1 UITWERKING webcase ik en ondernemend leren ik en ondernemendleren opdracht 2 webcase: opdracht 1 1. De naam van de leermethode is: Ondernemendleren ...
UITWERKING webcase “ik en ondernemend leren“ ik en ondernemendleren opdracht 2 webcase: opdracht 1 1. De naam van de leermethode is: Ondernemendleren 2. Het uitgangspunt van de leermethode is: Ondernemendleren is een competentiegerichte leermethode voor deelnemers die als beginnend beroepsbeoefenaar het verkoopvak willen gaan leren in en van de dagelijkse praktijk van een winkel. De competentieontwikkeling is het uitgangspunt. 3. Ondernemendleren cyclus: Dit is een terugkerend proces dat start (bij de intake of gedurende het introductieprogramma) met het invullen van de Persoonlijke InzetbaarheidsMatrix, de PIM. Aan de hand van de PIM wordt vervolgens in de Persoonlijke OpleidingsMatrix, de POM, vastgelegd welk opleidingstraject de deelnemer gaat volgen om de kerntaken (beter) te gaan vervullen en het vereiste werkgedrag te ontwikkelen. In de Persoonlijke ActiviteitenMatrix, de PAM, legt de deelnemer vast welke activiteiten hij gaat ontplooien in het kader van zijn opleidingstraject. Als de activiteiten voldoende uitgevoerd zijn, is de inzetbaarheid vergroot 4. Functie PIM: In de PIM wordt per kerntaak de inzetbaarheid van de deelnemer in beeld gebracht. Er wordt onderzocht in hoeverre de lerende over de vereiste kennis en vaardigheden beschikt om een kerntaak naar behoren uit te voeren. Het is aan de deelnemer om zijn inzetbaarheid te bewijzen. In de PIM zijn de beroepsactiviteiten van de werkprocessen per kerntaak herkenbaar. Ook wordt in de PIM het taalniveau in kaart gebracht. 5. Functie POM: In de POM maakt de deelnemer een grove indeling van de periodes waarin hij per kerntaak aan de werkprocessen gaat werken. Hij moet dat doen in overleg met zijn praktijkopleider en met zijn begeleider in het ROC. In feite bepaalt de deelnemer als het ware zijn individuele opleidingsroute.
6. Functie PAM: De PAM laat de activiteiten per werkproces zien, die nodig zijn om de inzetbaarheid van de deelnemer te vergroten. 7. Een kerntaak is: ráíïÉêâáåÖ=ïÉÄÅ~ëÉ=“låÇÉêåÉãÉåÇäÉêÉåÒ
8. Vier kerntaken van de verkoopspecialist: Q verzorgt de ontvangst en verwerking van goederen, Q
verkoopt, adviseert en verleent service,
Q
handelt verkooptransacties af en/of leidt deze,
Q
optimaliseert verkoop en assortiment.
9. Een competentie is: Het geheel van kennis, vaardigheden en houdingen dat nodig is om in een bepaalde beroepscontext te presteren. 10. Vier onderdelen van een competentie zijn: Q ïÉíÉå=EâÉååáëF= Q
âìååÉå=Eî~~êÇáÖÜÉÇÉåF=
Q
ïáääÉå=Eãçíáî~íáÉF=
Q
òáàå=EéÉêëççåäáàâÜÉáÇF=
11.Betekenis “hoofd” bij ondernemendleren: Het hoofd duidt op de vereiste kennis. 12. Betekenis “hand” bij ondernemendleren: De hand duidt op de vereiste vaardigheden.
13. Betekenis “hart” bij ondernemendleren: Het hart duidt op het willen en het zijn; oftewel het werkgedrag
22. “Groei in ondernemendleren” is: Dit is een procesbeoordeling waarin de deelnemer op meerdere momenten kan scoren op de kennis, vaardigheden en het gewenste gedrag behorende bij de totale beroepsbeoefening. Deze beoordeling is kerntaakoverschrijdend.
23. Competent volgens “ondernemendleren”: Als ik weet wat ik doe, als ik weet waarom ik het doe en als ik in staat ben om te reflecteren op mijn handelen.
24. Reflecteren is: Dit is bij mezelf nagaan of mijn resultaten niet beter hadden kunnen zijn. Dit doe ik door regelmatig in de spiegel te kijken.
25. Wat ik in een reflectieverslag schrijf is: Een verslag van de sterke punten en verbeterpunten
26. Een reflectieverslag schrijven als: Na elke beoordeling moet je een reflectieverslag maken.
27. Een bewijsstuk is: Onderdelen die behaald moeten zijn om het diploma te kunnen behalen: 28. Bewijsstukken diploma “verkoopspecialist”: 4 kerntaakbeoordelingen Document “groei in ondernemendleren” Reflectieverslagen per beoordelingsgesprek
2. Kleur EIW voor de opleiding verkoopspecialist: Oranje 3. Hoe moet ik het bronboek lezen: De volgorde van de kerntaken is willekeurig gekozen. Elke kerntaak begint weer met hoofdstuk 1. Ik kan zelf kiezen met welk werkproces ik van welke kerntaak aan de gang ga
4. Nieuwe kerntaak in het bronboek herkenbaar door: Het nieuwe titelblad inclusief een paginavullende foto. De werkprocessen van de betreffende kerntaak worden opgesomd op deze pagina. Rechts wordt met een oranje tab de naam van de kerntaak aangegeven.
5. Werkproces in het bronboek herkenbaar door: De onderdelen van het betreffende werkproces worden opgesomd op deze pagina. Rechts wordt met een tab de naam van het werkproces aangegeven.
6. Aandacht aan leidinggevende taak in het bronboek door: De onderdelen leidinggeven zijn geïntegreerd in de werkprocessen. Aansluitende werkprocessen behandelen ook de leidinggevende taken van de verkoopspecialist. Tevens wordt het behandeld in aparte bijlagen.
9. Index begrippen: Ter beoordeling docent. 10. Dat opdrachten competentiegericht zijn betekent: Dat wil zeggen dat er aandacht is voor kennis, vaardigheden en werkgedrag.
11.Mijn actie bij het goed uitvoeren van de beroepsactiviteiten: Dan kan ik afspraken maken over het beoordelen daarvan. Dit beoordelen moet op meerdere momenten en in verschillende beroepscontexten gebeuren.
12. Matrix ondernemendleren: In de competentiematrix wordt het verband tussen competenties en kerntaken weergegeven. In de cellen van de matrix wordt per competentie het gedrag beschreven dat vereist wordt bij het uitvoeren van de kerntaken.
15. Functie van teckel: Het afvinken van gemaakte opdrachten. Hierdoor behoudt de deelnemer beter overzicht over zijn/haar voortgang. 16.Dat een opdracht doorloopt is te zien aan: De teckel onderaan de pagina loopt door en is niet volledig weergegeven. 17. Zacht oranje achtergrond omdat: Deze opdrachten kunnen alleen uitgevoerd worden met behulp van informatie uit het leerbedrijf van de deelnemer. 18.Informatie uit het leerbedrijf: De achtergrond van de pagina is uitgewerkt in het zacht oranje. Ook worden de opdrachten begeleid door het winkeltas icoon. 19.Functie van “mijn sterke en verbeterpunten”: Deze opdracht helpt de deelnemer om zijn reflectiepunten te benoemen. Hierdoor krijgt hij een compact en helder overzicht op de uitgangspunten die gelden voor zijn toekomstige leerdoelen. 20. Je wordt beoordeeld op: De taakuitvoering en het werkgedrag bij de uitvoering van de opdrachten. Tevens heeft de docent de ruimte om zelf specifieke criteria toe te voegen.
webcase: opdracht 3 1. Twee gegevens om in te loggen: Q mÉêëççåäáàâ=bft=ÉJã~áä~ÇêÉë= Q
mÉêëççåäáàâ=ÖÉÜÉáã=ï~ÅÜíïççêÇ=
2. Wachtwoord vergeten dan: Een formulier verzenden. Ik vind dat formulier bij “problemen met inloggen”
3. Naam van inloggedeelte: I-services 4. Een kennistraining is: Een toets over de kennis die vereist is. Deze kennistraining kan op werkproces, kerntaak en opleidingsniveau worden uitgevoerd. De correctie en archivering is volledig geautomatiseerd. 5. Niveau van kennistrainingen: Q lé=ïÉêâéêçÅÉëåáîÉ~ì= Q
lé=âÉêåí~~âåáîÉ~ì=
Q
lé=çéäÉáÇáåÖëåáîÉ~ì=
6. Kennistraining van de rekenonderdelen: In het openingsscherm van I-services gaat men naar het betreffende rekenonderdeel. Men navigeert naar het gewenste thema en kiest hier de kennistraining uit. 7. Competenties die horen bij de kerntaak: “afhandelen van verkooptransacties en deze leiden”: Q ^~åëíìêÉå= Q
9. Bijlage nieten aan dit blad. 10. Bijlage nieten aan dit blad. 11.Bijlage nieten aan dit blad. 12. Bijlage nieten aan dit blad. 13. Beschrijving hoe ik meerdere documenten in één keer download: Meerdere documenten zoeken in verzamelen. Deze tot slot gezamenlijk uploaden. 14. Beschrijving hoe ik een nieuwe map aanmaak in Webdisk: Boven in de balk “Nieuwe map” aanmaken. Vergeet niet een naam aan de map toe te wijzen. 15. Beschrijving hoe ik een bestaand document plaats in de Webdisk: Eerst het document opslaan op de computer. Bestand opzoeken en uploaden. 16.Onder resultaten vind je het volgende terug: Een historisch overzicht van alle door de deelnemer gemaakte kennistrainingen. Er wordt o.a. de score, de duur en de samenstelling van de toets weergegeven. 17. Webcases zijn: Opdrachten die gekoppeld zijn aan een website. Hierdoor blijven de opdrachten actueel en spelen ze in op maatschappelijke trends. 18.Vormen van werkbladen: Q tçêÇ= Q
mac=
19. Andere manier van opslaan:: Webdisk, jezelf het document mailen.