Zorgplan Basisschool Woutertje Pieterse Leiden
2011-2015
Maart 2011
Voorwoord De basisschoolperiode is een belangrijke periode in het leven van een kind. In deze periode vertrouwen de ouders de zorg toe aan het team van de Woutertje Pieterse. De missie van school is dan ook: Professionele leerkrachten bieden uw kind op de Woutertje Pieterse modern en vernieuwend onderwijs. Op de Woutertje Pieterse is ieder kind welkom en krijgt het de kans zich vanuit zijn eigen mogelijkheden te ontwikkelen, waardoor wij samen met u, uw kind een stevige basis voor een toekomst in de maatschappij bieden. Naast datgene wat de wetgever van ons vraagt, hebben we als school een duidelijk beeld van zorgkwaliteit. Dat houdt in: • Wij hebben een duidelijk omschreven plan waarin alle zaken terug te vinden zijn betreffende de zorgstructuur • Scholing en professionalisering van de teamleden zijn een blijvend aandachtspunt van de directie en de betrokkenen • Er zijn in het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School regio Leiden afspraken gemaakt over hoe we de leerlingen die speciale aandacht nodig hebben op een verantwoorde wijze kunnen opvangen op onze school • De gemaakte afspraken en het kwaliteitsniveau van de Woutertje Pieterse zijn richtinggevend voor dit zorgplan voor de periode van de komende vier schooljaren. Dit zorgplan maakt integraal deel uit van ons schoolplan. Het bestaat uit twee delen: • Het algemene deel: hierin staat beschreven hoe we ons onderwijs en de daarbij horende zorg voor onze leerlingen inrichten en wat we doen om de individuele verschillen tussen de kinderen op te vangen. • Draaiboek voor de zorg: het document dat de leerkracht als leidraad in de groep hanteert. Dit is het algemene deel. Alle protocollen waar wij in dit plan naar verwijzen zijn op school in te zien.
N.B. Om de leesbaarheid van het zorgplan te vergroten wordt de term ouders gebruikt voor zowel ouder(s) als verzorgers.
Leiden, maart 2011, Directie en intern begeleider van Basisschool Woutertje Pieterse te Leiden. Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
2
Inhoud Voorwoord............................................................................................................................. 2 Inleiding................................................................................................................................. 4 Grenzen aan onze zorgverbreding ........................................................................................ 5 Wie werkt er voor het kind? ................................................................................................... 6 Binnen de groep ................................................................................................................ 6 Buiten de groep ................................................................................................................. 7 De zorgstructuur binnen de Woutertje Pieterse ....................................................................10 De zorgstructuur volgens 5 opeenvolgende zorgniveaus ..................................................11 Middelen en faciliteiten m.b.t. de zorg ...............................................................................14 Zorgbepaling – Leertechnisch ..............................................................................................15 Afspraken m.b.t. de afname en het verwerken van toetsen...............................................16 Zorgbepaling op sociaal emotioneel gebied..........................................................................17 Overlegvormen in de zorg ....................................................................................................19 Externe instanties.................................................................................................................21 Aanvraag extern onderzoek ..............................................................................................23 Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften (rugzakkinderen).............................................25 Voorzieningen of faciliteiten behorend bij een rugzakkind.................................................26 Doubleren, verlengen of versnellen? ....................................................................................27 Registratie en dossiervorming ..............................................................................................32 Registratie binnen de groep ..............................................................................................32 Afspraken over het dossier en recht van inzage................................................................33 De orthotheek.......................................................................................................................35 Protocollen ...........................................................................................................................36 Bijlage 1
De indeling van de vijf niveaus van zorg ..........................................................37
Bijlage 2
Het handelingsplan ..........................................................................................39
Bijlage 3
De toetskalender schooljaar 2010-2011 ...........................................................41
Bijlage 4
Het overdrachtsformulier ..................................................................................43
Bijlage 5
De overdracht tussen twee schooljaren............................................................45
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
3
Inleiding Binnen ons systeem van leerstofjaarklassen streven we ernaar het onderwijs zo te organiseren dat er rekening gehouden wordt met de specifieke behoeften en mogelijkheden van elk kind. Op onze school wordt geprobeerd aan ieder kind recht te doen. De meeste leerlingen leren op een regelmatige, gemiddelde manier. Sommige leerlingen hebben een langere tijd nodig om iets te kunnen leren. Er zijn ook leerlingen die maar weinig uitleg nodig hebben om hele grote leerstappen te kunnen maken. Deze verschillen ontstaan door verschillen in intelligentie, sociale- en emotionele ontwikkeling, lichamelijke condities, motorische ontwikkeling, werkhouding en door het milieu en de cultuur waar onze leerlingen vandaan komen. Het is onze taak als school om ons onderwijs zo in te richten dat elk kind zo goed mogelijk tot zijn/haar recht komt, ongeacht de verschillende leermogelijkheden van de leerlingen. Wij willen goed voor het kind zorgen. Samen leren, samen spelen en verantwoordelijk zijn voor elkaar. Met onze onderwijsorganisatie, klassenmanagement en adaptief onderwijs proberen we dit uitgangspunt gestalte te geven. Veel van de keuzen die wij maken op school zijn er op gericht het kind zich zo goed mogelijk te laten ontwikkelen. Dit doen wij door: • Het werken met methodes die de mogelijkheid bieden om te differentiëren • Werken volgens het GIP-model (een manier van zelfstandig werken in de groep waardoor de leerkracht extra instructie/ondersteuning kan geven aan de kinderen die het nodig hebben) • Werken op drie niveaus binnen de groep • Zorgen voor een goede sfeer in de groep zodat elk kind zich veilig en gewaardeerd voelt • Structureel de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind volgen met SCOL als leerlingvolgsysteem en de methode Kinderen en hun sociale talenten
Het realiseren van onderwijs, waarbij aan alle kinderen recht wordt gedaan, is mede afhankelijk van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de leerkrachten. Het is dan ook de ambitie van onze school om enerzijds nog meer kennis te verwerven aangaande de verschillen tussen de leerlingen en anderzijds vaardigheden eigen te maken in het omgaan met die verschillen. Uiteindelijk zal voor elke leerling afzonderlijk moeten worden vastgesteld of het onderwijs zo ingericht kan worden dat het aansluit op de ondersteuning- en instructiebehoefte van de leerling. Voor sommige kinderen is dit niet genoeg. Zij vragen meer van ons dan helder onderwijs, zij vragen extra zorg. En zij hebben ook recht op onze zorg. Woutertje Pieterse heeft zich tot doel gesteld om zo adaptief mogelijk onderwijs binnen de school te verwezenlijken en hierdoor de leerlingen zo lang mogelijk op onze school op te vangen. Daartoe is een zorgsysteem ontwikkeld dat past binnen de visie van onze school.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
4
Grenzen aan onze zorgverbreding Wij vinden dat de kinderen die aan ons toevertrouwd zijn onze zorg verdienen en dat sommige kinderen extra zorg nodig hebben. Er zijn echter ook grenzen aan de omvang en inhoud van de zorg die wij kunnen bieden. Wanneer is echter deze grens bereikt en op welke wijze kunnen wij dit duidelijk maken? Op deze vraag is geen eenduidig antwoord mogelijk. Het is onmogelijk om harde, objectieve criteria te formuleren (zoals aantal toelaatbare rugzakleerlingen, aantal handelingsplannen of kinderen met een problematiek zoals dyslexie, adhd enz. in een groep) en deze vervolgens langs een meetlat te leggen. Voor ons is duidelijk dat elke specifieke situatie, elk kind een afzonderlijke afweging vereist. Toch noemen we hieronder een aantal grenzen aan onze zorgverbreding. Deze grenzen gelden hier en nu: ze zijn geformuleerd tegen de achtergrond van het niveau van professioneel denken en handelen van het huidige team. We zien deze grenzen als dynamisch, ze kunnen dus veranderen als de overheid ons daartoe verplicht, als er een kind met “specifieke” zorgbehoeften onze school gaat bezoeken en als het beroepsprofiel van de ( toekomstige ) leerkracht verandert. De belangrijkste grenzen aan onze zorgverbreding: • De intellectuele capaciteiten van een leerling moeten toereikend zijn om de leerstof tot minimaal het niveau van eind groep 6 te kunnen beheersen. • Leerlingen van een andere basisschool waarvoor een toelaatbaarheidverklaring voor het SBO is afgegeven, worden niet op onze school toegelaten. • Afwijkend gedrag van een leerling wordt grensoverschrijdend als andere leerlingen hierdoor regelmatig gedupeerd worden en het voor de leerkracht onmogelijk wordt verantwoord onderwijs te bieden. (Zie pestprotocol) • Extra zorg moet in principe binnen de school gerealiseerd kunnen worden. Dat betekent dat een kind altijd als leerling in een groep mee moet kunnen doen. • Een handelingsplan moet in principe grotendeels binnen de school uitvoerbaar zijn. Dat betekent dat de leerkrachten de handelingsplannen binnen de klas, tijdens zelfstandig werktijd moeten kunnen uitvoeren. Vanaf groep 3 kan er ook een beroep op ouders worden gedaan. Om zoveel mogelijk lestijd adequaat te gebruiken, kan er dan herhalingswerk mee naar huis worden gegeven • Voor de zogenaamde ‘Rugzakkinderen’ moet adequate ambulante begeleiding gerealiseerd kunnen worden binnen de school • Elk kind moet zindelijk zijn, tenzij er sprake is van een bepaalde handicap. Dan treden we in overleg met de ouders hoe we een en ander gaan aanpakken. • Van onze leerkrachten verwachten we dat ze voldoende professioneel zijn om de extra zorg binnen onze school en onder schooltijd te kunnen realiseren zonder dat andere leerlingen hierdoor in hun belangen worden geschaad. Een en ander is natuurlijk wel afhankelijk van de groepsgrootte en soms andere externe factoren. • Indien de ouders besluiten, om ondanks het advies van de basisschool, hun kind niet aan te melden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), wordt in een gesprek met ouders, intern begeleider en de directie de grenzen ten aanzien van de zorgverbreding aan de ouders duidelijk gemaakt. Dit kan inhouden dat er geen extra hulp meer gegeven wordt aan de betreffende leerling. De afspraken hierover worden vastgelegd in een contract dat door alle betrokkenen wordt ondertekend.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
5
Wie werkt er voor het kind? Binnen de groep De leerkracht De belangrijkste taak op onze school is weggelegd voor de leerkracht. Zij/Hij is de spil van de zorg voor het kind. Welke kwaliteiten vragen wij van onze collega’s om deze taak te vervullen? De leerkracht: • Geeft de leerlingen voldoende tijd en gelegenheid tot leren • Is duidelijk op de hoogte van en gebruikt onderwijskundig verantwoorde methoden • Stelt duidelijke (minimum) doelen • Geeft effectieve instructie en verwerking • Voert een goed klassenmanagement • Hanteert een leerlingvolgsysteem • Schept een positief werkklimaat • Hanteert een flexibele klassenorganisatie • Werkt samen met collega’s en vraagt om hulp indien dit nodig is • Evalueert regelmatig de vorderingen van de leerlingen • Signaleert een leerling die opvalt in zijn ontwikkeling en/of leervorderingen • Kan de juiste toets- en observatie instrumenten kiezen en toepassen • Kan de uitkomst van de toets en observatie weergeven (verslag doen) • Kan een handelingsplan (betreffende een individueel kind of een groep) opstellen en uitvoeren • Kan de uitvoering van dit plan evalueren De leerkracht kan bij haar taak ondersteund worden door anderen zoals: De klassenassistent (indien aanwezig) Binnen onze school proberen we elk jaar weer via het ROC of het ID-College een aantal klassenassistenten in de groepen te krijgen ter ondersteuning van de leerkracht en de leerlingen. De klassenassistent voert taken uit onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht. De taken van de klassenassistenten zijn: 1. Ondersteunen van de leraar bij het verrichten van eenvoudige routinematige onderwijsinhoudelijke taken, zoals specifieke opdrachten uitvoeren met individuele leerling of een groepje, stimuleren en corrigeren van leerlingen in gedrag en werkhouding 2. Begeleiden van leerlingen bij het verwerven van vaardigheden, zoals leren luisteren, opruimen, vragen stellen, leren zich te concentreren 3. Leveren van een praktische/organisatorische bijdrage aan het klassenmanagement, zoals het helpen bij het opgeruimd houden van het leslokaal en de materialen en het klaarzetten van de leermiddelen 4. Verrichten van overige werkzaamheden die verband houden met de functie, zoals het bieden van ondersteuning bij excursies, vieringen, festiviteiten en het helpen bij het ontvangen van ouders
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
6
Buiten de groep De intern begeleider De intern begeleider is de coördinator van de zorgverbreding op onze school. De taak van de intern begeleider is niet het daadwerkelijk verlenen van hulp aan leerlingen, maar het ondersteunen van de leerkracht bij het geven van hulp aan individuele leerlingen of aan een groep leerlingen. Daarbij blijft de leerkracht zelf volledig verantwoordelijk. De taken van de intern begeleider is onder te brengen in drie gebieden: 1. Coördinerende taken • Opstellen van procedures en richtlijnen m.b.t. de zorg • Bewaken van afspraken, procedures, processen en producten m.b.t. zorgverbreding • Het kunnen opzetten en coördineren van het leerlingvolgsysteem • Coördineren van aanmelding en verwijzing van leerlingen voor externe zorg en hulp zoals maatschappelijk werkster, psycholoog, motorisch remedial teacher etc. • Organiseren van onderzoek en hulp (zoals het aanvragen van een rugzak, een zorgarrangement of een dyslexieonderzoek) • Onderhouden van contacten met externe deskundigen • Zorg dragen voor de archivering van het leerlingdossier • Het opstellen en bewaken van de jaarlijkse zorgkalender • Het verzamelen van toetsgegevens en/of groepsoverzichten • Het voorbereiden en leiden van de leerling- en groepsbespreking • Het houden van periodiek overleg met de directie wat betreft de bevindingen in het kader van het leerlingvolgsysteem en de individuele leerlingbegeleiding • Het ondersteunen van de directie bij het maken van en de analysering van een trendanalyse uit de gegevens van het leerlingvolgsysteem • Onderwijskundige rapporten opstellen voor verwijzingen • Participeren in een netwerk interne begeleiding van het samenwerkingsverband 2. Begeleidende taken • Leerkrachten ondersteunen bij het kiezen en toepassen van toets- en observatie instrumenten • Het ondersteunen (begeleiden) van leerkrachten bij het analyseren van toets- en observatiegegevens • Leerkrachten hulp bieden bij het maken van groepsplannen, handelingsplannen indien dit gewenst is • Hulp en advies geven aan collega’s m.b.t. de zorgleerlingen, didactische vragen e.d. wanneer daar behoefte aan is • Observeren in klassensituaties • Individuele leerlingen verder toetsen om een advies te kunnen geven over verder te ondernemen stappen te kunnen stellen • Gesprekken voeren met individuele leerlingen • Het voorbereiden (en eventueel leiden) van pedagogische en didactische teambesprekingen • Het coachen van leerkrachten • Leerkrachten ondersteunen bij het zoeken naar remediërend materiaal en wegwijs maken in de orthotheek (die wordt onderhouden door de intern begeleider) • Het ondersteunen van en gesprekken houden met ouders en deze kunnen adviseren,
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
7
3. Innoverend • • •
Op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen op het gebied van leerlingenzorg Doen van voorstellen die leiden tot verbetering van het onderwijs op het gebied van leerlingenzorg Adviserende rol bij het opstellen van het meerjarenbeleidplan op het gebied van de leerlingenzorg
De remedial teacher Vanuit onze organisatie hebben we ervoor gekozen de extra zorg van een kind zoveel als mogelijk is binnen de groep te laten plaatsvinden. Wij hebben geen mogelijkheden binnen onze school een leerkracht aan te stellen die buiten de groep een kind extra begeleiding geeft. Wel komt het voor dat door de ouders een remedial teacher ingekocht wordt. Wij vinden het belangrijk dat er dan een goede samenwerking is tussen leerkracht en de remedial teacher en dat de remedial teacher van tijd tot tijd verslag uitbrengt naar de leerkracht van de vorderingen bij het kind. Ambulant begeleider Onze leerlingen worden in sommige gevallen ondersteund door een ambulante begeleider vanuit het Speciaal Onderwijs. In de meeste gevallen gaat het hier om rugzakleerlingen. De ambulant begeleider zorgt voor het overdragen van expertise aan de school, zodat we in staat zijn om deze leerling nog beter te begeleiden. De ambulant begeleider stelt een begeleidingsplan op en ondersteunt bij het maken van een handelingsplan, het geven van informatie en adviezen, begeleidende gesprekken met de leerkracht, de ouders en de rugzakbegeleider en kan observaties doen in de groep. Rugzakbegeleider Een leerling met een rugzak wordt binnen de school begeleid door de rugzakbegeleider. De taken van de rugzakbegeleider zijn: • Het voeren van overleg met de ambulant begeleider vanuit het Speciaal Onderwijs • Het opstellen van handelingsplannen voor het kind • Het uitvoeren en evalueren van de opgestelde plannen • Voortgangsgesprekken voeren met de ouders en de leerkrachten van het kind • De leerling met de rugzak 2x per week 45 minuten buiten de groep begeleiden • Overleg met en begeleiding van de groepsleerkracht • Bijhouden van de administratie rondom de rugzakleerling De schoolleiding De schoolleiding(directeur en adjunct directeur) heeft als taak om de school zo optimaal mogelijk te houden. De directeur draagt de eindverantwoordelijkheid voor het onderwijskundig management, hieronder valt ook de zorg en begeleiding op school. De directeur blijft nadrukkelijk betrokken bij de interne leerlingenzorg door: • Het scheppen van voorwaarden om te komen tot een positief (werk)klimaat voor leerlingen, leerkrachten en ouders • Regelmatig overleg voeren met de intern begeleider over inhoudelijke of beheersmatige zaken
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
8
• • • • • • • • • • • •
Samen met de intern begeleider teambijeenkomsten over zorg en begeleiding voorbereiden Zorg te dragen voor het nascholingsplan en het geven van mogelijkheid tot scholing van de leerkrachten en de intern begeleider Deelname aan overlegsituaties binnen het directieoverleg en het samenwerkingsverband WSNS Regelmatig overleg met groepsleerkrachten en het bezoeken van de groepen Een schooloverzicht (van leerling ontwikkelingen), mede op basis van groepsoverzichten, op teamniveau te bespreken Diverse contacten met ouders te hebben. Dit betreft gesprekken bij: Aanmelding/inschrijving, tussentijds verlaten van de school als ook oudergesprekken over zorg en begeleiding rond hun kinderen op advies van intern begeleider Het ondersteunen van de intern begeleider bij het maken van- en de analysering van de trendanalyse uit de gegevens van het leerlingvolgsysteem Het stellen van een schooldiagnose Een (aangepast) onderwijsaanbod (doen) uit te voeren en te laten evalueren Het ondersteunen van de ICT op het gebied van software en hardware mogelijkheden Bewaking van de continuïteit van het leerlingvolgsysteem en de schoolverbetering De uitvoerende activiteiten van de zorg en begeleiding evenals de coördinatie te delegeren
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
9
De zorgstructuur binnen de Woutertje Pieterse Doelstelling Zorg voor alle kinderen zodat de ontwikkeling van elk individueel kind op sociaal, emotioneel en cognitief gebied zo optimaal mogelijk verloopt. Met behulp van het leerlingvolgsysteem signaleren we systematisch de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van onze leerlingen. Vanuit het leerlingvolgsysteem komen de gegevens die kunnen leiden tot extra zorg binnen de school. Het zorgtraject is een samenhangende reeks stappen die tot een adequate, op de leerling gerichte zorg moet leiden. Er zijn twee belangrijke procedures die bij ons als leidraad werken: 1. De zorgcyclus 2. De 5 niveaus van zorg De zorgcyclus De structurele opzet van de zorgcyclus is: signalering-observatie of toetsing-diagnose-keuze van remediëren-plannen en communiceren-registreren-uitvoeren-evalueren. Een zorgtraject binnen onze school wordt gestart wanneer een leerling: • Bij één of meerdere cognitieve vakgebieden (rekenen, lezen, spelling, schrijven, taal) in toenemende mate problemen ervaart met het gangbare lesprogramma. Dit wordt gemeten aan de hand van de landelijke Cito-toetsen en de methodegebonden toetsen. • Een gedrag- en of werkhoudingsprobleem heeft • Bij één of meerdere cognitieve vakgebieden in ruime mate vooruit is op het niveau van de groep Deze doelgroep komt in aanmerking voor meer specifieke zorg, die verdeeld is in een vijftal opeenvolgende niveaus. Samen met de zorgcyclus vormen de betreffende niveaus het stappenplan binnen de zorg voor onze leerlingen. Binnen elk van de niveaus blijft de leerkracht verantwoordelijk voor: • De voortgang in de ontwikkeling van het kind • Het opstellen, uitvoeren en evalueren van het handelingsplan in de groep • Het op de hoogte stellen van de ouders met betrekking tot afspraken • Vanaf niveau 3 biedt de intern begeleider ondersteuning aan de leerkracht bij het vaststellen van de diagnose en/of het opstellen van een handelingsplan • Vanaf niveau 4 is de intern begeleider de persoon die contacten onderhoudt met de externen en het proces verder bewaakt
De zorg binnen onze school zien wij in 3 niveaus terug: 1. De zorg op groepsniveau (door de leerkracht) 2. De zorg op schoolniveau (met behulp van de intern begeleider en directie) 3. De zorg op bovenschoolsniveau (Onderwijs Adviesdienst, WSNS, Ambulant Educatieve dienst etc.)
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
10
De zorgstructuur volgens 5 opeenvolgende zorgniveaus Als uitgangspunt hebben wij de zorgstructuur van Weer Samen Naar School (WSNS) genomen. Zorg heeft niet alleen betrekking op de bekende risicoleerlingen maar slaat op alle leerlingen. Ieder niveau geeft aan op welke wijze en met welke intensiteit en omvang het zorgen voor de leerlingen gerealiseerd wordt. We benaderen deze zorgniveaus vanuit de leerling. Drie keer per jaar houden de leerkracht en intern begeleider een groepsbespreking. Tijdens deze bespreking worden de verschillende vormen van zorg in de groep in beeld gebracht. Wij hanteren de volgende niveaus van de leerlingenzorg: (ook als bijlage 1 toegevoegd) Niveau 1: Algemene zorg binnen de groep Niveau 2: Incidentele extra zorg binnen de groep voor 1 of meer vakken of sturing in gedrag of aandachtsgebied Niveau 3: Speciale zorg na intern onderzoek/consultatie bij de intern begeleider Niveau 4: Speciale zorg na extern onderzoek/consultatie, in het kader van Passend onderwijs ook de rugzakkinderen Niveau 5: De zorg in de speciale school voor basisonderwijs of een vorm van speciaal onderwijs. Niveau 1: algemene zorg binnen de groep De leerkracht geeft onderwijs op maat. Hij/zij richt het onderwijs zo in dat zoveel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de basisbehoeften en aan de didactische onderwijsbehoeften van alle kinderen. De leerkracht beschikt daartoe over de vaardigheden om een goed klassenmanagement te kunnen voeren, een rijke leeromgeving in te richten, te observeren, een ervaringsgerichte dialoog met kinderen te voeren, ruimte te kunnen geven aan eigen initiatieven, in te kunnen spelen op welbevinden en betrokkenheid van het kind. De leerkracht beschikt over didactische vaardigheden, past effectieve/directe instructie toe en registreert en analyseert gegevens. Ouders worden 3x per jaar op de hoogte gesteld van de vorderingen van hun kind middels een rapportage. Binnen dit niveau signaleert de leerkracht geen problemen en volgt de leerling het programma van de groep. Niveau 2: Incidentele extra hulp binnen de groep Op dit niveau worden de eerste problemen gesignaleerd door de leerkracht. Dit kan blijken uit diverse signaleringsgegevens, waaronder observaties, gesprekken, toetsresultaten waarbij uitval/verre voorsprong gesignaleerd wordt (D of E score of A I score) Op grond hiervan gaat de leerkracht zelf kijken welke hulp er geboden kan worden. Dan volgt extra aandacht in de groep. Dit kan door extra verlengde instructie, extra oefeningen, het doortoetsen van kinderen, het aanbieden van verrijkingsmateriaal en huiswerk. Hiervoor wordt geen apart handelingsplan gemaakt, maar een korte notitie in Esis. Ouders worden hier door de leerkracht kort over geïnformeerd. Deze hulp is kortdurend. Na maximaal 8 weken bekijkt de leerkracht de resultaten van de begeleiding. Op grond van die resultaten neemt de leerkracht een voortgangsbeslissing. Dit kan zijn: stoppen van de hulp (het probleem is verholpen), doorgaan met de hulp (er is een vooruitgang zichtbaar) of aanmelden bij de intern begeleider (er is geen vooruitgang zichtbaar).
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
11
Niveau 3: Structurele speciale hulp binnen de groep Mocht uit de evaluaties blijken dat aanpak niet leidt tot het gewenste resultaat volgt deze stap. Een kind kan dus niet in niveau 3 zitten als er in niveau 1 en 2 onvoldoende is gedaan. In niveau 3 gaat het om het tegemoet komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling waarbij door de leerkracht extra hulp gevraagd wordt op schoolniveau. De leerkracht is er verantwoordelijk voor dat de leerling aangemeld wordt bij de intern begeleider. De leerkracht neemt initiatief, formuleert de hulpvraag en geeft aan welke acties tot dan toe met de leerling ondernomen zijn en waarom deze tot onvoldoende resultaat hebben geleid. Ook onduidelijkheid over de ontwikkeling van een leerling bij de leerkracht en of de ouders kan aanleiding zijn tot bespreking van het kind met de intern begeleider. Vervolgens wordt in samenspraak besloten welke vervolgstappen er ondernomen gaan worden. Door de intern begeleider kan er een observatie gedaan worden, een intern pedagogischdidactisch onderzoek afgenomen worden, gesproken worden met het kind etc. Binnen dit niveau kan ook worden bekeken of ondersteuning door externen van toegevoegde waarde kan zijn. Uit het onderzoek komt een expliciete hulpvraag waarop het handelingsplan (bijlage 2) door de leerkracht wordt opgesteld. Een punt van aandacht is dat wordt afgesproken binnen welk termijn een en ander afgewerkt moet zijn. Het handelingsplan wordt door de leerkracht en mogelijk met hulp van ouders of een externe ondersteuner uitgevoerd en geëvalueerd. Aan de ouders wordt in deze fase vooraf toestemming gevraagd en zij worden bij het verdere proces betrokken. Ouders geven ook hun toestemming aan het uitvoeren van het handelingsplan. De evaluatie van het handelingsplan vindt plaats tussen leerkracht en ouders en op verzoek kan hierbij ook de interne begeleider aanwezig zijn. Na de evaluatie zijn er 3 mogelijkheden: • De doelen in het HP (handelingsplan) zijn behaald, het probleem is opgelost en het kind gaat terug naar zorgniveau 2 of 1 • De doelen zijn nog niet behaald, maar we zien wel groei. Dan wordt het HP vervolgd, eventueel met de nodige bijsturing • Het HP heeft geen effect opgeleverd. Dan volgt een nieuw HP met andere doelen. Als dit ook niet leidt tot het gewenst effect kan er een extern onderzoek aangevraagd gaan worden, dit uiteraard altijd in overleg met de ouders. Wanneer handelingsplannen structureel worden en/of er besloten is om een leerling in een eigen leerlijn te laten werken, dan wordt er een begeleidingsplan opgesteld in samenspraak met de ouders. Deze worden 2x per jaar geëvalueerd. In de meeste gevallen gaat dit om kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of om kinderen met bv. dyslexie of dyscalculie. Deze leerlingen blijven leerlingen in niveau 3.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
12
Niveau 4: Externe analyse en speciale zorg na extern onderzoek Deze fase wordt gekenmerkt door het feit dat de school bij een leerling tegen haar grenzen is aangelopen. Er is dan sprake van handelingsverlegenheid. Vanuit meerdere, aanvullende invalshoeken kunnen we een verdere analyse laten doen om er achter te komen waarom een ontwikkeling niet goed verloopt en welke zorg er geboden moet worden om de ontwikkeling op gang te brengen. De school gaat extern op zoek naar deskundigen die ons daarbij kunnen helpen. Dit gebeurt altijd in samenspraak met de intern begeleider, leerkracht en ouders De afhandeling van de procedures voor het inschakelen van externe expertise is de verantwoordelijkheid van de intern begeleider. Als school kunnen we een beroep doen op de volgende instanties: • Adviseur Via Leiden • PCL voor aanvraag Licht Ambulante Begeleiding of zorgarrangement • Zorgteam vanuit WNSN waar de intern begeleider deel van uitmaakt • Onderwijs Advies • Consultatie schoolarts • Steunpunt Autisme • Ambulant Educatieve Dienst • Schoolmaatschappelijk werk • Dyslexiecentrum Ouders kunnen uiteraard ook zelf beslissen een onderzoek te laten doen. De kosten hiervoor worden echter niet door de school vergoed. Wij vinden het wel van groot belang dat wij daarvan op de hoogte worden gesteld en betrokken worden bij de uitslag van het onderzoek. Dit in het belang van het onderwijs aan het kind. Naar aanleiding van de bevindingen en adviezen stelt de leerkracht in samenspraak met de externe specialist, de intern begeleider en de ouders een handelingsplan op. De uitvoering van hieruit voortvloeiende afspraken is de verantwoordelijkheid van zowel intern begeleider als de leerkracht. Hier worden duidelijke afspraken gemaakt wie, wat, wanneer gaat uitvoeren. Het kan zijn dat naar aanleiding van het externe onderzoek of na de evaluatie van het handelingsplan blijkt dat er meer specifiekere zorg nodig is dan er op onze school geboden kan worden. In overleg met alle betrokkenen kan er besloten worden dat er een aanvraag ingediend gaat worden voor een indicatie speciaal onderwijs (SO) of een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs (SBO). Bij toewijzing van een indicatie SO kan in overleg met alle betrokkenen besloten worden een Leerling Gebonden Financiering aan te vragen (het zgn. “rugzakje”). Dit betekent dat het kind bij ons op school verder kan gaan met extra gelden waaruit de ondersteuning wordt betaald. School geeft hier duidelijk aan waar haar grenzen van begeleiding liggen. (zie protocol procedure kinderen met een rugzakje) Bij toewijzing van het “rugzakje” maakt een ambulant begeleider vanuit het SO in overleg met de leerkracht, de rugzakbegeleider, de intern begeleider en de ouders een algemeen begeleidingsplan. De rugzakbegeleider maakt een handelingsplan en beide plannen worden ter goedkeuring aan de ouders voorgelegd. Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
13
Niveau 5: De zorg in het SBO of SO Als wij als school, ondanks de hulp vanuit de externen, nog niet de juiste hulp kunnen bieden die het kind nodig heeft, wordt uiteindelijk gekeken naar een andere school die het meest optimaal tegemoet kan komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van het kind. Die scholen hebben kleinere groepen. Ze beschikken in verhouding over meer deskundigen om leerlingen met leerproblemen, gedragsproblemen of stoornissen in hun ontwikkeling te kunnen begeleiden. Daarvan kan sprake zijn als we onderstaande aspecten signaleren: • Het kind voelt zich langere tijd ongelukkig bij ons op school • Het kind is de aansluiting met zijn medeleerlingen, de leerstof en de leerkracht kwijt • Het kind verstoort de sfeer, ritme en regelmaat binnen de school dusdanig dat andere leerlingen hierdoor langere tijd in hun ontwikkeling belemmerd worden • De leerstofontwikkeling blijft dusdanig achter dat er onevenredige inspanning verricht moet worden om het kind verder te laten ontwikkelen • Het team in zijn geheel ziet geen mogelijkheid een doorgaande lijn te creëren • Er zijn binnen de school meer zorgleerlingen dan de draagkracht en de competentie van de leerkrachten aankunnen. Plaatsing in het SBO of SO gaat dan aangevraagd worden. Aanmelding gaat altijd in overleg met de ouders. Meestal is er sprake van een advies van een externe instantie. Voor de aanmelding is een aanvraagdeel van de ouders nodig en een onderwijskundig rapport van de school. Het onderwijskundig rapport moet aantonen, dat de hulp die voor dit kind nodig is niet op onze school gegeven kan worden. De school moet verantwoorden welke acties al ondernomen zijn en handelingsplannen kunnen overleggen. Het onderwijskundig rapport wordt opgesteld door de intern begeleider in samenwerking met de leerkracht. Meestal is ook een verslag van een uitgebreid psychologisch onderzoek noodzakelijk. Door het ondertekenen van het rapport gaan de ouders akkoord met de inhoud. De uitvoering van deze procedures en begeleiding van de ouders is een verantwoordelijkheid van de intern begeleider, tenzij in overleg anders besloten is. Hetzelfde geldt voor de aanmelding bij het Speciaal Onderwijs. De school is verantwoordelijk voor een degelijke overdracht
Middelen en faciliteiten m.b.t. de zorg De directie van de school ondersteunt het zorgverbredingsproces. Dat betekent: • Dat we, waar mogelijk, kiezen voor zo klein mogelijke groepen • Drie dagen formatie vrijmaken voor de interne begeleiding, maar ook formatie voor remedial teaching als er financiële middelen voor beschikbaar zijn • Dat we op school een goede overlegstructuur hanteren • Dat we mogelijkheden creëren voor externe consultatie en begeleiding • Dat we mogelijkheden creëren om de kwaliteit en de professionaliteit op peil te houden • Dat we binnen de ICT ondersteunende software inzetten • Het op peil houden van een goede orthotheek
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
14
Zorgbepaling – Leertechnisch Hoe wordt nu vastgesteld of een leerling extra zorg nodig heeft? Behalve de waarnemingen van de leerkracht zijn er verschillende toetsen. Hierbij maken we onderscheid tussen de toetsen die de kennis meten en toetsen die de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen volgen. Methode afhankelijke en onafhankelijke toetsen Om de ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen worden ze regelmatig getoetst door middel van de methodegebonden toetsen. Dit zijn de toetsen die horen bij de lesmethode die op dat moment binnen een groep wordt gevolgd. Omdat binnen onze vorm van onderwijs gewerkt wordt met reguliere methoden en niet reguliere methoden, is het van groot belang te zien of het onderwijsaanbod voldoet aan wat landelijk de norm is. Daarom wordt er naast de methodegebonden toetsen ook met toetsen gewerkt die landelijk zijn genormeerd, de zogenaamde methodeonafhankelijke toetsen. Met deze toetsen krijgt de school inzicht waar een individuele leerling staat in zijn ontwikkeling, maar ook inzicht met betrekking tot de hele groep.(in vergelijking met het landelijk niveau) Bovendien krijgen we hiermee ook inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op onze school. De landelijke toetsen worden afgenomen volgens de voorgeschreven afnamemomenten. De toetsen en de afnamemomenten zijn terug te vinden in onze toetskalender, die jaarlijks aan het begin van het schooljaar door de intern begeleider opgesteld wordt. (zie bijlage 3 toetskalender) De toetsuitslagen van de leerlingen zijn op basis van behaalde scores in vijf niveaugroepen in te delen. • • • • •
Niveau A: Goed tot zeer goed. Deze leerlingen behoren voor dit vak bij de 25% hoogst scorende leerlingen Niveau B: Ruim voldoende tot goed. Deze leerlingen behoren voor dit vak bij de 25% net boven het gemiddeld scorend kind Niveau C: Matig tot voldoende. Deze leerlingen behoren voor dit vak bij de 25% net op of onder het landelijk gemiddelde scorende kind. Niveau D: Zwak tot matig. Deze leerlingen behoren bij dit vak bij de 15% onder het landelijk gemiddeld scorende kind) Niveau E: Zeer zwak tot zwak. Deze leerlingen behoren bij dit vak bij de 10% laagst scorende leerlingen
De gegevens van de toetsen geven de leerkracht verder nog inzicht hoe de klas als geheel gescoord heeft. De intern begeleider houdt de leervorderingen van de kinderen nauwkeurig in de gaten en onderneemt stappen als het noodzakelijk is.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
15
Afspraken m.b.t. de afname en het verwerken van toetsen • • • • • •
De leerkrachten krijgen van de intern begeleider het scoreformulier van de betreffende toets. Op dit formulier wordt de ruwe score ingevuld. De leerkracht voert de toetsen in Esis in De leerkracht levert het ingevulde scoreformulier in bij de intern begeleider zodat deze overzicht kan houden over de afnames Kinderen die een eigen leerlijn volgen worden ook getoetst maar dan op het niveau waarop ze werken. Daarna wordt er gekeken in hoeverre de gestelde doelen behaald zijn en/of bijgesteld moeten worden Bij de leerlingen die een D of E score behaald hebben wordt een analyse gemaakt. Naar aanleiding hiervan wordt er kortdurend extra hulp gegeven (niveau 2) Kinderen die een hoge A score halen (A 1) worden doorgetoetst om hun werkelijk niveau te bepalen
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
16
Zorgbepaling op sociaal emotioneel gebied Naast de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen is de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen evenzeer van belang. Voor de sociaal-emotionele vorming hebben wij de methode Kinderen en hun sociale talenten. Eén keer per week geeft iedere leerkracht hier een les uit. Twee keer per jaar, in oktober en in mei, vullen de leerkrachten daarnaast ook nog de SCOL vragenlijst in. (De Sociale Competentie Observatielijst) Dit is een leerlingvolgsysteem voor sociale competentie die valide en betrouwbaar is en voldoet aan alle kwaliteitseisen. Met de SCOL-scores brengen de leerkrachten de sociale competenties van de leerling systematisch in kaart. Met de uitkomsten van de scores kan de leerkracht in de groep, indien nodig, gericht handelen. Ook leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op dit gebied worden hierdoor opgespoord.
Observatie en aanpak De leerkracht houdt zicht op het groepsproces door middel van observeren, zowel in de groep als in de gymzaal, het schoolplein en in de school. Er zijn binnen de school regels gemaakt die regelmatig geëvalueerd worden. Tijdens de grote pauze is er toezicht op het schoolplein door B4Kids. Hier zijn ook de gemaakte regels mee doorgesproken. Regelmatig is er overleg tussen school en B4kids. In de groep wordt er veel aandacht besteed aan hoe kinderen zelf onderling problemen constructief kunnen oplossen en wordt er gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid. Sociogram Om goed zicht te hebben op het groepsproces wordt er soms ook een sociogram afgenomen in een groep. De informatie uit het sociogram geeft de leerkracht aanknopingspunten om het groepsproces indien nodig te kunnen bijsturen.
Aanpak bij plagen of pesten Wij nemen signalen van kinderen en ouders serieus. Niet altijd is het voor een leerkracht zichtbaar wat er gebeurt op bijv. het schoolplein. Zodra berichten over plagen of pesten ons bereiken zullen we hiermee zo snel mogelijk aan de slag gaan. De leerkracht is de eerst aangewezene om het probleem op te lossen. Bij onvoldoende resultaat kan de hulp ingeroepen worden van de intern begeleider. De intern begeleider denkt dan mee over een plan van aanpak. Voor ouders zijn de leerkrachten de eerste persoon waar zij hun ongerustheid kunnen neerleggen. Als ouders het idee hebben niet voldoende gehoord te worden, kunnen ze terecht bij de directeur, de intern begeleider of de contactpersonen binnen de school. Incidenten worden geregistreerd in ons leerlingvolgsysteem met behulp van het intimidatieformulier. Op school is een pestprotocol aanwezig. Ook zijn er zichtbare schoolregels.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
17
Verantwoordelijkheid Het omgaan - met - elkaar binnen onze school is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van kinderen, team en ouders. Wanneer zich problemen voordoen op sociaal emotioneel gebied is het van belang in samenspraak met de ouders het kind zo goedmogelijk te begeleiden. Het is van belang ook collega’s hiervan op de hoogte te houden. In de school en op het schoolplein kunnen collega’s ondersteunend werken. Hetzij door observaties, hetzij door interventies, een grapje of een complimentje. Het is van belang dat een leerkracht zijn zorgen over individuele kinderen of over de groep kan delen met collega’s. Niet alleen ten behoeve van het kind of de groep maar ook ten behoeve van de leerkracht. Tijdens elke teamvergadering is er ruimte ingedeeld om hierover te praten. Het is de verantwoordelijkheid van de leerkracht om ouders van plaag- en pestgedrag van leerlingen op de hoogte te stellen. Zorg intern / extern Bij een hardnekkig probleem kan de hulp van de intern begeleider gevraagd worden. De intern begeleider kan besluiten dat het noodzakelijk is een aantal keer in de groep en/of buiten te observeren. Ook kan ze gesprekken aangaan met de leerlingen die er bij betrokken zijn. Bij onvoldoende resultaat kan er op een gegeven moment besloten worden deskundigheid van buiten in te schakelen. (bijv. een psycholoog of een training) Samenwerking school – ouders Bij het constateren van problemen vinden wij het van groot belang goed in contact te blijven met de ouders. Hierbij is het van belang dat wij als school de zorgen van de ouders serieus nemen, maar dat de ouders ook open staan voor onze zorg en samen met ons naar oplossingen willen zoeken. Een gezamenlijke aanpak, op school en thuis biedt het kind duidelijkheid en kansen op groei.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
18
Overlegvormen in de zorg Tijdens een schooljaar zijn er verschillende momenten waarop er een overleg kan plaatsvinden waarin een leerling besproken kan worden. Individueel zorgoverleg met de intern begeleider Twee keer per jaar vindt er een leerlingbespreking plaats tussen de intern begeleider en de leerkracht. De eerste keer, eind oktober begin november, worden de volgende punten doorgelopen: • Hoe is de overgang gelopen naar de volgende groep • Relevante signaleringsgegevens (toetsen en observaties) • Zijn lopende handelingsplannen al gestart • Welke hulp tot nu toe geboden is en met welk resultaat • Contact met de ouders • Onderwijsbehoeften van de leerling volgens de leerkracht • Begeleidingsbehoeften van de leerkracht De tweede keer is aan het eind van het schooljaar. Leerkracht en intern begeleider bespreken hierin de overgang naar het volgend schooljaar en vullen het overdrachtsformulier zorgleerlingen in. (zie bijlage 4) Dit formulier wordt met de leerkracht van het volgend schooljaar besproken in het overdrachtsgesprek. Voor groep 8 is er in december een gesprek als voorbereiding op het schooladvies. Het gesprek aan het eind van het schooljaar wordt niet gehouden. Alle belangrijke leerlingeninformatie wordt geregistreerd in Esis. Bespreking van tussentijdse problemen Tussendoor kan er altijd een beroep gedaan worden op de collega’s of de intern begeleider om vragen te stellen die snel opgelost kunnen worden. Tijdens de teamvergadering staat als vast punt op de agenda het doorspreken van de zorgleerlingen of problematiek in de groep.
Centrale leerlingbespreking In maart vindt er een centrale leerlingbespreking plaats waarbij de teamleden, die werken op die dag, aanwezig zijn. Hierin worden de mogelijke zittenblijvers besproken. De leerkracht geeft voorafgaand aan dit overleg de namen door van de mogelijke zittenblijvers aan de intern begeleider. De leerkracht bespreekt de leerling, teamleden kunnen vragen stellen en in onderling overleg wordt er een beslissing genomen. De intern begeleider zit dit overleg voor.
Externe leerlingenbespreking Onder externe leerlingenbespreking verstaan we het bespreken van een leerling met een externe instantie. Welke instantie is afhankelijk van de problematiek Deze instanties worden verder besproken in het zorgplan. Voor het bespreken van een kind met een extern persoon/instantie is de toestemming van de ouders nodig.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
19
Oudergesprekken op aanvraag van ouders en/of leerkracht Wanneer er behoefte is aan een tussentijds gesprek vanuit de ouders en/of leerkracht is dit altijd mogelijk. Als het gewenst is dat de intern begeleider hierbij aanwezig is wordt dit door de leerkracht gevraagd. Oudergesprekken met de leerkracht als er zwaarwegende beslissingen genomen moeten worden Wanneer er zwaarwegende beslissingen genomen moeten worden neemt de intern begeleider deel aan het gesprek tussen de leerkracht en de ouders. Hierbij kan gedacht worden aan verschil van mening bij doublure, verwijzing naar een andere school, verwijzing naar hulp buiten de school, onderzoek e.d. De leerkracht informeert de intern begeleider wanneer het gesprek zal plaatsvinden. De leerkracht maakt tijdens dit gesprek een verslagje en registreert dit vervolgens in Esis. Overdrachtgesprek tussen twee schooljaren Wanneer een leerling overgaat naar de volgende groep is het vanzelfsprekend dat er een overdracht plaatsvindt tussen de leerkracht van de huidige groep en de volgende groep. (Zie bijlage 5) Wij willen dat dit op een eenduidige en zorgvuldige manier plaatsvindt. Tijdens het gesprek tussen de leerkracht en de intern begeleider aan het eind van een schooljaar is er een overdrachtsformulier ingevuld. Daarnaast komen bij de overdracht de volgende zaken aan de orde: • De leerresultaten • Rapporten • Handelingsplannen • Is er externe hulp geboden? • Onderzoeksgegevens • Thuissituaties waarvan melding is gemaakt bij de school • Relevante oudergesprekken • Medische problemen • Sociale vaardigheid wanneer dit van belang is • Werkhouding wanneer dit van belang is Richtlijnen ter voorbereiding van een overdrachtsgesprek In overleg met de andere leerkracht wordt er bepaald wanneer het overdrachtsgesprek plaatsvindt. Dit is wel altijd voor het begin van het nieuwe schooljaar. De leerkracht zorgt ervoor dat alle gegevens in Esis volledig zijn bijgewerkt voor de overgang naar de volgende groep en dat de leerlingenmap op orde is.
Richtlijnen bij de overdracht in geval van zorgleerlingen Voor de leerlingen met een D of E score op de toetsen en de leerlingen die extra uitdaging nodig hebben zijn er door de leerkracht handelingsplannen gemaakt die in de overdracht worden besproken. De nieuwe leerkracht kan hiermee meteen aan het begin van het schooljaar starten zodat er geen tijd verloren gaat. Voor de rugzakleerlingen is er aan het einde van het schooljaar een gesprek met de ouders, ambulant begeleider, de rugzakbegeleider en de leerkracht van dit jaar. Er wordt altijd gekeken of het mogelijk is dat de leerkracht van het volgend schooljaar hier ook bij aanwezig kan zijn.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
20
Externe instanties In dit hoofdstuk wordt de aanvraag van zorg bij de verschillende instanties behandeld waar Woutertje Pieterse mee samenwerkt voor het verlenen van de juiste zorg. Ook wordt beschreven hoe een aanmelding daar plaats vindt. Daarna worden enkele instanties behandeld die in specifieke gevallen hulp kunnen bieden maar veelal niet door de school maar door de ouders worden benaderd. Onderwijs Advies In een zorgtraject rond een kind kan het voorkomen dat een leerkracht en de intern begeleider advies willen van een deskundige. De school heeft de mogelijkheid een consultatiegesprek aan te gaan met een vaste schoolbegeleider vanuit Onderwijs Advies. Dit overleg zal altijd met toestemming van de ouders plaatsvinden. Deze schoolbegeleider is een orthopedagoog/psycholoog die de school kan adviseren welke mogelijke stappen we kunnen nemen in ons zorgtraject. Het advies kan zich richten op het aanvragen van bovenschoolse hulp. Het aanvragen van bovenschoolse hulp wordt gecoördineerd door de intern begeleider en vindt altijd plaats met toestemming van de ouders. Weer Samen naar School Als school maken we deel uit van het Samenwerkingsverband Weer Samen naar school (WSNS) regio Leiden. De intern begeleider van onze school maakt deel uit van een wijkgebonden zorgteam georganiseerd vanuit WSNS. Een wijkgebonden zorgteam wordt gevormd door een groep scholen in een wijk of dorp. De intern begeleiders van de scholen overleggen samen met een psycholoog van Onderwijs Advies en een adviseur VIA over kinderen die extra zorg nodig hebben. Een zorgteam heeft verschillende mogelijkheden om extra zorg aan scholen toe te wijzen. Dit kan ondersteuning zijn binnen de groep. Ook kan advies van externe deskundigen worden ingeroepen. Soms is onderzoek nodig. In het uiterste geval kan aan ouders verwijzing van hun kind naar een andere school worden geadviseerd. Als we een kind in dit zorgteam willen bespreken wordt dit vooraf met de ouders besproken. De intern begeleider zal daarna de vereiste papieren invullen. De ouders ondertekenen dit formulier ter goedkeuring. Dit zorgteam komt 10x per jaar bij elkaar, waarvan bij 4x ook de schoolarts, de leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werk en jeugdzorg aanschuift. (ZAT-team) Een onderdeel van WSNS is VIA Leiden, het loket voor onze school voor alle onderwijsvragen over kinderen van 4 tot 13 jaar. Bij VIA Leiden werken adviseurs, die betrokken zijn bij de basisscholen. Daarnaast heeft VIA Leiden een multidisciplinair overleg dat de functie van bovenschools Zorgadvies team (ZAT) vervult. De Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) van het Samenwerkingsverband is een onderdeel van VIA Leiden.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
21
VIA Leiden VIA Leiden is de start voor alle onderwijszorgvragen van ouders en professionals in het basisonderwijs. Deze vragen kunnen betrekking hebben op de volgende gebieden: 1. Algemene Adviesvragen VIA Leiden kan voor allerlei onderwijsvragen benaderd worden. Het secretariaat kan een aantal van deze vragen direct beantwoorden. Voor de beantwoording van overige vragen wordt zo snel mogelijk contact opgenomen door één van de medewerkers. 2. Licht ambulante begeleiding van VIA Leiden Licht ambulante begeleiding wordt aangevraagd door middel van een aanvraagformulier door de intern begeleider van de school. Ouders geven hiervoor toestemming. De licht ambulante begeleiding wordt door de adviseur VIA van de desbetreffende school uitgevoerd. De begeleiding kan o.a. bestaan uit handelingsgerichte advisering, observaties, schoolvideo interactie begeleiding. 3. Zorgarrangementen Zorgarrangementen worden aangevraagd door de intern begeleider van de school met toestemming van de ouders. De adviseur VIA van de school moet vanaf het begin bij de aanvraag zorgarrangement betrokken zijn. De aanvraag gaat naar de Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) voor beoordeling en toekenning. 4. Beschikkingen Speciaal basisonderwijs (SBO) Beschikkingen SBO worden aangevraagd door ouders in samenwerking met de school. De adviseur VIA van de school moet vanaf het begin bij de aanvraag betrokken zijn. De PCL geeft de beschikking af. 5. Advies bij twijfel VIA Leiden kan adviseren bij twijfel over de juiste onderwijsvoorziening. De leerling wordt ingebracht in het Multidisciplinair overleg. Hiervoor wordt het Aanmeldingsformulier VIA Leiden gebruikt 6. Advies bij een crisis /(dreigend) thuiszittende leerlingen In het geval van (dreigende) crisissituaties kan VIA Leiden ondersteuning bieden. De leerling wordt ingebracht in het Multidisciplinair overleg. Hiervoor wordt het Aanmeldingsformulier VIA Leiden gebruikt.
Permanente Commissie Leerlingenzorg Wanneer blijkt dat alle geboden hulp niet voldoende is, wordt er een aanvraag gedaan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze aanvraag bij de PCL moet vergezeld gaan van alle leerlingengegevens die van belang zijn voor de aanvraag, zoals de leerresultaten, de rapporten, de onderzoeken en de handelingsplannen. Deze leerlingengegevens worden gebundeld, vervolgens wordt er een onderwijskundig rapport opgesteld. Het onderwijskundig rapport wordt door de ouders gelezen en ondertekend waarna het wordt verstuurd naar de PCL. De PCL bestudeert de aanvraag en geeft een positief advies of een negatief advies. Als er een positief advies wordt afgegeven wordt er door intern begeleider en de ouders de plaatsing op het SBO geregeld.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
22
Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is er voor vragen over problemen bij opvoeden en opgroeien. Jeugdigen en hun ouders/opvoeders kunnen er terecht voor hulp, informatie en advies. Zij zorgen, waar nodig, voor het beschikbaar komen van intensievere hulp en houden zicht op de voortgang daarvan. Advies en Meldpunt Kindermishandeling Wanneer wij advies willen hebben over of signalen willen melden van kindermishandeling kunnen wij contact opnemen met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Dit contact loopt via de Interne Begeleider en de leerkracht. Hiervoor hoeft geen toestemming van de ouders gevraagd worden. Ook anderen, in de omgeving van kinderen, die een melding willen doen van kindermishandeling kunnen bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling terecht. De jeugdgezondheidszorg(JGZ) De taak van jeugdgezondheidszorg is het volgen en begeleiden van de gezondheid, groei en ontwikkeling van kinderen en het tijdig signaleren van problemen hierin. Om dit te bereiken bieden zij een aantal diensten aan. De jeugdarts en de assistente JGZ onderzoeken de kinderen van onze school 2x tijdens de basisschoolperiode: in groep 2 en in groep 7. In groep 2 wordt er naar het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengte en het gewicht van het kind gekeken. In groep 7 is er een screening die meer gericht is op het sociaal welbevinden. Naast deze vaste onderzoeken kunnen de ouders op elk gewenst moment een onderzoek of gesprek aanvragen bij de jeugdarts. Logopedie De logopedische zorg op onze school wordt verzorgd door Onderwijs Advies. De logopediste richt zich vooral op leerlingen uit groep 2 vanwege het belang van vroegtijdige signalering van eventuele taal- en/of spraakproblemen. Aan de ouders wordt altijd toestemming gevraagd voor de screening door de logopediste. Naar aanleiding van het logopedisch onderzoek vindt een gesprek met ouders en leerkracht plaats, met terugkoppeling naar de intern begeleider. De school krijgt een verslag van de logopediste. Inspectie De inspectie van het onderwijs vervult een rol als het gaat om vragen over het onderwijs, meldingen van seksuele intimidatie, seksueel misbruik of ernstig psychisch of fysiek geweld. Het meldpunt van de vertrouwensinspecteurs is: 0900-1113111 (lokaal tarief). Voor vragen over het onderwijs in Nederland kunt u terecht bij Postbus 51.
Aanvraag extern onderzoek Als de zorg na verloop van tijd niet voldoende blijkt te zijn en het intern didactisch onderzoek te weinig resultaten oplevert, kan een kind verder onderzocht worden door een medewerker van Onderwijs Advies of door een andere externe instantie Extern onderzoek wordt aangevraagd door de intern begeleider. De leerkracht vraagt eerst toestemming van de ouders voor een onderzoek en het opsturen van persoonlijke gegevens van de leerling. Als deze toestemming gegeven wordt, vult school de benodigde formulieren in. De ouders vullen hun deel van de formulieren in.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
23
Informatie die verder van belang is voor dit onderzoek wordt meegestuurd met de benodigde formulieren. De intern begeleider draagt zorg voor het verzamelen van alle gegevens en verstuurt de formulieren. Onderwijsadvies De te volgen procedure: • De vaste schoolbegeleider neemt contact op met de intern begeleider, na ontvangst van de formulieren, en maakt een afspraak voor het intakegesprek met de ouders en de leerkracht • De leerkracht stelt de ouders hiervan op de hoogte • Intakegesprek vindt plaats op school, datum voor onderzoek en nagesprek wordt hierbij vastgesteld • Onderzoek wordt gestart • Nagesprek waarin de uitslag van het onderzoek en de adviezen worden besproken. Ouders, leerkracht en intern begeleider zijn hierbij aanwezig • De leerkracht zet de lijn binnen de groep op n.a.v. de adviezen die gegeven zijn en die haalbaar zijn binnen de groep Overige instanties De volgende instanties kunnen hulp bieden in specifieke situaties. De school heeft hier hooguit een ondersteunende rol in. Nooit zal zij zelf deze instanties benaderen omdat die handeling de vertrouwensrelatie tussen school, ouder en leerling in ernstige mate zou kunnen schaden. Onderzoek of behandeling door particuliere instellingen (Denk hierbij aan: dyslexie of psychische stoornissen of sociaal-emotionele problemen) Steeds vaker maken ouders gebruik van de mogelijkheid bij particuliere bureaus onderzoek te laten uitvoeren, of hun kind daar te laten behandelen. De school wil wel aan deze onderzoeken hun medewerking verlenen, maar zal niet bijdragen in de kosten van dit onderzoek, tenzij de school zèlf het initiatief neemt voor het laten afnemen van het onderzoek. Voor alle vormen van extern onderzoek geldt heel uitdrukkelijk dat er géén onderzoek wordt aangevraagd en géén informatie wordt gegeven aan een instantie zonder de toestemming van de ouders. Externe hulpverleners door ouders ingeschakeld Het komt regelmatig voor dat ouders hulpverleners inschakelen die hulp en/of begeleiding realiseren voor hun kind. Dat is natuurlijk prima. Deze hulpverlening moet echter buiten schooltijd plaatsvinden. We vinden de situatie dat kinderen onder schooltijd school verlaten voor therapie of andere vormen van begeleiding niet wenselijk. Onder schooltijd realiseren wij een onderwijsaanbod dat voor alle kinderen bedoeld is. In individuele gevallen kan het voorkomen dat er wel toestemming gegeven wordt voor vrijstelling van schoolbezoek. Deze toestemming moet schriftelijk bij de directeur worden aangevraagd. In overleg met de intern begeleider wordt bekeken of de vrijstelling van schoolbezoek echt noodzakelijk is voor de betreffende leerling. Als op advies van school hulpverleners worden ingeschakeld, dan is het mogelijk dat begeleiding onder schooltijd plaatsvindt. Groepsleerkrachten zijn te allen tijde bereid gesprekken te voeren met externe hulpverleners door ouders ingeschakeld. Dit zal plaatsvinden op initiatief van ouders of als de groepsleerkracht de initiator is, met toestemming van de ouders.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
24
Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften (rugzakkinderen) Sinds 1 augustus 2003 is de Wet Leerlinggebonden Financiering (LGF) van kracht. Deze wet geeft ouders van een kind met een beperking het recht om de school die zij het meest geschikt voor hun kind vinden te kiezen. Dit kan een gewone basisschool zijn of een school voor speciaal onderwijs. Ook op onze school zijn deze kinderen welkom. Een rugzakleerling hoeft geen belemmering op te leveren voor andere leerlingen. Wel zullen wij als team elke rugzakleerling individueel bekijken of plaatsing binnen een groep wenselijk is voor zowel de rugzakleerling als de andere leerlingen in de groep. De ouders van het kind vragen een indicatiestelling aan voor een bepaalde groep waarbinnen de beperking van het kind valt. (de zgn. clusters) Er zijn 4 verschillende clusters: • Cluster 1: voor kinderen met visuele beperkingen. (blinde of slechtziende kinderen) • Cluster 2: voor kinderen met communicatieve beperkingen (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen) • Cluster 3: voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking • Cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen(bijvoorbeeld autisme en ADHD) Als een leerling een indicatie krijgt bij een van de clusters, krijgt het een leerlinggebonden financiering. Met dit geld kunnen ouders en school de specifieke begeleiding inkopen die deze leerling nodig heeft. Aanmeldingsprocedure Ouders die een kind met een handicap willen aanmelden kunnen hiervoor contact zoeken met de schoolleiding. De volgende procedure wordt gehanteerd: • De ouders hebben een gesprek met de schoolleiding en melden hun kind aan. Voorwaarde is dat de ouders de grondslag en de identiteit van de school respecteren • De school vraagt gegevens op over het kind • De school bestudeert de gegevens en wint desgewenst advies in • De mogelijkheden en onmogelijkheden van de school met betrekking tot de toelating van het kind worden in kaart gebracht • Het kind wordt in een teamvergadering besproken • Er wordt een gezamenlijke beslissing genomen: plaatsing, voorlopige plaatsing of afwijzing • De ouders worden van de beslissing op de hoogte gebracht. De totale procedure bedraagt maximaal 3 maanden. Overweging Bij aanmelding wordt onder andere gekeken of verwacht mag worden dat: • Het team het kind kan begeleiden zonder dat het kind of de andere kinderen daardoor te kort komen • Het kind, de andere kinderen en het team zich veilig kunnen (blijven) voelen • Het onderwijsleerproces van het kind of de andere kinderen niet belemmerd zal worden Mogelijkheden Plaatsing van kinderen met extra zorg en aandacht hangt af van de mogelijkheden die er op school zijn. Er kunnen zich omstandigheden voordoen die de mogelijkheden kunnen doen veranderen. Kinderen met extra zorg en aandacht vallen onder speciale leerlingbegeleiding.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
25
Dit houdt in, dat wij accepteren dat kinderen niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo leren. We gaan uit van verschillen tussen kinderen bij het kiezen van onze leerinhouden en doelen, waarbij verschillen in differentiecapaciteiten van leerkrachten ook een rol spelen. Voorwaarden Wanneer tot plaatsing wordt besloten, moet duidelijk zijn dat: • De leerkracht bij wie het kind wordt geplaatst tijd beschikbaar krijgt voor zaken als begeleiding, bijscholing en contacten met ouders en externe instanties • De extra informatie die voor het betreffende kind wordt ontvangen benut wordt • De ouders en de leerkracht elkaar van goede informatie voorzien • De ouders gevraagd zal worden om bij te springen als dit nodig mocht zijn • De intern begeleider of rugzakbegeleider regelmatig bij het overleg over het kind betrokken is • Er duidelijke afspraken gemaakt worden over de begeleiding van het kind (handelingsplan door de school en begeleidingsplan door de ambulante begeleider) • De zorg/begeleiding ook op langere termijn gegeven kan worden Evaluatie Met regelmaat zal bekeken worden of er voor het kind nog voldoende mogelijkheden op school aanwezig zijn. Het kind moet namelijk nog een ontwikkeling doormaken en zich veilig voelen binnen de school. Is dit niet meer of onvoldoende het geval, dan zal verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs overwogen worden.
Voorzieningen of faciliteiten behorend bij een rugzakkind Als een kind binnen onze school een rugzak heeft wordt er door de intern begeleider contact opgenomen met de SO-school die bij dit type indicatie hoort. Aan die school is ambulante begeleiding verbonden. Dit wordt geregeld vanuit de Ambulant Educatieve Dienst. De ambulante begeleider zal de leerkracht en het kind zoveel mogelijk ondersteunen om tegemoet te komen aan de zorgbehoefte van het kind. Samen met de ambulante begeleider wordt er een begeleidingsplan en een handelingsplan voor het kind opgesteld. De ambulante begeleider kan in de groep komen observeren en met de leerkracht bespreken welke aanpassingen er nodig zijn en toegepast kunnen worden. In principe werkt de ambulante begeleider niet met het kind en verlopen de contacten met de ouders hierover via de leerkracht en de intern begeleider of de rugzakbegeleider. De school krijgt beperkte faciliteiten in uren en geld. De school krijgt per rugzakkind 4 uur per week. Deze uren kunnen naar eigen inzicht door de school ingezet worden. Wij streven ernaar 2x per week met het kind buiten de groep te werken. Dit zal gedaan worden door de rugzakbegeleider. De rest van de tijd gaat op aan overleg met leerkracht, ouders, ambulante begeleider, het maken van handelingsplannen en het voorbereiden van de lessen, het uitzoeken van materiaal en het aanpassen van de leerlijn. Er is ook een bedrag beschikbaar voor bijzondere materialen of voorzieningen (bv een kleurenklok, een verstelbaar tafeltje, spel, bouwmateriaal etc.). Bij aanschaf hiervan wordt uitgegaan van de behoeften van het kind.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
26
Doubleren, verlengen of versnellen? Inleiding De wet op het Primair Onderwijs regelt onder meer dat leerlingen in acht aaneengesloten jaren het basisonderwijs moeten kunnen voltooien. Ieder jaar hebben we te maken met het nemen van een beslissing of het kind wel/niet door kan gaan naar een volgend leerjaar. Ondanks alle zorg die we op onze school aan de leerlingen bieden kunnen we niet voorkomen dat er in een aantal gevallen het besluit genomen wordt dat het beter is dat het kind blijft zitten en niet overgaat naar een volgend leerjaar, ook wel doubleren genoemd. Voor ouders en leerlingen is dit een ingrijpende beslissing. Zittenblijven betekent nl. dat de reguliere schoolloopbaan van een kind wordt onderbroken. Deze beslissing wordt daarom zorgvuldig afgewogen. Voor de groepen 1 en 2 spreken we niet van doubleren maar over kleuterverlenging.
In enkele gevallen kan het ook voorkomen dat we besluiten dat het voor het kind beter is een groep sneller te doorlopen of zelfs een leerjaar over te slaan, in dit geval spreken we over versnellen. Overgang naar een volgende groep is mogelijk als: • Er voldoende scores zijn op de onderdelen van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem • Er sprake is van een voldoende ontwikkeling naar het oordeel van de verantwoordelijke groepsleerkracht, onderbouwd door observatiegegevens uit de groep en de methodegebonden toetsen • De leerkracht het kind in staat acht met de verworven technische vaardigheden (lezen, rekenen en spelling) aan de slag te kunnen in de volgende groep. • Het een kind is met een eigen leerlijn en aangepaste eindtermen Uitgangspunten ten aanzien van doublure • Een kind doubleert als het zich onvoldoende heeft ontwikkeld(vergeleken met de algemene norm) en gebaat is met meer leertijd. Daarbij wordt gekeken naar verschillende factoren: cognitieve ontwikkeling (kennis en vaardigheden), werkhouding (concentratie, tempo), sociaal en emotionele ontwikkeling (zelfvertrouwen, faalangst, sociale vaardigheden) en de motorische ontwikkeling • Een kind doubleert in principe maximaal één keer in zijn schoolloopbaan • Als een kind doubleert wordt er een handelingsplan gemaakt waarin de invulling van de extra leertijd wordt weergegeven • Als blijkt dat een kind na de doublure nog niet in staat is om het programma van de nieuwe groep te volgen, volgt in overleg met de ouders, extern onderzoek met vervolgens-afhankelijk van de uitslag- een individuele leerlijn met aangepaste stof binnen de school te volgen of verwijzing naar een andere vorm van onderwijs. Om tot een verantwoorde beslissing te komen volgen we voor deze procedure onderstaand stappenplan: • De groepsleerkracht volgt de leerling aan de hand van zowel methodegebonden als methodeonafhankelijke toetsen. Hierbij maken we gebruik van de Cito-toetsen • De leerkracht maakt observaties van de leerling d.m.v. het invullen van de SCOLobservatielijsten. Dit gebeurt 2x per jaar, maar ook observaties in de klas op het gebied van concentratie, tempo en werkhouding • De ontwikkeling van de leerkracht wordt periodiek besproken met de intern begeleider of in een teamvergadering • In eerste instantie zal een leerling bij achterstand extra begeleiding krijgen. Deze begeleiding wordt geëvalueerd en vastgelegd in het leerlingdossier Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
27
• • • • • •
Soms wordt hierbij advies gevraagd van een adviseur van VIA Leiden of Onderwijs Advies De zorg wordt tijdens de eerste rapportenavond met de ouders besproken en vastgelegd in het leerlingdossier In maart wordt de leerling als mogelijke zittenblijver/versneller besproken in de Centrale leerlingbespreking en wordt er een voorlopig besluit genomen De ouders worden hier tijdens de tweede rapportenavond van op de hoogte gebracht De leerkracht en/of de intern begeleider maakt 8 weken voor het eind van het schooljaar het definitieve standpunt bekend aan de ouders Wanneer een leerling een kleuterverlenging heeft gehad op basis van een overwegend cognitief probleem dan kan er niet meer gedoubleerd worden in een ander leerjaar. Wel kan het dan doorgaan met een eigen leerlijn.
We willen geen beslissingen forceren, bij sommige leerlingen is het belangrijk hen ontwikkeltijd tot aan het eind van het schooljaar te geven en dan pas de beslissing te nemen. Dit zal dan altijd in overleg met de ouders worden afgesproken. Het advies van de school is bindend. Mochten ouders, ondanks het uitdrukkelijke advies van de school, niet instemmen met doublure dan gaat het kind toch naar de volgende groep maar worden de ouders wel uitdrukkelijk en schriftelijk gewezen op de besluitvorming. De ouders ondertekenen dit formulier. Criteria voor doublure of versnellen Om voor iedereen de criteria op basis waarvan de school tot het advies van doublure komt helder en transparant te maken zijn ze opgenomen in het Protocol Doubleren en Versnellen. (op school aanwezig) Hieronder staan per groep kort samengevat de criteria waaraan een leerling moet voldoen. Groep 1 en 2 De wet op het Primair onderwijs en de toezichthouder (de onderwijsinspectie) willen graag dat kinderen die vóór 1 januari vier jaar worden starten in groep 1 en aan het einde van het schooljaar doorstromen naar groep 2. Zo kunnen zij de basisschool doorlopen in (minder dan) 8 jaar. Dit geldt overigens ook voor kleuters uit groep 2, die qua leeftijd wel zouden kunnen doorstromen naar groep 3, maar er nog niet klaar voor zijn. Wij vinden de ontwikkeling van kinderen (sociaal-emotioneel en cognitief) bepalend, en niet zo zeer de geboortedatum en leeftijd. Aangezien de ontwikkeling van een leerling uit groep 1 en 2 vaak sprongsgewijs gaat, zal de uiteindelijke beslissing welke groep het best bij het kind past op een later tijdstip definitief genomen worden. Wat zijn belangrijke criteria waarop een keuze genomen kan worden: • Sociaal-emotionele rijping / weerbaarheid • Niet voldoen aan de leervoorwaarden • Grote spraakproblemen • Fijne motoriek • Zelfstandigheid, taakgerichtheid, werkhouding, concentratie, tempo en motivatie. Er is alleen sprake van kleuterverlenging wanneer meerdere criteria niet voldoende ontwikkeld zijn.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
28
Groep 3 en 4 • Sociaal-emotionele rijping / weerbaarheid. • Minimale AVI score (E3 en E4) voor einde huidige groep gebaseerd op de CITO– eisen. • Minimale basisvaardigheden rekenen, taal en lezen. • Zelfstandigheid, taakgerichtheid, werkhouding, concentratie, tempo en motivatie. Er is alleen sprake van doubleren als aan meerdere criteria niet wordt voldaan en als verwacht wordt dat een kind door doublure kan groeien. Groep 5 en 6 • Sociaal-emotionele rijping / weerbaarheid. • Als niet voldaan wordt aan de geëiste doelen van rekenen, taal, spelling, begrijpend. lezen en technisch lezen. • Als de begripsvorming van een kind onvoldoende is. • Zelfstandigheid, taakgerichtheid, werkhouding, concentratie, tempo en motivatie. Er is alleen sprake van doubleren als aan meerdere criteria niet wordt voldaan en als verwacht wordt dat een kind door doublure kan groeien. Groep 7en 8 • Sociaal emotionele rijping / weerbaarheid. • Als het kind (in onze optiek) niet klaar is voor het voortgezet onderwijs. • Als het kind niet klaar is voor groep 8. Wèl wordt gelet op leertechnisch aspect. • De verwachting dat het kind met doubleren beter zal gaan scoren. • Als verwacht wordt dat een kind door doublure kan groeien. (Sociaal-emotioneel dan/wel didactisch) Na groep 8 gaan de leerlingen naar het middelbaar onderwijs. Ouders maken een keuze op basis van het schooladvies en de uitslag van de Eindtoets Cito. Extra Bij het twijfelachtige profiel kunnen de volgende factoren meewegen: • Leeftijd • Postuur • Lichamelijke conditie (o.a. snel moe?) • Schoolloopbaan, bijv. steeds twijfelachtig over • Relaties, heeft de leerling vriendjes in de groep, komt hij bij doublure bij een jonger broertje of zusje • De sociaal-emotionele ontwikkeling • Werkhouding, w.o. ook motivatie en faalangst • Interesse • Gezinssituatie • Schoolorganisatie, grote of kleine groep, rustige of drukke groep • Eventueel aanwezige onderzoekgegevens • Mening van de ouders
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
29
Versnellen Het kan voorkomen dat we tijdens de schoolloopbaan in enkele gevallen beslissen dat het beter voor het kind is te versnellen. (Protocol kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong) Dit zal altijd in samenspraak met de ouders en het kind besloten worden. Het overslaan van een groep is een verantwoordelijkheid van het hele team. Het overslaan van een groep wordt spaarzaam en het liefst zo jong mogelijk toegepast omdat: • Het overslaan van een groep kans loopt te mislukken. De bedoeling is dat het kind aan kan sluiten bij de volgende groep. In een aantal gevallen lukt dat echter niet omdat het emotioneel nog niet toe is aan die overstap • Het mislukken negatieve gevolgen kan hebben voor het sociaal welbevinden • Demotivatie een gevolg kan zijn • Het zelfvertrouwen kan worden geschaad • Er op het moment van overslaan een gat ontstaat bij bepaalde vakken die de volgende groep al wel aangeboden hebben gekregen Versnellingen kunnen voorkomen door de hele school. Het gaat vaak om kinderen die de technische vaardigheden (lezen, rekenen en spellen) al goed beheersen en van wie de interesse naar diverse zaken zo groot is dat de huidige groep niet veel meer te bieden heeft. Uitdaging om verveling en ongewenst gedrag te voorkomen kan mede een belangrijk argument zijn om tot versnellen te besluiten. Een versnelling kan 1 keer toegepast worden op een schoolloopbaan van 8 jaar Vervroegde overgang naar groep 3: Om deze beslissing te kunnen nemen kijkt de leerkracht naar de volgende aspecten: • De werkhouding van het kind moet erg goed zijn, een kind moet langere tijd achter elkaar door kunnen blijven werken, gemotiveerd zijn om te werken en het kind moet ook uit zichzelf regelmatig kiezen voor ontwikkelingsmaterialen en moeilijkere spelletjes • Hoe is de sociale ontwikkeling van het kind, voelt het zich thuis bij deze leeftijdsgroep, wordt het ook opgenomen door deze kinderen • Spelontwikkeling: rollenspel, zoekt het kind naar extra uitdagingen in het spel, kiest het voor moeilijkere activiteiten • De taalontwikkeling: spreekt het kind in goed opgebouwde zinnen, rijke woordenschat en beheerst het kind de leesvoorwaarden • Het kind moet emotioneel stabiel zijn en zelfvertrouwen hebben • Het kind moet de fijne motoriek beheersen in verband met het leren schrijven • Het kind moet voldoen aan de rekenvoorwaarden • Het kind moet snel van begrip zijn, een goede concentratie en brede belangstelling • Het kind moet gemotiveerd zijn om naar groep 3 te gaan. • Het kind behaalt zeer goede scores op de Cito-toetsen oudste kleuters In het geval van vroegtijdig naar groep 3 gaan ligt de beslissing bij de leerkracht, in overleg met de intern begeleider. Eindverantwoordelijk blijft de directeur
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
30
Het versnellen in de groepen 3 tot en met 8 Een leerling die in aanmerking komt om te versnellen wordt bij ons op school aangeduid met de benaming: kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Deze leerlingen gaan sneller door de stof heen dan alle andere kinderen en verdienen aandacht en extra materiaal op hun niveau. Wij geven op school de voorkeur om deze kinderen zover als mogelijk is bij de leeftijdsgroep te laten, maar wel voldoende uitdaging te geven door middel van het compacten van de leerstof en uitdagende, verrijkingsleerstof aan te bieden. Maar soms is dit niet voldoende en kan versnellen aan de orde komen. Criteria voor het versnellen in de groepen 3 tot en met 8: Leerlingen die in aanmerking komen om te versnellen zijn op de volgende vaardigheden minimaal een jaar voor op hun leeftijdsgenootjes. 1. Cognitieve vaardigheden. Hierbij wordt er gekeken naar de methode onafhankelijke Cito-toetsen op de volgende vakgebieden: Technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. 2. Sociaal-emotionele vaardigheden en persoonlijkheidsontwikkeling 3. Vaardigheden m.b.t. werkhouding, tempo en zelfstandigheid Deze vaardigheden staan op volgorde van belangrijkheid en moeten in combinatie met elkaar gezien worden. Een leerling kan nooit op bijvoorbeeld alleen sociaal-emotionele gronden worden doorgeplaatst. Aan het begin van het volgend schooljaar wordt er door de leerkracht een plan van aanpak geschreven om de overgang en de aansluiting met de nieuwe groep zo goed mogelijk te laten verlopen.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
31
Registratie en dossiervorming Registratie binnen de groep Klassenmap Map waarin de leerkracht de absenties en de uitslagen van alle methodegebonden toetsen bewaart. Deze map ligt in de klas. Zorgmap Map waarin de leerkracht de uitdraai van het groepsoverzicht van de Cito-toetsen bewaart, testgegevens logopedie, intakeformulieren, uitdraai handelingsplannen en een kopie van het laatste rapport bewaart. Deze map ligt in een afgesloten kast in de klas. Toetsmap leerlingen Hierin worden de antwoordenbladen van de gemaakte toetsen van de leerlingen bewaard. Aan het eind van het schooljaar worden deze vernietigd. Esis, ons leerlingvolgsysteem Op onze school maken we gebruik van Esis. Dit is een volledig geïntegreerd leerlingvolg- en schooladministratie programma. Met Esis kan de leerkracht, de intern begeleider, de ict-er en de directie volledig webbased werken binnen de school en vanuit huis. Leerkrachten registreren hierin de toetsresultaten van de niet-methodegebonden toetsen, verslag van oudergesprekken, korte aantekeningen n.a.v. observaties en gesprekken met externe contacten. Handelingsplannen worden hier ook in gemaakt. Verder kan de leerkracht alle relevante dagelijkse informatie opvragen, zoals absenties, gegevens van de ouders en noodadressen. Leerkrachten beschikken enkel over de informatie van hun huidige groep(en). De leerkracht is uiteindelijk verantwoordelijk voor het up-to-date houden van de aantekeningen en registraties in Esis. Hij/zij mag daar anderen op aanspreken wanneer anderen zich niet aan de afspraken houden. Directie en intern begeleider hebben toegang tot alle groepen. Dossier Intern begeleider Dit is het leerlingdossier voor de leerlingen die bij de intern begeleider zijn aangemeld. Naast het digitale systeem is de dossiermap van een kind de plaats waar alle relevante informatie van het kind bewaard wordt. Deze dossiermap hangt in de dossierkast, welke staat in de ruimte van de intern begeleider. In ieder geval wordt hierin opgeborgen: - Externe onderzoeken - Observaties gedaan door anderen dan de leerkracht - Een kopie van alle documentatie die verstuurd wordt naar derden, met toestemming van de ouders.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
32
De intern begeleider draagt zorg voor het actueel houden van dit dossier. Leerkrachten dragen zorg voor het overhandigen van formulieren die in dit dossier moeten worden opgeborgen. Dossierkast directeur Hierin is het inschrijfformulier en onderwijskundige rapporten vanuit een eventueel vorige school terug te vinden. Gegevens oud-leerlingen Hierin zitten de dossiers van onze oud-leerlingen. Deze worden 3 jaar bewaard.
Afspraken over het dossier en recht van inzage De groepsleerkracht zorgt voor het onderhoud van de klassenmap en de zorgmap. Aan het eind van elk schooljaar zorgt de leerkracht ervoor dat de leerlinggegevens op orde zijn, zowel in de zorgmap als de registraties in Esis. De zorgmap wordt overgedragen naar de leerkracht van de volgende groep. De toetsmap wordt leeggemaakt. Leerkrachten hebben inzage in het totale dossier van de kinderen in hun groep. De Intern Begeleider bewaakt het leerlingdossier. Zij controleert of de leerkrachten de toetsen ingevoerd hebben, handelingsplannen hebben afgerond, registraties in Esis zijn gemaakt en of de overdracht naar een volgende groep volgens de gemaakte afspraken verloopt. De intern begeleider heeft inzage in alle dossiers. De ICT-coördinator heeft inzage in het dossier die betrekking hebben op het op orde houden van het systeem. De directeur heeft inzage in alle dossiers.
De administrateur heeft toegang tot het voor de administratie relevante deel, zoals inschrijvingen nieuwe leerlingen, absenties bijhouden, veranderingen in adres of telefoongegevens. Ouders kunnen het dossier inzien wanneer zij een afspraak hebben gemaakt met de directie of de intern begeleider. Deze is ook aanwezig bij het inzien van het dossier en geeft toelichting waar nodig. De leerkracht kan hierbij aanwezig zijn. Er mogen geen gegevens uit het dossier worden verstrekt aan derden, zonder toestemming van de ouders/verzorgers.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
33
Het overdragen van het dossier aan derden Het registreren van de vorderingen van een leerling en het aanleggen van een dossier betreft privacygevoelige informatie. Daarom is het van groot belang dat deze informatie goed beschermd is en slechts in uitzonderlijke gevallen wordt overgedragen aan derden. Binnen onze school hebben we hierover de volgende afspraken gemaakt wat betreft het overdragen van gegevens aan derden: • Het dossier in zijn geheel, of onderdelen, wordt nooit overgedragen aan derden zonder toestemming van de ouders. • Bij verhuizing en of verplaatsing naar een andere basisschool wordt er door de school een digitaal overdrachtsdossier gemaakt en beveiligd via de mail verzonden naar de ontvangende school nadat er bij ons een bericht van inschrijving binnengekomen is. Hierin staan de NAW(naam, adres en woonplaats) gegevens, de uitslagen van de Cito-toetsen en algemene kenmerken van het kind. • Bij een verhuisrapportage worden geen dossiergegevens gevoegd, tenzij de ouders daar toestemming voor hebben gegeven. Er kan in deze rapportage wel verwezen worden naar bijv. een onderzoek dat plaats heeft gevonden. • Het DOD(Digitaal Overdrachts Dossier) mag zonder toestemming van de ouders verzonden worden, maar de ouders hebben wel recht op inzage. • Bij de overgang naar het Voortgezet onderwijs wordt er ook een digitaal overdrachtsdossier gemaakt. Deze wordt door de leerkracht met de ouders besproken.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
34
De orthotheek Wij beschikken op school over een aparte ruimte waarin alle materialen bijeen gebracht zijn die door de leerkrachten gebruikt kunnen worden ter ondersteuning van de zorgleerlingen. Deze leermiddelen zijn verdeeld per vakgebied: • Rekenen • Lezen, zowel technisch lezen als begrijpend lezen • Taal • Spelling • Schrijven • Motoriek • Materialen te gebruiken voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong De leer- en hulpmiddelen zijn niet bedoeld voor klassikaal gebruik maar voor kinderen die nog extra oefening of extra uitdaging nodig hebben. Achtergrondinformatie over verschillende onderwerpen (ADHD, Autisme, Hoogbegaafdheid, werkhoudingsproblemen etc.) is terug te vinden in de kamer van de intern begeleider. De intern begeleider is verantwoordelijk voor het inrichten en het bijhouden van de orthotheek. Daarnaast heeft de school abonnementen op onderwijstijdschriften die recente informatie verschaffen over nieuwe leermiddelen/methoden. Deze tijdschriften liggen in de teamkamer.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
35
Protocollen Wij zijn op onze school gestart met het maken en ontwikkelen van verschillende protocollen (naast de protocollen die vanuit ons bestuur opgesteld zijn) Ons streven is dat deze protocollen in 4 schooljaren functioneel zijn (2011 – 2015). De volgende protocollen zijn klaar of in ontwikkeling: Leerproblematiek: Dyslexie (in ontwikkeling) Dyscalculie (in de wachtkamer) Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong (klaar, maar moet weer aangepast worden in verband met het werken met Levelwerk) Rugzakleerlingen (Klaar) Sociaal -emotionele ontwikkeling: Pestprotocol (klaar) Beleid rond storend gedrag (in ontwikkeling) Rouwverwerking (in ontwikkeling) Schoolse zaken: Nieuwe leerkracht begeleiding (klaar) Inschrijving nieuwe leerling (in ontwikkeling) Vorming schooladvies (in ontwikkeling) Doubleren en versnellen (klaar) Incidentenformulier (klaar) Calamiteitenformulier (klaar) De Protocollen kunt u opvragen bij de directie of de intern begeleider. Het streven is, waar mogelijk, deze protocollen op de website te publiceren.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
36
Bijlage 1 Niveau1
Niveau_2
De indeling van de vijf niveaus van zorg Geen probleem
Leerling wordt bewaakt in de groep - algemene leerlingbespreking - resultaten toetskalender - gesprekken met ouders - observaties groepsleerkracht
Leerkracht signaleert problemen: - observatie door leerkracht - analyse werk - analyse resultaten LVS (leerlingvolgsysteem) - analyse dossier - afname eenvoudige toetsjes i.o.m. I.B.-er - gesprek met ouders (oplossingsgericht) - gesprek met vorige leerkracht - collegiale consultatie - verlengde instructie; event. met verkort handelingsplan (6á8 weken)
Probleem wordt opgelost
Probleem wordt niet opgelost
Niveau_3
In overleg met I.B-er: Opstellen verbetertraject in en buiten de groep in handelingsplannen (of begeleidingsplan): - extra instructie - aanpassing tempo - extra oefen- herhalingsstof - extra hulp bij verwerking - versterking motivatie - versterking competentiegevoelens - aandacht voor pedagogische relatie: ll-lkr en ll-ll - ouders inschakelen
Evaluatie verbetertraject - procesevaluatie; hoe is het verlopen? - productevaluatie; wat is er ondernomen en met welke resultaten?
Probleem wordt niet opgelost
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
Verbetertraject succesvol afgerond: ll. in zorgniveau 2 Voortgang verbetertraject al of niet in aangepaste vorm.
Leerling blijft in de zorgstructuur van de school
37
Niveau 4
Handelingsplan op basis van externe analyse - uitvoering in de groep - uitvoering door R.T.-er - uitvoering m.b.v. externe hulpverlener; Preventief Ambulante Begeleiding of Ambulante Begeleiding
Evaluatie handelingsplan - procesevaluatie (hoe ging het?) - productevaluatie (wat is het resultaat?)
Leerling blijft in zorgstructuur van de school: - zorgniveau 3 op basis van duidelijke diagnose
Probleem is niet of onvoldoende opgelost - intensivering, uitbreiding handelingsplan - structurele oplossing binnen de school: doubleren, plaatsing in ander niveau aangepast programma (op basis van het Ontwikkelingsperspectief) weergegeven in handelingsplan waarbij er een aanpassing is in moeilijkheidsgraad - hoeveelheid stof – tempo - extra oefenstof - andere stof - aanpak gedrag (eigen leerlijn)
Niveau_5
Evaluatie structurele oplossing - productevaluatie - procesevaluatie - pedagogische aanpak - positie t.o.v. medeleerlingen - visie van ouders - visie van de school: (on-)mogelijkheden van de school
Leerling blijft in de zorgstructuur van de school (niveau 3) Voortgang aangepast programma in al dan niet gewijzigde vorm, weergegeven in handelingsplan
Externe oplossing - kort tijdelijke plaatsing en/of partiële plaatsing - plaatsing op andere basisschool - VIA / PCL – onderwijskundig rapport - plaatsing SBO - aanvraag CVI (rugzak of plaatsing SO) indien rugzak >>ll in zorgniveau 4
De leerkracht en I.B-er blijven verantwoordelijk tot plaatsing andere Basisschool / SBO/ SO
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
38
Bijlage 2
Het handelingsplan
Vakgebied
:
Naam leerling Geboortedatum Groep Schoolloopbaan Leerkracht Opgesteld door
: : : : : :
Datum melding aan ouders Startdatum Evaluatiedatum
: : :
Beginsituatie(voormeting adv toetsresultaten/observaties/analyse e.d.)
Aanleiding en hulpvraag
Concrete doelstelling: doelstelling moet smart zijn: Specifiek (wat wil je precies bereiken, wat voor kennis/ vaardigheden moeten beheerst worden) Meetbaar (zorg dat je doelstelling meetbaar is, noem meetbare aspecten) Acceptabel(Is er voldoende draagvlak, zijn alle betrokkenen het eens met het doel) Realistisch(is het doel haalbaar voor school en leerling Tijdgebonden(wanneer moet het doel bereikt zijn) Doelstellingen •
Aanpak Hoe?
:
Materiaal?
:
Wie & waar?
:
Wanneer?
:
Frequentie?
:
Evaluatie(nameting) (de test/toets, observatie uit voormeting herhaal je) Resultaat:
0 voldoende 0 onvoldoende
namelijk:
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
39
Vervolgactie (‘s) 0 tweede handelingsplan 0 gesprek met ouders 0 gesprek met intern begeleider 0 anders,
namelijk:
Verklaring:
Datum:
De ouders hebben kennis genomen van dit HP en gaan akkoord
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
40
Bijlage 3
Maand Oktober
Week
Datum
41t/m 11-10-2010 t/m 25-1043
November
De toetskalender schooljaar 2010-2011
45
Toetsonderdeel
Voor groep
SCOL
1-8
SCOL
1-8
2010
01-11-2010
Herfstsignalering (na
3
kern 3) 46
08-11-2010
Spelling – Niet
8
werkwoorden en Spelling werkwoorden Begin 48
Januari
29-11-2010
2 t/m 10-01-2011 t/m 31-015
Begrijpend Lezen Begin
8
Rekenen Begin
8
Rekenen - Midden
4-8
Taal voor kleuters -
1-2
2011
Midden Ordenen - Midden
1-2
DMT
3-8
Spelling - Midden Leestempo&
3-7 6-8
Leestechniek Technisch lezen Midden Begrijpend lezen Februari
5
01-01-2011
Eindtoets Cito
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
3-5 4-7 8
41
Maand
Week
6
Datum
07-02-2011
Toetsonderdeel Rekenen AVI
Voor groep 3 Alleen voor de D en E leerlingen
Mei
20
16-05-2011
Entreetoets Cito
21
30-05-2011
Ordenen Eind
1-2
Spelling Eind
3-7
Werkwoordspelling Juni 23
7
7
Hele maand
SCOL
1-8
06-06-2011
Taal voor Kleuters Eind
1-2
Rekenen Eind
3-7
DMT
3-7
AVI
Alleen voor de D en E leerlingen
24
13-06-2011
Technisch Lezen Eind
3-5
Begrijpend Lezen Eind
3-4
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
42
Bijlage 4
Het overdrachtsformulier Overdracht zorgleerlingen
Groep:
Schooljaar: 200. - 200..
Naam leerling
Wat is de zorg?
Wat doen we eraan?
HP j/n
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Ingevuld door:
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
43
Doel van deze registratie: Bij de overdracht van de leerlingen is het duidelijk welke leerlingen extra zorg nodig hebben, zodat de doorgaande lijn voor de leerling gewaarborgd blijft. De intern begeleider krijgt hierdoor een totaaloverzicht van de zorgleerlingen binnen de school. Dit overzicht wordt gebruikt voor de jaarevaluatie van WSNS. Een kopie hiervan wordt aan het eind van het schooljaar in het postvakje gedaan van de intern begeleider. Het origineel gaat met de leerling mee in de leerlingenmap naar de volgende klas. Wat is de zorg: Geef in een trefwoord aan op welk gebied er zorg was, b.v. tempoproblemen hoog/laag, concentratie, rekenproblemen met …., hoogbegaafd, schrijfproblemen, gedragsproblemen, dyslexie, rugzak etc. Wat doen we eraan: Bijv. aangepast programma, eigen programma, remedial teaching, structurele extra hulp, tutorlezen, begeleiding door externe instantie zoals logopediste, ambulante begeleiding, fysiotherapie e.d. HP j/n: Wordt er bij dit kind gewerkt met een handelingsplan, ja of nee?
De kinderen waarvoor incidenteel extra werk is verzorgd, worden niet op dit formulier vermeld.
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
44
Bijlage 5
De overdracht tussen twee schooljaren
Door te nemen onderdelen:
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12
De toetsen uit het leerlingvolgsysteem De rapporten Handelingsplannen Externe hulp, zoals rt, logopedie, speltherapie etc. Onderzoeksgegevens Als het nodig is de thuissituatie Medische gegevens, gebruik medicijnen, ziekte etc. Kind gegevens die van belang zijn zoals concentratie, werkhouding etc. Zorgleerlingen, hierbij denken aan dyslexie (is er wel/geen verklaring, ADHD, rugzak etc.). Vermelden hoe je deze hebt begeleid en wat belangrijk is dat de volgende leerkracht overneemt in zijn/haar handelen De nieuwe individuele handelingsplannen voor komend schooljaar doornemen Groepshandelingsplannen voor bijv. Ralfilezen worden door de nieuwe leerkracht gemaakt aan het begin van het schooljaar Een kind met een zorgarrangement en wat dit inhoudt
Zorgplan OBS Woutertje Pieterse 2010-2014
45