Schoolplan
Openbare Basisschool Multatuli
2015-2019
Sámen maakt het verschil
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Schoolplan
Openbare Basisschool Multatuli
2015-2019
O.B.S. Multatuli Sara Burgerhartstraat 5 1055 KV Amsterdam E
[email protected] T 020 684 17 40 I www.multatulischool.nl Twitter OBSMULTATULI
Inhoud
1. Inleiding 1 2. Onze school 3 3. De leerling populatie 8 4. Profilering 10 5. Kwaliteitsbeleid 13 6. Onderwijskundig beleid 17 7. Leerlingzorg 23 8. Personeelsbeleid en organisatie ontwikkeling 26 10. Huisvesting, inrichting en financiën 31 11. Overige onderwerpen 33 Bijlage 1: Evaluatie schoolplan 2011-2015 35 Bijlage 2: Planningsschema beleidsvoornemens schoolplan 2015-2019 38 Bijlage 3: Vervangingscyclus lesmethodes 39 Bijlage 4: Leerstofjaarplanningtabel 40 Bijlage 5: HGW cyclus 41
Algemene gegevens School Openbare basisschool Multatuli Sara Burgerhartstraat 5 1055 KV Amsterdam
Bevoegd gezag St. voor openbaar onderwijs Amsterdam West Binnen de Ring (AWBR) Baarsjesweg 224 1058 AA Amsterdam
Brinnummer 20VX Directie Mw. I. Booms (directeur) Mw. M. Lugtenberg (adjunct-directeur) Tel 020 6841740 Email
[email protected] Website http://www.obsmultatuli.nl
Bestuursnummer 41663 Algemeen directeur dhr. M. Voerman Tel 020 5150440 Email
[email protected] website http://www.awbr.nl
1. Inleiding 1.1
Doel en functie van het plan
Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van Stichting Amsterdam West Binnen de Ring, Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs in Amsterdam, in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities (fase ‘to plan). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen (fase ‘to check) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders en als een planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2015-2019. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. Om gedurende de planperiode de dynamiek van de actualiteit niet te belemmeren zal het schoolplan richtinggevend en niet geoperationaliseerd beschreven worden.
1.2
Procedure van het opstellen en vaststellen van het plan
Het schoolplan is opgesteld door de directie en intern begeleiders in samenspraak met het team en is ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Uitgangspunt van dit schoolplan zijn de gegevens, die duidelijk maakten, welke positie de school aan het einde van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Ook door het bestuur van Amsterdam West Binnen de Ring (AWBR) zijn er een aantal bestuurlijke teksten aangeleverd. Daarnaast zijn de volgende documenten gebruikt: • de evaluatie van het schoolplan van de school, dat is opgesteld in 2011 • de evaluatie van de jaarplannen • strategisch beleidsplan AWBR • het personeelsplan en het financieel beleid van AWBR • het PKO van de inspectie d.d. september 2014 • Kwaliteitsmeter (Beekveld en Terpstra) • de CITO scores (trendanalayse van 2011-2015
1.3
Status van het plan
Dit schoolplan is op voorstel van het team vastgesteld door het bestuur van de Stichting AWBR. De MR heeft haar instemming gegeven.
1.4
Evaluatie het plan
De komende vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komend jaar samen vaststellen. Ieder jaar kijken we met het team ook terug: hebben we onze verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd? Tenslotte dragen we zorg voor een cyclische evaluatie van de beleidsterreinen, zoals beschreven in dit schoolplan.
Schoolplan 2015-2019 pagina 1
2
2.
Onze school
2.1
Amsterdam West Binnen de Ring, stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam
De scholen van AWBR hebben een eigen onderscheidend profiel en bieden verschillende onderwijsconcepten aan. Daarmee maken ze kwalitatief goed openbaar onderwijs in iedere wijk bereikbaar voor ouders en kinderen in die wijk. Naast de eigen karakteristieken is iedere AWBR school herkenbaar als AWBR-school. Die herkenbaarheid wordt terug gevonden in de schoolplannen waarin de uitgangspunten van het Strategisch Beleidsplan van AWBR herkenbaar en contracterend zijn verwoord. Elke AWBR school biedt de volgende vijf zekerheden voor ouder : • De communicatie is open en transparant op basis van respect en vertrouwen. • De ontwikkeling van het kind wordt regelmatig in kaart gebracht en besproken. • De school staat voor de uitgangspunten van Openbaar onderwijs. • Er is gedeelde verantwoordelijkheid van zowel ouders als school bij de ontwikkeling van het kind. • De verantwoordelijkheden zijn helder. Elke AWBR school realiseert onder eigen verantwoordelijkheid en controle naschoolse activiteiten die aansluiten bij binnenschoolse doelstellingen betreffende brede talentontwikkeling. Het “Kader Brede School Amsterdam” en het AWBR standpunt betreffende “gedelegeerd opdrachtgever schap” zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Het in eigen beheer uitvoeren van peuter- en kinderopvang behoort, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan, ook tot de mogelijkheden.
2.2
Historie van de school
De openbare basisschool Multatuli staat in de Gulden Winckelbuurt in het Amsterdamse stadsdeel West (voorheen Bos en Lommer). De school is in 1952 gebouwd en heette vroeger de openbare lagere school Prinses Beatrix. In 1985 werd de school samengevoegd met de ernaast gelegen kleuterschool De Margriet en vanaf dat moment kreeg de school haar nieuwe naam: openbare basisschool Multatuli. De school is vernoemd naar de Nederlandse schrijver Multatuli die wereldberoemd is geworden door zijn roman Max Havelaar. De OBS Multatuli staat sinds 2009 op de gemeentelijke monumentenlijst, omdat het de eerste school was die na de Tweede Wereld oorlog in Amsterdam werd gebouwd en zich nog steeds in nagenoeg originele staat bevindt. Een tweede reden om de school tot monument te verklaren zijn de vier monumentale wandkunstwerken van Theo Kurpershoek (1914-1998) die zich in de hal bevinden. De werken in de school zijn gemaakt in 1956 met Sgrafitto techniek en beelden de vier basiselementen uit: aarde, water, lucht en vuur. De kunstwerken behoren tot de collectie buitenbeelden van het Stedelijk Museum. Het is een goede manier om kinderen kennis te laten maken met toegepaste kunst in de school. Zo was dat in de vorige eeuw en zo zien wij dat nog steeds.
2.3
Waar staan we voor
Schoolplan 2015-2019 pagina 3
Missie Onze school is een openbare basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar (met daaraan verbonden een voorschool en een peuterschool voor kinderen vanaf 2,5 jaar). Dat betekent dat elk kind ongeacht zijn of haar achtergrond welkom is. Wij vinden het belangrijk om kinderen respect bij te brengen voor de medemens die op grond van zijn innerlijke kwaliteiten moet worden beoordeeld en niet op grond van uiterlijkheden. Daarom laten wij de kinderen in ons onderwijs kennis maken met verschillende volkeren, hun godsdiensten en de verschillende denk- en leefwijzen. De school wil de kinderen respect, waardering en acceptatie voor anderen bijbrengen en is tegen elke vorm van discriminatie. De doelstellingen van de school sluiten goed aan bij het diversiteitbeleid van de gemeente Amsterdam. De stad kent een groot aantal bevolkingsgroepen, culturen en religies. Belangrijk uitgangspunt binnen het diversiteitbeleid en het openbaar onderwijs is dat deze groepen, culturen en religies elkaar met openheid en respect kunnen ontmoeten en samen kunnen leven. De school moet een instituut zijn waar leerlingen, ouders en onderwijspersoneel van alle religies en levensbeschouwingen zich welkom en gerespecteerd voelen. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem met veel aandacht voor het individuele kind. Onze school staat open voor alle leerlingen, die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers (tenzij het schoolondersteuningsprofiel verheldert dat wij een kind de juiste ondersteuning c.q. het juiste onderwijs niet kunnen bieden). Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we met name de vakken Taal en Rekenen van belang en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers. Naast kennisoverdracht besteden we veel aandacht aan de culturele, creatieve en lichamelijke ontwikkeling van de leerlingen. Slogan en kernwaarden “Openbare basisschool Multatuli is een moderne basisschool, waar kinderen hun talenten ten volle kunnen ontdekken, ontwikkelen en benutten binnen een veilig schoolklimaat en waar geleerd wordt met en van elkaar:‘Samen maakt het verschil’.” Onze kernwaarden zijn: • Op onze school heerst een professionele cultuur. • Op onze school hebben we oog voor het individuele kind. • Op onze school hebben we oog voor de ouders/verzorgers (klantgericht – ouders als partners) . • Op onze school hebben we oog voor rust, reinheid en regelmaat . Visie op kinderen Vanuit onze medeverantwoordelijkheid voor een zo goed mogelijke opvoeding van kinderen, bieden wij waar mogelijk onderwijs op maat, waarbij de voortgang in de ontwikkeling van het kind wordt nagestreefd (adaptief onderwijs). Bij dit leren vinden wij het belangrijk dat: • kinderen geloof en plezier hebben in hun eigen kunnen (competentie); • kinderen zonder hulp zelf dingen kunnen ondernemen (autonomie) ; • kinderen voelen dat anderen hen waarderen (relatie) . Wij willen met deze vorm van onderwijs bereiken dat kinderen werken aan hun zelfvertrouwen, verantwoordelijkheid durven nemen, gevoelens kunnen tonen en vaardigheden leren ontwikkelen die zij nodig hebben om te kunnen functioneren in de maatschappij.
4
Visie op de maatschappij De maatschappij is er voor mensen. We zullen samen een maatschappij op moeten bouwen en daar willen we op school al mee beginnen. We willen de kinderen enig inzicht geven in en leren omgaan met de snel veranderende maatschappij met zijn complexe structuren en verhoudingen. De samenleving, de plaats waar kinderen middenin staan, is een verzameling van mensen waarin ieder recht heeft op een menswaardig bestaan. In de school zullen we een tolerante houding moeten aanleren, tegelijk met het mondig worden. Er zal dus een ruimte geschapen moeten worden: • waarin verantwoordelijkheid voor anderen en het (eigen) werk gedragen kan worden; • waar mogelijk een (positief) kritische houding verworven kan worden; • waarin initiatieven uitgelokt worden; • waarin plaats is voor helpende en ondersteunende begeleiding. Visie op onderwijs Pas als een kind zich veilig voelt, kan het zich goed ontwikkelen. Veiligheid in zowel geestelijk als lichamelijk opzicht. De school geeft bescherming tegen mishandeling, seksuele intimidatie, pesten, agressie en geweld. Wij willen een veilige sfeer in school. Wij willen daarom zorgen voor orde, rust en regelmaat. Het is daarvoor belangrijk dat de leerkrachten, ouders en leerlingen een positieve houding hebben. Wij zijn verdraagzaam en leren de kinderen verdraagzaamheid. We hebben respect voor de mening, de gevoelens en het geloof en/of de levensovertuiging van anderen en leren de kinderen daar ook respect voor te hebben. Visie op lesgeven Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: • interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs; • onderwijs op maat geven: differentiëren; • gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend); • een kwaliteitsvolle (directe) instructie verzorgen; • kinderen zelfstandig (samen) laten werken. Visie op leren Kinderen leren doordat ze nieuwsgierig zijn. De school biedt kinderen de mogelijkheid om kennis op diverse manieren te verwerven. De leraren geven instructie en kinderen mogen zich dat op verschillende manieren eigen maken. Dat kan zijn door lessen alleen te maken of met anderen samen. Kinderen die korte instructie nodig hebben, kunnen zelfstandig aan het werk. Voor de kinderen die meer instructie nodig hebben, wordt gebruik gemaakt van de verlengde instructie aan de instructietafel. Het leren kan bemoeilijkt worden door extra ondersteuningsbehoeften. Voor deze kinderen is een zorgstructuur opgezet.
Schoolplan 2015-2019 pagina 5
Pedagogisch-didactische uitgangspunten • Alle kinderen hebben behoefte aan vriendschap en samenwerking. • Alle kinderen willen de goede dingen doen en die dingen goed doen. • Alle kinderen willen zelf leren beslissen, zelfstandig worden en een eigen ‘ik’ hebben. Daarnaast gaan we ervan uit dat alle kinderen leergierig zijn. Het leren gaat het beste als: • kinderen betrokken zijn (o.a. bij de leerstof); • een bepaalde mate van zelfstandigheid bezitten; • zich in een veilig klimaat bevinden. Kinderen hebben ook behoefte aan houvast. Dat betekent dat de leerkracht consequent moet zijn. Dit is te zien doordat: • de leerstof duidelijk geordend wordt; • er vaste regels zijn door de hele school; • er een vast lesrooster is en een vaste klassen-plattegrond. Hierdoor ervaren de kinderen regelmaat en duidelijkheid (vrijheid in gebondenheid). Visie op 21ste eeuw vaardigheden Wij willen leerlingen een samenhangend geheel van vaardigheden meegeven waardoor ze optimaal kunnen functioneren in de 21st eeuw. We onderschrijven in de eerste plaats het belang van een kennissamenleving en gaan ervan uit, dat kennis altijd en overal voorhanden is. Daarnaast beseffen we dat het in de kennissamenleving ook gaat om kenniscreatie en -constructie, om innovatie. In de derde plaats is het een feit dat de ontwikkeling van digitale middelen en media globale grenzen vervagen en het delen van kennis en het met elkaar (daarover) communiceren een steeds centralere speelt in onze (toekomstige) samenleving. Op onze school willen we daarom gericht aandacht besteden aan de 21ste eeuw vaardigheden: • Samenwerking en communicatie . • Kennisconstructie . • ICT gebruik . • Probleemoplossend denken en creativiteit. • Planmatig werken. De gerichtheid van onze school op de 21ste eeuw vaardigheden heeft grote gevolgen voor de deskundigheid van de leraren, voor ons aanbod, voor onze middelen (digitale leermiddelen) en onze organisatie (inclusief didactiek en klassenmanagement). Het laatste aspect vraagt ook om een doordenking van de rol van de leraar, de rol van de leerling en de rol van de ouders/verzorgers. 2.4 • •
6
Beleidsvoornemens Herijken missie/visie van de school. Beleid ontwikkelen op 21ste eeuw vaardigheden.
Schoolplan 2015-2019 pagina 7
3.
De leerling populatie
3.1
Afkomst en opleiding ouder(s) en leerling populatie
Onze school wordt bezocht door 357 leerlingen (01 oktober 2014), verdeeld over 16 groepen. Van deze leerlingen heeft 17% een gewicht: 15 leerlingen hebben een gewicht van 0,3 en 39 leerlingen een gewicht van 1,2. Onze school is een echte buurtschool en de afkomst van onze leerlingen zijn een afspiegeling van de wijk waarin onze school staat. Het leerlingenaantal van de school stijgt licht . Verwachting is dat we uiteindelijk groeien naar een school met 17 groepen en ongeveer 400 leerlingen. Door stadsvernieuwingen is de wijk rondom de school de afgelopen jaren erg veranderd in samenstelling: sociale huurwoningen zijn gerenoveerd, sociale huurwoningen zijn in de verkoop gegaan en nieuwbouw is gerealiseerd. Dit heeft gezorgd voor een veranderende populatie. Het opleidingsniveau van de ouders is ons bekend (via intakegesprekken). De nieuwe instroom in de wijk verschilt licht van de zittende bevolking; dat is te zien aan de toename van leerlingen zonder gewicht. De “nieuwe” ouders hebben een hoger opleidingsniveau (MBO-HBO). De afkomst van de kinderen is divers: kinderen zijn voor een groot deel afkomstig van Nederlands, Marokkaanse en Turkse ouders. Een aantal kinderen heeft een andere etnische en/of culturele achtergrond. Een deel van onze kinderen spreekt Nederlands als tweede taal. Er zijn ook kinderen die nauwelijks Nederlands spreken wanneer zij op school komen. Ook zijn er ouders die onvoldoende Nederlands spreken en daarom verloopt de communicatie met hen soms moeizaam. Kinderen, die rechtstreeks uit het buitenland komen en geen Nederlands spreken (zij-instromers) worden opgevangen in speciale groepen. Dit geldt alleen voor kinderen van groep 3 t/m 8. Zij-instromers worden geplaatst op de basisscholen Springplank, Catamaran of De Roos. Deze wijziging in instroom heeft duidelijke gevolgen voor de leerling-weging en daaraan gekoppeld ook het personeelsbestand. Hoewel onze school vooral een buurtschool is, kiezen ouders van kinderen, die verder weg wonen, ook voor onze school.
3.2 Stedelijk Toelatingsbeleid Het Stedelijk Toelatingsbeleid houdt in dat er één systeem is waarmee kinderen in Amsterdam aangemeld en geplaatst kunnen worden op ruim 200 Amsterdamse basisscholen. Ouders kunnen zich in één keer aanmelden bij verschillende basisscholen. Bij de aanmelding kunnen 8 keuzes worden aangegeven. Als de school voldoende plaatsen heeft voor het aantal aanmeldingen, dan wordt het kind automatisch geplaatst. Bij ruim 75% van de Amsterdamse scholen is dit het geval. Als er meer aanmeldingen dan plaatsen zijn, dan gelden er voorrangsregels. Deze voorrangsregels zijn: • Een broertje of zusje zit op de school van eerste keuze op het moment dat het kind vier jaar wordt; • Het kind heeft een VVE-indicatie, gaat naar de voorschool die bij de school is aangesloten en heeft de school als voorrangsschool; • Het kind zit op een Integraal Kindcentrum (IKC) waar de school van eerste keuze onderdeel van uitmaakt én heeft de school als voorrangsschool; • De ouder van het kind is werkzaam op de school in een dienstverband voor onbepaalde tijd; • Het kind heeft de school als voorrangsschool. De school hanteert een maximale groepsgrootte van tussen de 25-30 leerlingen. Het aantal kan, afhankelijk van het aantal zorgleerlingen, lager zijn.
8
3.3.
Passend Onderwijs
Vanaf 1 augustus 2014 is de wetgeving over Passend Onderwijs van kracht. Alle kinderen hebben recht op goed onderwijs, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. De schoolbesturen krijgen de zorgplicht om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Scholen krijgen de ruimte om flexibeler op de behoeftes van leerlingen en leerkrachten in te spelen en deze vormen van ondersteuning zelf te organiseren en betalen. De scholen zorgen zelf voor passend onderwijs voor iedere leerling die op hun school zit, of die zich bij hun school aanmeldt. Schoolbestuur en school moeten eerst kijken wat de school zelf kan doen. Als een school de noodzakelijke ondersteuning aan een leerling niet kan bieden, moet zij zorgen dat deze ondersteuning elders wordt geboden. Bijvoorbeeld op een andere school van hetzelfde schoolbestuur of op een andere school in de wijk. Hierbij zijn de wijknetwerken behulpzaam. Het Samenwerkingsverband Amsterdam/Diemen regelt vanaf 1 augustus 2014 voor leerlingen waarvoor het echt nodig een plek binnen het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Elke twee jaar evalueren we de bestaande School Ondersteunings Profielen (SOP) van onze scholen. Naar aanleiding hiervan zullen wij ze scherper formuleren. Het doel hiervan is dat ouders beter inzicht krijgen in de mogelijkheden die een bepaalde school voor hun kinderen te bieden heeft. Steunpunt Passend Onderwijs West (SPO West) Voor de leerlingen die in aanmerking komen voor een ondersteuningsarrangement investeert AWBR in het Steunpunt Passend Onderwijs (SPO) West. Dit steunpunt is voor en door het openbaar onderwijs in West en Nieuw West opgericht en stelt de deuren ook open voor scholen uit deze regio van andere denominaties die gebruik willen maken van de expertise van het Steunpunt.
3.4 Beleidsvoornemens • • •
Monitoren gemengde school en streven naar een menging die overeenkomt met de samenstelling van de wijk. Meer inzicht krijgen in de kenmerken van onze leerlingen, zodat we ons onderwijs daar op aan kunnen passen. School Ondersteunings Profiel (SOP) scherper formuleren.
Schoolplan 2015-2019 pagina 9
4. Profilering Amsterdam West Binnen de Ring (AWBR), Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam, maakt onderdeel uit van de Federatie Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam. De Federatie vormt het samenwerkingsverband van zeven openbare schoolbesturen voor (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs in Amsterdam. De Federatie staat voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs en telt circa 33.000 leerlingen. Ruim de helft van alle Amsterdamse basisschoolleerlingen gaat naar een openbare school en dit aantal neemt jaarlijks toe. De openbare identiteit van onze stichtingen is de belangrijkste overkoepelende waarde die ons bindt. De identiteit van de openbare school wordt bepaald door de mensen die samen de school vormen en de waarden die zij met elkaar delen. Identiteit is dus geen kwestie van kiezen, maar van delen. Alle leerlingen zijn welkom op onze scholen, ongeacht hun afkomst, religie of sociaaleconomische achtergrond. Wij geven met elkaar ons onderwijs vorm en leggen daarover publieke verantwoording af. De beleidsdoelstellingen die de verschillende stichtingen voor het voetlicht brengen, zijn nadrukkelijk bedoeld voor de Federatie als geheel. Dit betekent in de praktijk dat de verschillende stichtingen voor en met elkaar opereren en gebruik maken van elkaars expertise. In de komende planperiode streven wij naar een gezamenlijk personeelsbeleid en willen wij als Federatie de beste onderwijswerkgever in Amsterdam worden.
4.1
AWBR in Amsterdam West
De scholen van AWBR hebben een eigen onderscheidend profiel en bieden verschillende onderwijsconcepten aan. Daarmee maken we kwalitatief goed openbaar onderwijs in iedere wijk bereikbaar voor ouders en kinderen in die wijk. Naast de eigen karakteristieken is iedere AWBR school herkenbaar als AWBR-school. Die herkenbaarheid vinden we terug in de schoolplannen waarin de uitgangspunten van het Strategisch Beleidsplan van AWBR herkenbaar en contracterend zijn verwoord. AWBR stimuleert haar scholen zich te profileren als ondernemende en lerende organisaties die kwalitatief en op het gebied van de leerresultaten boven gemiddeld presteren. De digitalisering heeft een toename gefaciliteerd van het gebruik van sociale media. AWBR stelt dit najaar een communicatieplan op waarbij aandacht wordt besteed aan alle facetten van communicatie. AWBR stimuleert haar scholen zich te profileren als: • organisaties die ouders actief betrekken bij de schoolloopbaan van hun kinderen; • organisaties die ter ondersteuning van het onderwijsleerproces actief gebruik maken van ICT ; • ondernemende en lerende organisaties die kwalitatief en op het gebied van de leerresultaten boven gemiddeld presteren. De school geeft aan op welke wijze zij zich op deze visie van AWBR wil profileren. Onze school is voornemens zich te profileren op de volgende beleidsterreinen: Talentontwikkeling Om onze leerlingen optimaal toe te rusten op de 21ste eeuw is het noodzakelijk dat we oog hebben voor de individuele talenten van de leerlingen. Daarbij gaat het ons om talenten in de meest brede zin van het woord. Dus niet alleen om taal- en rekentalent, maar ook om creatieve, culturele, motorische, sociale en onderzoekende talenten en bepaalde praktische vaardigheden. Als we bij de leerlingen specifieke talenten ontdekken, dan zal dat consequenties hebben voor de organisatie in de klas en voor het ICT-gebruik. Onze ambities zijn:
10
• • • • •
De leraren signaleren en registreren talenten bij hun leerlingen. De leraren stemmen hun aanbod en organisatie af op specifieke talenten van kinderen. De leraren zetten ICT in relatie met het ontwikkelen van talenten. Op onze school besteden we gericht aandacht aan Techniekonderwijs, Cultuureducatie en Sport en Bewegen. Onze school beschikt over beleid met betrekking tot de ontwikkeling van de 21ste eeuw vaardigheden.
Imago Onze school gaat werken aan een nog grotere naamsbekendheid in de buurt en aan het zichtbaar maken van de school voor een brede groep ouders om zo de gemengde school te behouden. Kwaliteit Onze school wil zich de komende jaren nog beter profileren met de kwaliteit van het onderwijs op de diverse gebieden, zowel pedagogisch als didactisch. Het doel is verhoging van de leeropbrengsten en verbetering van de toets resultaten.
4.2 Beleidsvoornemens • • •
Brede talentontwikkeling actief stimuleren. Naamsbekendheid school vergroten. Profileren met de kwaliteit van ons onderwijs.
Schoolplan 2015-2019 pagina 11
12
5. Kwaliteitsbeleid Nadruk ligt hier op de beschrijving van het beleid van onze school met betrekking tot kwaliteitszorg en verantwoording van het gevoerde beleid rekening houdend met de volgende uitgangspunten van AWBR zoals vastgelegd in het strategisch beleidsplan: Het bovenschools gevoerde kwaliteitsbeleid in de periode 2015-2019 is vastgelegd in het strategisch beleidsplan (2012-2018) van het schoolbestuur AWBR. De kwaliteit van de school moet optimaal zijn. Het schoolbestuur staat niet toe dat er zwakke scholen zijn. De school stelt alle kinderen in staat hun kwaliteiten optimaal tot ontwikkeling te brengen binnen een veilig en stimulerend schoolklimaat. Kwaliteitszorg betekent dat de scholen systematisch de goede dingen nog beter proberen te doen. Dit vereist een actieve benadering waarin kwaliteit door de school als een beleidsuitgangspunt wordt gezien en actief gestreefd wordt naar registratie, handhaving en verbetering van kwaliteit.
5.1
Sturen op onderwijsresultaten
Het schoolbestuur AWBR stuurt op onderwijsresultaten en het inzichtelijk maken/publiceren hiervan ten behoeve van de ouders. Om hieraan vorm en inhoud te geven maakt het bestuur gebruik van de bovenschoolse kwaliteitsmonitor. Dit instrument sluit aan op het primaire proces. Door een dusdanige selectie van kengetallen wordt inzicht verkregen in het daadwerkelijke proces en ontstaat de mogelijkheid tot vroeg signalering. Met behulp van de onderwijsresultaten en indicatoren van de onderwijsinspectie zijn in de bovenschoolse monitor kengetallen opgenomen die het schoolbestuur tijdig informeren wanneer een school zwak dreigt te worden. De scholen kunnen hiernaast op grond van eigen inzichten indicatoren toevoegen welke mogelijke voorspellers zijn voor zwak onderwijs. Met behulp van de bestuurlijke monitor wordt de stand van zaken per school inzichtelijk en kunnen scholen op basis van de kengetallen met elkaar worden vergeleken. Scholen kunnen hieruit input halen voor hun verdere schoolontwikkeling. Het “leren van elkaar” is een belangrijk thema. AWBR scholen hebben zicht op de beleidsontwikkeling en uitvoering. Zo wordt binnen de school duidelijk of de onderwijskundige doelstellingen zijn behaald, of in het proces wordt bij gestuurd en hoe de borging van resultaten plaatsvindt. De school heeft zo specifieke sturingsmogelijkheden om het beleid gericht te ontwikkelen, uit te voeren, te evalueren en te borgen. Door het bovenschools monitoren van de resultaten beschikt AWBR ook over de mogelijkheden om verantwoording af te leggen aan belangrijke ketenpartners.De school zorgt er voor dat zij alles in het werk stelt om haar onderwijsresultaten dusdanig te laten zijn dat wordt voldaan aan de door AWBR gestelde normen. Onderwijskundig beleid en kwaliteitszorg van de school Met onderwijskundig beleid en kwaliteitszorg gaat het over de vraag welke maatregelen de school moet nemen om ervoor te zorgen dat zij waarmaakt wat ze beloven. Samengevat gaat het om de volgende vragen: • Doet de school de goede dingen? • Doet de school die dingen goed? • Hoe weet de school dat? • Vinden anderen dat ook? • Wat doet de school met die bevindingen?
Schoolplan 2015-2019 pagina 13
Doelen van kwaliteitszorg De doelen van kwaliteitszorg ziijn:: • Zicht krijgen/houden op de kwaliteit van alles wat er in school gebeurt, waarmee en hoe. • Goede kwaliteit behouden. • Kwaliteit verbeteren.
5.2
De huidige kwaliteit
Onze school beschikt over een aantal gegevens, die gebruikt worden om naar de kwaliteit te kijken. Deze gegevens zijn gebruikt om het verbeteringsplan van de school op te stellen en beleidsvoornemens te bepalen. De volgende gegevens zijn momenteel beschikbaar: Inspectierapport De Inspectie van het Onderwijs heeft op 22 september 2014 een onderzoek uitgevoerd op onze school naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. In februari 2013 heeft de inspectie een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd waaruit risico’s bleken. De resultaten van leerlingen aan het einde van de schoolloopbaan waren weliswaar van voldoende niveau maar risicovol. Uit de jaarlijkse risicoanalyse die de inspectie elk jaar voor alle scholen uitvoert kwam in september 2014 naar voren dat de school inmiddels mogelijk drie jaren achtereen onvoldoende eindopbrengsten realiseert. Het doel van het laatste onderzoek was eventuele tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs vast te stellen. We beschikken over een rapport met de bevindingen. De inspectie concludeert dat de onderwijskwaliteit op basisschool Multatuli van voldoende niveau is, maar nog wel verbetering behoeft op een aantal onderdelen. Vanwege het feit dat de resultaten niet kunnen worden beoordeeld, zal de inspectie over twee jaar opnieuw een kwaliteitsonderzoek uitvoeren. De inspectie handhaaft het reeds toegekende basisarrangement. Onderdelen, die voor verbetering vatbaar zijn: • Aanbod beter presterende kinderen verbeteren; • Rijke leeromgeving; • Instructie en onderwijstijd; • Volgen en analyseren toetsen; • Kwaliteitszorg. Opbrengsten Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaalemotionele ontwikkeling. We achten het van belang dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze ambities zijn: • De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] • De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal]
14
• • • • •
De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs
De opbrengsten zijn bij het schrijven van dit plan, allemaal boven de inspectienorm, m.u.v. begrijpend lezen. Daarnaast vallen wij nu nog in de scholengroep met meer dan 15% gewichten leerlingen. Vanaf schooljaar 2015-2016 hebben wij echter minder dan 15% gewichtenleerlingen en vallen wij in andere scholengroep. Dit heeft consequenties voor de normering en voor ons lesgeven. Gegevens tevredenheidonderzoek. In december 2014 is er een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder directie, medewerkers, ouders en leerlingen,.
Ik geef aan de school het rapportcijfer
Directie 7.0
Ouders 7.5
Medewerkers 7.1
Leerlingen 7.9
Onderstaand zijn de meest opvallende resultaten weergegeven van personeel, ouders en leerlingen, ten opzichte van de externe benchmark. De resultaten van het management zijn niet meegenomen, vanwege het vaak beperkt aantal respondenten bij deze doelgroep. Positieve afwijkingen ten opzichte van de externe benchmark De cursief weergegeven getallen tonen de afwijking ten opzichte van de externe (landelijke) benchmark.
Leerlingen gaan graag naar school. Leerlingen leren samen te werken met andere leerlingen. Leerlingen zijn tevreden over de omgang met hun medeleerlingen. Leerlingen krijgen regelmatig te horen hoe hun vorderingen zijn. Leerkrachten vertellen leerlingen duidelijk wat ze goed of fout doen. De school beschikt over goede lesmethodes. Leerlingen leren voldoende op deze school. Het ICT aanbod vertoont samenhang met het lesaanbod. Het ICT aanbod draagt bij aan het realiseren van een uitdagende leeromgeving. Leerlingen krijgen structureel de gelegenheid om elkaar te helpen.
Medewerkers 0,0 3,5 3,0 3,6 3,2 3,3 3,1 3,4 3,3 3,4
0,0 -0,1 -0,2 0,2 -0,1 0,1 0,1 -0,3
Ouders 3,4 3,5 3,1 2,9 3,0 3,0 3,0 3,1 3,1
-0,1 -0,3 0,1 -0,4 -0,1 -0,1 -0,2 -0,3 -0,2
Leerlingen 3,3 3,4 3,5 3,2 3,5
0,3 0,3 0,3 0,2 0,2
3,6 3,1 3,0 3,5
0,2 -0,1 0,0 0,1
Schoolplan 2015-2019 pagina 15
Negatieve afwijkingen ten opzichte van de externe benchmark De cursief weergegeven getallen tonen de afwijking ten opzichte van de externe (landelijke) benchmark.
De directie bespreekt, verbeter- en/of ontwikkelingsmogelijkheden met medewerkers Ouders zijn voldoende op de hoogte van besluiten die door de school zijn genomen en voor hen van belang zijn. Leerlingen worden uitgedaagd zich maximaal te ontwikkelen. Het sanitaitr wordt regelmatig schoongemaakt. De school biedt ouders voldoende mogelijkheden om inspraak te hebben in de gang van zaken. Er is sprake van eenduideigheid in de formulering en uitvoering van beleid. Er bestaat voldoende draagvlak voor kwaliteitszorg binnen de school. De school heeft een goed functionerend systeem voor kwaliteitszorg. De school besteedt in het aanbod aandacht aan maatschappelijke thema’s. De directie activeert anderen om gezamenlijke doelen te behalen.
Medewerkers 2,8 -0,8
2,9
-0,2
3,4
-0,3
2,9 3,1 3,0 3,2 3,2
-0,5 -0,5 -0,5 -0,2 -0,4
Ouders
Leerlingen
2,9
-0,6
2,5 2,2 2,9
-0,5 -0,5 -0,5
3,2
-0,4
2,0
-0,3
Conclusies n.a.v. het tevredenheidsonderzoek: • Over het algemeen geeft de uitslag een van het onderzoek een positief beeld. • Onze leerlingen gaan graag naar school en zijn tevreden met de omgang met hun medeleerlingen. • De interne kwaliteitszorg is een verbeterpunt. • Communicatie naar/met medewerkers en ouders is een ontwikkelpunt.
5.3 Beleidsvoornemens • De school streef er naar om de tussen- en eindopbrengsten van het onderwijs op of boven het landelijke gemiddelde van de schoolgroep te realiseren. • Het kwaliteitsbewustzijn van de schoolorganisatie m.b.t. een integraal systeem van kwaliteitszorg en het bevorderen dat de huidige instrumenten deel uit maken van dit integraal systeem; • De school werkt aan een integraal systeem van kwaliteitszorg d.m.v. ParnasSys Integraal • De huidige instrumenten om de kwaliteit te bevorderen (het leerlingvolgsysteem, het schoolplan, de schoolgids, het schooljaarverslag, de veilig heid en -evaluatie en de tevredenheidpeilingen)gaan deel uit maken van dit integraal systeem; • De school zal de interactieve medezeggenschap stimuleren om te komen tot een kwaliteitsimpuls voor het beleidsvormende vermogen van de organisatie; • Aanbod voor alle leerlingen verbeteren.
16
6.
Onderwijskundig beleid
6.1
Inleiding
Ons onderwijskundig beleid wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstellingen zoals die beschreven staan in artikel 8 van de Wet op het Primair Onderwijs: Artikel 8: 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen door lopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwik kelen van de creativiteit, op het ver werven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. De school legt verantwoording af over het gevoerde beleid en geeft de plannen aan voor de verdere onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. Tevens geeft de school de beleidsmaatregelen aan die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke zorg- en leerbehoeften. Voornemens m.b.t. het onderwijskundig beleid zijn gebaseerd op: • de visie van de school; • de ontwikkelingen in de samenstelling van de schoolpopulatie; • een analyse van de leeropbrengsten gebaseerd op het leerlingvolgsysteem; • uitkomsten van recent inspectieonderzoek; • een eigen sterkte-zwakte analyse; • VVE (pedagogische en onderwijskundige visie op een doorgaande ontwikkelingslijn);
6.2
Sociaal emotionele Vorming
Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps(leerling) bespreking besproken (leerkracht en IB’er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: • Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. • Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling. • Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling. • We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect, dan volgt er actie (groepsplan) . • We houden bij hoeveel individuele handelingsplannen er per jaar in een groep uitgevoerd worden. • We houden bij hoeveel groepsplannen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling er per jaar in een groep uitgevoerd worden.
Schoolplan 2015-2019 pagina 17
6.3
Actief burgerschap, sociale cohesie en internationalisering
De overheid constateert dat de samenleving individualiseert en dat daardoor de betrokkenheid tussen burgers onderling op de achtergrond raakt. Dat geldt ook voor de rechten en plichten van mensen die in onze wetten zijn vastgelegd. Daar komt nog bij dat veel ouders en kinderen door een andere etnische afkomst niet gewend zijn aan burgerschapstradities en gebruiken van onze samenleving. De overheid gebruikt met name het onderwijs om daar verandering in te bewerkstelligen. Daarom verplicht de Wet op het Primair Onderwijs scholen (2006) aandacht te besteden aan actief burgerschap en de bevordering van sociale integratie van leerlingen. Bovendien is het een ambitie van ons schoolbestuur sinds schooljaar 2012/13 dat haar scholen niet alleen vorm geven aan actief burgerschap en sociale integratie, maar ook aandacht gaan besteden aan internationalisering en wij de term wereldburgerschap gaan hanteren om aan te geven dat de wereld niet stopt bij de landsgrenzen. Aan ons de taak deze opdracht te concretiseren in het onderwijsaanbod door de leerlingen kennis te laten maken met alle facetten van de internationale multiculturele samenleving. Wat is actief burgerschap? Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van onze maatschappij en daar als burger een actieve bijdrage aan te leveren. Wat is sociale integratie? Sociale integratie betreft de deelname van burgers ongeacht hun etnische of culturele achtergrond aan de samenleving en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Wat is internationalisering? Internationaliseren in het basisonderwijs is samen met de leerlingen ’over grenzen heen kijken’, zodat hun wereld wordt vergroot en is te onderscheiden in vier domeinen: • Vroeg vreemd taalonderwijs • Internationaal georiënteerde leerinhouden • Uitwisseling over de grens • Internationale beleidsontwikkelingen Onze ambities zijn: • Leerlingen worden zo voorbereid op een internationale samenleving en krijgen hierdoor inzicht in een wereld die gericht is op wederzijdse af hankelijkheid en onderlinge samenhang Wij voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. • Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maat schappelijke thema’s te verwoorden. • Wij voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwer king. • Wij voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). • Wij richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven.
18
•
Wij besteden gericht aandacht aan filosofie en “geluk”
6.4
Kunstzinnige vorming
Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich breed ontwikkelen, in lijn met het rapport van de Onderwijsraad: Een smalle kijk op onderwijskwaliteit (2013). Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich oriënteren op kunstzinnige en culturele aspecten die een rol spelen in hun leefwereld. Dat zij kennis verwerven van de actuele kunstzinnige en culturele diversiteit en dat ze die leren begrijpen en waarderen. Daarnaast: wij vinden het van belang dat onze leerlingen zich leren openstellen voor kunstzinnige aspecten, dat zij kunnen genieten van schilderijen en beelden, van muziek, van taal en beweging en daarop kunnen reflecteren. Tenslotte bieden we kunstzinnige vorming aan omdat onze leerlingen zich op die manier kunnen uiten (gevoelens en ervaringen). Onze ambities staan beschreven in ons cultuurplan en zijn • Wij geven teken- en handvaardigheidslessen (kleur, vorm, ruimte, textuur, compositie) • Wij geven muzieklessen (inclusief het leren gebruiken van instrumenten) • Wij beschikken over een methode voor het vak Muziek • Wij besteden aandacht aan dramatische expressie
6.5
Wetenschap en techniek
Onze maatschappij heeft een sterke behoefte aan geschoolde mensen op het terrein van wetenschap en techniek. Wij willen daaraan een bijdrage leveren door gericht aandacht te besteden aan dit vakgebied. Bij de activiteiten wetenschap en techniek leren onze leerlingen al samenwerkend aspecten die samenhangen met wetenschap en techniek te onderzoeken, te ontdekken en te ontwerpen. Onze ambities zijn: • Wij beschikken over een doorgaande lijn voor wetenschap en techniek • Wij hanteren een methode voor wetenschap en techniek (Techniektorens) • Wij koppelen wetenschap en techniek aan 21st century skills • Wij beschikken over een beleidsplan Wetenschap en techniek • Onderzoekend leren / oplossen is een onderdeel van onze lessen.
6.6
Effectieve leertijd
Op onze school willen we de leertijd effectief besteden omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven (te plannen) om zich het leerstofaanbod eigen te maken. We werken vanuit een lessentabel (zie bijlage), een weekoverzicht en een dag voorbereiding. In principe trachten we alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn: • De leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en) • De leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd) • Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland (lessentabel) • De leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster • De leraren plannen extra tijd voor taal (gelet op de behoeften van onze populatie) • De leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften
Schoolplan 2015-2019 pagina 19
6.7
Didactisch handelen
Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan gedifferentieerd onderwijs (werken met groepsplannen). We differentiëren bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Onze ambities zijn: • Lessen zijn goed opgebouwd • De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus • De leraren geven directe instructie • De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen • De leerlingen werken zelfstandig samen • De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) • De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren • De leraren zorgen voor stofdifferentiatie • De leraren zorgen voor tempodifferentiatie
6.8
Actieve en zelfstandige houding van kinderen
Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities zijn: • De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen • De leerlingen werken met dag(deel)taken en weektaken • De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) • De taken bevatten keuze-opdrachten • De leraren laten de leerlingen, waar mogelijk, samenwerken en elkaar ondersteunen • De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen
6.9 Klassenmanagement Met klassenmanagement bedoelen we: sturen, plannen, regelen en organiseren. Wij vinden dat onze leraren pas succesvol kunnen zijn als ze hun instructie en de leeractiviteiten van de leerlingen goed kunnen organiseren. Onze ambities zijn: • De leraren zorgen voor een effectieve inrichting van hun lokaal • De leraren hanteren heldere regels en routines • De leraren voorkomen probleemgedrag • De leraren zorgen ervoor dat de les activiteiten goed georganiseerd zijn
20
6.10 Talentontwikkeling Om onze leerlingen optimaal toe te rusten op de 21ste eeuw is het noodzakelijk dat we oog hebben voor de individuele talenten van de leerlingen. Daarbij gaat het ons om talenten in de meest brede zin van het woord. Dus niet alleen om taal- en rekentalent, maar ook om creatieve, culturele, motorische, sociale en onderzoekende talenten en bepaalde praktische vaardigheden. Als we bij de leerlingen specifieke talenten ontdekken, dan zal dat consequenties hebben voor de organisatie in de klas en voor het ICT-gebruik. Onze ambities zijn: • De leraren signaleren en registreren talenten bij hun leerlingen • De leraren stemmen hun aanbod en organisatie af op specifieke talenten van kinderen • De leraren zetten ICT in relatie met het ontwikkelen van talenten • Op onze school besteden we gericht aandacht aan Techniekonderwijs, Cultuureducatie en Sport en Bewegen • Onze school beschikt over beleid met betrekking tot de ontwikkeling van de 21st century skills
6.11 Beleidsvoornemens • • • • • • •
Implementatie Sociaal emotionele methode en volgsysteem afronden en borgen. Actief burgerschap uitbreiden door deelname Vreedzame Wijk. Daarnaast opzetten leerling raad. Wetenschap en techniek is een vast onderdeel van ons curriculum. Leertijd wordt effectiever ingedeeld, waar we uitgaan van verschillende onderwijsbehoeften. Didactisch handelen blijft op de agenda staan. Herijking visie op de zelfstandigheid van onze leerlingen. Brede talentontwikkeling actief stimuleren.
Schoolplan 2015-2019 pagina 21
22
7. Leerlingzorg De leerling-zorg wordt voor een belangrijk deel bepaald door het zorgbeleid van het Samenwerkingsverband Amsterdam- Diemen waar alle AWBR scholen in participeren. Handelingsgericht opbrengsten vergroten is een belangrijke werkwijze waaraan alle AWBR scholen werken. De doelstelling hiervan is heel concreet het vergroten van de leeropbrengsten. De 1 zorgroute is hiervan een belangrijk onderdeel. Op onze school gaat veel aandacht naar de inhoud van het onderwijs. We proberen alle kinderen datgene aan te bieden wat ze aankunnen, waarbij we streven naar een zo hoog mogelijk leerrendement per individueel kind. Het onderwijs, inclusief de extra zorg aan kinderen, vindt zoveel mogelijk plaats binnen de eigen groep. De gekozen organisatievorm is een leerstofjaarklassensysteem. In uitzonderlijke gevallen kan er ook gekozen worden voor een combinatiegroep. In beide gevallen wordt er les gegeven in een combinatie van klassikaal onderwijs en zelfstandig werkenmomenten, waarin de leerkracht ruimte creëert om zorg op maat te geven. Zo kan er rekening gehouden worden met mogelijke niveauverschillen en beperkingen van onze leerlingen. Binnen een eenduidige structuur met weektaken worden leerlingen uitgedaagd en gestimuleerd om zelf op zoek te gaan naar antwoorden en zelf verantwoordelijk te zijn voor hun prestaties. Ieder kind is uniek en heeft zijn eigen talenten. Binnen ons onderwijs gaan we uit van wat kinderen kunnen i.p.v. niet kunnen en willen daar ook gebruik van maken. Wij willen onze leerlingen dan een zo breed mogelijk scala aan activiteiten aanbieden en leren gebruik te maken van elkaars competenties. Dit kan op groepsniveau, maar ook op schoolniveau. We leren met- en van elkaar!
7.1
Handelingsgericht werken
Handelingsgericht werken (HGW) is een systematische manier van werken. Hierbij wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van ieder kind. Deze behoeften worden geformuleerd door aan te geven wat een kind nodig heeft om een bepaald doel te kunnen bereiken. Uitgangspunten binnen van het handelingsgericht werken zijn: • De onderwijs- en opvoedingsbehoefte van het kind staan centraal: wat heeft het kind nodig om de onderwijsdoelen te behalen? • Afstemming en wisselwerking: we richten ons op dit kind, in deze groep, bij deze leerkracht op deze school en van deze ouders. • Positieve aspecten benutten: we vertrekken vanuit de kansen en krachten die er zijn. Waar zijn de ouders, leerkracht en kind goed in? • De leerkracht doet er toe: als het gedrag van de leerkracht verandert, dan verandert het gedrag van het kind… en omgekeerd. • Constructieve samenwerking: de leerkracht is onderwijsprofessional, vraagt ouders wat werkt en maakt leerlingen tot mederegisseur van hun eigen leerproces. • Doelgericht werken: er worden kleine, snelle en haalbare doelen gesteld. • Systematisch en transparant: er wordt planmatig gewerkt. Steeds is door betrokken duidelijk water is gedaan en wat iedereen gaat doen.
7.2
Opbrengstgericht werken
Scholen die opbrengstgericht werken (OGW), benutten beschikbare data voor het verbeteren van hun onderwijs. Concreet betekent dit dat scholen gegevens verzamelen en gericht gebruiken om leerlingenresultaten te verbeteren. Meten van leerling-resultaten, analyse ervan en aanpassingen van het onderwijs naar aanleiding van de analyse van resultaten is een cyclisch proces. Cyclisch werken betekent dat steeds opnieuw bepaald wordt aan welke
Schoolplan 2015-2019 pagina 23
verbetering gewerkt wordt en welke concrete resultaten men wil bereiken. Dit proceskan ondersteund worden door gebruik te maken van de PDCA-cyclus van Deming(1986). Het model bestaat uit vier stappen: Plan – Do – Check – Act. Doordat de cyclus zich herhaalt, leidt het doorlopen van de stappen tot een voortdurende verbetering van de resultaten.
7.3
Het zorgsysteem
Om de zorg binnen de school goed te coördineren en organiseren is er een intern begeleider aangesteld. Het takenpakket van de intern begeleider is bestuurlijk vastgesteld. De leidraad van ons zorgsysteem is de 1 zorgroute (zie bijlage) Hierbinnen kunnen onderstaande besprekingen plaatsvinden. Handelen na deze besprekingen geschiedt naar de PDCA- cyclus van het opbrengstgerichtwerken. d.m.v. een groepshandelingsplan en in uitzonderlijke gevallen een individueel handelingsplan. Zorg in de groep Deze eerste hulplijn in preventieve zin ligt op klassenniveau. Ons zorgsysteem op schoolniveau is dan ook bedoeld als ondersteuning richting klassenniveau. Alle ontwikkelingen van de leerlingen worden zorgvuldig gevolgd met ParnasSys, ons leerlingvolgsysteem.We gebruiken de Cito-toetsen en de methodegebonden toetsen. Groepsbespreking Elk half jaar vinden er groepsbesprekingen plaats m.b.t. alle leerlingen van een groep n.a.v. de CITO toetsresultaten en de methodegebonden toetsen. Bij de bespreking van de toetsresultaten worden conclusies getrokken op drie niveaus: de individuele leerling, de groep en de doorgaande leerlijn binnen de school.Voor leerlingen die hoger of lager scoren dan het curriculum worden uitgebreider besproken en worden m.b.v. een handelingsplan verder geholpen. Tijdens de bespreking wordt afgewogen of een nadere diagnose wenselijk is en/of worden actiepunten vastgelegd. Leerlingbespreking Wanneer de school niet meer alleen aan de ontwikkelingsbehoeften van een leerling tegemoet kan komen en hulp van buitenaf nodig heeft, melden wij dit, in overleg met en met toestemming van de ouders, bij het zorgplatform. We houden regelmatig kindbesprekingen waarbij de leerkracht, de interne begeleider, de orthopedagoog aanwezig zijn. Zorgbreedoverleg Als we er op schoolniveau niet uitkomen, is er daarnaast nog het zorgteam, dat zes maal per jaar bij elkaar komt, het Zorg Breedte Overleg (ZBO). Hierin zijn vertegenwoordigd: de (adjunct) directeur, de interne begeleider, de orthopedagoog die de school begeleidt, de schoolmaatschappelijk werker, de leerplichtambtenaar, de schoolarts/-verpleegkundige en soms de leerkracht. Het overleg wordt voorgezeten door de (adjunct) directeur. De kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, worden dan besproken. Externe zorg Als een kind ondanks intensieve interne en externe begeleiding geen vooruitgang boekt, houden we een speciale leerlingenbespreking.Vaak geven we
24
dan het advies om het kind aan te melden voor onderzoek bij de schoolbegeleidingsdienst het ABC. Naar aanleiding van de resultaten van het totale onderzoek wordt besloten of een kind verwezen wordt naar een vorm van speciaal (basis) onderwijs. Het is echter ook mogelijk dat we het kind op school proberen te houden met specialistische hulp. Rol ouders De ouders worden in alle stappen meegenomen, geraadpleegd en geinformeerd: wij zien ouders als partners in het leer- en ontwikkelproces van het kind. Alle scholen bieden ouders educatief partnerschap aan. Aan het begin van het schooljaar 2015 - 2016 hebben we ‘De vijf zekerheden van AWBR’ geformuleerd. Ouders weten dan hoe de school met hen wil communiceren en wat er door de school op dat gebied van de ouders wordt verwacht. Voor een verdere beschrijving van de zorgstructuur van de school verwijzen wij naar het ondersteuningsplan.
7.4
Passend Onderwijs
Vanaf 1 augustus 2014 is de wetgeving over Passend Onderwijs van kracht. Alle kinderen hebben recht op goed onderwijs, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. De schoolbesturen krijgen de zorgplicht om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Scholen krijgen de ruimte om flexibeler op de behoeftes van leerlingen en leerkrachten in te spelen en deze vormen van ondersteuning zelf te organiseren en betalen. De scholen zorgen zelf voor passend onderwijs voor iedere leerling die op hun school zit, of die zich bij hun school aanmeldt. Schoolbestuur en school moeten eerst kijken wat de school zelf kan doen. Als een school de noodzakelijke ondersteuning aan een leerling niet kan bieden, moet zij zorgen dat deze ondersteuning elders wordt geboden. Bijvoorbeeld op een andere school van hetzelfde schoolbestuur of op een andere school in de wijk. Hierbij zijn de wijknetwerken behulpzaam. Het Samenwerkingsverband Amsterdam/Diemen regelt vanaf 1 augustus 2014 voor leerlingen waarvoor het echt nodig een plek binnen het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. Steunpunt Passend Onderwijs West (SPO West) Voor de leerlingen die in aanmerking komen voor een ondersteuningsarrangement investeert AWBR in het Steunpunt Passend Onderwijs (SPO) West. Dit steunpunt is voor en door het openbaar onderwijs in West en Nieuw West opgericht en stelt de deuren ook open voor scholen uit deze regio van andere denominaties die gebruik willen maken van de expertise van het Steunpunt. Ondersteuningsplan In het ondersteuningsplan hebben we beschreven hoe de zorg voor de leerlingen van onze school georganiseerd is. Er is een analyse van wat wij erg goed kunnen op school en wat we minder goed kunnen bieden. Mochten we bepaalde zorg niet goed kunnen bieden dan schakelen we door middel van ons samenwerkingsverband hulp op maat in. Dat kan bij ons op school zijn of op een andere school als dat nodig is. Natuurlijk gaat dat altijd in samenwerking met ouders. Jaarlijks krijgt ons ondersteuningsplan een update.
7.5 Beleidsvoornemens • HGW cyclus borgen. • School Ondersteunings Profiel (SOP) scherper formuleren. Schoolplan 2015-2019 pagina 25
8.
Personeelsbeleid en organisatie ontwikkeling
8.1
Integraal personeelsbeleid
Het personeelsbeleid van de school wordt afgeleid van het personeelsbeleid van AWBR. Het IPB wordt voor een belangrijk deel collectief geregeld binnen AWBR, De uitwerking hiervan vindt plaats op schoolniveau. De behoefte aan maatwerk voor de eigen organisatie kan er toe leiden dat sommige scholen op onderdelen van het IPB andere accenten leggen. Bijvoorbeeld m.b.t. de opbouw van het personeel, de gewenste expertise, de aanwezige en gewenste functies, functiemix en de verdere ontwikkeling van de professionele organisatie. Goed personeelsbeleid betekent voor onze school het regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op de inhoudelijke doelen en organisatorische doelen van de school, ingebed in de strategische positie in de eigen omgeving. Hierbij wordt professioneel gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen die gericht zijn op de ontwikkeling van de individuele medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school en aan de vastgestelde competenties (SLO). De competenties en de criteria zijn verwerkt in een zogenaamde kijkwijzer .Daardoor borgen we dat onze doelen aan bod komen bij de groepsbezoeken. De inhoud van de grote kijkwijzer staat centraal bij vrijwel alle instrumenten voor personeelsbeleid en met name bij de werk-, functionerings- en beoordelingsgesprekken. Daarmee borgen we dat de professionele ontwikkeling van de medewerkers een standaard onderdeel vormt van de gesprekkencyclus. Het is van belang om zo spoedig mogelijk om te zien naar competenties en criteria die het onderscheid verhelderen tussen de bekwaamheid van de startbekwame, de basisbekwame en de vakbekwame leraar. De directeuren van de scholen monitoren de kwaliteit op hun scholen. Wij maken op onze school bij het afleggen van de klassenbezoeken gebruik van het KBA monitor instrument. Binnen ParnasSys Integraal kunnen zij gebruik maken van (bijvoorbeeld) de Competentiethermometer. De cyclus van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken blijft gehandhaafd op de scholen. De komende tijd worden op bestuursniveau de volgende aspecten van personeelsbeleid verder uitgewerkt: • AVR-beleid (Arbo, Verzuim en Re-integratiebeleid); • Werken met ParnasSys Integraal • Organisatieontwikkeling en professionele cultuur; • Ontwikkeling van de competenties van schooldirecties, onderwijsgevend en onderwijs ondersteunend personeel: • Mobiliteit; • Functiemix; • AWBR-academie waaronder onze samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam (Opleiden in School) en de Universiteit van Amsterdam ; • Levensfasebewust personeelsbeleid; • De bepalingen betreffende de werkdruk en duurzame inzetbaarheid zoals afgesproken in de cao Primair Onderwijs 2014.
26
8.2 Personeel De directie van de school bestaat uit de directeur en de adjunct-directeur. De directie vormt samen met drie collega’s die de taak bouwcoördinator op zich hebben genomen (onderbouw-middenbouw-bovenbouw) het managementteam (MT) van de school. Het team (n= 31) bestaat uit: • 8 voltijd groepsleerkrachten • 12 deeltijd groepsleerkrachten • 2 vakleerkrachten bewegingsonderwijs • 1 intern begeleider • 1 leerkrachtondersteuner • 2 onderwijsassistenten • 1 administratief medewerker • 1 conciërge Van de 31 medewerkers zijn er 22 vrouw en 9 man.
3.3 Beleidsvoornemens • • •
Specialisten opleiden op het gebied van: nieuwe media, hoogbegaafdheid, sociaal emotionele vorming en wetenschap & techniek Leerkrachten werven, ter vervanging van het natuurlijk verloop, die voldoende competent zijn en kwaliteit hebben, binnen de lerende cultuur van de school, rekening houdend met de leeftijdsopbouw. Het scholingsbeleid in relatie brengen met de persoonlijke ontwikkelingsgesprekken en het gewenste schoolbeleid.
Schoolplan 2015-2019 pagina 27
28
9.
Informatie en communicatietechnologie
ICT is dienstbaar en faciliterend aan onze visie op onderwijzen. ICT ondersteunt leerlingen in het vervullen van de leerbehoefte die ze hebben. We herijken het ICT-beleidsplan dat in 2010 is vastgesteld en stellen een investeringsplan op waarmee we toekomstige ontwikkelingen kunnen financieren. Eind 2015 is de update gereed.
9.1
Onderwijs faciliterend
ICT is het venster op de wereld. Het biedt leerlingen de mogelijkheid om internationaal te leren. Het verbreedt hun wereld. Grenzen vervagen en informatie is in no time beschikbaar. Op school en thuis. Dag en nacht. ICT faciliteert het leerproces van onze leerlingen. Dat vraagt een visie op de beschikbaarheid en toepasbaarheid van ICT. En het vraagt om een toekomstgericht investeringsplan.
9.2
ICT-vaardige leerkrachten
Leerlingen ontwikkelen zich razendsnel in de wereld van de sociale media, google en Wikipedia. Willen de leerkrachten in staat zijn leerlingen goed te begeleiden op dit ontwikkel pad, dan zullen zij zelf ook ICT-vaardig moeten zijn op genoemde gebieden. In het internationale krachtenveld is tweetaligheid voor leerlingen de zeer nabije toekomst. Ook van leerkrachten mag worden verwacht dat zij zich basaal in het Engels verstaanbaar kunnen maken om de leerlingen in hun informatievoorziening bij te kunnen staan.
9.3
ICT en beheer
AWBR hecht veel waarde aan verantwoord beheer van de stichting. Zowel op financieel gebied als op het gebied van monitoren van de kwaliteit van het onderwijs investeren we de komende jaren in ICT-systemen waarmee we steeds up to date managementinformatie kunnen verstrekken op alle voor AWBR relevante gebieden. In 2015 wordt ParnasSys Integraal geïmplementeerd, begin 2016 is een combinatie van een financieel management informatiesysteem en een administratiesysteem dat we dan in eigen beheer hebben.
9.4
ICT op OBS Multatuli
Op onze school gebruiken we computers ter ondersteuning van ons onderwijs. Die ondersteuning heeft twee componenten. Voor een deel wordt ICT bedrijfsmatig ingezet en een deel is er voor het onderwijs aan de kinderen. In de bedrijfsvoering werken we met het leerlingadministratiesysteem Parnassys. In dit programma verzamelen we inschrijfinformatie van de leerling, informatie rondom de vorderingen van de leerling, absenties en dergelijke. Een aantal onderdelen uit de leerlingadministratie worden uitgewisseld met de overheid voor bekostiging. Dit alles wordt gedaan overeenkomstig met de wet bescherming persoonsgegevens. Parnassys beschikt over extra modules. Een aantal daarvan gebruiken we op school. Zo is er het ouderportaal. Het ouderportaal maakt mogelijk dat ouders kunnen inloggen in het leerlingadministratiesysteem en daar gegevens uit kunnen halen. Zo staan hier gespreksverslagen, absentiegegevens en resultaten van methode onafhankelijke toetsen. De komende jaren gaan we werken met de module Integraal.. Integraal is een kwaliteitszorgprogramma. Om de communicatie binnen school goed te laten verlopen werken we met microsoft Share Point en Office 365. Het werken hiermee gaan we nog verder
Schoolplan 2015-2019 pagina 29
implementeren. Voorbeelden van wat we met Share Point doen zijn onder andere: e-mail, agenda, opslaan en delen van documenten. Verder is er software die ons helpt met registratie bij bepaalde methodes zoals estafette. Op leerlinggebied hebben we software die ondersteunend is aan de methodes bij rekenen , taal, begrijpend lezen en technisch lezen. Hierin zitten onderdelen waarmee de leerling kan oefenen. In de komende periode gaan we met oefenprogramma’s werken voor taal en rekenen. Tot nu toe was dat via Ambrasoft waarbij leerlingen ook thuis konden oefenen. In de komende periode worden dat Taalzee en Rekentuin. Hiervoor gaan we beleid maken hoe we ouders betrekken bij het helpen thuis met deze programma’s.
9.5 Beleidsvoornemens In de komende tijd gaan we visie ontwikkelen op het gebied van ICT. Het beleid wat we hebben gevolgd in de afgelopen 5 jaar is succesvol geweest. De ontwikkelingen op ICT gebied gaan heel snel en we willen een plan maken waarbij we de mogelijkheden die ICT biedt combineren met wat we als school goed kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van de leerlingen.
30
10. Huisvesting, inrichting en financiën 10.1 Huisvesting en inrichting AWBR maakt gebruik van 23 schoolgebouwen. Drie gebouwen zijn niet overgedragen om redenen die betrekking hebben op het nog niet geregeld zijn van het beheer van een Brede School of vanwege ernstig achterstallig onderhoud in combinatie met geplande nieuwbouw. Het bestuur streeft naar goed geoutilleerde gebouwen waarbinnen de visie van de organisatie gerealiseerd kan worden. Binnen die visie passen ook de begrippen duurzaamheid, multifunctioneel gebruik (Brede Scholen) en goede arbeidsomstandigheden. Dit alles te realiseren binnen de financiële mogelijkheden van de stichting. Het realiseren van deze doelstellingen vereist een integraal huisvestingsplan op bestuursniveau. Het gaat hier om het formuleren van beleid m.b.t. de huisvesting, de geplande of noodzakelijk geachte onderwijskundige voorzieningen in het gebouw, de inrichting van de school en het te voeren financieel beleid op schoolniveau op basis van een meerjaren en – en investeringsbegroting. Kaders waar binnen gewerkt wordt zijn vooral de beschikbare rijksvergoeding en de huisvestingsverordening Amsterdam. In oktober van ieder jaar zal er op schoolniveau een inventarisatie plaatsvinden waarbij het onderhoud, investeringen en gebruikstevredenheid in beeld worden gebracht. Ook zal de uitvoering van het meerjaaronderhoudsplan met de schoolleiding worden besproken en vastgesteld. Huidige situatie op onze school Op 01 oktober 2015 heeft onze school de beschikking over 17 klaslokalen, een personeelskamer annex informatielokaal, een aula annex speelzaal en een gymnastiekzaal (zie bijlage plattegrond). In de zomer van 2010 zijn er in de school energiebesparende maatregelen getroffen en in de zomer van 2011 volledig gerenoveerd met in acht neming van de monumentale status van het gebouw. Daarnaast hebben er verschillende verbouwingen plaats gevonden om extra klaslokalen te realiseren, zodat wij als school in een gebouw passen. Rondom de school is veel ruimte en groen. In 2014 is er een “Zoneparc” gerealiseerd op de schoolpleinen en de speeltuin, die gelegen is naast de school. Kindercampus Door constant te zoeken naar nieuwe vormen van onderwijs die passen in deze tijd, blijft de kwaliteit van onderwijs centraal staan. AWBR heeft de laatste jaren bijvoorbeeld ingezet op het ontwikkelen van Brede Scholen. Daarnaast kijken we vanuit onze visie op onderwijzen naar vernieuwende onderwijsconcepten die aansluiten bij de leerbehoeften van kinderen en de ontwikkelwensen van ouders voor hun kinderen. Zo is er een school die breinleren centraal stelt en verder ontwikkelt. Weer een andere school heeft de schooldag meer ingericht naar het bioritme van leerlingen. Om het aanbod nog gevarieerder te maken ligt de focus de komende jaren op de ontwikkeling van onderstaande concepten. Graag zouden wij ons ontwikkelen tot een kindercampus. Fysiek kunnen we niet met al onze partners in een gebouw, maar de omgeving van de school leent zich prima voor een intensieve samenwerking met onze welzijnspartner. Op de kindercampus staan verschillende gebouwen in een kleine radius om de school, waar onderwijs, opvang en activiteiten allemaal plaatsvinden. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn: • de regie ligt bij de school; • bij voorkeur wordt er samengewerkt met één partner; • de financiële onderbouwing ligt voor tenminste vijf jaar vast.
Schoolplan 2015-2019 pagina 31
10.2 Financiën AWBR werkt met een financiële planning en controle cyclus. Jaarlijks stellen de scholen in samenwerking met de controller van AWBR een begroting op. In deze begroting worden op basis van de telgegevens (t-1) de (rijks)baten en ook de lasten opgenomen. Verder wordt het financiële beleid van AWBR in de begroting verwerkt. Daarnaast wordt ook per school op basis van een prognose van het leerlingaantal een meerjarenbegroting opgesteld. Uitgangspunt is dat over een periode van vier jaar een sluitende exploitatie per school wordt vastgesteld. De hoogte van de (meerjaren) investeringen worden op schoolniveau in samenspraak met de controller jaarlijks opgesteld. Voor het te voeren financieel beleid op schoolniveau, op basis van een meerjaren – en investeringsbegroting, verwijzen we naar bijlage Sponsoring Vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is samen met relevante onderwijsorganisaties in 1997 een convenant opgesteld met uitgangspunten over de manier waarop (basis)scholen op verantwoorde en zorgvuldige wijze sponsoring kunnen inzetten. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die worden verstrekt, waardoor de verstrekkende partij een tegenprestatie verlangt. De medezeggenschapsraad moet instemmen met beslissingen over sponsoring. De voornaamste uitgangspunten –onderschreven door de schooldirectie, MR en stichtingsbestuur- in het convenant zijn: • sponsoring mag niet de inhoud en/of continuïteit van het onderwijs beïnvloeden of strijdig zijnmet taken van en eisen aan de school. • in leermaterialen mag geen reclame voor de sponsor worden gemaakt. • de school en het onderwijs mogen niet afhankelijk worden van de sponsor. • sponsoring is bedoeld als aanvulling op de kernactiviteiten van de school • de overheid is en blijft verantwoordelijk voor de financiering van hoogwaardig en toegankelijk onderwijs • er mag bij afname van computers geen sprake zijn van verplichte afname van software • bij sponsoring van bouw, inrichting of exploitatie van de school mag de sponsor zich niet bemoeien met de uitvoering ervan
32
11. Overige onderwerpen 11.1 Klachtenregeling Als u een klacht heeft over iets dat in de school is gebeurd, is het belangrijk dat u op de goede plaats terechtkomt. Afhankelijk van de situatie kunt u zich wenden tot de leerkracht, ander personeel of de directie. In alle gevallen zullen wij onze best doen de klacht te verhelpen. Mocht u niet tevreden zijn over de afhandeling van de klacht dan kunt u zich wenden tot de AWBR. De OBS Multatuli houdt een registratie van de klachten bij.
Klachtenregeling AWBR Als u een klacht heeft over iets dat in of om de school gebeurd is, is het belangrijk dat u op de goede plaats terechtkomt en dat uw klacht zorgvuldig wordt behandeld. Daarom is er voor de openbare scholen van Amsterdam West Binnen de Ring een ‘Klachtenregeling openbaar primair onderwijs AWBR’. De regeling is bestemd voor alle betrokkenen bij het openbaar primair onderwijs: leerlingen, leerkrachten, ouders en verzorgers, directieleden, leden van het schoolbestuur, (ex)leerlingen, vrijwilligers en overige personeelsleden kunnen een klacht indienen.
Een klacht? Bij het indienen van een klacht kijken wij in eerste instantie of uw klacht binnen de school kan worden opgelost. U bespreekt een klacht eerst met de leerkracht: bijvoorbeeld over de begeleiding van uw kind, over een strafmaatregel of over een voorval op school. Komt u er samen niet uit, dan neemt u contact op met de directie of de interne begeleider. Als ook dit gesprek geen oplossing biedt, kunt u zich wenden tot onze interne contactpersoon.
Interne contactpersoon De interne contactpersoon werkt op onze school en is benoemd door het schoolbestuur. Een contactpersoon houdt zich niet met de inhoud van uw klacht bezig. U bepaalt samen met de contactpersoon hoe uw klacht behandeld kan worden, wat de beste weg is. Dat is bijvoorbeeld doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon, naar het schoolbestuur of naar de landelijke klachtencommissie. Op OBS Multatuli zijn twee interne contactpersonen aangesteld waar u uw klacht kunt melden. Zie schoolgids en/of website voor hun gegevens.
Vertrouwenspersoon Voor klachten over aantasting van de persoonlijke integriteit (agressie, geweld, discriminatie en seksuele intimidatie) kunt u ook rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. Zie voor gegevens de schoolgids en/of website vam de school.
Klachten over persoonlijke (on)veiligheid Voor klachten over seksuele intimidatie bestaat een wettelijke meldplicht door het bevoegd gezag bij de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van Onderwijs. Naast de bestaande aandachtsgebieden kunnen betrokkenen uit het onderwijs bij dit meldpunt ook terecht met signalen betreffende discriminatie, fundamentalisme, extremisme en dergelijke. Voor contactgegevens zie de schoolgids en/of website van de school.
11.2 Veiligheidsbeleidsplan De school is een leefgemeenschap waarin een veilig schoolklimaat, voor personeel, leerlingen en hun ouders, voorop moet staan. In het schoolveilig-
Schoolplan 2015-2019 pagina 33
heidsplan en de gedragscode worden vanuit de verantwoordelijkheid voor een goed arbeidsomstandigheden beleid in de scholen door het schoolbestuur richtlijnen geformuleerd die door de scholen in de praktijk zijn uitgewerkt in een protocol. De bedoeling van het schoolveiligheidsplan en de gedragscode is te komen tot een systematische en gezamenlijke aanpak van de problematiek rond preventie van het geweld in het onderwijs en te bewerkstelligen dat adequaat wordt gereageerd op concrete geweldsituaties. De school beschikt over een registratiesysteem: de leraar registreert incidenten (met behulp van een format). Een incident wordt geregistreerd als de leraar inschat dat het werkelijk een incident is, of na een officiële klacht.
11.3 Kindermishandeling en huiselijk geweld Onze school is aangesloten bij matchpoint, hier kunnen wij meldingen doen bij vermoeding van kindermishandeling en huiselijk geweld. Ook is onze ouder- kindadviseur nauw betrokken bij vermoedens deze problematiek.. Met de verwijsindex Matchpoint is voor de betrokken professionals uit de Stadsregio Amsterdam in één oogopslag te zien welke instellingen en professionals hun zorg hebben geuit over dezelfde jongere en welke partij verantwoordelijk is voor de zorgcoördinatie. Voorwaarde hierbij is dat de daarvoor geautoriseerde professional een zogenaamde ‘ketenregistratie’ in het systeem doet, alleen dan krijgt men inzicht in de informatie.
11.5 Duurzaamheid Wij willen in ons onderwijs aandacht besteden aan duurzaamheid. De speerpunten op onze school zijn, zo zuinig mogelijk met energie om te gaan en zoveel mogelijk recyclebare materialen te gebruiken. Wij gaan duurzaam om met materialen, met elkaar en met de omgeving. Onze ambitie is om te voldoen aan de richtlijnen, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan van AWBR. Deze richtlijnen worden vastgelegd in een handboek.
34
Bijlage 1: Evaluatie schoolplan 2011-2015 Algemene evaluatie schooljaar 2011-2015 Afgelopen schooljaren hebben we hard gewerkt om het onderwijs op OBS Multatuli te verbeteren. Sommige verbeterpunten zijn behaald, andere niet. Per beleidsterrein wordt er in de bijlage beschreven of het doel behaald is of niet en zo niet, wat de vervolgstappen zullen zijn. In de afgelopen periode zijn wij tweemaal bezocht door de Inspectie van het Onderwijs. De eerste keer was het een regulier bezoek en bleven we uiteindelijk onder het basistoezicht vallen. In oktober 2014 is de Inspectie echter nogmaals langs geweest: dit maal omdat we gedurende drie jaar tegenvallende resultaten hebben gehad op de CITO eindtoets. Voor ons zijn de resultaten altijd verklaarbaar geweest en hebben de leerlingen die score behaald, die bij hun capaciteiten hoorde. De inspecteurs konden zich ook vinden in onze verklaring en is onze school gewoon blijven vallen onder het basistoezicht. Natuurlijk zijn er verbeterpunten naar boven gekomen: deze zullen worden meegenomen in het schoolplan 2015-2019. Waar zijn we trots op: We zijn trots op het feit dat OBS Multatuli een echte buurtschool is en een afspiegeling is van de wijk waar we in staan. De kwaliteit van het onderwijs is verhoogd en we komen steeds meer tegemoet aan de verschillen tussen kinderen. Leerkrachten zijn vaardiger geworden in het opstellen van groepsplannen, waardoor we de HGW cyclus beter volgen. Ook de tussentijdse opbrengsten zijn verhoogd en de OGW cyclus wordt gevolgd. Oftewel er is een kwaliteitsslag gemaakt. De organisatie van de school is professioneler geworden: er is weer een goed werkend management team, die het schoolbeleid vorm geeft in de bouwen. Waar moeten we echt nog stappen in maken. De zorgstructuur is nog steeds een punt van aandacht: leerpunten, die we meenemen is dat er echt gecontroleerd zal moeten worden door IB en directie op gemaakte afspraken. Dit zullen we doen door planmatiger te gaan werken met o.a. een vergaderrooster en de HGW kalender strikt te volgen en elkaar daar ook op te bevragen in IB-directieoverleg. Zoals hierboven al beschreven zijn we tevreden over de groei in opbrengsten. Echter als we kijken naar de groei in de vaardigheidsscores, is dat nog een punt van aandacht. Alsmede het stellen van ambitieuze doelen: dit gebeurd op dit moment onvoldoende. Ook zullen we goed moeten monitoren of onze opbrengsten in lijn zijn met onze gemende school met een lagere wegingsfactor. Op het gebied van ICT hebben we grote stappen gemaakt en daar zijn we ook trots op: echter in deze steeds sneller veranderende maatschappij blijven we achter de feiten aanhobbelen. Hierin zullen we echt nog stappen moeten maken.
Beleidsvoornemens schoolplan 2011-2015 Brede school. In de afgelopen jaren zijn wij intensiever gaan samenwerken met de welzijnspartner “Impuls”, zo werken we o.a. samen in de pilot peuterschool. Daarnaast is er een goede overlegstructuur met de voorschool en worden thema’s samen uitgewerkt en enkele keren per jaar samen afgesloten.
Schoolplan 2015-2019 pagina 35
Echter tot een “Brede School” is het niet gekomen, mede door het ontbreken van de financiële middelen vanuit het stadsdeel. Het is echter nog steeds een wens om een goede samenwerking aan te gaan met een welzijnsorganisatie om zo een doorgaande pedagogische lijn te ontwikkelen van 0 tot 12 jarigen en van 07:00 uur tot 19:00 uur. Gemengde school Op dit moment zit de kinderen van het ouderinitiatief in groep 8 en kan er gesproken worden over een geslaagd project. In 01-10-2010 hadden wij nog 53% gewichten- leerlingen, op de laatste tel datum was dat nog maar 15%. Sinds 2010 zijn we tevens met 85 leerlingen gegroeid en zijn we van 14 naar 16 groepen gegroeid. Gelukkig zijn de scholen in de wijk ook aan het mengen, dit heeft echter wel invloed op onze instroom van kinderen van hoogopgeleide ouders. We zullen ons moeten blijven profileren om de menging in stand te houden. Kwaliteitsbeleid ParnasSys is ingevoerd, maar door voortschrijdend inzicht is dit een dynamisch proces. Op het moment van schrijven is het ouderportaal opengesteld en is het voor ouders mogelijk de NAW gegevens in te zien. De komende jaren zullen er steeds meer modules worden opengesteld. De kwaliteitszorg is echter onvoldoende tot ontwikkeling gekomen. De directie heeft veel tijd gestoken in het opzetten van verbeterplannen, maar de uitvoering daarvan verliep trager dan voorzien, mede door uitval van personeel. Momenteel is er meer rust in de school en kunnen directie en team de verbeteringen verder vormgeven. Ook heeft de school gewerkt aan het bepalen van nieuwe streefdoelen met schooleigen normen. De verbeterplannen zijn echter nog altijd onvoldoende uitgewerkt. Zo ontbreken duidelijke doelen en criteria voor evaluaties. Hierdoor is het voor het team zelf moeilijk vast te stellen of er in voldoende mate een verbetering heeft plaatsgevonden. Er vindt op dit moment een oriëntatie plaats op ParnasSys integraal: dit zou een belangrijk instrument kunnen zijn om bovenstaande op orde te krijgen. Onderwijskundig beleid De afgelopen planperiode zijn alle methodes vernieuwd en geïmplementeerd. Doordat de methodes geschreven zijn naar de nieuwste inzichten komen ze tegemoet aan de drie niveau groepen waar we mee werken en is het ADI model goed uitgewerkt in de handleidingen. Afspraken omtrent het gebruik van de methodes s vastgelegd in “Zo werken wij op OBS Multatuli”. Het schrijven van een taal – en rekenbeleidsplan zijn beide niet gerealiseerd. Alsmede een doorlopende leerlijn woordenschat groep 1 t/m 8. Dit is recent weer opgepakt en lijkt goed verankert te zijn in onze nieuwe taalmethode “STAAL“. Kanjertraining is als sociaal emotionele methode ingevoerd en het daarbij behorende leerling volgsysteem. Daarnaast is er op bestuursniveau een Hoogbegaafdheidsgroep gestart bij ons op school. De expertise die we hierdoor in school hebben kan ons verder helpen, aangezien we over te weinig leermiddelen en materialen beschikken in de groepen om deze leerlingen voldoende uitdaging te bieden. Daarnaast is de invulling van het onderwijs voor deze leerlingen nog sterk leerkrachtafhankelijk. Zorg en begeleiding De HGW cyclus is geïntroduceerd, maar door het ontbreken van continuïteit binnen de interne begeleiding, niet goed geïmplementeerd. Echter we hebben dit schooljaar een grote stap gemaakt: dit heeft geresulteerd in een zorgsysteem wat er in voorziet dat aan de voorwaarden voor het uitvoeren
36
van goede zorg wordt voldaan. Dit betreft de wijze waarop de ontwikkeling en leervorderingen van leerlingen worden gevolgd , het opstellen van een pedagogisch overzichten en het maken van groepsplannen. Nu de contouren van de zorg zijn bepaald, is het nodig om de kwaliteit op onderdelen verder aan te scherpen en te verdiepen. Vooral de stappen na de analyse verdienen zorg. Wat bieden we welk kind aan? Hoe kunnen we de instructie verbeteren ? Integraal Personeelsbeleid IPB cyclus wordt gevolgd, wel merkt de directie dat ze hier planmatiger mee om moet gaan. Afgelopen schooljaar zijn er drie bouwcoördinatoren aangesteld en het MT is nu weer op volle kracht. Afgelopen jaren hebben we door de groei en het natuurlijk verloop, verschillende nieuwe collegae mogen ontvangen: een aanwinst voor de school! ICT Er is op onze school geen media coach en ook ontbreekt een ICT coördinator. We hebben dit nu opgelost door iemand van buitenaf die ons hierbij ondersteunt. Leerkrachten zijn regelmatig geschoold op school op het gebruik van het digi bord (die op het moment van schrijven in alle groepen aanwezig is). Echter we merken dat de ontwikkelingen zo snel gaat dat het moeilijk is om up-to-date te blijven. Wel maken we al op bescheiden schaal plaats van android tablets en worden bij de kleuters een aantal i pads ingezet. Er is een wens uit he team om hiermee meer te doen. Huisvesting en financieel beleid De afgelopen planperiode zijn er verschillende verbouwingen geweest. Bij de verbouwing in 2011 is het gebouw gerenoveerd. De andere verbouwingen hebben allemaal het doel gehad om klaslokalen te creëren om de groei op te kunnen vangen. Hierdoor zijn het beelden vorming lokaal, het documentatiecentrum en het computerlokaal uiteindelijk klaslokaal geworden. Daarnaast is op het moment van schrijven een groep ondergebracht op een dislocatie. Het is de bedoeling dat deze groep nog dit schooljaar terugkeert in school, aangezien er een zwevende constructie geplaatst zal worden in de aula/speellokaal, waardoor er nog 2 groepen gecreëerd worden. Als deze verbouwing afgerond is, kunnen we 17 groepen huisvesten. Dit zal tevens de maximale grote van de school worden/zijn. We voeren financieel beleid op basis van een meerjaren- en investeringsbegroting. Door de daling van de gewichtenleerlingen, stijgt ons budget – ondanks de groei – niet of nauwelijks. Daarnaast is er in 2013 controle geweest van de accountant, waarbij we het aantal gewichtenleerlingen hebben moeten bijstellen, waardoor we fors hebben moeten inleveren. Zaten we voorheen formatief ruim, deze ruimte is nu geheel weg.
Schoolplan 2015-2019 pagina 37
Bijlage 2: Planningsschema beleidsvoornemens schoolplan 2015-2019 Het schoolplan is richtinggevend en zal op verschillende momenten en terreinen worden geëvalueerd. Belangrijker is echter dat dit vierjarenplan een levend, dus bruikbaar document is en vier jaar lang zal blijven. Jaarlijks zal het om die reden op schoolniveau uitgewerkt worden in jaarplan. Dit jaarplan zal gebaseerd zijn op de richting die aangegeven is in dit plan, maar het kan daarnaast inspelen op de maatschappelijke actualiteit. Dit schoolplan en de daaruit afgeleide jaarplannen zullen ook de asis zijn van de financiële (meerjaren) plannen. Om gedurende de planperiode de dynamiek van de actualiteit niet te belemmeren zullen de beleidsvoornemens richtinggevend en niet geoperationaliseerd beschreven worden. Beleidsvoornemens Visie/missie school herijken Beleid ontwikkelen 21ste eeus vaardigheden Monitoren gemengde school Leerling kenmerken in kaart brengen en onderwijs aanpassen. SOP scherper formuleren. Brede talentontwikkeling Naamsbekendheid school vergroten. Profileren met de kwaliteit van ons onderwijs. Opbrengsten op of boven het landelijk gemiddelde.
2015-2016 x x x x
Implementatie sociaal emotionele methode en volgsysteem sfronden en borgen. Actief burgerschap uitbreiden door deelname Vreedzame wijk.
x
x
x
x
Opzetten leerlingraad. Wetenschap en techniek Effectieve leertijd vergroten Didactisch handelen leerkrachten verbeteren. Integraal systeem van kwaliteitszorg HGW cyclus volgen volgens PDCA cyclus. Specialisten opleiden (ICT, HB, SEV, W&T) Visie op 21ste eeuwse vaardigheden. Interactieve medezeggenschap stimuleren
38
2016-2017 x x x
x
2017-2018 x x x x
x
x x x x x x x x
x
x x
x
2018-2019 x
x x
x x
x x x x x x x x
x
x x x x x
x x
x x x x x
Bijlage 3: Vervangingscyclus lesmethodes Vakken Taal, lezen, spelling
Rekenen Schrijven Geschiedenis Aardrijkskunde Natuur en techniek Verkeer Engels Beeldende vorming ICT
Bewegingsonderwijs Soc. emo. ontwikkeling
Methode Puk en Ko Ik en Ko Fonetisch bewustzijn Met Woorden in de Weer Veilig leren lezen versie Kim Staal Estafette Nieuwsbegrip Wereld in getallen Pennenstreken Meander Brandaan Naut Techniek Torens 3VO krant Tussen School en Thuis Groove.me Moet je doen! Muzikale vorming Basis Bits WoordenStart Rekentuin en Taalzee Vakleerkracht Kanjertraining
Aanschaf 2004 2004 2004 2002 2014 2014 2010 n.v.t. 2012 2014 2011 2011 2011 2009 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2008 n.v.t. 2009 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2011
Voorschool x
1/2
3
4
5
6
7
8
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x
x
x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x x
x
x x x x x x
x x
x x x
x
x
x
x x x x
x x
Schoolplan 2015-2019 pagina 39
Bijlage 4: Leerstofjaarplanningtabel Vakken Zintuigelijke /Lichamelijke oefening Zwemmen Taal/Spelling Technisch/begrijpend lezen Taal/lezen Schrijven Rekenen en Wiskunde Werelverkenning: geschiedenis/aardrijkskunde/wetenschap &t echniek/verkeer/biologie Sociaal Emotionele Vorming Ontw. gericht werken: taal/rekenen/wereldverkenning Arbeid naar keuze/taaktijd BEVO/Muziek/Dans Engels Pauzes Uitkleden gymnastiek Reistijd zwemmen Voorlezen (eten en drinken) Totaal
40
1
2 8.00
0.50
3 8.00
0.50
4 1.50
5 1.50
6
7
8
1.50
1.50
1.50
4.00 4.00
0.75 0.75 4.00 4.00
4.25 3.50
4.50 4.00
4.50 4.00
8.00 2.00 5.00 1.00
1.00 5.00 2.00
0.50 5.00 2.00
0.50 5.00 2.00
5.00 2.00
5.00 2.00
0.25 7.00
0.25 7.00
0.25
0.25
0.25
0.25
0.25
0.25
5.00 1.00 0.25
5.00 1.00 0.25
1.00 0.75 0.25 1.25 0.50
1.25 0.75 0.50 1.25 0.50
1.50 0.75 0.50 1.25 0.50
1.75 0.75 0.50 1.25 0.50
1.75 0.75 0.50 1.25 0.50
2.00 24.00
2.00 24.00
2.00 24.00
2.00 24.00
1.25 0.75 0.50 1.25 0.50 0.50 2.00 24.00
2.00 24.00
2.00 24.00
2.00 24.00
Bijlage 5: HGW cyclus
Schoolplan 2015-2019 pagina 41
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
42
Sámen maakt het verschil
O.B.S. Multatuli Sara Burgerhartstraat 5 1055 KV Amsterdam E
[email protected] T 020 684 17 40 I www.multatulischool.nl Twitter OBSMULTATULI
Sámen maakt het verschil