Schoolplan basisschool

Schoolplan basisschool

2012 - 2016 “Waar ieder kind telt!”

Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

Inhoudsopgave

pag. 2

Voorwoord

pag. 3

1.

Uitgangspunten op bestuursniveau

1.1 1.2 1.3 1.4

Inleiding Missie van De Groeiling De collectieve ambitie (visie) van De Groeiling Strategische keuzes

pag. 4 pag. 4 pag. 4 pag. 4 pag. 4

2.

Uitgangspunten op schoolniveau

2.1 2.2

Wat willen wij betekenen (onze missie) Hoe kijken wij aan tegen de samenleving, het onderwijs, de mensen die het onderwijs vorm geven (visie)

3.

Waar staan we nu?

3.1 3.2 3.3 3.4

Sterke punten van de school Zwakke punten van de school Kansen en bedreigingen (externe invloeden) Strategische keuzes van de school voor de komende vier jaar

pag. 6 pag. 6 pag. 6

pag. 8 pag. 8 pag.10 pag.11 pag.11

4.

Resultaatgebieden

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6

Inleiding Onderwijs Personeel Kwaliteitszorg Huisvesting en financiën De school als professionele organisatie

5.

Specifieke zaken

5.1 5.2

De inzet van financiën Samenwerking met andere instellingen/organisaties

6.

Verantwoording

6.1 6.2 6.3

Jaarplan Jaarverslag Overige wijze van verantwoording (intern en extern)

pag.27 pag.27 pag.27 pag.27

7.

Meerjarenplanning

pag.28

pag.13 pag.13 pag.13 pag.20 pag.22 pag.23 pag.24 pag.25 pag.25 pag.26

Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Leerlingenprognoses Personeelsplanning Effectieve leertijd Meerjarenbegroting Investeringen Overzicht methoden

Voorwoord 2 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

pag.29 pag.29 pag.29 pag.30 pag.30 pag.30

Doel en opzet van het schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzen we voor de schoolperiode 20012-2016 op deze school hebben gemaakt. Het is opgesteld binnen de kaders van de wet op het Primair Onderwijs en het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Dit plan is terug te vinden op de website: www.degroeiling.nl. Het schoolplan geeft aan het bestuur, de ouders en het team duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op onze school en hoe we dat in de praktijk vorm zullen geven. In dit Schoolplan geven wij aan: o o o o

wat onze missie en visie is; wat we nu goed doen en wat verbeterd kan worden; hoe we in 2016 willen werken; wat nodig is om dat te kunnen realiseren.

De concrete werkzaamheden in een schooljaar worden beschreven in het jaarplan van de school. In het jaarverslag wordt beschreven wat gerealiseerd is uit het Jaarplan. Een verkorte versie van beide documenten wordt opgenomen in de schoolgids die ieder jaar aan ouders/verzorgers en andere belanghebbenden wordt verstrekt. Alle genoemde documenten zijn ook te downloaden op onze website: www.willibrord-miland.nl.

Totstandkoming Op basis van de volgende gegevens heeft het team onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van dit schoolplan: o inspectierapporten o kwaliteitsmeting ouders, leerlingen, medewerkers o jaarlijkse evaluaties van de jaarplannen o overzichten van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen o omgevingsanalyse, die aangeeft hoe de school gewaardeerd wordt in wijk en buurt o gesprekken met extern betrokkenen, zoals: - ambulant begeleiders - orthopedagogen/coördinatoren GroeiAcademie In de bijlagen van het schoolplan staan de meerjarenoverzichten ter onderbouwing van de keuzes die we hebben gemaakt van de werkzaamheden welke we willen verrichten.

Vaststelling Het schoolplan is vastgesteld in de vergaderingen van het schoolteam en met inbreng van de medezeggenschapsraad in de periode juni en juli 2012.

Voor akkoord namens het bevoegd gezag mevrouw Els van Elderen, lid college van bestuur stichting De Groeiling,

1.

Uitgangspunten op bestuursniveau

3 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

1.1

Inleiding

Ter voorbereiding op de schoolplanperiode 2012-2016 heeft het bestuur de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald. Alvorens het strategisch beleid definitief vast te stellen, is hierover uitvoerig overlegd met het directeurenberaad. De GMR heeft instemming verleend. Hetgeen hierna volgt zijn de essenties van het beleid vastgelegd in het strategisch beleidsplan van de Groeiling ‘Groeien in kwaliteit’.

1.2

Missie van De Groeiling

De missie (of maatschappelijke functie) van De Groeiling is: Het bieden van kwalitatief hoogwaardig en waarde(n)vol onderwijs aan allen die daarom vragen en die zich in de uitgangspunten van de stichting kunnen vinden. Dat wil zeggen dat allen (kinderen, ouders, personeel), die zich thuis voelen bij onze manier van omgaan met elkaar en die de gemeenschappelijk erkende waarden delen, van harte welkom zijn. Die gemeenschappelijk erkende waarden zijn voor ons: verwondering, uniciteit, respect, verbondenheid en inspiratie. Deze waarden zijn zichtbaar in de wijze waarop in onze scholen gewerkt wordt.

1.3

De collectieve ambitie (visie) van De Groeiling

De collectieve ambitie (visie) van De Groeiling luidt als volgt: Elke school binnen De Groeiling is een school die midden in de samenleving staat. De school is geen educatief eiland, maar een bruisend middelpunt van activiteiten die het leren bevorderen. De school biedt vanuit haar identiteit en binnen haar mogelijkheden onderwijs op maat waarbij het kind centraal staat. Dat vereist een didactische aanpak waarin meervoudige instructie, zelfstandig leren en een adequate zorgstructuur centraal staan. Competente en gemotiveerde personeelsleden zetten zich in voor de persoonlijke ontwikkeling van ieder kind, welke in een prettige, veilige en uitdagende leeromgeving plaats vindt. Dat doen ze samen met ouders/verzorgers en andere betrokkenen in voortdurende interactie met de maatschappelijke omgeving van de school. Daarbij staan zij open voor toekomstige ontwikkelingen.

1.4

Strategische keuzes

In het Strategisch beleidsplan 2011 – 2015 hebben we de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald voor de komende periode van vier jaar. De accenten komen te liggen op: Passend onderwijs voor ieder kind. Het gaat ons erom dat elk kind onderwijs krijgt dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden. Dit vraagt naast het realiseren van goede onderwijszorg op onze eigen scholen ook regionale samenwerking. Ook vraagt het een goede overdracht van informatie naar en van andere instellingen. Opbrengstgericht werken Binnen De Groeiling willen we op zo efficiënt mogelijke wijze maximale leerresultaten bij onze leerlingen bereiken, waarbij we wel blijven denken vanuit de onderwijsbehoefte van het kind als 4 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

totaal. Hoge leeropbrengsten zijn geen doel op zicht. Dit neemt niet weg dat we talenten van kinderen optimaal willen benutten. We zijn ons bewust van de belangrijke rol die de leraar en de directie hebben bij het bereiken van dit doel en we gebruiken data (toetsgegevens) om ons handelen te evalueren en te sturen. Talentontwikkeling van leerlingen en personeelsleden We willen dat kinderen op de scholen van De Groeiling zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dat geldt ook voor (hoog)begaafde kinderen. Voorkomen moet worden dat deze kinderen gaan onderpresteren. De professionaliteit van de medewerkers in het onderwijs spelen een belangrijke rol bij het realiseren van goede onderwijsopbrengsten. Binnen De Groeiling willen we de medewerkers ondersteunen bij hun professionele ontwikkeling en daarnaast ‘ het menselijk kapitaal’ binnen de organisatie efficiënt inzetten. Zo wordt talent niet verspild, en kunnen mensen doen waar zij goed in zijn. De professionele organisatie. De Groeiling wil een ‘professionele organisatie’ worden : een organisatie waar het personeel voortdurend zijn eigen competenties en die van collega’s vergroot om de gezamenlijk gewenste resultaten te behalen.

2.

Uitgangspunten op schoolniveau


De visie/missie zoals geformuleerd op bestuursniveau en de keuzes die gemaakt zijn in het strategisch beleidsplan 2011-2015 zijn kaderstellend voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Toch bieden ze voldoende ruimte om als school eigen specifieke invullingen te geven, afgestemd op bijzondere omstandigheden en gebaseerd op de pedagogische visie van het eigen team op de wijze waarop onderwijs moet worden gegeven. 2.1

Wat willen wij betekenen (onze missie)

Als basisschool staan we op Willibrord/Miland: - voor saamhorigheid, veiligheid, zelfstandigheid, betrokkenheid en katholiek onderwijs, waarbij we rekening houden met het ontwikkelingsniveau van ieder kind; - voor een plek waar elk kind graag naar toe gaat, waar talenten tot ontwikkelingen kunnen komen; - voor een schoolomgeving met een uitnodigend karakter waar kinderen zich uitgedaagd voelen en trots zijn op wat zij er doen. 2.2

Hoe kijken wij aan tegen de samenleving, het onderwijs, de mensen die het onderwijs vorm geven (visie)

Onze visie op ontwikkeling en leren  Verschillen tussen de kinderen zien we als een uitgangspunt voor leren. We houden daarbij rekening met de verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling, leerstrategie en motivatie. We trachten de kinderen tevens sterk te betrekken bij hun eigen leerproces. Onze visie op onderwijs  We streven naar een onderwijsleersituatie die het mogelijk maakt dat ieder kind zich verder ontwikkelt op alle aspecten van de ontwikkeling (verstandelijk, sociaal, emotioneel, motorisch en creatief) opdat ieder zijn of haar talenten ontdekt en ontplooit. Een adequaat onderwijs zorgsysteem en een sterk klassenmanagement zijn daarbij onontbeerlijk. Onze visie op opbrengsten van het onderwijs  We werken gericht aan het verbeteren en ontwikkelen van de resultaten waarbij groei centraal staat. Opbrengstgericht werken zien we als een proces waarbij we door het formuleren van streefdoelen de opbrengsten en motivatie van de leerlingen voor het onderwijs verhogen. Onze visie op schoolklimaat  Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig en geborgen voelen. Daarom is er veel aandacht voor de belangstelling en het welbevinden van alle kinderen. Gedragsregels met afspraken hoe wij verwachten dat kinderen met elkaar omgaan zijn vastgelegd. Onze visie op ouders/verzorgers  Contacten met ouders/verzorgers zijn essentieel voor het onderwijs en de opvoeding. Zij versterken het uitgangspunt van het pedagogisch partnerschap tussen ouders/verzorgers en school, van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het kind. Daarom vinden we ouderbetrokkenheid van groot belang voor het onderwijs en gaan we gelijkwaardig met elkaar om en met respect voor ieders positie en verantwoording. Onze visie op maatschappelijke positionering  We proberen de kinderen respect bij te brengen voor andere culturen en levensopvattingen. Daarbij nemen we in acht dat een gedeelte van de ouders met een katholieke 6 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

levensovertuiging dit geloof op diverse wijze beleeft en uitdraagt en dat we op school ook ouders en kinderen hebben met een niet-katholieke achtergrond.  Liefde voor natuur en milieu vinden we van groot belang  Actief burgerschap en sociale integratie willen we nadrukkelijk tot uiting brengen

In de volgende hoofdstukken beschrijven we hoe we vorm en inhoud geven aan het bovenstaande.

Ons onderwijs richt zich op de brede ontwikkeling van ieder kind

3.

Waar staan we nu?

In hoofdstuk 2 zijn visie en missie verwoord. 7 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

Willibrord/Miland wil een school zijn waar ieder kind telt, waar goed onderwijs wordt geboden en waarden als respect, openheid en professionele kwaliteit hoog in het vaandel staan. Uit enquêtes in het kader van de kwaliteitszorg (Beekveld & Terpstra 2011, inspectieonderzoek en uit gesprekken met direct belanghebbenden als medewerkers, kinderen en ouders) komt het onderstaande beeld op de diverse gebieden naar voren. 3.1

Sterke punten van de school

Identiteit:  Missie en visie zijn verweven in de katholieke identiteit  Er zijn op school afspraken hoe we de identiteit vorm geven  Deskundige ondersteuning om ons als team te blijven bezinnen op het vormgeven van de identiteit in ons onderwijs vanuit de visie van de Groeiling en van de eigen school  Werken met de methode ‘Hemel en Aarde’ als ondersteuning en inspiratiebron om de identiteit in de groepen vorm te geven  Waarden als respectvol en tolerant omgaan met elkaar worden door de sociaal-emotionele methode Kanjertraining versterkt  De waarde ‘liefdevol met de natuur omgaan’ krijgt veel aandacht in ons educatief natuur en milieu programma (NME) en in het contact met de Oude Zustertuin waar kinderen als vrijwilliger een helpende hand bieden Onderwijs:  Ons onderwijs wil de talenten van ieder kind ontwikkelen  We houden rekening met de verschillen die er tussen de kinderen zijn  Het klassenmanagement houdt rekening met de verschillende niveaus van de kinderen  We richten ons op opbrengsten en resultaten en zijn handelingsgericht  De ontwikkeling van ieder kind wordt nauwgezet gevolgd door het leerlingvolgsysteem  De directie bezoekt alle groepen, maakt hiervan verslag en bespreekt dit met ieder teamlid  Welbevinden van ieder kind is van belang en daarom worden regelmatig kindgesprekken gevoerd  Een doorgaande lijn voor de hele school door middel van afspraken zijn kenmerkend  Rapportage en ontwikkelingen worden sterk bijgehouden en regelmatig gecommuniceerd met kinderen zelf en met hun ouders/verzorgers  We bieden een breed onderwijsprogramma aan en werken daarbij met een jaarplan  Het gebruik van de computer heeft een vast plek in ons dagelijks onderwijs Personeel:  De school werkt met een enthousiast en gedreven team. Betrokkenheid is groot  Er is een professionele werkcultuur: open, kritisch en pragmatisch  Leren van elkaar staat centraal  De school kent functies en taken waardoor het mogelijk is om talenten te ontwikkelen  Schoolbeleid en volgen van nieuwe ontwikkelingen worden door het werken met een managementteam breed besproken  Er wordt gebruik gemaakt van de gesprekscyclus van de Groeiling en ieder personeelslid werkt aan zijn/haar eigen persoonlijke ontwikkelingsplan. Voor dit laatste wordt Tool for Talent ingezet  Vergader- en communicatiestructuur zijn sterk ontwikkeld o.a. door regelmatige interne memo’s en het werken met jaarlijkse activiteitenplannen 8 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

Kwaliteitszorg:  Een open en heldere communicatie met personeel en ouders is van belang voor de kwaliteitszorg. Schriftelijke en mondelinge communicatie zijn sterk ontwikkeld  Een nauw contact met ouderraad, medezeggenschapsraad en college van bestuur en zijn daarbij van essentieel belang  Het volgen van de kwaliteit vereist dat deze in een systematische structuur vallen met schoolplan en jaarplan. Hierin zijn opgenomen zaken uit de analyse van de uitslag van de kwaliteitsmeting  Evaluatie van de voorgenomen plannen en borgen van ingezette ontwikkelingen komen tussendoor veelvuldig aan de orde  Werken aan de professionaliteit van het personeel krijgt ruime aandacht: door studiemomenten met het hele team en door individueel gebruik te maken van cursussen/GroeiAcademie aanbod. Ook het volgen van de Leerkrachtenbeurs wordt gestimuleerd  Monitoring op de kwaliteit van het onderwijs in de groepen door groepsbezoeken en besprekingen in bouwvergaderingen  Verantwoording wordt afgelegd aan inspectie, bestuur en andere belanghebbenden door jaarverslagen Huisvesting:  Locatie Willibrord verhuist in het najaar van 2012 naar een nieuw en modern schoolgebouw. Hierdoor komen alle groepen onder één dak bijeen  Locatie Miland is in 2003 geheel gemoderniseerd en in 2010 aangepast zodat ook peuters gehuisvest kunnen worden  In de gebouwen is ruime aandacht voor duurzaamheid en gezondheidsaspecten  Er zijn voldoende werkplekken voor het personeel in eigen lokaal en in diverse nevenruimtes  Veiligheid wordt gewaarborgd door het verlenen van de gebruikersvergunning en de daarbij horende vierjaarlijkse risico inventarisatie met hulp van de ARBO coördinatoren en directie  Pleinen worden gecontroleerd door de ARBO coördinatoren en de peuter/kleuter voorzieningen door externe bureaus  Voor de Actietuin op de Willibrord wordt gebruik gemaakt van een speciale werkgroep voor het onderhoud  De school kent voldoende gediplomeerde Bedrijfshulpverleners  Een externe bureau houdt het onderhoud bij, stelt meerjarenoverzichten op en verzorgt de huisvestingsaanvragen bij de gemeente  In de nieuwe school aan het Dronenplein is ook een locatie die de Katholieke Plattelands Jongeren gebruiken voor vergaderingen en andere interne bijeenkomsten. Afspraken hierover zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst


juni 2012 – er wordt hard gewerkt aan nieuwbouw locatie Willibrord Financiën:  Jaarlijks stelt de school in samenwerking met bestuur en onderwijsbureau de begroting op  Naast het beschikbaar gestelde budget van overheid en van bestuur wordt aan de ouders op vrijwillige basis een onderwijsbijdrage gevraagd  Verantwoording van alle beschikbare budgetten en uitgaven vindt jaarlijks plaats – tussentijds worden managementteam en medezeggenschapsraad geïnformeerd over de inkomsten/uitgaven door middel van exploitatieoverzichten  Ouderraad en overblijfcoördinatoren beheren een eigen budget waarover verantwoording wordt afgelegd aan alle ouders, directie en medezeggenschapsraad Organisatie:  De school maakt deel uit van een groter geheel, namelijk stichting De Groeiling. Naast het beraad van de directeuren zijn er verschillende andere netwerken welke gericht zijn op ‘leren van elkaar’ en op ‘verdere professionalisering’ (Toptalent, ICT bijvoorbeeld)  De school benut het aanbod van de GroeiAcademie, het bureau van De Groeiling voor scholing en ondersteuning als wel de kwaliteiten van bovenschoolse ondersteuners (poolschool, ict, preventief medewerker)  De school kent vele functies welke uitgebreid zijn omschreven en vastgesteld. Uit evaluatie in de kwaliteitsmeting blijkt dat dit uitgebreide functiebouwwerk ervaren wordt als zeer waardevol omdat hierdoor helder is wie waar voor verantwoordelijk is  De school voldoet door het bovenstaande in ruime mate aan de wens van het ministerie om LB functionarissen te benoemen binnen de school  De school werkt met bouwcoördinatoren en een locatieleider welke in grote mate verantwoordelijk zijn voor de voortgang van ‘hun deel’ in de school  Bouwcoördinatoren, locatieleider én de mensen welke verantwoordelijk zijn voor de onderwijszorg (intern begeleiders) vormen samen met de directeur het managementteam  Communicatie naar achterban (ouders en personeel) is belangrijk om de betrokkenheid hoog te houden  Op beide locaties is een leerlingenraad actief en hiervoor heeft de school afspraken op papier staan 10 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling





3.2

Betrokkenheid van ouders is erg groot en uit zich op diverse manieren: praktisch, meedenkend, ondersteunend. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het organiseren door de ouderraad van allerlei activiteiten voor de kinderen, in de medezeggenschapsraad, hulp bij overblijven en hoofdluiscontrole. Als school zijn wij daar zeer tevreden over De school werkt met een ict-er, conciërge en administratief medewerker. Zij zijn medeverantwoordelijk voor een aantal zaken en hebben een waardevolle bijdrage voor een gestroomlijnde organisatie

Zwakke punten van de school

Alle sterke punten en onderdelen van de school hebben als gevaar dat zij kunnen omslaan naar zwak. Dit kan  doordat voortgangsprocessen onvoldoende bewaakt, geëvalueerd en geborgd worden. Van belang is een goede en evenwichtige directievoering (organisatie)  doordat het onderwijs niet op niveau blijft, hetgeen tevens een imago probleem op kan leveren  doordat onvoldoende gebruik gemaakt wordt van de vele mogelijkheden, talenten en ambities van het personeel (personeel)  door een te hoge werkdruk onder het personeel; structuur door planning is van belang (personeel)  omdat het aantal inschrijvingen de komende jaren terug loopt wat resulteert in minder financiële armslag. Hierop tijdig inspelen is van belang.

3.3

Kansen en bedreigingen (externe invloeden)

De school staat niet op zich. Zij heeft te maken met invloeden vanuit de maatschappij. Bijvoorbeeld vanuit het rijk en vanuit de wijk. Willen we onze missie en visie kunnen waar maken, dan zullen we daar rekening mee moeten houden. Bedreigingen:  De huizenmarkt is slecht en de instroom loopt als gevolg van vergrijzing terug. Voorzieningen om kwaliteit hoog te houden lopen wellicht gevaar  Bezuinigingen landelijk en gemeentelijk kunnen leiden tot minder uitgaven en mogelijkheden  Te veel bemoeienis van ‘bovenaf’ (CITO eindtoets, vergaande verantwoording – administratieve druk) leidt tot verhoging werkdruk en vermindering werkplezier personeel  De op dit moment evenwichtige leeftijdsopbouw van het personeel wordt als gevolg van terugloop aangetast  Er zijn onvoldoende financiële mogelijkheden om ondersteunende taken (voor b.v. directie, intern begeleiders, vervanging voor toetsen, vakleerkracht, administratie) te realiseren  De ICT kennis blijft achter op de huidige ontwikkelingen en op het materiaal (touch screens) dat wij in huis hebben Kansen:  Verdere ontwikkeling van het onderwijs; er is een zinvolle weg rondom ‘opbrengstgericht werken’ opgezet. Daarbij kunnen de goede onderwijsresultaten als inspiratie dienen  Betrokkenheid van ouders is zinvol om verder te benutten 11 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

  

3.4

Nieuwbouw van de locatie Willibrord is een kans om ‘milieu en duurzaamheid’ sterker te profileren Werken met peuters op locatie Miland is een uitdaging om educatie aan hele jonge kinderen te ontwikkelen en het onderwijs in het buitengebied de Meije verder te profileren Verdere samenwerking met Groeiling scholen en met scholen uit gemeente BodegravenReeuwijk voor verdere ontwikkeling

Strategische keuzes van de school voor de komende vier jaar

Door de gegevens uit de twee voorafgaande paragrafen met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren, zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende strategische keuzes gemaakt voor de komende jaren. Deze sluiten aan bij het strategisch beleidsplan van stichting De Greoiling. 1. Passend onderwijs voor ieder kind Het is voor ons van groot belang dat ieder kind onderwijs krijgt dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden. Dit vraagt om een goede onderwijszorg. De nieuwe wet passend onderwijs sluit hierop aan en brengt met zich mee dat wij nader moeten stil staan bij ons leerlingenprofiel. Waar willen we naar toe? Hoe kunnen we daar komen en wat hebben we daarvoor nodig? 2. Opbrengst en handelingsgericht werken Handelingsgericht en opbrengstgericht werken zijn in 2011-2012 aan de orde geweest en hiermee gaan wij in de komende jaren door. Het is daarbij belangrijk om ons huidige niveau van onderwijsresultaten te behouden. Zaken als klassenmanagement en het benutten van talenten van kinderen staan daarbij centraal (zie ook onze visie) 3. Professionaliteit van de medewerkers Om ons onderwijs goed te realiseren dienen medewerkers goed geschoold te blijven (denk aan de aanschaf van touch screens) en zich te bekwamen in het werken met differentiatie. Welbevinden en plezier in het werk zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. In het kader van dit laatste passen zaken als werkdruk, werkbeleving en een juiste taakverdeling (met oog voor ieders mogelijkheden), omgaan met alle ouders (hoe organiseer ik de betrokkenheid) en professioneel samenwerken (inclusief reflecteren). Andere onderwerpen, die niet voortkomen uit de visie, maar die we wel willen opnemen in onze meerjarenplanning:  Verdere ontwikkeling van sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en opstellen van een concreet pestprotocol  Omgaan met digitale ontwikkelingen waarbij nadrukkelijk ouders worden betrokken  Zaken uit het verleden nader terug laten komen in jaarplannen (bijvoorbeeld coöperatief leren, voeren van een kindgesprek, dyslexie protocol,)  Informeren van ouders en hen betrekken bij de ontwikkeling van hun kind bijvoorbeeld door de invoering van een digitaal ouderportaal)


4.

Resultaatgebieden

4.1 Inleiding In Hoofdstuk 2 hebben we de missie (opdracht) en visie (toekomst) van onze school beschreven. In hoofdstuk 3 is aangegeven welke aspecten we hiervan al hebben gerealiseerd en waar we nog aan willen werken. In dit hoofdstuk beschrijven hoe we ons onderwijs vorm willen geven in 2016 en wat daarvoor nodig is, rekening houdend met de kansen en bedreigingen die zich kunnen voordoen. 4.2 Onderwijs In deze paragraaf wordt aangegeven hoe het onderwijs op Willibrord/Miland in 2016 of eerder vormgegeven wordt. Daarbij wordt enerzijds aangesloten bij de wettelijke opdracht van het onderwijs en anderzijds bij de doelen die gesteld zijn in het strategisch beleidsplan van De Groeiling. Bovendien zijn op basis van onze visie/missie schoolspecifieke doelstellingen opgenomen. 4.2.1 Ononderbroken ontwikkeling. De WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. We streven ernaar om alle kinderen binnen een ononderbroken ontwikkelingsproces de leerstof aan te bieden die zij nodig hebben. De cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkelingen worden op individueel-, op groeps- en op schoolniveau bijgehouden in de leerlingvolgsystemen van Parnassys, Zien en Kijk. De IB’ers en de leerkrachten bespreken drie maal per jaar de tussentijdse resultaten per groep en per leerling. Aan de hand daarvan worden nieuwe streefnormen en interventies opgesteld. Op groepsniveau maken de leerkrachten een groepsplan en hanteren binnen hun klassenmanagement het afstroommodel. De leerlijnen van de methodes die gebruikt worden vormen de leidraad. Voor de kinderen met een eigen leerlijn wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Wij betrekken de leerlingen bij hun eigen leerproces door met weektaken/ dagtaken te werken. Kinderen met een handelingsplan/ontwikkelingsperspectief worden door middel van kindgesprekken eigenaar van hun eigen leerdoelen. Voor besluiten over doublure/verlenging of versnelling handelen wij volgens het protocol . De komende 4 jaar gaan we werken aan het maken van groepsplannen, het houden van kindgesprekken, het invoeren van dag- en weektaken en het maken van ontwikkelingsperspectieven. 4.2.2 Brede ontwikkeling De WPO geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit en sociale, culturele en lichamelijke kennis en vaardigheden (brede ontwikkeling) . In ons onderwijs wordt zoveel als mogelijk coöperatief gewerkt en houden we rekening met de verschillende leerstijlen 13 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

De verschillende intelligenties (meervoudige intelligentie) wordt binnen de zaakvakken op de locatie Miland vorm gegeven. Het aanbod uit ‘Kanjertraining’, ‘Kunstmenu en Kunst in uitvoering’, excursies dragen bij aan de brede ontwikkeling van ieder kind. Ook de vakleerkracht bewegingsonderwijs stimuleert de brede ontwikkeling door allerlei sport- en spelopdrachten die ontwikkeling en samen spelen bevorderen.

4.2.3 Multiculturele samenleving De WPO geeft aan: Het onderwijs a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Dit komt tot uiting in  thema’s van de wereldverkenning  In de methoden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur  Bij de vrijwillige hulp van kinderen in natuurspeelpark De Oude Zustertuin  Bij de methode voor catechese Hemel en Aarde, inclusief de kennismaking met andere geloofstromingen  Nieuws ( landelijk, regionaal, plaatselijk) komt aan de orde in kringgesprekken  De methode Nieuwsbegrip (begrijpend lezen) met actueel nieuws  Door het werken met de leerlingenraad  Bij verkeerssituaties en het werken als verkeersbrigadier Verder sluiten we waar mogelijk en gewenst aan bij plaatselijke, regionale en landelijke acties en gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld bij 4 en 5 mei herdenking. Onderwerpen uit de natuur en milieueducatie sluiten aan bij thema’s als duurzaamheid, afvalscheiding, zorg in en om de school en wonen en werken in het veenweidegebied.

4.2.4 Bestrijding van onderwijsachterstanden De WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder de beheersing van de Nederlandse taal. Dit krijgt vorm in  overdracht van peuterspeelzaal en kinderdagverblijf naar groep 1 volgens lokaal vastgesteld protocol  werken met peuters binnen de kleutergroep (locatie Miland)  intern begeleiders maken deel uit van de werkgroep Onderwijs en Achterstanden beleid (OAB) en Voorschoolse en Vroegtijdige Educatie (VVE) binnen de gemeente BodegravenReeuwijk  gebruik te maken van lessen uit de methode Ik en Ko.


4.2.5 Effectieve leertijd De WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat: de leerlingen in de eerste vier schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste vier schooljaren ten minste 4000 uren onderwijs ontvangen . Daarbij is het vanzelfsprekend de bedoeling dat deze tijd effectief wordt ingezet om de ontwikkeling van de leerlingen te ondersteunen. Bij het kijken naar en het bespreken van de resultaten komt ook de efficiënte leertijd per vak/ ontwikkelingsgebied aan de orde. Het klassenmanagement en de gedragsregels bij instructie en zelfstandig werken hebben een positief effect op de ontwikkeling van de kinderen. Zie ook bijlage 3 voor de urentabel 2008 t/m 2013 4.2.6 Kerndoelen De school hanteert de kerndoelen als beschreven in de Algemene Maatregel van Bestuur als doelstellingen voor haar onderwijs. Dit betekent dat gewerkt wordt met methoden met een overeenkomstig leerstofbereik. In de bijlage is opgenomen welke methoden de school hanteert of gaat hanteren. In 2016 – of eerder- willen ten aanzien van de volgende vakgebieden verbeteringen hebben gerealiseerd: Vakgebied Voortgezet technisch lezen groep 4 en 5

Technisch lezen : kinderen met ( mogelijk) dyslexie

Spelling alle groepen

Rekenen Begrijpend lezen

Te realiseren veranderingen Werkwijze Allemaal instructie Leeskilometers maken Kinderen betrekken Ouders betrekken Volgens het protocol extra ondersteuning, compensatie kinderen en ouders idem Analyse moeilijke categorieën Instructie en oefening Toepassing Implementatie van nieuwe methode Aandacht voor gedifferentieerde instructie

Materialen Methode estafette Leeslijn Week/ dagtakentaken Eigen plannen Boeken Compenserende materialen Scholing Week/ dagtaken oefenmaterialen Week/dagtaken

Methode Keuze voor nieuwe methode

4.2.7 Leerresultaten De Regeling Leerresultaten PO geeft aan welke leerresultaten scholen minimaal moeten behalen. Binnen De Groeiling streven we er echter naar hogere leerresultaten te behalen, namelijk resultaten die even hoog zijn als de resultaten die gemiddeld worden behaald in scholen met een zelfde schoolpopulatie. Hierbij zal de school zowel kijken naar tussen- als eindresultaten. De resultaten zullen worden gemeten en vergeleken met andere scholen middels methodeonafhankelijke en genormeerde toetsen. 15 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

Voor de locatie Miland geldt dat we in 2016 – of eerder – de volgende leerresultaten denken te kunnen behalen: Vakgebied

Leerjaar

Toets

Type score

Gemiddelde score schooljaar 2011/2012

Gewenste score schooljaar 2015/2016

Opmerkingen Aantal leerlingen per groep is klein, gemiddelde score geven vertekend beeld.

Nieuwe rekenmethode in alle groepen

Gemiddelde Niveauwaarde Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters Rekenen

2

E2

2

E2

3

M3 en E3

2.4

3.0

4

M4 en E4 M5 en E5 M6 en E6 M7 en E7 M8 M3 en E3 M4 en E4

3.5

3.5

4.0

3.5

3.3

3.5

4.0

3.5

3.5 1.0

3.5 2.5

1.9

2.5

M5 en E5 M6 en E6 M7 en E7 M8 M3 en E3 M4 en E4

2.7

3.0

2.9

3.0

2.8

3.0

2.2 0.8

3.0 3.0

2.7

3.0

M5 en E5 M6 en E6 M7 en E7 M8 M4 en E4

3.0

3.0

2.7

3.0

2.8

3.0

1.1 3.5

3.0 3.5

5 6 7 8 3

Spelling

4

5 6 7

Technisch lezen

8 3 4

5 6 7

Begrijpend lezen

8 4

Effectieve interventies in alle groepen. Dyslexie: ontwikkelingsperspectief Methode loopt niet gelijk met opgaven cito.

Extra interventies in alle groepen. Dyslexie: ontwikkelingsperspectief.

Dyslexie: toets op eigen leesniveau en


ontwikkelingsperspectief. 5 6 7 8

M5 M6 M7 M8

Eindtoets groep 8

3.4 2.7 3.5 3.1

3.5 3.5 3.5 3.5

LG score

Voor de locatie Willibrord geldt dat we in 2016 – of eerder – de volgende leerresultaten denken te kunnen behalen: Vakgebied

Leerjaar

Toets

Type score

Gemiddelde score schooljaar 2011/2012

Gewenste score schooljaar 2015/2016

Opmerkingen

Nieuwe rekenmethode in alle groepen

Gemiddelde Niveauwaarde Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters Rekenen

E2 2

E2

3

M3 en E3 M4 en E4 M5 en E5 M6 en E6 M7 en E7 M8 M3 en E3 M4 en E4

3.9

3.5

3.9

3.5

3.4

3.5

3.2

3.5

3.7

3.5

3.6 3.6

3.5 3.5

3.1

3.0

M5 en E5 M6 en E6 M7 en E7 M8 M3 en E3 M4 en E4

2.7

3.0

3.0

3.0

3.1

3.0

3.0 3.1

3.0 3.0

2.9

2.8

M5 en E5

2.2

2.8

4 5 6 7 8 3

Spelling

4

5 6 7

Technisch lezen

8 3 4

5

Extra interventies in middenbouwgroepen. Dyslexie: ontwikkelingsperspectief Methode loopt niet gelijk met opgaven cito.

Extra interventies in middenbouwgroepen. Dyslexie: ontwikkelingsperspectief.


6 7

Begrijpend lezen

8 4

5 6 7 8 Eindtoets groep 8

M6 en E6 M7 en E7 M8 M4 en E4

2.3

2.8

2.8

2.8

3.3 3.1

3.0 3.1

M5 M6 M7 M8

3.1 2.4 3.3 3.2

3.1 3.1 3.2 3.3

Nieuwe methode aanschaffen. Dyslexie: toets op eigen leesniveau en ontwikkelingsperspectief

LG score

4.2.8 Opbrengstgericht werken Vanuit het Strategisch beleidsplan zijn de volgende aspecten van opbrengstgericht werken in 2016 – of eerder - zichtbaar in onze school:  leraren en directie zijn ervan doordrongen dat toetsresultaten niet alleen iets zeggen over de leerlingen, maar ook over de kwaliteit van het gegeven onderwijs en de mate waarin tegemoet wordt gekomen aan de onderwijsbehoefte van leerlingen;  om te zorgen dat toetsen betrouwbare gegevens opleveren worden deze conform de toetsinstructies afgenomen (in een bepaalde maand en op uniforme wijze);  er zijn afspraken over welke toetsgegevens worden verzameld op de scholen. Minimaal worden de toetsen afgenomen welke de Inspectie hanteert bij het bepalen van de tussen- en eindopbrengsten van scholen;  de toetsresultaten van de scholen worden ingevoerd in een digitaal leerlingvolgsysteem. Dit systeem levert overzichten op het niveau van het individuele kind (voortgang; ontwikkelingsperspectief), de groep (per jaar en door de jaren heen), de school (per jaar en door de jaren heen) en bovenschools. In deze overzichten wordt een vergelijking gemaakt met vooraf vastgestelde prestatie-indicatoren;  aan het begin van het schooljaar is er een planning waarin staat aangegeven wanneer de onderwijsopbrengsten beschikbaar worden gesteld aan de directeur/intern begeleider van de school en het bestuur en wanneer deze besproken worden;  het schoolteam is in staat om met betrokken geledingen op open en constructieve wijze te communiceren over de sterke en zwakke kanten van het onderwijs in de school;  er zijn duidelijke afspraken over welke vorm scholen hun onderwijsopbrengsten in kaart brengen;  op basis van de onderwijsopbrengsten worden plannen van aanpak gemaakt en een tijdpad uitgezet waarbinnen de gestelde doelen worden gerealiseerd. Het is daarbij duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarnaast hebben wij als school nog de volgende specifieke doelstellingen en aandachtspunten: - het maken van groepsplannen en het geven van instructie door middel van het afstroommodel - ouders en kinderen betrekken bij leerontwikkelingsproces -werken met niveaugroepen en goed klassenmanagement -het analyseren van de resultaten 18 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

4.2.9 Talentontwikkeling van leerlingen Vanuit het Strategisch beleidsplan zijn de volgende aspecten in 2016 – of eerder - zichtbaar in onze school:  binnen de school is een visie en werkwijze ontwikkeld rond de aanpak en diagnostiek van kinderen met bijzondere onderwijsbehoeften;  vanuit het project Toptalent zijn instrumenten beschikbaar gesteld, waaronder signaleringsinstrumenten, hulp- en leermiddelen, en zijn,talentencoaches beschikbaar die ingezet kunnen worden in de school. Specifiek voor de komende jaren: - insteken op de individuele behoeften binnen de Verrekijker/plusgroep - werken met dag en weektaken voor de plusgroep leerlingen - signalering invoeren in groep 1 (methode KIJK) - inspelen op leerbehoeften in de groepen 1 t/m 4

4.2.10 Passend onderwijs en leerlingenzorg De WPO geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. In lid 6 staat: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra zorg behoeven. Er is wetgeving in de maak in het kader van Passend Onderwijs. Op dit moment is dit traject nog niet afgerond. Het is zeker dat dit in de komende schoolplanperiode gevolgen zal hebben voor de wijze waarop de zorgstructuur op onze school zal gaan functioneren. Passend onderwijs is onderwijs dat aansluit op de ontwikkeling van de leerling, de mogelijkheden van het personeel en de wensen van ouders. Het staat voor ‘maatwerk’ en het voorkomen dat kinderen ‘tussen wal en schip vallen’. De Groeiling werkt in dit kader samen met andere besturen binnen de regio. Van onze school is een zogenaamd ‘zorgprofiel’ opgesteld. Dit is ook gebeurd binnen de overige scholen van De Groeiling. Hierdoor is bekend welk type leerlingen we binnen onze eigen school en de overige scholen van De Groeiling kunnen opvangen en of we een kwaliteitsslag moeten/willen maken om de zorgmogelijkheden te verbreden. Onze school maakt deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband Weer Samen Naar School van Gouda e.o. Wij onderschrijven het zorgplan van dit samenwerkingsverband. In 2016 – of eerder – willen we de volgende resultaten bereikt hebben:     

Werken met groepsplannen, ontwikkelingsprofiel Methode Kijk/Zien toepassing in groepsplannen Betrekken van ouders bij de ontwikkelingen van hun kinderen Voortzetten handelingsgericht werken Protocol bestuderen langdurig zieke kinderen.


4.3

Personeel

In relatie met het onderwijskundig beleid zijn op het gebied van personeelsbeleid de volgende beleidsvoornemens met betrekking tot onze school van belang. 4.3.1 Talentontwikkeling personeelsleden De Groeiling wil een organisatie zijn waar medewerkers voortdurend hun eigen competenties en die van collega’s vergroten om de gewenste resultaten te behalen. Zij hebben daarbij recht op ondersteuning. Belangrijk uitgangspunt is om de juiste persoon op de juiste plaats te krijgen. In 2016 – of eerder – is, conform het strategisch beleidsplan van De Groeiling, het volgende zichtbaar:  ieder personeelslid heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hierin wordt aangegeven op welke punten men zich verder wil ontwikkelen en welke scholing/begeleiding daarvoor nodig is;  op school- en bovenschools niveau worden voorzieningen geboden om de persoonlijke ontwikkeling verder vorm en inhoud te geven;  daarnaast is van ieder personeelslid een profiel beschikbaar waarop is aangegeven wat aan kennis, ervaring, competenties en ambitie aanwezig is bij betrokkene;  van ieder personeelslid is een bekwaamheidsdossier, dat actueel gehouden wordt door betrokkene.

4.3.2

Arbobeleid

Goede arbeidsomstandigheden binnen de school vormen een belangrijke voorwaarde om de werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Aandacht voor goed meubilair, een veilige werkomgeving, preventie van het ziekteverzuim, aandacht voor het welzijn van personeelsleden zijn hiervan belangrijke aspecten. Al deze zaken worden in beeld gebracht in de risico inventarisatie en evaluatie, die in 2010 afgenomen is door een externe organisatie. Uit deze evaluatie is een plan van aanpak opgesteld waarin staat beschreven welke zaken we met welke prioriteit we zullen oppakken in de komende periode. De concrete zaken worden in het Jaarplan van de school aangegeven (zie bijvoorbeeld het Jaarplan 2012 – 2013 en het Jaarverslag 2011 – 2012 waarin staat wat het afgelopen schooljaar is uitgevoerd). De school maakt gebruik van diverse personeelsinstrumenten om het welzijn te meten en ziekteverzuim te voorkomen. Zo is er taakbeleid, komt de (beheersing van de) werkdruk in persoonlijke gesprekken en op teamniveau regelmatig ter sprake, vinden functioneringsgesprekken plaats, worden cursussen aangeboden en periodiek een gratis medisch onderzoek. Conform het kwaliteitsbeleid van De Groeiling is in 2016 – of eerder – sprake van de volgende situatie:  de welzijnsscan die aangeeft dat het personeel tevreden is (alles groen op de staafdiagram en een percentage van 75% of meer);  de enquête van de Kwaliteitsmeter van het personeel, waar tenminste een 3.5 de gemiddelde score is ten aanzien van de arbeidsomstandigheden;  het ziekteverzuim dat zo laag mogelijk is, in ieder geval lager dan het landelijk gemiddelde; Voor onze school streven we naar een percentage van minder dan 4,5 % 20 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

Specifiek voegen we voor de komende jaren hier aan toe: - beleid ten aanzien van senioren / leeftijdsbewust personeelsbeleid - omgaan met ‘druk op het werk’ en met ‘werkdruk’ - inrichting van werkplekken voor medewerkers

4.3.3 Taakbeleid Willibrord/Miland werkt reeds met een helder en overzichtelijk takenoverzicht wat voor alle personeelsleden duidelijk aangeeft wat van hen verwacht wordt. In 2016 – of eerder – is zichtbaar dat:  de taken conform de normjaartaak en werktijdfactor juist zijn ingevuld;  er rekening wordt gehouden wordt met factoren als grootte groep, specifieke leerlingenzorg, leeftijd en privé omstandigheden  de inzet van formatie evenwichtig verdeeld is over onderwijstaken en onderwijsondersteunende taken.

Kleuters bezoeken geitenboerderij – juni 2012


4.4

Kwaliteitszorg

In de kern is de zorg voor kwaliteit te herleiden tot vijf vragen: - doet de school de goede dingen; -doet de school de dingen goed; -hoe weet de school dat; -vinden anderen dat ook; -wat doet de school met die wetenschap? Kwaliteitszorg is al die activiteiten uitvoeren die nodig zijn om de gewenste kwaliteit te bereiken. Deze benadering maakt duidelijk dat kwaliteitszorg niet een zaak is van het bestuur, de algemeen directeur of van de school, maar dat iedereen in de organisatie ermee bezig moet zijn. Deze twee kenmerken – kwaliteitszorg in de gehele organisatie en kwaliteitszorg voor iedereen – zijn de kern van integrale kwaliteitszorg.

Onze kwaliteitszorg baseren we op het INK-model. Dit is een management model wat ontwikkeld is door het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk om het beleid, waar nodig, bij te sturen. Wij geven die integrale kwaliteitszorg conform het beleid binnen De Groeiling vorm en zijn daarover ook regelmatig met elkaar – team, leerlingen, ouders, bestuur – in gesprek. Die voortdurende vormgeving is zichtbaar in het volgende:  jaarlijks stellen we ons jaarplan op waarin we aangeven wat we willen realiseren, met inzet van welke middelen, in welk tijdsbestek, met welk meetbaar resultaat. Dit evalueren we in het Jaarverslag. Zo nodig stellen we ons beleid bij.  wij brengen via nieuwsbrieven, de schoolgids en de website regelmatig verslag uit aan ouders en andere belanghebbenden van de stand van zaken binnen de school.  Bij toetsing door de Inspectie is het oordeel over de kwaliteitszorg bij het jaarlijks onderzoek (JO) minimaal ruim voldoende, en bij het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) minimaal score 3.  Iedere twee jaar nemen we de leerlingenenquête af onder leerlingen uit de groepen 6-8. De bevindingen en eventuele acties worden kenbaar gemaakt aan leerlingen en ouders, en verwerkt in het Jaarplan en Jaarverslag. 22 Basisschool WILLIBRORD/MILAND maakt deel uit van stichting De Groeiling

 

Eens in de vier jaar wordt onder alle ouders een enquête afgenomen De bevindingen en eventuele acties worden kenbaar gemaakt aan de ouders, en verwerkt in het Jaarplan en Jaarverslag. De school hanteert een leerlingvolgsysteem waarmee het mogelijk is minimaal elk half jaar de resultaten van de leerlingen vast te stellen, middels methodeafhankelijke en methodeonafhankelijke toetsen op het gebied van taal, rekenen en lezen.

Wij voegen hier nog specifiek m.b.t. onze school aan toe:  Open karakter met ouders en laten zien wat je doet!  Info avonden organiseren (Trots op onszelf, avond van de MR over opbrengstgericht werken)  Goede informatievoorziening en communicatie met direct betrokkenen als ouders, medezeggenschapsraad en ouderraad

4.5

Huisvesting en financiën

Werken aan goed onderwijs veronderstelt ook een goed gebouw, waarin leerlingen en personeel in een veilige werkomgeving vertoeven. Voldoende ruimte, om zowel in groepsvorm als in kleiner verband en/of individueel te kunnen werken, een goede klimaatbeheersing, gebruik van goed meubilair en inventaris, gereedschappen, e.d. zijn hierbij essentiële voorwaarden Jaarlijks vinden de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden plaats conform het opgestelde meerjarenplan onderhoud. Ook wordt het meubilair tijdig vervangen en worden gevaarlijke situaties vermeden. De toebedeelde gelden van het Rijk en de gemeente voor personele en materiële doeleinden worden ingezet om de onderwijskundige doelstellingen te realiseren. De school is actief in het werven van andere inkomsten, waarbij het sponsorprotocol leidraad is. Bovenstaande wordt, conform de kwaliteitsnormen van De Groeiling (‘de kwaliteitskaart’), op de volgende wijze zichtbaar gemaakt:  De school beschikt over een veiligheidsplan dat bij alle personeelsleden bekend is en waarin is beschreven op welke wijze de veiligheid gewaarborgd wordt.  Er is een meerjarenoverzicht onderhoud aanwezig, waarin aangegeven staat welke onderhoudszaken uitgevoerd worden tegen welke kosten;  Er is een meerjaren overzicht aanschaf/vervanging meubilair waarin aangegeven wordt wat wanneer en tegen welke prijs wordt aangeschaft.  Er is een risico inventarisatie en evaluatie met een actueel plan van aanpak.  Er zijn voldoende (per 50 personen tenminste één) bedrijfhulpverleners in school die jaarlijks een verdiepingscursus volgen.


4.6

De school al professionele organisatie

Van onderwijsorganisaties wordt verwacht dat zij inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Er worden hoge(re) eisen gesteld op het gebied van kwaliteit en opbrengsten. Dit stelt weer eisen aan degenen die betrokken en verantwoordelijk zijn voor het leveren van kwalitatief goed onderwijs. Het vraagt om een goede, professionele organisatie. Conform het strategisch beleidsplan van De Groeiling is in 2016 – of eerder – het volgende zichtbaar:       

binnen het team is sprake van een gezamenlijke visie waarvoor eenieder zich verantwoordelijk voelt; personeelsleden zijn desgevraagd in staat om de visie te verwoorden en de wijze waarop deze gestalte krijgt; periodiek wordt gezamenlijk stilgestaan bij de ontwikkelingen in de school waarbij het als vanzelfsprekend wordt ervaren dat ook het eigen handelen daarbij ter sprake komt; we stellen jaarlijks een jaarplan op waarin beschreven staat welke doelstellingen en activiteiten we willen realiseren, welke middelen worden ingezet, het tijdspad en het meetbare resultaat. Over dit alles wordt jaarlijks verantwoording afgelegd in een jaarverslag; er is zichtbaar sprake van samenwerking op school- en bovenschools niveau met belanghebbenden en betrokkenen binnen en buiten de organisatie; leren van en met elkaar vindt actief plaats, bijvoorbeeld binnen netwerken, in intervisiebijeenkomsten, collegiale consultatie; we hebben een cultuurverandering op gang gebracht rondom het geven en ontvangen van feedback, de gezamenlijke betrokkenheid voor de opbrengst van het onderwijs en het afleggen van verantwoording (intern en extern).

Schoolspecifiek: - Werken met netwerken interne begeleiders - Groepsbezoeken directeur en intern begeleiders - Deelname aan Toptalentgroep


5.Specifieke zaken 5.1. De inzet van financiën In paragraaf 4.6 zijn de financiële doelen beschreven die in 2016 bereikt dienen te zijn. Om de doelstellingen, zoals beschreven in het vorige hoofdstuk, te kunnen realiseren, is geld nodig. De bekostiging van het onderwijs vindt voor het overgrote deel plaats uit de vergoeding van het Rijk. Daarnaast ontvangen we gelden van de gemeente (in het kader van huisvesting en/of lokaal onderwijsbeleid) en betalen ouders een vrijwillige onderwijs- en ouderbijdrage. De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de ouderraad bepaald en wordt op de jaarvergadering van de oudervereniging, waar alle ouders automatisch lid van zijn, verantwoord. De hoogte van de onderwijsbijdrage wordt door de directie bepaald , met instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. De directie overlegt met het managementteam waar de onderwijsbijdrage voor gebruikt wordt. Enkele uitgaven van dit budget zijn structureel bepaald, andere uitgaven zijn incidenteel. De onderwijsbijdragen worden opgenomen in de jaarlijkse begroting van de school. In BIJLAGE 4 Meerjarenbegroting bij dit schoolplan is aangegeven welke bedragen in de komende periode uitgegeven kunnen worden aan de vervanging van methoden, meubilair en inventaris, en ICT. Ook is een meerjarenbegroting opgesteld voor de periode 2012 – 2016 waarin alle inkomsten en uitgaven aangegeven zijn. Deze overzichten vormen de leidraad voor de inzet van die middelen in elk komend schooljaar. Wanneer inventaris financieel afgeschreven is, maar in praktijk nog goed functioneert, kan het niet uitgegeven bedrag gereserveerd worden voor een later tijdstip. Als gevolg van de nieuwbouw locatie Willibrord is extra geïnvesteerd in - ICT materialen (touch screens) en - meubilair (tafels en leerlingensets aangepast). Ook is ieder lokaal voorzien van een nieuwe kastenwand - Inrichting speelzaal - Nieuwe stoelen voor kleuters In het najaar van 2012 zal de financiële balans worden opgemaakt en zal worden beoordeeld wat nog mogelijk is. Daarbij wordt vooral gedacht aan investering in nieuwe kleuter speelmaterialen. Voor de locatie Miland zijn aanpassingen nodig in het speellokaal (vervanging materialen) en zal ook nieuw meubilair prioriteit dienen te krijgen in de komende schoolplanperiode.


2. De samenwerking met andere instellingen/organisaties Als school maken we deel uit van een groter verband. Allereerst betreft dit De Groeiling, waarvan wij één van de 24 scholen zijn. Tussen de scholen vindt regelmatig uitwisseling plaats van kennis en ervaringen. Dit gebeurt tijdens het maandelijks directieoverleg, in netwerken van intern begeleiders, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en tijdens overige personele bijeenkomsten (waaronder cursussen) die georganiseerd worden, maar ook via de websites van de scholen en het personeelsblad. Daarnaast wordt gewerkt binnen de bovenschools vastgestelde kaders (bijvoorbeeld de toekenning van financiën). Binnen de gemeente werken we samen met verschillende organisaties: Met de katholieke scholen van Reeuwijk-Bodegraven hebben we maandelijks overleg. Tijdens dit overleg wordt gemeentelijk, landelijk en Groeilingbeleid besproken en met name de uitwerking voor de school. Drie maal per jaar is er lokaal onderwijsberaad, waarbij alle scholen uit de gemeente BodegravenReeuwijk (po & vo) participeren, maar ook de beleidsmedewerkers van de gemeente. Tijdens dit overleg komen zaken aan de orde als veiligheid in de buurt, gezamenlijke activiteiten, afstemming van vakanties e.d. Verder is er met de gemeente overleg inzake onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en voorschoolse en vroegtijdige educatie (VVE). Er is tevens nauwe samenwerking met de wijkagent en met de collega’s van de Prinses Beatrixschool welke ook in de Dronenwijk staat. Hier vinden we elkaar in bijvoorbeeld onderwerpen als verkeersveiligheid. De tussenschoolse opvang wordt onder verantwoording van de school georganiseerd door twee overblijfcoördinatoren. De coördinator vanuit school heeft maandelijks overleg met hen. Momenteel zijn er diverse instanties waarmee we afspraken hebben over de buitenschoolse opvang. De kinderen die hiervan gebruik maken worden in de school opgehaald door medewerkers van de kinderopvang of door taxibedrijven. We hebben overleg met het Peuterplein, voor de uitwisseling van leerling-gegevens van kinderen die daar op de peuterspeelzaal hebben gezeten. We hanteren daarvoor Peuterestafette. Met de GGD is er een samenwerking op het gebied van geestelijk en lichamelijk welzijn. In de school hebben we een ruimte gecreëerd voor de schoolarts en de logopediste van de GGD voor screening. We participeren in het MPO, waar we overleg voeren over zorgleerlingen. Met de coördinatoren van de scholen van voortgezet onderwijs is regelmatig overleg over de leerlingen die betreffende scholen bezoeken. We maken gebruik van de educatieve dienst van de Watersnip. We werken in het kader van cultuuronderwijs samen met Kunstgebouw. Tot slot is er ook een nauwe samenwerking met Groeipret, de stichting die zorgt voor de peuteropvang van scholen van De Groeiling.


6. Verantwoording Als school hebben we een belangrijke pedagogische taak die we in relatieve autonomie uitvoeren met gebruikmaking van publieke middelen. Het is dan ook vanzelfsprekend dat we belanghebbenden (ouders, bestuur, gemeente, inspectie, partners in samenwerking en eventueel andere belangstellenden) informeren over de wijze waarop we onze taak willen uitoefenen en met welke middelen. De wijze waarop we ons willen verantwoorden beschrijven we in de volgende paragrafen.

6.1 Jaarplan In dit schoolplan is beschreven waar wij staan in 2012 en waar we willen zijn in 2016. De concrete activiteiten en werkzaamheden die we jaarlijks willen ondernemen om dit te realiseren, beschrijven we in ons jaarplan. Daarin wordt aangegeven: beschrijving van de doelen; beschrijving van de concrete activiteiten om die doelen te realiseren; wie is daar mee bezig; welke middelen (financiën, scholing, deskundigheid) worden ingezet; binnen welk tijdsbestek vindt dit plaats; wat moet het meetbaar resultaat zijn; hoe en wanneer wordt geëvalueerd. Het jaarplan wordt voor aanvang van een nieuw schooljaar opgesteld en voorgelegd aan de medezeggenschapsraad ter advies. Een samenvatting van het Jaarplan wordt opgenomen in de schoolgids. Op de website van de school staat het jaarplan vermeld en is te downloaden.

6.2 Jaarverslag In het jaarverslag wordt beschreven welke meetbare resultaten bereikt zijn en op welke wijze is geëvalueerd. Als resultaten niet bereikt zijn, wordt dit ook aangegeven en kort beschreven wat de oorzaak is en op welke wijze hiermee wordt omgegaan (opname in het nieuwe jaarplan, uitstel of afstel van het voornemen). Het jaarverslag wordt tijdens het schooljaar bijgehouden en na afloop van het schooljaar vastgesteld en aangeboden aan de Medezeggenschapsraad ter informatie. Een samenvatting wordt opgenomen in de schoolgids. Op de website van de school staat het jaarverslag ook vermeld en is dit te downloaden. 6.3 Overige wijze van verantwoording Met het bestuur vindt tenminste twee maal per jaar een gesprek plaats waarin de stand van zaken betreffende alle beleidterreinen besproken wordt aan de hand van diverse documenten en overzichten. Aspecten hiervan worden door het bestuur verwerkt in de kwartaalrapportage die aan de Raad van Toezicht, scholen en medezeggenschapsorganen worden aangeboden ter informatie. Ook wordt de informatie van de school verwerkt in het jaarverslag dat jaarlijks door het bestuur opgesteld wordt. Dit verslag wordt intern en extern verspreid (ook via de website van de Stichting: www.degroeiling.nl). Jaarlijks verstrekken wij alle documenten aan de inspectie voor het basisonderwijs in het kader van het extern toezicht.


7. Meerjarenplanning Voor de jaren 2012-2016 zal de jaarlijkse planning voortkomen uit de zaken welke in de vorige hoofdstukken zijn aangegeven. Waar liggen de speerpunten en welke resultaten willen wij halen? In voorgaande hoofdstukken (met name 3 en 4) moeten zaken om op te pakken gemakkelijk te destilleren zijn. Het is zeer gewenst om derhalve bij het jaarplan dit schoolplan ter hand te nemen. Uiteraard wordt vervolgens in het jaarverslag de voortgang beschreven. Ruimte voor actuele ontwikkelingen (passend onderwijs, werken met peuters, enz. enz.) kunnen dan ook zeker een plaats krijgen.

Samen bouwen aan de toekomst


Bijlagen Bijlage 1 – leeerlingprognoses Jaartal 1 okt. 2012 1 okt. 2013 1 okt. 2014 1 okt. 2015 

 



WILLIBRORD 290 282 277 272

MILAND 50 46 45 48

TOTAAL W/M 340 328 322 320

Na jaren van stijging van het aantal kinderen en groepen (van 13 groepen naar nu 16 in totaal) volgen de jaren van krimp. In heel Nederland speelt dit een rol en ook in het Groene Hart is terugloop van het aantal basisschoolkinderen sterk aan de orde. Dit geldt voor alle scholen, ongeacht denominatie. ‘De Groeiling’ heeft op 1 oktober 2011 ongeveer 200 kinderen minder. Dit wordt vooral veroorzaakt door een school in Waddinxveen die sluit (van 85 is deze school nog één jaar open met op dit moment nog 11 leerlingen). Voor het komende jaar blijft het aantal kinderen op Willibrord/ Miland gelijk; kans is groot dat huidige organisatie kan worden voortgezet (het is nog even wachten op de begrotingsbesprekingen voor 2012 welke in november worden gehouden). In 2012-2013 is het waarschijnlijk dus mogelijk om met dezelfde aantallen van groepen te werken. Naar verwachting kan de komende jaren op de locatie Miland met 3 groepen worden gewerkt, terwijl het aantal groepen op de locatie Willibrord met ingang van 2013 zal teruglopen naar resp. 12 en wellicht 11 groepen.

Bijlage 2 – personeelsplanning Als gevolg van de leerlingprognoses (zie bijlage 1) zal het aantal personeelsleden ook teruglopen. Gezien het natuurlijk verloop zal er naar verwachting geen sprake zijn van gedwongen ontslagen. Een belangrijk deel van het personeel dient wettelijk in 2014 opgenomen te zijn in de LB functie. Uit de managementrapportage van stichting de Groeiling blijkt Willibrord/Miland dit percentage reeds in 2012 gehaald te hebben. Bijlage 3 - effectieve leertijd (behorende bij hoofdstuk 4.2.5) Verantwoording uren afgelopen jaren Vanaf 1 augustus 2008 geldt dat kinderen gedurende hun schoolloopbaan minstens 7520 uur moeten maken. Hieronder wordt in overzicht bijgehouden wat de uren zijn per leerjaar en waarbij ook opgenomen het totaal aantal marge-uren voor alle leerjaren.

20082009 20092010 20102011 20112012 20122013

1

2

3

4

5

6

7

8

totaal

Marge

882.15

882.15

953.45

953.45

992.15

992.15

992.15

992.15

7641

121

887.30

887.30

959.00

959.00

997.30

997.30

997.30

997.30

7683

163

889.30

889.30

953.00

953.00

985.45

985.45

985.45

985.45

7637.30

117.30

879.00

879.00

950.30

950.30

989.00

989.00

989.00

989.00

7615

95

882.45

882.45

954.15

954.15

992.45

992.45

992.45

992.45

7645

125


(Het bovenstaande geldt voor locatie Willibrord – locatie Miland kent een vergelijkbaar overzicht).

Bijlage 4 meerjarenbegroting Meerjarenbegroting – separaat in Excel document toegevoegd. Het negatieve saldo vanaf 2014 heeft consequenties voor de uitgaven voor personeel – natuurlijk verloop heeft hierbij waarschijnlijk een gunstig effect. Een aantal posten (huisvestingslasten, schoonmaakbedrijf) zijn reeds aangepast. Het is met het nieuwe gebouw afwachten wat de vaste kosten zijn – gezien de duurzaamheidaspecten (vloerverwarming, sedumdak, zonnepanelen) kan dit meevallen, maar dat is dus afwachten.

Bijlage 5 investeringen In de komende jaren richten onze investeringen zich op: Onderwijs: - uitbreiding methode Alles Telt naar alle groepen (W/M) - nieuwe methode voor begrijpend lezen (W/M) - aanschaf techniekkasten locatie Miland Personeel: - we streven er naar om een groot deel van de beschikbare gelden aan personeel uit te geven (rond de 80% van de begroting) ICT: - vervanging conform afschrijvingstermijn computers (6 jaar) - touch screens op locatie Miland Investering in meubilair en inventaris: - aanpassingen in speelzaal locatie Miland - inventaris kleutermaterialen zowel binnen als buiten vervangen (Willibrord/Miland) Bijlage 6

Overzicht methoden

Leergebied

Methode

Jaar van Jaar aanschaf vervanging

Aardrijkskunde Geschiedenis Biologie/natuur Rekenen Taal Begrijpend lezen

Blauwe Planeet Brandaan Diverse naslagwerken Alles Telt Taaljournaal Nieuwsbegrip

2008 2008

2017 2019

€ 3.000 € 3.000

2018 2016 2013

€ 20.000 € 20.000 € 3.500

Technisch lezen Aanvankelijk lezen

Estafette Leeslijn (Mi.) en Veilig leren lezen (Wi.) Topondernemers Pennenstreken (Wi.) Schrijven leer je zo (Mi.)

2011 en 2012 2009 Actuele onderwerpen 2004 2004

2013 2014

€ 4.000 € 20.000

2007 2005 2006

2017 2015 2016

€ 2.000 € 3.000 € 1.500

Wereldverkenning Schrijven

van Kosten


Schoolplan basisschool

Recommend Documents