SCHOOLPLAN BASISSCHOOL SCHINVELD

SCHOOLPLAN 2015-2019 BASISSCHOOL SCHINVELD

Het logo is opgebouwd uit typografische (de belettering) en geïllustreerde elementen (de universele basisvormen vierkant, cirkel en driehoek en een extra element, symbolisch voor onze groene omgeving). Bovenbouw (aangeduid met het rode vierkant) en onderbouw (de gele cirkel) worden verbonden door de twee “h’s”, de koppeling van de twee bouwen. De blauwe driehoek staat voor vooruitgang en ontwikkeling. De strakke doch vriendelijke typografie en het rechthoekige vlak daaronder contrasteren met de losse, getekende elementen die buiten de omkadering staan. Dit contrast zorgt er mede voor dat het totaalbeeld nooit saai wordt. Het logo, en dus ook de school, straalt op deze wijze, naast betrouwbaarheid en degelijkheid, ook speelsheid uit.

Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 2

INHOUDSOPGAVE 1

2

3

4

5

6

7

8

9

ONS SCHOOLPLAN .......................................................................................................................... 4 1.1 Doel schoolplan ....................................................................................................................... 4 1.2 Samenhang .............................................................................................................................. 4 1.3 Totstandkoming....................................................................................................................... 4 1.4 Relatie met andere documenten ............................................................................................ 5 1.5 Vaststelling .............................................................................................................................. 5 ONZE ALGEMENE GEGEVENS ......................................................................................................... 6 2.1 School ...................................................................................................................................... 6 2.2 Bevoegd gezag ......................................................................................................................... 6 ONZE CONTEXTGEGEVENS ............................................................................................................. 7 3.1 Korte inleiding ......................................................................................................................... 7 3.2 Landelijk beleid........................................................................................................................ 8 3.3 Bestuursbeleid......................................................................................................................... 8 3.4 Schoolomgeving ...................................................................................................................... 9 ONS FUNDAMENT EN ONZE KEUZES ............................................................................................ 13 4.1 Onze identiteit ....................................................................................................................... 14 4.2 Onze missie............................................................................................................................ 15 4.3 Onze visie............................................................................................................................... 16 4.4 Analyse algemeen ................................................................................................................. 20 4.5 Analyse specifiek ................................................................................................................... 20 4.6 Strategische keuzes ............................................................................................................... 24 ONZE OPDRACHT .......................................................................................................................... 33 5.1 Inleiding ................................................................................................................................. 33 5.2 Wettelijke opdracht van het onderwijs ................................................................................. 33 5.2.1 Ononderbroken ontwikkeling ....................................................................................... 33 5.2.2 Brede ontwikkeling ........................................................................................................ 33 5.2.3 Pluriforme samenleving ................................................................................................ 34 5.2.4 Kerndoelen/referentieniveaus ...................................................................................... 35 5.2.5 Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. ............................................................ 35 5.2.6 Onderwijs aan langdurig zieke kinderen ....................................................................... 36 5.2.7 Sponsoring ..................................................................................................................... 37 5.2.8 VVE ................................................................................................................................ 37 5.2.9 Onderwijstijd ................................................................................................................. 37 5.2.10 Leerling- en onderwijsvolgsysteem en Leerlingadministratiesysteem ......................... 38 ONZE KWALITEITSZORG ................................................................................................................ 39 6.1 Inleiding ................................................................................................................................. 39 6.2 Voorwaarden voor onze kwaliteitszorg ................................................................................ 40 6.3 Huidige kwaliteit m.b.t. resultaten........................................................................................... 43 6.4 De inrichting van onze kwaliteitszorg ....................................................................................... 46 ONS PERSONEEL ........................................................................................................................... 47 7.1 Personeelsbeleid op MOVARE-niveau................................................................................... 47 7.2 Personeelsbeleid op schoolniveau ........................................................................................ 47 ONZE FINANCIËN .......................................................................................................................... 48 8.1 Inleiding ................................................................................................................................. 48 8.2 De inrichting van ons financiële systeem .............................................................................. 48 ONZE MEERJARENPLANNING ....................................................................................................... 49 9.1 Inleiding ................................................................................................................................. 49 9.2 Overzicht strategische keuzes in de schoolplanperiode 2015-2019 ..................................... 49


Pagina 3

1 ONS SCHOOLPLAN 1.1 Doel schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzes onze school maakt voor de schoolplanperiode 2015-2019. In deze keuzes is rekening gehouden met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van onze school. Die omgevingsfactoren benoemen we in hoofdstuk 3. Het schoolplan geeft aan bestuur, inspectie van het onderwijs, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met ons onderwijs en hoe we dat in de praktijk vorm zullen geven. 1.2 Samenhang Dit schoolplan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van samenhang vertonen en uiteindelijk gericht zijn op het creëren van goede voorwaarden voor de uitvoering van kwalitatief sterk onderwijs. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs beschouwen wij als de allerbelangrijkste opdracht van onze school. In hoofdstuk 6 beschrijven we de cyclische werkwijze die we hanteren om dit te realiseren. Alle geplande veranderingen worden samengevat in hoofdstuk 9: de meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd zijn richtinggevend voor gedetailleerde actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Op die manier zijn we transparant naar al onze stakeholders. 1.3 Totstandkoming Het schoolteam heeft onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van dit schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie over nieuwe en/of op handen zijde ontwikkelingen heeft het schoolteam de richting aangegeven waarin de school zich zou moeten ontwikkelen. Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maken welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens:    

Het meest recente inspectierapport. De meest recente tevredenheidsmeting van ouders. De jaarlijkse evaluaties van de actieplannen. Analyse van leerresultaten middels het computerprogramma LOVS van CITO. Analyses via dwarsdoorsneden, trendanalyses, groepsanalyses en vaardigheidsgroei vinden plaats op schoolniveau, groepsniveau en leerlingniveau.

De analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie resulteert in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team leidend en richtinggevend zijn voor de beoogde concrete doelen. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. De directie stelt het schoolbestuur jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van een jaarverslag.


Pagina 4

1.4 Relatie met andere documenten De schoolgidsen, jaarplannen en nascholingsplannen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die op school ter inzage zijn.              

Strategisch beleidsplan van het bestuur Integraal personeelsbeleidsplan Bestuursformatieplan Convenant Sponsoring MOVARE MOVARE 2.0. “Scholen voorop” Uitvoeringsdocument scholenclusters i.h.k.v. Passend Onderwijs: “Van Eiland naar Wijland” Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsplan Schoolgids Kwaliteitshandboek (i.o.) Zorgplan ICT-beleidsplan Veiligheidsplan 1.5

Vaststelling


Pagina 5

2 ONZE ALGEMENE GEGEVENS 2.1

School

Naam school:

RK Basisschool Schinveld

(Post) Adres Onderbouwlocatie: Postcode: Plaats: Telefoon:

Voorste Bosweg 4 6451 HB Schinveld - Onderbanken 045-5253553

Interne begeleider :

Mw. Monique Kraanen

Adres bovenbouwlocatie: Postcode: Plaats: Telefoon:

Jabeekerstraat 12 6451 CH Schinveld - Onderbanken 045-5253551

Interne begeleider :

Dhr. Ron van Wessel

Directeur: E-mail directie: Website:

Mw. Marion Kleinen [email protected] www.bsschinveld.nl

Voorzitter MR :

Dhr. Wiel Goertzen

Samenwerkingsverband :

PO 31.06 Samenwerkingsverband Heerlen e.o.

2.2

Bevoegd gezag

Onderwijsstichting MOVARE College van Bestuur:

Dhr. H. Tromp (voorzitter a.i.)

Telefoonnummer:

045-5498765

E-mail:

[email protected]

Website:

www.movare.nl

Aantal scholen:

52

Aantal leerlingen:

11.839


Pagina 6

3 ONZE CONTEXTGEGEVENS 3.1 Korte inleiding Bij het opstellen van het schoolplan 2015-2019 kan geen enkele school zijn ogen sluiten voor allerlei ontwikkelingen die plaatsvinden of plaats gaan vinden. Ze zullen invloed hebben op de manier waarop het onderwijs op school gestalte krijgt. We benoemen deze ontwikkelingen en zullen er, indien voor onze school relevant, in de specifieke hoofdstukken op terugkomen. Maatschappelijke ontwikkeling De toegenomen technologisering en informatisering leidt tot tal van veranderingen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. De relatief statische industriële samenleving maakt plaats voor een dynamische kenniseconomie. Het accent verschuift van productie van standaardproducten naar de ontwikkeling en circulatie van kennis. Om leerlingen goed voor te bereiden op de 21ste-eeuwse samenleving is het van belang de benodigde vaardigheden doelgericht en structureel een plek te geven in het onderwijs. Daarbij zou het moeten gaan om alle vaardigheden die in het conceptueel kader zijn benoemd: creativiteit, kritisch denken, probleemoplosvaardigheden, communiceren, samenwerken, digitale geletterdheid (ICT(basis)vaardigheden, informatievaardigheden, mediawijsheid), sociale en culturele vaardigheden en zelfregulering. Bron: 21ste-eeuwse vaardigheden in het curriculum van funderend onderwijs.


Pagina 7

3.2 Landelijk beleid Landelijk gezien is een aantal ontwikkelingen aan te duiden die invloed hadden, hebben of krijgen op de dagelijkse praktijk van het onderwijs. Op een rijtje:           

Passend Onderwijs Bestuursakkoord PO 2014 Regeldrukagenda 2015-2017 Leraar 2020 Leraarregister en Schoolleiderregister Veranderend onderwijstoezicht Kwaliteitszorg en audits Vernieuwing van kerndoelen Wetenschap en technologie Overheveling buitenonderhoud scholen CAO 2014

3.3 Bestuursbeleid Onderwijsstichting MOVARE start in schooljaar 2015-2016 met de implementatie van wat aangeduid wordt als “MOVARE 2.0” waarbij het leidend thema is “Scholen voorop”. Het gaat hierbij om het realiseren van een efficiëntere bedrijfsvoering die is afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van onze scholen. Verantwoordelijkheden bij het maken van inhoudelijke keuzes liggen dichtbij het primaire proces, dus de scholen. De wijze waarop het bestuursbeleid gestalte krijgt is terug te vinden in het document “MOVARE 2.0, een nieuwe organisatie, Scholen voorop”. Alle directeuren hebben een bijdrage kunnen leveren aan de totstandkoming van dit beleidsdocument door middel van enquêtes, interviews en werkgroepen. Schooldirecties zullen vooral worden uitgedaagd om op basis van dit nieuw geformuleerde beleid schoolspecifieke keuzes te maken die recht doen aan de schoolcontext. Ten gevolge van de transitie naar MOVARE 2.0 heeft de Raad van Toezicht ermee ingestemd om het ontwikkelen van het nieuwe strategisch beleidsplan uit te stellen. Daarmee blijft de huidige MOVARE visie en missie zoals opgenomen in het strategisch beleidsplan 2010-2014 voorlopig gehandhaafd.


Pagina 8

3.4 Schoolomgeving Ook plaatselijk en regionaal zijn er ontwikkelingen die hun invloed hebben. We noemen in elk geval:  De samenwerking met de gemeente nu daar de regierol ligt aangaande de jeugdzorg  BMV-ontwikkeling en nieuwbouw.  De relatie met het Samenwerkingsverband Heerlen e.o. bij de uitvoering van Passend Onderwijs.  Het vormen van scholenclusters bij de uitvoering van Passend Onderwijs. Deze samenwerking is beschreven in het uitvoeringsdocument “Van Eiland naar Wijland”. Beschrijving huidige schoolomgeving Situatie en situering van de school Basisschool Schinveld is per 01-08-2013 ontstaan uit een fusie van de twee katholieke Schinveldse scholen Aan de Belboom en De Tweesprong. Tevens zijn veel leerlingen van de dislocatie van OBS De Schatkist ingestroomd wegens sluiting van deze locatie per 01-08-2013. De signatuur van BS Schinveld is katholiek. De school heeft als uitgangspunt dat alle kinderen in hun eigen dorp naar de basisschool moeten kunnen gaan. Daarom zijn ook andere gezindten van harte welkom. Basisschool Schinveld bestaat uit twee locaties. De onderbouw is gevestigd aan de Voorste Bosweg 4 te Schinveld. De bovenbouw bevindt zich aan de Jabeekerstraat 12. Beide schoolgebouwen zijn gelegen in het dorp Schinveld, dat met bijna 5000 inwoners de grootste kern is van de gemeente Onderbanken, maar met minder dan 8000 inwoners een relatief kleine gemeente. Van oudsher wordt Onderbanken gekenmerkt door zijngroene, landelijke karakter. Daarmee vormt het als het ware een natuurlijke buffer tussen het stedelijke gebied Sittard-Geleen en de stedelijke agglomeratie Heerlen, Kerkrade, Landgraaf en Brunssum. Onze schoolgebouwen zijn op ongeveer 1600 meter van elkaar gesitueerd, aan de randen van Schinveld. Op dit moment werken Gemeenten en schoolbestuur aan een nieuw gebouw (BMV) in het centrum van het dorp waar de school deel van gaat uitmaken. De verwachte realisatie is voorjaar 2016. In de BMV zijn ook de bibliotheek en een sportzaal gevestigd en direct naast de BMV bevinden zich de peuterzaal en de BSO die nauw samenwerken met de school. Op 1 oktober 2014 had onze school 315 leerlingen en 27 personeelsleden. Op de locatie onderbouw zitten 148 leerlingen. Op de bovenbouw 167 leerlingen. Voedingsgebied Onze leerlingen zijn afkomstig van: Onderbanken: 87,3 % Brunssum: 3,6 % Duitsland: 6,2 %. Deze laatste groep leerlingen betreft leerlingen met een Nederlandse identiteit, woonachtig in Duitsland. Fusie en locaties Zoals bij de huidige situatie van onze school beschreven is, is Basisschool Schinveld ontstaan uit een samengaan van scholen. De primaire noodzaak van deze fusie is vooral de jarenlange krimp van het leerlingaantal in ons wervingsgebied, die begonnen is in 2008. Rond 2012 hadden alle drie de Schinveldse scholen alleen nog maar combinatiegroepen. Het werd steeds moeilijker om de schoolorganisatie te formeren. Ook werd de leegstand in de drie scholen een steeds groter financieel probleem. Het CvB van onze onderwijsstichting MOVARE besloot - in samenspraak met de MR’en van de diverse scholen - om per 01-08-2013 te fuseren. Sinds 2004 onderzocht de gemeente de mogelijkheid om te komen tot een BMV binnen de kern Schinveld. Hierop inspelend waren de drie Schinveldse scholen vanaf 2006 gestart met een samenwerking die uiteindelijk moest leiden tot een gezamenlijke visie om te komen tot één school binnen Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 9

de nieuwe BMV. Omdat de scholenfusie al plaatsvond per 01-08-2013, leidde dit er bij het gemeentebestuur toe om de ontwikkeling en bouw – onder leiding van projectbureau M3V – van een BMV te versnellen. Er ontstond een intensieve samenwerking tussen school, gemeente, architect, projectbureau M3V en de diverse partners om te komen tot een definitief ontwerp van de BMV, de inrichting ervan en de aankleding van de buitenspeelruimtes. Onze school krijgt binnen deze BMV o.a. 12 groepslokalen (gerelateerd aan het te verwachten aantal leerlingen), 4 leerpleinen en een speelzaal. Verder kunnen we gebruik maken van een gemeenschappelijke leeszaal en de nieuwe sportzaal. Wanneer in 2016 de BMV gerealiseerd zal zijn, kunnen alle leerlingen onder één dak gehuisvest worden. Dit zal zeker positief zijn voor zowel leerlingen en ouders als leerkrachten, maar het zal ook bevorderlijk zijn voor de samenwerking met de andere partners binnen de BMV. De leerlingenpopulatie Schoolbevolking en kenmerken. Er is een grote discrepantie in het opleidingsniveau van de ouders van onze leerlingen. Dit varieert van (speciaal) basisonderwijs tot universitair onderwijs. Het aantal ouders met een opleiding lager dan vmbo-t (voorheen Mavo) is 20 %. Daartegenover heeft 23 % van de ouders een H.B.O.- of een W.O.-opleiding. Er zijn 7 NOAT-leerlingen ((Nederlands onderwijs aan anderstaligen). Hun ouders zijn beiden van buitenlandse afkomst (Conform CFI: niet Engelstalig). Daarnaast hebben we regelmatig enkele kinderen van medewerkers van het Allied Joint Force Command in Brunssum. Dit zijn vaak kinderen uit Turkije of Engelstalige landen. Zij blijven maximaal 3 jaar, maar meestal korter. Leerlinggegevens Per teldatum 01-10-2014 had onze school 315 leerlingen. Deze zijn verdeeld over de volgende gewichtscategorieën: 281 leerlingen in categorie 0,00 (89,2 %) 30 leerlingen in categorie 0,30 (9,5%) 4 leerlingen in categorie 1,2 (1,3 %) 7 NOAT-leerlingen 1 leerling met een vluchtelingenstatus. Leerlingenaantallen, aantal groepen, verdeling van de groepen. Per 01-10-2014 had onze school 315 leerlingen verdeeld over 13 groepen.  1 instroomgroep  2 kleutergroepen 1/2  1 groep 3  2 groepen 4  1 groep 5  2 groepen 6  2 groepen 7  2 groepen 8 In de komende periode zal het aantal groepen teruggaan naar 12. De leerling-prognoses voor de komende jaren zijn:  01-10-2015: 312 leerlingen  01-10-2016: 299 leerlingen  01-10-2017: 284 leerlingen  01-10-2018: 281 leerlingen Rond 2020 zou de krimp ten einde zijn en zou het leerlingaantal stabiel blijven (275 leerlingen).


Pagina 10

CITO-resultaten, uitstroom naar voortgezet onderwijs Deze gegevens zijn nog niet te vergelijken met voorgaande jaren omdat BS Schinveld pas resultaten en uitstroomgegevens heeft sinds het schooljaar 2013-2014. De verwachting is dat de resultaten minstens gelijk blijven, maar eerder licht zullen stijgen, omdat de leerlingen nu twee jaar na de fusie gewend zijn aan de nieuwe vormen van onderwijs en de vele andere methodes. De resultaten van de CITO Eindtoets en de uitstroom in het schooljaar 2013-2014 waren:

Eindtoets Basis- Gemiddeld Gemiddeld onderwijs (CITO) % goed in % goed in 2015 2014 Taal Rekenen en wiskunde Wereldoriëntatie Totaal

72 70

74 77

63 68

65 72

Standaardscore (schaal 501-550)

534,8

537,3

Uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs

Praktijkonderwijs Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg ( incl. LWOO ) Theoretische leerweg Theoretische leerweg en havo Havo / Vwo Vwo

Uitstroom in % 2014 36

Uitstroom in % 2015 21

22 10 26 6

27 13 21 18

Toekomstige ontwikkelingen We verwachten dat de kenmerken van de leerlingpopulatie de komende jaren niet noemenswaardig zullen veranderen. Passend Onderwijs zou hierop wel van invloed kunnen zijn. Omdat tijdens de vorige schoolplanperiode (2011-2015) het aantal verwijzingen ruim onder de 2% lag, verwachten we de komende periode ook niet veel terugplaatsingen naar onze school. Bovenstaande gegevens genereren wij uit Dotcomschool en CITO-LOVS. Verwachtingen en ambities van ouders In mei 2014 heeft er een ouderenquête plaatsgevonden, uitgevoerd door bureau BvPO. 39% van de ouders heeft de enquête ingevuld; 24,5% ouders van de bovenbouw en 14,5% ouders van de onderbouw. De ouders zijn over het algemeen tevreden over de schoolkeuze. De school kreeg een ruim voldoende cijfer, namelijk een 7.0. Ouders waren tevreden over de leerkracht: omgang met de leerlingen, begeleiding, kennisontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling van de kinderen scoorden ruim voldoende. Het meest gewaardeerd werd de vakbekwaamheid van de leerkrachten, de mate waarin de leerkracht luistert naar ouders en de inzet en motivatie. Aandachtpunten die zijn genoemd: veiligheid rond het gebouw, aandacht voor (pest)gedrag en in relatie hiermee de schoolregels en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Contact met school en de betrokkenheid scoorden ruim voldoende. De MR is positief over de school en de ontwikkeling en vindt het van belang dat de school een duidelijke plek inneemt in de gemeenschap. De ouderwerkgroep en de hulpouders zijn tevreden over de samenwerking tussen ouders en school. Personeelsgegevens Beschrijving van personeel De directie bestaat uit de directeur en een waarnemend directeur die op beide locaties werkzaam zijn. De directeur is sinds 2001 in deze functie. De waarnemend directeur is gemandateerd een aantal zaken onder eigen verantwoordelijkheid uit te voeren onder eindverantwoordelijkheid van de directeur. Hij is tevens ICT’er en gaat vanaf schooljaar 2016-2017 met pensioen. Dit is een aan-


Pagina 11

dachtspunt voor de school. Taken moeten opnieuw worden verdeeld en we werken momenteel aan de overdracht. Er zijn groepsleerkrachten met een specifieke taak in de volgende LB-functies: schoolontwikkelaar, algemeen coördinator, leesspecialist, rekencoördinator, gedragsspecialist, specialist hoogbegaafdheid i.o., schoolopleider. De school heeft twee IB’ers verdeeld over de onderbouw en de bovenbouw die naast hun taak als zorgcoördinator, in nauwe samenwerking met de directeur, afstemming en kwaliteitsontwikkeling initiëren op schoolniveau. In principe zijn de groepsleerkrachten breed inzetbaar, maar we maken gebruik van specifieke expertise vanuit opleiding, ervaring en verdere scholing en affiniteit. Er is een vakleerkracht muziek werkzaam op onze school. In school werken twee OOP’ers: een onderwijsassistent en een conciërge. Personeelsopbouw, leeftijdsopbouw en flexibiliteit Leeftijd 20-29 30-39 40-49 50-59 60-67 Totaal

% vrouwen 0 26 17 26 5 74

% mannen 0 0 0 13 13 26

Omdat het leerlingaantal de komende periode nog zal krimpen, zal ook het aantal fte’s binnen onze personeelsgeleding verminderen. Dit kan maar deels opgelost worden door natuurlijk verloop. Leerkrachten wordt tijdens functioneringsgesprekken gevraagd na te denken over hun loopbaancarrière, mobiliteit en specialisatie. Daarnaast vermindert het aantal mannelijke leerkrachten door natuurlijk verloop en door het feit dat er geen nieuwe instroom van (mannelijke) leerkrachten verwacht wordt de komende jaren.

Opleiden in School Binnen Opleiden in School werken scholen van MOVARE samen met de Nieuwste Pabo aan een gezamenlijke opleidingsvisie om de kwaliteit van toekomstig en zittend personeel te stimuleren. Uit ons schoolteam is voor een dag in de week een ‘opleider in school’ benoemd. De schoolopleider realiseert op twee basisscholen een optimaal leerwerkklimaat dat gebaseerd is op een nauwere afstemming tussen theorie en praktijk. De inzet van de jonge studenten in ons team draagt bij aan het op een natuurlijke wijze leren van elkaar op de werkvloer en biedt meer handen in de klas om het adaptieve vermogen te vergroten. De opleidscholen bieden plaats aan zo veel mogelijk studenten uit alle leerjaren. Door deze hoge concentratie van studenten op een opleidschool, het zogenaamde ‘leraarsnest’, ontstaat er een meerwaarde voor zowel de student als voor de school. De scholen worden een ontmoetingsplek van ervaring en vernieuwing. Verwacht wordt dat deze kruisbestuiving uiteindelijk de kwaliteit van het onderwijsproces ten goede komt. Het doel is het bevorderen van schoolontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en onderzoek. Gedurende 4 jaar participeert onze school in een onderzoek met de Nieuwste Pabo in een zogenaamde CoP (Community of Practice) gericht op 2 thema’s: identiteit van de school en gedrag.


Pagina 12

4 ONS FUNDAMENT EN ONZE KEUZES Dit hoofdstuk beschrijft de basis van waaruit wij werken. We beschrijven hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de visie van het schoolteam en de conclusies die we als schoolteam getrokken hebben uit verzamelde gegevens en informatie over nieuwe en te verwachten ontwikkelingen. Daarnaast is een analyse uitgevoerd met betrekking tot het onderwijs op onze school. Dat heeft geresulteerd in het benoemen van stimulerende en belemmerende factoren, die aangeven waar onze aangrijpingspunten richting toekomst liggen. Verderop in dit hoofdstuk zijn die aangrijpingspunten schematisch weergegeven. Bij het maken van keuzes voor veranderingen hanteren wij het zgn. zevenkrachtenmodel van Berenschot. Dit model voor cultuurverandering onderscheidt drie zingevingskrachten, drie actiekrachten en een proceskracht. Alle krachten zijn evenwaardig en moeten evenwichtig worden gehanteerd. De zingevingkrachten zijn verhalende krachten. Zij bereiken hun effect door bewustwording, confrontatie en uitleg. Mogelijkheden en bedreigingen, binding en inspiratie zijn sleutelbegrippen. De actiekrachten vereisen tastbare veranderingen in de kerndimensies van de organisatie. Het gaat om veranderingen in de structuur, de systemen en competenties. De proceskracht geeft de energie aan het veranderingsproces en is de driver voor de andere zes krachten.

Noodzaak doet bewegen. Noodzaak bevordert de bereidheid te veranderen. Het voelbaar maken van een bedreiging van een succesvolle toekomst stimuleert de noodzaak om in actie te komen. Het gaat er niet om angst aan te wakkeren, want angst verlamt. Er moet een gevoel van urgentie worden gecreëerd. Visie geeft richting. Visie geeft de richting van de verandering aan. De trekkers geloven erin en geven het voorbeeldgedrag op basis van de nieuwe normen en waarden. Succes doet geloven. Door succes van het nieuwe gedrag ontstaat geloof in de nieuwe cultuur. Successen moeten snel breed worden uitgedragen. Succes bevordert de motivatie deel te nemen. Spirit geeft kracht. Spirit is de energiebron voor verandering. Het gaat om de dynamiek van het veranderingsproces zelf. Managers als bron, als levend voorbeeld vormen voor de verandering een belangrijke stimulans. Structuren lokken uit. Door concrete wijzigingen in aspecten van de organisatie wordt het gedrag beïnvloed. Ook fysieke veranderingen in de werkomgeving werken prikkelend. Het draait erom de beschikbare veranderingsbereidheid te mobiliseren. Capaciteiten maken haalbaar. Deze kracht vergroot het zelfvertrouwen van medewerkers. Invulling vindt plaats door opleiding, trainingen, persoonlijke successen van medewerkers in het veranderingstraject. Systemen bekrachtigen. Terugkoppeling van eigen resultaten geeft bereidheid tot veranderen. Belonings-, beoordelings- en informatiesystemen spelen een belangrijke rol. Deze moeten ervoor zorgen dat nieuwe zekerheden worden bekrachtigd.


Pagina 13

4.1 Onze identiteit De kernwaarde van onze identiteit is samen leren voor het leven. Onze school is gericht op het leggen van een stevige basis voor de verdere ontwikkeling van de aan onze zorgen toevertrouwde leerlingen. Die stevigheid ontstaat door de aandacht voor de totale ontwikkeling van het kind. En dat binnen een context waarin de woorden samen, veiligheid, (zelf)respect en verantwoordelijkheid een belangrijke rol spelen. Het verhaal van Basisschool Schinveld.

Wij werken aan de … Eigenheid: authenticiteit, geluk, zelfstandigheid en persoonlijke ontwikkeling (autonomie) Kennis en kunde: kennis, vaardigheden en attitudes en in staat zijn die in het handelen aan te wenden (competentie) Gemeenschapszin: sociaal, rechtschapen en verantwoording nemend (relatie) De basisbehoeften die Luc Stevens al in 1997 formuleerde. Doelen voor de leerlingen zijn:  De kinderen zijn graag op school  Het beste in het kind komt naar boven  De kinderen hebben respect  Ze zijn sociaal vaardig  Ze kunnen vanuit eigen verantwoordelijkheid handelen  De kinderen zijn vaardig en hebben de benodigde kennis  De kinderen zijn toegerust op vervolgopleiding, maatschappij, het leven Levensbeschouwing / godsdienst We maken onderscheid tussen: Het vak gericht op levensbeschouwing in al zijn dimensies en in zijn volle breedte. Hieronder verstaan we het geheel aan impliciete en expliciete overtuigingen, opvattingen en beelden aangaande de mens en de wereld waardoor de alledaagse verschijnselen worden verklaard en betekenis krijgen. Daardoor krijgt het leven structuur en wordt een basis gelegd voor de samenleving.  Domeinen van levensbeschouwing: de dingen, de andere mensen, de maatschappij, de geschiedenis, ik, het geheel  Aspecten van levensbeschouwing: ervaring, opvattingen, beelden, rituelen, sociale verbanden, moraal. De levensbeschouwelijke traditie, met name de christelijke godsdienst met respect voor eigen (christelijke) waarden. Onze basisschool is een rooms-katholieke basisschool. De katholieke gerichtheid betekent niet dat onze school er is in dienst van de kerk. Wel verlenen wij loyaal medewerking aan de kerkelijke plechtigheden rondom de communie en het vormsel maar voor het overige neemt onze school haar eigen verantwoordelijkheid. Die openheid komt ook tot uiting in het toelatingsbeleid dat we hanteren. Onze school biedt plaats aan ieder kind, ongeacht de gelovige of niet-gelovige achtergrond en waar nodig wordt daar tijdens vieringen rekening mee gehouden. Wel gaan we er vanuit dat de katholieke grondslag van de school gerespecteerd wordt als ouders hun kind(eren) als leerling aanmelden. Om inhoud te geven aan levensbeschouwing en godsdienst maken we gebruik van de methodes Goed gedaan, Soemokaarten, Kwink en onze eigen kaarten omtrent vieringen (in ontwikkeling) die de inhouden verhaal, symbool en ritueel bevatten. Daarnaast zijn er lessen vanuit diverse bronnen Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 14

zoals ‘Levensbeschouwing ontwikkelen’ (de Schepper en Zagers) en de bijbel en bereidt de pastoor van de parochie de kinderen van groep 4 en groep 8 voor op respectievelijk de eerste heilige communie en het vormsel. De rol van vieringen De drie sleutelwoorden aandacht, levensbeschouwing en gemeenschap, zijn van belang bij de rol die vieringen in onze school spelen. Vieringen bieden momenten van aandacht. Aandacht voor scharniermomenten in het jaar, aandacht voor belangrijke gebeurtenissen uit het leven van bepaalde mensen, aandacht voor existentiële vragen, aandacht voor ethische vragen en aandacht voor het eigene, het persoonlijke. Scharniermomenten in het jaar zijn: begin en afsluiting schooljaar, oud-op-nieuw en Pasen/lente. Belangrijke gebeurtenissen van bepaalde mensen kunnen zijn: geboorte, ziekte, behalen van succes, jubileum en afscheid. Existentiële vragen zijn: waarom zijn wij op aarde, wat is de zin van mijn of ons bestaan? Te beleven of om bij stil te staan in een kerstviering, tijdens de sinterklaastijd en met carnaval. Ethische vragen zijn: ben ik mijn broeders hoeder (Sint-Maarten), keer ik mijn andere wang toe, of is het oog om oog, tand om tand? Vragen die gesteld kunnen worden tijdens het herdenken van zinloos of huiselijk geweld, aanslagen en oorlog (4 meiviering). Aandacht voor het persoonlijke, het eigene is stilstaan bij en ruimte geven aan gevoelens van verdriet, eenzaamheid, machteloosheid, hoop en/of vreugde (Allerzielen, verjaardag, uitvaart.) Vieringen bieden op hun eigen manier de mogelijkheid levensthema’s in een levensbeschouwelijk en godsdienstig perspectief te plaatsen. Middels symbolen, rites en verhalen worden ideeën over wat belangrijk is in het leven en wat een goede manier van leven is onder de aandacht gebracht door middel van waarnemen en ervaren. Vieringen versterken onze school als gemeenschap. De volgende vieringen hebben een vaste plaats in onze school:  Deelname aan de Sint-Maartensoptocht in de wijk op vrijwillige basis  Verjaardagen  Sint-Nicolaas, bezoek in de groepen. Groepen 5 t/m 8 surprise  Kerstviering / kerstdiner  Nieuwjaar  Carnaval in school  Deelname Kinderoptocht in de wijk op vrijwillige basis  Pasen  Communieviering voor de leerlingen van groep 4, in schooltijd, op vrijwillige basis  Vormselplechtigheid voor de leerlingen van groep 8, buiten schooltijd op vrijwillige basis

4.2 Onze missie Het begrip ‘missie’ heeft te maken met ons bestaansrecht. Waarom doen we wat we doen? Waarvoor staan we? Wat zijn onze waarden? Waarom zijn we er en wat willen we met ons onderwijs betekenen voor de buurt, de regio en de samenleving als totaliteit? Onze missie Ons onderwijs is erop gericht om kinderen voor te bereiden op een passende plaats in een maatschappij die zich kenmerkt door een multiculturele samenleving en snelle ontwikkelingen die sterk gericht zijn op kennis, technologie en duurzaamheid. Een kind dat onze school verlaat is in staat om:  met de verworven kennis en vaardigheden door te stromen naar vervolgonderwijs dat bij hem of haar past  een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij


Pagina 15

4.3 Onze visie Visie heeft te maken met beelden en verwachtingen richting toekomst. Waar gaat het heen? Waar gaan wij heen? Hoe zien we onszelf in de komende jaren? Welke kant willen wij als school op aan? Wat willen we bereiken en wat is daarvoor nodig? Twee kernwaarden staan centraal in de visie van onze school: ontwikkeling en welzijn Leren is voor elk kind van groot belang voor het functioneren in de samenleving. Basisschool Schinveld is een school die aandacht heeft voor de totale ontwikkeling van ieder kind persoonlijk. De school biedt een evenwichtige en geïntegreerde ontwikkeling van het denken, het voelen en het willen. De kunst is het vinden van het juiste evenwicht. Ontwikkeling: Ons onderwijs richt zich op de vorming van het denken dat uiteindelijk, naast het behalen van opbrengsten op het gebied van o.a. lezen, taal, rekenen en wereldoriëntatie, moet resulteren in het vermogen tot zelfstandige oordeelsvorming. Welzijn: Het belang van kennis van het gevoelsleven wordt steeds beter ingezien. Zelfkennis en kennis van de leefwereld en de belevingswereld van anderen is noodzakelijk in elke succesvolle sociale interactie. Het respecteren van verschillen tussen mensen en hiermee om kunnen gaan, is van doorslaggevend belang in het maatschappelijk functioneren. Het gaat hierbij dus ook om het ontwikkelen van goed gedrag en sociale competenties. Bij beide kernwaardes zijn het handelen, de ontwikkeling van de wil, het vermogen om eigen keuzes te maken en voorgenomen besluiten daadwerkelijk uit te voeren van groot belang. Deze visie komt terug in onderstaande op elkaar afgestemde elementen: De leeromgeving  Deze dient uitnodigend te zijn, overzichtelijk en rustig  In en rond de school heerst er rust, orde, regelmaat  Er is een rijke variatie aan leerbronnen: ouders, leerkrachten, boeken, ICT, andere leerlingen en de omgeving Het personeel  Groepsoverstijgend verantwoordelijk zijn voor alle leerlingen  Samenwerkend leren: leren van, door en met elkaar  De respectvolle omgang met mens en natuur Het curriculum (leerplan)  Methoden en bronnenboeken voldoen aan de kerndoelen  Alle groepen werken met een beredeneerd aanbod  Doorgaande ontwikkelingslijnen zijn gewaarborgd  Een didactische en pedagogische afstemming naar onderwijsbehoefte  Procesgericht leren o.a. gevolgd middels CITO  Een afgestemde rapportage De organisatie  Instructieniveau aanpak 1 - 2 - 3  Ontwikkelen van groepsbeelden/groepsoverzichten en daaruit vloeiende groepsplannen om het aanbod per vakgebied op niveau te kunnen aanreiken  Structurele aandacht voor goed gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling


Pagina 16

Onze visie wordt op de volgende wijze werkelijkheid:

“Samen bouwen aan opbrengstgericht werken”. Op onze school krijgen de kinderen kwalitatief goed onderwijs. Onder onderwijskundige kwaliteit verstaan we het op een planmatige wijze werken aan factoren die leiden tot betere leerprestaties. We denken dan bijvoorbeeld aan:  beredeneerd aanbod voor groep 1 t/m 8, wat betekent dat de doelen het uitgangspunt zijn en worden omgezet in betekenisvolle activiteiten gericht op de behoefte van de leerling  taakgerichte werksfeer en een duidelijke instructie  effectief gebruik van de onderwijstijd door goed klassenmanagement  eigentijds leerstofaanbod  zelfstandig en zelf ontdekkend leren  actieve betrokkenheid van de leerlingen  samenwerkend leren We gaan uit van een duidelijke doorgaande lijn met betrekking tot de verschillende ontwikkelingsgebieden vanaf groep 1 tot en met groep 8, waarbij de noodzakelijke leerstof via gerichte instructie (aanpak 1-2-3) wordt aangeboden en we d.m.v. instrumenten en rapportages de ontwikkeling van de leerlingen op de voet volgen, zodat we ons aanbod daar continu op kunnen afstemmen. Aan de hand van analyses van de toetsen wordt de leervraag geregeld opnieuw bekeken. De interne begeleiders coördineren het ondersteunen en het volgen van de kindontwikkeling. Bij de indeling van de groepen en de verdeling van de leerlingen wordt er goed gekeken naar de individuele behoefte van elke leerling. We bereiden de leerlingen voor op het vervolgonderwijs en begeleiden hen en hun ouders bij die overgang. We werken actief aan het welbevinden van de leerlingen en het bevorderen daarvan door het creeren van een goed schoolklimaat (rust, orde, regelmaat) en een veilige en inspirerende leerwerkomgeving. Hierin kunnen leerlingen, ouders, leerkrachten en mogelijke andere partners optimaal in het belang van het kind functioneren. We werken conform een veiligheidsplan dat zowel fysieke als sociale aspecten van de veiligheid beschrijft. We doen dit in samenwerking met ons schoolbestuur onderwijsstichting MOVARE en externe partners die de school ondersteunen bij het samenstellen en implementeren van het schoolveiligheidsplan. Een van de partners is de gemeente Onderbanken. Samen met de ambtenaar ‘verkeer’ en de gemeentelijke veiligheidscoördinator onderzoeken we met name de verkeersveiligheid en de maatregelen die noodzakelijk zijn. Ook neemt de school deel aan het VEBO-project (Verkeerseducatie basisonderwijs). De teamleden voelen zich samen verantwoordelijk voor alle leerlingen. Dit is mogelijk door de verdeling in bouwen. Leerkrachten werken intensief met elkaar samen en volgen nascholing. Voor de komende jaren is het kernpunt Passend Onderwijs vanuit het principe ‘leren van, door en met elkaar’. Op onze school zijn er leerkrachten die zich gespecialiseerd hebben op het gebied van lezen, rekenen, gedrag en hoogbegaafdheid. Onze school is een opleidschool wat betekent dat wij studenten van de PABO en de SPW-opleidingen verwelkomen op de werkplek. Opleiden in school versterkt de aansluiting tussen ontwikkelingen binnen de school en het opleiden van studenten, onze toekomstige collega’s. Samenwerking en wederzijds leren kan de kwaliteit positief beïnvloeden. ICT-middelen en onderwijs in ICT worden veelvuldig ingezet. Goed kunnen omgaan met moderne informatie- en communicatietechnologie vinden we een belangrijke vaardigheid. Bovendien is het inzetten van ICT-middelen van belang voor methodeondersteuning, remediëringsen verrijkingsmateriaal, ICT-toepassingen op maat in het kader van Passend Onderwijs, en als informatiemiddel, communicatiemiddel, presentatiemiddel en administratief middel.


Pagina 17

We werken met digitale schoolborden en cloud computing is in ontwikkeling. Cloud staat voor een netwerk dat met alle computers die erop aangesloten zijn een soort 'wolk (cloud) van computers' vormt. De cloud is dus een begrip dat online diensten aanduidt. We besteden aandacht aan de nieuwe media en de zogenoemde mediawijsheid. In het kader van de veiligheid hanteren we ‘Het mediaprotocol voor leerlingen’ van ons schoolbestuur onderwijsstichting MOVARE. Naast het kerncurriculum technisch en begrijpend lezen, taal en spelling en rekenen besteden we ook aandacht aan wereldoriëntatie, techniek, bewegingsonderwijs, ontwikkeling op creatief gebied, Engels en maken de kinderen kennis met verschillende vormen van kunst en cultuur. We maken gebruik van het aanbod van Kunstmenu, maar we willen ook de rijke omgeving van Schinveld betrekken in het leerproces van de kinderen. In onze school is er aandacht voor burgerschap en de bereidheid actief een bijdrage te leveren aan de samenleving. Centraal staan de onderwerpen respectvol omgaan met elkaar en de wereld waarin wij leven, en de basisregels van de democratie. Wij willen op onze school kinderen leren om een balans te vinden tussen persoonlijke ontwikkeling en sociale cohesie; tussen enerzijds zelfstandigheid en zelfredzaamheid en anderzijds betrokkenheid bij elkaar en verantwoordelijkheid voor anderen en de wereld om hen heen. Onder andere om die reden ontwikkelen wij voor onze nieuwe school een gericht beleid op het gebied van goede doelen en duurzaamheid. Onze school is een school waar iedereen welkom is, waar kinderen zichzelf kunnen zijn, ongeacht hun afkomst en hun maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke achtergrond. Op onze school zijn kinderen met verschillende geloofs- en levensovertuigingen en dit vraagt om een brede en open benadering van godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijke vorming, met respect voor iedereen. De school besteedt aandacht aan vieringen in de breedste zin van het woord: vieringen rond seizoenen en evenementen, vieringen rond belangrijke godsdienstige feesten en rond de actualiteit. Wij stimuleren de ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie in de vorm van meeleven, meehelpen, meedenken, mee beslissen en een gedeelde verantwoordelijkheid ter versteviging van de opvoeding en het opgroeien. Ouders en school informeren elkaar wederzijds, we hechten waarde aan een goede relatie. Daarnaast kunnen ouders op diverse manieren participeren, bijvoorbeeld in de medezeggenschapsraad of in de ouderstichting. Alle ouders kunnen op diverse manieren bij de school betrokken worden. Uw mening kan ons helpen de school beter te maken. Daarom peilen we naar uw mening over diverse schoolse zaken via de ouderenquête. Maar ook tussentijds kunt u altijd contact opnemen met de groepsleerkracht of directie van de school om vragen te stellen en zaken te bespreken. In het belang van het kind staan de volgende aandachtsgebieden centraal:  Handelings- en opbrengstgericht werken  Doorgaande ontwikkelingslijn  Veilige leer- en werkomgeving  Team  ICT  Leerstofaanbod  Burgerschap  Identiteit  Ouderparticipatie Wij willen een school zijn die haar leerlingen ondersteunt om alles uit hun mogelijkheden te halen, mede door een eigentijds aanbod en een eigentijdse aanpak, waardoor bij alle belanghebbenden


Pagina 18

(kinderen, ouders, gemeente, stichting, inspectie) een positief beeld heerst. Die eigentijdsheid en toekomstgerichtheid uit zich in de methodes, de instructie en de werkvormen die we gebruiken. De blik naar buiten levert voor ons de volgende perspectieven op:  Een wereld die razendsnel verandert, waardoor de voorbereiding op die wereld moeilijk in heel concrete termen te vatten is  Moderne media, die in de wereld van het kind een steeds prominentere rol spelen  Belang van het vak techniek  Euregionale ontwikkelingen, die er voor zorgen dat een deel van onze leerlingen straks naar verwachting zijn brood zal verdienen in de Euregio, met name in het gebied rond Aken  Opbrengstgerichtheid met grote aandacht voor leerresultaten bij de kernvakken in het basisonderwijs  Passend onderwijs als belangrijk thema voor het hele onderwijsveld  Meer aandacht voor gezondheidsaspecten als beweging en voeding  Mindere focus op feitenkennis. Meer aandacht voor creatief, procesgericht en samenwerkend leren In algemene zin kunnen we stellen dat we onze leerlingen voorbereiden op een toekomst waarvan we nu nog niet weten hoe die eruitziet. Het is een uitdaging om invulling te geven aan die rugzak van onze leerlingen. Wat hebben zij nodig om straks beslagen ten ijs te komen. Wat zijn die 21ste-eeuwse vaardigheden die kinderen nodig hebben? SLO heeft in een recente publicatie een 8-tal denkkaders geformuleerd, die wij als school onderschrijven en in de praktijk via concrete werkwijzen en methodieken aan de orde laten komen.  Creativiteit: het bedenken van nieuwe ideeën en deze kunnen uitwerken en analyseren  Kritisch denken: het kunnen formuleren van een eigen, onderbouwde visie of mening  Probleemoplosvaardigheden: het (h)erkennen van een probleem en tot een plan kunnen komen om het probleem op te lossen  Communiceren: het effectief en efficiënt overbrengen en ontvangen van een boodschap  Samenwerken: het gezamenlijk realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen  Digitale geletterdheid: het effectief, efficiënt en verantwoord gebruiken van ICT, waarbij digitale geletterdheid een combinatie is van basiskennis ICT, mediawijsheid en informatievaardigheden  Sociale en culturele vaardigheden: het effectief kunnen leren, werken en leven met mensen met verschillende etnische, culturele en sociale achtergronden  Zelfregulering: het kunnen realiseren van doelgericht en passend gedrag In de praktijk betekent dat voor onze school dat we ons in ieder geval richten op:  Een goede infrastructuur voor multifunctioneel gebruik van laptops in groepen en op de leerpleinen  Het verder ontwikkelen van het vak techniek  Het evalueren van alle leerprestaties (opbrengsten) van onze leerlingen  Het evalueren en borgen van het onderwijsleerproces (leerstofaanbod, tijd, pedagogisch klimaat, didactisch handelen, afstemming, leerlingenzorg)  Aandacht voor sociaal-emotioneel leren en Burgerschap en sociale integratie m.b.v. de methode KWINK  Het aanleren van executieve vaardigheden Executieve functies zijn hogere mentale functies, zoals aandacht en werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit en impulscontrole, die ons helpen een goede zelfcontrole te hebben, goed problemen op te kunnen lossen en te kunnen redeneren en plannen Wat is naar ons inzicht nodig om te bereiken waarvoor we willen gaan:  Het verder ontwerpen en realiseren van de visie en de missie van de school  Goede (ortho)pedagogische en (ortho)didactische kennis en vaardigheden als basis van professioneel handelen door: Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 19

-

stimuleren van persoonlijk meesterschap: het streven naar de hoge graad van beheersing van de meester-vakman/vrouw - onderwijskundig leiderschap dat professionele ontwikkeling ondersteunt d.m.v. klassenbezoeken, gesprekkencyclus en teamscholing.  Teamleren (leren van en met elkaar) op basis van eigen casuïstiek en de wetenschap (Community of Practice)  Kwaliteitszorg die systematisch en cyclisch van aard is De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs jaarlijks willen toetsen. 4.4 Analyse algemeen Voor onze globale analyse van het krachtenveld waarbinnen wij als school opereren, verwijzen we naar de website www.scholenopdekaart.nl Daar kunt u ons schoolvenster opzoeken dat belangrijke informatie verstrekt over:  aantal leerlingen  voedingsgebied  schoolprofiel  schooltijden  resultaten  schooladvies  plaatsing in voortgezet onderwijs  tevredenheid van leerlingen (wordt in deze schoolplanperiode afgenomen)  relatie ouders en school  samenwerking met peuterspeelzaal  personeelskenmerken 4.5 Analyse specifiek Het managementteam van deze school heeft individueel stimulerende en belemmerende factoren over onszelf, onze doelgroep en de omgeving waarin we opereren genoteerd. Deze factoren zijn in onderstaand schema ondergebracht en hebben concrete acties tot gevolg. Deze acties zijn te beschouwen als onze strategische keuzes. Het schoolteam Stimulerend

Belemmerend

Kansen/Aangrijpingspunten

o Professioneel leren van elkaars kwaliteiten en specialismen Teamleren, samen leren van en met elkaar, goede samenwerking o Specifieke kwaliteiten Interne expertise - LB master SEN - LB Organisatiespecialist - LB Schoolontwikkelaar - LB Coaching en begeleiding - LB Rekencoördinator - LB Leesspecialist - LB Hoogbegaafdheid i.o. - Interne begeleiding - ICT-coördinator - Diverse persoonlijke spe-

o Uitstroom van personeel kan verlies van expertise tot gevolg hebben waardoor de schoolontwikkeling belemmerd wordt o Veel vrouwen in verhouding tot mannen o Veel parttimers o Groot verantwoordelijkheidsgevoel o Veel tijdsinvestering en hoge eisen resulterend in werkdruk o Te veel externe specialisten in school

o Scholing orthodidactisch en orthopedagogisch handelen o Verder ontwikkelen van onderzoekend leren wetenschappelijk en op basis van eigen casuïstiek o Kritisch kijken naar de (leerling)administratie: minder bureaucratie, verbeteren van de kwaliteit o Vastgestelde missie en visie laten ‘leven’ in de school o Buitenschoolse activiteiten structureel en doelmatig inzetten o Boeiend onderwijs ten behoeve van opbrengsten o Inspectie: - Evalueren en borgen on-


Pagina 20

o o o

o o o o o o o o

o

cialisaties Pedagogisch en didactisch sterk Goede zorgstructuur en goed klassenmanagement Afstemming specifieke onderwijsbehoefte voor elk kind (HGW) Opbrengstgericht Opleidschool CoP- onderzoekend leren Vastgestelde missie en visie Ontwikkelingsbereid Verantwoordelijkheidsgevoel Prettige werksfeer Betrokken en enthousiast Samenwerking met externe instanties en externe specialisten in school Beleid MOVARE 2.0.: Het onderwijs teruggeven aan de leerkrachten

derwijsleerproces - Rendement van de zorg - Verwachtingen uitspreken en doelen formuleren naar aanleiding van analyses/ zelfevaluatie op school, groeps- en individueel niveau - Analyses voorafgaand aan indeling in instructieniveau aanpak 1-2-3 - Zicht op leerlijnen

De directie Stimulerend o Opbrengstgerichte instelling o Transparant en duidelijk o Openheid in communicatie met leerkrachten en ouders o Oog voor sfeer en rust o Oog voor welbevinden personeel o Bieden van structuur o Respectvol leiding geven o Structureel overleg om planning te maken en te bewaken o Spreiding managementtaken MT en LB leerkrachten o Maakt gebruik van kwaliteiten van individuele teamleden o Ervaring op andere scholen

Belemmerend


o In de verhouding tussen o Goede en evenwichtige beheer, ondernemerschap, verdeling/aanpak nieuwe onderwijskundig leiderschap onderwijskundige ontwikkeen begeleiding van persolingen vertaald in een meerneel neemt het beheer een jarenplanning te grote plek in o Taken en verantwoordelijko Pensioen MT-lid vanaf heden van de directie heraugustus 2016 verdelen o Complexiteit en hoeveelheid vernieuwingen

De kinderen en de ouders Stimulerend o Overwegend gewicht 0 o Voldoende tussen- en eindopbrengsten o Laag verwijzingspercentage o Positieve items ouder-

Belemmerend o Terugloop leerlingenaantal o Discrepantie opleidingsniveau. 60% van de ouders heeft een gemiddeld opleidingsniveau. 20% is hoog-


Kansen/Aangrijpingspunten o Ontwikkeling en scholing van het team richten op expertise die nodig is om zorgleerlingen te begeleiden (orthodidactisch en orthopePagina 21

enquête 2013-2014: Ouders hebben veel vertrouwen in de leerkracht en de schooltijden worden goed gewaardeerd. Begeleiding, sfeer, kennisontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en contact met de school scoren ruim voldoende o Ouders zijn betrokken bij de school: - MR - Ouderstichting - Hulpouders

o o o

o o

o o o o o o o

opgeleid en 20% laagopgeleid Sociale problematiek neemt toe Te veel zorgleerlingen in één groep Toename leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte (opvallend: leerlingen met zeer laag IQ) Grote(combinatie)klassen in de toekomst verwacht Aandachtspunten ouderenquête 2013-2014: Schoolgebouw, omgeving van de school en aandacht voor ‘goed gedrag’ scoren wel voldoende, maar lager dan andere onderdelen Veel ouders werken (parttime) Te beschermend Opvoedingsverlegen Financiële problemen Verschillende normen en waarden Gescheiden ouders ‘Shoppende ouders’

o o

o

o

o

o

o o

o

dagogisch handelen) Meer handen in de klas Passend verrijkend onderwijs zoeken voor (hoog)begaafde leerlingen Aanschaffen van een genormeerd instrument om de sociaal-emotionele ontwikkeling te meten Inzet nieuwe CAO t.b.v. van een effectieve schoolorganisatie Onderzoeken mogelijkheid klas voor leerlingen met behoefte aan specifieke begeleiding op het gebied van gedrag Onderzoekend leren vanuit intrinsieke motivatie vanuit zelfsturing in samenwerking met andere leerlingen en experts Aanleren van executieve functies Professionele en duidelijke communicatie naar ouders toe Ouders als partners

Onderwijsaanbod Stimulerend

Belemmerend

o Kerndoel dekkend aanbod vanuit de lesmethodes o Aanbod in drie niveaus o Gebruik van het directe instructiemodel o Gebruik van gastleerkrachten, excursies en projecten om het onderwijs betekenisvol te maken o Structurele aanpak ‘Goed gedrag kun je leren’ Aandachtspunten vanuit PBS en KIVA o Aandacht voor actief burgerschap middels aanbod methode en specifieke activiteiten zoals dag van respect, kinderpostzegels, steunen goede doelen, GIPS-project

o Begrijpend lezen scoort middelmatig o Laag niveau WO-methodes o Te weinig aandacht voor techniekonderwijs o Te weinig uniformiteit in het aanleren van goed gedrag


Kansen/Aangrijpingspunten o Methodes planmatig vervangen zoals opgenomen in de meerjarenbegroting o Aandacht voor begrijpend lezen o Methode en/of materiaal voor techniekonderwijs o Aanschaf en implementatie methode Kwink, een methode voor sociaalemotioneel leren inclusief sociale integratie en mediawijsheid o Ontwikkelen beleid hoogbegaafdheid o Intensiveren samenwerking met de bibliotheek o Opstellen Rekenplan

Pagina 22

Omgeving Stimulerend

Belemmerend

o Een gemeente met een rijke natuur en cultuur o Geen concurrerende school binnen de dorpskern o Positieve samenwerking met de gemeente o.a. gericht op: gezondheid, een veilige leefomgeving en gezond leven (lokaal rapport), VVE, maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwbouw BMV o Herstart deelname Onderwijsmonitor Limburg

o Concurrerende school in deelgemeente ressorterend onder een ander schoolbestuur o Huizenaanbod met lage huurprijs

Kansen/Aangrijpingspunten o Visieontwikkeling Brede Maatschappelijke Voorziening en de samenwerking met de partners in de BMV o Samenwerken met de diverse verenigingen o De rijke natuur en cultuur structureel tastbaar inbouwen in het lesprogramma o Betere profilering o Het vormen van scholenclusters bij de uitvoering van Passend Onderwijs o Goede contacten onderhouden met wethouder en beleidsmedewerker Onderwijs

Het gebouw Stimulerend

Belemmerend

o Nieuwbouw in ontwikkeling aangepast aan de eisen van deze tijd met leerpleinen te bereiken via grote schuifdeuren o Ontwikkeling BMV - Basisschool - Openbare bibliotheek - Sportzaal in een gebouw - Kinderopvang

o School verdeeld over twee locaties verdeeld in onderbouw en bovenbouw op een afstaand van 2 km o Weinig contact mogelijk tussen onderbouw en bovenbouw o Gebouwen niet geschikt voor moderne onderwijsvormen o Gebruik CITO bovenbouw niet mogelijk o Computers bovenbouw lopen vast en zijn traag o Gymzaal : verouderd gebouw met verouderde materialen midden in het dorp

- Peuterspeelzaal op hetzelfde terrein



o Eén nieuw gebouw aangepast aan de eisen van deze tijd o Aan de moderne tijd aangepaste ICT-voorziening o BMV-ontwikkeling gericht op een breed profiel en educatief partnerschap

Pagina 23

4.6 Strategische keuzes De bovenstaande analyse vormt mede de basis voor onze eerder gemaakte keuzes en voor de keuzes die we voor de komende 4 jaar gestalte willen gaan geven. Belangrijke ontwikkelingen die in gang gezet zijn: Actie/Doel Visieontwikkeling/ Identiteitsontwikkeling

Resultaat Als voorbereiding op de fusie, die heeft plaatsgevonden op 1 augustus 2013, heeft het personeel geïnvesteerd in bewustwording van jezelf en de ander ten dienste van een goede samenwerking en communicatie. Door een versnelde fusieprocedure had afstemming van methodes/methodieken en werkwijzen op de korte termijn prioriteit. Daardoor is de visieontwikkeling vertraagd. Het team ervaart dit ook zo, hetgeen blijkt uit de vragenlijst Professionele Leer Gemeenschappen. In het schooljaar 2013-2014 hebben de directeur en een collega deelgenomen aan een aantal bijeenkomsten rondom identiteitsontwikkeling verzorgd door het VKO i.s.m. met de Radbouduniversiteit Nijmegen. Deze kennis gebruiken we voor de verdere uitwerking van de visie en identiteit van de school alsook de input vanuit het team over Passend Onderwijs. We hebben nu een verzameling van data ingebracht door alle teamleden door middel van enquêtes, individuele interviews en teambijeenkomsten. Tijdens de studiedag op 2 april 2015 hebben we een start gemaakt met “Het verhaal van de school”, dat we in de komende jaren zichtbaar gaan maken.

Expertise in school

Er zijn bij de start van schooljaar 2015-2016 8 leerkrachten met een LB-functie. Deze leerkrachten worden ingezet t.b.v. ondersteuning van de leiding, de professionalisering van leerkrachten en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Iedere LB’er heeft daarbij een specifiek aandachtsgebied. Dit leidt tot: - Bredere spreiding van verantwoordelijkheid - Bijdrage aan professionalisering leerkrachten - Verbetering kwaliteit onderwijs

Interne Begeleiding

Vanaf de fusie op 1 augustus 2013 zijn er voor de omvang van ± 1,2 FTE twee IB’ers werkzaam binnen onze school, die elkaar verrijken en hun kennis en expertise delen met het nieuw samengestelde team. De inzet van de IB’ers heeft geleid tot: - Goede afstemming onderwijs drie Schinveldse basisscholen in een kort tijdbestek - Meer expertise leerkrachten pedagogisch en didactisch handelen - Verbetering onderwijskwaliteit door handelingsgericht en opbrengstgericht handelen (HGW) - Afstemming 1-Zorgroute richting Passend Onderwijs - Goede inhoudelijke IB-taak

HGW

Handelingsgericht en opbrengstgericht werken (waarnemenbegrijpen-plannen-realiseren) is geïmplementeerd binnen onze school.


Pagina 24

ICT

Bij ons digitaal onderwijs is het gebruik van smartboards geoptimaliseerd. In alle groepen is het gebruik van het smartboard onderdeel van het didactische repertoire van onze leerkrachten. - Bijdrage aan professionalisering leerkrachten - Eigentijds onderwijs

Leesonderwijs

- Professioneler leesonderwijs - Betere basis in de groepen 1 en 2 - Betere leesopbrengsten in de groepen 3 t/m 8

door de opgedane kennis via het leesverbetertraject van het CPS in de praktijk te borgen - Invoering van een dyslexiekaart - Oriëntatie op Kurzweil Gedrag

Het optimaliseren van het pedagogisch klimaat vanuit PBS door: - De opgedane kennis van de gedragsspecialist in de praktijk te borgen d.m.v. klassenbezoeken a.d.h.v. een kijkwijzer en feedbackgesprekken - Gebruik van de Klassenthermometer in groep 5 t/m 8 - Visualisatie gedragsverwachtingen in algemene ruimtes - Formuleren en visualiseren van de klassenregels - Bewustwording eigen de rol als leerkracht - Opstellen van het veiligheidsplan (i.o.)

CoP - Door het uitvoeren van het onderzoek identiteit/vieringen in Een professionele leergemeende eigen praktijk zijn we steeds beter in staat die dagelijkse schap is een gemeenschap van praktijk objectief waar te nemen en te verbeteren voortdurend onderzoek en ver- - Binnen de CoP is niet alleen het product, maar ook het proces betering, waarin men streeft naar belangrijk, waardoor we steeds beter in staat zijn om te leren de ontwikkeling van het hele van en met elkaar op basis van professionaliteit en gelijkwaarteam in een school, met het oog digheid op betere leerling-resultaten (Belang voor professionele ontwikkeling van leraren, belang voor schoolontwikkeling en het verkleinen kloof theoriepraktijk) Rekenonderwijs

- Professioneler rekenonderwijs - Betere basis in de groepen 1 en 2 - Betere rekenopbrengsten in de groepen 3 t/m 8

door de opgedane kennis van de rekencoördinator in de praktijk te borgen Duidelijke focus op tussen- en eindopbrengsten die ten minste op of boven het landelijk gemiddelde liggen

- Structurele aandacht voor zelfevaluatie middels CITO LOVS - Verbetering aanbod op maat

BMV-ontwikkeling en realisatie nieuwbouw

- De nieuwbouw is gestart in maart 2015 en verwacht wordt dat het gebouw in het schooljaar 2015-2016 in gebruik kan worden genomen - Visieontwikkeling partners BMV is in ontwikkeling

Anticiperen op de wet Passend Onderwijs en de nieuwe Jeugdwet

Kind op de Gang, zorgvergaderingen op schoolniveau, schoolondersteuningsprofiel, schoolondersteuningsplan en de leerkrachtenquête Passend Onderwijs hebben inzicht gegeven in onze mogelijkheden en beperkingen om passend onderwijs te


Pagina 25

kunnen realiseren. Het schoolondersteuningsprofiel van de school (augustus 2014) laat zien dat we op onderstaande onderdelen voldoen aan het basisniveau. - De basiskwaliteit volgens de inspectie. - Planmatig werken vanuit de basiskwaliteit, het referentiekader en aanvullende aspecten. - Ondersteuningsstructuur - Preventieve en licht curatieve interventies op het gebied van lezen, rekenen en gedrag. - Beleid voor hoogbegaafdheid moet ontwikkeld worden. De coördinator hoogbegaafdheid heeft in het schooljaar 2014-2015 scholing gevolgd om mee vorm te kunnen geven aan beleid binnen de school Speelplezier

De leerlingen van groepen 1 en 2 krijgen onderwijs volgens de methodiek Speelplezier. De leerkrachten van de groepen 1 en 2 krijgen scholing en coaching en werken daarmee aan het optimaliseren van Speelplezier in alle kleutergroepen. In het schooljaar 2014-2015 is er specifieke aandacht uitgegaan naar de ontwikkeling van woordenschat.

Veiligheid

Deelname aan VEBO-overleg 2x per jaar en 3x per jaar overleg verkeerscoördinator en verkeersouder. Infrastructuur veilige schoolomgeving rond de nieuwe BMV is door een gerenommeerd bedrijf opgesteld. Diverse partners zijn hierbij betrokken geweest. Belangrijk is om duidelijke afspraken te maken over de verkeersveiligheid vanaf de eerste schooldag in het nieuwe gebouw en deze duidelijk aan kinderen en ouders over te brengen. Daarnaast willen we activiteiten organiseren in het kader van verkeersveiligheid / veilige school-thuisroute bij nieuwe BMV. Het Veiligheidsplan is nog in ontwikkeling. Relatie met "goed gedrag kun je leren": zie ontwikkeling ‘gedrag’.

Belangrijke ontwikkelingen die de komende 4 jaar aangepakt worden: De in hoofdstuk 3 beschreven contextgegevens en de in hoofdstuk 4 beschreven fundament en keuzes hebben consequenties voor de manier waarop we ons onderwijs in de komende 4 jaar gestalte willen gaan geven. Hier beneden beschrijven we onze speerpunten en de argumentatie voor deze keuze. In het overzicht strategische keuzes (zie hoofdstuk 9) is de tijdsplanning aangeduid. Voor verdere informatie verwijzen we naar de bijlagen. VISIE  Een gevisualiseerde visie van de school waarin iedereen die betrokken is bij de school zich herkent en die door alle betrokkenen wordt erkend en uitgedragen  Een visie die past bij de maatschappelijke ontwikkelingen  De visie van de BMV die past bij de visie van de school  Een gebouw waarin de visie leefbaar kan worden gemaakt Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 26

SOCIAAL-EMOTIONEEL LEREN  Implementatie methode ‘KWINK’ (methode voor sociaal-emotioneel Leren) In november 2014 is besloten dat scholen zelf bepalen hoe ze pesten aanpakken. Er komt geen verplichting om hiervoor door het ministerie aangewezen antipestprogramma's te gebruiken. Wel worden scholen nu wettelijk verantwoordelijk voor een 'sociaal veilige school'. Scholen krijgen ruimte voor hun eigen aanpak en moeten aantonen dat deze aanpak effectief is. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer men structureel aandacht besteedt aan sociaal-emotioneel leren (SEL) pesten voorkomen en/of gereduceerd kan worden. Daarnaast zouden er minder gedragsproblemen zijn, hebben leerlingen meer plezier op school en ook cognitieve prestaties zouden verbeteren door het inzetten van een effectieve methode. "Ook leerkrachten worden gelukkiger op een school waar SEL hoog in het vaandel staat." Naast de methodiek ‘KWINK’ hanteren we het principe van de steungroepen zoals o.a. in het KIVAproject wanneer er curatief moet worden gehandeld. Aan het implementatietraject worden klassenbezoeken gekoppeld en tijdens teambijeenkomsten ervaringen gedeeld aan de hand van eigen casuïstiek. In de volgende jaren oriënteren wij ons op een Cotan gecertificeerd meetinstrument om de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen te kunnen volgen. De CoP gedrag/pesten loopt parallel aan bovenstaand traject. Voor de gedragsspecialist is een prominente rol weggelegd bij het uitvoeren van bovenstaand beschreven traject. VEILIGHEIDSBELEID De school doet veel om de veiligheid te garanderen. Het veiligheidsbeleid moet verder ontwikkeld en vastgesteld worden. In de ouderenquête 2013-2014 scoort het onderdeel veiligheid weliswaar voldoende, maar lager dan andere items van de enquête Om te meten hoe kinderen de veiligheid ervaren nemen we in groep 5 t/m 8 de Klassenthermometer af. Deze data laten zien dat het merendeel van de kinderen zich veilig voelt en de school als een veilige omgeving ervaart. T.o.v. de eerste meting (mei 2014) was bovendien een positieve ontwikkeling te zien. Het streven is deze ontwikkeling voort te zetten. De volgende meting (mei 2015) zullen we kritisch analyseren om eventuele ontwikkelingspunten te formuleren om de veiligheid te blijven garanderen. Om te blijven ontwikkelen is het van belang om hierover goed te communiceren. Door vragen te stellen aan leerlingen krijg je een betrouwbaar beeld van en een valide antwoord op het onderdeel ‘veiligheid’. In ons schoolveiligheidsplan beschrijven we hoe wij zorg dragen voor de veiligheid op school. Daarbij zien wij veiligheid als meer dan alleen de fysieke veiligheid van kinderen, leerkrachten, vrijwilligers, stagiairs, ondersteunend personeel (hierna te noemen “medewerkers”), leerlingen, ouders of verzorgers en andere bezoekers van de school. Ook de sociale veiligheid moet te allen tijde gewaarborgd worden. PASSEND ONDERWIJS Na WSNS, WSNS plus, de 1-zorgroute wordt de ondersteuning op de basisscholen in het schooljaar 2014-2015 verantwoord volgens de beginselen van Passend Onderwijs. Deze zorgstructuur wordt als een belangrijke werkwijze gezien om: (1) alle kinderen een plek in het onderwijs te geven en bij voorkeur in het regulier onderwijs, (2) scholen meer mogelijkheden geven bij ondersteuning op maat, (3) uit te gaan van de mogelijkheden en de behoeften van het kind en (4) ervoor te zorgen dat kinderen niet meer langdurig thuis zitten (Rijksoverheid, 2015).  Basisschool Schinveld werkt actief om Passend Onderwijs te realiseren. Er zitten verschillende kinderen op onze school die moeite hebben met het niveau van het regulier onderwijs. Zij Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 27

krijgen instructie en verwerking op hun eigen niveau, vaak is dat één of anderhalf jaar lager dan de didactische leeftijd. In de groepen 1 tot en met 5 werken de leerkrachten in de regel met handelingsplannen om het gemiddelde doel te kunnen behalen. Mocht dit niet mogelijk blijken dan gaan we vanaf groep 6 afstemmen en wordt een Ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Het kan noodzakelijk zijn om op jongere leeftijd met een OPP te starten. In het OPP staat het Profiel van de leerling. Hierin staan de cognitieve capaciteiten, pedagogische situaties, de didactische resultaten (CITO LOVS en methodegebonden toetsen), de inbreng van de leerling en de ouders. Verder staat de Prognose en het Perspectief omschreven. De leerkrachten verantwoorden hun pedagogische en didactische aanpak op basis van adviezen van het onderzoeksverslag en gesprekken met leerlingen, ouders en deskundigen. Er zijn kinderen die een gediagnosticeerde gedragsproblematiek hebben. Leerkrachten kunnen tot een ongeschreven hoogte rekening houden met deze leerlingen. Indien nodig wordt voor deze leerlingen een begeleidingsplan opgesteld. Ook in deze begeleidingsplannen verantwoorden de leerkrachten hun pedagogische en didactische aanpak op basis van adviezen van het onderzoeksverslag en gesprekken met leerlingen, ouders en deskundigen. Interventies in de vorm van gesprekken, time-out en begeleiding door externen worden ingezet om deze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. De school maakt gebruik van de rondetafelgesprekken (RTG). Bij deze gesprekken zijn de ouders, de leerkracht, de interne begeleider en verschillende externe instanties aanwezig. Gezamenlijk bespreken zij een plan van aanpak. Op onze school wordt geregeld de gedragsdeskundige en de interne begeleiders, allen leerkrachten van onze school, om adviezen gevraagd. Wij werken met Kwink. Dat is een handelingsgerichte gedragsmethode, die sociale en emotionele adviezen geeft over hoe kinderen met elkaar kunnen omgaan en hoe zij als persoon zich horen te gedragen. Gediagnosticeerde leerlingen met een dyslexie- of een dyscalculieverklaring werken in de groep met een dyslexie- of dyscalculiekaart. In deze begeleidingskaarten verantwoorden de leerkrachten hun aanpak op basis van adviezen van het onderzoeksverslag en gesprekken met leerlingen, ouders en deskundigen.  Bestuurlijk participeert ons schoolbestuur en dus ook de school in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o. 3106. Binnen MOVARE 2.0. werken we met clusters. In eerste instantie geografisch bepaald, maar ook flexibel te vormen op basis van behoefte.  Bij de ondersteuning op maat geven de leerkrachten in de groep op drie niveaus les. De aanpak 3-leerlingen mogen direct aan de taak beginnen, de aanpak 1- en 2-leerlingen krijgen klassikale instructie. Hierna beginnen de aanpak 2-leerlingen aan de verwerking. De aanpak 1-leerlingen maken samen met de leerkracht de verwerking. Dit begeleid inoefenen zorgt ervoor dat de leerlingen veel goede antwoorden hebben. Hierdoor stijgt hun zelfvertrouwen. Basisschool Schinveld geeft verantwoord onderwijs aan alle kinderen. Kinderen met minder hoge capaciteiten en ook kinderen met hogere capaciteiten hebben onze aandacht.  In het basisonderwijs hebben alle kinderen leerplicht. Indien leerlingen afwezig zijn, dan wordt de school door de ouders geïnformeerd. Mochten ouders dit onverhoopt verzuimen, dan neemt de school actie door de ouders te bevragen. De school maakt deel uit van het Wijkteam van de gemeente Onderbanken en het ZAT. In beide teams wordt er preventief gewerkt aan het signaleren en begeleiden van gezinnen die meer hulp nodig hebben. Zij maken gebruik van het 1 Gezin 1 Plan. Zo hopen wij schoolverzuim te voorkomen. Basisniveau Uit de leerkrachtenenquête Passend Onderwijs en uit diverse bijeenkomsten blijkt dat de grootste zorg bij de teamleden ligt bij het managen van Passend Onderwijs in een grote (combinatie)groep in combinatie met het ervaren van gedragsproblemen en een veelvoud aan problematieken. We zullen kritisch moeten kijken naar ons organisatiesysteem in relatie tot het managen van Passend Onderwijs. Specifiek hebben we ondersteuning nodig bij het uitzetten van een leerlijn voor leerlingen met een zeer laag IQ in de onderbouw en schoolbreed kinderen die (hoog)begaafd zijn.


Pagina 28

Extra ondersteuning Als we kijken naar de leerlingpopulatie kan de school niet anders dan zich richten op een breed profiel. Teamleden staan open voor een brede extra ondersteuning waarbij voorwaarden worden gesteld aan de context c.q. schoolorganisatie. Grenzen liggen bij een zeer zware handicap en bij een meervoudige problematiek. Op weg naar de extra ondersteuning richten we ons specifiek op de cognitieve component voor dyslectische kinderen en kinderen met dyscalculie. Wij maken gebruik van het gesproken woord vanuit ons huidige aanbod en oriënteren ons op Kurzweil als ondersteuning bij de afname van de methodegebondentoetsen. Op rekengebied streven we naar een gericht aanbod voor kinderen met dyscalculie. De extra ondersteuning richt zich ook op sociaal-emotioneel gedrag in relatie tot de omgevingscontext. Algemene opmerkingen: In de door Ministerie van Onderwijs, CNV Onderwijs, de PO-raad en Onderwijsbesturen ondertekende Regeldrukagenda 2014-2017, Rijksoverheid (2014) en De Graaff (2014), is elke partij het erover eens dat er een einde moet komen aan de overbodige administratieve last in het basisonderwijs. In het Bestuursakkoord PO (2014) staat de afspraak dat schoolbesturen samen met de scholen werken aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs door een systematische cyclus van kwaliteitszorg vorm te geven. Daarbij is het van belang dat de teams in de scholen zelf hun onderwijs goed evalueren en op basis daarvan gerichte verbeteracties kiezen en uitvoeren, en die ook opnieuw evalueren. Door het gebruik van professionele groepsplannen in basisschool Schinveld geeft de school blijk van een systeem waarbij er een einde komt aan het overbodige papierwerk en er sprake is van een systematische cyclus van kwaliteitszorg. Door de bezuinigingen zijn we genoodzaakt de ambulante tijd voor interne begeleiding te verminderen. Dit vraagt om een herbezinning van de invulling van de IB-taak en de verdeling van taken tussen beide IB’ers. Een externe audit zal ons systeem van handelings- en opbrengstgericht werken (HGOGW) kritisch bekijken. Onze vraag is om specifiek aandacht te besteden aan de analyse van de toetsresultaten, inzicht in leerlijnen, de kwaliteit en uniformiteit van de verslaglegging en de orthopedagogische en orthodidactische leerkrachtvaardigheden. Andere aandachtspunten zijn: het managen van passend onderwijs in grote (combinatie)groepen met verschillende leerlingbehoeften, het afstemmen van de onderwijsbehoefte van leerlingen met een laag IQ met name in de onderbouw, schoolbreed de kinderen met een hoog IQ en de kwaliteit van de schriftelijke en mondelinge communicatie. LEZEN  Het borgen van de kennis en de afspraken vanuit het leesverbetertraject  Het formuleren van realistische groepsdoelen voor technisch lezen en deze koppelen aan de streefdoelen van MOVARE  Goed analyseren van de opbrengsten van technisch en begrijpend lezen, evalueren op DLE en koppelen aan de administratie  Oriëntatie op CITO Begrijpend Luisteren groep 1 t/m 4 en een aanbod Begrijpend Lezen groep 3 en 4  Nader onderzoek scores begrijpend lezen in de bovenbouw gekoppeld aan rekenen en woordenschat  Implementeren leesplan Open Boek in samenwerking met de bieb  Oriëntatie op Kurzweil bij de afname van de methodegebonden toetsen


Pagina 29

REKENEN  Borgen afspraken omtrent het rekenonderwijs d.m.v. teambijeenkomsten en klassenbezoeken aan de hand van een kijkwijzer en nagesprekken  Goed analyseren van de opbrengsten, evalueren op DLE en koppelen aan de administratie.  Teamleren: Aanpak 1-2-3 binnen de groep en groepsoverstijgend  Opstellen Rekenplan met realistische groepsdoelen en procedures en aandacht voor dyscalculie  Het volgen van de procedure bij terugplaatsing op niveau, toetsafname (terugtoetsen of Speciale toetsen) en het gebruik van hulpmiddelen  Onderzoek door de rekencoördinator naar de uitval CITO M5 voor het tweede jaar terwijl de methodegebonden toetsen voldoende tot goed worden gemaakt HOOGBEGAAFDHEID Kennis en visie Overbrengen van benodigde kennis over excellente en (hoog)begaafde leerlingen met als doel de begaafde leerling te herkennen. Het betreft hier de gediagnosticeerde leerling, maar ook de leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong en/of bovengemiddelde scores. (signalering, diagnose) Ontwikkelen van visie hoogbegaafdheid om de begaafde leerling te erkennen. (structureel en doelmatig aanbod, beoordeling en organisatie) Opstellen beleidsplan voor meer- en hoogbegaafden. Compacten en verrijken Inventariseren van huidig aanbod binnen de methodes en de extra materialen die we aanbieden Hoe passen we de richtlijnen van compacten van leerstof voor hoogbegaafden toe? Een kritische blik: wat zijn goede verrijkingsmaterialen? 21ste-EEUWSE VAARDIGHEDEN Op de eerste plaats moeten we inzicht krijgen in de inbedding van 21ste-eeuwse vaardigheden in het huidige curriculum. De quickscan van SLO geeft antwoord op de vraag in hoeverre in het curriculum aandacht wordt gegeven aan 21ste-eeuwse vaardigheden communiceren, samenwerken, creativiteit, kritisch denken, probleemoplossend denken en handelen en digitale geletterdheid. Ook laat de scan zien waar de sterke en zwakke punten zitten in het curriculum. Daarnaast is er het overzicht “Aandacht voor de 21ste eeuwse vaardigheden in de kerndoelen po en in de referentieniveaus”. Bron: 21ste eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs. Op basis van de resultaten wordt planmatig invulling gegeven aan de ontwikkeling van de diverse onderdelen van het conceptueel kader 21ste-eeuwse vaardigheden. Een van de kenmerkende ontwikkelingen die het maatschappelijke en persoonlijke leven van mensen in de 21ste-eeuwse samenleving beïnvloeden, is de toenemende individualisering. In tegenstelling tot de jaren vijftig, toen jongeren min of meer een standaardbiografie volgden, is er nu een samenleving waarin individuen veel meer zelf hun biografie moeten vormgeven (WRR, 2007). Er zijn meer vrijheden om het leven vorm te geven en dat brengt nieuwe verantwoordelijkheden met zich mee. Jongeren moeten meer dan voorheen leren eigen keuzes te maken en zich te oriënteren op eigen kwaliteiten en voorkeuren. Bron: 21ste eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs SLO. We anticiperen hierop door deel te nemen aan het pilotprogramma ‘Train Your Mind’ in de groepen 6 en 7 in samenwerking met de faculteit psychologie van de universiteit Maastricht, een programma dat als doel heeft de Executieve Functies bij kinderen op de basisschool te verhogen. Executieve functies zijn hogere mentale functies, zoals aandacht en werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit en impulscontrole, die ons helpen een goede zelfcontrole te hebben, goed problemen op te Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 30

kunnen lossen en te kunnen redeneren en plannen. Onderzoek heeft uitgewezen dat een goede ontwikkeling van executieve functies uitermate belangrijk is voor het behalen van goede schoolprestaties bij bijvoorbeeld rekenen of begrijpend lezen. Ook is aangetoond dat een goede zelfcontrole het sociaal-emotioneel functioneren verbetert en kinderen weerbaarder maakt tegen de impact van negatieve ervaringen zoals pesten. Een goede zelfcontrole op jonge leeftijd blijkt zelfs zeer voorspellend voor iemands latere academische prestaties, lichamelijke en geestelijke gezondheid en sociaalemotioneel functioneren. Daar waar de intelligentie zelf (het IQ) niet getraind kan worden, kunnen we Executieve Functies wel trainen. Hiervoor heeft de universiteit het programma “Train Your Mind” opgezet. ICT De laatste jaren zijn er legio mogelijkheden op het gebied van digitaal leren en communiceren bij gekomen door de nieuwe media. De jeugd moet leren mediabronnen en mediaboodschappen op waarde te schatten. Opvoeders zullen hierin moeten meegroeien en de jeugd coachen. Alle leerlingen moeten mediawijs en mediavaardig worden. We onderscheiden 4 competenties: Mediabewustzijn Mediabegrip Mediahouding Mediagedrag Concreet vertaalt zich dit in:  actief burgerschap  zelfredzaamheid (bijv. als consument)  juiste manier van communiceren  gevoelens en ervaringen weergeven  reflecteren op eigen en andermans werk  bewust worden van de vele vormen van media en de invloed die deze op henzelf en anderen uitoefenen  ontwikkelen van de technische vaardigheden die nodig zijn voor het gebruik van internet en mobiele telefonie  sociale vaardigheden ontwikkelen in het gebruik van media, gebaseerd op respect voor elkaar, maar ook ter bescherming van hun eigen en andermans privacy Om bovenstaande te kunnen realiseren zullen ook de leerkrachten kennis en vaardigheden omtrent mediawijsheid moeten ontwikkelen. Ouders zullen ook inhoudelijk op de hoogte gebracht moeten worden van de activiteiten op het gebied van mediawijsheid op school. Op de ICT-leerlijn in onze school komen de volgende onderdelen aan bod:  Computer bedienen  Besturingssysteem gebruiken  Applicatiesoftware gebruiken  Informatie zoeken en verwerken  Communiceren  Attitudes en mediawijsheid  Gebruik van (andere) ICT–middelen zoals smartbords, tablets, smartphones, multifunctionals, groepsapps in de komende schoolplanperiode TECHNIEK Bij de fusie tussen de drie Schinveldse scholen op 1 augustus 2013 zijn de diverse methodes van de verschillende scholen in een versneld tempo op elkaar afgestemd. Voor natuur en techniek hanteren we op dit moment de methode Naut voor de groepen 5 t/m 8. De groepen 3 en 4 werken met het Doe-boek en de groepen 1 en 2 met Speelplezier. Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 31

Hiermee voldoen we in principe aan de kerndoelen Natuur&Techniek. Nader onderzoek over het gebruik van de methode is wenselijk. We gaan onderzoeken in hoeverre de extra proeven en praktijklessen worden aangeboden en in het kader van passend onderwijs of er gedifferentieerd wordt op tempo, niveau en leerstijl (M.I. door gebruik van de bakkaarten). Daarnaast beschrijven we eventueel aanvullend aanbod. We zetten het huidige aanbod (methode en aanvullende activiteiten) af tegen de tussendoelen en leerlijnen techniek van SLO/TULE om te bepalen of een aanvullend aanbod wenselijk c.q. noodzakelijk is. In onze begroting van 2016 is een bedrag opgenomen voor techniek. De aanschaf voor nieuwe methoden WO inclusief techniek staat begroot voor 2021. PERSONEELSBELEID Invoering nieuwe CAO met specifiek aandacht voor: 40-urige werkweek, taakbeleid, gesprekkencyclus, professionalisering, duurzame inzetbaarheid, rechtspositionele verloven. FINANCIEEL BELEID Vanaf schooljaar 2015-2016 zal het financiële boekjaar gelijk lopen met het schooljaar. Tot nu toe liep het financieel boekjaar gelijk met het kalenderjaar. Iedere school werkt met een eigen schoolbegroting, waarbij de invulling en verantwoordelijkheid ervan grotendeels bij de directeur ligt. Algemene opmerking De directie zal de lijn betreffende vertrouwen, open communicatie, samenhorigheid en wederzijdse waardering en respect verder doorzetten. Nog meer dan voorheen zal ingezet worden op de uitgangspunten van de lerende organisatie, persoonlijk meesterschap en het eigenaarschap van leerlingen m.b.t. hun eigen ontwikkeling. Op pedagogisch-didactisch gebied zal ons onderwijs omgevormd worden tot een onderwijs waarbij betekenisvol leren, coöperatief leren, onderzoekend leren, directe instructie, methodegestuurd leren, projectmatig leren, modelling, aandacht voor talenten, het aanleren van denkvaardigheden en zelfsturing worden aangeboden in een doordachte mix, die leidt tot meer leerplezier, verantwoordelijkheid, medemenselijkheid, motivatie en kennis. De interne begeleiding zal zich meer en meer richten op het stroomlijnen van de communicatie tussen de diverse opvoeders, bepalen van zinvolle toetsen datavorming, de uitwisseling van relevante data, uitwerken van trendanalyses, begeleiden van verwijzingen en het coachen van leraren in het verbeteren van passend onderwijs.


Pagina 32

5 ONZE OPDRACHT 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven we aan hoe we vorm geven aan het onderwijs op onze school en maken daarbij duidelijk hoe we invulling geven aan de wettelijke opdrachten van het basisonderwijs. 5.2 Wettelijke opdracht van het onderwijs In de wet op het primair onderwijs (WPO) staat beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. Ook de wet Passend Onderwijs stelt eisen aan de inrichting van ons onderwijs. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. 5.2.1 Ononderbroken ontwikkeling Artikel 8 lid 1 van de WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school geven we hieraan als volgt vorm: Om in beginsel een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen is onze school klassikaal ingericht. Binnen die klassikale structuur wordt gedifferentieerd naar instructiebehoefte door de leerlingen op basis van de analyses van opbrengsten in de delen in aanpak 1-2-of 3. Dit kan groepsoverstijgend plaatsvinden. Ook kan er sprake zijn van afstemming op leertempo en leerniveau. In uitzonderlijke gevallen kunnen klassen worden gedoubleerd of overgeslagen. Binnen die klassikale structuur zorgen methodes voor de leerlijnen. Hierdoor zijn de voorwaarden gecreëerd om een onderwijsleersituatie te scheppen die het mogelijk maakt dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen op alle aspecten van hun ontwikkeling. Deze aspecten betreffen onder andere de verstandelijke, sociale, motorische, emotionele en creatieve ontwikkeling. 5.2.2 Brede ontwikkeling Naast de basisvaardigheden moet er meer aandacht komen voor de brede opdracht van de school: de maatschappelijke opdracht. Het gaat dan over het overdragen van fundamentele waarden van onze rechtsstaat, de relatie tussen onderwijs en toekomstige arbeidsmarkt, de volwaardige participatie in de maatschappij middels digitale geletterdheid en burgerschapsvorming. Voorts persoonsvorming en talentontwikkeling, vorming van karakter en identiteit. De school zal in de nieuwe schoolplanperiode keuzes maken om haar eigen opdracht gestalte te geven. Richtinggevende vragen voor de school hierbij zijn:  Welke kennis en vaardigheden moeten een plek krijgen in het curriculum zodat leerlingen optimaal worden voorbereid op het vervolgonderwijs en de toekomstige arbeidsmarkt?  Welke kennis en vaardigheden moeten worden verankerd in het curriculum zodat leerlingen volwaardig leren te participeren in een pluriforme democratische samenleving?  Welke bijdrage moet het onderwijs leveren aan persoonsvorming en talentontwikkeling en hoe moet dit tot uitdrukking komen in het curriculum? Artikel 8 lid 2 WPO geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Dit geven wij op de volgende wijze vorm: Onze school werkt aan een brede ontwikkeling omdat alleen zo kinderen goed voorbereid worden op hun toekomst. In ons onderwijs zijn daarom een aantal richtingwijzers ingebed:  Actief zijn, initiatieven nemen en plannen maken. De begrippen ‘actie' en ‘initiatieven' wijzen op het actieve aandeel van kinderen in hun eigen ontwikkeling. Dat stimuleren wij in onze lessen.  Communiceren en taal. Communicatie wil zeggen dat kinderen contacten aangaan met anderen en daarbij meerdere communicatievormen gebruiken. Niet alleen verbale, maar ook nonSchoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 33

verbale; d.m.v. bijvoorbeeld gelaatsuitdrukkingen, gebaren en lichamelijk contact geven partners boodschappen aan elkaar door: bv. genegenheid, respect, afkeer, schrik. Taal is

dus een wezenlijk communicatiemiddel.  Samen spelen en samen werken. Samen spelen en werken zijn sociale activiteiten. In al die sociale activiteiten leren kinderen van de voorbeelden van anderen in handelingen, taal of oplossingen voor problemen.  Verkennen van de wereld. Ontwikkeling is geleidelijk ingroeien in de wereld. Kinderen zijn meestal geïnteresseerd in hun wereld en willen daar graag deel van uitmaken; dat maakt dat er van ontwikkeling sprake kan zijn. Het is van belang dat kinderen de houding en de vaardigheden ontwikkelen waarmee ze zich in de omringende wereld oriënteren: interesse, behoefte om te onderzoeken en te experimenteren. Vragen stellen, informatieve bronnen raadplegen, methoden bedenken voor de oplossing van een probleem zijn voorbeelden van gewenste vaardigheden. Daarnaast gaat het om het leren deelnemen aan de sociaalculturele werkelijkheid.  Uiten en vormgeven. Bij uiten en vormgeven gaat het erom de kinderen te helpen om hun gevoelens, ervaringen, gedachten en ideeën te uiten. Dat kan door te spelen, door te bewegen en te dansen, door te praten en te vertellen, door beeldend te vormen zoals tekenen, boetseren, door dingen of constructies te maken, door teksten te maken en te schrijven. Dit is in emotioneel en sociaal opzicht van belang.  Voorstellingsvermogen en creativiteit. Voorstellingsvermogen is je in gedachten voorwerpen, gebeurtenissen en situaties voorstellen. Eerst, in het stadium van het aanschouwelijk denken, hebben kinderen objecten en situaties direct zichtbaar en tastbaar nodig om daarover te praten en te denken. Naarmate ze meer voorstellingen of mentale beelden van de wereld om hen heen hebben opgebouwd, zijn ze ook steeds meer in staat om op basis daarvan te denken en te handelen.  Omgaan met symbolen, tekens en betekenissen. Representerende activiteiten dragen bij aan de denkontwikkeling doordat het kind zich ervan bewust is dat de representatie niet hetzelfde is als de werkelijkheid maar daarnaar verwijst. Deze functie vormt de spil van alle bewuste denkactiviteit en is de basis van de leeractiviteit. Voor een deel bestaat onze cultuur uit abstracte grafische tekens, zoals letters, cijfers, schema's, modellen of statistieken. Kinderen kunnen de betekenissen daarvan (later) leren begrijpen als ze (eerder) veel ervaringen met concrete representaties hebben opgedaan.  Zelfsturing en reflectie. We spreken van zelfcontrole als het gaat om het uitvoeren van een taak of opdracht zonder de directe aanwezigheid of de controle van de opdrachtgever. Het is een vorm van controle waarin het kind in staat is zich niet af te laten leiden door allerlei prikkels van buitenaf en zich aan de uitvoering van de taak of opdracht te houden zoals die vooraf is vastgesteld of afgesproken.  Onderzoeken, redeneren en problemen oplossen. Dit zijn cognitieve kwaliteiten die te maken hebben met strategisch handelen en met vooruitdenken op nieuwe situaties en gebeurtenissen. Onderzoeken is een basishouding; kinderen moeten er actief op uit zijn situaties te onderzoeken, te analyseren en te begrijpen. Het impulsieve spontane handelen maakt geleidelijk aan plaats voor bewust handelen, waarin kinderen zich oriënteren voor ze aan de uitvoering beginnen. 5.2.3 Pluriforme samenleving Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie en is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor: Onze school is voor iedereen, ongeacht iemands levensbeschouwelijke en/of sociaal-culturele achtergrond toegankelijk. De verschillende achtergronden maken van de school een ontmoetingsplaats Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 34

waar de kinderen (en de ouders) kennismaken met een verscheidenheid aan culturen, denkbeelden en zienswijzen. Onze methode Kwink versterkt die ontmoeting. Wij zijn van mening dat de kinderen mede hierdoor goed voorbereid worden op het functioneren binnen een multiculturele samenleving. 5.2.4 Kerndoelen/referentieniveaus Voor het primair onderwijs zijn er wettelijk verankerde kerndoelen. Deze huidige, wettelijk verplichte kerndoelen zijn nog steeds leidend bij de keuze voor het leerstofaanbod. In de loop van deze schoolplanperiode 2015-2019 worden deze kerndoelen herzien. De school zal dan bij de keuze van het leerstofaanbod dusdanige aanpassingen verrichten waardoor ze voldoet aan de dan wettelijk geldende bepalingen. Aanvullend op de kerndoelen geven de referentieniveaus Rekenen en Taal een specifiekere beschrijving van de onderwijsinhoud. Zij bieden daarmee heldere en concrete doelen die leraren kunnen hanteren en op basis waarvan zij de voortgang van hun leerlingen kunnen evalueren. Ons leerstofaanbod voldoet aan de kerndoelen en referentieniveaus. Wij werken met de volgende methodes/leerlijnen om de eindtermen te behalen: Rekenen Taal en spelling Leren lezen Technisch lezen Begrijpend lezen Schrijven Engels Geschiedenis Aardrijkskunde Natuuronderwijs Sociaal Emotioneel Leren Bewegingsonderwijs Muziekonderwijs Expressievakken Verkeersonderwijs Levensbeschouwelijk onderwijs

Reken Zeker Taal op Maat Veilig leren lezen Estafette Nieuwsbegrip XL / CITO-hulpboek Pennenstreken Groove me Brandaan Meander Naut Kwink, Goed gedaan, Soemokaarten Basislessen bewegingsonderwijs Muziek moet je doen Moet je doen Veilig Verkeer Nederland Kwink, Goed Gedaan, Soemokaarten, eigen methodiek ‘Vieringen’ i.o., Lesideeën uit ‘Levensbeschouwing ontwikkelen’

5.2.5 Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften Artikel 8 WPO geeft aan: T.a.v. van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Onze leerlingenzorg vindt plaats binnen 4 belangrijke kaders:  Het rijksbeleid inzake Passend Onderwijs  Het Ondersteuningsplan 2015-2019 van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o.  Het beleid van MOVARE inzake passend onderwijs zoals verwoord in de notitie “Van eiland naar wijland”  Ons schoolspecifieke schoolondersteuningsprofiel Wanneer we bij ons op school over leerlingenzorg spreken, bedoelen we de zorg voor álle leerlingen op onze school. We denken daarbij meer in termen van afstemming en minder in termen van hulpverlening. Hieronder volgen de belangrijkste uitgangspunten en kenmerken van onze leerlingenzorg:


Pagina 35

Wij bieden op onze school Passend Onderwijs aan alle leerlingen die binnen ons schoolondersteuningsprofiel passen. Dit ondersteuningsprofiel vormt de basis voor ons handelen en is te vinden op de website van de school. De IB’er is verantwoordelijk voor de leerlingondersteuning die met de beschikbare middelen zolang als het kan op school gegeven wordt en organiseert passende ondersteuning (lichte of zware ondersteuning) volgens de procedures van het Samenwerkingsverband Heerlen e.o., waarbij onze school is aangesloten. Kortom, alvorens we hulp van buitenaf inroepen gaan we aan de slag binnen onze eigen mogelijkheden. In het ondersteuningsproces van onze school wordt handelingsgericht en planmatig gewerkt. Het proces start bij de signalering door een leerkracht of door de ouders van een ondersteuningsbehoefte bij een leerling en eindigt op het moment dat passend onderwijs voor deze leerling gerealiseerd is. Ons proces van handelingsgericht werken (HGW) bevat de stappen waarnemen-begrijpen-realiserenplannen, een systematische cyclus van het verbeteren van de kwaliteitszorg.  Verzamelen van gegevens uit toetsen, observaties, diagnoses en gesprekken met leerlingen en/of ouders, de factoren die de ontwikkeling en het leren van de leerlingen belemmeren en bevorderen, de daaruit voortkomende didactische en pedagogische onderwijsbehoefte en het ondersteuningsniveau  Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in subgroepen verwerkt in een groepsplan  Uitvoeren en evalueren van het groepsplan  Afsluiten met groepsbesprekingen  Monitoren en evalueren Voor het realiseren van Passend Onderwijs is de keuze gemaakt voor nauwe samenwerking tussen scholen en partijen die betrokken zijn bij de ondersteuningsprocessen. Die samenwerking krijgt voor ons gestalte in een clusterstructuur van scholen. Het gaat binnen deze scholenclusters om kennis delen en leren van elkaar, waardoor het vakmanschap vergroot kan worden. Onze school maakt momenteel deel uit van een scholencluster van vijf scholen. Onze leerlingenzorg richt zich niet alleen op het helpen bij problemen, maar zeker ook op het voorkomen van problemen. Zorgpreventie is voor onze school van het grootste belang. Goed onderwijs is daarbij de krachtigste factor. De professionaliteit van de leerkrachten speelt bij deze preventieve zorg een sleutelrol. Effectieve instructie en effectief klassenmanagement met een stevige pedagogisch-didactische basis en een positieve grondhouding zijn daarbij gevraagd. Die positieve grondhouding van de leerkracht zorgt er voor dat een kind zich ook met zijn beperkingen veilig en geaccepteerd voelt. Binnen het kader van deze preventieve gerichtheid speelt de toenemende samenwerking met onze peuterspeelzaal “De Kruimeldoos” en kinderdagverblijf “Kiekeboe” ook een belangrijke rol. Al bij de aanmelding en tijdens de eerste weken op onze school willen we zo goed mogelijk op de hoogte zijn van de ontwikkeling van leerlingen en de ouderbetrokkenheid verhogen. Daarom wordt er een welkomstgesprek gehouden tussen ouders en leerkracht. Doel van het gesprek is:  Elkaar leren kennen, opbouwen van relatie met ouders en kind, verkennen van wederzijdse verwachtingen, geen eenzijdige informatiestroom  Contact, vertrouwen en verbondenheid creëren tussen school en ouders vanaf het begin  De school en de ouders delen en zoeken samen naar nieuwe/ belangrijke informatie van het kind met een voor beide partijen helder doel: de ontwikkeling van het kind 5.2.6 Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Sinds 1 augustus 1999 zijn basisscholen zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan langdurig zieke kinderen. Een uitzondering hierop zijn kinderen die in een academisch ziekenhuis worden behandeld. Het gaat dus om die kinderen die gedurende langere tijd in een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn.


Pagina 36

In deze gevallen organiseren wij als school contacten met het zieke kind om ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk doorloopt. Dat kan op allerlei manieren plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepslera(a)r(en) en medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bv. video-opnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en evt. contact met behulp van e-mail en webcam. Het spreekt vanzelf dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen onze school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. De school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. We realiseren ons dat de ouders van een langdurig ziek kind een moeilijke periode doormaken en dat er op verschillende gebieden veel van hen wordt gevraagd. Als duidelijk is dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. De school ontwikkelt in overleg met de ouders een planmatige aanpak wel of niet met externe begeleiding). De school blijft verantwoordelijk voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats. 5.2.7 Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school onderschrijft het convenant ‘sponsoring’ van MOVARE. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens zijn de volgende principes van kracht:  Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen  Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid  De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen  De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring

5.2.8 VVE Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal, waarin ook door middel van vroegschoolse educatie kan worden voorzien. De samenwerking met de peuterspeelzaal en de voor- en naschoolse opvang wordt steeds verder geïntensiveerd. In opdracht van de gemeente voert Bureau O2 de VVE-monitor uit en worden de effecten van het VVE-aanbod aan de hand van resultaatafspraken gevolgd.

5.2.9 Onderwijstijd Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat:  De leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school kunnen doorlopen Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 37

 De leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4 schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4 schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die evenwichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs  De onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld, tenzij afwijking van deze verdeling van belang is in verband met activiteiten in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden Onze school richt de onderwijstijd in zoals hierboven beschreven.

5.2.10 Leerling- en onderwijsvolgsysteem en Leerlingadministratiesysteem De scholen gebruiken een leerlingen onderwijsvolgsysteem waaruit de vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de leerling, de groep en de school. De toetsen voldoen aan het kwaliteitsoordeel van een door onze minister aangewezen onafhankelijke commissie betreffende inhoudelijke validiteit, betrouwbaarheid en deugdelijke normering. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften omtrent het leerlingen onderwijsvolgsysteem en de daaraan verbonden toetsen worden vastgesteld. Voor het volgen van de leerlingen hanteert de school CITO LOVS. De zgn. 3.0 toetsen worden gefaseerd aangeschaft en afgenomen. Daarnaast hanteert de school de Toetsen voor speciale leerlingen en digitale toetsen. Hiervoor is een procedure opgesteld. Voor het leerlingadministratiesysteem maakt MOVARE vanaf schooljaar 2015-2016 de overstap van Dotcomschool naar ParnasSys.


Pagina 38

6 ONZE KWALITEITSZORG 6.1 Inleiding Om onze kwaliteitszorg te beschrijven, hanteren we onderstaande indicatoren van de onderwijsinspectie.       

De school heeft inzicht in de onderwijsbehoefte van haar leerlingpopulatie De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op de bevordering van actief burgerschap en integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis en kennismaking met de diversiteit in de samenleving

Bij kwaliteitszorg gaat het over onderwijskwaliteit op een aantal kerngebieden waarbij het niet alleen gaat over opbrengsten (leerprestaties op het cognitieve domein en de sociale opbrengsten van onderwijs) maar ook over de wijze en de voorwaarden waaronder deze tot stand zijn gekomen. Vanuit een gedegen zelfevaluatie stelt de school haar kwaliteitsniveau vast en definieert vervolgens de verbeterruimte en vertaalt deze aansluitend in concrete interventies. “Hoe beter je jezelf kent, hoe beter je interventies kunt uitvoeren, hoe beter de bereikte kwaliteit zal zijn”. Tenslotte heeft de school de opdracht om over dit proces publieke verantwoording af te leggen. Dat beter doen is onze collectieve ambitie. Het gaat in de kern om vijf vragen:     

Doen wij de goede dingen? Doen wij die dingen ook goed? Hoe weten wij dat? Vinden anderen dat ook? Wat doen wij met die wetenschap?

Kwaliteitsbeleid is een integraal proces. Een goed kwaliteitsbeleid in de school is zichtbaar op 3 niveaus:  Microniveau (de groep/individueel niveau): - Welke resultaten realiseert de leerkracht? (opbrengsten) - Hoe doet hij dat? (onderwijs en leren)  Mesoniveau (de school/schoolniveau): - Hoe leren de leerkrachten van en met elkaar? - Hoe geeft de directie leiding aan bovenstaand proces?  Macroniveau (bovenschools/stichtingsniveau): - Worden scholen op bovenschools niveau met elkaar vergeleken? - Leren de directeuren van elkaar? - Wat betekenen de opbrengsten voor het beleid op bestuursniveau? (of in het samenwerkingsverband)


Pagina 39

6.2 Voorwaarden voor onze kwaliteitszorg Een aantal zaken is randvoorwaardelijk voor het realiseren van onderwijskwaliteit. Vanaf 2015 wordt binnen MOVARE een rekenmodel gehanteerd dat inzichtelijk maakt hoe de financiële huishouding van de school is opgebouwd. Een volgende belangrijke voorwaarde is het systematisch en periodiek verzamelen van data van onderwijsopbrengsten. We maken daarbij onderscheid in cognitieve opbrengsten en opbrengsten van sociaal-emotionele ontwikkeling (data-duiden-doelen-doen). Onze school hanteert hierbij een genormeerd instrument van LOVS. Om het onderwijs te verbeteren (op leerling-, groeps- en schoolniveau) willen we leren nog beter gebruik te maken van deze uitkomsten. We willen ons scholen om de uitkomsten te analyseren, te begrijpen en te vertalen naar concrete voorstellen voor verbetering en koppelen aan de administratie. Op deze manier wordt het afnemen van toetsen een hulpmiddel om ons onderwijsproces te verbeteren. Van toenemend belang zijn de thema’s ‘schoolklimaat’ en ‘veiligheid’. In het systeem van kwaliteitszorg wordt ook aandacht besteed aan de kwaliteit van de processen. Daarbij wordt o.a. gelet op aspecten van planmatigheid en borging. Tevens kijken we ook naar het systematisch vertalen van onze visie in persoonlijke doelen van alle leerkrachten. Tevens verantwoorden wij ons over onze opbrengsten in relatie tot onze doelen. Hierbij is in toenemende mate van belang om kennis te nemen van de mening en ervaringen van derden over onze school. Om die reden organiseren wij naast personeelstevredenheidspeilingen ook periodiek leerlingen oudertevredenheidspeilingen. De resultaten hiervan nemen wij op in de publieke verantwoording. Ten slotte monitoren wij hoe onze leerlingen het in het Voortgezet Onderwijs doen en volgen hun ontwikkelingen tot in het derde leerjaar. De evaluatie hiervan gebruiken wij bij onze schooladviesprocedure. Hetzelfde doen wij met de opbrengsten van het inspectietoezicht. Relatie personeelsbeleid Kwaliteit moet ook blijken als het gaat om het personeel. Daarom verzamelt de directie gegevens over de ontwikkeling van het personeel. Deze gegevens worden onderdeel van het bekwaamheidsdossier Cupella dat door alle scholen van MOVARE wordt gebruikt. Kwaliteitszorg heeft een directe relatie met integraal personeelsbeleid. De kwaliteit staat of valt immers met de mensen voor de klas. Binnen de school willen we daarom beter worden door continu te werken aan een sfeer waarin we met elkaar over de resultaten van het onderwijs kunnen spreken, elkaar feedback kunnen geven en waar plaats is voor coaching en intervisie. Het integrale aspect van kwaliteitsbeleid komt tot uitdrukking in de verbinding tussen enerzijds de schoolontwikkeling en anderzijds de persoonlijke ontwikkeling binnen de algemene kaders van de stichting. Dit wordt in de toekomst zichtbaar middels het leraarregister. Met de registratie geeft de leerkracht aan dat hij/zij zich blijft ontwikkelen. Leerlingen, ouders, collega’s en schoolleiding kunnen vertrouwen op de kwaliteit van een registerleraar. Kwaliteitszorg is de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen. Inventarisatie gegevens Om gegevens te verzamelen, maken we gebruik van de volgende middelen:  Gesprekken met leerkrachten. De directie voert in de gesprekscyclus werkgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken met medewerkers. Doel van de gesprekken is het vergroten van de kwaliteit van onderwijs en het welbevinden van de medewerkers.  Gesprekken met de IB’ers en LB’ers  Gesprekken met de directie. Het functioneren van de directie wordt formeel besproken op MOVARE-niveau.


Pagina 40

 Gesprekken met de directie. Alle leerkrachten krijgen de kans om zgn. tiptopgesprekken met de directie te voeren, zowel formeel als informeel. Feedback is voor de directie belangrijk voor het persoonlijke ontwikkelingsproces.  Klassenbezoeken (aan de hand van kijkwijzers)  CITO-LOVS  Methodegebonden toetsen  Uitstroom voortgezet onderwijs  Risicoprofiel MOVARE-monitor  Onderwijsinspectie  Afname Klassenthermometer  Oudertevredenheidspeilingen Daarnaast willen we in de volgende schoolplanperiode de kwaliteitszorg uitbreiden door:  Leerlingvragenlijsten  Personeelstevredenheidspeilingen  Interne audit / diagnose-instrument  Externe kwaliteitsaudits Periodisering We realiseren ons dat we de gegevens moeten analyseren en interpreteren, dat we verbeteringen moeten plannen en verwezenlijken en na verloop van tijd weer opnieuw moeten meten. De kwaliteitszorg van onze school is daarom een cyclisch proces, waarbij we gebruik maken van de zgn. PDCA-cirkel (Plan-Do-Check-Act). P = Plan Welke kwaliteit wil ik bereiken (bepalen)? Wanneer zijn we tevreden (opbrengsten formuleren, concreet omschreven gedrag)? D = Do Hoe gaan we het uitvoeren? Wanneer gaan we eraan werken? C = Check Meten van de kwaliteit Bewaken van de kwaliteit A = Act Wat kan beter en hoe (verbeteren)? Hoe kunnen we die resultaten blijvend maken (borgen)?


Pagina 41

x

x

Personeel

x

x

Leiderschap en management Cultuur en klimaat Middelen en voorzieningen Management van processen Waardering door personeel Waardering door leerlingen Waardering door ouders Waardering door de maatschappij Eindresultaat

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

X

x

x

x

X

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x

x

x

x

x

x

X

x x

Kengetallen

Methode gebonden toetsen

x

Toezicht inspectie

CITO

x

MOVARE-monitor

Klassenbezoeken

Visie en beleid

Resultaten VO

Gesprekken met personeel

Tevredenheidspeiling

INK-model Het meten (en weten) van gegevens is nog geen kwaliteitszorg. We willen ook beoordelen of we met deze instrumenten voldoende informatie verzamelen. Daarom maken we gebruik van het INK-model om te zien of de verzamelde informatie robuust genoeg is.

x x

x

x

x

x

x

x

Uit het schema blijkt dat alle aandachtsvelden van het INK-model aan de orde komen. De informatieve dekking is dus voldoende.


Pagina 42

De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hiervoor beschreven kwaliteitszorgsysteem. De taken zijn onder andere:      

het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t. kwaliteitszorg het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang het vastleggen en bewaken van teamafspraken het creëren van draagvlak het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback)

Voor de leerkrachten geldt dat zij betrokken zijn bij en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is als er sprake is van een professionele cultuur. Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op het eigen handelen. Onze school maakt haar maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega-scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties. Over de activiteiten die we in dit kader doen en de effecten die dat ons inziens oplevert, leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij kwaliteitszorg vorm geven. 6.3 Huidige kwaliteit m.b.t. resultaten Voor een goed inzicht in de resultaten van onze school maken wij, naast de aanbevelingen uit het laatste inspectiebezoek, gebruik van het CITO Leerling Volg Systeem en de MOVARE-monitor. Schoolplan 2015 – 2019 Basisschool Schinveld

Pagina 43

Inspectiebezoek juni 2014 Algemene conclusie: De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs betreffende opbrengsten, begeleiding, zorg en weten regelgeving op orde is en de kwaliteitszorg grotendeels op orde. De ontwikkelpunten (evaluatie van het onderwijsleerproces, borgen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces en een meetinstrument om sociale vaardigheden te meten) zijn opgenomen in de planning van dit schoolplan.

CITO LOVS Leerlingenresultaten brengen wij in beeld met methode gebonden toetsen en gestandaardiseerde toetsen van het leerlingvolgsysteem CITO. De school maakt gebruik van het CITO-leerlingvolgsysteem voor de groepen 1 t/m 8. Door het afnemen van deze toetsen worden gegevens verzameld om de onderwijsbehoeften van de leerlingen in beeld te krijgen. De groepsanalyse wordt vastgelegd in het groepsplan. Door het werken met een groepsplan en effectiever les te geven, streven we kwaliteitsverbetering en opbrengstverhoging na.

MOVARE-monitor De monitor bevat o.a. gegevens omtrent de eindtoetsopbrengsten, de tussenopbrengsten van het CITO LOVS, het pedagogisch/didactisch handelen van onze leerkrachten en in-, uiten doorstroom van onze leerlingen. Onderstaand treft u onze gegevens aan.


Pagina 44


Pagina 45

6.4 De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document voor de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen actieplan om vinger aan de pols te houden en het schoolontwikkelingsplan bij te stellen. Beide documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus. De directeur stelt samen met het schoolteam jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel van het actieplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Evaluatie van de leerresultaten zijn een vast onderdeel van dit plan. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat):  Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag.  Beleidsdomeinen die betrekking hebben op het domein onderwijsleerproces worden in 4 jaar behandeld. Het gaat hierbij om aanbod, tijd, pedagogisch klimaat, didactisch hande-

len, afstemming, zorg&begeleiding). Andere beleidsterreinen worden ingepland afhankelijk van de afspraken binnen het bestuur  Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook is de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen  Gesprekken met bevoegd gezag  Ouderenquête en oudergesprekken  MR  Toetsinstrumenten om leerresultaten vast te stellen Het jaarlijkse actieplan wordt ieder jaar opgesteld met behulp van onderstaand voorbeeldschema: SMART

SPECIFIEK

SPECIFIEK/TIJD ACCEPTABEL/ REALISTISCH

Ontwikkelactiviteit (toelichting)

Doel Activiteiten (specifiek (concreet forformuleren) muleren) en tijdsplanning

Wie (wie voert uit, wie organiseert en wie controleert)

ACCEPTABEL/ REALISTISCH

MEETBAAR

Inzet middelen (welke consequenties heeft het in organisatorisch opzicht, wat kost het aan tijd per persoon, wat kost het aan geld op welke post)

Evaluatie van de opbrengsten (Hoe meet je of je het doel hebt bereikt en wanneer)

Het jaarlijkse actieplan wordt besproken in de MR en wordt aangereikt aan de inspectie en het bestuur. Een samenvatting is terug te vinden in de schoolgids. Op onze school streven we ernaar in de komende 4 jaar ten aanzien van kwaliteitszorg het volgende te realiseren:  Beleidsdomeinen onderwijsleerproces behandelen  Evaluatie van het onderwijsleerproces en borgen van de kwaliteit Inspectie: De school heeft de afspraken en procedures gericht op het behoud van kwaliteit op een concrete en controleerbare manier vastgelegd en gaat systematisch na of betrokkenen nog overeenkomstig de afspraken en procedures handelen. Dit actief vasthouden van de bereikte kwaliteit heeft in ieder geval betrekking op afgesloten verbeteractiviteiten. De school kan ‘het borgen’ zichtbaar maken door de betreffende procedures en afspraken (bij afgesproken verbeteractiviteiten) schriftelijk vast te leggen en door een leidinggevende regelmatig de (nieuwe) gang van zaken te laten toetsen aan de gemaakte afspraken. De schoolleiding bespreekt de uitkomsten van de controleactiviteiten met de leraren.


Pagina 46

7 ONS PERSONEEL 7.1 Personeelsbeleid op MOVARE-niveau Het MOVARE-personeelsbeleid is gebaseerd op een jaarlijks vast te stellen Bestuursformatieplan. In combinatie met het rekenmodel van MOVARE wordt daarbij de beschikbare formatie voor onze school vastgesteld. Beleid t.a.v. nascholing en Begeleiding Nieuwe Leerkrachten worden afgeleid uit de vastgestelde regelingen van de CAO. Voorts richt het personeelsbeleid zich op de toekomstige schoolleiderregistratie 2018 en de voorgenomen lerarenregistratie. De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van ons onderwijs. Op bovenschools niveau is het personeelsbeleid beschreven in een integraal personeelsbeleidsplan. Daarin is ook opgenomen op welke manier we de wettelijke eis vormgeven met betrekking tot evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende taken. In dat personeelsbeleidsplan zijn de keuzes verwoord zoals die op MOVARE-niveau zijn gemaakt over aspecten als taakbeleid, formatie, Wet Bio, nascholing, begeleiding nieuwe leerkrachten. 7.2 Personeelsbeleid op schoolniveau Op onze school streven we collegialiteit en professionaliteit na. Dat uit zich in gedrag als:  Het openlijk delen van successen, mislukkingen en fouten  Het tonen van respect voor elkaars mening  Het praten mét elkaar in plaats van over elkaar  Open staan voor feedback  Het constructief analyseren en bekritiseren van praktijken en procedures. Een aantal jaren geleden is in het onderwijs de zgn. functiemix ingevoerd. Die functiemix zorgt bij leerkrachten voor LA- en LB-functies. Bij ons op school is het belangrijkste verschil tussen een LA- en LB-functie dat een LB-leerkracht bijdraagt tot de ontwikkeling en vernieuwing van onderwijsprocessen, een eigen specialisme heeft en hier als inhoudelijk klankbord voor optreedt, behoeften tot verbetering van bepaalde processen kan signaleren en analyseren en ook nieuwe methodes (in de breedste zin van het woord) kan implementeren. ‘Levenslang leren’ is op onze school een kernattitude voor alle betrokkenen. Uitgangspunt bij te maken scholingskeuzes is het gezamenlijk vastgestelde beleid, zoals verwoord in dit schoolplan. Kenmerkend voor de wijze waarop professionalisering vormgegeven wordt, is dat gebruik gemaakt wordt van ‘leren van en met elkaar’, rechtstreeks gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Dit kan niet alleen invulling krijgen binnen het team, maar zeker ook in samenwerking met collega’s van andere scholen. Indien nodig wordt er een beroep gedaanop de expertise van externen. Om bij die competentieontwikkeling van onze leerkrachten de vinger aan de pols te houden, zijn 6 zaken qua personeelsbeleid in onze school structureel verankerd.  Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd  Klassenbezoeken in het kader van competentieontwikkeling door het geven van feedback op het onderwijsgedrag  Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen  De persoonlijke competentieontwikkeling, die vastgelegd wordt in het bekwaamheidsdossier Cupella  Het jaarlijks opstellen van de nascholingsactiviteiten


Pagina 47

8 ONZE FINANCIËN 8.1 Inleiding Als het gaat om financieel beleid staan we in 2015 op een kruispunt. De organisatieverandering van MOVARE betekent dat de verdeling van de middelen vanaf 1-8-2015 op een andere manier geschiedt. Twee zaken zijn hierbij van belang:  Het financiële jaar loopt voor een school gelijk met het schooljaar  Scholen beschikken over een eigen schoolbegroting 8.2 De inrichting van ons financiële systeem Vanuit de rijksoverheid wordt een Lumpsumvergoeding gegeven, gerelateerd aan het leerlingaantal. Binnen de schoolbegroting worden alle inkomsten op basis van aanwezige leerlingen toegerekend aan de school. Uitzondering hierop zijn de fusiemiddelen. Het CvB beslist over de inzet van deze middelen. Uit de bekostiging draagt de school een jaarlijks vast te stellen percentage van de inkomsten af aan het Bestuursbureau ter dekking van het bovenschoolse apparaat en gemeenschappelijk voor alle scholen gemaakte kosten. Op basis van solidariteit tussen alle scholen vindt een aantal kostenegalisaties plaats, m.n. bedoeld om personeel stichtingsbreed mobiel te houden. Ook worden de op postcode toebedeelde impulsmiddelen herverdeeld op basis van gewichtenleerlingen. Inkomsten na aftrek van afdrachten en correctie voor egalisaties worden ingezet ter dekking van personeelskosten en kosten voor materiële instandhouding De financiële afdeling van MOVARE draagt zorg voor de bewaking van de budgetten en een juiste administratie. In het onderstaande schema is e.e.a. nog eens uiteengezet: Wat doet de school

Wat doet het bestuur

Leerlingadministratie

Financiële administratie

Initiëren van personeelsmutaties Verlofregistratie

Personeelsadministratie Interne audits

Declaratie van onkosten Autorisatie van inkomende facturen

Verslaglegging

Registratie medegebruik

Budgetbewaking & terugkoppeling naar scholen

Administratie TSO (indien van toepassing)

Coachen van directeuren & adm. medewerkers

Bank- & kasmutaties Budgetbewaking


Pagina 48

9 ONZE MEERJARENPLANNING 9.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven we een samenvatting van onze veranderingsonderwerpen in de komende schoolplanperiode. Die onderwerpen zijn eerder beschreven in hoofdstuk 4 onder punt 4.6, waarbij we zo concreet mogelijk hebben aangegeven welke resultaten we t.a.v. deze onderwerpen in de komende 4 jaren beogen. Op basis van dit meerjarenoverzicht wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan opgesteld. Bij de opstelling van zo’n actieplan wordt uiteraard ook rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar. 9.2

Overzicht strategische keuzes in de schoolplanperiode 2015-2019

Schooljaar:

4 en 5

2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019

Organisatie en onderwijskundig beleid: Passend Onderwijs  Opstellen schoolondersteuningsplan  Opstellen schoolondersteuningsprofiel  Huidige organisatiesysteem afzetten tegen managen Passend Onderwijs (voorbeeld zorgklas)  Verder ontwikkelen en borgen van ‘goed gedrag’  Ontwikkelen, invoeren en borgen beleid hoogbegaafdheid  Borgen van de kwaliteit van lezen en rekenen  School- en klassenorganisatie  Groepsdoorbrekend werken uitbreiden en verdiepen  Zorg  Herbezinning taken IB’ers (minder ambulante uren door bezuinigingen)  Opstellen beleidsplan  Visie / identiteitsontwikkeling en profilering  Omvormen van het nog veelal klassikale leraargestuurde frontale onderwijs  Scholing directeur (VKO-RUN)  Veiligheidsbeleid  Implementatie van het veiligheidsplan 


x x

x

x x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x

x

x

Pagina 49

Leerlingadministratiesysteem (LAS)  Implementatie nieuw administratiesysteem ParnasSys 

x

ICT 





Onderhouden van onderstaande vaardig- x heden: -Computer bedienen -Besturingssysteem gebruiken -Applicatiesoftware gebruiken -Informatie zoeken en verwerken -Communiceren -Attitudes en mediawijsheid Gebruik van (andere) ICT–middelen zoals x smartbords, tablets, smartphones, multifunctionals, groepsapps Herbezinning taakverdeling vanwege pen- x sioen ICT’er 2016-2017

x

x

x

x

x

x

 Techniek  Onderzoek huidige aanbod techniek x  Het huidige aanbod (methode en aanvul- x lende activiteiten) afzetten tegen de tussendoelen en leerlijnen techniek van SLO/TULE  Bepalen of een aanvullend aanbod wense- x lijk c.q. noodzakelijk is en aanschaf aanvullend aanbod indien nodig of gewenst  PR Vensters PO

6

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

Kwaliteitsbeleid:

Kwaliteitssysteem 

Evalueren en borgen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces

 Opbrengsten  Verbeteren van de kwaliteit van het analy- x seren, interpreteren en verwerken (uitvoeren en administratie) van de opbrengstgegevens  Methodevervanging conform de meerjarenbegro- x ting OLP


x

x

Pagina 50

7

Personeelsbeleid: Invoering nieuwe CAO met specifiek aandacht

x

voor: - 40-urige werkweek - Taakbeleid (zie ook organisatie en beleid) - Gesprekkencyclus - Professionalisering -Duurzame inzetbaarheid -Rechtspositionele verloven Personeelsdossier  Implementatie van Cupella (NJT)  Implementatie van Cupella (Bekwaamheidsdossier)  Borgen van personeelsdossier  Leraarregister  Schoolleiderregistratie Professionalisering  Team: HGW, Hoogbegaafdheid, LAS, Nieuwe ICT-middelen, Cupella, leraarregister, schoolleiderregister  Leerkrachten groep 6 en 7: Train Your Mind  Op maat: Kurzweil, Speelplezier, BHV, Taal

8

x x

x x

x x x

x

x x x x

x x x x

x

x

x

x

x

x

x

x

Werken met een eigen schoolbegroting per schooljaar

x

x

x

x

Huisvesting / nieuwbouw

x

Financiën:


Pagina 51

Ontwerp jaarplan 2015-2016

Ontwikkelactiviteit Doel (specifiek formuleren)

Activiteiten (concreet formuleren) en tijdsplanning

SMART

SPECIFIEK/TIJD

SPECIFIEK

Passend Onderwijs Verder ontwikkelen van ‘goed gedrag’ en borgen positieve ontwikkeling van gevoel van veiligheid

Implementatie van de methode Kwink in de groepen 3 t/m 8 (Sociaal-emotioneel Leren)

Vervolg onderzoek door de CoP

Ontwikkelen en Ontwikkelen van invoeren beleid een visie op hooghoogbegaafdheid begaafdheid en opstellen beleidsplan voor meer- en hoogbegaafden met hierin opgenomen de procedures omtrent signalering, diagnose, structureel en doelmatig aanbod conform de richtlijnen van compacten, beoordeling en organisatie


Wie (wie voert uit, Inzet middelen ( wie organiseert en welke consequenwie controleert) ties heeft het in organisatorisch opzicht, wat kost het aan tijd per persoon, wat kost het aan geld op welke post)

Evaluatie van de opbrengsten (Hoe meet je of je het doel hebt bereikt en wanneer)

ACCEPTABEL /REALISTISCH

ACCEPTABEL /REALISTISCH

MEETBAAR

De gedragsspecialist legt klassenbezoeken af en voert feedbackgesprekken Dit wordt gekoppeld aan het evalueren en borgen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces

Licentiekosten € 125, -per groep per jaar

Nagesprekken klassenbezoeken lkr-specialist

Voor het uitvoeren van de klassenbezoeken zijn uren gereserveerd in de normjaartaak

Schriftelijke en mondelinge terugkoppeling aan de directeur

De CoP-leden komen regelmatig bij elkaar met de derdejaarsstudent en de LIO-stagiaire van de PABO en vervolgen het onderzoek gedrag/pesten dat in het schooljaar 2014-2015 is gestart

De ‘voorzitter’ van de CoP wordt 1 middag per week vrij geroosterd om deze taak uit te voeren. Vervanging wordt betaald uit subsidiegelden

Verslaglegging Presentatie aan Community van Leerlandschappen

Theorie over hoogbegaafdheid aanbieden tijdens scholing HGW en tijdens teambijeenkomsten

Offerte zie HGW

Tussentijds overleg met de directeur

Bespreken 0meting aanbod binnen de methodes en de extra materialen die we aanbieden. Een kritische blik: wat zijn goede verrijkingsmaterialen?

Afname Klassenthermometer groep 5 t/m 8, analyse door lkr en gedragsspecialist, gesprek lkrspecialist, terugkoppeling aan directeur en team

Beleidsplan wordt opgenomen in het kwaliteitshandboek

Pagina 52

De specialist hoogbegaafdheid stuurt dit proces aan en is verantwoordelijk voor het opstellen van het plan Koppelen aan de externe ondersteuning Passen Onderwijs Verbeteren kwaliteit HGW en OGW op het gebied van lezen en rekenen ten dienste van de opbrengsten van het onderwijs.

Externe audit kwaliteit van HGW en begeleiding bij het verbeteren van de kwaliteit waaronder het analyseren, interpreteren en verwerken (uitvoeren en administratie) van de opbrengstgegevens Formuleren van streefdoelen per groep, verdiepen van de analyses van de opbrengsten in het algemeen en specifiek begrijpend lezen i.r.t. inzichtelijk rekenen en woordenschat, en rekenen CITO M5, koppeling met de administratie

Een extern bureau Circa € 6.000,‘audit’ ons systeem van handelingsgericht en opbrengstgericht werken en bespreekt verbeterpunten met directeur en MT Het externe bureau begeleidt de school bij het verbeteren van de kwaliteit d.m.v. teamscholing

Procedures in kwaliteitshandboek Opstellen Rekenplan Aansluitend op de zelfevaluatie en de veranderingen binnen de organisatie zorgt de follow-up ervoor dat wordt nagegaan in welke mate de doelstellingen worden bereikt. Op basis hiervan worden nieuwe initiatieven ontwikkeld of wordt de strategie en de planning aangepast aan nieuwe omstandigheden

Opstellen rekenplan met aandacht voor dyscalculie Verhogen van het Implementeren leesplezier leesplan Open Boek in samenwerking met de bieb (leesplezier)

Leescoördinator coördineert dit proces. Het krijgt concreet vorm in het nieuwe gebouw

Er zijn uren gereserveerd in de normjaartaak

Extra ondersteuning dyslectische leerlingen

De IB’er BB- coördineert dit proces, met name het inscannen van de toetsen

IB’er wordt getraind en begeleidt leerkrachten en kinderen

Teamleden met leerlingen met dyslexie kunnen de kinderen begeleiden met Kurzweil bij de afname van de toetsen

Beschikbare ambulante tijd

Beleidsstuk wordt besproken met het team en opgenomen in het kwaliteitshandboek

Oriëntatie op Kurzweil voor dyslectische leerlingen als ondersteuning bij de afname van de methodegebonden toetsen

Onderzoek van de De IB’er bovenmogelijkheden van bouw voert de het gesproken activiteit uit woord binnen ons huidige aanbod en opstellen van beleid


Pagina 53

Zorg

Visie / identiteitsontwikkeling en profilering

Goede afbakening taak IB’ers en goede verdeling taken beide IB-‘ers door minder ambulante uren ten gevolge van bezuinigingen

Herbezinning taken IB’ers

Beleidsplan zorg

De IB’ers en de IB’ers en directeur Beschikbare amdirecteur stellen stellen dit plan bulante tijd een zorgplan op aan samen op de hand van het format zorgplan schoolplan 20112015 van MOVARE

Zorgplan toevoegen aan kwaliteitshandboek

Verdere uitwerking van ‘Het verhaal van de school’

Visualiseren en uitdragen van de visie Vertaling van de visie in doelen en activiteiten

Directeur volgt het proces en de concrete uitwerking

Verder ontwikkelen van de kaarten ‘Vieringen’ vanuit de CoP

Veiligheidsbeleid

Leerling administratie systeem (LAS)

Het hanteren van een veiligheidsplan waarin de sociale en fysieke veiligheid in de breedste zin zijn omschreven

Complementeren veiligheidsplan Implementatie van het veiligheidsplan

Implementatie nieuw administratiesysteem ParnasSys


Directeur en IB’ers Beschikbare amverkennen de bulante tijd volgende mogelijkheden: Minder aansturing IB’ers primaire proces en meer prioriteit taakinhoud vanaf zorgniveau 3 Aanpassen verdeling in bouwen bv groep 1 t/m 3 en 4 t/m 8

De ‘voorzitter’ van de CoP heeft een prominente rol in dit proces en overlegt met de directeur die deelneemt aan de scholing ‘Leiderschap, zingeving en het verhaal van de school’

De ‘voorzitter’ van de CoP wordt 1 middag per week vrij geroosterd om deze taak uit te voeren. Vervanging wordt betaald uit subsidiegelden

Directeur en coördinator dragen zorg voor het onder de aandacht brengen aan het team van de diverse onderdelen van het veiligheidsplan door regelmatig het veiligheidsplan te agenderen

De veiligheidscoordinator neemt deel aan het VEBO-project gesubsidieerd door de gemeente. Per jaar ontvangt de school een geoormerkt budget van € 1500,-

MOVARE informeert de ICT’er over de leverancier en het programma vanuit een Europese aanbesteding De ICT’er verzorgt de implementatie op leerlingen schoolniveau

Scholing team en scholing administratie: 1 dagdeel Scholing IB, ICT en directie: hele dag De kosten van de scholing zijn meegenomen in de aanbesteding

Taakverdeling schriftelijk vastleggen

De scholing directeur wordt aangeboden door fondsen en MOVARE De directeur en de veiligheidscoördinator evalueren jaarlijks het plan en bekijken na twee jaar of alle onderdelen van het veiligheidsplan zijn besproken met het team Driejaarlijks vindt er een audit plaats vanuit VEBO Einde schooljaar evalueren team, ICT’er en directeur of het programma goed geïmplementeerd is

Pagina 54

ICT

Techniek

ste

21 -eeuwse vaardigheden

Waarborgen doorgaande lijn onderwijs middels eigentijdse ICT

Techniekonderwijs dat voldoet aan de eisen van deze en de toekomstige tijd

Verhogen van de executieve functies

Onderhouden van computervaardigheden Computer bedienen Besturingssysteem gebruiken Applicatiesoftware gebruiken Informatie zoeken en verwerken Communiceren Attitudes en mediawijsheid

Teamleden ge- Hiervoor zijn uren Regelmatig tusbruiken dagelijks gereserveerd in de sentijdse evaluatie computer en normjaartaak ICT’er en directeur smartbord

Herbezinning taakverdeling vanwege pensioen ICT’er 2016-2017

ICT’er en scha- Hiervoor zijn uren duw-ICT’ers be- gereserveerd in de spreken samen de normjaartaak taken en de taakverdeling en leggen dit schriftelijk vast

Onderzoek huidige aanbod techniek (methode en aanvullende activiteiten) en afzetten tegen de tussendoelen en leerlijnen techniek van SLO/TULE Bepalen of een aanvullend aanbod wenselijk c.q. noodzakelijk is

Een collega met affiniteit met techniek doet onderzoek zoals beschreven

Inzicht verkrijgen in de inbedding van ste 21 -eeuwse vaardigheden in het huidige curriculum d.m.v. de quickscan van SLO Ook laat de scan zien waar de sterke en zwakke punten zitten in het curriculum. Daarnaast is er het overzicht “Aanste dacht voor de 21 eeuwse vaardigheden in de kerndoelen po en in de referentieniveaus”. ste Bron: 21 Eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs dat we kunnen hanteren om ons huidige aanbod aan te meten

Het hele team zal betrokken worden bij het invullen van de vragenlijsten en het bespreken van het overzicht


ICT’er bespreekt beleid met het team tijdens teambijeenkomsten en houdt samen met de directeur toezicht op de uitvoering hiervan Regelmatig tussentijdse evaluatie ICT’ers en directeur

Hiervoor zijn uren Regelmatig tusgereserveerd in de sentijdse evaluatie normjaartaak collega en directeur

Na overleg met directeur presentatie in het team

De directeur stuurt het proces aan, zorgt voor verslaglegging en terugkoppeling naar het team

Het doel is bereikt als we op basis van de resultaten planmatig invulling kunnen geven aan de ontwikkeling van de diverse onderdelen van het conceptueel ste kader 21 eeuwse vaardigheden

Pagina 55

Deelname aan pilot “Train Your Mind” in de groepen 6 en 7 i.a.v. inloting

De leerkrachten van groep 6 en 7 worden geschoold en dragen zorg voor de uitvoering in de praktijk

Scholing ten laste van de uren professionalisering en/of duurzame inzetbaarheid

Rapportage Universiteit Maastricht

Voor het uitvoeren van de klassenbezoeken worden uren gereserveerd in de normjaartaak

Nagesprekken klassenbezoeken lkr-specialist/IB’er Schriftelijke en mondelinge terugkoppeling aan de directeur

UM volgt de pilot op basis van onderzoek Kwaliteitssysteem

Kwaliteitsverbetering door evalueren (meten, analyseren en waarderen) en borgen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces door middel van controleren van de afspraken en procedures en het handelen

Klassenbezoeken aan de hand van de indicatoren kwaliteitszorg van de inspectie leerstofaanbod, leertijd, pedagogisch klimaat, didactisch handelen van de leraren, afstemming, leerlingenzorg

Het pedagogisch klimaat: De gedragsspecialist legt klassenbezoeken af en voert feedbackgesprekken

De leerlingenzorg: De IB’ers leggen klassenbezoeken af en voeren feedbackgesprekIn 2015-2016 wordt ken dit gekoppeld aan ‘gedrag’ en ‘leerlingenzorg’

De klassenbezoeken worden uitge- Afname Klassenvoerd in de ambu- thermometer lante tijd groep 5 t/m 8, analyse door lkr De resultaten en gedragsspeciaworden teruggelist, gesprek lkrkoppeld aan de specialist, terugdirecteur koppeling aan directeur en team De directeur bespreekt de uitkomsten van de controleactiviteiten met de leraren

Methodevervanging

Methodevervanging conform de meerjarenbegroting OLP

Implementatie Taal op Maat

Team gebruikt methode in de praktijk Directeur agendeert

Invoering nieuwe CAO / Personeelsdossier en bekwaamheidsdossier

Invoering nieuwe CAO met specifiek aandacht voor: 40-urige werkweek Taakbeleid (zie ook organisatie en beleid) Gesprekkencyclus Professionalisering Duurzame inzetbaarheid

Implementatie van Cupella (NJT, bekwaamheidsdossier)

Presentatie NJT algemeen aan het team door de directeur Overleg met het team over de inzet uren diverse taken Instemming P-MR Individuele gesprekken met elk teamlid individueel Het werken met het bekwaamheidsdossier in Cupella wordt gefaseerd ingevoerd


Rond de € 19.000,-

De directeur en het team evalueren tussentijds. Gemaakte afspraken worden vastgelegd in het kwaliteitshandboek (i.o.) Lkr-IB’er en directeur volgen de opbrengsten Directeur houdt toezicht op het digitale dossier

Pagina 56

Rechtspositionele Schooldirecteur verloven budgetverantwoordelijk voor de rechtspositionele verloven 8.7 en 8.8.

Professionalisering

Directeur bespreekt deze wijziging en mogelijke consequenties met het team a.d.h.v. casussen De verloven worden cf. geldende procedure tijdig gemeld in Clooser; - De verloven worden geadministreerd m.b.v. de formulieren op intranet

Team: HGW, Hoogbegaafdheid, LAS, nieuwe ICT-middelen, Cupella

Op basis van een gemiddeld vervangeruurtarief van €32,50 is het budget berekend dat elke school in 2015 ter beschikking heeft, om de 8.7 / 8.8 verloven te regelen conform Wet en regelgeving. Voor onze school betekent dit 307 klokuren uur per kalenderjaar. Als je over het toegekende budget heen gaat, kunnen deze kosten niet meer bij MOVARE gedeclareerd worden; zij komen dan ten laste van de school. Andersom betekent het natuurlijk ook dat als het budget niet geheel aangesproken wordt, de school dit bedrag behoudt.

Om de werking van deze (deel)procedure te toetsen, kunnen in de loop van 2015 onaangekondigde audits plaatsvinden op de toepassing van geldende procedures en regelgeving m.b.t. verlofverlening en verlofregistratie

Verantwoording op schoolniveau in het nascholingsplan Verantwoording individueel personeelslid in Cupella

Leerkrachten groep 6 en 7: Train Your Mind Op maat: Kurzweil, Speelplezier, BHV, VEBO, IB Werken met een Werken met een eigen schoolbegro- eigen schoolbeting per schooljaar groting per schooljaar

Opstellen begroting voor nieuwe schooljaar Tijdpad nog niet bekend


Directeur stelt begroting op, indien wenselijk met ondersteuning van kantoor van MOVARE De begroting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de MR van de school en het CvB

MOVARE controleert 2maandelijks de uitgaven en communiceert hierover met de directeur

Pagina 57



Het streven is om de bouw van de BMV in november 2015 op te leveren


Bouwteamoverleg (gemeente, architect, aannemer, M3V, diverse bedrijven, MOVARE) Gebruikersoverleg (gemeente, architect, M3V, MOVARE/school, bieb)

Kosten gebouw: gemeente € 5,6 mljn. Kosten Inrichting: MOVARE € 30.000,- ter beschikking voor inrichting leerpleinen en algemene ruimtes. Vervanging meubilair voorzien in 2019

Conform contract

Pagina 58

VAN

Locatie onderbouw

Locatie bovenbouw

NAAR Basisschool Schinveld in BMV de Sjinskoel per 01-01-2016

SCHOOLPLAN BASISSCHOOL SCHINVELD

Recommend Documents