Schoolplan 2007 - 2011
Openbare basisschool Woutertje Pieterse Houtlaan 60 2334 CL Leiden 071- 515 49 03 071- 361 83 48
Inhoudsopgave Schoolplan 2007-2011 0 1
Naam Voorwoord (1 blz.) Inleiding (1 blz.)
2
Schoolbeschrijving (2 blz.)
3
Onderwijskundig beleid (10 blz.)
4
Personeelsbeleid (4 blz.)
5
Organisatie & beleid (5 blz.)
6
Financieel beleid Materieel beleid (3 blz.)
7
Kwaliteitsbeleid (10 blz.)
Schoolplan 2007—2011
Inhoud • Relatie met WMK: beleidsterreinen en competenties 1.1 1.2 1.3 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 4.1 4.2 4.3 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 7.0 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11
Doelen en functie van het schoolplan Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan Verwijzingen Kenmerken school Kenmerken directie en leraren Kenmerken leerlingen Kenmerken ouders en omgeving Prognoses: interne en externe ontwikkelingen Missie + mission statement + streefbeelden Visie(s) Identiteit Leerstofaanbod + Toetsinstrumenten Taalbeleid Sociaal-emotionele ontwikkeling Actief Burgerschap ICT Leertijd Pedagogisch Klimaat Didactisch Handelen Zorg en begeleiding Opbrengsten Kengetallen: in- door- en uitstroom Organisatorische doelen Schoolleiding Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering Structuur (organogram) schoolorganisatie + besturingsfilosofie Structuur (groeperingsvorm) Schoolklimaat (incl. Sociale Veiligheid en Risico-Inventarisatie) Communicatie (intern) Communicatie (met externe instanties) Communicatie (met ouders) Buitenschoolse opvang (voor-, tussen- en naschools) Lumpsum financiering – ondersteuning Externe geldstromen Interne geldstromen Sponsoring Begrotingen Kwaliteitszorg Terugblik Schoolplan 2003-2007 Analyse inspectierapport(en) Kwaliteitszorg en ouders + Analyse oudervragenlijst Kwaliteitszorg en leerlingen + Analyse leerlingenvragenlijst Kwaliteitszorg en leraren + Analyse lerarenvragenlijst Het evaluatieplan Kwaliteitsprofiel (sterkte/zwakte-analyse) Plan van Aanpak (2007-2008) Plan van Aanpak (2008-2009) Plan van Aanpak (2009-2010) Plan van Aanpak (2010-2011)
Woutertje Pieterse
2
Voorwoord De indeling van het schoolplan 2007-2011 is afgestemd op beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 7). Dit betekent, dat wij deze beleidsterreinen: 1. Beschrijven 2. Periodiek (laten) beoordelen 3. Borgen of verbeteren
Wat beloven we? [zie schoolplan] Doen wij wat we beloven? Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren?
De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtskader. Tevens beschrijven we in deze inleiding de competenties (in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid (zie hoofdstuk 4). De beleidsterreinen en de competenties zijn logisch gekoppeld (zie schema) en afgeleid van de zeven bekwaamheidseisen in de wet Bio. Onze beleidsterreinen
Onze competenties
(kwaliteitszorg)
(integraal personeelsbeleid)
Kwaliteitszorg Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten Leertijd Pedagogisch klimaat
Gerichtheid op kwaliteit Vakmatige beheersing
Competent in reflectie en ontwikkeling (7) Vakinhoudelijk competent (3)
Gebruik leertijd Pedagogisch handelen
Didactisch handelen
Didactisch handelen
Organisatorisch competent (4) Pedagogisch competent (2) Interpersoonlijk competent (1) Didactisch en vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Interpersoonlijk competent (1)
Schoolklimaat Zorg en begeleiding Opbrengsten Professionalisering Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie Externe contacten Contacten met ouders ICT Levensbeschouwelijke identiteit Taalbeleid
Zorg voor leerlingen Opbrengstgerichtheid Professionele instelling Communicatie Communicatie Communicatie Omgang met ICT Handelen vanuit identiteit
Afgeleid van de Wet BIO
Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in reflectie en ontwikkeling (7) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Vakinhoudelijk competent (3)
In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen (zie inhoudsopgave) die nader ingaan op de doelen die we stellen ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen. In hoofdstuk 4, Integraal Personeelsbeleid, gaan we nader in op de rol en de functie van de onderscheiden competenties.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse
3
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1. Doelen en functie van het schoolplan Dit beleidsplan van de openbare basisschool Woutertje Pieterse geeft de voorgestelde schoolontwikkeling voor de periode 2007 –2011 weer. Het schoolplan is een planningsdocument voor de schoolontwikkeling. Deze ontwikkeling is gebaseerd op analyse van het onderwijs en vastgelegd in beleidsvoornemens binnen een vierjarenplan. In dit document wordt aangegeven hoe we er als school voorstaan in 2007 en waar we naar toe willen in 2011. Het verscherpt de visie, geeft een beeld van de deskundigheid van en de beeldvorming over de school. In het schoolplan staat vermeld welke kerndoelen de school heeft bereikt en aan welke kerndoelen de school gaat werken van het verbeterplan. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2007-2011. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken, of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren.
1.2.
Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan
Het schoolplan is een vastlegging van activiteiten die er op school gebeuren en gaan gebeuren. Deze vastlegging is voorbereid door de directie, bestaand uit de directeur en adjunct-directeur, besproken in teamvergaderingen en vastgesteld in de Medezeggenschapsraad. Het schoolplan is vastgesteld voor een periode van vier jaar. Dit omvat de schooljaren 2007 – 2011. De evaluatie van het onderwijs en de activiteiten vindt plaats gedurende het hele schooljaar. Dit geschiedt in plenaire teamvergaderingen, bouwvergaderingen en de vergaderingen van de medezeggenschapsraad. Vastlegging daaromtrent vindt jaarlijks plaats in de vorm van een jaarsverslag en een beleidsplan met voornemens voor het volgend schooljaar.
1.3.
Verwijzingen
Regelmatig wordt in dit document verwezen naar bijlagen. Deze zijn te vinden in het bijlagendeel. De school heeft hiervoor gekozen om het schoolplan leesbaar en toegankelijk te houden. De bijlagenmap bevindt zich op school.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse
4
Hoofdstuk 2 2.1.
Schoolbeschrijving
Kenmerken school
Openbare basisschool Woutertje Pieterse Houtlaan 60 Faljerilstraat 1 2334 CL Leiden 2334 CM Leiden 071-5154903/3618348 071-5157426
[email protected] www.woutertjepieterse.net
Woutertje Pieterse is een basisschool voor openbaar onderwijs, gelegen aan de Houtlaan 60 te Leiden, met een dependance in de Faljerilstraat 1. Openbaar onderwijs is voor iedereen, ongeacht de godsdienstige, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond of nationaliteit. De openbare school wordt bestuurd door de gemeente Leiden. De bestuurstaken worden uitgevoerd door het college van Burgemeester en Wethouders, in het bijzonder de wethouder van Onderwijs. Momenteel is een proces van verzelfstandiging gaande. De verwachting is dat omstreeks augustus 2008 het openbaar onderwijs als zelfstandige stichting zal functioneren. Het Bureau Openbaar Onderwijs draagt zorg voor het benoemen van het personeel, de inhoudelijke begeleiding van het openbaar onderwijs en voor de financiering van de onderwijsactiviteiten. De directie bestaat uit de directeur en de adjunct-directeur.
2.2.
Kenmerken directie en leraren
De Woutertje Pieterse is een school met ongeveer 340 leerlingen, verdeeld over 14 groepen. Elk schooljaar wordt na de “teldatum” (1 oktober) door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld op hoeveel leerkrachten de school recht heeft met ingang van het nieuwe schooljaar. Op onze school werken op dit moment 1 directeur, 1 adjunctdirecteur , 23 leerkrachten (5 fulltime en 18 part- time), een vakleerkracht voor gymnastiek en 2 klassenassistentes. Ook zijn er binnen onze school 2 conciërges en een administratieve kracht werkzaam. Verdeling personeel naar leeftijd, sexe, parttime/fulltime functie < 25 o.p. directeur adj.directeur o.o.p. totaal
Schoolplan 2007—2011
25-34 4
35-44 9
45-54 6
55+ 4 1
Man 3 1
1 1 5
10
1 7
3 8
1 5
vrouw 20 1 4 25
parttime fulltime 18 5 1 1 2 3 21 9
Woutertje Pieterse
5
Specialismen team
- De vakleerkracht
is verantwoordelijk voor een speciaal vak. Op onze school hebben wij een vakleerkracht voor gymnastiek
- De interne begeleider
coördineert de interne leerlingenzorg. Hij/zij adviseert en begeleidt de groepsleerkrachten over de leervorderingen en de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Hij/zij houdt alle toetsoverzichten in de gaten en leidt de leerlingbesprekingen.
- De contactpersoon
is de leerkracht in de school bij wie alle leerlingen, ouders en leerkrachten terecht kunnen als ze met problemen zitten waarover ze graag een keer in vertrouwen willen praten. Dit kan b.v. gaan over pesten, seksuele intimidatie of mishandeling. De contactpersoon is aangesteld door de gemeente.
- De godsdienstleerkracht geeft godsdienstonderwijs aan de leerlingen van groep 5 en 6, als de ouders hiervoor toestemming geven.
Ziekteverzuimpercentage (april 2007) leeftijdscategorie mannen vrouwen 0 tot en met 24 jaar 0 0 25 tot en met 34 jaar 0 4,2 35 tot en met 44 jaar 0,5 20,9 45 tot en met 54 jaar 0 9 55 tot en met 64 jaar 11,5 11,6 Vanaf 65 jaar 0 0 totaal 7,2 10,9
functiecategorie op oop totaal
Schoolplan 2007—2011
mannen 1,3 30,9 7,2
vrouwen 11,4 6,1 10,9
totaal 0 4,2 14,5 9 11,5 0 10
totaal 9,2 15,5 10
Woutertje Pieterse
6
2.3.
Kenmerken leerlingen
Jaar
Totaal
0
0,25
0,3
0,7
0,9
1,2
1-10-2003 1-10-2004 1-10-2005 1-10-2006 1-10-2007 1-10-2008 1-10-2009 1-10-2010 1-10-2011 Groen is prognose
342 327 339 333 335 340 352 363 380
319 298 313 311 312 316 325 335 349
5 7 12 6 7 7 8 12 15
0 0 0 1 1 1 2 2 1
0 0 0 0 0 0 0 0 0
18 22 14 15 15 16 17 14 15
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Weging % 23=7 % 29=9 % 26=9 % 22=7 % 23=7 % 24=7 % 27=8 % 28=8 % 31=8 %
Onze school vormt voor 70 % een afspiegeling van de wijk waar onze school in staat. Wij hebben de laatste jaren bij een deel van onze leerlingen een verandering van het gedrag geconstateerd. Meerdere opvoedkundige taken komen steeds meer op het bord van de leerkracht te liggen en daarom ontstond de behoefte aan gezamenlijke afspraken en het beter volgen van de leerling in geval van afwijkend gedrag. Er is inmiddels een leerlingvolgsysteem met betrekking tot de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. In de klas moet dagelijks/wekelijks aandacht besteed worden aan de verschillende aspecten van het eigen gedrag en de invloed van de omgeving op het gedrag. Er zijn op school 4 leerlingen met een rugzakje , volgens een REC 2,3 en 4 indicatie Deze leerlingen hebben extra ondersteuning in de daarvoor geoormerkte uren. 2.4.
Kenmerken ouders en omgeving
De ouders van Woutertje Pieterse hebben veelal een opleiding op HBO- of universitair niveau. Door de instroom uit andere wijken komen ook andere opleidingniveaus voor. ( <10 %). Veel ouders werken allebei. Doordat de school een continurooster heeft met tussenschoolse opvang, trekt dit met name veel ouders uit bovengenoemde categorie De betrokkenheid van de ouders bij de school is groot. De school is voortgekomen uit een initiatief van ouders voor openbaar onderwijs in het Houtkwartier. Doordat veel ouders overdag werken, moet het jaarprogramma duidelijk aangeven waar ouderhulp gewenst is. Onze ouders staan bekend als kritische ouders die graag meedenken en meewerken op school. Dit betekent dat we in de komende jaren onze informatie over het gegeven onderwijs transparanter naar buiten moeten brengen. De Woutertje Pieterse is de enige Leidse openbare basisschool in het gebied ten westen van de spoorlijn. De wijk waarin de school staat bestaat uit vooroorlogse herenhuizen en is ruim en groen van opzet. Het schoolterrein grenst aan de sportvelden van de Leidse Hout, het groengebied van Leiden. Met ingang van december 2002 zijn 6 groepen gehuisvest in een dependance aan de overzijde van de school in de Faljerilstraat. De school ligt redelijk centraal in het voedingsgebied, maar speelt geen centrale rol. De enige bemoeienis met de directe buurt is het lidmaatschap van de buurtvereniging en het beschikbaar stellen van de aula voor haar jaarlijkse vergadering.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse
7
2.5.
Prognoses: interne en externe ontwikkelingen
Toekomstige ontwikkelingen De Woutertje Pieterse is een school met ongeveer 340 leerlingen, verdeeld over 14 groepen. Elk schooljaar wordt na de “teldatum” (1 oktober) door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld op hoeveel leerkrachten de school recht heeft met ingang van het nieuwe schooljaar. Op onze school werken op dit moment 23 leerkrachten (fulltime of part- time), een vakleerkracht voor gymnastiek en 2 klassenassistentes. 2.5.1 Prognoses m.bt. school Na enige jaren stabilisatie op 14 groepen zal de school verder groeien. Met de gemiddelde instroom van 45 4-jarigen zullen we waarschijnlijk doorgroeien naar 16 groepen in de komende jaren. Komend schooljaar 2007-2008 wordt met 14 groepen gewerkt. Op gemeentelijk niveau wordt gewerkt aan een oplossing voor de huisvesting in de komende jaren. Dit betekent dat we een uitbreiding met een nieuw schoolgebouw naast het huidige gebouw krijgen.
2.5.2 Prognose m.b.t. leerlingen. Naar verwachting zal de toestroom naar de school gelijk blijven of iets oplopen voor de komende jaren. De sociale geaardheid van de leerlingen zal niet of niet veel veranderen, omdat de school toch voor meer dan 60% een buurtschool is. De kinderen uit de wijk bepalen voor het grootste deel de sociale geaardheid van de school. De prognose volgens het VNG-model(Vereniging Nederlandse Gemeenten), berekend door de gemeente, ziet er als volgt uit: Prognose 2006- 2011 school Wouterje Pieterse
Werkelijk aantal in 2006 333
Schoolplan 2007—2011
Prognose 2007 335
Prognose 2008 340
Prognose 2009 352
Prognose 2010 363
Prognose 2011 380
Woutertje Pieterse
8
Hoofdstuk 3
Het onderwijskundig beleid
3.1.
De missie van de school
3.1.1
Missie
Onze school is een openbare basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en gaan daarbij uit van het concept volgens het GIP-XL model. Ieder kind op onze school heeft recht op acceptatie en waardering als individueel mens.(zie hoofdstuk 3.2.1.4 en 3.2.2.1). Onze school staat open voor alle leerlingen, ongeacht de godsdienstige, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond of nationaliteit. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we met name de vakken taal en rekenen van belang en gezien het tweede besteden we aandacht aan het mede opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers.
3.1.2
Slogan en kernwaarden
Onderwijs in balans optimale ontwikkeling van kennis en vaardigheden welbevinden, warmte en veiligheid zelfstandigheid en verantwoordelijkheid structuur en veiligheid Woutertje Pieterse voor openbaar basisonderwijs
3.1.3
openbaar, niet apart……...dus samen!
Streefbeelden
Streefbeelden 1. Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling met daaraan gekoppeld het leerlingvolgsysteem 2. Op onze school is er sprake van adaptief onderwijs 3. Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling 4. Op onze school werken leerlingen met diverse werkvormen binnen het GIP-XL model, waarbij gestreefd wordt naar een zelfstandige werkhouding volgens vaste afspraken. (http://onderwijweb.nl) Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse
9
5. 6. 7. 8. 9.
3.1.4
Onze school zal zich oriënteren op het Daltononderwijs als mogelijk vervolg op het GIP-XL-model. Op onze school wordt systematisch de tevredenheid bij ouders, leerlingen en medewerkers gemeten. De school maakt met het oog op efficient management gebruik van een MIS ( management Informatie Systeem) Onze school biedt professionele tussenschoolse opvang aan en treedt op als tussenpersoon voor voor- en naschoolse opvang Woutertje Pieterse is gehuisvest in twee goed uitgeruste gebouwen die voldoen aan de onderwijskundige eisen van deze en komende tijd
Missiebeleid
Beleid om de missie levend te houden: 1. Missie, slogan en kernwaarden komen 1 x per jaar aan bod in een evaluatievergadering met team en directie. 2. Missie en visie worden opgenomen in advertenties 3. Missie, visie, slogan en kernwaarden zijn opgenomen op de website van de school
3.2.
De visies van de school
3.2.1.
Algemeen
Samen met de ouders wil de school de kinderen zo goed mogelijk voorbereiden op hun toekomstige rol als verantwoordelijke, kritische en actieve burgers in de maatschappij. De kwaliteit van het onderwijs, de mentaliteit en de sfeer van de school moeten de aantrekkingskracht van de school uitmaken. Het onderwijs op onze school is er allereerst op gericht dat de kinderen met plezier naar school gaan. We streven ernaar onderwijs van goede kwaliteit te bieden, waarbij wij het heel belangrijk vinden dat dit in een sfeer van veiligheid, rust en regelmaat plaatsvindt. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten van belang: Voor ieder kind staat zelfontplooiing voorop, waarbij rekening gehouden wordt met ieders aard en temperament, niet alleen op het gebied van de intellectuele ontwikkeling, maar ook op het gebied van de sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling Het kind moet zich kunnen ontwikkelen in een ononderbroken proces, rekening houdend met ieders capaciteiten, waarbij de zelfstandige werk- en leerhouding een belangrijke rol speelt. Het kind leert zijn eigen leven in te richten op basis van gelijkwaardigheid en respect voor anderen. Hulp bieden aan kinderen met een ontwikkelingsachterstand, maar ook aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong Orde, rust en regelmaat binnen de school.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 10
Visie op kind en ontwikkeling De Woutertje Pieterse heeft bewust gekozen voor een leerstofjaarklassensysteem, waarbij de ontplooiing van elke individuele leerling voorop staat. Ieder kind op onze school heeft recht op acceptatie en waardering als individueel mens. Als school zullen wij ervoor moeten zorgen dat het kind vertrouwen krijgt en houdt in het eigen functioneren. Om tot een maximale ontplooiing te komen, zijn veiligheid en geborgenheid daarbij van essentieel belang. Zelfbewustzijn, zelfverzekerdheid, zelfverantwoordelijkheid en zelfredzaamheid zijn de voorwaarden om te komen tot prestaties. Als een kind problemen heeft op een van de bovengenoemde aspecten zal worden gekeken op welke wijze hulp geboden kan worden.
Visie op onderwijs en samenleving Wij zijn samen verantwoordelijk voor de gang van zaken op school. Als de kinderen dit aankunnen, willen we hen voor zichzelf, voor hun medeleerlingen en voor hun omgeving laten zorgen (materialen, lokaal, speelplaats, normen en waarden e.d.) Structuur en regelgeving zijn daarbij heel belangrijk. In ons onderwijs streven we ernaar dat alle kinderen de in het Schoolplan omschreven basisvaardigheden bereiken. Zelfstandigheid is in onze huidige maatschappij van groot belang, daarom schenkt de Woutertje Pieterse in haar onderwijs veel aandacht aan het ontwikkelen van een zelfstandige werkhouding. Het zelfstandig verwerken van de leerstof, het plannen van het werk, dagtaken en later ook weektaken, zijn vaste aspecten in het onderwijsprogramma. De school is een ontmoetingsplaats voor kinderen uit verschillende sociale milieus, gezindten en culturen. Belangstelling hebben voor anderen en zorgen dat je voor jezelf kunt opkomen is belangrijk. Met ons onderwijs proberen we hierop zoveel mogelijk in te spelen.
3.2.1.2.
Leren
De leerkrachten hebben de taak de mogelijkheden van elk kind optimaal te helpen ontwikkelen. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het feit dat de kinderen in verschillende mate en op verschillende manieren begaafd zijn. Het is onmogelijk dat alle kinderen dezelfde leerstof in dezelfde tijd kunnen opnemen en verwerken. Leerlingen die moeite hebben met onderdelen van de leerstof, krijgen gelegenheid om op hun niveau en in hun eigen tempo te werken en te leren. Anderzijds is het noodzakelijk dat er voor kinderen die meer aankunnen dan de basisstof, de tijd, de mogelijkheid en de begeleiding is om hun kennis verder te verdiepen en te verruimen. Aanschouwelijkheid van het onderwijs Waar dat realiseerbaar is, wordt het onderwijs aanschouwelijk gegeven. Naar aanleiding van behandelde onderwerpen maken we uitstapjes (b.v. naar musea, het heempark en de kinderboerderij), volgen we programma's van de schooltelevisie, gebruiken we ICT en betrekken we ook anderen bij het geven van onderricht. Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 11
3.2.1.3.
Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen)
Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend en gewaardeerd weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: • • • •
onderwijs op maat geven: differentiëren gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend) een kwaliteitsvolle instructie verzorgen kinderen zelfstandig (samen) laten werken
3.2.1.4.
Adaptief Onderwijs
Op onze school wordt adaptief onderwijs gegeven. We vinden met name de kernwoorden relatie, autonomie en competentie van belang. We hechten aan een goede relatie met de leerlingen, vinden zelfstandigheid belangrijk en richten ons op wat het kind kan om daarbij aan te sluiten. In hoofdstuk 3.1 beschrijven we onze onderwijskundige uitgangspunten. Met betrekking tot adaptief onderwijs hebben we de volgende keuzes gemaakt: • • • • • •
onze zorg(structuur) richt zich op de zorgleerlingen (en die hebben we nader gedefinieerd) we bieden alle leerlingen –enkele uitzonderingen daargelaten- basisstof aan, en daarbij herhalings- en verrijkingsstof (BHV-model) als eenheid van denken hanteren wij de klas wij differentiëren bij de instructie wij differentiëren naar tempo wij differentiëren bij de verwerking
3.2.1.5.
Zorg en begeleiding
De school besteedt veel aandacht aan de leerlingenzorg. Om goed zicht te krijgen op zorgleerlingen gebruikt de school methodegebonden toetsen, CITO-toetsen, AVI-toetsen en observatielijsten van SCOL. De Citoscores zijn indicatief: ook aan andere aspecten van het kind besteden we aandacht. De zorg richt zich op het verbeteren van de leer- en sociale prestaties. Vooral lezen, spellen en rekenen krijgen veel aandacht. Kinderen met een D-en E-score krijgen een handelingsplan; ze worden zoveel mogelijk in de klas door de eigen leerkracht begeleid. Hierbij is sprake van adaptiviteit: instructie, tempo en verwerking worden aangepast aan wat het kind nodig heeft.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 12
Beroepshouding Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op Woutertje Pieterse wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het erom, dat alle werknemers • • • • • • • • • • • • • •
handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school zich collegiaal opstellen zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar met anderen kunnen en willen samenwerken hun werk met anderen bespreken zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten genomen besluiten loyaal uitvoeren zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen anderen kunnen en willen begeleiden of helpen beschikken over reflectieve vaardigheden planmatig werken bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school
3.2.1.6.
Leiderschap
Onze school wordt geleid door de directeur die daarbij ondersteund wordt door de adjunctdirecteur. Kernwoorden bij het leiding geven zijn: organiseren, faciliteren en ontwikkelen. Het is van belang, dat alles op rolletjes loopt, dat de leraren voldoende tijd en middelen hebben om hun werk goed te doen, en dat de medewerkers zichzelf verbeteren. Leiden zien we dan ook als (laten) opleiden: de directie is primair verantwoordelijk voor de opleiding van de medewerkers. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen beginnende en meer ervaren leraren (die een rol kunnen spelen in de begeleiding). De directie bereidt beleid voor, dat wordt voorgelegd aan het team. Om draagvlak te creëren kan en mag het team meedenken en meepraten over het beleid van de school. Wel is het zo, dat de directie, gehoord hebbende het team, besluiten neemt. Dit kan gebeuren op basis van een stemming.
3.2.2.
Specifiek
Wij zijn een school met een leerstofjaarklassensysteem met specifieke aandacht voor effectief onderwijs.
3.2.2.1
Onderwijskundig concept
Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaal/emotionele ontwikkeling van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 13
OC 1
Motiveren voor de leertaak: daar waar relevant aansluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen Zorgen voor afwisselende werkvormen (variatie) Een plezierig pedagogisch klimaat waarin kernwoorden als regels, acceptatie, respect, discipline, stimuleren en uitdagen van belang zijn.
OC 2 OC 3
We streven ernaar om het onderwijs zo effectief mogelijk te laten verlopen. Kernpunten zijn: OC 4 OC OC OC OC
5 6 7 8
OC 9 OC 10 OC 11 OC 12
OC 13 OC 14 OC 15 OC 16 OC 17
Het onderwijs is zo ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen Het leren van de leerlingen staat centraal De school streeft een brede ontwikkeling na De leertijd wordt effectief besteed De school gaat er mede vanuit, dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving Leerlingen die extra zorg nodig hebben, krijgen extra aandacht De school hanteert een leerlingenvolgsysteem ( Cito-LVS) De leraren streven een actieve rol van de leerlingen na De leraren zorgen voor evenwicht tussen ondersteunen en uitdagen; ze bevorderen de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen De leraren ontwikkelen een zelfstandige leerhouding bij de leerlingen De leraren stemmen leerstofaanbod, leertijd en hun handelen af, om tegemoet te komen aan verschillen tussen leerlingen Het onderwijsaanbod en het onderwijs in het algemeen is eigentijds, "bij de tijd" De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken De school bereidt de leerlingen adequaat voor op het voortgezet onderwijs leraren zorgen ervoor, dat de leerlingen zich thuisvoelen
De bovenstaande doelen worden verder uitgewerkt in de kwaliteitskaart LA, PK, DH, LZ.
Identiteit
3.3.1. visie Woutertje Pieterse is een basisschool voor openbaar onderwijs. Openbaar onderwijs is voor iedereen, ongeacht de godsdienstige, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond of nationaliteit. Een openbare school streeft naar een afspiegeling van de maatschappij, de leerlingen komen in aanraking met verschillende opvattingen, normen en waarden, uitgaande van gelijkwaardigheid en respect. Dit komt dagelijks tot uiting in een aantal aspecten: • We besteden aandacht aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in onze Nederlandse multiculturele samenleving. • We willen kinderen niet alleen veel leren, maar ook zodanig vormen dat zij kunnen omgaan met vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en samenwerking. Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 14
•
We spreken ons niet uit tegen of voor een bepaalde opvatting, maar bieden kinderen de mogelijkheid tot het maken van keuzes en laten het vervolgens aan kinderen en volwassenen over om een eigen, vrije keuze te maken. Met respect voor de ander leren we met, van en over elkaar.
Als openbare school dragen we uit dat kinderen respect leren opbrengen voor anderen, dus respectvol omgaan met verschillen en opvattingen. We zijn een ontmoetingsplek voor alle kinderen ongeacht geloof, sociale achtergrond en ras. We besteden aandacht aan de verschillende godsdienstige en maatschappelijke stromingen en daarnaast geeft de school gelegenheid tot het volgen van godsdienstige vorming. Eens per jaar hebben we als school een gemeenschappelijk feest met ouders, team en kinderen. Dit als afsluiting van het jaarlijkse onderwijsproject.
3.3.2.
Afspraken (kwaliteitskaart KK1) 1. De leraren kennen en respecteren de grondslag van de school 2. De leraren werken zo veel mogelijk vanuit de grondslag van de school 3. De leraren besteden in hun lessen aandacht aan normen en waarden 4. De leraren houden in hun onderwijs rekening met de uniciteit van het kind 5. De school besteedt aandacht aan vieringen 6. De school verbindt haar identiteit aan een pedagogische visie Hierbij is natuurlijk sprake van de relatie met het vak geestelijke stromingen, burgerschap en integratie en de kennismaking met burgerschap en integratie 3.3.3. Beoordelen : 1x per 4 jaar wordt het actief burgerschap beoordeeld door het team en de directie. Zie hoofdstuk 7.7 en 7.8 in het evaluatieplan. In 2011 wordt de kwaliteitskaart beoordeeld.
Leerstofaanbod en Toetsinstrumenten 3.4.1.
Visie
Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende afspraken opgesteld (op een kwaliteitskaart). Kort samengevat hanteren we de volgende criteria bij de keuze van leermiddelen en leermethoden:
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 15
3.4.2.
Afspraken / ambities
1. 2. 3. 4.
De methoden zijn dekkend voor de kerndoelen.(zie overzicht) We gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen (zie overzicht) Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn De methoden moeten uitgaan van inzicht bevorderend leren en moeten zowel in grote en in kleine groepen, als individueel bruikbaar zijn 5. De methoden en materialen moeten daadwerkelijk mogelijkheden bieden tot de hierboven bedoelde differentiatie, evaluatie en herhaling 6. Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling 7. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap 8. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT 9. Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs 10. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs 11. De materialen moeten voor kinderen een herkenbare indeling vertonen wat betreft basisstof, uitbreidingsleerstof, herhaling en toetsen 12. De materialen moeten uitnodigen tot samenwerking 3.4.3. Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Leerstofaanbod is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs.
3.4.4. Verbeterpunten 7 De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap 8 Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT - Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)
Schema Vakken – Methodes – Toetsinstrumenten Vak Methodes Toetsinstrumenten Taal Schatkist taal CITO - Taal voor kleuters (groep 1/2) Veilig Leren Lezen CITO – (LVS taal) (groep 3..) Taalleesland (groep 3 t/m 8) Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – entreetoets, CITO – eindtoets Lezen Veilig Leren Lezen CITO – DMT / Lezen met Begrip /EMT/ Taalleesland AVI Niveauleesseries Protocol Leesproblemen – Dyslexie Rekenen Pluspunt Methodegebonden toetsen en CITO rekenen Geschiedenis Tijdstip Methodegebonden toetsen Aardrijkskunde Geobas Methodegebonden toetsen Natuuronderwijs Leefwereld Methodegebonden toetsen Engels Team in action Methodegebonden toetsen Schrijven Schrijftaal Creatief Teken- en handvaardig Soc. Emot. Kinderen en hun sociale Leerlingvolgsysteem SCOL Ontwikkeling talenten Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 16
Schema Overzicht m.b.t. methodevervanging Vak Taal
Methodes Schatkist Veilig Leren Lezen Taalleesland Lezen Veilig Leren Lezen Taalleesland Niveauleesseries Rekenen Schatkist Pluspunt Geschiedenis Tijdstip Aardrijkskunde Geobas Natuuronderwijs Leefwereld Engels Team in action Schrijven Schrijftaal Creatief Teken- en handvaardig Soc. Emot. Kinderen en hun Ontwikkeling sociale talenten
3.5.
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
X X X X X
X X X X
X X X X X17
Taalbeleid
3.5.1.1 Visie Op Woutertje Pieterse is geen apart taalbeleid voor kinderen met een achterstand in de taalontwikkeling. De kinderen die een taalachterstand hebben, vallen binnen het reguliere zorgsysteem van de school. De kinderen met taalachterstand verkeren in een goede positie. De rijke taalomgeving die binnen de school bestaat draagt bij aan het verminderen van de aanvankelijke taalachterstand bij deze kinderen. Er wordt op school veel gebruik gemaakt van interactieve taalverwerving. Kinderen leren al van jongs af aan om te gaan met boekbesprekingen, presenteren van werkstukken, het houden van spreekbeurten en het krijgen van feedback hierbij.
3.5.2.1.
Afspraken / ambities (zie kwaliteitskaart):
1. 2. 3. 4.
De methodes voldoen aan de kerndoelen In de onderbouw wordt gewerkt met de Basmethode en Schatkist Schateiland wordt gebruikt voor kinderen met een taalachterstand in groep 4 t/m 8 Op school is een doorgaande leerlijn voor boekbesprekingen, werkstukken maken en spreekbeurten beschreven. 5. De leesbeleving wordt gestimuleerd door deelname aan de bibliobus. 3.5.2.2. Beoordeling van de afspraken: frequentie en respondenten De afspraken worden 1 keer in de 4 jaar door de directie, de interne begeleider en het team beoordeeld ( zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan). 3.5.2.3. Verbeterpunten Op school is beleid voor het tweede taalonderwijs in de onderbouw (groep 1 t/m 3) Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 17
3.6.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
3.6.1.
Visie Onze school vormt voor 70 % een afspiegeling van de wijk waar onze school in staat. Wij hebben de laatste jaren bij een deel van onze leerlingen een verandering van het gedrag geconstateerd. Meerdere opvoedkundige taken komen steeds meer op het bord van de leerkracht te liggen en daarom ontstond de behoefte aan gezamenlijke afspraken en het beter volgen van de leerling in geval van afwijkend gedrag. We vinden dat er een volgsysteem moet zijn met betrekking tot de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. In de klas moet dagelijks/wekelijks aandacht besteed worden aan de verschillende aspecten van het eigen gedrag en de invloed van de omgeving op het gedrag
3.6.2.
Afspraken / ambities
1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de methode Kinderen en hun Sociale Talenten (zie rooster) 2. Onze school beschikt over een LVS (SCOL)voor sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Het rapport geeft waarderingen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling 4. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens de leerlingenbespreking 5. De leerlingen vullen vanaf groep twee jaarlijks een vragenlijst in 3.6.3.
Beoordeling van de ambities: frequentie en respondenten De ambities(doelen ) worden 1 keer per 4 jaar beoordeeld door de teamleden en de directie. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Sociaal-emotionele ontwikkeling wordt tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs.
3.6.4. Verbeterpunten - Implementeren van SCOL in de groepsregistratie via de webbased site van Esis-B Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)
3.7. 3.7.1
Actief Burgerschap Visie Op onze school streven we ernaar dat kinderen, teamleden en ouders fatsoenlijk met elkaar omgaan m.a.w. we hebben respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. We vinden het belangrijk vanuit onze openbare visie dat een ieder welkom is. Dat betekent dat we moeten openstaan voor de mening, het gebruik en de cultuur van de ander. We vinden het belangrijk dat kinderen leren iets voor een ander te doen en dus op deze wijze verantwoordelijkheid nemen voor de maatschappij. Niet alleen ik, maar ook de ander is belangrijk voor ons. We vinden het belangrijk dat leerlingen leren participeren binnen en buiten de school en hierin ook verantwoordelijkheid krijgen.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 18
3.7.2.
Afspraken / Ambities
Democratie Binnen de klassen wordt systematisch gewerkt met gemengde groepen, klassenkring, het maken van afspraken en regels. Er is een pestprotocol waaraan iedereen zich moet houden. Er wordt gewerkt vanuit het principe van samenwerking bij: besluiten, problemen, schoolkrant en groepswerk.
3.7.3.
Verbeterpunten: Een punt van ontwikkeling voor onze school is mediation tussen leerlingen en klassenraad of kinderraad. Kinderen leren hierbij verantwoordelijkheid te nemen en een bijdrage te leveren aan de veiligheid van de school.
Participatie In de klas worden de kinderen betrokken bij de zorg voor het lokaal, de omgeving en voor elkaar. We denken hierbij bijvoorbeeld aan het sturen van een kaartje naar zieke kinderen en,of leerkracht. Kinderen leren verantwoordelijkheid voor anderen door deel te nemen aan acties voor Unicef, Kinderpostzegels en onze zusterschool in Juigalpa en als tutor zorg te dragen voor een leerling uit een lagere groep. Hiernaast hebben we als school een zusterband met een school voor speciaal onderwijs in Nicaragua. Jaarlijks wordt hier d.m.v. lessen aandacht aan besteed. Doordat de school met kinderen uit het asielzoekerscentrum kennis maakte, doen we met groep 6 sinds 3 jaar mee aan het project kleurrijke kinderen. Leerlingen maken hierbij op een toegankelijke manier kennis met de achtergrond van jonge vluchtelingen, wereldwijd en in hun directe omgeving. In de groepen 7 en 8 wordt deelgenomen aan Kindkracht 10, een project over kinderrechten. De basis van dit project bestaat uit drie lespakketten over Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Het uitgangspunt van de leerstof is de kracht van de kinderen om voor hun eigen rechten op te komen. Verbeterpunten: Deelname door kinderen aan de website Instellen van een klassenraad
Identiteit Als openbare school dragen we uit dat kinderen respect leren opbrengen voor anderen, dus respectvol omgaan met verschillen en opvattingen. We zijn een ontmoetingsplek voor alle kinderen ongeacht geloof, sociale achtergrond en ras. We besteden aandacht aan de verschillende godsdienstige en maatschappelijke stromingen en daarnaast geeft de school gelegenheid tot het volgen van godsdienstige vorming. Eens per jaar hebben we als school een gemeenschappelijk feest met ouders, team en kinderen. Dit als afsluiting van het jaarlijkse onderwijsproject. Beoordelen :1x per 4 jaar wordt het actief burgerschap beoordeeld door het team. zie hfd.7.7 van het evaluatieplan. In 2011 wordt deze kaart beoordeeld Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 19
3.8.
Informatie en Communicatie Technologie
3.8.1 Visie Het gebruik van ICT richt zich met name op het onderwijsleerproces. Leerlingen gebruiken ICT om kennis op te doen op het gebied van taal en rekenen en om hun ICT vaardigheden te ontwikkelen. Ook biedt ICT de leerkrachten mogelijkheden om beter om te gaan met de leerverschillen tussen leerlingen en het administreren van hun voortgang en toetsing. ICT biedt leerkrachten ondersteuning bij de voorbereiding van hun werk. Daarnaast biedt ICT mogelijkheden om allerlei administratieve zaken vlotter en overzichtelijker te regelen. Het netwerk binnen de school is daarbij van groot belang. De school streeft naar volledige integratie binnen het onderwijs: • • •
•
•
3.8.2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De leerlingen leren over ICT (computergebruik, starten van programma’s, tekstverwerking, e-mail, internet en kennisnet) De leerlingen leren door middel van ICT (nieuwe dingen leren, ontdekkingen doen, oefenen en verwerken nieuwe leerstof, er is daarbij leerstofdifferentiatie, kennis en vaardigheden worden getoetst.) De leerlingen leren met behulp van ICT (informatie verzamelen, bewerken van informatie, werkstukken maken, communiceren, internet raadplegen, R.T. programma’s, oefening van vaardigheden d.m.v. herhaling. Methode gebonden programma’s op het gebied van rekenen, taal, aardrijkskunde e.a. De leerkrachten en de Intern Begeleider gebruiken ICT als gereedschap bij de voorbereiding en organisatie van het onderwijs (tekstverwerking, presentatie, informatie, registratie, toetsing en analyse van leerlingenresultaten, e-mail, internet en kennisnet.) De schoolleiding en staffunctionarissen gebruiken ICT als gereedschap bij werkzaamheden als: schooladministratie, leerlingenadministratie, financiële administratie, planning, presentatie, leerlingvolgsysteem, e-mail, internet en kennisnet.
Afspraken/ ambities met betrekking op ICT in ons onderwijs De school beschikt over een jaarbeleidsplan m.b.t. het gebruik van ICT. De school beschikt over een meerjaren beleidsplan (ICT) De schoolleiding en staf gebruikt ICT voor administratieve doeleinden De schoolleiding bevordert de deskundigheid van de leraren. De school zet personeel gericht in voor het ontwikkelen van het gebruik van ICT. De school zet materiële middelen gericht in voor het realiseren van goed ICTonderwijs De leraren maken zelf gebruik van ICT in (en voor) hun groep. ICT wordt ingezet voor onderwijsdoeleinden. De leraren stimuleren en leren leerlingen zelfstandig gebruik te maken van ICT. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldorientatie De leerlingen kunnen werken met Word, Excel en PowerPoint (einde basisschool) De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 20
13. De leerlingen zijn vertrouwd met Internet De bovenstaande doelen zijn in de vorm van “kernkwaliteiten” nader gespecificeerd en uitgewerkt in de kwaliteitskaart voor ICT onderwijs en in het ICT beleidsplan. 3.8.3.
Beoordeling van de afspraken: frequentie en respondenten
De beoordeling van de ambities en kernkwaliteiten vindt 1x per vier jaar plaats. De laatste beoordeling heeft plaatsgevonden in het kader van het schoolplan 2003-2007. En de ontwikkeling van het ICT beleidsplan. De volgende beoordeling zal in 2008/2009 plaats vinden. 3.8.4. -
Verbeterpunten We streven naar een verhouding van minimaal 1 computer per 10 leerlingen De leraren maken zelf gebruik van ICT in (en voor) hun groep. ICT wordt ingezet voor onderwijsdoeleinden. De leerkrachten en RT-er gebruiken ICT als gereedschap bij de voorbereiding en organisatie van het onderwijs (tekstverwerking, presentatie, informatie, registratie, toetsing en analyse van leerlingenresultaten, e-mail, internet en kennisnet.)
3.9
Leertijd
7768 uur is de totale leertijd. Kinderen doorlopen hun schooltijd in principe in 8 jaar. Om heel het kind zich te laten ontwikkelen plannen we voldoende uren in voor de vak- en vormingsgebieden. Het gaat om een groot aantal uren, maar er valt ook veel te doen. De directie ziet er op toe dat schooltijden strak worden aangehouden. De school gaat verzuim tegen en probeert lesuitval, wegens het niet beschikbaar zijn van leerkrachten, te voorkomen. Er valt veel te doen, maar niet voor alle kinderen hetzelfde in dezelfde hoeveelheid tijd. Sommige kinderen of groepen kinderen hebben meer tijd voor een vak- en vormingsgebied nodig. Leraren variëren dan ook in onderwijstijd. 3.9.1
afspraken / Ambities met betrekking tot leertijd 1 2 3 4 5 6 7
3.9.2.
De school heeft voldoende onderwijstijd gepland Onnodig verlies van onderwijstijd wordt tegengegaan leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement De school zorgt ervoor dat de geplande onderwijstijd Nederlandse taal en rekenen en wiskunde afgestemd is op de onderwijsbehoeften van de leerlingpopulatie De leraren realiseren de geplande onderwijstijd De leraren variëren de hoeveelheid leertijd voor leerlingen, afhankelijk van hun onderwijsbehoeften Leraren hanteren heldere roosters Beoordeling
De ambities (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Leertijd is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. Jaarlijks vindt de vaststelling van de leertijd plaats in het activiteitenrooster. De laatste beoordeling heeft plaatsgevonden in het kader van het schoolplan 2003-2007. De volgende beoordeling vindt plaats in 2009 Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 21
Verbeterpunten - effectief klassenmanagement volgens het GIP-XL model Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)
3.10
Pedagogisch Klimaat
3.10.1.
Visie
Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak om hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk, dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en afspraken (zie kwaliteitskaart): Pedagogisch fundament: • Recht doen aan kinderen vereist een vertrouwensrelatie die veiligheid biedt op grond van wederzijds vertrouwen en respect tussen leerkracht en leerlingen en leerlingen onderling. • Leraren dragen zorg voor de veiligheid voor alle kinderen in de school • Leraren zorgen voor rust, orde en structuur in dagindeling, in school- en klassenregels, in een onderwijsaanbod dat het vertrouwen van kinderen in hun mogelijkheden vergroot. • Leraren hebben respect voor kinderen en vragen respect van kinderen.
3.10.2.
Afspraken /ambities met betrekking tot het pedagogisch klimaat 1 2 3 4 5 6 7 8
De leraren zorgen voor een ordelijke en functionele leeromgeving De leraren tonen in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen De leraren bevorderen het onderling respect bij de leerlingen De leraren ondersteunen en stimuleren het zelfvertrouwen van leerlingen Er zijn op school duidelijke omgangsregels afgesproken De leraren zorgen in de groepen voor structuur De leraren zorgen voor een uitdagende leeromgeving De leerkrachten stimuleren bij leerlingen de ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid 9 De leraren bevorderen bij leerlingen respect voor de omgeving 10 De leraren zorgen voor veiligheid
Voor een nadere specificering van de bovenstaande doelen (in de vorm van kernkwaliteiten) verwijzen we naar de kwaliteitskaart pedagogisch klimaat
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 22
3.10.3.
Beoordeling
De beoordeling van de afspraken (doelen) komt aan de orde bij de jaarlijkse klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde functioneringsgesprekken. In het POP geeft de leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken tweejaarlijks beoordeeld door directie en team (zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan). 3.10.4 Verbeterpunten De leerkrachten stimuleren bij de leerlingen de ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)
3.11
Didactisch handelen
Het didactisch fundament voor het onderwijskundig handelen betaat er uit dat leraren de best mogelijke resultaten bij de leerlingen proberen voort te brengen. Leraren zetten alles op alles om eruit te halen wat erin zit. Dat vereist planning in hun onderwijs, een correcte uitvoering en evaluatie van didactische principes en een goede klassenorganisatie. Door lessen goed voor te bereiden en uit te voeren zorgen leraren ervoor dat er voldoende tijd is voor onderwijs. Leraren vinden het belangrijk dat de lessen een duidelijke opbouw en heldere instructie kennen. Leerlingen leren meer als ze bij de les betrokken zijn. Ze moeten ook leren leren en daartoe worden uitgerust. Eenduidige oplossingsmethoden maken plaats voor verschillende oplossingsstrategieën bij diverse vakgebieden. In het didactisch handelen houden de leraren rekening met de kenmerken van hun groep als geheel. Daarnaast verzorgen leraren specifieke instructie voor individuele leerlingen of een groepje leerlingen. 3.11.1. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Afspraken / ambities met betrekking tot didactisch handelen De lessen vertonen een duidelijke opbouw De leraren geven een duidelijke uitleg van de leerstof en de opdrachten De leraren gaan regelmatig na of leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen De leraren stimuleren de leerlingen actief mee te doen (actieve werkvormen) De leraren stimuleren leerlingen zelfstandig gebruik te maken van informatieen communicatietechnologie De leraren bevorderen dat leerlingen op een doelmatige wijze leren samenwerken en leren elkaar te ondersteunen De leerlingen tonen een grote mate van betrokkenheid De leraren zorgen voor betrokkenheid (rust, regelmaat, ordelijkheid) De leraren geven expliciet les in (en er is interactie over) leerstrategieën De leraren stimuleren leerlingen controle-activiteiten uit te voeren De leraren houden bij de instructie rekening met niveauverschillen tussen leerlingen De leraren zorgen voor differentiatie De organisatie van het onderwijsleerproces is doelmatig De leraren begeleiden kinderen bij het werken en leren De leerkrachten gebruiken de (aanschouwelijke) materialen en methoden doelmatig De leraren werken bewust en systematisch: ze gebruiken de leertijd goed De leraren zorgen voor een veilig en stimulerend klimaat De leraren bieden thema's aan
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 23
19 20 21 22 23 24
Er is sprake van een uitdagende omgeving Het didactisch handelen van leraren is afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van de groep leerlingen als geheel De leraren houden bij de verwerking rekening met niveauverschillen tussen leerlingen De leraren houden in hun taalgebruik rekening met extra behoeften van leerlingen op taalgebied De leraren geven ondersteuning en hulp ( vaste ronde) De leraren laten leerlingen hun werk zoveel mogelijk zelf corrigeren.
Voor een nadere specificering van de bovenstaande doelen (in de vorm van kernkwaliteiten) verwijzen we naar de kwaliteitskaart Didactisch handelen 3.11.2.
Beoordeling
De beoordeling van de afspraken (doelen) komt aan de orde bij de jaarlijkse klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde functioneringsgesprekken. In het POP geeft de leraar haar/zijn verbeterdoelen aan. Formeel worden de afspraken tweejaarlijks beoordeeld door directie en team Voor de beoordelingsprocedures verwijzen we naar de kwaliteitskaart.
3.11.3. Verbeterpunten 1. De leerlingen werken zelfstandig samen( Volgens GIP-XL) 2. De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) 3. De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) 3.12
Zorg en begeleiding
3.12.1.
Visie
De school heeft als eerste doelstelling het geven van goed onderwijs. De leerkrachten volgen kinderen systematisch in hun ontwikkeling en zorgen voor specifieke begeleiding. Ze passen het onderwijs zo goed mogelijk aan de mogelijkheden van hun leerlingen aan. We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een E- of D-score, en leerlingen met een A-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. De intentie van onze school is kinderen zoveel mogelijk binnen het reguliere onderwijs te houden. Dit kan alleen vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid tussen school en ouders. Het handelen van de leraren is gericht op het voorkomen van uitval. Preventieve maatregelen boeken meer en beter resultaat dan curatieve maatregelen. Het bieden van hulp is geïntegreerd in het onderwijs en vindt plaats als een normale stap in het onderwijs. In het kader van WSNS (Weer Samen Naar School) werkt de school samen met de scholen voor speciaal onderwijs. In dit samenwerkingsverband (SWV Leiden e.o) wordt Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 24
jaarlijks een zorgplan vastgesteld waarin staat vermeld op welke wijze er samengewerkt wordt en op welke wijze er speciale zorg geboden kan worden. Met subsidie van WSNS is in samenwerking met 4 andere scholen een beleidsplan opgesteld voor hoogbegaafde kinderen. Er wordt nu gewerkt met dit protocol hoogbegaafdheid. Een andere externe adviseur op zorggebied is OnderwijsAdvies (OA). Dit kan nader onderzoek verrichten en ouders en school adviseren over nader te nemen stappen De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende taak. Onze afspraken (zie kwaliteitskaart) zijn: - lgf
kinderen met specifieke behoeften Bij ons op school kunnen kinderen met leerling-gebonden financiering aangenomen worden onder de voorwaarden die beschreven staan in onze schoolgids. Wij hebben op school ervaring met lgf-kinderen, maar beseffen dat per kind bekeken moet worden of wij als school in staat zijn het kind dat onderwijs te kunnen bieden waar het behoefte aan heeft. De leerkrachten moeten ondersteund worden in de begeleiding en de groepsgrootte moet het onderwijs mogelijk maken.
-
langdurig zieke kinderen
Voor kinderen en jongeren die in het ziekenhuis zijn opgenomen of ziek thuis zijn, is het belangrijk dat het gewone leven zoveel mogelijk doorgaat. Ook onderwijs hoort daarbij. Door onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen kan het leerproces worden voortgezet waardoor onnodige leerachterstand wordt voorkomen. Ook heeft de zieke leerling zo toch nog contact met de buitenwereld. De 'Wet Ondersteuning Onderwijs Zieke Leerlingen' (WOOZ) stelt dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor het verzorgen van onderwijs aan hun zieke leerlingen. De leerkrachten staan hier echter niet alleen voor. Zij kunnen rekenen op de ondersteuning van een consulent Onderwijs Zieke Leerlingen Haaglanden (OZLH). OnderwijsAdvies maakt deel uit van een samenwerkingsverband van onderwijsbegeleidingsdiensten wat betreft het onderwijs aan zieke leerlingen, maar voert deze activiteiten niet zelf uit. OZLH is onderdeel van het HCO in Den Haag. Aanbod en werkwijze Het HCO beschikt over consulenten Onderwijs Zieke Leerlingen voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. De ondersteuning van de consulent bestaat uit: • • • • • •
het adviseren over onderwijs aan zieke leerlingen; het verzorgen van tijdelijk onderwijs aan zieke leerlingen; het informeren en adviseren over een aanvraag van een indicatie voor cluster 3 en daarmee een leerling gebonden financiering (LGF); het zoeken naar aangepaste leermiddelen (bijvoorbeeld op ICT- gebied); het verstrekken van informatie over de mogelijke gevolgen van ziektes op het onderwijsproces; het geven van algemene voorlichting over OZLH. De leerkracht, intern begeleider, mentor of zorgcoördinator, en de ouders/ verzorgers maken in overleg met de consulent OZLH afspraken over de inhoud en vorm van de ondersteuning.
3.12.2.
Afspraken /ambities
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 25
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
De school stelt -indien nodig- voor leerlingen bij toelating een handelingsplanning op De school bepaalt systematisch de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen De school analyseert systematisch de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen De leraren stellen bij zorgleerlingen op systematische wijze de hulpvragen vast, c.q. bij Voor leerlingen met geconstateerde problemen wordt gewerkt met een handelingsplanning De organisatie van het onderwijs maakt specifieke begeleiding van leerlingen mogelijk De leraren evalueren systematisch de uitvoering van de handelingsplanning De school begeleidt leerlingen systematisch in hun schoolloopbaan De school begeleidt ouders van leerlingen die daarvoor in aanmerking komen bij de aanmelding van hun kind bij de Permanente Commissie Onderwijs (PCL) De school heeft procedures voor de begeleiding van leerlingen met een vertraagde of versnelde ontwikkeling De school begeleidt leerlingen in hun keuze voor het vervolgonderwijs De school draagt in alle gevallen van plaatsing op een andere school de relevante gegevens over in de vorm van een onderwijskundig rapport De coördinatie leerlingenzorg vervult tevens een begeleidende rol op het terrein van de leerlingenzorg
Voor een nadere specificering van bovenstaande doelen verwijzen we naar de kwaliteitskaarten Leerlingenzorg, zorg en begeleiding, kwaliteitszorg en opbrengsten. 3.12.3.
Beoordeling
De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de intern begeleider en de directie van de school. De laatste beoordeling heeft plaatsgevonden tijdens het laatste jaarlijks inspectiebezoek (januari 2005) De volgende beoordeling zal plaatsvinden in 2008 – 2009. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Zorg en begeleiding is tevens een onderdeel dat wordt beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs. 3.12.4.
Verbeterpunten : LZ 1,6,7,9
Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak) Bijlagen - Beleidsstuk zorgplan - Beleidsstuk Inhoud groepsmap - Beleidsstuk Procedures en informatie rugzakje - Handelingsplan
3.13
Opbrengsten (van het onderwijs)
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 26
3.13.1.
Visie
Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. De resultaten van de leerlingen en de school als geheel worden jaarlijks gemeten via vastgestelde normeringen en vergeleken met leerlingen en scholen in een vergelijkbare sociale omstandigheid. In de schoolgids staan de schoolresultaten van de afgelopen 4 jaren vermeld. De gegevens worden jaarlijks vastgelegd en uitgegeven in de schoolmonitor van het Bureau Openbaar Onderwijs. Onze school scoort de laatste jaren ruim boven het landelijk gemiddelde voor scholen in een vergelijkbare situatie. Mogelijk dat het meer en meer werken met handelingsplannen en zelfstandig werken deze tendens bestendigt. Voor die gebieden die relatief minder sterk scoren is bekeken waar over de lange termijn mogelijke knelpunten zitten. Onze afspraken (zie kwaliteitskaart) zijn: 3.13.2. Ambities/afspraken m.b.t. opbrengsten 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) 4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 5. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar (zie ook hoofdstuk 3.9) 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs (zie ook hoofdstuk 3.9) 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs
Kengetallen in- , door- en uitstroom Deze gegevens zijn jaarlijks opgenomen in de monitor van het Bureau Openbaar Onderwijs. ( zie Bijlage)
CITO-entreetoets (percentielscores) Jaar Taal Rekenen 2003 74 85 2004 98 98 2005 99 98 2006 98 98 2007 87 89
Informatie 76 98 99 99 92
totaal 78 98 99 98 89
CITO-eindtoets (percentielscores) Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 27
Jaar 2003 2005 2006 2007
Taal 78 % goed 93= 80% 83 % goed 84 % goed
Rekenen 73 % goed 95=83% 83 % goed 85 % goed
Informatie 80 % goed 92=84% 85 % goed 85 % goed
CITO-eindtoets (standaardscores) Jaar Schoolgroep Eindscore 2003 2 537,5 2004 2 542,9 2005 2 541,7 2006 2 542,4 2007 2 542,7
Wereldoriëntatie 73% goed 79 % goed 80 % goed 78 % goed
Aantal leerlingen 34 44 32 33 41
Totaal 77 % goed 95=82% 84 % goed 84 % goed
Meegedaan 34 44 32 33 40
3.13.3. Beoordeling De opbrengsten worden jaarlijks door het team beoordeeld. Daarbij staan centraal de monitor die we invullen voor de Inspectie van het Onderwijs, de CITO-eindresultaten en de kengetallen uit het LVS. De IB-er levert gegevens aan. Op basis van de uitslagen en de analyse worden verbeterpunten vastgesteld.
3.13.4. -
Verbeterpunten
3.14
Kengetallen: in- door- en uitstroom
Teldatum
Aantal
1-10-2003 1-10-2004 1-10-2005 1-10-2006
342 327 339 333
Instroom Groep 1 61 37 42 39
Instroom Groep 2-8 25 9 4 1
Uitstroom Groep 1-7 12 7 26 8
Uitstroom Groep 8 44 32 33 41
Totaal
Overzicht verlengde kleuterperiode Jaar Groep 1 Groep 2 2003-2004 1 2004-2005 1 2005-2006 3 2006-2007 4 Overzicht van zittenblijvers Jaar Gr. 1 Gr. 2 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007
Schoolplan 2007—2011
Gr. 3
Gr. 4
Gr. 5
Gr. 6
0 1
0 2 2?
0 1
0 0
Gr. 7 1 1 0
Gr. 8 0 0
Woutertje Pieterse 28
Overzicht van versnellers Jaar Gr. 1 Gr. 2 2003-2004 2004-2005 2 2005-2006 2006-2007
Gr. 3
Gr. 4
Gr. 5
Gr. 8
Elders
Elders 1 1 1 0
Overzicht doorstroom naar het Voortgezet Onderwijs Schooltype Aug. 2003 Aug. 2004 VBO (VMBO-praktijk) 2 VBO (VMBO-gemengd) MAVO (VMBO-T) 2 7 MAVO-HAVO 4 5 HAVO 1 HAVO-VWO 11 11 VWO-Gymnasium 14 21
Hoofdstuk 4
Gr. 7
1
Overzicht onderzoeken door externe deskundigen Jaar SBD Jeugdzorg 2003-2004 5 2004-2005 5 2005-2006 6 2006-2007 6 Overzicht externe verwijzingen Jaar SBO 2003-2004 0 2004-2005 1 2005-2006 0 2006-2007 0
Gr. 6
Aug. 2005 2 2 2 10 16
Aug. 2006 4 3 6 8 12
Integraal personeelsbeleid
Het integraal beleidsplan van onze school heeft als basis de bovenschoolse afspraken die door het bureau openbaar onderwijs met de scholen zijn overeengekomen. Deze afspraken staan in het bovenschools IPB-plan. 4.1.
Onze organisatorische doelen
4.1.1. Visie In de nabije toekomst zal de school doorgroeien naar 15 à 16 groepen. Ten aanzien van de huisvesting betekent dit een verhuizing naar een groter pand, omdat we als school het zeer belangrijk vinden onder één dak te zitten. In de toekomst streven we ernaar meer mannen in het team te krijgen. De verhouding nu is 1:7. We streven naar 1 : 3. In de loop der jaren zijn steeds meer parttimers werkzaam op onze school. Met het oog op de organisatie en communicatie streven we naar een Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 29
groter aandeel fulltimers.( zie kengetallen). Met het oog op de toekomst is het in de komende periode ook belangrijk het team te verjongen.
4.1.2 De school beschikt over organisatorische doelen Kernkwaliteit De school heeft strategische doelstellingen voor de organisatie geformuleerd De school heeft vastgelegd hoe het personeelsbestand er over enkele jaren kwalitatief uit moet zien De school beschikt over kengetallen voor de gewenste samenstelling (man/vrouw, voltijd/deeltijd,onderwijzend/niet-onderwijzend etc.) De organisatorische doelen correleren met de missie en de visie(s) van de school De school beschikt over een besturingsfilosofie De school beschikt over een organogram waaruit de besturingsfilosofie blijkt De verhouding bevoegd gezag - directie(s) is vastgelegd (directiestatuut) De verantwoordelijkheden op de scholen zijn vastgelegd Op alle niveaus wordt er gewerkt met taak-functiebeschrijvingen De organisatie heeft organisatorische doelen gesteld voor de langere termijn Het personeelsbeleid is gericht op de organisatorische doelen van de school De organisatorische doelen worden jaarlijks bijgesteld De organisatiecultuur is vastgelegd (op alle niveaus) De medewerkers kennen de organisatiecultuur De organisatiecultuur wordt regelmatig besproken De school toetst periodiek de effectiviteit van de organisatiestructuur We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s) en afspraken. Wij verwijzen ook naar het meerjaren bestuurs formatiebeleidsplan.
Item 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Aantal personeelsleden Verhouding man/vrouw Aantal IB-ers Gediplomeerde bouwcoördinatoren Opleiding schoolleider ICT-specialisten Onderwijsassistenten concierge schoolassistenten
Huidige situatie 2006-2007 30 4 – 26 1 0 1 1 0 2 2
Gewenste situatie 2010-2011 32 10 – 22 1 0 2 1 0 2 2
De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak (2007-2011) en komen standaard aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de functioneringsgesprekken. Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 30
4.1.3 Beoordeling De beoordeling van de organisatorische doelen en kernkwaliteiten vindt 1 x per vier jaar plaats. Volgende beoordeling 2007 – 2008.
4.2.
De schoolleiding
4.2.1. Visie De schoolleiding bewaakt de kwaliteit van de school. In de aansturing van de school wordt zij geleid door een professionele houding, die is gebaseerd op reflectie, leiderschapskwaliteiten, besluitvormend vermogen, organisatorische bekwaamheid, bindend vermogen en sociale vaardigheden. Ze is bekwaam, inspirerend en innovatief . Zij is in staat bedreigingen om te zetten in kansen en laat zich niet leiden door emotie maar door wat de school als organisatie nodig heeft en maakt daarbij gebruik van de kwaliteiten en talenten binnen het team. De schoolleiding van Woutertje Pieterse bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur die actief zijn op strategisch en tactisch niveau. Er is sprake van verschillende sturingsniveaus. De directeur is de eindverantwoordelijke binnen de school. In toenemende mate stelt de overheid dat scholen moeten beschikken over de vrijheid om het onderwijs naar eigen inzicht in te richten. Van belang is dat de school daarbij zelf bepaalt wat ze onder kwaliteit verstaat en hoe ze die denkt te bereiken. De schoolleiding voert een beleid waarin alle activiteiten op alle beleidsterreinen op elkaar zijn afgestemd om de gewenste kwaliteit te bereiken. De schoolleiding legt verantwoording af aan het bestuur over het gevoerde beleid en communiceert dit met de verschillende geledingen binnen de school. In het directiestatuut staan de taken, plichten en activiteiten omschreven. De volgende competenties behoren tot de uitrusting van de schoolleiding
4.2.1 Competenties van de schoolleiding
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Visie Beleidsvoerend vermogen Leiderschap Organisatievermogen Ondernemerschap Opbrengstgerichtheid Kwaliteitsgerichtheid Personeelsmanagement Financieel management Veranderingsvaardigheid Besluitvaardigheid Professioneel handelen
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 31
4.2.2. Afspraken / ambities m.b.t. De schoolleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
De schoolleiding is deskundig De schoolleiding ontwikkelt (innovatief) beleid op grond van strategische keuzes De schoolleiding kan beleid operationaliseren en implementeren De schoolleiding accepteert teamleden zoals ze zijn De schoolleiding wordt door de teamleden geaccepteerd De schoolleiding geeft teamleden voldoende ruimte De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team De schoolleiding schept voorwaarden voor een functioneel en plezierig werkklimaat De schoolleiding stimuleert eigen initiatieven van teamleden De schoolleiding ondersteunt teamleden in voldoende mate De schoolleiding heeft vertrouwen in het kunnen van de teamleden De schoolleiding heeft voldoende delegerend/coördinerend vermogen De schoolleiding heeft een doelmatig systeem voor beheer en organisatie opgezet De schoolleiding organiseert de dagelijkse gang van zaken adequaat
4.2.3. Beoordeling De competenties van de schoolleiding worden jaarlijks door de schoolleiding zelf en tweejaarlijks door het bestuur beoordeeld. Verbeteraspecten worden opgenomen in het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) van de schoolleiding
4.3.
Integraal personeelsbeleid (incl. professionalisering)
4.3.0.1. visie Het integraal personeelsbeleid van Woutertje Pieterse richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de gemaakte afspraken per beleidsterrein. Op basis van de beleidsterreinen hebben wij competenties vastgesteld (in de geest van de wet BIO) en de afspraken zijn omgezet in criteria (zie ook het voorwoord). Deze criteria staan op kwaliteitskaarten. Onze school vindt de volgende competenties richtinggevend voor de ontwikkeling van de medewerkers: 1. Gerichtheid op kwaliteit 2. Vakmatige beheersing 3. Gebruik leertijd 4. Pedagogisch handelen 5. Didactisch handelen 6. Zorg voor leerlingen 7. Opbrengstgerichtheid 8. Professionele instelling 9. Communicatie 10. Omgang met ICT 11. Handelen vanuit de identiteit Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 32
De directie van Woutertje Pieterse zet de volgende instrumenten in om de (persoonlijke) ontwikkeling van de medewerkers zo vorm te geven, dat zij in toenemende mate gaan voldoen aan de criteria op de kwaliteitskaarten. In alle instrumenten staan daarom de gekozen competenties met de daarbij behorende criteria centraal. Er is samenhang tussen de onderstaande activiteiten: • Personeelsbeheer en personeelszorg Goede personeelsadministratie, personeelszorg in het kader van de Arbowet met o.a. een goede verzuimbegeleiding . Correcte toepassing van de wet m.b.t.de regelgeving. Toepassing van formatiebeleid en afgeleid de personeelsplanning, waarbij gezocht wordt baar een balans in de belangen van de individuele medewerker en de organisatie. • Organisatiebeleid In het taakbeleid dat gevoerd wordt, staat duidelijk omschreven welke taken en bevoegdheden de individuele medewerkers hebben. De taken en bevoegdheden van het management staan omschreven. De vergaderstructuur is erop gericht, zowel op teamniveau als op bouwniveau, plenair en in kleiner verband te vergaderen en intervisie te hebben in het paralleloverleg. • Personeelsinstrumenten In onze school zijn het de medewerkers die met hun kennis, motivatie en vaardigheden de gestelde doelen en kwaliteit kunnen realiseren. Op onze school zijn de competenties omschreven en herkenbaar in direct waarneembaar gedrag. Het maakt het voor een ieder mogelijk zich bewust te worden van het eigen professionele handelen en kunnen en geeft zodoende aanwijzingen voor de ontwikkeling van een persoonlijk ontwikkelplan (POP)
4.3.0.2
Afspraken / ambities m.b.t. integraal personeelsbeleid. 1 2 3
4 5 6 7 8 .9 10 11 12 13 14 15 personeel 16 17
De school beschikt over een integraal personeelsbeleidsplan De school beschikt over een missie De school beschikt over een onderwijskundige visie, een visie op personeelsbeleid en een visie m.b.t.financiën De school beschikt over onderwijskundige doelen De school beschikt over communicatiebeleid De school beschikt over een sociaal jaarverslag De school beschikt over beleid voor het voeren van functioneringsgesprekken De school beschikt over beleid voor functiedifferentiatie De school beschikt over beleid voor voltijd-en deeltijdbetrekkingen De school beschikt over taakbeleid De school beschikt over beleid voor spaar- en compensatieverlof De school beschikt over beleid voor de werving en selectie van personeel De school beschikt over beleid voor de introductie en begeleiding van nieuw personeel De school beschikt over doelgroepenbeleid De school beschikt over beleid voor de loopbaanontwikkeling van het De school beschikt over arbobeleid De school beschikt over ziekteverzuimbeleid
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 33
18 19 20 21 22 23 24 25 26
De school beschikt over beleid voor personeelszorg De school beschikt over professionaliseringsbeleid De schoolleiding ontwikkelt zich aan de hand van persoonlijke ontwikkelplannen De leraren ontwikkelen zich aan de hand van persoonlijke ontwikkelplannen De school beschikt over scholingsbeleid De school beschikt over beleid voor het voeren van beoordelingsgesprekken De school beschikt over beloningsbeleid De school beschikt over mobiliteitsbeleid De school beschikt over organisatorische doelen
Bovenstaande doelen zijn verder uitgewerkt in de kwaliteitskaart Integraal Personeelsbeleid in de vorm van kernkwaliteiten.
4.3.1.
Beleid m.b.t. stagiaires
Op onze school is een stagecoördinator aangesteld, die in overleg met de leerkrachten bepaalt hoeveel stagiaires kunnen komen. We bieden een opleidingsplaats voor studenten uit het HBO als ook het MBO. De MBO-studenten participeren voornamelijk in de onderen middenbouw. Bij binnenkomst ontvangen de studenten de schoolgids, waarin de belangrijkste schoolafspraken staan. We streven ernaar om in iedere bouw een Liostagiaire te plaatsen. Dit genereert zorgtijd voor de leerkracht
4.3.2. Werving en selectie We gaan bij Werving en Selectie uit van de kaders in het IPB-plan. Daarnaast zijn de kwaliteitskaarten die wij hanteren van belang voor de werving en selectie. Op grond van deze criteria wordt een profiel vastgesteld. Sollicitanten ontvangen de competentieset. Bij het sollicitatiegesprek houden we een criteriumgericht interview dat gebaseerd is op onze competenties en criteria. De sollicitanten moeten de mate van beheersing kunnen aantonen (via bekwaamheidsdossier en portfolio) 4.3.3. Introductie en begeleiding Nieuwe leraren krijgen een mentor (IB-er of adjunct-directeur). Deze mentor voert het introductiebeleid (begeleidingsplan) uit, waarbij het speerpunt ligt op de bespreking van de competentieset. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de afspraken van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria (competentieset)
4.3.4. Taakbeleid Op school bestaan diverse niet-lesgebonden taken die in uren gewaardeerd zijn. Over de waardering bestaat concensus. Jaarlijks wordt de waardering bijgesteld n.a.v. functioneringsgesprekken. Hierin wordt bevraagd of de tijdsinvestering overeenkomt met de toegekende norm. In een persoonlijk jaaroverzicht m.b.t de taakvervulling wordt aangegeven hoeveel tijd aan de diverse onderdelen wordt toegekend, verdeeld in lesgebonden en niet –lesgebonden tijd, afhankelijk van de aanstellingsfactor. Dit is de normjaartaak.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 34
4.3.5. Collegiale consultatie Op school wordt gewerkt met een vergaderrooster, waarbij ruimte wordt ingepland voor collegiale consultatie. We werken met een cyclus van 7 weken waarbij 2 vergaderingen ingepland staan voor collegiale consultatie. Deze zogenaamde paralleloverleggen geven ruimte voor bespreken van zaken op groepsniveau
4.3.6.
Klassenbezoek
De directie legt jaarlijks bij ieder teamlid een klassenbezoek af. Bij het klassenbezoek worden in overleg- criteria, die afkomstig zijn van de competenties van de leraar geobserveerd. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van het klassenbezoek volgt (standaard) een functioneringsgesprek
4.3.7.
Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP)
POPgesprekken hebben tot doel de individuele ontwikkeling van personeel te volgen en aan te sturen in relatie tot de doelen van de school. In POPgesprekken wordt aangesloten bij de werkwijze ‘Werken met kwaliteit’ (WMK), waarbij met behulp van diagnoseinstrumenten gewerkt wordt met competentieprofielen van het personeel. Het bestuur heeft een regeling POPgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken vastgesteld. De regeling gaat uit van een gesprekscyclus van 4 jaar. De cyclus is als volgt: - Het jaarlijks opstellen van een POP door de werknemer en een jaarlijks POPgesprek tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger; Een functioneringsgesprek eenmaal in de twee jaar tussen werknemer en de directeur of diens plaatsvervanger; - Een beoordelingsgesprek eenmaal in de vier jaar tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger De directeur is autonoom in het vaststellen van de vorm en de inhoud van de POP- en functioneringsgesprekken, passend bij de doelen van de school en de competentieprofielen die de school heeft opgesteld. Ook in de verslaglegging van de POPen functioneringsgesprekken is de directeur vrij een eigen wijze te kiezen.
4.3.8.
Het bekwaamheidsdossier
Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school. In dit dossier bevinden zich: 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Afschriften van dipoma’s en certificaten De missie en visie(s) van de school De competentieset De gescoorde competentielijstjes De persoonlijke ontwikkelplannen De gespreksverslagen
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 35
Verbeterpunt: - In de komende periode experimenteren we met een portfolio, als bijlage bij het bekwaamheidsdossier. In het portfolio verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.
4.3.9.
Functioneringsgesprekken
De directie voert tweejaarlijks een functioneringsgesprek met alle medewerkers. We beschikken over een regeling functioneringsgesprekken (zie bijlage). Tijdens het functioneringsgesprek staat het POP van de medewerker (met daarin de competentieset) centraal. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid, en mobiliteit.
4.3.10
Deskundigheidsbevordering (scholing – professionalisering)
Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen hoofdstuk 4.2- en/of de competentieset en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team drie keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering.
Gevolgde teamscholing 2003-2007 Jaar Thema 2003-2004 Kwaliteitskaarten 2004-2005 Creatieve vorming op onze school 2005-2006 Sociaal emotionele ontwikkeling/ LVS 2006-2007 Zelfstandig werken volgens GIP-XLmodel Gevolgde persoonlijke scholing 2003-2007 Thema Organisatie BHV Brandweer Digitaal rijbewijs DDS Ontluikende geletterdheid Oa Klassenmanagement Oa Lumpsum Comeet
4.3.11
Organisatie WMK / C Bos Onderwijs advies Onderwijs Advies Nutsseminarium
Aantal medewerkers 7 7 2 2 1
Intervisie
De directie werkt met een vergaderstructuur waarin ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten (10 x per jaar). Tijdens de intervisie bespreken de teamleden onder leiding van een bouwcoördinator de dagelijkse praktijk en wisselen ervaringen uit. Verbeterpunt: Er wordt tijdens de intervisie aandacht besteed aan de voortgang van het POP. Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 36
4.3.12 Teambuilding Jaarlijks wordt voor en/of door teamleden een dag georganiseerd waarbij het recreatieve centraal staat. We leren elkaar bij zo’n gelegenheid beter kennen en waarderen.
4.3.13
Beoordelingsgesprekken
Onze school beschikt over een regeling B-gesprekken (zie bijlage). De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een tijdelijke naar een vaste benoeming. Ook wordt er 1 x per 4 jaar een Beoordelingsgesprek gevoerd met iedere werknemer. Bij dit Beoordelingsgesprek wordt ons competentieprofiel gebruikt. Daarnaast worden houding en gedrag t.o.v. collegae en ouders, en de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld. 4.3.14
Verzuimbeleid
Het bestuur van de openbare scholen heeft in haar strategisch beleidsplan opgenomen dat het ziekteverzuim teruggedrongen wordt tot 5 %. Een instrument dat wij als school hiervoor gebruiken is naast het voeren van een goed integraal personeelsbeleid het gebruik van de verzuimmeester. De verzuimmeester is een webbased instrument van de stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg (Commit) voor het onderwijs. Het is een ziekteverzuimbeheerssysteem. Het registreert het ziekteverzuim en maakt dit volgbaar en inzichtelijk. Het biedt uitgebreide managementinformatie, zodat het verzuim beter stuurbaar en beheersbaar is.
Hoofdstuk 5
Organisatie en beleid
Organisatiestructuur Woutertje Pieterse is een openbare school. Onze school wordt bestuurd door de gemeente. De bestuurstaken worden uitgevoerd door het college van Burgemeester en Wethouders, in het bijzonder de wethouder van Onderwijs. Het Bureau Openbaar Onderwijs, Maresingel 3, 2316 HA Leiden van de gemeente Leiden draagt zorg voor het benoemen van personeel, de inhoudelijke begeleiding van het openbaar onderwijs en voor de financiering van de onderwijsactiviteiten. De directies van de scholen zijn integraal verantwoordelijk voor het op school gevoerde beleid. Het bestuur heeft haar bovenschools beleid geformuleerd in het strategisch beleidsplan van het openbaar primair onderwijs. Medezeggenschapsraad De MedezeggenschapsRaad bestaat uit 4 ouderleden en 4 teamleden plus een adviserend lid (de directeur) . De MR is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de school betreffen: o.a. aanstelling en taakverdeling personeel; beleid materiële exploitatie, nieuwbouw, verbouw en onderhoud van de school. De MR bevordert naar vermogen openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school. Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 37
De medezeggenschapsraad doet verslag via het mededelingenraam bij de hoofdingang en via de website. De MR is vertegenwoordigd in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van het openbaar onderwijs Ouderraad De ouderraad wordt gekozen op de jaarlijkse ouderavond door de aanwezige ouders. De ouderraad bestaat op dit moment uit 9 ouders en 3 teamleden. De ouderraad behartigt de belangen van de ouders in de school en tracht de betrokkenheid van ouders bij de school te vergroten. De OR beheert het schoolfonds, dat in hoofdzaak gevoed wordt uit de ouderbijdragen. Hieruit worden een aantal zaken betaald die niet primair tot het onderwijsprogramma behoren en die niet bekostigd kunnen worden uit de gelden die de school ter beschikking staan. Zie verder Strategisch Beleidsplan,Schoolgids, website en meerjarenbestuursformatieplan.
Organisatiecultuur van de school Visie Onze school is een lerende organisatie. Wij vinden het belangrijk om met elkaar een gemeenschappelijke visie op onderwijs te hebben en te behouden. Zowel plenair, op bouwniveau, gedurende studiedagen als studievergaderingen, werken we aan ons persoonlijk meesterschap. De POPgesprekken vereisen zelfreflectie van teamleden, terwijl klassenbezoeken door de directie zorgen voor de borging van de gemaakte afspraken. Het basisonderwijs telt 8 leerjaren, die binnen onze school verdeeld zijn over 3 bouwen. De onderbouw: groep 1 en 2 De middenbouw: groep 3, 4 en 5 De bovenbouw: groep 6, 7 en 8 Elke bouw wordt geleid door een bouwvoorzitter. De directie heeft wekelijks overleg om de school aan te sturen. De intern begeleider heeft een rol in het inhoudelijk informeren van de directie. Ter verduidelijking zie onderstaand schema. Directeur Adjunct-directeur
Bouwvoorzitter
Onderbouw: groepen 1 en 2
•
Bouwvoorzitter
Middenbouw: groepen 3, 4 en 5
Bouwvoorzitter
Intern Begeleider leerlingenzorg ICT-coördinator
O O P
Bovenbouw: groepen 6, 7 en 8
De verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van directie en teamleden zijn omschreven ( zie bijlage) .
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 38
• •
5.2
Taken van de ICT-er zijn omschreven in ICT-beleidsplan. Taken en bevoegdheden van de IB-er staan in de zorgparagraaf.
Groeperingsvormen
Op onze school hebben we gekozen voor het leerstofjaarklassensysteem. Dit houdt in dat in principe de leerstof gekoppeld wordt aan de leerjaren. Elk kind is ingedeeld in een jaargroep (1 t/m 8) met (een) vaste leerkracht(en). Wanneer echter blijkt dat een kind aanmerkelijk eerder of later toe is aan specifieke leerstof, spelen we hier zoveel mogelijk op in. In de groepen 1 en 2 daarentegen zitten altijd kleuters van 4, 5 en 6 jaar om een wisselwerking tussen de kinderen van deze leeftijden mogelijk te maken. Ze stimuleren elkaar in de zelfredzaamheid, leren verantwoordelijkheid te dragen voor een ander kind dat nog ergens mee geholpen moet worden. Kleuters die blijk geven daaraan toe te zijn, krijgen zorgvuldig gekozen activiteiten aangeboden die voorbereiden op het onderwijs in groep 3. Overigens krijgen oudere kleuters ruimschoots de gelegenheid om te spelen. Bij het vormen van een combinatiegroep is ons streven maximaal twee leeftijdsgroepen in combinatie les te geven. Bij voorkeur vormen we geen combinatie met groep 3. Ook zullen we proberen het aantal leerlingen zo klein mogelijk te houden. In een combinatiegroep worden de onderdelen, die zich daarvoor lenen, aan de hele groep aangeboden (bijvoorbeeld de creatieve vakken en de taalonderdelen 'spreken' en 'luisteren'). Andere onderdelen worden apart aangeboden, want in principe heeft elke groep een eigen leerstofpakket. Hoewel de kinderen dus in de regel het hele jaar in dezelfde groep zitten, met één of twee vaste leerkrachten, zijn er echter ook momenten dat de gebruikelijke samenstelling van jaargroepen doorbroken wordt. Dat kan zijn uit praktische overwegingen, bijv. bij het niveaulezen, maar ook omdat we het belangrijk vinden dat jongere en oudere kinderen met elkaar omgaan. Voorbeelden hiervan zijn de sportdag en de podiummiddagen. Dit alles gebeurt wel onder verantwoordelijkheid van de eigen leerkracht.
5.3.
Schoolklimaat (inclusief Sociale Veiligheid)
5.3.1. Schoolklimaat Visie Als school streven we ernaar onderwijs van goede kwaliteit te bieden, waarbij we het belangrijk vinden dat dit in een sfeer van veiligheid, rust en regelmaat plaatsvindt Het onderwijs is erop gericht dat de kinderen en leerkrachten met plezier naar school gaan.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 39
Het kind moet zich kunnen ontwikkelen in een ononderbroken proces, rekening houdend met ieders capaciteiten. Het kind leert zijn eigen leven in te richten op basis van gelijkwaardigheid met en respect voor anderen De school is geen aparte plaats voor leerlingen en leerkrachten, vandaar dat we positieve betrokkenheid van ouders in en buiten de school belangrijk vinden.
5.3.1.1.
Doelen m.b.t. het schoolklimaat 1 2 3 4 5 6 7 8 9
11
In de school gaan de teamleden positief met de leerlingen om In de school gaan de teamleden positief met elkaar om De leerlingen waarderen de school positief De school biedt een verzorgde indruk en is uitnodigend voor de leerlingen De school organiseert activiteiten om de algemene betrokkenheid van leerlingen bij de school te vergroten De school waakt over de veiligheid van de leerlingen De school heeft duidelijke omgangsregels De leraren hanteren de afgesproken regels weloverwogen De school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden Ouders zijn betrokken bij de school
Voor een nadere specificering van de bovenstaande doelen ( in de vorm van kernkwaliteiten) verwijzen we naar de te ontwikkelen kwaliteitskaart Schoolklimaat
5.3.1.2.
Beoordeling
De beoordeling van de doelen en de kernkwaliteiten vindt 1 x per vier jaar plaats. Volgende beoordeling in 2009. De beschrijving van de kernkwaliteiten , zie hoofdstuk 7.8 en 7.9 t/m 7.12. , komt in 2009 aan de orde. Voor de beoordelingsprocedures verwijzen we naar de kwaliteitskaart. Verbeterpunten Betrokkenheid van leerlingen vergroten d.m.v. klassenraad 6. Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.12 (Plan van Aanpak)
5.3.2.
Sociale Veiligheid
Daar waar veel mensen bij elkaar zijn, wordt het stellen van regels een noodzaak. Dit geldt ook voor Woutertje Pieterse die een goede en veilige leefomgeving voor kind(eren) wil bieden. Een vriendelijke en ongedwongen sfeer gaat samen met rust, orde, duidelijkheid en regelmaat. Met elkaar zijn we er verantwoordelijk voor dat kinderen zich thuis voelen op onze school. In de map ‘Protocollen, Gedragsregels en Afspraken’ zijn protocollen beschreven voor de Leidse openbare scholen voor primair onderwijs. Hierin zijn gedragsregels vastgelegd waaraan personeel, ouders en kinderen zich dienen te houden.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 40
5.3.2.1. Algemene gedragsregels en afspraken: Antiracisme Seksuele intimidatie Toegang en ontzegging van toegang tot de school 5.3.2.2. Gedragsregels en afspraken m.b.t. de directie: Overleg met het bevoegd gezag Overleg met het cluster Deelname aan studiedagen Ziekmelding Nevenfuncties Documenten Leerlingenadministratie Vervangers Taakverdeling Omgang met de pers Stakingen 5.3.2.3. Gedragsregels en afspraken m.b.t. onderwijspersoneel Taakvervulling Logboek Ziekmelding Nevenfuncties Rapportage Lokalen en leermiddelen Aanwezigheid Deelname vergaderingen Functioneringsgesprekken en beoordeling 5.3.2.4. Gedragsregels en afspraken m.b.t. leerlingen Toelating Verwijzing Disciplinaire maatregelen en straffen Schorsing Verwijdering Plaatsing van leerlingen Doubleren, zittenblijven, extra kleuterjaar Ongeoorloofd verzuim Verlof buiten de schoolvakanties Ontheffing van onderwijsactiviteiten
5.3.2.5. Gedragsregels en afspraken m.b.t. ouders Medezeggenschap Ondersteunende werkzaamheden Schoolgids Verzekering Dossiervorming en inzage in dossier Monitoring Klachtenregeling
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 41
5.3.2.6. Gedragsregels en afspraken in geval van calamiteiten Ontruiming bij brand en andere calamiteiten Besmettelijke ziektes Ongeval Vandalisme Overlijden Verbeterpunten: Opstellen van een protocol in geval van intimidatie en/of bedreiging via sms, e-mail of internet Voor nadere beleidsaspecten m.b.t gedragsregels, klachtenregeling, vertrouwenspersoon, veiligheid op school, Zie schoolgids en bestuursmap regelingen en protocollen.
5.3.3
Risico-Inventariatie (RIE)
In het schooljaar 2005-2006 heeft een Risico-Inventarisatie plaatsgevonden Alle teamleden en de directie van Woutertje Pieterse hebben hieraan deelgenomen en zijn bevraagd op verzuim, welzijn, veiligheid, gezondheid, onderhoud, orde en netheid, hulpverleningsmiddelen, les- en werkruimtes, gevaarlijke stoffen, gymnastieklokaal, agressie, geweld en seksuele intimidatie, onderlinge verhoudingen, organisatie, werkplek, omgeving en taken. Op verschillende gebieden zijn verbeterpunten geconstateerd. Op het gebied van orde, veiligheid en netheid is dit schooljaar gestart met het opknappen van het schoolgebouw. Zo zijn we ook met de dependance van gebouw gewisseld, waardoor een aantal problemen m.b.t. klimaatbeheersing en geluidsoverlast opgelost zijn. De veiligheid op het schoolplein is verbeterd doordat de boomwortels onder het voorplein zijn weggezaagd. Verbeterpunten: Zie arbo-meerjarenbeleidsplan (bijlage) en plan van aanpak (en hfdst 7.9 t/. 7.12)
5.3.4
Arbobeleid
Het arbobeleid is onderdeel van het schoolbeleid op Woutertje Pieterse. De volgende algemene uitgangspunten maken hier deel van uit: - de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van personeel en leerlingen; - het voldoen aan de kwaliteitseisen voor het onderwijs - het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces; - beleidsafspraken uit overige documenten. De directie streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel en leerlingen. Het arbobeleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en leerlingen en op de bevordering van hun welzijn.Om dit te bereiken organiseert de directie van de school in samenspraak met BOO de school op zo’n manier dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Verzuim door ziekte wordt zoveel mogelijk tegengegaan. Sexuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Verder is het streven om personeelsleden zo goed en breed mogelijk in te zetten.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 42
5.4.
De interne communicatie
5.4.1 Visie Onze school vindt goede communicatielijnen met alle betrokkenen buitengewoon belangrijk. De schoolleiding zorgt daartoe voor optimale overlegstructuren.. Het is in de eerste plaats van groot belang, dat leraren op een goede manier met elkaar communiceren. Deze communicatie moet gericht zijn op de doelen van de school, op de gedragscode en op afstemming tussen leerkrachten. De doelen van de school zijn opgenomen en de verschillende (gedrags)- afspraken zijn opgenomen in de groepsmappen, die dus ook functioneren als communicatiemiddel. De school vindt ook dat overleg tussen leerkrachten en directie zich niet louter mag beperken tot organisatorische aspecten. De interne communicatie is daarom primair gericht op de inhoudelijke en onderwijskundige doelen die onze school nastreeft. Tevens is het van belang dat de communicatie met degenen die bij de school betrokken zijn (bevoegd gezag, medezeggenschapsraad en ouderraad) optimaal verloopt. Informatie aan de medewerkers wordt verstrekt via de postvakken en het whiteboard in de personeelskamer. Voor de communicatie met de ouders, verzorgers verwijzen we naar het hoofdstuk contacten met ouders. 5.4.2.
ambities/afspraken m.b.t. Interne Communicatie 1 2 3 4 5 6 7
Het beleidsmatig overleg tussen school en het bevoegd gezag is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs Het overleg binnen de directie van de school is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs Het overleg binnen het team is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs Het overleg tussen de school en de medezeggenschapsraad is gericht op beleidsmatige en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen Het overleg met de ouderraad is gericht op huishoudelijke (meer organisatorische) zaken De school hanteert hulpmiddelen ter ondersteuning van de interne communicatie We werken met een vergadercyclus van 7 weken: 2x teamvergadering 2x bouwvergadering 2x parallelvergadering inhoudelijke vergadering 2 x leerling -zorgvergadering per jaar werkgroepen in i.k.v. activiteiten en ontwikkelingen Directievergadering - wekelijks De OR vergadert 1 x per maand De MR vergadert 1 x per maand
Voor een nadere specificering van de bovenstaande doelen (in de vorm van kernkwaliteiten) verwijzen we naar de kwaliteitskaart Interne Communicatie
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 43
Het onderwerp Interne Communicatie en doelen daarbij (t.b.v.kwaliteitszorg) heeft onze school vertaald naar de competentie Communicatie en een aantal bijbehorende criteria ( t.b.v. integraal personeelsbeleid).
5.4.3. Beoordeling De beoordeling van de doelen en de kernkwaliteiten vindt 1 x per vier jaar plaats. De beoordeling heeft plaats gevonden in het kader van het schoolplan 2007-2011. Volgende beoordeling en ontwikkeling van de kernkwaliteiten vindt plaats in 2007-2008. Zie verbeterplan lange termijn : hoofdstuk 7.9 e.v.. Voor de beoordelingsprocedures verwijzen we naar de kwaliteitskaart.
5.5. De communicatie met externe instanties 5.5.1. Visie Onze school is geen eiland, maar staat midden in de maatschappij, in de wereld van het onderwijs en de hulpverlening. Contacten met scholen voor voortgezet onderwijs zijn belangrijk voor de aansluitng van het basisonderijs met het voortgezet onderwijs. Persoonlijke ontwikkeling en inhoudelijke, onderwijskundige ontwikkeling van de medewerkers worden voor een deel begeleid door opleidings- en nascholingsinstituten waar de school contacten mee onderhoudt. De zorg voor de leerlingen vraagt om nauwe contacten met de jeugdhulpverlening, de Schoolbegeleiding (OA), zorgplatform van WSNS en haar netwerk van IB-ers en particuliere instanties in het zorgteam van de school. Voorts zijn er contacten met scholen voor SBO, REC en PO in Leiden. In het kader van ICT wordt onze school ondersteund door De Digitale Sleutel(DDS) en het SKOOL. We hebben sinds enkele jaren nauw contact met B4kids in verband met de professionele ontwikkeling van de Tussenschoolse opvang.en
5.5.2.
ambities m.b.t. Externe Contacten 1 2 3 4 5 6 7 8
De school onderhoudt functionele contacten met instituten voor naschoolse voorzieningen De school onderhoudt functionele contacten met scholen voor voortgezet onderwijs De school onderhoudt functionele contacten met de Schoolbegeleidingsdienst De school participeert actief binnen het samenwerkingsverband en andere netwerken in de regio De school onderhoudt functionele contacten met opleidingen en nascholingsinstituten De school onderhoudt functionele contacten met scholen van het Cluster Centrum Noord De school onderhoudt functionele contacten met instituten voor Jeughulpverlening t.b.v. de ontwikkeling van de leerlingen. De school onderhoudt functionele contacten met B4Kids voor tussenschoolse en Buitenschoolse opvang
Voor een nadere specificering van de bovenstaande doelen( inde vorm van kernkwaliteiten) verwijzen we naar de kwaliteitskaart Externe Contacten.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 44
5.5.3.
Beoordeling
De beoordeling van de doelen en de kernkwaliteiten vindt 1x per vier jaar plaats. In het kader van het schoolplan 2003-2007 heeft deze plaatsgevonden. Volgende beoordeling en ontwikkeling van de kernkwaliteiten t.b.v. de kwaliteitskaart vindt plaats in schooljaar 20092010. Zie hfdst. 7.9 en 7.10 . Voor de beoordelingsprocedure verwijzen we naar de kwaliteitskaart.
5.6. De communicatie met ouders 5.6.1 Visie Onze school werkt in het belang van de kinderen zoveel mogelijk samen met ouders. Er is over en weer informatieoverdracht over de ontwikkeling van hun kind, het gegeven onderwijs, de dagelijkse gang van zaken op onze school en de medezeggenschapsraad. Ouders en school hebben een gemeenschappelijke taak: de kinderen voldoende kennis en vaardigheden bijbrengen, teneinde de wereld zelfstandig tegemoet te kunnen treden. Ouders kunnen niet zonder school en de school kan niet meer zonder de ouders. Dit vertaalt zich in tal van activiteiten tussen school en ouders, zoals: mondelinge en schriftlijke informatie, contacten over kinderen, ouders die op school activiteiten uitvoeren, ouders die helpen bij het onderwijs, ouders die meedenken en meebeslissen over de opzet, inhoud en organisatie van het onderwijs op Woutertje Pieterse.
5.6.2
Ambities/afspraken m.b.t. Contacten met ouders
De beoordeling van de doelen en de kernkwaliteiten vindt 1x per vier jaar plaats. In het kader van het schoolplan 2003-2007 heeft deze plaatsgevonden. Volgende beoordeling en ontwikkeling van de kernkwaliteiten t.b.v. de kwaliteitskaart vindt plaats in schooljaar 20072008. Zie hfdst. 7.9 t/m 7.12 . Voor de beoordelingsprocedure verwijzen we naar de kwaliteitskaart. 5.6.3. Verbeterpunten: Informatievoorziening over onderwijskundige aspecten moet verbeteren via gerichte informatieavonden. Dit kan op verschillende wijzen vormgegeven worden. Er moet dus meer transparantie komen. Er wordt via email contact onderhouden met de ouders Er komt in de toekomst een mogelijkheid tot elektronische inkijk in het leerlingendossier voor ouders.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 45
5.7. 5.7.1.
De buitenschoolse opvang Tussenschoolse opvang
Op de Woutertje Pieterse is een continurooster. Alle kinderen blijven over en eten onder begeleiding op school. De overblijfkrachten worden door de ouders betaald. Het toezicht op de kinderen tijdens het buitenspelen en in de onderbouw deels bij het eten ligt in handen van leidsters van B4kids. Dit is een professionele organisatie die in Leiden en omstreken de kinderopvang en de buitenschoolse opvang organiseert. Het personeel van voornamelijk de Pollewop wordt ingezet voor het overblijven. Het bedrag is verrekend in de ouderbijdrage die door de penningmeester van de ouderraad wordt geïnd. 5.7.2. Voorschoolse opvang (VSO) Met ingang van schooljaar 2007-2008 verzorgt B4KIDS voorschoolse opvang voor de ouders van Woutertje Pieterse die dit wensen. De kinderen kunnen vanaf 7.30 uur gebracht worden bij de Krullevaar. De groepsleiding zorgt dat de kinderen op tijd op school zijn. Tijdens de voorschoolse opvang maken kinderen van dezelfde faciliteiten gebruik als op de buitenschoolse opvang. VSO wordt geboden tijdens de schooldagen: niet tijdens vakantiedagen en roostervrije dagen. Voorschoolse opvang valt onder de Wet Kinderopvang. 5.7.3 Opvang van kleuters op sluitingsdagen De kleuterklassen van Woutertje Pieterse zijn eens per drie weken gesloten. B4KIDS verzorgt opvang voor de ouders die dit wensen. Deze opvang vindt plaats in de buitenschoolse opvang Krullevaar, Antony Duycklaan 13, Leiden. Via een door de school uitgedeeld formulier kunnen de ouders zich aanmelden voor die data. De opvang voor de roostervrije dagen is vanaf 08.00 uur en duurt tot 18.00 uur. Kinderen die geen gebruik maken van de BSO bij Pollewop of Krullevaar , moeten uiterlijk om 14.30 uur worden opgehaald, aangezien de groepsleiding om die tijd naar de scholen vertrekt en de andere kinderen gaat halen. 5.7.4.
Buitenschoolse opvang
De buitenschoolse opvang (B.S.O.) wordt geregeld door de Centrale Organisatie Kinderopvang in Leiden. (B4KIDS). Iedere dag bezoeken kinderen van onze school de Krullevaar , de Pollewop en andere instellingen. De school weet door dagoverzichten van B4KIDS welke kinderen worden opgehaald. Bij eventuele wijzigingen in de schooltijden stellen wij de B.S.O. hiervan op de hoogte. De ouders regelen zelf de inschrijving van hun kind bij de buitenschoolse opvang en betalen ook de kosten voor de opvang zelf. Als arbeid en zorg gecombineerd worden krijgt men tot ruim 90 % terug via de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Via de website www.toeslagen.nl kan berekend worden wat men terugkrijgt.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 46
Hoofdstuk 6
Financieel beleid
Hoofdstuk 6.1
Lumpsum financiering
In 2006 is het primair onderwijs overgegaan van declaratiebekostiging naar lumpsumbekostiging. De technische berekening van de vergoeding door het Rijk is in wezen een eenvoudige zaak. Het is alleen veel lastiger m.b.t. de personele lasten. Deze kunnen niet meer worden gedeclareerd. De werkgever is nu zelf verantwoordelijk voor de betaling van alle personele lasten binnen het (beperkte) budget dat daarvoor beschikbaar is. Zo is daarvan afgeleid iedere school zelf verantwoordelijk voor zijn begroting op materieel en personeel gebied. Jaarlijks moet daarom een formatieplan en een begroting ingediend worden. Daarnaast is er een meerjarenformatieplan van het bestuur en een meerjarenbegroting van de school om een goede raming van de te verwachten kosten te verkrijgen en tevens een overzicht van de reverses en voorzieningen. De school maakt op grond van zijn jaarbeleidsplan een schoolbegroting die past binnen de daarvoor gegeven vergoedingen. Zo is het financieel beleid gekoppeld aan het beleid van de school. Deze plannen worden jaarlijks ingediend bij het bestuur en na instemming en/of advies van de medezeggenschapsraad vastgesteld door het bestuur. De betalingen verlopen nog steeds via het bestuursbureau na indiening van de rekeningen. Het uitvoerende werk van betalingen, het bijhouden van overzichten en de personele administratie wordt uitgevoerd door het administratiekantoor Onderwijs Hollands Midden (OHM). De beleidsbeslissingen liggen op het niveau van bestuur en school. Er is in eerste instantie gekozen voor een beleidsarme invoering van lumpsum. Pas nadat duidelijk is waar de marges ruimer en de reserves gezond zijn, zal eventueel overgegaan worden op een mogelijke verschuiving in besteding op materieel en personeel vlak. Binnen de toegekende bedragen op grond van schoolgrootte wordt door het bestuur nog wel een onderverdeling gebruikt in: - Onderwijsleerpakket - ICT-middelen - Scholing - O en O / PKI gelden - Algemene reserve Zie verder meerjarenformatieplan van het bestuur en jaarlijkse schoolbeleidsplan en schoolbegroting. Verbeterpunt : Na de invoering van lumpsum beleidsarm, staan we nu voor het punt van overleg met het bestuur over een andere wijze van financieel beheer. Met name de betalingswijze en controle daarop behoeft verbetering. De weg nu is veel te omslachtig en niet transparant. Op bestuursniveau is een werkgroep gestart ter advisering op dit punt.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 47
Hoofdstuk 6.2
Externe geldstromen
6.2.1 Materiele vergoeding in lumpsum Het bevoegd gezag ontvangt jaarlijks een lumpsumbedrag gebaseerd op o.a.de gemiddelde personeelslast en schoolgrootte voor de bekostiging van het personeel, onderhoud gebouw, aanschaf van leermiddelen, vervanging en de vernieuwing van inventaris en leermethoden. De materiele bekostiging wordt vertaald in budgetten die afgeleid zijn van de oude bekostigingssystematiek. Het budget voor het onderwijsleerpakket komt ten goede aan de school en wordt verantwoord middels een schoolbegroting. De aanschaf van nieuwe lesmethoden wordt middels een meerjarenbegroting aangegeven en in een jaarlijkse reservering verantwoord en kan in overleg met het Bureau Openbaar Onderwijs op basis van de meerjarenplanning worden uitgevoerd. De vergoeding voor vervanging inventaris van de scholen wordt beheerd door het bestuur en zal op basis van een meerjarenplanning met prioriteitenlijst worden ingezet. Vanuit de meerjarenplanning wordt na overleg met de schooldirectie en na advisering door de medezeggenschapsraad het jaarplan vastgesteld door het bestuur. 6.2.2 Beheer van reserves en voorzieningen OLP/Leermiddelen Inkomsten: lumpsum rijksvergoeding/deelbudget Uitgaven: doen van uitgaven voor aanschaf van jaarlijkse leermiddelen en het aanschaffen van nieuwe methoden op basis van een meerjarenplanning Bij een eventuele overschrijding van het jaarbudget van onze school wordt dit ten laste gebracht van de beschikbare middelen in het volgende financiële jaar. Indien geld overblijft vloeit dit de algemene reserve van school. Bestedingsbevoegdheid: directeur van de school Beheer: Bureau Openbaar Onderwijs
O & O budget Inkomsten: lumpsum rijksvergoeding/ deelbudget Uitgaven: bedoeld voor het doen van uitgaven om de school te profileren ter versterking van het personeelsbeleid en kwaliteitsverbetering. Op bestuursniveau worden hieruit ook gelden onttrokken ter leniging van personele knelpunten en er wordt een reservefonds van ingericht t.b.v het participatiefonds. Op schoolniveau wordt hieruit een maandelijkse bijdrage betaald aan de Zijlbedrijven voor administratieve ondersteuning van de directie. Bestedingsbevoegdheid: directeur van de school Beheer: Bureau Openbaar Onderwijs Scholing als onderdeel van het O & O budget. Inkomsten: lumpsum rijksvergoeding / deelbudget Uitgaven: bedoeld voor het doen van uitgaven om professionele vaardigheden, kennis en attitudes uit te breiden c.q. op niveau te houden in het kader van de wet BIO. De school dient een scholingsplan in als onderdeel van het jaarbeleidsplan, voorzien van een begroting. Het scholingsplan wordt samengesteld naar aanleiding van: - Schoolbeleid; wat willen we de komende vier jaren bereiken en welke scholing hoort daarbij - individueel beleid; individuele wensen ter verbetering van het functioneren op school
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 48
Deze wensen worden in de POPgesprekken en functioneringsgesprekken besproken - Schooloverstijgend; wat komt er bovenschools op ons af en wat via het strategisch beleidsplan van het bestuur Bestedingsbevoegdheid: directeur van de school Beheer: Bureau Openbaar Onderwijs Algemene reserve Reserve die ontstaat door reserveringen, sparen,het niet volledig uitgeven van personele en materiële budgetten. Uitgaven: voor het betalen van personeel dat voor eigen rekening wordt aangesteld. Deze mogelijkheid wordt door onze school momenteel niet benut, omdat o.a. door het inzetten van alle middelen in de groepen geen gelden overblijven. Bestedingsbevoegdheid: de directeur van de school Beheer: Bureau Openbaar Onderwijs
Weer Samen Naar School Inkomsten: gelden vanuit het WSNS-budget Uitgaven: aan personeel of materiële zaken die rechtstreeks verband houden met het vergroten van de zorgbreedte van de school. Op school heeft de Intern-Begeleider 24 uur per week voor haar taak. De school maakt 24 uur vrij uit de formatie en vult bij tekort aan uit de middelen van WSNS. Bestedingsbevoegdheid: directeur van de school Beheer: Bureau Openbaar Onderwijs
6.2.3. OVERHEIDSGELDEN Vaste algemene budgetten OLP
Materialen (aanschaf en onderhoud) en meubilair (onderhoud) Nascholing ( O & O) * scholingsactiviteiten * scholingsmaterialen * reiskosten O&O * personeel (niet struct.) (schoolprofiel) * materiaal WSNS * materiaal * personeel (niet struct.) ICT * materiaal * scholing rugzak
Schoolplan 2007—2011
Gelegenheidsbudgetten
Speciale jaarbudgetten
1e inrichtingsgelden: meubilair OLP *Scholing/begeleiding (zijinstromers) * Directie-cursus
Gehandicapte leerling
Woutertje Pieterse 49
6.3
Interne geldstromen
Op schoolniveau zijn er nog reserves / voorzieningen die beheerd worden door de penningmeester van de ouderraad als onderdeel van de schoolbegroting - WP-Schoolfonds Inkomsten uit acties, fancyfair, donaties en overschotten uit het ouderfonds worden beheerd door de ouderraad. - Gelden van de medezeggenschapsraad - Gelden van de ouderraad Voor bovenstaande fondsen geldt dat de penningmeester van de ouderraad een duidelijke boekhouding voert en een financieel jaarverslag opstelt. Jaarlijks wordt door de oudervergadering de begroting en het jaarverslag goedgekeurd. Een kascommissie controleert de boeken. - Kleine kas Inkomsten uit voorschotregeling uit het OLP, zodat op schoolniveau kleine betalingen verricht kunnen worden. Beheer geschiedt door de schoolleiding.
6.3.1 EIGEN GELDEN Beheer/verantwoordelijkheid: directie
Beheer ouders; MR verantwoordelijk
inkomsten Terugbetaling voorschot oud papier cartridges
Inkomsten
uitgaven Voorfinanciering
Speciale Ouderbijdrage activiteiten/middelen verplicht waar geen budget voor is. e.d . Ouderbijdrage niet-verplicht MR/ouders-gelden * Gebruik faciliteiten koffiegeld vergaderfaciliteiten/ kopieerkosten. * geld voor bijvoorbeeld onderwijsmaterialen zoals documentatie. Opbrengst catering door ouders tijdens schoolprojecten
Uitgaven
Overblijfkosten: * vergoeding hulpouders * materialen voor ll. speciale activiteiten feesten afscheid groep 8 sportdag/ schoolkampen excursies projecten ouderbijeenkomste n/vergaderkosten ( bijdrage koffiegeld Geoormerkt voor aanschaf schoolmiddelen
Schenkingen Lief &Leed-bijdrage Lief&Leed uitgaven
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 50
6.4
Sponsoring
De school voert een beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bedragen volgens het protocol sponsoring. We gaan geen verbintenis aan, als daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden zijn.(zie verder in de schoolgids) 6.5
Begrotingen
Onze school en het Bureau Openbaar Onderwijs werken met een vastgestelde begroting per kalenderjaar. De begroting is gebaseerd op het meerjarenbeleid van het in het schoolplan aangegeven onderwijskundig en personeelsbeleid. Er wordt gewerkt met een financieel jaarverslag. Het financiële mandaat en de verdere inrichting zijn beschreven in de “procedures met betrekking tot financiën” van het Bureau Openbaar Onderwijs. Verder verwijs ik naar het jaarbeleidsplan met als onderdeel de begroting en het financieel jaarverslag. En het overzicht in de meerjarenbegroting gebaseerd op het meerjarenbeleidsplan. Verbeterpunt: In de komende tijd wordt de stichting Vrienden van WP opgericht. Deze stichting heeft als doelstelling en taak het verwerven en beheren van gelden t.b.v. onze school Woutertje Pieterse. Een voorbeeld van een doel hierbij is de inrichting van het nieuwe schoolplein en de schoolomgeving bij de te realiseren uitbouw van de school.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 51
Hoofdstuk 7
Kwaliteitsbeleid
Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de afspraken bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de afspraken systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze afspraken (zie kwaliteitskaart) m.b.t. kwaliteitszorg zijn: 1. We hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie 2. We beschikken over doelen (afspraken) bij diverse beleidsterreinen 3. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende afspraken minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden 4. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren 5. We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan en jaarplan) 6. We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn 7. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) 8. We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, MR en ouders) 9. We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen Beoordeling De afspraken (doelen) worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het bevoegd gezag. Zie hoofdstuk 7.7, het evaluatieplan. Verbeterpunten We laten de kwaliteit van onze school 1 keer per 4 jaar beoordelen door ouders, kinderen en leraren We rapporteren aan ouders Zie hoofdstuk 7.8 (Kwaliteitsprofiel) en hoofdstuk 7.9 t/m 7.11 (Plan van Aanpak)
Hoofdstuk 7.1
Terugblik Schoolplan 2003-2007 en zelfevaluatie
1. Kwaliteitszorg In de afgelopen jaren hebben we ons als school bezig gehouden met het opstellen en vaststellen van de kwaliteitskaarten. Op de laatste ontwikkelingen op dit gebied na zijn we er in geslaagd alle beleidsterreinen vast te stellen. Met name het didactisch handelen en het pedagogisch klimaat waren speerpunten. Op deze terreinen zijn ook de scans uitgevoerd en meegenomen in de ontwikkellijnen voor de komende 4-jaar cyclus. De opzet en planning die in het vorige schoolplan omschreven is in doelstelling bereikt. Een zorg is en blijft om het geheel aan kwaliteitsborging te handhaven in de tijd.( zie verder jaarverslag 2003 t/m 2007) 2. Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten Met betrekking tot het leerstofaanbod zijn de gestelde doelen behaald. De Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 52
methoden rekenen, geschiedenis, Engels, creatieve vakken en sociaal emotionele ontwikkeling zijn vernieuwd en/of aangeschaft. Hiermee voldoen we voor alle leerstofaanbod aan de kerndoelen. De methode voor Natuur/biologie en techniek komt in 2007-2008 aan de beurt Op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling is gekozen voor het SCOL, de electronische webbased versie, als leerlingenvolgsysteem. De afspraak dat alle toetsen in het electronisch leerlingenvolgsysteem verwerkt worden is gehaald met daarnaast ook nog dat alle observaties en rapportages in het systeem geplaatst worden. Met een druk op e knop is een totaal overzicht per leerling en /of groep te krijgen. Binnen het leerlingenvolgsysteem zijn de CITO-toetsen voor rekenen en technisch lezen vernieuwd. We hebben in de afgelopen periode de tendens van hoge eindscores als resultaat van ons onderwijs kunnen vasthouden. Gemiddeld scoort onze school 5 punten boven het landelijk gemiddelde voor scholen met een zelfde sociale indicatie. 3.
Leertijd Met betrekking op de leertijd zijn de schooltijden gehandhaafd en is er jaarlijks op toegezien dat in de roosters voldoende tijd gereserveerd is voor de verschillende vakken. Met name Nederlandse taal, rekenen en wiskunde had hierbij de aandacht.
4.
Pedagogisch klimaat Ondanks het feit dat pedagogisch klimaat geen verbeterpunten had in de vorige scan van 2003 is het toch aan de orde geweest met betrekking tot de normen en waarden. Het actief burgerschap is wat meer op de agenda gezet en zal voor de komende periode een ontwikkelpunt vormen. In 2003-2004 zijn we overgegaan op het aanspreken van de leerkrachten door de kinderen met juf of meester in plaats van alleen met de voornaam. Dit met het oog op het onderscheid tussen klasgenoten en volwassenen.
5.
Zorg en begeleiding Naar aanleiding van het inspectierapport van 2005 waarbij de zorgparagraaf van de school er nog niet goed vanaf kwam, is er een flinke aanzet gegeven om dit onderdeel nu als goed te kwalificeren. Alle toetsen worden electronisch ingevoerd en zijn per groep en individueel kind op te vragen. Er wordt nu gewerkt met handelingsplannen bij kinderen met een D en E-score. Ok voor kinderen met een indicatie voor hoogbegaafdheid wordt met een handelingsplan gewerkt. De observaties en opmerkingen worden per leerling in het electronisch leerlingenvolgsysteem opgeslagen. Er wordt gewerkt volgens de notitie zorg om zorg, waarbij extra ondersteuning wordt gegenereerd binnen het team.
6.
Opbrengsten De opbrengsten van ons onderwijs zijn al jaren , zowel tijdens als na afloop van de schoolperiode op een ruim voldoende niveau. We scoren gemiddeld 5 punten hoger op de eindtoets Cito, vergeleken met scholen in eenzelfde sociale klasse.( groep 2)
7.
Professionalisering (Integraal personeelsbeleid) In het kader van integraal personeelsbeleid worden jaarlijks pop-gesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gevoerd. Volgens de wet BIO is ieder personeelslid verantwoordelijk voor zijn of haar eigen ontwikkeling. Naast de professionalisering die afgeleid is van de schoolontwikkeling is ieder personeelslid verplicht zijn of haar competenties voor het vak op orde te houden of te brengen.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 53
8.
Interne communicatie Naast de huishoudelijke vergaderingen is een cyclus opgezet van bouwvergaderingen en parallelvergaderingen. In deze laatste vergaderingen worden met name inhoudelijke onderwerpen uitgediept als voorbereiding voor de plenaire vergaderingen. Het is een constante opdracht naar elkaar om transparant te zijn. Het overleg met de MR is gericht op beleidsmatige en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. In de laatste 4 jaar is daarin een duidelijke verbetering ingezet. Voorbeelden hiervan zijn het inzichtelijk maken van de schoolbegroting en het financiele jaarverslag. Evenals de diverse vernieuwingen van verschillende methodes die in de MR aan de orde zijn geweest.
9.
Contacten met ouders Uit de analyse van de oudervragenlijst blijkt dat de contacten met ouders en informatievoorziening als onvoldoende wordt ervaren. Met name op het gebied van transparantie zullen we een slag moeten maken en hebben we als school niet voldaan aan het gestelde doel.
10.
ICT Uit de leerlingenvragenlijst blijkt dat de leerlingen meer behoefte hebben aan onderwijsmomenten op de computer. Er zijn gemiddeld 2 computers per 20 leerlingen, zodat bovenstaand nog even een probleem zal zijn in de organisatie. Er is veel methodisch ondersteunende software aangeschaft in de laatste 4 jaar. Het volgen van de leerling via het leerlingvolgsysteem is sterk verbeterd. Er is overgegaan op het schoolnetwerk van Skool, zowel op het hoofdgebouw als in het laatste jaar ook voor de dependance.. Het doel van volledige integratie in het onderwijs is nog niet bereikt en blijft als streefdoel voor de komende ontwikkelperiode gehandhaafd.
Hoofdstuk 7.2
Analyse inspectierapport
25 en 26 oktober 2005 is er op de Woutertje Pieterse basisschool een periodiek kwaliteitsonderzoek van de inspectie van onderwijs geweest. Daarbij is er onderzoek gedaan naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. De inspectie heeft aan de hand van deze indicatoren een kwaliteitsprofiel van de Woutertje Pieterse beschreven. Hierin wordt beschreven dat het team van de WP voldoende reden heeft om trots te zijn op de school. De leerlingenpopulatie biedt een diversiteit aan uitdagingen. Er is sprake van een toename van het aantal gewichtsleerlingen, waaronder kinderen die extra zorg en begeleiding nodig hebben. Ook zijn er relatief veel goed presterende kinderen waarbij de ouders op basis van de goede resultaten van de school, hooggespannen verwachtingen hebben. Het team heeft laten zien goed om te gaan met deze uitdagingen. Er wordt op de Woutertje Pieterse door leerkrachten hard gewerkt om kinderen voldoende mogelijkheden te bieden om zich naar Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 54
eigen vermogen te ontwikkelen. De school heeft een volwassen systeem van kwaliteitszorg, waarbij zowel de planvorming als de uitvoering en de verantwoording goed zijn uitgewerkt. De school heeft een goed beeld van de huidige situatie, weet wat de gewenste koers is en wat er gedaan moet worden om deze koers te varen. Hierover wordt op systematische wijze verantwoording afgelegd. De zorg en begeleiding is nog niet voldoende uitgewerkt. Het ontbreekt hier met name aan de planmatigheid waarmee zorgleerlingen extra begeleiding krijgen aangeboden. Het feit dat de school zeer sterk presterende kinderen ook als zorgleerlingen beschouwt is zonder meer positief. De resultaten van de leerlingen zijn ruim voldoende. Dit geldt zowel voor de resultaten van de kinderen gedurende de schoolloopbaan als de resultaten die worden behaald voor de eindtoets.
Hoofdstuk 7.3
Analyse oudervragenlijst
Mei 2007 hebben wij een oudervragenlijst afgenomen. Deze vragenlijst richtte zich op kwaliteitszorg, aanbod, tijd, pedagogisch handelen, didactisch handelen, afstemming, schoolklimaat en zorg en begeleiding. De vragenlijst is afgenomen bij ouders die in de OR en MR van onze school zitten. De conclusies die we uit de reacties uit de vragenlijsten hebben kunnen trekken zijn vooral gespitst op de transparantie van de communicatie. Het blijkt dat ouders meer inzicht willen hebben in de activiteiten binnen de klas. Hierbij gaat het met name om het pedagogisch handelen en het aanbod binnen de klas. Ouders geven aan dat zij wel voldoende op de hoogte zijn van het aanbod van methodes, maar op welke manier wordt er bijvoorbeeld aan kinderen geleerd hoe zij moeten plannen, of op welke manier wordt er geleerd om te leren. Er werd duidelijk aangegeven dat de oudergesprekken en de informatieavond aan het begin van het schooljaar niet voldoende zijn. Verder kwam naar voren dat er behoefte was aan supplementen van de schoolgids omdat die na een aantal jaren niet meer up to date waren. Ook de zorgstructuur binnen de school is voor de ouders niet helder. Verbeterpunten voor onze school: Er zal in de komende jaren gestreefd worden naar meer transparantie naar de ouders toe. Er zal gekeken en gekozen worden naar en voor een vorm waarbij we deze transparantie kunnen bewerkstelligen. Te denken valt aan thematische voorlichtingsavonden of het geven van een informatiemarkt met verschillende stands. De zorgstructuur binnen de school moet voor de ouders helder zijn. Dit staat al beschreven in de schoolgids, maar dit zal geëvalueerd worden en er zal een verwijzing naar het zorgplan van de school in verwerkt moeten worden.
Hoofdstuk 7.4
Analyse leerlingenvragenlijst
In mei 2007 hebben wij een kindervragenlijst afgenomen. Deze vragenlijst richtte zich op kwaliteitszorg, aanbod, tijd, pedagogisch handelen, didactisch handelen, afstemming, schoolklimaat en zorg en begeleiding. De vragenlijst is afgenomen bij kinderen uit groep 6,7 en 8 van onze school.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 55
Conclusies die getrokken kunnen worden zijn; Er is laag gescoord op kwaliteitszorg, waarbij naar voren kwam dat kinderen vonden dat er meer rekening moet worden gehouden met hun mening en de school aan hun moet vertellen welke verbeteringen lukken en welke niet. Bij het onderdeel aanbod werd laag gescoord op drie methodes namelijk de taal ,wereldoriëntatie en biologie/natuurkunde methode. Verder vonden de kinderen dat er te weinig tijd werd besteed aan het leren werken met de computer. Bij het didactisch handelen vonden de kinderen dat er door de leerkrachten te weinig materiaal bij de uitleg werd gebruikt en dat de leerkrachten te weing de lessen nabespraken. Bij het schoolklimaat kwam naar voren dat er geen leerlingenraad is Verbeterpunten voor onze school Er zal in schooljaar 2007-2008 een leerlingenraad worden opgestart. In schooljaar 2007/2008 zal er een nieuwe natuur/biologie methode.worden aangeschaft. In het schooljaar 2009/2010 wordt de aardrijkskunde methode vernieuwd. Vanaf 2010 gaat onze school zich oriënteren op de vervanging van onze taal/lees methode. In het ICT beleidsplan wordt beschreven hoe er door de leerlingen binnen de klas gewerkt gaat worden met de computer en hoe de computer geïntegreerd gaat worden binnen het lesaanbod. De komende 3 jaar worden de leerkrachten binnen onze school bijgeschoold met het zelfstandig werken in de klas door middel van de GIP XL methode. Hierbij zal aandacht geschonken worden aan het door de leerkracht nabespreken van de lessen.
Hoofdstuk 7.5
Analyse lerarenvragenlijst
Alle leerkrachten hebben deelgenomen aan de vragenlijsten voor de Risico-inventarisatie 2006-2010 en het Arbobeleidsplan 2006-2010 Zie voor verbeterpunten het arbobeleidsplan 2006 - 2010
Hoofdstuk 7.6
Het evaluatieplan
In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplan- met een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks (evaluatiedag) en de beleidsterreinen die gerelateerd kunnen worden aan onderwijs en leren en schoolcondities evalueren we met een lagere frequentie. In onze jaarplannen nemen we steeds op welke beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de MR en de ouders.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 56
Onze beleidsterreinen (kwaliteitszorg) Identiteit Kwaliteitszorg
2007 2008
2008 2009
2009 2010
X X
Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten
X
Sociaal-emotionele ontwikkeling
X
Leertijd
X
Pedagogisch klimaat
X
X
Didactisch handelen
X
X
Schoolklimaat
X
Zorg en begeleiding
X
Opbrengsten
X
Professionalisering (Integraal Personeelsbeleid) Interne communicatie
X
X X
X
X X
Externe contacten Contacten met ouders
2010 2011
X X
ICT
X
Taalbeleid TOTAAL
6
5
5
5
Rapportage Als school moeten wij ons steeds nadrukkelijker verantwoorden over onze prestaties. De huidige vormen van rapportage zijn:
de jaarrekening (verantwoording naar het bestuur); De jaarbegroting ( financiele verantwoording van de plannennaar bestuur en MR) het jaarverslag met daarin een sociale paragraaf en het Arboverslag (verantwoording naar MR en het bestuur); Het jaarbeleidsplan ( verantwoording van de plannen naar het bestuur en MR de schoolgids (rapportage van schoolresultaten aan ouders).
De inspectie onderzoekt de kwaliteit van het onderwijs en maakt deze rapportage openbaar (verantwoording aan de overheid). Scholen leveren daarvoor een zelfevaluatieverslag dat voldoet aan de eisen van de overheid. In het kwaliteitssysteem van de school zijn al die zaken opgenomen die een bijdrage leveren aan de wijze waarop de kwaliteit zichtbaar en aantoonbaar wordt gemaakt. Al de genoemde vormen van verantwoording afleggen, vallen onder het begrip ‘verticaal toezicht’. Van bovenaf (overheid en bestuur) wordt er toezicht gehouden op het functioneren van de school. Met uitzondering van de schoolgids, die bedoeld is voor een groep belanghebbenden van de school: de ouders. De overheid heeft in de Kwaliteitswet Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 57
de schoolgids en de klachtenregeling verplicht gesteld. Kennelijk vindt de overheid het belangrijk dat de school naar ouders toe informatie verschaft over de resultaten van de school en dat ouders hun beklag kunnen doen. Een ontwikkeling voor de toekomst is meervoudig publieke verantwoording. Hierbij legt de school verantwoording af aan al haar belanghebbenden. Wie zijn dat? Naast de ouders kunnen dat zijn: • • • •
de toeleverende scholen (komen onze leerlingen goed terecht?); de afnemende scholen (is er sprake van een doorlopende leerlijn?); de hulpverlenende instanties (werken wij goed samen?); de buurt (bezorgen onze leerlingen geen overlast, kan de buurt gebruik maken van onze faciliteiten?);
In het algemeen zijn belanghebbende organisaties of personen diegenen die beïnvloed worden door de school of die invloed uitoefenen op de school. Bij meervoudig publieke verantwoording onderhoudt de school een dialoog met haar belanghebbenden en legt de school verantwoording af over haar functioneren en over de effecten ervan aan de onderscheiden belanghebbenden. De inspectie wil – namens de overheid – binnen haar verticale toezicht steeds meer aandacht geven aan de wijze waarop de school verantwoording aflegt aan haar belanghebbenden. Daarmee kan het verticale toezicht verminderen ten gunste van het ‘horizontale toezicht’, dat gericht is op de belanghebbenden van de school. In het kader van meervoudig publieke verantwoording wordt ook de term educational governance gehanteerd. Daarbij gaat het om ‘goed besturen door onderwijsinstellingen’. Kernvraag is: hoe kunnen wij een onderwijsinstelling goed besturen, zowel intern al extern (dat wil zeggen: draagvlak verwerven in de maatschappij).
Hoofdstuk 7.7
Kwaliteitsprofiel – Onze mogelijke verbeterpunten
Voor het vaststellen van de onderstaande verbeterpunten is gebruik gemaakt van: 1. 2. 3. 4.
Het strategisch beleidsplan (bovenschools management) Het zorgplan Het ICT-beleidsplan Het Integraal Personeelsbeleidsplan
en de uitslagen en analyses van : 1. 2. 3. 4. 5.
Het meest recente inspectierapport De Quick Scan De oudervragenlijst De leerlingenvragenlijst De lerarenvragenlijst
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 58
Verdere ontwikkeling via GIP-XL model Verbeterpunten m.b.t. leerstofaanbod Verbeterpunten m.b.t. ICT-ontwikkelingen
Beleidsterrein
Waardering
Kwaliteitszorg
goed
Mogelijke verbeterpunten • •
• Leerstofaanbod Toetsinstrumenten
goed
•
•
Afgeleid van …
De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken De schoolleiding zorgt voor een professionele cultuur De school heeft een aanbod gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving In het aanbod wordt een relatie gelegd met belangrijke maatschappelijke en actuele thema’s
1,2
1,2
Leertijd
goed
1,2
Pedagogisch klimaat
goed
1,2
Didactisch handelen
goed
• •
Afstemming
voldoende
• •
Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen
zwak
•
• • Schoolklimaat (Sociale Veiligheid)
goed
•
Zorg en begeleiding
voldoende
• •
Schoolplan 2007—2011
De leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteiten De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen toe aan een uitdagende leeromgeving
1,2
De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau De leerlingen passen hun opgedane kennis actief toe in andere situaties De leerlingen leren op doelmatige wijze samen te werken Het personeel voelt zich betrokken bij de school
1,2
De school gaat de effecten van de zorg na Evaluatie van het zorgplan en
1,2
1,2
1,2
Woutertje Pieterse 59
aanpassing van het zorgplan Opbrengsten
goed
1,2
Professionalisering Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie
goed
1,2
goed
•
Externe contacten
goed
•
Contacten met ouders
goed
•
ICT
goed
1,2
Inzet van middelen Identiteit Schooladministratie
goed goed goed
1,2 1,2 1,2
Schoolleiding
voldoende
• • • •
Beroepshouding
voldoende
• • • • •
Levensbeschouwelijke identiteit Kwaliteitszorg (actief) burgerschap en (sociale) integratie
1,2
De school stelt zich op de hoogte van de opvattingen en de verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee
1,2
De school beschikt over een veiligheidsplan (dependance) De schoolleiding is deskundig De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team Leraren voeren genomen besluiten loyaal uit Leraren voelen zich (mede)verantwoordelijk voor de school als geheel Leraren werken met anderen samen Leraren zijn bereid zich (voortdurend) te ontwikkelen Leraren zijn in staat te reflecteren op hun handelen
goed zwak
•
• •
•
zwak
Schoolplan 2007—2011
1,2
1,2
1,2
1,2
•
Aanbod (actief) burgerschap en (sociale) integratie
De personeelsleden communiceren op een correcte wijze met elkaar De school onderhoudt contacten met toeleverende instellingen (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven)
•
De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van burgerschap en integratie De school heeft een visie op burgerschap en integratie, en geeft daar planmatig invulling aan De school legt verantwoording af over haar visie en de wijze waarop ze daar invulling aan geeft De school evalueert of de beoogde doelen voor burgerschap en integratie worden gerealiseerd De school stemt haar aanbod af op specifieke omstandigheden in en rond de school De school bevordert basiswaarden die nodig zijn voor participatie in de democratische rechtsstaat
1,2
1,2
Woutertje Pieterse 60
•
• •
Beleidsterrein ICT
• • •
•
• • • •
•
•
Schoolplan 2007—2011
De school bevordert kennis, houdingen en vaardigheden die nodig zijn voor participatie in de democratische rechtsstaat De school brengt burgerschap en integratie zelf in de praktijk ( klassenraad) De school besteedt structureel aandacht aan de aan burgerschap en integratie gerelateerde kerndoelen De school evalueert systematisch de effecten van de inzet van ICT (kwaliteitszorg) Het ICT-aanbod vertoont samenhang (doorgaande lijn) (aanbod) ICT-middelen worden in voldoende mate en functioneel gebruikt in klassikale en niet-klassikale leersituaties (onderwijsleerproces) De inzet van ICT bevordert een efficiënt gebruik van de onderwijstijd (onderwijsleerproces) De inzet van ICT draagt bij aan het realiseren van een uitdagende leeromgeving (onderwijsleerproces) De leraren geven de leerlingen feedback over hun leren met ICT (onderwijsleerproces) De leerlingen zijn actief bezig in leeren lessituaties waarbij ICT wordt gebruikt (actief leren) De leerlingen gebruiken ICT in voorkomend gevallen om in een betekenisvolle context te werken (actief leren) De leerlingen leren hun opgedane ICT-kennis en ervaring in nieuwe situaties te gebruiken (actief leren) De leerlingen kunnen onder woorden brengen waarom ze in een bepaalde situatie een bepaald hulpmiddel hebben gebruikt (actief leren) De leerlingen gebruiken ICT om in toenemende mate de verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces te krijgen (actief leren)
1,2
Woutertje Pieterse 61
Hoofdstuk 7.8
Plan van Aanpak 2007-2011
Het schoolontwikkelplan Jaar 2007-2008 Beleidsterrein
01 Didactisch handelen
02 Afstemming
04 Leerstofaanbod Toetsinstrumenten
03
04
Beleidsterrein ICT
Zorg en begeleiding
05
Contacten ouders
met
06
Schooladministratie
07
Schoolleiding
Verbeterdoel(en)
1e
De leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteieten De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen toe aan een uitdagende leeromgeving De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep De school heeft een aanbod gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. In het aanbod wordt een relatie gelegd met belangrijke en maatschappelijke thema’s Het ICT-aanbod vertoont samenhang (doorgaande lijn) (aanbod) ICT-middelen worden in voldoende mate en functioneel gebruikt in klassikale en niet-klassikale leersituaties (onderwijsleerproces) De inzet van ICT bevordert een efficiënt gebruik van de onderwijstijd (onderwijsleerproces) De inzet van ICT draagt bij aan het realiseren van een uitdagende leeromgeving (onderwijsleerproces) De leraren geven de leerlingen feedback over hun leren met ICT (onderwijsleerproces)
x
De school gaat de effecten van de zorg na Evaluatie van het zorgplan en aanpassing van het zorgplan De school stelt zich op de hoogte van de opvattingen en de verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee De school beschikt over een veiligheidsplan (dependance)
X
De schoolleiding is deskundig
X
Schoolplan 2007—2011
2e
x
x
Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Cursus GIP-XL door het Nutsseminarie voor alle teamleden Scholingsbudget Cursus GIP-XL Voor alle teamleden Scholingsbudget
x
X
Instellen van een werkgroep Vastleggen van huidige aanbod en komen tot voorstellen ter uitbreiding
X
X X
X
X
X
X
IB-er en voorstel
adjunct
maken
X
Instellen van rapportgesprek zorgleerlingen
derde voor
X
Het veiligheidsplan wordt aangevuld met de ontruimingsplattegrond. BHV-groep De adjunct volgt de opleiding voor adjunct directeur Scholingsgelden
Woutertje Pieterse 62
De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team
X
De schoolleiding is hier alert op
X
08 09
Evaluatiedagdeel
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Hoofdstuk 7.9 Beleidsterrein
01 Didactisch handelen
02 Afstemming
04 Leerstofaanbod Toetsinstrumenten
03
Beleidsterrein ICT
Het schoolontwikkelplan Jaar 2008-2009 Verbeterdoel(en)
1e
De leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteieten De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen toe aan een uitdagende leeromgeving De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep De school heeft een aanbod gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. In het aanbod wordt een relatie gelegd met belangrijke en maatschappelijke thema’s Het ICT-aanbod vertoont samenhang (doorgaande lijn) (aanbod) ICT-middelen worden in voldoende mate en functioneel gebruikt in klassikale en niet-klassikale leersituaties (onderwijsleerproces) De inzet van ICT bevordert een efficiënt gebruik van de onderwijstijd (onderwijsleerproces) De inzet van ICT draagt bij aan het realiseren van een uitdagende leeromgeving (onderwijsleerproces) De leraren geven de leerlingen feedback
x
Schoolplan 2007—2011
2e
x
x
Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Cursus GIP-XL Voor alle teamleden Scholingsbudget
Cursus GIP-XL Voor alle teamleden Scholingsbudget x
X
Aanschaf van eventuele aanvullende leerstof voor dit onderdeel
X
X X
X
X
Woutertje Pieterse 63
over hun leren met ICT (onderwijsleerproces)
X
04
Schoolklimaat
Het personeel voelt zich betrokken bij de school
X
05
Interne communicatie
De personeelsleden communiceren op een correcte wijze met elkaar
X
06
Externe contacten
De school onderhoudt contacten met toeleverende instellingen (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven
X
Directie onderneemt actie voor contacten en afspraken Opstellen van protocol
07
Contacten ouders
De school stelt zich op de hoogte van de opvattingen en de verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee
X
Afnemen van een oudervragenlijst bij een doorsnede van de ouders van school
08
Schoolleiding
De schoolleiding is deskundig
X
De adjunct volgt de opleiding voor adjunct directeur Scholingsgelden De schoolleiding is hier alert op
met
De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team
Lerarenvragenlijst sociale veiligheid afgenomen
X
m.b.t. wordt
X
09
10
Evaluatiedagdeel
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Hoofdstuk 7.10 Beleidsterrein
01 Didactisch handelen
02 Afstemming
Het schoolontwikkelplan Jaar 2009-2010 Verbeterdoel(en)
1e
De leraren zorgen voor een goede structuur in de onderwijsactiviteieten De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen toe aan een uitdagende leeromgeving De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
X
Schoolplan 2007—2011
2e
X
X
Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Cursus GIP-XL Voor alle teamleden Scholingsbudget
Cursus GIP-XL Voor alle teamleden Scholingsbudget
Woutertje Pieterse 64
03 Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen
05
Kwaliteitszorg (actief) burgerschap en (sociale) integratie
06
Aanbod (actief) burgerschap en (sociale) integratie
07
Beleidsterrein ICT
08
09
10
Schoolleiding
Beroepshouding
De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. De leerlingen passen hun opgedane kennis actief toe in andere situaties De leerlingen leren op doelmatige wijze samen te werken De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van burgerschap en integratie De school heeft een visie op burgerschap en integratie, en geeft daar planmatig invulling aan
X
X
Cursus GIP-XL Voor alle teamleden Scholingsbudget X X
X
De school bevordert basiswaarden die nodig zijn voor participatie in de democratische rechtsstaat De school bevordert kennis, houdingen en vaardigheden die nodig zijn voor participatie in de democratische rechtsstaat
X
De school evalueert systematisch de effecten van de inzet van ICT (kwaliteitszorg De leerlingen zijn actief bezig in leer- en lessituaties waarbij ICT wordt gebruikt (actief leren) De leerlingen gebruiken ICT in voorkomend gevallen om in een betekenisvolle context te werken (actief leren) De leerlingen leren hun opgedane ICTkennis en ervaring in nieuwe situaties te gebruiken (actief leren) De leerlingen kunnen onder woorden brengen waarom ze in een bepaalde situatie een bepaald hulpmiddel hebben gebruikt (actief leren) De leerlingen gebruiken ICT om in toenemende mate de verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces te krijgen (actief leren) De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team
X
X
X
De schoolleiding is hier alert op
X
Leraren voeren genomen besluiten loyaal uit Leraren voelen zich (mede)verantwoordelijk voor de school als geheel
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 65
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Hoofdstuk 7.11
Het schoolontwikkelplan Jaar 2010-2011
Beleidsterrein
Verbeterdoel(en)
1e
Kwaliteitszorg (actief) burgerschap en (sociale) integratie
De school legt verantwoording af over haar visie en de wijze waarop ze daar invulling aan geeft De school evalueert of de beoogde doelen voor burgerschap en integratie worden gerealiseerd De school stemt haar aanbod af op specifieke omstandigheden in en rond de school
X
Aanbod (actief) burgerschap en (sociale) integratie
De school brengt burgerschap en integratie zelf in de praktijk De school besteedt structureel aandacht aan de aan burgerschap en integratie gerelateerde kerndoelen
X
03
Beleidsterrein ICT
04
Schoolleiding
De leerlingen zijn actief bezig in leer- en lessituaties waarbij ICT wordt gebruikt (actief leren) De leerlingen gebruiken ICT in voorkomend gevallen om in een betekenisvolle context te werken (actief leren) De leerlingen leren hun opgedane ICTkennis en ervaring in nieuwe situaties te gebruiken (actief leren) De leerlingen kunnen onder woorden brengen waarom ze in een bepaalde situatie een bepaald hulpmiddel hebben gebruikt (actief leren) De leerlingen gebruiken ICT om in toenemende mate de verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces te krijgen (actief leren) De schoolleiding geeft teamleden het gevoel dat ze iets kunnen De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team Leraren werken met anderen samen Leraren zijn bereid zich (voortdurend) te ontwikkelen Leraren zijn in staat te reflecteren op hun handelen
01
02
05
Beroepshouding
06
2e
Consequenties • organisatie • professionalisering - middelen
X
X
X
X
De schoolleiding is hier alert op
X
X
Evaluatiedagdeel
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 66
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Schoolplan 2007—2011
Woutertje Pieterse 67