> VERSLAG INSPRAAKDAG ‘POSITIEF SCHOOLKLIMAAT’ Vlaams Parlement Vrijdag 5 maart 2010 (10u15-12u00) < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon-instellingen - deze lijn wordt niet afgedrukt >
1. Inleiding Een school waar leerlingen graag naartoe gaan: het is dé remedie tegen spijbelen, schoolmoeheid, gebrek aan motivatie, pestproblemen… Maar wat maakt een schoolklimaat positief? Wat maakt van de school een plek waar leerlingen graag naartoe trekken? We gaan op zoek naar aandachtspunten en hoe scholen die kunnen realiseren. Aan het discussiesalon nemen 10 leerlingen deel. Michelle Verminck van het Ensorinstituut Oostende, Stine Braem en Judith Grillet van het Don Boscocollege Kortrijk, Joost Vermote van het Sint-Vincentiuscollege Ieper, Nicky Martens van het Onze-Lieve-Vrouw college Tienen, Meryem El Ouamari en Nahedha Uddin van het Leonardo Lyceum Quellinstraat, Annelies Mombaerts van Mariaburcht Hasselt, Marthe Wens van Sint-Jozef Aarschot en Christophe Colpaert van Sint-Lutgardisschool Merksem. Daarnaast zijn er 9 leerkrachten aanwezig. Renee Vandepitte van het Ensorinstituut Oostende, Lieven Calis van het Sint-Vincentiuscollege Ieper, An Van Parijs van het Onze-Lieve-Vrouwe college Tienen, Reinhilde Achten van Mariaburcht Hasselt, Joke Van de Putte van Atheneum Gentbrugge, Daniel De Bruyne van Sint-Jozef Aarschot, Geert Soens van SintLutgardisschool Merksem, Wim Buelens van PIVA Antwerpen en Philip Van de Vijver van Sint Leocollege Brugge. De Algemene Vergadering van VSK wordt vertegenwoordigd door Chloë Vancronenburg. Laura Schreurs is aanwezig als medewerker van VSK. Het discussiesalon wordt geleid door Evi Neven van het departement Onderwijs en Vorming, afdeling ondersteuningbeleid.
2. Verslag (Evi verwelkomt de deelnemers en stelt zichzelf voor) Welkom in discussiesalon positief schoolklimaat. Ik ben Evi Neven. Ik werk op het departement onderwijs en vorming, op de afdeling ondersteuningsbeleid. Hier worden alle dossiers over leerplichtonderwijs behandeld. Wij zijn dus zowel met basis als secundair onderwijs bezig. We behandelen dossiers over de CLB’s, pesten, spijbelen, leerlingenvervoer…een heel gamma aan thema’s. De VSK heeft mij gevraagd om een discussiesalon over positief schoolklimaat te begeleiden. Ik doe dit samen met Laura, teammedewerker van VSK. Het is de bedoeling om jullie tijdens het discussiesalon zoveel mogelijk zelf aan het woord te laten. Voordat we beginnen is er een korte inleiding. Ik heb een paar cijfergegevens en onderzoeksresultaten bij om te laten zien waarom we hier vandaag zitten om te praten over positief schooklimaat. VSK voerde onlangs zelf een onderzoek uit bij 600 leerlingen onder de noemer ‘feeling good @ school’. Als je aan leerlingen vraagt hoe goed ze zich voelen op school geven ze gemiddeld een 7 op 10. Dat is niet slecht maar ook niet bijzonder goed. Het kan nog beter. In 2003 is deze vraag ook gesteld aan leerkrachten. Zij scoren op welbevinden gemiddeld een 5,79 op 7. Een best goede score maar we gaan uiteraard voor de 7 op 7. We zien wel een verschil tussen basis onderwijs en secundair onderwijs. Op de basisschool zegt 83% van de leerlingen zegt dat zij zich goed tot zeer goed voelen op school. Hun welbevinden is heel hoog.
pagina 2 > 15
Daar tegenover staat dat 5 tot 10% van de leerlingen zegt dat ze nooit of bijna nooit graag naar school komen. In het secundair zakt het welbevinden. Hier zegt de meerderheid dat ze zich matig goed tot goed voelen op school. Wanneer leerlingen zich niet goed voelen op school is de kans op spijbelen of ordeverstorend gedrag groter. Hoe ouder de leerling, hoe lager het welbevinden. Zeker voor leerlingen in de laatste jaren van het secundair moeten we een extra inspanning doen. Deze cijfers maken duidelijk waarom we het vandaag over positief schoolklimaat moeten hebben. Op het departement zien wij positief schoolklimaat vooral als belangrijke factor in preventie. Als je je goed voelt op school is er minder sprake van spijbelen en pesten, en is er een beter contact tussen leerkrachten en leerlingen.
Vandaag staat dan ook de volgende vraag centraal: Hoe kunnen we er voor zorgen dat alle leerlingen 10 op 10 antwoorden?
We beginnen met een kennismakingsoefening. Maak groepjes van twee personen, maar de leerkrachten mogen enkel bij leerkrachten gaan zitten en de leerlingen enkel bij een andere leerling. Bedenk wat jij dit schooljaar of afgelopen schooljaar de leukste schooldag vond. Bespreek dan samen wat die dag zo leuk en anders maakt dan een gewone schooldag. Achteraf denken we in de grote groep na welke elementen we uit die ‘toffe schooldag’ kunnen halen om elke schooldag zo tof te maken. Misschien zijn er dingen waar we elke dag meer aandacht aan kunnen besteden om het op school aangenamer te maken. Belangrijk is dat je een schooldag kiest, waarop je als leerkracht en leerling samen tijd doorbrengt. Niet een pedagogische studiedag of schoolvakantie. Het mag wel een schoolreis zijn, of een sportdag, of een project, … als het maar samen is.
(kennismaking) Ik stel voor dat we eerst enkele leerkrachten aan het woord laten. Wil er iemand beginnen? - Het ging bij mij over een activiteit die samen met leerlingen doorging, maar wel buiten de lessen. Het was tof omdat je een andere kant van de leerlingen te zien krijgt. Je wordt positief verrast :‘wauw, die leerling is daar echt goed in’ of ‘die leerling heeft toch veel in z’n mars’. En dat is iets wat je niet altijd opmerkt tijdens de les. Bij mijn collega was het een poëziemoment., bij mij een flashmob-actie. De leerkrachten en de leerlingen hadden daar heel lang voor geoefend. Het was een dans waarbij alle leerkrachten en leerlingen van één t.e.m zes meededen. Tijdens de flashmob heerste er een ongelooflijke sfeer van verbondenheid. Met sommige collega’s of leerlingen had ik een conflict gehad en dat is toen allemaal verdwenen met de glimlach. Hebben jullie het er ook al over gehad hoe je dit kan overbrengen naar een gewone schooldag? - Nee, daar hebben we nog geen tijd voor gehad. Is er een groepje leerlingen dat wil vertellen over hun tofste dag?
pagina 3 > 15
-
Wij vinden het tof wanneer we betrokken worden bij de lessen, zoals bij klasdiscussies of gewoon gesprekjes met de leerkrachten. Je voelt je dan meer verbonden met de leerkracht. Dat heb je niet als een leerkracht de klas binnenloopt en meteen roept ‘boeken open’ en aan zijn les begint. Daarnaast vonden we ook buitenschoolse activiteiten heel leuk.
Wat bedoel je met buitenschoolse activiteiten? - Sportdagen, schoolreizen, .. Begrijp ik het goed dat je de les leuker kan maken door afwisseling in de manier van lesgeven? - Ja Is er nog een ander groepje leerlingen dat wil vertellen? - Wij hebben gekozen voor onze XIU-dag. Dat is een actie die leerlingen moet overtuigen om een fluovestje te dragen in het verkeer. ’s Morgens moesten alle leerkrachten en leerlingen een fluovestje dragen om naar school te komen. Wie een vestje droeg kreeg een warme chocomelk. Tijdens de lessen LO hebben we de leerlingen een dansje aangeleerd. Op het einde van de dag hebben we met de hele school het dansje gedaan. Iedereen deed mee: leerkrachten, leerlingen … Misschien nog één groepje leerkrachten? - Wij hadden eigenlijk dezelfde opmerking als de andere groepjes. Blijkbaar is het voor leerkrachten en leerlingen het leukste als er activiteiten zijn waarbij ze elkaar anders leren kennen. We horen dan achteraf van ouders dat de leerlingen thuis vertellen:’ die leerkracht valt eigenlijk wel mee’ of ‘die is eigenlijk veel leuker in het echt dan in de les’. Blijkbaar is de omgang op die dagen toch het gemakkelijkst. Het is opvallend dat leerlingen en leerkrachten dezelfde dagen en elementen aanhalen. De dagen waarop er op een andere manier met elkaar wordt omgegaan dan gewoonlijk zijn tof. Het zorgt voor een verbondenheid die er anders niet is. Elkaar op een andere manier leren kennen, even uit die rol van leerkracht en leerling stappen, dat maakt dat we het een toffe dag vinden. - Ik vind dat dit elke dag kan. Gewoon de dag beginnen met ‘goedemorgen’ in plaats van ‘boeken open’. Het is een begin. We gaan verder met het thema ‘contact tussen leerling en leerkracht’. Eerst kijken we naar een filmfragment. (fragment uit filmpje voor de minister over positief schoolklimaat. Scholieren vragen dat er in de lerarenopleiding meer nadruk komt te liggen op assertiviteit van leerkrachten en het creëren van positief klasklimaat)
Jullie mogen zo dadelijk in groepjes gaan zitten. Het is de bedoeling dat jullie gaan nadenken hoe het contact tussen leerkrachten en leerlingen nu loopt bij jullie op school. De leerlingen nemen één leerkracht in gedachten waarmee ze goed kunnen opschieten. Denk na welke elementen maken dat je het zo goed met die leerkracht kan vinden. Omgekeerd bedenk je ook een leerkracht waarmee je minder goed kan opschieten en waarom. De leerkrachten doen dezelfde oefening, maar nemen telkens één leerling in gedachten.
pagina 4 > 15
(oefening)
We zijn nieuwsgierig om te horen wat jullie in de groepjes besproken hebben. Is er iemand die wil beginnen? - Een leerkracht moet vooral iemand moet zijn die los is. Hij moet de leerlingen begrijpen en liefde voor het vak hebben. Als je er als leerkracht echt voor gaat , komt het allemaal in orde. Wat bedoel je met los? - Dat de leerkracht af en toe een grapje kan maken maar toch gezag heeft. De les moet wel gestructureerd blijven. Het mag niet uit de hand lopen. Dat is voor ons een goede leerkracht: Een goede leerkracht laat ruimte voor een grapje maar houdt de klas onder controle en geeft gestructureerd les. - Ja. Wij hadden een leerkracht in ons hoofd die wiskunde geeft. Die rammelt gewoon zijn les af. Als je vragen stelt worden ze genegeerd en hij heeft absoluut geen gezag. De les is altijd complete chaos. Het gevolgd is dat je thuis alles nog eens zelf kan gaan leren en uitzoeken. Daarom vonden we gezag wel belangrijk. En daarnaast moet het ook niet de hele tijd saai zijn. Er moet ook af en toe gelachen kunnen worden. Nog één groepje leerlingen? - Wij hebben het vooral gehad over respect. Een leerkracht in het begin van het jaar even tijd maakt om zichzelf voor te stellen dwingt respect af bij leerlingen. In tegenstelling tot iemand die binnenkomt, enkel zijn achternaam zegt en dan begin les te geven… dat werkt niet. Je hebt als leerling dan niet het gevoel dat je respect krijgt van die leerkracht. De sfeer in die klas kan dan ook niet goed zijn. Verder vinden wij inspraak ook erg belangrijk, bijvoorbeeld bij het plannen van een test. Een leerkracht waar je geen inspraak hebt, daar heb je geen respect voor. - Mag ik daar even op reageren? ‘Los’ zijn vind ik heel moeilijk. Ik vind het heel moeilijk om in te schatten hoe ‘los’ je moet en kan zijn als leerkracht. Misschien hebben leerlingen dat ook in hun omgang met leerkrachten? Ik vind het alleszins moeilijk. - Ik denk dat het vanzelf gaat als je gewoon jezelf bent en normaal doet, zoals je echt bent. - Jezelf zijn. - Ik denk dat leerlingen vooral op zoek zijn naar een leerkracht met liefde voor zijn vak, die zijn lessen met persoonlijkheid kan brengen. Niet iemand die voor de klas staat alsof die er niet is. Soms lijkt het alsof er een film afspeelt…Dat zijn leerkrachten waarmee je geen contact hebt. Leerlingen willen zien dat hun leerkracht een persoon is. Want bij veel leerkrachten twijfel je daaraan hoor… Willen de leerkrachten reageren? - Wij hebben graag het gevoel dat we voor leerlingen iets kunt betekenen, dat we met hen kunnen praten en dat leerlingen spontaan zijn. Leerlingen waar we het moeilijk mee hebben zijn leerlingen die negatief zijn van in het begin, of cynisch. We kwamen ook tot de conclusie dat we het minder moeilijk hebben met leerlingen dan dat we het gemakkelijk hebben met leerlingen. Dat is positief. - Bij ons valt het woord ‘coach’ regelmatig en dat bevestigt wat er gezegd wordt door de leerlingen. Leerkrachten zoeken een andere manier om met leerlingen om te gaan. Je probeert de rol van docent te doorbreken en het op een andere manier aanpakken. Als je probeert om leerlingen vrijer te laten om zelf te leren, dan heb je automatisch een andere rol.
pagina 5 > 15
Ik probeer samen te vatten. Als leerkracht probeer je van je piëdestal af te komen omdat dat ‘hoogteverschil’ eigenlijk voor een stuk de verbondenheid met leerlingen doorbreekt. Leerkrachten nemen beter de rol van coach op zich. Een coach is iemand om je te ondersteunen, om je aan te moedigen maar een coach durft ook durft te zeggen wanneer je niet goed bezig bent. Hij heeft gezag. Dat is misschien deels een antwoord op de zorg van enkele leerkrachten dat het moeilijk schipperen is tussen ‘los’ en ‘gezag’. - Nu, als coach heb je veel meer individueel contact. Als docent ben je eerder een groep aan het toespreken. Als je meer individueel contact hebt gaat alles beter. Tegen een groep spreken is totaal anders. Je bent dan niet in twee richtingen aan het communiceren. - Ik begrijp dat het moeilijk is maar het is vooral belangrijk om jezelf te blijven. Wij hadden een leerkracht die vorig jaar nog meeging naar het jeugdhuis en nu ineens vooraan haar powerpoint staat af te rammelen. Ze kreeg veel meer respect, contact en terugkoppeling van de leerlingen toen ze nog meeging naar het jeugdhuis. Maar ze had het gevoel dat ze te ver ging. Toch was ze vroeger veel meer zichzelf. - Ik wil daar even op reageren. Ik denk dat je onderschat hoe moeilijk dat is voor leerkrachten. Ik geef je gelijk hoor, en ik denk dat wij allebei dezelfde droom hebben over de leerkrachten die we willen zijn of hebben, maar het wordt onderschat. Je moet wel een andere rol spelen voor de klas. - Het heeft misschien iets met het volgende te maken. Ik gaf ooit twee verschillende vakken aan twee verschillende klassen. Ik ontdekte dat de leerlingen van de ene klas mij anders ervoeren afhankelijk van het vak. Als leerkracht heb je namelijk niet altijd dezelfde vrijheid om met een klas om te gaan. Als ik 6 uur hetzelfde vak geef aan eenzelfde klas, heb ik veel meer speelruimte en kan ik de coach spelen. Bij een één-uurs-vak is dit veel moeilijker. Je staat onder druk om het volledige programma in 15 lessen af te werken. Dan kan je enkel doceren. Dat maakt van mij een andere leerkracht . Bedankt. We gaan over naar het volgende thema: de regels. Een startvraag: Welke regels staan er in jullie schoolreglement? - Veel - Heel veel Dat verwachtte ik al. Meestal zijn het er teveel om op te noemen. Waar ik het vooral over wil hebben is hoe die regels gemaakt worden op school. En zijn er genoeg of eerder te weinig regels? Is dat iets belangrijks voor een positief schoolklimaat? Ik denk zeker dat we over deze laatste vraag het antwoord al besproken hebben. De meeste leerlingen vonden structuur en gezag toch erg belangrijk. Maar hoe komen die regels tot stand en is dat belangrijk voor jullie? - Regels moeten in het begin van het jaar herhaald worden. Halverwege het schooljaar kregen alle leerlingen een blad met een samenvatting van de kernregels. Blijkbaar werden die regels niet goed nageleefd. De meeste leerlingen kenden deze regels niet. Ik denk dat het goed informeren over de regels heel belangrijk is voor het schoolklimaat. Één van de kernregels is respect voor leerkrachten. Natuurlijk geeft het een beter schoolklimaat als leerkrachten zich beter voelen, en daardoor beter lesgeven. Als leerkrachten gestrest zijn worden leerlingen ook gestrest. Als leerkrachten zich goed voelen heeft dit een positief effect op leerlingen. Hoe hebben andere leerlingen van je school daarop gereageerd? Want nodigt zo’n papiertje met regels niet extra uit regels te breken?
pagina 6 > 15
-
Ik denk het niet, want het ging nogal ver. Leerlingen smeten met appelsienen enzo. En ik denk echt dat je daar soms gewoon nog eens op gewezen moet worden, en dat sommige leerlingen dan pas inzien dat ze te ver zijn gegaan. Anders staan leerlingen daar niet bij stil. Iedere keer als je naar die klas gaat, gaat het een stapje verder en doe je nog meer stommiteiten. Omdat je daar altijd bijzit heb je dit misschien zelf niet meer door.
Is het zo dat vooral het volgen van de regels goed is voor een positief schoolklimaat? Of zijn regels op zich goed voor een positief schoolklimaat? - Nee, er kunnen ook slechte regels tussenzitten. - De meeste regels bij ons op school zijn nogal gedateerd. Daar word je als leerling furieus van. Vooral in de zomer, over te open bloesjes, spaghettibandjes enzo, … Het meest frustrerende is dan nog dat alles afhangt van interpretatie. Een oudere leerkracht zal rapper commentaar geven dan een jongere leerkracht. Waarom? Doorheen de tijd is er vanalles veranderd maar scholen zijn niet meegegaan met de tijd. Dat zijn dingen die leerlingen lastig maken. De meeste schoolreglementen zijn duidelijk aan hervorming toe. Als ze die nu zo zouden hervormen dat er meer inspraak is voor leerlingen zouden de regels al een pak beter zijn. Wat vinden de leerkrachten? - Ik werk op een uniformschool en elk jaar zijn er problemen over het interpreteren van de regels. De regels gaan trouwens erg ver. Zo staat er zelfs in het reglement: dat leerlingen geen enkelsokjes mogen dragen. Het leerlingenparlement had genoeg van die onduidelijkheden en heeft de uniformregels grondig doorgelicht. Op basis daarvan hebben ze een ludieke actie bedacht. Ze organiseerden een modeshow waarbij een deel van de modellen wat betreft uniform perfect in orde waren en een deel van de modellen droegen het uniform bijna in orde, maar met een paar kleine gebreken. Ze hebben de leerkrachten hiermee geconfronteerd en gevraagd wie er in orde was. Hieruit bleek dat het ook voor de leerkrachten niet altijd duidelijk was. Jammer genoeg is de actie als een boomerang terug in hun gezicht gekomen. De school is toen heel duidelijk gaan opschrijven wat nu wel of niet tot het uniform behoort . In sommige gevallen is dat in hun voordeel. Ze mogen nu grijze sjaals dragen. Maar er staat ook een nieuwe regel in over oorbellen. Vroeger stond er dat oorbellen niet tè opzichtig mogen zijn. Nu staat er in dat oorbellen niet groter mogen zijn dan twee vingers. Dat is meetbaarder dus iedereen kan het nagaan. Maar dit soort regels gaan voorbij aan de essentie. Heeft dit bijgedragen aan een positiever schoolklimaat? - Nu, ik moet eerlijk zijn: het feit dat ze inspraak hebben gehad, dat de leerlingen hebben mogen aangeven wat hun dwarszat en hier een aantal zaken rond hebben kunnen wijzigen is natuurlijk heel positief. Het spijtige gevolg is dat je soms potjes opentrekt die je liever gesloten had gehouden. Op zich zijn de regels duidelijker. ‘tè opzichtig’ dat is een marge die je kan aftasten, terwijl de regel nu heel duidelijk is. Er is ook niemand die de 2 vinger regel toepast. Maar ik vind regels een zeer moeilijke zaak….ze moeten er zijn, maar ze moeten ook gedragen zijn, en ze moeten ook gecommuniceerd worden. Het is dus beter om minder regels te hebben die iedereen kent, dan veel regels die bijna niemand allemaal kent. - Je zit natuurlijk ook met een tendens in de samenleving die meer naar het juridische neigt. Iedereen is mondiger, zowel kinderen als ouders. Helaas dwingt de omgeving ons om dingen op te nemen in het schoolreglement. Je moet een volledige opsomming maken van dingen die niet toegestaan zijn om in
pagina 7 > 15
orde te zijn. Alles wat er niet in staat mag namelijk wel. Een spijtige zaak, maar het is een maatschappelijke trend en een school is nu eenmaal een deel van.
Helpt het om een regel te accepteren als je de regel hebt kunnen aankaarten of hebt kunnen bespreken met de directie? Of het feit dat iemand je het waarom van een regel heeft uitgelegd? Of blijf je, zolang de regel niet wordt aangepast, met frustraties zitten? - Wij hebben bij ons een soort schoolraad opgericht om het schoolreglement te bespreken. Per jaar wordt het reglement opgemaakt en getekend. Tijdens het schooljaar mag er niets aan veranderd worden. Het wordt ook gepubliceerd in de schoolagenda en in het begin van het schooljaar overloopt de titularis de regels met zijn of haar klas. Één van de regels die sinds dit jaar geldt is dat er niet meer gerookt mag worden in de vier straten rond de school. Veel leerlingen, maar ook leerkrachten, gingen door het dak bij het horen van deze regel. Ze begrepen niet waar die vandaan kwam en waarom deze regel was ingevoerd. Daarop heeft de school beslist om de regel uit te leggen aan de leerlingen. Er werd verteld dat we roken niet willen verbieden vanaf dat je mag roken. Maar de lagere school komt door dezelfde poort de school binnen als de leerlingen van het secundair. Uit een enquête die we bij ons op school hebben gedaan bleek dat jongeren vooral leren roken vanuit imitatie van ouderen. Roken in het zicht van de leerlingen van het lager moest dus vermeden worden. Nadat we dit uitgelegd hadden aan de leerlingen en collega’s was het protest meteen volledig verdwenen. Vooral omdat wij zeiden: wij hebben helemaal niet het recht om tegen jullie te zeggen ‘je mag niet roken’. Als dat van thuis mag, dan mag dat. Maar binnen die vier straten vragen we van jullie om niet te roken. En de uitleg was voldoende om de regel geaccepteerd te krijgen. Het feit dat die uitleg er kwam heeft gezorgd voor meer gedragenheid? - Absoluut. - Ik wil even reageren. Het heeft ook te maken met dat roken. Daarnet vroeg een leerling aan mij: ‘mevrouw, mag ik nog snel buiten een sigaret gaan roken? Dan is het handig dat je je kan beroepen op wetten. Je mag niet roken van 7u ’s morgens tot 7u ’s avonds op schoolactiviteiten. Als ik zeg: ‘nee je mag niet roken want ik vind dat het niet kan’, dat is niet overtuigend. Als je een wet kan inroepen is het makkelijker. Maar ik moet toegeven dat ik ook al ervaren heb dat leerlingen regels gemakkelijker accepteren als je ze uitlegt. Ik hoorde daarnet iemand zeggen ‘alles wat we niet in het schoolreglement zetten mag wel’. Zijn er schoolreglementen waar instaat wat er wèl mag, in plaats van wat er niet mag? - Ja, er staat in wanneer leerlingen dispensatie krijgen, wanneer leerlingen buiten mogen tijdens de middag, er staan regels in over wat er mag in de cafetaria, …. - Ik wil nog iets vragen. Als een leerkracht de regel overtreedt, wat kan je dan als leerling doen? - Ik denk dat je heel weinig kan doen. Ik had vorig jaar een leerkracht tijdens de les ging bellen en dan zei ‘jullie mogen dat niet maar ik wel’. Hetzelfde met eten. Wij hebben dat aangekaart maar er kon niets aan gedaan worden. De directie zei zelf: ‘ik kan dat wel tegen de leerkracht zeggen maar het gaat weinig uithalen’. Hij negeert het gewoon. Ik vind dat directies meer te zeggen moeten hebben over leerkrachten. Dat is nu niet zo. Zeker in kleine scholen niet…dat zijn allemaal mensen die elkaar kennen van vroeger, nog samen op school gezeten hebben, met de directie nog samen op school gezeten hebben… dat gaat gewoon niet. Misschien moeten niet alleen leerlingen leren luisteren, maar moeten ook leerkrachten eens leren luisteren.
pagina 8 > 15
-
-
Het gebeurt bij ons ook dat leerlingen naar de leerlingenbegeleiding stappen om aan te kaarten dat leerkrachten zelf regels overtreden. De leerlingenbegeleider geeft het door aan de directie maar dan stopt het. De directie kan de leerkracht wel op het matje roepen maar de leerkracht is nog altijd baas in eigen klas. Ik ga nog één ding zeggen over regels. Regels zijn belangrijk. En ik vind het zeer bedroevend om te zien dat collega’s daar niet consequent mee omgaan. Een leerkracht komt buiten, ziet iets gebeuren, maar zegt niks. Een tweede leerkracht komt buiten, ziet iets gebeuren, zegt er iets van en de leerlingen reageren meteen ‘ja maar die leerkracht heeft daar niks van gezegd’. Zeer vervelend als je tegen leerlingen zegt ‘je moet op tijd binnen zijn’, ‘je moet op tijd je toets binnenbrengen’, … en dat wij dan als leerkrachten niet aan één zeel trekken.
Ik vat even samen wat ik gehoord heb. Voor een positief schoolklimaat zijn regels nodig, daar komen we niet onder uit. Maar het helpt als er een gedragenheid is, zowel onder leerlingen als leerkrachten. Door die gedragenheid zal er ook meer consequent gereageerd worden als regels overtreden worden. - Inderdaad, ik wou net nog even reageren op het voorgaande, leerkrachten die regels niet toepassen. Dat is een teken dat de regel niet gedragen wordt. We hebben het gehad over regels en sancties. Maar wanneer iets misloopt op de school, wordt er dan vooral gekeken naar welke sanctie daar aan vast hangt of is er ook aandacht voor uitpraten van wat er mis is gegaan? Is er aandacht voor herstel? Als er bijvoorbeeld een vechtpartij is, wordt er dan vooral bestraffend gereageerd of gaat men ook proberen de dingen uit te praten? - Dat hangt af van leerkracht tot leerkracht. Je hebt leerkrachten die simpelweg zeggen ‘je ziet maar dat het in orde komt’ maar je hebt ook leerkrachten die je echt helpen. Ik ben bijvoorbeeld niet goed in Frans. Die leerkracht die helpt mij echt terwijl andere leerkrachten zouden zeggen ‘zie maar dat je het snapt’. Daar merk je volgens mij weer of een leerkracht gepassioneerd is door zijn vak en beroep. - Misschien is dat ook tijdsdruk. Wij hebben een leerkracht wiskunde en die zegt soms ‘als je dat nog niet kan, moet je gewoon niet in het secundair komen zitten’. Terwijl in andere klassen, waar diezelfde leerkracht meer uren heeft voor wiskunde, merk je dat die echt wel gepassioneerd is door wiskunde en graag lesgeeft. Ik denk dus niet dat je dit altijd op een leerkracht mag steken. Wij zitten soms ook met 40 in de klas, dat is niet gemakkelijk. Je denkt dan over die leerkracht: ‘die trekt het zich niet aan’, maar eigenlijk moet je oppassen met zo’n uitspraken. - Ik denk dat daar een groot stuk waarheid in zit. Wij hebben een leerkracht Frans die tijdens de pauze telkens een half uur enkele leerlingen bijles geeft, zonder dat zij daar extra uren voor krijgt, gewoon om die leerlingen te helpen om erdoor te zijn. - Als je een lastige klas hebt, kan ik me voorstellen dat je niet veel moeite wil doen voor die leerlingen, omdat je weinig respect krijgt. Jullie hebben het nu vooral over herstel, als leerlingen niet kunnen volgen hen helpen. Maar wanneer er iets fout loopt, wanneer er een incident is in de klas, hoe wordt daar dan mee omgegaan? - Bij ons op school is er een heel systeem uitgewerkt rond pesten, met een pest-aanspreekpunt, waarbij in de eerste instantie geen sancties worden gegeven. Er wordt geprobeerd om het probleem met de klasgroep op de lossen zonder daarvoor sancties uit te delen. Pas als dat faalt wordt er over gegaan tot een sanctie. We proberen het eerst op te lossen via een gesprek. En dat doen we eigenlijk bij de meeste probleemsituaties in de klas.
pagina 9 > 15
Heb je het gevoel dat het werkt? Dat het probleem beter opgelost wordt en dat de situatie daarna echt hersteld is? - Ik heb nog niet zoveel referentie want ben pas sinds dit jaar pest-aanspreekpunt. In sommige gevallen lukt het heel goed op die manier, in andere iets minder. Maar ik denk dat het in ieder geval belangrijk is om het te proberen. Je hebt er zelf een beter gevoel bij - Wij hadden ook zo’n probleem in de klas dit jaar. En dat is zeer goed aangepakt door de school. De klas probeert er nu ook echt op te letten om het niet meer te doen. Hoe is het bij jullie aangepakt? - Wij hebben het samen met een leerkracht, de klastitularis en de hele klas besproken. Iedereen heeft zijn zegje kunnen doen. Zo kon iedereen zijn kant van het verhaal vertellen, waarom het gebeurt, wat er juist gebeurt, hoe zij dit zien, … Hebt u ook het gevoel dat die aanpak goed gewerkt heeft (tegen de leerkracht die mee de situatie opgelost heeft) - Het is niet eenvoudig om één manier te bepalen die werkt in alle pestsituaties. Het is nu zo dat die manier voor jullie klas goed gewerkt heeft, maar elk geval van pesten is totaal verschillend. Bij sommige pestsituaties kan het eventjes kort aanraken in een gesprekje al genoeg zijn om de boel te doen exploderen. Het is echt op eieren lopen. - Maar bij ons was het goed dat iedereen zijn zegje kon doen. Jij vond het vooral goed dat de zaken open besproken werden en dat alles open op tafel werd gelegd? - Ja - Bij ons in de klas zit een jongen met een lichte vorm van autisme. Hij zit al drie jaar bij ons in de klas en dit jaar is zijn begeleider uitleg komen geven over autisme, wat het juist is en waarom ze soms een beetje raar reageren, … Die jongen wordt niet gepest, hij wordt aanvaard, dus ik denk dat het preventief was. Moest hij ooit eens iets vreemd doen dan weten we waarom en hoe te reageren. Soms is hij ook weg uit de lessen. Nu weet onze klas waarom dat is. Vroeger was dat eerder verstopt, nu is het open en weet iedereen in de klas dat die jongen autisme heeft. Een andere vraag. Je hebt regels op school. Bijvoorbeeld als je drie keer te laat komt op school krijg je strafstudie, of als je drie keer een opmerking hebt gekregen tijdens de les word je buiten gezet. Worden die straffen gewoon uitgevoerd of komt de leerkracht nadien nog uitpraten? Worden de dingen ook nog besproken of krijg je enkel straf? - Wie drie keer te laat komt moet een gesprek hebben met iemand van de school. Daar wordt dan samen bekeken hoe het komt dat die leerling zo vaak te laat komt. Eventueel wordt de dienstregeling van de bus erbij genomen om te bekijken welke bus ze kunnen nemen en welke vooral te laat komt. Ook de ouders worden erbij betrokken, want zij moeten hun zoon of dochter dan soms iets vroeger afzetten aan de bushalte zodat ze een bus vroeger kunnen nemen. De afspraak is dan dat als je daarna nog een keer te laat komt, een vierde keer te laat dus, dat je dan de les niet meer binnenmag. Tenzij er een overhoring is. Dan mag de leerling binnen maar heeft hij of zij wel minder tijd om de toets te maken. Is het een onverwachte overhoring dan heeft de leerling nul. Omwille van onwettige afwezigheid. Enfin, de bedoeling is eigenlijk om het te laat komen, wat soms echt wel een probleem wordt, zeker het eerste lesuur, om dat tegen te gaan. En deze aanpak werkt wel beter dan zonder gesprek. Nu horen leerlingen ook waarom op tijd komen zo belangrijk is, en dat werkt gewoon veel beter dan ‘je moet nablijven’.
pagina 10 > 15
Dus het uitleggen waarom iets belangrijk is werkt wel. - Het is nog afwachten tot het einde van het schooljaar om te bepalen of dat we nu effectief bereiken wat we willen bereiken. Als de leerlingen nog evenveel te laat komen heeft het geen zin. Het kost ook veel tijd, die gesprekjes. - Ik wil graag even reageren. Persoonlijk zou ik het heel erg vinden als ze aan mijn punten zitten omdat ik te laat ben. Vooral in die mate zoals het bij jullie wordt toegepast. - Die nul bij die onverwachte overhoringen bedoel je? - Ja. Ik vind dat u op een heel strenge school lesgeeft. - Ja… ik weet het niet, Christophe misschien wil jij daarop reageren (is leerling van dezelfde school als leerkracht) - Ehm ja, nu persoonlijk ben ik nog nooit te laat gekomen. Ik vind dat er regels moeten zijn en als je regels overtreedt moet je de gevolgen maar dragen. Als je weet dat je een test hebt dan moet je eigenlijk al de reflex hebben om te zorgen dat je op tijd komt. Voor jou hoeft er geen praatje bij? - Nee, ik vind dat praten zeker mag. Als daardoor het aantal leerlingen dat te laat komt daalt, dan is dat heel goed. - Misschien moet ik dan zeggen dat wij op een nog strengere school zitten. Bij ons mag je de les niet meer in als je te laat komt, ook al is het de eerste keer. Wij hebben een soort regeling met toezichters aan de poort. Zij blijven daar staan tot de speelplaats leeg is. Wie nog binnenkomt op het moment dat er nog beweging is mag, mits een nota in de agenda, nog naar de les. Maar op het moment dat iedereen al binnen is, mag je niet meer naar de les. Dat komt misschien heel streng over, maar wij hebben daar wel het effect van gezien. Als je overhoring hebt mag je de les nog binnen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, we hebben dit jaar een winter gehad waarbij de bussen soms in de file stonden. Maar op een normale dag wordt er van jou verwacht dat je op tijd komt. - Het hangt ook af van de leerkracht. Er zijn leerkrachten waarvan ik weet: ‘als het die is, mag ik nog binnen’. Soms staan die van het secretariaat aan de poort en daarmee heb ik goed contact. Dan mag ik ook nog binnen. De ene leerkracht is strenger dan de andere. - Ik vind wel dat te laat komen wat strenger mag worden aangepakt. Bij ons is dat een strafstudie van 2 uurtjes. Dan denk je: ‘prima, dan kan ik mijn toetsen leren’. Toch vind ik niet dat ze aan je punten mogen zitten. Ik begrijp wel hoe het komt dat scholen dat doen. Wij hebben daar ook al eens misbruik van gemaakt. Het was aan het sneeuwen en de bussen waren toch allemaal te laat dus we zijn in het station blijven zitten. We hadden normaal het eerste uur een toets en we wisten dat die met zoveel telaatkomers toch niet ging doorgaan. - Er wordt wel heel erg gefocust nu op het ‘aan je punten zitten’. Het is enkel bij een onverwachte test dat er gevolgen zijn voor je punten. Heel simpel: als je geen test hebt mag je de les niet binnen. En of het nu onverwachte toets is of niet, dat weet je niet. - Maar je bent wel op school - Ja maar je bent te laat - Je kan toch niet iemand die 5 minuten te laat is op de gang zette voor de rest van het uur? - Dat zijn de regels. En dat zijn enkel consequenties voor leerlingen die herhaaldelijk te laat komen, die daarvoor ook al eens een gesprek hebben gehad. Het gaat om afwezigheden die niet gewettigd kunnen worden. Stelselmatig te laat komen.
pagina 11 > 15
Ik heb nog een vraag voor de leerkrachten. Als jullie leerlingen moeten straffen, geef je dan gewoon de straf of heb je ook nog een gesprek met die leerling? Als je bijvoorbeeld iemand buiten zet omdat hij de les stoort? - Sinds een paar jaar geef ik geen les meer en ben ik coördinator. Dan krijg je wel eens te maken met jongens en meisjes die een straf verdienen. Persoonlijk heb ik altijd het standpunt ingenomen ‘je straft niet zomaar’. Je roept niet iemand bij je en zegt dan ‘dit is je straf’. Ik vind dat iedereen recht heeft om zijn verhaal te doen. Ik streef er altijd naar om uit te leggen waarom een straf hier op zijn plaats is. Er volgt ook niet altijd een straf. Je moet niet voor alles een straf krijgen. Soms kan een goed gesprek meer doen. En als er een straf volgt vind ik dat je verplicht bent aan leerlingen om uit te leggen waarom en ook naar de leerling te luisteren wat zijn kant van het verhaal is. De leerling heeft recht op spreken. - Ik denk ook dat een goede preek meer effect heeft dan strafschrijven. We hebben het gisteren nog gemerkt in de les. De leerkracht heeft zich eens goed kwaad gemaakt en dat heeft meer effect dan wanneer een leerkacht zegt ‘buiten’ of ‘strafschrijven’. Wat is dan een goede preek? - Als iemand kwaad op je wordt heeft dat emotioneel meer effect. - Leerkrachten moeten durven boos worden. - Ik vind wel dat als een leerkracht straf geeft, hij zich daaraan moet houden. Wij hadden een leerkracht en bij hem moest je altijd strafschrijven. Sommige leerlingen schreven dan nog een sorry-brief extra, gewoon om te slijmen, en de volgende les deden die leerlingen gewoon weer verder. Dat vind ik niet kunnen. Als je straf geeft moet je voet bij stuk houden. - Nog één ding: ik vind die gesprekken wel belangrijk maar veel hangt af van de perceptie van de leerling. Je hebt leerlingen bij wie zo’n gesprekje effect heeft maar je hebt ook leerlingen die steeds hervallen. Dan heeft het op den duur geen zin meer om te praten. Het hangt er dus vanaf of de leerling openstaat voor dat gesprek - Ik denk wel dat het beter is dat één of enkele personen alle straffen opvolgen. Die weten dan of een leerling al bij meerdere leerkrachten is buitengesmeten of dat het de eerste keer is. Zij kunnen het gedrag van de leerling beter opvolgen. - Stel dat je iets mispeutert in de les godsdienst. Krijg je dan straf van de leraar godsdienst of van die ene persoon? En moet die dan uitleggen waarom je straf krijgt van de leraar godsdienst? - Dat hangt heel hard van de situatie af. Als het iets kleins is zou ik dat niet doen. - Ik wil nog even zeggen dat er bij ons op school een groot verschil is tussen de leerkrachten onderling. Er hangt veel af van de mentaliteit. Je zou kunnen spreken van de oude en de jonge garde maar zo is het niet altijd. Je hebt leerkrachten die openstaan voor een gesprek en er zijn anderen die dat niet doen. Die leerkrachten krijg je niet zover om een gesprek te voeren. - Dat is ook niet de bedoeling. Wij zijn ook maar mensen. Leerlingen zijn ook heel verschillend. Sommigen komen wel overeen, anderen niet, en bij de collega’s is dat hetzelfde. Dat is het eerste wat mij opviel toen ik ging werken. Je hebt collega’s van dezelfde leeftijd die er helemaal anders over denken, terwijl je collega’s van 50 hebt die net zoals jij denken. Dat is nu eenmaal zo. - Ja maar het maakt het soms moeilijk om het reglement toe te passen. Het maakt dat sommige leerkrachten zich eerder de boeman voelen omdat zij de regels eerder strikt toepassen? - Ook!
pagina 12 > 15
Is dat een pleidooi om te zorgen dat de regels voor alle leerkrachten aanvaardbaar zijn? - Ja toch wel. - Het maakt ook uit of het incident binnen de klas gebeurt. De ene leerkracht gaat dat op een heel andere manier oplossen dan de andere. Er zijn ook regels die niet binnen de klas maar voor de school gelden, zoals regels over te laat komen. Dat zou door iedereen op dezelfde manier moeten worden nageleefd. Er zijn nu eenmaal situaties die niet in een reglement staan en daarop reageren we allemaal anders. - Ik ben het er eigenlijk niet mee eens. Het is niet omdat een leerkracht regels niet toepast dat er daarvoor geen draagkracht is. Sommige leerkrachten zijn gewoon laks, punt. Die zijn bang. Ook al zijn ze het wel eens met de regels. Ik ken collega’s die angst hebben om te straffen. Ik straf zelfden of nooit, maar dat is niet omdat ik angst heb, wel omdat ik het op een andere manier aanpak. Soms ga je inderdaad regels niet naleven omdat je het er niet mee eens bent. Bijvoorbeeld: taalleerkrachten zijn het er niet mee eens dat een dt-fout een automatiseringsprobleem is bij dyslectici. Zij rekenen dt-fouten wel aan, hoewel er heel duidelijk in het reglement staat dat dit niet mag. Dat is geen kwestie van draagvlak of geen draagvlak, dat is gewoon een kwestie van ‘ik vind dat niet’. Je zit met een korps van 80 mensen met een eigen visie. We gaan door naar een volgend thema. We hebben het al heel veel gehad over leerlingen en leerkrachten, en wat hun rol kan zijn in een positief schoolklimaat. Zijn er nog andere mensen die daarin een rol kunnen spelen? - In de schoolraad zitten leerlingen, leerkrachten, directie, ouders en zelfs mensen uit de buurt. Ik vind het belangrijk dat zij daar allemaal zijn. Ze hebben toch allemaal iets met de school te maken? Neem nu die regel over niet roken in de vier straten rond de school. Ik kan me voorstellen dat de mensen uit de buurt dat belangrijk vinden en de regels daarover willen kennen. Jij hebt het over de mensen uit de buurt. Maar zijn er nog mensen op school die een rol spelen in hoe goed jij je voelt op school? - CLB. Vorige week is er een herstelgesprek doorgegaan in een klas waar het uit de hand was gelopen. Het was zeer chaotisch in de klas. De leerkracht gaf daarom vaak kritiek op de leerlingen. Daardoor werden de leerlingen boos werd hun gedrag nog erger. Het was een vicieuze cirkel. De spil van het 4e jaar heeft contact opgenomen met iemand van het CLB om een neutraal tussenpersoon te hebben. Tijdens het gesprek kon iedereen zijn frustraties op tafel leggen, met de bedoeling om het positief te eindigen. Dat werd zowel door leerlingen als leerkrachten als zeer zinvol ervaren. - Leerlingen zijn zich soms ook niet bewust van het effect van hun gedrag. Ik herinner mij een moedige leerkacht die zei: ‘mannen, je moet eens opletten als ik de klas binnenkom. Mijn schouders zijn opgetrokken, ik ben gespannen, en ik heb geen zin om leuke dingen te doen met jullie’. En hun verwijt was: ‘wij doen nooit leuke dingen’. Heel knap om te zien hoe ze elkaars standpunten ineens begrepen. Helpt het dat het een neutraal tussenpersoon is? - Ja dat vonden zowel leerlingen als leerkrachten belangrijk. Zijn er nog andere personen die een rol spelen? Ouders? - Bij ons is er een heel actieve ouderraad. Er staan’s morgens 2 mama’s aan de schoolpoort en die delen bonnetjes uit aan leerlingen die met fluovestje aan naar school komen. Die leerlingen maken kans op een filmticket. En dat geeft eigenlijk een tof gevoel om te weten dat de ouders zo betrokken zijn bij de school.
pagina 13 > 15
-
-
Bij mij de leerlingenraad. Als de leerlingenraad leuke dingen organiseert, en dat lukt goed, dan haal ik daar enorm veel voldoening uit. Dan kan ik echt met een goed gevoel thuiskomen. Scholen in de buurt. Wij zitten in een wijk met drie scholen en er waren problemen. In het begin van het jaar reed er constant politie door de straten. Bij aankomst op school telkens een politiewagen zien staan is niet echt fijn. Dus ik denk dat andere scholen in de buurt ook een rol spelen. Ik wil nog even reageren op wat iemand daarstraks vertelde, over een ‘spil’ op school, een tussenpersoon. Dat lijkt mij heel leuk… Ja
Misschien moet je even uitleggen wat het is. - Wij zijn met 6 spillen, en dat houdt in: leerlingen begeleiden, coördineren, tussenpersoon spelen tussen alle actoren die binnen de school werken. Wij houden dossiers bij, zitten de klassenraden voor, leiden de emotionele dossiers, … dat is heel boeiend. - En de leerlingenbegeleiding, zijn dat nog andere mensen? - Nee, dat hebben wij niet. Wij zijn een kleine school en krijgen er te weinig uren voor. Nog zoiets dat kan helpen: meer uren! Vinden jullie het als leerlingen belangrijk dat er op school iemand is bij wie je terecht kan? Of bespreek je problemen liever met vrienden? - Wij krijgen in het begin van het jaar een folder waarin staat bij welke leerkrachten we terecht kunnen voor welke problemen (leerproblemen, emotioneel, …). Dat staat trouwens ook in onze agenda. Ik denk wel dat het helpt. Wij hebben voor alle soorten problemen wel iemand waar we terecht kunnen, zowel mensen die je kent (leerkrachten) als mensen die je niet goed kent (CLB). - Toch is het heel erg dat er van overheidswege geen middelen voor beschikbaar zijn. Wij moeten dat als school maar doen en eigenlijk moet je het doen met leerlingenuren, waardoor de klassen groter worden, met alle gevolgen van dien voor positief schoolklimaat. Ook voor coördinatie, alles wat buiten de lesuren valt moet je met lesuren doen. Als je ruimte maakt om iemand vrij te stellen om leerlingen te helpen, krijgt iemand anders een grotere klas, waardoor het daar weer moeilijker loopt. - Dat is ook zo voor die begeleiding. De leerkracht Frans die tijdens de middag leerlingen bijles geeft… de vraag is: waar haal je de tijd? Wanneer heb je nog tijd om gewoon eens naar toilet te gaan? Ik kom soms ’s avonds thuis en dan denk ik: eindelijk kan ik gaan. Vanwege gezondheidsredenen zou het dus ook goed zijn om meer uren te krijgen. - Ik denk dat je die extra personen ook kan invullen door een klasuurtje. Wat doen jullie tijdens een klasuur? - Vertellen wat er op je lever ligt. En dat is heel goed voor de band in de klas. - Is dat één keer per week? Of één keer per maand? - Per maand. - Samen met de klastitularis. Die kent de klas ook het beste. - Bij ons is dat elke week. - En de leerlingen hebben geen uur extra les in de plaats? - Nee. - Dus dan gaat het van iemand anders zijn uren af?
pagina 14 > 15
-
Ja. Soms is het in een aula over een specifiek thema, soms is het met de klas alleen. Soms gaat het over een conflict in de klas, maar soms is het ook gewoon samen met de klas iets gaan doen.
Draagt het bij aan positief schoolklimaat? - Enorm. - En als leerkracht telt het mee in je urenpakket. - Ik zou dat niet erg vinden als dat een extra lesuur zou zijn… - Het klasuurtje was vroeger de mis van één keer per week. - Wij hadden dat in het eerste jaar. Dat heette SA, sociale attitude, maar we hebben daar naar mijn mening niet veel aan gehad. Wij moesten boekjes lezen en daar dan iets uit leren ofzo… maar het hangt vooral af van hoe een leerkracht dit aanpakt. De leerkracht die dat toen deed, deed dat niet graag en dat voelde je. We hebben nu geen klasuurtje meer, maar dat vind ik dus niet erg. Voor ons was dat een verspilling van tijd - Ik zie dat klasuurtje anders. Eeerder als een gesprek, en niet boekjes lezen. Een gesprek waarbij de hele klas met elkaar praat. - Ik zou het wel erg vinden om voor een klasuurtje een uur extra naar school te komen. Je moet zoiets ook niet verplichten. Er zijn klassen waar dat niet nodig is. Je kan dat ook zien per richting, in de humane worden die dingen sowieso al gedaan in de lessen gedragswetenschappen en cultuurwetenschappen. Als je daar dan nog eens een extra uur aan gaat besteden…dat is niet nodig
3. Conclusie We moeten afronden. Nog één vraag: als je na vandaag, na alles wat je gehoord hebt, één ding zou meenemen naar je school om het schoolklimaat te verbeteren, wat zou dat dan zijn? - Het klasuurtje invoeren - Voor mij ook - Klasuur en regels uitleggen - Proberen om als leerkracht te evolueren naar meer coach-rol, en het klasuurtje. En begeleiding communiceren via de agenda! Dat vond ik echt een goed idee. - Communicatie tussen leerlingen en leerkrachten - Gezag moet er zijn, terwijl veel leerkrachten denken dat leerlingen dit niet goed vinden Nog één ding: jullie hebben het misschien al gemerkt dat we tijdens het discussiesalon vooral gefocust hebben op zaken waar je vrij snel iets aan kan veranderen. Schoolinfrastructuur kan uiteraard ook bijdragen aan positief schoolklimaat, maar dat is allemaal erg lange termijn. We hebben er dus bewust voor gekozen om het te hebben over mensgebonden zaken, relationele aspecten, waar je meteen mee aan de slag kan gaan. Wij hebben ook heel wat dingen gehoord die nuttig zijn voor het beleid en die ga ik zeker meenemen. Het was heel erg leerrijk, bedankt. - Ik heb nog een vraag: welk puntje neemt u mee?
pagina 15 > 15
Ik denk het vraagstuk rond leerlingenbegeleiding. Ik vond het heel positief om van leerlingen te horen dat ze daar ook effectief iets aan hebben. Daarnaast neem ik mee wat er gezegd is over regels, dat het belangrijk is dat ze uitgelegd worden. Ik denk dat zoiets heel vaak vergeten wordt.