leren doen samen Schoolgids

leren

doen

samen

Schoolgids

Een woord vooraf Onze school viert dit jaar haar 35-jarig jubileum en dat gaan we uitgebreid vieren. Deze schoolgids is bestemd voor de ouders/ verzorger(s)* van leerlingen op basisschool De Werkschuit, maar ook voor ouders van toekomstige leerlingen van onze school. Door het lezen van deze gids krijgt u een indruk van de organisatie en de werkwijze van onze school en het geeft u inzicht in: • wat uw kind bij ons op school kan leren • hoe uw kind hierin wordt begeleid • hoe extra hulp geboden wordt • wat de school belangrijk vindt voor de sfeer op school • over de manier van omgaan met elkaar • welke activiteiten er zijn buiten de lessen om Ouders kunnen, als zij dat willen, actief deelnemen aan diverse activiteiten op de Werkschuit. Deze betrokkenheid bepaalt mede de positieve sfeer op school. De schoolgids, editie 2009-2010, is door de directie en het team van de Werkschuit geactualiseerd. Wij willen graag opmerkingen van u horen ter aanvulling van deze gids. U kunt dit kenbaar maken via de mail of u kunt ons persoonlijk benaderen. *In het vervolg staat hier alleen ouders, hiermee worden ook verzorger(s) bedoeld.

OBS De Werkschuit

Schoolgids 2009-2010

Inhoud 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

DE SCHOOL Openbaar onderwijs Bestuur en directie De omgeving en de bereikbaarheid van de school Voorzieningen in en rondom de school Brede School Noorderwaard Schoolgrootte

2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 De uitgangspunten van onze school 3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 De groepen 3.2 Het schoolplan 3.3 De inhoud van het onderwijs per groep 3.4 De leermethoden 3.5 Overige vakken 3.7 Leerlingenraad 3.8 Voorzieningen 3.9 Sponsoring 3.10 Buitenschoolse activiteiten 3.11 Extra activiteiten 3.12 Eten en drinken 3.13 Huishoudelijke mededelingen

5 5 5 5 6 6 7 9 9 11 11 11 12 23 24 25 26 26 27 27 28 29

4. DE ZORG VOOR KINDEREN 33 4.1 Regels voor toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen. 33 4.2 Inschrijving, toelating en opvang nieuwe leerlingen 33 4.3 Verwijdering en schorsing van leerlingen 33 4.4 Onderwijs op maat 34 4.5 Zorgverbreding 34 4.6 Dyslexie en de dyslexieverklaring 35 4.7 Rapporten 36 4.8 Bespreking van de vorderingen met de ouders 36 4.9 Zitten blijven 36 4.10 Weer Samen Naar School (W.S.N.S.) 37 4.11 Jeugdgezondheidszorg 42 4.12 De overgang naar het voortgezet onderwijs (vervolgonderwijs) 43 4.13 Verkeersveiligheid 44 OBS De Werkschuit

5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7

DE LEERKRACHTEN De groepsleerkrachten Overig Vervanging van leerkrachten Scholing van leerkrachten BAPO-regeling/seniorendag Klassenassistent/Onderwijsassistent Studenten van de Pedagogische Academie Basisonderwijs (PABO)

45 45 45 45 45 46 46

6. 6.1 6.2 6.3 6.4

DE OUDERS De Ouderraad (OR) De Medezeggenschapsraad (MR) Hulpouders Voorlichting aan ouders

47 47 49 49 49

7.

ONTWIKKELINGEN BINNEN HET ONDERWIJS 51

8. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 8.1 Cijfers over de doorstroom naar het Voortgezet Onderwijs 8.2 Speciaal Onderwijs 8.3 Oudertevredenheidspeiling

51 51 52

9. 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5

53 53 53 53 53 54

REGELING SCHOOL- EN VAKANTTIETIJDEN Schooltijden Continurooster Schoolverzuim Vakantierooster Verlofregelingen

10. NAMEN EN ADRESSEN 10.1 Openbare Basisschool De Werkschuit 10.2 Directeur 10.3 Teamleden van de Werkschuit 10.4 Schoolbestuur 10.5 Voorzitter Medezeggenschapsraad 10.6 Externe instanties

46

51

57 57 57 57 58 58 58


1. DE SCHOOL Openbare Basisschool De Werkschuit Notengaard 17/19 3962 JD Wijk bij Duurstede Telefoon: 0343 - 592016 Email : [email protected] Website : www.obsdewerkschuit.nl Postadres: Postbus 144, 3960 BC Wijk bij Duurstede

1.1 Openbaar onderwijs De Werkschuit is een openbare school en staat open voor alle kinderen ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst en afkomst.

1.2 Bestuur en directie Het bestuur van de openbare scholen in Wijk bij Duurstede wordt gevormd door een bestuurscommissie. In de dagelijkse praktijk wordt de school geleid door de directeur van de school, mevrouw Anja de Leeuw.

1.3 De omgeving en de bereikbaarheid van de school De Werkschuit staat in de wijk ‘De Noorderwaard’. Deze wijk is ruim van opzet, met veel openbaar groen. Hierdoor gaat er veel rust van de wijk uit. De directe omgeving rondom de school is autovrij, zodat kinderen er veilig kunnen spelen. Voor de school is een parkeerplaats waar ouders, die hun kinderen met de auto brengen, gebruik van kunnen maken. Leerlingen, die aan de andere kant van de Zandweg wonen, kunnen oversteken bij een door stoplichten beveiligde oversteekplaats. Kinderen, die aan de andere kant van de Nieuwe weg wonen, kunnen oversteken bij door drempels beveiligde oversteekplaatsen. De Vikinghal voor binnensport ligt op 5 tot 10 minuten loopafstand.

OBS De Werkschuit

1.4 Voorzieningen in en rondom de school De school heeft drie schoolpleinen: één voor de kleuters, één voor de groepen 3 en 4 en één voor de groepen 5 t/m 8. Voor de kleutergroepen zijn er twee lokalen met diverse ‘werkhoeken’. In de speelzaal kunnen de kleuters met of zonder speeltoestellen spelen. De andere groepen gebruiken de zaal voor danslessen, dramatische vorming en feesten. De overige groepen zijn verdeeld over zes leslokalen. In het handvaardigheidlokaal bevindt zich allerlei gereedschap, waarmee de kinderen kunnen knutselen, timmeren, schilderen, enz. In de grote hal bevinden zich een documentatiecentrum en een mediahoek. De centrale ruimte wordt ook gebruikt voor, het vieren van feesten en het houden van ouderavonden. De school beschikt over een uitgebreide orthotheek met naslagwerken en hulpmiddelen naast de gebruikte onderwijsmethodes.Acht digitale schoolborden ondersteunen het lesprogramma van de groepen. Er is een ‘binnentuin’ die ingericht is voor het uitvoeren van educatieve activiteiten. De tuin bestaat uit een kleine-beestjestuin, een moestuin, een laagstam mini-fruitboomgaard, en een perceel met vruchtenstruiken. Tevens is er een plek waar werkstukken van leerlingen kunnen worden tentoongesteld. Bij het onderhoud van de binnentuin worden leerlingen betrokken. De school is toegankelijk en aangepast aan rolstoel-gebruikers.

1.5 Brede School Noorderwaard In het voorjaar van 2001 is, in het scholencomplex in de Noorderwaard, in het kader van het Gemeentelijke project Brede School, door de Stichting Kinderopvang Wijk bij Duurstede een peuterspeelzaal en een vóór- en naschoolse opvang gerealiseerd. In dit project is op één locatie onderwijs, opvang, peuterspeelzaalwerk en een organisatie van vrije tijdbesteding mogelijk voor kinderen van 0–12 jaar. De buitenschoolse opvang ontwikkelt een activiteitenprogramma in samenwerking met diverse instellingen en verenigingen uit de gemeente Wijk bij Duurstede. Het project maakt deel uit van de Commissie Dagindeling. De Brede School Noorderwaard is een initiatief van de Gemeente Wijk bij Duurstede. Hier volgt enige informatie over de beide werksoorten van de Stichting Kinderopvang:


Peuterspeelzaal

Doelstelling van de peuterspeelzaal is voor peuters een veilige, goed ingerichte omgeving te realiseren waar zij met elkaar kunnen spelen en zich kunnen ontwikkelen. Voor ouders biedt het een gelegenheid om elkaar te ontmoeten. De peuterspeelzaal heet: De Hobbit en staat onder leiding van Kitty Verkerk. Zij wordt bijgestaan door hulpouders. Een peutergroep bestaat uit maximaal 15 peuters. Peuters kunnen komen spelen vanaf 2 jaar en vier maanden voor één of twee ochtenden per week. De zaal is geopend van 9.0011.45 uur. Tijdens de schoolvakanties is de zaal gesloten. Buitenschoolse opvang

Doelstelling van de buitenschoolse opvang is kinderen, van wie de ouders buitenshuis activiteiten ontplooien, voor- en na schooltijd op te vangen in een prettige, huiselijke sfeer. Ook tijdens de vakanties wordt deze opvang geboden. Het is de vrije tijd van de kinderen. Er wordt naar gestreefd de kinderen de gelegenheid te geven zoveel mogelijk zelf vorm te geven aan de invulling hiervan. De groep staat onder leiding van gediplomeerde leidsters en wordt gevormd door kinderen van de Werkschuit en de Klimop. De buitenschoolse opvang maakt gebruik van de ruimtes van de peuterspeelzalen en beschikt over een eigen huiskamer. Tevens kan het handvaardigheidlokaal, de keuken en het speellokaal van de Werkschuit gebruikt worden. De buitenruimte rondom de beide scholen kan ook worden benut. Vanuit de Gemeente wordt een activiteitenprogramma opgezet. De buitenschoolse opvang is geopend voorschools van 7.30 uur – 8.30 uur. De kinderen kunnen inpandig naar hun leslokaal worden gebracht. Naschools zijn de openingstijden van 14.30 uur – 18.30 uur. In vakanties is de BSO de gehele dag geopend. Voor meer informatie en inschrijving kunt u bellen met het Centraal Bureau. Tel. 0343 - 576997.

1.6 Schoolgrootte Op 24 augustus 2009 startten we met 213 leerlingen. Het team bestaat uit de directeur, leerkrachten en twee onderwijsassistenten. In het schooljaar 2009-2010 telt de school 8 groepen.

OBS De Werkschuit


2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 De uitgangspunten van onze school De Werkschuit is een openbare school en staat open voor alle kinderen. Wij vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk leerlingen naar een gewone basisschool gaan. Ook leerlingen met een lichamelijke-, zintuiglijke of verstandelijke handicap zijn bij ons in principe welkom. De Werkschuit is zich bewust van haar taak kinderen in contact te brengen met de maatschappij. Het is belangrijk dat kinderen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten, met of zonder handicap. Door met elkaar naar school te gaan, samen te leven en te leren bevorder je wederzijds begrip en respect. We besteden actief aandacht aan uiteenlopende levensbeschouwingen, godsdienstige en maatschappelijke waarden. Wij willen het kind de gelegenheid geven zich optimaal te ontwikkelen. Dit doen we door een uitdagende leeromgeving en diverse leersituaties te creëren. De ontwikkeling vindt ononderbroken plaats.

Het leerstofaanbod wordt aangeboden door middel van het kader van adaptief onderwijs. De basisstof is voor ieder kind gelijk met uitzondering van die kinderen waarvoor een apart programma is samengesteld. Daarnaast is er extra leerstof in de kieskast waarin de leerling zelf keuzen maakt. Het proces wordt nauwlettend gevolgd door middel van het leerlingvolgsysteem van Cito. Een voorwaarde voor optimale ontwikkeling is dat het kind zich veilig en geaccepteerd voelt en om kan gaan met zijn emoties. Op de Werkschuit wordt gestreefd naar een sfeer waarbij iedereen zich prettig voelt en zich ten volle kan ontwikkelen. Het is hierbij van groot belang dat leerlingen, leerkrachten en ouders zich houden aan een aantal vaste leef- en werkregels. Door zich te houden aan deze regels ontstaat er een gevoel van acceptatie, autonomie en competentie bij onze leerlingen. Deze regels staan in ons veiligheidsplan beschreven.

OBS De Werkschuit

Drie basisregels hanteren we binnen de school: 1. Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 2. De school is van binnen een wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet. 3. We zullen goed voor de spullen zorgen dan zijn ze weer te gebruiken morgen. Binnen de groep wordt gewerkt met het programma ‘Goed voor elkaar’. Dit programma hanteert de regels; 1. Ik doe mijn werk zo goed als ik kan. 2. Wat ik doe is goed voor de groep. 3. Ik zorg voor de school, het lokaal en de spullen. We werken op de Werkschuit met een enthousiast team. De leerkrachten kunnen goed samenwerken en staan open voor vernieuwingen en nascholing. Door middel van een kwaliteitszorgsysteem zorgen we ervoor dat we ons onderwijs regelmatig kritisch bekijken, bijstellen en vernieuwen. Als aanvulling op de basisregels geldt het volgende: 1. Als wij op de fiets naar school (mogen) komen dan brengen we hem lopend over het plein naar de ‘stalling’. Bij het naar huis gaan, doen wij hetzelfde. 2. Wij zorgen dat we op tijd op school en in de klas zijn. 3. Als de bel gaat, gaan we rustig naar binnen. 4. Als de school afgelopen is, gaan we meteen naar huis, tenzij we met onze ouders andere afspraken hebben gemaakt. 5. Wij lopen en praten in de gangen rustig. 6. Wij doen ZELF onze jassen in de luizenzakken en hangen ze op aan de kapstok. 7. Meegebrachte spullen leggen wij op de afgesproken plaats in het lokaal. 8. Wij leggen de spullen voor de eerste les klaar en/of praten even met klasgenoten 9. Als de leerkracht het afgesproken teken geeft, gaan we op onze plaats zitten. De leerkracht geeft aan wanneer wij naar huis gaan. Voordat we weg gaan, ruimen we onze werkplek op. Op woensdag en vrijdag zetten we onze stoel op tafel. Om beurten zorgen we er voor dat het lokaal er netjes en opgeruimd uit ziet. 10. Ouders wachten buiten totdat de kinderen naar buiten komen. 10


3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 De groepen Vanaf de leeftijd van vier jaar kunnen kinderen naar de basisschool. In de groepen 1 en 2 zijn kinderen van vier, vijf en zes jaar gemengd. Vanaf groep 3 zijn de leerlingen ingedeeld in jaargroepen. Combinatiegroepen worden zoveel mogelijk vermeden. Als het aantal leerlingen van een jaargroep te groot of te klein wordt, is dit echter de enige oplossing. De groepen 1 t/m 4 vormen de onderbouw, de groepen 5 t/m 8 de bovenbouw. Elke groep heeft één of twee vaste groepsleerkrachten. Er wordt geprobeerd zoveel mogelijk de continuïteit te handhaven.

3.2 Het schoolplan Op de Werkschuit is lang gewerkt volgens het jaarklassensysteem waarbij de leerstof grotendeels klassikaal werd aangeboden. Daarnaast werd verrijkingsstof aangeboden of vermindering van leerstof toegepast, rekening houdend met de verschillen die er tussen kinderen bestaan. Het onderwijs is planmatig opgezet. Alle groepen werken volgens een lesrooster, waarin staat hoeveel tijd per week aan een vak wordt besteed. De school heeft zich uitgesproken voor een verandering van schoolconcept waarin ‘het uitgaan van verschillen’ tussen leerlingen centraal staat. In dit kader is gekozen voor het geven van ADAPTIEF ONDERWIJS. Bij het willen uitgaan van verschillen past de volgende visie: “We willen alle kinderen de kans en de ruimte geven om met hun verschillende mogelijkheden en behoeften actief, betrokken, met plezier en met succes te kunnen leren en aan hun eigen ontwikkeling te werken.” Binnen dit concept is het kind verantwoordelijk voor zijn of haar eigen ontwikkelingsproces. De leerkracht speelt daarbij een belangrijke rol door ‘het kind te helpen zichzelf te ontwikkelen’. De leerkracht doet dit door het kind vertrouwen te geven, te ondersteunen en te stimuleren om zich te ontwikkelen. Enkele kenmerken van deze onderwijsvorm zijn de adaptieve werkles en instructieles. OBS De Werkschuit

11

Het lesprogramma, dat volgens een lesrooster verloopt, omvat basisstof die voor iedere leerling gelijk is met uitzondering van die kinderen waarvoor een apart programma is samengesteld. Daarnaast is er extra leerstof in de kieskast waaruit de leerling zelf een keuze maakt. Vanzelfsprekend wordt het ontwikkelingsproces van de leerlingen nauwlettend gevolgd door middel van een leerlingvolgsysteem. Dit onderwijsmodel ‘ZORG OP MAAT’ wordt ondersteund met een zorgstructuur waarin de Interne Begeleider en de Remedial teacher een belangrijke plaats innemen.

3.3 De inhoud van het onderwijs per groep Groep 1 en 2

In de kleuterperiode ontwikkelen de kinderen zich spelenderwijs. Er is een aantal ontwikkelingsgebieden te onderscheiden. De taalontwikkeling: kringgesprekken, het vertellen en voorlezen van verhaaltjes en het doen van taalspelletjes, versjes, rijmpjes; schooltelevisie, computerprogramma’s, poppenkast, drama, rollenspel. Met het programma ‘Schatkist’ wordt gerichte aandacht besteed aan mondelinge taalontwikkeling, ontwikkeling van de woordenschat, beginnende geletterdheid en beginnende gecijferdheid. Muzikale ontwikkeling: Het aanleren en zingen van liedjes en ritmische oefeningen, muzikale tegenstellingen, zoals langzaam/snel, hoog/laag, hard/zacht. Door de hele school wordt ‘Vier muziek met’ gebruikt. Lichamelijke ontwikkeling: buiten op het schoolplein en in het speellokaal krijgen de kinderen spelles, kleutergymnastiek, dans, werken met groot en klein gymmateriaal, toestellen. Sociaal- emotionele ontwikkeling: omgaan met elkaar en met de leerkracht, vriendjes maken, leren dat er regels zijn in de klas en buiten, niet voor je beurt praten, luisteren, samen delen en het aanleren en oefenen van oplossingstrategieën door middel van spel. We kijken iedere week naar een uitzending van de schooltelevisieserie ‘Koekeloere’. Zintuiglijke ontwikkeling: Spelen met klei en water, in de zandbak, hoorspelletjes, verschillende vormen en kleuren onderscheiden, ruiken en proeven (kookles) en tastspellen. Om de fijne motoriek te oefenen, kunnen de kinderen 12


(bord)tekenen, plakken, knippen en knutselen, borduren vlechten enz. De methode ‘Schrijfdans’ is een voorbereiding op het schrijfonderwijs. We maken ook gebruik van oefeningen uit het hulpboek ‘Schrijven zonder pen’. Verkeersopvoeding: Spelenderwijs worden de kleuters vertrouwd gemaakt met voor hen relevante verkeersborden. Er worden rollenspellen gedaan als voetganger, speler, beginnend fietser of meerijder. Verkeersliedjes, een praatplatenboek en werkbladen, ook met informatie voor de ouders om thuis te ondersteunen, horen bij het programma. De methode ‘Stoepie’ vindt een vervolg in de methode ‘Claxon’ die gebruikt wordt in de groepen 3 t/m 8. Voorbereidend rekenen: Het ideeënboek, voorloper van de rekenmethode Rekenrijk. Veel activiteiten vinden plaats in de kring en in de zogenaamde ‘hoeken’, zoals de poppenhoek, de bouwhoeken met grote of kleine bouwmaterialen, de leeshoek en de schrijfhoek. Zowel in groep 1 als 2 worden de Citotoetsen voor taal en ordenen afgenomen. Om de ontwikkeling van het kind te kunnen volgen worden de resultaten opgenomen in een leerlingvolgsysteem. Bij natuureducatie gebruiken we de methode ‘Leefwereld’, waarin tal van onderwerpen aan de orde komen van het eigen lichaam tot werken aan een beter milieu. Engels: Happy House Het spreken staat centraal, evenals het zingen van liedjes. Wekelijkse activiteiten

Handwerken: eenvoudige technieken Koken: één keer per 14 dagen met hulp van ouders. Computer: Het leren omgaan met de computer middels educatieve spelletjes. Groep 3

Spelend leren is in groep 3 erg belangrijk. Het onderwijs is zo ingericht dat spelen in de computerhoek en met tekenbord, spelletjes uit de kast, enzovoort nog mogelijk is. In de kring vertellen de kinderen hun belevenissen van de vorige dag, worden er taal- en rekenspelletjes gedaan en wordt er ook veel voorgelezen. Taal: Taal bestaat aan het begin van het derde schooljaar vooral uit ‘aanvankelijk lezen’. Klanken, letters en woorden worden spelenderwijs aangeleerd. Voortbordurend op OBS De Werkschuit

13

wat ze in de groepen 1 en 2 al geleerd hebben. In eerste instantie herkennen de kinderen de woorden, wat overgaat in het lezen van woorden en het zelf ontdekken van nieuwe woorden. Over het algemeen zijn de kinderen eind december in staat vrij eenvoudige woorden en korte zinnen te lezen. De taal- en leesmethode is: ‘Veilig leren lezen’ maan-roos-vis (de nieuwste versie). Na zo’n 3 maanden leesonderwijs komt er spelling bij: volgens de methode VLL. Er wordt veel gebruik gemaakt van extra materiaal, zoals de speelleesset, klik-klak boekjes, een computerprogramma, school-tv en aansluitende leesseries. We streven naar het beheersingsniveau van AVI 2. Rekenen: Voor rekenen is er de methode ‘Rekenrijk’. De kinderen krijgen inzicht in het getallensysteem met behulp van de telrij tot 20 en daarna de telrij tot en met 100. Het herkennen en schrijven van de cijfers 1 t/m 20 wordt geoefend. Sommen tot 10-20 worden geoefend. De kinderen maken gebruik van het rekenrek en de 100–ketting. Er is veel extra materiaal aanwezig om het omgaan met de euro, het meten en het wegen aan te leren. Ook het leren klokkijken komt aan bod: de hele en de halve uren. Schrijven: Groep 3 schrijft veel, eerst de schrijfpatronen, de letters, de woorden, de zinnen en later het aan elkaar schrijven. De gebruikte methode is: Pennenstreken Verkeer: Voor verkeersonderwijs staat de veiligheid in de woonomgeving voorop. De belangrijkste thema’s zijn spelen en naar school gaan, het voetpad en de stoep: wat is er veilig en wat is er onveilig. Natuur: Voor natuuronderwijs volgt groep 3 de schooltelevisieserie: ‘Huisje Boompje Beestje’. Creatief: De creatieve vakken komen natuurlijk ruimschoots aan bod. Twee keer per week is er gymnastiek. Engels: Iedere week is er tijd voor de Engelse taal volgens de methode ‘Happy House’ in de vorm van liedjes, spelletjes, werkbladen etc. De Kieskast: In de klas is een kieskast aanwezig. Dit is een kast waar materiaal in zit dat betrekking heeft op verschillende leergebieden (lezen, schrijven, rekenen, spelling enz.). De leerlingen kunnen hieruit kiezen als ze klaar zijn met hun opdracht en om zo de geleerde vaardigheden te oefenen en te verdiepen. Er zijn ook vaste tijden in de week waarop iedere leerling de kans krijgt om uit de kieskast te werken.

14


Groep 4 Taal: In groep 4 is ‘Voortgezet technisch lezen’ een

speerpunt: een goed technisch leesniveau is voorwaarde om tot goed begrijpend lezen te komen. Wij streven naar het beheersingsniveau van AVI 5. Om dat te bereiken gebruiken wij de methode ‘Estafette’ die zowel een papieren versie als een digitale versie inzet. Vrij lezen (met boekverslag) en klassikaal lezen komen elke dag aan bod. De leesvaardigheid wordt drie maal per jaar getoetst. Bij onvoldoende resultaat wordt extra hulp/leestijd ingezet. In de nieuwe methode ‘Taal op Maat’ worden diverse aspecten van taal thematisch behandeld. De spellingsregels worden aangeleerd d.m.v. spellingsafspraken die in de volgende leerjaren worden uitgebreid. Rekenen: Voor rekenen maken wij gebruik van de methode ‘Rekenrijk’. Optellen en aftrekken worden uitgebreid tot 100 en de getallenlijn tot 1000 wordt verkend. Automatiseren en hoofdrekenen zijn belangrijke onderwerpen. Daarnaast komen klokkijken, wegen en meten, schatten en de kalender aan bod. Het aanleren van de tafels gebeurt op een inzichtelijke, strategische manier. Uitleg hierover mag u op de groepsinformatieavond aan het begin van het schooljaar verwachten. Het verbonden schrift wordt verder ontwikkeld, hoofdletters worden aangeleerd. Voor alle genoemde vakken is veel software aanwezig, die wordt gebruikt voor (zelfstandige) oefening en verdieping. Om de voortgang/resultaten zorgvuldig te volgen gebruiken wij het LeerlingVolgSysteem van Cito met de daarbij behorende toetsen. Daarnaast worden ook methodegebonden toetsen afgenomen. Alle toetsen bieden analyses om zo adequate hulp en stimulering te kunnen geven. Verkeer: Voor het vak verkeer ligt de nadruk op veiligheid in

het verkeer: de weg naar school en veilig oversteken. Natuur: ‘Leefwereld’ is de methode voor natuuronderwijs, waarbij ook de kleine beestjes tuin (onze binnentuin) wordt ingezet. Diverse softwareprogramma’s, internet en schooltelevisie-uitzendingen bieden aanvullende stof. Creatief: Naast de leervakken is er ruimte voor de expressievakken tekenen, handvaardigheid, muziek en dramatische expressie zowel in de eigen groep als groepsoverstijgend.

OBS De Werkschuit

15

Elke groep kookt regelmatig o.l.v. ouders waarbij aandacht voor gezonde voeding de basis is. Engels: In schooljaar 2007-2008 is het vak Engels ingevoerd in alle leerjaren en staat als zodanig op het rooster vermeld. In de onderbouw behelst dat voornamelijk vertrouwd raken met de klank en de uitspraak van de Engelse taal d.m.v. spelletjes, liedjes, verhaaltjes, handelingen en (plaats van) gebruiksvoorwerpen in de klas en thuis. Wij werken met de methode ‘Happy House ‘. Groep 5 Taal: Taal krijgt een verdere uitbreiding in de vorm van spel-

lingscategorieën. De kinderen leren schriftelijk en mondeling omgaan met taal. Dit gaat in de vorm van korte spreekbeurten en het schrijven en vertellen van verhaaltjes. Lezen: Met de voortgezet technische leesmethode ‘Estafette’ werken we aan het bevorderen van het technisch lezen. We werken voornamelijk aan het verhogen van het leestempo en het zinnenoverzicht. Door het aanbieden van leuke teksten, leesboeken en het voorlezen krijgen en behouden de kinderen plezier in lezen. Dit helpt hen om de technieken te gebruiken en te verbeteren. Uitbreiding van de woordenschat en tekstbegrip zijn eveneens belangrijke aspecten. Tevens houden de leerlingen een boekbespreking. Met de methode ‘Leeshuis’ hebben we een prachtige methode voor begrijpend en studerend lezen. In deze methode zitten duidelijke leerlijnen. Kinderen leren kijken naar teksten en doen er allerlei opdrachten mee. De kinderen leren een beperkt aantal leesstrategieën al doende toepassen en gaan die ervaren als belangrijk hulpmiddel voor het begrijpen van teksten. Rekenen: De leerlingen leren gebruik te maken van verschillende rekenstrategieën om de basisvaardigheden (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) aan te leren. De lessen zijn afwisselend leerkrachtgebonden en maken gebruik van zelfstandig werken van de kinderen waarbij ze het geleerde gaan toepassen. Ook wordt het ruimtelijk inzicht gestimuleerd. Aardrijkskunde: Methode ‘Geobas’. De thema’s zijn heel concreet opgezet, zodat de leerlingen aan het eind van groep 5 een begrippenkader en vaardigheden op het gebied van ruimtelijke oriëntatie en kaartlezen hebben ontwikkeld. Verder worden de provincies met de hoofdsteden, 16


andere grote steden en de wateren van Nederland topografisch geleerd. Geschiedenis: Met de (nieuwste) methode ‘Bij de Tijd’ is

gekozen voor een traditionele indeling die concentrisch is opgebouwd. De lessen besteden aandacht aan bijvoorbeeld de Prehistorie, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen. Kinderen gaan met behulp van verhalen terug in de tijd en krijgen in hetzelfde blok een herkenning met de huidige tijd. Een prachtig getekende tijdlijn die in de klas op wordt gehangen geeft hen een nog duidelijker beeld wanneer die tijd zich afspeelde. In de hogere groepen gaat deze methode hiermee verder. Natuur: We werken met de methode ‘Leefwereld’. Aan de hand van een onderwerp, bijvoorbeeld spinnen of boten, wordt er heel concreet gewerkt met veel materialen en een werkblad waarbij kinderen vaak zelf dingen moeten onderzoeken. De methode is ingevoerd vanaf groep 3 en behandelt onderwerpen als milieu, techniek, maar ook het eigen lichaam. Verkeer: Er is veel aandacht voor veilig fietsen en het verlenen van voorrang. Andere voorkomende thema’s zijn het afslaan naar links en rechts, de belangrijkste verkeersborden en er wordt meer verteld over het openbaar vervoer. We gebruiken daarbij de methode ‘Klaar Over’. De creatieve vakken: Deze vakken hebben een gevarieerd scala van technieken, materialen en uitwerkingen. Binnen dit kader vallen ook drama, koken en muziek. Voor het laatste maken we gebruik van een muziekmethode: hierbij worden liedjes aangeboden, maar ook de beginselen van het notenschrift en de muziektekens. De computer: Deze wordt in de groep vooral ingezet ter ondersteuning van allerlei vakken. Zo wordt er geoefend met de spellingsafspraken, het rekenen, topografie en verder nog vele andere educatieve programma’s. Engels: We werken met de methode ‘The Team’. Groep 6 Taal: Bij taal wordt vanuit de taalbeschouwing inzicht gege-

ven in de structurele principes die ten grondslag liggen aan de bouw van woorden, woordgroepen, zinnen en teksten in het Nederlands. Voor het ontleden worden in de groepen 5 tot en met 8 diverse grammaticale begrippen geïntroduceerd. OBS De Werkschuit

17

Voor groep 6 zijn dat: persoonsvorm, gezegde, onderwerp, zelfstandig naamwoord, lidwoord en tegenwoordige tijd en verleden tijd. Voor spelling worden de spellingsafspraken uitgebreid. De kinderen leren om volgens het redeneerschema tot een correcte schrijfwijze van de werkwoordsvormen te komen. Het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken komt nadrukkelijk aan de orde. Door dramalessen wordt ook geprobeerd het mondeling taalgebruik te stimuleren en uit te breiden. Bij lezen ligt de nadruk op informatie verwerven en op het begrijpend lezen. De kinderen leren snel en efficiënt iets op te zoeken en werken regelmatig in het documentatiecentrum. Rekenen: In groep 6 onderscheiden we de volgende leerlijnen; Getalbegrip: De verdere ontwikkeling van het getalbegrip heeft vooral betrekking op de getallen van 1 tot en met 100.000. Hoofdrekenen: De strategieën, die de kinderen van groep 5 voor elke bewerking hebben geleerd bij getallen onder de 1000, blijven in veel gevallen van toepassing voor getallen tot 100.000. Cijferen: Bij het cijferend optellen en aftrekken staat het kolomrekenen centraal. Aan het eind van het zesde leerjaar wordt het cijferend vermenigvuldigen aangeleerd. Verder komen aan de orde: rekenen met breuken, grafieken, tabellen, met kommagetallen, het meten en meetkunde, tijd en gewichten. Geschiedenis: Met de (nieuwste) methode ‘Bij de Tijd’ is gekozen voor een traditionele indeling die concentrisch is opgebouwd. De gekozen onderverdeling is: 1. Prehistorie; 2. Romeinse tijd; 3. Middeleeuwen; 4. 16e en 17e Eeuw; 5. 18e en 19e Eeuw; 6. 20e Eeuw. Aardrijkskunde: Bij aardrijkskunde leren de kinderen de topografie van Nederland. Daarnaast komen kenmerken van gebieden in Nederland, zoals akkerbouw, veeteelt, grond aan de orde. Natuur: Bij natuuronderwijs gebruiken wij de methode ‘Leefwereld’. Deze sluit aan bij de onderwerpen die in de tv-serie ‘Nieuws uit de Natuur’ worden aangeboden. Verkeer: Bij verkeer is er speciale aandacht voor het sociale aspect: ‘het gedrag in het verkeer’. Uitgangspunt daarbij zijn de eigen ervaringen van kinderen in het verkeer. De verkeersregels en verkeersborden voor fietsers krijgen de aandacht.

18


Engels: We starten met een nieuwe methode: The Team. Activiteiten zijn verder: De computer wordt dagelijks

gebruikt om extra te oefenen op allerlei gebieden, zoals rekenen, taal en topografie. Cultuureducatie komt aan bod tijdens de lessen handvaardigheid, tekenen, dans, drama en muziek. Groep 6 neemt, naast de gewone gymlessen, ook deel aan een sportdag. Groep 7 Taal: Bij taal worden de spellingsafspraken herhaald

en uitgebreid. De kinderen houden spreekbeurten en boekbesprekingen. Ze leren ideeën te ontwikkelen over het onderwerp waarover ze gaan schrijven en gaan aan de slag met het schrijven van verschillende tekstsoorten. De kinderen krijgen te maken met grammaticale begrippen als: onderwerp, persoonsvorm, gezegde, voorzetsel, telwoord, bijvoeglijk naamwoord, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord. De werkwoordsvormen in de tegenwoordige en verleden tijd komen aan de orde samen met het begrip voltooid deelwoord. Rekenen: De kinderen leren hoofdrekenen met grote getallen. Het cijferend optellen, aftrekken en vermenigvuldigen wordt herhaald. De kinderen maken kennis met breuken, kommagetallen, procenten, meten en meetkunde. De leerlingen leren omgaan met het metriek stelsel en maken gebruik van de rekenmachine. Schrijven: het methodisch schrijven, het eigen handschrift, blokschrift, tempo schrijven en creatief schrijven worden behandeld. De methode heet ‘Schrijftaal’. Aardrijkskunde: Bij aardrijkskunde leren de kinderen de topografie van Europa. De methode ‘Geobas’ behandelt thema’s zoals: wegen, bossen, weer en klimaat, de Euregio, vulkanen, verschillen tussen platteland en stad, met uitstapjes naar de rest van de wereld: thee uit Azië, IJsbergen en Antarctica, de VN en gastarbeiders. Geschiedenis: ‘Bij de Tijd’ werkt met een traditionele indeling die concentrisch is opgebouwd. De gekozen onderverdeling is: 1. Prehistorie; 2. Romeinse tijd; 3. Middeleeuwen; 4. 16e en 17e Eeuw; 5. 18e en 19e Eeuw; 6. 20e Eeuw.

OBS De Werkschuit

19

Verkeer: In het programma staat het uitspelen van praktijk-

situaties in het verkeer op het niveau van het verkeersexamen centraal met discussiemomenten over de gedragsregels. Er is aandacht voor de verlichting van de fiets, het rechts rijden, het verlenen van voorrang, het van richting veranderen, woonerf, verkeersborden en verkeerstekens. De leerlingen kunnen het Verkeersdiploma van Veilig Verkeer Nederland behalen. Ze oefenen hiervoor met de werkboeken van Veilig Verkeer Nederland: de Jeugdverkeerskrant en ze nemen deel aan het praktijkexamen op de fiets door Wijk bij Duurstede. Van tevoren kan het af te leggen parcours geoefend worden. In de klas staan vier computers. Er wordt geoefend met spellingprogramma’s, topografie, tafels en verkeer/rekenen. Lezen: (Leeshuis, begrijpend lezen) Het uitgangspunt van ‘Leeshuis’ begrijpend en studerend lezen is het directe instructiemodel. De kinderen leren een aantal leesstrategieën te gebruiken bij het lezen. In de praktijk blijkt dat directe instructie (klassikaal) het best werkt bij het aanleren van leesvaardigheid. Een korte instructie voor de groep, en een verlengde instructie voor de zwakkere lezers. Natuuronderwijs: ‘Leefwereld’ sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van het kind. In de bovenbouw ligt het accent op onderzoek en verklaring. In deze fase is het kind gericht op het onderzoeken en verklaren van natuurlijke verschijnselen. In de lessen komen verschillende opdrachten voor. • Praatopdrachten: Klassikaal even bijpraten. • Centrale opdrachten: Hier horen werkbladen bij en worden doorgaans in groepjes uitgevoerd. • Zelfstandige opdrachten: Werkbladen die doorgaans met z’n tweeën worden gemaakt. • Extra opdrachten: Voor verbreding en verdieping. • Buitenopdrachten: In vier lessen is een buitenopdracht opgenomen aan de hand waarvan de kinderen de omgeving verkennen, ontdekken en onderzoeken. Hier komt onze binnentuin goed van pas. Ook voor andere lessen is deze tuin goed te gebruiken. Tevens kweken we in de tuin allerlei vruchten en groenten m.b.v. de leerlingen. Zij helpen ook met het onderhoud van de tuin. In de tuin ligt ook een ontdekpad, waarop de leerlingen allerlei kleine beestjes kunnen onderzoeken.

20


Engels: In groep 7 leren de kinderen een vreemde taal:

Engels. Het luisteren en spreken krijgt de meeste aandacht, zij leren de Engelse taal ook lezen en schrijven. Er wordt gewerkt volgens de nieuwe methode ‘The Team’. Activiteiten zijn verder: Als creatieve vakken krijgen de leerlingen: handenarbeid, tekenen, koken en muziek. Groep 7 neemt naast de gewone gymlessen ook deel aan een sportdag. Eenmaal per week werken de leerlingen in het documentatiecentrum aan werkstukken, daarbij maken ze gebruik van de computers in de klas èn de computers in het documentatiecentrum, waarbij tevens toegang is tot Internet. Groep 8 Taal: In Groep 8 wordt de nieuwe methode ’Taal op Maat’

gebruikt. Om alle aspecten van het taalonderwijs voldoende tot hun recht te laten komen, worden er in deze methode einddoelen geformuleerd: • Voor spreken moet gelden: informatief, overtuigend en expressief, verzamelen, selecteren en associëren, structureren en uitwerken. • Voor luisteren moet gelden: letterlijk, geïnterpreteerd kritisch. • Voor het schrijven geldt: informatief, overtuigend en expressief. Voor het spreken en luisteren gelden gespreksregels, die in de praktijk beoefend moeten worden. Bij het taalonderwijs dienen de leerlingen te beschikken over: inzicht in woord benoemen, woordgroepen en/of zinsdelen herkennen en benoemen en inzicht hebben in zinsstructuur en werkwoordvervoegingen. Bij het taalgebruik is inzicht in taalbetekenis uitbreiding van de woordenschat, kennis van synoniemen en homoniemen en van beeldspraken doel op zich. Bij het lezen ligt de nadruk op het bevorderen van het leesplezier – het combineren van directe en doelgerichte instructies. Het beleven en begrijpen van de inhoud van de tekst blijven centraal staan. De leerlingen leren een beperkt aantal leesstrategieën al doende toepassen en er is voor gezorgd dat ze die ervaren als handig hulpmiddel voor het begrijpen van de teksten. OBS De Werkschuit

21

De inhoud van de teksten is afwisselend. Wij beogen dat kinderen regelmatig zelfstandig teksten gaan lezen en voor het begrijpen de leesstrategieën zelfstandig en flexibel toepassen. Daarnaast zijn er wekelijks een boekbespreking en een spreekbeurt over een onderwerp uit het nieuws. Rekenen: Bij rekenen wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Rekenrijk’. Daarbij worden de volgende leerlijnen onderscheiden: getalbegrip; hoofdrekenen; cijferend vermenigvuldigen en delen; rekenen met procenten, breuken, verhoudingen en kommagetallen; meten en meetkunde; combinaties maken en kansberekeningen. Het rekenonderwijs in de tweede helft van groep 8 heeft, na de afname van de CITO-toets en de oriëntatie op het voortgezet onderwijs, vaak een wat ander karakter dan in voorgaande jaren. De invulling van boekje 8b sluit daarbij aan. Dat betekent dat de leerstof, die in 8b aan de orde komt buiten de kerndoelen valt. De lessen zijn ingevuld met rekenkundige en wiskundige onderwerpen als schaalberekening verdieping van kommagetallen - talstelsels - ruimtelijk redeneren – combinaties maken en negatieve getallen. De toetsen, diagnostiek en rekenhulp komen te vervallen. Aardrijkskunde: De kinderen leren nu de topografie van de werelddelen en nemen kennis van deze werelddelen. Bij de werelddelen worden klimaat, ligging, industrie en landschap en de economische gevolgen hiervan behandeld, mede aan de hand van themakaarten. Geschiedenis: Met de methode ‘Bij de Tijd’ is gekozen voor een traditionele indeling die concentrisch opgebouwd is. De gekozen onderverdeling is: 1. Prehistorie; 2. Romeinse tijd; 3. Middeleeuwen; 4. 16e en 17e Eeuw; 5. 18e en 19e Eeuw; 6. 20e Eeuw. Natuurkunde en Biologie: Hierbij worden verschillende thema’s behandeld uit de methode ‘Natuurlijk’ met de nadruk op het menselijk lichaam. De leerlingen nemen deel aan een cursus Jeugd-EHBO. Leefwereld: Natuuronderwijs en techniek. Het accent ligt hierbij op onderzoek en verklaring middels opdrachten. Er wordt geprobeerd vanuit concrete ervaringen te komen tot begripsontwikkeling. Opdrachten kunnen zowel klassikaal als in kleine groepen uitgevoerd worden. Opdrachten kunnen in eigen tempo worden uitgevoerd met daarnaast de mogelijkheid voor differentiatie naar belangstelling. Ter verdieping en verbreding van het onderwerp is in elke les een extra opdracht opgenomen. 22


Verkeer: Klaarover. Leerlingen van groep 8 zijn actieve deel-

nemers, vooral als fietsers. Zij moeten in staat zijn het steeds in omvang toenemende verkeer en de vaak zo complexe verkeerssituaties te overzien en te begrijpen. Daarom worden regels en borden behandeld die gelden voor voetgangers en fietsers. De methode biedt naast instructie-activiteiten verwerkings- en verdiepingsmogelijk-heden. Daarnaast kunnen de leerlingen extra informatie verkrijgen op internet en daar het geleerde toepassen dan wel toetsen. Computers: Groep 8 heeft inmiddels vier op het schoolnetwerk aangesloten computers, die ter ondersteuning van de lessen worden ingezet. Tijdens het werken in het documentatiecentrum worden de aldaar geplaatste tien computers eveneens gebruikt. Dans en Drama: aan het einde van het jaar neemt groep 8 afscheid van De Werkschuit met een musical. Voor dit evenement maken de kinderen zelf de liedjes, decors en verdere aankleding. Voor het vak Engels geldt hetzelfde als bij groep 7.

3.4 De leermethoden Vak Methode Beginnende geletterdheid Schatkist met de muis Aanvankelijk lezen Veilig leren lezen Voortgezet lezen Estafette Taal Taal op Maat Spelling Taal op Maat Rekenen Rekenrijk Schrijven Schrijfdans Schrijven Pennenstreken en Schrijftaal Verkeer Claxon Verkeer Klaar Over Biologie Leefwereld Aardrijkskunde Meander Geschiedenis Bij de Tijd Engels Happy House Engels Happy Street Engels The Team Engels The Team

OBS De Werkschuit

Groep(en) Gr. 2 Gr. 3 Gr. 4 t/m 8 Gr. 4 t/m 8 Gr. 4 t/m 8 Gr. 1 t/m 8 Gr. 1 en 2 Gr. 3 t/m 8 Gr. 1 en 2 Gr. 3 t/m 8 Gr. 1 t/m 8 Gr. 5 t/m 8 Gr. 5 t/m 8 Gr. 1 en 2 Gr. 3 en 4 Gr. 5 en 6 Gr. 7 en 8

23

3.5 Overige vakken Gymnastiek

De kleuters spelen één of twee keer per dag op het plein of in het speellokaal. Het speellokaal is voorzien van diverse gymtoestellen en spelmaterialen. De kleuters hebben een tasje met gymkleding en gymschoenen op school. Eens in de zoveel tijd wordt dit meegegeven om de kleding te kunnen wassen. Vooral voor de kleintjes is het handig als de kleding eenvoudig aan en uit te trekken is. De groepen 3 t/m 8 krijgen tweemaal per week gymnastiek les in de Vikinghal. Eén van de twee lessen geeft de groepsleerkracht, dit is een spelles. De andere les is een toestellenles. Aparte gymkleding en gymschoenen zijn verplicht. Zwarte zolen en sieraden (behalve oorknopjes) zijn verboden. Ook hier geldt dat het voor de kinderen en de leerkracht prettig is, als de kleding makkelijk te verwisselen is Gymnastiekrooster

Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

maandag vrijdag woensdag vrijdag woensdag vrijdag woensdag vrijdag woensdag vrijdag woensdag vrijdag

11.30 - 12.15 uur 11.30 - 12.15 uur 10.45 - 11.30 uur 09.30 - 10.10 uur 12.15 - 13.00 uur 10.10 - 10.50 uur 10.00 - 10.45 uur 12.10 - 12.50 uur 09.15 - 10.00 uur 08.30 - 09.30 uur 08.30 - 09.15 uur 10.50 - 11.30 uur

Expressie

Vakken zoals tekenen en muzikale vorming komen in alle groepen aan bod. Eveneens krijgen de kinderen lessen in dramatische vorming en dans. Bovendien wordt jaarlijks gekozen uit het aanbod van het Steunpunt Kunst Centraal. Handvaardigheid De lessen in handvaardigheid en textiele werkvormen vinden plaats o.a. in het speciaal daarvoor bestemde handenarbeidlokaal. Vaak wordt in kleine groepjes gewerkt, waarbij hulpouders extra steun bieden. 24


Kookles

Alle groepen hebben 1 x per 2 weken kookles. Groepjes kinderen koken voor de andere leerlingen van hun groep. Deze lessen worden begeleid door hulpouders. Godsdienstonderwijs

Groep 7 krijgt godsdienstonderwijs van medewerkers van de Kerken. Deze lessen zijn niet verplicht. De ouders kunnen jaarlijks kiezen of hun kind de lessen volgt. De lessen worden gegeven indien er een lesgevende beschikbaar is. Voor deze lessen is 45 minuten lestijd uitgetrokken. Verkeersdiploma

In groep 7 kunnen de leerlingen het verkeersdiploma van Veilig Verkeer Nederland halen. De voorbereiding en het afnemen van het theoretische gedeelte en van de vaardigheidsproef vinden onder schooltijd plaats. EHBO-cursus

De leerlingen van groep 8 volgen een cursus EHBO, welke wordt gegeven door bevoegde instructeurs. De cursus wordt afgesloten met een examen, waarbij de kinderen het JeugdEHBO-diploma (A) kunnen halen, indien er een lesgevende beschikbaar is. Huiswerk

Vanaf groep 5 krijgen de kinderen huiswerk mee. In het begin is dit weinig, maar in de hogere groepen wordt de regelmaat en de hoeveelheid langzaam opgevoerd. Dit ter voorbereiding op het vervolgonderwijs. De kinderen leren op school hoe ze met het huiswerk op een zo goed mogelijke manier kunnen omgaan.

3.7 Leerlingenraad Leerlingen mogen kritisch kijken naar alles wat op school gebeurt. De leerlingenraad geeft ze de mogelijkheid voor hun belangen op te komen. Dit maakt de leerlingen mondig, verantwoordelijk en betrokken bij het schoolgebeuren.In het begin van het schooljaar worden er verkiezingen gehouden. Vanaf groep 4 vertegenwoordigt één leerling haar/zijn groep. De leerlingenraad komt elke laatste vrijdag van de maand bij elkaar.

OBS De Werkschuit

25

3.8 Voorzieningen Schooltelevisie

We maken gebruik van de schooltelevisie lessen van de Nederlandse Onderwijs Televisie. Jaarlijks terugkerende programma’s zijn: Groep 1 en 2 Groep 3 en 4 Groep 5 en 6 Groep 7 en 8

Koekeloere, Schatkist Huisje Boompje Beestje Nieuws uit de Natuur School TV-weekjournaal

Schoolbibliotheek

De school beschikt over een uitgebreide schoolbibliotheek voor leerlingen van groep 3 t/m 8. De boeken worden gebruikt voor (stil)lezen in de groep. In overleg met de leerkracht mag het boek mee naar huis bijvoorbeeld voor het voorbereiden van een boekbespreking. Documentatiecentrum

In de grote hal bevindt zich het documentatiecentrum met informatieve boeken. Hier kunnen de leerlingen over allerlei zaken achtergrondinformatie opzoeken. De leerlingen van groep 5 t/m 8 maken regelmatig werkstukken over zelfgekozen onderwerpen. De leerlingen van groep 6 t/m 8 leren ook hoe ze via de computer illustraties, teksten en overig materiaal kunnen vinden. Orthotheek

De school beschikt over een uitgebreide orthotheek, met naslagwerken en leer- en hulpmiddelen naast de gebruikte methodes.

3.9 Sponsoring De openbare scholen willen de mogelijkheid hebben schoolactiviteiten te laten sponsoren. Hierbij moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Het ministerie heeft met belangenorganisaties een convenant gesloten om op een verantwoorde wijze om te kunnen gaan met sponsoring. Het schoolbestuur vindt het onwenselijk dat er door sponsoring al te grote verschillen ontstaan tussen de vijf openbare scholen. 26


De afspraken tussen de sponsor en de school moeten worden vastgelegd in een overeenkomst. De Medezeggenschapsraad heeft hierbij het recht van instemming en het bestuur kan het aangaan van een overeenkomst verbieden indien niet aan het convenant en de voorwaarden is voldaan. Op school is ter inzage: • Het convenant sponsoring van 13 februari 1997 • De voorwaarden • De regeling.

3.10 Buitenschoolse activiteiten Sporttoernooien

Voor de leerlingen wordt een schoolkorfbal, basketbal, voetbal en schoolhockeytoernooi georganiseerd. De toernooien worden door een leerkracht, door een ouder of door een lid van de vereniging begeleid. Sportdag

De school organiseert een sport en speldag voor de groepen 3 t/m 8. Deze dag vindt onder schooltijd plaats. Toneel-, muziek- of dansvoorstelling

De werkgroep Podiumkunsten verzorgt voor alle leerlingen minimaal 1 keer per jaar een dans-, muziek- of toneelvoorstelling.

3.11 Extra activiteiten Schoolfotograaf

Een keer per jaar worden de kinderen samen met de groep, met broertjes en zusjes, en/of alleen op de foto gezet. Deelname is niet verplicht en de ouders beslissen zelf of ze de foto’s willen houden. De school neemt geen verantwoording voor de kwaliteit en de betaling, maar probeert wel alles naar wens te laten verlopen. Schoolreisjes

De groepen 1 t/m 7 bezoeken een attractie waarbij het vervoer wordt geregeld per touringcar. De ouders worden ruim van te voren op de hoogte gesteld van tijden en bestemming. De leerlingen worden begeleid door de groepsleerkrachten en enkele ouders. OBS De Werkschuit

27

Schoolkamp groep 8

In het voorjaar gaan de leerlingen van groep 8 op schoolkamp. Dit kamp duurt 3 dagen en twee nachten. Een aantal leerkrachten gaat mee. De ouders van de leerlingen van groep 8 en de ouderraad betalen een bijdrage voor het kamp. Rolschaatswedstrijd

Elk jaar wordt een rolschaats - en skeelerwedstrijd georganiseerd. Dit evenement vindt plaats onder schooltijd. De leerlingen worden ingedeeld in verschillende leeftijdscategorieën. Om het jaar wordt hieraan het predikaat ‘sponsorwedstrijd’ verbonden waarbij de opbrengst bestemd is voor een goed doel of wordt gebruikt voor de aanschaf van extra leer- en/of hulpmiddelen. Plan

De school heeft via Plan een kind geadopteerd: Osman Mvula uit Malawi. Elke eerste woensdag en donderdag van de maand worden de vrijwillige bijdragen in de verschillende groepen opgehaald. De collecte wordt door middel van een briefje aangekondigd.

3.12 Eten en drinken Schoolmelk

Als u een schoolmelkabonnement neemt, krijgt uw kind vier keer per week in de lunchpauze een pakje melk, chocolademelk of drinkyoghurt. De kleuters gaan vier dagen naar school en krijgen elke dag schoolmelk. De groepen 3 t/m 8 krijgen op woensdag geen schoolmelk, want dan lunchen zij thuis. Informatie, inschrijf- en wijzigingsformulieren zijn bij de school te verkrijgen. Verjaardagen en traktaties

Op school besteden we aandacht aan gezonde voeding. We zien dan ook het liefst dat kinderen op hun verjaardag een gezonde traktatie uitdelen, bijvoorbeeld fruit, kaas, etc. Voor de leerkrachten kunt u gerust hetzelfde meegeven. Elfuurtje en lunch

Bij het ‘elfuurtje’ mogen de kinderen iets eten en drinken. Op woensdag hebben we een fruitdag ingesteld. 28


De kinderen eten een fruithap in plaats van een koek. Geeft dit grote problemen, dan kunt u ook een boterham meegeven. Tijdens de lunch wordt de verdere inhoud van de broodtrommel gegeten. Geen snoep meegeven.

3.13 Huishoudelijke mededelingen Halen en brengen

De eerste bel gaat om 8.20 uur, tien minuten voor aanvang van de lessen. Leerlingen en ouders kunnen dan naar binnen. Om 8.30 gaat de tweede bel. Dit is het teken dat de lessen gaan beginnen. Op dat moment moeten de ouders de klas verlaten. Om 14.30 uur zijn de lessen afgelopen. De ouders wachten buiten de school tot de kinderen naar buiten komen. Als uw kind nog iets moet afmaken of meedoet aan een buitenschoolse activiteit, dan kan dit tot 15.00 uur duren. De leerkracht belt u op, wanneer het onverwacht toch later wordt. Op de fiets naar school

Bij de ingangen van de school is een beperkt aantal fietsblokken geplaatst. Daarom mogen alleen leerlingen die in andere wijken wonen of aan de zuidzijde van de Nieuwe weg op de fiets naar school komen. Wij kunnen geen toezicht op de fietsen houden, daarom is het verstandig de fiets op slot te zetten! De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor beschadiging of diefstal. Mobiele telefoons

Het is niet toegestaan een mobiele telefoon mee naar school te nemen. Het kan echter voorkomen dat het voor ouders noodzakelijk is om snel contact te krijgen met hun kind. In dat geval kunt u in overleg met de leerkracht een afspraak maken. Communicatie

Elke maand komt de nieuwsbrief ‘De Scheepstelegraaf’ uit. De Scheepstelegraaf wordt per mail verzonden. Heeft u geen mailadres, dan kunt u dit kenbaar maken. U krijgt dan een papieren versie mee. Naast de Scheepstelegraaf krijgt u de maandkalender toegestuurd. Hierin staan alle activiteiten van de komende maand.

OBS De Werkschuit

29

Gevonden voorwerpen

Alle gevonden voorwerpen komen terecht in een speciale bak, waarin ouders kunnen kijken als er iets vermist wordt. Aan het eind van het jaar gaan de spullen die nog in de bak zitten naar een instelling met een goed doel. Lege batterijen en printercartridges en toner(s)

Op school is op drie plaatsen een speciale container voor lege batterijen en cartridges: • Bij de ingang van de kleuters • Bij de ingang van de groepen 3 en 4 Oud papier

De ouderraad verzamelt eens in de zes weken oud papier. Bij de school wordt een container geplaatst, waar u het oud papier naar toe kunt brengen. Elke woensdag kunt u op school het oud papier al inleveren. De ouderraad neemt het papier graag van u in ontvangst. De opbrengst wordt gebruikt om extra activiteiten van de kinderen te bekostigen of om noodzakelijke zaken voor de school aan te schaffen. De hoogte van de opbrengst wordt regelmatig in de Scheepstelegraaf vermeld. Kledinginzameling

Twee keer per jaar zamelt de ouderraad gebruikte kleding in. De ouders worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht. Van de opbrengst worden extra dingen voor de school gekocht. Klachtenregeling

We kunnen klachten en hun behandeling onderscheiden in: • klachten van seksuele aard • andere klachten. Preventie van seksuele intimidatie

Leerlingen hebben recht op hun eigen gevoelens. Het is goed als men zich bezint op dit eigen domein van leerlingen en antennes leert ontwikkelen voor het opvangen van signalen. De school bespreekt regelmatig de omgangsregels van leerkrachten met leerlingen en van leerlingen onderling. Ook het niet– onderwijzend personeel wordt hierbij betrokken. Het is gebleken, dat men in die gesprekken nogal eens ontdekt, dat men geheel te goeder trouw een gedrag ontwikkeld heeft dat vanuit eigen waarden- en 0

Schoolgids 009-00

normenpatroon heel legitiem is maar dat sommige kinderen in verwarring brengt. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan incestslachtoffers. Hun ervaringen kunnen hen zeer afwijzend doen staan tegenover ‘de arm om de schouder’. Ook andere kinderen kunnen, b.v. door hun achtergrond, preutser zijn en zich sneller schamen dan anderen. Het opstellen van gedragsregels op het terrein van seksuele intimidatie is een zaak van iedere school afzonderlijk. Iedere school heeft immers zijn eigen cultuur, sfeer en klimaat waarbinnen de omgang tussen leerkracht en leerling en tussen leerlingen onderling vorm krijgt. Indien daartoe aanleiding bestaat, kunt u zich wenden tot de contactpersoon seksuele intimidatie. Op onze school zijn dat Rineke Gunther en Ireen Elkhuizen. De map ‘Seksuele intimidatie en machtsmisbruik in het onderwijs’ ligt op school ter inzage. Andere klachten

De kwaliteitswet verplicht scholen te vermelden hoe zij met klachten omgaat. Hierbij gaat het om veiligheidsbeleid, klachtenregeling en klachtencommissie. Iedereen binnen de schoolgemeenschap kan een klacht indienen. Een klacht kan gaan over gedragingen en beslissingen, of over het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen. Het kan ook gaan over pesten, geweld, vandalisme en over (on)gewenst gedrag op school. Op onze school is Ireen Elkhuizen tot contactpersoon benoemd, die de klager zo nodig verwijst naar een onafhankelijke vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is niet verbonden aan de school en begeleidt de verdere afhandeling van de klacht. Daarnaast kunnen de klachten ook worden ingediend bij de directie of het bevoegd gezag. De ‘Klachtenregeling Openbaar Basisonderwijs Gemeente Wijk bij Duurstede’ ligt op school ter inzage.

OBS De Werkschuit

32


4. DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1 Regels voor toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen. De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. De toelating van een leerling uit het speciaal onderwijs en plaatsing in het speciaal onderwijs vindt slechts plaats in overleg met de ouders en het bevoegd gezag van de betrokken instellingen. Een leerling kan pas op een school voor speciaal onderwijs worden geplaatst nadat de Permanente Commissie Leerlingenzorg(PCL) daarover een uitspraak heeft gedaan.

4.2 Inschrijving, toelating en opvang van nieuwe leerlingen In februari vindt de inschrijving van nieuwe leerlingen plaats. Ouders worden via een advertentie in de krant uitgenodigd om kennis te maken met de school. Zij krijgen een persoonlijk gesprek over de werkwijze en identiteit van de school, waarna zij de school mogen bekijken en informatie mee naar huis krijgen. Bij plaatsing streven we naar een evenwichtige groepsverdeling. Nieuwe leerlingen mogen hun toekomstige groep vooraf twee keer een dagdeel bezoeken.

4.3 Verwijdering en schorsing van leerlingen Soms is het noodzakelijk een leerling te schorsen of te verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer het schoolbestuur of de directie bij ernstig wangedrag van leerling en/of ouder onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig wangedrag dat het bestuur concludeert dat de relatie school en leerling (ouders) onherstelbaar is verstoord. Een beslissing tot schorsing of verwijdering moet met de uiterste zorgvuldigheid worden genomen.

OBS De Werkschuit

33

4.4 Onderwijs op maat De Werkschuit verzorgt regulier basisonderwijs voor leerlingen van 4 tot 12 jaar. De leerlingen zijn verschillend qua capaciteiten, belangstelling, leerstijl en achtergrond. De school stelt zich ten doel, rekening houdend met de eigenheid van de leerling, onderwijs ‘op maat te bieden’. Daarvoor beschikt de school over een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Op drie ochtenden kunnen leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte terecht in de ‘zorggroep’. Onze remedial teacher begeleidt de leerlingen.

4.5 Zorgverbreding De school streeft naar een zo hoog mogelijke leeropbrengst van een leerling. De groepsleerkracht speelt hierbij een centrale rol. Hij gaat dagelijks met de leerlingen om en geeft in de klassensituatie de zorg zoveel mogelijk vorm en inhoud. Hij richt het onderwijs zo in dat problemen van leerlingen zoveel mogelijk worden voorkomen en neemt maatregelen om deze op te lossen. Het Leerlingvolgsysteem Observaties bij kleuters

Gedurende het schooljaar observeren de leerkrachten de leerlingen met betrekking tot hun sociaal-emotionele ontwikkeling en de vak- en vormingsgebieden. Daarnaast wordt door middel van een leerlingvolgsysteem op vaste meetmomenten de ontwikkelingslijn in kaart gebracht. Eenmaal per jaar wordt de ontwikkeling van het kind met de ouders besproken tijdens het ‘10-minutengesprek’. De gegevens worden doorgesproken met de toekomstige leerkracht en opgeborgen in het leerlingendossier. Het signaleren bij de overige groepen

In juni 2006 hebben we het leerlingvolgsysteem van Cito aangeschaft. De volgende onderdelen worden in juni en januari van het schooljaar getoetst: • Rekenen • Spelling • AVI en 3 minuten toets 34


• Woordenschat • Taal en ordenen voor kleuters • Begrijpend lezen De gegevens van de toetsen worden met de intern begeleider doorgesproken. Indien nodig wordt extra hulp geboden. Aan het eind van het schooljaar worden alle gegevens opgeborgen in het leerlingendossier. De entreetoets voor de groepen 5, 6 en 7 wordt in de periode april-juni afgenomen. De eindtoets Cito in groep 8 wordt in februari afgenomen.

4.6 Dyslexie en de dyslexieverklaring In 2006 heeft het Samenwerkingsverband ‘Weer Samen Naar School’ een gezamenlijk besluit genomen over het afgeven van een verklaring voor dyslectische leerlingen. Tijdens het proces van leren lezen en spellen op de basisschool kan blijken dat een leerling ondanks voldoende begeleiding en oefening veel moeite heeft om het lezen voldoende vlot te leren beheersen en de juiste spelling geautomatiseerd te kunnen schrijven. De school spant zich vanuit zijn professionaliteit in om deze processen zo goed mogelijk te begeleiden en houdt ouders op de hoogte van de ontwikkelingen. Daarbij kan de school zich binnen het beschikbare budget laten bijstaan door Eduniek of andere hulpverleners die gespecialiseerd zijn in dyslexie. School heeft voor het begeleiden van dyslectische kinderen geen extra voorzieningen dan de extra uren die beschikbaar zijn voor de aandacht voor zorg op alle gebieden van cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Een dyslexieverklaring voegt voor het begeleiden van de kinderen dan ook niets toe. Het besluit van WSNS is dan ook het volgende: De school zorgt voor een goede dossiervorming van de leerling en doet zelf aanvullend onderzoek of laat dit uitvoeren door daarvoor opgeleide mensen als in de school onvoldoende kennis aanwezig is om te signaleren. Het dossier gaat mee naar het vervolgonderwijs zodat men daar op de hoogte is van de vermoedens. Het is dan aan de school voor voortgezet onderwijs om volgens hun afspraken te handelen. Op het voortgezet onderwijs is een verklaring OBS De Werkschuit

35

wel nodig om van extra beschikbaar gestelde middelen gebruik te kunnen maken. Willen ouders tijdens de basisschoolperiode een officiële verklaring voor hun kind dan kunnen zij daarvoor een verzoek indienen. Ouders betalen dan zelf de uren die een gezondheidspsycholoog nodig heeft om op basis van het dossier de dyslexie te kunnen vaststellen en de verklaring af te geven. Mochten er onvoldoende gegevens in het dossier aanwezig zijn, dan blijft de school verantwoordelijk voor de levering daarvan middels intern onderzoek of uitbesteed aan een externe deskundige.

4.7 Rapporten Minimaal drie keer per schooljaar brengt de leerkracht verslag uit over de schoolvorderingen van uw kind(eren) door middel van: • observatie- of registratieformulieren; • een werkboekje; • rapporten

4.8 Bespreking van de vorderingen met de ouders Het 10-minutengesprek

Na elk rapport is er gelegenheid tot een gesprek waarin de vorderingen worden besproken en waar nodig verduidelijkt. Een gesprek op verzoek

Wanneer de ouders of de leerkracht een gesprek wensen, maken zij met elkaar een afspraak. Als een leerling extra begeleiding nodig heeft, informeert de leerkracht de ouders om afspraken te maken over werkwijze, tijdstippen, thuishulp en evaluatie.

4.9 Zitten blijven Een kind kan ‘blijven zitten’ of versneld doorgaan. Dit kan gebeuren op sociaal-emotionele gronden. Ook leerachterstanden kunnen een reden zijn. Als de verwachting is, dat een leerling door te ‘blijven zitten’ of versneld doorgaan het lesprogramma in de daarop volgende leerjaren beter kan volgen, wordt deze maatregel toegepast. Bovenstaande is beschreven in een protocol dat op school ter inzage ligt. 36


4.10 Weer Samen Naar School (W.S.N.S.) Weer samen naar school / passend onderwijs. Alle basisscholen in Nederland zijn aangesloten bij een samenwerkingsverband Weer samen naar school (WSNS). Ook onze school neemt aan zo’n samenwerkingverband deel. In het samenwerkingsverband Kromme Rijn werken 30 basisscholen en 2 scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) samen als het gaat om de zorg voor leerlingen. Die 32 scholen staan in de gemeenten Zeist, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. De twee SBO scholen binnen het verband zijn: De Driehoek in Wijk bij Duurstede en De Brug in Zeist. Het doel van het samenwerkingverband is vooral de kwaliteit van de zorg op de basisscholen te vergroten. Dat gebeurt onder andere door de interne begeleiders van de basisscholen regelmatig met elkaar te laten overleggen en diverse scholingsbijeenkomsten te organiseren. De basisscholen kunnen de deskundigheid van medewerkers van het speciaal basisonderwijs inroepen. Het gaat dan vaak over kinderen die belemmeringen in hun ontwikkelingen ervaren. De hulp van het samenwerkingsverband is veelal gericht op de leerkracht. De medewerker van het SBO Expertisecentrum probeert vooral de leerkracht te ondersteunen, zodat het kind de noodzakelijke ondersteuning in de eigen groep krijgt. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband de wettelijke taak ervoor te zorgen dat er een heldere procedure wordt opgesteld en wordt gevolgd als een kind aangemeld wordt voor het speciaal basisonderwijs. Nadat ouders toestemming hebben gegeven wordt door de school een onderwijskundig rapport opgesteld. Een permanente commissie leerlingenzorg (PCL) beoordeelt op basis van dat onderwijskundig rapport of een kind plaatsbaar is op een school voor SBO (Speciaal Basis Onderwijs). De uitspraak van die commissie heet: een beschikking. Bij een positieve beschikking kan het kind in het SBO geplaatst worden en ouders kunnen dan zo’n school uitzoeken. Ouders kunnen bij een negatieve beschikking in beroep gaan. Het samenwerkingsverband Kromme Rijn is ook actief als het gaat om de ontwikkelingen in de regio rond Passend Onderwijs. Het ministerie wil uiterlijk 2011 Passend Onderwijs invoeren. Dat betekent dat er in een grotere regio OBS De Werkschuit

37

samen gewerkt gaat worden om ervoor te zorgen dat er voor alle kinderen, met of zonder beperkingen/handicap een passende onderwijsplek beschikbaar komt. Met deze nieuwe wettelijke regeling wil het ministerie voorkomen dat er kinderen tussen de wal en het schip kunnen vallen. Postadres: PCL en Expertisecentrum SBO, Postbus 37, 3960 BA Wijk bij Duurstede Op de Werkschuit krijgt de zorg als volgt structuur: Extra zorg door de leerkracht

De leerkracht kan de leerling extra zorg geven door meer instructie, navragen of het is begrepen, inzet van didactische materialen en het nemen van extra pedagogische of organisatorische maatregelen. De leerkracht informeert de ouders en schakelt ze zo mogelijk in. Na evaluatie beslist men over de voortgang. Remedial teacher

De remedial teacher geeft hulp aan leerlingen met tijdelijke leerachterstanden of leerproblemen. Elke week oefent deze leerkracht een half uur met het kind in een speciale ruimte of in de groep. Dit kan individueel of in groepjes, bijvoorbeeld als meerdere leerlingen een vergelijkbaar leerprobleem hebben. Voor leerproblemen van structurele aard gelden andere afspraken. Ambulante begeleiding

Het komt voor dat extra specialistische hulp voor leerlingen moet worden ingeroepen bijvoorbeeld van een ambulante begeleider. De ambulant begeleider is in dienst van de Koninklijke Auris Groep, locatie Auris Dienstverlening Driebergen. Naast ambulante begeleiding heeft Auris Dienstverlening ook mogelijkheden voor opvoedingsondersteuning en worden er cursussen gegeven voor gezinsleden, leerlingen, leerkrachten en andere professioneel betrokkenen. Auris richt zich op leerlingen met: • auditieve beperkingen: dove en slechthorende kinderen en jongeren • ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden: kinderen en jongeren die problemen hebben met spreken en begrijpen van taal 38


• autisme spectrum stoornissen: kinderen en jongeren die moeite hebben met de taalverwerking en mede daardoor niet goed kunnen communiceren Hiervoor stelt het ministerie extra faciliteiten beschikbaar. De hulp vindt op school plaats. Tijdens de ambulante hulp gaat de aandacht uit naar: • voorbereiding van de leerstof uit de groep • herhaling / oefening van de leerstof • aanvulling op de leerstof gebruik makend van andere materialen De activiteiten vinden plaats onder eindverantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. In het uitgebreid handelingsplan staan de activiteiten beschreven die worden uitgevoerd door de groepsleerkracht, de remedial teacher, de logopediste, de fysiotherapeut, de ambulante begeleider enz. Rugzak / Leerlinggebonden financiëring

Per 1 augustus 2003 is de leerlinggebonden financiering (LGF) van kracht gegaan. De LGF is voor ouders van schoolgaande kinderen met een handicap of stoornis. Iedere school moet op zijn eigen wijze hieraan vorm geven, rekening houdend met zijn eigen specifieke omstandigheden. De LGF wordt in de volksmond ook wel ‘het Rugzakje’ genoemd. Ieder samenwerkingsverband (WSNS) is een samenwerking aangegaan met vier scholen voor speciaal onderwijs in de regio die de vier verschillende clusters vertegenwoordigen. De rugzak is bedoeld om u als ouders meer keuzevrijheid te geven tussen regulier en speciaal onderwijs voor uw kind. De extra middelen die voor een kind met een handicap of stoornis nodig zijn om onderwijs te volgen, gaan als het ware in een rugzakje mee als het naar onze school gaat. U als ouders krijgen de middelen niet zelf in handen. Die zijn bestemd voor de school. Een deel is bestemd voor de begeleiding door de speciale school. Een ander deel is bedoeld voor bijvoorbeeld de remedial teaching. Tenslotte krijgt onze school ook extra geld voor de aanschaf van extra leermiddelen of aangepast meubilair.

OBS De Werkschuit

39

LGF is bedoeld voor kinderen met een handicap of stoornis die extra voorzieningen nodig hebben om basisof voortgezet onderwijs te kunnen volgen. Het gaat om kinderen met verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicaps, om kinderen met psychische problemen of ernstige leer en/of gedragsproblemen, om kinderen met een meervoudige handicap of om langdurig zieke kinderen. Het gaat dus om kinderen die aantoonbaar zonder extra ondersteuning geen reguliere school kunnen bezoeken. Die kinderen komen in aanmerking voor LGF. Leerlingen met een handicap of stoornis zijn verdeeld over vier verschillende clusters. • Cluster 1: voor kinderen met een visuele handicap (doen niet mee met LGF) • Cluster 2: voor kinderen met een auditieve en/of communicatieve handicap • Cluster 3: voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap • Cluster 4: voor kinderen met ernstige gedragsstoornissen of psychiatrische problemen De scholen van een cluster werken regionaal samen in een Regioaal Expertise Centrum (REC). Een leerling waarvan verwacht wordt dat het in aanmerking komt voor LGF wordt aangemeld bij het REC van het cluster waarbinnen de handicap of stoornis valt. Om te beoordelen of het kind echt de voorziening nodig heeft, heeft iedere REC een onafhankelijke commissie (Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Ouders moeten bij deze commissie een verzoek indienen. Deze commissie beoordeelt op grond van landelijke criteria of een kind toelaatbaar is tot een speciale school of LGF. Beslist de commissie dat het kind niet toelaatbaar is dan gaat het naar een reguliere basisschool of naar een school voor speciaal onderwijs. U als ouder kunt, wanneer u het niet eens bent met het besluit, bij de rechter in beroep gaan. Als uw kind toelaatbaar is dan heeft u als ouder ook de keuze uit plaatsing op een reguliere basisschool of een school voor speciaal onderwijs.

40


Interne begeleider

De speciale zorg voor leerlingen wordt beschreven in een handelingsplan. De groepsleerkracht en de interne begeleider overleggen of voor een groeps- /of individueel plan wordt gekozen. De groepsleerkracht voert het plan uit, terwijl de Interne Begeleider het proces volgt en na afloop evalueert. Extern onderzoeksbureau (Eduniek) De begeleider van Eduniek helpt bij het opsporen en vaststellen van leer- en gedragsproblemen bij leerlingen. Daarnaast adviseert hij leerkrachten inzake leerlingen met leer- en gedragsproblemen en geeft informatie over de inzet van leer- en hulpmiddelen. Zorg na extern onderzoek

De leerkracht bespreekt de leerling met de interne begeleider en de externe hulpverlener. Op basis van de beschikbare gegevens verricht de externe hulpverlener een onderzoek. De onderzoeksgegevens worden besproken met de interne begeleider, de groepsleerkracht en de ouders. Daarna stellen de leerkracht en de interne begeleider samen een handelingsplan op. De leerkracht voert het handelingsplan uit, eventueel gesteund door de remedial teacher, de ouders, de logopediste en/of de ambulante begeleider van het Speciaal Onderwijs. Na evaluatie beslist men over de voortgang. Speciaal Onderwijs

Alle basisscholen van Wijk bij Duurstede vormen met de speciale basisschool ‘De Driehoek’ een samenwerkingsverband. De interne begeleiders van de Werkschuit en de Driehoek wisselen informatie uit en bespreken begeleidingsmogelijkheden. Als een leerling binnen onze school niet verder verantwoord begeleid kan worden, wordt hij aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg voor plaatsing in het Speciaal Onderwijs. Kinderen met een beperking

De school moet een afspiegeling zijn van de maatschappij. Elke ouder heeft het recht zijn/haar kind naar school te laten gaan in zijn/haar eigen omgeving met de kinderen uit de buurt, ongeacht sekse, sociaal culturele achtergrond, intellectuele vermogens en ongeacht lichamelijke of zintuiglijke OBS De Werkschuit

41

beperkingen. Meedoen op basis van gelijkwaardigheid. Samen naar school om te leren van en met elkaar. Alleen op deze manier kan respect voor elkaar opgebouwd worden en kan men op latere leeftijd samen in de maatschappij functioneren. Het onderwijs past zich zoveel mogelijk aan de leerling aan. Welbevinden van àlle leerlingen is het vertrekpunt. Voorwaarde voor plaatsing is garantie van veiligheid voor alle leerlingen en onderwijs(-ondersteunend) personeel en de mogelijkheden tot het bieden van passend onderwijs. De leerling moet sociaal integreerbaar zijn en communicatiemogelijkheden bezitten. Via integratie naar inclusie waar het mogelijk is (mogelijkheden liggen op cognitief en sociaal-emotioneel niveau van het kind en de integratiegroep.) Expertise (in en van buiten de school): • Leerkracht(en) en klassenassistent(en) • Intern begeleider school • Ambulant begeleider(s) ReaCtys, Auris • Zorginstelling Reinearde • Vanuit zorgbudget ouders: Thuisbegeleiding, muziektherapeut, ergotherapeut, logopedist, fysiotherapeut, enz.

4.11 Jeugdgezondheidszorg Elk kind maakt een grote lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. Tijdens dit groeiproces wil de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD graag samen met de leerkrachten de gezondheid, de groei en de ontwikkeling begeleiden. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft gekozen voor de modules A en B. In groep 2 van de basisschool wordt u samen met uw kind uitgenodigd door de jeugdarts (schoolarts) en in groep 6 door de jeugdverpleegkundige. Tijdens dit onderzoek bekijken zij de groei van uw kind, bespreken met u de psychosociale aspecten van de ontwikkeling en testen zo nodig het gezichtsvermogen en het gehoor. De GGD vindt het wenselijk dat screening van kinderen in verband met mogelijke logopedische interventie eerder dan gebruikelijk wordt uitgevoerd. Dit betekent dat in het voorjaar de oudste kinderen van groep 1 gescreend zullen worden. In het najaar worden de kinderen van groep 2 gescreend, die nog niet gescreend zijn in groep 1. 42


Ook als uw kind niet in groep 2 of groep 6 zit, kunt u contact opnemen met de GGD. Bijvoorbeeld als u vragen heeft over inentingen, de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind. U kunt de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en de logopedist hiervoor bellen op telefoonnummer 0318-514000.

4.12 De overgang naar het voortgezet onderwijs (vervolgonderwijs) De CITO entreetoets

De leerlingen van groep 5, 6 en 7 nemen in de maand juni deel aan de CITO entreetoets. Deze toets is een moment opname en de resultaten zijn een leidraad voor het onderwijsprogramma voor de leerlingen van groep 6, 7 en 8. De CITO eindtoets

In de maand februari wordt de leerlingen van groep 8 een toets afgenomen om te komen tot een onafhankelijk advies bij het kiezen van een geschikte school voor het voortgezet onderwijs. De groepsleerkracht neemt de toets af die drie ochtenden in beslag neemt. De toets bestaat uit drie delen: • taal • rekenen • informatieverwerking De resultaten van de toets worden aangevuld met de schoolvorderingen, die worden aangeleverd door de groepsleerkracht. Van belang zijn: werkhouding, concentratie, inzet, doorzettingsvermogen, geheugen, verzorging schriftelijk werk, enz. De uitkomst van de toets en de gegevens van de groepsleerkracht worden besproken met de ouders, waarna men tot een advies komt over geschikt vervolgonderwijs. Schoolkeuzegesprek

De leerkracht van groep 8 voert in november een ‘schoolkeuzegesprek’ met de ouders. De resultaten van de entreetoets, een proeftoets en de schoolvorderingen van de afgelopen jaren worden besproken en er volgt een mondeling advies over welk schooltype goed aansluit bij het betreffende kind. Zo kunnen de ouders een verantwoorde keuze maken. De uitslag van de CITO eindtoets bevestigt het mondelinge schoolkeuzeadvies of is aanleiding tot het voeren van een tweede gesprek. OBS De Werkschuit

43

Scholenmarkt

De scholen uit de regio presenteren zich op een scholenmarkt in november. Alle ouders en leerlingen van de groepen 7 en 8 krijgen hiervoor een uitnodiging. Kennismaking Voortgezet Onderwijs

Groep 8 bezoekt onder begeleiding van de leerkracht de open dagen van drie scholen voor het Voortgezet Onderwijs. Dit zijn: Schoonoord, vestiging Doorn, het Revius, vestiging Wijk bij Duurstede en Scholengemeenschap Maarsbergen. De bezoeken vinden meestal in november plaats. Open dagen

In februari organiseren alle scholen van het Voortgezet Onderwijs Open Dagen, waarop ouders met hun kinderen de school kunnen bezoeken. Inschrijving Voortgezet Onderwijs

Vóór 15 maart melden de ouders hun kind(eren) aan bij de school van hun keuze. Het aanmeldingsformulier ontvangen zij via onze school, die voor verzending zorgdraagt. Nazorg

Tijdens de gehele brugklasperiode onderhoudt de leerkracht van groep 8 contacten met de brugklascoördinatoren van de diverse scholen voor het Voortgezet onderwijs.

4.13 Verkeersveiligheid De Brede school Noorderwaard heeft dit schooljaar het Utrechts Veiligheidslabel gekregen. De school voldoet aan enkele eisen. Hiervoor is een verkeerswerkgroep opgericht met o.a. als doel de thuis/school route en de verkeerssituatie rondom de school veiliger te maken. De leerlingen van de groepen 6,7 en 8 hebben het afgelopen schooljaar de knelpunten in hun route vastgelegd. Deze knelpunten zijn door een extern bureau geïnventariseerd. Aan de hand van deze inventarisatie wordt in samenspraak met de gemeente actie ondernomen.

44


5. DE LEERKRACHTEN 5.1 De groepsleerkrachten Joke Breugelmans Irma Logman Margreet Abrahamsen Anita van Dijk Lia van Basten Esther Koot Jaqueline Rowaan Malou Ran

Rineke Gunther Ireen Elkhuizen Corrie Drost Mandy Verheyen Katinka van den Brink Cora Vernooij Patricia van Dijk Manon Welleman

5.2 Overig Anja de Leeuw Jan Botschuyver Anita van Dijk Jan Botschuyver Hennie van Ede

Directeur Leerkracht speciale taken Intern begeleider Remedial teacher, ICT Conciërge

5.3 Vervanging van leerkrachten De directeur regelt de vervanging van leerkrachten bij afwezigheid wegens ziekte en buitengewoon verlof. Als geen vervanging van de invallijst van de gemeente Wijk bij Duurstede kan worden gevonden, treedt het protocol ‘Vervanging bij ziekte’ in werking. Het protocol voorziet daarin dat kinderen de eerste en de tweede dag op school worden opgevangen. De ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht en de school ziet er op toe dat de opvang goed geregeld is. Als de afwezigheid voortduurt, kan het zijn dat uw kind de derde dag thuis opgevangen dient te worden. U wordt hierover apart geïnformeerd.

5.4 Scholing van leerkrachten Het team van de Werkschuit bekijkt elk jaar hoe de deskundigheid kan worden vergroot om het onderwijs actueel te houden. De scholing kan zowel teamgericht als individueel zijn en moet passen binnen het schoolconcept. Her-, bij- en nascholing van leerkrachten is vastgelegd in het Nascholingsbeleidsplan. OBS De Werkschuit

45

5.5 BAPO-regeling/seniorendag Leerkrachten in het basisonderwijs kunnen niet langer gebruik maken van regelingen om eerder te stoppen met werken, zoals bijvoorbeeld een VUT-regeling. Zij kunnen pas met pensioen vanaf 61 jaar, afhankelijk van de pensioenregeling, die zij zelf hebben getroffen. Om de taak van groepsleerkracht tot de pensioengerechtigde leeftijd te kunnen blijven uitoefenen is de BAPO-regeling ingesteld. Op grond van deze regeling mogen oudere leerkrachten korter werken. Vanaf de leeftijd van 52 jaar mogen zij vier uur per week korter werken en vanaf 56 jaar acht uur per week. Op de Werkschuit maken enkele leerkrachten gebruik van deze regeling Bevordering Arbeids Participatie Ouderen.

5.6 Klassenassistent/Onderwijsassistent Regelmatig wordt door scholen voor beroepsonderwijs gevraagd of leerlingen op onze basisschool kunnen worden geplaatst om werkervaring op te doen. Onze school werkt zo veel mogelijk mee aan plaatsing van deze studenten in één der bouwen of groepen.

5.7 Studenten van de Pedagogische Academie Basisonderwijs (PABO) Sinds augustus 1983 is De Werkschuit begeleidingsschool voor het Theo Thijssencollege, afdeling Pedagogische Academie Basisonderwijs (PABO) te Utrecht. In overleg met het team wordt jaarlijks vastgesteld hoeveel studenten kunnen worden geplaatst voor stagebegeleiding. Sinds enkele jaren wordt ook aan aankomende leraren de mogelijkheid geboden op onze school praktijkervaring op te doen. Deze Leraren In Opleiding (LIO) zijn bevoegd tot lesgeven en worden begeleid door een mentor uit ons team. Zij lopen eerst stage in een vaste groep en nemen daarna het lesgeven en alles wat daarmee samenhangt over. De eindverantwoording berust bij de mentor en de schoolleiding. Op verzoek en in overleg kunnen ook studenten van andere opleidingen worden geplaatst.

46


6. DE OUDERS Het is belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de activiteiten van de school. De school vindt het ook belangrijk dat ouders elkaar binnen de school ontmoeten en ruimte krijgen om gezamenlijk activiteiten te ondernemen. Eén keer per maand wordt een inloop ochtend georganiseerd. Het handvaardigheidslokaal is hiervoor opnieuw ingericht. Het is een mooie, gezellige ruimte geworden. De ruimte heeft verschillende functies: • Ontmoetingsplek voor ouders • Handvaardigheidslessen voor de leerlingen • Kooklessen • Buitenschoolse opvang • Buitenschoolse activiteiten

6.1 De Ouderraad (OR) De OR bestaat uit acht ouders en twee leerkrachten. De leden van de ouderraad worden op de jaarlijkse ouderavond gekozen. De ouderraad is nauw betrokken bij het plannen, organiseren en uitvoeren van veel activiteiten waar leerlingen aan deelnemen. Enkele taken zijn: de inning en besteding van de ouderbijdrage, inzameling van oud papier, oude kleding en het beheer over het oud papiergeld, het organiseren van en assisteren bij schoolfeesten, zoals het Sinterklaasfeest, Kerstfeest, Eindfeest, enz. De OR vergadert eenmaal per maand ‘s avonds op school. Deze vergaderingen zijn openbaar. De vergaderdata worden vermeld in de ‘Scheepstelegraaf’. Het (financieel) jaarverslag van de Ouderraad verschijnt elk jaar in ‘het jaarverslag’. Tijdens de jaarlijkse ouderavond kunt u hierover vragen stellen. Ouderavond

Eenmaal per jaar vindt een ouderavond plaats, meestal in november. Deze avond wordt door de Ouderraad georganiseerd. Het (financieel) jaarverslag van de OR wordt ter goedkeuring aan de ouders voorgelegd. Het team, de OR en de MR kunnen mededelingen doen en ouders kunnen vragen stellen. Leden van de ouderraad worden op deze avond gekozen. OBS De Werkschuit

47

De OR nodigt elk jaar een spreker uit, die iets komt vertellen over een actueel of interessant thema. Ouderbijdrage

Van iedere ouder wordt voor ieder kind een jaarlijkse ouderbijdrage gevraagd, n.l. voor de kinderen van de groepen 1 en 2 € 40,- en voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8 € 50,- Het is een vrijwillige bijdrage, ouders zijn niet verplicht de bijdrage te betalen. Voor het schoolreisje wordt wel een verplichte bijdrage gevraagd. Het geld wordt gebruikt voor activiteiten, zoals schoolreisjes, Sinterklaasfeest, Kerstfeest en de rolschaatswedstrijd. Op de jaarlijkse ouderavond wordt de ouderbijdrage vastgesteld. Het bedrag kan overgemaakt worden op rekeningnummer 317242 t.a.v. de ouderraad basisschool de Werkschuit.

48


Scholieren ongevallenverzekering

Elk jaar sluit de ouderraad een scholierenongevallenverzekering af. Deze verzekering geldt voor alle kinderen gedurende de schooltijden en een uur daarvoor en daarna en voorziet in een aantal uitkeringen.

6.2 De Medezeggenschapsraad (MR) De MR bestaat uit zes leden: drie ouders en drie leerkrachten. De directeur is adviserend lid. De MR heeft instemmingsrecht en adviesrecht. Taken van de Medezeggenschapsraad zijn: o.a. belangenbehartiging van de school en haar leerlingen, bevorderen van openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school, deelname aan de gemeenschappelijke MR in de gemeente. Het reglement van de raad ligt ter inzage op school. De vergaderingen zijn openbaar en worden ‘s avonds op school gehouden. De data worden vermeld in de ‘Scheepstelegraaf’.

6.3 Hulpouders Veel ouders helpen bij allerlei activiteiten op school. Enkele voorbeelden zijn: assisteren bij de lessen handvaardigheid, koken en bakken met groepjes kinderen, inzamelen van oud papier, binnentuin, computers, assisteren bij activiteiten die worden georganiseerd door de Ouderraad. Hulpouders zijn voor de school onmisbaar. Voor de ouders zelf is het heel leuk om hun kind eens in de schoolsituatie mee te maken en het bevordert het onderlinge contact en betrokkenheid. Door de inzet van hulpouders kunnen meer activiteiten worden gerealiseerd die de kwaliteit van het onderwijs en de sfeer binnen de school verbeteren.

6.4 Voorlichting aan ouders Informatieavond

Aan het begin van het schooljaar vindt in iedere groep een informatieavond plaats. Op deze avond geeft de groepsleerkracht uitleg over de leerstof, die dat schooljaar wordt behandeld en de dagelijkse gang van zaken in de groep en in de school.

OBS De Werkschuit

49

Huisbezoek

Als een kind nieuw in groep 1 op school komt, vindt meestal een kennismakingsbezoek plaats. In groep 3 maakt de leerkracht de keuze welke kinderen in aanmerking komen voor een huisbezoek. Vanaf groep 4 kunnen ouders, die behoefte hebben aan een huisbezoek, rechtstreeks een afspraak maken met de desbetreffende leerkracht. Tevens kan de leerkracht een afspraak maken voor een huisbezoek als daar redenen voor zijn. Spreekuren

Ouders kunnen een kwartier voor en een kwartier na schooltijd op school terecht om iets te melden of te vragen. Indien nodig, kunnen zij ook een afspraak met de leerkracht maken voor een uitgebreid gesprek. De directeur is op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag op school en is op die dagen van 8.30 uur - 9.30 uur bereikbaar voor vragen van ouders of voor het maken van een afspraak. Scheepstelegraaf / Driemaster

De Scheepstelegraaf verschijnt 10 keer en bevat actuele berichten over de verschillende groepen. Op de achterkant staat een kalender met activiteiten en mededelingen. De redactie bestaat uit vertegenwoordigers van het team. In de Driemaster vindt u zaken over het onderwijs op de Werkschuit en het (financieel) jaarverslag van de ouderraad. De eindredactie bestaat uit een leerkracht. Schoolgids

De schoolgids bevat relevante informatie over de school voor (nieuwe) ouders en andere belangstellenden.

50


7. ONTWIKKELINGEN BINNEN HET ONDERWIJS Het onderwijs is constant in beweging. Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen en er vinden regelmatig wijzigingen plaats. De laatste jaren heeft de Werkschuit zich ingezet om het leesonderwijs te verbeteren. Van groep 1 t/m 8 wordt structureel aandacht gegeven aan dit proces. De resultaten zijn aanzienlijk verbeterd! We streven naar een beheersingsniveau van AVI 9 in groep 6. De komende drie jaar gaan we ons richten op ons rekenonderwijs. We doen mee met het rekenverbetertraject, waarvoor het ministerie van onderwijs subsidie heeft verstrekt. Met behulp van onze begeleidingsdienst De Eduniek willen we het rekenonderwijs verbeteren. We richten ons op verdere professionalisering van onze leerkrachten, zorg voor onze leerlingen en vernieuwing van de rekenmethode.

8. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 8.1 Cijfers over de doorstroom naar het Voort gezet Onderwijs Hieronder vindt u de resultaten van het schooljaar 20082009. De leerlingen gaan naar de volgende vormen van voortgezet onderwijs: VMBO basis/kaderberoeps: VMBO theoretische leerweg: VMBO/HAVO: HAVO/VWO: VWO +:

drie leerlingen zeven leerlingen vier leerlingen acht leerlingen twee leerlingen

8.2 Speciaal Onderwijs In het schooljaar 2008-2008 zijn drie leerlingen doorverwezen naar een school voor Speciaal Basisonderwijs.

OBS De Werkschuit

51

8.3 Oudertevredenheidspeiling Eerder dit jaar heeft onze school deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. De enquête geeft een duidelijk beeld van de wijze waarop de ouders onze school waarderen. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat ouders aan de school van hun kind geven is 7.5. Onze school scoort gemiddeld 7.6 (In 2006 was dat 7.2) In onderstaande tabellen kunt u de resultaten bekijken.

Pluspunten

OBS De Werkschuit

Alle scholen

1.

Huidige schooltijden

98%

91%

2.

Omgang leerkracht met de leerlingen

94%

92%

3.

Inzet en motivatie leerkracht

94%

91%

4.

Aandacht voor normen en waarden

91%

86%

5.

Duidelijkheid van de schoolregels

91%

87%

6.

Sfeer en inrichting schoolgebouw

90%

88%

7.

Vakbekwaamheid leerkracht

90%

90%

8.

Sfeer in de klas

89%

88%

9.

Rust en orde op school

89%

84%

10.

Aandacht voor rekenen

87%

79%

Verbeterpunten

OBS De Werkschuit

Alle scholen

1.

Hygiëne en netheid binnen de school

38%

34%

2.

Veiligheid op weg naar school

35%

45%

3.

Uiterlijk van het gebouw

21%

17%

4.

Informatievoorziening over de school

21%

14%

5.

Veiligheid op het plein

20%

19%

6.

Rust en orde in de klas

20%

13%

7.

Informatievoorziening over het kind

20%

16%

8.

Speelmogelijkheden op het plein

19%

29%

9.

Aandacht voor creatieve vakken

15%

13%

10.

Aandacht voor gymnastiek

15%

9%

52


9. REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 9.1 Schooltijden maandag 8.30 tot 14.30 uur dinsdag 8.30 tot 14.30 uur woensdag 8.30 tot 12.30 uur donderdag 8.30 tot 14.30 uur vrijdag 8.30 tot 14.30 uur Groepen 0,1,2A en B zijn op vrijdag vrij. Groep 3 heeft op vrijdag les tot 12.30 uur.

9.2 Continurooster De Werkschuit werkt met een continurooster. Dit betekent dat de kinderen tussen de middag niet naar huis gaan. Er wordt op school gegeten. Een schooldag heeft een ochtendpauze van 10.30 tot 10.45 uur en een lunchpauze van 12.00 tot 12.30 uur. Als de schooltijd eindigt om 12.30 uur eten de kinderen thuis. Het rooster van lesuren voorziet erin dat: • de groepen 1 t/m 8 minimaal 7520 uur per acht jaar lessen krijgen • een lesdag ten hoogste 5,5 uur bedraagt.

9.3 Schoolverzuim Als uw kind niet op school kan komen door ziekte of om een andere reden, bent u verplicht dit aan de school te melden. Dit kunt u doen door: • ‘s morgens voor 8.30 uur de school te bellen • een briefje mee te geven aan een ander kind uit uw gezin De school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim (geen melding of geen toestemming) door te geven aan de leerplichtambtenaar van de gemeente.

9.4 Vakantierooster Start schooljaar 2009-2010: 24 aug.2009 Herfstvakantie 19 okt. t /m 23 okt. 2009 Kerstvakantie 21 dec t/m 1 januari 2010 (begin Kerstvakantie op 18 dec. om 12.30 uur) Voorjaarsvakantie 22 febr. t/m 26 febr. 2010 Paasvakantie 2 april t/m 5 april 2010 OBS De Werkschuit

53

Meivakantie 30 april t/m 12 mei 2010 Hemelvaart 13 en 14 mei 2010 Pinksteren 24 mei 2010 Zomervakantie 3 juli t/m 22 aug. 2010 (begin Zomervak. op 2 juli om 12.30 uur) Studiemiddagen 2009-2010

Dinsdag 6 oktober; de leerlingen zijn vanaf 12.30 uur vrij. Woensdag 4 november: de leerlingen zijn de hele dag vrij. Donderdag 21 januari : de leerlingen zijn de hele dag vrij. Dinsdag 2 maart: de leerlingen zijn vanaf 12.30 uur vrij. Donderdag 10 juni: de leerlingen zijn de hele dag vrij. Roosterwisseling kleuters 2009-2010: De kleutergroepen zijn op maandag 30 november vrij en komen op vrijdag 4 december op school tot 12.30 uur.

9.5 Verlofregelingen Een kind is leerplichtig vanaf de eerste dag van de nieuwe maand na de vijfde verjaardag. De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar waarin de 16-jarige leeftijd wordt bereikt. Voor verlof buiten de schoolvakanties om gelden de volgende regels: Vrijstelling

Volgens de leerplichtwet kunt u om de volgende redenen vrijstelling krijgen: • voor het voldoen van wettelijke verplichtingen, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; • voor het vervullen van plichten die voortvloeien uit levensovertuiging; • bij verhuizing; • bij huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad bijvoorbeeld: ouders (eerste graad), broers, zussen of grootouders (tweede graad) en ooms, tantes, neven, nichten of over-grootouders (derde graad), achterooms, achter-neven, enz. (vierde graad); • bij overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; • bij ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; • bij bevalling van moeder/verzorgster/voogdes; 54


• bij 12½, 25-, 40-, 45-, 50-, 55- en 60-jarig ambts- of huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; • indien de werkgever de werknemer verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te nemen. De schoolleiding mag slechts eenmaal per schooljaar verlof verlenen voor zo’n vakantie en voor ten hoogste 10 dagen of twee schoolweken. Hierbij mag het niet om een tweede gezinsvakantie gaan en mag het niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Een werkgeversverklaring is hierbij vereist. Aanvragen extra verlof

Het aanvragen van extra verlof gaat als volgt: • De aanvraag moet minstens vier weken van te voren schriftelijk bij de directie worden ingediend. Een aanvraagformulier is op school verkrijgbaar. Het is raadzaam geen verplichtingen aan te gaan voordat toestemming is verkregen. • Gaat het om extra verlof voor tien schooldagen of minder, dan handelt de directie van de school de aanvraag af. • Aanvragen voor extra verlof voor meer dan tien schooldagen behandelt de leerplichtambtenaar van de gemeente. De school adviseert hierbij. • Wanneer u in verband met uw werk geen vakantie kunt krijgen tijdens de schoolvakanties, moet u een werkgeversverklaring bij het aanvraagformulier voegen. • U krijgt zo spoedig mogelijk schriftelijk bericht. Beroep

Bent u het niet eens met de beslissing van de directie of de leerplichtambtenaar, dan kunt u in beroep gaan. U dient in dat geval opnieuw een verzoek in waarbij u aangeeft: • waarom u extra verlof aanvraagt buiten de vastgestelde vakantieperiode; • om welke reden u niet akkoord gaat met de beslissing; • dat u een ‘voor beroep vatbare beslissing’ vraagt, dat wil zeggen dat u vraagt of de directie opnieuw een gemotiveerde beslissing wil nemen. De directie buigt zich opnieuw over de aanvraag en u kunt uw verzoek mondeling toelichten. Daarna krijgt u opnieuw schriftelijk bericht. Als u het dan nog niet eens bent met de beslissing kunt u in beroep gaan bij de Raad van State. OBS De Werkschuit

55

56


10. NAMEN EN ADRESSEN Adressenboekje

Aan het begin van elk schooljaar ontvangen de ouders een adressenboekje waarin alle adressen van leerkrachten en leerlingen zijn opgenomen.

10.1 Openbare Basisschool De Werkschuit Notengaard 17/19 3962 JD Wijk bij Duurstede. Postadres: Postbus 144, 3960 BC tel. 0343-592016 Web-site: www.obsdewerkschuit.nl Email: [email protected]

10.2 Directeur Anja de Leeuw tel. 0343- 578543 Email: [email protected]

10.3 Teamleden van de Werkschuit Ireen Elkhuizen [email protected] Rineke Gunther [email protected] Corrie Drost [email protected] Joke Breugelmans [email protected] Jan Botschuyver [email protected] Margreet Abrahamsen [email protected] Mandy Verheyen [email protected] Irma Logman [email protected] Gerrit LarinK [email protected] Anita van Dijk [email protected] Patricia van Dijk [email protected] Lia van Basten [email protected] Esther Koot [email protected] Katinka van den Brink [email protected] Malou Ran [email protected] Jacqueline Rowaan [email protected] Cora Vernooij [email protected] Hennie van Ede [email protected] Manon Welleman [email protected] OBS De Werkschuit

57

10.4 Schoolbestuur Bestuurscommissie Openbaar onderwijs Postbus 97, 3960 BB Wijk bij Duurstede Algemeen directeur: René van Ommeren, tel: 592968

10.5 Voorzitter Medezeggenschapsraad Annelies du Pree Tel:06-12928989 Email: [email protected]

10.6 Externe instanties Rijksinspecteur

Dhr. Drs. P.J. Baak, Rijksinspectie Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730, 3500 GS Utrecht tel. 030-6665704 fax.030-6622091 Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs

Tel. 0900-1113111 Voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld. Educatief Dienstverlening Instituut (Eduniek) Midden Nederland

Postbus 25, 3738 ZL Maartensdijk Tolakkerweg 153, 3738 JL Maartensdijk Externe vertrouwenspersoon: Bart Hogenelst Schoolbegeleider is: René Quast Tel.0346-219777 Fax.0346-219770 E-mail:[email protected] / website: www.edi.nl Auditief Communicatief Centrum voor Dienstverlening Midden-Nederland

Hoofdstraat 78, 3972 LB Driebergen Tel. 0343-513320 Fax.0343-452366 E-mail:[email protected]

58


Schoolarts - G.G.D. Midden-Nederland

Afdeling Jeugdgezondheidszorg Postbus 881, 3900 AW Veenendaal tel. 0318-514000 Web-site: www.ggdmn.nl Jeugdarts: de heer R. Hofs Jeugdverpleegkundige: Mevr. O. Damen Assistente: mevr. R. Wassen Logopediste: Jolanda de Groot Telefonisch spreekuur logopediste: elke woensdag van 15.00 – 16.30 uur op telefoonnummer 030-6086086. Bureau Jeugdzorg Utrecht

Regiokantoor Veenendaal en omstreken. ‘De Rozenbottel’ Laan der Techniek 22, 3903 AT Veenendaal tel. 0318-559400 (ma., di. en do. tussen 12.00 uur en 17.00 uur) fax.0318-559402 Stichting Kinderopvang Wijk bij Duurstede

Postbus 195, 3960 BD Wijk bij Duurstede tel. 0343-576997 Brede School Noorderwaard

Leidsters peuterspeelzaal Kitty Brouwer Notengaard 17-19, 3962 JD Wijk bij Duurstede tel.0343-593200 Pedagogenpraktijk ‘Kromme Rijn’

Drs. M.M. van den Berg Postbus 271, 3960 BG Wijk bij Duurstede tel. 0343-597447 fax.0343-597010

OBS De Werkschuit

59

Logopedisten

J.M. van Olphen- van Mervennée ’t Sant 12, 3962 TB Wijk bij Duurstede. tel. 0343-591174 M.Metz- Bronkhorst Vesting 47 3961 LN Wijk bij Duurstede tel. 0343-571689 Bureau Halt Vallei / Heuvelrug

Gemeente Ede. Postbus 9022, 6710 HK Ede. Tel. 0318-680744 Fax.0318-680748 e-mail: [email protected] De schoolgids wordt aan het begin van het schooljaar aan de ouder(s) en verzorger(s) van de leerlingen uitgereikt alsmede bij inschrijving van nieuwe leerlingen.

60


natuur

spelen

Notengaard 17-19 3962 JD Wijk bij Duurstede tel 0343 - 59 20 16 [email protected] www.obsdewerkschuit.nl

leren doen samen Schoolgids

Recommend Documents