Basisschool Extralent, Schoolplan Schoolplan

Schoolplan 2015-2019

Basisschool Extralent, Schoolplan 2016-2019

1

Voorwoord Voor u ligt het schoolpan 2016-2020 van basisschool Extralent, een basisschool voor voltijd onderwijs aan hoogbegaafde kinderen (voorheen Leonardoschool Venlo). Met dit schoolplan maken wij zichtbaar voor ouders, bestuur, inspectie en andere geïnteresseerden welke doelen we de komende vier jaren willen bereiken om zo ons onderwijsconcept te verbeteren. Wij zijn ons bewust van het feit dat een (ons) onderwijsconcept niet statisch is en een continue verbetering op basis van actie, reflectie en verdieping en verankering noodzakelijk is en werkt. Ingevuld in maart/april 2015 door: Jack Pruijsten, directeur Mirjam Smit, teamleider Besproken met het team en medezeggenschapsraad/deelraad van Bs. Extralent.

Schoolontwerp School:

Brinnr: Bestuur: Bronnen:

Bs. Extralent Directeur: Ine Hermans Vossenerlaan 57, 5924 AC Blerick. Teamleider: Mirjam Smit E-mail: [email protected] 10ZK (dependance Bs. De Regenboog, t/m schooljaar 2014-2015) 11MR (dependance Bs. Natuurlijk!, vanaf schooljaar 2015-2016) Stichting Kerobei Venlo Bestuursnummer: 75597 1. Schoolplan 2011-2015 2. Schoolgids 2014-2015 3. Schoolondersteuningsprofiel 2014-2015 4. Jaarplan Bs. Extralent 2014-2015 5. Beleidsplan Kerobei 2015-2018 6. Profileringsdocument Bs. Extralent 7. Pest-gedragprotocol 8. Zorgprotocol 2014-2015 9. Handelingsprotocol meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 10. Verslag kwaliteitsonderzoek inspectie september 2011 11. Jury rapport excellente school 2014 12. Gesprekkencyclus Kerobei 13. Document ‘VO-uitstroom’ 14. Document leerlingaantallen en instroomaantallen 15. Sociaal Wijkteam gemeente Venlo, transitie van jeugdzorg


2

INHOUDSOPGAVE Context extern Bestuur Overheid, passend onderwijs weten regelgeving Vereniging van schoolbesturen met hoogbegaafden-onderwijs in Nederland Samenwerking Leo-Deurne Inspectie Scholen voortgezet onderwijs Voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang Jeugdhulpverlening

4 4 5 6 6 8 9 9

Context intern Schoolgrootte/populatie Innovatiegeschiedenis Personeelsopbouw Schoolgebouw Ouders Vakdocenten

10 11 12 13 14 16

Missie Visie Missie Onderwijs ontwerp Didactisch ontwerp

17 17 19 23


3

Pedagogische huisstijl en sociaal emotionele ontwikkeling Actief burgerschap

24 27

Gedragsproblemen Onderwijsorganisatie Ontwikkelingsperspectief Opbrengstgerichtheid Eduscope ICT Kwaliteitszorg Professionele leergemeenschap

27 28 28 29 29 30 30 31

School en omgeving Vervoer Informatie Personeelsbeleid Taakbeleid Personeelszorg Nascholing Financiën

32 32 33 33 34 34 34

Vierjarenmatrix Formulier instemming Gebruikte afkortingen

35 36 37

Ontwerpaspect Context extern Bestuur

Feiten

Reflectie

Mogelijke actiepunten

Het bestuur van Bs. Extralent wordt gevormd door de stichting Kerobei.

Het bestuur is ontstaan in januari 2009 uit een fusie van de stichtingen Fundare en Agora. Wij willen de ontwikkeling van Bs. Extralent parallel (blijven) laten lopen met de inhoudelijke ontwikkeling van de stichting. De focus van de stichting ligt op het primaire proces, waarbij het versterken van het handelen van de leerkracht voorop staat.

Er moet sprake zijn van wederkerigheid in informatievoorziening tussen school en bestuur. De directeur speelt hier een belangrijke rol in (informatie DO delen met het team).

De bovenschoolse zorg wordt uitgevoerd door de commissie bovenschoolse ondersteuning (CBO) van Kerobei. Deze commissie is ook verantwoordelijk voor de toeleiding van leerlingen naar onze school.

Structureel halfjaarlijks overleg met CBO om samen af te stemmen; doen we de juiste dingen, zitten we nog op één lijn?

Het jaarlijkse bezoek van het bestuur geeft de mogelijkheid om in dialoog te gaan (team en bestuur). Dit bezoek wordt altijd voorbereid door het team zelf. Verder hebben we ook ervaren dat het bestuur altijd bereid is om antwoorden te geven op vragen die er leven (bv. door aan te sluiten tijdens een team-moment). Overheid/passend onderwijs/weten regelgeving

Passend onderwijs is van start gegaan. Dat betekent dat de zorgplicht bij scholen/de stichting ligt. Kerobei is verantwoordelijk om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een


Het is nog niet duidelijk wat de invoering van passend onderwijs betekent voor onze school. Welk effect heeft het op onze doelgroep? Zullen de aantallen leerlingen toenemen of afnemen? Dit zal

4

We volgen de ontwikkelingen van passend onderwijs en participeren daar waar nodig en gewenst.

Vereniging van schoolbesturen met hoogbegaafdenonderwijs in Nederland

goede, passende onderwijsplek te bieden.

de tijd moeten uitwijzen.

Om dit te realiseren participeert Kerobei in het samenwerkingsverband NoordLimburg. Huub Hovens behartigt hierin de belangen van Bs. Extralent. Doel is dat alle besturen gaan meebetalen aan onze school (voorziening).

Huub Hovens neemt actief deel aan het samenwerkingsverband. Besturen delen de zorg en dus de noodzaak voor een voorziening voor hoogbegaafde leerlingen. De afspraken over financiën zijn nog niet gemaakt. Dit brengt nog steeds onzekerheid met zich mee voor de school en ouders. De school spreekt wel het vertrouwen uit in dit proces.

Nauw contact houden met Huub Hovens over de vorderingen in het samenwerkingsverband. Dit wordt gerealiseerd via de MR en klankbordgroep.

Op 21 januari 2015 is in Dronten de ‘Vereniging van schoolbesturen met hoogbegaafden-onderwijs in Nederland’ opgericht. Kerobei heeft zich hierbij aangesloten. Op diverse plaatsen in Nederland zijn in de afgelopen jaren scholen of afdelingen van scholen opgezet om onderwijs te bieden aan hoogbegaafde leerlingen. Om te voorkomen dat het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden, hebben enkele schoolbesturen het initiatief genomen voor het oprichten van een landelijk platform voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Het onderwijsveld is zich ervan bewust dat het zal moeten investeren in deze groep leerlingen middels professionalisering, kwaliteitsverbetering en talentontwikkeling, maar het ontbreekt tot

Wij zijn blij dat er een vereniging is opgericht. De belangen voor deze groep leerlingen worden nu op een landelijk niveau behartigd. Jack Pruijsten heeft op dit moment (als directeur) een rol in de ‘visie-werkgroep’. Hij heeft het ‘profileringsdocument Bs. Extralent’ als voorbeeld meegenomen naar deze werkgroep. Dit document werd daar als erg waardevol gezien. In de overdracht naar de nieuwe directeur zal deze rol ook besproken worden. Het is wenselijk dat de nieuwe directeur dit overneemt.

Wij (Bs. Extralent/Kerobei) zullen actief blijven in deze vereniging om onze bijdrage te kunnen leveren, maar ook om zo de ontwikkelingen van dichtbij te kunnen volgen.


5

nu toe aan een representatief aanspreekpunt waarmee met de landelijke partners en overheid overlegd kan worden. De nieuwe vereniging wil daarom namens alle schoolbesturen voor primair onderwijs spreken die onderwijs voor deze groep leerlingen aanbieden. Ook wil zij een coördinerende rol spelen bij het verbeteren van de onderlinge uitwisseling en kennis. De vereniging is van plan om met het Ministerie van OCW en de Inspectie van het Onderwijs in gesprek te gaan over onderwerpen als bekostiging, lesprogramma, toetsen van onderwijsresultaten en dergelijke. Ook zal er afstemming worden gezocht met universiteiten en hogescholen. Daarnaast wil ze partijen in het veld bij elkaar brengen. Samenwerking LeoDeurne

We hebben als school de samenwerking gezocht met een andere ‘Leonardoschool’. Concreet is dit ‘LeoDeurne’ geworden. Er is behoefte om kennis de delen en We willen ‘het wiel’ niet steeds zelf uitvinden.

We hebben tot nu toe elkaars scholen bezocht en geïnventariseerd waar overeenkomsten en verschillen te vinden waren (om te kunnen halen en brengen). Interessante onderwerpen hebben we aan elkaar gepresenteerd (denk aan thema’s, portfolio).

Inspectie

Op 8 september 2011 heeft de inspectie onze school voor het laatst bezocht. Dit bezoek vond plaats als vervolg op het oriënterend bezoek van december 2008 en het kwaliteitsonderzoek van 2009. Uit

Het inspectiebezoek van 2011 heeft geleid tot acties die z.s.m. zijn uitgevoerd. Er waren nauwelijks tekortkomingen. Het advies was om het bestaande onderwijsconcept verder uit te bouwen en


6

Deze samenwerking onderhouden.

de eerste twee bezoeken bleek dat de inspectie vertrouwen had in de kwaliteit van het onderwijs op de nieuwe school. Er was toen geen reden om nu het toezicht te verscherpen, maar de inspectie wilde wel met extra aandacht en belangstelling de ontwikkelingen van de school blijven volgen. Het bezoek van september 2011 resulteerde in de conclusie dat het basisarrangement gehandhaafd werd. Het is nog onbekend wanneer de inspectie de school opnieuw bezoekt.

te verankeren. Dit heeft de afgelopen jaren ook plaatsgevonden. We hebben de tijd genomen om het onderwijs en dus de kwaliteit te verankeren.

Bs. Extralent heeft in 2014 meegedaan met ‘de Excellente school’. De conclusie was als volgt: ‘Alles overziende is de jury van oordeel dat de afdeling Extralent op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School nog niet toekomt. Wel is de jury onder de indruk van de ontwikkelingen die deze speciale afdeling voor hoogbegaafde leerlingen heeft doorgemaakt’.

Deelnemen aan ‘ De Excellente school’ was een mooie kans om feedback te krijgen van experts. We hebben goede gesprekken gevoerd met de ‘inspecteurs’, maar ook met ouders en leerlingen. In het juryrapport stonden enkele ontwikkelpunten voor de school: - De geboekte resultaten voldoen aan de verwachting. Ze zijn echter nog niet naast de resultaten gelegd van vergelijkbare scholen met hoogbegaafde leerlingen, terwijl dat bij de kernvakken voor de hand ligt. - Als het gaat om het benutten van leerwinst kan de school zich verbeteren door ook op andere onderdelen dan het kerncurriculum de resultaten nauwgezet te volgen, en te kijken waar versnelling of verdieping gewenst is.


7

Onderzoeken hoe we bij de ‘andere onderdelen dan het kerncurriculum’ (pijler twee en drie) de resultaten nauwgezet kunnen volgen. De geboekte resultaten van de kernvakken naast de resultaten leggen van vergelijkbare scholen met hoogbegaafde leerlingen.

Scholen voortgezet onderwijs

Schoolverlaters van Bs. Extralent stromen hoofdzakelijk uit naar VWO-afdelingen. De uitstroom hebben we uitgewerkt in het document ‘VO-uitstroom’.

We merken dat de samenwerking van de V.O. scholen niet optimaal is. Onze leerlingen stromen naar meer dan 10 verschillende V.O. scholen. Ouders vinden het belangrijk dat de leerlingen zelfstandig naar een V.O. school kunnen gaan. Ze gaan dus vaak naar de V.O. ‘om de hoek’ die goed door de leerling (met de fiets of het O.V.) te bereiken is. Gelukkig zien we de laatste jaren dat steeds meer V.O. scholen een ‘plus’ aanbod hebben. Dit is een mooie ontwikkeling. Terugkoppeling over de voortgang/ontwikkeling van de oud leerlingen vindt in de eerste jaren plaats d.mv. papieren rapportages (cijferstaten). Het is voor ons niet mogelijk om naar alle ‘warme-overdrachten’ te gaan. Het schoolverlatersadviesproces betreft een tijdrovend en zorgvuldig traject. Alle schoolverlaters worden met de teamleider doorgesproken, het digitale overdrachtsformulier wordt ingevuld door de leerkracht van groep 8, er vinden gesprekken met ouders en leerlingen plaats en indien nodig gesprekken met V.O. scholen over specifieke leerlingen. Dit komt de start van de leerling en de loopbaan binnen het V.O. ten goede.


8

Document ‘VO-uitstroom’ blijven aanvullen. Zelf actief gegevens van de leerlingen opvragen en gesprekken aangaan over de leerlingen (gericht op resultaten en welbevinden).

Voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang

Bs. Extralent vervult een streekfunctie. Voorschoolse en naschoolse opvang zijn praktisch moeilijk te organiseren. In goede samenwerking met de buurschool Bs. De Regenboog (en in de toekomst Bs. Natuurlijk!) maken leerlingen waarvoor de ouders dit wensen gebruik van de mogelijkheden voor voor- en naschoolse opvang. Aangezien alle leerlingen tussen de middag overblijven is tussenschoolse opvang geregeld (continurooster).

We merken dat onze ouders nauwelijks behoefte hebben aan deze opvang. Er gaat een minimaal aantal leerlingen naar de voor- en of naschoolse opvang.

De voor- en naschoolse opvang (BSO Robinson) bij basisschool Natuurlijk! bij ouders bekend maken.

Jeugdhulpverlening

Door de transitie jeugdzorg per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de gehele – vrijwillige- jeugdzorg.

Het is een zoektocht geweest om te ontdekken hoe de structuur van de jeugdzorg eruit ziet. Dit is uitgewerkt in het document ‘Sociaal Wijkteam gemeente Venlo, transitie van jeugdzorg’. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met de gezinscoaches die bij deze wijk betrokken zijn. Dit heeft veel helderheid verschaft. Aan het einde van dit schooljaar staat een evaluatie gepland om de start samen te evalueren. We merken dat we ons als school in casussen zelf zichtbaar moeten maken. De instanties komen niet uit zichzelf informatie opvragen of de school bijpraten.

De school zichtbaar maken bij de gezinscoaches van de wijk waar we naar toe verhuizen (Manon Budy en Rachel Hurkmans).


9

Ontwerpaspect Context intern Schoolgrootte/populatie

Feiten

Reflectie


De schoolgrootte van Bs. Extralent is de laatste jaren niet stabiel geweest (zie document leerlingaantallen en instroomaantallen).

Voor ons gevoel begeven we ons vaak in een ‘spagaat’. We willen heel graag onze school bekend maken bij andere scholen en bij ouders (profileren), maar we willen weg blijven uit het stuk ‘promoten, reclame maken’. Vanuit onderzoeken (getallen, feiten) weten we dat er meer kinderen zijn die behoefte hebben aan ons onderwijs, maar we zien ook dat deze niet allemaal bij ons op school zitten. Het blijft een zoektocht om deze kinderen op een juiste manier op te sporen.

Via de klankbordgroep het stukje ‘profileren’ constant bespreken.

In het schooljaar 2015-2016 starten we een groep twee. We kregen steeds meer vragen van ouders voor de plaatsing van 5-jarigen. De laatste jaren hebben we ons onderwijsconcept verankerd. We voelen ons nu ook klaar voor deze stap.

De proeftuin groep twee: Via actie, reflectie, verdieping en verankering te werk gaan. Regelmatig samen reflecteren of we de juiste dingen doen om uiteindelijk tot een verankerd onderwijs aanbod voor groep twee te komen.

Na de 1 oktober telling blijven we leerlingen plaatsen tot aan het einde van het schooljaar. In juni en juli plaatsen we nauwelijks leerlingen meer. De leerlingen zijn verdeeld over vier groepen. De groepsgrootte bedraagt maximaal 20 leerlingen. We delen de leerlingen in op leeftijd. Leerlingen die op de vorige basisschool versneld zijn, worden bij ons weer ‘teruggezet’. Dit doen we, omdat onze visie is dat de leerlingen met hun leeftijdsgenootjes moeten kunnen samen werken en samen spelen. De uitdaging vindt plaats door het werken met verschillende niveaus. Terugplaatsing naar het basisonderwijs kan ook gedurende het schooljaar plaatsvinden en is niet per definitie gekoppeld aan het einde van een schooljaar. Dit gebeurt sporadisch. Sinds de oprichting van de school zijn er twee leerlingen op eigen verzoek (terug)geplaatst naar de basisschool. Er is sprake van een goede samenwerking met de commissie bovenschoolse ondersteuning van Kerobei.


Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) beschrijft goed wat onze school op dit moment wel en niet kan. We hebben dus goed gekeken naar welke populatie we op dit moment kunnen bedienen. Door de overheidsmaatregelen waarop we geen invloed hebben (passend onderwijs) kan de populatie van onze

10

Er op toe zien dat we de monitor van CBO 1x per maand ontvangen.

Innovatiegeschiedenis

De populatie van Bs. Extralent bestaat uit leerlingen (groep 3 t/m 8) waarvan is aangetoond dat ze hoogbegaafd zijn (TIQ ±130) en dat dit ook de hoofdvraag is. Gedrags- of leerproblemen zijn secundair. De vorige school van de leerling is handelingsverlegen en kan niet meer de juiste begeleiding bieden.

school veranderen. Wellicht krijgen we een toename van het aantal ‘drop-outs’. Dit is nog moeilijk te voorspellen. We starten een groep 2, dat is dus een toevoeging aan onze populatie.

In 2007 is de school gestart als eerste ‘Leonardoschool’ van Nederland. Het team heeft zelf het onderwijsconcept vorm gegeven. Dit staat nu goed. Gedurende jaren hebben we het onderwijsaanbod steeds bijgeschaafd en bijgesteld. We hebben soms hulp gehad van het BCO (begeleidingsdienst). Zij hebben vooral het proces op het gebied van leren-leren en portfolio begeleid.

Tijdens de jaarlijkse beleidsdag evalueren we het huidige jaarplan. Hieruit komen de ingrediënten voor de invulling van het jaarplan voor het komende schooljaar naar voren. We zorgen er gedurende het schooljaar voor dat de jaarplanacties ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Deze evalueren we dus al tussentijds. Voor begeleiding van de innovatie gaan we komend schooljaar weer gebruik maken van de ondersteuning door BCO uit de hiervoor toegekende dagdelen. Het team heeft weer behoefte aan nieuwe scholing (op het gebied van onderzoekend leren). De afgelopen jaren waren we, bewust voor een groot deel, een ‘staande organisatie’. We wilden alle innovatie gaan verankeren. Vanaf schooljaar 2015-2016 gaan we gedeeltelijk kantelen naar een meer ‘ontwikkelende organisatie’.

BCO- begeleiding inhuren; goed inventariseren en formuleren wat precies de scholingsvraag van het team is. Jaarlijks een kwaliteitsgesprek met de BCO medewerker voeren om de kwaliteit van de begeleiding te bespreken.

We zijn ons ook steeds meer bewust van het feit dat er binnen onze school en

Gebruik maken van de aanwezige expertise binnen de eigen school, de

Sinds begin schooljaar 2013-2014 zijn we niet meer betrokken bij de Leonardostichting. In alle voorafgaande jaren is er nauwelijks sprake geweest van een samenwerking met deze stichting. De Leonardo-stichting ging in 2013 opeens eisen stellen aan onze school, waar we zelf niet achter stonden. Uiteindelijk is de keuze gemaakt om niet meer verbonden te zijn aan deze stichting. Dit heeft er toe geleid dat we niet meer ‘Leonardoschool Venlo’ heten, maar Bs. Extralent.


11

Personeelsopbouw

Bs. Extralent telt op dit moment 13 personeelsleden, waaronder 6 leerkrachten, 3 vakdocenten, 1 conciërge, 1 secretaresse, 1 teamleider (tevens leerkracht) en 1 directeur. 9 personeelsleden zijn vrouw en 3 personeelsleden zijn man. Verder wordt het team ondersteund door de commissie bovenschoolse ondersteuning van Kerobei (denk aan de orthopedagoog die verbonden is aan onze school). Ook kan er gebruikt gemaakt worden van de expertise van de paramedici (logopedie en fysiotherapie).

binnen onze stichting veel expertise is, op elk niveau. Zelf zijn we ook actief in het delen van onze expertise. Kelly Smits leidt samen met Andrea Verlaek de werkplaats ‘hoogbegaafdheid’. Collega’s van andere scholen kunnen hier aan deelnemen.

andere HB-scholen en de stichting.

Door langdurige vervangingen hebben we te maken gehad met meerdere nieuwe teamleden in het leerkrachtenbestand. Het kost veel tijd om deze mensen in te werken in ons onderwijssysteem. Aangezien ze niet konden blijven, zorgde dit voor de nodige spanning. Dit geeft bij ouders ook onrust. Op directieniveau hebben zich enkele wisselingen voorgedaan. Komend schooljaar zal er weer een nieuwe directeur zijn.

Wat gaat het afspiegelingsbeleid voor invloed hebben op onze school? Er werken veel leerkrachten die tussen de 25 en 40 zijn. We willen op alle drie de gebieden (directie, team en administratie) continuïteit waarborgen.

De verhouding man/vrouw in het personeelsbestand is niet in evenwicht. Het aantal parttimers en de werktijdfactoren komt op dit moment goed uit. We verhuizen naar Op Expeditie. De inburgering (kennis maken met twee teams) zal belangrijk zijn.


Werkplaats ‘hoogbegaafdheid’ continueren.

12

Tijd maken om elkaar te leren kennen.

Schoolgebouw

De Hazenkamp bestaat uit 3 scholen met 2 brin-nummers: basisschool Extralent, basisschool De Regenboog en SBO De Schans. Op deze scholen werken we met zo’n 60 personeelsleden. De drie scholen maken deel uit van een groter geheel: Stichting Kerobei. Het gebouw is voorzien van een brandmeld- ontruimingsinstallatie. De speeltoestellen op de speelplaats voldoen aan de eisen die de wetgever eraan stelt. Na een weekend/vakantie worden we weleens geconfronteerd met de gevolgen van vandalisme op en aan de speelplaats, speeltoestellen en hekwerk. Van elke vernieling wordt aangifte gedaan. De laatste jaren is gebleken dat het gebouw niet toereikend is voor alle drie de scholen. Er zijn te weinig lokalen, omdat basisschool De Regenboog de laatste jaren is gaan groeien. Besloten is dat basisschool Extralent vanaf komend schooljaar verhuist naar ‘MFC Op Expeditie’ (tevens in Blerick). In dit gebouw zitten basisschool Natuurlijk! (stichting Kerobei) en basisschool De Ontdekking (Akkoord). De verhuizing is tijdig (februari) kenbaar gemaakt aan ouders.


De verhuizing is bij ouders en leerlingen goed ontvangen. Mede doordat ze op 2 april al een rondleiding hebben gekregen door het nieuwe gebouw en er verder niets verandert, hebben we van ouders geen belemmeringen terug gehoord. De deelraad heeft enkele aandachtspunten opgesteld waar we nog verder mee aan de slag gaan. Voor de leerlingen is het natuurlijk spannend. Het streven is dat de leerlingen voor de zomervakantie hun nieuwe lokaal hebben gezien. Het team van Extralent is goed ontvangen door de beide teams van ‘Op Expeditie’.

13

De aandachtspunten (n.a.v. de verhuizing) van de deelraad worden meegenomen. In oktober 2015 een evaluatie plannen met alle betrokken partijen rondom de verhuizing (team, leerlingen, ouders etc.).

Ouders

Voor ouders is het een grote stap om hun kind op een andere school (niet de buurtschool) te plaatsen. Voorafgaand aan plaatsing is het traject bij CBO doorlopen. Wanneer een positief advies is afgegeven nodigt de directeur de ouders uit voor een adviesgesprek. Dit adviesgesprek heeft tevens de functie van kennismakingsgesprek.

De ouders kennen en begrijpen het huidige onderwijsconcept. Tijdens het traject voor plaatsing informeren we ouders hier goed over.

Eén keer per jaar organiseren we een open dag. Deze is speciaal bedoeld voor informatievoorziening naar nieuwe ouders.

We zien dat de open dagen goed bezocht worden. Het is een laagdrempelige stap om kennis te maken met onze school.

We organiseren minimaal twee keer per jaar een open dag.

De ouders worden één keer per jaar (oktober) uitgenodigd voor een oudergesprek. Dit kan op initiatief van de school of van de ouder zelf. Daarnaast vinden twee keer per jaar de portfoliogesprekken (rapportgesprekken) plaats. De leerling vertelt in dat gesprek aan de hand van zijn portfolio zijn ontwikkeling aan zijn ouders en de leerkracht. We zien twee keer per jaar een oudergesprek als minimaal noodzakelijk voor het samenwerken aan de ontwikkeling van het kind. Gelukkig zien we de meeste ouders vaker.

Het is een tijd geleden (2011) dat de tevredenheidsonderzoeken zijn uitgevoerd (leerlingen, ouders en medewerkers). Doordat we een dynamische school zijn, hebben we behoefte aan een nieuw onderzoek.

Ouders en leerling tevredenheidsonderzoek uitvoeren. Dit wordt op korte termijn door Kerobei opgepakt.

Binnen De Hazenkamp functioneert een ouderraad die het team ondersteunt bij de

We merken dat ouders zich minder ‘gebonden‘ voelen aan De Hazenkamp.


We zien en ervaren ouders steeds meer als partner. De ontwikkeling van het kind is ons gezamenlijk belang. We erkennen de ouders ook als de ervaringsdeskundigen van hun kind.

14

diverse activiteiten. Een tweetal ouders maakt deel uit van de deelraad/ medezeggenschapsraad. Deze deelraad is school specifiek.

Dit merken we bv, omdat er weinig ouders in de OR participeren. Daarentegen, wanneer de school om hulp vraagt, komen er meestal voldoende opgaven.

De ouders ontvangen ongeveer maandelijks een uitgebreide nieuwsbrief met belangrijke informatie over de school. Op de website heeft iedere groep een eigen pagina waarop foto’s en verhalen geplaatst worden.

De ouders hebben zelf gevraagd om een nieuwsbrief. Aan deze behoefte zijn we tegemoet gekomen.

Nieuwsbrief continueren.

Ouders hebben vanaf het ontstaan van de school een belangrijke rol gespeeld. We nemen ze serieus en gaan vaak samen in gesprek. Vanaf 2007 bestaat er een projectontwikkelgroep ouders. Deze ouders helpen mee om de projecten, die op vrijdagochtend plaatsvinden, vorm te geven.

De projectontwikkelgroep werd altijd geleid door een ouder. Vanaf schooljaar 2015-2016 zal het team deze groep aansturen. Op deze manier willen we meer diepgang in de projecten aanbrengen. Verder merken we dat ouders het steeds drukker hebben en minder tijd hebben om in deze groep te participeren.

De projectontwikkelgroep zichtbaar blijven maken voor ouders.

Verder is er een profileringsgroep opgericht in 2012 (juni). Ouders voelden de noodzaak om van zichzelf te laten horen, omdat het bestuur het voornemen had om geen kinderen van buiten Kerobei meer aan te nemen (vanwege financiële overwegingen). Dit zou kunnen leiden tot een sterfhuisconstructie. Er vindt een intensieve samenwerking plaats tussen de ouders, school en bestuur. Het resultaat is dat er nog steeds

De profileringsgroep heeft haar doel bereikt: de school bestaat nog steeds en ouders, school en bestuur zitten op één lijn. Er blijft wel onder de ouders en team een sluimerende onzekerheid bestaan over het voortbestaan van de school. Voorheen was een ouder de voorzitter van deze groep. Sinds 2015 is deze rol naar het team verlegd. Er zijn meer items (dan alleen profilering) die besproken kunnen worden. Vandaar dat we de naam

De klankbordgroep zichtbaar blijven maken voor ouders.


15

Vakdocenten

kinderen van buiten Kerobei worden aangenomen. We volgen samen een tweesporenbeleid: thuisnabij waar het kan, speciaal als het moet. Ouders en team ervaren een samenwerking met het bestuur in plaats van een ‘tegenwerking’ (van tegenspraak naar samenspraak). Binnen het Noord-Limburgse samenwerkingsverband passend onderwijs wordt naar een structurele financiële oplossing gezocht.

veranderd hebben in ‘klankbordgroep’.

Voor de vakken schaken, Engels en Spaans werken er vakdocenten / freelancers bij ons op school. De onderlinge afspraken en verwachtingen staan op papier en worden elk jaar herijkt. Verder is er een profiel voor de vakdocent opgesteld. Hierin staat beschreven wat het team van de vakdocent verwacht (vaardigheden en kwaliteiten) en wat de vakdocent van het team kan verwachten.

We zien duidelijke verschillen tussen de vakdocenten. Niet alleen in de benadering van de leerlingen, maar ook in de flexibiliteit, didactiek en organisatie. Dit is uiteraard logisch (en voor onze leerlingen ook goed om hier alvast aan te wennen). We bewaken uiteraard bij de vakdocenten ook de ondergrens van functioneren.


We merken dat het in gesprek blijven met elkaar (team en vakdocent) erg belangrijk is. Om hier duidelijkheid in te verschaffen is elke vakdocent aan een teamlid gekoppeld.

16

Er bestaan op dit moment geen contracten voor de vakdocenten. De salariëring is bij de vakdocenten bekend. Het is wenselijk om dit in een officieel contract voor freelancers vast te leggen. Hierin kan ook de ondergrens in geformuleerd worden.

Ontwerpaspect Missie Visie

Feiten

Reflectie

“Mogen zijn we je bent en laten zien wat je kunt” is het leidend principe, onze visie, van basisschool Extralent.

Deze visie staat vanaf de start van de school en is nog altijd ons gedachtegoed. We vinden het belangrijk dat iedereen (leerling, leerkracht, ouder) zichzelf mag zijn en dat hier respect voor is.

Wij zijn op zoek naar ieders talent en de ontplooiing daarvan. Basisschool Extralent biedt onderwijs aan hoogbegaafden die in het reguliere onderwijs vastlopen, doordat ze hun talenten en capaciteiten niet ten volle kunnen benutten en ontplooien. Door een specifieke benadering op basis van hun hoogbegaafdheid geven we de leerlingen een stabiele basis voor hun verdere ontwikkeling.

Missie

Basisschool Extralent is een school voor kinderen met een hoge intelligentie (richtlijn: IQ 130+). Bij deze kinderen is komen vast te staan, dat het regulier basisonderwijs onvoldoende kan aansluiten bij de specifieke onderwijs-



Daarnaast willen we dat kinderen op zoek gaan naar hun talenten en deze ontplooien. Dat doen we door aan te sluiten op hun niveau en door het voeren van ontwikkelgesprekken met leerlingen. Ondanks dat we van locatie gaan wisselen, is het belangrijk dat we vasthouden aan onze visie en vanuit daar de dingen doen waar we achter staan. Onze visie kun je ook leggen op de professionele ontwikkeling van het team. We hebben samen geconstateerd dat we te weinig over deze ontwikkeling in gesprek gaan met elkaar (leerkrachten onderling). Het gebeurt wel tijdens de ontwikkelgesprekken (teamleider – leerkracht).

Het uitwisselen van de professionele ontwikkeling (van het gehele team) structureler in het jaar terug laten komen.

Het is nog niet duidelijk wat de invoering van passend onderwijs betekent voor onze school. Welk effect heeft het op onze doelgroep? Zullen de aantallen leerlingen toenemen of afnemen? Dit zal de tijd moeten uitwijzen.

Onze missie jaarlijks herijken.

17

en/of zorgvragen van deze kinderen. Die specifieke vragen zijn primair gerelateerd aan de hoge intelligentie van het kind. De kinderen stromen op ongeveer 12-jarige leeftijd (na groep 8) uit naar het VO. De kerndoelen voor het Primair Onderwijs zijn leidend voor het onderwijsaanbod en voor de te behalen onderwijsresultaten. Daarnaast krijgen kinderen volop de gelegenheid voor verrijking van kennis en vaardigheden ten opzichte van deze kerndoelen. Kinderen leren om beter met hun bijzondere talenten en/of beperkingen om te gaan, deze te her- en erkennen en deze op een positieve manier te vertalen naar mogelijkheden binnen hun eigen ontwikkeling naar actief burgerschap en het leveren van een positieve bijdrage aan de maatschappij.

Dit heeft wellicht wel gevolgen voor onze missie. Kunnen we deze nog op deze manier formuleren? Moeten we ons onderwijsaanbod gaan veranderen?

Toelichting op deze missie: In de toelatingsprocedure moet vast komen te staan dat het regulier onderwijs onvoldoende kan aansluiten, juist vanwege de hoogbegaafdheid. Dat kan gelden voor kinderen die zich niet conform verwachting ontwikkelen en wellicht door hun hoogbegaafdheid een achterstand hebben opgelopen of niet meer graag naar school gaan. Maar dat kan ook gelden voor kinderen die een dusdanige voorsprong hebben en zo leergierig zijn dat het voor een basisschool niet mogelijk is om dagelijks


18

aan de vragen van het kind te kunnen blijven voldoen. Als er bij een kind sprake is van forse beperkingen, of als intensieve en speciale begeleiding nodig blijkt vanwege (bijvoorbeeld) gedragsproblemen, dan zal in de toelatingsprocedure worden ingeschat of de hoogbegaafdheid van het kind primair als oorzaak voor de problemen kan worden aangemerkt en of kan worden verwacht dat de belemmeringen grotendeels kunnen worden opgeheven door middel van het onderwijs op basisschool Extralent. Als dat niet het geval is, dan is een kind niet toelaatbaar. De kerndoelen van het PO zijn leidend. Dit betekent dat er standaard geen VO leerlijnen binnen basisschool Extralent worden aangeboden. We verwachten niet van onze medewerkers, dat ze wiskunde kunnen geven op VWO-niveau. De school kiest er voor om het aanbod te compacten, verdiepen en verrijken, maar niet te versnellen. Onderwijs ontwerp

Ons onderwijs is in 3 pijlers te beschrijven  1. De leerlingen krijgen onderwijs in alle vakken die de minister verplicht stelt. Deze vakken worden vanuit een bestaande methode en veelal door de eigen leerkracht aangeboden.


We vinden dat ons onderwijs na 8 jaar ontwikkelen stevig staat. We staan nog steeds achter deze drie pijlers. We zullen ze uiteraard blijven verfijnen. Er zijn enkele items die we willen aanpakken:

19

De komende jaren blijft de begeleiding (van BCO) gericht op de verdere verfijning van het onderwijsconcept.

De vakken rekenen, taal en spelling worden klassendoorbrekend en in niveaugroepen aangeboden. We compacten deze vakken in tijd en inhoud. Kinderen die de kerndoelen goed behaald hebben, werken in de plusdoelen. Hier wordt verrijkend materiaal aangeboden. De kerndoelen worden in de plusdoelen wel herhaald/onderhouden. Engels wordt vanaf groep 2 door een vakdocent (native speaker) aangeboden. W.O. wordt binnen thema’s (vanuit de kerndoelen) gegeven. Voor de sociaal emotionele ontwikkeling hebben we een aparte methode (de PAD-methode). 2. Daarnaast krijgen alle kinderen extra vakken. De extra vakken zijn dus een belangrijk onderdeel van ons concept. Het zijn vakken die meestal niet op de basisschool worden gegeven. Voorbeelden van deze vakken zijn: ‘leren leren’, Spaans, schaken, filosofie, drama en dans en portfoliotijd Als kinderen goed in hun vel zitten, komen ze tot ontwikkeling. Daarom vinden we het belangrijk om dit gestructureerd te volgen en onder de loep nemen. We voeren daarom ontwikkelgesprekken met kinderen. In dit gesprek kan de leerling aangeven aan welke ontwikkelpunten en competenties hij wil werken. Dit gedacht vanuit


A. We merken dat er inmiddels meer aandacht is voor meer- en hoogbegaafdheid. Er komen steeds meer aanvragen voor groep 2 (noodzaak wordt steeds duidelijker). Wij hebben vastgesteld dat we er klaar voor zijn: kleuteronderwijs voor hoogbegaafde kinderen! Een nieuwe uitdaging en dus een uitbreiding van ons onderwijsaanbod. Dit onderwijsaanbod zal in het schooljaar 2015-2016 van start gaan. Hieraan vooraf is er overleg geweest met CBO om de toeleiding te bespreken. Mirjam en Kelly hebben een cursus gevolgd en we hebben ‘good practise’ opgevraagd bij HBG scholen die al kleuteraanbod bieden.

A. Onderwijsaanbod groep twee moet vastgelegd/ geborgd worden. Via het concept ‘persoonlijk meesterschap’ ontwikkelen, bijstellen en verfijnen. Het invoeren van een groep 2 heeft consequenties voor de groepssamenstelling en leerlingverdeling. Hier goed naar kijken en communiceren met de ouders/kinderen.

B. 21st century skills/onderzoekend leren – W.O. methode: We hebben een mooie zoektocht achter de rug. We wilden graag een nieuwe W.O. methode die aansluit bij de 21st century skills. Door gesprekken te voeren, informatiebijeenkomsten bij te wonen, experts te bevragen en methoden te bekijken zijn we erachter gekomen dat het leerkrachthandelen zal moeten veranderen (richting 21st century skills). Hierop gaan we scholing krijgen. De taxonomie van Bloom en ‘onderzoekend leren’ zijn middelen om dit te bereiken.

B. Begeleiding in onderzoekend leren (door BCO). Methode Blink (Eigentijds, Binnenstebuiten en Grenzeloos) invoeren, de wijze van werken hiermee volgen en uiteindelijk borgen.

20

eigenaarschap en leren reflecteren. De ontwikkelpunten worden onderverdeeld in ‘leren-leren, gedrag en leren’. Tijdens een gesprek wordt het vorige ontwikkelplan geëvalueerd en er wordt een nieuw plan gemaakt. Hierin maken ze hun ontwikkeling zichtbaar. Kinderen kunnen tijdens deze gesprekken aangeven hoe het gaat en aan welke ontwikkelpunten ze willen werken. Leren leren is een belangrijke pijler binnen de school. Deze manier van werken raakt ook het werken vanuit eigenaarschap. We leren de kinderen niet alleen naar hun resultaat (product) kijken, maar vooral ook naar het proces (denk aan leerstrategieën, taak-werkhouding, plannen etc.). Leren leren is de rode draad in ons onderwijs. 3. Als derde “pijler” van het onderwijsaanbod geldt de projecten. Projecten kunnen tot stand komen op initiatief van de leerkrachten of op basis van vraag en aanbod tussen school en externe partners. Projecten worden opgezet aan de hand van een projectplan. Onderzoeksvragen van de leerlingen en doelen vanuit de leerkracht krijgen een plek in het plan. Een belangrijk onderdeel is de inzet van experts binnen een project. De experts komen bij veel projecten hun expertise op school brengen of we bezoeken de


We hebben uiteindelijk gekozen voor de (digitale methode) ‘Eigentijds, Grenzeloos en Binnenstebuiten’ van uitgeverij Blink. C. Rekenmethode Onze rekenmethode (Pluspunt, oude versie) is verouderd. Deze methode deelden we met Bs. De Regenboog. Mede door de verhuizing zijn we versneld op zoek gegaan naar een nieuwe methode. De uitkomst hiervan is de methode ‘Reken zeker’. We zien veel voordelen in deze methode: rust, duidelijkheid, 1 strategie aanpakken. Dit past bij onze kinderen.

C. Nieuwe rekenmethode invoeren, de wijze van werken hiermee volgen en uiteindelijk borgen.

D. Evalueren vakgebieden – techniekonderwijs. We hebben voor alle vakken ‘kern A4tjes’ gemaakt. Hierin staat beschreven wat ons doel is, wat het aanbod is, wat de opbrengsten zijn en wat eventuele verbeterpunten zijn. Het is goed om deze elk jaar door te nemen en hieruit acties te formuleren. Zo vragen we ons op dit moment af of we niet iets structureels moeten gaan doen met techniekonderwijs.

D. Plannen evalueren en bijstellen kern A4-tjes (per vakgebied). Techniekonderwijs op een studiedag inplannen

E. ICT scholing – inzet / digitaal portfolio Sinds april hebben we drie digiborden tot onze beschikking. Het team ziet de meerwaarde van ICT en wil hier het

E. ICT – kennis onderhouden en vooral, door intern te delen, verder ontwikkelen.

21

experts binnen een bedrijf, stichting of instelling. Een breed scala aan diverse projecten worden op iedere vrijdag, het gehele schooljaar in alle groepen aangeboden.


onderwijs mee verrijken. Onze ICT’er is een aanjager die haar expertise graag overbrengt aan het team. De effecten zijn op dit moment nog niet zo groot, omdat het team niet dagelijks de geleerde zaken in praktijk kan brengen. We hopen dat de ICT ontwikkeling bij de leerkrachten een sprong gaat maken door het frequenter kunnen gebruiken van het digibord. Iedereen staat er namelijk wel voor open! Bij het maken van een keuze voor een nieuwe methode kijken we ook naar wat de bijbehorende ICT ons kan bieden. Ons digitaal portfolio kunnen we niet meer gebruiken in verband met het verdwijnen van de plaza. We zijn op dit moment met ‘Prowise’ in gesprek. Zij hebben ideeën over een kind-portfolio en ze gebruiken onze ervaringen in deze ontwikkeling. Het is op dit moment nog onduidelijk wat het concreet gaat opleveren.

Bij Prowise de vinger aan de pols houden over hun ontwikkelingen van het kind portfolio.

We merken dat leerlingen door de jaren heen steeds meer eigenaar van hun ontwikkeling zijn geworden. Ze vragen om instructie, komen met leervragen bij de leerkracht en zijn meer competent. Binnen eigenaarschap valt ook ‘verantwoorden’. Wij vragen leerlingen zich bij bepaalde keuzes te verantwoorden. De leerkracht blijft wel eindverantwoordelijk.

Een beter beeld krijgen van de vorderingen van leerlingen in pijler twee en drie.

22

Didactisch ontwerp

Het didactisch ontwerp kenmerkt zich op de volgende manieren: - Leren leren (paraplu over de onderwijsinhoud). Tijdens elk vakgebied wordt ook ingezoomd op het proces. Hoe pak je het aan, waar loop je tegen aan? - Duidelijkheid en voorspelbaarheid: structuur. - Top down aanbod als het kan. Mocht deze manier niet aansluiten dan wordt wel altijd uitgelegd waar er naar toe gewerkt wordt (einddoel) en waarom iets belangrijk is (nut van…). - Leren vindt, als het kan, plaats in een voor de leerling betekenisvolle context. - Leren en ontwikkeling verlopen discontinu, leren gaat in sprongen. - Ontwikkelgesprekken zijn de basis voor het ‘leren’ op persoonlijk niveau van de leerling.


Binnen de eerste pijler komen de kernvakken ruim aan bod. We volgen de didactische ontwikkeling van de leerlingen met behulp van het CITOLOVS. Hierdoor krijgen we een goed beeld van de ontwikkeling van de leerlingen (en dus van ons onderwijs).

Ontwikkelperspectieven blijven opzetten voor leerlingen die beneden het verwachte uitstroomniveau presteren.

We merken dat onze leerlingen goed gedijen door dit didactisch aanbod. Bij nieuwe leerkrachten is het van belang om deze manier van onderwijzen goed te bespreken. De teamleider monitort dit ook door in de groep te gaan kijken. In ontwikkelgesprekken (leerkracht – teamleider) komen het didactisch aanbod vanzelfsprekend terug.

In de profielschets voor de leerkracht de specifieke didactische vaardigheden goed beschrijven.

23

Pedagogische huisstijl en sociaal emotionele ontwikkeling

De pedagogische huisstijl en de sociaal emotionele ontwikkeling kunnen niet los van elkaar gezien worden. Zoals onze visie al zegt: “Mogen zijn wie je bent en laten zien wat je kunt”. Op deze manier willen we dat leerkrachten, leerlingen en ouders naar elkaar handelen. De drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie zijn dan ook erg belangrijk. Voor de leerkracht maakt dit dat hij/zij dient uit te gaan van vertrouwen uitdaging en ondersteuning. Door eigenaarschap te nemen kan hij/zij het ook aan leerlingen geven. Vanuit onze visie staat het eigenaarschap dus centraal op school. De leerling weet zelf goed waar hij of zij zich in wil ontwikkelen. In gesprek gaan met elkaar is dan ook erg belangrijk in ons onderwijs. We bespreken veel met de leerlingen (klassikaal, in groepjes of individueel). De kinderen voelen zich serieus genomen en erkend. Het gesprek moet een echte ontmoeting zijn. Het gesprek moet voor beiden, leerling en leerkracht, zinvol zijn. Het is belangrijk dat de leerkracht authentiek is. ‘Helder zicht op leerlingen’ is een ander belangrijk punt: het is belangrijk dat de leerkracht onbevooroordeeld naar


24

leerlingen kan kijken. De uitdaging die we bieden en het werken met ontwikkelingsgelijken zorgt ervoor dat veel kinderen weer lekker in hun vel komen te zitten. Veel ‘gedragsproblemen’ lossen zich hierdoor dikwijls op. Uiteraard blijven er ook ontwikkelpunten, deze worden tijdens de ontwikkelgesprekken met leerlingen besproken. De erkenning en het eigenaarschap staan hierin voorop. Het kind bepaalt waar hij aan wil gaan werken en dit levert in veel gevallen succes op. Bij grotere zorgen wordt er een HGA opgesteld. Dit plan wordt altijd met ouders (en soms met de leerling) besproken en geëvalueerd.

In onze HGA’s worden doelen op lange en korte termijn geformuleerd, handelingssuggesties (acties) gegeven en soms het onderwijsperspectief voor het kind geformuleerd.

In 2011 is voor het eerst een tevredenheidsonderzoek bij de leerlingen afgenomen. De resultaten zijn besproken in de leerlingenraad.

Het tevredenheidsonderzoek wijst uit dat het algemene oordeel over de school gemiddeld is. De hoofdaspecten van het onderzoek wijken niet veel af (naar boven of beneden) van het gemiddelde van Kerobei.

Leerling tevredenheidsonderzoek herhalen.

De sociaal emotionele ontwikkeling vraagt voor veel van onze leerlingen een specifieke benadering. Hiervoor gebruiken we de PAD-methode en zijn we ons aan het oriënteren op de

Voor onze leerlingen is een geschikte benadering wenselijk met betrekking tot de sociaal emotionele ontwikkeling. De methode PAD (Programma Alternatieve Denk strategieën) wordt hiervoor

Vreedzame school verder onderzoeken. Bs. Natuurlijk! gebruikt deze methode al een aantal jaren.


25

vreedzame school (manier van werken van BS. Natuurlijk!). We volgen de leerlingen met SCOL (sociale competentie observatielijst). Deze lijsten worden twee keer per jaar door de leerkrachten en vanaf groep 6 door de leerlingen ingevuld. Door het werken met niveaugroepen is er erkende ongelijkheid in de groepen. De leerlingen kennen en erkennen elkaars talenten. Deze worden ook in een groep benut.

Kindermishandeling en kinderverwaarlozing zijn zaken die zich voordoen. Er is een protocol opgesteld hoe te handelen bij signalen van kindermishandeling. Leerkrachten zijn hiervan op de hoogte.


gebruikt. Voor een kleinere, specifieke groep zal een methode, aanpak op groepsniveau, onvoldoende zijn. Voor deze leerlingen is bv. een op hun afgestemde sociale vaardigheidstraining wenselijk. Dit kan niet binnen de basisformatie van Bs. Extralent uitgevoerd worden. De vakdocent gym (Peter van Soest) heeft een rots en water training en een weerbaarheidstraining voor onze leerlingen kunnen verzorgen. Of dit na de verhuizing gecontinueerd kan worden is nog onduidelijk. Verder gebruiken we het leerlingvolgsysteem SCOL. De opbrengsten hiervan maken dan ook onderdeel uit van de halfjaarlijkse analysegesprekken. Kindermishandeling is een actueel thema. Ook binnen Extralent worden we hiermee geconfronteerd. We zien het als onze verantwoordelijkheid om bij signalen van kindermishandeling in actie te komen in het belang van het kind. Hiervoor is het protocol m.b.t. het handelen bij signalen van kindermishandeling opgesteld.

26

Onderzoeken hoe de weerbaarheidstraining (en rots en water) gecontinueerd kan worden.

Uitzoeken hoe we de uitslagen van SCOL bete kunnen interpreteren, zodat het voor het team een meerwaarde heeft.

Protocol kindermishandeling jaarlijks met de leerkrachten doorspreken.

Actief burgerschap

Als school werken we aan de vorming van leerlingen tot betrokken burgers. Burgerschap is een nieuw sleutelwoord hiervoor. Begin 2006 is wettelijk vastgelegd dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen. Burgerschap dient herkenbaar te zijn in de school.

Binnen Bs. Extralent wordt op de volgende manieren aandacht besteed aan actief burgerschap: - sociale gedragscodes leren door op een respectvolle manier samen te leven in de school (PAD). - kennis opdoen van de principes van onze democratie en daar meningen over vormen (thema politiek). - kennis verwerven van verschillende geloven, mensen ontmoeten (bv. project wereldgodsdiensten); - bewustzijn ontwikkelen van de eigen sociale omgeving en daar zorg voor ontwikkelen (PAD). Uiteraard komen bovenstaande punten geïntegreerd terug in de dagelijkse praktijk.

Vreedzame school verder onderzoeken. Bs. Natuurlijk! gebruikt deze methode al een aantal jaren.

Gedragsproblemen

Bs. Extralent besteedt op zoveel mogelijk preventieve wijze aandacht aan ‘externaliserende gedragsproblemen’. Hoe we hier precies mee omgaan staat in het gedrags- en pestprotocol. Mocht er toch iets gebeuren, dan wordt dit geregistreerd in Eduscope onder de incidentenregistratie. Over het algemeen zien we dat er zich weinig incidenten op school voordoen.

Op school is bij een enkele leerling sprake van gedragsproblematiek (externaliserend). We zien meer problemen op het gebied van samenwerking en sociale vaardigheden.

Elk jaar de incidentenregistratie onder de aandacht brengen van het team.


Uiteraard zitten er ook leerlingen bij ons op school met internaliserende gedragsproblemen. Hier heeft de omgeving vaak minder direct ‘last’ van. Dit wil niet zeggen dat deze leerlingen geen begeleiding krijgen.

27

Elk jaar het gedrags- en pestprotocol onder de aandacht brengen van het team. SCOL inzetten om de sociale ontwikkeling van leerlingen te blijven volgen. Indien noodzakelijk overleg met de orthopedagoog.

Onderwijsorganisatie

De school telt 4 stamgroepen. De groepsgrootte is maximaal 20 leerlingen. Het onderwijs wordt in totaal verzorgd door 6 leerkrachten. Ongeveer de helft van de leerkrachten is parttime werkzaam. We streven ernaar niet meer dan twee leerkrachten in één groep te laten werken.

We zijn blij met de expertise die de leerkrachten door de jaren heen opgebouwd hebben. Ze werken met een specifieke doelgroep die een andere benadering nodig heeft. We willen deze expertise dan ook houden en borgen. Het zou zonde zijn als deze (om welke reden dan ook) verloren gaat.

Samen met de deelraad is bij het bestuur de zorg neergelegd dat door het nieuwe afspiegelingsbeleid de expertise van de leerkrachten voor onze specifieke school verloren kan gaan (i.v.m. koppeling Brinnummer). Het antwoord van het bestuur en de eventuele gevolgen zal de deelraad goed volgen.

Ontwikkelingsperspectief

Op Bs. Extralent zijn we door de voorsprong die bijna alle kinderen hebben niet verplicht om een ontwikkelperspectief te maken. Wat we wel doen voor alle leerlingen is het invullen van het verwacht uitstroomniveau (a.d.h.v. intelligentiegegevens). Dit niveau is een DLE van 83 (VWO-niveau).

We maken ontwikkelperspectieven voor leerlingen met een aangetoonde leerstoornis (denk aan dyslexie). In samenspraak met de orthopedagoog, leerkracht en ouders stellen we een ontwikkelperspectief op. Het DLE van 83 wordt dan op bepaalde gebieden beredeneerd naar beneden bijgesteld (in een grafiek zichtbaar). In het HGA zijn deze bijstellingen en gekoppelde doelen + activiteiten zichtbaar. Dit maakt voor ouders ook meteen duidelijk wat de uitstroomperspectieven zijn. We gebruiken deze grafieken ook op momenten dat de lijnen niet zijn bijgesteld, maar de leerling wel tegenvallende resultaten boekt. Dit is voor ons een mooi en duidelijk instrument om met leerling en ouders in gesprek te gaan.

Er komt een ontwikkelperspectief module in Eduscope. Als deze opgeleverd is, zullen we hier ook mee aan de slag gaan.


28

Opbrengstgerichtheid

We streven ernaar dat we samen met kind en ouders optimaal werken aan de totale ontwikkeling van het kind. Voor het leren betekent dit dat een leerling bij het verlaten van Bs. Extralent een didactisch niveau heeft behaald passend bij zijn mogelijkheden. Voor kinderen met een IQ van ±130 betekent dat het volgende: - Cito scores op een ‘I of I+’ niveau. - Gemiddelde Cito eindtoets score (alle groep 8 leerlingen) van 545 (doelstelling van ons als school). Als we merken dat dit streven niet haalbaar is en we ons zorgen maken om een leerling, zullen we een HGA opstellen (zie zorgprotocol).

Eduscope

Eduscope is ons leerling administratiesysteem. Binnen Eduscope is een koppeling met LOVS (de citoresultaten). De leerkrachten schrijven in Eduscope hun observaties van de leerlingen weg. Dit gebeurt in de journalen. Verder worden de groepsanalyses en de screening ook in Eduscope verwerkt. Andere functionaliteiten zijn de algemene gegevens van het kind, de didactische gegevens, de intelligentiegegevens, de HGA’s en de ontwikkelperspectieven. Ook de zorgniveaus worden in Eduscope bijgehouden.


Deze opbrengstgerichtheid brengt soms een druk met zich mee voor de leerkrachten, leerlingen en ouders. Dit proberen we voor te zijn om zo vroeg mogelijk bepaalde (lagere) uitstroomadviezen met leerlingen en ouders te bespreken. We zien in de lagere groepen meer HGA’s, dan in de hogere groepen. We zien dat we niet elk jaar een gemiddelde eindscore van 545 bij de Cito eindtoets halen. Dit is erg groepsafhankelijk (net als op een reguliere basisschool).

We merken dat Eduscope steeds ‘completer’ wordt. Er zitten ook functionaliteiten in die de teamleider wel gebruikt en de leerkrachten niet. We vinden dit prima. De leerkracht richt zich op het verwerken van de dagelijkse observaties van de leerlingen en de teamleider gebruikt de andere functionaliteiten voor de verdere leerlingenzorg (denk aan het ontwikkelperspectief). De leerkracht wordt uiteraard wel altijd door de teamleider hier in meegenomen.

29

Het zorgprotocol jaarlijks updaten en bespreken met het team.

ICT

Kwaliteitszorg (actie-reflectieverdieping-verankering)

ICT maakt onderdeel uit van ons onderwijs. We kunnen het werken met de computer/laptop/tablet niet meer wegdenken. In elke groep wordt met laptops gewerkt. Dit gebeurt allemaal op een beveiligd netwerk. Leerlingen werken aan de laptop voor veel vakken (w.o., project, spelling, rekenen etc.). Op dit moment beschikken we over drie verrijdbare digiborden die het onderwijs verrijken.

Het is een wens van alle leerkrachten om te kunnen beschikken en te werken met een digibord in elke groep. Helaas laten de financiën dit op dit moment niet toe.

Goed onderwijs is onderwijs dat zich aanpast aan de eisen van de tijd en de omgeving. Deze veranderingen bereiken we door doelen te stellen. Deze doelen proberen we systematisch te bereiken en vervolgens te borgen. Hierop kunnen dan weer verbeteringen gebouwd worden (vgl. actie-reflectie-verdieping-verankering). Zo ontstaat een cyclisch proces waardoor de ontwikkelingen steeds naar een hoger niveau getild worden. Systematisch wil zeggen dat we met duidelijke procedures, instrumenten en criteria regelmatig de kwaliteit van het gehele onderwijs evalueren. Voor sommige kwaliteitsaspecten betekent dit dat we jaarlijks de kwaliteit bekijken (bv. de resultaten van de schoolverlaters), de jaarlijkse (beleids)studiedag, het schoolbezoek door het college van bestuur, meermalen per jaar tijdens de analysegesprekken de groepsresultaten

Dit schooljaar hebben we deelgenomen aan ‘De excellente school’. Helaas heeft dit niet geleid tot het gewenste eindresultaat. We hebben hier uiteraard wel veel feedback (positief en negatief) uitgehaald. Dit sterkt ons, maar geeft ons ook meteen duidelijke items om mee aan de slag te gaan.


In de begroting voor 2016 een vierde digibord opnemen.

Verder zie kopje ‘onderwijsconcept’.

We merken dat we als (klein) team niet meer alles ‘zien’, er kan een blinde vlek ontstaan. Een externe instantie binnenhalen levert voor ons dus veel op.

30

RIE: komend schooljaar in het nieuwe gebouw Bs. Extralent eraan toevoegen en dus goed bespreken. Elk schooljaar bekijken hoe we feedback kunnen creëren (denk aan inspectie, en de audit vanuit Kerobei).

van de toetsweken, de gratis feedback van de bezoekende scholen en met betrekking tot het team de ARBO/ RisicoInventarisatie en – Evaluatie. Cyclisch duidt op het continue karakter van de opeenvolging van zelfevaluatie en verbeteringsactiviteiten. De jaarlijkse evaluatie van het jaarplan is hierin een belangrijk onderdeel. Deze cyclus staat centraal in de bepaling van ons beleid en onze verantwoording hierover de komende jaren. Professionele leergemeenschap

Hiervoor gebruiken we een aantal instrumenten o.a.: Thermometer leidinggevenden (Kerobei): Het MT kan zich hierdoor verantwoorden over de wijze waarop zij het leidinggevend vermogen van de school, de organisatie bevordert. Ook verantwoordt het MT hierdoor de eigen professionele ontwikkeling. Thermometer leer- en ontwikkelingslijnen competenties leraar primair onderwijs, waarmee de leraar zijn ontwikkeling en kaart brengt en zijn ontwikkeling verantwoordt; Kerobei, de stichting waartoe Bs. Extralent behoort, is een stichting die zich professioneel ontwikkelt en zich hierin laat leiden door het Rijnland denken.


Het handelen rond actie, reflectie verdieping en verankering, hebben onderling een verbinding die wij gebruiken om verder gestalte te geven aan onze kwaliteit. De thermometers van Kerobei zijn hierbij zowel ondersteunend als visualiserend. We willen uiteraard de verdere ontwikkeling van Bs Extralent parallel laten lopen met de ontwikkeling van Kerobei.

De thermometers blijven onderdeel van de ontwikkelgesprekken.

Binnen onze school geven we actief gestalte aan de werkplaats ‘hoogbegaafdheid en leiding geven’. In deze professionele ontmoetingen worden immer meer duurzame resultaten bereikt. Ook nemen we deel aan werkplaatsen (denk aan de werkplaats ICT). Een sterke werkplaats zorgt voor een

Werkplaats hoogbegaafdheid en leiding geven blijven aansturen.

31

Professionele leer- werkplaatsen zijn de kern van de ontwikkeling van de stichting. Zie voor verdere missie en visie van Kerobei, beleidsplan 2016-2020.

Ontwerpaspect School en omgeving Vervoer

Informatie

Voor het zorgplan/zorgbeleid van Bs Extralent verwijzen we naar het zorgprotocol.

sociaal proces waarin informatie wordt omgezet in kennis. In dit proces worden kennis en attituden van de leerkrachten van verschillende scholen samengebracht om te komen tot gezamenlijk leren, onderzoeken en gezamenlijke verbetering. Uiteindelijk zou dit tot een olievlekwerking moeten leiden.

Feiten

Reflectie


Bs. Extralent is een streekschool. Leerlingen uit diverse gemeenten bezoeken onze school. De laatste jaren organiseren en/of vergoeden veel gemeenten het vervoer nier meer.

Veel gemeenten verzorgen geen leerlingenvervoer meer. Bs. Extralent is geen SBO-school. Enkele gemeenten beredeneren dus dat er geen noodzaak is om naar Extralent te gaan. De school om de hoek is ook een optie volgens de gemeente.

Nieuwe ouders in contact laten komen met ouders die geografisch gezien dicht bij elkaar wonen (met als doel: carpoolen).

Mocht Bs. Extralent in het samenwerkingsverband passend onderwijs een plek krijgen dan wordt het ‘erkend’. Wellicht willen gemeenten dan wel het vervoer vergoeden.

Mocht Bs. Extralent een plekje krijgen binnen passend onderwijs, dan de gemeenten opnieuw aanschrijven.

Belangrijke informatie wordt in een MTnieuwsbrief via de email onder de teamleden verspreid. Dit om alle teamleden tegelijkertijd en op eenzelfde manier te informeren over veranderingen, gebeurtenissen, afspraken, bezoeken, e.d. De ouders worden door middel van een


Informatie en communicatie zijn van groot belang voor de samenwerking en uitvoering binnen het team. Het team incl. de parttimers dienen gelijk geïnformeerd te worden d.w.z. informatie op tijd te krijgen. Iedereen dient er verder van doordrongen

32

Leerlingen die dit aankunnen aanmoedigen om met de fiets / OV naar school te komen.

nieuwsbrief geïnformeerd. Nieuwe ouders worden tijdens het adviesgesprek met de directeur geïnformeerd over de wijze van werken en het schoolconcept. Een rondleiding maakt hiervan deel uit.

te zijn dat het verkrijgen van informatie een wederkerigheid is. Je hebt recht op informatie en ook de verantwoordelijkheid om je te informeren (eigenaarschap).

De website, de schoolgids, het schoolondersteuningsprofiel en het profileringsdocument vormen een belangrijke bron van informatie naar ouders en derden. Personeelsbeleid

Het personeelsbeleid van Bs. Extralent is het beleid zoals dat omschreven staat in de gesprekkencyclus van Kerobei. Alle personeelsleden zijn hiervan op de hoogte.

We vinden het belangrijk dat personeelsleden hun ontwikkeling delen met hun collega’s. Deze ontwikkeling kan zichtbaar gemaakt worden door de thermometers. Leerkrachten vragen ook aan elkaar om de thermometers in te vullen. De afgelopen jaren hebben enkele leerkrachten de functiemix doorlopen en de LB-functie behaald.

De rest van de leerkrachten ook stimuleren voor de functiemix.

De beoordelingsgesprekken worden gevoerd met de directeur. Hiervoor is binnen Kerobei beleid ontwikkeld. Taakbeleid

In 2014 is een nieuwe cao in werking getreden, waarvan de uitwerking in het schooljaar 2015-2016 zal gaan plaatsvinden. Het team van Extralent heeft gekozen voor het overleg model en de deelraad heeft hiermee ingestemd. Er


Ine Hermans, de nieuwe directeur, zal deze gesprekken gaan overen.

33

Kerobei spreadsheet invullen.

gaan dit schooljaar nog gesprekken gevoerd worden met alle leerkrachten betreffende het rooster (lesuren) en het taakbeleid. Personeelszorg

Er is zorg en aandacht voor de personeelsleden. De gesprekkencyclus van Kerobei draagt hier aan bij. Vanuit Kerobei vinden regelmatig bijeenkomsten plaats van het SMT (Sociaal Medisch Team), een samenwerking tussen de Arbodienst en Kerobei. Medewerkers kunnen hier zelf een afspraak maken of hiervoor uitgenodigd worden. Het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel is de laatste jaren onder het landelijk gemiddelde.

Het werken en leren binnen de professionele leergemeenschap, geeft de kans tot reflecteren, spiegelen en ook confronteren. De ontwikkelen beoordelingsgesprekken zijn hier een goed instrument bij.

Ontwikkelgesprekken met leerkrachten in het zorgrooster op blijven nemen en uitvoeren zoals in de gesprekkencylus van Kerobei staat omschreven.

Nascholing

De omvang van de middelen betreffende nascholing is zeer beperkt. Per FTE bedraagt dit 500 euro per jaar. Dit is niet een bedrag waarmee fors geïnvesteerd kan worden in professionalisering.

We zijn zelf verantwoordelijk voor onze professionalisering. Deze professionalisering vindt deels plaats in de werkplaatsen. We zijn er ons van bewust dat binnen de stichting Kerobei ook veel expertise aanwezig is. Nascholing hoeft dus niet altijd bij derden ingekocht te worden.

Binnen de stichting nagaan welke experts betekenis kunnen hebben voor onze vragen rond professionalisering.

Ieder jaar wordt medio november de stand van zaken opgemaakt ten aanzien van de bestede financiën en de begroting met investeringen voor het nieuwe kalenderjaar.

Extralent is een kleine school, met dus een klein budget. Tot nu toe werkten we financieel ook samen met SBO De Schans en basisschool De Regenboog wat in gezamenlijkheid meer mogelijkheden opleverde.

Nagaan wat in gezamenlijkheid met basisschool “Natuurlijk!” op het gebied van financiën mogelijk is.

Financiën


34

Regelmatig de exploitatie volgen en zo nodig bijsturen (evt. door de deelraad).

Voor iedereen binnen Basisschool Extralent geldt:

“Mogen zijn we je bent en laten zien wat je kunt” Vierjarenmatrix

Onderwerp Kleutergroep

Verwijzing blz. Blz. 20

W.O.-methode / onderzoekend leren ICT

Blz. 20

Rekenmethode

Blz. 21

Leo-Deurne

Blz. 6

Vreedzame school

Blz. 25

Verhuizing

Blz. 12

Evalueren vakgebieden – techniekonderwijs. (kern A4tjes) Tweede en derde pijler monitoren, opbrengsten monitoren?


Tweede jaar Reflectie op het eerste jaar Reflectie op het eerste jaar Acties uit de reflecties uitvoeren Acties uit de reflecties uitvoeren Acties uit de reflecties uitvoeren Reflectie op de acties

Derde jaar Verdieping

Vierde jaar Verankering

Verdieping

Verankering

Verdieping

Verankering

Verdieping

Verankering

Verdieping

Verankering

Verdieping

Verankering

Reflectie

Verdieping

Verankering

Blz. 21

Actie en reflectie

Acties uit de reflecties uitvoeren

Verdieping

Blz. 7

Actie en reflectie

Acties uit de reflecties uitvoeren

Verdieping

Blz. 21

Eerste jaar Invoeringstraject + scholing Invoeringstraject + scholing Voortzetting acties + reflectie Implementatie Voortzetting samenwerking + reflecties Verkenning + evt. acties uit de verkenning Eerste kennismaking + samenwerking

35

FORMULIER INSTEMMING SCHOOLPLAN School: Adres:

Bs. Extralent, school voor hoogbegaafde kinderen Vossenerlaan 57, 5924 AC Blerick (vanaf schooljaar 2015-2016).

Verklaring: Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van Basisschool Extralent, in te stemmen met het schoolplan, geldend van september 2016 tot en met juli 2020. Namens de medezeggenschapsraad, Voorzitter: R. Zaeijen

Datum: 09-06-2015


36

Vaststelling door het college van bestuur van de stichting Kerobei: Voorzitter college van bestuur: Dhr. H. Soentjens

Datum: 12-07-2015

Gebruikte afkortingen: ARBO BCO CBO DLE DO HGPD HGA LVS MR MT PAD SBO SCOL SMT SOP


Arbeidsomstandigheden Begeleidingscentrum voor Onderwijs en Opvoeding Commissie Bovenschoolse Ondersteuning Didactisch Leeftijds Equivalent Directeuren overleg Handelings Gerichte Proces Diagnostiek Handelings Gerichte Aanpak Leerling Volg Systeem Medezeggenschapsraad Managementteam Programma Alternatieve Denk strategieën Speciaal Basis Onderwijs Sociale Competentie Observatielijst Sociaal Medisch Team School OndersteuningsProfiel

37

Basisschool Extralent, Schoolplan Schoolplan

Recommend Documents