Het
ABC
van ondernemend leraarschap over leren ondernemen en ondernemend leren
Wiebe Houkamp
© 2009 auteur Wiebe Houkamp. Dit artikel is een product van Educatief Ondernemen. Voor meer informatie ga naar www.educatiefondernemerschap.nl. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit boekje mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Wiebe Houkamp. De informatie van de letters I-K-S-U komen uit het sectorraamwerk van 2007 Illustratie en vormgeving Johnny de Jonge. Voor meer informatie ga naar www.johnnydejonge.nl.
HET ABC VAN ONDERNEMEND LERAARSCHAP
over leren ondernemen en ondernemen leren
0
INLEIDING
De ondernemende leraar en ondernemend onderwijs Leraren in het regulier onderwijs zijn hoogopgeleide specialisten. Minimaal HBO is de eis die de samenleving aan hen stelt. Een leraar is iemand die zijn lessen zodanig ontwerpt, organiseert en uitvoert dat het onderwijsleerproces goed en effectief verloopt. Juist de interactie tussen deze drie aspecten creëert de meerwaarde van het beroep. Opvallend is dat ook ondernemers tijdens de creatie van hún meerwaarde gebruik maken van deze drieslag. Een reden om aan te nemen dat het vak van leraar veel kenmerken gemeen heeft met het ondernemerschap. Zo moeten ook leraren pro-actief en creatief zijn, opdat ze het leerproces voortdurend aan kunnen passen aan nieuwe inzichten en eisen die de maatschappij stelt. Ze moeten initiatief tonen en nog veel meer. Daarbij komt dat de positie en verantwoordelijkheden van het beroep maken dat leraren graag zichzelf aansturen i.p.v. aangestuurd worden. Een ondernemende leraar voegt nog een facet aan bovenstaande karakterisering toe: hij werkt op basis van opdrachten en is resultaatgericht. Opdrachtgevers bevinden zich zowel in het onderwijs als daarbuiten. Feitelijk werkt deze leraar in twee werelden: met één been in het onderwijs en het andere daarbuiten. In beide werelden wordt een beroep gedaan op zijn vakmanschap en de kwaliteit daarvan. En de kennis en ervaring die hij opdoet in de ene wereld zal hij meenemen naar de andere en andersom. Ook deze beweging geeft het beroep een meerwaarde. De Ondernemende Leraar is een combinatie van leraar- en ondernemerschap, die nieuwe kansen biedt voor het onderwijs en de leraar zelf. Zo kunnen leraren die ondernemend gedrag vertonen, ook buiten de schoolorganisatie opdrachten vervullen en kunnen ondernemers die als leraar-van-buitenaf hun kennis beschikbaar stellen, het leerproces van leerlingen/studenten ondersteunen met praktijk kennis. Een dergelijke dynamiek past bij de 21e eeuw. Om ondernemerschap in het onderwijs te bevorderen zijn er leraren nodig die als rolmodel voor leerlingen zichtbaar maken wat ondernemerschap kan betekenen. Daarnaast kan het onderwijs mensen die in verschillende
organisaties werkzaamheden verrichtten, goed gebruiken. Zij verenigen beiden werelden in zich en garanderen zo de kennisuitwisseling tussen die werelden. Aan ons de plicht om een dergelijke vorm van kennisoverdracht vorm te geven. Waarom zou een leraar ondernemerschap willen combineren met het leraarschap? Het antwoord op die vraag is simpel! Namelijk omdat hij als hoogopgeleide dan zelf sturing kan geven aan zijn beroepsuitoefening en carrière. Een ondernemende leraar zorgt namelijk zelf steeds voor uitdagingen, houdt zijn kennis op peil, heeft een relevant netwerk opgebouwd, bewaakt zijn tijd goed en is resultaatgericht. Een ondernemende leraar werkt op basis van afspraken, is een vakspecialist en vervult tal van rollen, zoals die van ontwerper, onderzoeker, organisator en coach. De combinatie met het ondernemerschap vergroot de professionaliteit, geeft een grote mate van zelfsturing en vertaalt zich ook in de financiële waardering. Lachende tweede is het onderwijs zelf. Dat is zeker gebaat bij de hierdoor gegenereerde kwaliteitsimpuls. Wiebe Houkamp © copyright 2009
A
Attitude
Wat weten we over competenties? In de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw deed het begrip competentie zijn intrede in de psychologie. McClelland (1973) introduceerde het als een betrouwbare voorspeller van succes in het latere (beroeps)leven, betrouwbaarder dan intelligentietesten en schoolresultaten. Sinds het begrip begin jaren ’90 zijn opwachting maakte in het bedrijfsleven, zijn in veel organisaties pogingen ondernomen om competenties tot de kern van succesvol personeelsbeleid te maken. De achterliggende gedachte daarbij is dat medewerkers en hun vermogen om in te spelen op ontwikkelingen in en buiten de organisatie, essentieel zijn voor het succes van een onderneming. Vanuit diezelfde gedachte is vanaf ongeveer 2000 in het Nederlandse onderwijs, veelal onder de noemer integraal personeelsbeleid, een vorm van competentiemanagement ontwikkelt. In de jaren daarna heeft het ontwikkelen van leerlingencompetenties een belangrijke rol gespeeld bij de inrichting van met name beroepsgericht onderwijs, zowel op hbo-, mbo- als vmbo-niveau. Geformuleerde leerlingencompetenties zijn niet zozeer sturend voor leerlingen als wel voor docenten. Ze dagen docenten uit om hun programma zo vorm te geven, dat de benodigde competenties door leerlingen worden ingezet. Een goede manier om dat zichtbaar te maken, is door leerlingen te laten opereren in concrete situaties. Bijvoorbeeld in werksituaties waarin ze laten zien waartoe ze in staat zijn. Als het om gesimuleerde werksituaties gaat, dan is het van belang dat ze realistisch en contextrijk zijn. Een competentie is een samenspel van kennis, vaardigheden, houdingen en capaciteiten (talent). Competenties zijn waarneembaar in gedrag en dus meet- en toetsbaar. Daarnaast zijn ze ook ontwikkel- en leerbaar. Competent gedrag wordt vertoond in een bepaalde context en gedurende een bepaalde tijd. Een gangbare definitie luidt als volgt: Competenties zijn het geheel aan vaardigheden (het kunnen) en kwaliteiten (het zijn) in combinatie met houding (het willen) en kennis (het weten). Zij stellen een persoon in staat een bepaalde taak op een bepaald niveau in een bepaalde omgeving of situatie met succes uit te voeren. Een praktischer definitie is het vermogen van iemand om in bepaalde situaties adequaat gedrag te vertonen.
B
Basisprofielschets
Wat is het profiel van ondernemend leraarschap in een ondernemende school? Het leraarschap kenmerkt zich door tal van kwaliteiten die nodig zijn om het beroep uit te oefenen. Deze kwaliteitseisen zijn vastgelegd in de Wet Beroepen in het Onderwijs (BIO). De kennis en vaardigheden (competenties) zijn verdeeld over zeven gebieden. Elk gebied kent eigen eisen op het gebied van kennis en vaardigheden. Wat is nu het profiel van een ondernemende leraar? Om deze vraag te beantwoorden wordt eerst het begrip ondernemerschap verduidelijkt. Ondernemerschap en ondernemendheid Ook ondernemerschap is gebaseerd op specifieke kwaliteiten. Het denken in competenties heeft ertoe bijgedragen dat het ondernemerschap steeds minder als een aangeboren en steeds meer als een ontwikkelbaar talent werd gezien. Een vergelijkbare ontwikkeling heeft het leraarschap doorgemaakt. Naast ondernemerschap bestaat ondernemendheid. De laatste richt zich op vaardigheden en houding. De toevoeging van specifieke kennis rondom het voeren van een onderneming maakt haar tot ondernemerschap. Om enige duidelijkheid te bieden in de diverse benaderingen is er door de Europese unie een definitie geformuleerd. Ondernemend lerarengedrag Het ondernemende lerarengedrag onderscheidt zich van dat van zakelijke ondernemers onder andere in het gegeven dat leraren ook als werknemer ondernemend kunt zijn. Overeenkomst is dat ondernemend lerarengedrag betekent pro-actief zijn, risicomijdend gedrag schuwen, creatief zijn en niet te vergeten: resultaatgericht kunnen en willen werken. Leraarschap en Ondernemerschap Ondernemerschap en leraarschap zijn lange tijd twee aparte werelden geweest, die ook nog elkaars tegenpolen zouden zijn. Ondernemen werd gezien als een commerciële activiteit, bedoeld om winst te behalen, wat niet paste bij het verzorgen van onderwijs. In de huidige economische situatie is die tegenstelling niet zo scherp. Voor onderwijsinstellingen is ondernemen noodzaak geworden. En in de nieuwe vormen van ondernemerschap liggen voor leraren tal van kansen voor de beroepsuitoefening. De ondernemende leraar en de ondernemende school Ondernemende leraren zijn leraren die inspireren. Die in hun didactiek en gedrag een meerwaarde weten te realiseren. In de beroepsuitoefening hebben ze de rol van vakdocent, pedagoog, organisator en nog tal van andere meetbare rollen. Zo’n beroepsuitoefening vraagt ook om een ondernemende omgeving. Een ondernemende leraar komt eigenlijk alleen maar tot zijn recht op een ondernemende school.
Ondernemerschapsonderwijs en het curriculum Hoe ziet de nabije toekomst van ondernemerschap en onderwijs er uit? De maatschappij vraagt om ondernemende mensen, dus scholen transformeren naar ondernemende organisaties. Een ondernemende school kenmerkt zich door de uitdagende leeromgeving en stimuleert het ondernemende gedrag van leerling en leraar. In het leerplan is een keuze gemaakt voor het aanbieden van specifiek ondernemerschapsonderwijs. Dat kan in het curriculum als apart vak zijn opgenomen of verweven in andere lessen. In beide gevallen valt of staat het succes ervan met ondernemende leraren. Het onderwijs zal over vijf jaar niet meer overeenkomen met de huidige situatie.
C
Curriculum van het ondernemerschapsonderwijs
Welke plaats kan dit onderwijs innemen in het curriculum? De aandacht voor het ondernemerschapsonderwijs is groeiende maar nog relatief klein. Weinig scholen hebben het ondernemerschapsonderwijs een plek gegeven in het onderwijscurriculum. Wel ontstaat er mede door de stimuleringsmaatregelen van de overheid, zoals het verstrekken van subsidies rondom ondernemend onderwijs, een groter aanbod. Uitgangspunten voor het curriculum van ondernemend onderwijs zijn: • • • • • •
Gebruik maken van specifiek didactisch materiaal. (Kids in Bizz) Rechtstreeks contact met ondernemers (ondernemers voor de klas) Simulatieprogramma’s om de werking van een onderneming na te bootsen Oprichten en het runnen van leerling-bedrijven (Jong Ondernemen) Organisatie van evenementen door leerlingen Organisatie van wedstrijden tussen onderwijsinstellingen, jongeren- teams en individuen (Leren ondernemen-prijs)
D
Definitie
De definitie van ondernemerschap volgens de Europese Unie Veranderende opvattingen over ondernemerschap hebben de Europese Unie ertoe gebracht een definitie vast te stellen. Deze luidt:
‘Onder ondernemerschap wordt iemands vermogen verstaan om ideeën in daden om te zetten. Het omvat creativiteit, innovatie en het nemen van risico’s alsook het vermogen om te plannen en projecten te beheren en om doelstellingen te verwezenlijken. Een ondernemende houding helpt iedereen in het dagelijks leven, thuis en in de maatschappij. Ze helpt werknemers zich bewust te worden van hun arbeidsomgeving en kansen te grijpen en is de basis voor meer specifieke vaardigheden en kennis die ondernemers nodig hebben voor sociale en economische bedrijvigheid.’
E
Ervaringsdidactiek
De didactiek van het ondernemerschapsonderwijs Het verwerven van ondernemerscompetenties via de klassieke onderwijskundige aanpak vraagt om creatieve oplossingen. Roosters, exameneisen, kennisoverdracht en tal van andere aspecten uit het reguliere onderwijsaanbod zijn niet rechtstreeks te koppelen aan de doelen van ondernemerschapsonderwijs. Praktische werkvormen sluiten er beter op aan. Veel van de ondernemerscompetenties kunnen ook buiten de school worden verworven. Dit vraagt om een aanpassing van de organisatie. Ondernemerschapsonderwijs is naast het kennisgedeelte ook gericht op het ervaren. Typische kenmerken van ondernemende didactiek zijn: • • • • • • • • • • •
Emotionele betrokkenheid van leerlingen Gebruik van wedstrijden, competenties en spelvormen Ideeën overnemen en er iets mee doen Informele en flexibele leerbijeenkomsten Nadruk op het hoe en wie in plaats van op het wat Interactie tussen leerlingen onderling, met leraren en derden Leren onder druk te werken Leren door te doen, leren uit fouten en door te ontdekken Probleemgeoriënteerde en multidisciplinaire aanpak Werken met groepen ………………………
F Factoren uit de omgeving Welke factoren beïnvloeden de ontwikkeling van ondernemerschap en ondernemerschapsonderwijs? De benodigde competenties voor ondernemend gedrag en ondernemerschap zijn niet aangeboren maar kunnen worden verworven in een omgeving die ondernemerschap stimuleert. Wel kunnen bepaalde persoonlijkheidskenmerken extra steun bieden. De belangrijkste omgevingsfactoren die het ondernemerschap beïnvloeden, zijn: • • • • • • •
Het gezin: Opgroeien in een familie/gezin waarvan één of beide ouders ondernemer zijn. De regelgeving: Diverse wettelijke regels die het ondernemerschap versterken of afremmen. De maatschappelijke omgeving: De regionale en nationale en de bijhorende sociale netwerken. Beschikbaarheid van kapitaal: Het voorhanden zijn van kapitaal om investeringen te doen. Aanwezigheid van netwerken: Het hebben van netwerken en het gebruik daarvan. Professionele expertise: Het signaleren van kansen en deze benutten op basis van kennis en houding. Het onderwijs: De mate waarin ondernemend gedrag van leerlingen en leraren op school bevorderd is.
Onderwijs is dus niet de enige maar wel een belangrijke factor bij de ontwikkeling van ondernemerscompetenties en het creëren van een ondernemerscultuur.
Gedragingen voor ontwikkeling van G ondernemerstalenten Hoe kan een school ondernemerschapsonderwijs combineren met het reguliere aanbod? Kansen zijn er te over: iedere leraar, iedere school streeft immers naar actieve leerlingen, die betrokken zijn, die willen leren en weten. Het gevaar zit in het feit dat ‘ondernemerschap’, in de zin van het bevorderen van ondernemend gedrag niet daaraan wordt gekoppeld, maar wordt gezien als ‘weer iets erbij’. Naast alles wat ook aandacht verdient, al die maatschappelijke wensen
en eisen waaraan een school tegemoet zou moeten komen. “Het gaat er in het primair onderwijs en op havo en vwo niet zozeer om het ondernemerschap te stimuleren, maar wel dat leerlingen zich bewust worden van hun eigen kunnen, en om het vergroten van hun zelfverantwoordelijkheid.” “Ondernemerschap als vak onderwijzen in het po en avo, daar ben ik op tegen. Waar het om gaat is dat mensen wakker worden, hun talenten inzetten, doen wat hun hart hun ingeeft, risico’s durven nemen, grenzen verleggen. Daarbij gaat het niet om de invulling van een lesprogramma maar om het neerzetten van een uitdaging.” (Uit sector raamwerk 2007) Juist in die zin kan het bevorderen van ondernemend gedrag op school een zinvolle invulling geven aan de wens die bij veel scholen leeft, om de leerling centraal te zetten en recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Wat minder werken uit het boekje, wat meer vanuit echte uitdagingen en concrete situaties. Hoe rijker de onderwijsactiviteit, hoe meer de verschillende talenten aangesproken worden, hoe meer kansen leerlingen krijgen om te leren met al hun zintuigen.
H
Houding
Het onderscheid tussen ondernemendheid en ondernemerschap Wanneer een ondernemer een onderneming start, spreken we van ondernemerschap. Wanneer iemand, ondernemer of werknemer, ondernemend gedrag toont, spreken we van ondernemendheid. Ondernemerschap is de ‘bagage’ die nodig is voor het opzetten van een eigen onderneming. Het omvat de vaardigheden, de houding en kennis die nodig zijn voor het opstellen van een ondernemingsplan, een begroting, de marketing, het kunnen uitvoeren van marktverkenningen, het maken van organisatiemodellen en andere zaken. Ondernemendheid is de ‘bagage’ van zowel een ondernemer als een werknemer die nodig is voor het pro-actief handelen. Het omvat de vaardigheden presenteren, communiceren, plannen, organiseren, het hebben van een creatieve, innovatieve klantgerichte houding en de zin om te ondernemen. Een ander onderscheid tussen ondernemerschap en ondernemendheid is de mate waarin individuen risico’s nemen en welke waardevermeerdering dit tot gevolg kan hebben. De risico’s voor een zelfstandig ondernemer zijn groter, dan die voor een werknemer met een ondernemende houding. De effecten
10
van het gedrag op winst/verlies zijn navenant. Status en aanzien sluiten aan bij het zelfstandig ondernemerschap. Voor een ondernemende werknemer werken zij indirect: via beoordeling en waardering.
Inrichting leeromgeving van de ondernemende I school Hoe beïnvloedt de inrichting het ondernemend gedrag? Wie een school binnenloopt, zou meteen moeten kunnen zien waar de school voor staat. Een school die ondernemend gedrag bij de leerlingen bevordert, zal hier ook haar schoolgebouw op afstemmen. Ook al wordt de inrichting van veel schoolgebouwen bepaald door de fysieke ruimte, toch kan het de moeite lonen om te zien welke mogelijkheden er zijn. Als uitgangspunt hierbij nemen we de vijf fasen bij ondernemend gedrag • Ruimte voor ideeën De inrichting werkt inspirerend. Ze is gericht op maatschappelijke openheid, ademt een sfeer van onderzoeken en aanpakken, van innovatie en creativiteit. Inspiratie kan ook komen van concrete materialen, van foto’s van schrijvers, schilders, wetenschappers e.a. al naar gelang de activiteiten waaraan gewerkt wordt (of die uitgelokt worden). • Ruimte voor het maken van plannen Een idee wordt pas een ondernemende activiteit aan de hand van een plan. Om dat te kunnen maken, moeten er in de school mogelijkheden zijn voor stilte en concentratie, voor het raadplegen van bronnen, consulteren van deskundigen (leraren en anderen), overleggen, teamwork e.d. • Ruimte voor het uitvoeren van de plannen Een ondernemende school biedt mogelijkheden voor productie van zowel intellectuele als materiële producten en de opslag daarvan. Alleen of samen met anderen wordt gewerkt aan de totstandkoming van het eindproduct (of de eindsituatie). Dat vraagt afhankelijk van het type onderneming om werkruimten, ateliers, ruimten om vaardigheden te trainen, met computers te werken e.d. • Ruimte voor presentatie Het product moet ook op anderen ‘overgedragen’ kunnen worden. Soms vraagt dit om een expositie of een optreden, soms om een beschrijving, een campagne of een verkoop, een publicatie of een webverslag. Wie samen met leerlingen trots wil zijn op resultaten en deze ook serieus neemt, zal in school zoeken naar mogelijkheden voor zorgvuldige presentaties.
11
• Voortzetten en groeien Succesvolle ondernemingen in de school vragen om vervolg en uitbreiding. Leerlingen kunnen bij ouderejaars stagelopen. Maar zo’n voortzetting vraagt om een meer permanente ruimte in het onderwijsprogramma, maar vaak ook in het schoolgebouw. Daarnaast kan een ondernemende school zijn deuren letterlijk openzetten en gebruikmaken van werkruimtes buiten de school: bijvoorbeeld bij een bedrijf; een atelier, een sportvereniging, of de buitenomgeving.
K Kwaliteiten van het ondernemend leraarschap Welke uitgangspunten passen bij ondernemend onderwijs? “Onderwijs... het zijn de inspirerende leraren die mij naar mijn keuze hebben geleid. Het was de leraar, die de interesse wekte, niet het schoolconcept.” “Ondernemend gedrag vraagt om creatief denken, buiten de gebaande paden en de strategische kaders durven gaan.” Een bedrijf wordt gedragen door de kwaliteit van de mensen die er werken. Dat is in een school niet anders. De leraren bepalen de kwaliteit van het onderwijsproces. Ook in een ondernemende school zijn het de leraren, die bepalend zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de bevordering van het ondernemend gedrag van de leerlingen. Dat vraagt van hen dat ze naast goed (vak)docent ook pedagoog zijn. Dat ze zicht hebben op hoe de leer- en ontwikkelingsprocessen bij kinderen en jonge mensen verlopen en hoe zij te stimuleren zijn tot optimale inzet en medeverantwoordelijkheid. Dat betekent o.a. het volgende: • Leraren die ondernemend gedrag bij hun leerlingen willen bevorderen, moeten zelf ook ondernemend mogen en kunnen zijn - in ieder geval ten aanzien van de inrichting van hun onderwijs. Dat vraagt om ruimte in de schoolorganisatie en in het programma, om vertrouwen tussen collega’s en veelal om teamwork. “Als wij iets voorstellen, zegt onze meester nooit zomaar ‘nee’. Hij zegt altijd:” Laten we eens bekijken, hoe dat zou kunnen en of dat slim is.” • In een ondernemende school zal de leraar voor een deel zijn eigen onderwijs ontwerpen. In ieder geval binnen het werken met hoogtepunten. • Dat vraagt om zicht op uitdagingen voor zichzelf en voor de leerlingen. Uitdagingen die kunnen leiden tot echte onderwijshoogtepunten. Uitdagingen die concreet en levensecht zijn en waarvan veel geleerd kan worden. • Dat vraagt om inzet van (vak)kennis, van creativiteit en om het kunnen ontwerpen van
12
een goede structuur waarbinnen leerlingen zowel sturing vinden als vrijheid voor eigen initiatieven en verantwoordelijkheid. • Het vraagt ook om het samenwerken met mensen, bedrijven en instellingen buiten de school, evenals met vakgenoten in hogescholen en universiteiten. • Het vraagt om bereidheid tot leren van elkaar en aan elkaar. “Leraren van mijn team organiseren nascholingsbijeenkomsten over specifieke inhouden of werkwijzen en geven dan ook zelf een deel van de workshops. Zoals onlangs over het gebruik van het verhalend ontwerpen. Het was een succes, juist omdat ze daar zelf ook weer heel veel van leren.” Dat alles lukt alleen als de leraar dit ook ziet als een uitdaging voor zichzelf. Als hij het gevoel heeft zijn eigen kennis en kunde, zijn eigen talenten optimaal te kunnen inzetten in de activiteit met de leerlingen.
L Leerplan Een passend model voor de inrichting van ondernemerschapsonderwijs De ondernemende school staat voor alle soorten leeractiviteiten binnen het onderwijs, lessen, cursussen, projecten, initiatieven, programma’s etc, die specifiek als doel hebben om leerlingen bepaalde ondernemerscompetenties te laten verwerven. Ondernemerschapsonderwijs kan zowel gaan om het bijbrengen van attitudes en waarden, als om het ontwikkelen van meer specifieke vaardigheden. Het omvat onderwijsactiviteiten die specifiek bedoeld zijn om het initiatief, de creativiteit of de verantwoordelijkheidszin van leerlingen te bevorderen. Het kan zowel beperkt in omvang zijn als langdurig en omvangrijk. Met welke algemene ondernemerscompetenties leerlingen de schoolbanken moeten verlaten, is niet eenduidig. Vaak is het afhankelijk van de onderwijsbeleid van een school. Doorgaans komen de volgende aspecten in de leerplannen aan bod: • Bewustmaking van eigen talenten en mogelijkheden, van het belang van ondernemend zijn, van de waarde van ondernemingen voor de maatschappij en van de potentie van een ondernemersloopbaan. • Ontwikkeling van ondernemende attitudes zoals creativiteit, durf, verantwoordelijkheidszin, initiatief, uithoudingsvermogen, enz. • Aanleren van basisvaardigheden zoals teamwork, problemen oplos sen, onderhandelen enz.
13
Ondernemerschapsonderwijs heeft neveneffecten op pedagogisch, didactisch en sociaal vlak zoals: • de ontwikkeling van de persoonlijkheid van leerlingen • bewustwording van de eigen mogelijkheden en talenten, en ontwikkeling van het zelfvertrouwen • samenwerking tussen scholen en lokale organisaties (bedrijven, verenigingen enz.) • organisatie van actieve werk– en leervormen Het model van Thijssen (2004) geeft een richting voor de wijze waarop ondernemerschap in het onderwijs kan worden vormgegeven. Thijssen beschrijft in zijn ‘Gids voor persoonlijk ondernemen en innovatie’ aan de hand van drie etappes het proces van persoonlijk ondernemen. De drie fasen zijn: Kansen zien Kansen benutten Waardecreatie
M
voor jezelf in de wereld om je heen door de inzet van je persoonlijk en ondernemend vermogen door te bouwen aan persoonlijke waarde, sociale waarde en economische waarde
Meerwaarde
De meerwaarde van verschillende vormen van ondernemerschap Ondernemerschap in de 21e eeuw kent naast de traditionele zakelijke vorm ook tal van andere vormen. De opkomst van die verschillende vormen heeft te maken met veranderde opvattingen over ondernemen. Het traditionele ondernemerschap heeft zijn peilers in het kapitalisme. Het winststreven en het concurrentieprincipe waren de peilers. Met de groei van de dienstensector zien we een verschuiving naar samenwerking en resultaatgerichtheid. De komst van de kenniseconomie versterkt dit veranderingsproces. Een aantal vormen zijn: Zakelijke ondernemerschap Gericht naar de creatie van economische waarde via het opstarten van ondernemingen. Een zakelijk ondernemer fungeert als intermediair in de zakelijke wereld en helpt bij het creëren van winst. Sociaal ondernemerschap Gaat over initiatief nemen en vernieuwingen realiseren in een non-profit context. Een sociaal ondernemer fungeert als aanbieder van sociale ondersteuning en creëert een maatschappelijke meerwaarde
14
Cultureel ondernemerschap Gaat over ondernemen op cultureel gebied en streeft een cultureel of artistiek doel na. Een cultureel ondernemer fungeert als een intermediair in de culturele sector en helpt bij de productie van kunst. Educatief ondernemerschap Is ondernemerschap in educatieve omgevingen met als doel het ondersteunen van kennisverwerving in brede zin. Een educatief ondernemer opereert op het grensgebied van onderwijs en de zakelijke wereld en biedt ondersteuning bij leerprocessen. Persoonlijk ondernemerschap Slaat op het gedrag van individuen die hun leven zelf in handen nemen en die bij hun werkgevers vernieuwingen realiseren. Een persoonlijk ondernemer geeft vorm en inhoud aan zijn loopbaan en werkomgeving.
N
Nuttigheidbeginsel
Het maatschappelijke nut van ondernemen Dat een samenleving ondernemers nodig heeft, zal niemand betwisten, want ondernemerschap heeft niet alleen commerciële, maar ook maatschappelijke waarde. Van het zakelijk ondernemerschap • Realisatie van persoonlijk potentieel: Met behulp van een onderne- ming een betere maatschappelijke positie verwerven • Flexibiliteit en innovatie: Nieuwe ondernemingen zorgen ervoor dat de maatschappij flexibeler kan inspelen op veranderingen. • Internationalisering: De toekomst van een regio hangt sterk af van de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de toenemende globali sering. • Werkgelegenheid: Ondernemingen zorgen voor werkgelegenheid. • Welvaart: Ondernemingen zorgen voor economische groei en voor een welvaartsstijging van de bevolking. Van het sociaal en persoonlijk ondernemerschap • Nut in het dagelijks leven: Het hebben van algemene ondernemers- vaardigheden is een troef in het dagelijks leven, en niet alleen op de arbeidsmarkt. • Lokale dynamiek: Door een ondernemende houding te bevorderen leren mensen de lokale middelen en hulpbronnen te gebruiken. • Constructieve houding: Ondernemende competenties leiden tot een meer positieve en constructieve houding van mensen naar de
15
•
samenleving, die zich bv. uit in de bereidheid om te netwerken. Geloof in de toekomst: Aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs bereidt mensen mentaal voor op steeds wisselende werkomgevingen.
Onderwijs is niet de enige maar wel een belangrijke factor bij het ontwikkeling van ondernemerscompetenties en het creëren van een ondernemerscultuur.
O
Ondernemen
Wat wordt bedoeld met de term ondernemen? Ondernemen is een actie verrichten met als doel een tastbare meerwaarde te creëren. Meestal wordt die meerwaarde uitgedrukt in termen van winst. Hiermee is ook gelijk de link gelegd met het economische aspect van het begrip ondernemen. Van Dale duidt het in termen van: op zich nemen of beginnen te doen en uitvoeren. Hieraan gekoppeld kennen we woorden als ondernemer en ondernemerschap. Een ondernemer is een persoon die als doel heeft zich een inkomen te verschaffen door met een bepaalde combinatie van arbeid, kapitaal en kennis een bedrijf (onderneming) te leiden en in stand te houden Een onderneming kan zowel een doel als een middel zijn. Sommige mensen zijn ondernemer om geld te verdienen, maar ze zouden ook gewoon ergens in loondienst kunnen gaan als ze daar meer zouden verdienen. Voor anderen hoort ondernemerschap bij hun beroep. Er is ook een grote categorie mensen die ondernemer zijn omdat ze uit principe onafhankelijk willen zijn. Joseph Schumpeter omschreef de ondernemer als “een persoon die bereid en in staat is een nieuw idee of uitvinding om te zetten in een succesvolle vernieuwing”. Zorgt de term ondernemen al voor tal van interpretaties, de term ondernemerschap kent een nog grotere veelheid van omschrijvingen. Bij de invulling van het begrip ondernemerschap kunnen we twee uiterste vormen definiëren. Ondernemerschap in enge zin is de klassieke betekenis van ondernemerschap. Vanuit de klassieke economische theoretici is ondernemerschap, ook wel entrepreneurschap, omschreven als initiatief nemen tot en opzetten van nieuwe organisaties als marktkansen zich voordoen. Ondernemerschap in brede zin richt zich op het ondernemend gedrag van personen, groepen en organisaties.
16
P
Partnership Leren Ondernemen
Wat is het partnership? Het partnership Leren Ondernemen is een krachtenbundeling van partijen die actief zijn op het gebied van Ondernemerschap & Onderwijs. Zij stellen zich ten doel het ondernemerschap in het onderwijs in Nederland te stimuleren door er meer aandacht voor te creëren. Het partnership bundelt inspirerende initiatieven op het gebied van Onderwijs & Ondernemerschap, brengt partijen samen en biedt ondersteuning om gezamenlijk activiteiten uit te voeren. Het is hét portaal voor informatie, presentatie en promotie van activiteiten en initiatieven op het gebied van Ondernemerschap & Onderwijs. Hoe is het ontstaan? Ondernemerschap & Onderwijs stond hoog op de persoonlijke agenda van de voormalige staatssecretarissen Karien van Gennip en Mark Rutte. Hun ministeries (Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) zijn dan ook de initiatiefnemers van het partnership. Zij hebben contact gezocht met de overige partners en hun gevraagd aan het partnership deel te nemen. SenterNovem draagt zorg voor de uitvoering van het partnership. Waarom is het partnership zo belangrijk? Ondernemerschap is de zuurstof van Nederland! Een ondernemende houding leidt tot het verleggen van grenzen en het creëren van kansen, en dat hebben we nodig in Nederland. In het onderwijs moet ondernemerschap worden gestimuleerd door iedere jongere in aanraking te laten komen met ondernemerschap. Met het partnership Leren Ondernemen willen de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bereiken dat ondernemerschap onder jongeren wordt gestimuleerd door ondernemerschap een permanente plaats te geven in de gehele onderwijskolom in Nederland. Een nauwere aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven is hiervoor noodzakelijk. De ondernemer moet de klas in, de student en docent het bedrijfsleven in! Werkwijze Het partnership Leren Ondernemen bestaat uit een een grote variëteit aan partners. Zij partners maken deel uit van de stuurgroep of supportgroep. Daarnaast wordt er gewerkt met ambassadeurs. Stuurgroep De stuurgroep bestaat uit koepelorganisaties in het onderwijs en het bedrijfsleven en de Ministeries van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het secretariaat wordt uitgevoerd door SenterNovem. De stuurgroep opereert op bestuurlijk niveau. Zij ontwikkelt een visie en strategie voor het partnership en initieert activiteiten op regionaal niveau.
17
Supportgroep De supportgroep bevindt zich op uitvoeringsniveau. Zij heeft korte lijnen en is sterk verbonden met de praktijk van de uitvoering van het partnership. Zij bestaat uit organisaties met een sterk regionaal netwerk in zowel onderwijs als bedrijfsleven. SenterNovem heeft een spilfunctie in de supportgroep
R
Resultaatgerichtheid
Wanneer spreken we van resultaatgerichtheid in het onderwijs? Wie resultaatgericht is, spant zich actief in om concrete resultaten en/of doelstellingen te halen. Ook bij tegenslagen wordt het einddoel zonder opgeven nagestreefd. In het onderwijs is het resultaat echter niet allesbepalend. Ook de wijze waarop iets tot stand komt, is van belang. Dit in tegenstelling tot het bedrijfsleven waar de manier waarop ondergeschikt is aan het resultaat. De term resultaatgerichtheid geeft snel aanleiding tot een discussie over hoe meetbaar de effecten van lesgeven zijn. Dat gebeurt met name waar het onderwijs zich tevens richt op vorming, zoals in het basis- en voortgezet onderwijs. Het resultaat daarvan is soms lastig aan te tonen. Resultaat is immers het min of meer directe gevolg van handelen, terwijl vorming en het aanleren van kennis vaak over langere periodes plaatsvinden. Feitelijk is er sprake van een uitgesteld resultaat, bijvoorbeeld het behalen van een diploma of het aanleren van waarden en normen. Daarom vertaalt resultaatgerichtheid zich in het onderwijs in zaken als het maken van een goede planning en het doorlopen van een stappenplan. Daarmee kan gericht gewerkt worden naar een resultaat, ook al ligt dat verder weg.
S
Samenwerking met buitenschoolse partners
Met wie kan een ondernemende school samenwerken en waarom? Het meest vreemde aan het onderwijs is misschien wel, dat het het leren gemonopoliseerd heeft. Alsof leren alleen binnen de school plaatsvindt. Jonge mensen leren in feite overal: thuis, op straat, op het voetbalveld, op bezoek bij grootouders, tijdens vakantiewerk, via internet, op vakantie, overal. Al die plekken kunnen we leerlandschappen noemen. De school is een verbijzondering daarvan. Hoe rijker we het leerlandschap van de school kunnen maken, hoe rijker en intenser het leren van de leerling zal kunnen zijn, hoe meer mogelijkheden hij heeft tot het ontwikkelen van ondernemend gedrag.
18
Gelukkig staat de school, de leraar, daar niet alleen voor. Om de school heen staat een samenleving vol mensen en instellingen die op allerlei manieren graag een bijdrage willen leveren. In de vorm van het delen van expertise, van ervaring, het geven van advies. Soms in de vorm van gastlessen, soms door het aanbieden van excursies en werkbezoeken, of in de vorm van samenwerkingsafspraken voor een langere termijn. Ook ouders vormen daarbij een waardevolle bron van mogelijkheden. Juist ook om de school meer ‘thuis-nabij’ te laten zijn en de verbinding tussen thuis en school te versterken. Veel ouders (ook die van wie het niet direct verwacht wordt) willen van betekenis zijn voor de school. Niet om het schoolse leren te ondersteunen, maar wel om het beroepsleven te introduceren bij de leerlingen. Ouders die aangesproken worden in hun hoedanigheid van ondernemer, expert, vakman, ervaringsdeskundige zullen graag meewerken ten dienste van de ontwikkeling van jonge mensen. Belangrijk is dat de buitenschoolse partner niet alleen een partner is van de leraar, maar ook van de leerlingen. Hun ‘honger’ naar zijn kennis en kunde maakt hem ook hun gast, hun partner. De ondernemende school zal graag samenwerken met ondernemers. Soms om activiteiten te laten sponsoren, maar vooral vanwege de ervaring, het vakmanschap en de inhoudelijke kennis op het gebied van het economisch ondernemen. Wie nadenkt over uitdagende hoogtepunten voor de leerlingen, zich bezint op wat ze daarvan zouden kunnen leren, heeft al snel ideeën over wie daarbij de ideale partners zouden kunnen zijn.
T
Typen ondernemerschapsonderwijs
Welke leerling-ondernemingen zijn in het onderwijs mogelijk? Hieronder worden tal van voorbeelden beschreven van “ondernemingen” om het ondernemerschap te ervaren. Daarbij geldt steeds dat leerlingen initiatiefnemer zijn, dan wel (mede)verantwoordelijk voor de ‘onderneming’. Te denken valt aan ondernemingen op het gebiedvan bijvoorbeeld: • kunst en cultuur: - we zetten een theaterproductie op - een muziekfestival - de nacht van de poëzie - een poëzieroute door de wijk - een (kinder)kunstuitleen - een be- zinnings- of discussieweekend • sport: - we doen onderzoek naar de relatie tussen lichaam en bewegen -
19
• • • • • • • •
talen:
we organiseren een sportfestijn - het opzetten van kampioenentraining door externen - de herinrichting van het schoolplein tot een sport/speelplein
- uitwisseling met een school in het buitenland - we gaan voor de ‘prix d’excellence’ - we gaan voor ‘advanced english’ en verzorgen presentaties in het Engels economie - beleggen met geweten - we ontwerpen een bedrijf - ondersteuning (aan andere leerlingen) bij het opzetten van een bedrijfsplan productie en verkoop - sieradenatelier – boekproductie - verhalen cd omgeving en maatschappij - het uitzetten van een historische route - het uitgeven van een wijkkrant - herstel en adoptie van een (deel) van de wijk - ontwikkelen van natuur in de buurt techniek - alternatieve energie voor school - milieuonderzoek schoolhuishouding - schoolrestaurant – reparatiewerkplaats - ontwerp en organisatie van feesten en uitstapjes innovaties - de Einsteinweek - het ontwikkelen van nieuwe producten en processen et cetera
Deze lijst is slechts ter inspiratie. Een beetje inventieve leraar bedenkt vanuit eigen interesse en vakmanschap meer mogelijkheden. Waar het om gaat is dat er ideeën gegenereerd worden waarmee een leraar zijn leerlingen kan uitdagen tot grote inzet, betrokkenheid en creativiteit. Hoewel het misschien in eerste instantie het idee van de leraar is, maakt de leerling het tot zijn idee en verwerft ‘ownership’. Dat is het moment waarop de leerling ondernemend gedrag gaat vertonen.
U Uitdagingen Welke uitdagingen liggen er voor het onderwijs in de 21e eeuw? Wie toppen wil beklimmen, moet ook door dalen willen gaan. Iedereen die naar lerende kinderen en (jonge) mensen kijkt, ziet dat het leren beter verloopt wanneer de leerling ook zélf wil weten en kunnen. Die motivatie is deels intrinsiek (honger naar kennis, lust om te winnen of hogerop te komen) en
20
wordt deels bepaald door extrinsieke factoren (beloning en straf). Het loont de moeite om via de extrinsieke factoren leerlingen te helpen hun intrinsieke motivatie te versterken. De beloning kan komen van een compliment van de leraar, maar ook van de trots of het genoegen die de leerlingen ervaren wanneer iets gelukt is. Zo’n ervaring kan een hoogtepunt in het onderwijs worden genoemd en stimuleert bij volgende ervaringen. We spreken over hoogtepunten wanneer er een duidelijk doel is waar door leerlingen en hun leraar naar toegewerkt wordt. Zulke hoogtepunten: - dragen bij aan de onderwijsprestaties van de leerling; de motiverende werking van het hoogtepunt stimuleert de leerling tot optimale inzet. - geven een groot gevoel van saamhorigheid en trots; ‘dat hebben wij met elkaar tot stand gebracht’. - hebben een p.r.-waarde: ouders en anderen worden nieuwsgierig. Veel leerlingen noemen als hoogtepunten de buitenschoolse activiteiten: de schoolfeesten, schoolkampen, excursies. In een ondernemende school worden dergelijke hoogtepunten nadrukkelijk verbonden aan het gewenste eindprofiel van de leerlingen. De leerlingen komen dan niet ‘als gasten op het feest’, maar zijn medeverantwoordelijk voor planning, organisatie en uitvoering.
V
Vaardigheden
Door welke vaardigheden kenmerkt ondernemend gedrag zich? Communicatievaardigheden • Overtuigingskracht • Kunnen onderhandelen Managementvaardigheden • Problemen kunnen oplossen • Organisatietalent Analytische vaardigheden • Kunnen omgaan met cijfers • Situaties kunnen inschatten op essenties Economisch inzicht • Klantgerichtheid • Inschatten van risico’s
21
Kennis van eigen diensten /producten • Kwaliteiten, prestaties leveren • Kennis van onderliggende organisatieprocessen/ bedrijfsvoering Kennis van de sector • De behoeften kennen • Ontwikkelingen en trends kennen Kennis van de regelgeving • Wetgeving die van toepassing is • Fiscaliteit Zelfkennis • Weten wat je kan en je grenzen kennen • Reflecteren op eigen handelen
W Waarden Welke waarden typeren ondernemend gedrag? Specifieke persoonlijkheidskenmerken en waarden zijn: Proactiviteit • Gericht zijn op actie en resultaat • Ambitieuze doelen stellen Doorzettingsvermogen • Bereid zijn hard te werken • Volharden tot een activiteit gerealiseerd is Wens tot onafhankelijkheid • Wantrouwig staan tegenover bureaucratie, regels en de overheid • Streven naar winst en groei op basis van eigen inspanningen Verantwoordelijkheidszin • Bereid zijn om leven en loopbaan in eigen hand te nemen • Betrouwbaar zijn voor anderen en afspraken naleven Zin voor initiatief • Zelf gemotiveerd zijn om met iets te starten • Nieuwe methoden willen gebruiken in plaats van platgetreden paden bewandelen Creativiteit • Verbeeldingskracht bezitten • Problemen zien als mogelijkheden Risicobereidheid • Niet afgeschrikt worden door onzekerheid • Vertrouwen hebben in mondelinge en informele afspraken.
22
Zelfvertrouwen • Realistisch de eigen capaciteiten kunnen inschatten • Leren door te doen
Z
Zelfsturing
Wat is het verband tussen zelfsturing en ondernemend gedrag? Over het algemeen geven hogeropgeleiden er de voorkeur aan de invulling van hun beroepsleven zoveel mogelijk zelf aan te sturen. Van een chef die over hun schouder meekijkt of aan wie ze elke stap eerst moeten voorleggen, zijn ze niet gediend. Ze dragen graag de verantwoordelijkheid voor (een groot deel van) het totale proces. Voor het onderwijs komt daar nog eens bij dat de beslotenheid van een leslokaal zowel veel gelegenheid tot zelfsturing biedt als deze volop vraagt. Slimme schoolbesturen bieden hun lesgevend personeel ook buiten die beslotenheid de vrijheid om de beroepsinvulling zo veel mogelijk zelf aan te sturen. Die stimulans lokt bij hen resultaatgerichtheid, innovatiedrang en een op de buitenwereld gerichte blik uit. Kortom: ondernemend gedrag.
23
Waarom zou een leraar ondernemerschap willen combineren met het leraarschap? Het antwoord op die vraag is simpel! Namelijk omdat hij als hoogopgeleide dan zelf sturing kan geven aan zijn beroepsuitoefening en carrière. Een ondernemende leraar zorgt namelijk zelf steeds voor uitdagingen, houdt zijn kennis op peil, heeft een relevant netwerk opgebouwd, bewaakt zijn tijd goed en is resultaatgericht. Een ondernemende leraar werkt op basis van afspraken, is een vakspecialist en vervult tal van rollen, zoals die van ontwerper, onderzoeker, organisator en coach. De combinatie met het ondernemerschap vergroot de professionaliteit, geeft een grote mate van zelfsturing en vertaalt zich ook in de financiële waardering. Lachende tweede is het onderwijs zelf. Dat is zeker gebaat bij de hierdoor gegenereerde kwaliteitsimpuls. Wiebe Houkamp © copyright 2009
24
Drs. W. Houkamp M.M.E.
Educatief Ondernemen® De auteur is oprichter van Educatief ondernemen®, een onderneming voor mensen die op basis van ondernemend leraarschap werkzaamheden verrichten in met name de onderwijssector. Het doel is het leraarschap combineren met ondernemerschap. Ervaring en kennis delen met een ieder die daar interesse in heeft en ondersteuning bieden aan hen die als educatief ondernemer werkzaam willen zijn. Voor meer informatie over Educatief Ondernemen® kunt u surfen naar www.educatiefondernemerschap.nl of neem contact op via
[email protected]