Openbare Basisschool DE ZANDLOPER SCHOOLSTRAAT 15 1831 CC, KOEDIJK/ALKMAAR TELEFOON: 072-5614496
Schoolplan 2015-2019 Openbare basisschool De Zandloper
Colofon Directeur
Hester Tibboel mobiel: 06-10543805 e-mail:
[email protected] Bestuur
Bestuursondersteuningsbureau
Ronduit Rubenslaan 2 1816 MB Alkmaar telefoon: (072) 5147830 e-mail:
[email protected]
Bovenschoolse manager Hr. J. Zijp Rubenslaan 2 1816 MB Alkmaar telefoon: (072) 5147833 fax: (072) 5147839 e-mail:
[email protected]
voorzitter medezeggenschapsraad (leerkracht)
secretaris medezeggenschapsraad (ouder)
Martijn Cohen e-mail:
[email protected]
René Fiolet e-mail:
[email protected]
Schoolplan obs De Zandloper
2
Inhoudsopgave Inleiding
5
Doel schoolplan ................................................................................................................................ 5 Samenhang in het schoolplan ............................................................................................................ 5 Totstandkoming ............................................................................................................................... 5 Samenhang met andere documenten ................................................................................................ 6 Vaststelling ...................................................................................................................................... 6
1. Uitgangspunten van het bestuur ......................................................................................... 7 1.1. Inleiding.................................................................................................................................... 7 1.2 De missie/visie van Ronduit ......................................................................................................... 7 1.3 Strategische keuzes .................................................................................................................... 8 1.3.1 Kind van de 21e eeuw: leren voor de toekomst ...................................................................... 9 1.3.2 Experts in het onderwijs: passie, ambitie en inspiratie ............................................................ 9 1.3.3 Maatschappelijk relevant: samen ondernemen ......................................................................10
2. Onze school 12 2.1 Inleiding....................................................................................................................................12 2.2 Leerling en ouderpopulatie .........................................................................................................12 2.3 De opbrengsten .........................................................................................................................13 2.4 Onze missie ...............................................................................................................................13 2.5 Onze visie .................................................................................................................................13 3. Onderwijskundige vormgeving ..................................................................................................16 3.1 Inleiding....................................................................................................................................16 3.2 Wettelijke opdracht van het onderwijs ........................................................................................16 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling ..............................................................................................16 3.2.2. Brede ontwikkeling.............................................................................................................17 3.2.3. Multiculturele samenleving .................................................................................................18 3.3 Kerndoelen ................................................................................................................................20 3.4 Kinderen die extra zorg behoeven ...............................................................................................30 3.4.1 De zorg voor de kinderen ....................................................................................................30 3.4.2 Toetskalender .....................................................................................................................34
4. Personeelsbeleid ................................................................................................................ 35 4.1 Inleiding....................................................................................................................................35 4.2 Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid .........................................................35
5. Kwaliteitszorg ..................................................................................................................... 36 5.1 Inleiding....................................................................................................................................36 5.2 Voorwaarden van onze kwaliteitszorg..........................................................................................36 5.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg ..........................................................................................37
6. Strategische schoolkeuzes ................................................................................................ 40 6.1 Inleiding....................................................................................................................................40 6.2 Interne en externe analyse. ........................................................................................................40 6.3 Beleidsvoornemens ....................................................................................................................42 6.4 Overzicht beleidsvoornemens in de schoolplanperiode 2015-2019 .................................................44
Schoolplan obs De Zandloper
3
7. Sponsoring 45 BIJLAGEN 46 Bijlage 1a
Formulier 'Instemming met schoolplan' ......................................................................46
Bijlage 1b
Formulier 'Vastelling van schoolplan' ..........................................................................46
Schoolplan obs De Zandloper
4
Inleiding Doel schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzen we voor de schoolplanperiode 2015-2019 op deze school hebben gemaakt. Het is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Dit beleid is kort samengevat in hoofdstuk 1. Op basis daarvan zijn de specifieke doelen voor onze school bepaald, rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van de school. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op deze school en hoe we dat in de praktijk vorm zullen geven.
Samenhang in het schoolplan Dit plan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van samenhang vertonen. In hoofdstuk 2 beschrijven wij de missie en visie van de onze school. In het hoofdstuk onderwijskundige vormgeving (hoofdstuk 3) wordt een beschrijving gegeven van het huidige onderwijs op school. Daarbij is nagegaan of we voldoen aan de wettelijke eisen. Ook is nagegaan op welke manier we de extra ondersteuning van leerlingen vorm geven. Het personeelsbeleid op onze school heeft direct verband met het onderwijskundig beleid. In het integraal personeelsbeleidsplan wordt dit beleid uitvoerig beschreven. In dit verband geven we in hoofdstuk 4 aan welke personele beleidsvoornemens zijn verbonden aan de plannen voor de periode 2015-2019. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs is een belangrijke opdracht van de school. In het betreffende hoofdstuk 5 beschrijven we een cyclische werkwijze om dit te realiseren. De beleidsvoornemens, de meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd, zijn richtinggevend voor gedetailleerde jaarplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Uitvoering vindt plaats nadat het bestuur het plan geaccordeerd heeft.
Totstandkoming Het schoolteam heeft onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van het schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie over nieuwe en/of op handen zijnde ontwikkelingen heeft het schoolteam tijdens een teambijeenkomst de missie en de visie van de school vastgesteld. Op dat moment zijn ook nadrukkelijk de eigen wensen van de personeelsleden aan bod geweest. Daarmee is door het team de richting aangegeven waarin de school zich zou moeten ontwikkelen. Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: De evaluaties van het schoolplan van de school, dat is opgesteld in 2011 Inspectierapporten Tevredenheidmetingen van ouders, leerlingen en medewerkers 2015 De jaarlijkse evaluaties van de schooljaarplannen Overzichten van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen feb 2015 Omgevingsanalyse, die aangeeft hoe de school gewaardeerd wordt in de wijk en de samenwerking met de daar aanwezige instanties en instellingen
Schoolplan obs De Zandloper
5
De (SWOT)analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie heeft geresulteerd in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team noodzakelijk zijn om de beoogde doelen te bereiken. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen van dit schoolplan. De directie stelt het schoolbestuur (half)jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van diverse rapportages (opbrengstendocument, jaarverslag etc.).
Samenhang met andere documenten De schoolgidsen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school: integraal personeelsbeleidsplan schoolgids zorgplan schoolondersteuningsprofiel ondersteuningsplan samenwerkingsverband PO Noord-Kennemerland schooljaarverslag beleidsplan taal-leesverbetertraject verbeterplan n.a.v. de kwaliteitsvragenlijsten jaarplan strategisch beleidsplan Ronduit 2015-2019 huishoudelijk reglement kwaliteitskaarten voor rekenen, Estafette en Leefstijl meerjaren onderwijsleermiddelen- en ICT-plan (MJOLP/ICT) invoeringsplan VLC Birdy analyse document opbrengsten CITO toetsen
Vaststelling Het schoolplan is vastgesteld door het bestuur van de school en de MR heeft instemming verleend met het schoolplan (zie bijlage 1a en 1b).
Schoolplan obs De Zandloper
6
1. Uitgangspunten van het bestuur 1.1. Inleiding De hoofdlijnen voor de schoolplanperiode 2015-2019 zijn vanuit een eerste bijeenkomst met directieleden primair onderwijs en stafmedewerkers vastgesteld. Voor de locatieleiders van het voortgezet speciaal onderwijs is een aparte bijeenkomst geweest. Daarna zijn de hoofdlijnen in een ‘ontwerpdag’ met alle directies verder uitgewerkt naar een aantal doelstellingen en uitgangspunten waarna de stafmedewerkers deze verder aanscherpten. Voor het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs zijn daar waar nodig specifieke accenten gelegd. Deze hoofdlijnen en doelstellingen zijn kader stellend voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Hierbij is ruimte om als school een eigen specifieke invullingen te geven, afgestemd op bijzondere omstandigheden of op vormgeving van een specifiek concept. Hetgeen hierna volgt zijn de essenties van het geformuleerde beleid vastgelegd in het Strategisch Beleidsplan 2015-2019 van Ronduit.
1.2 De missie/visie van Ronduit De missie van Ronduit vatten we in drie woorden samen: ondernemend, verantwoordelijk, resultaatgericht. De drie begrippen betreffen alle geledingen van het onderwijs: zowel het bestuur als de directies van scholen, leerkrachten en leerlingen. Ondernemend De kwaliteit van de samenleving wordt bepaald door ondernemende mensen. Zij bepalen de kwaliteit van de zorg, van de cultuur, van de techniek en de technologie, van de economie, van de veiligheid op straat, van de wetenschap en de religie. Zorg, veiligheid, techniek, wetenschap, etc. worden niet bevorderd door overlegstructuren, grote kantoren en papier, maar door mensen die hun handen uit de mouwen steken en initiatief ontwikkelen. Het bevorderen van een ondernemende houding draagt bij tot actieve en kritische leefstijl, tot plezier in eigen kunnen en het ontwikkelen van talenten en kwaliteiten. Ondernemend gedrag bij kinderen willen we bevorderen door hen in heel concrete situaties te plaatsen, spannend en levensecht. Het zijn niet alleen lesjes uit het boekje of computerprogramma’s. Ze sluiten aan bij de behoefte van jonge mensen om de wereld te verkennen en om er deel van uit te maken. En .. er kan veel van worden geleerd. We willen dat de scholen uitdagend en interessant zijn; dat het motief om te leren bij kinderen wordt versterkt en dat de school een onvergetelijke leef- en werkplek wordt voor de kinderen. We willen een school, waar leerlingen zich de leerstof eigen maken, door ze zelf een rol te geven in de vergaring en de verwerking ervan. We willen dat de leerlingen de leerstof kunnen inzetten in activiteiten, die voor hen van betekenis zijn. Verantwoordelijk Elk volwassen mens is in hoge mate verantwoordelijk voor zijn eigen leven (zijn eigen ontwikkeling, zijn gezondheid, zijn plaats op de arbeidsmarkt), maar ook medeverantwoordelijk voor het leven van anderen. Niemand leeft voor zichzelf alleen. Onderwijs en opvoeding kunnen nooit alleen het eigenbelang dienen; opvoeding tot sociaal gedrag kan niet worden gemist. Verantwoordelijkheid bijbrengen vraagt in de school om een voortdurende reflectie met de kinderen. Wat hebben we gedaan? Was het van goede kwaliteit? Zou het beter kunnen? Wat zijn de consequenties van ons handelen voor anderen? Zullen we het een tweede keer op dezelfde wijze doen? Welke adviezen zouden we graag aan andere kinderen willen geven? De openbare scholen in Alkmaar zien we als een rijke leeromgeving waar de normen en waarden van goed burgerschap als vanzelfsprekend door kinderen worden geleerd en door leerkrachten worden voorgeleefd.
Schoolplan obs De Zandloper
7
Resultaatgericht: naar een maximaal leerrendement Ondernemingszin en verantwoordelijkheid zijn de ingrediënten voor een maximaal leerrendement. Op onze scholen kunnen de kinderen het niveau bereiken dat bij hen past. Het gaat bij elk kind om het verleggen van grenzen, om vol te houden een gewenst doel te bereiken, om discipline en om vertrouwen in eigen kunnen. Een prestatie leveren heeft geen negatieve betekenis. Integendeel, op onze scholen zijn kinderen trots op wat ze kunnen en laten dat graag aan anderen zien. Het maximaal bereikbare zal bij elk kind anders worden geformuleerd. Bij de één wordt de lat hoger gelegd dan bij de ander, maar alle kinderen doen wat ze kunnen en krijgen de ruimte om op hun manier ‘goed’ te worden. Het streven naar een hoog leerrendement, op welk gebied dan ook, is de sleutel tot talentontwikkeling. Alle scholen voor openbaar onderwijs in Alkmaar vullen deze kenmerken op eigen wijze in. Elke school profileert zich. Het gekozen profiel hangt samen met de ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen van de school, de opvattingen van de ouders, de eisen van de samenleving en de mogelijkheden van de leerkrachten. Een schoolprofiel doet er toe. Het biedt een specifieke groep van leerlingen optimale ontwikkelingskansen. Het profiel vergroot de herkenbaarheid van de school. Ouders weten wat ze kunnen verwachten en zijn beter dan voorheen in staat om de beste school voor hun kinderen te kiezen.
1.3 Strategische keuzes Analyse van: evaluatie van het voorgaande strategisch plan, door de scholen verstrekte gegevens, rapportages van externen etc., leverde een overzicht op van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de hele organisatie. Deze gegevens tezamen met de ambities zijn gebruikt bij het bepalen van de strategische keuzes van Ronduit. De strategische keuzes starten met de drie kernwaarden van onze missie. Vanuit deze drie kernwaarden geven we richting aan drie hoofdlijnen van het strategisch beleid.
Ronduit-kernwaarden: ondernemend, verantwoordelijk en resultaatgericht!
Per hoofdlijn zijn drie doelstellingen benoemd. De doelstellingen geven de focus van de aankomende jaren weer:
Schoolplan obs De Zandloper
8
1.3.1 Kind van de 21e eeuw: leren voor de toekomst Brede vorming
Het onderwijsaanbod van onze scholen biedt in 2019 een brede vorming 1 die recht doet aan de diverse talenten van leerlingen. Dit onderwijsaanbod moet hen stimuleren om onderzoekend en ondernemend te werk te gaan. Deze brede vorming is zichtbaar in verschillende programma’s die door de scholen worden aangeboden. Sleutelbegrippen hierbij zijn: Kwaliteit van o.a. cultuur- en maatschappij-educatie Werken vanuit een eigen onderzoeksvraag Toepassen van de 21st century skills Passend en uitdagend onderwijs
In 2019 bieden we al onze leerlingen een passend en uitdagend onderwijsaanbod2, opgenomen in een groepsplan (webbased). Bij de samenstelling van dit aanbod staan we open voor de mening, beleving en (onderwijs)behoeften van leerlingen, zodat zij optimaal kunnen leren en vol vertrouwen een passende vervolgstap kunnen nemen. Sleutelbegrippen hierbij zijn: Handelingsgericht werken Inzichtelijk maken van de leergroei Digitale leerroutes via elektronische leeromgevingen Leerlingen betrekken bij eigen leerproces Leren zichtbaar maken
Onze leerlingen begrijpen in 2019 het proces van leren; het leren wordt zichtbaar gemaakt3. Dit heeft naar verwachting een positieve impact. Het onderwijs wordt uitdagend en sluit aan op nieuwe technologieën. Sleutelbegrippen hierbij zijn: Impact van het onderwijs vergroten Geven van feedback Samen leren in de elektronische leeromgeving
1.3.2 Experts in het onderwijs: passie, ambitie en inspiratie Kwaliteit van de leerkracht
Onze medewerkers werken - samen met anderen in hun team - gericht aan hun eigen professionalisering. Een hoge kwaliteit van het onderwijs is het doel. De professionele kwaliteit van de leerkracht heeft de grootste impact op het leren van leerlingen 4. Dit geldt vooral voor didactiek, klassenmanagement, sturing van leerprocessen, goed pedagogisch klimaat en aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Sleutelbegrippen hierbij zijn: Leren zichtbaar maken Differentiatie Effectieve administratie met aandacht voor gekoppelde administratiesystemen Eigenaarschap Professionele ontwikkeling De brede vorming bestaat naast de cognitieve vakken ook uit aanbod gericht op burgerschap, cultuur, techniek en gezondheid. 2 Waaronder de toptalenten en passend binnen het schoolondersteuningsprofiel. 3 ‘Leren leren’ houdt in: leerlingen leren hoe zij kunnen monitoren, controleren of reguleren bij de toepassing van een strategie. Hoe wordt de strategie gebruikt en hoe effectief is hij? 4 Aangetoond door onderzoek van o.a. John Hattie en Marzano. 1
Schoolplan obs De Zandloper
9
2e graads docenten in het Voortgezet Speciaal Onderwijs Registratie leraren- en schoolleiders (CAO verplichting)
Goed personeelsbeleid
Het personeelsbeleid is in duidelijke kaders vastgelegd waardoor medewerkers met passie, ambitie en geïnspireerd kunnen werken. In 2019 is dit terug te zien in de ‘benchmark tevredenheid’ waarin de medewerkers werken bij Ronduit boven het landelijk gemiddelde waarderen. Goed personeelsbeleid = goed werkgeverschap. Voorwaarden hierbij zijn: Professionele leidinggevenden Introductie digitale gesprekscyclus Inzet functiemix Arbeidsparticipatie Leren van en met elkaar
Leren van en met elkaar staat centraal. Zo krijgt de ontwikkeling van talenten van directeuren, schoolteams en het onderwijs kracht in een stimulerende en professionele setting. In 2019 is dit zichtbaar door onderlinge lesbezoeken en klassenobservaties. Sleutelbegrippen hierbij zijn: Lerende organisatie Lerende netwerken5
1.3.3 Maatschappelijk relevant: samen ondernemen Onderwijskundige regie
Al onze directeuren voeren in 2019 de onderwijskundige regie ten aanzien van de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen. Hiermee wordt de ononderbroken pedagogische en didactische leerlijn gewaarborgd. Sleutelbegrippen hierbij zijn: Ontwikkeling van Integraal Kind Centra’s (IKC’S) Bestendiging uitstroom (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Samenwerking en toeleiding bij overstappen van kinderen (bijv. vanuit primair (speciaal) onderwijs naar voortgezet (speciaal) onderwijs) Intensievere samenwerking
Ons bestuur en onze scholen hebben in 2019 een intensievere samenwerking met huidige en eventueel nieuwe partners. Deze partners vullen het onderwijs aan met specifieke expertise, op basis van de behoeften van ouders en kinderen. Sleutelbegrippen hierbij zijn: Werken met partners die het verschil maken Ouderbetrokkenheid Pedagogisch klimaat
Op onze scholen heerst een pedagogisch klimaat dat van positieve invloed is op de ontwikkeling van kinderen en het leerklimaat in de groep. Kinderen doen positieve ervaringen op, ervaren een grote mate van welbevinden en zijn zich bewust van de gestelde grenzen. Dit bevordert het zelfbeeld en het vermogen tot zelfregulatie van de kinderen. Daardoor zijn zij ook voor situaties buiten de school goed toegerust.
5
Collegiale consultatie is een vorm van een lerend netwerk. Het wordt omschreven als een instrument waarmee personen of organisaties elkaar de spiegel voorhouden, zodat ze een volgende stap kunnen zetten in het eigen ontwikkelingsproces.
Schoolplan obs De Zandloper
10
Sleutelbegrippen hierbij zijn: Inspraak en betrokkenheid van leerlingen Een positief en veilig leerklimaat Tevredenheid van leerlingen en ouders Een specifieke aanpak en schoollijn ten aanzien van het pedagogisch klimaat (o.a. pedagogisch tact, positive behavior support, vreedzame school) Inzet van maatschappelijk relevante projecten
Schoolplan obs De Zandloper
11
2. Onze school 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. We verantwoorden hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de persoonlijke visies van de leerkrachten verbonden aan de school. OBS De Zandloper is een openbare basisschool en valt onder stichting Ronduit Alkmaar. Per 1-10-2014 heeft onze school 265 leerlingen verdeeld over 10 groepen. In het schooljaar 2015-2016 zal er met elf groepen gewerkt worden. Voor gegevens zoals groepsindeling, situering van de school en andere feitelijke gegevens wordt verwezen naar de schoolgids. In het schooljaar 2014-2015 heeft een directiewisseling plaatsgevonden, nadat de vorige directeur met pensioen is gegaan. In augustus 2015 zal ook de adjunct-directeur met vervroegd pensioen gaan. 2.2 Leerling en ouderpopulatie Tabel 2.1 leerling gewichten en aantallen
01-10-2011 20 x 0.3 2 x 1.2 225 x 1.0 4-7 jr.: 115 8jr.>: 132 Totaal 247 9 % gewogen
01-10-2012 16 x 0.3 1 x 1.2 239 x 1.0 4-7 jr.:128 8jr.> :128 Totaal 256 7%gewogen
01-10-2013 5 x 0.3 1 x 1.2 255 x 1.0 4-7 jr.:132 8jr.> :129 Totaal 261 2 % gewogen
01-10-2014 5 x 0.3 0 x 1.2 260 x 1.0 4-7 jr.:139 8jr.> :126 Totaal 265 2 % gewogen
Het percentage leerlingen met gewicht neemt af (zie tabel 2.1). De school kent in 2014 ca. 98% ongewogen en ca. 2% gewogen leerlingen. Het leerlingaantal is de afgelopen jaren gegroeid. In 2011 bedroeg het percentage 4 tot 7 jarigen:47%, in 2012: 50%, in 2013: 51% en in 2014: 52% van het totaal aantal leerlingen op 1 oktober. In 2015 verlaat een grote groep 8 de school (37 leerlingen), gevolgd door een kleinere groep 8 in 2016. De verwachting is dat het leerlingaantal stabiel zal blijven de komende twee jaar. De leerlingen laten grote verschillen zien in algemene ontwikkeling, cognitie en op sociaal-emotioneel gebied. Tabel 2.2 zorgmonitor
Zorgmonitor per schooljaar (1 okt.) % LGF indicatie % ambulant begeleid % leerlingen met extern contact
2011
2012
2013
2014
5 3 0
4 3 0
4 2 0
2 1 2
Vanaf 1 augustus 2014 is er geen leerlinggebonden financiering (lgf of rugzak) meer als een kind met een indicatie op het regulier onderwijs zit. Het geld gaat nu naar het samenwerkingsverband waarmee onze school samenwerkt. De huidige indicatietrajecten voor cluster 1 en 2 blijven voorlopig bestaan(zie tabel 2.2). Tabel 2.3 NNCA-NOAT
Aantal leerlingen met NNCA-NOAT6 Totaal aantal leerlingen 1 okt % op totaal aantal leerlingen
6
2011
2012
2013
2014
11 247 4,5%
16 256 6,3%
16 261 6,1%
15 265 5.7%
NNCA staat voor Niet- Nederlandse Culturele Achtergrond. NOAT staat voor Nederlands Onderwijs Anderstaligen
Schoolplan obs De Zandloper
12
Het aantal leerlingen met een andere niet-Nederlandstalige achtergrond en in aanmerking komend voor de NOAT regeling neemt procentueel gezien langzaam af sinds 2012 (zie tabel 2.3). De leerlingen die de school bezoeken komen voornamelijk uit Koedijk/Daalmeer (zie grafiek 2.1 postcodegebied) en wonen over het algemeen binnen een straal van hooguit ±3,8 km van de school.
Grafiek 2.1 leerlingen naar postcode gebied
De ouders kenmerken zich in verschillen naar inkomen, opleidingsniveau, gezinssamenstelling, culturele achtergrond en geloofsachtergrond. Bij inschrijving van de leerlingen is in 12,7% van de gezinnen sprake van een één ouder gezin.
2.3 De opbrengsten De tussenopbrengsten van de CITO LOVS toetsen in januari 2015 van de leerjaren 3 t/m 8 op het gebied van Rekenen & Wiskunde, Begrijpend Lezen, Technisch Lezen en Spelling hebben een gemiddelde vaardigheidsscore boven de inspectienorm (m.u.v. leerjaar 7 voor begrijpend lezen). De eindopbrengsten van de afgelopen drie jaar zijn voldoende volgens inspectienorm.
2.4 Onze missie Met de missie van Ronduit als kader en op basis van onze visie willen wij de volgende missie uitdragen en in de dagelijkse praktijk vorm geven:
De Zandloper, een school voor sfeer, kennis, goede zorg, volop kansen en veiligheid 2.5 Onze visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Het team van De Zandloper heeft een maatschappelijk opdracht en wil naast de reguliere onderwijstaken de leerlingen een plek bieden die de warmte van thuis heeft. Een plaats waar je mag zijn wie je bent, binnen een veilige schoolomgeving met aandacht voor elkaar en de toekomst. We willen de kinderen goed uitrusten met een sterke basis voor het vervolgonderwijs passend binnen hun mogelijkheden, zodat zij opgroeien tot volwassenen die kansen zien en benutten.
Schoolplan obs De Zandloper
13
Visie op ontwikkeling en leren Ons uitgangspunt is alle kinderen maximaal uit te dagen zich te ontwikkelen, zodat zij gelijke kansen krijgen, nu en in de toekomst. Onze zorg is daar dan ook uitdrukkelijk op gericht. Wij willen kinderen dagelijks successen laten ervaren, zodat zij plezier hebben in leren. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren zelf verantwoordelijkheid te dragen, op school en er buiten, nu en later. We streven ernaar kinderen creatief te leren omgaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen en met de wereld om hen heen. Dit alles zal bijdragen aan een ononderbroken ontwikkeling. Wij volgen onze leerlingen nauwlettend in hun ontwikkeling en sluiten zoveel mogelijk aan bij hun onderwijsbehoeftes. Onze eigen grenzen kennen wij en zullen wij, indien nodig, bij ouders aangeven. Wanneer de gevraagde hulp niet (meer) geboden kan worden, zullen wij in overleg met de ouders/verzorgers een passende oplossing zoeken.
Visie op opbrengsten van het onderwijs
We streven ernaar om uit elk kind het beste naar boven te halen en elke leerling het maximaal haalbare resultaat te laten bereiken. Daarbij gaan wij uit van opbrengst- en handelingsgericht werken. We stellen onze eisen steeds bij. We stimuleren dat kinderen hun eigen mogelijkheden ontplooien, het uiterste uit zichzelf halen. Het team is in schooljaar 2014-2015 gekomen tot het formuleren van een schoolnorm voor De zandloper.
Schoolnorm: minimaal 75% van de leerlingen scoort een I, II, III niveau op de CITO toetsen, waarvan ten minste 40% een I of II niveau behaalt. Het landelijk gemiddelde is 60% (20% I, 20 % II en 20% III) niveau. De schoolnorm geldt voor alle leerjaren en wordt toegepast op alle afgenomen CITO toetsen.
Visie op onderwijs
We brengen in ons onderwijs zoveel mogelijk variatie in leersituaties aan en zelfstandig werken in een doorgaande opbouwende lijn, neemt een belangrijke plaats in. Hierbij werken we binnen het zelfstandig werken met elementen uit het GIP model7: het gebruik van de dobbelsteen, inzet van de instructietafel, het lopen van rondes en het inzetten van dag- en of weektaken. Het dagprogramma wordt zichtbaar gemaakt door middel van dagritmekaarten, pictogrammen of een dagagenda op een whiteboard. Naast het gezamenlijk leren waarbij kennis wordt overdragen aan de hele groep, wordt er ook in kleine groepjes gewerkt of individueel. We besteden aandacht aan effectieve instructie door onder andere het benoemen van het leerdoel, voorkennis te activeren, hardop voor te doen (modellen), verlengde instructie te geven, en te evalueren met de groep. Wij willen de kinderen leren hun eigen weg te vinden in de grote hoeveelheid indrukken, leerstof en informatie, die op hen afkomt. Samenwerkend leren neemt een belangrijke plaats in, waarbij het leren geven en ontvangen van feedback een onmisbaar onderdeel is. We maken gebruik van moderne methoden, die kerndoelen dekkend zijn. In alle groepen wordt gewerkt met een digibord of een Touch screen. ICT is een geïntegreerd onderdeel op onze school en richt zich op alle vakken van ons onderwijs. Het is een middel en geen doel op zich. Er is volop aandacht voor de sociale, emotionele en culturele ontwikkeling. We bevorderen de sociale integratie en actief burgerschap, zodat de kinderen kennis hebben van en kennismaken met de diversiteit in de samenleving.
Visie op schoolklimaat
We streven ernaar kinderen op school een zodanige geborgenheid, veiligheid te bieden, dat ze zich zoveel mogelijk zelfstandig, weerbaar, zelfredzaam kunnen ontwikkelen. Wij willen kinderen leren omgaan met conflicten en fouten, zowel in leersituaties als in de omgang met anderen. Daarbij is respect hebben voor anderen, in de ruimste zin van het woord, een belangrijk uitgangspunt.
7
GIP model: van Groepsgericht naar Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht.
Schoolplan obs De Zandloper
14
Visie op maatschappelijke positionering De samenleving is voor de kinderen heel dichtbij is; zij zijn er onderdeel van. Vanuit hun directe omgeving wordt gaandeweg de wereld/maatschappij verkend. Als school richten wij ons hierbij op de buurt, de verenigingen en de gezinnen waaruit onze leerlingen komen. Wij streven ernaar dat de leerlingen een positief kritische houding ontwikkelen, ook ten opzichte van zichzelf, opdat ze hun steentje kunnen bijdragen aan de maatschappij en bereid zijn hun schouders onder uitdagingen te zetten. Tolerantie, respectvol omgaan met de ander, ruimte bieden aan mensen die zich onderscheiden vinden wij belangrijke eigenschappen, die wij onze leerlingen willen meegeven. Onze school is een openbare school. Dat betekent voor ons dat we de leerlingen leren met elkaar te leven en met elkaar om te gaan; kennis van en respect voor elkaars levensovertuiging te krijgen. Het betekent concreet dat bij inschrijving van nieuwe leerlingen niet gekeken wordt naar politieke-, levensbeschouwelijke-, godsdienstige-, sociale- of etnische achtergronden. Ook bij de verdere ontwikkeling van onze leerlingen spelen deze aspecten geen rol bij ons onderwijsaanbod.
Schoolplan obs De Zandloper
15
3. Onderwijskundige vormgeving
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het onderwijs op de school wordt vormgegeven. In de beschrijving van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt, hoe invulling gegeven wordt aan de wettelijke opdracht van het onderwijs rekening houdend met de missie van de school en hetgeen in de komende schoolplanperiode gerealiseerd wordt gezien de visie. Beide zijn beschreven in het vorige hoofdstuk.
3.2 Wettelijke opdracht van het onderwijs In de wet op het primair onderwijs staat in een aantal artikelen beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling Artikel 8 lid 1 van de WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school geven we hieraan als volgt vorm: Bij de inhoud proberen we aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Bij jonge kinderen gaan we uit van de directe omgeving van het kind, later kunnen we de omgeving verwijden. We moeten hierbij rekening houden met de thuissituatie waar de kinderen uit komen en met de omgeving van de school. Bij de jonge leerling wordt onder andere gewerkt in de vorm van thema’s , waarbij alle leer- en vormingsgebieden aan de orde komen. Hierbij wordt door de leerkrachten gebruik gemaakt van de thema’s van “Ik en Ko”. Deze thema’s worden aangevuld met eigen thema’s. In de thema’s worden de verschillende leer- en vormingsgebieden samen gebracht (o.a. zaakvakken, lezen, schrijven, rekenen, taal en/of expressie). Vanaf de jongste leeftijd worden de vakken gaandeweg gesplitst aangeboden. In de loop van de schoolloopbaan wordt steeds meer aandacht besteed aan zelfstandigheid en het zelfstandig werken van de leerlingen. Om dit te bereiken wordt er mede gebruik gemaakt van het GIP-model8. Het onderwijs wordt gegeven in leerstofjaarklassen. Het komt voor dat we met wisselende combinatiegroepen werken. Dit is elk schooljaar afhankelijk van het aantal leerlingen per leerjaar en het aantal te vormen groepen. Bij praktisch alle vak- en vormingsgebieden wordt er vanuit methoden gewerkt. We differentiëren naar instructiebehoefte van de leerlingen. Het werken volgens het GIP-model, geeft de leerkracht de gelegenheid om instructie te bieden aan groepjes leerlingen (instructietafel). Voor het handelen van de leerkracht betekent dit voor ons: - De leerkracht houdt rekening met de persoonlijkheid van elk kind. - De leerkracht stemt de activiteiten ( zo veel mogelijk) af op de ontwikkeling van het kind. - De leerkracht biedt het kind de mogelijkheid om ,naar eigen mogelijkheden, een minimumpakket binnen de verschillende leer- en vormingsgebieden te doorlopen. Daarnaast biedt de leerkracht de kinderen, na signalering, instructie op niveau aan. (groeps- en/of handelingsplan). De leerkracht voert zelf de differentiatie binnen de klas uit. - Op gezette tijden stelt de leerkracht vast welke problemen kinderen ondervinden in het leer- en ontwikkelingsproces (signalering). Na zorgvuldige vaststelling van de aard van de problemen en de 8
Het Gipmodel staat voor 'van groepsgericht naar individueel gericht pedagogisch-didactisch handelen'. Het doel van dit model is drievoudig: het kunnen omgaan met uitgestelde aandacht, inzicht krijgen in eigen handelen en leren om zelf problemen op te lossen tijdens het werken.
Schoolplan obs De Zandloper
16
oorzaken bepaalt de leerkracht (en houdt hij/zij bij) op welke wijze de kinderen verder geholpen kunnen worden. Dit alles in overleg met de intern begeleider. Het handelen van de leerkracht op bovenstaande manier hangt nauw samen met het verzorgen van onderwijs op maat en het bevorderen van zelfvertrouwen en competentie-ervaringen bij leerlingen. Onderwijs op maat betekent voor ons allereerst het leveren van zorg op maat. Daarvoor is in de afgelopen jaren een solide basis gelegd in de vorm van een samenhangend systeem van leerlingenzorg. Ons leerlingvolgsysteem vormt daarin de basis. Het systeem heeft de volgende kenmerken: - In onze school volgen de leerkrachten de ontwikkeling systematisch en signaleren problemen hierin tijdig. - In onze school worden de gegevens van leerlingen volgens een vaste procedure besproken en nader geanalyseerd. - De leerkracht stelt samen met de intern begeleider aan de hand van de verzamelde gegevens een plan op om het onderwijs aan de behoeften van leerlingen aan te passen, met het oog op het realiseren van minimum en aanvullende doelen. In stappen: eerst de leerkracht zelf en dan in overleg. - Bij zowel analyse als planning maken leerkrachten c.q. de school gebruik van de deskundigheid en de ervaring van onze IB-er, collega's binnen het samenwerkingsverband en/of van externe deskundigen. - De leerkracht voert de opgestelde plannen uit. De voorkeur van ons gaat uit naar uitvoering van het plan zoveel mogelijk binnen de klas. - De leerkracht evalueert samen met de intern begeleider de uitvoering van de plannen en zorgt ervoor dat de voortgangsbeslissingen worden genomen. - De interne begeleider draagt zorg voor de coördinatie van de activiteiten in het kader van de leerlingenzorg. - De concrete afspraken, procedures en formulieren zijn beschreven De afgelopen jaren was onze aandacht vooral gericht op de leerlingen die moeite hadden zich de leerstof eigen te maken. In de komende jaren willen we ons zorgsysteem nog meer toepassen op leerlingen die meer aan kunnen (meer begaafde kinderen). Wij willen ook aan de pedagogische en didactische behoeften van deze kinderen tegemoet komen. Er is voor een aantal leerlingen al een start mee gemaakt, maar hier ontbreekt nog een vaste structuur. Met betrekking tot de rol van de directie in verhouding tot de intern begeleider het volgende: de directie is op afstand betrokken bij de individuele onderwijszorg. Tussen de directie en de intern begeleider vinden regelmatig voortgangsgesprekken plaats. In deze gesprekken wordt de directie over recente ontwikkelingen bijgepraat door de intern begeleider, wordt de voortgang besproken en worden knelpunten gesignaleerd en oplossingen voor deze knelpunten gezocht. Besluitvorming ten aanzien van verwijzingen gebeurt door de directie in overleg met de IB-er. Bijzondere aandacht rond de zorgverbreding bestaat er voor de rol van de ouders. Het begeleiden van onze leerlingen is niet alleen een zaak van school. De wijze waarop ouders en/of verzorgers van deze leerlingen omgaan met de ontwikkeling van hun kind kan bevorderend en ondersteunend werken. Om de betrokkenheid van ouders en verzorgers te stimuleren, betrekken wij hen zo veel mogelijk bij de begeleiding en stemmen wij ons doel van werken mede met hen af. Dit vindt plaats in zogenaamde MDO’s (multidisciplinair overleg).
3.2.2. Brede ontwikkeling Artikel 8 lid 2 WPO geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden (brede ontwikkeling). Dit geven wij op de volgende wijze vorm: Voor vrijwel alle vak- en vormingsgebieden gebruiken wij vaste methoden. Zie hoofdstuk 3.3. Kerndoelen. Op het gebied van sociale integratie en goed burgerschap werken wij met de methode Leefstijl. Op verzoek werken we met een soort van tutor systeem in de school, waarbij oudere leerlingen jongere kinderen helpen. Dit is klassen doorbrekend. Diverse vakken kunnen hiervoor in aanmerking komen: lezen,
Schoolplan obs De Zandloper
17
rekenen, ICT en begrijpend lezen. Het mes snijdt aan twee kanten; de jongere leerlingen krijgen meer oefening en oudere leerlingen, naast meer oefening ook meer zelfvertrouwen. Ook in sociaal opzicht vinden we dit een uitstekend systeem. De open momenten (kinderen kunnen veel zelf bepalen wat ze willen/mogen doen) en gesloten momenten (klassikale-, kleine groeps- en individuele instructie) in ons onderwijs wisselen elkaar af. Bij de hogere groepen zullen de open momenten (zelfstandig werken, taakuren) steeds vaker voorkomen (GIP-model). Wij streven ernaar de kinderen bepaalde vaardigheden en feitenkennis bij te brengen, die ze in het dagelijks leven kunnen gebruiken. Daarnaast krijgen ze ook de gelegenheid om dingen zelf te onderzoeken. Zo maken de kinderen uit de hogere groepen met behulp van, voornamelijk, het internet en de elektronische leeromgeving (VLC Birdy) o.a. werkstukken en opdrachten over onderwerpen, die zij zelf kiezen of opgedragen krijgen. Ons cultuurbeleid wordt gerealiseerd door een extern aanbod; Cultuur Primair. Zie Cultuurbeleidsplan. 3.2.3. Multiculturele samenleving Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor: Samengevat vinden we het belangrijk dat we de kinderen inleiden in de maatschappij. Burgerschapsvorming is het helpen vormen van wie je bent (identiteit), mogelijkheden aanreiken om te kunnen deelnemen aan de samenleving (participatie) en kennis verwerven van en leren omgaan met de principes van democratie. Wij zien Actief burgerschap en sociale integratie niet als een vak apart, maar als een manier van lesgeven en het uitdragen van een attitude. Hierbij worden de leerlingen uitgedaagd na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Het gaat dan om de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap én om daar actief een bijdrage aan te leveren. Ook als “kleine” burger moet je je betrokken voelen bij en verantwoordelijk zijn voor de maatschappij. De betrokkenheid en verantwoordelijkheid die je voor de gemeenschap voelt, zijn een deel van je identiteitsontwikkeling. De ontwikkeling van Actief burgerschap en sociale integratie is een onderdeel van ons dagelijks onderwijs en komt tijdens diverse lessen van groep 1 t/m 8 aan de orde. We werken met de methode Leefstijl. Naast de methode Leefstijl kijken we met de leerlingen naar televisielessen van Koekeloere, Huisje Boompje Beestje, Nieuws uit de Natuur en het school TV weekjournaal, waarin regelmatig aandacht besteed wordt aan actief burgerschap en sociale integratie. Ook tijdens andere lessen (o.a. geschiedenis, aardrijkskunde, natuuronderwijs en geestelijke stromingen) komt het thema aan de orde, net als bij spreekbeurten, kringgesprekken, gesprekken over het nieuws en bij het bespreken van gewenst sociaal gedrag. Schoolklimaat Zoals in onze visie en missie is aangegeven willen wij dat de school een veilige plek is. Dat kan alleen maar gebeuren in een situatie waarin kinderen respect op kunnen brengen. In de eerste plaats respect voor jezelf ("kom voor jezelf op"), vervolgens respect voor de ander ("kom op voor een ander"). En ten slotte: respect voor je omgeving ("kom voor de wijk op, kom voor de natuur op"). Wij willen geregeld en structureel met kinderen in een open gesprek onze visie en missie aan de orde laten komen. Aan de hand van concrete voorbeelden bespreken wij wat het betekent om respectvol in het leven te staan, een goed burger te zijn en aandacht te hebben voor integratie in onze samenleving. Wij leren de kinderen rechtvaardig en met respect om te gaan met anderen, om solidair te zijn met elkaar en met degenen die extra zorg behoeven. Wij gaan er vanuit dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving en daar een actieve bijdrage aan zullen leveren. Het onderwijs is er mede op gericht dat kinderen kennis hebben van en kennis maken met verschillende achtergronden en culturen zie Leefstijl en Geestelijke stromingen.
Schoolplan obs De Zandloper
18
De school heeft een huishoudelijk reglement met allerlei regels. We vinden het belangrijk dat er op school een zekere rust en structuur bestaat. Wij beseffen dat de sfeer, waarin een kind moet opgroeien, van groot belang is om een volwaardig mens te worden. Daarom bieden wij een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat aan. Pas als het kind zich veilig voelt, kan het zich goed ontwikkelen. Daarom hanteren wij op school duidelijke afspraken en regels. Om goed samen te kunnen werken, spelen en leren zal je van tevoren bepaalde afspraken moeten maken om het met elkaar leuk te hebben en te houden. Deze regels zijn de gouden regels waar iedereen zich aan dient te houden. Daar mag je elkaar ook op aanspreken. Verder zijn er algemene regels in en om de school. In onze school mag veel, maar er zijn ook zaken die we niet accepteren. De kinderen kunnen zich zoveel mogelijk op eigen niveau en in hun eigen tempo ontwikkelen. Er wordt veel aandacht besteed aan de omgang van de leerlingen onderling. Zie: “Huishoudelijk reglement”, “Protocol omgangscode” en “Ongewenste (seksuele) intimiteiten (intimidatie)”
Schoolplan obs De Zandloper
19
3.3 Kerndoelen Artikel 9 lid 5 WPO geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij ten minste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Hierna volgt een beschrijving van de leerstofgebieden waarvoor kerndoelen geformuleerd zijn en hoe deze op onze school aan de orde komen.
Nederlandse taal:
Hieronder wordt begrepen: Mondeling taalonderwijs Schriftelijk taalonderwijs Taalbeschouwing waaronder strategieën Doelstelling: het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht, dat de leerlingen: - vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen; - kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal; - plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen (incl. software): In groep 1 en 2 wordt gewerkt met Ik en Ko en de Taallijn. Hierin komen de taalkerndoelen aan de orde. Veilig Leren Lezen (groep 3) en Taal Actief groepen 4 t/m 8) Tekstverwerken Estafette Spelling in de lift (alleen voor de “uitvallers”) Lezen in Stapjes voor de zwakke leerlingen. Verder wordt er gebruik gemaakt van de softwareprogramma’s: Woorden Totaal en Werkwoorden Totaal 1 (beide van Ambrasoft). Bij de leesmethode ook het softwareprogramma van Veilig Leren Lezen. Verder, remediërend, Zoeklicht. Schrijven: methode Pennenstreken. In de groepen 1/2 worden motorische activiteiten gedaan. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: In alle groepen werken we met elementen uit het GIP model (zelfstandig werken). We stimuleren de zelfstandigheid en de zelfverantwoordelijkheid in een doorgaande opbouwende lijn. We leren kinderen zelfstandig om te gaan met hun werk, zich verantwoordelijk te laten voelen voor hun eigen taken. Kinderen krijgen dag- en weektaken. We werken met het basis- en verlengde instructiemodel. Na één of meer instructies gaan leerlingen zelfstandig aan het werk. De leerkracht werkt met kleine groepjes of individuele leerlingen of geeft instructie aan de andere combi-groep. We besteden aandacht aan samenwerkend leren. Kinderen leren zelf corrigeren en elkaar feedback geven op een leerproduct (bovenbouw). In de kleutergroepen werken we met speelhoeken, seizoensgebonden thema’s en thema’s uit de methode Ik en Ko. Er is regelmatig overleg met de peuterspeelzaal. We werken met groepsplannen op het gebied van technisch lezen (3 t/m 8) en taal (1/2) In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Sinds schooljaar 2012-2013 volgen we een taal- leesverbetertraject gericht op technisch lezen en in schooljaar 2014-2015 is tevens een eerste verkennende start gemaakt met begrijpend lezen. Dit zal in het schooljaar 2015-2016 een vervolg krijgen. Daarnaast oriënteren we ons in 2015-2016 op een nieuwe taalmethode en in 2016-2017 gevolgd door een nieuwe methode voor het aanvankelijk lezen en begrijpend lezen. De methode Ko Totaal zal in samenspraak met de peuterspeelzaal geëvalueerd worden. Vernieuwen ontwikkelingsmaterialen voor de groepen 1/2. Verder ontwikkelen van groepsplannen voor begrijpend lezen en spelling.
Aan het leergebied Nederlandse taal wordt per week gemiddeld, de volgende tijd besteed:
Schoolplan obs De Zandloper
20
zie tabel 3.1 einde hoofdstuk 3.3. Engelse taal:
Doelstelling: het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen (groepen 7 en 8): - vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen. - kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen (incl. software): De methode Hello World. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Hello World is een methode voor communicatief Engels, met het accent op mondeling taalgebruik. Daarom sluiten de thema's van Hello World aan bij herkenbare situaties, waarin kinderen de Engelse taal tegen kunnen komen. Kennis van de taal is niet het hoofddoel. De methode leert kinderen vooral om te communiceren in alledaagse situaties. Er wordt gebruik gemaakt van cd’s en digitale media. Bijvoorbeeld met de animatiefilmpjes voor op het digibord, die bij de lesopeningen gebruikt worden. Daarnaast worden ook de gevarieerde werkvormen zoals liedjes, spellen, puzzels en rollenspellen gehanteerd. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Aanbod op les in Engelse taal heroverwegen/methodevernieuwing in 2019
Aan het leergebied Engelse taal wordt op onze school de volgende tijd besteed: zie tabel 3.1 einde hoofdstuk 3.3. Rekenen/wiskunde
Hieronder wordt begrepen: Wiskundig inzicht en handelen Getallen en bewerkingen Meten en meetkunde Doelstelling: het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht, dat de leerlingen: - verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; - basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskunde-taal begrijpen en toepassen in praktische situaties; - reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; - eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen; - onderzoeks- en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen (incl. software): Rekenrijk Activiteitenlijn in de groepen 1 en 2. In de groepen 3 t/m 8 wordt de methode Wereld in Getallen (versie 4) gebruikt. Verder wordt er gebruik gemaakt van de volgende softwareprogramma’s: Digibordsoftware en de leerlingsoftware WIG. Concrete materialen voor de instructie en/of verlengde instructie uit de rekenkast. De kisten “Met Sprongen Vooruit”. Ambrasoft De rekenkist behorend bij Rekenrijk in de groepen 1 en 2. Rekenpanda’s en Kien. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Zie ook kader Nederlandse taal hierboven. We werken met groepsplannen van de methode Wereld in Getallen en er is een kwaliteitskaart rekenen opgesteld met daarin de voor De Zandloper geldende afspraken voor het rekenonderwijs.
Schoolplan obs De Zandloper
21
We werken met drie instructiegroepen. 1 ster: leerlingen die vaak na de instructie verlengde instructie krijgen. 2 sterren: de basisgroep, die na de instructie zelfstandig aan het werk kan. 3 sterren: leerlingen die aan een korte instructie voldoende hebben en werken in het pluswerkboek. Voor de leerlingen uit de “2-sterrengroep”, die in een heel vlot tempo werken hebben we Rekenpanda’s. Voor de kinderen uit de “3-sterrengroep” hebben we de nieuwste versie van Kien. Op “Mijn Malmberg”, WIG 4, “Handig bij uw methode”, “Extra materialen” staat een document, waarin de verbanden worden gelegd tussen het thema uit WIG en Kien. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: In het schooljaar 2014-2015 is de kwaliteitskaart Rekenen ontwikkeld. De komende jaren wordt deze kwaliteitskaart gebruikt als borgingsdocument aan het begin van elk schooljaar. We gaan structureel meedoen aan de Grote Rekendag (om het jaar) en onderzoeken de mogelijkheid van digitaal toetsen.
Aan het leergebied rekenen/wiskunde wordt op onze school de volgende tijd besteed: zie tabel 3.1 einde hoofdstuk 3.3. Oriëntatie op jezelf en de wereld
Hieronder wordt begrepen: Mens en samenleving Natuur en techniek Ruimte Tijd In groep 1 en 2 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen, die bij voorkeur niet uitsluitend “kijken” betekenen, maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen, aanraken, betasten, luisteren, enz.. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om zich heen kennen en kunnen, relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met de natuur en het natuurkundig gebeuren en met de kijk van het kind op zichzelf, bij het leren zien van oorzaak en gevolg en bij het veroveren van taal als communicatiemiddel. We gebruiken zoveel mogelijk concreet materiaal. Bij de wereld oriënterende vakken worden de leerlingen ook wegwijs gemaakt in het systeem van de schoolbibliotheek (waaronder documentatiecentrum), internet is een belangrijke bron van informatieverwerving geworden. Het speelt bij ons dan ook een grote rol. Vanaf groep 6 maken de leerlingen werkstukken over onderwerpen van uiteenlopende aard. De basisinformatie wordt voornamelijk gezocht via internet. We hanteren nog een summier documentatiecentrum. Voor verdere informatie wordt ook naar de openbare bibliotheek verwezen en leren de leerlingen, steeds meer, op welke andere manieren, vooral dus via internet, je aan informatie zou kunnen komen. Deze werkstukken worden besproken. In de bovenbouw worden vaardigheden ontwikkeld als: het maken van uittreksels, het maken van een schematische opzet met kernwoorden en het houden van een spreekbeurt. Wij werken bij oriëntatie op jezelf en de wereld met de volgende methoden:
Mens en samenleving Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen (incl. software): De methode Leefstijl en de televisieprogramma’s Koekeloere (uit archief), Huisje Boompje Beestje (uit archief), Nieuws uit de Natuur (De Buitendienst) en het Zapp weekjournaal. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Leefstijl is een programma dat kinderen helpt om hun sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen. Bijvoorbeeld: samen spelen, samenwerken, praten, luisteren, rekening houden met elkaar, zelfvertrouwen opdoen, gevoelens uiten, omgaan met verschillen, conflicten oplossen en omgaan met groepsdruk. Ook komen media-educatie, gezondheidsvaardigheden en burgerschap aan bod. Allemaal essentiële basisvaardigheden die voor kinderen belangrijk zijn om goed te kunnen functioneren. Zowel nu op school, thuis, als later wanneer zij volwassen zijn. Door het oefenen van sociale vaardigheden
Schoolplan obs De Zandloper
22
stimuleert Leefstijl positief gedrag en wordt het kind en de groep sterker. Ervaringsgericht leren staat centraal. Dat gebeurt tijdens de groepsactiviteiten die de wisselwerking tussen kinderen stimuleren. Het uiteindelijke leereffect is het resultaat van vier fasen die gebaseerd zijn op de leerstijlen volgens Kolb. Verder zijn theorieën over humanistische psychologie (Carl Rogers), transactionele analyse (Eric Berne), geweldloze communicatie (Marshall Rosenberg), meervoudige intelligentie (Howard Gardner), coöperatief leren (Spencer Kagan), het Johari-venster, social learning theory (Albert Bandura), het ijsbergmodel, plustaal en de Socratische dialoog verwerkt. Naast de methode Leefstijl kijken we met de leerlingen naar de televisieprogramma’s Koekeloere (uit archief), Huisje Boompje Beestje (uit archief), Nieuws uit de Natuur (De Buitendienst) en het Zapp weekjournaal, waarin regelmatig aandacht besteed wordt aan actief burgerschap en sociale integratie. Ook tijdens andere lessen (o.a. geschiedenis, aardrijkskunde, natuuronderwijs en geestelijke stromingen) komt het thema aan de orde, net als bij spreekbeurten, kringgesprekken, gesprekken over het nieuws en bij het bespreken van gewenst sociaal gedrag. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Werken met gerichte (groeps)plannen n.a.v. de SCOL afnames (ingevuld door leerkrachten en leerlingen). In het schooljaar 2014-2015 is de kwaliteitskaart Leefstijl ontwikkeld. De komende jaren wordt deze kwaliteitskaart gebruikt als borgingsdocument aan het begin van elk schooljaar.
Natuur en techniek
Doelstelling: het natuur- en techniekonderwijs en is erop gericht, dat de leerlingen: - plezier beleven aan het verkennen van de natuur en zorg hebben voor een gezond leefmilieu vanuit een kritische en vragende houding - plezier beleven aan het verkennen van techniek vanuit een kritische en vragende houding - kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de (niet)levende natuur en techniek om te gaan. - een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur, techniek en een gezond leefmilieu ontwikkelen. - kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon, dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. - In de groepen 7 en 8 komt ook seksuele voorlichting aan de orde (in methode en van aparte bladen). Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen (incl. software): Er wordt gewerkt met de methode “Natuurlijk”. Voor Techniek gebruiken we de “Techniek Torens” door de hele school. De groepen 3 en 4 kijken ook naar het schooltelevisieprogramma: Huisje, Boompje, Beestje (archief). Voor de groepen 5 en 6 is er ook Nieuws uit de Natuur (De Buitendienst). De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Natuurlijk is een thematisch-concentrische methode voor natuuronderwijs voor groep 3 tot en met 8. Ook gezondheidseducatie, natuur- en milieueducatie en techniek hebben in de methode een plaats. Natuurlijk kent acht thema's die ieder jaar terugkomen, van eenvoudig tot steeds complexer. Natuurlijk gaat uit van de contexten dichtbij: de belevingswereld van het kind. De lessen starten veelal met het activeren van de aanwezige kennis. De methode werkt aan het ontwikkelen van onderzoekend en ontwerpend leren en aan het bevorderen van het ontmoeten met de natuur. In groep 5-8 is de vierde les van een thema een synthese les, waarbij de leerstof van de eerste drie lessen in een andere context wordt aangeboden. Er wordt een relatie gelegd met andere leergebieden, zoals: Nederlands (teksten schrijven, redeneren, discussiëren), rekenen/wiskunde (gegevens schematisch weergeven, tabellen kunnen vullen en maken, grafieken lezen) en incidenteel met kunstzinnige oriëntatie ('teken een zelfportret' of 'zelf een insect maken'). Er wordt daarnaast ook af en toe een relatie gelegd met het domein Mens en samenleving (gezond en ziek, voeding, sociaal gedrag). Tot slot wordt de eigen omgeving betrokken bij de lessen. De directe schoolomgeving kan het terrein zijn van de les. De gehanteerde instructievorm is veelal die van de probleemgestuurde instructie. Iedere les wordt begonnen met een
Schoolplan obs De Zandloper
23
oriënterende startopdracht. Hierna wisselen instructie en verwerking elkaar af. Aan het eind van de les is er een korte afsluiting/evaluatie. Tijdens de practica wordt vooral ontdekkend leren toegepast. Er is in de methode iets meer aandacht voor natuurkundig onderzoek dan voor technisch ontwerpen en de daadwerkelijke uitvoering daarvan. Hiervoor gebruiken we de Techniektorens. Met behulp van ouders worden de technieklessen aangeboden. Een maal per week wordt er een les gegeven in alle groepen. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: We oriënteren ons in schooljaar 2015-2016 op een nieuwe methode voor natuur en techniek.
Tijd (Geschiedenis)
Doelstelling: het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: - zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen. - besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving. - zich enige historische basisvaardigheden eigen maken. - kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij. - kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen (incl. software): Er wordt gewerkt met de methode “Bij de tijd” (5 t/m 8) en “Wijzer” (3 en 4). Hierbij komen alle grote wereldgodsdiensten aan de orde. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: In Bij de Tijd wordt gewerkt aan de hand van de periodisering voor het geschiedenisonderwijs in tien tijdvakken. In de groepen 3 en 4 wordt er gewerkt met “Wijzer” en richt de leerstof zich vooral op het ontwikkelen van tijdsbesef en wordt een begin gemaakt met het ontwikkelen van het historisch besef. De methode is voor groep 3 en 4 regressief-chronologisch opgebouwd. Dit betekent dat er vanuit het heden en de directe belevingswereld teruggekeken wordt naar het recente verleden. In groep 5 tot en met 8 heeft Bij de Tijd zes lesblokken, waarin steeds één tijdvak centraal staat. Voor de groepen 5 tot en met 8 is de methode concentrisch-chronologisch opgebouwd. Dat betekent dat de tien tijdvakken in de loop van de vier leerjaren regelmatig terugkeren. Hierbij wordt de kennis van de tijdvakken steeds meer uitgebreid. Elk jaar worden zes van de tien tijdvakken behandeld. Het ontwikkelen van historisch denken is herkenbaar in de methode. Zowel in de handleiding als in het leerlingenmateriaal komen de volgende stappen aan de orde: ontmoeten en beleven; het oproepen van voorkennis, beelden, oordelen en vooroordelen, door aan te sluiten bij wat leerlingen al weten, denken, willen, voelen en doen; waarnemen, benoemen en beschrijven; verklaren; herkennen en toepassen; betekenis verlenen. Bij het behandelen van de thema's wordt er regelmatig een koppeling gemaakt met de wereldgeschiedenis en met de huidige tijd. Dit gebeurt structureel in elke vierde les van een blok. Daarin wordt een direct verband gelegd tussen het behandelde tijdvak en wat daarvan in de huidige tijd nog terug te vinden is. Voorbeelden: vluchtelingen, ontstaan maatschappelijke organisaties als Rode kruis en Amnesty International. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: We oriënteren ons in schooljaar 2015-2016 op een nieuwe (digitale) methode voor geschiedenis.
Schoolplan obs De Zandloper
24
Ruimte(verkeer)
Doelstelling: het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en als deelnemer aan het verkeer en groepsprocessen. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: In de groepen 3 wordt er gewerkt met “Rondje Verkeer”, in groep 4 wordt gebruik gemaakt van “Stap Vooruit”, in de groepen 5 en 6 wordt gebruik gemaakt van “Op Voeten en Fietsen”, in de groepen 7 en 8 van “Jeugd VerkeersKrant”, alle vier een uitgave van Veilig Verkeer Nederland. In groep 7 wordt deelgenomen aan het verkeersexamen in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: “Rondje verkeer’: De leerstof is gericht op dagelijkse verkeerssituaties waarmee leerlingen te maken kunnen krijgen als voetganger, speler, passagier en beginnende fietser. Het lesmateriaal is gerangschikt rond zeven thema's: lopen, spelen, oversteken, fietsen, weer en verkeer, meerijden en tekens. “Stap vooruit”: Ieder schooljaar verschijnen er van dit verkeerswerkblad acht nummers. Stap Vooruit bestaat uit doe-opdrachten, zoals invullen, puzzelen, knippen, plakken, kleuren en uitzoeken. De opdrachten kunnen individueel of in kleine groepjes worden uitgevoerd. “Op voeten en fietsen” en Jeugd VerkeersKrant: de kinderen werken met stripverhalen, foto's met opdrachten, puzzels en interviews. In de opdrachten wordt voortdurend de relatie gelegd met de eigen omgeving van de leerlingen. Meningen van kinderen en volwassenen worden tegenover of juist naast elkaar gezet. Dat geeft discussie en stof tot nadenken over het verkeer en goed en veilig verkeersgedrag. Bij de opdrachten is rekening gehouden met de verschillende leerstijlen van kinderen. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Geen aanpassingen noodzakelijk.
Ruimte(aardrijkskunde)
Doelstelling: het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: - zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s. - inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden. - zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Er wordt gewerkt met de methode “Wijzer!” in de groepen 3 en 4 en met “Wijzer door de wereld” in de groepen 5 t/m 8. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Met de methode “Wijzer!” maken leerlingen stap voor stap kennis met de wereld om zich heen, waarbij natuur en techniek een belangrijke rol spelen. “Wijzer!” sluit aan op Wijzer door natuur & techniek, Wijzer door de wereld en Wijzer door de tijd voor groep 5 t/m 8. De methode “Wijzer door de Wereld” voor de groepen 5 t/m 8 is thematisch opgebouwd. De gebieden die aan de orde komen, beginnen dicht bij huis en worden behandeld aan de hand van een bepaald thema. Op die manier leren leerlingen de directe omgeving plaatsen en vergelijken met andere omgevingen, eerst in het binnenland en later ook elders in de wereld. De lesstof voor groep 5 richt zich vooral op het leren kennen van en werken met kaarten. In het tweede deel van dit leerjaar start de leerlijn topografie. Vanaf groep 6 is het merendeel van de hoofdstukken opgezet in de vorm van regiolessen: in ieder hoofdstuk staat een regio centraal, gekoppeld aan een thema. Een les start met de oriëntatie op de les en het activeren van de voorkennis. Daarna volgen verwerkingsopdrachten van de aardrijkskundige inhoud met diverse werkvormen. Ook het kaartlezen en het gebruik van een atlas komt in de
Schoolplan obs De Zandloper
25
methode aan de orde. De oefeningen zijn gebaseerd op het gebruik van de Junior Bosatlas. Topografie wordt geoefend met Leskompas. Tot slot wordt een samenvattingsblokje ingevuld. Leerlingen worden gestimuleerd om zelfstandig te werken. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Geen aanpassingen noodzakelijk.
Aan het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld wordt op onze school de volgende tijd besteed: zie tabel 3.1 einde hoofdstuk 3.3
Kunstzinnige oriëntatie
Doelstelling: Culturele educatie is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven over verschillende vormen van kunst en erfgoed en met de bibliotheek. Muziek: Doelstelling: het muziekonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, zingen en om met elkaar over muziek te kunnen praten en op muziek te bewegen. Tekenen en handvaardigheid: Doelstelling: Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen: - kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken. - leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen: de gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en beeldende kunst. - kennis en inzicht verwerven dat uitbeelden en vormgeven gebonden zijn aan tijd en aan cultuurgebied. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen (incl. software): Culturele educatie: Hiervoor doen wij mee met De Scholenroute van Cultuur Primair (SKV NoordKennemerland). Wij hebben twee maal per jaar een schoolproject (waarvan de Kinderboekenweek er één is) van ongeveer 4 weken. Hierin staat cultuureducatie centraal. (zie ook Cultuurbeleidsplan) Tekenen en handvaardigheid: Methode “Uit de Kunst” Muziek: We gebruiken de volgende materialen: “Moet je Doen” + muziek en lied op CD, muziekinstrumenten, verschillende liedboeken en schooltelevisielessen, zoals “Liedmachien”. De werkwijzen die wij voor kunstzinnige oriëntatie hanteren, zijn: Binnen de kleutergroepen wordt kunstzinnige oriëntatie met expressiemateriaal volgens de volgende werkwijze ontwikkeld: a. exploratie - wat is dit? b. experiment - wat kan ik ermee doen? c. expressie - uiting van hetgeen in het kind leeft of naar aanleiding van indrukken van buitenaf. d. technische aanwijzingen en materiaalkennis/omgang. e. toepassingen. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de thema’s die in de groep centraal staan. Muziek: De module muziek neemt leerlingen mee op een muzikale reis en richt zich op zingen, luisteren, muziek maken, vastleggen en bewegen. Door de verschillende activiteiten is muziek echt een doe-vak. De leerlingen doen op een speelse en leuke manier kennis, inzicht en vaardigheden op en leren een mening te vormen over muziek.
Schoolplan obs De Zandloper
26
Tekenen en handvaardigheid: Methodieken die als leidraad gebruikt kunnen worden in groep 3 t/m 8: “Uit de kunst”. Verder wordt er ook veel gebruik gemaakt van les ideeën van het internet. Twee maal per jaar wordt een creatieve middag georganiseerd. Op de laatste vrijdag van, bijna, elke maand houden wij een maandsluiting. Drie groepen (uit elke bouw één) treden voor elkaar op met dans, zang en toneel. Ouders, worden hiervoor uitgenodigd om de voorstelling bij te wonen. Voorleeswedstrijd en -ontbijt We proberen om het jaar mee te doen aan het Nationaal voorleesontbijt. Loting bepaalt of de school daaraan kan meedoen. Het voorleesontbijt dient twee doelen: het voorlezen en gezond ontbijten bevorderen. In ieder geval doet de school mee aan de voorleeswedstrijd. In de bovenbouw kunnen alle kinderen meedoen, de schoolkampioen doet ook mee aan het Alkmaars kampioenschap. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Heroriënteren op het aanbod van Cultuur Primair.
Aan het leergebied kunstzinnige oriëntatie wordt op onze school de volgende tijd besteed: zie tabel 3.1 einde hoofdstuk 3.3
Bewegingsonderwijs
Doelstelling: De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen De methode die we als leidraad gebruiken: “Basisdocument voor het basisonderwijs” en “Basislessen bewegingsonderwijs”. De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: We werken met een vakleerkracht bewegingsonderwijs voor de groepen 1 t/m 8. Eén van de twee lessen per week wordt door de vakleerkracht verzorgd, de andere les door de eigen groepsleerkracht. De vakleerkracht wordt gedeeltelijk bekostigd uit een gemeentelijke subsidie en uit eigen formatie. De vakleerkracht is in dienst van Alkmaar Sport N.V. Aan de orde komen: toestel, spel, zelfverdediging, dans, atletiek en turnen. (o.a. ook de sportdagen). Daarnaast zal de vakleerkracht het naschools sporten aanbieden en wordt het gehele sportbeleid van de SportX-school verzorgd. Het naschools sporten wordt 1 keer in de week samen met de SportX-trainer gegeven. Per week is er een aanbod van een tweetal naschoolse lessen voor zowel de onder- als de bovenbouw. Kinderen van de deelnemende basisschool kunnen zich inschrijven bij de vakleerkracht. Verder is er What’s your game (6 en 7). De trainer en de vakleerkracht werken samen in het naschoolse sportaanbod, de trainer verzorgt het sporttechnische deel. De samenwerking tussen de SportX-vakleerkrachten en de SportX-trainers heeft een meerwaarde; de vakleerkrachten kennen de kinderen goed en zijn verantwoordelijk voor de coördinatie, de trainers beheersen hun tak van sport als geen ander. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: geen
Aan het leergebied bewegingsonderwijs wordt op onze school de volgende tijd besteed: zie tabel 3.1 einde hoofdstuk 3.3
ICT
Schoolplan obs De Zandloper
27
Doelstelling: het ICT onderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: een positieve houding tegenover ict hebben en bereid zijn ict te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. ict gebruiken op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier ict kunnen gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. met behulp van ict voor hen bestemde digitale informatie kunnen opzoeken, verwerken en bewaren. Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: Verschillende devices als digiborden, touchscreens, laptops en pc’s. Software bij de methodes en een methode voor het leren werken met het Office programma. Vanaf de groepen vijf werken we met de lessen van “Diploma veilig internet” De werkwijzen die wij hiervoor hanteren, zijn: Ict is een hulpmiddel en geen doel op zich. In de lessen maken we bijvoorbeeld gebruik van internet, methodesoftware, social media en de groepen 7 en 8 werken in de elektronische leeromgeving VLC Birdy. We kunnen met een hele groep tegelijk werken, maar ook in kleine groepjes of individueel. In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren: Het gebruik van VLC Birdy uitbreiden naar groep 6, “De vliegende start”. Social media blijven inzetten in de lessen We onderzoeken de mogelijkheid om digitale lesmethoden, rapporten, groepsplannen en toetsen in te voeren.
Schoolplan obs De Zandloper
28
Tabel 3.1 Gemiddelde tijd verdeeld over de vak- en vormingsgebieden per week
leerjaren 1
3
4
5
6
7
8
7
2:30
2:30
1:30
1:30
1:30
1:30
-
-
2:15
2:15
0:45
0:45
0:15
0:15
taal kring taal/lezen
4:30
4:30
6:15
6:15
6:30
6:30
6
6
lezen
-
-
2
2
2
2
2
2
pauze
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
rekenen/wisk.
3:45
3:45
5:15
5:15
5:45
5:45
5:45
5:45
engels
-
-
-
-
-
-
0:30
0:30
Leefstijl
1
1
1
1
1
1
1
1
geestel.str.
-
-
-
-
-
-
0:30
0:30
aardrijksk.
-
-
0:30
0:30
1
1
1
1
geschiedenis
-
-
0:30
0:30
1
1
1
1
Natuurond/techniek
-
-
0:45
0:45
1:30
1:30
1:30
1:30
werken, A.N.K.: ex-
5:15
5:15
-
-
-
-
-
-
verkeer
-
-
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
muziek
1
1
1
1
1
1
1
1
tekenen
-
-
1
1
1
1
1
1
handvaardigh.
-
-
1
1
1
1
1
1
Taakuren
2
2
Oplopend in uren, vallend onder bovenstaande vakken
____ +
____ +
____ +
____ +
____ +
____ +
____ +
____ +
25:45
25:45
25:45
25:45
25:45
25:45
25:45
25:45
leervakken bewegingsond.
7
schrijven
2
pressie, drama, ontwikkelingsmateriaal, techniek
TOTAAL
In de groepen 1 t/m 4 ontvangen de leerlingen 940 (of meer) uren onderwijs per jaar. In de groepen 5 t/m 8 ontvangen de leerlingen 1000 (of meer) uren onderwijs per jaar. Totaal over de hele basisschoolperiode ontvangen de leerlingen:7520 (of meer) uren onderwijs. Vanaf schooljaar 2016-2017 ontvangen alle leerjaren 940 (of meer) uren onderwijs per jaar.
Schoolplan obs De Zandloper
29
3.4 Kinderen die extra zorg behoeven Artikel 8 lid 4 WPO geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. We geven hierna beknopt weer op welke wijze het systeem van zorg en begeleiding is ingericht en waar onze basisondersteuning uit bestaat: 3.4.1 De zorg voor de kinderen In het kort de stappen van de zorg die binnen de Zandloper gezet kunnen worden. Het is een beknopt overzicht, de toelichting vindt u in het zorgplan van de Zandloper. Stap 1: Algemene zorg in de groep. Ieder kind werkt op zijn eigen tempo en niveau. De leerkracht observeert de werkhouding van het kind, registreert wat het kind gedaan heeft en of de aangeboden leerstof wordt beheerst. Stap 2: Extra zorg De leerkracht geeft extra zorg aan een of meer kinderen die dat nodig hebben. De leerkracht geeft deze extra begeleiding op basis van de signaleringsgegevens die hij/zij met de intern begeleider heeft besproken. Dit wordt vastgelegd in het groepshandelingsplan. Stap 3: Speciale zorg na intern onderzoek. De leerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider. Eventueel wordt de leerling besproken in het zorgteam. De leerkracht en intern begeleider besluiten of er verder onderzoek moet worden gedaan. Dit kan intern (pedagogisch-didactisch) door de intern begeleider of leerkracht worden gedaan. Het onderzoek geeft verdere richting aan het handelen van de leerkracht in de groep. Stap 4: Speciale zorg na onderzoek door een extern deskundige Als blijkt dat de voorgaande stappen niet voldoende resultaat opleveren wordt de externe hulpverlener ingeschakeld.. De beschikbare gegevens worden geanalyseerd en het psycho- diagnostisch onderzoek wordt door de externe hulpverlener (GZ-psycholoog OBD) uitgevoerd. De uitslag van het onderzoek worden met de leerkracht, ouders en intern begeleider besproken.. Alle stappen worden na een vastgestelde periode geëvalueerd. De beschikbare gegevens op het evaluatiemoment geven richting aan het verdere traject. Als blijkt dat school geen mogelijkheden meer ziet om aan de onderwijsbehoefte van de leerling tegemoet te komen is er de speciale zorg binnen het speciaal basisonderwijs. A. Aanmeldformulier nieuwe leerling Ouders die hun kind willen aanmelden, na een kennismakingsgesprek en rondleiding met de directeur, leveren een ingevuld aanmeldformulier in. Aan de hand van deze informatie en/of op basis van het kennismakingsgesprek wordt er eventueel (opnieuw) contact opgenomen met de ouders (door de interne begeleider/directie) voor aanvullende informatie. In het geval van inschrijving in hogere groepen is er overleg geweest met de school van herkomst en is de eventuele zorg besproken met de directie, leerkracht en intern begeleider. De peuterspeelzaal “het Zandmannetje” is gevestigd in het gebouw van de Zandloper. De contacten met de medewerkers van het Zandmannetje zijn goed en een warme overdracht is hiermee gewaarborgd. B Leerlingvolgsysteem (toets) De leerlingen worden op verschillende manieren gevolgd op de Zandloper. De leervorderingen worden in kaart gebracht door onze signalering, hierbij wordt ESIS-B gebruikt. Wij volgen de leervorderingen en het welzijn van de leerlingen op drie manieren: a. met methode-gebonden toetsen. b. met methode-onafhankelijke toetsen van het CITO. c. op sociaal emotioneel gebied met behulp van de SCOL en observaties. ad a. Methode gebonden toetsen. De resultaten van de methode-gebonden toetsen komen in de klassenmap van de leerkracht. Hier staan ze in groepsoverzichten genoteerd. Resultaten worden geëvalueerd op groepsniveau en leiden waar nodig tot aanpassingen/bijstellen in het lesaanbod.
Schoolplan obs De Zandloper
30
ad b. Methode onafhankelijke toetsen. In alle groepen worden er op afgesproken momenten methode onafhankelijke, landelijk genormeerde toetsen afgenomen. De signaleringskalender wordt aan het begin van het schooljaar door de intern begeleider verstrekt en staat tevens vermeld in het jaaroverzicht en de schoolgids. Ieder vakgebied wordt minstens één keer getoetst, sommige vakgebieden hebben meerdere toets momenten. Behalve de observatie bij de kleuters (KIJK) zijn het allemaal toetsen ontwikkeld door het Cito. ad c. Signalering op sociaal emotioneel gebied. De Zandloper maakt gebruik van de SCOL (Sociale Competentie Observatielijst). De SCOL kent twee afnamemomenten, in het najaar en voorjaar. De leerkrachten van groep 1 tot en met 8 vullen een observatielijst in (leerkrachten-SCOL). De leerlingen van groep 6 tot en met 8 vullen zelf ook een lijst in. De resultaten worden door de leerkracht en intern begeleider doorgesproken en indien nodig wordt er verdere actie ondernomen. Dit kan op individueel, maar ook op groepsniveau gebeuren. Naast deze twee momenten wordt er natuurlijk dagelijks gesignaleerd op sociaal-emotioneel gebied. Het team (schoolplein en in de wandelgangen), de leerkracht (in de groep) en de interne begeleider (informatie via externe kanalen of ouders) observeren het gedrag van de leerling. In geval van zorg wordt er een overlegmoment gezocht. Voor direct handelen, kan school het schoolmaatschappelijk werk inschakelen. De ouders moeten hiervoor schriftelijk toestemming geven . De interne begeleider kan de leerling (met medeweten van de ouders) inbrengen in het zorgteam voor consultatief overleg. De interne begeleider adviseert (indien nodig) de ouders contact op te nemen met een hulpverlenende instantie. Op school zijn er diverse folders voor de ouders aanwezig en de interne begeleider heeft tevens de sociale kaart van de regio tot haar beschikking. De contacten met de hulpverlenende instanties (indien zij al actief zijn in een gezin) verlopen, in de regel, via de interne begeleider. Er worden wel duidelijke vervolgafspraken gemaakt om de leerling gedurende een bepaalde periode te blijven volgen en contact te houden met de ouders. C. Leerlingvolgsysteem registratie (methodeonafhankelijk) De leerkracht voert de resultaten van de methode-onafhankelijke toets in bij Esis B (digitaal leerlingvolgsysteem). Per groep is er dan een overzicht (groepsprofiel) beschikbaar. De ingevoerde gegevens leveren een I tot en met V score op. De gegevens kunnen tevens op leerling-, groeps- en schoolniveau gemaakt worden. Een uitdraai hiervan wordt bewaard in de (witte ordner) signaleringsmap. De signaleringsmappen worden bewaard in de IB ruimte (in een afgesloten kast). De signaleringsmappen bevatten naast de groepsgegevens ook de gegevens per leerling. Ook de bijbehorende (afgeronde) handelingsplannen worden hier bewaard. Interpretatie en verdere uitwerking. Op grond van de behaalde score op de toets, de uitslagen van de methode gebonden toetsen en de observatie in de groep, wordt er een conclusie getrokken. In de regel wordt gekeken naar de I, IV en V scores op de CITO toetsen. Per leerling (en ook per groep) wordt er ook gekeken of de vaardigheidsscores voldoende groei laten zien. De leerkracht maakt een analyse van de gegevens en stelt, eventueel na overleg met de interne begeleider, een handelingsplan op. Dit kan ook een groepshandelingsplan zijn. Bij een groepshandelingsplan wordt iedere leerling wel individueel gevolgd en geëvalueerd. Opzet en resultaten worden besproken met de intern begeleider. Tijdens de 10-minutengesprekken worden de ouders hierover geïnformeerd. Indien nodig worden eerder of meerdere afspraken gemaakt. Een handelingsplan kent een afgesproken tijdsduur en bevat een evaluatiemoment. De plannen worden SMART opgesteld, dat wil zeggen, ze zijn Systematisch, Meetbaar, Acceptabel, Reëel, Tijdsgebonden. De toets gegevens (opbrengsten) worden op schoolniveau bekeken en geëvalueerd, door het team , directie en intern begeleider. Dit met behulp van de trendanalyses en de dwarsdoorsneden. D. Leerling-besprekingen Voorop gesteld wordt dat de leerkracht op ieder moment in het schooljaar overleg kan hebben met directie en interne begeleider over een leerling. Schoolplan obs De Zandloper
31
Na iedere signalering (methodeonafhankelijk) onderneemt de leerkracht in eerste instantie zelf actie in de vorm van een groeps- of individueel plan. De toets gegevens van de groep worden na iedere afname besproken door de leerkracht en de intern begeleider. Ook wordt er naar de dwarsdoorsneden en de trendanalyses gekeken. Indien nodig helpt de interne begeleider bij het realiseren van de plannen. Voor het technisch lezen en het rekenen zijn de groepsplannen aanwezig. De trendanalyses en dwarsdoorsneden worden ook in de teamvergaderingen besproken. Daarnaast plant de interne begeleider twee keer per jaar een algemene leerlingbespreking per groep in. Tijdens deze bespreking komt alle beschikbare informatie van een leerling bij elkaar en wordt er samen gekeken of een leerling nog extra zorg of aandacht nodig heeft. Het gaat hier naast de leervorderingen ook om het sociaal-emotionele welbevinden van een leerling. Van de leerlingbespreking wordt een verslag gemaakt. De leerkracht bewaart zijn kopie in de blauwe leerlingenmap. De interne begeleider bewaart het exemplaar in een afgesloten kast in de IB ruimte. E. Doublures Het streven van de Zandloper is om de leerling acht aaneengesloten onderwijsjaren te laten doorlopen. Soms is het echter in het belang van de leerling om een jaar te doubleren in de groepen 3 tot en met 8 of de kleuterperiode met een jaar te verlengen. Alle beslissingen hierover worden na een zorgvuldig traject genomen en in goed overleg met de ouders. In het algemeen geeft het doublurejaar de leerling de kans om zijn basis (zowel lesstof als sociaal-emotioneel) te verstevigen. Voor de leerling wordt er dan een begeleidingsplan opgesteld waarbij er aandacht is voor het versterken van de zwakkere onderdelen, maar waarbij ook onderdelen versneld kunnen worden doorlopen en/of zelfs weggelaten worden. Indien de leerling niet voldoende geprofiteerd heeft van de extra onderwijstijd wordt er (met behulp van externe deskundigen) gekeken of deze leerling een aangepaste leerlijn nodig heeft of in aanmerking komt voor het SBO (of één van de REC-scholen). Kleuterverlengers Vanuit de wet geredeneerd zouden scholen in beginsel leerlingen die voor 1 januari op school zijn gestart aan het eind van het schooljaar door moeten laten stromen naar het derde leerjaar. Voor leerlingen die daarna komen, geldt dat zij tussen 8 en 8,5 jaar over hun basisschool doen. De leerlingen van voor januari doen er tussen de 7,5 en 8 jaar over. De inspectie hanteert deze beleidslijn (verlenging vanaf 5 jaar en 9 maanden). De school neemt beargumenteerde besluiten tot een extra jaar verlenging en stelt voor deze leerlingen een plan van aanpak op dat met de ouders wordt besproken. Van kleuterverlenging is dus sprake wanneer een kleuter 5 jaar en 9 maanden is en hij/zij niet doorgaat naar groep 3. Deze leerling zal langer dan 8,5 jaar over de basisschool doen, dan is er sprake van verlenging. Aan de hand van de volgende informatie wordt een beslissing genomen betreffende overgang naar groep 3: cognitief gebied: CITO kleuter toetsen: Taal voor Kleuters, Rekenen voor kleuters sociaal-emotioneel gebied: zelfstandigheid, zelfredzaamheid, concentratie, motivatie, werkhouding en gedrag t.o.v. medeleerlingen en leerkrachten en de SCOL observatiemethode KIJK. Beslisschema overgang groep2-3 De leerkrachten met de intern begeleider bespreken een kleuterverlenging. Bij twijfel kan er een pedagogisch didactisch onderzoek afgenomen worden (door de IB -er). In overleg met de interne begeleider en de ouders wordt er een beslissing genomen. Hierbij geeft het advies van de school doorslag. De gesprekken met de ouders vinden vanaf februari plaats (na de signalering) en de beslissing wordt omstreeks mei definitief genomen. Voor de kleuterverlengers wordt een plan van aanpak voor het verlengde kleuterjaar gemaakt. F. Kinderen met lees- en/of spellingsproblemen (waaronder dyslectische kinderen) De kinderen worden vanaf groep 1 nauwgezet, systematisch gevolgd door middel van observatie. Vanuit deze signalering kan zo in een vroeg stadium extra ondersteuning worden ingezet. Wij beschikken sinds de invoering van het protocol ‘Begeleiding beginnende geletterdheid’ over voldoende mogelijkheden hieraan uitvoering te geven. Wanneer wordt een dyslexieonderzoek aangevraagd? De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ervoor gezorgd dat diagnostiek van dyslexie en behandeling van ernstige dyslexie vanaf 1 januari 2009 uit de basisverzekering wordt bekostigd. Dat betekent dat wij onze leerlingen met dyslexie een perspectief kunnen bieden als onze eigen inspanningen om deze kinderen te leren lezen onverhoopt onvoldoende blijken.
Schoolplan obs De Zandloper
32
Voor de school blijft het van belang dat voor alle kinderen bij wie een vermoeden van dyslexie bestaat, alle gegevens (interventies en resultaten) goed worden bijgehouden. De minister van VWS stelt namelijk bepaalde voorwaarden aan de school voordat de leerling een beroep kan doen op de regeling. De school moet op het moment van doorverwijzen de volgende informatie leveren: 1. toets gegevens uit het leerlingvolgsysteem; 2. beschrijving van de lees- en spellingproblemen (zie de richtlijnen van het protocol Leesproblemen en Dyslexie); 3. signalering van de lees- en spelproblemen: datum, onderzoek (instrumenten en criteria, de resultaten en gegevens over de onderzoeker); 4. inhoud en duur van de extra begeleiding; 5. resultaten van de extra begeleiding en een beschrijving van het gebruikte evaluatie-instrumentarium, vaststelling van de stagnatie met vermelding van instrumentarium en normcriteria; 6. argumentatie voor ‘vermoedelijke dyslexie’; 7. vermelding en beschrijving van andere problematiek. Een leerling moet tijdens drie achtereenvolgende meetmomenten een onvoldoende score behalen op de technisch lezen en/of spellingtoetsen. Ouders melden de kinderen aan bij de zogenoemde dyslexie instituten voor verder onderzoek. Indien de leerling in aanmerking komt voor de vergoede diagnostiek en behandeling zal deze, gedurende anderhalf jaar , na schooltijd begeleid worden. Er worden tevens afspraken gemaakt over de begeleiding op school. Ondanks het feit dat de kinderen op de basisschool nauwlettend gevolgd worden, kan het voorkomen dat pas in het voortgezet onderwijs duidelijk wordt dat een kind dyslectisch is. Dit gebeurt omdat deze kinderen in de basisschoolperiode voldoende mogelijkheden hebben om te compenseren. G. Tweede leerlijn Indien blijkt dat een (zwakke) leerling behoefte heeft aan (vergaande) aanpassingen in de lesstof kan er worden gekozen worden voor de “tweede leerlijn”. De leerling volgt dan wel het aanbod in de groep, maar verwerkt de lesstof op zijn eigen niveau en wordt daar ook op beoordeeld. Het streven is om de leerlingen pas na groep 5 of 6 over te laten stappen op de andere methode. Bij het spellen volgen de leerlingen ook het aanbod in de groep, maar verwerken zij de stof op eigen niveau. Dit wordt per leerling vastgesteld. Deze tweede leerlijn op dit gebied starten wij in de regel vanaf groep 7 en de leerlingen beschikken wel over een dyslexieverklaring. Voor de overige vakken worden er per onderdeel aanpassingen gemaakt in hoeveelheid en verwerkingsopdrachten. Voor de leerlingen die meer aankunnen dan het reguliere aanbod is er sprake van compacten. Deze leerlingen kunnen dan de lesstof versneld door en gebruiken de tijd die over is aan verdieping en uitbreiding van de lesstof. De school gebruikt hiervoor de plusmaterialen.
Schoolplan obs De Zandloper
33
3.4.2 Toetskalender In lid 6 staat: De scholen gebruiken een leerling- en onderwijsvolgsysteem waaruit de vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de leerling, de groep en de school. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem bevat toetsen die kennis en vaardigheden van de leerling meten op de terreinen, genoemd in het tweede lid. Een overzicht van toetsen/observaties die in dit kader door de school worden ingezet: Groep 1/2 3 4 Oktober Groepen 1 en 2 KIJK obHerfstsignalering VNL servatiemoment 1 Scol Scol Scol December Groep 2 Tweede helft van januari / eerste week februari
Groepen 1 en 2: KIJK observatiemoment voor risicoleerlingen Groep 2: Taal voor kleuters CITO Rekenen voor kleuters CITO
Februari Maart Mei Juni
Groep Oktober November Tweede helft van januari / eerste week februari
Wintersignalering VNL LOVS Spelling M3 LOVS Rekenen & Wiskunde M3
Groepen 1 en 2: KIJK observatiemoment 2 Scol Groep 2: Taal voor kleuters CITO Rekenen voor kleuters CITO
LOVS Spelling M4 LOVS Begrijpend lezen M4 (jan) LOVS Rekenen/wiskunde M4
NSCCT LOVS DMT, kaart 1A,2A LOVS AVI M3 Lentesignalering VNL
LOVS DMT,kaart 1A,2A,3A LOVS AVI
Scol Eindsignalering VLL LOVS Spelling E3 LOVS Rekenen & Wiskunde E3 LOVS DMT, kaart 1B,2B,3B AVI LOVS Begrijpend Lezen E3
Scol LOVS LOVS LOVS LOVS LOVS
Spelling E4 Rekenen & Wiskunde E4 Begrijpend Lezen E4 DMT, kaart 1B,2B,3B AVI
8 Scol NIO-PMTK Drempel LOVS Rekenen & Wiskunde M8 LOVS Begrijpend lezen M8 (jan) LOVS DMT kaart 3A(2A,1A) LOVS AVI Spelling M8
5 Scol
6 Scol
7 Scol
LOVS Spelling M5 LOVS Rekenen & Wiskunde M5 LOVS Begrijpend Lezen M5 (jan) LOVS DMT, kaart 3A (2A,1A) LOVS AVI
LOVS Spelling M6 LOVS Rekenen & Wiskunde M6 LOVS Begrijpend Lezen M6 (jan) LOVS DMT, kaart 3A (2A,1A) LOVS AVI
Spelling M7 LOVS Rekenen & Wiskunde M7 LOVS Begrijpend Lezen M7 (jan) LOVS DMT, kaart 3A (2A,1A) LOVS AVI NSCCT
April Mei Juni
Scol LOVS Spelling E5 LOVS Rekenen & Wiskunde E5 LOVS DMT, kaart 3B (2B,1B) LOVS AVI
Schoolplan obs De Zandloper
Scol Spelling E6 LOVS Rekenen & Wiskunde E6 LOVS DMT, kaart 3B (2B,1B) LOVS AVI
Scol Spelling E7 LOVS Rekenen & Wiskunde E7 LOVS DMT, kaart 3B (2B,1B) LOVS AVI
Eindtoets Scol
34
4. Personeelsbeleid 4.1 Inleiding De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. Op bovenschools niveau is het personeelsbeleid beschreven in het integraal personeelsbeleidsplan. Daarin is ook opgenomen op welke manier we de wettelijke eis vormgeven met betrekking tot evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende taken. In de bijlage staat de ordening van de documenten van het personeelsbeleid opgenomen. Marzano c.s. geven aan, dat de factor ‘collegialiteit en professionaliteit’ dragend is voor schoolontwikkeling. Op onze school streven we collegialiteit na, die zich uit in gedrag zoals door Fullan en Hargreaves omschreven: Oprechte interacties, die beroepsmatig van aard zijn; Het openlijk met elkaar delen van successen, mislukkingen en fouten; Het tonen van respect voor elkaar; Het constructief analyseren en bekritiseren van praktijken en procedures. ‘Levenslang leren’ geldt zeker voor de beroepsgroep van leraren. De ontwikkelingen en mogelijkheden volgen elkaar wat dat betreft in snel tempo op. Het is dus erg belangrijk de juiste keuzes te maken. Uitgangspunt bij die keuzes is het gezamenlijk vastgestelde beleid, zoals verwoord in dit schoolplan. Kenmerkend voor de wijze waarop professionalisering vormgegeven zal worden, is dat gebruik gemaakt wordt van ‘leren van en met elkaar’ rechtstreeks gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Dit kan invulling krijgen binnen het team, maar zeker ook in samenwerking met collega’s van andere scholen.
4.2 Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid In deze paragraaf noemen we de belangrijkste aandachtspunten van personeelsbeleid voor de komende vier jaar. Deze beleidsonderdelen hangen nauw samen met de voornemens op onderwijskundig gebied. In relatie met het onderwijskundig beleid zijn op het gebied van personeelsbeleid de volgende beleidsvoornemens van belang: Kwaliteit van de leerkracht
Onze medewerkers werken - samen met anderen in hun team - gericht aan hun eigen professionalisering. Een hoge kwaliteit van het onderwijs is het doel. De professionele kwaliteit van de leerkracht heeft de grootste impact op het leren van leerlingen 9. Dit geldt vooral voor didactiek, klassenmanagement, sturing van leerprocessen, goed pedagogisch klimaat en aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Goed personeelsbeleid
Het personeelsbeleid is in duidelijke kaders vastgelegd waardoor medewerkers met passie, ambitie en geïnspireerd kunnen werken. In 2019 is dit terug te zien in de ‘benchmark tevredenheid’ waarin de medewerkers werken bij Ronduit boven het landelijk gemiddelde waarderen. Goed personeelsbeleid = goed werkgeverschap. Leren van en met elkaar
Leren van en met elkaar staat centraal. Zo krijgt de ontwikkeling van talenten van directeuren, schoolteams en het onderwijs kracht in een stimulerende en professionele setting. In 2019 is dit zichtbaar door onderlinge lesbezoeken en klassenobservaties.
9
Aangetoond door onderzoek van o.a. John Hattie en Marzano.
Schoolplan obs De Zandloper
35
5. Kwaliteitszorg 5.1 Inleiding Kwaliteitszorg is de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor te zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen.
5.2 Voorwaarden van onze kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg baseren we op het INK-model. In dit model (aangepast voor het onderwijs), is een onderverdeling gemaakt in organisatie (leiding, personeelsbeleid, doelen en strategie, middelen en processen) en resultaten (waardering personeel, ouders/leerlingen, personeel en leeropbrengsten). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk het beleid waar nodig bij te sturen. In die zin maken we gebruik van de ‘plan-do-check-act cyclus’. In het INK-model kort weergegeven door leren en verbeteren. Leiderschap
Personeelsbeleid Doelen en strategie Inzet middelen
Organisatie Leren en verbeteren
Management van processen
Waardering personeel Waardering ouders/leerl. Waardering omgeving
Leer-opbrengsten
Resultaten
De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere: - het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t kwaliteitszorg - het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang - het vastleggen en bewaken van teamafspraken - het creëren van draagvlak - het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren - het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback). Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur. Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen. Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties. Over de activiteiten die we in dit kader doen en de effecten die dat ons inziens oplevert, leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij kwaliteitszorg vorm geven.
Schoolplan obs De Zandloper
36
5.3 De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen jaarplan om vinger aan de pols te houden en het schoolontwikkelingen bij te stellen. Beide documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus.
Schoolplancyclus
Voor het samenstellen van het schoolplan hanteren wij de volgende werkwijze: We starten met een nauwgezette bepaling van hoe de stand van zaken met betrekking tot alle beleidsaspecten van de school is. Een aantal onderdelen die bij deze zogenaamde positionering gebruikt worden, zijn onderdeel van een kortere cyclus, dan de schoolplancyclus, die 4 jaar beslaat. Waar dat het geval is geven we dat aan. Voor de positionering gebruiken we de volgende middelen, werkwijzen:
Analyse van de leerlingenpopulatie
Ieder jaar stellen we vast welke leerlingen bij ons op school speciale onderwijsbehoeften hebben. Het gaat daarbij om: - Aantal leerlingen met extra gewicht - Aantal leerlingen met meer dan een half jaar achterstand op het gebied van taal en rekenen - Aantal leerlingen met het Nederlands als tweede taal - Aantal leerlingen met een beschikking voor een vorm van speciaal onderwijs. De intern begeleider maakt dit overzicht in april, zodat het kan worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie van het beleidsplan. Rapportage: aan het team Te gebruiken bij: evaluatie en opstellen van het jaarplan en bijstelling schoolplan.
Overzicht van de positie in de wijk/regio
De directeur maakt een overzicht van de positie van de school in onze wijk. Daarin komen de volgende aspecten aan de orde: - Overheidsbeleid en samenwerkingsverband (eens per twee jaar) - Tevredenheid en verwachtingen van ouders (elke twee jaar wordt bij een kwart van de ouders de tevredenheid bepaald met behulp van de kwaliteitsvragenlijst van “Van Beekveld en Terpstra”) - Kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de leerlingenpopulatie ook in relatie met de ontwikkeling op de collega-scholen (eens per 4 jaar) - Een SWOT-analyse (eens per vier jaar) - Zicht op contacten met instellingen, verenigingen, collega scholen. We gaan na wat deze contacten voor effecten hebben binnen de school en hoe de betreffende instellingen de contacten waarderen. Op basis daarvan bepalen we op welke wijze het contact voortgezet wordt. Rapportage aan: het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad, het team en de betrokken instanties. Te gebruiken bij: evaluatie, opstellen en bijstellen van het schoolplan en het jaarplan.
Het bepalen van de doelen van de school
Eens in de vier jaar stelt het team, op initiatief van de directeur, doelen voor het onderwijs vast (op basis van de analyse van de uitgangspositie). Deze doelen worden vastgelegd in de missie en visie. Bij de beschrijving komen de volgende onderdelen aan de orde: - Te bereiken doelen op het gebied van onderwijs en leren. - De te bereiken leeropbrengsten Deze worden ieder jaar vastgesteld (tussen- en eindresultaten; rekening houdend met onze populatie) volgens het opbrengstendocument. - Te bereiken doelen op gebied van school specifieke aspecten. Het gaat hier om doelen waarmee we ons willen profileren. Rapportage aan: het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad.
Schoolplan obs De Zandloper
37
Te gebruiken bij: jaarlijkse analyse van de huidige situatie (wat is er van de doelen al gerealiseerd en wat moet nog worden nagestreefd). Het bevoegd gezag stelt de doelen vast.
Analyse van de huidige situatie aan de hand van de doelstellingen
Eens per 4 jaar gaat de directeur na in hoeverre de schooldoelstellingen zijn gerealiseerd. Daarbij worden de volgende instrumenten ingezet: Voor doelen op het gebied van onderwijs en leren en school specifieke aspecten: De in te zetten instrumenten zijn afhankelijk van de gekozen doelen. Het kan gaan om: - Klassenbezoeken - Functionerings- en beoordelingsgesprekken - Interviews met ouders - Interviews met kinderen - Interviews met leraren - Een enquête en/of schooldiagnose-instrument Voor doelen op het gebied van te bereiken leerresultaten - Het in paragraaf 3.4 opgenomen overzicht van toetsinstrumenten De directeur neemt het initiatief voor de uitvoering van de analyse. Daartoe wordt jaarlijks, in overleg met het team, een plan van aanpak gemaakt. Rapportage aan: het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad, het team. Te gebruiken bij: het jaarplan en de bijstelling van het meerjarenplan
Evaluatie schoolplan
In het vierde uitvoeringsjaar wordt de balans opgemaakt van de resultaten van de afgelopen schoolplanperiode. Naast de eigen gegevens, wordt ook gebruik gemaakt van de gegevens van de inspectierapporten om inhoudelijk vast te stellen waar de school zich ten aanzien van onderwijskundige ontwikkeling op dit moment bevindt. Alle gegevens uit deze en hiervoor genoemde acties worden door de directeur geanalyseerd op sterke en zwakke punten (SWOT-analyse). Deze wordt gepresenteerd op een studiedag voor het team, waarbij ook informatie verstrekt wordt over relevante ontwikkelingen van dat moment en in de nabije toekomst. Op basis van deze informatie en gebruik makend van de inzichten en ideeën van de leerkrachten, worden missie en visie van de school waar nodig geactualiseerd en bijgesteld en worden strategische doelen geformuleerd voor de nieuwe schoolplanperiode. Deze visie en de daarop gebaseerde strategische doelen vormen de basis voor de verdere invulling van het schoolplan. Gezien de formele status van dit document wordt dit vastgesteld door MR en bestuur van de school. Ouders worden middels de schoolgids op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen van beleid, zoals dat vastgesteld is in het schoolplan.
Jaarplancyclus
Systematische evaluatie van beoogde beleidsresultaten en de kwaliteit van onderwijs en leren. De directeur stelt jaarlijks een jaarverslag op (als onderdeel van het actieplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Evaluatie van de leerresultaten zijn geen onderdeel van dit plan, maar worden apart opgenomen in het opbrengstendocument. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat): - Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag. - Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen. - Interviews en/of kwaliteitsvragenlijsten met ouders, leerlingen en leden van het bevoegd gezag. - Evaluaties (bijvoorbeeld door middel van korte vragenlijstjes) van oudercontacten en ouderavonden. - Toetsinstrumenten om leerresultaten vast te stellen.
Schoolplan obs De Zandloper
38
Het jaarplan wordt ieder jaar opgesteld met behulp van onderstaand schema: Doelstelling en beoogd resultaat 2015-2016
Activiteiten
Planning en regie Indicator Meting
Randvoorwaarden Financiën: ICT: Huisvesting: Activiteiten
Planning en regie Indicator Meting
Randvoorwaarden Financiën: ICT: Huisvesting: Rapportage aan: het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad en het team. Te gebruiken bij: Opstellen jaarplan en bijstellen en/of opstellen schoolplan tijdens een jaarlijkse studiedag waarin de voortgang van het vierjarig beleidsplan wordt geëvalueerd. Doel van deze dag is verder: · Conclusies trekken uit de resultaten van het evaluatieplan en op basis hiervan een jaarlijkse acties vaststellen (met per actie beoogde resultaten) ten behoeve van de voortgang van het vierjarig beleidsplan. · Het jaarlijks opstellen van een scholingsbeleid. Het scholingsbeleid sluit aan op de schoolontwikkeling zoals die is omschreven in het schoolontwikkelingsplan. Daarnaast blijft er in het scholingsbudget ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van leraren op basis van de afspraken in de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s). Kwaliteitsdocument In het kwaliteitsdocument staat een beschrijving van onze werkwijze in de vorm van besluiten en procedures. Het kwaliteitsdocument bevat ook een vierjaarlijkse planning, die aangeeft wanneer de besluiten en procedures worden geëvalueerd. Per besluit/procedure is aangegeven op welke wijze deze wordt geëvalueerd. Daarnaast evalueren we jaarlijks onze leeropbrengsten met het team. We doen dit aan de hand van het eerder genoemde opbrengstendocument. Rapportage: het team, het bevoegd gezag.
Schoolplan obs De Zandloper
39
6. Strategische schoolkeuzes 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk starten we met een interne en externe analyse met betrekking tot het onderwijs op onze school. Dit heeft geresulteerd in een aantal sterke en zwakke kanten van onze organisatie en kansen en bedreigingen in de nabije toekomst. Dit overzicht is mede gebruikt om de best mogelijke strategische keuzes te maken voor de toekomst. In paragraaf 6.2 worden deze keuzes door middel van beleidsvoornemens in een overzicht weergegeven. Daarbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we ten aanzien van deze onderwerpen in de komende vier jaar nastreven. Vervolgens geven we in een globale planning aan (6.3) wanneer deze onderwerpen aan de orde zullen komen. Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd jaarplan opgesteld. Bij de opstelling van zo’n jaarplan zal rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar.
6.2 Interne en externe analyse. De interne/externe analyse heeft het volgende beeld opgeleverd: Sterk/kansen Zwak/bedreiging Leerlingen: Goede tevredenheid, gaan veelal Combi-groepen, geen lln op eigen leerlijn, dus met plezier naar school. Rustige werksfeer. geen OPP’s. Leerlingen worden zolang mogelijk bij de groep gehouden. Medewerkers. Vast team van leerkrachten. Percentage leerkrachten 55 jaar en ouder: 30%, Goede tevredenheid, blijven graag op De Zandgeen tot weinig mobiliteit en doorstroming. Adloper werken. Ervaren team. ministratieve last wordt genoemd. Nog CV (adv) Verdeling naar leeftijdscategorie: voor bovenbouwleerkrachten. Ongelijkheid met 20-29: 8,7% 30-39: 8,7% onderbouwleerkrachten, die aan hun niet lesge40-49: 30% 50-62: 52% bonden taken werken. In schooljaar 2015-2016 0% LB functies: geen animo voor tot nu toe Ouders: Veel ouders hebben zelf nog op de Veel ouders laten afstand huis-school bij keuze Zandloper les gehad. Echt een dorpsschool. Be- meespelen. hoefte aan continurooster stijgende volgens uitkomsten oudertevredenheidspeiling, Naschoolse In tegenstelling tot de ouders heeft het team opvang in de school (Broer Konijn) en Peutersgeen behoefte aan een continurooster. peelzaal Zandmannetje is een pré. Directe partners: Tussen schoolse opvang met vrijwilligers. Goede contacten met Broer Konijn en het Zand- Mogelijk aanbesteding te verwachten voor peumannetje. terspeelzalen in Alkmaar. Nieuwe aanbieder in Samenwerking instellingen SportX, sportvereni2015? Afstemming nodig. Methode Ko Totaal gingen, wijkcentrum Rietschoot, The Mall (aanschaf 2007) kleuters/ peuters vernieuwing (11/12 jarigen “chillen” onder begeleiding). niet opgenomen in MJOLP? Nieuwe bestuurders sinds 2015 bij Stichting TSO. Lagere overblijfkosten voor ouders voorlopig gehandhaafd. Politieke ontwikkelingen: Grotere verantwoorde- Transitie jeugdzorg en verdere consequenties lijkheid bij gemeentes. Afgelopen jaar 2 lln naar voor De Zandloper nog niet duidelijk. SMW. Geen SMW standaard aanwezig met spreekuur in de school. Ook niet noodzakelijk. Veel contact vanuit school met AMK, geen meldingen vanuit school. Er is een zorgexpert (gemeente) en een onderwijsexpert (SW-verband). Goede contacten en regelmatig overleg.
Schoolplan obs De Zandloper
40
Toezichthouders: Gedifferentieerd toezicht inspectie: meer een eigen sturende rol. Inspectiebezoek in 2015 Technologische ontwikkelingen: alle lokalen zijn voorzien van digiborden/Touchscreens. Door de hele school is Wi-Fi ontvangst. Er zijn voldoende laptop ’s/pc’s om met een hele groep tegelijk te werken Sociale en culturele ontwikkelingen: Hoge verwachtingen van het onderwijs. Team heeft hoge verwachtingen van sociale omgang in de school. Belang van veiligheid voelen in de school is sterk ontwikkeld. Op het gebied van cognitieve verwachtingen: hoge opbrengsten groep 8 gegenereerd de afgelopen jaren. NSCCT ingevoerd om onderpresteerders te vinden. Demografische ontwikkelingen: Lichte krimp in
Alkmaar.
Stabiel leerlingaantal. De Zandloper laat een lichte stijging van lln aantallen zien de laatste jaren ondanks lichte krimp in regio Alkmaar. Zie tabel 2.1. Weinig directe concurrenten in schoolomgeving van de Zandloper. Economische ontwikkeling: De Zandloper heeft de financiën op orde, er is een kleine buffer. HV lokaal is geschikt gemaakt als leslokaal. Hiermee extra groep en daardoor kleinere (combinatie)groepen mogelijk gemaakt. Nieuwe personeelskamer gerealiseerd. Ecologische ontwikkelingen: Duurzaamheidsstreven bij politiek en maatschappij. (investering gebouw: dubbelglas, isolatie dak, nieuwe cv ketel) Tevredenheid leerlingen (ruim voldoende) gelijk gebleven
Veel verantwoording afleggen in documenten op velerlei gebied naar bestuur, inspectie, MR Techniek nog niet optimaal en personeel (individuele leerkrachten) mogelijk niet voldoende toegerust om ICT vernieuwingen moeiteloos door te voeren. Nascholing gestart. VLC Birdy daarmee ambitieus project voor de Zandloper geweest. Professionalisering blijvend opnemen in schoolplan. Ondersteuning is noodzaak Tussenopbrengsten BL leerjaar 7 onder inspectienorm, maar boven het landelijk gemiddelde / TL hoge percentages IV/V in enkele leerjaren. SP leerjaar 4 t/m 6 onder het landelijke gemiddelde en hoge percentages IV/V
Huisvesting bij groei zou een beperkende factor zijn. Bij continuering groei geen lokaal beschikbaar. ’14-’15: 37 schoolverlaters. ’15-16’: 24 schoolverlaters. ‘16-’17:36 schoolverlaters. Grote combi-groepen van meer dan 30 leerlingen in 2014-2015
Recessie oefent invloed uit op bekostiging en de huisvesting van het onderwijs. Noodzaak aanwezig om schoolgebouw verder te verbeteren (hal+vergaderplek, aula). Oude plekken/meubilair/plafond in de school onveilig. Lekkages. Plafonds en vloeren aan vervanging toe.
Tevredenheid ouders en team ruim voldoende, maar wel dalende cijfers.
Door deze gegevens met elkaar te combineren, af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren en de strategische keuzes van Ronduit, zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende beleidsvoornemens opgesteld voor de komende jaren (zie 6.3).
Schoolplan obs De Zandloper
41
6.3 Beleidsvoornemens Kind van de 21e eeuw; leren voor de toekomst Brede vorming
-
Passend en uitdagend onderwijs
-
-
-
Leren zichtbaar maken
-
Samenwerkend leren bevorderen ( ook in een elektronische leeromgeving) VLC Birdy uitbreiden naar leerjaar 6 Cultuureducatie/sportaanbod heroverwegen op inschrijven op bestaand aanbod. Hierbij gebruik maken van de wijk, zoek cultuur dichtbij, elke groep zou bijv. een jaarlijks vast uitje kunnen hebben zoals bezoek gouden Engel, boerderij, Geestmerambacht, e.d.). Samenwerking wijkcentrum Rietschoot en/of gebruik maken van mensen uit de wijk: bijv. muzikant, kunstenaar e.d. Aandacht voor andere geloven/culturen Girls day , Playing for success continueren Werken vanuit een eigen onderzoeksvraag Opbrengst en handelingsgericht werken: voortzetting van 3-jarig, taal-, leesverbetertraject in schooljaar 2015 – 2016 (3e jaar) met begrijpend lezen en aansluitend afronden met spelling. Daarop volgende jaren verder borgen. Mogelijkheid onderzoeken vernieuwing methode kleutergroepen (VVE) in samenspraak met peuterspeelzaal. Andere methode (bijv. kleuteracademie oid) om meer aan te sluiten bij het niveau van onze kinderen Ontdekkend leren als vaste hoek in kleutergroepen Kleuterverlenging aanbod en duur afstemmen op mogelijkheden leerling: 1½ jr groep 2 en 1½ jr gr 3 overwegen voor kleuterverlengers Aansluiting voor lezende kleuters bij groep 3 (bibliotheek voor kleuters, tablets). Bij grote kleutergroepen vanaf januari extra ondersteuning (groepjes oudste/lezende of jongste kleuters) Met rekenen en wiskunde opbrengst- en handelingsgericht werken borgen. Effectieve administratie, waaronder digitale rapporten uit Esis en optimaliseren groepsplannen (terugbrengen administratieve last) Leren geven van feedback. VLC Birdy portfolio Lln meer bewust maken van de lesdoelen. Tijd nemen om te reflecteren Leergroei inzichtelijk maken. Vooruitgang en signalering in beeld brengen Leerlingen betrekken bij hun eigen leerproces m.b.v. rapportgesprekken Motivatie en werkhouding van de leerlingen verbeteren
Experts in het onderwijs; passie, ambitie en inspiratie Kwaliteit van de leerkracht
-
-
Schoolplan obs De Zandloper
Registratie leerkrachten in het lerarenregister realiseren Herregistratie directeur realiseren in schoolleidersregister in 2018 Scholing personeel (o.a. op het gebied van begrijpend lezen, spelling, VLC Birdy, BHV, gymnastiek, teamtraining gedrag) Enthousiaste, nieuwsgierige en leergierige leerkrachten die met veel plezier naar school komen. Leren van en met elkaar en open staan voor elkaars ideeën. Verdiepen in ondernemend leren bij kleuters Starten in 2015 met de digitale gesprekscyclus: Competentieprofiel invullen i.h.k.v. de digitale gesprekscyclus Begeleidingsprogramma startende leerkracht (tot LA 4) uitvoeren
42
Goed personeelsbeleid
-
Leren van en met elkaar
-
-
Inzet functiemix: LB functies op peil brengen. Inventariseren van noodzakelijk expertise voor De Zandloper en waardering coördinatorschap voor diverse taken Personeelsbeleid: mobiliteit bespreekbaar maken en daar waar mogelijk aansturen op verjonging team Mogelijkheid onderzoeken voor werken met Klassenassistenten Duidelijke communicatie en informatie richting team/ inspraak Bouwen aan een professionele cultuur en een lerende organisatie door middel van lesbezoek en feedback gesprek, gezamenlijke lesvoorbereiding, en gestructureerd, kort overleg in kleine teams om doelen en verbeteracties te bespreken. Coöperatief vergaderen in 2015-2016 en/of Stichting LeerKRACHT starten in schooljaar 2016-2017. Open staan voor kritiek van elkaar , kwetsbaar opstellen Samen leeropdrachten maken voor Birdy (vanaf groep 6) Voldoende overleg en DELEN met elkaar (weten van elkaar wat je ontwikkelt en ook gebruik maken van elkaar) Meer gebruik maken van elkaars specialiteiten
Maatschappelijk relevant; samen ondernemen re-
-
Samenwerking met scholen voor voortgezet onderwijs intensiveren om overstap naar VO te vergemakkelijken.
samen-
-
-
Ouderbetrokkenheid stimuleren; project groen schoolplein onderzoeken in samenspraak met ouders Samenwerking Ouderraad optimaliseren en verantwoordelijkheden Ouderraad uitbreiden met mogelijkheid tot het verminderen van de werkdruk voor het personeel Samenwerking Rietschoot mogelijkheden onderzoeken Informatievoorziening naar ouders verbeteren (bijv. meer duidelijkheid geven over de te leren zaken) Tevredenheid ouders terugbrengen naar eerder niveau
-
Inspraak en betrokkenheid leerling vergroten Tevredenheid leerlingen in stand houden Borgen kwaliteitskaart Leefstijl
Onderwijskundige gie Intensievere werking
-
-
Pedagogisch klimaat
Schoolplan obs De Zandloper
43
6.4 Overzicht beleidsvoornemens in de schoolplanperiode 2015-2019 Beleidsvoornemens Taalleesverbetertraject Begrijpend lezen en Spelling Keuze/invoeren/evalueren/borgen methode Taal Kleuterrapport evalueren
2015-2016
2016-2017
BL
SP
oriënteren/ keuze x
invoeren
Mogelijkheid digitaal rapport onderzoeken Vernieuwen ontwikkelingsmateriaal Leerjaar 1 en 2 Methode kleuterprogramma: vernieuwing
methode kleutergroepen (VVE)
Keuze/invoeren/evalueren/borgen Methode Geschiedenis Keuze/ invoeren/ evalueren/borgen Methode Natuur/Techniek Keuze/ invoeren/ evalueren Methode aanvankelijk technisch lezen (3) Keuze/ invoeren/ evalueren Methode Schrijven Keuze/ invoeren/ evalueren Methode Begrijpend lezen Aanbod Engelse taal heroverwegen en keuze methode Digitale gesprekkencyclus Competentieprofiel invullen/FG/VG/BG Functiemix Inventariseren functies/vacatures uitzetten Professionele cultuur/ vergaderstructuur Management structuur Leraren-, schoolleidersregister
2017-2018
2018-2019
evalueren
borgen
x x heroriënteren oriënteren/ keuze oriënteren/ keuze
x
invoeren
evalueren
borgen
invoeren
evalueren
borgen
oriënteren/ keuze oriënteren/ keuze oriënteren/ keuze
invoeren
evalueren
invoeren
evalueren
invoeren
evalueren
x
x
x
oriënteren/ keuze x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Ouderbetrokkenheid/informatievoorziening
x
x
x
x
Kind van de 21e eeuw; leren voor de toekomst Experts in het onderwijs; passie, ambitie en inspiratie Maatschappelijk relevant; samen ondernemen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Op grond van het voorgaande zullen jaarlijks gedetailleerde actieplannen opgesteld worden (zie paragraaf 5.3), waarin opgenomen zijn: - Doelstelling en beoogd resultaat - Activiteiten om deze doelen te realiseren - Planning en regie binnen de school voor de uitvoering - Indicator en meting van het resultaat - Welke financiële en /of ICT en/of huisvesting randvoorwaarden zijn er nodig om de verandering uit te voeren.
Schoolplan obs De Zandloper
44
7. Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school onderschrijft dit convenant. Het convenant is te vinden via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/convenanten/2009/02/24/convenant-scholen-voorprimair-en-voortgezet-onderwijs-en-sponsoring.html De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: - Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. - Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. - Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. - De GMR heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens zijn de volgende principes van kracht: - Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen. - Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. - De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen. - De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.
Schoolplan obs De Zandloper
45
BIJLAGEN Bijlage 1a Bijlage 1b
Formulier 'Instemming met schoolplan' Formulier 'Vastelling van schoolplan'
Schoolplan obs De Zandloper
46
Bijlage 1a
FORMULIER "Instemming met schoolplan" School:
_____________________________________________
Adres:
_____________________________________________
Postcode/plaats:
_____________________________________________
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2019 geldende schoolplan van deze school. Namens de MR,
Schoolplan obs De Zandloper
__________________________
plaats
__________________________
datum
__________________________
handtekening
__________________________
naam
__________________________
functie
47
Bijlage 1b
FORMULIER "Vaststelling van schoolplan" School:
_____________________________________________
Adres:
_____________________________________________
Postcode/plaats:
_____________________________________________
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VERKLARING Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het van 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2019 geldende schoolplan van deze school vastgesteld. Namens het bevoegd gezag,
Schoolplan obs De Zandloper
__________________________
plaats
__________________________
datum
__________________________
handtekening
__________________________
naam
__________________________
functie
48