertrui Wissink, gedoopt 1750 17/9 gehuwd 1785 16/1 met Berend ten Hag, landbouwer op de Kolenbrander in de Veldmaat, die 1789 31/5 hertrouwde met Elisabeth Franken, dochter van Gerrit op de Hones. 8. Jan Wissink, gedoopt 1753 19/11, overleden 1819 28/3, gehuwd 1785 3/7 met Hendrika Bouwmeester. Landbouwer op Belt Jannes, Hones Gerichtsprotocollen Haaksbergen: 1753 10/12 Gecommitteerden van de marke Holthuizen en Eppenzolder bespreken Gerrit Huisman Wissink wegens niet betaalde aangegraven grond. 1756 29/4 Gerrit Wissink Huisman en vrouw Stijne ten Huntveld en Gaaken Wissink als mombaar over de twee kinderen van zijn eerste vrouw zijn ƒ 1200,-schuldig aan Rutger en Hendrina Eetgerink. Wordt 10 1771 door Hendrik Wissink terugbetaald. Volkstelling 1748 Haaksbergen: Gerrit Wissink Huisman, vrouw, vader en drie kinderen onder 10 jaar. G HENDRIK WISSINK, gedoopt 1740 4/6, overleden 1823 18/11, gehuwd 1766 9/3 met HENDRIKA TEN BOORNTE alias VAN DE KAPPE en hertrouwt 1774 30/10 met HENDRIKA LANSINK, overleden 1809 7/12 Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Geertrui Wissink, gedoopt 1766 25/11 2. GERRIT WISSINK, zie H 3. Herman Wissink, gedoopt 1769 26/12, overleden 1808 12/7, gehuwd 1805 17/7 met Gerritdina ten Voorde, die 1814 27/5 hertrouwde met Jan Hendrik Mensink. Landbouwer op Lenderink in Holthuizen. 4. Jan Wissink, gedoopt 1771 28/9 5. Joanna Wissink, gedoopt 1774 22/3
1849
6. Geertrui Wissink, gedoopt 1774 22/3 Kinderen uit het tweede huwelijk: 7. Hendrik Wissink, gedoopt 1778 7/3 8. Bernarda Wissink, gedoopt 1780 25/2, gehuwd 1811 24/10 met Joannes ter Borg. 9. Margaretha Wissink, gedoopt 1782 22/7 10. Anna Geertrui Wissink, gedoopt 1787 21/3, ongehuwd overleden 186411/12. Gerichtsprotocollen Haaksbergen: 1771 10/5 Hendrik Wissink Huisman en vrouw Hendrika Wissink lenen ƒ 1400,van Janna Kemerink weduwe Jan Kemerink. Wordt 22 april 1782 gequiteerd. 1782 22/4 Dezelfden lenen ƒ 1450,- van Hendrik Hoedemaker. Koopmansboek Ten Raa: 1784 Hendrik Wissink zijn vader de oude Gerrit. 1785 Zijn zuster in de Veldmaat. Volkstelling 1795: H. Wissink, karman, 4 personen. H GERRIT WISSINK, gedoopt 1767 31/12, overleden 1842 11/5, gehuwd 1798 14/6 met HERMINA BUSSCHERS, overleden 1827 28/2 Kinderen: 1. Hendrik Wissink, gedoopt 1799 3/9 2. Hendrica Wissink, gedoopt 1801 9/2, overleden 18400 14/10, gehuwd 1832 20/10 met Berend Jan Smits, landbouwer op de Dul in Eppenzolder. 3. Gerrit Jan Wissink, gedoopt 1802 16/6 4. Hendrik Wissink, gedoopt 1804 19/1 5. Geertrui Wissink, gedoopt 1805 23/3 6. GERRIT JAN WISSINK, zie J 7. Hermina Wissink, gedoopt 1808 17/12 8. Hermina Wissink, gedoopt 1810 27/1, overleden 1810 7/2 9. Hermina Wissink, gedoopt 1810 4/12, overleden 1810 10/12 10. Hendrik Wissink, gedoopt 1810, 4/12, overleden 10/12 11. Maria Wissink, gedoopt 1812 29/1, overleden 1812 16/2 12. Maria Wissink, gedoopt 1813 18/8, overleden 1844 2/9, gehuwd 1841 11/2 met Hermannus te Lintelo van het erve Berend te Lintel in Brammelo. 13. Hendrik Wissink, gedoopt 181515/1, overleden 18189/1 Koopmansboek Smits: 1809 Gerrit Wissink Huisman en vrouw en zijn vader.
1850
J. GERRIT JAN WISSINK, gedoopt 1806 7/4, overleden 1865 10/3, gehuwd 1830 10/12 met JOANNA GROTE ZEERINK uit Alstatte, dochter van Bernardus en Geertrui Groothedde en hertrouwd 1840 21/2 met MARIA SMITS, dochter van Bartus en Joanna Lansink. Kind uit het eerste huwelijk: 1. Gerrit Jan Wissink, geboren 1832 3/10, overleden 1832 7/11 Kinderen uit het tweede huwelijk: 2. Johanna Geertruida Wissink, geboren 1841 8/1 3. Berendina Wissink, geboren 1843 22/6, overleden 1918 26/11, gehuwd 1867 4/7 met Hendrikus Breukers, zie BREUKERS 4. Hermina Wissink, geboren 1845 30/8 5. Johanna Wissink, geboren 1848 15/9 6. Gerhardus Wissink, geboren 1852 9/7
Notarieel archief notaris J.H.Jordaan: 1830 12/8 Hendrika Wissink, landbouwerse in Eppenzolder verkoopt voor ƒ320,- haar recht op een achste van de erfenis van haar moeder wijlen Hermina Busschers aan haar vader Gerrit Wissink. Haar zuster is Maria Wissink. 1830 12/8 Gerrit Wissink en Gerrit Jan Wissink, landbouwers in Eppenzolder, lenen ƒ152,60 van Hendrik ten Cate Otmarszoon te Enschede. Zij erkennen ook de hypotheek van 22 april 1782 ad ƒ1450,- opgenomen door Hendrik Wissink en diens vrouw Hendrik Wissink, in welke rechten zij naast Maria Wissink zijn opgevolgd. 1838 23/6 Gerrit Wissink en Gerrit Jan Wissink verkopen gewassen van het plaatsje Huisman of Klein Wissink. 1838 22/9 Gerrit Wissink of Huisman, weduwnaar van Hermina Busschers en zijn kinderen Gerrit Jan en Maria Wissink verkopen het plaatsje Janshuis voor ƒ1100,- aan Hendrik ten Cate Otmarszoon. Verkopers behouden voor zich de percelen B 1306 en 1307 en een deel van B 1303. (Zie Breukers) De hypotheek ad ƒ 1450 van 22 april 1782 ten laste van Hendrik Huisman wordt door Hendrik ten Cate als erfgenaam van schoonvader en moeder Hendrik Hoedemaker en Geertruid Hoedemaker geroyeerd. De overige percelen worden voor één jaar verpacht aan verkopers. 1839 6/3 Hendrik ten Cate verpacht het Janshuis voor zes jaar aan Hendrik Horstink te Eppenzolder voor ƒ 60,- per jaar. 1841 29/6 Idem verpacht het Janshuis voor tien jaar aan Arnoldus ter Höfte. Zie K. W.E. ten Asbroek en J.G.L. Overbeeke (wordt vervolgd)