13e jaargang no. 3 - augustus 198O - Verschijnt 4 keer per jaar
ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN
Aold Hoksebarge REDAKTIE: W. E. ten Asbroek J. G. L. Overbeeke J. Vredenberg ADMINISTRATIE: A. J. Temmink, Eibergsestraat 108, 7481 HN Haaksbergen, Postrek. 2547699 t.n.v. Penningmeester Historische Kring Haaksbergen
„Aold Hoksebarge" wordt toegezonden aan de leden van de „Historische Kring Haaksbergen". Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement f 12,50 per jaar. Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de auteurs.
Bestuur van de Historische Kring Haaksbergen D. Jordaan J.G.H.zn.
Bleekhuisje, Voorzitter
7481 TT Haaksbergen
tel. 1248
J. G. L. Overbeeke
Fazantstraat 13 Secretaris
7481 BG Haaksbergen
tel. 1634
A. J. Temmink
Eibergsestraat 108 Postrekening 2547699 Penningmeester
7481 HN Haaksbergen
B. E. Asbreuk
Erve Meyerinkbroek
7482 PN Haaksbergen tel. 05405-214
W. E. ten Asbroek
Van Heemskerkstraat 11
7482 BS Haaksbergen
tel. 4799
Mej. R. Brummelhuis
Dr. Ariënsstraat 8
H. J. J. ten Hagen J.
Mozartstraat 46
7481 JL Haaksbergen 7482 VD Haaksbergen
tel. 3594 tel. 3509
B. A. Leusink J. F.
Nachtegaalstraat 13
Overbeek J.
Bevertstraat 14
Vredenberg
Weverstraat 16
7481 AT Haaksbergen 7481 CX Haaksbergen 7481 JZ Haaksbergen
tel. 2023 tel. 1564 tel. 2348
821
DE WONINGEN OP DE BRAAM (5) DE BOERDERIJ VOOGD (vervolg) C.
HARMEN VOOGD z.v. de voogd op de Braam NH. Lidmaat 1714) gehuwd Haaksbergen 18/2 1714 met JENNEKE WARGERINK d.v. Arent te Buurse. Jenneke is volgens een brouwboek Ter Horst in de Zwaan begraven op 13/91755. Kinderen: 1. GERRITVOOGDzieD. 2. Janna Voogd, NH. Lidmaat 1743, gehuwd Haaksbergen 6/2 1746 met Gerrit Jan Pothold te Haaksbergen. Dit echtpaar woonde in het dorp.
Gerichtsprotocollen Haaksbergen : 1751 24/2 Harmen Voogd x Jenneke Wargerink kochten op 14 november 1739 voor f. 712, — land en hooimaat van wijlen Herman ten Velthuis. 1787 19/2 Gerrit Jan Pothold x Janna Voogd verkopen hun huis op de Toeslag te Haaksbergen aan hun zoon Hermanus Pothold. Register op de 50e Penning Haaksbergen: 1739 10/12 Harmen Voogd kocht van Harmen ten Velthuis voor f. 712, - een perceel bouw- en hooiland in de Buurser Es. 1789 26/1 Gerrit Jan Pothold x Janna Voogd verkopen een huis aan hun zoon Hermanus Pothold. D.
GERRIT VOOGD (NH. Lidmaat 1735) overleden 27/3 1792, gehuwd Haaksbergen 5/6 1746 Met HENDRIKJE WESTENDORP te Buurse. Kinderen: 1. Harmina Voogd, NH gedoopt 2/7 1747, lidmaat 1766, overleden 12/10 1807, gehuwd Haaksbergen 26/2 1769 met Jan Hendrik Wegerink te Buurse. 2. Gerrit Voogd, NH gedoopt 31/8 1749, lidmaat 1771, gehuwd Haaks bergen 6/10 1776 met Hendrika Klein Buursink. Volgens een brouw boek De Zwaan woonden zij op Eernstink Wönner. 3. Arent Voogd, NH gedoopt 12/12 1751, Lidmaat 1770. 4. Harmen Voogd, NH gedoopt 3/3 1754. 5. JAN VOOGD, zie E. 6. Berendina Voogd, NH gedoopt 6/8 1758. 7. Jan Voogd, NH gedoopt 5/7 1761, Lidmaat 1780, gehuwd Haaks bergen 24/8 1794 met Gese van den Berg, d.v. Jan en Janna Ramaker te Enter. Deze hertrouwde Haaksbergen 20/6 1801 met Gerrit ter Bekke z.v. wijlen Jan Willem en Aaltje Jaasink in Langelo. Jan Voogd was wever in de Blankenborg. 8. Getrui Voogd, N H gedoopt 11/9 1763. 9. Hendrika Voogd, N H gedoopt 9/2 1766. 10. Aaltje Voogd, N H gedoopt 12/5 1768. 11. Gradus Voogd, NH gedoopt 11/11 1770.
822
Gffjchtsprotocollen Haaksbergen: 17*52 10/5 Gerrit Voogd x Hendrikje ten Westendorp lenen f. 600,- van de Diaconie. Onderpand land tussen de gemene weg en de oude beek als op 24/2 1751 door Jan en Gerrit ten Velthuis overgedragen. 1753 26/5 Dezelfden lenen f. 525,- van de weduwe Wargerink en de weduwe Lankheet. Onderpand huis, hof en landerijen op de Braam. Van het huis moet jaarlijks „als van ouds" f. 2,- betaald worden aan Lankheet. 1762 19/9 Dezelfden lenen f. 767,- van Eva ter Kuile, weduwe van Jan Lankheet. Onderpand huis als door hen bewoond, 2 weefgetouwen, land de Pas in de Buurser Es en een gaarden aldaar. Volkstelling Haaksbergen: 1748 Gerrit Voogd en vrouw, 1 kind onder 10 jaar, 1 knecht en 1 meid. Résister OD de 1000e Penning Haaksbergen: 1750 De voogd op de Braam f. 200,-Hoofdgeld Haaksbergen: 1764 Gerrit Voogd, 2 personen. Crediteurenboek van Hendrikus Waanders in de Dom: 1792 27/3 Gerrit Voogd verluid. E. JAN VOOGD, NH gedoopt 18/2 1756, NH lidmaat 1776, gehuwd Haaksber gen 6/8 1780 met GEERTRUIDA TE RYDT te Buurse. Laatste overleed 24/1 1842. Kinderen: 1. Arendina Voogd, NH gedoopt 11/3 1781, gehuwd Haaksbergen 8/8 1811 met Harmen Oosterveld, gedoopt 18/11 1778 z. v. Jan en Geeske ter Heege. 2. Jan Harmen Voogd (tweeling) NH gedoopt 25/12 1784 3. JAN HENDRIK VOOGD (tweeling) zie F. 4. Catharina Voogd, NH gedoopt 11/5 1788, gehuwd Haaksbergen 21/8 1817 met Jan Hendrik Nijhof, 33 jaar, z. v. Jan en Roelofke Teutelink. Land bouwer op de Aam te Buurse. 5. Gerrit Jan Voogd, NH gedoopt 26/12 1791, gehuwd Haaksbergen 24/7 1817 met Geertje Scheggetman, 25 jaar, d. v. Gerrit en Hendrika Keutelenberg. Landbouwer op de Weerneker in Langelo. 6. Bernardus Voogd, NH gedoopt 25/11 1795, gehuwd Haaksbergen 15/2 1821 met Gerridina Teutelink d.v. Jan Harmen en Eva Gakink. Land bouwer op de Knippe, zie aldaar. Volkstelling Haaksbergen: 1795 Jan Voogd, wever, totaal 8 personen. Notarieel archief J. H. Jordaan: 1829 23/2 Geertrui .te Riet, weduwe van Jan Voogd en haar kinderen Jan Hendrik Voogd x Hendrika Voogd, Bernardus Voogd, Arendina Voogd x Jan Harmen Oosterveld, Catharina Voogd x Jan Hendrik Nijhof, allen lanbouwers te Buurse en Gerrit Jan Voogd x Geertje Scheggetman,.landbouwer te Langelo, verkopen 63 roeden land de Hoesstee tussen de gemene weg en de oude beek aan de NH Diaconie te Haaksbergen»
823
F. JAN HENDRIK VOOGD, NH gedoopt 25/12 1784, gehuwd ca. 1813 met HENDRIKA VOOGD'd. v. Gerrit en Hendrika Klein Buursink. Vermoedelijk is het echtpaar Voogd-Voogd, zij waren achterneef en achternicht, getrouwd in de periode 1807-1814 toen Buurse bezuiden de Buurserbeek tot de gemeente Neede behoorde. Hun huwelijk is te Haaksbergen nl. niet te vinden. Volgens het bevolkingsregister 1850 woonde het echtpaar Voogd -Voogd nog op de Braam, waar hij op 23/4 1855 overleed, waarna zij op 24/9 1856 naar de ge meente Lonneker verhuisde. Dochter Johanna Voogd, geboren 7/3 1832 bleef op Voogd achter. Alleen was ze niet, want inwonend was het gezin van Jannes Wissink en Catharina Roerink. De laatste overleed in 1855, waarna hij op 26/6 1857 hertrouwde met Joanna Welmink uit Lonneker. In december 1857 vertrokken zij met een zoon uit het eerste huwelijk naar Eibergen. De hiervoor genoemde Johanna Voogd was toen wel de enige bewoonster. G. WILHELMUS N IJ HUIS, geboren 7/1 1835, wever, huwde 23/9 1859 met JO HANNA VOOGD, dochter van Jan Hendrik en Hendrika Voogd. Volgens het bevolkingsregister 1860/69 woonde het echtpaar op Voogd samen met hun in deze jaren geboren kinderen: 1. Hendrika Johanna Nijhuis, geboren 2/1 1860 2. Bernardus Nijhuis, geboren 28/9 1862 3. Hermannus Nijhuis, geboren 30/5 1865 4. Gerrit Jan Nijhuis, geboren 21/4 1869 In 1870 verliet het gezin hun boerderij, waarna deze afgebroken werd. Reeds in 1870 werd hij niet meer vermeld in het bevolkingsregister.
HET OUDE WEERDSHUIS Weerds of de Weerd was één van de drie erven, die op de Hottingerkaart van 1780 op de Braam getekend werden tussen de Buurserbeek en de Alsteedseweg. A.
HERMAN ERNSTINK, vóór 1631 gehuwd met TRINE NN, hertrouwd ca. 1652 met HERMAN HAARMOLLE z. v. Engelbert en Eefse Wolterink. Deze hertrouwde Haaksbergen 21/7 1667 met HILLEKEN GEERLICHS d. v. Jan. Hilleke hertrouwde Haaksbergen 20/11 1681 met GEERT GARVERDINK z. v. wijlen Tonnis.
Kind uit huwelijk Herman Haarmolle x Hilleken Geerlichs: 1. Engelbert Haarmolle. Zowel Herman Ernstink als Herman Haarmolle waren weerd (kastelein) op de Braam. Herman Ernstink was een broer van Jan Ernstink op Hulshof, Roelof Ern-
824
stink OD de Helle (zie aldaar) en Aaltje Ernstink, gehuwd met Jan te Lintelo in het Dorp (huis nr. 86 B). Herman Haarmolle kocht in 1668 het land Veldhuis (uit de naam mag_men concluderen, dat er voordien een huis gestaan had) en bouwde daar eennieuw huis Weerds of Weerd werd toen bijMariekeshuis gevoegd en werd daar het zgn. brouwhuis. Gerichtsprotocollen Haaksbergen: 1631 29/8 Catharina, vrouw van Herman Ernstink is beledigd door Borchert Wolterink. 1635 15/6 Houthandel van Goeken te Lintelo vond plaats in het huis van Herman Ernstink. 1646 7/9 Testament van Herman Ernstink en vrouw Triiïe. Er zijn geen kinderen. Een stuk land in de Gaakinkgaarden moet na beider overlijden naar Hendrik ten Nijenhuis en vrouw Hermken voor verdiend loon van Hermken. Dit land was op 19/12 1633 door de echtelieden Ernstink gekocht. 1655 6/2 Herman Haarmolle weerd (zijn broer Herman senior is landbouwer op de Haarmolle) is gehuwd met Trine Ernstink, de weduwe van Herman Ernstink. 1657 20/1 Twee zoons van wijlen Engelbert Haarmolle nl. Herman senior op de Haarmolle x Hendrikje ten Hobbenschot en Herman junior weerd x Trine Ern stink, kopen de Sympenberger kamp. 1661 16/4 Testament van Herman Haarmolle weerd x Trine Ernstink. Er zijn geen kinderen. Zijn 'moeder Eefse Wolterink, weduwe van Engelbert Haarmolle, krijgt alleen de legitieme portie. Erfgenamen van Trine zijn haar broers Peter en Lambert en haar zusters Grietje en Joost. 1664 29/2 Vader en zoon Steven en Jan Gaakink verkopen aan Herman Haarmolle en vrouw Trine Ernstink land het Velthuis op de Brug Es en een kwart van het waarrecht Gaakin k. 1668 23/11 Dezelfden verkopen aan Herman Haarmolle, weduwnaar van Trine Ernstink en nu getrouwd met Hilleke Geerlichs, land het Velthuis en een kwart waarrecht van Gaakink. Er mag een huis getimmerd worden. 1671 20/2 Herman Haarmolle olde weerd op de Braam (olde betekent vroegere). 1681 13/6 De weduwe Weert op de Braam. 1691 20/4 Geert ten Velthuis (Garverdink) en zijn vrouw Hilleke Geerlichs lenen f. 148,- aan Herman ter Kuile. 1701 14/7 Geert ten Velthuis x Hilleke Geerlichs, zijn tegenwoordige vrouw arresteren een wagen en vier paarden wegens een schuld van 7/2 1658 aan wijlen Herman Haarmolle. Vuurstedenregister Buurse: 1675 Harmen Haarmolle weerdt. Verpondingsregister Haaksbergen: 1715 Velthuis (de aanslag is die van een halfgerechtigd erf). Archief Velthuis op Weerds: 1656 20/1 Jan Ernstink x Fenne en zoon Herman verkopen de halve akker met de pas in de Simpenbergergaarden voor f. 80,- aan Herman Haarmolle x Trine, Mocht Roelof ter Haar (zie de Helle) iets over de akker te zeggen hebben wegens de ruil van het Hekstuk en de Kuile, dan zal Jan Ernstink daarvoor instaan. Her man Haarmolle x Trine hebben dit deel van de Simpenbergergaarden in gebruik sinds de vrienden (familieleden) het land deelden.
825
ca. 1656 De kerkmeesters en goedsheren verkochten voordien aan Herrn-n Haarmolle x Trine en aan Herman Haarmolle bouwman, broers en kinderen van Engelbert Haarmolle de gehele Sympenberger kamp. 1668 23/11 Steven Gaakink x Hendrikje en zoon Jan Gaakink x Hermken verkopen aan Herman Haarmolle weduwnaar van Trijne Ernstink en gehuwd met Hilleke Geerlichs een kampland met deel van de Brug Es geheten Velthuis, voordien behorende tot het Gaakink, en een kwart waartal Gaakink. Op Velthuis mag een woner en een huis gezet worden. WATERHAM 1424-1455 In het diversorium van Rudolph van Diepholt, bisschop van Utrecht, wordt in de buurschap Buurse Rotgher ten Waterhamme vermeld, die behoorde tot de „luiden van Munster". 1475 In het Schattingsregister van Twente wordt vermeld onder Buurse: Water Ham „is ungewart katte so my de richter zeget". 1495 In het Schattingsregister van Twente wordt vermeld: Waterham. In volgende registers werd dit erve niet meer gemeld. Op de Braam ligt echter een stuk land (zie kaart) dat Waterham genoemd werd, omstreeks 1825 eigendom van Grobbink. Gerichtsprotocollen van Haaksbergen: 1690 21/12 Arent ten Honinglo x Trijne ter Kuile en de kinderen van Jan Grubbink x Trijne ter Kuile verkopen aan Engelbert ter Kuile x Hermken Lankheet o.a. de Waterham en de Waterhamsgaarden, zo Engelberts vader lang in pand gehad heeft. Archief notaris Hendrik Warnaars te Almelo: 1827 18/12 Grobbink verkoopt aan Johannes Wolferink, molenaar op de Haarmühle te Alstatte o.a. het grasland „het Waterham". De horigheid aan Munster doet vermoeden, dat Waterham eens behoorde tot het bezit van Ahaus, evenals de omliggende erven Gaakink, Hilder , Nijenhuis, Ernstink en Kotte. Een gedeelte van het bezit Ahaus werd in 1406 aan het bisdom Munster verkocht o.a. de hiervoor genoemde erven met uitzondering van Kotte. KORTEGARDE Als soldaten op de Braam (zie ook de inleiding van deze artikelenreeks) werden in de gerichtsprotocollen van Haaksbergen vermeld: 1645 22/9 De vrouw van Jeremias soldaat, 1647 20/9 Jan de Vrede sergeant en 1657 19/1 sergeant Vrede. Vermoedelijk werd de corps de garde, verbasterd tot Kortegarde en zelfs Korte Gaarden, al betrekkelijk snel na de vrede van Munster (1648) door de soldaten ontruimd. Het huis werd daarna bewoond door Jan Gaakink alias de Groene. A. JAN GAAKINK, ca. 1655 gehuwd met NN. Kind: 1. WILLEM GAAKINK, zie B.
826
Gerichtsprotocollen Haaksbergen: 1677 18/6 Jan Gaakink op de Braam 1678 16/2 Jan Gaakink wonende in de Kortegarde. 1680 17/5 Jan Gaakink alias de Groene. 1680 7/9 Publieke verkoop van mobilia en immobilia van de Groene op de Braam. Markeboek van Buurse: 1646 30/6 De erfgenamen van Buurse zullen een nieuwe brug inspecteren tegen de Braam achter de'verbrande corpus de guarde. 1685 13/2 Het huis van de Groene in de Korte Gaarden mag tot zijn gebruik blijven staan. B. WILLEM GAAKINK z. v. Jan, gehuwd Haaksbergen 8/2 1685 met Aaltje ter Morsz d. v. wijlen Jan, hertrouwd Haaksbergen 5/3 1708 met Trijne Gleis d. v. Arent en tenslotte hertrouwd Haaksbergen 21/2 1712 met HARMKEN WARGERINK d. v. Jan. Bij het huwelijk van 1708 werd Willem vermeld als zoon van wijlen Jan. Er werd niet genoteerd of hij weduwnaar van Aaltje ter Morsz was. Zekerheid is er dus niet, er kunnen twee Willems geweest zijn. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Jan Gaakink z. v. Willem te Buurse, gehuwd Haaksbergen 25/11 1703 me t Aaltje Laakmors d. c. wijlen Frerik, hertrouwd Haaksbergen mei 1728 met Enneke Schabbink, geboren te Alstatte maar wonend te Buurse. 2. Gerrit Gaakink z. v. wijlen Willem te Buurse, gehuwd Haaksbergen 8/1 1724 met Jenneke ter Morsz d. v. Claas te Buurse. Deze was voordien gehuwd Haaks bergen 1/2 1702 met Berent Hulshof z. v. wijlen Harmen te Buurse. Kind uit het derde huwelijk: 3. JAN GAAKINK, zie C. De tweede zoon Jan werd waarschijnlijk vernoemd naar opa Wargerink. Gerichtsprotocollen Haaksbergen: 1694 16/10 Willem Gaakink x Aaltje lenen f. 21,- van Albert van Bruinenborg. Onderpand een koe. Markeboek van Buurse: 1697 18/5 De Corte Gaardens hutte, waar de Groene gewoond heeft, is verbrand. De nieuwe hut mag blijven staan zolang de bewoners leven.
C. JAN GAAKINK z. v. wijlen Willem te Buurse, gehuwd Haaksbergen 6/10 1746 met Aaltje Odinck d. v. wijlen Hendrick te Rekken en hertrouwd Haaksbergen 1/2 1756 met HENDRIKJ E WARGERINK, Honesch. Kind uit het eerste huwelijk: 1. Arend Gaakink, N H gedoopt 9/7 1 747 Kinderen uit het tweede huwelijk: 2. HENDRICUS GAAKINK, zie D. 3. Willem Gaakink, NH gedoopt 8/7 1764 4. Harmina Gaakink, NH gedoopt 5/4 1767
827
D.
HENDRIK GAAKINK, NH gedoopt 25/2 1759, gehuwd Haaksbergen 9/5 1779 met HENDRIKA TEN THIJE, Broekheurne.
Kinderen van het echtpaar Gakink-ten Thije zijn in het NH Doopboek van Haaksbergen niet genoteerd. Desondanks vermeldde de volkstelling 1795 als bewoner bij het Mariekeshuis: Hendrikus Gaakink, totaal 5 personen. Al v óór 1809 was de Kortegarde afgebroken en werd de ondergrond als „Landerijen van het Mariekeshuis met de daar nog opstaande getimmertens" gekocht door Jan Harmen Bos van Doornbos. W. E. ten Asbroek - J. G. L. Overbeeke
D E O N TW I K K E L I N G V A N D E B E V O L K I N G V A N H A A K S B E R G E N IN DE 19e EEUW. In mei 1980 verscheen bovengenoemd boekwerkje, een historisch-demografisch en sociaal-economisch onderzoek, als scriptie geschreven door Jan Konings in het kader van zijn studie voor M.O.-geschiedenis. De scriptie is verdeeld in drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk behandelt in het algemeen de geschiedenis van de bevolkingstoename van Nederland in de 19e eeuw aan de hand van de demografische factoren: huwelijkssluiting, geboor te- en sterftecijfers, geboorteoverschot en migratie. In het tweede hoofdstuk volgt een uiteenzetting over de demografische ontwikkeling van Haaksbergen in dezelfde periode. De bevolkingstoename van Haaksbergen wordt in het eerste deel van het hoofdstuk vergeleken met die van Twente, Overijssel en Nederland. Opvallend daarbij is dat de toename van de bevolking van Haaksbergen ver achter bleef bij die van Twente en Overijssel. In de hierop volgen de paragrafen worden verklaringen gegevenvoor de beperkte bevolkingstoename van Haaksbergen aan de hand van de demografische factoren ge boorte, sterfte en migratie. Hoofdstuk drie geeft de sociaal-economische ontwikkeling van de landbouw en textielnijverheid. Beide zijn voor het belang rijkste deel bepalend geweest voor de sociaal-economische situatie van Haaksbergen in de 19e eeuw. De scriptie bevat 50 bladzijden, ondersteund door 20 foto's. Het boekwerk is te verkrijgen tegen betaling van f 6,50 bij de heer B. Konings, Kortenaer straat 7 te Haaksbergen, telef.nr. 1337, echter alleen zo lang de voorraad strekt. W. E. ten Asbroek
828
DE WONINGEN ROND DE PIEPENBRINK (14) HUIZEN NRS. 103 EN 104 Op 6 december 1613 was Berndt Crusebeeke keurnoot van het Haaksbergse gericht. Deze woonde in een huis, dat op de plaats stond van de twee woningen, die in 1830 de nrs. 103 en 104 hadden. In 1621 werd zijn naam nog vermeld, maar in 1628 was hij overleden, want op 5 mei van dit jaar wilde zijn weduwe Marieke de nalatenschap delen met Berndts zonen, Johan in ; Zutphen, Henrick n Diepenheim en Derck te Gendringen. Uit deze notitie mogen we waarschijnlijk concluderen, dat Marieke niet hun echte moeder was. Omdat de zonen en misschien ook Marieke geen van allen in Haaksbergen woonden kon het huis verhuurd worden o.a. aan de „nieuwe" smid Andries van Bronckhorst, wiens naam voor het eerst in de gerichtsprotocollen van 1635 vermeld werd. Uit de protocollen van 13 december 1675 blijkt, dat kort voordien Hendrick en Johan Crusebeeke hun huis en gaarden in twee delen verkocht hadden, maar dat de kopers Nicolaas Hulst en Henricus te Linteloe nog niet betaald hadden. Op 10 januari 1676 blijkt, dat de cessie inmiddels had plaats gevonden, want de hypotheeknemer Tonnie ter Hofstede quiteerde toen Jan Crusebeeke, die de kooppenningen van Hulst en te Lintelo ontvangen had. Reeds op 15 november 1675 was een rechtszitting gewijd aan het eigendomsrecht van de enige waterput, die op het deel van Nicolaas Hulst stond. Uit het verloop van de historie blijkt, dat deze het deel kocht, waaruit het huis nr. 103 is ontstaan. Nicolaas Janszoon Hulst was procureur. Hij werd ook van Losser genoemd, omdat hij vandaar afkomstig was. Hij huwde op 7maart 1675 met Trijntje Temmen, dochter van Jurri ën. Nicolaas overleed tussen 1702 en 1705. Hij werd in zijn huis opgevolgd door zijn zoon Jan, die op 1 maart 1705 huwde met Geertje ten Hoopen Geertsdochter van het erve Heuperman in Brammelo. Deze leenden in 1 741 f 550,van de diaconie. Het pand werd op 22 mei 1756 door Geertje als weduwe van Jan Hulst verkocht aan Gerrit Eijsink en vrouw voor f 700,-. Gerrit Eijsink Gerritszoon was op 7 januari 1731 getrouwd met Eva Morssinkhof Jansdochter en op 10 maart 1 747 met Aaltje Bloemena Claasdochter uit Langelo. Zijn zoon uit het eerste huwelijk, Gerhardus, was kleermaker en huwde op 28 april met Janna Lammertinck uit Meddo bij Winterswijk. Hij overleed op 5 augustus 1812 in de ouderdom van 80,5 jaar. Ook Gerhardus zoon Jannes was kleermaker. Deze huwde op 7 oktober 1802 met Janna Manten, dochter van Waander. De zoon uit dit huwelijk, naar zijn grootvader Waander genoemd, was aanvankelijk metselaar. Hij trouwde op 31 januari 1835 op 24-jarige leeftijd met Hendrika Gerharda Eijsink, oud 22 jaar, dochter van Gerhardus Eijsink en wijlen Johanna Albers. Waander en Hendrika hadden dezelfde voorvader, namelijk Gerrit Eijsink, koper van pand nr. 103. Waander Eijsink kocht op 28 juli 1841 van zijn schoonvader Gerhardus „De Groene Klok" aan de latere Spoorstraat, waarheen hij verhuisde en waar hij logementhouder werd. Hij verkocht daartoe huis nr. 103 aan zijn
buurman Hendrik Jan Smits, de winkelier van nr. 102, die het ve rder als zakenpand gebruikte (zie 102). HUISNR. 104 Het deel, dat in 1676 verkocht was aan Hendrik te Linteloe, werd nog in het zelfde jaar doorverkocht aan Egbert Hulst Albertszoon. Ook deze werd van Losser genoemd en was vermoedelijk familie van Nicolaas . Egbert was op 10 december 1671 gehuwd met Maria Smits, dochter van wijlen Gerrit. Mo gelijk gaf zij haar naam aan het huis, dat nog in 1801 vermeld werd als Marie Mennekeshuis. Mogelijk stamt deze naam echter al van Marieke Crusebeeke. Maria Hulst-Smits hertrouwde op 22 februari 1680 met Jan ten Westendorp, zoon van Hendrik. Hun rechtstreekse nazaten werden de volgende bewoners: Jan ten Westendorp op 14 februari 1704 gehuwd met Hèridrikje Lange zaal, dochter van Thijs, Jan Hendrik ten Westendorp op 30 december 1742 gehuwd met Hendrika ten Damme uit Langelo, Hendrikus Westendorp op 11 februari 1 776 gehuwd met Gesina ten Asbroek uit Stepelo. Dit laatste echtpaar verkocht het huis met enkele landerijen op 16 juli 1789 voor f 1005,- aan procureur Herman Rattink. Deze verkocht alleen het huis op 10 december 1798 aan Engbert Bonkink voor f 362,-. Nadat deze reeds een stuk van de achtertuin verkocht had aan Wolf Levy, de bewoner van huis nr. 100, verkocht hij op 18 oktober 1802 het huis voor f 235, - aan Jannes Heuzels, metselaar, afkomstig uit Langelo. Zijn vrouw Janna Temmink over leed op 9 juli 1812 in huis nr. 104. Hijzelf overleed er op 9 augustus 1812, enkele dagen nadat hij het huis verkocht had aan Gerrit Kuipers, de bewoner van huis nr. 106 (Zie Aold Hoksebarge blz.75). Reeds op 19 november van hetzelfde jaar probeerde Kuipers het huis weer. te verkopen. Christiaan ter Hogt, timmerman, deed een bod, maar het huis werd aangehouden. Op 7 september 1818 blijkt de woning nr. 104 in het bezit te zijn van Jan He uzels, die volgens een notitie van notaris Berendsen op 17 augustus 1814 gehuwd was met Gesina Eijsink Gerritsdochter. Dit echtpaar woonde er ook bij de volkstelling van 1830 samen met vijf kinderen, Hendrika Maria 14 jaar, Hendrik'a 9 jaar, Anna 6 jaar, Herman 4 jaar en Grada 2 jaar. Inwonend waren toen de gezinnen van Berend Kleinsman en Roelof Nijhuis, totaal 7 personen. De weduwe van Jan Heuzels werd in 1850 slechts als bewoner van het huis vermeld, eigenaar was toen Lambertus Abbink, erfgenaam van de vroegere eigenaar Gerrit Kuiper. Bij haar woonden nog drie kinderen Heuzels en het gezin van een Amsterdammer Bernardus Kuipers en na hem het veertien leden tellende gezin van Johannes Dominucus Hermans. Op 16 februari 1860 huwde de blauwverver Arend Jan Meijerink en Joanna Oldenkotte. Zij werden de volgende bewoners van huis nr. 104, waar zij tus sen 1660 en 1669 acht kinderen kregen. Op 4 januari 1871 overleed Joanna Oldenkotte, waarna Arend Jan Meijerink hertrouwde met Grada Barendonk en nog vijf kinderen kreeg. Uit het bevolkingsregister 1891-1909 blijkt } dat
330
eerst Arend Jan Meijerinks schoonzoon, de onderwijzer Johannes Theodorus Hulst, er bij inwoonde, maar toen Arend Janszoon uit het tweede huwelijk, de huischilder Hendrikus Josephus Meijerink huwde met Hillebrande Berendina ten Asbroek, werd deze hoofdbewoner en verliet Hulst de woning. Hendrikus Josephus werd in maart 1915 nog als hoofdbewoner van het huis vermeld, maar dit werd kort nadien verkocht aan de manufacturier Chris tiaan Dijkhuis, die er in mei 1918 als hoofdbewoner genoteerd werd en er de textielzaak Dijkhuis vertigde. Zijn nazaten wonen er thans nog. W. E. ten Asbroek - J. B. A. Leusink - J. G. L. Overbeeke
UIT DE AANTEKENINGEN VAN GROOTVADER J. A. DIEVELAAR Uit de nagelaten geschriften van mijn grootvader J. A. Dieveiaar te Haaksbergen noteerde ik enkele zaken, die op zich niet zo belangrijk zijn, maar toch wel een aardige kijk op de toenmalige tijd geven. Eerst over zijn REIZEN. In 1895 ging hij naar de kolenmijn Bismarck te Esse n om brandstof te bestellen voor zijn steenoven. De treinreis naar Winterswijk duurde 1,5 uur en kostte retour 3e klas f 0,90. Vandaar naar Essen nam 2,5 uur in beslag en kostte f 2,70. De vertering te Essen bedroeg f 1,75. In hetzelfde jaar reisde hij per trein via Ruurlo, Zutphen en Nijmegen naar zijn zwager te Boxmeer. Deze reis kostte retour 3e klas f 4,25 en „een fooi voor de meid" van f l,-. In 1896 ging hij met zijn zoon Herman via Hengelo (O) naar Arn hem. Hij tekende daarbij aan, dat deze reis f 3,20 kostte, maar via Ruurlo en Zutphen zou het slechts f 2,55 gekost hebben. In hetzelfde jaar ging hij op bedevaart over Zevenaar naar Kevelaar, retourprijs f 3,95 en naar Dedems vaart f 3,20 en vandaar per tram naar A vereest, prijs 2e klas f 0,70. In 1899 reisde hij via Zutphen en Nijmegen naar Kevelaar. Eten en slapen kostte hem bij de Witwe Hünnekes „Zum Krone" f 1,20, koffie f 0,10 en een glaasje „Bonekamp" f 0,03. Zijn reizen gingen gedeeltelijk over lijnen van de G.O.L.S. waarvan hij zelf in 1884 tien aandelen ad f 250,- gekocht had. In 1890 verkocht hij ze weer voor f 287,50 en intussen had hij ook nog f 680,74 dividend ontvangen. In die jaren maakten spoorwegen nog winst. Gegevens over LANDBOUW verzamelde grootvader ook. Voor nieuw aan te leggen weiden was per bunder 1000 kg kalk, 800 kg kainiet (dubbelzout van Kaliumchloride en Magnesiumsulfaat) en 600 kg Thomasslakkenmeel nodig. De laatste kostte f 1,02 per 100 kg. De Haaksbergse boterfabriek maakte in 1896 f 1334,- winst en in 1897 f 2150,-. J. Koppelman van grootvaders erve Oosterdorp leverde in 1899: 7476 liter melk voor f 240,04 en in 1901:
831
10360 liter voor f 356,-. In 1898 pootte Broekhuis 19.000 dennen op het Oostendorp die f 0,65 per 1000 stuks gekost hadden. De JACHT had ook zijn belangstelling. Schartman en grootvader schoten in 1887 30 hazen a f 1,25, 16 patrijzen a f 0,50 en 8 konijnen a f 0,25. In 1890 schoten ze 19 hazen, 5 patrijzen, 3 korhoenders, 2 houtsnippen en 6 konijnen. Als zakenman moest hij natuurlijk ook van zijn jacht een f inancieel overzicht maken. In 1890 had de jachtakte hem f 21,75 gekost, het te kort was dan ook f 8,80.
Over VERKEERSWEGEN rond Haaksbergen maakte grootvader aanteke ningen in zijn wethouderstijd. In 1897 werd een begroting gemaakt voor de weg Haaksbergen-Buurse. De aardebaan moest f 2057,- kosten, bruggen en duikers f 687,-, verharding ter breedte van 2,75 meter met greskeien f 67700,-, met klinkers f 61674,- en met basalt f 54674,-. Voor dezelfde weg gaf de firma A. Deken Dura te Zwolle in 1904 een bestr atingsprijs op van f 75000,- voor greskeien of f 51000,- voor macadam. In beide prijzen was een nieuwe Koekoeksbrug inbegrepen. In 1899 had de tol te Usselo f 230,- opgebracht, die bij „den Hazen" f 239,- en die te Langelo'f 232,totaal f 691,-. In 1901 was de totale opbrengst f 721,70. Nadere informatie over deze wegen vindt U in de Historie van Haaksbergen, deel III, hoofdstuk Verkeerswegen. Het aantal leerlingen van de Haaksbergse openbare SCHOLEN noteerde grootvader in 1902 en 1904. In het eerste jaar had de dorpsschool 316 leerlingen en het tweede jaar 164 jongens en 167 meisjes. Boekelo (St. Isidorushoeve) had er 75 respectievelijk 34 jongens en 41 meisjes. De scholen in de Veldmaat en Honesch waren er in 1902 nog niet. In 1904 hadden deze achtereenvolgens 48 jongens en 41 meisjes en 36 jongens en 37 meisjes. De school in Langelo had in 1904 36 mannelijke en 32 vrouwelijke leerlingen. In 1900 kostte het onderwijs aan de gemeente f 12945,83 en in 1904 f13720,-. DRANKVERGUNNINGEN hadden in 1903 F. Eijsi nk, weduwe J. Eijsink, J. Klaassen, G. ten Asbroek, J.A. Jansen, H. Odink, J. Hemink, weduwe Strengers, A. Hasselo, D.W. Broekhuis, S. Frankenhuis, weduwe C. Borg huis, weduwe A. Oldenkotte, J. Wilderink, J. Bolscher, J. Wielens Jonkman, H. Booink, weduwe G.J. Wienk en J.H. Scheggetman. Alleen de eerste drie hadden een biljartzaal. BRANDPUTTEN waren er in 1893 in de Stationsweg, de Blankenburgen de Molenstraat. In 1904 kwam er een vierde bij bakker Heinink in de Oostenstraat. Deze kostte de gemeente met bijlevering van stenen f 190,-. J. A. M. Dievelaar, Neede
834
4. Al voor 1600 woonden er, zeker later Protestantse, Te Liritelo's in het dorp Haaksbergen, die niet afstamden van de erven Lintelo in Brammelo. We hebben het sterke vermoeden, maar kunnen niet bewijzen, dat deze afstammen van de Te Lintelo's uit Winterswijk. Mogelijk zijn ze ook nazaten van Dire te Lintelo Dirczoon, die in 1449 getuige was bij de verkoop van de Blankenborg aan de bisschop van Utrecht. W. E.ten Asbroek DE WONINGEN ROND DE HOFBRAAK (1) Het gebied begrensd -door Spoorstraat, Dr. Ariënsstraat, de Braak en Hibbertstraat wordt zeker al vijf eeuwen lang Hofbraak genoemd. De eerste vermelding vinden we in de rentmeestersrekeningen van Haaksbergen van 1547/ 1548: „Die boumeyster bruijckt landt ende bouwerie van den Blankenborch ende wordt genoempt die Hofbraeck ende luttycke braeck tot welck landt behoort twee waer in der marke van Heexbergen daer van die eene waer blijft bij den erve tho der Blankenborch ende d'ander waer compt K.Mat". (Karel V). De luttijcke braeck lag mogelijk ten noorden van de Spoorstraat. De naam wordt in latere jaren nog enkele keren teruggevonden, maar in de gerichtsprotocollen, die vanaf 1628 bewaard zijn gebleven, komt hij geen enkele keer meer voor. Hierdoor is een exacte localosatie van de luttijcke braeck niet mogelijk. Nog enkele vermeldingen uit de rentmeestersrekeningen: 1563: „Lande behoerende tot den huyse des Blankenburchts. Eerst die hoff-braecke genaempt Coeninckhave is oock int upenbaer upgeslagen und voer den tijt van zes jaeren. Verpachttet met conditie dat d' drost een rentmeyster van des Coeninckswegen tot sijne majestets meisten prouffijte und geschickt-hijt des groonte daer ut sal moegen in pachte ofte erfpachte gheven". Uit de hofbraak gaat één mud gerst als sloptiende naar de proostdij Deventer. De pachter wordt Hendrick Boumeister tot Haexberghen voor 9 goudgulden per jaar of in moderner geld 13 pond en 10 stuiver. „Die kleine hoffbraecke genaempt Passinckhave". Uit deze gaat een sloptiende van één mud rogge en één mud gerst naar dezelfde proostdij. Dezelfde pachter betaalt hiervoor 8 goudgulden of 12 pond. ' 1578. Dezelfde vermeldingen als in 1563. 1580/1581. Hopman Peter Ruemonde is pandhouder van „die Hoffbraecke. die kleine hoffbraecke" en nog andere stukken land. In bovenstaande rekeningen is sprake van de grote hofbraak, ook genaamd. Koningshof. De eerste naam is ontleend aan de Hof te Haaksbergen, waaruit de Blankenborg is ontstaan. Deze hof en de daarbij behorende goederen gingen in 1449 in eigendom over aan het bisdom Utrecht en in 1528 aan de
835
836
Heer van Overijssel, Karel V, koning van Spanje. Toen werd de naam ook Koningshof. Wat de naam Passinkhof betekent is onduidelijk. Op en rond de Hofbraak lagen in 1830 behalve de woningen nrs. 100 tot en met 104, die in de serie „Rond de Piepenbrink" .behandeld zijn, ook nog de woningen 105 tot en met 120, die in deze serie „Rond de Hofbraak" worden beschreven en op bijgaande kaart zijn weergegeven. De huidige bewoners zijn: 105, nu Spoorstraat 17, drogisterij R. H. ter Rahe-Doornhegge 106, nu Spoorstraat 19-, schoenhandel G. ter Rahe 107, nu Spoorstraat 21, textielhandel Ter Stal 108, opgedeeld tussen de panden Spoorstraat 21 en Spoorstraat 23 109, nu Spoorstraat 23, electro Dinant Keizers 110, nu Spoorstraat 31, Rabobank 111, nu Spoorstraat 35, electro Gebr. Horck 112, Dr. Ariënsstraat 9, weduwe V. Franken 113, verdwenen 114, verdwenen, was „de Kroeme" aan de Ariënsstraat tegenover de Braak 115, nu tuin Dr. Ariënsstraat 7, B. R. Cleine 116, nu tuin naast Hotel Eijsink, was „het Park" 117', nu Spoorstraat 30, Odink Supermarkt 118, nu Spoorstraat 28, Breukers 119, nu Spoorstraat 26, Begotex 120, nu Spoorstraat 24, slagerij J. B. F. Mensink HUIZEN NRS. 105 EN 106 Voor de geschiedenis van deze beide huizen, waarvoor de grond op 3 november 1635 van de provincie was verkregen als zijnde een stuk van „die Braecke, hoerende onder Boumeesters erve" en waar door richter Swier Grubbe een huis gebouwd werd, verwijzen we naar de 2e jaargang nr. 2, blz. 85 van Aold Hoksebarge. Als aanvulling op dit artikel is te verm elden, dat Swier Grubbe ca. 1611 te Deventer werd geboren als zoon van Daniël Grubbe en Anna Huyrinck en kleinzoon van Herman Grubbe tot Fleringen en Joanna van Warmelo, bewoners van Herinckhave, dat naar hen later ook wel Grubbenhoes genoemd werd. Swier Grubbe huwde op 13 februari 1641 met Sophia Berents, dochter van Balthasar. Swier overleed op 18 februari 1649 's avonds tussen 9 en 10 uur, zoals in de gerichtsprotocollen vermeld werd. Zijn weduwe hertrouwde met jonker Jacob Buissonet van der Age. Deze familie overleed tijdens een pestepidemie in 1657. De erfgenamen verkochten op 10 juni 1659 huis, schuur, boomgaarden en veengronden aan Gosen Harberts en Derck te Lintelo. Op 8 april van dat jaar was reeds vastgesteld, welk land op de Hofbraak tot de erfenis behoorde. Huis nr. 106 kwam zoals in genoemd artikel is vermeld, in handen van Gosen Harberts. V óór 1677 werd de schuur bij dit pand verbouwd tot woonhuis nr. 105, dat bewoond werd door „een kremer". W. E. ten Asbroek - J. B. A. Leusink - J. G. L. Overbeeke