Copyright Plantyn
Zorgwerkwijzer 5
Plantyn
Copyright Plantyn Doelstellingen Na het verwerken van deze Zorgwerkwijzer ken/kun je:
I – – – – – – – – – – – – – – – – –
II – – – – – – – – – – – –
Het endocrien stelsel de delen van het endocrien stelsel benoemen en aanduiden op een schets de werking van het endocrien stelsel toelichten verduidelijken hoe men zorg draagt voor het endocrien stelsel schriftelijke informatie m.b.t. een aandoening verwerken die aandoening plaatsen binnen het verouderingsproces van de zorgvrager het zorgend handelen omschrijven het voedingspatroon toelichten voor de zorgvrager met diabetes het belang toelichten van gezondheid bevorderend handelen en preventie door de zorgvrager vanuit een casus de problematiek van de zorgvrager schetsen observatiepunten formuleren eigen aan de problematiek van de zorgvrager kwaliteitsvolle zorg benoemen in functie van de behoeften van de zorgvrager de taak die de zorgkundige vervult bij het nemen van medicatie door de zorgvrager de communicatieve vaardigheden van een zorgkundige inoefenen aan de hand van casussen vanuit een mensvisie gepast reageren op gevoelens en emoties die aanwezig zijn bij de zorgvrager het takenpakket van een zorgkundige in een casus methodisch organiseren een noodsituatie observeren en inschatten of er medische of ander hulp nodig is De taak van de verzorgende/zorgkundige en begeleider in de kinderopvang toelichten Het hart- en bloedvatenstelsel de delen van het hart- en vaatstelsel benoemen en aanduiden op een schets de werking van het hart- en vaatstelsel toelichten verduidelijken hoe men zorg draagt voor het hart- en vaatstelsel schriftelijke informatie m.b.t. een aandoening verwerken die aandoening plaatsen binnen het verouderingsproces van de zorgvrager het belang toelichten van gezondheidsbevorderend handelen en preventie door de zorgvrager het zorgend handelen omschrijven vanuit een casus de problematiek van de zorgvrager schetsen vanuit een zorgdossier observatiepunten formuleren eigen aan de problematiek van de zorgvrager kwaliteitsvolle zorg benoemen in functie van de behoeften van de zorgvrager de gezondheidsdoelstellingen benoemen en linken aan de besproken problematiek de gebruikte begrippen in de tekst over de gezondheidsdoelstellingen verduidelijken
5
Copyright Plantyn – door het uitwerken van een project mee participeren in de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid – met behulp van een ICF-schema het actieplan van de gezondheidsdoelstelling rond voeding en beweging plaatsen binnen het menselijk functioneren – gericht observeren, opnemen van parameters, ze registreren en erover rapporteren – uitspraken vanuit de zelfbeleving van de zorgvrager toelichten – het takenpakket in functie van het belevingsgericht handelen aanpassen – het takenpakket van een zorgkundige in een casus methodisch organiseren – een noodsituatie observeren en gepast reageren III – – – – – – – – – – – – – – –
6
Het ademhalingsstelsel de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en aanduiden op een schets de werking van het ademhalingsstelsel toelichten verduidelijken hoe men zorg draagt voor het ademhalingsstelsel schriftelijke informatie m.b.t. een aandoening verwerken die aandoening plaatsen binnen het verouderingsproces van de zorgvrager het belang toelichten van gezondheidsbevorderend handelen en preventie door de zorgvrager het zorgend handelen omschrijven vanuit een casus de problematiek van de zorgvrager schetsen vanuit een zorgdossier observatiepunten formuleren eigen aan de problematiek van de zorgvrager kwaliteitsvolle zorg benoemen in functie van de behoeften van de zorgvrager de gezondheidsdoelstellingen benoemen en linken aan de besproken problematiek de interactie tussen het fysieke, psychische en sociaal-emotionele proces verduidelijken en toelichten het belevingsgericht handelen bij het zorg dragen voor het menselijk functioneren toelichten aan de hand van casussen vanuit een concrete situatie schriftelijke informatie opzoeken en die aanwenden bij de zorg een noodsituatie observeren en gepast reageren
Copyright Plantyn 1 Toets je kennis: anatomie en fysiologie van het endocriene stelsel Hoe werkt het endocriene stelsel? Los het kruiswoordraadsel op. 8 5
9 12
1 11 10
13
3 2
7
6
4
Horizontaal: 1 Het is een endocriene klier die enkel voorkomt bij mannen. 2 Het is een endocriene klier die o.a. insuline produceert. 4 Het zijn endocriene klieren die enkel voorkomen bij vrouwen. 5 Geef een andere benaming voor pijnappelklier. 6 Het is een endocriene klier gelegen nabij de luchtpijp, net onder het strottenhoofd. 7 Geef een andere benaming voor thymus. 10 Dit is het hormoon dat de alvleesklier aanmaakt om het bloedsuikergehalte te verlagen. Verticaal: 3 Het zijn endocriene klieren gelegen nabij de nieren. 8 Het is een endocriene klier gelegen in de hersenen die de werking van de andere klieren regelt.
7
Copyright Plantyn 9 Het zenuwstelsel werkt door middel van signalen; het endocriene stelsel werkt door middel van stoffen en die noemen we ... 11 Dit is het hormoon dat de alvleesklier aanmaakt om het bloedsuikergehalte te verhogen. 12 Als een orgaan een stof produceert die rechtstreeks aan het bloed wordt afgegeven, dan spreken we van een ... klierwerking. 13 Als een orgaan een stof produceert die rechtstreeks in de dunne darm wordt gebracht, dan spreken we van een ... klierwerking. Als je weet hoe het stelsel is gebouwd en werkt, dan kun je ook mogelijke problemen benoemen. Misschien ken je er al vanuit je eigen leefwereld?
Problemen met het endocriene stelsel. .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Noem enkele aandachtspunten bij de zorg voor het endocriene stelsel die gericht zijn op het voorkomen van problemen. Zo zorg ik voor het goed functioneren van mijn endocrien stelsel: .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
8
Copyright Plantyn 2 Ontwikkel je competentie: zorg en ondersteuning bieden bij problemen met en aandoeningen van het endocriene stelsel 2.1 Verkenning van de problemen
2.1.1 Diabetes mellitus Ga naar de website www.diabetes.be en zoek daar het antwoord op de volgende vragen. a Wat is diabetes mellitus? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
Als men spreekt over diabetes heeft men het steeds over de diabetes mellitus. Er zijn echter ook nog andere vormen van diabetes. b Hoe wordt de diagnose van diabetes mellitus gesteld? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
c Welke drie types van diabetes mellitus komen het meest voor? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
d Wat kenmerkt type 1-diabetes? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
9
Copyright Plantyn e Wat is kenmerkt type 2-diabetes? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
f Wat is de oorzaak van zwangerschapsdiabetes? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
g Heeft een zwangerschapsdiabetes ook gevolgen voor de gezondheid van de vrouw op latere leeftijd? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
h Welke zijn de risicofactoren om type 2-diabetes te krijgen? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
i
Welke zijn de acute verwikkelingen bij diabetes? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
j
Wat is hypoglycemie? .............................................................................................................................. .................................
k Wat is hyperglycemie? .............................................................................................................................. .................................
10
Copyright Plantyn l
De symptomen van hypoglycemie en hyperglycemie staan door elkaar. Schrijf jij ze in de juiste kolom? Je kunt kiezen uit: troebel zicht / veel drinken - dorstgevoel / veel plassen / concentratiestoornissen / hoofdpijn / droge tong of plakkerige mond / je niet lekker voelen / duizeligheid / slecht humeur / agressie / verlies van eetlust, misselijkheid en buikpijn / bewusteloosheid / vermoeidheid en slaperigheid / vermageren/ acetongeur in urine en ademhaling / zweten Je kunt ook het naslagwerk ‘Observeren en herkennen van aandoeningen’ gebruiken om je hierbij te helpen. Hypoglycemie
Hyperglycemie
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
................................... ........................................
.................................................................... . . . . . . .
m Hoe ontstaat hypoglycemie? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
11
Copyright Plantyn n Hoe ontstaat hyperglycemie? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
o Voedingsadvies bij diabetes type 1 en type 2. Vul de ontbrekende woorden in. Type 1-diabetes Het voedingsadvies voor mensen met type 1-diabetes, die steeds met ...................................................................
behandeld worden, bestaat naast een
...............................................................................................
de
uit een goede spreiding van
...............................................................................................
. Kennis van voedingsmid-
delen die koolhydraten bevatten, is essentieel om een juist evenwicht te verkrijgen tussen .....................................
................ ............................................................................... .........................
. Soms moet vaker op een dag gegeten worden (hoofd-
en tussenmaaltijden), soms juist niet, afhankelijk van de soort ........................... ........................................
12
.
Copyright Plantyn Type 2-diabetes Gaat veelal gepaard met matig
...................................................................
...............................................................................................
een weinig
.............................................................................
. Hier is een
uiterst belangrijk. Door
kunnen de weefsels weer
gevoeliger worden voor de nog aanwezige insuline in het lichaam. Veel mensen met type 2-diabetes zijn naast op .......................................................... . . . . . . . . . . . ..............................
..................
ook aangewezen op het gebruik van ...................................... . . . . . . . . . . .
en/of ........................................................... . Een evenwicht tussen ........ . . . . . . . . . . .
.......................................................................................................
is dan ook zeer belangrijk.
p Welke voedingsmiddelen bevatten koolhydraten? Voedingsmiddel
Ja
Nee
Spaghetti Appel Koffie Peer Biefstuk Brood Prei Noten Yoghurt Melk Puree Zalm Bouillon Macaroni Margarine Eieren Rijst Kip Cola light
13
Copyright Plantyn 2.1.2 Diabetes bij de jongere zorgvrager Ga naar www.maguza.be. > Klik in de horizontale balk op ‘dossiers’. > Ga naar de 2de pagina en klik daar op ‘pediatrie – very important patients’. > Klik dan in de rechter verticale kolom op ‘opgroeien met diabetes’. Beantwoord onderstaande vragen: 1 Welk type diabetes komt het meest voor bij kinderen? Omcirkel het juiste antwoord. – diabetes type 1 – diabetes type 2 2 Bij diabetes type 1 maakt de pancreas meestal ... Omcirkel het juiste antwoord. – insuline aan, maar van een slechte kwaliteit. – geen insuline meer aan. 3 Waarom worden kinderen meestal, na het stellen van de diagnose, een week opgenomen in het ziekenhuis? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
4 Op welke manier krijgen jonge kinderen met diabetes meestal hun insuline toegediend? .............................................................................................................................. .................................
5 Op welke symptomen moet je letten om te weten of je kind mogelijk diabetes heeft? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
14
Copyright Plantyn 2.1.3 Overzicht van de gezondheidsproblemen veroorzaakt door diabetes Opdracht A Ga naar www.cm.be. > Klik bovenaan in de horizontale balk op ‘ziekte en behandeling’. > Ga vervolgens naar ‘klachten en ziekten, alfabetisch overzicht’. Klik daar op ‘diabetes’. a Jaren nadat suikerziekte is begonnen, kunnen er ernstige complicaties ontstaan. Welke? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
b Hoe kun je verzweringen aan de voeten vermijden? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
Opdracht B
Beeld: © Johan Van Bever Bron: Het Nieuwsblad, 25 oktober 2013
15
Copyright Plantyn Oriënteren en voorbereiden Oriënterend lezen Bekijk de uiterlijke tekstkenmerken: titel, tussentitels, illustraties, opbouw, lettertype en vormgeving. Wie is er aan het woord? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Welk beroep oefenen ze uit? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Over welke ziekte gaat dit artikel? .............................................................................................................................. ........................................
Wat weet jij al over deze aandoening? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Wat is de bedoeling van het artikel? Kun je dit ook uitleggen? O De lezers informeren. O De lezers overtuigen om iets te doen. O De lezers aan het lachen brengen. O De lezers ontspannen. O De lezers ontroeren en emotioneren. Uitleg: .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Is deze tekst betrouwbaar? ja/neen Kun je deze tekst gebruiken bij het lesthema? ja/neen
16
Copyright Plantyn Uitvoeren Zoekend lezen Hoeveel procent van de bevolking in ons land heeft diabetes? O 5% O 8% O 10 % Waarom is het beter dat men diabetes vroegtijdig kan opsporen? O Je kunt vroeger starten met de behandeling. O Je kunt blijven sporten. O Je voorkomt ernstige gevolgen. O Je kunt blijven eten wat je wilt. Wat zijn de gevolgen van onvoldoende behandeling van diabetes? O verhoogde bloedsuikerspiegel, waardoor aantasting van de bloedvaten O nierlijden O misselijkheid O tintelingen O impotentie O apathie Wat kun je doen om de ziekte uit te stellen of te voorkomen? O naar de dokter gaan O er een gezonde levensstijl op na houden
Kritisch lezen Geeft het artikel alleen feiten of wordt er ook een eigen mening verwoord? Leg uit. ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Evaluatie van de tekst Is de tekst geloofwaardig? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
17
Copyright Plantyn Is het doel van de auteur bereikt? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Is er informatie die ontbreekt in dit artikel? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Ben je het eens met de boodschap in dit artikel? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Reflecteren Heb je de tekst begrepen? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Heb je gewerkt met de aangegeven leesstrategie? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Wat zou je de volgende keer anders aanpakken? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
18
Copyright Plantyn Opdracht C Hoeveel weet ik al over diabetes? Los het kruiswoordraadsel op. 11
14
1
2
3
12
4 13 5
10 6
7
8
9
HORIZONTAAL 1 Dit stelsel werkt door middel van signalen, werkt snel en werkt gericht op één plaats. 2 Dit is een complicatie van diabetes die na enkele jaren kan ontstaan. 3 Als je dit hormoon te veel inneemt, kun je hypoglycemie krijgen. 4 Geef een andere benaming voor zwezerik. 5 Dit is een chemische stof, die een zeer specifieke uitwerking op de organen en weefsels van het lichaam uitoefent. 6 Dit is een van de risicofactoren voor het krijgen van type 2-diabetes. 7 Geef een andere benaming voor eierstokken. 8 Dit is een chronische aandoening waarbij het lichaam onvoldoende insuline produceert of het lichaam ongevoelig is voor het effect van insuline. 9 Dit is een van de acute verwikkelingen van diabetes. VERTICAAL 10 Geef een andere benaming voor teelballen. 11 Dit is een van de meest voorkomende vormen van diabetes. 12 Dit betekent dat je een te hoog bloedsuikergehalte hebt. 13 Dit is een symptoom van hypoglycemie. 14 Dit is een symptoom van hyperglycemie. 19
Copyright Plantyn 2.2 Kwaltiteitsbewust handelen
2.2.1 Directe zorg bieden: voetbad Mariette is 82 jaar. Ze is al twintig jaar diabetespatiënt. Deze namiddag geef je haar een voetbadje. Bij het wassen van de voeten merk je een klein wondje op ter hoogte van de buitenkant van de nagel van de grote teen aan de rechtervoet. Je spreekt Mariette hierover aan. Ze vertelt je dat ze het zelfs niet wist, want ze heeft er geen hinder of pijn van. Ze had zich vanmorgen wel gestoten met die voet aan de tafelpoot toen ze in haar zetel wou gaan zitten. Je merkt ook op dat haar teennagels vrij lang zijn en dat er op de rechterhiel veel eelt is en een eeltkloof. A
Welke aandoening/ziekte/letsel heeft de zorgvrager? .............................................................................................................................. ........................................
B
Welke problemen veroorzaakt de diabetes ter hoogte van de voet? > slechte doorbloeding door verstopping van de haarvaatjes; > gevoelsvermindering door aantasting van de zenuwuiteinden.
C
Welke gevolgen hebben deze problemen voor de voet van de zorgvrager? > Er ontstaan oppervlakkige wondjes. > De zorgvrager merkt de wondjes niet op.
D
Welke opdracht heb je? .............................................................................................................................. ........................................
E
Wat observeer je aan de voeten tijdens het voetbad? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
20
Copyright Plantyn F
Hoe kun je zorgend handelen bij deze zorgvrager? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
G
Hoe ga je observeren, interpreteren, rapporteren en registreren? > Het uitzicht, de grootte, de plaats van de wonde observeren. > De toestand van beide voeten observeren: lange nagels, eelt en kloof aan de rechterhiel. > Mogelijke oorzaken van de wonde opsporen, bijv. slijtage van de pantoffels waardoor er ruwe randen zijn, of zoals in dit verhaal, de voet stoten aan de tafelpoot. > Mondeling verslag uitbrengen aan de verpleegkundige. > Een schriftelijk verslag maken en het uitzicht van het wondje beschrijven. > Aan de dienstverantwoordelijke melden dat de pedicure moet langskomen. Oudere zorgvragers zien vaak niet zo goed meer en merken kleine zaken aan de voeten niet op. Doordat ze ook minder beweeglijk zijn, wordt het onmogelijk om de voeten zelf te controleren. Door stoornissen in het zenuwstelsel voelen ze niet zo snel een letsel.
21
Copyright Plantyn H
Gezondheidsbeleving en instandhouding bij Mariette Vraag in het woonzorgcentrum enkele bijsluiters EN verpakkingen van medicatie die gebruikt worden bij zorgvragers met diabetes type II. Bekijk de verpakking aandachtig en beantwoord volgende vragen: > Noteer de merknaam van het product:
...........................................................................
> Wie is de producent van dit geneesmiddel?
................................................................
> Wat vind je op de verpakking terug i.v.m. de toedieningswijze?
...........................
> Wat vind je op de verpakking terug i.v.m. de toedieningsvorm? > Noteer de vervaldatum van de medicatie: EXP vermeld: fabricagedatum + 5 jaar)
.................................
......................
(indien niet
> Tot welke terugbetalingscategorie behoort dit geneesmiddel? A B C Cs Cx F Lees de bijsluiter aandachtig en beantwoord volgende vragen: > Kun je de taak van de medicatie kort omschrijven? .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
> Welke toedieningsvorm is vermeld?
.................................................................................
> Zijn er specifieke adviezen bij het toedienen van de medicatie? .............................................................................................................................. .................................
> Geef enkele mogelijke bijwerkingen: .............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
Vraag na op de stageplaats: > Waar wordt de medicatie bewaard? .............................................................................................................................. .................................
> Is er een medisch voorschrift nodig voor deze medicatie? ...................................
22
> Wie zet de medicatie klaar?
..................................................................................................
> Wie deelt de medicatie uit?
..................................................................................................
Copyright Plantyn > Wie geeft de medicatie aan de zorgvrager?
...................................................... . . . . . . . . . .
> Hoe vaak en op welke tijdstippen neemt de zorgvrager deze medicatie? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
> Heeft de zorgvrager in het verleden al last gehad van nevenwerkingen als gevolg van deze medicatie? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
Zoek op via het internet: Welke taakomschrijving heeft de verzorgende/zorgkundige i.v.m. medicatie binnen het kader van KB 78 (= woonzorgcentra)? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke taakomschrijving heeft de verzorgende/zorgkundige i.v.m. medicatie binnen het kader van de zorg- en bijstandsverlening (= gezinszorg): ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
2.2.2 Agogisch handelen Je gaat een communicatieopdracht doen waarbij jij als Annelies een gesprek aangaat met Mariette over haar gezondheidstoestand en hoe zij zelf een rol kan spelen door keuzes te maken i.v.m. voeding en beweging. Jij probeert Mariette te overtuigen dat bepaalde keuzes wel degelijk een invloed hebben op haar gezondheid en dat die kunnen helpen bij het voorkómen van bepaalde problemen die kunnen ontstaan, juist omdat ze diabetes heeft. Je wijst haar er ook op dat die wondjes aan haar voet ernstiger kunnen worden en kunnen leiden tot hinder en mogelijk verminderde mobiliteit. Breng dit nadien naar voren in de klas.
23
Copyright Plantyn Mogelijke situaties 1 Mariette vertelt onwaarheden over wat ze eet. Ze durft nogal eens te veel te snoepen. Als je er een opmerking over geeft, antwoordt ze met: ‘Ik heb nog geen snoep gegeten vandaag’ of ‘Dat is van mijn kleinkinderen, ze waren hier op bezoek’. 2 Je wilt aan Mariette uitleg komen geven over gezonde voeding, maar Mariette vertelt dat ze zich niet zo goed voelt, door haar suiker, om de aandacht te trekken. 3 Jij wilt, als verzorgende, Mariette overtuigen dat ze zelf een invloed heeft op haar gezondheid. Mariette reageert hierop nogal verdedigend. 4 Jij wilt, als verzorgende, uitleg geven, maar Mariette heeft vandaag een mindere dag en is opstandig. 5 Mariette is geïnteresseerd in de informatie die ze krijgt en wil deze raad opvolgen. 6 Terwijl je de uitleg geeft over diabetes en een gezonde levensstijl, profiteert Mariette ervan om zich eens te laten verwennen. Kies vanuit het geziene communicatiekader een houding die je gaat hanteren tijdens het gesprek. houding Annelies:
............................................................................................................................
houding Mariette:
............................................................................................................................
Rollenspel Annelies: Dag Mariette, hoe gaat het met je? Mariette:
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
Annelies:
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
Mariette:
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
Annelies:
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
...............................................................................................................................................
24
Copyright Plantyn Mariette:
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
Annelies:
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
Mariette:
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
Annelies:
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
Mariette:
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
Annelies:
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
Mariette:
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
...................................................................................................................................... . . . . . . . . .
25
Copyright Plantyn Reflecteer over je eigen functioneren tijdens deze opdracht aan de hand van deze vragenlijst. Geef zelf ook nog enkele criteria. Reflectie
-
/
Verklaar waarom je ja of neen antwoordt
Ik vind het deel over zorgend handelen een duidelijke opdracht. Ik kon vlot de informatie opzoeken. Het verwerken van informatie in een gesprek ging goed. Ik vind het deel over gezondheidsinstandhouding en gezondheidsbeleving een duidelijke opdracht. Ik begreep wat er van mij verwacht werd in deze opdracht. Ik sprak de werkverdeling bij deze opdracht vlot af met mijn medeleerling. Ik vond het moeilijk om de kennis over communicatie die ik nodig had bij deze opdracht toe te passen.
Wat wil ik zeker op dezelfde manier doen bij een volgende opdracht? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Op welke manier zou ik bepaalde zaken anders aanpakken bij een volgende opdracht? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
26
Copyright Plantyn Alsmaar meer mensen lijden aan diabetes. Nu al telt België ongeveer 315 000 diabetespatiënten. Men schat dat het aantal personen met diabetes in 2025 verdubbeld zal zijn ten opzichte van het jaar 2000. Er verandert veel voor een zorgvrager als de diagnose ‘diabetes’ gegeven wordt. Elke zorgvrager verwerkt dit nieuws op zijn/haar eigen manier. Het aanpassen van levensgewoonten is geen gemakkelijke opgave en roept nogal wat emoties en gevoelens op. Vorm groepjes van drie leerlingen en bespreek met elkaar welke gevoelens mensen hebben wanneer ze de diagnose diabetes te horen krijgen. Geef daarna aan hoe je met deze gevoelens kunt omgaan rekening houdend met de verschillende mensvisies.. Gevoelens
Omgaan met deze gevoelens ......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................... . . . . . . . .
27
Copyright Plantyn .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
2.2.3 Indirecte zorg bieden Je werkt in woonzorgcentrum De Wilg. De verpleegkundige bracht je op de hoogte van de gewijzigde gezondheidstoestand van meneer Janssens: hij heeft diabetes type 2 en mag geen extra suiker gebruiken. Bij het ronddelen van de koffie in de namiddag vraagt mr. Janssens jou om een klontje suiker in zijn koffie te doen. Hoe ga je reageren? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
28
Copyright Plantyn Ken jij verschillende producten die als vervanging van suiker gebruikt kunnen worden bij de koffiebedeling? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Katrien werkt als zorgkundige in de thuiszorg. Ze werkt vandaag vier uur bij meneer en mevrouw Janssens. Dit is een bejaard echtpaar. Mevrouw Janssens heeft veertig jaar diabetes type 1. Meneer Janssens heeft sinds enige tijd diabetes type 2. Katrien kookt vandaag kervelsoep en maakt stamppot met prei, gebakken vis (bijv. kabeljauw, schelvis), en aardbeienmousse. Katrien kookt een ‘grote kookpot’ soep. Een deel vriest ze in. Verder poetst Katrien zilveren en/of koperen siervoorwerpen en wast ze de glasgordijnen. Stap 1: Informeren Voor wie zorgt Katrien? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Wat zijn haar opdrachten? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
29
Copyright Plantyn Welke eisen stelt zij aan deze opdracht? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Over hoeveel tijd beschikt ze? .............................................................................................................................. ........................................
Wat weet ze niet over de opdracht? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Hoe krijgt ze een antwoord op deze vragen? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Kan de zorgvrager meehelpen bij deze opdracht? Hoe? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Wat is er nog in voorraad? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Welke middelen heeft ze nodig? .............................................................................................................................. ........................................
De leerkracht bezorgt je een bestelbon om alles te noteren.
30
Copyright Plantyn Stap 2: Plannen De leerkracht bezorgt je een organisatieplan: hierop kun je de verschillende opdrachten plannen binnen een tijdslimiet. Recepten: Zie naslagwerk ‘Indirecte zorg’. Bijlage: Aardbeienmousse Benodigdheden: > 200 g aardbeien > 1 koffielepel citroensap > 1 ½ eetlepel zoetstof, bijv. stevia (naar eigen smaak) > 125 g magere plattekaas > 1 eiwit Werkwijze: > Spoel de aardbeien, verwijder het kroontje. > Houd twee aardbeien apart voor de versiering. > Mix de aardbeien in een blender of plet ze tot moes. > Voeg het citroensap en de zoetstof toe, meng goed. Meng de plattekaas onder dit mengsel. > Klop het eiwit stijf en schep dit voorzichtig onder de vruchtenmousse. > Verdeel de mousse in twee mooie glazen en versier met de overgehouden en gehalveerde aardbeien. Dien goed gekoeld op. Tip: Je kunt de aardbeien door frambozen, aalbessen of braambessen vervangen.
Stap 3: Uitvoeren Voer alle taken uit zoals voorzien in de planning.
Stap 4: Evalueren en bijsturen De leerkracht bezorgt je een evaluatiedocument. Budgetvriendelijk koken Bereken de kostprijs van de maaltijden die Katrien kookt voor meneer en mevrouw Janssens.
31
Copyright Plantyn Prijs van de ingrediënten die aangekocht werden voor het menu Datum: …………… ………………………. Ingrediënt
Hoeveelheid
Prijs die werd betaald
kervelsoep
stamppot met prei en gebakken vis
aardbeienmousse
Hoeveel heeft de maaltijd voor 1 dag voor 2 personen gekost? .............................................................................................................................. ........................................
Was dit een budgetvriendelijk of minder budgetvriendelijk menu? .............................................................................................................................. ........................................
Zijn er tips waardoor deze maaltijd goedkoper zou worden? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
32
Copyright Plantyn Monique is 75 jaar en alleenstaande, ze heeft geen kinderen. Ze is diabetespatiënt type 2. Monique heeft haar rechterarm gebroken en is hierdoor enorm beperkt in haar mogelijkheden om het huishouden te doen. Ze doet een beroep op thuiszorg. Er komt drie keer in de week iemand van thuiszorg gedurende vier uur. Monique heeft ook een hondje. De zorgkundige bereidt een warme maaltijd voor twee of drie dagen. Ze houdt hierbij rekening met bewaar- en opwarmmethoden. De zorgkundige stelt een boodschappenlijst op en doet de boodschappen. Ze houdt rekening met het kleine pensioen van de zorgvrager en koopt dus economisch verantwoord. De voedingsmiddelen moeten op een juiste manier bewaard worden. Verder zorgt de zorgkundige voor het hondje, onderhoudt ze het huis en zorgt ze voor de was. Monique is ook aangewezen op hulp voor haar persoonlijke hygiëne. De dagen dat thuiszorg komt, komt er geen thuisverpleging langs.
Stap 1: Informeren Voor wie zorgt de zorgkundige? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Wat zijn haar opdrachten? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
33
Copyright Plantyn Welke eisen stelt zij aan deze opdracht? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Over hoeveel tijd beschikt ze? .............................................................................................................................. ........................................
Wat weet ze niet over de opdracht? .............................................................................................................................. ........................................
Hoe krijgt ze een antwoord op deze vragen? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Kan de zorgvrager meehelpen bij deze opdracht? Hoe? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Wat is er nog in voorraad? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Welke middelen heeft ze nodig? .............................................................................................................................. ........................................
De leerkracht bezorgt je een bestelbon om alles te noteren.
34
Copyright Plantyn Stap 2: Plannen De leerkracht bezorgt je een organisatieplan: hierop kun je de verschillende opdrachten plannen binnen een tijdslimiet van één dag. Tips > Om te voorkomen dat de zorgvrager twee of drie dagen na elkaar hetzelfde menu eet, kun je zorgen dat er een voorraadje soep in de diepvries zit, zodat de zorgvrager kan afwisselen. Daarom vries je de soep het best in eenpersoonsporties in. > Het is belangrijk dat de soep goed afgekoeld is vooraleer je ze invriest. Het mag echter niet langer dan twee uur duren vooraleer de soep in de diepvriezer of koelkast belandt, om bederf te voorkomen. Om het afkoelproces te versnellen, kun je de soep afkoelen in een koudwaterbad (koud water in gootsteen doen en kookpot hierin zetten). Ook kleinere porties koelen sneller af. > Controleer regelmatig de temperatuur van diepvries en koelkast. (Zie naslagwerk ‘Indirecte zorg’.) > Het wokgerecht kun je de eerste dag ‘opsplitsen’: dien de rijst, de gebakken kip en de groenten apart op. De restjes kun je dan mengen en in een ovenschaal bewaren, zodat de zorgvrager de dag nadien toch een iets ander gerecht voorgeschoteld krijgt. > Als er aardappelen op het menu staan, kun je als volgt te werk gaan: kook aardappelen voor twee of drie dagen. – dag 1: gekookte aardappelen (verwerk 1/3 tot puree) – dag 2: aardappelpuree (die je op dag 1 bereid hebt) – dag 3: gebakken aardappelen Recepten: Zie naslagwerk ‘Indirecte zorg’. Bijlage: Amandelkoekjes Benodigdheden: > enkele druppels amandelessence > 50 g amandelschilfers > 1 eiwit > 30 ml melk > 200 g plantaardige vetstof, bijv. minarine of margarine > 30 g stevia > 400 g zelfrijzende bloem > bakpapier Bereidingswijze > Roer de vetstof zacht. > Voeg stevia, eiwit, melk, amandelessence en 30 g amandelschilfers toe en meng goed. > Voeg de bloem toe en kneed met de hand tot een deeg. Rol een worst van het deeg. > Laat het deeg opstijven in de koelkast.
35
Copyright Plantyn > Verwarm de oven voor op 190 °C op onder- en bovenverwarming. > Snij schijfjes van het deeg van ongeveer 0,5 cm dik. > Leg de schijfjes, in verband, op de bakplaat. Voorzie ruimte zodat de koekjes kunnen uitzetten tijdens het bakken. > Bestrooi de koekjes met amandelschilfers. > Bak de koekjes gedurende ongeveer 15 min. > Haal ze onmiddellijk van de bakplaat en laat ze afkoelen op een taartrooster. Info stevia Stevia is een plant waarvan de bladeren een zoete smaak hebben. De Zuid-Amerikaanse plant werd door de indianen inwendig en uitwendig gebruikt, dus zowel als zoetstof als om huidaandoeningen te genezen. Stevia als zoetstof is 300 keer zoeter dan suiker, maar bevat weinig calorieën en is 100 % natuurlijk. De zoetstof beïnvloedt de suikerspiegel niet, waardoor ze ook geschikt is voor diabetici. Bovendien heeft de plant een positieve invloed op een hoge bloeddruk. Je kunt stevia in vele gerechten gebruiken om ze op smaak te brengen, en het remt bovendien de bacteriëngroei af. De tabletjes kun je bijvoorbeeld in je koffie of thee doen. Stevia in poedervorm is ideaal voor nagerechten en de blaadjes zelf kun je in salades of als afwerking gebruiken. Stevia mag verhit worden, maar de echt zoete smaak gaat voor een deel verloren bij verhitting boven 200°. Bij het koken met stevia moet je andere smaakmakers in de gerechten verwerken om voldoende smaak aan de bereiding te geven. Dag 2 en dag 3: De leerkracht bezorgt je een organisatieplan voor beide dagen. Noteer de werkvolgorde die de zorgkundige kan toepassen voor het uitvoeren van haar opdracht. Dit noemen we een organisatieplan.
Stap 3: Uitvoeren Voer alle taken uit zoals voorzien in de planning.
36
Copyright Plantyn Stap 4: Evalueren en bijsturen De leerkracht bezorgt je een evaluatiedocument. Budgetvriendelijk koken Bereken de kostprijs van de maaltijden die Katrien kookt voor de alleenstaande Monique. Prijs van de ingrediënten die aangekocht werden voor het menu Datum: ……………………………………. Ingrediënt
Hoeveelheid
Prijs die werd betaald
tomatensoep
wokgerecht met rijst en kip
amandelkoekje
Hoeveel heeft de maaltijd voor 1 dag voor 1 persoon gekost? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Was dit een budgetvriendelijk of minder budgetvriendelijk menu? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Zijn er tips waardoor de maaltijd goedkoper zou worden? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
37
Copyright Plantyn Opdracht C: Maaltijdzorg en productkennis Zoek de koolhydraatwaarde van volgende voedingsmiddelen op: > 100 g aardappelen ...............................................................................................................................................................
> 100 g deegwaren (witte) ...............................................................................................................................................................
> 100 g witte rijst ...............................................................................................................................................................
> 2 volkoren boterhammen (60 g) ...............................................................................................................................................................
> 2 witte boterhammen (60 g) ...............................................................................................................................................................
> 100 g witte druiven ...............................................................................................................................................................
> 1 banaan ...............................................................................................................................................................
> 1 appel ...............................................................................................................................................................
> 1 kiwi ...............................................................................................................................................................
38
Copyright Plantyn Wat zou je veranderen in het volgende dagmenu voor een diabeet type 2? Nota: De zorgvrager kreeg een lijst van de arts in samenspraak met de diëtist in verband met toegelaten en verboden voedingswaren. Menu gezonde senior Menu diabeet Ontbijt
1 boterham volkorenbrood, weinig boter
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
aardbeienconfituur .......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
tas koffie, melk, suiker
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
10-uurtje
suikerwafel, tas koffie met melk en suiker
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
Middagmaal tomatensoep, biefstuk, frieten, sla, tomaat, komkommer
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
mayonaise .......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
glaasje bier .......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
.......................................................................... . . . . . . . . .
39
Copyright Plantyn Menu gezonde senior Menu diabeet Dessert
pudding ...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
4-uurtje
banaan ...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
Avondmaal
boterhammen met salami, jonge kaas, gekookte ham
...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
2 tassen koffie, melk en suiker
...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
Voor het slapengaan
potje volle yoghurt met suiker en geplette aardbeien
...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
Specifieke voedingsmiddelen Breng een bezoek aan de supermarkt of buurtwinkel. Neem met je gsm een foto van drie verschillende producten die verkocht worden waarbij suiker als zoetstof werd vervangen door een ander product. Vraag toestemming aan de winkelbediende. Indien je mensen in je omgeving hebt die zulke producten gebruiken, kun je ook verpakkingen meebrengen naar de klas. Neem van elk product een goede foto van de gebruiksaanwijzing en productbeschrijving. Druk de foto’s af of plaats ze op een USB-stick. Maak een collage of maak een website aan (bijv. Pinterest/naam van je klas) en breng alle gevonden informatie samen aan de hand van enkele gemeenschappelijke kenmerken. Bijv. de gebruikte zoetstof, zijn het tussendoortjes, broodbeleg, desserts … of is het droge voeding, drank … Welke besluiten kun je nemen na het maken van deze opdracht?
40
Copyright Plantyn > Vond je deze producten gemakkelijk terug in de winkel? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
> Zijn de producten gemakkelijk te onderscheiden van de niet-suikervrije producten? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
> Is er in de winkel een duidelijk onderscheid gemaakt met de glutenvrije producten en cholesterolarme producten? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
> Zijn deze producten duurder dan de normale producten? Maak een vergelijkende prijstabel tussen de producten die normaal worden gebruikt en de dieetproducten. Neem steeds een merkproduct en een huisproduct mee op in de vergelijking. Naam van de winkel: Naam product zoetmiddel
......................................................................................................... . . . . . . . .
Merknaam
Huismerk
Dieetproduct
Dieetproduct
................................
................................
................................
................................
Prijs product ...........................
Naam product cholesterol-arm smeersel
...........................
€
...........................
€
...........................
€
Merknaam
Huismerk
Dieetproduct
Dieetproduct
................................
................................
................................
................................
Prijs product ...........................
Naam product glutenvrije koekjes
€
€
...........................
€
...........................
€
...........................
€
Merknaam
Huismerk
Dieetproduct
Dieetproduct
................................
................................
................................
................................
Prijs product ...........................
€
...........................
€
...........................
€
...........................
€
Welke besluiten kun je hieruit trekken? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
41
Copyright Plantyn > Kun je de suikervervangende producten allemaal gebruiken voor zowel warme als koude bereidingen? Noteer enkele producten en geef aan wat kan. ...............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................. .................................
> Mag je deze suikervervangende producten onbeperkt gebruiken of zijn er richtlijnen? Zo ja, noteer dan de richtlijnen hieronder. ...............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
> Proef enkele van deze producten. Voldoen ze aan je eisen? Vind je ze lekker? Verklaar je antwoord. ...............................................................................................................................................................
.............................................................................................................................. .................................
2.6 Noodsituaties herkennen en accuraat optreden Opdracht A: Hulpmiddelen bij diabetes Het is belangrijk, wanneer er een noodsituatie is en jou wordt gevraagd om een hulpmiddel te gaan halen, dat je weet hoe dit hulpmiddel eruitziet. Schrijf onder iedere foto de juiste benaming. Je kunt kiezen uit: insuline / insulinepen / insulinepomp / glucosemeter / prikpen / insulinespuit / glucagonkit / bloedglucosestrips.
...................................................
...................................................
42
...................................................
...................................................
...................................................
Copyright Plantyn
...................................................
...................................................
........................................... . . . . . . . .
Opdracht B: Als eerstehulpverlener handelen
Jules woont in het WZC De Wilgen. Hij is weduwnaar en heeft twee kinderen. Hij is al twintig jaar diabetespatiënt, waarvoor hij insulinespuitjes krijgt. Om 8.00 uur krijgt hij zijn insulinespuit. Annelies, de verzorgende, komt na een kwartier zijn kamer binnen met zijn plateau met eten. Jules voelt zich niet goed. Hij transpireert hevig en heeft last van hartkloppingen. Hij is bleek en heeft hoofdpijn. Als hij zijn hand uitsteekt, ziet Annelies dat hij beeft. Welke symptomen komen er voor in de casus? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Heeft Jules last van hypo- of hyperglycemie? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke handelingen moet Annelies zeker stellen? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Probeer steeds samen met de zorgvrager te achterhalen wat de oorzaak van de hyperglycemie of hypoglycemie was. Bijv. te veel/te weinig insuline toegediend. Controleer of de juiste insuline werd toegediend. Is er een maaltijd overgeslagen, te weinig gegeten? Heeft de zorgvrager alcohol gedronken? Geef de verkregen informatie door aan de behandelende arts, zodat die indien nodig de behandeling kan aanpassen.
43
Copyright Plantyn Martha woont nog alleen in haar huis. Om de twee dagen komt Annelies, de zorgkundige van thuiszorg, om haar te helpen. Martha voelde zich vanmorgen niet zo goed. Ze was misselijk en had weinig eetlust. Ze is de laatste paar maanden ook al een paar kilo afgevallen. Toen Annelies dichter kwam, rook ze een appelgeur. Welke symptomen komen er voor in de casus? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Heeft Martha last van hypo- of hyperglycemie? .............................................................................................................................. ........................................
Welke handelingen zou Annelies zeker moeten stellen? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Opdracht C: Op je stageplaats Wie mag de bloedsuikerspiegelcontrole uitvoeren in het woonzorgcentrum? > > > > > >
de verzorgende: de zorgkundige: de verpleegkundige: de huisarts: een familielid: de zorgvrager zelf:
Ja/ Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen
Wie mag de glucagonkit toedienen in het woonzorgcentrum? > > > > > >
44
de verzorgende: de zorgkundige: de verpleegkundige: de huisarts: een familielid: de zorgvrager zelf:
Ja/ Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen
Copyright Plantyn Waar wordt de glucaconkit bewaard in het woonzorgcentrum? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Wie mag de bloedsuikerspiegelcontrole uitvoeren in de gezinszorg-/thuiszorgsituatie? > > > > > >
de verzorgende: de zorgkundige: de verpleegkundige: de huisarts: een familielid: de zorgvrager zelf:
Ja/ Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen
Wie mag de glucagonkit toedienen in de gezinszorg-/thuiszorgsituatie? > > > > > >
de verzorgende: de zorgkundige: de verpleegkundige: de huisarts: een familielid: de zorgvrager zelf:
Ja/ Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen
Wie mag bloedsuikerspiegelcontrole uitvoeren in de voorschoolse kinderopvang? > de begeleider in de kinderopvang: Ja/Neen > het aanwezige personeelslid: Ja/ Neen > de verpleegkundige: Ja/ Neen Wie mag de glucagonkit toedienen in de voorschoolse kinderopvang? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Waar wordt de glucaconkit bewaard? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Wie mag de bloedsuikerspiegelcontrole uitvoeren in de IBO? > het aanwezige personeelslid: Ja/Neen > de begeleider in de kinderopvang: Ja/Neen > het kind: Ja/ Neen Wie mag de glucagonkit toedienen? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Waar wordt de glucagonkit bewaard? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
45
Copyright Plantyn
De Vlaamse Diabetescentra voor Kinderen en Adolescenten (VDKA) heeft een document uitgewerkt dat een protocol geeft over hoe handelen bij hypo- of hyperglycemie bij kleuter/kind/jongere. Dit is te vinden op hun website www.vdka-diabetes.be.
46
Copyright Plantyn 3 Toets je kennis: anatomie en fysiologie van het hart- en bloedvatenstelsel Hoe werkt het hart- en bloedvatenstelsel? Los het kruiswoordraadsel op. 1
3
2
4 5 6
7
8
9
10
11 12 13
14
15
16
17
18
HORIZONTAAL 1 Dit gas komt vrij bij de verbranding in de cellen. 3 Onze kleinste en fijnste bloedvaten noemen we ... 6 De kleur die het bloed heeft bij een arteriële of slagaderlijke bloeding. 7 De parameter die aangeeft hoe krachtig het bloed in de slagaders van de grote bloedsomloop wordt gepompt. 8 Een belangrijke taak van het bloed in ons lichaam. 10 De parameter die aangeeft hoe vaak het hart samentrekt per minuut om bloed te pompen in de grote bloedsomloop. 14 Groot bloedvat dat vertrekt vanuit de linkerkamer van het hart. 15 Zorgen ervoor dat bij het samentrekken van kamers of boezems het bloed slechts in één richting kan stromen. 16 Het hart bestaat uit vier holle ruimten, de onderste holle ruimten noemen we ... 17 Deze cellen in het bloed spelen een rol bij het stollen van het bloed. 18 Dit gas wordt in het bloed vervoerd door de rode bloedlichaampjes.
47
Copyright Plantyn VERTICAAL 2 De kleur die het bloed heeft bij een aderlijke of veneuze bloeding. 4 Zo noem je de bloedvaten die het bloed terug naar het hart brengen. 5 Ter hoogte van de dunne darm wordt dit opgenomen in het bloed. 9 Zo noem je bloedvaten die het bloed naar de lichaamsdelen voeren. 11 Dit bestaat uit vele witte bloedlichaampjes en bacteriën. 12 De vloeistof van het bloed zonder de cellen noemen we ... 13 Het hart bestaat uit vier holle ruimten, de bovenste holle ruimten noemen we ... Als je weet hoe het stelsel is gebouwd en werkt, dan kun je ook mogelijke problemen benoemen. Misschien ken je er al vanuit je eigen leefwereld? Problemen met het hart: .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Problemen met het bloedvatenstelsel: .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Noem enkele aandachtspunten bij de zorg voor het hart- en bloedvatenstelsel, die gericht zijn op het voorkomen van problemen van hart en bloedvaten. Zo zorg ik voor het goed functioneren van mijn hart- en bloedvatenstelsel: .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
48
Copyright Plantyn 4 Ontwikkel je competentie: zorg en ondersteuning bieden bij problemen en aandoeningen van het hart- en bloedvatenstelsel 4.1 Verkenning van de problemen
4.1.1 Problemen met het hart Opdracht A Door een ongeval in de drukkerij zijn de definities, de oorzaken, de symptomen en de acties van bradycardie en tachycardie door elkaar gemixt. Kun jij ze terug in de juiste kolom plaatsen? Je kunt kiezen uit: Hartslag bedraagt minder dan 45 slagen slagen per minuut bij persoon in rust. / Laat de zorgvrager op een rustige plaats zitten of liggen. / te snelle hartslag / ondervoeding / koorts / ernstig bloedverlies / te trage hartslag / hersen-, hart- en buikaandoeningen / Hartslag bedraagt meer dan 100 slagen per minuut bij persoon in rust. / Laat de zorgvrager op een rustige plaats zitten of liggen. / Raadpleeg de dokter en de verantwoordelijke. / bepaalde vormen van vergiftiging / Vermijd producten met cafeïne. / Raadpleeg de dokter en de verantwoordelijke. / aandoeningen van het centrale zenuwstelsel / geleidingsstoornissen van het hart / geleidingsstoornissen van het hart. Bradycardie
Tachycardie
Definitie
Definitie
Oorzaken
Oorzaken
Symptomen
Symptomen
49
Copyright Plantyn Acties
Acties
> Noteer onder elke casus de klachten van de zorgvrager en het gezondheidsprobleem. – Marie voelde zich de laatste tijd nogal snel kortademig. Je besloot haar polsslag te nemen. Die bedroeg 52 slagen/minuut. Wat noteer je na observatie in de briefing? .............................................................................................................................. ...........................
.............................................................................................................................. ...........................
Over welke ziekte zou dit kunnen gaan? .............................................................................................................................. ...........................
– Marie voelde zich duizelig, had een licht gevoel in het hoofd en een kloppend gevoel in de borstkas. Ik nam haar polsslag en die bedroeg 165 slagen/minuut. Wat noteer je na observatie in de briefing? .............................................................................................................................. ...........................
.............................................................................................................................. ...........................
.............................................................................................................................. ...........................
Over welke ziekte zou dit kunnen gaan? .............................................................................................................................. ...........................
50
Copyright Plantyn Opdracht B 1 Ga naar www.anginapectoris.be en los onderstaande vragen op. Bij deze opdracht observeer ik mijn eigen handelen. Mijn houding bij deze opdracht Ik heb hulp nodig bij het starten van de opdracht.
-
/
Ik wil mijn - / toelichten .......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik vind vlot de informatie.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik kan vlot de antwoorden formuleren.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik laat me niet afleiden van m’n opdracht.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik houd me aan de gemaakte afspraken.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
a Wat is angina pectoris? .............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
b Geef een ander woord voor angina pectoris. .............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
c Wat is de medische term voor slagaderverkalking? .............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
51
Copyright Plantyn d Welke zijn de symptomen bij angina pectoris? ........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
e Welke zijn de mogelijke oorzaken van angina pectoris? ........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
2 Ga naar www.youtube.be. > Tik het woord ‘hartinfarct’ in. > Klik op de film ‘hartinfarct / bodystory’. 1 Welke oorzaken liggen aan de basis van Johns hartaanval? ........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
52
Copyright Plantyn 2 Wat is defibrillatie? .............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................................. . . . . . . . . . .
3 Ga naar www.gezondheid.be. > Tik ‘hartinfarct’ in. > Klik op ‘pijn bij hartinfarct: herken de signalen’. Welke signalen kunnen er voorkomen bij een hartinfarct? Vul de ontbrekende woorden in. a. een plotse, ........................................ en zeer intense ........................... ; b. pijn links in de .................................................... ; c. pijn in het midden, achter het
....................................................
, alsof er een
zwaar gewicht op de .................................................... drukt; d. pijn kan uitstralen naar boven tot in de ..................................................
........................................
, kaken en
, tot in een of beide ............................... of schouders;
e. pijn gaat niet vanzelf over, .................................................... hebben geen effect; f. bleekheid; g. angst; h.
........................................................................................................
;
i. koud zweet; j. misselijkheid; k. braken; l.
........................................................................................................
.
Sommige mensen lopen een groter risico om een hartinfarct te krijgen. Welke zijn de factoren daarvoor? a
.............................................................................................................................. ................ . . . . . . . . .
;
b
.............................................................................................................................. ................ . . . . . . . . .
;
c
.............................................................................................................................. ................ . . . . . . . . .
;
d
.............................................................................................................................. ................ . . . . . . . . .
;
53
Copyright Plantyn e
.............................................................................................................................. .........................
;
f
.............................................................................................................................. .........................
;
g
.............................................................................................................................. .........................
;
h
.............................................................................................................................. .........................
;
i
.............................................................................................................................. .........................
.
4 Ga naar www.cm.be. > Tik het woord ‘hartinfarct’ in. > Klik op ‘1. hartinfarct’. Welke hulp kun je bieden bij een hartinfarct? Vul de ontbrekende woorden in. a Handel snel. Hoe langer een
................................................................................
op
zich laat wachten, hoe ernstiger de gevolgen. b Neem onmiddellijk contact op met de ........................................ of de .................. ..............................................................
via het Europese alarmnummer 112.
c Vermeld duidelijk je ...... .................................. , de ........................................ waar je je bevindt en het feit dat het vermoedelijk een hartaanval betreft. d Zorg er ook voor dat de hulpverleners je kunnen bereiken. Dit klinkt wellicht logisch, maar de realiteit leert dat de hulpverleners geregeld voor een .............................. ............................... staan. e Blijf kalm in afwachting van ............................................................. . f Geef het slachtoffer een tablet ........................................................................... (beter bekend onder de merknaam Aspirine), omdat dat ................................................... kan oplossen. g Pas onmiddellijk
................................................................................
als de getroffene een
.............................................................
toe (zie ZWW 4)
krijgt. Houd dit vol
tot er medische hulp is of totdat het hart weer gaat kloppen. Hoe kun je een hartinfarct voorkomen? Vul de ontbrekende woorden in. 1 Gezond en gevarieerd eten: veel
..................................................................................
.............................................................................................................................. ..........................
2 Verzadigde vetten vermijden:
.........................................................................................
.............................................................................................................................. ..........................
54
.
.
Copyright Plantyn Opdracht C
Jules werd opgenomen in het ziekenhuis. Hij was al een paar dagen kortademig. Zijn voeten en benen waren opgezwollen. Hij zat veel in zijn zetel en lag veel op zijn bed, want hij voelde zich vermoeid en had geen energie meer. Hij sliep al een paar nachten niet meer goed, want hij had problemen met zijn ademhaling. Ook moest hij ’s nachts meer plassen. Gisteren werd de huisarts opgebeld. Jules zijn buik was opgezwollen. Hij at bijna niet meer. Ook hoestte hij veel, waarbij hij een schuimend slijm ophoestte. Jules was meer verward dan anders. Welke symptomen komen er voor in de casus? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke zijn de veelvoorkomende oorzaken van hartfalen? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................................................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................................................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
55
Copyright Plantyn Sommigen hebben een grotere kans om hartfalen te ontwikkelen dan anderen. Niemand kan voorspellen wie hartfalen ontwikkelt, maar er zijn een paar risicofactoren bekend. Welke zijn die risicofactoren? .............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
4.1.2 Problemen ter hoogte van de bloedvaten Opdracht A Het verhaal van Jules
Jules is 72 jaar. Hij weegt 103 kilogram. Hij is een verstokte roker. De dokter heeft hem al dikwijls gevraagd om wat te vermageren, want door zijn overgewicht heeft hij last van een hoge bloeddruk. Hij neemt ook medicatie om zijn cholesterol te verlagen, want de waarden staan zeer hoog bij een bloedonderzoek. ‘Jules,’ zegt de dokter, ‘het wordt dringend tijd dat je stopt met roken en dat je vermagert. Door te roken stijgt de afzetting van vetten en kalkdeeltjes op de wand van je aderen en slagaderen. Zo wordt er minder bloed en dus ook minder zuurstof naar je organen gevoerd. Straks krijg je nog een trombose of een embolie.’ 1 Welke symptomen komen voor in de casus? ....................................................... ....................................................................... .................................
....................................................... ....................................................................... .................................
....................................................... ....................................................................... .................................
....................................................... ....................................................................... .................................
2 Welke acties kan Jules ondernemen? ....................................................... ....................................................................... .................................
....................................................... ....................................................................... .................................
....................................................... ....................................................................... .................................
....................................................... ....................................................................... .................................
56
Copyright Plantyn Welke van de hieronder vermelde oorzaken behoren bij atheromatose? Oorzaak
Juist
Fout
Ondervoeding Zwangerschap Erfelijke aanleg Roken Te trage bloeddoorstroming Overgewicht Problemen met de bloedstolling Hoge bloeddruk Abnormale cholesterolwaarden
Opdracht B Het verhaal van Karel Schrijf bij iedere casus over welk soort trombose het gaat. Je kunt kiezen uit: hersentrombose / trombose in een kransslagader / veneuze trombose.
Karel kwam terug met het vliegtuig. ’s Avonds begon hij pijn te krijgen aan zijn been. Zijn been begon op te zwellen. De dokter kwam en nam zijn polsslag, die was versneld. Ook had Karel wat lichte koorts. ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Karel was de laatste tijd soms wat duizelig en had af en toe pijn achter het borstbeen. Hij maakte zich hierin ongerust en ging naar de dokter. Karel moest direct naar het ziekenhuis voor enkele onderzoeken. De dokter wist hem te vertellen dat hij geluk had om er zo snel bij te zijn, want hij had het begin van een hartinfarct. ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Karel woonde in een WZC. De nachtverzorgende bemerkte bij hem af en toe korte bewustzijnsdalingen. Tijdens de dag had hij daar echter geen last van. Twee weken later liet ze hem dringend naar de stroke unit brengen. Hij kon de ene kant van zijn lichaam niet meer gebruiken en zijn mondhoek hing scheef. ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
57
Copyright Plantyn Welke acties kun je bij Karel ondernemen indien hij symptomen heeft die wijzen op een veneuze trombose? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Welke zijn de mogelijke oorzaken van een trombose? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Hoe kun je preventief handelen? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Het verhaal van Marcella
Marcella ligt in het ziekenhuis. Zij had tot gisteren een infuus. Dat hebben ze verwijderd omdat zij op de plaats van het infuus pijn had en haar hand gezwollen was. Op het verloop van haar ader was een rode aftekening te zien. Als je eraan voelde, voelde die warm aan. Ze had een lichte temperatuursverhoging en haar pols was iets versneld.
58
Copyright Plantyn Welke symptomen komen er in de casus voor? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke acties kun je ondernemen bij tromboflebitis? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke zijn de mogelijke oorzaken van tromboflebitis? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Hoe kun je preventief handelen? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
59
Copyright Plantyn Opdracht C Schrijf bij iedere casus over welk soort embolie het gaat. Je kunt kiezen uit: hersenembolie / longembolie / embolie in een kransslagader.
Simon was de laatste tijd soms wat duizelig en had af en toe pijn achter het borstbeen. Hij maakte zich hierin ongerust en ging naar de dokter. Simon moest direct naar het ziekenhuis voor enkele onderzoeken. De dokter wist hem te vertellen dat hij geluk had om er zo snel bij te zijn, want hij had het begin van een hartinfarct. .............................................................................................................................. ........................................
Simon woonde in een WZC. De nachtverzorgende bemerkte bij hem af en toe korte bewustzijnsdalingen. Tijdens de dag had hij daar echter geen last van. Twee weken later liet ze hem dringend naar de stroke unit brengen. Hij kon de ene kant van zijn lichaam niet meer gebruiken en zijn mondhoek hing scheef. .............................................................................................................................. ........................................
Simon lag in het ziekenhuis. Hij voelde zich niet goed en drukte op het oproepsysteem. De verantwoordelijke kwam en ze vroeg aan Simon wat er was. ‘Ik heb het benauwd en heb pijn op de borst. Ook heb ik het gevoel dat ik voortdurend moet hoesten.’ De verantwoordelijke bemerkte een snelle en oppervlakkige ademhaling bij Simon. Ze nam zijn pols, hij had 110 slagen/minuut. .............................................................................................................................. ........................................
Waaruit kan een embolie bestaan? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Welke acties kun je ondernemen bij een embolie? .............................................................................................................................. ........................................
Hoe kun je preventief handelen? .............................................................................................................................. ........................................
......................................................................................................................................................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
60
Copyright Plantyn Opdracht D Ga naar www.herkeneenberoerte.be. Beantwoord onderstaande vragen. Bij deze opdracht observeer ik mijn eigen handelen. Mijn houding bij deze opdracht Ik heb hulp nodig bij het starten van de opdracht.
-
/
Ik wil mijn - / toelichten .......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik vind vlot de informatie.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik kan vlot de antwoorden formuleren.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik laat me niet afleiden van m’n opdracht.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
Ik houd me aan de gemaakte afspraken.
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
.......................................................... . . . . . . .
1 Een beroerte wordt ook wel CVA genoemd. Waarvoor staan de letters CVA? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
2 Welke zijn de twee vormen waarin een beroerte kan voorkomen? .................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
61
Copyright Plantyn 3 Een beroerte kun je herkennen aan onderstaande symptomen. Geef een korte uitleg en indien mogelijk een tip. FAST: face – arm – speech – time ..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
Tip:
................................................................................................
..........................................................................................................
.........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
Tip:
................................................................................................
..........................................................................................................
.........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
..........................................................................................................
Tip:
................................................................................................
..........................................................................................................
.........................................................................................................
..........................................................................................................
62
Copyright Plantyn ................................................................................................ . . . . . . . . . .
................................................................................................ . . . . . . . . . .
................................................................................................ . . . . . . . . . .
................................................................................................ . . . . . . . . . .
Tip:
...................................................................................... . . . . . . . . . .
................................................................................................ . . . . . . . . . .
Tip: Bron: Belgian Stroke Council
...................................................................................... . . . . . . . . . .
................................................................................................ . . . . . . . . . .
................................................................................................ . . . . . . . . . .
............................................................................................... . . . . . . . . . .
4 De gevolgen van een beroerte. Verbind de woorden uit de eerste kolom met de definities of uitleg uit de 2de kolom. Hemiplegie
•
de zorgvrager weet wat hij/zij wil • zeggen, maar kan de woorden niet vinden
Apraxie
•
verwaarlozing van een kant van het • lichaam of de omgeving aan de verlamde zijde
Afasie
•
• halfzijdige verlamming
Dysartrie
•
de helft van het gezichtsveld is • verloren aan beide ogen
Hemianopsie
•
•
moeite hebben om dagelijkse handelingen uit te voeren
Neglect
•
•
moeite hebben om woorden duidelijk uit te spreken
5 Kun jij nu al een beroerte herkennen? Ga terug naar www.herkeneenberoerte.be. In de rechter verticale balk klik je op ‘doe de test’.
63
Copyright Plantyn Opdracht E Je komt binnen in de kamer van Marie. Je bekijkt haar benen.
Hoe noemen we dit probleem? .............................................................. ................................................................ ........................................
Waaraan kun je oedeem herkennen? .............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
Welke zorgen kun je aan Marie geven? .............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
64
Copyright Plantyn Iedere morgen moet de verpleegkundige Lea haar been verzorgen. Ze heeft geen mooie benen. De aders zijn duidelijk te zien onder de huid en zien eruit als gekronkelde, blauwachtige, bobbelige strengen. Lea klaagt van pijn en jeuk in haar benen en zegt dat ze dikwijls zo zwaar aanvoelen. Lea haar benen zijn gezwollen. Het wondje aan haar been wordt iedere dag verzorgd. Het lijkt maar moeilijk te genezen. Welke symptomen komen er in de casus voor? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Hoe kun je verzorgend handelen bij spataders? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Hoe kun je preventief handelen? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
65
Copyright Plantyn Welke van de hieronder vermelde oorzaken behoren bij spataders? Zet een kruisje bij juist of fout. Oorzaak
Juist
Fout
Slecht functioneren van aderkleppen, waardoor het bloed terugvloeit naar de tenen toe Te hoog cholesterolgehalte Stress Erfelijkheid Hormonale factoren Knellende kledij Zwaarlijvigheid Staand beroep Roken Hoge bloeddruk Weinig lichaamsbeweging Trombose
4.1.3 Problemen met het bloed Opdracht A Ga naar www.gezondheid.be. > Klik in de bovenste horizontale balk op ‘ziekte’. > Klik in de 2de horizontale balk op ‘hart- en vaatziekten’. > Tik ‘bloedarmoede’ in. > Klik op ‘anemie (bloedarmoede)’. Ken je een ander woord voor bloedarmoede? .............................................................................................................................. ........................................
Welke klachten komen het meest voor bij bloedarmoede? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
66
Copyright Plantyn ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke zijn de mogelijke oorzaken van bloedarmoede? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Woordzoeker > Onderstaande ziektes staan door elkaar geschud. Plaats de letters in de juiste volgorde en zoek het onderstaande woord. BADDECRARIY 8
DEYRAICAHCT 3
MEHSETTORAAO 7
BOTESROM 5
SOTLOIBBRITFEM 9
LEMBOEI ROETRBEE TINRAATFCRH 2
LATARFEHN 4
DEEMEO DEODARMEOELB 6
SATDAPRES 1
Welk woord zoeken we? G 1
2
3
4
5
6
7
8
9
67
Copyright Plantyn 4.2 Kwaliteitsbewust handelen
4.2.1 directe zorg bieden: bad Thomas is in de maand februari naar het woonzorgcentrum verhuisd. Daarvoor verbleef hij enkele maanden in een revalidatiecentrum. Thomas was een kranige zeventiger die nog zelfstandig woonde en geen hulp nodig had. Na een fietstochtje met familie voelde hij zich een beetje onwel, moe en kortademig. De dokter stelde vast dat de hartslag onregelmatig was. Daarvoor kreeg Thomas een bloedverdunner voorgeschreven en medicatie die het hartritme beïnvloedt. Na eerst enkele TIA’s doorgemaakt te hebben, heeft Thomas een CVA gekregen. Een bloedklonter heeft in de linkerhersenhelft een zuurstoftekort veroorzaakt. Een CVA die in de linker hersenhelft gebeurt, heeft effect op de rechter lichaamshelft. Na maanden revalidatie blijft Thomas’ verlamming van de rechter lichaamshelft, maar hij kan wel even staan met hulp. De spraak- en slikstoornissen zijn niet volledig weggegaan. Daarnaast blijven er communicatiemoeilijkheden omdat Thomas het moeilijk heeft met het gebruiken en begrijpen van woorden. Thomas krijgt vandaag een bad. Katrien neemt samen met haar mentor het zorgdossier van Thomas door alvorens met de zorg te starten. Zorgdossier Thomas Van Akoleyen Dagelijkse observaties WZC De Regenboog Kleurcode: groen: dokters - blauw: dagobservaties – rood: nachtobservaties Naam bewoner: Thomas Van Akoleyen Datum – gegevens – paraaf 14/04 – onrustig geslapen 16/04 – reageert agressief en ongeduldig als je een gesprek probeert te voeren – √√ 17/04 – VP rustige nacht 18/04 – bad geven
68
K 201
Datum – gegevens – paraaf
---
--
√
√
√
√
--
√
√
√
√
Christelijke Mutualiteit
Wo 2
---
Logopedie 3x per week, op ma, woe en donderdag Bij aanspreken: gebruik korte zinnen, ondersteunen met gebaren
Chronische pijn aan de rug Hardhorigheid
Kinesist: mobilisatieoefeningen
Afspraken
Ochtendverzorging Toilet aan de lavabo Aankleden met voll. hulp Toiletbezoek met gedeeltelijke hulp Bad/douche geven Nagelverzorging Voetbad Aftekenen ochtendverzorging Middagverzorging Rust in zetel Toiletbezoek zelfstandig Aftekenen middagverzorging Avondverzorging Uitkleden met voll. hulp In bed helpen door 1 persoon Toiletbezoek zelfstandig Nachtverzorging Heeft hulp en toezicht nodig Aftekenen nachtverzorging
Di 1
Geboortedatum: 07/02/1921
Zorgplan
√
√
√
√
----
--
--
Do 3
--
--
---
Vrij 4
--
--
---
Zo 6
--
--
---
Ma 7
--
--
---
Di 8
--
--
--
Wo 9
Soms onrustig en agressief gedrag: zie verslag in zorgendossier Ziekenzalving niet gekregen
Controle hygiënische toestand Wasmand staat in de vuile berging
Aandachtspunten Afasie: spraakproblemen Stimuleren is noodzakelijk Logopedist 3x per week
--
--
---
Za 5
--
----
--
---
Do 10
--
--
---
Vrij 11
--
--
---
Zo 13
--
--
---
Ma 14
--
--
---
Di 15
--
--
---
Wo 16
Kinesitherapie: Extern: De Proft Lutgarde
4 4 2 2 3 2 2 2 B
Wassen Kleden Verplaatsen Toilet Continentie Eten Tijd Plaats Categorie
B
2 3 3 2 2 2
4 4
-
-
24/04/2014
-
Tel: 058/47 83 17 Tel: 0479 33 22 11
ERKENNING: RH B KATZ: 10/12/2012 ___ /___ /___
Dokter: P. Peeters Contactpersoon: Boel Armand Opnamedatum: 08/11/2013
Nortonscore ter decubituspreventie: Totaalscore: 16: geen risico
Ergotherapie
--
--
---
Za 12
zorgperiode: 1/02/20.. tot 15/02/20..
Copyright Plantyn
69
Copyright Plantyn A
Welke aandoening/ziekte/letsel heeft de zorgvrager? .............................................................. ................................................................ ........................................
B
Welke problemen veroorzaakt dat? > > > > >
Verlamming van de rechter lichaamshelft Zich minder of niet bewust zijn van de rechter lichaamshelft (= neglect) Het rechter gezichtsveld is verminderd of zeer beperkt. Slik- en spreekstoornissen door gestoorde werking van de spieren Onvoldoende kunnen uitplassen door gestoorde werking van het zenuwstelsel dat de blaas bestuurt > Taalstoornissen door beschadiging van de linker hersenhelft > Onrust > Depressie C
Welke gevolgen hebben die problemen voor de zorgvrager? .............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
.............................................................. ................................................................ ........................................
70
Copyright Plantyn ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
D
Welke opdracht heb je? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
E
Wat observeer je tijdens het geven van het bad? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
F
Hoe kun je deze zorgvrager steunen, stimuleren en ermee samenwerken? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
71
Copyright Plantyn .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
G
Hoe ga je observeren, interpreteren, rapporteren en registreren? Naast het zorgdossier kunnen in de zorg voor Thomas ook nog andere registratieformulieren worden gebruikt. Welke? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Welke observaties ga je noteren? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Hulpmiddelen: welke hulpmiddelen zouden de zelfstandigheid van de zorgvrager kunnen verhogen? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
72
Copyright Plantyn Mondeling verslag uitbrengen tijdens overlegmoment. Aanvullen gebruikte observatiedocumenten. Schriftelijke rapportage in zorgdossier. Voeg een document toe dat op je stageplaats wordt gebruikt om huidobservaties en pijn te registreren. H
Gezondheidsbeleving en -instandhouding Gezondheidsadviezen Of je nu je naslagwerk ‘aandoening observeren en herkennen’ inkijkt of een folder leest over beroerte of hartinfarct, richtlijnen opzoekt in verband met hoge bloeddruk of atheromatose, steeds weer komen dezelfde gezondheidsadviezen terug.
73
Copyright Plantyn factoren die je niet kunt beïnvloeden
tips voeding
tips levensstijl
tips i.v.m. behandeling
Waarom zou je hiermee rekening houden?
Vanuit de gezondheidsadviezen kun je besluiten dat
..................................................
en .................................................. een grote rol spelen bij veel aandoeningen van het hart en de bloedvaten. Functie die de overheid vervult Vlaanderen voert een eigen preventief gezondheidsbeleid om gezondheidswinst op bevolkingsniveau te realiseren en zo mensen langer te laten leven en de levenskwaliteit te verhogen. Naast een preventieve gezondheidszorg kiest Vlaanderen ook voor een facettenbeleid. Zo wordt maximaal gestreefd naar het bevorderen, beschermen en behouden van de gezondheid. Dit beleid wordt uitvoerig besproken op www.zorg-en-gezondheid.be/preventie Als je in de gezondheidszorg werkt is het nuttig om een beeld te hebben van de visie en initiatieven van de overheid betreffende deze problematiek, om daarin een rol op te nemen.
74
Copyright Plantyn Verbind bij elk begrip de juiste uitleg. A
Gezondheidswinst
1
Partners die niet behoren tot het domein van de gezondheidszorg mee betrekken in het preventieve gezondheidsbeleid en laten bijdragen tot het bevorderen, beschermen of behouden van gezondheid
B
Preventie
2
Specifieke, meetbare en algemeen aanvaarde doelstellingen die in een bepaalde periode worden gerealiseerd vanuit de Vlaamse overheid met als doel de gezondheid van de bevolking positief te beïnvloeden
C
Facettenbeleid
3
Factoren die hun oorsprong hebben buiten het menselijk lichaam
D
Preventieve gezondheidszorg
4
De preventiemethode waarbij: – het optreden van bepaalde ziekten wordt voorkomen door: • Bronnen van gevaar of bedreigende factoren weg te nemen of te beperken • Beschermende factoren te versterken; – de gezondheidsschade door ziekten wordt beperkt of de genezingskans wordt vergroot via opsporing.
E
Gezondheidsbevordering
5
Een gestructureerde en veralgemeende vorm van opsporing of screening van bepaalde ziekten of risico’s bij mensen die in principe nog geen gezondheidsklachten hebben
F
Ziektepreventie
6
Via preventie de levensduur en de levenskwaliteit van de bevolking verhogen door de gezondheid van de bevolking te bevorderen, te beschermen of te behouden
G
Exogene factoren die de gezondheid kunnen bedreigen
7
Voorkomen of/en vroegtijdige opsporing en vroege behandeling van ziekten om erger te voorkomen
H
Endogene factoren die de gezondheid kunnen bedreigen
8
Dat deel van de gezondheidszorg dat maatregelen en acties omvat die tot doel hebben de gezondheid te bevorderen, te beschermen of te behouden
75
Copyright Plantyn I
Gezondheidsdoelstellingen
9
Factoren die hun oorsprong hebben binnen het menselijk lichaam
J
Bevolkingsonderzoeken
10
Bestaat uit twee delen: de preventieve gezondheidszorg en het facettenbeleid. Met als doel maatregelen en acties te realiseren die bijdragen tot het bevorderen, beschermen of behouden van de gezondheid.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
Om accenten te leggen binnen het preventieve gezondheidsbeleid werkt de Vlaamse overheid met gezondheidsdoelstellingen. Die doelstellingen zijn in onderstaande tabel weergegeven. Welke doelstelling, denk je, sluit aan bij het thema over de problemen met hart- en bloedvaten? Doelstelling
Ja
Neen
Gezondheidsdoelstelling voeding en beweging Gezondheidsdoelstelling tabak, alcohol en drugs Gezondheidsdoelstelling zelfdoding (en depressie) Gezondheidsdoelstelling ongevallen in de privésfeer Gezondheidsdoelstelling vaccinaties Gezondheidsdoelstelling bevolkingsonderzoeken naar kanker In de inleiding van het document ‘ontwerp van actieplan voeding en beweging 2008-2015’ lezen we het volgende: Dit actieplan heeft de ambitie alle inwoners van Vlaanderen aan te zetten tot meer beweging en evenwichtiger eten. Die ambitie steunt op twee pijlers. De eerste is positief en gericht op het aanleren en onderhouden van gezonde gewoonten. Zo creëren we meer levenskwaliteit. Wie gezond eet en voldoende beweegt, bouwt energie op om de dingen te doen die voor zichzelf en voor de samenleving van belang zijn. Evenwichtige voeding en voldoende bewegen leiden elk op zich tot aanzienlijke gezondheidseffecten (Shephard, 1997; Beunen et al., 2001). Ze garanderen meer onafhankelijkheid later in het leven (Carlson et al., 1999). Beweging verbetert de lichaamssamenstelling en versterkt de spieren en botten. Het maakt dat mensen beter kunnen omgaan met spanning en vormt een buffer tegen neerslachtigheid en depressie. Een evenwichtig voedingspatroon levert op zijn beurt de nodige nutriënten en draagt zo bij tot een goede ontwikkeling van jonge kinderen en het behoud van een prima gezondheid.
76
Copyright Plantyn Gezond bewegen en evenwichtig eten beperken ziektegebonden absenteisme en voorkomen op langere termijn ziektes zoals kanker, hart- en vaataandoeningen, diabetes type 2, hypertensie, osteoporose en valpartijen (Alberti et al, 2007, U.S. Department of Health and Human Services, 2000). Gezond bewegen en evenwichtig eten hebben daarnaast een sterke sociale en culturele functie, waarvan de impact op de ontplooiing van mens en maatschappij niet te verwaarlozen valt (Meydani, 2001; Health Canada, 2002; Walters et al, 1999; Van der Bij et al, 2002; Shephard, 1997). Immers, een goede gezondheid heeft ook te maken met het kunnen opzoeken van vrienden of bekenden, het kunnen participeren aan activiteiten of het kunnen deelnemen aan het politieke, culturele en economische leven. Kun je een ICF-schema opmaken waarbij je de elementen uit de tekst plaatst binnen de verschillende kaders?
77
Copyright Plantyn
ziekte/aandoening/letsel
.........................................................................................................................
activiteiten (beperkingen)
..........................................................................
participatie (participatieproblemen)
..........................................................................
..........................................................................
..........................................................................
.......................................................................................
.......................................................................................
.......................................................................................
voldoende beweging
kiezen voor evenwichtiger eten
.........................................................................................................................
functies en anatomische eigenschappen (stoornissen)
..........................................................................
..........................................................................
..........................................................................
..........................................................................
.......................................................................................
.......................................................................................
persoonlijke factoren
.......................................................................................
.......................................................................................
externe factoren
.......................................................................................
78
Copyright Plantyn Op welke manier kan ik als verzorgende/zorgkundige of begeleider in de kinderopvang mijn steentje bijdragen? Elk jaar is er een week van het hart. Zoek op het internet de volgende informatie op: Wanneer is het dit jaar de week van het hart? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke slagzin wordt er dit jaar gebruikt? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Noteer de naam van de instellingen in je buurt die mee deelnemen. Noteer welke initiatieven ze nemen. Naam instelling
Initiatieven
Datum
Organiseer een activiteit die aansluit bij een bestaand initiatief. Wat kunnen jullie eventueel als klas uitwerken: ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
79
Copyright Plantyn Dit is het initiatief waaraan ik ga werken: .............................................................................................................................. ........................................
Dit wil ik daarmee realiseren: De gezondheidsdoelstelling ‘voeding en beweging’ is opgebouwd rond 6 strategieën en 12 prioriteiten. Duid aan welke strategie of prioriteit in jullie opdracht aan bod zal komen. Meer informatie over de strategieën en de prioriteiten vind je op www.zorgengezondheid.be. Kies links bovenaan in de kolom BELEID: gezondheidsdoelstellingen, en klik aan. Ga nu naar ‘gezondheidsdoelstelling voeding en beweging’ en kies ‘Vlaams actieplan voeding en beweging 2008-2014’. Scrol doorheen het document tot je de aangeduide passage vindt. 1 gezond bewegen en evenwichtiger eten in de lokale gemeenschap • Sociale risicogroepen • Lokaal beleid 2 gezond bewegen en evenwichtiger eten in de leefomgeving van kinderen en jongeren (0-18 jaar) • Borstvoeding stimuleren • Ondersteunen ouders, gezinnen … • De kinderopvang 3 gezond bewegen en evenwichtiger eten op school • Beleid op school 4 gezond bewegen en evenwichtiger eten op de werkplek • Motiveren van de bedrijven • Gezonde voedings- en beweegmogelijkheden op de werkplek 5 een beter ondersteuningsaanbod voor zorgverstrekkers • Hulpmiddelen voor zorgverstrekkers 6 gezond bewegen en evenwichtiger eten via informatie en communicatie • Massamediacampagne • Beeldvorming gezonde voeding en beweging • Voedingssector betrekken
80
Copyright Plantyn In de preventie van aandoeningen speelt gewicht een belangrijke rol. Om te weten of je te veel weegt, kijken we naar de BMI-waarde die je hebt en naar je tailleomtrek. Houd er rekening mee dat voor zorgvragers jonger dan 18 jaar andere waarden gelden. Hoe meet je de lengte bij baby’s:
.................................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................. .............................. . . . . . . . . . .
Hoe meet je de lengte bij peuters, ouderen:
........................................................... . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Hoe meet je het gewicht bij baby’s:
.............................................................................. . . . . . . . . . .
.............................................................................................................................. .............................. . . . . . . . . . .
Hoe meet je het gewicht bij peuters en oudere kinderen: ................................ . . . . . . . . . . ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Hoe meet je het gewicht bij oudere zorgvragers die motorisch beperkt zijn: ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Hoe bereken je de BMI-waarde: Gewicht in kg =
… … … … … … … ..… … … … … … … ..
Lengte X lengte in m
=
… … … … … … … ..… … … … … … … ..
… … … … … … … ..… … … … … … … ..
X … … … … … … … ..… … … … … … … ..
De juiste meetinstructies kun je terugvinden op http://www.vub.ac.be/groeicurven/meetinstructies.html. Na het meten is het belangrijk om de gegevens te registreren: Ga naar http://www.vub.ac.be/groeicurven/groeicurven.html en kies de formulieren die geschikt zijn voor jouw opdracht. In de preventie van aandoeningen speelt voeding een belangrijke rol. Welk document ga je als richtlijn hanteren bij je doelgroep? Zoek op via internet, soms kun je dat document gratis bestellen/downloaden. De actieve voedingsdriehoek gebruikers vanaf De actieve voedingsdriehoek voor peuters van 18 maand tot 3 jaar De actieve voedingsdriehoek voor kleuters 3 tot 6 jaar De actieve voedingsdriehoek voor diabetes De actieve voedingsdriehoek voor de Turkse gemeenschap
81
Copyright Plantyn In de preventie van aandoeningen speelt ook de bloeddruk een belangrijke rol. Vul de juiste waarden in. Observatie
Waarden
Te lage bloeddruk Normale bloeddruk volwassene Te hoge bloeddruk Wat zegt het KB 78 over de taak van het verzorgende/zorgkundige bij het opnemen en registreren van de bloeddruk? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Wat zegt het document ‘Procedures voor zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg(gezinszorg)’ over het opnemen en registreren van de bloeddruk? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
In de preventie van aandoeningen speelt ook de hartslag een belangrijke rol. Observatie
Waarden
Te lage hartslag Normale hartslag volwassene in rust Te hoge hartslag Wat zegt het KB 78 over de taak van de verzorgende/zorgkundige bij het opnemen en registreren van de hartslag? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
82
Copyright Plantyn Wat zegt het document ‘Procedures voor zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg(gezinszorg)’ over het opnemen en registreren van de hartslag? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Neem contact op met je stageplaats en maak een afspraak met je mentor. Ga na wie pols en bloeddruk mag opnemen en registreren. Ga na op welke wijze en met welke hulpmiddelen ze de parameters pols en bloeddruk opnemen. Vraag welke waarden ze als normaal beschouwen en welke waarden ze als te hoog of te laag beschouwen. Ga na welke handelingen ze stellen als de waarden van de parameters niet goed zijn. Vraag op je stageplaats een voorbeeld van het registratieformulier voor hartslag en bloeddruk en voeg toe aan de zorgwijzer. In de volgende les kun je in kleine groepjes de verkregen informatie uitwisselen. Tot welk besluit kom je na het overlegmoment? Voor je aan een opdracht begint, is het belangrijk dat je die grondig voorbereidt. Dat doe je steeds methodisch, en achteraf hoort er een evaluatie of reflectiemoment te zijn. 1 Methodisch handelen Informeren Waarover gaat de opdracht?
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
Waar vind ik de informatie terug?
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
Met wie ga ik samenwerken?
......................................................................................................... . . . . . . . .
83
Copyright Plantyn Het probleem formuleren ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
Doelen bepalen S
Specifiek ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
M
Meetbaar ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
84
Copyright Plantyn A
Acceptabel of aantrekkelijk
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
R
Realistisch ......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
T
Tijdsgebonden
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
2 Plannen Voorbereiding Leerling ......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
Benodigdheden ......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
85
Copyright Plantyn Lokaal ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
Opdracht ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
Uitvoering ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
Nazorg Leerling ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
Benodigdheden ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
Lokaal ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
De opdracht ........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
........... ......................................................................................................
86
Copyright Plantyn 3 Uitvoeren ......................................................................................................... . . . . . . . .
......................................................................................................... . . . . . . . .
4 Evalueren Criteria uitschrijven links en nadien bespreken rechts Evaluatie
Ja
/ Ik wil mijn - / toelichten. Nee
Beoordeling door de leerkracht: ......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
......................................... ................................................................................................................. . . . . . . . .
87
Copyright Plantyn 4.2.2 Agogisch handelen Opdracht A Bespreek klassikaal of in kleine groepjes elk van de volgende uitspraken: “Ik durf niet naar de activiteit te gaan in de leefruimte want ik voel me onzeker en heb schrik.” .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
“Ik herken me niet meer na het CVA, tv kijken vind ik vermoeiend en ook bij andere bezigheden kan ik me maar moeilijk concentreren.” .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
“Mijn partner begrijpt me niet, hij/zij vindt dat ik te veel toegeef aan het ziek zijn en beter mijn best moet doen. Maar ik kan echt niet, alles is zó vermoeiend.” .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
“Naar de liedjesactiviteit wil ik niet gaan, ik heb schrik dat ik ga beginnen wenen.” .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
88
Copyright Plantyn “Ik vergeet zoveel, is dat normaal?” ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
“Doe gerust maar wat extra zout op mijn eten, het is anders zo flauw. Voor mijn hoge bloeddruk neem ik toch een pilletje en dan is er geen probleem.” ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
“Dit is geen leven meer, ik mag niet dit, ik mag niet dat. Lekker eten mag niet meer, alles is dieet. Mee op stap gaan met de bewoners is te zwaar. Wat zit ik hier nog te doen? Waarom zou ik nog leven? Het is genoeg geweest.” ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Opdracht B Zorgvragers die ziek geweest zijn hebben vaak vragen en angsten die ze niet goed durven te uiten. Vanuit hun fysieke beperkingen mijden ze drukke activiteiten of fysiek veeleisende inspanningen. Daardoor kunnen er o.a. gevoelens van verveling, sleur, eenzaamheid … optreden. Op welke manier zou jij samen met het team, binnen de mogelijkheden van de afdeling, daarop kunnen inspelen? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Opdracht C Zich inleven in de leefwereld van de chronisch zieke zorgvrager. Artikel: test GEZONDHEID Nr 118 december 2013/januari 2014 ISSN1370 0847
Pagina 28: thema Chronische ziektes: Titel: Een leven lang (leren) pag 28 tem pag 31
89
Copyright Plantyn Hoe ga je te werk? Bekijk eerst het hele document. > titel: Waarover gaat het? > ondertitels: Welke onderwerpen worden besproken? > inleiding en slot: Wat wordt er verteld? Ten slotte lees je het volledige artikel grondig. Welke aandoeningen worden in het artikel aangehaald als vaak voorkomend bij de lezers die meededen aan de bevraging. .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Twee derden van de deelnemers aan de enquête leefden al langer dan ............. ......................... met hun aandoening. Welke bemerkingen hadden ze over het leven met een chronische ziekte?
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Wat wordt er in de tekst aangegeven als de grootste zorg bij chronisch zieke zorgvragers? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Welke problemen ondervinden mensen met een chronische ziekte in relatie met hun omgeving? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
90
Copyright Plantyn Ken jij iemand met een soortgelijk verhaal? Schrijf haar of zijn verhaal hier kort uit. ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Hoe zou jij als verzorgende op stage kunnen bijdragen aan het welbevinden van zorgvragers met een chronische ziekte? Formuleer enkele voorstellen. Bespreek daarna klassikaal. ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
4.2.3 Indirecte zorg bieden Opdracht A: Zorg voor een jong gezin, vet- en cholesterolarme voeding Peter en Sofie wonen samen met hun dochtertjes van 4 en 6 jaar oud in hun eigen, goed ingerichte huis. Sofie heeft problemen met haar rug, zodat zij, op aanraden van de dokter, een tijdlang moet rusten. De kinderen gaan in de buurt naar school en blijven ’s middags eten in de school. De kindjes zijn nogal moeilijke eters. Katrien moet hier creatief mee omgaan. Omdat Peter onregelmatige werkuren heeft, komt de schoonmoeder na school helpen voor de opvang van de kinderen. Twee keer per week komt er vier uur thuiszorg om het huishouden te verzorgen, zoals het onderhouden van de woning, de was en de strijk en het bereiden van de warme maaltijd. Peter heeft een eigen moestuin met heel wat groenten die kunnen worden verwerkt in de keuken (seizoensgebonden koken). Het teveel aan groenten dat op dit moment klaar is om te oogsten, kan worden ingevroren. Peter moet vet- en cholesterolarm eten, en het eten voor Peter moet ’s avonds kunnen worden opgewarmd. Gebruik het stappenplan.
91
Copyright Plantyn Opdracht B: Zorg voor een CVA- patiënt met slik- en kauwproblemen Karel is 87 jaar en CVA-patiënt, hij heeft links een halfzijdige verlamming. Doordat hij linkshandig is, kan hij niet veel meer zelf doen. Hij heeft ook last van slik- en kauwproblemen. Hij heeft het moeilijk met zijn handicap. Zijn vrouw, Irma, kan zijn verzorging niet meer alleen aan. Karel wil thuis blijven, daardoor is het echtpaar genoodzaakt thuiszorg in te schakelen. De twee kinderen springen zoveel mogelijk binnen om wat te helpen. Woensdag en zaterdag wordt er eten gebracht door een cateringbedrijf. Op zondag kookt telkens een van de kinderen. Maandag en donderdag komt er drie uur thuiszorg. De taak bestaat erin om telkens eten te bereiden voor twee dagen. Karel heeft ook hulp nodig bij het eten. Verder moet het huis worden onderhouden en moet er worden gewassen en gestreken. Het hoogst noodzakelijke wordt in de winkel gehaald. De kinderen zorgen voor de meeste boodschappen. Een hele boterham voor de verzorgende Katrien.
Gebruik het stappenplan. Opdracht C: Natriumbeperkte voeding Katrien werkt als verzorgende in de thuiszorg. Ze komt iedere maandagmorgen (vier uur) en iedere donderdagmorgen (vier uur) bij Jef aan huis. Jef heeft een te hoge bloeddruk en in de familie zijn er problemen met harten vaatziekten. Jef moet natriumbeperkt eten. Hij kreeg in samenspraak met dokter en diëtist een lijst met toegelaten en verboden voedingsmiddelen. Op maandag maakt Katrien het warme middagmaal klaar en ze zorgt dat Jef het overschot kan verwerken op dinsdag. Op woensdag gaat Jef eten in het dienstencentrum. Op donderdag maakt ze een warme maaltijd en zorgt dat Jef ook op vrijdag een warme maaltijd heeft. Tijdens het weekend komt een cateringbedrijf het warme middagmaal brengen, dit is een natriumbeperkte maaltijd. Het budget van Jef is beperkt, dus Katrien zal seizoensproducten kopen en in haar menukeuze rekening houden met dominokoken. Jef heeft een koelkast en diepvries, want Katrien moet er rekening mee houden dat de maaltijden op de juiste manier moeten worden bewaard.
92
Copyright Plantyn Voorstel maaltijden Maandag: bloemkoolsoep, kipfilet, appelmoes, gekookte aardappelen Dinsdag: diepgevroren wortelsoep van vorige week, gebakken hamburger, bloemkool, bechamelsaus, gebakken aardappelen, als dessert een overschotje appelmoes Tip: Een bloemkool is groot, maar kan worden verwerkt in meerdere gerechten. Het overschot van de bloemkoolsoep wordt in porties ingevroren zodat deze in de volgende weken kunnen worden gebruikt. Het overschot van de gekookte aardappelen kan Jef op dinsdag bakken. Het gaat hier over maaltijden voor twee dagen, denk aan dominokoken. Gebruik het stappenplan.
4.3 Noodsituaties herkennen en accuraat optreden
4.3.1 Flauwte Geef een ander woord voor flauwte. ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Wat is een flauwte? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke symptomen zijn er? Kruis aan, juist of fout. Juist
Fout
Bleekheid Zwak gevoel, soms misselijk Dorstig gevoel Zweten, hoewel de huid koud aanvoelt Rood aangezicht Bewustzijnsverlies en neervallen Het slachtoffer ziet zwarte vlekken voor de ogen Roepen
93
Copyright Plantyn Welke zorgende handelingen ga je stellen? Kruis aan, juist of fout. Juist
Fout
Juist
Fout
Zorg dat het slachtoffer niet valt. Laat hem/haar gaan liggen. Zorg voor frisse lucht, laat omstanders afstand houden. Maak kledij los die de ademhaling kan hinderen (das, bovenste hemdsknoop …). Leg koude kompressen of een vochtig washandje op het voorhoofd van het slachtoffer. Als het slachtoffer bijkomt, laat je hem/haar geleidelijk rechtop gaan zitten en pas na een tijdje opstaan. Als het slachtoffer zich terug flauw begint te voelen, leg hem/ haar dan opnieuw neer tot hij/zij volledig hersteld is. Vraag om zo snel mogelijk terug recht te gaan zitten, zodat zijn/haar hoofdpijn minder wordt. Bedek hem met een deken zodat hij geen kou krijgt. Als het slachtoffer al is flauwgevallen: controleer het bewustzijn, open de luchtweg en controleer de ademhaling. Wanneer schakel je gespecialiseerde hulp in?
Als het slachtoffer niet bijkomt na 2 minuten, leg hem/haar dan in stabiele zijligging en alarmeer 112. Verwijs het slachtoffer door naar een arts: – als het slachtoffer dit al vaker heeft gehad bij een bepaalde gebeurtenis; – als het slachtoffer in een warme drukke omgeving aanwezig was; – als de flauwte totaal onverwacht optrad, bijvoorbeeld zonder voorafgaande emotie of zonder hevige pijn; – als de flauwte herhaaldelijk optreedt; – als de flauwte optrad nadat het slachtoffer zich verwondde, bijvoorbeeld een uitgebreide kneuzing of een blauw oog; – als er vermoedens zijn van hartproblemen, bijvoorbeeld flauwvallen terwijl het slachtoffer ligt, tijdens een inspanning of bij een persoon met een verhoogd risico.
94
Copyright Plantyn Hoe kun je een (dreigende) flauwte voorkomen? Juist
Fout
Als je een flauwte voelt aankomen, ga dan liggen indien mogelijk. Als je niet kunt gaan liggen, kruis dan je onderbenen en duw ze krachtig tegen elkaar, terwijl je je beenspieren opspant. Op die manier kun je je bloeddruk doen stijgen, wat een dreigende flauwte helpt voorkomen. Ook op je tenen staan of neerhurken heeft hetzelfde effect. Drink een kop warme thee. Loop drie keer rond een huizenblok, zodat je bloedsomloop versnelt. Casus: Veerle en Ans zijn aan het wandelen in de tuin van het WZC Corsala. Plotseling voelt Veerle zich niet goed en valt neer op de grond. Ans ziet dat Veerle tegen een bank is aangevallen met haar hoofd. Ans ziet het bloed vanuit haar haar op de grond stromen. Veerle begint schokbewegingen te maken en slaat met haar hoofd tegen de poten van de zitbank. Ans herkent deze bewegingen van vroeger; tijdens de Chiro heeft een vriendin dit ook gehad. Ans neemt een balpen uit haar handtas en plaatst deze in de mond van Veerle zodat ze zeker niet op haar tong kan bijten. Ze weet ook nog dat je best het slachtoffer niet verplaatst, dus doet ze dit ook niet en laat Veerle rustig op haar rug liggen. Ze blijft de hele tijd bij Veerle om deze gerust te stellen. Ze heeft al een paar keer om hulp geroepen. Na de aanval komt Veerle terug bij en begint over te geven. Ans veegt de mond af van Veerle en zegt dat hulp onderweg is. Maar Veerle reageert niet meer, ze maakt enkel nog verstikkende geluiden uit haar keel. Wat doet ze goed? –
................................... .....................................
Wat doet ze niet goed? –
................................................................ . . . . . . . .
................................................................ . . . . . . . .
–
................................... .....................................
–
................................................................ . . . . . . . .
................................................................ . . . . . . . .
–
................................................................ . . . . . . . .
................................................................ . . . . . . . .
................................................................ . . . . . . . .
95
Copyright Plantyn 4.3.2 Bloedingen Casus: Bejaarde François is tijdens het middageten gevallen tegen de hoek van de tafel. Hierbij heeft hij zijn onderarm gekwetst. Het bloed loopt er hevig uit en door dit te zien, dreigt hij flauw te vallen.
>
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
•
.............................................................................................................................. ...........................
.............................................................................................................................. ...........................
• >
.............................................................................................................................. ...........................
.............................................................................................................................. .................................
Wanneer schakel je gespecialiseerde hulp in? .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
Probeer zelf een checklist op te stellen in zeven stappen. .............................................................................................................................. ........................................
.............................................................................................................................. ........................................
>
96
.............................................................................................................................. .................................
Copyright Plantyn >
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
>
>
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
•
.............................................................................................................................. ................. . . . . . . . . . .
•
.............................................................................................................................. ................. . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
4.3.3 Wonde met een vreemd voorwerp Vul de ontbrekende woorden in. Een wonde waarin een vreemd voorwerp vast zit,
................................................ . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Welke handelingen ga je stellen bij iemand die een vreemd voorwerp in een wonde heeft? > Trek ................................................................. aan. > Laat het voorwerp steeds verwijderen, zou je
..........................................
! Bij een poging om het te
.................................................................
kunnen veroorzaken.
Een uitzondering op deze algemene regel is het verwijderen van een ..........................................
.
> Zorg dat het voorwerp ................................................................. blijft. > Was je ..................... ..................... na het verlenen van de eerste hulp. > Verwijs het slachtoffer door naar .................................................................... . Wanneer schakel je professionele hulp in? ........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
........................................... ................................................................................... .............................. . . . . . . . . . .
Casus: Je doet stage in het WZC Sint-Anna. Plotseling, tijdens het opruimen van het middagmaal, valt er een glas op de grond. Je neemt snel alle scherven op zodat de bejaarden zich niet kunnen bezeren aan de glasscherven. Maar haast en spoed zijn zelden goed, met als gevolg dat je een stuk glasscherf in het topje van je vinger krijgt.
97
Copyright Plantyn Welke handelingen ga je stellen bij iemand die een vreemd voorwerp in een wonde heeft? Noteer stapsgewijs de handeling die je gaat stellen. >
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
4.3.4 Shock door bloedverlies Wat is shock door bloedverlies? Dit is een ziektetoestand die ontstaat als het lichaam een tekort heeft aan rondcirculerend bloed. Dit kan levensbedreigend zijn, alarmeer in zo’n geval onmiddellijk 112. Casus: Elke heeft gedaan met haar stage en fietst naar huis. Op het kruispunt is er juist een ongeluk gebeurd. Een auto heeft een voetganger geschept. Elke is er als eerste bij. De fietser staat op, maar begint zich verward, suf en onwel te voelen. Elke laat hem voorzichtig weer op de grond gaan liggen, maar hij blijft zich flauw voelen. Hij ziet bleek en begint te zweten en te rillen. Elke neemt zijn pols. Deze is niet goed voelbaar en is snel. De ademhaling van de voetganger begint oppervlakkig en snel te worden en algauw verliest hij het bewustzijn. Gelukkig heeft er al iemand de 112 verwittigd. Welke symptomen komen voor in de casus? >
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
Welke handelingen ga je stellen bij iemand in shock door bloedverlies? Noteer stapsgewijs de handelingen die je gaat stellen.
98
>
.............................................................................................................................. .................................
>
.............................................................................................................................. .................................
Copyright Plantyn 4.3.5 Pijn op de borstkas Casus: Annelies en Nele zijn zorgkundigen die al jaren werken in het WZC Corsala. Nele heeft de laatste tijd veel stress thuis en is ook het laatste jaar ettelijke kilo’s bijgekomen door dat ze alleen is komen te staan. Ze maakt zelf geen avondeten, maar haalt heel vaak afhaalmaaltijden. Tijdens hun late dienst samen grijpt Nele plots naar haar linkerarm en begint hevig te transpireren. Ze is kortademig. Ze kan nog net tegen Annelies zeggen dat ze zich duizelig voelt en misselijk. Ze heeft ook een beklemmend gevoel achter haar borstbeen, want ze grijpt ernaar met haar ogen ver opengesperd. Ze heeft een blauwe (grauwe) huidskleur, en ook haar nagels en lippen vertonen een blauwverkleuring. Ze voelt zich ang-stig. Annelies slaat onmiddellijk alarm. Welke symptomen vertoont Nele? >
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
>
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
>
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
>
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
>
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
>
.................................... .......................................................................................... ....................... . . . . . . . . . .
Welke handelingen ga je stellen bij iemand met dergelijke symptomen? > Laat Nele stoppen met de ......................................... waar zij mee bezig was. Zorg dat ze .................................................................................. . > Breng haar in een comfortabele ..................................... (bijv. zittend of halfzittend). > Laat Nele – indien van toepassing – haar ......................................... innemen als ze dat wil. Vraag haar daarbij de dosis te respecteren. Geef zelf ............................... medicatie. > Controleer regelmatig haar ......................................... en ......................................... . Wanneer schakel je gespecialiseerde hulp in? > Zelfs als je niet zeker bent, mag je niet meer dan 5 minuten afwachten vooraleer je hulp inschakelt: alarmeer dan 112. > Adviseer het slachtoffer om een arts te raadplegen, ook als de symptomen binnen de 5 minuten vanzelf voorbijgegaan zijn. 99