Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof Schoolplan 2011 – 2015
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 2 van 57
Inhoudsopgave Schoolplan 2011-2015
Inleiding Het schoolplan van de SPO Utrecht ............................................................................................. Het schoolpan van de openbare Dalton basisschool Pieterskerkhof......................... 1. Schoolbeschrijving, aanpak en werkwijze op Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof...................................................................................................................... ......... 2. Doelstellingen van ons onderwijs 2.1. Missie van de SPO Utrecht: goed onderwijs voor elk kind ............................................ 2.2. Doelstellingen van de school ............................................................................................ 3. De inrichting van de kwaliteitszorg 3.1. Kwaliteitszorg binnen de SPO Utrecht ............................................................................. 3.2. De rol van de directeur bij kwaliteitszorg op de school ................................................. 3.3 De rol van het bestuur bij kwaliteitszorg ......................................................................... 3.3.1. Activiteiten bestuur in het kader van kwaliteitszorg ............................................. 3.3.2. Voornemens van het bestuur m.b.t. kwaliteitszorg............................................... 3.4 Kwaliteitszorg op onze school .......................................................................................... 4.
Het onderwijs 4.1. Nederlandse taal ................................................................................................................. 4.2. Vreemde talen ..................................................................................................................... 4.2.1. Engelse taal............................................................................................................... 4.2.2. Spaanse taal.............................................................................................................. 4.3. Rekenen en wiskunde ........................................................................................................ 4.4. Oriëntatie op jezelf en de wereld....................................................................................... 4.4.1. Het onderwijsleerpakket voor Mens en Samenleving 4.4.2. Het onderwijsleerpakket voor Natuur en Techniek 4.4.3. Het onderwijsleerpakket voor Ruimte 4.4.4. Het onderwijsleerpakket voor Tijd 4.4.5. Het onderwijsleerpakket voor Mediawijsheid en ICT 4.5. Kunstzinnige oriëntatie ...................................................................................................... 4.6. Beweging............................................................................................................................. 4.7. Daltononderwijs..................................................................................................................
5.
Passend onderwijs 5.1. Samenwerken aan passend onderwijs binnen het bestuur en stedelijk ...................... 5.2. Leerlingenzorg op de basisschool .................................................................................. 5.2.1. Algemeen .................................................................................................................. 5.2.2. Leerlingenzorg bij ons op school ........................................................................... 5.3. Toelating leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte ................................................. 5.3.1 Toelating leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte ................................ 5.3.2 Toelatingsprocedure moeilijk plaatsbare leerlingen.............................................. 5.4 Onderwijs aan leerlingen met zeer speciale onderwijsbehoeften ................................. 5.4.1. Ontwikkelingsperspectief ........................................................................................ 5.4.2. Werken met een leerlinggebonden budget ............................................................ 5.4.3. Speciaal (basis)onderwijs........................................................................................
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 3 van 57
6.
De schoolorganisatie 6.1. De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht ......................................................... 6.2. De schoolorganisatie ......................................................................................................... 6.2.1. De structuur .............................................................................................................. 6.2.2. De overlegstructuur ................................................................................................. 6.2.3. Schoolregels en afspraken ...................................................................................... 6.2.4. Communicatie en overleg met de ouders. ............................................................ 6.2.5. Externe contacten .................................................................................................... 6.2.6. Planning jaaractiviteiten en groepsroosters..........................................................
7.
Personeelsbeleid 7.1. Inleiding ............................................................................................................................... 7.2. Het personeelsbeleid van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs ........................... 7.3. Vrouwen in de schoolleiding ............................................................................................. 7.4. Personeelsbeleid op onze school .....................................................................................
8.
Beleidsvoornemens 2011-2015. 8.1. Aanpak en werkwijze.......................................................................................................... 8.2. Meerjarenplanning.............................................................................................................. 8.3. Jaarplan ...............................................................................................................................
Bijlages....................................................................................................................................................
Bij 5.1. :
SPO standaard leerlingenzorg
Bij 5.3.2.:
Procedure moeilijk plaatsbare leerlingen
Bij 5.3.2.
Onderwijskundig Rapport
Bij 5.4.1.:
Format ontwikkelperspectief
Bij 5.4.1.:
Afspraken ontwikkelperspectief
Bij 5.4.3.:
Procedure PCL en sbo
Bij 6:
Urenberekening ODBS Pieterskerkhof
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 4 van 57
Inleiding Het hebben van een schoolplan is een bekostigingsvoorwaarde vanuit de rijksoverheid. Binnen de SPO Utrecht zijn directeuren van scholen er voor verantwoordelijk dat de school beschikt over een volledig schoolplan, dat voldoet aan de WPO, dat met inspraak van de medezeggenschapsraad is vastgesteld en dat voor 1 augustus 2011 aan inspectie en bestuur is toegestuurd. Een goed schoolplan geeft kort en bondig inzicht in en richting aan de doelen, de aanpak en werkwijze en de organisatie van het onderwijs in de school. In het schoolplan staat het meerjarenbeleid van de school én van de SPO Utrecht (het Koersplan 2008-2012) omschreven. Doelen, aanpak, voornemens en de zorg voor de kwaliteit in school zijn kort en bondig verwoord. Daarmee is voor iedereen die bij de school betrokken is duidelijk waar de school de komende jaren aan werkt. Vanuit de onderwijsinhoudelijke doelen wordt ook inzicht gegeven in de hoofdlijnen en aanpak van het personeels- en het financiële/materiële beleid. Het schoolplan geeft richting aan de meerjarenbegroting en het investeringsplan van de school. Binnen de SPO Utrecht maakt het schoolplan deel uit van de kwaliteitscyclus. Jaarlijks maakt de directeur, op basis van de meerjarenvoornemens in het schoolplan en het SPO Koersplan een jaarplan, een jaarbegroting en een formatieplan. Tijdens het jaar wordt periodiek geëvalueerd om te kijken of het jaarplan goed wordt uitgevoerd, of de aanpak resultaat oplevert en of de jaardoelen bereikt worden. Op basis van deze evaluaties wordt aan het einde van het jaar een nieuw jaarplan gemaakt. Over vier jaar leidt dat tot een nieuw schoolplan. Alleen als deze kwaliteitscyclus goed doorlopen wordt heeft het schoolplan een goede functie in de kwaliteitscyclus. Maar het schoolplan is meer: er staat ook duidelijk, kort en bondig in hoe het onderwijs gegeven wordt. Welke aanpak, materialen en methoden wordt gehanteerd? Welke resultaten wil de school bereiken? Wat betekent dit voor de aanpak, vakgebieden en roosters in de verschillende klassen? Hoe is de leerlingenzorg georganiseerd? Het schoolplan geeft dus ook richting aan het onderwijs en is zo voor personeel, stagiaires en ouders een belangrijk informatief document.
Het schoolplan van de SPO Utrecht In dit schoolplan is het meerjarenbeleid van onze school voor de periode augustus 2011augustus 2015 weergegeven. De scholen van de Stichting Openbaar Onderwijs Utrecht beschikken over een modelschoolplan, dat op de eigen school wordt uitgewerkt. Doelen, aanpak, voornemens en de zorg voor de kwaliteit in school zijn kort en bondig verwoord. Daarmee is voor iedereen die bij onze school betrokken is duidelijk gemaakt waar we komende jaren aan werken. Gestreefd is om de samenhang in ons onderwijsinhoudelijke, personeels- en financiële/materiële beleid helder te omschrijven. Ons schoolplan is op deze manier een leidraad voor de komende vier jaar. Op basis van dit meerjarenbeleidplan maakten we een expliciete vier jaren(tijd)planning die als bijlage is toegevoegd. Deze laatst
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 5 van 57
genoemde planning is mede basis voor onze jaarlijkse activiteiten planning.
Het schoolplan van de openbare basisschool De Twijn Dit schoolplan is opgesteld door de directeur in april/mei 2011. De inhoud van dit schoolplan is onder andere gevormd n.a.v. gerichte gesprekken met collega's tijdens teamvergaderingen en studiedagen en met de MR tijdens een MR-vergadering en door informatie van externe specialisten (Daltonvisiteurs, Rekenspecialisten, APS-trainers) Het schoolplan is de leidraad voor onze school. Door samenwerking van schoolleiding, team en ouders zullen we hier uitvoering aan geven. Indien de actualiteit hierom vraagt kunnen we, na overleg, de plannen bij stellen.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 6 van 57
1. Schoolbeschrijving, aanpak en werkwijze op de openbare Daltonbasisschool Pieterskerkhof ODBS Pieterskerkhof is een school in het centrum van Utrecht. De school is de oudste openbare school in de stad. De school werd in 1824 gesticht en in 1895 door het toenmalige stadsbestuur als eerste “openbare school” gevestigd aan het Pieterskerkhof nummer 10. De school werd al in 1934 Daltonschool. In die tijd een beslissing die in het verlengde lag van de moderne onderwijsopvattingen die men toen al koesterde. Het gebouw heeft drie verdiepingen met een capaciteit van 9 groepslokalen, een handvaardigheidlokaal, een speelzaal voor kleuters en twee computerhoeken (een voor de onder- en een voor de bovenbouw). Op twee etages is een bibliotheek en er is een teamkamer op de eerste verdieping. Aan het gebouw zit een gymnastiekzaal, die door de gemeente wordt beheerd. De school heeft een veilige ligging in het meest historische stukje van de Utrechtse binnenstad. Het Pieterskerkhof is een doodlopend plein rond de Pieterskerk, de vroegere immuniteit van Sint Pieter; de achterzijde van het gebouw grenst aan de Kromme Nieuwe Gracht. Het speelplein aan die achterzijde is geheel afgesloten. In de jaren ’60 ontvolkte de binnenstad en werd de school kleiner met een dieptepunt van 112 leerlingen op de toenmalige lagere school en 60 kleuters. In de negentiger jaren nam de woonfunctie in de directe omgeving van de school toe en groeide de school. De meeste kinderen wonen in de omgeving van de school. Een groot deel van de ouderpopulatie bestaat uit hoogopgeleide, autochtone ouders. De meeste ouders zijn erg betrokken bij de school. Er is een grote belangstelling van nieuwe ouders en leerlingen voor de school, waardoor het helaas niet mogelijk is om iedereen toe te laten. Ook de prognoses duiden op een grotere vraag dan het aanbod van plaatsen. In het toelatingsbeleid staat geformuleerd hoe we hier mee omgaan. Dit zullen we kritisch volgen en indien nodig aanpassen. Het contact met de buren is beperkt. De buren op het Pieterskerkhof hebben aangegeven dat ze het vervelend vinden om “overlast” van kinderen te ervaren. Ook met de buren aan de achterzijde is er geen actief contact De omgeving van de school is rijk gevuld met instanties die een toegevoegde waarde kunnen hebben voor de school. Er is contact met Instituto Cervantes, de Gemeentebibliotheek, diverse theaters, bioscopen, de verkeerstuin, etc. Doordat we vinden dat kinderen hun nabije wereld moeten leren kennen, kijken we regelmatig welk extra aanbod past binnen het curriculum. Naast deze contacten zijn er ook veel contacten buiten Utrecht. We hebben een partnerschool in Tsjechië en een in Senegal. Door deze contacten halen we de wereld in de school en naar de kinderen. Ook brengen we de kinderen graag in de wereld zodat ze ervaren dat er meer is dan hun nabije omgeving. Dit alles past binnen het concept van de “School in de Wereld”. Hierover meer in het hoofdstuk over Burgerschap.Daarnaast zijn er ook contacten met onderwijskundige en opvoedkundige
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 7 van 57
partners in de stad. Voor buitenschoolse opvang is, conform SPO-richtlijnen, gekozen voor externe partijen. Kinderen gaan momenteel veelal naar SKON en Ludens.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 8 van 57
2. Doelstellingen van ons onderwijs 2.1. Missie van de SPO Utrecht: goed onderwijs voor elk kind De missie van de SPO Utrecht is simpel, maar verre van eenvoudig: goed onderwijs bieden voor alle leerlingen die kiezen voor een SPO-school. Om dat te realiseren binnen een grote onderwijsorganisatie met 32 scholen, 8500 kinderen en circa 850 medewerkers kiest de SPO Utrecht bewust voor maatwerk waar mogelijk op schoolniveau en voor een centrale aansturing waar nodig. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn bewust laag in de organisatie gelegd. Professionaliteit van personeel en onderwijskundig leiderschap van directeuren zijn belangrijke pijlers om de missie te realiseren. De SPO Utrecht gaat er van uit dat scholen belangrijke ketenpartners zijn, die een flink aandeel leveren in de ontwikkeling van kinderen. Ouders zijn natuurlijk de eerste samenwerkingspartners in die keten. Daarnaast werken scholen samen met andere maatschappelijke instellingen om talenten van kinderen optimaal te ontwikkelen. Zij doen dat door een goed onderwijsaanbod te bieden en een resultaatgerichte samenwerking met partners aan te gaan. Dit zie je bijvoorbeeld bij Brede Scholen van nature ontstaan. De SPO Utrecht onderschrijft de algemene uitgangspunten van het openbaar onderwijs: bestuurlijke openbaarheid, algemene toegankelijkheid en actieve pluriformiteit. De SPO Utrecht heeft haar visie op onderwijs vertaald in de volgende uitgangspunten die gelden voor alle SPO-scholen. Elke SPO-school bepaalt met inspraak van de medezeggenschapsraad de invulling van het onderstaande kader. A. De SPO-school biedt een goede structuur: 1. De school heeft een duidelijke missie en kaders opgesteld voor de uitwerking van het onderwijsconcept. 2. In het meerjarenbeleidsplan (schoolplan) staat duidelijk hoe de missie wordt vertaald in de praktijk en hoe de school zich komende jaren ontwikkelt. 3. De inrichting van de schoolomgeving, het schoolgebouw en de groepering van leerlingen vindt zodanig plaats dat er een stimulerende leeromgeving en een passend en uitdagend leeraanbod geboden wordt. 4. Kinderen weten wat er van hen verwacht wordt en er wordt regelmatig getoetst hoe het kind zich ontwikkelt. 5. De school heeft een organisatie die is afgestemd op de wijze waarop het onderwijs vormgegeven wordt en dit vastgelegd in een organogram. B. Een goed pedagogisch klimaat: 1. De school draagt bij aan een humane samenleving. Behalve aan kennisoverdracht besteedt de school aandacht aan normen en waarden en sociale vaardigheden. Sfeer en werkklimaat op school en de wijze waarop personeelsleden, ouders en leerlingen met elkaar om gaan vloeien voort uit de uitgangspunten van de Vreedzame School: • personeel, kinderen en ouders zijn samen verantwoordelijk voor een goed werkklimaat en een goede samenwerking binnen school; • kinderen hebben verantwoordelijkheden in de klas en binnen de school;
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 9 van 57
kinderen hebben een stem en worden serieus genomen; personeel, kinderen en ouders stellen hoge eisen aan positief sociaal gedrag en lossen conflicten constructief op. De Vreedzame School is een programma voor sociale competentie en democratisch burgerschap, ontwikkeld door Eduniek. 2. De school is een gemeenschap. Er is sprake van open communicatie tussen personeel, ouders en leerlingen. Er zijn duidelijke en controleerbare afspraken over de samenwerking en omgang met elkaar, alsmede de onderlinge communicatie, die betrokkenen naleven en waar ze elkaar op kunnen en mogen aanspreken. 3. De school werkt actief aan een veilige omgeving van de school en aan zinvolle samenwerking met de wijk. • •
C. Goed onderwijs 1. Personeel en ouders werken samen, ieder met een eigen verantwoordelijkheid, aan de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. 2. Personeel heeft hoge verwachtingen van de mogelijkheden van de kinderen en spreekt kinderen hierop aan. Kinderen voelen zich gewaardeerd, leren zich te bezinnen op de eigen prestatie en ervaren dat zij van hun fouten mogen leren. 3. Uitgangspunt is dat alle kinderen maximaal presteren als zij gemotiveerd zijn en zelfstandig kunnen leren. De school biedt kinderen de structuur en de ruimte om in voor hen betekenisvolle situaties te leren. 4. Het onderwijsproces zet kinderen aan tot activiteit waarbij creativiteit, expressiviteit, zelfstandigheid en zelfwerkzaamheid bevorderd worden. De school doet een beroep op en houdt rekening met verschillende intelligenties en leerstijlen. 5. De school betrekt de omgeving bij het leerproces en brengt kinderen passief en actief in aanraking met cultureel erfgoed, kunst, cultuur en sport. 6. De ontwikkeling van ieder kind komt tot uiting in het dossier, dat de ontwikkeling van het kind in beeld brengt . Indien de ontwikkeling van leerlingen niet volgens verwachting verloopt, worden passende maatregelen genomen. D. Opvoeden tot burger in de Nederlandse samenleving 1. De openbare school werkt vanuit de normen en waarden die in de democratische Nederlandse samenleving centraal staan. Kinderen worden voorbereid op hun rol als zelfstandig en actief burger in een democratische samenleving. 2. De school staat open voor alle kinderen van alle gezindten. Kinderen worden op school geconfronteerd met verschillende meningen uit verschillende tradities en leren daar respectvol mee omgaan. De school gaat uit van erkenning van die verschillen. Kinderen werken actief samen met anderen, ongeacht culturele of levensbeschouwelijke tradities.
2.2.
Doelstellingen van de school
Op Pieterskerkhof wordt sterke waarde gehecht aan de inbreng van personeel, kinderen en ouders bij de vormgeving van het onderwijs. De school streeft er naar een veilige, plezierige en uitdagende speel- en leerplek te zijn voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Wanneer een kind het fijn vindt om naar school te gaan, zal het open staan voor datgene dat dagelijks op hem/haar afkomt.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 10 van 57
Daltononderwijs Aansluitend op de hierboven genoemde punten kenmerkt het onderwijs op Pieterskerkhof zich door het Daltononderwijs dat gegeven wordt. De schooldoelstellingen vinden hun grondslag in de drie Dalton uitgangspunten: 1. Verantwoordelijkheid (vrijheid in gebondenheid) 2. Zelfstandigheid en 3. Samenwerken
Ad 1) Verantwoordelijkheid Wij vinden verantwoordelijkheid essentieel voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van de mens. Kinderen leren in de ruimte die wij hen bieden met verantwoordelijkheden om te gaan. De Twijn wil kinderen opvoeden tot zelfstandig denkende mensen die hun verantwoordelijkheden ten opzichte van zichzelf en anderen niet uit de weg gaan. Bij jonge kinderen wordt steeds uitgegaan van het vormen van de eigen beleving en ervaring. Bij oudere kinderen krijgt naast het vormingsaspect ook het kennisaspect een belangrijke plaats. Op ODBS Pieterskerkhof proberen we een sfeer te scheppen, waarin ieder kind zich geaccepteerd en gerespecteerd voelt. Ad 2) Zelfstandigheid Kinderen willen zelf nieuwe dingen ontdekken, zelf initiatieven nemen. De taak geeft ze daarvoor de ruimte. Zelfstandigheid houdt zelfwerkzaamheid in. Zelf actief problemen oplossen, leert kinderen zelfstandig nadenken en beter begrijpen. Het stimuleert een creatieve leerhouding. Als de leerkracht taken samenstelt, is dat ook meer dan een willekeurig uitzoeken van thema’s of vraagstukken. Hij/zij moet de kinderen goed kennen om een takenpakket te kunnen samenstellen dat kinderen de kans geeft om zelfstandig
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 11 van 57
problemen op te lossen. Naast het zelfstandig werken stimuleren we ook het zelfstandig leren. Dit houdt in dat kinderen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces krijgen. Een mooi voorbeeld hiervan is de keuzetaak of het keuzewerk. Dit is een onderdeel van de week- of dagtaak waarbinnen kinderen vrij zijn te kiezen wat zij gaan doen. De keuzetaak is er voor alle kinderen. De kinderen krijgen de vrijheid om te plannen wanneer zij aan de keuzetaak gaan werken. Ad 3) Samenwerken In het dagelijkse leven moet een mens samenwerken met allerlei andere mensen, die hij niet altijd zelf heeft gekozen. Niets is beter dan zo’n teamverband op school te laten starten. Kinderen kunnen in jaargroepen met elkaar werken, maar het komt ook voor dat er van samenwerking sprake is dwars door de groepen heen. Samen aan kleine projecten werken en samen spelen levert een veilig gevoel op bij de jongste kinderen. Samenwerken moet ook gericht zijn op een meerwaarde voor het pedagogische klimaat in de groep. Daarom gaan we uit van respect voor elkaar. Kinderen die samen aan een taak werken is een veel voorkomende samenwerking. Binnen onze school stimuleren wij ook de samenwerking waarbinnen kinderen afhankelijk van elkaar gemaakt worden. Het werken aan een thema of een project werkt dit in de hand. Kinderen moeten een gezamenlijk product leveren. Het proces tot het komen van dat product wordt nauwlettend gevolgd door de leerkracht. Kerntaken Binnen de Dalton filosofie van onze school is primair de aandacht gericht op de onderwijsgebieden die onder alle kerndoelen vallen waarbij de nadruk ligt op de hoofdvakken taal, rekenen, lezen, schrijven en wereldoriëntatie. De focus ligt op de individuele mogelijkheden van elk kind. We streven ernaar dat elk kind zich zo goed mogelijk ontwikkelt en naar een goede school voor voortgezet onderwijs kan doorstromen. Hiervoor volgen wij de POVO-procedures. Het leerling volgsysteem is het instrument om de individuele leerprestaties te volgen en daar waar nodig actie te ondernemen. We toetsen de kinderen om hun leervorderingen in kaart te brengen en om daarop aansluitend het onderwijsprogramma af te stemmen. De leerkracht maakt groepshandelingsplannen (op drie niveaus) en deelt leerlingen in naar onderwijsbehoefte. Dit proces is het afgelopen jaar besproken en wordt vanaf schooljaar 2011-2012 ingezet. Sociale vaardigheden Naast de ruime aandacht voor de sociale vaardigheden met de daarbij behorende Dalton aspecten voor samenwerken binnen de groep en het “maatjeswerk” worden ook de sociale talenten van de individuele kinderen gestimuleerd. Het kritisch om kunnen gaan met je omgeving, het tonen van respect voor anderen, het woordgebruik, het accepteren van onderlinge gelijkwaardigheid en verschillen, en het kunnen omgaan met en nemen van verantwoordelijkheid zijn voor ons aspecten waar we erg aan hechten. De aandacht die deze aspecten krijgen loopt als een rode draad door de school. Kinderen moeten zowel bij de leerkracht als bij elkaar terecht kunnen. Een goede basis van onderling vertrouwen is hierbij van groot belang. De Twijn streeft een onderwijsleersituatie na, die het mogelijk maakt een continu proces te bewerkstelligen op alle onderdelen van de ontwikkeling van kinderen: de sociale, de emotionele, de verstandelijke, de motorische en de creatieve aspecten.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 12 van 57
Profilering De maatschappij verandert: kinderen ook en daarom werken wij planmatig aan de ontwikkeling van het onderwijsconcept. Van belang is dat elk kind tot zijn recht komt en dat er ruimte en aandacht is voor de eigen aard van kinderen en verschillen tussen kinderen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Op de Twijn is, naast aandacht voor de Kerndoelen, een extra accent voor cultuur, drama, muziek, techniek, internationalisering, ICT en meertalig onderwijs - Engels voor alle leerlingen en Spaans. Het credo bij alle activiteiten is “Leren voor de toekomst”. Constructief leren We gaan uit van constructief leren. Onze kinderen construeren zelf nieuwe kennis. Hun leerproces is een interactief proces op basis van reeds aanwezige informatie. De effectiviteit van het leren en de cognitieve ontwikkeling verloopt het best op een wijze waarop de kinderen actief informatie verwerken, met een nadruk op eigen initiatief, activiteit, autonomie en zelfregulatie. Op de Twijn gaan we er van uit dat kinderen zélf moeten leren en dat ze zich ook dit proces zich zelf moeten (aan)leren. Hierbij wordt uitgegaan van het individuele ontwikkelingsproces van elk kind. We halen hierbij graag de uitdrukking ”Help mij het zelf te doen” aan. Met andere woorden: leren is wat een leerling doet. Dit heeft consequenties. Het gaat hierbij om activiteiten van het kind, leren doet het kind zelf. De leerkrachten sturen, naast het overbrengen van de lesinstructies, vooral op het proces: de kinderen leren te leren. De missie van onze school is tot op heden “onderwijs handen en voeten geven”. Vormgeven van het onderwijs zodat het tastbaar wordt. Beleidsvoornemens: ‐
De komende periode zullen we onze visie op onderwijs expliciteren op basis van de behoefte op onze school, aangezien de school na de ontvlechting met Puntenburg een eigen koers kan gaan varen
‐
Daarnaast willen we op een opbrengstgerichte manier gaan werken aan de ontwikkeling van de basisvaardigheden van de kinderen. T.a.v. de overige vakgebieden, zoals wereldoriëntatie, culturele vorming, etc. willen we vooral meer concentrisch gaan werken.
‐
We willen de contacten en communicatie tussen ouders en school naar een hoger plan tillen. Hiertoe willen we de diversiteit van de ouderpopulatie in kaart brengen, om vervolgens te kijken hoe we deze kunnen aanwenden in de school.
‐
Door het rijke aanbod in de omgeving en de diverse interesses bij leerkrachten en ouders is er een ruim scala aan profielschetsen mogelijk op onze school. We zullen, vanuit onze visie, een duidelijk profielschets moeten maken van onze school. Wie zijn wij en waarmee onderscheiden we ons?
‐
Te denken valt aan een cultuurprofiel, een taalprofiel, een beta/techniekprofiel, een sociologisch/filosofisch profiel.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 13 van 57
3. De inrichting van de kwaliteitszorg 3.1. Kwaliteitszorg binnen de SPO Utrecht De SPO Utrecht heeft de afgelopen jaren, in samenwerking met directeuren en GMR gewerkt aan een structurele aanpak van kwaliteitsbeleid, waarbij de kwaliteitscyclus (doelen stellen, planning, uitvoeren, evaluatie, borgen) de rode draad is en schoolontwikkeling centraal staat. Als uitgangspunt is een praktische uitwerking van het INK-model gekozen. Het model doet recht aan de opvatting dat de kwaliteitszorg in het onderwijs zich op meer aspecten richt dan slechts de eindresultaten van de leerlingen die de school verlaten. Nadat we het model hadden ‘gevuld’ met die zaken die wij van belang achtten voor goed onderwijs, hebben we indicatoren bepaald die daarvoor relevant zijn. De belangrijkste indicatoren zijn: de samenstelling leerlingenpopulatie, het beleidsvoerend vermogen, de visie op ontwikkeling en onderwijs, het pedagogisch klimaat, het onderwijsleerproces, het leerstofaanbod, leerlingenzorg en begeleiding, tussen- en eindresultaten, de schoolloopbaan van leerlingen en het vervolg van de schoolloopbaan in het voortgezet onderwijs. Vervolgens was er de vraag hoe je die indicatoren meet. Soms waren de gegevens al voorhanden: bijvoorbeeld het Cito-leerlingvolgsysteem. Daarnaast zijn specifieke instrumenten op maat gemaakt voor de SPO Utrecht: webbased zelfevaluatielijsten voor personeel, intern begeleiders en directeuren en waarderingslijsten voor leerlingen, ouders en personeel. De zelfevaluatielijsten worden om de vier jaar door directie, intern begeleider en onderwijspersoneel ingevuld; de waarderingslijsten worden om de vier jaar door personeel, leerlingen en ouders ingevuld. De aanpak is zodanig dat personeel elk 2 e jaar een vragenlijst invult: de ene keer een zelfevaluatielijst, de keer daarop de waarderingslijst. Ter ondersteuning van directeuren is een SPO-kwaliteitshandboek gemaakt. Daarin wordt ook aandacht besteed aan het vraagstuk hoe je conclusies op basis van verzamelde gegevens verbindt aan het voortschrijdend proces van schoolontwikkeling. Het SPOkwaliteitshandboek is op elke SPO-school aanwezig en in te zien voor betrokkenen. In de periode 2008-2010 hebben bestuur en directeuren gewerkt aan de vormgeving van meer opbrengstgericht onderwijs binnen de SPO Utrecht. Dit sluit goed aan bij het handelingsgericht werken dat in het kader van passend onderwijs op alle SPO-scholen wordt ingevoerd. In 2010 besloot het bestuur dat alle scholen in 2011 gaan werken met het leerlingenadministratiesysteem Parnassys, zodat uitwisseling van gegevens makkelijker wordt.
3.2. De rol van de directeur bij kwaliteitszorg op de school De directeur is binnen de SPO Utrecht integraal verantwoordelijk voor de school. In de SPOstandaard Onderwijskundig Leiderschap is aangegeven welke activiteiten het bestuur van SPO-directeuren verwacht om sturing te geven aan schoolontwikkeling en kwaliteitszorg. Binnen de kaders heeft de directeur de vrijheid om keuzes te maken met betrekking tot beleid en middelen om goed onderwijs te realiseren. Het kwaliteitszorginstrument helpt om de goede keuzes te maken. Het bereiken van goede resultaten van kinderen is de belangrijkste opdracht van elke SPO-school. Het bestuur verwacht dat een directeur daarop
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 14 van 57
stuurt en dat hij/zij dat niet alleen op basis van kennis en gevoel doet, maar systematisch toetst of dat ook bereikt wordt. De directeur is hierbij de eerst verantwoordelijke en de aanstuurder. Maar binnen de klas is de leerkracht primair verantwoordelijk voor het onderwijs. Het schoolteam is dan ook nauw betrokken bij kwaliteitszorg: het realiseren van doelen, het verzamelen van data en het meedenken bij de interpretatie en analyse ervan, alsmede bij de aanpak en uitvoering van schoolontwikkeling op leerling-, klas- en schoolniveau.
3.3. De rol van het bestuur bij kwaliteitszorg 3.3.1. Activiteiten bestuur in het kader van kwaliteitszorg Eén keer in de vier jaar maakt het bestuur van SPO een Koersplan, waarin de speerpunten en doelen op bestuurs- en schoolniveau staan voor de komende periode. Het bestuur is eindverantwoordelijk m.b.t. de kwaliteit van het onderwijs en ondersteunt scholen waar nodig bij het behalen van goede resultaten. Daartoe worden de volgende activiteiten verricht. Het bestuur vraagt van scholen om te werken met een kwaliteitscyclus. Bestuur en scholen maken in dat kader jaarlijks een concreet jaarplan. In de voor- en najaarsoverleggen die het bestuur met de directeur voert staan onderwijsontwikkeling, resultaten van het onderwijs en kwaliteitszorg centraal. Het bestuur maakt jaarlijks een jaarverslag en scholen maken één keer in de twee jaar een onderwijskundig jaarverslag voor de eigen school. Hierin wordt beschreven wat er van het jaarplan en het betreffende gedeelte van het meerjarenbeleidsplan gerealiseerd is en op welke manier. M.i.v. 2011 werkt het bestuur ook met een ondersteuningsteam van stafmedewerkers, dat scholen adviseert t.a.v. kwaliteitszorg en schoolontwikkeling. Het ondersteuningsteam helpt desgevraagd bij het analyseren van problematiek en het bepalen van een adequate aanpak en eventueel het kiezen van externe begeleiding. Directeuren kunnen op deze wijze tijdig met deskundige hulp aan de slag gaan als zij zien dat hun school niet optimaal functioneert en niet precies weten waar dat aan ligt. Het bestuur heeft op deze wijze ook tijdig inzicht in de situatie en de aanpak op de school. Als het bestuur zich zorgen maakt om een school en de directeur niet zelf met een hulpvraag komt, kan het bestuur ook het ondersteuningsteam inschakelen nadat zij dit met de directeur besproken hebben. Het gaat dan om signalen als: 1. De resultaten van leerlingen (tussenresultaten, cito-eindresultaten) meer dan één jaar niet op niveau zijn; 2. Als het werkgerelateerd ziekteverzuim en/of het personeelsverloop op een school stijgt; 3. Als de school plannen, zakelijke gegevens en/of leerling-gegevens niet tijdig aanlevert; 4. Als de school langere tijd aan schoolverbetering basisvaardigheden werkt zonder aantoonbare resultaten; 5. Als er sprake is van onvoldoende inhoudelijke kwaliteit; 6. Als er conflicten met ouders (MR) en/of team zijn; 7. Als het leerlingenaantal terugloopt zonder dat daar een demografische aanleiding voor is.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 15 van 57
Het bestuur verzamelt jaarlijks de eindresultaten van de leerlingen die de scholen verlaten en laat
jaarlijks door Oberon (een bureau voor onderzoek en advies op het gebied van onderwijs en welzijn) in het kader van de stedelijke samenwerking een analyse maken van de eindresultaten van alle kinderen (CITOscores) die de Utrechtse basisscholen verlaten. Mede op basis daarvan kunnen scholen nagaan hoe hun leerlingen presteren t.o.v. andere scholen in de wijk en in de stad. 3.3.2. Voornemens van het bestuur m.b.t. kwaliteitszorg Het bestuur zal de komende vier jaar in samenwerking met directeuren, schoolteams en GMR verder werken aan kwaliteitszorg. Doel is om kwaliteitszorg structureel in te bedden in alle SPO-scholen en de schooloverstijgende aanpak kwaliteitszorg verder te ontwikkelen en te implementeren. Als norm is voorlopig gesteld dat scholen in het kader van het toezicht door de Inspectie minimaal een basisarrangement hebben. De volgende activiteiten zijn in ieder geval gepland: 1. Ondersteuning van directeuren bij een planmatige aanpak van kwaliteitszorg op schoolniveau door de directeur kwaliteit, die sinds 2010 bij het bestuur in dienst is; 2. Tijdig signaleren als scholen onder de norm dreigen te komen, zodat een gerichte aanpak geïnitieerd kan worden; 3. Het bepalen van SPO-normen voor alle SPO-scholen en het bepalen van schoolspecifieke normen op schoolniveau; 4. De opzet van een schoolauditsysteem in het kader van kwaliteitszorg en de professionalisering van staf en directeuren om daarmee te werken.
3.4. Kwaliteitszorg op onze school Door planmatig te werken hebben we goed zicht op de ontwikkeling van de school en de kinderen. De ontwikkeling van de kinderen houden we bij in onze digitale databank, Parnassys. Op basis van de resultaten van de kinderen maken de leerkrachten onderwijsplannen. Door de veranderingen in de maatschappij wordt er van leerkrachten verwacht adequaat om te gaan met de veranderende situaties, zodat ze zo goed mogelijk kunnen aansluiten op de onderwijsbehoeften van de kinderen. Planmatig werken Op ODBS Pieterskerkhof maken we naast het schoolplan een overzichtelijk schema, waarin voor 4 jaar concreet staat wat de school in een bepaald schooljaar wil bereiken. Dit schema is het meerjarenbeleidsplan en staat opgenomen in dit schoolplan onder hoofdstuk 8. Voorafgaand aan elk jaar wordt door de directeur een jaarplan opgesteld waarin geformuleerd wordt hoe de doelstellingen behaald gaan worden. De afgelopen cyclus zijn er waarderingslijsten verspreid onder de betrokkenen, zoals gebruikelijk binnen SPO. De school scoorde hierop gemiddeld een 7. Het Leerling Volg Systeem (LVS) Leerkrachten, intern begeleider en schoolleiding zijn planmatiger en doelgerichter gaan werken m.b.t. de ontwikkeling van de kinderen. Er worden diverse toetsen gebruikt, zowel
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 16 van 57
methode-gebonden als landelijk gestandaardiseerde toetsen van het CITO. Tezamen vormen deze toetsen onderdeel van het Leerling Volg Systeem van de school. De Cito toetsen die binnen de school afgenomen worden zijn opgenomen in de toetskalender. Kinderen uit groep 1 starten met het deelnemen aan de Cito toetsen na minimaal 4 maanden basisonderwijs gevolgd te hebben. Naast de methode gebonden toetsen worden de volgende toetsen afgenomen in het midden en aan het einde van het schooljaar: Groep 1/2 : ‐ Cito Taal voor kleuters eind groep 1 en groep 2 ‐ Cito Rekenen voor kleuters eind groep 1 en groep2 Groep 3 t/m 8: ‐ Avi ‐ DMT ‐ Cito spelling ‐ Cito woordenschat ‐ Cito rekenen ‐ Midden groep 4 t/m 8 Cito begrijpend lezen ‐ Eind groep 4 t/m 8 Cito technisch lezen ‐ Groep 7 en 8 AVI indien nog nodig ‐ Groep 8 eindtoets Cito Leerkrachten voeren de toetsuitslagen in ons administratiesysteem, Parnassys, in. Deze worden geanalyseerd en op basis van deze gegevens en de observaties van de leerkracht wordt een “werkplan” uitgevoerd. Leidraad bij de uitvoering is de desbetreffende methode per vakgebied. Voor kinderen met een niet-gemiddelde (onder- en bovengemiddeld) onderwijsbehoefte worden door de leerkracht extra handelingsplannen opgesteld. De intern begeleider inventariseert de gegevens van de leerkrachten en bespreekt dit op zowel groepsniveau met de leerkrachten als op schoolniveau met de directie. Dit gebeurt 2 keer per schooljaar. Vanaf schooljaar 2011-2012 gaan we de handelingsplannen clusteren, zodat er, per vakgebied, onderwijs wordt gegeven op 3 niveaus. Hierbij gaan we uit van het directe instructiemodel. Dit model werkt met basis-, verkorte en verlengde instructies. De veranderende maatschappij en de rol van de leerkracht De maatschappij verandert, kinderen veranderen mee en het onderwijs zal mee moeten gaan in deze verandering wil het aan blijven sluiten bij de behoeften en belevingswereld van de kinderen. Daarbij zijn er onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen die kunnen bijdragen om de cognitieve en sociale prestaties van leerlingen op ODBS Pieterskerkhof te verhogen. Personeel van de school zal de veranderingen en ontwikkelingen moeten volgen, zo mogelijk zelfs moeten anticiperen op veranderingen. Leerkrachten zullen zich steeds af moeten vragen in relatie tot de plannen van de school: Wat wil ik? Waar sta ik? Hoe kan ik de vraag van de leerlingen beantwoorden? Er zijn veel leerkrachten met veel diverse competenties op ODBS Pieterskerkhof aanwezig. De onderwijskundige en groep-organisatorische veranderingen die in dit plan beschreven worden vereisen naast de bestaande competenties, nieuwe competenties. Ieder
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 17 van 57
personeelslid is zelf verantwoordelijk voor de competenties die nodig zijn om op OBS De Twijn uitvoering te geven aan het beleid. De directeur is verantwoordelijk voor het Integraal Personeels Beleid. Daarbinnen kan en moet het personeelslid zich professioneel ontwikkelen op zowel inhoudelijke en organisatorische doelen van ODBS Pieterskerkhof. Daarbij kan het personeelslid binnen het IPB haar of zijn persoonlijke ontwikkelingsdoelen realiseren. Door middel van teamscholing vanuit het management wordt het team gezamenlijk geschoold in de competenties die nodig zijn om uitvoering te geven aan de ontwikkelingen genoemd in het schoolplan. De leerkracht kan zijn vaardigheden door middel van zelfstudie, oriëntatie en training veranderen. De persoonlijke ontwikkeling van de leerkracht is niet alleen bevorderlijk voor de vakvrouw of vakman maar leidt tot kwaliteitsverbetering van de school. Gezamenlijk leren, met en van elkaar leren verhoogt het professioneel samenwerken. Door wisselingen in het management en onrust in de organisatie is de gesprekkencyclus op onze school nog niet goed van de grond gekomen. Er is wel veel aan teamscholing gedaan. Daarnaast hebben diverse leerkrachten individueel scholing gevolgd, maar niet iedereen. Er zijn met diverse collega’s werkgesprekken gevoerd en met enkele ook functioneringsgesprekken. Het opzetten en uitvoeren van de gesprekkencyclus zal een belangrijk onderdeel zijn in de beleidsvoornemens. De gesprekkencyclus bevat Persoonlijk Ontwikkelings Perspectief gesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Beleidsvoornemens: ‐
Voorafgaand aan elk jaar wordt een jaarplan opgesteld waarin door de directeur specifiek (SMART) geformuleerd wordt hoe de doelstellingen uit het schoolplan behaald zullen moeten worden. Dit wordt besproken met de MR. Het jaarverslag wordt besproken met team en MR en vormt met het schoolplan de basis voor het nieuwe jaarplan.
‐
Leerkrachten maken aan het begin van het jaar een groepsoverzicht, waarin ze de specifieke onderwijsbehoeften van de kinderen in kaart brengen. Daarnaast wordt er gewerkt met groepsplannen, waar de onderwijsinhoud per niveaugroep wordt vermeld.
‐
We gaan gebruik maken van het directe instructiemodel, met onderwijs op 3 niveaus. Dit betekent dat er niet meer gewerkt wordt met individuele handelingsplannen.
‐
Tot en met groep 5 zitten alle kinderen in een van de drie niveaus. Indien een leerling vanaf groep 6 niet langer kan aanhaken bij het niveau van de onderste groep dan kan er gekozen worden om deze leerling te plaatsen in het OPP. De leerling krijgt specifieke (eind-)doelen, waarbij er wordt gewerkt via een individuele leerlijn.
‐
De analyse en interne bespreking van toetsresultaten wordt verhoogd naar 3 keer per jaar: in oktober, februari en juni. De groepsplannen worden n.a.v. deze gesprekken door de leerkracht bijgesteld. De ouders worden hierover door de leerkracht ingelicht.
‐
De intern begeleider maakt 3 keer per jaar trendanalyses m.b.v. de door leerkrachten ingevoerde toetsen in Parnassys. Deze analyses worden besproken met de directeur en aansluitend met het team.
‐
De toetskalender wordt herzien. We toetsen niet om het toetsen, maar om in kaart te brengen hoe de kinderen er op de diverse ontwikkelingsgebieden voor staan, zodat we ze vervolgens een onderwijsprogramma op maat kunnen aanbieden. Dit betekent dat we moeten bekijken welke toetsen we wel en welke we niet gaan doen. Leidraad hierbij is de
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 18 van 57
Utrechtse toetslijst. ‐
Het ministerie heeft de einddoelen (referentiekaders) voor taal en rekenen voor het basisonderwijs vastgesteld op fundamenteel niveau en op streefniveau. Op ODBS Pieterskerkhof willen we voor taal en rekenen tussendoelen per leerjaar vaststellen, zodat we goed vorm kunnen geven aan opbrengstgericht werken. Hiervoor zullen we eerst de leerlijnen voor taal en rekenen op onze school vastleggen.
‐
We gaan werken met groepsplannen, waarbij er wordt gewerkt met kinderen op 3 niveaus. Voor het opstellen van kwalitatief goede groepsplannen zullen leerkrachten scholing krijgen. Ook wordt er tijd ingeruimd in het jaarplan om met elkaar, per bouw, groepsplannen te schrijven, zodat er gebruik kan worden gemaakt van ieders expertise.
‐
Leerkrachten zien toe op een effectief gebruik van de leertijd. Hierdoor wordt er maximaal rendement uit het onderwijs gehaald.
‐
Waarderingsenquêtes onder ouders, bovenbouw-kinderen en teamleden worden om de 2 jaar gehouden. De eerstvolgende is in het schooljaar 2012-2013.
‐
Zelfevaluatie-enquêtes onder personeel worden om de 2 jaar gehouden. De eerstvolgende is in 2011-2012.
‐
De school gaat werken met specialisten (seniorleerkrachten) die verantwoordelijkheid dragen voor een specifiek onderdeel van het onderwijsprogramma. Zie hiervoor hoofdstuk 7 “Personeelsbeleid”.
‐
De collega met een coördinerende taak draagt zorg voor het borgen van de gemaakte afspraken op zijn specifieke gebied. De Daltoncoördinator voor de Daltonafspraken, de rekencoördinator voor de afspraken op rekenkundig gebied, enz. De directeur is hierbij eindverantwoordelijk.
‐
De gesprekkencyclus wordt opgezet en uitgevoerd. Zodra dit vastgesteld is zal dit worden opgenomen in het schoolplan. Richtlijn is dat de directeur jaarlijks minimaal 1 klassenbezoek verricht, gekoppeld aan een POP-, functionerings- of beoordelingsgesprek.Daarnaast zijn er indien van toepassing werkgesprekken tussen de directeur en het personeel.Leerkrachten bespreken hun eigen functioneren met collega’s en specifiek met specialisten (IB-er, Daltoncoördinator, rekenspecialist, taalspecialist, ICT-er). Deze zullen ook klassenbezoeken verrichten of collegiale consultatie faciliteren.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 19 van 57
4. Het onderwijs 4.1.
Nederlandse taal
Kerndoelen: Mondeling taalonderwijs 1 2 3
De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
Schriftelijk taalonderwijs 4 5 6 7 8
9
De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.
Taalbeschouwing, waaronder strategieën 10 De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. 11 De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen • regels voor het spellen van werkwoorden; • regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; • regels voor het gebruik van leestekens. 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 20 van 57
Referentiekader Taal Leerlingen dienen aan het einde van de basisschool minimaal te voldoen aan niveau 1F van het Referentiekader Taal. 1S is het streefniveau voor leerlingen die de Nederlandse taal goed beheersen. Het onderwijsaanbod en de werkwijze voor Nederlandse taal op ODBS Pieterskerkhof In de groepen 1/2 wordt gebruik gemaakt van "Praatspel", een taalactiveringsprogramma voor kleuters. Verschillende thema's die bij kinderen leven zijn uitgangspunt voor communicatie. Enerzijds wordt de methode gebruikt als boek met suggesties voor taalactiviteiten, anderzijds wordt het bewust gebruikt om te werken aan bepaalde taalontwikkelingsaspecten. In groep 3 vormt de methode "Veilig leren lezen" (maan-roos-vis versie) de basis om aan de kerndoelen te voldoen. In groep 4 t/m 8 wordt er gewerkt met de methode Taal in Beeld als basis voor taal- en spellingonderwijs. Met Taal in beeld realiseren we een goed doortimmerde, doorgaande leerlijn voor taal in ons onderwijs. Van groep 3 tot en met 8 sluiten de Zwijsen-methoden naadloos op elkaar aan. Kinderen groeien van Veilig leren lezen (groep 3) eenvoudig door naar Taal in beeld (groep 4 tot en met 8). Met Taal in beeld én Spelling in beeld samen hebben we een compleet pakket voor taal en spelling. Voor technisch lezen maken we gebruik van diverse leesmaterialen als boeken, tijdschriften, gedichtenbundels, etc. We doen diverse leesactiviteiten in circuitvorm. Voor begrijpend lezen maken we gebruik van de methodes Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL. Met Nieuwsbegrip in combinatie met Nieuwsbegrip XL hebben we een complete, motiverende methode voor begrijpend lezen. Nieuwsbegrip heeft tot doel het leesbegrip van de leerlingen te stimuleren. De actualiteit wordt daarbij als kapstok gebruikt. Nieuwsbegrip besteedt structureel aandacht aan lees- en woordenschatstrategieën. Nieuwsbegrip is onderverdeeld in vijf niveaus, waarvan drie voor het basisonderwijs: niveau AA voor groep 4, niveau A voor groep 5/6, niveau B voor groep 7/8. De website Nieuwsbegrip XL bevat andere tekstsoorten zoals onder andere reclame, betoog, fictief verhaal aan bod. Er is aandacht voor woordenschat en er zijn functionele schrijfopdrachten. Tevens zijn strategielessen, die gedurende het schooljaar flexibel inzetbaat zijn, beschikbaar. Nieuwsbegrip XL bestaat onder andere uit een interactieve website voor leerlingen. Op www.nieuwsbegripxl.nl staat iedere week een XL leesles. Dit is een les aan de hand van een ander soort tekst, bijvoorbeeld een gedicht, reclame of een verhaal. Met de woordenschatoefeningen op de website van Nieuwsbegrip XL breiden de kinderen hun woordenschat uit met tweehonderdtachtig (groep 4) tot vierhonderd woorden per schooljaar (groep 5 t/m 8). Ze oefenen de woorden op diverse manieren, zodat ze deze daadwerkelijk aan hun woordenschat toevoegen.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 21 van 57
Met de strategielessen van Nieuwsbegrip XL leren de kinderen de vijf leesstrategieën aan die binnen Nieuwsbegrip centraal staan. Ze krijgen handige tips om de strategie toe te passen, ook bij de teksten van andere vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. Naast de vijf leesstrategieën is er ook aandacht voor werken met sleutelschema’s en studerend lezen. Om te voldoen aan de kerndoelen voor begrijpend lezen hoeven we van XL alleen de XL leesles te gebruiken. De overige onderdelen zijn optioneel en zijn geschikt als extra oefenstof. Beleidsvoornemens: ‐
D.m.v. het directe instructiemodel willen we onderwijs bieden op drie niveaus. Kinderen worden n.a.v. hun toetsresultaten en observaties door de leerkracht ingedeeld in een juiste niveaugroep. Vanaf groep 6 worden kinderen, die de ondergrens van deze niveaus niet halen, op een individuele leerlijn gezet.
‐
De leerlijnen willen we per onderdeel en per groep vastleggen, zodat het opbrengstgericht werken hierdoor concreter wordt.
‐
We willen dat kinderen meer “leesminuten” gaan maken. We zullen daarom het lesrooster bekijken en ruimte vrij maken om, naast het leescircuit, ook gewoon lezen meer in te plannen. Te denken valt aan een aantal keren per weken starten met 15 minuten stillezen.
‐
Ook willen we ons oriënteren op een methode voor technisch lezen ter aanvulling op het bestaande programma.
Borging: De CITO-toetsen die we afnemen. Zie hiervoor de toetskalender in de bijlage. 4.2.1
Engelse taal
Kerndoelen 13 De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. 14 De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. 15 De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. 16 De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.
Het onderwijsaanbod en de werkwijze voor de Engelse taal Op ODBS Pieterskerkhof wordt er Engels gegeven aan alle kinderen in alle groepen. Hieronder volgt onze motivatie en visie op deze keuze:
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 22 van 57
In de afgelopen jaren is er op het gebied van Engels het een en ander veranderd. De Engelse taal is een nog grotere rol gaan spelen in het leven van jonge kinderen, waardoor de dagelijkse input die zij krijgen (via internet, televisie, radio, muziek en dergelijke) is vergroot. Onze samenleving is sterk georiënteerd op het Engelse taalgebied. Jonge kinderen worden daar al snel mee geconfronteerd. In het voortgezet onderwijs en verdere studies wordt het Engels meer en meer de “voertaal”. De perspectieven voor kinderen die in het voortgezet onderwijs tweetalig onderwijs krijgen zijn aantoonbaar groter. Het is evident dat deze leerlingen daarvoor in eerste instantie een taakverzwaring zullen ervaren. Als kinderen in het basisonderwijs, tijdens een taalgevoelige periode al met extra talen hebben kunnen kennismaken dan is de toestroming naar tweetalig onderwijs eenvoudiger. Tijdens de contacten met andere Europese scholen bleek dat op de collega-basisscholen veelal begonnen wordt met het invoeren van lessen in de Engelse taal op vrij jonge leeftijd. Dit is voor de handliggend daar kinderen in deze fase erg gevoelig zijn voor het ontwikkelen van taalvaardige attitudes. Opmerkelijk is gebleken dat kinderen met een tweetalige opvoeding (ongeacht welk taal naast het Nederlands) de Engelse lessen met voortvarendheid volgen en verwerken. Het instapniveau van de aanpak op onze school is afgestemd op de genoemde voorkennis van de leerlingen. In de taaldidactiek zijn dingen veranderd. Er is meer nadruk komen te liggen op het belang van leesvaardigheid, naast (nog altijd de belangrijkste vaardigheden) spreken en luisteren. Ook het zelfstandig leren krijgt steeds meer aandacht op ODBS Pieterskerkhof, met name de opzoekvaardigheid. Deze veranderingen zijn terug te vinden in de herziene kerndoelen voor het basisonderwijs. Wij sluiten hier natuurlijk bij aan. In de basisgedachte van ons onderwijs zullen de kinderen eenvoudige Engels gesproken teksten over alledaagse situaties begrijpen. Ze zullen voldoende Engelse woorden begrijpen over persoonlijke gegevens, eten, drinken, woonomgeving en tijdsaanduiding. Ze zullen daarbij met elkaar in het Engels kunnen praten over alledaagse zaken in een begrijpelijke uitspraak. De kinderen begrijpen de hoofdzaak van een eenvoudige, geschreven tekst. Het woordenboek kan gebruikt worden om zo de betekenis van woorden te achterhalen. Het is een eerste oriëntatie op het Engels maar tegelijkertijd wordt er in onze werkwijze geprobeerd een zekere en stevige basis te leggen voor de verdere taalontwikkeling van het kind. De benadering op de Twijn legt in de eerste plaats een basis voor de ontwikkeling van de communicatieve vaardigheden maar daarnaast ook de grondslag voor een elementair grammaticaal-structureel inzicht en een voldoende woordenschat. Het beoefenen van de communicatie op onze locaties staat in dienst van de totale (vreemde) taalontwikkeling van het kind. Wij beogen de ontwikkeling van een elementaire spreek-, luister-, leesenschrijfvaardigheid. Zowel door imitatie als door zelfwerkzaamheid. Alle vaardigheden komen aanbod.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 23 van 57
Onze wijze van lesgeven biedt een oriëntatie op het Engels als wereldtaal; het Engels als vreemde taal binnen ons Nederlandse taalgebied; het Engels als taal van een land en volk dat op allerlei manieren niet zo ver van ons verwijderd is. Taal en inhoud van het materiaal sluiten aan bij de eigen hedendaagse leefwereld van 4- tot 12-jarigen, waardoor het zelfvertrouwen (en de motivatie!) van de leerlingen ten aanzien van de lesstof wordt bevorderd, taalonderwijs = kansrijk onderwijs. Als leidraad voor de groepen 1 t/m 4 wordt de methode “Muzzy” gebruikt. Voor groep 5 t/m 8 gebruiken we “take it easy”. Deze methode wordt nog doorontwikkelt zodat het uiteindelijk geschikt is voor alle groepen. Daarnaast hebben we inmiddels een aardige bibliotheek, met boeken, CD’s, spelletjes in het Engels die additioneel worden ingezet. We streven naar een brede basis zodat kinderen een goed fundament hebben in hun talenontwikkeling en taalvaardigheid. Er lopen momenteel pilotprojecten over tweetalig onderwijs op de basisschool. Dit betekent dat er naast les in Engels ook één of meerdere andere vakken in het Engels worden gegeven. Gezien onze populatie en uitstroom is dit mogelijk een ontwikkeling die voor ons interessant is. Beleidsvoornemens: ‐
Aanschaffen “Take it easy” voor de onderbouw
‐
Oriënteren op lesgeven in het Engels
Borging: De methodetoetsen moeten ons in de gelegenheid stellen om de kwaliteit te bewaken. 4.2.2
Spaanse taal
Van 2007 tot 2010 is er op de Twijn gewerkt aan het pilot-project Spaans. De doelstelling t.a.v. Spaans is om de kinderen van de Twijn vanaf groep 5 op een speelse en aantrekkelijke wijze in aanraking te brengen met de Spaanse taal en cultuur. Door het aanleren van Spaans zal de algemene taalontwikkeling van de kinderen groeien, wat een positief effect zal hebben op de moedertaalontwikkeling. Daarnaast zal de interactie in een vreemde taal voor de kinderen op een gelijkwaardig niveau zijn, in tegenstelling tot andere vakken waarbij differentiatie gewenst is. Hierdoor heeft het Spaans ook een positief sociaal aspect. Spaans staat in de groepen 5 t/m 7 op het lesrooster. Vanaf de krokusvakantie gaat ook groep 8 met Spaans aan de slag. De gemiddelde lestijd wordt op 20 a 30 minuten per week geschat. De lessen worden in principe door de groepsleerkracht gegeven. We proberen gebruik te maken van studenten van de Hogeschool voor Spaans en/of native speakers om de lessen te verrijken. Hierbij zijn we afhankelijk van het aanbod. Leerkrachten kunnen onderling afspreken dat elkaars lessen worden overgenomen. Voor het onderwijs in Spaans maken we gebruik van de methode “La Pandilla”. Wij beogen de ontwikkeling van een elementaire spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid. Zowel door imitatie als door zelfwerkzaamheid. Alle vaardigheden komen aanbod.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 24 van 57
We hebben gemerkt dat taalzwakke kinderen het Spaans als een te grote belasting ervaren. Deze kinderen met handelingsplannen willen we dan ook geen Spaans meer geven, maar extra aandacht voor de basisvaardigheden voor taal (Nederlands). Richtlijnen om Spaans wel of niet te volgen zijn het leerlingvolgsysteem en de observaties van de leerkracht. Beleidsvoornemens: ‐
Kinderen met handelingsplannen voor taal doen niet mee aan de lessen Spaans. Deze kinderen werken verder aan hun zelfstandige werktaken, zodat ze later in de week meer tijd over houden in hun taaktijd. De leerkracht kan op deze manier ruimte in het lesrooster creëren om kinderen extra aandacht te geven op de basisvakken.
Borging: De methodetoetsen moeten ons in de gelegenheid stellen om de kwaliteit en haalbaarheid te bewaken.
4.3.
Rekenen en wiskunde
De kerndoelen: Wiskundig inzicht en handelen 23 De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. 24 De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25 De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. Getallen en bewerkingen 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 27 De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 28 De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. 29 De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 30 De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 31 De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken. Meten en meetkunde 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 25 van 57
Referentiekader rekenen Leerlingen dienen aan het einde van de basisschool te voldoen aan niveau 1F van het Referentiekader Rekenen. 1S is het streefniveau voor leerlingen die goed zijn in rekenen. Het onderwijsaanbod en de werkwijze voor Rekenen en wiskunde Kinderen leren goed rekenen met De wereld in getallen. Daar staat de rekenmethode voor groep 1 t/m 8 in het basisonderwijs al jaren om bekend. De methode is opgebouwd volgens de beproefde dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Hiermee krijgt elk kind gegarandeerd een goede rekenbasis. Groep 1 t/m 3 zijn in schooljaar 2010-2011 gestart met de nieuwste versie van “Wereld in Getallen”.. Deze versie, die we in schooljaar 2011-2012 voor de groepen 4 t/m 8 ook invoeren, bevat nog meer oefening en herhaling dan de oude versie. Er is een weektaak voor zelfstandig werken en praktische differentiatie op 3 niveaus. Groep 8 zal in schooljaar 2012-2013 ook met deze nieuwe versie gaan werken. We kiezen er bewust voor groep 8 een jaar later te laten starten met de nieuwe versie, vanwege de doorgaande lijnen. Hiermee voorkomen we dat kinderen door de wissel hiaten oplopen in hun rekenontwikkeling. De nieuwe versie van “Wereld in Getallen” leent zich er goed voor om les te geven op 3 niveaus en past dus prima binnen opbrengst gericht werken. Voor kinderen die baat hebben bij herhaling is er voldoende herhalingsmateriaal. Naast de voldoende aanwezige basisstof is er ook verrijkingsstof voor kinderen die hiervoor in aanmerking komen. Naast dit materiaal gebruiken we ook additionele materialen om kinderen op niveau te laten werken. Beleidsvoornemens: ‐
D.m.v. het directe instructiemodel willen we onderwijs bieden op drie niveaus. Kinderen worden n.a.v. hun toetsresultaten en observaties door de leerkracht ingedeeld in een juiste niveaugroep. Vanaf groep 6 kunnen kinderen, die de ondergrens van deze niveaus niet halen, op een individuele leerlijn worden gezet.
‐
De leerlijnen willen we per onderdeel en per groep vastleggen, zodat het opbrengstgericht werken hierdoor concreter wordt.
‐
Aanschaffen van additionele materialen, die goed aansluiten op de nieuwe versie.
Borging: De CITO-toetsen die we afnemen. Zie hiervoor de toetskalender in de bijlage.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
4.4.
Pagina 26 van 57
Oriëntatie op jezelf en de wereld
De kerndoelen Mens en samenleving 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 36 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38 De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Natuur en techniek 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43 De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 46 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme. Ruimte 47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid worden/ werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. 48 Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/ werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. 49 De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 27 van 57
50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Tijd 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en de Holocaust; televisie en computer. 53 De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. 4.4.1. Het onderwijsleerpakket voor Mens en Samenleving Om je sociaal competent te kunnen gedragen, heb je kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig. Kennis heeft te maken met ‘weten en kennen’. Vaardigheden hebben te maken met ‘doen en kunnen’, en houding heeft te maken met ‘willen en durven’. Bijvoorbeeld, je moet niet alleen weten wanneer en hoe je ‘sorry’ zegt, je moet het willen en durven zeggen en het vervolgens ook doen. We gebruiken momenteel als basis de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. In deze methode is de hele reeks sociaal competente gedragingen in acht categorieën onderverdeeld. Deze categorieën van sociaal competent gedrag zien wij als het resultaat van kennis, vaardigheden en houding. Welke categorieën onderscheiden we en wat houden ze precies in? ‐
Ervaringen delen Delen met anderen wat je bezighoudt, zowel positieve als negatieve ervaringen.
‐
Aardig doen: de ander op een positieve manier benaderen en zorg dragen voor anderen.
‐
Samen spelen en werken Samen met anderen iets tot stand brengen. Hierbij zijn samen overleggen, afspraken maken en inbrengen van ideeën belangrijk.
‐
Een taak uitvoeren Omgaan met taken en opdrachten, zowel schoolse en andere taken, zoals de planten water geven, het bord schoonmaken, de klas opruimen
‐
Jezelf presenteren Jezelf kenbaar maken in het gezelschap van anderen.
‐
Een keuze maken De manier waarop je kiest en beslist en of je eigen keuzes kunt maken.
‐
Opkomen voor jezelf Omgaan met weerstand van anderen en voor jezelf zorgen.
‐
Omgaan met ruzie Op een goede manier conflicten oplossen.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 28 van 57
T.a.v. burgerschap onderhouden we een goede band met een school in Tsjechië en zijn er ook contacten met een school in Senegal. Door de contacten met deze scholen leren onze kinderen meer over de diverse samenlevingen in de wereld, en in Nederland. ODBS Pieterskerkhof is officieel een “school in de wereld”. Een “School in de Wereld” richt zich op het bevorderen van integratie door ontmoetingen tussen kinderen van verschillende scholen en met verschillende achtergronden. Hiermee helpt School in de Wereld tolerantie te bevorderen en discriminatie te bestrijden. Bewust maakt de school dus ruimte voor thema’s zoals respect, identiteit en wereldburgerschap. Bovenstaande contacten hebben dit dan ook tot doel. Naast de buitenlandse contacten hebben we ook contact met de kinderen en leerkrachten van Puntenburg. Door de meer diverse populatie op die school ervaren en leren onze kinderen dat er in Nederland ook meer diversiteit is dan wat ze in hun eigen, bekende omgeving aantreffen. Nu Pieterskerkhof en Puntenburg afzonderlijk verder gaan, moeten we ons heroriënteren op onze contacten. De komende jaren willen we deze activiteiten meer in een lijn uitzetten en daar waar nodig aanvullen of aanpassen, zodat er een “leerlijn burgerschap” voor ODBS Pieterskerkhof zal zijn. Mogelijk dat we hierbij ook een andere methode aan willen gaan schaffen. De hierboven genoemde kerndoelen komen verder ook terug, geïntegreerd in de methodes voor wereldoriëntatie “wijzer door de tijd, natuur en wereld”. Beleidsvoornemens ‐
Opzetten leerlijn Burgerschap en evt. vervanging methode
‐
Heroriëntatie contact met partnerschool “School in de Wereld”: Puntenburg
4.4.2. Het onderwijsleerpakket voor Natuur en Techniek Door het gebruik van de methode “Wijzer door de natuur”, hebben wij de mogelijkheid om op de gewenste manier aandacht te besteden aan natuuronderwijs en techniek. Daarnaast heeft de school een aparte leerlijn voor techniek. Techniekonderwijs wordt gegeven door een onderwijsassistent die tevens werkzaam is als techniekcoördinator op onze school. De kinderen van groep 5 t/m 8 krijgen in gehalveerde groepen techniekonderwijs, al dan niet gecombineerd met handvaardigheidonderwijs. Naast deze leerlijn leren de kinderen d.m.v. het gebruik van techniekkisten meer over diverse technieken en technische toepassingen. Het merendeel van de kisten is bestemd voor de bovenbouw, maar ook voor de onderbouw zijn er kisten ontwikkeld. De leerkrachten zetten deze kisten in tijdens de weektaak, aansluitend op een bijpassend lesonderdeel. Ook kunnen kinderen op andere momenten aan de kisten werken. Aan het eind van hun schoolcarrière op onze school, moeten alle kisten door de kinderen gedaan zijn. Om hierop toe te zien, wordt door de groepsleerkracht een logboek beheerd. “Techniek” zal hierdoor, naast een zelfstandig vak, ook als geïntegreerd vak gegeven worden. De zelf ontwikkelde techniekkisten zullen constant bijgesteld worden. Leidraad zal hierbij de evaluatie van de gebruikers; de leerlingen zijn. Hierbij wordt ingespeeld op de actualiteit. Er is een gebruikerssysteem ontwikkeld waarbij gebruikte leskisten worden hersteld, aangevuld en verbeterd.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 29 van 57
Geïntegreerde Doelstellingen. Naast de hoofddoelstelling zoals hierboven geformuleerd, willen wij dat: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Niet-cognitief ingestelde kinderen meer mogelijkheden krijgen om te laten zien waar ze goed in zijn. Kinderen een breder beeld krijgen van techniek en de rol van techniek in hun leven. De school door de invoering van techniek meer mogelijkheid krijgt om ervaring op te doen met vernieuwende onderwijs vormen De leerkracht meer mogelijkheden krijgt om competenties van de kinderen te onderscheiden door de diversiteit aan werkvormen. Het onderwijs aantrekkelijker wordt omdat verschillende intelligenties van kinderen worden aangesproken.
Beleidsvoornemens: ‐ ‐
We willen t.a.v. natuur- en techniekonderwijs meer concentrisch werken. Dit houdt in dat de onderwerpen meer thematisch en geïntegreerd aan bod komen. Hiertoe willen we dan ook een nieuwe methode die zich hier goed voor leent. We willen graag het logisch denken bij kinderen bevorderen en ze meer oplossingsgericht leren denken. Hiertoe zullen we ons oriënteren op mogelijkheden. Vanuit wetenschap en techniek doet zich de mogelijkheid voor om hier bij aan te sluiten.
4.4.3. Het onderwijsleerpakket voor Ruimte Door het gebruik van de methode “Wijzer door de wereld”, hebben wij de mogelijkheid om op de gewenste manier aandacht te besteden aan aardrijkskunde. We gebruiken naast deze methode voor het inoefenen van topografische kennis ook computerprogramma’s. Door het gebruik van moderne communicatiemiddelen is de wereld voor de kinderen veel dichterbij dan vroeger en zijn ze in staat meer te ontdekken. T.a.v. dit vakgebied is er veel gecombineerd met de andere vakken. Kinderen hebben contact met andere mensen in andere landen, lezen via Nieuwsbegrip over onderwerpen die er in de wereld spelen, bereiden presentaties over onderwerpen voor, maken werkstukken, surfen over het internet, maken excursies, etc. Beleidsvoornemens: ‐
We willen t.a.v. aardrijkskunde meer concentrisch werken. Dit houdt in dat de onderwerpen meer thematisch en geïntegreerd aan bod komen. Hiertoe willen we dan ook een nieuwe methode die zich hier goed voor leent.
4.4.4. Het onderwijsleerpakket voor Tijd Door het gebruik van de methode “Wijzer door de tijd”, hebben wij de mogelijkheid om op de gewenste manier aandacht te besteden aan geschiedenis. Het is belangrijk dat kinderen de geschiedenis leren en verbanden kunnen leggen tussen gebeurtenissen in het verleden die invloed hadden op elkaar en op het heden.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 30 van 57
Door het gebruik van moderne communicatiemiddelen is de informatie over het verleden voor de kinderen veel dichterbij dan vroeger en zijn ze in staat meer te ontdekken. T.a.v. dit vakgebied is er veel gecombineerd met de andere vakken. Kinderen bereiden presentaties over onderwerpen voor, maken werkstukken, surfen over het internet, maken excursies, etc. Beleidsvoornemens: ‐
We willen t.a.v. geschiedenis meer concentrisch werken. Dit houdt in dat de onderwerpen meer thematisch en geïntegreerd aan bod komen. Hiertoe willen we dan ook een nieuwe methode die zich hier goed voor leent.
4.4.5. Mediawijsheid en ICT ICT wordt op ODBS Pieterskerkhof ingezet op 2 manieren: we willen kinderen vaardigheden aanleren voor goed computergebruik. Hiertoe willen we dat kinderen leren om word, powerpoint en Internet goed te gebruiken. Ook willen we dat kinderen in groep 8 een eigen website kunnen bouwen. Daarnaast wordt er educatieve software ingezet om inoefening en verwerking van lesstof te verwezenlijken. Beleidsvoornemens: ‐
Een leerlijn ICT opstellen: wanneer gebruiken we welke software voor inoefening en verwerking. Welke dure software is noodzakelijk? Welke alternatieven zijn er? In de leerlijn komen de afspraken welke software en welke programma’s we gebruiken per jaargroep.
‐
Vormgeven aan “Mediawijsheid”. Hoe en wanneer leren we kinderen omgaan met nieuwe en oude media. Hiertoe dient een leerlijn opgesteld te worden.
Algemeen Algemeen geldt voor de onderwerpen genoemd in hoofdstuk 4.4 dat er veel gecombineerd wordt aangeboden, waardoor het leereffect groter is. Ter aanvulling en ondersteuning wordt er naast de methodes diverse additionele materialen als projecten, excursies en leskisten ingezet. Ook wordt er gebruik gemaakt van een speciale database met educatieve filmpjes via het internet: “klassetv”. Borging: De methodetoetsen moeten ons in de gelegenheid stellen om de kwaliteit te bewaken.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
4.5.
Pagina 31 van 57
Kunstzinnige oriëntatie
De kerndoelen 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Het onderwijsaanbod en werkwijze voor kunstzinnige oriëntatie We gebruiken voor het realiseren van de kerndoelen de methode "Moet je doen". De methode geeft voor de groepen 1 tot en met 8 handreikingen en concreet materiaal om de lessen inhoud te geven. Daarnaast wordt jaarlijks gebruik gemaakt van het aanbod van het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Visie Op ODBS Pieterskerkhof maken kunst & cultuur, muziek en beeldende vorming een structureel deel uit van het onderwijsaanbod. Zowel geïntegreerd in andere vakgebieden als apart onderdeel wordt de kunstzinnige oriëntatie kinderen aangeboden. De expressievakken vormen hierin het grootste aandeel. We vinden het belangrijk dat kinderen zich op allerlei manieren leren uiten. Zowel door middel van taal, stem, houding, beweging en mimiek, als aan de hand van verschillende technieken op het beeldende vlak leren we kinderen zich uit te drukken. We geloven dat wanneer kinderen de expressieve vaardigheden op verschillende wijzen oefenen, de communicatie met anderen zich ook positief ontwikkelt. Dit bevordert een goede samenwerking. Ook reflectie op eigen gemaakt werk, op de eigen ontwikkeling en dat van anderen is een belangrijk onderdeel van de creatieve lessen. Deze reflectie is belangrijk om kinderen te leren over hun eigen leren. Reflecteren bevordert de zelfstandigheidontwikkeling, het zelfstandig werken dat op onze Daltonschool centraal staat. Naast het oefenen van vaardigheden is het verwerven van kennis over cultureel erfgoed een aspect dat op ODBS Pieterskerkhof aan bod komt. Hiermee wordt een bewuste, kritische houding bevordert doordat kinderen kijken naar de omgeving waarin ze leven. Een kritische en zelfbewuste houding is nodig om verantwoordelijkheden te leren oppakken, die kinderen op de Twijn geboden krijgen. Werkwijze Er wordt gebruik gemaakt van de methode Moet je doen. De lessen die in deze methode beschreven staan voldoen volledig aan bij de kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie. Ook de doorgaande lijn is met het gebruik van deze methode gewaarborgd. Op ODBS Pieterskerkhof zijn twee vakleerkrachten aangesteld: Voor de muzikale vorming geeft een vakleerkracht muziek aan de kinderen van groep 1 t/m 8 les, gedurende +/- 35 minuten per week. Voor handvaardigheid/techniek krijgen de kinderen van de groepen 5 t/m 8 eenmaal per week gedurende 5 kwartier les.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 32 van 57
Naast de lessen uit de methode en de lessen van de vakleerkrachten wordt er gebruik gemaakt van: ‐
Het kunstmenu van het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Per groep wordt voor een heel schooljaar een keuze gemaakt uit het aanbod. Dit aanbod varieert enorm vanwege de vele verschillende activiteiten (passief en actief) en de vele disciplines van de kunsten.
‐
Het filmaanbod. De groepen 3 t/m 8 brengen minimaal eenmaal per schooljaar een bezoek aan de bioscoop o.a. tijdens het Nederlandse Filmfestival.
‐
Het podium dat structureel de mogelijkheid biedt voor kinderen om zich vrij te kunnen uiten. Ook ouders worden uitgenodigd om bij bepaalde gelegenheden het podium te bestijgen.
‐
Elk jaar maken de groepen 2 en 8 van ODBS Pieterskerkhof een (afscheids-)musical. Hierbij krijgen de leerkrachten en kinderen begeleiding van een conservatoriumstudent of van de vakleerkracht muziek.
Beleidsvoornemens: ‐
Door het meer concentrisch lesgeven op de zaakvakken (hoofdstuk 4.4) willen we kunstzinnige vorming nog meer integreren.
‐
Door de succesvolle werkwijze met de techniekkisten, willen we zelf “cultuurkoffers” ontwikkelen. Deze koffers hebben een vaste inhoud en worden per jaargroep ontwikkelt. Hierdoor ontstaat er een doorgaande lijn in kunstzinnige vorming, waarbij de school niet langer afhankelijk is van een extern aanbod. We willen met het team kijken hoe we dit inhoudelijk vorm gaan geven. Ook zullen we externe financiële bronnen proberen aan te boren.
Borging: Door het volgen van de methode komen de lesonderdelen aan bod. Door observatie van de vak- en groepsdocenten wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd en vast gelegd.
4.6.
Beweging
De kerndoelen 57 De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. 58 De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 33 van 57
Het onderwijsaanbod en werkwijze voor oriëntatie Voor het realiseren van de kerndoelen wordt gebruik gemaakt van "bewegen en didactiek" en "bronnenboek bewegingsonderwijs voor de basisschool". Voor de groepen 3 tot en met 8 is er een vakleerkracht beschikbaar. Deze geeft 1 keer per week les. De andere les wordt door de groepsleerkracht gegeven. Indien de groepsleerkracht niet bevoegd is, dan zal er tijdens de gymles gewisseld worden met een wel bevoegde groepsleerkracht. Borging: Observatie van lessen en overleg over het programma zullen de gewenste kwaliteit moeten garanderen.
4.7. Daltononderwijs Het onderwijsleerpakket In onze Dalton school krijgen deze Leergebied-overstijgende kerndoelen speciale aandacht. De zelfstandigheidontwikkeling die wij al in de kleuterfase laten aanvangen is gebaseerd op de uitgangspunten van het Dalton model met als kernbegrippen vrijheid / verantwoordelijkheid / zelfstandigheid en samenwerken. Het leren werken volgens plan is synoniem aan het door ons ontwikkelde taakmodel. Kinderen leren hun werk te plannen, zelf initiatieven te nemen strategieën te ontwikkelen. Zelfreflectie en evaluatie behoren tot de noodzakelijke elementen om te kunnen groeien in het ontwikkelingsproces. Het zelfontdekkend leren ligt mede ten grondslag aan het Dalton model. Verder verwijzen we in dit kader naar andere schoolproducten. De Daltonvisitatie in februari 2011 gaf ons de bevestiging dat we goed bezig zijn met ons Daltononderwijs. De aanbevelingen die we kregen, herkenden we en zijn opgenomen in dit schoolplan. Daarnaast hebben we ook nog andere beleidsvoornemens voor de komende jaren. Beleidsvoornemens: ‐
Gebruik maken van het directe instructiemodel.
‐
Bij het samenstellen van de taak meer rekening houden met verschillen in ontwikkeling: meervoudige intelligentie
‐
Meer reflecteren met kinderen op hun werk, werkhouding en gedrag. De reflectie vormt een wezenlijk onderdeel voor de voorbereiding op de instructie. Ook de koppeling benoemen is essentieel voor kinderen.
‐
Opstellen van leerlijnen t.a.v. zelfstandigheid, samenwerken en verantwoordelijkheid
‐
Kinderen betrekken bij de onderwijsinhoud: kinderen verantwoordelijk maken voor
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 34 van 57
wat ze willen leren Borging: Door kinderen, ouders en leerkrachten te enquêteren. Door de Nederlandse Dalton Vereniging te consulteren.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 35 van 57
5.
Passend onderwijs
5.1.
Samenwerken aan passend onderwijs binnen het bestuur en stedelijk
De PO-scholen van de SPO Utrecht vormen samen het samenwerkingsverband 20-03, dat nauw samenwerkt met de twee andere samenwerkingsverbanden in de stad, de KSU en de PCOU. In het Meerjaren Zorgplan is de koers voor het zorgbeleid van de SPO Utrecht vastgelegd. De jaarlijkse inzet van middelen en de organisatie van de zorg voor leerlingen wordt in het jaarlijks op te stellen zorgplan beschreven. De aanpak van de SPO Utrecht met betrekking tot een goed onderwijsaanbod voor elk kind is gebaseerd op de 7 uitgangspunten voor handelingsgericht werken. Bij het bieden van onderwijs en zorg aan leerlingen: 1. denken, kijken, praten en handelen we in termen van onderwijsbehoeften. 2. gaan we uit van een voortdurende samenwerking tussen leerkracht, leerling, ouders en begeleiders. 3. richten we ons op het benutten van kansen en positieve factoren en het zoeken naar mogelijkheden. 4. werken we vanuit een kader dat gebaseerd is op het systeemdenken: het een heeft invloed op het ander. 5. werken we handelingsgericht: gericht op het geven van haalbare en bruikbare adviezen. 6. werken we systematisch en transparant. 7. staat de leerkracht van de leerling centraal en is de leerkracht de sleutelfiguur. D.m.v. deelname aan het project Afstemming hebben SPO-scholen hier de afgelopen jaren aan gewerkt. Voor meer gedetailleerde doelen en activiteiten verwijzen wij naar het (Meerjaren)zorgplan 2010-2014 en de SPOstandaard leerlingenzorg (bijlagen). In het kader van de invoering van passend onderwijs werkt de SPO Utrecht nauw samen met alle schoolbesturen, de welzijnsinstellingen, de gemeente Utrecht en jeugdzorg aan een sluitende aanpak. Er is een stuurgroep Passend Onderwijs waarin alle schoolbesturen PO, VO en SO participeren en er is een stedelijke werkgroep, waarin alle hierboven genoemde samenwerkingspartners participeren. De Utrechtse Onderwijs Agenda is hier de leidraad.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 36 van 57
5.2. Leerlingenzorg op de basisschool 5.2.1. Algemeen
In het schema zien we de cyclus van Handelingsgericht werken (HGW) zoals die op alle basisscholen van de SPO Utrecht wordt doorlopen. Dit is een systematische manier van omgaan met verschillen tussen kinderen. Iedere leerkracht doorloopt deze cyclus een paar keer per jaar volgens de volgende stappen: Waarnemen: De relevante leerlinggegevens worden verzameld in een groepsoverzicht. Signaleren van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Begrijpen: Benoemen algemene onderwijsbehoeften van alle kinderen, Benoemen en zo nodig onderzoeken van specifieke onderwijsbehoeften. Plannen: Clusteren van kinderen die met en van elkaar leren. Opstellen groepsplan Realiseren: Uitvoeren groepsplan Evalueren: Afnemen van toetsen en evalueren of gestelde doelen behaald zijn. Hierna wordt de cyclus opnieuw doorlopen. Bij de overgang naar een volgende groep vindt er een overdracht plaats aan de hand van het groepsoverzicht en maakt de nieuwe leerkracht een nieuw groepsplan afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en aangepast aan de nieuwe (tussen)doelen die hij met hen wil bereiken. De leerkracht is als professional eerst verantwoordelijke voor de leerlingbegeleiding. Leerkrachten houden bij instructie en verwerking rekening met niveauverschillen tussen
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 37 van 57
leerlingen volgens het directe instructie model. De klassenorganisatie draagt bij aan het bieden van mogelijkheden tot differentiatie. De intern begeleider vervult binnen de school een coördinerende en begeleidende rol op het gebied van de leerlingenzorg. Hiertoe ondersteunt deze de leerkrachten door het systematisch bespreken van de groepsoverzichten en indien nodig een individuele leerlingbespreking a.d.h.v. een hulpvraag van de leerkracht. Vanuit de visie op het HandelingsGericht Werken, gaan we uit van een voortdurende samenwerking tussen leerkracht, leerling, ouders en begeleiders. Door het systeemdenken gaan we er vanuit dat het één van invloed is op het ander. Daarom worden de ouders en de leerlingen zelf betrokken in het benoemen van de onderwijsbehoeften. Wat heeft dit kind, met deze ouders, in deze klas met deze leerkracht nodig? Wanneer de begeleiding op school niet toereikend is, wordt de stap gemaakt naar het niveau van begeleiding door het samenwerkingsverband of een externe zorgaanbieder. Het betreft het ondersteunen van de groepsleerkracht en intern begeleider bij het zoeken naar afstemming van de onderwijsleersituatie op de instructie- en/of ondersteuningsbehoeften van de leerling. 5.2.2: Leerlingenzorg bij ons op school In april/mei 2011 is het Onderwijs Zorg Profiel (OZP) van ODBS Pieterskerkhof vastgesteld door het APS(Algemeen Pedagogisch Studiecentrum): een B profiel, te omschrijven als een smalle zorgschool. Een smalle zorgschool wordt gekenmerkt door: • •
Een groepsgerichte aanpak, waarbinnen het jaarritme centraal staat. Lineair werken, methodes vormen het uitgangspunt van het onderwijsaanbod
Tevens kent de school elementen vanuit het C profiel: de brede zorgschool. Een brede zorgschool wordt naast bovengenoemde omschrijving gekenmerkt door: • • •
Individugerichte aanpak, uitgaan van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Het werken met groepsplannen, dag – en weektaken. Remedial Teaching opgenomen in het werken binnen de groepen.
Vormgeving van de leerlingzorg: Uitgangspunten: Onder leerlingenzorg wordt verstaan de (extra) aandacht voor sociaal emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen. De leerlingenzorg is gericht op alle leerlingen. Onder het motto ‘onderwijs handen en voeten geven’ proberen wij dat vooral de leerkrachten zich over de (zorg)leerlingen ontfermen en dat hulp binnen de groep wordt geboden. De leerkracht is immers de professional die dagelijks met het kind werkt, en zodoende goed weet wat een kind nodig heeft. De leerkracht kan ook zelf inplannen wanneer de extra hulp wordt geboden. Daarnaast is het voor kinderen goed dat de instructies en hulp eenduidig aangeboden worden. Afhankelijk van de aard van de zorg kunnen rugzakleerlingen en/of andere specifieke situaties hierop een uitzondering maken.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 38 van 57
De leerlingenzorg bij ons op school is gebaseerd op het model ‘1-Zorgroute’, de Handelings gerichte werkwijze. Waarbij op open en transparante wijze gewerkt wordt vanuit de driehoek Ouders- Leerkracht – Leerling. Monitoren van het proces door te praten over eventuele grenzen aan het passend aanbod maken we bespreekbaar door te kijken naar de volgende vijf punten: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Relatie> is het nog mogelijke een relatie te onderhouden met deze leerling? Ontwikkeling> is er nog perspectief op leren voor deze leerling? Veiligheid> vormt de leerling een bedreiging voor zichzelf, de leerkracht of andere leerlingen? Welbevinden> Heeft de leerling structureel een negatieve beleving van de school en zichzelf; is de persoonsontwikkeling bedreigd? Balans in de groep> Verstoort de leerling structureel de balans in de groep, waardoor de leerkracht de andere kinderen tekort doet?
Organisatie Binnen de schoolorganisatie neemt de Intern Begeleider (IB-er) een belangrijke plaats in, vooral om de continuïteit van zorg en begeleiding te bewaken. De IB-er heeft een coördinerende en begeleidende rol op het terrein van leerlingenzorg. De IB-er begeleidt de leerkrachten op Handelings Gerichte Wijze. Tijdens groepsbesprekingen en hieruit voortkomende individuele leerling-besprekingen wordt gekeken naar de ondersteuningsbehoeften van leerkrachten en leerlingen. De IB-er is de schakel tussen school en externe instanties betreffende de leerlingenzorg. Zij onderhoudt functionele contacten met o.a. de schoolmaatschappelijk werker, de logopediste, de schoolarts, het zorgplatform. Het zorgplatform van het SPO biedt ondersteuning en advisering t.a.v. de leerlingenzorg. Onderwijsaanbod Onderwijs op ODBS Pieterskerkhof wordt aangeboden op Dalton werkwijze waarbinnen de methodes en leerlijnen bepalend zijn. Met gebruik van het directe instructiemodel, waarbinnen zelfstandig werken een plaats inneemt, wordt ruimte gecreëerd om aan specifieke onderwijsbehoeften tegemoet te komen. Hiermee kan vormgegeven worden aan een passend onderwijsaanbod. Van belang hierbij is een adequate signalering. Signalering: De leerkrachten houden de vorderingen van alle leerlingen bij middels methodegebonden toetsen en het Cito leerlingvolgsysteem. De leerkracht kan aan de hand van de toetsresultaten: 1. Bekijken in hoeverre de leerstof beheerst wordt. 2. Indien nodig bepalen welke extra hulp een leerling nodig heeft. 3. Vaststellen in welke vorm de extra hulp moet worden aangeboden. De toetsresultaten zijn de belangrijkste ingrediënten voor het leerlingvolgsysteem. Tevens worden de resultaten gebruikt voor het opstellen van de groepshandelingsplannen. Twee
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 39 van 57
keer per jaar worden de Cito gegevens gebruikt; één keer per jaar zijn de methode gebonden toetsen leidend hiervoor. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de stimulerende en belemmerende factoren van de leerling. Tot en met groep 5 werken alle leerlingen binnen het directe instructie model, een uitzondering hierop vormen de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte (bv. Leerlingen met een Leerling Gebonden Financiering de zogenaamde Rugzak leerlingen. Vanaf groep 6 is het mogelijk dat er voor een leerling een Ontwikkelings Pers Pectief (OPP) wordt opgesteld, een aparte leerlijn voor een of meerdere vakken. Betrokkenheid ouders Ouders worden op handelingsgerichte werkwijze betrokken in de zorg rondom de leerling. In het begin van het schooljaar worden ouders in de gelegenheid gesteld de leerkracht te informeren over hun kind middels het ”oudervertelgesprek”. Tijdens 3 andere vaste gespreksmomenten binnen het schooljaar informeert de leerkracht de ouders over hun kind. Bij zorg rondom een leerling worden ouders betrokken bij de manier waarop aan de behoeften van het kind tegemoet gekomen wordt. Hierbij kan de IB’er een begeleidende en informatieve rol bieden. Pedagogisch klimaat Om tegemoet te kunnen komen aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen streeft de school naar een veilig pedagogisch klimaat. De school probeert hieraan bij te dragen door het bieden van: ‐
Een veilige omgeving
‐
duidelijke regels en afspraken en communicatie daarover
‐
een vertrouwensrelatie tussen leerling, leerkracht en ouders.
‐
methode: Kinderen en hun sociale talenten
Het pedagogisch klimaat binnen de groepen wordt gevolgd met behulp van: ‐
-observaties en gespreksverslagen
‐
- sociogram en/of veiligheidsthermometer
Vormgeving Om het beschrevene verder vorm te geven is er een tijdsplan binnen dit meerjarenplan opgesteld. De leerlingenzorg vormt hier een onderdeel van. Het schema voor het meerjarenbeleidsplan benoemt de zorg onder punt 4.
5.3. Toelating leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte 5.3.1 Toelating leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte De Utrechtse schoolbesturen hebben uitgesproken een gezamenlijke verantwoordelijkheid te willen dragen voor een passend onderwijsaanbod voor elk Utrechts kind (december 2007).
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 40 van 57
Om er voor te zorgen dat voor iedere leerling de beste plek wordt gevonden, hanteert de SPO Utrecht sinds 2002 een toelatingsprocedure voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het gaat hierbij om leerlingen met een forse leerachterstand waardoor deze naar verwachting het eindniveau van het basisonderwijs niet zullen kunnen halen, of leerlingen met een indicatie voor het speciaal (basis)onderwijs. Kern van de procedure is het maken van een systematische afweging, of de school met haar onderwijs(zorg)aanbod kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling. Uitgangspunten hierbij zijn het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Om te bepalen of er sprake is van een match tussen de onderwijsbehoefte van de leerling en de mogelijkheden van de school worden de behoeften op de volgende gebieden langsgelopen: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
pedagogisch handelen didactisch handelen kennis- en vaardigheden van de leerkracht organisatie in de school en in de klas gebouw/ materieel medeleerlingen ouders
Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de ondersteuningsmogelijkheden (zowel materieel als immaterieel) die geboden kunnen worden. In het besluit wordt ook het advies van het schoolteam meegenomen. We gaan er immers van uit dat, bij toelating, de leerling de hele basisschool periode op de school welkom zal zijn. Wanneer er sprake is van een afwijzing, verstrekt de school een schriftelijke onderbouwing van de afwijzing aan ouders. 5.3.2 Toelatingsprocedure moeilijk plaatsbare leerlingen Het komt regelmatig voor dat een leerling tijdens zijn of haar schoolcarrière van school wisselt. Bijvoorbeeld vanwege een verhuizing. In sommige gevallen komt het dan voor dat het moeilijk is om voor zo’n leerling een passende nieuwe school te vinden. Wanneer zo’n leerling op vier of meer scholen wordt afgewezen, is deze moeilijk plaatsbaar. Om ook voor deze leerlingen een passend onderwijsaanbod te bieden, is de procedure moeilijk plaatsbare leerlingen opgesteld, die alle scholen in de stad Utrecht hanteren (bijlage). Uitgangspunten in deze procedure zijn: ‐ ‐ ‐ ‐
Indien de ouders dit wensen verdient het de voorkeur dat een leerling in de eigen wijk naar school kan. Zonder een beschikking voor het speciaal basisonderwijs begint een leerling altijd in het regulier basisonderwijs. Een leerling, waarbij twijfel bestaat over plaatsing in het regulier basisonderwijs, heeft op basis van documenten (Onderwijskundig Rapport) recht op plaatsing binnen een redelijke termijn. Voor thuiszittende leerlingen bestaat de inspanningsverplichting om hen tussentijds te plaatsen
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 41 van 57
5.4 Onderwijs aan leerlingen met zeer speciale onderwijsbehoeften 5.4.1. Ontwikkelingsperspectief Voor leerlingen die naar verwachting niet het eindniveau basisschool zullen behalen, wordt gewerkt met een eigen leerlijn die is vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief. De SPO Utrecht heeft hiervoor een model ontwikkeld (bijlage). Het gaat hierbij om leerlingen die maximaal het eindniveau van groep 7 halen; leerlingen waarbij de verwachting is dat deze op termijn naar het leerwegondersteunend onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs dan wel het praktijkonderwijs gaan. Om te komen tot een realistisch en onderbouwd ontwikkelingsperspectief, vindt vooraf overleg plaats met een externe deskundige d.w.z. een medewerkers van het SPO Zorgplatform en/of een orthopedagoog of psycholoog. Door middel van het ontwikkelingsperspectief wordt het verwachte eindniveau bij het verlaten van het basisonderwijs bepaald en wordt het leerstofaanbod voor deze leerlingen uitgewerkt aan de hand van tussendoelen. Gedurende de schoolcarrière worden de vorderingen gevolgd aan de hand van deze tussendoelen. Gedurende de schoolloopbaan van deze leerlingen zullen minimaal twee tussentijdse evaluaties per jaar plaatsvinden. 5.4.2. Werken met een leerlinggebonden budget Tot het moment dat de Wet Passend Onderwijs van kracht zal gaan, zal de zorg voor leerlingen met een indicatie voor cluster 1, 2, 3 of 4 nog worden bekostigd met behulp van de Leerling Gebonden Financiering wanneer deze leerling met behulp van een ‘rugzakje’ in het basisonderwijs blijft. Hiervoor zijn onderstaande afspraken van toepassing. a. Het is niet noodzakelijk dat een leerling met een rugzakje het verplichte basisschoolpakket haalt. Voor deze leerlingen dient wel een ontwikkelingsperspectief te worden vastgesteld, wanneer het vermoeden bestaat dat de leerling de minimumdoelen van het basisonderwijs niet zal behalen. b. Het handelingsplan van de leerling dient, uiterlijk een maand na inschrijving, in overeenstemming met de ouders opgesteld zijn. Hierin moet worden opgenomen wanneer er sprake is van herindicatie (bijna altijd na 2 jaar) en het moet jaarlijks met de ouders geëvalueerd worden. c. Leerlingen waarbij sprake is van een leerachterstand van 1,5 jaar of meer, leerlingen die een gediagnosticeerd sociaal-emotioneel probleem hebben en leerlingen met een rugzakje, hoeven niet deel te nemen aan de CITO-eindtoets en worden niet meegenomen in de uiteindelijke opbrengsten van het onderwijs. 5.4.3. Speciaal (basis)onderwijs Wanneer de basisschool niet (meer) aan de onderwijsbehoeften van een leerling kan voldoen, kan het voorkomen dat school en ouders samen tot de conclusie komen dat een plaatsing op een school voor speciaal (basis)onderwijs beter recht doet aan deze onderwijsbehoefte. In dat geval zijn er twee mogelijkheden: 1. Speciaal basisonderwijs
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 42 van 57
Leerlingen met een algehele ontwikkelingsachterstand (minimaal IQ 55), leerlingen met sociaal-emotionele problematiek waardoor een ernstige onderwijsachterstand is ontstaan of leerlingen met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel komen in aanmerking voor plaatsing op het speciaal basisonderwijs wanneer er sprake is van aantoonbare handelingsverlegenheid van de school. School en ouders doen samen een aanvraag voor een beschikking voor een plaatsing in het speciaal basisonderwijs (SBO) bij de onafhankelijke stedelijke Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De aanmelding van een leerling bij de PCL verloopt via het SPO Zorgplatform. Een leerling kan pas worden aangemeld bij de PCL nadat het Zorgplatform alle beschikbare deskundigheid en middelen heeft ingezet om het kind in het basisonderwijs te behouden. In de bijlagen zijn de procedure en de criteria opgenomen. 2. Speciaal onderwijs Wanneer er sprake is van een leerling met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap, of leerlingen met psychiatrische problemen of gedragsproblemen, kan een leerling in aanmerking komen voor een indicatie voor het speciaal onderwijs. Een onafhankelijke Commissie voor de Indicatiestelling (CvI), die is verbonden aan een regionaal expertisecentrum (rec) bepaald of de leerling is aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
6.
Pagina 43 van 57
De schoolorganisatie
6.2. De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht De stichting SPO Utrecht De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht is een openbaar schoolbestuur, dat verantwoording aflegt aan de gemeente Utrecht. De schoolbestuurlijke taken voor het openbaar onderwijs zijn per 1 augustus 2003 in handen van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht.Het bestuur bestaat uit 2 leden. Een Raad van toezicht houdt namens de gemeente Utrecht toezicht op de stichting en het bestuur. Directeuren De directeur van de school is verantwoordelijk voor goed onderwijs en de integrale aansturing van de school. In het directiestatuut zijn de taken en bevoegdheden van bestuur en directeuren vastgelegd. Binnen de school worden taken en bevoegdheden verdeeld op basis van deskundigheid, affiniteit en ontwikkelingsmogelijkheden van personeel. De gekozen schoolorganisatie past bij de wijze waarop de school de onderwijsdoelen wil bereiken. Verantwoordelijkheid, inspiratie, zorg en respect zijn sleutelwoorden binnen de stichting, niet alleen in de klas, maar ook binnen de organisatie als geheel. De stichting biedt, onder meer in de vorm van begeleide netwerken, intervisiebijeenkomsten, workshops en GMRnetwerkbijeenkomsten, gelegenheid om ook buiten de school in gesprek te zijn met collega’s die voor dezelfde opgave staan. Van alle medewerkers wordt deskundigheid, een professionele betrokkenheid, het vermogen om open te staan voor veranderingen en in te kunnen spelen op een veranderende omgeving en last but not least, een gezond gevoel voor wat haalbaar is gevraagd.
6.2.
De schoolorganisatie
6.2.1. De structuur De school heeft sinds 1 maart 2011 één directeur die de school aanstuurt. De directeur is integraal verantwoordelijk voor het schoolbeleid: de aansturing van het onderwijskundig proces alsmede het personeel- en financieel beleid en de aansturing van personeel. De directeur is tevens verantwoordelijk voor de communicatie en het overleg met MR, bestuur en externe relaties en heeft geen lesgevende taken. De directeur wordt ondersteund door een parttime administratieve ondersteuner, die uitvoerend werk verricht m.b.t. personele, financiële en leerlingenadministratie, organisatie en communicatie.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 44 van 57
De school heeft groepsleerkrachten die verantwoordelijk zijn voor de groep. Voorts is er een intern begeleider en een vakleerkracht gymnastiek.Daarnaast beschikt de school over een vakleerkracht muziek, gefinancierd door de OR. Er werken 2 onderwijsassistenten op onze school. Een in de bovenbouw met als specifieke taak het geven van handvaardigheid- en techniekonderwijs. En een in de onderbouw die algemeen ingezet wordt, met als primaire taak het ondersteunen van de groepsleerkracht in groep 3. Voor de aansturing op het gebied van daltononderwijs is er een daltoncoördinator. Daarnaast zijn er groepsleerkracht die een specifieke taak hebben, zoals een onderbouw- en een bovenbouwcoördinator en onderwijsspecialisten voor rekenen en taal/spelling/lezen en een opleidingsleerkracht. Op de school zijn een technische conciërge en een algemene conciërge werkzaam. Elk jaar stelt de directeur een formatieplan op, waarin de formatie wordt vastgelegd voor het komende schooljaar, uitgaande van de financiële mogelijkheden en de visie zoals verwoord in het schoolplan. Ook wordt er per jaar gekeken naar de groepsgrootte. Sinds enkele jaren is het landelijk beleid dat de zogeheten “Signaalkinderen” (kinderen geboren tussen 1 oktober en 1 januari) versneld moeten doorstromen, indien dit wenselijk is voor hun ontwikkeling. Dit betekent dat het qua aannamebeleid lastig is om de groepsgrootte van groep 3 van te voren in te schatten. Indien er een te grote groep kinderen in groep 3 komt te zitten, kan de school kiezen voor een combinatiegroep. Het streven is om niet meer dan 35 kinderen in een groep te hebben. Voor de uiteindelijke keuze wordt er ook gekeken naar de specifieke groep kinderen, de leerkracht, de mogelijkheid tot ondersteuning en de beschikbare ruimte.
Doel
Groepsleerkrachten onderbouw 1 tm 4 Groepsleerkrachten bovenbouw 5 tm 8 Directie
Leerlingenzorg (IB en Rugzak) Specialisten
Vakleerkracht
Omvang in werktijdfactoren 4,1704
4,0679
0,8544
0,6240 0,2 (rugzak) ICT +/- 10 dagen, Daltoncoördinatie +/- 25 dagen 0,2306
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015 Onderwijsondersteunend personeel TOTAAL
Pagina 45 van 57
2,8747
13,0220
6.2.2. De overlegstructuur De afgelopen jaren werd er elke week vergaderd in de volgende volgorde: Schoolvergadering (beide locaties samen) – Teamvergadering – Zorgvergadering – Bouwvergadering. Deze structuur gaan we aanpassen nu de organisatiestructuur gewijzigd is. Besluiten worden genoteerd in het verslag van de teamvergadering. Van te voren is bekend of er besluiten worden genomen, zodat iedereen zich over een besluit tijdig kan uitlaten. Vanaf schooljaar 2011-2012 zullen we wekelijks vergaderen. De zorg en algemene vergadering worden geïntegreerd tot 1 reguliere, algemene vergadering. Hierbij zijn alle leerkrachten die die dag werken aanwezig. Alle groepen zijn zo vertegenwoordigd. De duocollega’s vormen, naast de notulen, een belangrijke schakel in het overbrengen van de informatie naar de afwezigen. Eén keer per maand is er een bouw vergadering i.p.v. een reguliere vergadering. Hierbij zit elke leerkracht bij zijn/haar bouw om specifieke bouwgerelateerde zaken te bespreken. 6.2.3. Schoolregels en afspraken Binnen de klas worden de regels en afspraken samen met de leerlingen bepaald en door de leerkracht zichtbaar vastgelegd. Ook de schoolregels voor de kinderen zijn in de klas en school zichtbaar voor de kinderen. De schoolregels en afspraken voor personeel liggen vast in de notulen van de vergaderingen. 6.2.4. Communicatie en overleg met de ouders. De school beschikt over een goede schoolgids die veel informatie voor ouders bevat. Als bijlage bij de gids ontvangen ouders een informatiekalender voor het betreffende schooljaar. De actuele en beleidsmatige zaken worden in de Medezeggenschapsraad besproken. Deze bestaat uit 2 leerkrachten en 2 ouders. Ze komen 1 keer per maand samen. De directeur is op uitnodiging bij onderdelen aanwezig. Naast de MR is er een actieve ouderraad, die zich richt op ondersteuning bij schoolactiviteiten en fungeert als klankbord naar de MR. Zij komen ook een maal per maand samen. De school zorgt dat zij altijd bij de vergadering vertegenwoordigd is, om zo een goede communicatie te onderhouden tussen team en ouders. De meeste ouders zijn heel betrokken bij de school en zetten zich ook actief voor de school in. Aan het begin van het nieuwe schooljaar houdt iedere groepsleerkracht een ouderavond met
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 46 van 57
zijn of haar nieuwe oudergroep. Het programma van het schooljaar wordt toegelicht en er worden afspraken gemaakt over ouderhulp. Er wordt vooral ook gesproken over de wijze van contact houden en aangedrongen op een open communicatie en goede samenwerking. Er wordt naast de vaste onderdelen die de OR oppakt, al vele jaren gewerkt met een open inschrijving voor ouderhulp en dit levert veel en verschillende hulp op. Voor actuele informatie ontvangen ouders een aantal keer per jaar een nieuwsbrief. De directeur is verantwoordelijk voor deze uitgave, waarbij zowel ouders, kinderen als leerkrachten kopij kunnen aanleveren. Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen steeds ad hoc een brief meekrijgen als er nieuws te melden is. Vanaf schooljaar 2010-2011 wordt er voornamelijk digitaal informatie verzonden aan ouders. In 2011 zijn we gestart met het leerlingvolgsysteem Parnassys. Dit maakt ook mogelijk dat we centraal geregeld digitaal kunnen communiceren. De Website is daarnaast de hoofdinformatiebron voor ouders, verzorgers, leerlingen en andere belangstellenden. Nieuwsbrieven en algemene informatie staan op de site, zodat iedereen zich kan informeren. Daarnaast is de website ook een presentatiemiddel voor leerkrachten en leerlingen. Twee keer per jaar ontvangen ouders een rapport met de vorderingen van hun kind. Daarnaast zijn er ook nog twee taakoverzichten per jaar om ouders te informeren over de vorderingen. In het komend schooljaar zullen we gaan werken met 3 rapporten verdeeld over het schooljaar. Tevens zullen er 4 gespreksmomenten gepland worden, waarvan we verwachten dat ouders in ieder geval op 2 verschijnen: De eerste aan het begin van het jaar: het kennismakingsgesprek, en het gesprek n.a.v. het tweede rapport. De 2 andere gesprekken n.a.v. het 1e en het 3e rapport zijn facultatief voor ouders. 6.2.5. Externe contacten De school heeft diverse contacten met externen. Binnen het SPO zijn er contacten via diverse netwerken voor de directeur, de IB-er, de opleidingsleerkracht. Daarnaast zijn er de contacten vanuit School in de wereld met Alleato en onze partnerscholen.T.a.v. kunstzinnige vorming zijn er contacten met diverse culturele instellingen, zoals het UCK en het filmfestival. Voor natuuronderwijs is er contact met het NMC. Voor techniek hebben we contact met het netwerk voor wetenschap en techniek vanuit de Universiteit Utrecht. Er zijn contacten m.b.t. de naschoolse opvang met SKON en Ludens. 6.2.6. Planning jaaractiviteiten en groepsroosters Er is een jaarkalender met alle activiteiten en vakanties. Elke leerkracht maakt een groepsrooster binnen het schoolkader met daarin de planning van activiteiten met de kinderen. Teamleden beschikken over een uitgebreide versie van de jaarkalender: de teamkalender waarop ze zelf ook zaken kunnen plannen en bijhouden. De directeur zorgt voor de verspreiding van weekmemo’s. Deze zijn afgeleid van de jaarplanning en worden voorzien van relevante en actuele data.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 47 van 57
Beleidsvoornemens: ‐
Door de splitsing van de scholen gaan we de teamoverleggen anders vormgeven. We blijven 1 maal per week vergaderen. Het streven is een vaste vergaderdag te nemen, aangezien dat planmatig praktischer is. De zorgvergadering en teamvergadering worden geïntegreerd en de vergadering wordt door de directeur samen met de IB-er voorbereid. 1 keer per maand is er geen algemene vergadering maar een bouwvergadering die wordt voorgezeten en voorbereid door de bouwcoördinatoren.
‐
Tijdens de bouwvergaderingen worden de groepsplannen gemaakt, zodat leerkrachten elkaar kunnen ondersteunen bij het indelen van de kinderen en het vormgeven van de inhoud van de groepsplannen.
‐
Per jaar verschijnen er 3 rapporten. Ouders krijgen na elk rapport de gelegenheid dit te bespreken. In ieder geval na het tweede rapport worden alle ouders op school verwacht. Daarnaast is er aan het begin van het schooljaar een kennismakingsgesprek met de nieuwe leerkracht(en) waarbij ouders informatie verschaffen over hun kind aan de leerkracht.
‐
Verder digitaliseren van de informatievoorziening vanuit school naar ouders. We gebruiken hiervoor Parnassys, ons leerlingvolgsysteem.
‐
Oriënteren op de mogelijkheden tot het aanbieden van dagarrangementen voor kinderen. Door contacten met andere instanties in (de binnenstad van) Utrecht komen tot een sluitend aanbod.
‐
Door de gewijzigde vakantieplanning is het noodzakelijk om de schooltijden en de inrichting van het continurooster te bekijken en aan te passen. Hierbij moet rekening gehouden worden met het minimale aantal lesuren voor kinderen en het maximale aantal contacturen dat leerkrachten volgens de CAO met kinderen mogen hebben. Het is niet wenselijk om parttimers te moeten compenseren met contactvrije dagen: kinderen hebben dan een vervanger voor de klas en de school moet extra salariskosten reserveren voor de vervanger.
‐
Het toelatingsbeleid van de school is iets wat opnieuw bekeken zal moeten worden. De school heeft te maken met een lange wachtlijst. In het verleden is gesteld dat we 35 kinderen per leerjaar aannemen. Rekening houdend met verhuizingen, die gebruikelijk zijn in de binnenstad, hou je in de bovenbouw volwaardige klassen over. Doordat voor de zogeheten signaalkinderen (geboren tussen 1 oktober en 1 januari) pas in groep 2 bekeken kan worden of ze versneld naar groep 3 zouden moeten, is het lastig om groepen gelijkwaardig te verdelen. Hier zullen we een oplossing voor moeten bedenken.
‐
Het uitstroombeleid verdient ook aandacht. We volgen hierin de POVO-procedure, zoals afgesproken binnen de gemeente Utrecht. Door de wijzigingen in het landelijke beleid, zal er ook in Utrecht e.e.a. veranderen. Hierop zullen we anticiperen.
‐
We willen gebruik maken van teamteaching. Dit betekent dat meerdere leerkrachten verantwoordelijk zijn voor een grotere groep kinderen. We willen dit toepassen op leesonderwijs. Door gezamenlijk op eenzelfde tijdstip te gaan lezen, kunnen
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 48 van 57
leerkrachten hun aandacht verdelen over diverse groepen kinderen. ‐
In de onderbouw komt er een onderwijsassistent bij die tot taak heeft om de leerkracht te ondersteunen bij het uitvoerende deel van de werkzaamheden. Dit betekent dat de onderwijsassistent met kleine groepjes kan werken, de grote groep kan begeleiden tijdens het zelfstandig werken, werk kan corrigeren, werk kan klaarleggen, enz. de onderwijsassistent wordt in principe ingezet in groep 3, of in een combinatieklas ter ontlasting van de leerkracht.
‐
In het gebouw zijn weinig werkkamers voor het personeel. We willen een aantal verbouwingen realiseren, waarbij er o.a. meer ruimte kom in groep 3. Ook willen we de lerarenkamer centraler in de school hebben, zodat deze beter benut wordt. Het lokaal dat akoestisch en klimatologisch het minst goed functioneert willen we niet langer als klaslokaal gebruiken. Het lokaal op de zolderverdieping zal als klaslokaal worden ingericht, zodat de kinderen onder betere omstandigheden les krijgen. Daarnaast willen we ook de directiekamer verplaatsten naar de eerste verdieping, zodat de directeur dichter op het primaire proces zit en meer contact heeft met kinderen en leerkrachten.
‐
Verder willen we een eigen werkruimte voor de intern begeleider, zodat deze met ouders en leerkrachten in een eigen en rustige omgeving gesprekken kan voeren.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
7.
Personeelsbeleid
7.1.
Inleiding
Pagina 49 van 57
In dit hoofdstuk beschrijven wij op welke wijze ons personeelsbeleid bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de stichting en onze school. Het personeelsbeleid van de stichting is vastgelegd in het Integraal Personeelsbeleidsplan (IPB).
7.2.
Het personeelsbeleid van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs
Integraal Personeelsbeleidsplan (IPB) Het integraal personeelsbeleidsplan is opgesteld, waarin de uitgangspunten van het personeelsbeleid, het bovenschoolse personeelsbeleid en de beleidskaders voor het schoolbeleid zijn opgenomen. De stichting gaat uit van de visie dat een professioneel werkklimaat de basis is voor goed onderwijs. Met professionaliteit wordt bedoeld een goed samenspel van betrokkenheid en vakbekwaamheid van medewerkers. Wie met plezier werkt, verantwoordelijkheid draagt, uitdaging heeft, zich gewaardeerd weet en professionele feedback krijgt is beter in staat om goed onderwijs te bieden. Daarom is een goed werkklimaat niet alleen voor het welzijn van personeel maar ook voor de kwaliteit van het onderwijs van groot belang. Het personeelsbeleid is er op gericht om de voorwaarden te scheppen voor een goed werkklimaat. Werken bij de stichting betekent ook zelf een bijdrage leveren aan het werkklimaat: dat bepaal je immers met zijn allen. In dit plan wordt dan ook uitgegaan van een actieve en constructieve bijdrage van zowel management als personeel bij de vormgeving van het werkklimaat. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het management. Het personeelsbeleid van de stichting is geformuleerd rond de volgende kernthema’s: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
De organisatie: functies, taken en verantwoordelijkheden Opleiden Werving en selectie Begeleiden en beoordelen Deskundigheidsbevordering en ontwikkeling Mobiliteit Arbeidsomstandigheden en personeelszorg Leeftijdsbewust personeelsbeleid Formatiebeleid Secundaire arbeidsvoorwaarden Medezeggenschap Werkgelegenheidsbeleid
Voor zover er sprake is van een nadere uitwerking van het IPB op schoolniveau wordt dat in 7.4. omschreven.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 50 van 57
7.3. Vrouwen in de schoolleiding De SPO Utrecht streeft naar een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen binnen de schoolleiding bij de opleiding, werving en benoeming van nieuwe directeuren. In 2010 zijn er op de 32 scholen 18 vrouwen en 17 mannen benoemd in een directeursfunctie.
7.4. Personeelsbeleid op onze school Opleiden Een van de groepsleerkrachten heeft als taak opleidingsleerkracht te zijn. Zij heeft een rol in de aanname, opleiding en de begeleiding van stagiaires, LIO’ers, zij-instromers en startende leerkrachten. ODBS Pieterskerkhof speelt een actieve rol in het bieden van stageplaatsen en werkt daarbij samen met de Theo Thijssen Academie (Daltonvariant). Jaarlijks zijn er circa 15 stagiaires in de school. Ook vanuit het conservatorium, ROC’s en andere onderwijs of aan onderwijs gelieerde instellingen komen er regelmatig stagiaires op onze school. Werving en selectie Bij werving en selectie werkt de school conform het SPO-beleid. Advertenties worden via de gebruikelijk SPO-kanalen uitgezet m.b.v. de collega’s van werving en selectie van SPO. Sollicitaties, zowel voor tijdelijke als vaste vacatures, worden georganiseerd door een sollicitatiecommissie. Deze bestaat i.i.g. uit de directeur en 2 leerkrachten. De laatste jaren is het gebruikelijk dat de PMR-leden in de sollicitatiecommissie zitting nemen. Begeleiden en beoordelen De directeur is verantwoordelijk voor het begeleiden en beoordelen van personeel, conform het SPO beleid. De gesprekkencyclus heeft op onze school nog niet vorm gekregen, door de wisselingen in de schoolleiding. Incidenteel zijn leerkrachten begeleid en beoordeeld. Komend jaar wordt er gestart met de begeleidingscyclus van alle personeelsleden. Deskundigheidsbevordering en ontwikkeling Binnen het SPO-beleid heeft elke medewerker een goede mogelijkheid om zich te professionaliseren. Er is een budget voor individuele scholing en een budget voor teamscholing. Komende jaren zullen POP’s en werken met portfolio’s (Wet BiO) een plaats krijgen binnen het schoolbeleid. Van nieuwe collega’s wordt verwacht dat zij zich specialiseren in Daltononderwijs en, indien niet in het bezit van een Daltoncertificaat, de Dalton-opleiding volgen. Functiemix Sinds schooljaar 2010-2011 is in het CAO-PO vastgelegd dat leerkrachten moeten kunnen
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 51 van 57
doorgroeien tot ”senior”-leerkracht. Hierdoor kunnen zij zich verdiepen en versterken in (een bepaald onderdeel van) het onderwijs. Aan de benoeming tot “senior”-leerkracht zet ook een schaalpromotie gekoppeld. De school heeft een uitgewerkt plan (document “Functiemix”) hoe de functiemix gestalte krijgt binnen haar eigen organisatie. Mobiliteit ODBS Pieterskerkhof bindt graag de goede leerkrachten aan zich! Er is echter alle begrip als men na een aantal jaren van werkomgeving wil wisselen. Dit geeft een frisse kijk op het onderwijs en het eigen professioneel handelen. Ook binnen de school is het voor leerkrachten daarom mogelijk om van klassen te wisselen. Het wordt eerder gestimuleerd dan tegen gehouden. Arbeidsomstandigheden en personeelszorg Over het algemeen melden collega’s zich op onze school niet snel ziek. Het ziekteverzuim is dan ook niet aan de hoge kant. Mensen zijn erg betrokken bij hun werk en hun verantwoordelijkheden t.a.v. de kinderen en de school. Deze professionele houding is tekenend voor de sfeer op school. Men gaat voor elkaar en voor goed onderwijs. Iedereen realiseert zich dat ze de ander nodig hebben om als school kwaliteit te kunnen leveren. Het gebouw heeft, buiten de klaslokalen, weinig werkruimte voor leerkrachten. D.m.v. een aantal verbouwingsingrepen willen we de leerkrachten betere werkruimtes en een betere ontspanningsruimte bieden. Door het continurooster is de werkdruk voor leerkrachten nog meer onderhevig aan piekbelasting. Er moet veel gewerkt worden in relatief korte tijd. De ontspanningsmomenten zijn over het jaar ruim verdeeld. Het jaarrooster m.b.t. de uren zal opnieuw moeten worden bekeken om een zo optimaal mogelijke arbeids-/ontspanningsverhouding te realiseren. Uiteraard ligt hierbij de prioriteit ook bij het onderwijs aan de kinderen. Doordat men elkaar minder ziet tussen de middag, zoekt men elkaar vaker op tijdens of na de les. Iedereen ziet het belang in van een goed onderling contact. Opmerkelijk is dan ook dat veel collega’s aangeven dat ze ondanks dat ze elkaar minder zien, het contact wel als erg goed ervaren. Zowel vanuit de schoolleiding als vanuit het team wordt er actief gekeken naar ontspannende contactmomenten voor de teamleden, alsmede naar een optimale benutting van professionele contactmomenten. Voor de professionele begeleiding gaan we werken met POP’s. Leerkrachten werken middels intervisie aan elkaars kwaliteit. Voor de professionele begeleiding hebben we een aantal beleidsvoornemens. Leeftijdsbewust personeelsbeleid De aandacht voor werkbelasting in relatie tot de leeftijdsfase is vast onderdeel in functioneringsgesprekken en werkgesprekken. Middels het taakbeleid is dit ook een aandachtspunt. Voorbereidingsuren worden gecompenseerd in het normjaartaakformulier: wat betreft de voorbereiding/correctie uren: standaard is 25%.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 52 van 57
statuscode 1 = startende, onervaren leerkracht 1e jaar.
40 %
statuscode 2 = wisseling bouw/school (wel ervaren), duo’s
35 %
statuscode 3 = senior leerkracht 55+
30 %
statuscode 4 = ervaren leerkracht
25 %
Leerkrachten kunnen conform de CAO vanaf hun 52e verjaardag BAPO opnemen. Hierdoor neemt hun nettowerktijdfactor af. Formatiebeleid De directeur maakt jaarlijks het formatieplan op basis van het SPO format en bespreekt dit met het team. Vervolgens wordt het ter inspraak aan de MR aangeboden. Secundaire arbeidsvoorwaarden De ligging van de school, midden in de stad is voor velen een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde. Echter de bereikbaarheid met de auto is lastig en duur, ondanks de extra SPO-reiskostenvergoeding. Gelukkig is de school goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Voor het personeel is er op school koffie/thee beschikbaar. Ook is er af en toe een traktatie of teamborrel. Bij avondactiviteiten wordt soms voor een maaltijd gezorgd. Jaarlijks is er een teamuitje, een kerstpakket en een attentie bij de afsluiting van het schooljaar. Vanuit het bestuur ontvangt elk personeelslid drie keer per jaar het personeelsblad Overzicht. Medezeggenschap De school heeft een actieve medezeggenschapsraad, die bestaat uit twee ouders en twee personeelsleden. De directeur voert het overleg met de MR en heeft overleg met de voorzitter over planning en de stukken die ter inspraak voorliggen. Door de nieuwe MR en de nieuwe structuur in het management liggen er kansen om de samenwerking ten volle te benutten. De contacten zijn goed en professioneel. De MR vergaderd 10 keer per jaar. De directeur is in principe altijd, op uitnodiging, aanwezig. Werkgelegenheidsbeleid De SPO Utrecht werkt sinds 2002 met werkgelegenheidsbeleid. Beleidsvoornemens: ‐
Vastleggen van taakomschrijvingen in een specifiek takenboek voor ODBS
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 53 van 57
Pieterskerkhof. ‐
In schooljaar 2010-2011 is gestart met een opleidingsleerkracht. Deze zal het takenpakket vormgeven en uitbreiden. Ook ALPO-studenten krijgen de kans hun stage te lopen op onze school. De begeleiding van zittend personeel valt niet onder de verantwoordelijkheid van de opleidingsleerkracht, maar onder die van de directeur. Voor professionele begeleiding kunnen leerkrachten in eerste instantie terecht bij de in school aanwezige specialisten.
‐
Invoeren specialisten conform functiemix
‐
Voeren van de gesprekkencyclus met personeel, bestaande uit POP-gesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken.
‐
Conform de wet BiO gaan leerkrachten een persoonlijk deskundigheidsdossier bijhouden, met daarin hun POP’s en de uitwerkingen daarvan. Dit dossier is naast de competentielijst voor leerkrachten op onze school, leidend in de functionerings-, en beoordelingsgesprekken.
‐
Leerkrachten kunnen door middel van collegiale consultaties van elkaar leren en het werk op elkaar afstemmen.
‐
Leerkrachten vergroten d.m.v. (team-) scholing hun kennis en vaardigheden t.a.v.didactieken, vakinhouden en leerlijnen.
‐
Leerkrachten vergroten d.m.v. (team-) scholing hun kennis en vaardigheden t.a.v.organiseren, klassenmanagement en Daltononderwijs
‐
De directeur stelt samen met het team een groepsplan op van het team. Hoe zitten we als team in elkaar? Waar hebben we behoefte aan? Wat missen we? Waarin blinken we uit? Dit geeft nuttige informatie voor scholing, taakverdeling en werving van nieuw personeel.
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015
Pagina 54 van 57
8. Beleidsvoornemens 8.1. Aanpak en werkwijze Onze school werkt planmatig aan de ontwikkeling van het onderwijs. Dat is een cyclisch proces: we stellen doelen, werken aan verbetering, gaan na of verbeteringen ook leiden tot meer resultaat, borgen zaken die goed lopen en stellen nieuwe doelen. In dit hoofdstuk zijn de ontwikkelpunten voor de komende vier jaar, die in de vorige hoofdstukken benoemd zijn op hoofdlijnen weergegeven in een meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning is leidraad voor de ontwikkeling van de school in de komende vier jaar. Op basis daarvan maken we jaarlijks een concreet jaarplan, waarin doelen, aanpak, concrete activiteiten, betrokkenen en tijdpad vermeld staan.
8.2. Meerjarenplanning In onderstaand schema is de meerjarenplanning van onze school voor 2011 - 2015 opgenomen:
Meerjarenbeleidsplan Dalton basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015 Zwart = Invoering / aanvang Grijs = continuering. Raster = geïmplementeerd Thema 1.Doel en missie Missie en visie opnieuw vaststellen Opbrengstgericht werken op basisvakken Concentrisch werken m.b.t. de zaakvakken Concentrisch werken m.b.t. cultureel vormende vakken De diversiteit van de leerling en ouder populatie in kaart brengen en benutten 2.Kwaliteitsbeleid Werken met jaarplanning (onderwijsinhoudelijk/organisatorisch, schoolbreed / per groep) -Opbrengstgericht werken: - model directe instructie, - leerlijnen, -
’11-‘12
’12-‘13
’13-’14
’14-‘15
Wie? Directeur, team IB-er, directeur, team, externe specialist IB-er, directeur, team, externe specialist IB-er, directeur, team Directeur, directeur en team
Directeur en team
IB-er, directeur, team, externe
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015 effectieve leertijd, - referentieniveaus, - voorbereiden van de lessen en keuzes maken in de methode. - OGW: proces van jaarplanning: evaluatie/planning in oktober, februari, juni. Trendanalyse: oktober en februari, maken en bespreken - OGW: werken met een didactisch groepsoverzicht, koppelen aan onderwijsbehoefte van het kind. - OGW: kenmerken van de leerlingpopulatie vertalen naar aanpak van onderwijs en ouders. - Evaluatie van de kwaliteit: waarderingsenquête ouders, leerlingen, personeel. - Evaluatie van de kwaliteit: zelfevaluatie team en schoolleiding. Toetskalender herzien Leertijd effectief gebruiken 3.Onderwijsbeleid Rekenen: - OGW: rekentijd, leerlijnen,instructie - Implementeren nieuwe rekenmethode WIG. Lezen: methode VTL implementeren.
Spelling en ww spelling: OGW, groepsplan, leerlijnen. Taal: woordenschat, (begrijpend) lezen: OGW. W.O.: concentrisch werken, Leerlijn groep 1/2 : OGW, evaluatie. Leerlijn democratisch burgerschap.
Leerlijnen samenwerking, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid. (Dalton) Leerlijn ICT, mediawijsheid. Techniek / Wetenschap / Logisch denken / Oplossingsgericht denken Leerling betrekken bij samenstelling onderwijs inhoud cultuuronderwijs
Pagina 55 van 57 specialist
IB-er, directeur en team IB-er, IB-er / directeur en team IB-er, directeur en team IB-er, directeur en team Directeur
Directeur IB-er en team Directeur en team Rekencoördinator, directeur, externe specialist, team Taalcoördinator, directeur, externe specialist, team Taalcoördinator, directeur, externe specialist, team Taalcoördinator, directeur, externe specialist, team Directeur, externe specialist, team IB-er, directeur, team Coördinator DemBu, directeur, team Daltoncoördinator, directeur, team ICT-coördinator, directeur, team Techniekcoördinat or, directeur, team Directeur, team Cultuurcoördinator, directeur, team
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015 Oriëntatie op les geven in het Engels Aanschaffen take it easy onderbouw Spaans, voor basisgroep en A groep Aanschaffen van additionele materialen, die goed aansluiten op de nieuwe versie. 4.Zorg Opbrengstgericht werken: in 3 niveaus, met een groepsplan.
Handelingsgericht werken: n.a.v. groepsoverzicht leerlingen indelen in groepen naar onderwijsbehoefte Kennismakingsgesprek leerkracht / ouders begin schooljaar. zorgprofiel opstellen, OPP (ontwikkelperspectief) Diverse leerstijlen, meervoudige intelligentie Coöperatieve werkvormen Vervolgacties pedagogisch klimaat (na OGW), evt. invoeren vreedzame school Kleuter LVS implementeren 5.Schoolorganisatie teamoverleggen reorganiseren: effectief, efficiënt, praktisch en inhoudelijk. Per bouw periodiek groepsplannen formeren Rapportage/ Gesprekkencyclus met ouders vormgeven. Digitalisering van communicatie met ouders. Oriëntatie op dagarrangementen. Urenberekening, schooltijden, continurooster. Toelatingsbeleid, Uitstroombeleid Communicatieplan Teamteaching: leesonderwijs Inzetten onderwijsassistenten in de onderbouw Aanpassingen aan het gebouw ter bevordering van de onderwijskwaliteit 6.Personeelsbeleid Opleiden in school opzetten w.o. ALPO. Invoeren specialisten conform
Pagina 56 van 57
Specifieke coördinator, IB-er, directeur, externe specialist, team IB-er, directeur, team IB-er, directeur, team IB-er, team IB-er, directeur, team IB-er, directeur, team IB-er, directeur, team IB-er, directeur, team IB-er, directeur, team IB-er, bouwcoördinatoren IB-er, directeur, team Directeur, team Directeur Directeur, team Directeur, team Directeur, team IB-er, directeur, team Directeur Directeur
Directeur, opleidingsleerkrac ht, specialisten Directeur
Schoolplan Openbare Dalton Basisschool Pieterskerkhof 2011 – 2015 functiemix Voeren van gesprekkencyclus met personeel, bestaande uit POPgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken Werken met deskundigheidsdossier Collegiale consultaties Proffesionalisering t.a.v. didactische kennis, vakinhouden en leerlijnen Proffesionalisering t.a.v organisatie, klassenmanagement, Daltononderwijs Groepsplan opstellen van team: waar hebben we behoefte aan? Opstellen handboek personeel Pieterskerkhof, met daarin afspraken en schoolregels. Vastleggen taakomschrijvingen personeel
Pagina 57 van 57 Directeur
Directeur, team Directeur IB-er, directeur, team, (externe) specialist IB-er, directeur, team, (externe) specialist Directeur, team
8.3. Jaarplan Jaarlijks maken wij een jaarplan, gebaseerd op de meerjarenplanning in het schoolplan. Het jaarplan geeft ons de gelegenheid concrete activiteiten te benoemen die dat jaar plaatsvinden, eerdere activiteiten te evalueren en borgen alsmede de meerjarenplanning desgewenst bij te stellen. Bovendien kan de inzet van personeel en financiën voor dit specifieke schooljaar afgestemd worden op deze activiteiten, zodat een integrale aansturing plaatsvindt. In het jaarplan komen de volgende zaken naar voren: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Welke doelen worden bereikt Welke activiteiten worden uitgevoerd Het tijdpad waarbinnen de activiteiten plaatsvinden Wie zijn betrokken en wie is verantwoordelijk voor het proces Wanneer moet het doel bereikt zijn Hoe en wanneer worden de activiteiten geëvalueerd
Noot: Bijlagen worden apart toegevoegd.