Schoolgids Christelijk Positief schoolklimaat Ondernemend leren

Schoolgids 2015-2016

 Christelijk  Positief schoolklimaat  Ondernemend leren

CBS De Lichtbaak - Amstelstraat 14b - 9406 TH Assen - tel. 0592-354150 [email protected] - www.delichtbaak.nl

Pagina |2

Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van Christelijke Basisschool De Lichtbaak. Deze schoolgids is gepubliceerd met instemming van de Medezeggenschapsraad en is bedoeld als een eerste kennismaking met onze school. Een veilige, sfeervolle en moderne school. Als uw kind 4 jaar wordt, als u bent verhuisd of door andere omstandigheden op zoek bent naar een basisschool, staat u voor een belangrijke keuze. Een keuze die mede bepalend zal zijn voor de algehele ontwikkeling van uw kind. Een school is natuurlijk niet alleen een plek waar kinderen zich cognitief ontwikkelen, maar waar ook alle andere ontwikkelingsgebieden ruimschoots aan bod komen. Op De Lichtbaak kijken we dan ook altijd naar de ontwikkelingsbehoefte van uw kind. Voor ons staat het kind centraal. Niet alleen de leerprestaties, maar de ontwikkeling van het hele kind. De persoonlijke benadering naar kinderen, naar ouders en naar elkaar hebben wij dan ook hoog in het vaandel staan. Hierdoor gaan kinderen met meer plezier naar school, kunnen ze succesvol zijn en groei ervaren. Waar hun talenten ook liggen. Scholen verschillen in hun manier van werken, in sfeer en in de keuzes die ze maken. Ze verschillen ook in kwaliteit. In de schoolgids beschrijven wij op welke manier wij onderwijs geven en hoe wij continu werken aan kwaliteitsverbetering, want De Lichtbaak is doorlopend in ontwikkeling. Om goed en gedegen onderwijs te verzorgen, vindt er regelmatig overleg plaats tussen teamleden, laten wij ons regelmatig scholen en hebben wij aandacht voor de feedback die wij van u en uw kinderen krijgen. In deze schoolgids kunt u lezen wat onze manier van werken is. Waar wij recentelijk mee bezig zijn geweest en wat we aan beleidsvoornemens hebben. Daarnaast zijn er tal van zaken die jaarlijks aan verandering onderhevig zijn. Denkt u bijvoorbeeld aan schoolvakanties, de groepsindeling en de activiteitenkalender. In deze schoolgids verwijzen wij daarom regelmatig naar informatie op onze website: www.delichtbaak.nl. Hiermee voorkomen we dat we u als lezer gedateerde of onjuiste gegevens verstrekken. Als u na het lezen van deze schoolgids behoefte heeft aan een persoonlijke kennismaking, maakt u dan gerust een afspraak. Wij maken graag tijd voor u vrij! Uw kind is bij de kennismaking uiteraard van harte welkom. Ook voor ouders die al één of meer kinderen bij ons op school hebben zitten, is deze schoolgids van belang. Aan hen leggen we verantwoording af over onze manier van werken en over de resultaten die de kinderen op onze school behalen. Wij hopen dat u de schoolgids met veel plezier zult lezen en wensen u en uw kind(eren) een fijne schoolperiode toe! Vriendelijke groeten namens het team van CBS De Lichtbaak, Ronald Middelbos (directeur) Petra Oldenbeuving - Dekter (adjunct-directeur)

Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

Pagina |3

Inhoudsopgave Voorwoord

2

1.0

7

2.

3

Onze school

1.1

Naam, adres en telefoonnummer

7

1.2

De omgeving en de geschiedenis van het gebouw

7

1.3

De schoolgrootte

7

Waar staat de school voor?

7

2.1

De visie en missie van onze school

8

2.2

Christelijke identiteit

8

2.3

Positief schoolklimaat

9

2.4

Ondernemend leren

9

2.5

Kwaliteitsbeleid en borging

9

2.6

Wat hebben we het afgelopen jaar gedaan?

10

2.7

Ons toekomstperspectief a.d.h.v. onze drie pijlers voor de komende 4 jaar Ondernemend leren Positief schoolklimaat Christelijke identiteit

10 10 11 11

2.8

Plannen voor het schooljaar 2015-2016

11

De organisatie van de school

12

3.1

COG Drenthe

12

3.2

Raad van Toezicht en College van Bestuur

13

3.3

Donateur worden van de stichting COG Drenthe

13

3.4

De steunstichting

13

3.5

Professionals werkzaam op De Lichtbaak 3.5.1 De directie van de school 3.5.2 Meerschoolse Intern Begeleider (MIB ‘er) 3.5.3 Groepsleerkrachten 3.5.4 Vakleerkrachten 3.5.5 OICT ‘er (Onderwijskundig Informatie-en communicatietechnieker) 3.5.6 Onderwijsondersteunend personeel

14 14 14 14 14 14 15

3.6

Stagiaires

15

3.7

Vervanging bij ziekte

15

3.8

Veiligheid en arbeidsomstandigheden

15

3.9

Schooltijden en pauzes

15

3.10

Aantal uren onderwijs per jaar per groep

16

3.11

Schoolvakanties en andere vrije dagen

16

3.12

Het aanmelden van uw kind

16

3.13

Leerplicht

16

3.14

Verlof

17

3.15

Maatregelen om schoolverzuim tegen te gaan (ziekteverzuimprotocol)

17


Pagina |4

4.

3.16

Schorsing en verwijdering Incidentenregistratie Schorsing Verwijdering

18 18 18 18

3.17

Tussenschoolse opvang

18

3.18

Naschoolse opvang

18

3.19

Schoolarts – Jeugdgezondheidszorg

18

3.20

Logopedie

19

3.21

Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

19

3.22

Schoolmaatschappelijk werk

19

3.23

Schoolverzekering voor kinderen

19

3.24

Activiteiten- en vrijwillige bijdrage

19

3.25

Foto- en filmopnamen

20

3.26

Burgerschap en integratie

20

3.27

Het voortgezet onderwijs

21

3.28

Sociale Media

21

Het onderwijs

22

4.1

Wat leren kinderen (leerstofaanbod) Leerstofaanbod t.o.v. het voortgezet onderwijs Breed aanbod kennis, vaardigheden en houding Cursorisch aanbod Thematisch aanbod

22 22 22 22 22

4.2

Vakspecifieke leerstofinhoud Taal Lezen Rekenen en wiskunde Wereldoriëntatie Engelse taal Expressieactiviteiten Godsdienstige vorming ICT Bewegingsonderwijs

23 23 23 23 23 24 24 24 25 25

4.3

Het jonge kind groep 1 en 2 (Praktische zaken) Leren in groep 1 en 2 Spel Taken Brengen en halen van de kinderen van groep 1 en 2 Jassen Naam in kleding Fruit eten Postvakje Spel- en gymles Verjaardagen Uw kind laten ophalen Spelletjesmiddag Naam schrijven Rapporten

25 25 25 26 26 26 26 26 26 26 26 27 27 27 27

4.4

Didactisch handelen Instructie

27 27 Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

Pagina |5

4.5

5.

6.

Het zelfstandig werken GIP-model (Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht) Coöperatief leren Differentiatie

28 28 28 28

Pedagogisch klimaat – Een veilige omgeving Wat is Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS)? De kern van de SWPBS aanpak Onze aanpak voor fysieke en psychische veiligheid van leerlingen op schoolbreed niveau Hoe ziet onze Pestpreventie binnen SWPBS eruit? De samenwerking met ouders De vertrouwenspersoon Het programma Pestpreventie SWPBS De Stop – Loop – Praat routine Actief toezicht houden Aanpak in geval van pesten

29 29 29 30 30 30 31 31 31 32 33

4.5.1

Op schoolniveau

34

4.5.2

Op groepsniveau

35

4.5.3

Toetsen: Het Leerling Volg Systeem (L.V.S)

35

4.5.4

Schoolkeuze groep 8

35

4.5.5

Dyslexie

36

4.5.6

Onderwijs aan zieke kinderen

36

4.6

Praktische zaken die een rol spelen op De Lichtbaak Gevonden voorwerpen Drents Verkeersveiligheidslabel Luizenbrigade Schoolfotograaf Boekenpret Feesten Gymnastiek Huiswerk Inloop Kidsbieb Oudercontract Trakteren Zieke leerlingen

36 36 36 36 37 37 37 37 38 38 38 38 38 38

4.7

Activiteiten buiten schooltijd

39

4.8

Uitstroomgegevens

39

4.9

Geplande leertijd per vakgebied

39

De zorg van onze leerlingen

40

5.1

Meer- en/of hoogbegaafde leerlingen

40

5.2

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

41

5.3

Het onderwijskundig rapport

41

5.4

Zorg richting het Voortgezet Onderwijs Digitale Plaatsingswijzer Begeleiding naar het voortgezet onderwijs

41 41 41

De ouders

43

6.1

Het belang van de betrokkenheid van de ouders

43

6.2

De informatievoorziening aan ouders

43


Pagina |6

7.

8.

Ouderbetrokkenheidscommissie Meekijken in de groep Koffietijd Lichtbaak café Verwachtingsgesprekken en voortgangsgesprekken MR en OR Open ochtend Ouderinformatiepunt Website en digitale weekbrief Ouderbezoek

43 43 44 44 44 44 44 45 45 45

6.3

De inzet van de ouders De ouderraad Verkeersouders Klassenouder Luizenbrigade

45 45 45 45 46

6.4

Medezeggenschap

46

6.5

Medezeggenschapsraad (MR)

46

6.6

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

46

6.7

Kind(eren) van gescheiden ouders

46

Beleid

47

7.1

Beleid

47

7.2

Sponsoring

47

7.3

Klachtenregeling

47

Nawoord

49

Bijlage 1: Oudercontract

50


Pagina |7

1.0 Onze school 1.1

Naam, adres en telefoonnummer

‘De Lichtbaak’ is een christelijke basisschool voor kinderen van 4 tot en met 12/13 jaar. Het adres van de school is : Amstelstraat 14b, 9406 TH Assen Telefoonnummer : 0592 - 354150 E-mail : [email protected] Website : www.delichtbaak.nl en/of www.delichtbaak.cogdrenthe.nl

1.2

De omgeving en de geschiedenis van het gebouw

CBS De Lichtbaak is een van de gebruikers van de MFA Pittelo. Deze Multifunctionele accommodatie is centraal gelegen in de wijk Pittelo. Het gebouw ligt in een rustige omgeving en heeft een ruim aangelegd plein. De meeste leerlingen wonen in Pittelo en in de Lariks. Voor de leerlingen uit de wijken Noorderpark en Lariks is de school goed bereikbaar via fietspaden en fietstunnels.

1.3

De schoolgrootte

CBS De Lichtbaak is een middelgrote school. We hebben 8 groepen met ongeveer 180 leerlingen.


Pagina |8

2. Waar staat de school voor? 2.1

De visie en missie van onze school

Visie – Onze opdracht

Het team van CBS De Lichtbaak begeleidt de kinderen om toekomstgerichte vaardigheden, moed en vertrouwen te vinden en te gebruiken om de toekomst te ontmoeten en mede vorm te geven.

Missie

De Lichtbaak is een ondernemende school die kinderen binnen een uitdagende leeromgeving onderwijs van hoge kwaliteit biedt, en die kinderen in een veilige leefomgeving, geïnspireerd op Bijbelse waarden, op respectvolle wijze leert omgaan met de ander.



 





CBS De Lichtbaak is een Christelijke school. Wij leven en werken vanuit ons geloof en de Bijbel. Jezus zien wij als levensbron. Omdat ieder kind uniek is, willen we zoveel mogelijk rekening houden met de verschillende mogelijkheden en behoeften van ieder kind. Op De Lichtbaak streven we er naar dat leerlingen de school ervaren als een veilige omgeving. Er gelden herkenbare waarden en normen en er is respect voor verschillen. Er wordt resultaatgericht gewerkt aan kennisvermeerdering en de ontwikkeling van een persoonlijkheid. In een uitdagende leeromgeving streven we naar maximale kennisverwerving en wordt door leerlingen zelfstandig gewerkt. In hun ontwikkeling tussen 4 en 12/13 jaar worden leerlingen gestimuleerd al hun talenten te verkennen en uit te groeien tot evenwichtige persoonlijkheden. Alles is erop gericht dat leerlingen aan het einde van groep 8 de school verlaten als jonge persoonlijkheden met voldoende intellectuele bagage om zich in het voortgezet onderwijs verder te kunnen ontwikkelen. De leerlingen zijn na 8 jaar onderwijs op De Lichtbaak gegroeid van een afhankelijke kleuter naar een tiener die weerbaar is, zich bewust is van zijn omgeving en zelfstandig kan denken, relaties kan aangaan, samen kan werken, verantwoordelijkheid kan dragen en zelf problemen kan oplossen.

Dit vraagt van de leerkrachten op De Lichtbaak dat ze inspirerend zijn en vaardig als onderwijsprofessionals die kennis hebben van de principes van ’leren’ en adequaat weten in te spelen op de (veranderende) belevingswereld van kinderen. De leerkrachten zijn kritisch op zichzelf en hun eigen functioneren. Leerkrachten op De Lichtbaak laten herkenbaar voorbeeldgedrag zien en leren zelf ook door het leren van de kinderen. Het team van leerkrachten voelt zich samen met de ouders verantwoordelijk voor een goed opvoedingsklimaat op school. De visie en missie krijgen vorm binnen onze drie pijlers cq. identiteiten: Christelijk, Ondernemend leren en een positief schoolklimaat.

2.2

Christelijke identiteit

De Lichtbaak is een christelijke school, die deel uitmaakt van de Christelijke Onderwijs Groep Drenthe. Op de Lichtbaak zitten leerlingen van verschillende christelijke kerkgenootschappen. Ook niet- en andersgelovigen, zoals moslims maken deel uit van de leerlingenpopulatie. De bijbel is de leidraad voor de Lichtbaak. Wij gaan er van uit, dat ouder(s) achter de keuze staan voor het volgen van christelijk onderwijs en alle activiteiten die daarmee samenhangen. Op het aanmeldingsformulier wordt aan de ouders gevraagd met deze identiteitsgerichte activiteiten in te stemmen en deze te ondersteunen. De naam van onze school heeft alles te maken met onze levensbeschouwelijke identiteit. De Lichtbaak is een Christelijke basisschool. De naam LICHTBAAK - ‘licht dat als baken dient’. Als leerlingen er datgene leren, wat in hun verdere leven als baken of richtlijn kan dienen om in ‘goed vaarwater’ te blijven, dan is hun school een goede school. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

Pagina |9 Op de Lichtbaak gaan we uit van de christelijke waarden en normen. Samen met de leerlingen proberen te ontdekken wat de verhalen uit de bijbel ons te zeggen hebben met betrekking tot ons leven vandaag de dag. Anders gelovigen worden gerespecteerd en er is ruimte en aandacht voor hun beleving.

2.3

Positief schoolklimaat

Om goed te kunnen leren heb je een positief schoolklimaat nodig. Daarvoor hebben we met ouders en leerkrachten de volgende drie kernwaarden vastgesteld: respect, verantwoordelijkheid en waardering. Ouders, kinderen en team werken samen aan het versterken van deze kernwaarden. De kinderen krijgen ondersteuning bij het aanleren van positief gedrag. Wij werken daarvoor met SWPBS (schoolwide positive behavior support). Zie 4.5 Pedagogisch klimaat. We geven lessen in gedragsverwachtingen en middels een systeem van positieve bekrachtiging versterken we het schoolklimaat.

2.4

Ondernemend leren

Ondernemen heeft alles te maken met uitdagingen durven aangaan. Durven bestaat niet zonder angst. Vandaar dat ons team uw kind eerst leert op zichzelf te vertrouwen in een veilige omgeving, waarin de nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. Pas als uw kind zich prettig voelt, durft het initiatieven te nemen, waardoor ontwikkeling plaatsvindt. Onder ondernemerschap verstaan wij iemands vermogen om ideeën in daden om te zetten. Het omvat creativiteit, initiatief, verantwoordelijkheid, alsook het vermogen om te plannen en projecten te beheren om doelstellingen te bereiken. Een ondernemende houding helpt iedereen in het dagelijks leven en is essentieel voor een optimale persoonlijke ontwikkeling. We geven het ondernemend leren vooral vorm binnen het werken met thema’s op de middagen. Wij werken met de kinderen aan de volgende toekomst gerichte vaardigheden ( 21st Century Skills): 1. De kinderen hebben zicht in eigen kunnen en in de eigen talenten 2. De kinderen zijn mediavaardig 3. De kinderen zijn sociaalvaardig 4. De kinderen kunnen organiseren 5. De kinderen kunnen onderzoeken 6. De kinderen kunnen het maximale uit zichzelf halen

2.5

Kwaliteitsbeleid en borging

Jaarlijks bekijken directie, team, MR en bestuur welke veranderingen er doorgevoerd moeten worden ter verbetering van het functioneren van onze school in al haar aspecten. Hiervoor wordt een vierjarenplan opgesteld: het schoolplan. Per onderwerp staat daarin beschreven wat we ieder afzonderlijk jaar willen bereiken, wanneer we dat doen en wie er verantwoordelijk voor is. Door de jaarlijkse evaluatie met het gehele team blijven we alert op onze verbeterpunten. We leggen onze resultaten en afspraken vast en stellen eventuele verbeterpunten bij. Indien nodig volgt het hele team of een aantal leerkrachten scholing. Daarbij leveren in- en externe kanalen ons informatie voor nieuwe verbeterpunten. Interne kwaliteitscontrole Eens per vier jaar voeren we een tevredenheidpeiling over de school uit. Hiervoor gebruiken wij het instrument “Scholen met Succes”. De leerkrachten, ouders en kinderen beoordelen kritisch alle onderdelen van de school. Uit deze uitkomsten halen wij o.a. verbeteronderwerpen voor de komende vier jaren. De verbeterpunten worden in het schoolplan opgenomen. Externe kwaliteitscontrole Eens per vier jaar wordt onze school bezocht door de inspecteur. Als er aanleiding voor is, kan de inspecteur ook tussentijds de school bezoeken. Redenen voor een tussentijds bezoek kunnen zijn: tegenvallende resultaten, klachten van ouders, een verzoek van het College van Bestuur of gewoon een steekproef.


P a g i n a | 10 De kwaliteitszorg binnen De Lichtbaak kan op verschillende niveaus worden ingedeeld: op schoolniveau, op groepsniveau, op leerkrachtniveau en op leerling niveau. Op alle niveaus wordt een systematisch en cyclisch systeem gebruikt om de kwaliteit van ons onderwijs op peil te houden en constant te verbeteren. Zowel interne als externe kanalen leveren ons informatie voor nieuwe verbeterpunten: Interne kwaliteitscontrole: Eens per vier jaar voeren we een quickscan (meting) van de school uit. Hiervoor gebruiken wij o.a. het instrument Werken Met Kwaliteitskaarten (WMK). De leerkrachten beoordelen kritisch de gekozen onderdelen van de school. Uit deze uitkomst halen we de verbeteronderwerpen voor de komende vier jaren. Ook vragen we ouders en leerlingen om de enquête “Scholen met succes” in te vullen. De uitkomsten hiervan worden als verbeterpunten in het schoolplan opgenomen. Twee keer per jaar maakt het team tijdens een evaluatievergadering een analyse van de opbrengsten. Aan het eind van het jaar vindt er tevens een school eindevaluatie plaats op de onderdelen: onderwijsinhoudelijk, communicatie, directie, leerkrachten en identiteit. Daarnaast wordt het daaraan gekoppelde plan van aanpak van de afgelopen periode geëvalueerd en een nieuw plan samen gemaakt. Alle bevindingen worden gebundeld binnen de management rapportage (MARAP) en besproken binnen het team en de MR alvorens deze naar het CvB wordt verstuurd. Externe kwaliteitscontrole: Eens per vier jaar wordt onze school bezocht door de inspecteur. Als er aanleiding voor is, kan de inspecteur ook tussentijds de school bezoeken. Redenen voor een tussentijds bezoek kunnen zijn: tegenvallende resultaten, klachten van ouders of op verzoek van het College van Bestuur. Uit deze bezoeken komen aanbevelingen naar voren die we verwerken in onze verbeterpunten.

2.6

Wat hebben we het afgelopen jaar gedaan?

Hierbij een greep uit de zaken die we het afgelopen jaren hebben gerealiseerd.  We hebben ons schoolklimaat zichtbaar en meetbaar positiever gemaakt door o.a. het tweede jaar op het gebied van PBS af te ronden en de daaraan gekoppelde activiteiten uit te voeren. Zo hebben we de kinderen de gedragsverwachtingen in de groep aangeleerd. We hebben een nieuw gedragsregistratie systeem “SWISS” in gebruik genomen. We hebben in het hele pand de gedragsverwachtingen visueel gemaakt.  We hebben een volgende stap gezet in het Ondernemend leren. o Er is beschreven op welke wijze we met elkaar vorm geven aan ons thematisch onderwijs. o We hebben beschreven op welke wijze we kinderen zelfstandiger, verantwoordelijker en meer betrokken gaan krijgen bij hun persoonlijke ontwikkeling.  We hebben een nieuwe rekenmethode “De wereld in getallen” aangeschaft.  We hebben de nieuwe taalmethode “Taal Actief” geïmplementeerd.  In groep 8 werken alle kinderen met Ipads.  Ons eigen ICT netwerk is vernieuwd.  We hebben een methode onafhankelijke toets voor woordenschat ingevoerd.  We hebben de eerste stappen gezet voor een schoolplein waar beter op gespeeld kan worden.  Er is een werkgroep gestart die onderzoek doet naar of en hoe Andere schooltijden in te voeren.

2.7

Ons toekomstperspectief a.d.h.v. onze drie pijlers voor de komende 4 jaar

Ondernemend leren Over 4 jaar zie je op De Lichtbaak bewuste en verantwoordelijke kinderen. Kinderen die eigenaar zijn geworden van hun eigen leerproces en die zelf stappen ondernemen om zo goed mogelijk tot ontwikkeling te komen. In de ochtend wordt er duidelijk anders lesgegeven, dan in de middag. In de ochtenden zijn kinderen bezig de vaardigheden van de vakken rekenen, taal, spelling en lezen eigen te maken. Er wordt op vaste tijden instructies van deze vakken gegeven. Hierdoor is het mogelijk, dat een kind in een andere groep instructie van een bepaald vakgebied zou kunnen volgen. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 11 In de groepen zijn de klassendoelen duidelijk zichtbaar. Naast de klassendoelen hebben alle kinderen persoonlijke doelen, waar zij aan werken in de week. Beide doelen worden door de kinderen zelf ingevuld op een leeg weekplan. De kinderen hebben overzicht en zijn zelf verantwoordelijk voor hun te behalen doelen. Hierdoor zijn de kinderen gemotiveerd en zie je succesvolle kinderen. Je ziet kinderen, die alles uit zichzelf willen halen. Alle doelen, die ontwikkeld moeten worden, zijn zichtbaar op een dag- of weekplan. Kinderen kunnen hier mee werken en hebben overzicht. Zij kunnen hun werk organiseren en halen hierdoor de gestelde doelen. Er vinden elke dag kind-gesprekken plaats. Hiermee wordt er gekeken aan welk persoonlijk doel het kind gaat werken. Tevens worden er door deze gesprekken de vaardigheden die een kind goed kan duidelijk en wordt duidelijk welke vaardigheden er nog ontwikkeld moeten worden. In de middag wordt er thematisch gewerkt. Hierin worden alle vaardigheden, die de kinderen in de ochtenden hebben geleerd, toegepast. Tevens zie je tijdens het thematisch werken, dat er een koppeling wordt gemaakt met techniek, koken, tekenen, handvaardigheid, OICT en waar mogelijk met muziek. Tijdens het thematisch werken zijn er klassenen persoonlijke doelen, die behaald moeten worden. De klassendoelen zijn ook zichtbaar in de klassen aanwezig, samen met de criteria voor succes. In de klas is het duidelijk aan welk thema er gewerkt wordt. Er is een presentatietafel aanwezig. Ouders of andere buitenstaanders worden gevraagd om iets te komen vertellen en er worden uitstapjes gemaakt, die te maken hebben met het thema. Een project wordt minimaal 2x in het jaar groot afgesloten. Ouders, opa’s en oma’s, kinderen van de school worden uitgenodigd om te komen kijken. De kinderen zijn mediavaardig. Hierdoor kunnen zij naast hun persoonlijke doelen, onderwerpen die aansluiten bij het thematisch werken onderzoeken. Er is een plan, waarin per jaar beschreven staat, wat de kinderen op het gebied van OICT dat jaar aangeleerd krijgen. Tijdens deze thema’s kunnen de kinderen hun eigen kunnen verder ontwikkelen. Tevens staat het onderzoeken en organiseren centraal. Kinderen reflecteren op het gemaakte werk. Kinderen zijn trots op het werk, dat zij geleverd hebben. Kinderen zijn zich bewust, dat zij op school zitten om te leren. Zij willen het maximale uit zichzelf halen. Positief schoolklimaat Over 4 jaar zie je op De Lichtbaak een positief schoolklimaat. Door het hele gebouw zijn de gedragsen verwachtingsregels duidelijk zichtbaar. Kinderen weten wat er van hen verwacht wordt. Er wordt gewerkt vanuit de drie kernwaarden: verantwoordelijkheid, waardering en respect. Elke week wordt er een PBS les gegeven. Leerkrachten spreken kinderen aan op hun positieve gedrag in de dagelijkse lessen. Er wordt hard gewerkt aan groepsvorming. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar. Er vinden kringgesprekken plaats. Een kind heeft de moed en het vertrouwen om zijn mening te geven. Er wordt veel samengewerkt. Elke dag zijn er coöperatieve werkvormen te zien. Niet alleen in de eigen groep, maar ook groep doorbrekend. De kinderen zijn sociaalvaardig. Je ziet kinderen elkaar helpen. Kinderen zijn aanwezig bij de rapportgesprekken (voortgangsgesprekken). Zij hebben de moed en het vertrouwen om hierin aan te geven wat zij afgelopen periode ontwikkeld hebben en nog verder moeten en willen ontwikkelen. Hierdoor zie je zelfverzekerde individuen en verantwoordelijke en bewuste kinderen van school gaan. Christelijke identiteit Over vier jaar zie je op De Lichtbaak een doorgaande lijn op het gebied van onze Christelijke identiteit. In alle groepen worden er minimaal twee Bijbelverhalen per week verteld en hier wordt met de kinderen over gesproken. Tevens zie je in alle groepen, dat er aan het begin en het einde van de dag gebeden wordt. Er vinden weekopeningen plaats. Hierbij heeft elke groep minimaal twee keer per jaar de verantwoordelijkheid.

2.8

Plannen voor het schooljaar 2015-2016

Onderwijskundig      

Verbeteren van ondernemend leren (thematisch onderwijs koppelen aan Kunst & Cultuur) Verbeteren van betrokkenheid van kinderen (kindgesprekken, coöperatieve werkvormen) Verbeteren van de zelfstandigheid van de kinderen (Invoeren doorgaande lijn zelfstandig werken) Verbeteren van het positief schoolklimaat (verminderen pestgedrag, rust in de school) Aanbod meerbegaafde en hoogbegaagde leerlingen in de klassen verbeteren/ uitbreiden Aanscherpen toepassing IGDI model in de klassen – invoeren coöperatieve werkvormen Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 12        

Opbrengsten begrijpend lezen verbeteren Opbrengsten woordenschat verbeteren Opstellen cultuurbeleidsplan Opstellen taalbeleidsplan Versterking inzet digitale leermiddelen Verbeteren doorgaande lijn van groep 2 naar 3 Aanschaf methode Engels Bouw van een nieuwe website met een ouderportaal

Gebouw/ beheer 

Versterken samenwerking kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en buurtschool om te komen tot Educatief Kindcentrum

Financiën 

Bijstellen investeringsplan onderwijsleerpakket (OLP)

Personeel 

Professionaliteit leerkrachten vergroten - d.m.v. flitsbezoeken, feedback, scholing, IGDI en GIP Scholing op het gebied van ict Collegiale consultatie a.d.h.v. GIP/IGDI en thematisch werken

 

Een uitgebreide versie van de plannen voor het schooljaar 2015-2016 staat beschreven in de rapportage die door de MR is goedgekeurd.

3 De organisatie van de school 3.1

COG Drenthe

Onze school bevindt zich onder de paraplu van de stichting COG Drenthe. De Christelijke Onderwijsgroep Drenthe heeft 19 scholen onder haar verantwoordelijkheid in 4 Drentse gemeenten, te weten de gemeenten Assen, Aa en Hunze, Noordenveld en Midden-Drenthe. In totaal bezoeken circa 3800 leerlingen de scholen. De scholen variëren van grote stedelijke scholen tot kleine plattelandsscholen. Aangesloten zijn bij een stichting heeft voordelen, het komt de kwaliteit en de ontwikkelingsmogelijkheden van onze school ten goede. Alle geledingen binnen COG Drenthe, te weten Personeel, Directieleden, College van Bestuur (CvB), Medezeggenschapsraden, de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) en de Raad van Toezicht (RvT) zetten zich in, ieder op zijn eigen gebied, om goed onderwijs te realiseren en de school bestaanszekerheid te geven. Er is een bestuursbureau waar het CvB is gehuisvest, ondersteund door stafmedewerkers en een secretariaat. COG Drenthe heeft scholen met elk een eigen onderwijsconcept. Meer informatie vindt u via www.cogdrenthe.nl Christelijke Onderwijsgroep Drenthe (COG Drenthe) C Staat voor het Christelijk onderwijs als basis van de stichting O

Staat voor kwalitatief goed Onderwijs

G

Staat voor Groep, de stichting bestaat uit verschillende scholen met een eigen karakter.

Kenmerken van onderwijs  

COG Drenthe organiseert onderwijs vanuit een christelijke levensvisie. COG Drenthe wil met alle scholen aan ouders en verzorgers kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden ten behoeve van hun kinderen. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 13       

3.2

COG Drenthe scholen richten het onderwijs zodanig in dat rekening wordt gehouden met het multiculturele karakter van de samenleving. Op alle COG Drenthe scholen staan eigen kwaliteiten van de individuele leerlingen centraal. Alle COG Drenthe scholen leveren een bijdrage aan een zo hoog mogelijk ontwikkelingsniveau van hun leerlingen. COG Drenthe scholen dragen zorg voor het verhogen van de onderwijskansen van kinderen uit minder kansrijke situaties. Alle COG Drenthe scholen hebben een geïntegreerd ICT onderwijsleerpakket. Het concept Brede School wordt binnen de COG Drenthe scholen serieus besproken om samenhang in diverse maatschappelijke ontwikkelingen te brengen. COG Drenthe heeft scholen met elke een eigen onderwijsconcept.

Raad van Toezicht en College van Bestuur

COG Drenthe is een stichting, bestaande uit een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. De Raad van Toezicht van COG Drenthe bestaat uit 5 personen. Voorzitter:

dhr. D. A. de Waard

Leden:

Het College van Bestuur gevormd door: Voorzitter: dhr. A. Velthuis Lid: dhr. G.J. de Vos

3.3

dhr. dhr. dhr. dhr.

J. Koster O. Koops J. Bloem E. Engelen

Donateur worden van de stichting COG Drenthe

COG Drenthe stelt de betrokkenheid van ouders en andere belangstellenden zeer op prijs. Indien u donateur wilt worden van de stichting, kunt u een mail sturen aan [email protected]. Er geldt een minimale bijdrage € 10,00. Alle donateurs worden twee keer per jaar via het COG-bulletin geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen COG Drenthe.

3.4

De steunstichting

Elke school binnen COG Drenthe heeft een steunstichting. Deze stichting beheert alle private bankrekeningen van de school. De ouderbijdragen worden geboekt op een private bankrekening en vallen als zodanig ook onder de stichting. Het bestuur bestaat uit drie leden waarvan er tenminste twee ouder/verzorger zijn van een ingeschreven leerling van de school. Het bestuur benoemt zijn leden uit bindende voordrachten van de ouderraad. De zittingsduur is drie jaar. In onderstaand schema is de organisatiestructuur van COG Drenthe af te lezen:


P a g i n a | 14

3.5

Professionals werkzaam op De Lichtbaak

Het team van De Lichtbaak bestaat naast leerkrachten en directie uit onderwijsassistenten, intern begeleider, en een vakleerkracht gymnastiek uit nog meer mensen met een specifieke functie welke wij hieronder verder toelichten. De leeftijden variëren van begin twintig tot eind vijftig. De leeftijden en ervaringen als leerkracht zijn gevarieerd en evenwichtig verdeeld. Veel leerkrachten werken parttime en vormen samen met hun duopartner een team voor de groep. In bijna alle groepen wordt daardoor lesgegeven door twee leerkrachten, wat wij zien als een waardevol voordeel. De dubbele inbreng aan kennis en inzicht levert een waardevolle aanvulling. Daar waar mogelijk proberen duopartners elkaar te vervangen bij ziekte of afwezigheid. 3.5.1

De directie van de school

De directie wordt gevormd door de directeur dhr. R. Middelbos en de adjunct-directeur mevr. P. Oldenbeuving - Dekter. De directie is eindverantwoordelijke voor al hetgeen in de school plaatsvindt. Dit houdt verschillende verantwoordelijkheden in, namelijk: alle onderwijsinhoudelijke aspecten, de zorg en aandacht voor de kinderen en de organisatie van de school. De directie is uiteraard ook eindverantwoordelijk voor het financiële en personeelsbeleid. De directie onderhoudt contacten met de ouders/verzorgers en een groot deel van de bij het onderwijs betrokken instanties. Verder draagt de directie zorg voor het bovenschools opgestelde beleid. 3.5.2

Meerschoolse Intern Begeleider (MIB ‘er)

De MIB ‘er is een leerkracht bij ons op school met een speciale opleiding en een specifieke taak: Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en het coördineren van de leerlingenzorg. De eigen leerkracht en de MIB ‘er bespreken regelmatig de vorderingen van alle leerlingen. Leerlingen die extra zorg nodig hebben blijven in beeld. Afspraken over het leerstofaanbod en actiepunten worden in een groepsplan opgeschreven. De leerkracht is verantwoordelijk voor het aanbieden van de aangepaste leerstof. De MIB ‘er werkt ook op een andere school van COG Drenthe, vandaar de naam Meerschoolse Intern Begeleider. Mevr. B. Geugies is de MIB ‘er van CBS De Lichtbaak. 3.5.3

Groepsleerkrachten

De belangrijkste mensen in de school zijn de leerkrachten. Zij geven het onderwijs. Met hun pedagogische en didactische kennis zijn zij degenen die ervoor zorgen dat uw kind zich ontwikkelt tot een zelfstandig 12-jarig kind dat de basisvaardigheden beheerst om straks op een passende plaats in het voortgezet onderwijs verder te leren. Daarnaast hebben leerkrachten ook taken buiten de lesuren op schoolniveau. Denk hierbij aan deelname aan de medezeggenschapsraad, overleg met de MIB ‘er, contacten met ouders/verzorgers, contacten met andere scholen, begeleiden bij sportdagen etc. Van leerkrachten wordt bovendien verwacht dat ze hun deskundigheid op peil houden. 3.5.4

Vakleerkrachten

De school heeft een vakleerkracht voor bewegingsonderwijs, dhr. J. Nieuwenhuis. Hij verzorgt op maandag de gymlessen en de Motorisch Remedial Teaching (MRT). De andere momenten wordt de gymles verzorgd door de eigen leerkracht. 3.5.5 OICT ‘er (Onderwijskundig Informatie-en communicatietechnieker) De OICT-er is samen met de directie en het team verantwoordelijk voor het computeronderwijs op onze school. In het ICT-plan staat beschreven hoe wij op school ICT inzetten bij de lessen en wat onze beleidsvoornemens voor de komende periode zijn. De OICT-er blijft door scholing en deelname aan werkgroepen op de hoogte van de onderwijskundige ontwikkelingen op ICT gebied. Een belangrijke taak binnen de school is het begeleiden, stimuleren en inspireren van leerkrachten bij de inzet van ICT en multimedia in de les.


P a g i n a | 15

3.5.6

Onderwijsondersteunend personeel

Conciërge Het schoolteam is blij met de ondersteuning van de conciërge. Op de Lichtbaak hebben we ook een conciërge tot onze beschikking. Dhr. R. Bos is iedere donderdag en vrijdag aanwezig en daarnaast om de week op woensdag. Administratieve kracht De administratieve kracht te weten mw. J. Pfeiffer is twee dagdelen op de school aanwezig om de administratieve zaken af te handelen. Zij is voor de directie een belangrijke ondersteuner. Onderwijsassistenten In de school zijn 3 onderwijsassistenten actief. De onderwijsassistenten houden zich in alle groepen bezig met NT2 onderwijs en voor ondersteuning in de algemene zin.

3.6

Stagiaires

De Lichtbaak is een opleidingsschool voor stagiaires. We leiden samen met de PABO studenten op. Daarvoor is één van de leerkrachten Basisschoolcoach. Deze leerkracht werkt samen met een docent van de PABO. In de eerste plaats vinden wij dat aanstaande leerkrachten en onderwijsassistenten de mogelijkheid moeten krijgen hun opgedane kennis in de praktijk te verrijken en wij willen ze daar graag in begeleiden. Het zijn immers de leerkrachten van de toekomst! Ten tweede zorgen wij ervoor dat veel studenten met ons onderwijs in contact komen, onderwijs waarvan wij overtuigd zijn dat het van hoge kwaliteit is. Ten derde brengen studenten de school heel veel. De jonge mensen werken inspirerend en houden je fris, ze moeten naast opdrachten vanuit hun opleiding veel praktijkervaring opdoen en deze geven wij ze. Veelal zetten wij studenten in om leerlingen en leerkrachten zo veel mogelijk extra ondersteuning te bieden. Er zijn extra handen in de klas!

3.7

Vervanging bij ziekte

Bij ziekte van een leerkracht wordt er een beroep gedaan op een invalkracht. Als er geen invalkracht beschikbaar is, spant de directie zich in om een andere oplossing te vinden. Is er geen passende oplossing te vinden, dan zullen de kinderen in het uiterste geval naar huis worden gestuurd. Ouders krijgen minstens een dag van tevoren hierover schriftelijk bericht.

3.8

Veiligheid en arbeidsomstandigheden

Als school willen wij de veiligheid voor kinderen, leerkrachten en ouders garanderen. Hiervoor wordt regelmatig een risico-inventarisatie en evaluatie, RI&E, uitgevoerd. Er wordt dan gekeken naar de veiligheid van het gebouw, het meubilair en de arbeidsomstandigheden. De verbeterpunten uit de RI&E, die in het plan van aanpak staan, nemen wij serieus. Op onze school is een aantal leerkrachten geschoold als bedrijfshulpverlener. Ook oefenen wij meerdere keren per jaar het ontruimingsplan. Daarnaast willen wij allen die bij school zijn betrokken, een sociaal-emotionele veiligheid bieden. Hiervoor hebben we een anti-pestbeleid ingevoerd. Bovendien geldt er een gedragsprotocol voor zowel leerkrachten als leerlingen van COG Drenthe. Tijdens de lessen besteden we regelmatig aandacht aan de sociale omgang met elkaar.

3.9

Schooltijden en pauzes

De ouders van de leerlingen van de groepen 1 t/m 4 mogen om 8.20 uur en om 12.50 uur met hun kind mee naar binnen tot 8.35 uur en 13.05 uur. Er is de mogelijkheid om met de leerkracht te spreken of bijvoorbeeld het werk van hun kind te bekijken. Inloop voor groep 4 gaat tot aan de herfstvakantie. Daarna gaan de kinderen zelfstandig naar binnen. Wij willen dat de lessen op tijd van start gaan. Daarom zal er voor aanvang van de lessen twee keer gebeld worden. Op die manier kunnen wij onnodig verlies van onderwijstijd tegengaan. Bij de eerste bel gaan de kinderen zich opstellen in een rij op de afgesproken plek. De leerkracht haalt ze daar vandaan en gaat met ze naar binnen. De lessen beginnen om 8.30 uur en de deur gaat dicht. We verwachten alle leerlingen voor 8.30 uur in de groep! Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 16 Groep 1 t/m 4 Groep 5 t/m 8 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 8.30 – 12.15 vrij 8.30 – 12.15 vrij 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 8.30 – 11.45 vrij 8.30 – 11.45 13.00 – 15.15 Groep 1 vrij I.v.m. de beschikbare ruimte op het schoolplein hebben we de pauzetijden aangepast. De ochtendpauze is voor een deel v.d. groepen van 10.00 tot 10.15 uur en voor de andere groepen van 10.20 tot 10.35 uur. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

Pauze Elke morgen is er een pauze van een kwartier. Het is voor uw kind dan prettig om even iets te eten en/of te drinken. Wij vragen u om hiervoor te zorgen. Geef bij voorkeur een boterham of een stuk fruit aan uw kind mee. Hier zitten de voedingstoffen in die goed voor hen zijn. Liever geen snoep. Voor kinderen in groep 1 en 2 graag geschild en gesneden fruit in een bakje meegeven. De onderbouwgroepen spelen op hun eigen plein. De midden- en bovenbouw spelen samen op het plein achter de school. Alle leerkrachten houden toezicht tijdens de pauze en er is gelegenheid tot interactie en spel.

3.10

Aantal uren onderwijs per jaar per groep

Alle groepen voldoen aan de minimumonderwijstijd die de kinderen wettelijk op jaarbasis dienen te ontvangen. Voor de groepen 1 t/m 4 is dat 3.520 uur lestijd in de loop van de 4 schooljaren. Voor de bovenbouwgroepen is dat 1.000 uur lestijd per schooljaar per groep.

3.11

Schoolvakanties en andere vrije dagen

Vakanties en vrije dagen vindt u op onze website en in de weekbrieven. Studiedagen die onder schooltijd plaatsvinden, gaan nooit ten koste van het lesprogramma, aangezien wettelijk is vastgesteld hoeveel uren er per jaar lesgegeven moet worden. Met deze norm wordt rekening gehouden bij de vaststelling van het vakantierooster. Het vakantierooster is gebaseerd op de ministeriële richtlijnen. Zonder toestemming vooraf is het niet mogelijk om hiervan af te wijken.

3.12

Het aanmelden van uw kind

Als u uw kind voor de jenaplanafdeling wilt aanmelden, kunt u met de directeur een afspraak maken voor een oriënterend gesprek. Tijdens dit gesprek kunt u gericht vragen stellen over de school. U krijgt bovendien een rondleiding, zodat u zich een beeld kunt vormen van de sfeer op school en de inrichting van ons gebouw. De directie kan bepalen of een aanmeldformulier direct wordt meegegeven of dat een vervolgafspraak wordt gepland. In dit gesprek zal de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de mogelijkheden van de school verder verkend worden. De mib’er kan bij dit gesprek worden uitgenodigd. Voordat uw kind 4 jaar wordt, kan hij of zij een aantal dagdelen komen wennen. De leerkracht van de onderbouw komt vooraf bij u op huisbezoek voor een kennismakingsgesprek met u en uw kind. Door verhuizing en/of verandering van school stromen er ook tussentijds kinderen in. Hiervoor geldt een soortgelijke aanmeldingsprocedure. Daarnaast stuurt de toeleverende school ons een onderwijskundig rapport. Aansluitend zal altijd overleg met de huidige school van uw kind plaatsvinden. Met de gegevens hiervan kunnen wij ervoor zorgen dat de overgang zo soepel mogelijk verloopt.

3.13

Leerplicht

Kinderen die de basisschool bezoeken, zijn vanaf hun 5e jaar leerplichtig. Dit houdt in dat zij verplicht zijn de lessen op school te bezoeken. Alleen bij ziekte en enkele bijzondere gelegenheden kan een leerling verlof toegewezen krijgen. Uiteraard zorgt u er als ouder voor dat uw kind op tijd op school aanwezig is. Verzuim wordt door ons geregistreerd en gemeld aan de leerplichtambtenaar. Frequent te laat komen valt ook onder verzuim.


P a g i n a | 17

3.14

Verlof

In de leerplichtwet staat dat ouders ervoor moeten zorgen dat hun kinderen naar school gaan. Zomaar wegblijven mag niet. De gemeente heeft de taak dat te controleren. Er zijn gebeurtenissen waarvoor u extra verlof kan aanvragen. Denk hierbij aan verhuizing, huwelijk of overlijden. Het verlofformulier kunt u downloaden via onze website of afhalen bij de administratie. Verlof kan uitsluitend toegekend worden door de directie. Het is niet mogelijk om extra verlof aan te vragen om op vakantie te gaan. Een uitzondering vormt de situatie waarbij extra vakantieverlof verleend wordt op grond van de specifieke aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers. Op onze website vindt u het formulier voor de verlofaanvraag. Als u zonder toestemming uw kind thuishoudt of zonder bericht eerder op vakantie gaat, zijn wij verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar. Het gevolg kan zijn dat er een proces-verbaal tegen u opgemaakt wordt op grond waarvan de rechtbank u een boete kan opleggen.

3.15

Maatregelen om schoolverzuim tegen te gaan (ziekteverzuimprotocol)

Als uw kind ziek is of om andere redenen de school niet kan bezoeken, dan horen we dit graag vóór aanvang van de lessen. Als een kind binnen een uur na aanvang van de lessen, zonder dat hiervan melding is gemaakt, niet op school aanwezig is, wordt contact met u opgenomen. We maken ons dan ongerust over het wegblijven van uw kind. Dagelijks wordt de aan- of afwezigheid van de leerlingen geregistreerd. Als school zien wij uw kind het liefst snel fit en gezond terug in de groep, want lang ziekteverzuim kan de ontwikkeling van uw zoon of dochter in de weg staan. Al heeft het herstel soms natuurlijk wat meer tijd nodig. Om ouders en kinderen op tijd bij te staan en terugkeer naar school zo goed mogelijk te begeleiden, geldt op alle Drentse scholen dezelfde aanpak bij ziekteverzuim. Hieronder volgt een opsomming van de stappen van het ziekteverzuimprotocol die we nemen als school na ziekmelding van uw kind:  U meldt uw kind ziek bij de administratie.  Deze ziekmelding zetten wij in ons computersysteem.  Binnen een week bellen wij u om te vragen hoe het gaat en hoe lang u denkt dat het duurt voor uw kind beter is en terugkomt naar school.  Is uw kind vijf dagen of langer achter elkaar ziek, of voor de tweede keer in drie maanden? Dan volgt er een (telefonisch) verzuimgesprek.  Is uw kind tien dagen achter elkaar ziek thuis en is het nog onbekend wat er aan de hand is en wanneer uw kind weer op school is, dan nemen wij contact op met de jeugdarts. Dit kan ook eerder, maar in ieder geval na drie keer ziek melden in drie maanden en vanaf 10 ziektedagen.  Maken wij ons zorgen om uw kind en willen we daarom graag de mening van de jeugdarts, dan stellen wij u hiervan op de hoogte.  De jeugdarts roept u en uw kind op. Mocht u niet kunnen komen op het gevraagde tijdstip, meldt u zich dan wel even af. Doet u dat niet, dan geeft de jeugdarts dit door aan de school. En wij zijn weer verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar van uw woongemeente.  De jeugdarts zoekt samen met u en uw kind een oplossing voor het ziekteverzuim en kijkt wat u wel kunt.  Binnen drie weken bericht de arts ons over het onderzoek, binnen de grenzen van het beroepsgeheim.  Is uw zoon of dochter ziek thuis, maar kennen wij op school de reden hiervoor niet en is er dus sprake van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim, dan melden wij dit bij de leerplichtambtenaar. Wettelijk moeten wij dit doen vanaf zestien uur vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim in vier weken.  De leerplichtambtenaar start dan een leerplichtonderzoek, en maakt soms ook de stap naar de rechter.  Tijdens een ziekteperiode ondersteunen wij u en uw kind zo goed mogelijk om een snelle terugkeer naar school mogelijk te maken. Hiervoor maken wij afspraken met u over de datum van terugkeer, de leerstof, en de begeleiding door de mentor of groepsleerkracht. Heeft u nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. Het volledige ziekteverzuimprotocol ligt op school ter inzage. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 18

3.16

Schorsing en verwijdering

Schorsing en verwijdering zijn zeer ingrijpende maatregelen om ernstig wangedrag bij te sturen. Deze maatregelen zullen alleen indien noodzakelijk en bij uitzondering plaatsvinden. We zullen hier uiterst zorgvuldig mee omgaan. Vanzelfsprekend zullen wij u bij ongewenst gedrag zo spoedig mogelijk informeren en in goed overleg met u trachten het gedrag van uw kind bij te stellen. Het inschakelen van professionele hulp kan een onderdeel zijn van ons advies.

Incidentenregistratie De school heeft een protocol Incidentregistratie. We houden een registratiesysteem bij van incidenten in SWIS. We belonen positief gedrag en zijn daarnaast heel duidelijk in de stappen die we zetten bij negatief gedrag dan wel incidenten. Bij het veroorzaken van een incident krijgt de leerling en zijn ouders een waarschuwing in de vorm van een gele kaart. Na een tweede gele kaart volgt er een rode (schorsing) en mogelijk daarna nog een rode kaart (verwijdering) Het protocol ligt op school ter inzage . Schorsing Een leerling kan voor ten hoogste vijf aaneengesloten schooldagen door het College van Bestuur worden geschorst. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk en met opgave van redenen meegedeeld. Ouders kunnen bezwaar maken tegen de schorsing. Bij schorsing langer dan één dag wordt de inspectie op de hoogte gesteld. Onder schorsing wordt verstaan dat de toegang tot de school tijdelijk is ontzegd. Dit betekent dat de leerling tijdelijk geen lessen mag volgen. Voordat een leerling op school terugkeert, worden vooraf afspraken gemaakt om nieuwe problemen te voorkomen. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Verwijdering Definitieve verwijdering van een leerling gebeurt uitsluitend door het College van Bestuur na overleg met de directeur. De ouders worden daarvan schriftelijk, met opgave van redenen op de hoogte gebracht. Het College van Bestuur stelt de ouders in de gelegenheid om gehoord te worden. Zowel de afdeling Leerplicht als de Onderwijsinspectie worden in kennis gesteld van de voorgenomen verwijdering. Het College van Bestuur heeft zorgplicht om binnen tien weken een andere passende voorziening voor de leerling te vinden. Voor de volledigheid merken wij op dat niet slechts het gedrag van de leerling zelf, maar ook het gedrag van de ouder(s) reden kan zijn om een leerling van school te verwijderen. Het document ‘Aanmelding, toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen’ ligt op school ter inzage.

3.17

Tussenschoolse opvang

Voor de tussenschoolse opvang (het overblijven) heeft De Kloostertuin een regeling getroffen met Kinderdagverblijf Pinokkio. Uiteraard kunt u er ook voor kiezen gebruik te maken van een andere aanbieder van tussenschoolse opvang.

3.18

Naschoolse opvang

In navolging van de wetgeving rond de buitenschoolse opvang biedt onze school in samenwerking met Kinderdagverblijf Pinokkio de mogelijkheid tot vooren naschoolse opvang. Op school is een folder verkrijgbaar met meer informatie.

3.19

Schoolarts – Jeugdgezondheidszorg

De schoolarts/schoolverpleegkundige bezoekt onze school tweemaal per jaar. Tijdens het eerste bezoek worden de kinderen van groep 7 volledig medisch onderzocht. Tijdens het tweede bezoek worden de kinderen van groep 1 en 2 onderzocht. Voor groep 1 betekent dit het controleren van oren en ogen en voor groep 2 een volledig medisch onderzoek en een onderzoek naar de motoriek. Een afspraak maken voor het spreekuur kan via onderstaand telefoonnummer of e-mailadres. Vermeld in de e-mail altijd de naam, de geboortedatum en de school van de leerling. 088-2460246 (ma-vr 08.00 - 16.00 uur) [email protected]


P a g i n a | 19

3.20

Logopedie

De gemeente Assen heeft een aantal logopedistes in dienst die op de basisscholen werkzaam zijn. Op onze school worden alle leerlingen van groep 2 gescreend. Daarnaast worden nieuwe leerlingen en kinderen uit andere groepen die op de controlelijst staan, door de logopediste gezien. Ook kunnen leerlingen van groep 1 tot en met groep 8 op verzoek van de ouders en/of de leerkracht worden onderzocht. Waar let een logopediste zoal op?  juiste uitspraak van letters en klanken  ademhaling  vloeiende uitspraak  taalbegrip en taalgebruik  luistervaardigheid en gehoor  stemgebruik  mondbeweging

3.21

Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

Heeft u ook weleens een vraag over opgroeien en opvoeden? Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kunnen alle inwoners terecht met vragen over opgroeien en opvoeden, voor advies, voorlichting en ondersteuning. Het CJG is er om makkelijk en snel een antwoord te vinden op vragen over opvoeden en opgroeien. Als het kan, krijgt u direct antwoord, advies of ondersteuning. En als dat niet kan, helpt het CJG u meteen aan het juiste adres. Waar vindt u het CJG? U kunt het CJG mailen, bellen en bezoeken. Op de website van het CJG vindt u veel informatie en antwoord op veel gestelde vragen. Elke gemeente heeft een CJG. Surf voor meer informatie naar www.cjgassen.nl. U vindt hier de openingstijden, CJG-locaties en hoe u het CJG kunt bereiken.

3.22

Schoolmaatschappelijk werk

Iedereen krijgt weleens met problemen te maken. Dat hoort bij het leven. Vaak helpt het als u erover praat met familie, buren of vrienden. Maar het kan zijn dat u er samen niet uitkomt, of dat er niemand is met wie u erover durft te praten. In zo’n geval kunt u altijd gebruik maken van de deskundige hulp van het algemeen maatschappelijk werk. Noordermaat verzorgt onder meer in Assen het algemeen maatschappelijk werk en op deze school het schoolmaatschappelijk werk. Hulp van het maatschappelijk werk is kosteloos. U kunt er zonder verwijsbriefje terecht. Meer informatie vindt u op www.noordermaat.nl

3.23

Schoolverzekering voor kinderen

Jaarlijks sluit het schoolbestuur een collectieve schoolverzekering af voor alle kinderen. Uw kind is dan verzekerd bij ongevallen die plaatsvinden tijdens de schooluren, op weg van en naar school en tijdens excursies en schoolreizen. Voor tandheelkundige zaken zijn de kinderen niet door ons verzekerd. Raadpleeg eerst uw eigen ziektekostenpolis of uw verzekeraar. De school verwacht dat alle ouders een WA-verzekering hebben voor hun kinderen. Ook verlies of beschadiging van meegebrachte spullen is voor eigen rekening. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade aan of het zoekraken van eigendommen.

3.24

Activiteiten- en vrijwillige bijdrage

De ouderraad organiseert in samenwerking met het team voor de leerlingen van onze school allerlei activiteiten, zoals schoolreisjes, schoolkamp, het sinterklaasfeest, een kerstviering, afscheid groep 8, sportdag etc. Dit zijn activiteiten waarvoor de school geen bekostiging ontvangt van de Rijksoverheid. De kosten van deze activiteiten worden betaald uit de activiteitenbijdrage. Voor de volledigheid melden wij dat de activiteitenbijdrage een vrijwillige bijdrage is. Er wordt jaarlijks een bedrag van € 40- per kind gevraagd. Van deze bijdrage betaalt de ouderraad allerlei activiteiten voor de kinderen. Via de OR ontvangt u een nota. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 20 Bij eventuele betalingsproblemen kunt u contact opnemen met de directie van de school. Op discrete wijze zal dan naar oplossingen gezocht worden. Voor leerlingen die niet het gehele schooljaar meemaken op onze school, wordt een evenredig deel van de activiteitenbijdrage in rekening gebracht. Wanneer de activiteitenbijdrage niet tijdig binnen is, wordt de leerling uitgesloten van deelname aan activiteiten en wordt er regulier onderwijs aangeboden. Gelukkig is dit nog nooit voorgekomen. U kunt uw bijdrage overmaken op het banknummer van de ouderraad, NL 92 INGB 0005 5887 65 t.n.v. Ouderraad De Lichtbaak.

3.25

Foto- en filmopnamen

Op onze school wordt regelmatig gefotografeerd en gefilmd. Deze opnamen gebruiken wij zowel intern als extern voor onderwijskundige doeleinden. Daarnaast worden de beelden gebruikt voor prdoeleinden. Wij zullen u als ouder eenmalig bij aanname om toestemming vragen over het wel/niet gebruikmaken van beelden van uw kind. Bij de toestemming wordt onderscheid gemaakt tussen filmen fotomateriaal en tussen intern en extern gebruik. Ouders die hun standpunt naderhand willen wijzigen, dienen dit zelf kenbaar te maken bij de school. Bij intern gebruik worden opnamen gemaakt om leerkrachten (in opleiding) te begeleiden. Het is een middel om ondersteuning te bieden. De filmopnamen worden besproken met de leerkracht, met als doel de interactie tussen de leerkracht en de leerling te analyseren. Als filmen wordt ingezet om specifieke begeleidingsvragen te kunnen beantwoorden, dan wordt u hiervan in kennis gesteld en wordt uw toestemming gevraagd.

3.26

Burgerschap en integratie

Visie op burgerschapsvorming Burgerschapsvorming beoogt kinderen/jongeren op persoonlijke wijze deel te laten nemen aan hun leefomgeving en bij te laten dragen aan de samenleving. Als CBS De Lichtbaak hebben wij ons een idee gevormd over wat wij aan de orde willen laten komen. In deze paragraaf geven wij u daarvan een indruk. Vanuit onze visie hebben we de volgende doelen en activiteiten opgesteld: 

Leerlingen oriënteren zich op de samenleving en leren hun eigen mening te verwoorden over maatschappelijke thema’s.

Dit gebeurt zowel binnen als buiten de school. Binnen het vak godsdienst/levensbeschouwing bezinnen leerlingen zich op levensvragen en op visies op God, mens en samenleving. Zij krijgen kennis van levensbeschouwingen, ontdekken wat hen daarin aanspreekt en wat vreemd voor hen is. Wij geven burgerschap vorm binnen ons thematisch onderwijs. Elke klas maakt tenminste één keer per jaar een excursie naar een maatschappelijke of culturele activiteit. 

In de school leven we – leerlingen en leerkrachten – met elkaar samen in een minisamenleving. Leerlingen kunnen in de school oefenen in het leren samenleven met elkaar.

Leerlingen worden betrokken bij het opstellen van de gedragsverwachtingen in de groep en in de school. Regelmatig wordt er binnen de kring over gesproken en leert de leerkracht de gedragsverwachtingen aan. Belangrijke doelstellingen van de kring zijn: uitkomen voor je mening, niet bang zijn om iets te zeggen en vooral respect tonen voor de mening van een ander. Ook het elkaar complimenteren, bemoedigen en het naar voren brengen van nieuwe ideeën vormen een vast onderdeel. Leerlingen zijn vertegenwoordigd in de leerlingenraad. De leerlingenraad praat met de directie over het goede doel vor de komende periode en over de schoolplannen. Ook zijn er met regelmaat vergaderingen met de leerlingenraad van de buurtschool. 

Leerlingen participeren op een actieve manier in de samenleving.


P a g i n a | 21

3.27

Het voortgezet onderwijs

Wanneer de kinderen in groep 8 zitten, wordt de definitieve keuze voor het voortgezet onderwijs gemaakt. CBS De Lichtbaak maakt gebruik van de zgn. plaatsingswijzer. Hierbij wordt de ontwikkeling van uw kind door de jaren heen gevolgd en gebruiken we de CITO-scores van de laatste drie leerjaren als basis voor onze verwijzingsadvies. Er wordt niet alleen naar de resultaten van het leerlingvolgsysteem (toetsen) gekeken, maar uiteraard ook naar leerling kenmerken. Zo komt een weloverwogen profiel tot stand. Het advies voor de doorverwijzing wordt gezamenlijk genomen: de groepsleerkracht van het schooljaar, de vorige groepsleerkracht, de directie en de meerschoolse intern begeleider komen met een advisering. Samen met de ouders en het kind wordt het plaatsingsadvies doorgesproken. De kinderen van CBS De Lichtbaak gaan naar het christelijk en openbaar voortgezet onderwijs in o.a. Assen en Groningen.

3.28

Sociale Media

COG Drenthe is een open, transparante en moderne organisatie. Sociale media zoals LinkedIn, Facebook, Hyves, Twitter dragen hieraan bij. Via het online communiceren wordt middels een open dialoog informatie uitgewisseld over alle mogelijke onderwerpen. Voor een organisatie als COG Drenthe bieden sociale media grote kansen, omdat medewerkers, leerlingen en ouders de mogelijkheid krijgen op een snelle en efficiënte manier kennis en informatie onderling en met de buitenwereld te delen. Het gebruik van sociale media kan echter ook onbedoelde, nadelige gevolgen hebben, voor zowel de leerlingen, ouders en medewerkers, als voor COG Drenthe. In sommige gevallen kan het zelfs leiden tot aanzienlijke reputatieschade. Om dit te voorkomen, heeft COG Drenthe richtlijnen opgesteld voor het gebruik van sociale media. Deze richtlijnen dienen ten grondslag te liggen aan het gebruiken van sociale media. De richtlijnen zijn op school in te zien. Het gebruik (en de gevaren/gevolgen) van sociale media wordt met de leerlingen binnen de groepen op onze school besproken.


P a g i n a | 22

4. Het onderwijs 4.1

Wat leren kinderen (leerstofaanbod)

Leerstofaanbod t.o.v. het voortgezet onderwijs Ons onderwijs is er op gericht uw kind de kerndoelen voor het basisonderwijs, waaronder het referentieniveau taal en rekenen, te laten behalen. Hieronder verstaan wij naast leergebied specifieke kerndoelen, als lees- en rekenvaardigheid tevens leergebied overstijgende kerndoelen waaronder zelfstandigheid, initiatieven nemen en samenwerken. Middels deze kerndoelen is uw kind voldoende onderlegd voor de stap naar het voortgezet onderwijs. In de schoolgids geven wij u informatie over de resultaten van ons onderwijs. Hierin staat bijvoorbeeld vermeld de adviseringscijfers voor het Voortgezet Onderwijs, de uitstroom naar het speciaal basisonderwijs en de uitstroomcijfers naar de verschillende middelbare scholen. Deze resultaten presenteren wij jaarlijks aan de MR. Breed aanbod kennis, vaardigheden en houding Ons uitgangspunt voor het brede aanbod is het ondernemende onderwijs. Wij verdelen het aanbod in een cursorisch en thematisch deel. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat bepaalde vaardigheden moeten worden getraind m.b.v. methodes en andere juist weer worden geleerd door “te doen”. Cursorisch aanbod Ons cursorisch aanbod omvat:  rekenvaardigheden 

schrijfvaardigheden : spelling en taalstructuur, maar ook de schrijfmotoriek



leesvaardigheden: technisch lezen en begrijpend lezen



i.c.t – vaardigheden: omgaan met computer en programma’s



zoekvaardigheden: juist gebruik van informatiebronnen (woordenboeken, atlassen, tabellen/grafieken, internet)



sociale vaardigheden: lesactiviteiten gericht op het omgaan met elkaar en jezelf.

Dit aanbod wordt door de leerkrachten gestuurd en het programma is bepaald. In tempo en mate van verdieping kan er verschil zijn. Na bepaalde programmaonderdelen wordt de vaardigheid en kennis van uw kind getoetst, op basis van de analyse van deze toets gegevens krijgt uw kind herhaling- of verrijkingsstof. Thematisch aanbod Ons thematisch aanbod omvat:  Wereldoriëntatie (aardrijkskundige, historische, biologische en maatschappelijke aspecten) 

Expressie: muziek, tekenen, handvaardigheid, drama

Dit aanbod wordt o.a. door de vragen van uw kind gestuurd. De thema’s zijn vastgesteld, de hoofddoelen zijn door de leerkracht neergezet, maar de uitwerking wordt sterk door leerlingen bepaald. Zij experimenteren, onderzoeken, doen verslag en presenteren hun ervaringen, oplossingen en kennis. Samenwerkend leren komt in dit thematisch werken veel voor! Om ‘zicht te houden’ op het bereiken van de kerndoelen, wordt er een ‘leidraad’ gebruikt waaronder een themarooster. De presentaties en verslagen worden beoordeeld op o.a. taalgebruik, informatie, relevantie. Concluderend: de cursorische onderdelen staan in dienst van het thematisch aanbod, aangezien wij in deze onderdelen uw kind vaardigheden leren als: informatie te verzamelen, ideeën en gedachten verwoorden, problemen op te lossen en resultaten te presenteren.


P a g i n a | 23

4.2

Vakspecifieke leerstofinhoud

Taal Het taalonderwijs is te verdelen in 3 vaardigheden, namelijk de mondelinge taalvaardigheid, de leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. De leesvaardigheid bespreken wij nader bij het vak lezen. De mondeling taalvaardigheid (gespreksvaardigheid, luisteren en spreekvaardigheid) krijgt in alle groepen aandacht. Deze onderdelen worden geoefend tijdens spel, luisteroefeningen, presentaties, kringgesprekken en dramatische vorming (toneel e.d.). De schrijfvaardigheid (brieven schrijven, werkstukken maken, woordgebruik etc.) start, afhankelijk van de interesse van uw kind in letters, in groep 1/2 en gaat door t/m groep 8. Binnen groep 1 t/m 3 staat de letterkennis en het aanvankelijk lees- en schrijfproces centraal. Vanaf groep 4 werken we vanaf het schooljaar 2014-2015 met de methode Taal Actief, waarin structureel aandacht is voor de verschillende schrijfvaardigheidaspecten als spelling, woordenschat, taalstructuur etc. Lezen We maken binnen de leesvaardigheid een onderscheid in het lezen van zakelijke teksten (begrijpend lezen) en het lezen van literaire en fictionele teksten (leesboeken). Uw kind kan mogelijk al vanaf het vierde jaar spontaan ‘lezen en schrijven’, indien uw kind hierin al interesse heeft. Om alle kinderen zover te krijgen creëren de leerkrachten bewust situaties, waarin gesproken en geschreven taal een hoofdrol hebben. Hiervoor worden (prenten)boeken gebruikt, naamkaartjes, boodschappenbriefjes, tekeningbijschriften, etc. Dit proces noemen wij beginnende geletterdheid. Het Expertisecentrum Nederlands in Nijmegen heeft voor deze beginnende geletterdheid een aantal tussendoelen opgesteld. Hierop zijn de activiteiten in de groepen 1, 2 en 3 gebaseerd. We werken in groep 3 met de methode “Veilig leren lezen.” In de groepen 3 t/m 8 lezen de kinderen iedere dag en daarnaast structureel iedere dinsdag en donderdagmiddag een half uur. Tijdens dat halve uur wordt ook aan boekpromotie en boekenkringen gedaan. Daarnaast hebben we tutorlezen ingevoerd. Daarbij lezen kinderen van verschillende niveaus uit verschillende groepen met elkaar. Het lezen van zakelijke teksten vindt plaats in de groepen 4 t/m 8 middels een methode voor begrijpend lezen “Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL”. Deze methode sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. Hierin worden aspecten aangeboden als tekstkenmerken, tekstsoorten, interpreteren, opzoeken etc. Rekenen en wiskunde Binnen ons rekenen en wiskunde onderwijs komen de 4 domeinen getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden veel aan bod. Vanaf groep 1 komt uw kind al op een speelse manier in aanraking met getallen (getallen herkennen, tellen), maar ook vergelijken en meten, ruimtelijke verkenningen, telstrategieën en oriëntatie in tijd. Deze onderdelen lopen in de praktijk door elkaar in de verschillende thema’s. In de groep 3 beginnen we met het cursorisch aanbod middels de methode “De wereld in getallen”. Hierin leert uw kind naast getallen ook de verhoudingen, meetkunde en verbanden (hoofdrekenen, berekeningen maken op papier, schattend rekenen, meetinstrumenten gebruiken, informatie uit tabellen halen etc.). We maken gebruik van het softwarepakket dat hoort bij de methode en daarnaast Rekentuin om de kinderen extra te laten oefenen op hun eigen niveau. Wereldoriëntatie Het gaat hier om het onderwijs, dat uw kind inleidt in de kennis over de omringende wereld, in de breedste zin van het woord. Aspecten daarvan zijn: geestelijke stromingen, gezondheidseducatie, burgerschap, oriëntatie in de tijd, in de ruimte en in de natuur.


P a g i n a | 24 Wij hebben er als school voor gekozen deze onderwerpen aan te bieden binnen thema’s. In de groepen 1 t/m 3 kiezen de leerkrachten de thema’s m.n. vanuit “Kleuterplein” en de daarbij behorende aspecten van wereldoriëntatie. Vanaf groep 4 werken we met een vastgestelde themaplanning. Tweemaal per jaar hebben we een schoolbreed thema en daarnaast organiseren de bouwen hun eigen invulling van de thema’s. Het werken met de thema’s doen we mede a.d.h.v. vastgestelde beginwaarden zoals samenwerken de opdrachten enz… De midden- bovenbouw maakt gebruikt van de materialen van de methode van Naut, Meander en Brandaan. Engelse taal In de groepen 7 en 8 krijgt uw kind wekelijks les in Engelse taal. In de huidige maatschappij komt uw kind al geregeld in aanraking met de Engelse taal. Hoewel het spreken van de taal vaak nog lastig is, begrijpt uw kind wel de Engels gesproken taal. Vandaar dat leerkrachten tijdens deze lessen zoveel mogelijk Engels spreken en er veel wordt geluisterd naar teksten op cd. We gebruiken daarbij de methode ’The Team’. Expressieactiviteiten De expressieactiviteiten zijn de vakken waarin uw kind uiting kan geven aan de creativiteit op verschillende manieren, namelijk beeldende, dramatisch en via muziek. Een groot deel van onze expressieve activiteiten vinden nu plaats tijdens de de Lichtbaak ateliers. > Iedere vrijdagmiddag worden er Lichtbaak ateliers georganiseerd. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 gaan dan op een creatieve wijze aan de slag. Ze werken in groepsoverstijgende kleine groepen o.b.v. een leerkracht, een ouder of iemand van het ICO. Vanaf het schooljaar 2013-2014 maken we met alle groepen onderdeel uit van programma Kunstmenu waarbij alle kinderen onder professionele begeleiding in aanraking komen met Kunst en Cultuur. Bij beeldende vorming (handvaardigheid, techniek en tekenen) gaat het er met name om uw kind kennis te laten maken met verschillende technieken om zodoende een creatief werkstuk te maken. Ons muziekonderwijs omvat de 5 domeinen, namelijk: muziek luisteren, muziek maken, muziek vastleggen, bewegen op muziek en praten over muziek. Deze kunnen in een les aan bod komen, maar de leerkracht kan er ook voor kiezen bepaalde elementen in een ander vak te integreren. Bijvoorbeeld binnen de gymles bewegen op muziek.

Dramatische vorming vindt vaak plaats in combinatie met andere vakken, zoals taal, muziek en sociaal

emotionele vorming, maar ook binnen het werken met thema’s. Rollenspel is in de groepen 1 t/m 3 enorm belangrijk, terwijl in de bovenbouw de nadruk ligt op voordracht en presenteren. Godsdienstige vorming Middels de methode Trefwoord brengen we uw kind in aanraking met Bijbelse kernwoorden als bidden, vergeven, helpen, samenwerken, liefde, hoop etc. In de lagere groepen ligt het accent meer op verhalen en liedjes, in de hogere groepen wordt er meer aandacht gegeven aan het "waarom" van de verhalen. We schenken ook aandacht aan de andere wereldgodsdiensten en opvattingen rond "geloof". Eens per twee weken houdt één van de groepen een weekopening voor de hele school waarin we onze christelijke identiteit sterk naar voren laten komen middels zingen, bidden, kaarsen aansteken en het inleiden van een nieuw Bijbels thema.


P a g i n a | 25

ICT De computer is niet meer weg te denken uit de samenleving en dus ook niet meer uit het lokaal. In de groepen 1/2 gebruikt uw kind de computer vooral voor spelletjes over kleuren, klanken en rekenen. Zit uw kind in groep 3 t/m 8 dan gebruikt het de computer veel voor het oefenen van woorden, sommen en dergelijke. Vanaf groep 5 gebruikt uw kind de computer ook voor het opzoeken van informatie op het internet. In groep 8 hebben alle kinderen de beschikking over een Ipad. Daarop werken ze zelfstandig na de instructie van taal of rekenen, werken ze aan thema’s en werken ze aan hun eigen doelen. Bewegingsonderwijs Als uw kind in groep 1/2 zit, worden de gymlessen door de leerkracht in het speellokaal gegeven. In deze groepen staat het leren bewegen centraal, daarnaast leren de kinderen verschillende technieken zoals bijv. gooien, rollen, vangen etc. Tijdens de spellessen leren de kinderen allerlei tikspelletjes, overloopspelletjes en wedstrijdspelen. Uw kind krijgt dagelijks bewegingsonderwijs, bij mooi weer vindt dit niet plaats in de speelzaal, maar buiten op het kleuterplein. Zit uw kind in groep 3 t/m 8, dan gaat uw kind twee keer per week voor gym naar de sporthal. Eén van de lessen wordt verzorgd door een vakdocent. De andere les door de eigen leerkracht. Eén keer per week staat een sport/spelles centraal en in de andere les lichaamsbeheersing (klauteren, evenwichtsbalk, sprong e.d.). We vinden het van groot belang dat uw kind plezier heeft in het bewegen, zich sportief leert opstellen en zich leert schikken naar de spelregels.

4.3

Het jonge kind groep 1 en 2 (Praktische zaken)

Leren in groep 1 en 2 Wij streven er naar om in de onderbouw kleine groepen te formeren, ook als dat eventueel nadelige consequenties heeft voor de groepssamenstelling in de bovenbouw. Wij vinden het belangrijk, dat de basis van het onderwijs goed wordt gelegd. Kinderen mogen naar de basisschool vanaf de dag dat ze vier jaar zijn. De kinderen in groep 1 zijn op vrijdag vrij. De activiteiten voor de kleuters worden rondom een thema opgebouwd. Dit thema wordt bepaald door de tijd van het jaar - met name door seizoenen en feesten - én door de belangstelling van de kinderen. Zoveel mogelijk wordt geprobeerd aan te sluiten bij hun belevingswereld en deze te vergroten, zodat het kind steeds meer zicht krijgt op de werkelijkheid om zich heen. Spel Het uitgangspunt in de kleutergroepen is SPEL. Spelenderwijs verkennen de kinderen de wereld. Allerlei spelvormen komen aan de orde, zoals:  constructiespelen: bouwhoek, duplo  rollenspelen: huishoek, winkeltje  het spelen met expressiematerialen: verf, klei, zand, water  het spelen met ontwikkelingsmaterialen: puzzels en lotto  het spelen met letters en woorden Vanaf het eerste moment dat de kinderen op school zijn vinden er voorbereidende lees- en rekenactiviteiten plaats. Dit wordt in een spelvorm gedaan en de kinderen ervaren het vaak niet eens als leren, maar als spelen. Ook het bewegingsspel - tijdens de gymlessen binnen en het spelen buiten - is erg belangrijk. Niet alleen voor de lichamelijke ontwikkeling, maar ook voor het sociale gedrag. De kinderen leren zo om rekening te houden met elkaar. Bij alle bovengenoemde spelvormen spelen creativiteit en fantasie een grote rol. In de groepen 1 en 2 kiezen de kinderen voor bepaalde activiteiten of materialen en afhankelijk van hun belangstelling en mogelijkheden gaan ze daarmee aan het werk.


P a g i n a | 26 Tegenover deze individuele activiteiten staan de groepsactiviteiten, waarbij met name ‘de kring’ een belangrijke rol inneemt. In de kring vertellen, luisteren naar verhalen, muziek maken en zingen … het hoort allemaal bij het spelenderwijs leren in de kleutergroepen! Alle genoemde activiteiten - zowel individueel als groepsgericht – vinden plaats onder de gerichte leiding van de leerkrachten en onderwijsassistent. Taken In groep 1 en 2 werken de kinderen met een plantoren. Hierop kunnen de kinderen zelf met hun foto aangeven welke activiteiten ze gaan doen. Brengen en halen van de kinderen van groep 1 en 2 De kinderen kunnen ‘s morgens in de klas gebracht worden tussen 8.20 en 8.30 uur(en ‘s middags tussen 12.50 en 13.00 uur). Als ouder mag u dan even met uw kind samen spelen of werkjes bekijken; tot ten laatste 8.40 uur, daarna begint de lestijd. In verband met de ruimte in de lokalen, is het beter dat kinderen wandelwagens in de gang worden geparkeerd. U kunt uw kind aan het eind van de schooltijd op het schoolplein opwachten. Wanneer uw kind ziek is of om een andere reden niet op school komt, wilt u dat dan zo spoedig mogelijk aan ons doorgeven; maar in ieder geval voor 8.30 uur? ’s Middags kunnen de kinderen gebracht worden tussen 12.50 en 13.00 uur; ze pakken dan een boekje. Samen met uw kind kunt u dan tot 13.10 uur een boekje lezen in de kring. Jassen De jassen van de kinderen worden bij binnenkomst in de luizenzakken gedaan. Naam in kleding Als het regent, hebben de meeste kinderen laarzen en regenjassen aan. Evenals spijkerjacks, lijken ze vaak op elkaar. Om verwisselingen te voorkomen willen we graag dat u de naam van uw kind in deze spullen zet. Fruit eten In de loop van de ochtend gaan de kinderen samen iets drinken en eten. Ze nemen zelf iets te drinken mee en als ze iets willen eten mag dat 1 ding zijn bijvoorbeeld: fruit, een boterham of iets dergelijks. Niet te veel meegeven en geen snoep/koekjes met chocolade. De tas kan ‘s morgens op de kapstok neergezet worden. De drinkbekers/pakjes mogen in de bak gezet worden. Postvakje Ieder kind heeft in de groep zijn eigen postvakje. Bij afwezigheid worden traktaties of brieven daarin bewaard. Kijkt u als ouder daar ook regelmatig in! Spel- en gymles De spelen gymlessen van de groepen 1 en 2 gegeven in het speellokaal. Aparte gymkleding is niet nodig; er wordt gegymd in ondergoed. Gymschoenen zijn verplicht, zoals gymschoentjes met klittenband of elastiek, liever geen schoenen met veters. De gymschoenen blijven op school. Doet u a.u.b. de schoenen in een tas van stof (dus geen plastic zak), voor uw kind duidelijk herkenbaar. Op school laten wij uw kind, voor zover mogelijk, zichzelf aankleden. U kunt uw kind daarbij helpen door het ‘zelf aankleden’ ook thuis te stimuleren. Enkele aandachtspunten m.b.t. de gymnastieklessen: - De naam van uw kind moet op haar/zijn tas gymschoenen staan. - Graag zo nu en dan op school even controleren of de schoenen nog passen. Verjaardagen Als uw kind jarig is mag zij/hij trakteren op school. Eén traktatie is genoeg. Er is ook de mogelijkheid om de leerkrachten van andere groepen te trakteren; dit zijn ongeveer 10 personen. Uw kind mag dan, samen met twee klasgenootjes, bij de groepen 1 t/m 4 langs gaan. U mag het vieren van de


P a g i n a | 27 verjaardag van uw kind mee maken als u dat wilt; eventueel om foto’s te maken. Wilt u dat dan wel even van tevoren afspreken met de leerkracht? Wilt u dat bijtijds zelf aan de groepsleerkracht melden!  Als papa, mama, opa of oma jarig is, mag uw kind een kleurplaat of een tekening maken.  Uitnodigingen voor feestjes graag buiten de school uitdelen. Uw kind laten ophalen Wanneer uw kind eens een keer door iemand anders dan normaal wordt opgehaald, laat u ons dat dan van tevoren weten? Wanneer uw kind gebruik maakt van kinderopvang, wilt u dan een lijst met tijden en dagen doorgeven. Spelletjesmiddag Na de meivakantie doen we 6 keer, gedurende 45 tot 60 minuten, gezelschapsspelletjes. De kinderen worden hierbij in groepjes ingedeeld. Ze worden begeleid door de kinderen van groep 7 of 8. Naam schrijven Veel kinderen willen al graag zelf hun naam leren schrijven. Als het kind dit aangeeft is het leuk om dit aan te leren. Graag zouden wij willen dat dan de letters worden gebruikt die in groep 3 worden aangeleerd. Op die manier sluit het aan bij de schrijfmethode die op onze school gebruikt wordt. Bovendien is het goed als het kind de pen of het potlood al vast op de goede manier, namelijk tussen duim en wijsvinger, leert vasthouden. Rapporten In januari wordt het winterrapport met de ouders besproken De kleuters krijgen aan het eind van het schooljaar een zomerrapport mee naar huis. Bij het invullen van dit rapport wordt vooral gebruik gemaakt van de observaties die gedaan zijn voor de in de kleutergroepen gebruikte methode “Kleuterplein”’.

4.4

Didactisch handelen

Het didactisch handelen beschrijft de acties die de leerkracht uitvoert om uw kind tot ontwikkeling te brengen op het gebied van kennis, vaardigheden en houding. Instructie Een goede instructie vormt de basis van goed onderwijs. Zorgen voor een goede instructie vraagt veel van de leerkracht, zowel bij de groepsinstructie als bij de instructie in een subgroep. Onze instructies hebben een vaste opbouw welke bestaat uit:  ophalen van de voorkennis (Waar hebben we het de vorige keer over gehad?) 

presentatie van de nieuwe stof met gebruik van concrete voorbeelden en aanschouwelijk materiaal (bijvoorbeeld praatplaten) ( Wie weet hoe we dit probleem kunnen oplossen?)



(in)oefening, kinderen hanteren verschillende oplossingsstrategieën. Uw kind krijgt de gelegenheid met een aantal proefopdrachten de best passende strategie te oefenen. (Hoe heb jij dit probleem opgelost en wat is je antwoord?)



verwerking, uw kind maakt de opdrachten individueel of in een groepje



terugkijken naar de geleerde stof (wat hebben we geleerd vandaag?)

De interactieve gedifferentieerde directe instructie (igdi) Dit is een gerichte klassikale instructie, waarbij de kinderen actief meedoen (interactief). De instructie wordt op verschillende leerniveaus aangeboden. (gedifferentieerd) en er wordt directe uitleg gegeven, zonder omwegen en zonder tijdverlies.


P a g i n a | 28

Het zelfstandig werken Onder zelfstandig werken verstaan wij een werkstructuur, waarbinnen kinderen een bepaalde tijd zonder hulp van de leerkracht, bezig kunnen zijn. Het doel daarbij is dat zij leren zelfstandig taken te plannen en uit te voeren, waarbij rekening wordt gehouden met anderen. De taken kunnen opgedragen worden voor een bepaalde les, dagdeel, dag of week. GIP-model (Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht) Wij werken met het GIP-model binnen de klas, om de zelfstandigheid van uw kind te bevorderen en om tegemoet te komen aan de verschillen tussen leerlingen. Het model is opgebouwd uit 5 elementen, namelijk organisatie, zelfstandigheid, instructie, emotioneel en sociaal. De organisatie vormt de basis en is duidelijk herkenbaar in de lokalen. De lokalen zijn overzichtelijk ingericht, op het bord staat aangegeven wat het programma van de dag is, en hulpkaartjes, de leerkracht loopt vaste routes en geeft op de GIP-lat de volgorde van handelingen (instructie geven, startronde lopen etc.)aan. Het element zelfstandigheid wordt opgebouwd doordat uw kind van groep 1 t/m 8 steeds meer verantwoordelijkheid krijgt. De leerkracht geeft iedere dag algemene instructie aan de groep over de te maken taken. Uw kind kan na deze instructie aan het werk. Terwijl uw kind dit werk zelfstandig maakt, heeft de leerkracht tijd om kleine groepjes kinderen aan de instructietafel te voorzien van een specifieke instructies. Tijdens de rondes zorgt de leerkracht dat alle kinderen aandacht (emotioneel) krijgen, veelal in een aanmoediging, een positieve opmerking over de werkhouding of werktempo etc. De kinderen voelen zich hierdoor gezien en krijgen veel zelfvertrouwen door deze opmerkingen. Ook kunnen de kinderen tijdens deze ronde even een korte vraag stellen aan de leerkracht waardoor zij weer verder kunnen met hun werk. Het laatste element is het sociale aspect. Als uw kind zich prettig voelt in de klas, kan het zich ook prettig opstellen naar de kinderen van de groep. De kinderen zitten in groepjes in de klas. Tijdens het zelfstandig werken kunnen zij elkaar helpen, uitleg geven of elkaar aanmoedigen. Coöperatief leren Binnen en buiten de klassenorganisatie bieden wij ruimte voor coöperatief leren waarbij de kinderen leren samen opdrachten te verwerken. Vanuit verschillende vakgebieden worden opdrachten aangeboden die leerlingen, met hun verscheidenheid aan kwaliteiten en interesses, gezamenlijk leren oplossen en terugkoppelen aan de hele groep. Differentiatie De leerstof is afgestemd op het niveau van de leerlingen, zodat ze positieve leerervaringen opdoen en waardering ontvangen voor wat ze kunnen en voor de behaalde resultaten. We passen de hoeveelheid of de zwaarte van het werk aan. Uitgangspunt is altijd de basisstof die door alle leerlingen beheerst moet worden. Pas als uit testen en onderzoeken blijkt dat de basisstof voor een bepaalde leerling nog te hoog is gegrepen, zal er een aangepaste individuele leerweg worden aangeboden. In de praktijk werken de kinderen allemaal uit dezelfde boeken, sommige kinderen maken echter de moeilijke stof niet en sommige kinderen maken alleen de basisstof en krijgen buiten het lesboek om nog meer aangeboden. De ouders zijn op de hoogte van het niveau, waarin hun kind werkt.


P a g i n a | 29

4.5

Pedagogisch klimaat – Een veilige omgeving

School behoort een veilige plek te zijn voor alle leerlingen. Pesten bedreigt dit uitgangspunt. De Lichtbaak heeft gekozen voor een aanpak waarbij het sociaal-emotioneel leren van de hele school de hoogste prioriteit krijgt, in plaats van alleen te focussen op een anti-pestprogramma in de groep. Wij, het schoolteam van DeLichtbaak, kiezen ervoor om te investeren in een stevig positief schoolsysteem, SWPBS (School Wide Positive Behavior Support), waarin ook het voorkomen van pesten is opgenomen. Wij zetten pas een anti-pestprogramma in te zetten wanneer SWPBS niet voldoende blijkt te zijn voor een groep. Wat is Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS)? SWPBS is een geïntegreerde, schoolbrede en preventieve aanpak, gericht op alle leerlingen. Doel van dit systeem is om een veilig en positief schoolklimaat te creëren dat alle leerlingen in staat stelt om optimaal te profiteren van het geboden onderwijs. Om dit te bereiken maakt PBS gebruik van een combinatie van ‘evidence based’ interventies en strategieën, gericht op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag. Voor verreweg de meeste leerlingen biedt deze sociale omgeving voldoende basis om zich goed te kunnen richten op de lesstof en goede vorderingen te maken. Voor de 20% leerlingen die meer nodig heeft om ditzelfde doel te bereiken, zijn er aanvullende interventies beschikbaar, op school en bij de ketenpartners in zorg. Hierbij zijn de lijnen kort en de interventies complementair aan de wijze waarop in en om school met alle leerlingen wordt gewerkt. De ouders zijn partner in het expliciteren, aanleren en bekrachtigen van het gewenste gedrag. Bij de leerlingen die meer intensieve begeleiding nodig hebben, spelen ouders een centrale rol in deze begeleiding. Deze aanpak leidt voor alle leerlingen tot meer effectieve leertijd, een grotere taakgerichtheid van de leerlingen en minder verstoringen in de klas, wat weer leidt tot betere leerprestaties. De kern van de SWPBS aanpak De volgende zes elementen vormen samen het hart van de SWPBS-aanpak: 1. SWPBS staat voor een schoolbrede aanpak SWPBS-scholen werken met een geïntegreerde methodiek voor het stimuleren van gewenst gedrag op school en het creëren van een positief schoolklimaat. De vaste onderdelen van het programma richten zich steeds op drie niveaus: de hele school, de afzonderlijke groepen en de individuele leerlingen. 2. Preventie staat centraal Scholen die aan de slag gaan met PBS voeren een preventief beleid binnen de school, gericht op het bevorderen van gewenst gedrag bij alle leerlingen. Daarnaast richt de methodiek zich op de behoeften van individuele leerlingen, met als doel alle leerlingen optimaal te laten profiteren van het geboden onderwijs. 3. SWPBS-scholen maken hun gedragsverwachtingen concreet, leren het gewenste gedrag aan en bekrachtigen dit gedrag systematisch    

De school stelt haar kernwaarden vast en vertaalt deze naar concreet gedrag. Gewenst gedrag wordt structureel aangeleerd, geoefend en herhaald. Gewenst gedrag wordt systematisch bekrachtigd. Er zijn duidelijk omschreven consequenties die volgen op het overtreden van gedragsregels.

4. De SWPBS-school stuurt op data over het gedrag van de leerlingen De school maakt actief gebruik van systematische gegevensverzameling. Om systematisch zicht en toezicht te houden op de ontwikkeling van leerlingen en vroegtijdig te kunnen ingrijpen bij problemen, hanteert de school o.a. incidentenregistratie (IRIS schoolklimaat). Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 30 Ook gebruikt de school andere data om zicht te krijgen op het SWPBSimplementatieproces. 5. Er is sprake van partnerschap met ouders en de ketenpartners Het samenwerken met de ouders is een belangrijk onderdeel van de methodiek. De school ontwikkelt manieren om een positieve band met de ouders op te bouwen en met hen samen te werken vanuit gezamenlijke waarden en verwachtingen. Daarnaast richten SWPBSscholen zich op korte lijnen met de zorgen ketenpartners op het moment dat specifieke hulp nodig is voor leerlingen. 6. PBS wordt geborgd met een kwaliteitssysteem Wanneer scholen werken met SWPBS, is er expliciete aandacht voor het borgen van de kwaliteit van de methodiek na implementatie. Op deze manier werken wij als schoolteam van De Lichtbaak systematisch en planmatig aan de competenties voor sociaal emotioneel leren. Het werken aan deze competenties dient schoolbreed door iedereen op school te gebeuren en niet in subgroepen of op individuele basis. Wij kiezen ervoor om binnen SWPBS al vanaf vier jaar regelmatig, enkele keren per jaar te werken met de lessen pestpreventie. Onze aanpak voor fysieke en psychische veiligheid van leerlingen op schoolbreed niveau Met SWPBS hebben wij op De Lichtbaak tot doel een positief schoolklimaat te creëren waarin alle leerlingen en volwassenen zich veilig voelen, zowel fysiek als psychisch, waardoor zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Wij gaan daarbij uit van de volgende kern waarden: Respect, verantwoordelijkheid en waardering. Hieruit volgen de volgende algemene gedragsverwachtingen die wij hanteren: Basiselementen die wij schoolbreed belangrijk vinden m.b.t. fysieke en psychische veiligheid zijn:  Een schoolklimaat creëren waarin pesten door het complete team eenduidig als ongewenst gedrag wordt aangemerkt.  Onderschrijven dat ook toeschouwers (omstanders) en ‘mede-weters’ een belangrijke rol in het pestproces vervullen.  Onderkennen dat er voor zowel slachtoffer als dader hulp geboden moet worden. Hoe ziet onze Pestpreventie binnen SWPBS eruit? Met alle leerlingen en groepen nemen we de waarden en daaruit voortvloeiende gedragsverwachtingen van de school door bij de start van het schooljaar. Deze worden behalve uitvoerig besproken, ook met alle leerlingen geoefend. Zo weten de leerlingen welk gewenst gedrag van hen verwacht wordt, in welke ruimte en deze gedragsverwachtingen zijn in die ruimte ook zichtbaar. In het begin van het schooljaar wordt positief sociaal gedrag extra bekrachtigd door complimenten en het beloningssysteem. Kernelement hierbij is dat alle leerlingen het verschil tussen respectvol en respectloos gedrag weten! De samenwerking met ouders Een goede samenwerking met ouders is een essentieel onderdeel van SWPBS en pestpreventie. Alle ouders van de leerlingen van De Lichtbaak worden geïnformeerd over de pestpreventie aanpak. Alle ouders worden ingelicht op een algemene informatieavond en ook via de website van de school en de schoolgids. Daarbij krijgen zij ook advies over hoe om te gaan met pesten en op welke manier zij hun kind het beste kunnen benaderen. Ouders hebben een belangrijke rol in het signaleren van pestgedrag. Wanneer zij signalen zien van pestgedrag bij hun kind (als slachtoffer dan wel dader) kunnen zij dit altijd melden bij de leerkracht van hun kind, bij de intern begeleider of directeur.


P a g i n a | 31 Wanneer een interventie op het gebied van pestpreventie nodig is zullen ouder hier altijd van op de hoogte worden gesteld. In een gesprek wordt aangegeven welke interventie ingezet wordt en worden afspraken gemaakt over de manier waarop de ouders hun kind het beste kunnen begeleiden en reageren. De vertrouwenspersoon Wanneer ouders zorg hebben rondom hun kind kunnen zij vanzelfsprekend altijd terecht bij de groepsleerkracht. Mochten ouders in vertrouwen een gesprek willen over hun kind kunnen zij terecht bij de intern begeleider of de directie van onze school. De coördinatie van SWPBS en pestpreventie Het gehele systeem van SWPBS wordt op een school begeleid en gecoördineerd door het PBS-team van onze school. Het programma Pestpreventie SWPBS Bij het onderdeel pestpreventie binnen SWPBS hoort een lessenserie . In Pestpreventie PBS wordt pestgedrag vergeleken met een brandende kaars. Net als de kaars zuurstof nodig heeft, heeft pestgedrag aandacht nodig om aan te houden. De pestpreventielessen sluiten naadloos aan bij de interventies op het eerste, groene niveau van de PBS-piramide, welke in het PBS-plan van onze school staan omschreven. Met deze preventieve pestaanpak leren wij alle leerlingen hoe de aandacht van pestgedrag weggehaald kan worden, door een driestappenreactie: het gebruik van een stopsignaal, weglopen en praten met een volwassene. Deze interventie wordt niet alleen aangeleerd, maar ook geoefend en bekrachtigd. In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de manier waarop deze pestpreventie binnen onze school is geïmplementeerd. Het pestpreventieprogramma PBS bestaat uit vaste lessen welke voor elke bouw zijn uitgewerkt. Hierin wordt de reactieketen ‘stop, loop, praat’ aangeleerd en geoefend met de hele klas. Er is daarbij aandacht voor het weghalen van de aandacht voor pesten. De leerlingen leren ook hoe zij moeten reageren wanneer tegen hen ‘Stop’ gezegd wordt door een ander. Er wordt geoefend met specifieke situaties waarin deze procedure wel of juist niet gepast is. Door veel met de leerlingen te oefenen willen wij bereiken dat de reactieketen een automatisme voor hen wordt. Voor de hogere groepen is er een extra les, specifiek gericht op pesten via de social media. De Stop – Loop – Praat routine Pestpreventie in het groene basisniveau van PBS gaat uit van drie stappen als reactie op pesten: ‘stop’, ‘loop weg’ en ’praat’. Met het team is afgestemd welk gebaar we daarbij hanteren. Bij ‘Stop’ wordt een handgebaar gebruikt waarbij de hand op borsthoogte wordt gehouden en de vingers recht omhoog gestrekt zijn. Daarbij wordt de adem laag gebracht en stevig ‘Stop’ gezegd. De leerlingen leren in de pestpreventielessen hoe zij dit kunnen doen. Er wordt aandacht besteed aan stevig staan, stevig stop zeggen en het goede handgebaar. Wanneer dit niet het gewenste effect heeft en het pesten gaat door, leren we de leerlingen door te gaan naar de tweede stap: ‘loop’. Daarbij is het vooral de bedoeling de aandacht voor het pesten weg te halen, net als de kaars waar geen zuurstof meer voor is, zodat het pestgedrag stopt. We leren de leerlingen stevig staan, met de adem in hun buik, kin is recht naar voren, borst ietsje vooruit, schouders ontspannen laten hangen en armen ontspannen laten mee zwaaien. De leerling kijkt zelfverzekerd naar de ander, stapt gecentreerd weg, blijft de ander aankijken en zodra de ander uit het gezichtsveld is, lopen ze weg. Mocht blijken dat het pesten niet stopt, dan is de derde reactie: ‘praat’ van toepassing. De leerling gaat dan naar een volwassene toe en vraagt om hulp voor het oplossen van het probleem. Degene die ongewenst gedrag vertoont kent deze drie stappen stop-loop-praat ook en heeft dus twee keuzemomenten om er voor te kiezen zelf te stoppen, gaat de leerling door totdat de ander leerling naar de leerkracht stapt en praat, dan is dit grensoverschrijdend gedrag.


P a g i n a | 32 Medeleerlingen hebben ook een verantwoordelijkheid als toeschouwer. Volgens dezelfde routine stoploop-praat ondersteunt de toeschouwer de ‘gepeste’ leerling. Ook de toeschouwer kan de leerling steunen door ook ‘stop’ te roepen, vervolgens indien nodig met de ‘gepeste leerling’ mee uit de situatie te lopen en zelfs uiteindelijk mee naar de leerkracht te gaan om te praten. De toeschouwer, de omstander, heeft een steunende rol, die in dit proces erg belangrijk is. De woorden ‘pester’ en ‘gepeste’ zetten we hier tussen haakjes. Wij benoemen dit gedrag en degene die het uitvoert niet als zodanig. Wij hanteren het motto: ‘Alles wat je aandacht geeft, groeit’. Dus als wij als leraren veelvuldig het woord pesten noemen schenken we aandacht aan wat we juist niet willen zien. SWPBS schenkt aandacht aan gedrag wat we juist wel willen zien, positief gedrag wordt daarom beloond: een goede stop-loop-praat routine, je medeleerling ondersteunen als toeschouwer, op tijd stoppen met ongewenst gedrag is op onze school een compliment waard! In de pestpreventielessen wordt niet gesproken over pesten, maar over niet respectvol of ongewenst gedrag. Actief toezicht houden Actief toezicht houden is binnen SWPBS een belangrijk item. In het schoolbrede PBS-plan van onze school staat beschreven hoe wij in vrije ruimtes actief toezichthouden om gewenst gedrag te laten groeien en ongewenst gedrag te verminderen en snel te stoppen. Toezichthouders spelen een belangrijke rol in de effectiviteit van het onderdeel pestpreventie binnen PBS. Als wij actief toezien op het toepassen van geleerde waarden, gedragsverwachtingen en routines door leerlingen wordt het geleerde beter geautomatiseerd in het dagelijks gedrag van de leerlingen. Alle teamleden hanteren hierbij de volgende procedures:   

Het waarschuwen van leerlingen om incidenten te voorkomen (geven van reminders); Het geregeld bekrachtigen van leerlingen die op de juiste manier reageren en zich aan de waarde respect houden; Het consequent reageren op meldingen van pestgedrag en het herhalen van de gedragslessen bij ongewenst gedrag.

Jaarlijks wordt een teambijeenkomst gewijd aan het herhalen aan deze afgesproken procedures. Procedures voor teamleden: 

Bekrachtigen van gewenst gedrag binnen Pestpreventie PBS

Binnen de pestpreventie is het belangrijk alert te zijn op voorbeelden van goed gedrag. Door de pogingen van leerlingen bij het juist gebruiken van ‘stop-loop-praat’ te signaleren kunnen we ervoor zorgen dat gewenst gedrag en het inzetten van ‘stop-loop-praat’ een vaste gewoonte wordt. Daarnaast is het bekrachtigen van gedrag passend bij de basiswaarden en gedragsverwachtingen van onze school, zoals hierboven beschreven, een essentieel onderdeel van PBS ter voorkoming van pestgedrag. Met name leerlingen die bekend zijn met ongewenst (pest)gedrag, zijn minder geneigd een nieuwe manier van reageren uit te proberen. Vooral deze leerlingen zullen beloond moeten worden voor elke poging in de goede richting. 

Het geven van reminders aan leerlingen om incidenten te voorkomen

Het is van belang dat leerlingen die nog moeite hebben met de stop-loop-praatroutine er tussendoor aan herinnerd worden welke reactie van hen verwacht wordt. Dit geldt voor zowel degene die ongewenst gedrag vertoont als degene die last heeft van ongewenst gedrag van de ander. Aan het begin van niet-klasgebonden situaties (pauzes en dergelijke) herinnert de leerkracht deze leerlingen aan hoe hij of zij moet reageren op pestgedrag of hoe hij of zij moet reageren op een stopsignaal. Aan het einde van deze vrije situatie praat de leerkracht weer kort met deze leerlingen om te bevragen hoe het ging en te bekrachtigen voor wat gelukt is.


P a g i n a | 33 

Reageren op meldingen van pestgedrag

Wanneer door leerkrachten gesignaleerd wordt dat leerlingen zich niet aan de schoolafspraken houden wordt hier direct en consequent op gereageerd volgens de reactieprocedure pestpreventie. Zoveel mogelijk wordt geprobeerd hiermee incidenten te voorkomen. De volgende specifieke manier van reageren wordt schoolbreed ingezet: Stap 1: Bekrachtig de leerling voor het melden van het pestgedrag (‘Ik ben blij dat je het mij verteld hebt’.) Stap 2: Vraag naar wie, waar en wanneer. Stap 3: Zorg voor de veiligheid van de leerling.     

Gaat het pesten nog steeds door? Loopt de leerling die dit meldt risico? Is hij of zij bang voor wraak? Wat heeft de leerling nodig om zich veilig te voelen? Hoe ernstig is de situatie?

Stap 4: Vraag aan de leerling: ‘Heb je tegen de pester ‘stop’ gezegd?’ (Zo ja, geef de leerling een compliment voor het op de juiste wijze reageren.) Stap 5: Vraag de leerling: ‘Ben je weggelopen van het pestgedrag?’ (Zo ja, geef de leerling een compliment voor het op de juiste wijze reageren.) Wanneer de melder de stop en/ of looproutine niet gedaan blijkt te hebben wordt extra geoefend met de leerling. De volwassene gaat onderstaande interactie aan met degene die ongewenst (pest)gedrag heeft vertoond tegen een andere leerling: Stap 1: Geef de leerling eerst een positieve reactie voor het willen bespreken van het pestgedrag (bijvoorbeeld: ‘Bedankt dat je er met mij over wilt praten’.) Stap 2: Vraag: ‘Heeft…….. tegen jou gezegd dat je moest stoppen’?  

Zo ja: ‘Hoe heb je daarop gereageerd?’ Zo nee: Met degene die gepest werd wordt de drie-stappenreactie in deze situatie nog eens geoefend.

Stap 3: Vraag: ‘Liep ……….. weg’?  

Zo ja: ‘Hoe heb je daarop gereageerd’? Zo nee: Met degene die gepest werd wordt de drie-stappenreactie in deze situatie nog eens geoefend.

Vervolgens wordt de driestappenreactie extra geoefend. Hoe vaak dit geoefend moet worden, hangt af van de ernst en de frequentie van het pestgedrag. Aanpak in geval van pesten Wanneer zich op school pesten voordoet, hanteren wij een eenduidige aanpak gericht op alle betrokken partijen. Deze aanpak is voor alle leerlingen transparant, ook al blijkt dit voor de meeste leerlingen gedurende hun hele schoolloopbaan nooit nodig te zijn. Belangrijk in de aanpak van het pesten vinden wij het dat er verbinding blijft bestaan tussen alle betrokkenen. Daartoe stellen wij ouders meteen op de hoogte bij een eerste incident. Wij registreren pesten, net als elk ander ongewenst gedrag, in onze incidentenregistratiesysteem (SWIS). Wij willen vermijden dat leerlingen ingedeeld worden in groepen: pesters, meelopers of slachtoffers. Wij wijzen deze leerlingen niet af, alleen het ongewenst gedrag dat bij pesten hoort wijzen wij af. Onze pedagogische aanpak is een oplossingsgerichte aanpak waarbij het positief aandacht geven aan álle leerlingen centraal staat. Een basisbehoefte van alle leerlingen is de behoefte erbij te horen. Daarom wordt er binnen SWPBS veel aandacht besteed aan de groepsvorming en het klasklimaat.


P a g i n a | 34 Komt pesten tóch voor, dan zijn er de volgende maatregelen:  Wanneer pestgedrag zich voordoet op het schoolplein of in een andere algemene ruimte van de school geeft de pleindienst of toezichthouder dit door aan de groepsleerkracht van de betreffende leerling(en) en noteert dit incident in het registratiesysteem. Deze incidentenregistratie is beveiligd en op verzoek door de ouders in te zien. Ook nemen de leerkrachten vroegtijdig contact op met ouders op bij incidenten;  De leerkracht herhaald de gedragslessen van de stop-loop-praatreactie met de leerlingen;  De leerkracht geeft de leerlingen reminders voor iedere vrije situatie de week volgend op het incident;  Voor de leerling(en) die herhaaldelijk blijven opvallen in de incidentenregistratie, wordt een gedragsfunctieanalyse gemaakt. Vervolgens wordt een plan van aanpak bepaald gericht op het veranderen van de functie van het gedrag en het versterken van de sociale vaardigheden (een gele of rode interventie binnen SWPBS).  Wanneer er sprake is van pesten binnen een groep en de groene basis van de reactieketen biedt onvoldoende uitkomst, dan kan gekozen worden voor een Steungroepaanpak. Bij deze oplossingsgerichte Steungroepaanpak worden ook medeleerlingen ingezet om de fysieke en psychische veiligheid van de gepeste leerling te ondersteunen. Pesten wordt door de Steungroepaanpak op een, voor alle betrokkenen, veilige manier opgelost. Tevens leert deze aanpak de leerlingen om op een andere manier om te gaan met conflicten. Uitgangspunt hierbij is dat het versterken van de gehele groep op sociaal gebied beter helpt dan straffen.  Een herstelgesprek: Bij een (ernstig) pestincident kan een herstelgesprek nodig zijn. Kern van het herstellen is het feit dat pesten iets beschadigt, relationeel en/of materieel. Het biedt de ‘pester’ de kans de schade te herstellen. En er worden sluitende afspraken gemaakt om pesten voor de toekomst te voorkomen. Een herstelgesprek kan ook plaatsvinden nadat er een consequentie is uitgedeeld.

Het monitoren van Pestpreventie SWPBS

Het pestpreventie programma van SWPBS voorziet in een Follow-up. Dit is een instrument dat bedoeld is voor het evalueren van de pestpreventie en waarmee nagegaan kan worden hoe effectief deze is. Met deze informatie kan het programma waar nodig aangepast en verbeterd worden, zodat een zo effectief mogelijke interventie ontstaat. De bijbehorende vragenlijst zal een keer per jaar worden afgenomen. Tevens wordt voor SWPBS jaarlijks het zelfbeoordelingsonderzoek ingevuld door alle teamleden. Deze vragenlijst geeft jaarlijks inzicht in de stand van zaken rondom SWPBS in school en biedt aanleiding tot het stellen van de jaarlijkse doelen voor SWPBS in onze school. Tot slot Het blijft van groot belang dat wij, De Lichtbaak, samen met de ouders en de leerlingen blijven werken aan het optimaliseren van onze schoolbrede klimaat. Binnen de gouden driehoek ouders-leerling-school dienen we allen eenzelfde doel: dat álle leerlingen zich veilig voelen op school en zich optimaal kunnen ontwikkelen, zowel thuis als op school tot sociaal competente persoonlijkheden.

4.5.1 Op schoolniveau De leerlingenzorg wordt gecoördineerd door de meerschoolse intern begeleider (mib’er). De groepsleider blijft uiteraard verantwoordelijk voor de begeleiding van de kinderen. Ieder kind op De Lichtbaak heeft een eigen rapport. Bij kinderen met leerproblemen is het belangrijk om tijdig vast te stellen dat er iets aan de hand is. Daarom hebben wij een jaarschema opgesteld, zodat alle kinderen op gezette tijden getoetst worden. Via de voortgangsgesprekken over uw kind kunt u hier volledig kennis van nemen. Hierbij gaat het erom of er voortgang te zien is in hun ontwikkeling met betrekking tot lezen, taal en rekenen (het Leerling Volg Systeem). De toetsresultaten worden door de leerkracht met de mib’er besproken. Zodra er geen of weinig vooruitgang is, wordt er overleg gepleegd over de te nemen stappen.


P a g i n a | 35 Mogelijke stappen kunnen zijn:  extra hulp door de leerkracht, eventueel aangevuld door externe hulp;  een speciaal programma voor een bepaald vak/ontwikkelingsgebied;  extern advies vragen;  kind aanmelden bij het Zorgplatform om een nader onderzoek te laten uitvoeren door een specifieke deskundige van het samenwerkingsverband. Het meten van voortgang bij de cognitieve vakken is niet voldoende. We houden ook nauwkeurig de sociale emotionele ontwikkeling van de kinderen in de gaten. Onze inzet is er zoveel mogelijk op gericht kinderen om kinderen positief gedrag te laten vertonen. Mocht dat niet het geval zijn, dan hebben we via het SWPBS een aantal interventies in huis om de kinderen alsnog een stap verder te helpen. Mocht dat alsnog niet blijken te werken dan volgt er een aanmelding voor hulp bij het Expertisecentrum van het COG. Vanuit het Zorgplatform kan een aanmelding naar de School voor Speciaal Basisonderwijs (SBO de Boei) worden voorgesteld. Uiteraard worden alle genoemde stappen in nauw overleg met de ouders genomen.

4.5.2 Op groepsniveau Alle leerkrachten toetsen en observeren regelmatig de vorderingen van de leerlingen. Dit doen we met toetsen uit de methoden, maar ook met de Cito-toetsen van het leerlingvolgsysteem. De uitkomsten van de toetsen en observaties worden in het leerlingdossier bijgehouden. Als blijkt dat een leerling uitvalt, wordt er overleg gevoerd. De leerstof is afgestemd op het niveau van de leerlingen, zodat de kinderen positieve leerervaringen opdoen en waardering ontvangen voor hun werk en voor de behaalde resultaten. We passen de hoeveelheid of de zwaarte van het werk aan. Uitgangspunt is altijd de basisstof die door alle leerlingen beheerst moet worden. Pas als uit testen en onderzoeken blijkt dat de basisstof voor een bepaalde leerling nog te hoog is gegrepen, zal er een aangepaste individuele leerweg worden aangeboden. Heeft het kind meer hulp nodig, dan kan de school zich wenden tot het zorgplatform. Bij de voortgangsgesprekken worden ouders op de hoogte gehouden van de vorderingen van hun kind.

4.5.3 Toetsen: Het Leerling Volg Systeem (L.V.S) Toetsen worden functioneel gebruikt om de voortgang van het leer-ontwikkelingsproces van uw kind te bekijken. Naast toetsen vinden we het samen praten, observeren en nadenken over de ontwikkeling van uw kind zeker zo belangrijk. Niet te vergeten is dat we ook de mening van het kind zelf respecteren. Het kind blijft bij ons eigenaar van zijn eigen ontwikkeling. Voor de kinderen van groep 1 en 2 houdt de leerkracht een observatielijst bij waarin alle facetten van ontwikkeling van het kind in beeld komen. De leerlingen van groep 3 t/m 8 worden twee tot viermaal per jaar getoetst op het gebied van lezen, spelling, rekenen, begrijpend lezen en sociaal welbevinden.

4.5.4 Schoolkeuze groep 8 De Lichtbaak kent een Leerling Volg Systeem waarmee de vorderingen van uw kind in beeld worden gebracht. Zaken als inzet, werkhouding, concentratie e.d. spelen bij de uiteindelijke keuze voor een vorm van voortgezet onderwijs ook mee. Tijdens verschillende (voortgangs-)gesprekken wordt dit besproken. Aan het eind van groep 7 kunt u een voorlopig advies verwachten. We maken ook gebruik van de plaatsingswijzer. In groep 8 wordt vanaf het schooljaar 2015-2016 een onafhankelijke eindtoets afgenomen. In onderling overleg (kind, ouders en school!) wordt in maart het advies gegeven aan de ouders bij welke school uw kind kan worden aangemeld. De school voor Voortgezet Onderwijs Vincent van Gogh verzorgt in het najaar een voorlichtingsavond. Hierover ontvangt u tijdig bericht. Tijdens deze avond ligt er ook informatie van andere scholen klaar. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 36

4.5.5 Dyslexie Het woord dyslexie betekent ‘niet goed kunnen lezen’. Dyslectici hebben moeite om letters (visuele code) snel om te zetten in klanken (auditieve code). De oorzaak van deze problemen ligt vooral aan de kant van de auditieve code. Dyslectici hebben meestal minder talent voor de snelle verwerking daarvan. De lees- en spellingsproblemen die het gevolg zijn van dyslexie blijken in de praktijk behandelbaar te zijn. Als het vermoeden bestaat dat een leerling dyslectisch is, werken wij verder op basis van ons dyslexieprotocol. Hierbij wordt al dan niet extern onderzocht of er sprake is van dyslexie en hoe we de leerling het beste kunnen helpen. Daarnaast werken we op school met de dyslexiecoach. De dyslexiecoach heeft tot taak de belangen van de dyslectische leerling te behartigen. De coach stimuleert de dyslectische leerling zoveel als mogelijk zelf zijn/haar problemen op te lossen en aldus te leren omgaan met dyslexie. Voor scholen is een belangrijke rol weggelegd in het signaleren van en begeleiden van kinderen met zeer ernstige leesproblemen of dyslexie. In de protocollen Leesproblemen en Dyslexie worden hiervoor handreikingen gedaan aan scholen. In bepaalde gevallen vergoedt de zorgverzekeraar extra begeleiding die kinderen nodig hebben. Aanmelding voor diagnostiek geschiedt door de ouders op basis van een leerlingdossier dat door de school wordt gemaakt. De gezondheidszorg beslist op basis van de schoolgegevens en eigen onderzoek of de leerling voor de vergoede dyslexiebehandeling in aanmerking komt.

4.5.6 Onderwijs aan zieke kinderen Een kind heeft recht op onderwijs, ook als het ziek is. Als een leerling langdurig ziek is, thuis of in het ziekenhuis, dan zorgt De Kloostertuin ervoor dat de leerling betrokken blijft bij het onderwijs. Om de begeleiding van zieke leerlingen zo optimaal mogelijk te realiseren, kan de school een beroep doen op de consulenten Onderwijs aan Zieke Leerlingen, die werkzaam zijn bij Timpaan.

4.6

Praktische zaken die een rol spelen op De Lichtbaak

Gevonden voorwerpen In de hal van de zij-ingang staat een groene dichte kar voor gevonden voorwerpen. Hier kunnen gevonden spullen (kleding, schoeisel, sieraden, enz.) gedeponeerd of teruggevonden worden. Voor kostbare spullen kunt u terecht bij de conciërge. Daarnaast worden de gevonden voorwerpen regelmatig tentoongesteld. U kunt dan kijken of er iets van uw kind bij is. Drents Verkeersveiligheidslabel verkeersveiligheid staat bij ons hoog aangeschreven. Jaarlijks doen we een groot aantal projecten als ANWB streetwise om van kinderen bewuste verkeersdeelnemers te maken. Al die activiteiten hebben ertoe geleid dat we het Drents Verkeersveiligheidslabel hebben gekregen. Luizenbrigade De luizenbrigade controleert na elke vakantie alle kinderen van De Lichtbaak op hoofdluizen. De ouder die deze taak op zich heeft genomen, maakt met de leerkracht een afspraak over het tijdstip van controleren. Als er luizen worden gevonden, wordt de groep met de nodige discretie op de hoogte gebracht, evenals de ouders. Wij verwachten dat ouders waarvan de kinderen luizen hebben, actie ondernemen. Het doel van de luizenbrigade is tweeledig: we zien het probleem ‘hoofdluis’ als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarnaast willen we eventuele ‘epidemieën’ de kop indrukken. Op school gebruiken alle kinderen een luizenzak. Preventief kammen en controleren blijkt het best te werken. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 37 Schoolfotograaf Ieder jaar bezoekt de schoolfotograaf onze school. Boekenpret De school heeft een goede relatie met de openbare bibliotheek. De schoolbibliotheek blijft up to date in de vorm van wisselcollecties van de openbare bibliotheek. De openbare bibliotheek verzorgt altijd gastlessen in het kader van de kinderboekenweek in oktober. Het Boekenpretproject is er speciaal voor de kinderen van de groepen 1 en 2, maar op de Lichtbaak ook voor de groepen 3 en 4. Boekenpret is opgestart om het lezen, het spreken, dus alles wat met de taalontwikkeling te maken heeft, te bevorderen. Elke week mogen de kinderen op school (gratis)een prentenboek uitzoeken en mee naar huis nemen om door één van de ouders of broer/zus voorgelezen te worden. De week daarop kan het kind het boek weer inleveren om een ander boek uit de Boekenbeerbibliotheek te halen. De uitleen/inname van de prentenboeken wordt geheel verzorgd door een groepje enthousiaste ouders. Twee maal per jaar staat er één prentenboek centraal in de kleutergroepen. De kinderen van de groepen 1 en 2 krijgen dan allemaal hetzelfde prentenboek mee naar huis. De school heeft een leescoördinator te weten die o.a. verantwoordelijk is voor de coördinatie van het leesonderwijs binnen de school. Feesten     

Sint-Maarten ( 11 november) is voor veel (kleine) kinderen een echt feest. In alle groepen maken we lampions, die op een eerder moment op school mogen branden. Iedereen mag dan komen kijken tijdens de lampionnenshow. Sinterklaas komt ieder jaar onze school vast en zeker bezoeken. Kerstfeest wordt het ene jaar met alle kinderen gevierd in de wijk middels een wandelroute langs het kerstverhaal, het daarop volgende jaar vieren we Kerst in de eigen groep. Paasfeest vieren wij op school met een Paasmaaltijd en een liturgische viering. Verjaardagen van leerkrachten worden door de leerkrachten zelf ingepland.

Gymnastiek De lessen bewegingsonderwijs worden vanaf groep 3 gegeven door een vakleerkracht; in groep 1 en 2 door de eigen leerkracht. De groepen 1 en 2 gymen in de in de MFA aanwezig zijnde speelzalen. In de groepen 3 t/m 8 worden de gymlessen op maandag verzorgd door meester J. Nieuwenhuis en op de andere dagen door de eigen leerkracht. Voor de veiligheid en hygiëne in de les bewegingsonderwijs heeft de school regels opgesteld. U kunt ons helpen er voor te zorgen dat de regels worden nageleefd door de kinderen thuis ook op deze regels te wijzen. Hieronder staan de belangrijkste genoemd: Bijzonderheden of niet meedoen:  Je neemt een briefje mee van thuis als je niet mee kan doen of wanneer je wel mee doet maar ergens last van hebt. Een briefje van thuis geeft duidelijkheid en dan weten wij als school hoe we moeten handelen. Sieraden uit en af:  Je doet thuis of in de klas je sieraden uit en af. (Alle oorbellen, kettinkjes, horloges, armbandjes)  Je mag zweerknopjes 6 weken afplakken met eigen pleisters, daarna moeten ze uit.  Verlies en/of beschadiging is namelijk voor eigen risico. Gymkleding:  Je draagt een goed passende korte broek met T-shirt of een gympakje.  Je draagt zaalsportschoenen (turnschoentjes zijn glad en slap).  Je draagt bij lang haar een paardenstaart.


P a g i n a | 38 Opfrissen:  Na de gymles mag je je opfrissen met een washand en eventueel met deodorant (gebruik een roller). Huiswerk De leerlingen van groep 8 maken gebruik van een agenda. We gaan er van uit, dat het maken van huiswerk en het oefenen in het gebruik van een agenda ook een vorm van voorbereiding op het voortgezet onderwijs is. In gevallen waar het aanschaffen van een agenda bezwaren geeft, zal de school hierin voorzien. Vanaf januari krijgen kinderen in groep 3 huiswerk. In groep 4 gaat het m.n. om de spellingwoorden en het leren van de tafels. Gaandeweg de jaargroepen wordt de hoeveelheid huiswerk steeds meer. Het huiswerk voor de verschillende groepen wordt meestal vermeld in de weekbrief. Inloop De ouders van de leerlingen van de groepen 1 t/m 4 mogen om 8.20 uur en om 12.50 uur met hun kind mee naar binnen tot 8.35 uur en 13.05 uur. Er is de mogelijkheid om met de leerkracht te spreken of bijvoorbeeld het werk van hun kind te bekijken. Inloop voor groep 4 gaat tot aan de herfstvakantie. Daarna gaan de kinderen zelfstandig naar binnen. Kidsbieb In samenwerking met de andere partners in de MFA Pittelo en de Bibliotheek in Assen is er sinds feb. 2014 een kinderbibliotheek gestart voor de kinderen van de beide scholen en de peuterspeelzaal. De bibliotheek is door de kinderen zelf omgedoopt tot Kidsbieb. De kinderen van groep 7 zijn verantwoordelijk voor alle activiteiten die met de Kidsbieb te maken hebben zoals het uitlenen en innemen, financiën, leesbevordering enz… Er is één algemeen directeur en 2 andere directeuren die verschillende werkgroepen aansturen. Oudercontract Het team van CBS De Lichtbaak werkt met een oudercontract. Daarin is vastgelegd wat ouders van school mogen verwachten en wat school van ouders mogen verwachten. Het contract wordt bij de aanmelding van uw kind door beide partijen ondertekend. Het oudercontract is opgenomen als bijlage achter in deze gids. Trakteren De leerlingen mogen, als ze jarig zijn, trakteren. De jarige trakteert eerst de eigen groep en mag dan - samen met twee andere kinderen - langs de klassen gaan om de andere leerkrachten te trakteren. De kinderen van groep 1 t/m 4 mogen langs de groepen 1 t/m 4 en de kinderen van groep 5 t/m 8 mogen langs de groepen 5 t/m 8. Het trakteren vindt plaats voorafgaand aan de ochtendpauze. Denkt u er aan: Gezond trakteren is ook lekker! Als de leerkracht jarig is, krijgen de leerlingen meestal uit haar of zijn groep dan een briefje mee, met daarin informatie over het feest en over een eventueel cadeautje voor de jarige. De juffen van de groepen 1 en 2 vieren hun verjaardag op dezelfde dag in de loop van het schooljaar. Zieke leerlingen Als uw kind ziek is, stellen wij het zeer op prijs dat u ons dat vóór 8.30 uur laat weten. Wanneer uw kind niet afgemeld is voor 9.00 uur dan zal de school u bellen om te informeren of uw kind onderweg is of dat er een andere reden is waarom uw kind nog niet aanwezig is. Leerlingen die op school ziek worden of een ongelukje hebben gehad, zullen wij nooit zomaar naar huis sturen. In voorkomende gevallen proberen wij u thuis te bellen en wij zullen u vragen om de zieke op te komen halen. Het is belangrijk dat wij op school weten waar wij de ouders van onze leerlingen kunnen bereiken, thuis, op uw werk of elders. Een extra telefoonnummer van een ‘noodadres’ kan in dit verband heel belangrijk zijn (buren of familie). Wilt u, wanneer u nog geen ‘noodadres’ heeft opgegeven, of Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 39 wanneer uw telefoonnummer gewijzigd is, dit ook aan de school doorgeven! Kunnen wij niemand bereiken om de zorg voor de zieke over te nemen, dan blijft het kind op school.

4.7

Activiteiten buiten schooltijd

Omdat leren niet alleen in een klaslokaal hoeft plaats te vinden, nemen wij de kinderen, waar mogelijk, mee op excursie. Het werken met thema’s biedt ons deze ruimte. Iedere groep heeft een budget dat hiervoor gebruikt kan worden. Het vervoer wordt geregeld met ouders. Het Kerst- en Paasfeest zijn christelijke feesten die wij met de kinderen vieren. Bij voldoende begeleiding van ouders neemt de school neemt ieder jaar deel aan een aantal sporttoernooien (o.a. voetbal, volleybal, schaken) en organiseert ook zelf ieder jaar een sportdag samen met de buurtschool. In het najaar doen de leerlingen van groep 8 mee met de bekende ‘kinderpostzegelactie’. De leerlingen kunnen in schoolverband meelopen met de avondvierdaagse. Leerlingen van de groepen 5, 6, 7 en 8 kunnen in het voorjaar meedoen aan de landelijke voorleeswedstrijd. Voor de groepen 1 t/m 7 is er jaarlijks een schoolreis; groep 8 gaat aan het begin van het schooljaar drie dagen op schoolkamp. Elk jaar zijn er wel één of meer extra activiteiten en/of acties. Over al deze activiteiten worden de ouders tijdig via de weekbrief geïnformeerd.

4.8

Uitstroomgegevens

Hieronder volgt een overzicht van de uitstroom naar de verschillende vormen van voortgezet onderwijs van onze groep 8 leerlingen over de afgelopen vijf schooljaren. 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Aantal leerlingen 24 16 22 30 20 Praktijkonderwijs 1 (6%) LWOO 7 (29%) 2 (7%) 3 (15%) VMBO – BL 2 (7%) 2 (10%) VMBO – KL 4 (17%) 2 (12%) 6 (27%) 7 (23%) 5 (25%) VMBO KL - TL 1 (5%) VMBO – TL 4 (17%) 3 (19%) 5 (23%) 4 (13%) 2 (10%) VMBO-HAVO 3 (19%) 2 (7%) 1 (5%) HAVO 8 (33%) 4 (25%) 7 (32%) 8 (26%) 4 (20%) VWO 1 (4%) 3 (19%) 4 (18%) 5 (17%) 2 (10%)

4.9

Geplande leertijd per vakgebied

vakgebied

zint. en lichamelijke opvoeding taalactiviteiten taal - spelling leesonderwijs – technisch lezen leesonderwijs – begrijpend lezen schrijven rekenen/wiskunde Engelse taal wereldverkenning, soc. redzaamheid en wereldoriëntatie verkeer muziek creatieve vakken pauze / fruit eten godsdienstige vorming

1

2

3

4

5

6

7

8

230 120 30 60 245

295 150 60 90 245

120 170 120 90 60 90 300 75

120 170 120 90 60 60 300 75

120 205 120 90 60 60 350 120

120 235 120 60 60 30 350 150

120 235 120 60 60 15 350 30 150

120 235 120 60 60 15 350 30 150

15 30 300 60 120

15 30 300 75 150

15 60 100 75 150

30 60 100 75 150

30 60 105 75 150

30 60 105 75 150

30 45 105 75 150

30 45 105 75 150


P a g i n a | 40

5. De zorg van onze leerlingen Elk kind krijgt binnen onze mogelijkheden de aandacht die het nodig heeft, maar sommige kinderen hebben extra aandacht en/of speciale hulp nodig. Deze extra hulp kan worden gegeven door de leerkracht of door de onderwijsassistent. De hulp wordt geboden wanneer de toetsresultaten hiertoe aanleiding geven. De geboden hulp staat beschreven in een handelingsplan, waarin exact aangegeven wordt wat het probleem is, wat de doelstelling is, hoe daaraan gewerkt zal worden, door wie de hulp wordt aangeboden en wat, na acht weken, het resultaat van de extra hulp is. Voor een leerling die de lesstof van de groep niet kan volgen, wordt een eigen leerlijn per vakgebied opgesteld en daaraan gekoppeld wordt een ontwikkelingsperspectief geformuleerd. Ouders worden altijd geïnformeerd over een handelingsplan of een individuele leerlijn. Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs ingevoerd. Ons schoolbestuur COG Drenthe werkt in twee nieuwe vastgestelde samenwerkingsverbanden (SWV) samen met andere schoolbesturen van het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs (cluster 3 en 4). Binnen het SWV is het doel alle leerlingen een passend onderwijsaanbod te kunnen bieden. Onze school is ingedeeld in het samenwerkingsverband SWV 22.01. SWV 22.01 bestaat uit alle schoolbesturen uit de gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden Drenthe en Tynaarlo. Zeventien scholen van COG Drenthe maken deel uit van dit SWV, waaronder onze school. Meer informatie is de vinden op de website: www.passendonderwijs-po-22-01.nl Door de invoering van passend onderwijs zijn binnen onze zorgstructuur een aantal zaken gewijzigd. Zijn wij als school handelingsverlegen, met andere woorden kunnen wij niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen COG Drenthe gekeken of deskundigen uit ons expertise centrum ingezet kunnen worden. Onze MIB-er legt de ondersteuningsvraag voor aan het expertise centrum. Observatie, gesprekken en/of onderzoek vinden dan, indien nodig, plaats. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn. Daarnaast is de toekenning van een rugzak aan een leerling (de zogenaamde leerlinggebonden financiering) verdwenen. Het schoolbestuur COG Drenthe heeft echter een overgangstermijn tot augustus 2016 van twee jaar ingesteld, waardoor begeleiding en ondersteuning aan de huidige rugzakleerlingen gecontinueerd kan worden. ‘Nieuwe’ leerlingen met een vergelijkbare ondersteuningsvraag kunnen binnen passend onderwijs een arrangement aanvragen. Dit gaat in overleg met de directies, MIB-er en ouder(s). COG Drenthe ontvangt budget voor de bekostiging van de arrangementen en kan hierdoor zelf bepalen over de toekenning en inhoud van een arrangement. Ook de verwijzing naar het speciaal basisonderwijs (SBO) en het speciaal onderwijs (SO) is gewijzigd. Er is binnen het samenwerkingsverband 22.01 een Commissie van Toelaatbaarheid ingesteld. Deze commissie gaat over de toelaatbaarheid van een leerling naar het SBO en het SO. De wijze waarop ons College van Bestuur uitvoering geeft aan passend onderwijs en wij als school aan de ondersteuningsvraag van leerlingen, staat beschreven in ons ondersteuningsprofiel. Binnen de regio hebben alle scholen een soortgelijk ondersteuningsprofiel opgesteld. De profielen samen vormen een dekkend aanbod in de regio, zodat voor iedere leerling en elke ondersteuningsvraag een passend aanbod is. Voor meer informatie over passend onderwijs, de toekenning van arrangementen en onze werkwijze verwijzen wij u naar het eerder genoemde ondersteuningsprofiel dat op school ter inzage ligt.

5.1

Meer- en/of hoogbegaafde leerlingen

CBS De Lichtbaak is één van de Kwadraatscholen in Nederland. Dat betekent dat we specifieke kennis in huis hebben om kinderen die meerbegaafd zijn te kunnen begeleiden. Binnen de school geven we dat o.a. vorm in de plusklas. Deze is voor de meerbegaafde leerlingen van de groepen 5 t/m 8. In het Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 41 eerste halve jaar zijn de kinderen van groep 6 t/m 8 aan de beurt. In het tweede deel vallen de kinderen van groep 8 af en kijken we naar de kinderen van groep 5. Voor meer informatie over Kwadraatscholen: www.kwadraatonderwijs.nl Voor hoogbegaafde leerlingen bestaat er de mogelijkheid om naar de HBafdeling van CBJS De Kloostertuin in Assen te gaan. Deze afdeling maakt deel uit van COG Drenthe. Meer weten over onze HB-afdeling? Neem gerust contact op of vraag de schoolgids aan via 0592352213.

5.2

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Afgelopen jaren hebben we als school meegedaan aan VVE in het kader van Gemeentelijk-OnderwijsKansen-Beleid. Het doel hiervan was om taalachterstanden bij kinderen te voorkomen of te verminderen. Wij vinden de taalontwikkeling erg belangrijk en merken duidelijk vooruitgang bij onze jonge kinderen door de taalstimulering. Een aantal leerkrachten en onderwijsassistenten hebben een opleiding gevolgd en zijn officieel VVE gecertificeerd. Leerkrachten en onderwijsassistenten die nog niet VVE geschoold zijn, gaan alsnog naar de opleiding. U kunt het effect van VVE direct waarnemen bij de onderwijsassistent in de kleutergroepen. Deze onderwijsassistent zijn een aantal dagdelen in een kleutergroep en zijn – samen met de juf - vooral bezig met het optimaliseren van het taalonderwijs in de groep. De onderwijsassistente heeft elke morgen een groepje onder haar hoede. Ze doet een kleine kring, een taalactiviteit en begeleidt hetzelfde groepje bij de werkles. Door de inzet van een extra juf komt er meer tijd vrij om taalverwerving aan individuele kinderen te geven of kinderen, die dat aankunnen, wat extra’s te bieden. Om de ontwikkeling van de kinderen beter te kunnen volgen en begeleiden is er ook regelmatig overleg met de leidsters van de peuterspeelzaal en andere scholen.

5.3

Het onderwijskundig rapport

Indien een leerling onze school verlaat, stellen wij een onderwijskundig rapport op. In dit rapport geven we weer waar het kind zich in de leerstof bevindt. Tevens geven we informatie over gedrag en prestaties. Dit rapport wordt opgestuurd naar de nieuwe school. Ouders zijn vrij om het rapport in te zien.

5.4

Zorg richting het Voortgezet Onderwijs

Digitale Plaatsingswijzer Het basisonderwijs (COG Drenthe) heeft samen met het voortgezet onderwijs een heldere doorgaande lijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs gerealiseerd m.b.v. de digitale plaatsingswijzer. De plaatsingswijzers zijn gebaseerd op het leerlingvolgsysteem van de basisschool. Hierdoor kunnen de afleverende en de opnemende school met elkaar overleggen over leerlingkenmerken die er werkelijk toe doen. Daarnaast geeft het de leerlingen en zijn ouders zicht op het prestatiebeloop van de leerling in de laatste jaren van de basisschool. Dat zicht is nodig om goed te kunnen beoordelen welk leerniveau: kader, theoretisch, havo of vwo na de basisschool voor een leerling het meest geschikt is. Belangrijke onderdelen van de plaatsingswijzer zijn de toetsresultaten van januari in de groepen 6 t/m 8, de gewichtsverhouding tussen die verschillende leerdomeinen, en de samenhang tussen de leervorderingen en de leerhouding. Begeleiding naar het voortgezet onderwijs Vanuit onze school wordt in de eerste plaats contact onderhouden met de Christelijke Scholengemeenschap Vincent van Gogh in Assen. Eén keer per jaar wordt er een Lichtbaak café georganiseerd voor alle ouders van de groepen 6 t/m 8. Tijdens deze voorlichtingsavond bespreken de leerkrachten van de bovenbouw met de ouders op welke wijze de school de leerlingen op zorgvuldige wijze begeleidt op weg naar het voortgezet onderwijs. Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 42

In de loop van het schooljaar wordt voor de ouders van groep 8 een ouderavond gehouden op het Vincent van Gogh of op de Lichtbaak. Op deze avond geeft een docent van deze scholengemeenschap voorlichting over het voortgezet onderwijs. In het voorjaar wordt een algemene voorlichtingsavond gehouden door het voortgezet onderwijs, terwijl er door de verschillende scholen ook open dagen worden georganiseerd. Afhankelijk van de keuze van de ouders wordt door de groepsleerkracht voorlichting gegeven over andere scholen voor voortgezet onderwijs. Ook over scholen met een niet-christelijke signatuur.


P a g i n a | 43

6. De ouders 6.1

Het belang van de betrokkenheid van de ouders

Een goed contact tussen school en ouders is van grote waarde. Een kind dat merkt dat u de school belangrijk vindt, zal thuis meer vertellen over wat hij op school heeft gedaan en zal genieten van de aandacht die het krijgt. Uw betrokkenheid bij schoolse zaken wordt erdoor vergroot en van uw inbreng kan de school weer profiteren. Om duidelijk te maken wat wij aan betrokkenheid van ouders verwachten, hebben we een aantal zaken op papier gezet. Uiteraard mag u ook wat van de school verwachten. De ouders mogen het volgende van de school verwachten:  dat we op De Lichtbaak christelijk onderwijs geven, waarbij er ruime aandacht is voor het aanleren van waarden en normen;  dat de kinderen op de afgesproken tijden naar school kunnen;  dat we op school zorgen voor een omgeving waarin ouders en kinderen zich prettig voelen;  dat we veel aandacht hebben voor en werken aan het welbevinden van de kinderen;  dat we rekening houden met verschillen tussen kinderen;  dat we de ontwikkeling van de kinderen goed volgen en in beeld brengen;  dat we de ouders op de hoogte houden van de ontwikkeling van hun kind en inzage geven in het leerlingvolgsysteem van hun kind;  dat we alles in het werk stellen om het kind op school te helpen en als dat echt niet kan ervoor zorgen dat het kind op een goede plek terechtkomt;  dat we rekening houden met de inbreng van de ouders;  dat we ouders de gelegenheid geven om in school te helpen. De school verwacht in elk geval het volgende van de ouders:  dat zij de christelijke identiteit van de school respecteren;  dat zij er zorg voor dragen dat hun kind de activiteiten in het kader van de christelijke identiteit bijwoont, ook als deze buiten de gewone schooltijden vallen (bijvoorbeeld de kerstviering, schoolkerkdienst, en dergelijke);  dat zij ervoor zorgen dat hun kind, ziekte daargelaten, altijd aanwezig is op school;  dat ze hun kind op tijd op school brengen en op tijd weer ophalen;  dat ze belangstelling tonen voor het wel en wee van hun kind op school;  dat ze hun kind stimuleren m.b.t. de schoolse zaken;  dat ze de leerkrachten op de hoogte houden van bijzonderheden, die invloed kunnen hebben op het doen en laten van hun kind;  dat ze spreekavonden, ouderavonden en andere bijzondere activiteiten in school bezoeken;  dat ze naar vermogen hand-en-spandiensten verlenen;  dat ze meewerken als de school het nodig vindt om deskundigen in te schakelen;  dat ze meewerken aan een overgang naar het Speciaal Onderwijs als dat de beste plek voor hun kind blijkt te zijn;  dat ze de activiteitenbijdrage zullen betalen;  dat ze leven in de overtuiging dat school en ouders beide het beste voor kinderen willen.

6.2

De informatievoorziening aan ouders

Ouderbetrokkenheidscommissie Om de informatievoorziening blijvend op een hoog niveau et houden, heeft de school een oudercommissie die zich alleen met die taak bezig houdt. Meekijken in de groep Om ouders een beeld te geven van de dagelijks praktijk binnen de groepen en van hun eigen kind. Kunnen ouders van de groepen 1 t/m 3 een dagdeel meedraaien in de groep van hun eigen kind. U dient daarvoor zelf een afspraak met de leerkracht te maken.


P a g i n a | 44

Koffietijd Het doel van koffietijd is om een brug te slaan tussen de school en de ouders, zodat zij goede en structurele onderlinge contacten hebben. Ouders worden geïnformeerd over allerlei zaken binnen en buiten de basisschool. • • • • •

een wekelijks ontmoetingsmoment voor alle ouders van de Lichtbaak met kinderen van verschillende leeftijden heeft als doel de ouderbetrokkenheid te vergroten door ontmoeting en uitwisseling van informatie is er ook voor de gezelligheid vindt plaats op de woensdagmorgen van 8.30 uur–9.00 uur vindt plaats in de ontmoetingsruimte. Het eerste lokaal naast de kleuterlokalen.

Lichtbaak café Jaarlijks worden er 7 á 8 informatieve ochtenden en/of avonden verzorgd door de ouderbetrokkenheids commissie met als doel ouders en school in gesprek te laten zijn over allerlei zaken die in de school en thuis een rol spelen bij de ontwikkeling van uw kind. Deze laagdrempelige Lichtbaak cafés worden geleid door deskundigen van school of van daarbuiten. We werken bijvoorbeeld samen met het Centrum voor Jeugd en gezin en Kinderopvang Pinokkio. De inhoud van deze bijeenkomsten verandert jaarlijks, maar gaan bijvoorbeeld over: Positief opvoeden is een kunst, Uilen maken van vilt, gezonde traktaties maken, wat moet mijn kind aan het eind van groep 2 kennen en kunnen?, de christelijke identiteit van CBS De Lichtbaak, kinderen met stoornissen, hoe verwijzen we naar het voortgezet onderwijs?, wat is het belang van lezen (Kinderboekenweek). Verwachtingsgesprekken en voortgangsgesprekken Aan het begin van het nieuwe schooljaar is er voor alle ouders en kinderen van de groepen 6 t/m 8 een verplichte verwachtingsgesprek. Tijdens dat gesprek vragen we u informatie te geven over uw kind. We willen met de kinderen bespreken welke doelen ze willen behalen en wat ze daarbij van de juf of meester verwachten. Ouders en kind wordt ´de mond gegund´ en de leerkracht is dus luisteraar. We denken dat dit naast onze eigen interne overdracht een goede manier is om samen met u een goede start te maken van het jaar in het belang van uw kind. Daarnaast is er vier keer per jaar een mogelijkheid tot een voortgangsgesprek met de groepsleerkracht. In november januari, april en juni. Daarvan is het voortgangsgesprek in januari een verplicht moment. U kunt dan na dat gesprek het rapport van uw kind meenemen. De kinderen in de groepen 1 en 2 krijgen hun rapport aan het einde van het schooljaar. U wordt hiervoor uitgenodigd. Wanneer voor de groepen 3 t/m 8 een rapportenavond wordt gehouden, is er voor de groepen 1 en 2 ook een voortgangsgesprek over het Ontwikkelingsvolgmodel voor jonge kinderen. De informatie voor de ouders van groep 8 zal met name in het teken staan van de voortgangstoetsen van groep 7 en de voorbereidingen voor de overgang naar het voortgezet onderwijs. MR en OR Zowel OR als MR doen verslag en leggen verantwoording af middels een brief die de ouders krijgen en die ook op de site gezet wordt. Ouders krijgen een week de tijd te reageren en de beide raden doen schriftelijk verlag van de opmerkingen en/of vragen. Mochten er dringende zaken als verhoging van de vrijwillige ouderbijdrage zijn, dan zal er een aparte avond belegd worden. Open ochtend Eén ochtend per schooljaar zijn - behalve de kinderen en hun ouders - ook opa’s, oma’s en andere belangstellenden welkom op school. Op deze ochtend mag iedereen zien hoe er gewerkt wordt.


P a g i n a | 45

Ouderinformatiepunt Op het leerplein van groep 3 en 4 is een ouder informatiepunt ingericht. Daar vindt u allerlei informatie over opvoeding, onderwijs en hulpverlening. Website en digitale weekbrief De meeste informatie van school richting ouders en kinderen gaat via de weekbrief. Hierin staat actuele informatie omtrent de gebeurtenissen op school. De weekbrief wordt op vrijdag op de site geplaatst en gemaild naar de ouders. Ouders dienen zich zelf aan te melden voor de weekbrief op de website van de school. De nieuwsbrief wordt dan automatisch naar het ingevoerde mailadres verzonden. Ouders die geen digitale weekbrief kunnen ontvangen, kunnen dat aangeven en krijgen deze alsnog op papier. Vaste onderwerpen, dan wel vaak terugkerende, zijn:  het thema van de Bijbelse onderwerpen van die week  de opbrengst van zending / goede-doelen-geld van de week  lief en leed  onderwijsinhoudelijke mededelingen  het huiswerk voor de hogere groepen  namen van nieuw ingekomen of vertrekkende leerlingen  mededelingen over sporttoernooien, vieringen, acties, excursies, enz. Alle informatie over de school is te vinden op www.delichtbaak.nl Ouderbezoek Eenmaal, voordat uw kind vier jaar wordt, komt de onderbouwleerkracht bij u op bezoek. Tijdens dit bezoek willen we op een ontspannen manier kennismaken met u en uw kind.

6.3

De inzet van de ouders

De ouderraad Deze groep ouders, die zich bijzonder inzet voor een groot aantal activiteiten in en rond de school, vormt een onmisbare schakel in onze schoolgemeenschap. De raad vergadert 1x per maand, en is tijdens tal van activiteiten binnen de school actief. Ze spelen een rol bij vieringen en allerlei andere binnen- en buitenschoolse activiteiten zoals de sportdag, de avondvierdaagse, Unicef-acties enz. Naast deze raad kan elke ouder deelnemen aan de ouderhulp. Het gironummer van de OR is: 5588765 t.n.v. de ouderraad van cbs de Lichtbaak Verkeersouders Sinds twee jaar is de werkgroep verkeersouders van de Lichtbaak actief op het gebied van de verkeersveiligheid op en rond de school. Eén van de OR leden heeft voor onze school de taak van ‘verkeersouder’. Een verkeersouder vormt een brug tussen ouders, school, en derden (gemeente, politie, 3 VO en wijkvereniging) als het gaat om de verkeersveiligheid van kinderen. Een verkeersouder maakt zich sterk voor:  goed verkeersonderwijs en veilige schoolroutes  het betrekken van andere ouders bij de verkeersveiligheid van hun eigen kinderen  het maken van goede afspraken om verkeersveiligheid mogelijk te maken Klassenouder Aan het begin van het schooljaar worden door de leerkrachten ouders gevraagd als klassenouder. De taak van de klassenouder is het ondersteunen van de leerkrach bij het regelen van hulp en ondersteuning bij tal van groepsactiviteiten als de schoolreis, excursies, extra schoonmaak e.d.


P a g i n a | 46

Luizenbrigade Een groep ouders controleert regelmatig alle leerlingen en leerkrachten op de aanwezigheid van hoofdluis.

6.4

Medezeggenschap

De Wet Medezeggenschap Scholen bepaalt dat de (G)MR instemmings- en adviesbevoegdheid heeft op een groot aantal beleidsonderdelen. De GMR houdt zich bezig met beleid op bovenschools niveau, dus allerhande zaken die alle scholen aangaan. De MR richt zich op het beleid op schoolniveau. Te denken valt daarbij aan (zowel bij GMR als MR):  Instemming op het gebied van onderwijskundige doelstellingen voor de hele schoolvereniging, maar ook het meerjarenbeleidsplan en de jaarplannen daaromtrent, beleid t.a.v. welzijn, gezondheid en veiligheid. 

Adviesbevoegdheden die zich met name richten op de hoofdlijnen van het financiële beleid, de verdeling en besteding van de middelen, zaken die betrekking hebben op organisatie en management, huisvesting en onderhoud, taakverdeling, taakbeleid, etc.

Daarnaast zijn er op zowel bovenschools als op plaatselijk niveau ook een aantal zaken waar met name de oudergeleding instemmings- of adviesbevoegdheid heeft, bijvoorbeeld als het gaat om het regelen van de buitenschoolse opvang en het vaststellen van de activiteitenbijdrage. Ten aanzien van typische personeelsaangelegenheden heeft met name de personeelsgeleding bevoegdheden. Te denken valt aan het beleid rond formatie, scholing, nascholing, deskundigheidsbevordering, personeelsbeleid etc. Van groot belang is dat er een gezonde wisselwerking is tussen (bovenschoolse) directie en (G)MR. Door elkaar tijdig te informeren, kunnen (G)MR-leden al in een vroeg stadium kennis nemen van plannen en tijdig advies uitbrengen. Een belangrijk hulpmiddel daarbij kan het jaarplan van de vereniging en de scholen vormen. Daarin staan immers de beleidsvoornemens, waar de medezeggenschap voor het merendeel bij betrokken kan worden. Op deze wijze wordt de betrokkenheid van de ouders en het personeel bij de totstandkoming en uitvoering van beleid maximaal gestimuleerd. Dat onderstreept nogmaals het belang van de (G)MR en het serieus uitvoeren van de (G)MR-taken.

6.5

Medezeggenschapsraad (MR)

De Medezeggenschapsraad bestaat uit minimaal zes personen: drie ouders en drie leden van het schoolteam. Zij komen circa 10 keer per jaar bij elkaar en bespreken allerlei zaken die te maken hebben met de organisatie en het beleid van onze school. De vergaderingen zijn openbaar. De vergaderdata worden via weekbrief en de website bekend gemaakt. Ook kunt u op de website de meest actuele MR-zaken volgen. Rechtsreeks contact opnemen met onze MR kan via [email protected]

6.6

De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

Daarnaast is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De oprichting hiervan is een wettelijke verplichting. De GMR houdt zich bezig met zaken die heel COG Drenthe aangaan.

6.7

Kind(eren) van gescheiden ouders

Beide ouders hebben recht op informatie over hun kind. De school zal deze informatie op verzoek aan de ouders geven, ook als zij gescheiden zijn. Als school willen we geen speelbal tussen ouders worden. Vanwege onze neutrale positie hebben wij ervoor gekozen beide ouders in principe op gelijke wijze te informeren (tenzij dit in strijd is met het belang van het kind). Het adres van de niet met het ouderlijk gezag belast zijnde ouder zal in onze administratie worden opgenomen. Voor zover van toepassing wordt uw medewerking gevraagd bij het vastleggen van oudergegevens. Wij vragen begrip voor onze positie. Als de adresgegevens van de Schoolgids CBS De Lichtbaak 2015-2016

P a g i n a | 47 niet bij het kind wonende ouder bij ons bekend zijn wordt hij/zij door de school op de hoogte gesteld van bijvoorbeeld de schoolgids, , ouderavonden, contactavonden, schoolresultaten, toets resultaten en rapporten. Als dit niet is toegestaan (b.v. via een gerechtelijke uitspraak), moet het schriftelijk bewijs hiervan aan de directie worden overlegd.

7.

Beleid

7.1

Beleid

De Lichtbaak wil een zingevende basisschool zijn met als belangrijkste pijlers: een positief schoolklimaat, ondernemend leren en christelijk. We willen dat ieder individueel kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces opgroeit tot een mondig, positief kritisch, coöperatief en gelukkig mens in onze samenleving. De kinderen zijn eigenaar van hun eigen ontwikkeling en krijgen zorgvuldige begeleiding van hun leerkracht. De Lichtbaak is voortdurend in beweging. We ontwikkelen beleid, toetsen het aan de praktijk en evalueren het. Wij maken daar waar nodig gebruik van externe adviseurs. De achtergronden, de ontwikkelingen en de evaluaties van ons beleid (op basis van onze visie) zijn terug te vinden in het schoolplan 2015-2018. .

7.2

Sponsoring

Sponsoring mag alleen plaatsvinden op dusdanige wijze, dat er voor zowel de school als voor de sponsor geen wederzijdse verplichtingen ontstaan. Ook de ouders van de kinderen mogen zich niet gedwongen voelen producten of diensten van de sponsoren af te nemen. Reclame-uitingen mogen niet prominent aanwezig zijn in de school.

7.3

Klachtenregeling

Er kunnen allerlei klachten op een school voorkomen. We gaan ervan uit dat de ‘lichtere’ klachten zoveel mogelijk binnen de school opgelost worden. In eerste instantie is de groepsleerkracht de aangewezen persoon om eventuele klachten mee te bespreken. Wordt er geen oplossing gevonden, of betreft het meer schoolgebonden klachten, dan kan men contact opnemen met de directie. Indien echter, gelet op de aard van de klacht, het niet mogelijk is of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling van COG Drenthe. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). Deze regeling ligt op iedere school ter inzage. De klachtenregeling is alleen van toepassing als iemand met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op deze klachtenregeling. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Volgens de klachtenregeling zullen ouders/verzorgers in de meeste gevallen met hun klacht eerst terechtkomen bij:

A: De contactpersoon van de school

De contactpersoon van onze school is Josta Buijs – Bakker (06-22145412). De taken van de contactpersonen zijn:  eerste opvang binnen de school van de kla(a)g(st)er; 

informatie geven over de mogelijk te volgen procedures binnen (informele klacht) en buiten (formele klacht) de school;



het verkennen welke procedure naar de mening van de kla(a)g(st)er de meest wenselijke is;


P a g i n a | 48



het stimuleren en initiëren van overleg en activiteiten door en met het team en de Medezeggenschapsraad van activiteiten in het kader van voorlichting over o.a. seksuele intimidatie, huiselijk geweld en procedures bij het indienen van een klacht.

 Hij/zij zal naar het verhaal luisteren en samen met de ouders/verzorgers kijken naar wat er nu gaat gebeuren. De contactpersoon gaat niet zelf aan de slag, maar verwijst door naar de:

B: Externe vertrouwenspersoon

Door COG Drenthe zijn twee externe vertrouwenspersonen aangesteld. De externe vertrouwenspersoon zal met de ouders/verzorgers over de klacht praten en kijken welke volgende stappen zinvol zijn. Dat kan een vorm van hulpverlening zijn, besluiten om wel of geen klacht in te dienen en/of stappen doen van aangifte bij de politie. De ouders/verzorgers beslissen welke stappen zij willen zetten, de vertrouwenspersoon ondersteunt hen desgewenst daarbij. Ouders/verzorgers hebben de keuze waar ze schriftelijk hun klacht in willen dienen. Dit kan bij het schoolbestuur (algemeen directeur COG Drenthe) of bij de klachtencommissie. In ieder geval bepaalt de wet dat zij de volgende twee mogelijkheden hebben: Als men kiest voor het indienen van de klacht bij het bestuur, is men gelijk aan het adres van degene die uiteindelijk over de klacht beslist. Als men kiest voor het indienen van de klacht bij de klachtencommissie, zal deze een oordeel geven over de gegrondheid van de klacht en mogelijk adviseren over de te treffen maatregelen. Het bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde wordt meegedeeld of de klacht wordt onderzocht. Ook de directeur van de betrokken school ontvangt bericht. De klachtencommissie houdt een hoorzitting binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Na de hoorzitting zal de klachtencommissie een oordeel en advies opstellen. Dit oordeel en advies gaan naar het schoolbestuur. Dat beslist vervolgens of het het oordeel van de klachtencommissie deelt en de maatregelen overneemt. Hoewel de weg langs de klachtencommissie dus langer is, heeft de wet toch deze mogelijkheid voor klagers in het leven geroepen. Dit om meer garanties te bieden dat er een oordeel over de klacht komt dat onafhankelijk is. Natuurlijk hopen wij dat het nooit nodig zal zijn om een klacht in te dienen. Wij voelen ons, samen met de ouders/verzorgers, verantwoordelijk voor het realiseren van een veilige school met een prettig pedagogisch klimaat. De uitgebreide klachtenprocedure ligt op school ter inzage. Ook is op school een gedragscode voor personeelsleden verkrijgbaar. Adressen COG Drenthe T.a.v. de algemeen directeur Postbus 167 9400 AD Assen Tel: 0592-409865 Email: [email protected] Klachtencommissie: T.a.v. Dhr. B. Krijgsheld Postbus 167 9400 AD Assen Tel: 0592-331653


P a g i n a | 49

8.

Nawoord

Wij hopen dat u een goed beeld heeft gekregen van CBS De Lichtbaak. Wanneer u nog vragen heeft, is er altijd een mogelijkheid voor een persoonlijk gesprek. Indien u graag wilt komen kijken of over wilt gaan tot inschrijving, nodigen wij u graag uit voor een kennismakingsgesprek. We heten u van harte welkom! Namens het team van CBS DeLichtbaak, Petra Oldenbeuving-Dekter (adjunct directeur) en Ronald Middelbos (directeur)


P a g i n a | 50

Bijlage 1: Oudercontract CBS De Lichtbaak

Ouder(s) van …………………………………..

a

De school draagt zorg voor goed onderwijs zoals beschreven in schoolplan en schoolgids

De ouders onderschrijven de inhoud en uitgangspunten van schoolgids en schoolplan.

b

De school heeft in de schoolgids een aantal protocollen opgenomen of verwijst er naar o.a.:  Veiligheidsprotocol  Pestprotocol  Ontruimingsplan  Internetprotocol  Gedragscode personeel  Protocol toelating- en verwijdering van Leerlingen  Klachtenregeling De school informeert in ieder geval 2x per jaar de ouders over de vorderingen en het welbevinden van hun kind. Eventuele gedragsproblemen worden zo spoedig mogelijk met de ouders besproken. Bij leer- en/of gedragsproblemen reageert de school alert. Het zorgplan is hierbij uitgangspunt. De school informeert de ouders over de te nemen stappen, het eventuele plan van aanpak en evalueert een en ander op vastgestelde tijden.

De ouders(verzorgers) hebben kennis van deze protocollen en stellen zich op de hoogte van de inhoud en onderschrijven deze. Ze steunen de school indien nodig bij de uitvoering ervan.

c d e

f g h i

In dit kader zijn individueel gemaakte afspraken bindend. De school zorgt ervoor dat de wettelijk verplichte lesuren worden gegeven. De ouders worden tijdig geïnformeerd over zaken die de school en de leerlingen betreffen. De school zorgt voor een aantal activiteiten, die de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen bevordert. Hiervoor gebruikt zij SWPBS. De school houdt zich aan de leerplichtwet. De kinderen krijgen alleen bij bijzondere gelegenheden verlof.

j

De school respecteert de cultuur en geloofsovertuiging van de ouders.

k

Wanneer een handgemeen dreigt tussen leerlingen zullen teamleden tussenbeiden moeten komen en op moeten treden om beschadiging te voorkomen, waarbij onbedoeld lichamelijk letsel kan ontstaan. De school lost eventuele conflicten op. Samen met de ouders werkt de school aan een leefbare en veilige school.

l

Handtekening directie

De ouders tonen belangstelling in de vorderingen van hun kind door o.a. aanwezig te zijn bij de voortgangsgesprekken. De ouders(verzorgers) informeren de school als hun kind problemen heeft in de thuissituatie of op school. De ouders(verzorgers) verlenen toestemming indien nodig het kind op te nemen in een zorgtraject en eventueel de leerling te bespreken met beroepskrachten of hulpverleners van buiten de school. De ouders geven toestemming voor het afnemen van die testen en toetsenbij hun kind die nodig zijn voor een juiste diagnose. In dit kader zijn individueel gemaakte afspraken bindend. De ouders(verzorgers) maken , indien mogelijk, afspraken met externe hulpverleners buiten schooltijd. De ouders (verzorgers) lezen de informatie en vragen indien nodig om toelichting.

De ouders (verzorgers) vragen voor hun kind tijdig bij de directie verlof aan en houden zich aan de leerplichtwet. De ouders (verzorgers) respecteren en ondersteunen de grondbeginselen zoals beschreven in het schoolplan en de schoolgids. De ouders staan achter de aanpak van de school.

De ouders (verzorgers)onderschrijven de uitgangspunten van de conflicthantering en werken mee aan een leefbare en veilige school.

Handtekening ouder(s)

Datum:………………………………………..


Schoolgids Christelijk Positief schoolklimaat Ondernemend leren

Recommend Documents