> CONFLICTEN OP SCHOOL Verslag discussiesalon Inspraakdag 2015 Vlaams Parlement – 2 maart 2015 (10u15 – 12u00) < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon -instellingen - deze lijn wordt niet afgedrukt >
Aantal deelnemers Luisteraars Moderator: Verslag:
21 leerlingen en 5 leerkrachten CLB GO!, Departement Onderwijs (2) Evy (VSK) en Chris Vleugels (Kinderrechtencommissariaat) Adelina (VSK-stagiair) en Evy (VSK)
Aanwezige scholen vandaag: Atheneum Brussel, Abdijschool van Zevenkerken Sint-Andries, Sint-Bavohumaniora Gent, SintAlbertuscollege Haasrode, Sint-Martinusscholen - Walfergem, Koninklijk Atheneum Koekelberg, Leiepoort - Sint-Hendrik Deinze, Francesco-Paviljoen Herentals, Sint-Jozefscollege Aalst, Koninklijk Atheneum Tielt, KTA II Tongeren, Leiepoort - Sint-Theresia Deinze, KTA Wollemarkt Mechelen, Hoger Instituut voor Verpleegkunde Sint-Elisabeth, Leiepoort - Sint-Vincentius Deinze, Koninklijk Atheneum Roeselare, Sint-Ursula-instituut Wilrijk, WICO Sint-Maria Neerpelt, KTA Brasschaat, Atheneum Plus Campus van Veldeke Hasselt, Stedelijk Kunstistituut Gent, KOSH Wolstraat, Ursulinen Mechelen, KA Emmanuel Hiel Schaarbeek, Imelda Instituut Brussel, Mater Dei Sint-Pieters-Woluwe, College O.-L.-V.-Ten-Doorn Eeklo & Atheneum De Tandem Eeklo.
Dit discussiesalon vond plaats op de Inspraakdag van de Vlaamse Scholierenkoepel. Op deze dag gingen 100 scholieren met elkaar en met beleidsmakers in gesprek over onderwijs(beleid). 1
Inleiding
VSK en het Kinderrechtencommissariaat (KRC) stellen zichzelf voor als organisatie. Vervolgens leggen we uit wat we verstaan onder conflicten op school. In deze workshop is dat: de leerling (of een groep van leerlingen) die een conflict heeft met schoolpersoneel. Dat kan een leerkracht zijn, de directie, iemand van het onderhoudspersoneel … 2
Jullie ervaringen met conflicten op school
De leerlingen worden ingedeeld in groepjes en bedenken samen voorbeelden van conflicten die ze zelf hebben ervaren op school. Evy en Chris delen de meningen onder in verschillende ‘soorten’ conflicten. Deze voorbeelden van conflicten werden gegeven door de deelnemers: 1) Over taken en punten:
De leerkracht heeft me expres ‘gebuisd’
De leerkracht verdenkt me ervan een taak te hebben overgeschreven omdat een familielid dat ook al eens deed
Een leerkracht die veel te moeilijke toetsen geeft en de lat veel te hoog wil leggen
Toen ik overstapte van richting, was er een misverstand met een leerkracht: hij dacht dat ik niet gemotiveerd was, en negeerde me daardoor of gaf me op mijn kop
2) Over gezag:
We spelen een kat en muisspel met de toezichter van de refter, een beetje ‘uitdagen’ Een conflict met de conciërge over de tafels afkuisen in de refter dat escaleert
pagina 2 > 5
Leerkracht scheldt leerlingen uit, er worden ook wel eens persoonlijke dingen gezegd in zo’n conflict om te kwetsen
Een leerkracht geeft seksistische opmerkingen
3) Over schoolregels:
Conflict met een leerkracht die niet volgens de methode van onze school wou lesgeven
Het schoolreglement is niet duidelijk en dat geeft stress
Dit is wat de leerlingen ervaren bij die conflicten: Leerkrachten moeten zich aanpassen aan de ‘cultuur’ (methode) van de school Leerlingen moeten hun gedacht kunnen zeggen. Nu is het nog teveel zo dat de leerkracht altijd gelijk krijgt > ze luisteren niet naar ons, de directeur geeft de leerkrachten altijd gelijk en dat is echt niet correct Bij ‘slecht gedrag’ word je soms buiten de klas gezet en doorverwezen naar de leerlingenbegeleider. Het is niet altijd makkelijk of mogelijk om het probleem meteen op te lossen in de klas. Klasgesprekken kunnen helpen om iets uit te praten met een leerkracht Leerlingen moeten mee zorg dragen voor de school (bv. taken in de refter), dat vinden we normaal Regels zijn vaak onduidelijk: bij de ene leerkracht kan je dat proberen, bij de andere niet. Leerkrachten hebben ook hun eigen regels, en dat zorgt voor verwarring bij de leerlingen Leerkrachten moeten het conflict stopzetten, en moeten dan leren aan de jongeren hoe ze zelf moeten omgaan met conflicten Er moet een goed evenwicht zijn tussen gezag doen naleven en zich inleven in situatie van de leerlingen (een beetje flexibel zijn is nodig) Leerlingen kennen hun schoolreglement vaak niet, of de school wijzigt nog dingen doorheen het jaar die we niet kunnen weten Het is fijn als de school een vast systeem hanteert rond regels naleven Het ligt er vaak aan of de leerkracht je ‘af’ kan, of je een sanctie krijgt of niet. Leerkrachten zeggen dat elk van hen de dingen anders interpreteert > het is daarom zo moeilijk om een systeem te vinden waarin iedereen gelijk wordt behandeld. 3
Oplossingen bedenken
De leerlingen krijgen rollenkaartjes van directie, leerkracht, leerling en ouder. Zij bespreken een conflict dat daarnet is aangehaald en gaan samen op zoek naar een oplossing. Dit vinden leerlingen belangrijk bij het oplossen van conflicten
De directie moet beide verhalen horen en zoeken naar oorzaken van het conflict. Daar moet tijd voor gemaakt worden.
Iedereen moet samen zitten: directie, ouders, leerkrachten, leerlingen > iedereen moet de waarheid kennen en heeft het recht om zich te verdedigen: eerlijkheid is belangrijk
Directie is niet de juiste bemiddelaar, dat moet iemand onafhankelijk zijn. Maar een goede directeur moet wel in staat zijn om te bemiddelen. Directie moet er niet altijd bijgehaald worden, want dan ondermijn je het gezag van bv. de opvoeder
pagina 3 > 5
Op klassenraden moet er een systeem zijn waardoor alle leerlingen gelijk worden beoordeeld
Gesprek moet rustig kunnen verlopen. Dus na de les apart nemen is een beter idee dan in de klas oververhit te reageren.
Leerlingen moeten elkaar wat ondersteunen en sussen als er een conflict losbarst
Leerkrachten krijgen soms achteraf wel naar hun voeten, maar daar zijn leerlingen natuurlijk niet bij geholpen De ouders mogen er wel bijgehaald worden als leerlingen zich slecht gedragen. Maar ze moeten er enkel bijgehaald worden als dat iets zal uithalen. Leerlingbegeleiding kan een tussenpersoon zijn
Iedereen moet open staan voor een oplossing
4
Mening van scholieren over bestaande ‘aanpakken’
Scholen zijn ook op zoek naar de juiste aanpak van conflicten. Daarvoor gebruiken ze al verschillende manieren. Iedereen mag zijn mening over die manieren geven in een schrijfgesprek: 1. De volgkaart Wat is het? Een volgkaart is een kaart waarop concrete afspraken staan die van een leerling worden verwacht. De volgkaart kan er voor elke leerling dus anders uit zien. Elk lesuur moet de leerling zijn kaart laten ondertekenen door de leerkracht. De leerkracht duidt aan welke afspraken werden geschonden. Op een vast moment levert de leerling de kaart in. Er wordt nagegaan wat er goed loopt en waar nog aan gewerkt moet worden. Een leerling kan een volgkaart krijgen voor een week of enkele opeenvolgende weken. Wat vind je er GOED aan?
Wat vind je er NIET GOED aan?
Je krijgt rechtstreeks feedback
Er is soms geen resultaat
Omdat het elke les opnieuw is, doe je extra je best
Dat wordt niet opgevolgd
Afspraken zijn meetbaar en haalbaar
Het zijn een beperkt aantal afspraken zodat de leerlingen weten wat verwacht wordt en ze zo een gedrag aangeleerd krijgen
Bij ons krijgen we sneller een klassikale volgkaart (<> ‘daar heb ik geen goede ervaringen mee’)
2. Het gedragscontract Wat is het? Een gedragscontract (of begeleidingscontract of samenwerkingscontract) wordt gemaakt in de vorm van positief geformuleerde afspraken. Bijvoorbeeld: De leerling is elke dag aanwezig op school voor de bel gaat. De bedoeling van het contract is dat de leerling gaat nadenken over zijn gedrag en zichzelf ook regels gaat opleggen.
pagina 4 > 5
De leerling kan rekenen op hulp en begeleiding door de school. Er worden ook evaluatiemomenten voorzien, na zo’n moment kan er beslist worden om het contract stop te zetten. Meestal staat in het contract dat de tuchtprocedure kan worden opgestart, als het contract niet goed wordt nageleefd. Wat vind je er GOED aan?
Wat vind je er NIET GOED aan?
Je blijft kansen geven aan leerlingen om zichzelf te veranderen
Je wordt hier niet zelfstandig van
Dit legt te veel de schuld bij de leerlingen alleen
Je kan verschillende contracten krijgen
Soms zijn ze te streng
Werkt tijdens de contractperiode alleen
3. Het herstelgesprek Wat is het? Bij conflicten gebeurt het dat een leerling of iemand van het schoolpersoneel ‘schade’ heeft opgelopen, zich gekwetst voelt. In een (vrijwillig) herstelgesprek wordt nagegaan hoe de schade best hersteld kan worden. Ook wordt er geprobeerd om samen te zoeken naar hoe de relatie hersteld kan worden. ‘Dader’ en ‘slachtoffer’ krijgen de kans om samen uit te zoeken hoe het terug oké wordt tussen hen, hoe opnieuw vertrouwen kan opgebouwd worden. Het gesprek wordt meestal begeleid door een moderator (iemand van de school of iemand van buitenaf). Als voorbereiding op die gesprekken, zal de moderator als eens apart gaan praten met de dader en het slachtoffer. Wat vind je er GOED aan?
Wat vind je er NIET GOED aan?
Er is iemand bij om het niet te laten escaleren
Niet iedereen wordt gehoord
Er wordt altijd een oplossing gezocht
Zorgt soms voor discussie
Je kan zeggen wat op je lever ligt
4. Een vertrouwensleerkracht Wat is het? De vertrouwensleerkracht staat ter beschikking van leerlingen die een persoonlijk gesprek willen. Zit de leerling met een probleem of wil hij in vertrouwen iets vertellen of melden, dan kan de leerling terecht bij de vertrouwensleerkracht. Er is ruimte voor een babbel, een gesprek, advies of het opstarten van verdere begeleiding. Wat vind je er GOED aan?
Wat vind je er NIET GOED aan?
Leerkrachten kunnen niet of nauwelijks tijd maken om met elke leerling met een probleem te praten
Elke leerling wil iemand anders in vertrouwen nemen
Je kan bij iemand terecht
pagina 5 > 5
5. Een vertrouwensleerling Wat is het? Vertrouwensleerlingen zijn leerlingen die zich op hun eigen school ter beschikking stellen als vertrouwenspersoon voor andere leerlingen. Ze luisteren, geven advies en denken mee na over oplossingen. Soms hebben ze een apart lokaaltje om die gesprekken te voeren. Soms lopen ze gewoon rond op de speelplaats (met een opvallende trui aan). De vertrouwensleerlingen krijgen vaak een (korte) opleiding, en iemand van de leerkrachten begeleidt hen als ze zelf vragen hebben. Wat vind je er GOED aan?
Wat vind je er NIET GOED aan?
Door gelijke leeftijd zijn begrip en vertrouwen groot
Leerlingen moeten hier tijd in willen steken
Begrijpen elkaar beter
Soms kunnen leerlingen niet overeen komen
Ze ondervinden mss hetzelfde probleem en dat maakt het makkelijker
Leerling kan deel worden van het conflict
Psychologische belasting voor leerlingen?
Je geeft leerlingen verantwoordelijkheid
Toegankelijk want leerlingen kunnen geen sancties geven
Er is opleiding nodig!
6. Time-out Wat is het? Leerlingen (tussen 12 en 18 jaar) die grote moeilijkheden veroorzaken op school of helemaal gedemotiveerd zijn, worden uit de school gehaald en apart begeleid. Het doel is hen zo terug op de schoolbanken te krijgen. Er zijn twee soorten time-outs, een kortdurende (5 tot 10 dagen) en een langdurige (3 tot 6 opeenvolgende weken). Het programma bestaat uit activiteiten, zowel individuele dingen als in groep met andere time-out leerlingen. Soms loopt dit ook in combinatie met herstelgerichte activiteiten: dader en slachtoffer ontmoeten elkaar dan. Wat vind je er GOED aan?
Wat vind je er NIET GOED aan?
Iedereen krijgt een eerlijke kans, starten met een wit blad
Ook time-out is preventief
Rust en inzien dat je fout zat
Je mist sociale contacten
Leerling krijgt tijd om aan het probleemgedrag te werken
Soms moeilijk om nadien terug in de klas te zitten (aanvaarding door andere lln)
Erna is het niet aangenaam in de les
Is goed voor de leerling
Het wordt moeilijk om terug in de klas te komen
5
Slot
Jullie input gaat zeker gebruikt worden door VSK en het Kinderrechtencommissariaat. Bedankt voor jullie meningen en ideeën!