Schoolplan 2011 - 2015
Openbare basisschool Woutertje Pieterse Houtlaan 60 2334 CL Leiden 071- 515 49 03 071- 361 83 48
Inhoudsopgave Schoolplan 2011-2015 0 1
Naam Voorwoord Inleiding
2
Schoolbeschrijving
3
Onderwijskundig beleid
4
Personeelsbeleid
5
Organisatie & beleid
6
Financieel beleid Materieel beleid
7
Kwaliteitsbeleid
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
Inhoud • Relatie met WMK: beleidsterreinen en competenties 1.1 Doelen en functie van het schoolplan 1.2 Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.3 Verwijzingen 2.1 Kenmerken school 2.2 Kenmerken directie en leraren 2.3 Kenmerken leerlingen 2.4 Kenmerken ouders en omgeving 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen 3.1 Missie + mission statement + streefbeelden 3.2 Visie(s): algemeen en specifiek 3.3 Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Leerstofaanbod + Toetsinstrumenten 3.5 Taalleesonderwijs 3.6 Rekenen en Wiskunde 3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.8 Actief Burgerschap en sociale cohesie; cultuureducatie 3.9 Natuur en Techniek 3.10 ICT 3.11 Leertijd 3.12 Pedagogisch Klimaat 3.13 Didactisch Handelen 3.14 Actieve rol van de leerlingen 3.15 Zorg en begeleiding 3.16 Passend onderwijs – Afstemming 3.17 Opbrengstgericht werken 3.18 Opbrengsten 4.1 Organisatorische doelen 4.2 Schoolleiding 4.3 Beroepshouding 4.4 Integraal Personeelsbeleid – Professionalisering 4.5 Instrumenten voor personeelsbeleid 4.6 Verzuimbeleid 5.1 Structuur (organogram) schoolorganisatie + besturingsfilosofie 5.2 Structuur (groeperingsvorm) 5.3 Schoolklimaat (incl. Sociale Veiligheid en Risico-Inventarisatie 5.4 Communicatie (intern) 5.5 Communicatie (met externe instanties) 5.6 Communicatie (met ouders) 5.7 Voor- en vroegschoolse educatie 5.8 Buitenschoolse opvang (voor- , tussen- en naschools) 6.1 Lumpsum financiering – ondersteuning 6.2 Externe geldstromen 6.3 Interne geldstromen 6.4 Sponsoring 6.5 Begrotingen 7.0 Kwaliteitszorg + toelichting op indicatoren 7.1 Wet-en regelgeving 7.2 Terugblik Schoolplan 2007-2011 (“evaluatie”) 7.3 Strategisch beleid 7.4 Analyse inspectierapport(en) 7.5 Uitslagen Quick Scan en analyse 7.6 Kwaliteitszorg en ouders + Analyse oudervragenlijst 7.7 Kwaliteitszorg en leerlingen + Analyse leerlingenvragenlijst 7.8 Kwaliteitszorg en leraren + Analyse lerarenvragenlijst 7.9 Het evaluatieplan 7.10 Kwaliteitsprofiel (sterkte/zwakte-analyse) 7.11 Plan van Aanpak (2011-2012) 7.12 Plan van Aanpak (2012-2013) 7.13 Plan van Aanpak (2013-2014) 7.14 Plan van Aanpak (2014-2015)
2
Voorwoord De indeling van het schoolplan 2011-2015 is afgestemd op het Strategisch Beleidsplan van de Stichting PROOLeiden en de beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 7). Dit betekent, dat wij deze beleidsterreinen: 1. Beschrijven 2. Periodiek (laten) beoordelen 3. Borgen of verbeteren 7.14]
Wat beloven we? [zie schoolplan] Doen wij wat we beloven? [zie hoofdstuk 7.9] Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren? [zie hoofdstuk 7.10 t/m
De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtskader. Tevens beschrijven in deze inleiding de competenties (in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers. Deze competenties vormen de rode draad in ons integraal personeelsbeleid (zie hoofdstuk 4). De beleidsterreinen en de competenties zijn logisch gekoppeld (zie schema) en afgeleid van de zeven bekwaamheidseisen in de wet Bio.
Onze beleidsterreinen
Onze competenties Afgeleid van de Wet BIO
(kwaliteitszorg)
(integraal personeelsbeleid)
Levensbeschouwelijke identiteit (3.3.) Leerstofaanbod (3.4) Taalleesonderwijs (3.5) Rekenen en Wiskunde (3.6) Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7) Actief Burgerschap (3.8)en cultuureducatie Natuur en Techniek ( 3.9) ICT (3.10) Leertijd (en techniek.(3.11) Pedagogisch klimaat (3.12)
Gebruik leertijd Pedagogisch handelen
Didactisch handelen (3.13)
Didactisch handelen
Actieve rol leerlingen (3.14) Schoolklimaat (5.3) Zorg en begeleiding (3.15) Passend onderwijs/afstemming (3.16) Opbrengstgericht werken (3.17) Opbrengsten (3.18) Schoolleiding (4.2) Beroepshouding (4.3) Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie (5.4) Externe contacten (5.5.) Contacten met ouders (5.6) Voor- en vroegschoolse educatie (5.7) Kwaliteitszorg (7.1) Wet-en regelgeving (7.2)
Didactisch handelen
Vakmatige beheersing
Zorg voor leerlingen
Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3 Vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Pedagogisch competent (2) Interpersoonlijk competent (1) Didactisch en vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Interpersoonlijk competent (1) Vakinhoudelijk competent (3)
Opbrengstgerichtheid Opbrengstgerichtheid
Communicatie Communicatie Communicatie
NSA Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in reflectie en ontwikkeling (7) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (omgeving) (6)
Gerichtheid op kwaliteit
Competent in reflectie en ontwikkeling (7)
Professionele instelling
In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen (zie inhoudsopgave) die nader ingaan op de doelen die we stellen ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen. In hoofdstuk 4, Integraal Personeelsbeleid, gaan we nader in op de rol en de functie van de onderscheiden competenties. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
3
Hoofdstuk 1 1.1.
Inleiding
Doelen en functie van het schoolplan
Ons schoolplan beschrijft – binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van de Stichting PROOLeiden - in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities (fase ‘to plan). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten, en daarmee op onze verbeterdoelen (fase ‘to check) voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2011-2015. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In een jaarverslag zullen we steeds terugblikken, of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren.
1.2.
Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan
Het schoolplan is een vastlegging van activiteiten die er op school gebeuren en gaan gebeuren. Deze vastlegging is voorbereid door de directie, bestaand uit de directeur en adjunct-directeur, besproken in teamvergaderingen en vastgesteld in de Medezeggenschapsraad. Het schoolplan is vastgesteld voor een periode van vier jaar. Dit omvat de schooljaren 2011 – 2015. De evaluatie van het onderwijs en de activiteiten vindt plaats gedurende het hele schooljaar. Dit geschiedt in plenaire teamvergaderingen, bouwvergaderingen en de vergaderingen van de medezeggenschapsraad. Verschillende geledingen van het team worden beurtelings uitgedaagd om met voorstellen te komen op de verschillende onderwijsgebieden. ICT, zorgparagraaf, GIP-XL Vastlegging daaromtrent vindt jaarlijks plaats in de vorm van een jaarsverslag en een beleidsplan met voornemens voor het volgend schooljaar. Hiervan krijgt ieder teamlid een exemplaar bij aanvang van het schooljaar en vormt tevens een basis voor het popgesprek. Een verkorte versie van de aandachtspunten komt in de klassenmap en daarop is per maand aangegeven wat centraal staat ter behandeling en vormt de onderlegger voor de teamscholingsdagen.
1.3.
Verwijzingen
Ons schoolplan is een rompplan. Daarom verwijzen we naar de volgende beleidsstukken: • • • • • • •
Schoolgids Zorgplan Strategisch beleid Stichting “PROOLeiden” ICT-beleidsplan Document Actief Burgerschap en Sociale Integratie Visiedocument: missie en visie Risicoinventarisatie 2011
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
4
Hoofdstuk 2 2.1.
Schoolbeschrijving
Kenmerken school
Openbare basisschool Woutertje Pieterse Houtlaan 60 2334 CL Leiden 071-5154903/3618348
[email protected] www.woutertjepieterse.nl Woutertje Pieterse is een basisschool voor openbaar onderwijs, gelegen aan de Houtlaan 60 te Leiden. Openbaar onderwijs is voor iedereen, ongeacht de godsdienstige, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond of nationaliteit. De openbare school wordt bestuurd door de Stichting voor Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden, ofwel PROOLeiden. De bestuurstaken worden uitgevoerd door de directeurbestuurder, ondersteund door een stafbureau. Het bestuursbureau van PROOLeiden draagt zorg voor het benoemen van het personeel, de inhoudelijke begeleiding van het openbaar onderwijs en voor de financiering van de onderwijsactiviteiten. De directie bestaat uit de directeur en de adjunct-directeur.
2.2
Kenmerken directie en leraren
De directie van de school bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur(Vacature). De directie van de school wordt bijgestaan door drie (OB-MB-BB) en een IB-er. Samen vormen de directie en de bouwcoördinatoren het MT van de school. Het aantal teamleden (incl. de bouwcoördinatoren) is 25: 5 in voltijd en 20 in deeltijd. De school beschikt daarnaast over een conciërge, een schoolassistente en een administratief medewerkster voor 2 ochtenden. De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema (stand van zaken per 1-9-2011). Ons team kent een aantal specialisten: de IB-er is gekwalificeerd met diverse opleidingen, een leraar heeft een universitaire opleiding (Pedagogiek) en een bouwcoördinator is master in NLP. Het ziekteverzuim is gemiddeld: het gemiddelde percentage over de jaren 2007-2011 is …%. Per 1-9-2011 Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal
MT 2 3
OP 7 11 4 3
OOP 1 1 1
5
25
3
Specialismen team
- De vakleerkracht
is verantwoordelijk voor een speciaal vak. Op onze school hebben wij een vakleerkracht voor gymnastiek
- De interne begeleider
coördineert de interne leerlingenzorg. Hij/zij adviseert en begeleidt de groepsleerkrachten over de leervorderingen en de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Hij/zij houdt alle toetsoverzichten in de gaten en leidt de leerlingbesprekingen.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
5
- De contactpersoon
is de leerkracht in de school bij wie alle leerlingen, ouders en leerkrachten terecht kunnen als ze met problemen zitten waarover ze graag een keer in vertrouwen willen praten. Dit kan b.v. gaan over pesten, seksuele intimidatie of mishandeling. De contactpersoon is aangesteld door het bestuur.
- De godsdienstleerkracht
geeft godsdienstonderwijs aan de leerlingen van groep 5 en 6, als de ouders hierom vragen. De lessen zijn facultatief.
2.2.
Kenmerken leerlingen
Onze school (die in schoolgroep 2 valt) wordt bezocht door 394 kinderen (stand van zaken 3-32011). Onderstaand schema geeft de aantallen leerlingen per groep en het percentage gewogen leerlingen: Leerjaar Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Totaal
Aantal 53 58 56 55 47 44 40 37 394
Gewicht 0% 0% 0% 2% 0% 0% 2,5% 0% 0,5%
Aantal 0 0 0 1 0 0 1 0 2
Onze school vormt voor 70 % een afspiegeling van de wijk waar onze school in staat. Meerdere opvoedkundige taken komen steeds meer op het bord van de leerkracht te liggen en zo ontstond de behoefte aan gezamenlijke afspraken en het beter volgen van de leerling in geval van afwijkend gedrag. Er is inmiddels een digitaal leerlingvolgsysteem met betrekking tot de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. In de klas moet dagelijks/wekelijks aandacht besteed worden aan de verschillende aspecten van het eigen gedrag en de invloed van de omgeving op het gedrag. Er zijn op school 3 leerlingen met een rugzakje , volgens een REC 2,3 en 4 indicatie Deze leerlingen hebben extra ondersteuning in de daarvoor geoormerkte uren.
2.3.
Kenmerken ouders en omgeving
De ouders van Woutertje Pieterse hebben veelal een opleiding op HBO- of universitair niveau. Door de instroom uit andere wijken komen ook andere opleidingniveaus voor. ( <10 %). Veel ouders werken allebei. Doordat de school een continurooster heeft met voor- en tussenschoolse opvang, trekt dit met name veel ouders uit bovengenoemde categorie De betrokkenheid van de ouders bij de school is groot. De school is voortgekomen uit een initiatief van ouders voor openbaar onderwijs in het Houtkwartier. Doordat veel ouders overdag werken, moet het jaarprogramma duidelijk aangeven waar ouderhulp gewenst is. Onze ouders staan bekend als kritische ouders die graag meedenken en meewerken op school. Dit betekent dat we in de komende jaren onze informatie over het gegeven onderwijs transparanter naar buiten moeten brengen. De Woutertje Pieterse is de enige Leidse openbare basisschool in het gebied ten westen van de spoorlijn. De wijk waarin de school staat bestaat uit vooroorlogse herenhuizen en is ruim en groen Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
6
van opzet. Het schoolterrein grenst aan de sportvelden van de Leidse Hout, het groengebied van Leiden. Met ingang van oktober 2010 zijn 16 groepen gehuisvest in de bestaande bouw en de nieuwbouw aan de Houtlaan 60. De school ligt redelijk centraal in het voedingsgebied en speelt inmiddels ook een rol bij de kinderopvang van 4-7 jarigen. Samen met de directe buurt is een samenwerking aangegaan om het nieuwe schoolplein in te richten voor Natuurlijk spelen. De school is lid van de buurtvereniging en stelt de aula beschikbaar voor haar jaarlijkse vergadering en het buurtkoor. De ouderpopulatie laat geen directe gevolgen zien voor ons beleid m.b.t. actief burgerschap en sociale cohesie. Leerjaar Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Totaal 3-3-2011
2.4.
Aantal 53 58 56 55 47 44 40 37 394
0,0 53 58 56 54 47 44 39 37 392
0,3 0 0 0 1 0 0 1 0 2
1,2 0 0 0 0 0 0 0 0 0
HBO+ 54 56 45 42 37 36 26 35 331
MBO 4 3 7 5 1 6 9 5 40
< MBO 2 1 3
4 4 14 3-3-2011
Prognoses: interne en externe ontwikkelingen
In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen
Sterke kanten van de school
Zwakke kanten van de school
Sterke uitstraling als goede school Nieuwbouw
Te weinig financiën voor zorg binnen de school Verkeersveiligheid
INTERN
EXTERN
KANSEN
BEDREIGINGEN
Alle groepen komen weer bij elkaar op een vestiging Nieuwe taal,leesmethode geeft de mogelijkheid om oriëntatie op referentiekaders hierin mee te nemen Dit geldt tevens voor rekenen. Het GIP-XL traject van 4 jaar wordt afgerond en definitief geïmplementeerd in een vaste schoollijn De mogelijkheid voor leerkrachten om +leerkracht te worden Samen met NME en school- en kindertuinen een programma met inhoud ontwikkelen voor het werken in de Terratuin.
Overheidsmaatregelen m.b.t. financiering van de zorgmiddelen voor de rugzakjes
Terraplein Samenwerking met de buurtvereniging bij het ontwikkelen van een Natuurlijk Spelenplein. Het terrein wordt daarmee semi openbaar en daarmee toegankelijk voor kinderen en ouderen uit de directe buurt. Met de kinderopvang BSO Boomhut wordt samengewerkt m.b.t. ditzelfde plein. Zij financieren mee.
Mogelijk een toevloed van leerlingen uit Groenoord na oplevering van de daar geplande nieuwbouw. Dit zou kunnen veroorzaken dat we binnen de komende 4 jaar alweer naar een dependance moeten zoeken. Een tweede vestiging kan ook als kans gezien worden.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
7
Referentieniveaus Taal en Rekenen Oriëntatie In de brief van juli 2010 wordt door het ministerie van Onderwijs aangegeven dat per 1 augustus 2010 de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking treedt. Deze referentieniveaus beschrijven wat de leerlingen gedurende hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen en maken dus duidelijk waar de school naartoe werkt. Voor het primair onderwijs is een fundamenteel doel en een hoger streefniveau voor groep 8 neergelegd. Deze niveaus beschrijven de vaardigheden voor een aantal domeinen. Voor taal zijn dit de domeinen: Mondelinge vaardigheid, Lezen, Schrijven, Begrippenlijst en Taalverzorging. Voor rekenen zijn dit de domeinen: Getallen, Verhoudingen, Meten en Meetkunde, Verbanden. Doel De referentieniveaus zijn een hulpmiddel om de taal- en rekenprestaties van leerlingen te verhogen. Ze geven hiervoor twee aangrijpingspunten. 1. De referentieniveaus helpen duidelijke doelen te stellen, waardoor het onderwijs nog efficiënter / doelgerichter gegeven kan worden. Het is een instrument om opbrengstgericht te werken. 2. De referentieniveaus maken het mogelijk de aansluiting tussen po en vo te verbeteren, waardoor de overstap minder groot wordt.
Wat zijn referentieniveaus? De huidige kerndoelen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde geven een globale beschrijving van de kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. Daarmee beschrijven kerndoelen vooral de inhoud van het onderwijsaanbod. Hiermee is niet duidelijk op welk beheersingsniveau de leerlingen zich deze kennis, inzichten en vaardigheden eigen zouden moeten maken. Er ontbreken heldere concrete doelen die gehanteerd kunnen worden om de voortgang van de leerlingen te kunnen evalueren. In de praktijk gaf/ geeft dit grote verschillen in beheersing van de Nederlandse taal en rekenen bij de overstap naar het voortgezet onderwijs. Hieruit is de behoefte ontstaan aan een specifiekere beschrijving van de onderwijsinhoud en het objectief vaststellen van het beheersingsniveau. In de komende jaren zal onderzocht moeten worden in welke mate de kerndoelen op de referentieniveaus van de verschillende domeinen aansluiten. Er is tijd nodig om met de verschillende referentieniveaus te leren werken. Er zal een gefaseerde invoering plaatsvinden vanuit het ministerie. Overigens moeten er nog geijkte toetsen worden ontwikkeld, waarmee beoordeeld kan worden waar een leerling ten opzichte van een referentieniveau staat.
- Zie website: http://www.taalenrekenen.nl / School aan zet
Hoofdstuk 3 Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
Het onderwijskundig beleid 8
3.1.
De missie van ons bestuur
De denominatie van PROOLeiden is “openbaar”, dat betekent dat ieder kind op onze scholen welkom is en wij geen onderwijs verzorgen uit een bepaalde godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag. Het hoogste strategische doel van onze organisatie (missie) in de jaren 2011-2015 is “werken aan talent”. Daarbij doelen wij niet alleen op de talenten van de leerlingen op velerlei gebied, maar ook op de talenten van de medewerkers. Zij moeten binnen de gewijzigde maatschappelijke context zich blijvend scholen en lerend opstellen om aan alle uitdagingen waar onze organisatie voor staat het hoofd te bieden. Het op een succesvolle wijze implementeren van de missie “werken aan talent” zal leiden tot een verdere kwaliteitsverbetering van PROOLeiden. Daarbij staan de volgende vier kernwaarden van onze organisatie centraal: KINDGERICHT, TOEKOMSTGERICHT, RESULTAATGERICHT EN MAATSCHAPPIJGERICHT Deze vier kernwaarden omvatten ieder een aantal aspecten die PROOLeiden als leidraad ziet voor zijn acties en beleid in de toekomst. Alle medewerkers worden gestimuleerd om vanuit deze kernwaarden te handelen en elkaar daarop aan te spreken. Het eigen gedrag van medewerkers geldt steeds als voorbeeld voor kinderen (en hun ouders). De kernwaarden bepalen voor een groot deel het imago en de ‘uitstraling’ van de organisatie als geheel en van iedere school afzonderlijk. De kernwaarden leiden tot een reeks aan specifieke strategische doelen, die wij als de visie van onze organisatie formuleren. Werken aan talent Door de in de vorige paragraaf genoemde beleidsmaatregelen uit te voeren, wordt op verschillende manieren betekenis gegeven aan de missie. Immers de voorgenomen maatregelen betekenen dat: • • • • • • • •
PROOLeiden garant staat voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs voor ieder kind Het openbare en algemeen toegankelijke karakter van de scholen het uitgangspunt is Ieder kind zich in een veilige en uitdagende leeromgeving kan ontwikkelen Zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid worden gestimuleerd Ontmoeting centraal staat met waardering en aandacht voor verschillen tussen kinderen, ouders en medewerkers Competente medewerkers voor optimale resultaten voor ieder kind zorgen Ouders en andere betrokkenen in voortdurende interactie staan met de maatschappelijke omgeving van de school PROOLeiden open staat voor nieuwe, innovatieve ontwikkelingen.
Missie PROOLeiden
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
9
3.1.1
Missie van onze school
Professionele leerkrachten bieden uw kind op Woutertje Pieterse modern en vernieuwend onderwijs. Op Woutertje Pieterse is ieder kind welkom en krijgt het de kans zich vanuit zijn eigen mogelijkheden te ontwikkelen. Hierdoor bieden wij gezamenlijk uw kind een stevige basis in het streven naar een duurzame wereld, alsmede een plaats in de maatschappij van de toekomst.
Onze school is een openbare basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en we gaan daarbij uit van het concept passend onderwijs. Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers, waarbij het onderwijszorgprofiel leidend is. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we m.n. de vakken Taal en Rekenen van belang, en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers.
3.1.2
Slogan en kernwaarden
Onze slogan is: Op onze school is aandacht voor uw kind
3.1.3
Streefbeelden
Voor de komende vier haar zijn de volgende richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
3.1.4
Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling Op onze school is er sprake van passend onderwijs Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling Op onze school werken leerlingen coöperatief samen Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt Op onze school worden ouders nauw betrokken bij het onderwijs aan hun kind Op onze school wordt buiten de reguliere vakken speciaal aandacht besteed aan natuur en techniek.
Missiebeleid
Beleid om de missie levend te houden: 1. Missie, slogan en kernwaarden komen 1 x per jaar aan bod in een studievergadering 2. Missie en visie zijn opgenomen in een filmpje Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
10
3.2.
De visies van de school
3.2.1.
Algemeen
Op onze school is ieder kind welkom. Onze openbare school is daardoor een ontmoetingsplaats voor alle levensbeschouwelijke en culturele opvattingen. Iedere leerling maakt kennis met verschillende levensbeschouwingen; zowel in de lessen als daarbuiten. Het aanleren van verdraagzaamheid en respect voor ieders opvatting, binnen de grenzen van maatschappelijk aanvaarde normen en waarden, beschouwen wij als kerntaak.
We zetten ons in voor optimale ontplooiingsmogelijkheden van onze leerlingen. Ons onderwijs is vernieuwend en modern naar inhoud, didactiek en methodiek. Wij richten ons in het bijzonder, binnen het gebied van de reguliere vakken, op natuur en techniek. Tevens richten wij ons op eigenschappen en vaardigheden die nodig zijn om te kunnen functioneren in de huidige complexe samenleving. Zoals sociale en communicatieve vaardigheden, gevoel voor normen en waarden, een flexibele instelling en de eigen verantwoordelijkheid.
.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
11
De mogelijkheden van de leerling vormen het uitgangspunt voor het leer- en ontwikkelingsproces. Elke leerling heeft recht op kwalitatief hoogstaand onderwijs op maat in een inspirerende, maar ook geborgenheid biedende en veilige omgeving. We stimuleren de ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerling.
Onze medewerkers zijn professionals die hun vakmanschap ontwikkelen en op peil houden. Zij blijven voortdurend leren. Ze zijn betrokken bij hun leerlingen en werken samen met collega’s, ouders en andere relevante personen en organisaties. Wij voeren voor alle medewerkers een integraal personeelsbeleid. Bij ons geldt afspraak is afspraak!
Ouders en school zetten zich gezamenlijk in voor de ontwikkeling van het kind. Daarom zijn ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie erg belangrijk. We informeren ouders tijdig en volledig over de voortgang van hun kinderen. Ouders en school maken wederzijdse afspraken over hun rol in het proces van het onderwijs en de verantwoordelijkheid voor de opvoeding. Ouders blijven vanzelfsprekend eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen, zoals de school eindverantwoordelijk blijft voor het onderwijs.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
12
3.2.1.1
Levensbeschouwelijke identiteit
Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Wel besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving – ontwikkeling sociale vaardigheden) en actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. In relatie met de leerlingenpopulatie besteedt de school beperkt aandacht aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing.
3.2.1.2.
Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen)
Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: • • • • •
interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs onderwijs op maat geven: differentiëren gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend) een kwaliteitsvolle instructie verzorgen kinderen zelfstandig (samen) laten werken
3.2.1.3
Zorg en begeleiding
Onze school besteedt veel aandacht aan de zorg en begeleiding van de leerlingen. De ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd met behulp van Cito-toetsen (cognitief) en SCOL (sociaal-emotioneel). De zorg richt zich op het wegwerken of verkleinen van onderwijsachterstanden (leerprestaties) en het verbeteren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De toetsresultaten beschouwen we als indicatief. Het totaalbeeld van de leerling –zoals dat in het gesprek tussen IB-er en leraar aan de orde komt- bepaalt de onderwijsbehoefte van de leerling. De laatste jaren zijn we overgegaan op handelingsgericht werken. Daar waar mogelijk proberen we leerlingen te clusteren, en wordt er gewerkt met groepsplannen. Binnen de groepsplannen houden we oog voor het individuele kind. Wat ons betreft richt de zorg zich op meerdere typen leerlingen. In de eerste plaats focust de zorg zich op de D- en E-leerlingen en daarnaast besteden we bij de zorg en begeleiding aandacht aan de meer begaafde leerlingen. De leerlingen met een D- en Escore worden in de leerlingbespreking besproken met de IB-er. In beginsel geven we een HP aan leerlingen met een E-score en aan leerlingen die te maken krijgen met een zeer sterke terugval. Een HP kan zowel een cognitief (HPC) als een gedragsmatig (HPG) accent krijgen. Ook onderscheiden we het groepsplan (voor een kind) en het individuele plan (voor de groep als geheel).
3.2.2.
Specifiek
3.2.2.1
Onderwijskundig concept
Onze school werkt met het GIP-model GIP - onderwijs op maat Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
13
Wat betekent GIP? ‘GIP’ staat voor: Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen. Het is een model dat de leerkracht extra ruimte biedt voor individuele aandacht aan leerlingen die dat nodig hebben. Maar ook een instrument dat de leerling stimuleert om:
• • • •
zelfstandig te leren plannen en werken taken beter te overzien prestaties en eigen gedrag beter te beoordelen beter om te gaan en samen te werken met andere kinderen.
Waarom werkt Woutertje Pieterse met het GIP- model? Kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo. De een is snel, de ander langzaam, de derde wil graag uitleg op verschillende manieren en de vierde heeft aan een half woord genoeg. Als school streven wij naar bevordering van zelfstandig denken en werken. Uiteindelijk worden ook die kwaliteiten straks in het voortgezet onderwijs verwacht. Het verschil in ontwikkelingstempo en ondersteuningsbehoefte vraagt om een aanpak die individueel maatwerk mogelijk maakt. Om de leerkracht hierbij met een effectief instrument te ondersteunen, maakt onze school sinds enkele jaren gebruik van het ‘GIP-model’.
Hoe werkt het GIP-model? Het GIP-model richt zich in eerste instantie op een goede organisatie in de groep, waardoor de leerlingen zelfstandig kunnen werken. De leerkracht krijgt daardoor de mogelijkheid om instructie en begeleiding op maat te geven. Zelfstandig kunnen werken is dus een doel op zich maar ook een voorwaarde voor het kunnen geven van instructie aan individuele leerlingen of aan een groepje leerlingen. Door het werken met heldere afspraken werken kinderen in principe regelmatig zelf of binnen hun groepje aan opdrachten en biedt de leerkracht ‘uitgestelde aandacht’.
Welke regels gelden er bijvoorbeeld tijdens het zelfstandig werken? In iedere groep gelden in principe dezelfde regels. Natuurlijk zijn de bewoordingen in de bovenbouw iets anders dan in de onderbouw. Een voorbeeld: als het 'stoplicht' voor de klas op rood staat, weet ik als leerling dat de juf/meester tijdens de looprondes langskomt om me te helpen. Als ik iets aan de meester/juf wil vragen, dan leg ik mijn eigen 'stoplichtje' op mijn tafel, maar ik werk wel door. Ik mag in mijn eigen groepje een ander helpen of om hulp vragen. Ik blijf zoveel mogelijk op mijn plaats zitten. Wanneer ik iets pak of naar de wc ga, dan doe ik dat zo rustig mogelijk.
Hoe wordt de individuele aandacht gegarandeerd? Het Gip-model werkt vooral omdat afspraken en regels over en weer worden nagekomen. Zo loopt de leerkracht regelmatig volgens een vaste route, systematisch langs alle leerlingen. De kinderen weten dus precies wanneer ze aan de beurt zijn. De startronde wordt meteen na de groepsinstructie gelopen. De leerkracht kijkt of alle leerlingen aan het werk kunnen gaan, en helpt sommige leerlingen even op weg. Tijdens de hulpronde(s) gaat de leerkracht weer langs alle leerlingen, en geeft hulp aan de leerlingen die het 'stoplichtje' op rood hebben gelegd. Deze leerlingen hebben in hun groepje al om hulp gevraagd maar komen ergens toch niet uit. Met behulp van het rode 'stoplichtje' geven ze aan dat ze hulp van de leerkracht nodig hebben. Voordat de les is afgelopen loopt de leerkracht de afsluitende of evaluerende ronde. Het is een moment waarop de leerkracht even kan vragen aan een leerling die moeite had met de stof of het toch gelukt is; of hij kijkt bijvoorbeeld bij een leerling of deze het afgesproken werk af heeft.
Kan het effect van GIP worden gemeten? Die vraag is niet met een getal of percentage te beantwoorden. Onze ervaring leert dat het werken met dit model binnen onze school goed werkt; leerlingen en leerkrachten hebben er baat bij. Er is meer ruimte voor maatwerk, er is meer rust in de les en de ontwikkeling van ‘onze’ kinderen vaart er wel bij, op alle niveaus.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
14
Onze onderwijskundige speerpunten Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs (effectief onderwijs) zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaal/emotionele van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De leertijd wordt effectief besteed Het leren van de leerlingen staat centraal De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht Er wordt gewerkt met basisstof, herhalingsstof en verrijkingsstof De leraren passen hun onderwijs aan gelet op de kwaliteiten van een kind, een groepje of de groep als geheel 7. De leraren werken opbrengstgericht (vanuit heldere doelstellingen) 8. Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen 9. De communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt geordend 10. Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend 11. De leraren zetten waar mogelijk aan tot het werken met (behulp van) ICT-middelen 12. De zorg en begeleiding is een onderdeel van het handelen van de leraren
3.3
Levensbeschouwelijke identiteit
Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Wel besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving – ontwikkeling sociale vaardigheden) en actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. In relatie met de leerlingenpopulatie besteedt de school beperkt aandacht aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing. Onze ambities zijn: 1. We besteden aandacht aan levensbeschouwing bij andere vakken (integraal) 2. We besteden expliciet aandacht aan geestelijke stromingen in de groepen 5 en 6 3. We besteden gericht aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (waarbij het accent ligt op omgaan met jezelf, de ander en de omgeving). 4. We besteden gericht aandacht aan actief burgerschap en sociale cohesie 5. We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving 6. Vanaf groep 6 werken we uit en met het blad Sam-Sam Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team via een Quick-scan Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap …)
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
15
3.4
Leerstofaanbod
Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leraren. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methode-onafhankelijke en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Onze methodes voldoen aan de kerndoelen (zie overzicht) We gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen (zie overzicht) Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn Het leerstofaanbod komt tegemoet aan relevante verschillen Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • In de komende periode worden diverse methoden vervangen volgens bovenstaande ambities
Schema Vakken – Methodes – Toetsinstrumenten
Vak
Methodes
Toetsinstrumenten
Taal
Kleuterplein Veilig Leren Lezen Taalleesland
Lezen
Veilig Leren Lezen Taalleesland Niveauleesseries Ralfilezen Pluspunt Tijdstip Geobas Natuniek Team in action Pennenstreken Moet je doen Kinderen en hun sociale talenten
CITO - Taal voor kleuters (groep 1/2) CITO – (LVS taal) (groep 3..) (groep 3 t/m 8) Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) CITO – entreetoets, CITO – eindtoets CITO – DMT / Lezen met Begrip /EMT/ AVI Protocol Leesproblemen – Dyslexie
Rekenen Geschiedenis Aardrijkskunde Natuuronderwijs Engels Schrijven Creatief Soc. Emot. Ontwikkeling
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
Methodegebonden toetsen en CITO rekenen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen Methodegebonden toetsen
Leerlingvolgsysteem SCOL
16
Schema Overzicht m.b.t. methodevervanging Vak
Methodes
Taal
Schatkist Veilig Leren Lezen Taalleesland Veilig Leren Lezen Taalleesland Niveauleesseries KLeuterplein Pluspunt Tijdstip Geobas Natuniek Team in action Pennenstreken Moet je doen Kinderen en hun sociale talenten
Lezen
Rekenen Geschiedenis Aardrijkskunde Natuuronderwijs Engels Schrijven Creatief Soc. Emot. Ontwikkeling
•
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
X X X X X X X X X X X
X
X X X
Zie Meerjarenbegroting
3.5
Taalleesonderwijs
Op Woutertje Pieterse is geen apart taalbeleid voor kinderen met een achterstand in de taalontwikkeling. De kinderen die een taalachterstand hebben, vallen binnen het reguliere zorgsysteem van de school. De kinderen met taalachterstand verkeren in een goede positie. De rijke taalomgeving die binnen de school bestaat draagt bij aan het verminderen van de aanvankelijke taalachterstand bij deze kinderen. Er wordt op school veel gebruik gemaakt van interactieve taalverwerving. Kinderen leren al van jongs af aan om te gaan met boekbesprekingen, presenteren van werkstukken, het houden van spreekbeurten en het krijgen van feedback hierbij. Vanaf groep 1 (feitelijk vanaf de peuterspeelzaal) werken we met goede methodes (zie Leerstofaanbod). Het leesplezier van de leerlingen wordt bevorderd door de klassenbibliotheek, de bibliobus, en het voorlezen. Vanaf groep 5 worden de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid verder ontwikkeld door het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken. Onze ambities zijn :
Onze ambities: 1. 2. 3. 4.
De methodes voldoen aan de kerndoelen In de onderbouw wordt gewerkt met Kleuterplein. Schateiland wordt gebruikt voor kinderen met een taalachterstand in groep 4 t/m 8 Op school is een doorgaande leerlijn voor boekbesprekingen, werkstukken maken en spreekbeurten beschreven. 5. De leesbeleving wordt gestimuleerd door voorlezen en deelname aan de bibliobus. 6. De school heeft normen vastgesteld voor het leesonderwijs 7. Kinderen die uitvallen op technisch lezen krijgen extra leertijd d.m.v. Ralfilezen en tutorlezen. 8. De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid. 9. In groep 2 worden de kinderen gescreend door de logopediste 10. We laten de kinderen taal beleven door extra activiteiten, zoals de kinderboekenweek, het voorleesontbijt, de poëziewedstrijd etc. 11. We gebruiken CITO-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
17
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • Oriëntatie op de referentieniveaus Taal
3.6
Rekenen en Wiskunde
Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt, dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We gebruiken moderne methodes vanaf groep 1 (Kleuterplein en Pluspunt) en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. We werken bij rekenen met groepsplannen om passend onderwijs te realiseren. De leraren hebben zich geprofessionaliseerd m.b.t. het werken met compacten. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
We beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 1 t/m 8) In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van leerlijnen in Kleuterplein De leraren besteden structureel aandacht aan rekenen en wiskunde (rooster) We volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-LVS Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld We gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek (ze zijn op de hoogte van de nieuwste inzichten) 8. De leraren stemmen –indien noodzakelijk- de didactiek af op de groep 9. De leraren werken bij rekenen en wiskunde met groepsplannen (HGW) Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • Oriëntatie op de referentieniveaus Rekenen • Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld
3.7
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hun heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps (leerling) bespreking besproken (leerkracht en IB’er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (zie rooster) 2. Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling 4. We houden bij hoeveel IHP’s en GHP’s er per jaar in een groep uitgevoerd worden 5. Het rapport geeft waarderingen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling 6. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens de leerlingenbespreking 7. We koppelen de sociaal-emotionele ontwikkeling aan godsdienstonderwijs en actief burgerschap Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
18
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • De leerlingen vullen vanaf groep twee jaarlijks een vragenlijst in • We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan volgt er actie (groepsplan)
3.8
Actief Burgerschap en sociale cohesie
Ten aanzien van Actief burgerschap en Sociale cohesie hebben we allereerst de risico’s van de omgeving in kaart gebracht. Op basis van e risico’s hebben we vervolgens onze visie, onze doelen(ambities) en ons aanbod vastgesteld. Op onze school streven we ernaar dat kinderen, teamleden en ouders fatsoenlijk met elkaar omgaan m.a.w. we hebben respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. We vinden het belangrijk vanuit onze openbare visie dat een ieder welkom is. Dat betekent dat we moeten openstaan voor de mening, het gebruik en de cultuur van de ander. We vinden het belangrijk dat kinderen leren iets voor een ander te doen en dus op deze wijze verantwoordelijkheid nemen voor de maatschappij. Niet alleen ik, maar ook de ander is belangrijk voor ons. We vinden het belangrijk dat leerlingen leren participeren binnen en buiten de school en hierin ook verantwoordelijkheid krijgen. Daarnaast vinden we het belangrijk dat we kinderen een brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving. Democratie Binnen de klassen wordt systematisch gewerkt met gemengde groepen, klassenkring, het maken van afspraken en regels. Er is een pestprotocol waaraan iedereen zich moet houden. Er wordt gewerkt vanuit het principe van samenwerking bij: besluiten, problemen, schoolkrant en groepswerk. Participatie In de klas worden de kinderen betrokken bij de zorg voor het lokaal, de omgeving en voor elkaar. We denken hierbij bijvoorbeeld aan het sturen van een kaartje naar zieke kinderen en,of leerkracht. Kinderen leren verantwoordelijkheid voor anderen door deel te nemen aan acties voor Unicef, Kinderpostzegels en onze zusterschool in Juigalpa en als tutor zorg te dragen voor een leerling uit een lagere groep. Hiernaast hebben we als school een zusterband met een school voor speciaal onderwijs in Nicaragua. Jaarlijks wordt hier d.m.v. lessen aandacht aan besteed. In de groepen 7 en 8 wordt deelgenomen aan Kindkracht 10, een project over kinderrechten. De basis van dit project bestaat uit drie lespakketten over Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Het uitgangspunt van de leerstof is de kracht van de kinderen om voor hun eigen rechten op te komen. Identiteit Als openbare school dragen we uit dat kinderen respect leren opbrengen voor anderen, dus respectvol omgaan met verschillen en opvattingen. We zijn een ontmoetingsplek voor alle kinderen ongeacht geloof, sociale achtergrond en ras. We besteden aandacht aan de verschillende godsdienstige en maatschappelijke stromingen en daarnaast geeft de school gelegenheid tot het volgen van godsdienstige vorming. Eens per jaar hebben we als school een gemeenschappelijk feest met ouders, team en kinderen. Dit als afsluiting van het jaarlijkse onderwijsproject. Algemene ontwikkeling Wij willen de kinderen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
19
Onze ambities: 1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. ( soc.emotineel) 2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden 3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. 4. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). 5. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. Per ambitie (doel) hebben we een aanbod geformuleerd Onze peilers zijn de basiswaarden, te weten: • • • • • • •
vrijheid van meningsuiting gelijkwaardigheid begrip voor anderen verdraagzaamheid autonomie afwijzen van onverdraagzaamheid afwijzen van discriminatie
Cultuureducatie Binnen onze school wordt jaarlijks ingeschreven op het cultuuraanbod vanuit de gemeente. Dat betekent dat iedere groep jaarlijks een bezoek aan het theater brengt en een museum bezoekt met de daaraan gekoppelde lessen. Jaarlijks wordt verder deelgenomen aan de kinderjury, het voorleesontbijt en poëzieworkshops. Voor de groepen 5 en 6 worden jaarlijks schaaklessen aangeboden.
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) Een punt van ontwikkeling voor onze school is mediation tussen leerlingen Kinderen leren hierbij verantwoordelijkheid te nemen en een bijdrage te leveren aan de veiligheid van de school. Het instellen van een klassenraad en/of kinderraad. Het ontwikkelen van een document omtrent de beschrijving van de risico’s m.b.t. de ambities.
3.9
Natuur en Techniek
Natuur en Techniek gaat op onze school een belangrijke plaats innemen. Vanuit onze visie willen we kinderen respect voor de natuur en belangstelling voor techniek bijbrengen. Daarnaast heeft het aspect duurzaamheid meer betekenis dan alleen maar een term of trend. Het Terraplein rond onze school is ontworpen vanuit de idee dat kinderen in een natuurlijke omgeving uitgedaagd moeten worden, dat kinderen een rol krijgen in het onderhoud ervan , dat kinderen ook leren in de schooltuin over het groeien in de praktijk van gewassen en dus leren dat eten niet uit een zakje komt. In natuurlijke speellocaties spelen kinderen ‘verder’; ‘verder’ in hun Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
20
eigen fantasiewereld waardoor het spel nog leuker is. Het kind gaat op in het spel en is daardoor langer bezig, soms alleen, maar ook met andere kinderen. De combinatie met techniek ligt voor de hand. Zo zijn er tal van technische basiseigenschappen bij het bouwen van hutten met takken, het spelen met water en zand en de groei van planten te ervaren en te leren. Onze ambities: 1. We beschikken over een moderne, eigentijdse methode voor natuur en techniek (groep 1 t/m 8) 2. In de groepen 2 en 5-6 wordt er les gegeven in de schooltuintjes 3. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen op sociaal gebied 4. De leraren besteden structureel aandacht aan natuur en techniek (rooster) 5. We gebruiken de mogelijkheden van het techniekaanbod van Hogeschool en Universiteit 6. We participeren in het Technolab, een techniekondersteunend platform. 7. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om ons als school verder te profileren. 8. Samen met Natuur en Milieueducatie van Leiden worden lessen ontwikkeld voor het Terraplein Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • In de groepen 2 en 5-6 wordt er les gegeven in de schooltuintjes • We gebruiken de mogelijkheden van het techniekaanbod van Hogeschool en Universiteit
3.10 ICT ICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze leerlingen ICT-kennis en –vaardigheden, daarom leren we onze leerlingen planmatig om te gaan met ICT-middelen. De leraren gebruiken ICT in hun lessen en borgen, dat de leerlingen aan de slag (kunnen) gaan met de computer(s), de ICT-programma’s en de bijbehorende software. Onze ambities: 1. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale bord 2. De leerlingen kunnen werken met Word, Excel en PowerPoint (einde basisschool) 3. De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie 4. De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out 5. De leerlingen zijn vertrouwd met Internet 6. De leraren geven opdrachten die het gebruik van het Internet stimuleren 7. We beschikken over een Internetprotocol 8. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en –vaardigheden 9. De leraren kunnen werken met een arrangeertool in een electronische leeromgeving 10. De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software 11. De school streeft naar een computerdichtheid van 1 computer per 5 leerlingen Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. een quickscan uit wmk-po Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • Het inzetten van een electronische leeromgeving om leerlingen te ondersteunen bij het zelfstandig leren, zo nodig tijd- en plaatsonafhankelijk. • Het inzetten van educatieve programma’s voor individueel werken. De bovenstaande doelen zijn in de vorm van “kernkwaliteiten” nader gespecificeerd en uitgewerkt in de kwaliteitskaart voor ICT onderwijs en in het ICT beleidsplan. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
21
3.11
Leertijd
7768 uur is de totale leertijd. Op onze school willen we de leertijd effectief besteden, omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en) Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd) Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland Leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster Leraren hanteren heldere roosters De school zorgt ervoor dat de geplande onderwijstijd Nederlandse taal en rekenen en wiskunde afgestemd is op de onderwijsbehoeften van de leerlingpopulatie 7. Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team m.b.v. de Quickscan uit WMK-PO Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • implementatie van het samenwerkend leren
3.12
Pedagogisch Klimaat
Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak om hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Daarom vinden we het belangrijk, dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De leraren zorgen voor een ordelijke klas De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen De leraren bieden de leerlingen structuur De leraren zorgen voor veiligheid De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken De leraren laten de leerlingen zelfstandig (samen) werken
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • De leerkrachten stimuleren bij de leerlingen de ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
22
3.13
Didactisch handelen
Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan adaptief onderwijs. We geven onderwijs op maat, en daarom differentiëren we bij de instructie (directe instructie) en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Onze ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Lessen zijn goed opgebouwd De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus De leraren geven directe instructie De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen De leerlingen werken zelfstandig samen De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren De leraren zorgen voor stofdifferentiatie De leraren zorgen voor tempodifferentiatie
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • De leraren leren de leerlingen effectief samen te werken
3.14
Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen
Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend, dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent, dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen De leerlingen werken met dag)del)taken en weektaken De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) De taken bevatten keuze-opdrachten De leraren laten de leerlingen –waar mogelijk- samenwerken en elkaar ondersteunen De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • Implementatie van het samenwerkend leren via GIP-model
3.15
Zorg en begeleiding
We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat is hun niveau? Wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). Daarna moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die wat minder kunnen, maar ook op Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
23
leerlingen die wat meer kunnen. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een E- of D-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een A-plusscore komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De intern begeleider heeft een coördinerende taak. Onze ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De leraren kennen de leerlingen De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • De school maakt indien nodig gebruik van groepshandelingsplannen • Ook in de onderbouw worden leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong uitgedaagd met extra materialen.
3.16
Passend onderwijs (afstemming)
Op onze school geven we passend onderwijs: onderwijs dat is afgestemd op de mogelijkheden en talenten (de onderwijsbehoeften) van de leerlingen. In beginsel laten we ieder kind toe, maar soms is het beter als een kind elders geplaatst wordt. Om een dergelijke beslissing te nemen, hebben we een onderwijszorgprofiel opgesteld. Dit profiel verheldert welke zorg we wel en welke zorg we niet kunnen bieden, en welke leerlingen met een bepaalde handicap door ons opgevangen kunnen worden. Passend onderwijs krijgt (ook) gestalte in de klas. Onze leraren stemmen hun handelen af op de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Ze werken handelinsggericht. Onze ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De leraren volgen de ontwikkeling van de leerlingen regelmatig De leraren signaleren specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen De leraren benoemen de specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen De leraren clusteren leerlingen met een vergelijkbare onderwijsbehoeften De leraren stellen o.b.v. de gegevens een groepsplan op De leraren voeren het groepsplan adequaat uit De leraren stemmen instructie en verwerking af op de clusters (leerlingen) De leraren stemmen hun aanbod af op de clusters (leerlingen)
Onderwijsbehoeften van de leerlingen Hoe breng je die in kaart?
Beleid meer begaafde leerlingen (hoogbegaafden) Op onze school heeft iedere klas de beschikking over Levelwerk. De doelstelling van deze methode is om meerbegaafde leerlingen meer uitdagingen te bieden en ze te motiveren door een aanbod van andersoortige lessen en onderwerpen (thema’s). Het beleid is afgestemd op leerlingen Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
24
vanaf groep 3. Ons beleid richt zich met name op leerlingen die hoge A-scores bij de Cito-toetsen halen (minimaal 2 jaar achter elkaar) en die er emotioneel aan toe zijn om extra uitdagingen aan te gaan. In de groepen houden de leraren rekening met meerbegaafde leerlingen. Op het groepsplan staat vermeld wat deze kinderen aan extra stof aangeboden krijgen. Daarbij gaat het niet zozeer om ’meer van hetzelfde’, als wel om stof met een (uitdagende) meerwaarde voor deze kinderen. We gebruiken het handelingsprotocol Hoogbegaafdheid: het Digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid (DHH) is een compleet systeem voor de identificatie en het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen uit groep 1 tot en met 8 van het basisonderwijs.
Het ontwikkelingsperspectief Leerlingen waarvan vaststaat dat ze maximaal het eindniveau van groep 7 halen (en dus de doelen van groep 8 niet zullen realiseren) krijgen een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het OPP wordt opgesteld na een IQ-test of op basis van drie voorafgaande Cito-toetsuitslagen. We geven een OPP niet te vroeg (vanaf groep 5), maar ook niet te laat. Het OPP bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO-perspectief. Daarnaast wordt verwezen naar een handelingsplan waarin concreter staat hoe de leraar de doelen gaat realiseren. Een OPP wordt tweejaarlijks geëvalueerd (IB-er, leraar, ouders). In beginsel proberen we OPP’s te voorkomen door het lesgeven vroegtijdig aan te passen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Door het intensiveren van het aanbod, de tijd en/of de instructie proberen we leerlingen bij de groep te houden. Lukt dat niet dan krijgt het kind een OPP en daarmee een eigen leerlijn. Handelingsgericht werken In de groepen wordt via het GIP-systeem de mogelijkheid geboden om met 3 niveaus te werken. De kinderen die zonder uitleg aan de slag kunnen, de hoofdgroep die instructie aangeboden krijgt en de groep die specifieke ondersteuning aan de instructietafel krijgt. Hiernaast zijn er kinderen die via compacten en verrijken een plus-leerlijn volgen op reken- en/of taalgebied. Zo komen we in de groep op het zgn Mickey Mouse-model (grote middengroep, kleinere instructiegroep en verrijkings of snellere groep. In de voorbereiding wordt rekening gehouden met deze groepsindeling. Bijlagen -
Beleidsstuk Onze doorgaande lijn m.b.t. GIP-XL Beleidsstuk Inhoud groepsmap Voorbeeld IHP en groepsplan Voorbeeld OPP Beleid langdurig zieken (in schoolplan) Beleidsstuk Procedures en informatie rugzakje
Beleid m.b.t. langdurig zieken Onze school heeft beleid geformuleerd voor (langdurig) zieke leerlingen. We maken onderscheid tussen zieke leerlingen, langdurig zieke leerlingen (meer dan drie weken) en leerlingen die worden (zijn) opgenomen in een ziekenhuis. In het beleidsstuk staan de procedures en verantwoordelijkheden van de school en de individuele leraar. Voor leerlingen die worden opgenomen in het ziekenhuis hebben we een convenant afgesloten met HCO en Oa adviesdienst. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) Handelingsgericht werken Nader beschrijven van onderwijs aan zieke leerlingen( samenwerking met HCO)
3.17
Opbrengstgericht werken
Op onze school werken we opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore op de Cito-toetsen. Per Cito-toets is een doel (een norm) vastgesteld. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen (zie Analyse en Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
25
waardering van opbrengsten primair onderwijs) en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen (normen) vastgesteld. We beschikken over een overzicht van de toetsen en de gestelde doelen. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB-er en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: (1) Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) (2) Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen (3) Meer automatiseren (4) Differentiatie aanpassen De schoolleiding en de IB-er voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren, of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook gekoppeld (collegiale consultatie) om good practice op te doen. ESIS Op school wordt gewerkt met het leerlingenvolgsysteem van Rovict: Esis Dit volgsysteem is cognitief gericht. Alle toetsresultaten vanaf groep 1-2 zijn hierin ondergebracht. De leerlingendossiers geven een goed beeld van de leerling. Naast de toetsen is er ruimte voor notities en handelingsplannen, gekoppeld aan de leerlingen. Zo is in een oogopslag te zien hoe een kind ervoor staat. Het systeem genereert kengetallen voor de hele groep en ook voor de inspectie. Naast het esis-systeem gebruiken we SCOL van Rovict voor het sociaal emotioneel volgen van de leerlingen. Deze gegevens zijn in de leerlingendossiers in te voeren , zodat een totaalbeeld ontstaat.
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • Toetsen op schoolniveau normeren naar vaardigheidsscore • Reflecteren op handelen in de klas om norm te halen
3.18
Opbrengsten (van het onderwijs)
Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze ambities zijn: 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] norm bepalen = gemiddelde van de hele groep in de laatste 3 scores. 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) 4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 5. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs Voor een overzicht van de kengetallen (en de analyse daarvan) verwijzen we naar …. a. Overzicht scores eindtoetsen b. Overzicht kengetallen sociaal-emotionele ontwikkeling c. Overzicht tussentoetsen (kerntoetsen) d. Overzicht kengetallen m.b.t. leerlingen met een specifieke behoefte Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
26
e. Overzicht kengetallen doorstroming f. Overzicht kengetallen adviezen VO g. Overzicht kengetallen functioneren VO Onze kengetallen geven we jaarlijks weer in een apart katern (c.q. het jaarverslag). Dit katern is een bijlage bij ons jaarverslag. Het katern bevat ons beleid m.b.t. de bovenstaande thema’s, de kengetallen over de laatste drie of vijf jaar, een diagnose en een analyse van de uitslagen en de voorgenomen verbeterpunten. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per jaar beoordeeld door de directie Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • (Toetsen op schoolniveau normeren naar vaardigheidsscore • Reflecteren op handelen in de klas om norm te halen
Zie analyse en opbrengsten van het onderwijs als bron
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
27
Hoofdstuk 4
Integraal personeelsbeleid
Het integraal personeelsbeleid van onze school is afgeleid van het IPB-beleid op bovenschools niveau (IPB-plan van de Stichting PROOLeiden). Ons schoolbeleid is daarvan afgeleid.
4.1.
Onze organisatorische doelen
We hebben inzichtelijk hoe het personeelsbestand er (kwantitatief en kwalitatief) uit ziet, en wat wenselijk is op een termijn van vier jaar en welke acties er ondernomen worden om het gewenste personeelsbestand dichterbij te brengen. De gewenste situatie is afgeleid van onze missie, visie(s) en afspraken. Taken en functies 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Aantal personeelsleden Verhouding man/vrouw LA-leraren LB-leraren Aantal IB-ers Gediplomeerde bouwcoördinatoren Opleiding schoolleider ICT-specialisten Onderwijsassistenten Taalspecialisten Natuur en Techniek coördinator Arbo- coördinator Rekenspecialisten Contactpersonen Vakleerkrachten
Huidige situatie 2010-2011 31 3 – 28 26 1 1 1 1 1 1 0 0 1 0 2 1
Gewenste situatie 2011-2015 32 5– 27 23 4 2 3 2 1 1 1 1 1 1 2 1
De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak (2011-2015) en komen standaard aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de functioneringsgesprekken.
Beleid m.b.t. LA- en LB-functies [de functiemix] Bij integraal personeelsbeleid gaat het om zowel de organisatie als om het individu. Integraal personeelsbeleid is dynamisch beleid. Het is ontwikkelingsgericht en neemt de leraar in de organisatie als hefboom tot verandering. Wanneer de medewerkers zich ontwikkelen in de richting van de inhoudelijke en organisatorische doelstellingen van de school, versterkt dit de ontwikkelingen binnen de school en kan de school op haar beurt weer een betere werk- en leeromgeving zijn voor de individuele medewerker. De LB-functies binnen de school zullen vanuit de beleidskeuzes worden toegekend aan de bouwcoördinatoren, de ICT-er met beleidstaken in zijn functie en de coördinator die zich bezig houdt met de beleidsontwikkeling voor het natuur en techniekprofiel van de school. We willen dit tot stand brengen door: • het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en een duidelijke rechtspositionele basis • het bevorderen van een goede werksfeer en een goed werkklimaat, waarin het personeel tot zijn recht komt, zich geaccepteerd en veilig voelt en waar samenwerking bevorderd wordt • het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs • het ontwikkelen en aanleggen van bekwaamheidsdossiers ( zie invoering functiemix Stichting Primair en Speciaal Onderwijs Leiden- maart 2010)
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
28
Groeimodel op schoolniveau Streefcijfers Okt. 2010 voor WP fte LB 0,84
4.2.
Okt.2011 fte LB 1,69
Okt.2012 fte LB 2,53
Okt.2013 fte LB 3,37
Okt.2014 fte LB 4,21
De schoolleiding
De schoolleiding wordt gevormd door de directeur en de adjunct-directeur van de school. Kenmerkend voor de schoolleiding is, dat ze zich richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. In de derde plaats vindt de schoolleiding met name het onderwijskundig leiderschap van belang. De directie wil adaptief leiding geven, dat betekent dat ze daar waar nodig en noodzakelijk rekening houdt met verschillen tussen leraren. Onze ambities: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De schoolleiding is deskundig De schoolleiding ontwikkelt (innovatief) beleid op grond van strategische keuzes De schoolleiding kan beleid operationaliseren en implementeren De schoolleiding communiceert in voldoende mate en op een goede wijze met het team De schoolleiding schept voorwaarden voor een functioneel en plezierig werkklimaat De schoolleiding heeft vertrouwen in het kunnen van de teamleden De schoolleiding heeft voldoende delegerend/coördinerend vermogen De schoolleiding heeft een doelmatig systeem voor beheer en organisatie opgezet De schoolleiding organiseert de dagelijkse gang van zeken adequaat
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per jaar beoordeeld door de directie Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • De schoolleiding stelt alles in het werk om de communicatie in, tussen en met het team te optimaliseren
4.3
Beroepshouding – professionele cultuur
Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities: 1. Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school 2. Zich collegiaal opstellen 3. Zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar 4. Met anderen kunnen en willen samenwerken 5. Zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten 6. Genomen besluiten loyaal uitvoeren 7. Zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen 8. Aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken 9. Gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen 10. Anderen kunnen en willen begeleiden of helpen 11. Beschikken over reflectieve vaardigheden 12. Planmatig werken 13. Bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
29
Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • Beschikken over reflectieve vaardigheden • Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school
4.4.
Integraal personeelsbeleid (incl. professionalisering)
Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school, en aan de ambities per beleidsterrein. Op basis van de beleidsterreinen hebben wij competenties vastgesteld (in de geest van de wet BIO) en de afspraken zijn omgezet in criteria (zie ook het voorwoord). Deze criteria staan op competentielijstjes. Onze school vindt de volgende competenties (competentieset) richtinggevend voor de ontwikkeling van de medewerkers: 1. Gerichtheid op kwaliteit 2. Vakmatige beheersing 3. Gebruik leertijd 4. Pedagogisch handelen 5. Didactisch handelen 6. Zorg voor leerlingen 7. Opbrengstgerichtheid 8. Professionele instelling 9. Communicatie 10. Omgang met ICT 11. Handelen vanuit de identiteit We zetten de volgende instrumenten in om de (persoonlijke) ontwikkeling van de medewerkers zo vorm te geven, dat zij in toenemende mate gaan voldoen aan de criteria op de competentielijstjes. In alle instrumenten staan daarom de gekozen competenties met de daarbij behorende criteria (onze competentieset) centraal.
4.5
Instrumenten voor personeelsbeleid
Onze school hanteert diverse instrumenten voor haar (integraal) personeelsbeleid. We zetten deze instrumenten in om de leraren te ontwikkelen (in de gewenste richting). De kernvraag bij ons personeelsbeleid is: hoe zorgen we ervoor, dat de leraren (medewerkers) de geformuleerde ambities steeds beter gaan beheersen. Onze instrumenten zijn:
4.5.1
Beleid m.b.t. stagiaires
Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten vinden wij het belangrijk een bijdrage te leveren in de ontwikkeling van aankomende leerkrachten, daarom bieden wij stagiaires van de pabo’s Haagse Hogeschool en Leidse Hogeschool de gelegenheid om ervaring op te doen. We bieden ook een opleidingsplaats voor studenten uit het MBO. De MBO-studenten participeren voornamelijk in de onder- en middenbouw. Bij binnenkomst ontvangen de studenten de schoolgids, waarin de belangrijkste schoolafspraken staan. We streven ernaar om in iedere bouw een Lio-stagiaire te plaatsen. Dit genereert zorgtijd voor de leerkracht Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke leerkracht een stagiaire of LIO-er in de klas wil begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt doorgegeven aan de PABO en het MBO. Mogelijke stagiaires worden uitgenodigd voor een gesprek met een lid van de directie en de betreffende leerkracht. Als na het gesprek alle partijen positief zijn worden nadere afspraken gemaakt. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool, met inachtneming van ons eigen competentieprofiel.
4.5.2
Werving en selectie
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
30
We gaan bij werving en selectie uit van de kaders in het IPB-plan. Daarnaast is de competentieset die wij hanteren van belang voor de werving en selectie. Sollicitanten ontvangen de competentieset en geven een proefles waaruit blijkt wat er wel en/of niet beheerst wordt. Bij het sollicitatiegesprek houden we een criteriumgericht interview dat gebaseerd is op onze competenties en criteria. De sollicitanten moeten de mate van beheersing kunnen aantonen (via bekwaamheidsdossier en portfolio)
4.5.3
Introductie en begeleiding
Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega). Deze mentor voert het introductiebeleid (begeleidingsplan) uit, waarbij het speerpunt ligt op de bespreking van de competentieset. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de ambities van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria (competentieset)
4.5.4
Taakbeleid
Op onze school krijgen alle leerkrachten elk schooljaar taken toebedeeld. De taken zijn onderverdeeld in lesgevende taken, groepstaken en deskundigheidsbevordering (zie voor de uitwerking de normjaartaak). Elk jaar wordt er bekeken of de taken voor het beheer van de school, werkgroepen en sport en spelactiviteiten goed gewaardeerd en verdeeld zijn over de verschillende leerkrachten. Daarbij wordt uitgegaan van wensen en sterke kanten van de personeelsleden. Tenslotte worden er jaarlijks afspraken gemaakt over deskundigheidsbevordering.
4.5.5
Collegiale consultatie
Collega’s komen binnen de bouw bij elkaar in de klas om van elkaar te leren. Ook wordt op deze manier gekeken of de opgestelde ambities (c.q. de competenties en criteria) worden waargemaakt. Degene die een collegiale consultatie uitvoert, doet dit wanneer haar groep gym heeft. In bouwvergaderingen wordt een rooster opgesteld voor deze consultaties. Per jaar wordt beslist welk vakgebied in ieder geval prioriteit krijgt en hoe vaak collegiale consultaties plaatsvinden.
4.5.6
Klassenbezoek
De directie legt jaarlijks bij ieder teamlid een klassenbezoek af. Bij het klassenbezoek worden –in overleg- criteria die afkomstig zijn van de competentieset geobserveerd. Daarnaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van het klassenbezoek volgt (standaard) een functioneringsgesprek
4.5.7
Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP)
Iedere werknemer stelt jaarlijks een POP op. De inhoud van het POP is gebaseerd op onze competentieset. Een werknemer scoort zichzelf op de competenties, voert een doelstellingengesprek en vult daarna het POP (volgens format) in. De uitvoer van het POP wordt geobserveerd tijdens de klassenbezoeken en de voortgang komt aan de orde bij het FG. In het BG wordt een door de directie een oordeel gegeven over de realisatie van de opgestelde POP’s. Het bestuur heeft een regeling POPgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken vastgesteld. De regeling gaat uit van een gesprekscyclus van 4 jaar. De cyclus is als volgt: - Het jaarlijks opstellen van een POP door de werknemer en een jaarlijks POPgesprek tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger; Een functioneringsgesprek eenmaal in de twee jaar tussen werknemer en de directeur of diens plaatsvervanger; - Een beoordelingsgesprek eenmaal in de vier jaar tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
31
4.5.8
Het bekwaamheidsdossier
Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers zijn centraal opgeslagen in de school. In dit dossier bevinden zich: -
Afschriften van dipoma’s en certificaten De missie en visie(s) van de school De competentieset De gescoorde competentielijstjes De persoonlijke ontwikkelplannen De gespreksverslagen
Momenteel experimenteren we met een portfolio, als bijlage bij het bekwaamheidsdossier. In het portfolio verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.
4.5.9
Functioneringsgesprekken
De directie voert tweejaarlijks een functioneringsgesprek met alle medewerkers. Het bestuur heeft een regeling POPgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken vastgesteld. De regeling gaat uit van een gesprekscyclus van 4 jaar. De cyclus is als volgt: - Het jaarlijks opstellen van een POP door de werknemer en een jaarlijks POPgesprek tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger; Een functioneringsgesprek eenmaal in de twee jaar tussen werknemer en de directeur of diens plaatsvervanger; - Een beoordelingsgesprek eenmaal in de vier jaar tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger Tijdens het FG staat het POP van de medewerker (met daarin de competentieset) centraal. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid, en mobiliteit.
4.5.10
Deskundigheidsbevordering (scholing – professionalisering)
Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen –zie hoofdstuk 4.1- en/of de competentieset en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team twee keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering. Gevolgde teamscholing 2007-2011 Jaar Thema 2007-2008 GIP-XL 2008-2009 GIP-XL/ Omgaan met elkaar 2009-2010 GIP-XL/ Omgaan met elkaar Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
Organisatie Nutsseminarium Nutsseminarium/APS Nutsseminarium/ APS
32
2010-2011
GIP-XL/ Visie en Missieontwikkeling
Gevolgde persoonlijke scholing 2007-2011 Thema Organisatie Lichamelijke opvoeding Hogeschool Opleiding directeur HvA master of education HvA NLP Instituut Coach Hogeschool Coach dyslexie Hogeschool Master of NLP Instituut Special Needs Hogeschool Lumpsum Instituut Integraal personeelsbeleid PROO Beoordelingsgesprekken voeren PROO Specifieke expertise van het team:
Nutsseminarium/ Onderwijsarchitect
Aantal medewerkers 1 1 1 4 2 1 1 1 1 1 1
Binnen ons team is in de laatste jaren expertise opgebouwd m.b.t leerlingenzorg, coaching van collega’s en kinderen , gespreksvaardigheden via NLP en bewegingsonderwijs.
4.5.11
Intervisie
De directie werkt met een vergaderstructuur waarin ook ruimte opgenomen is voor intervisiemomenten (4 x per jaar). Tijdens de intervisie bespreken de teamleden onder leiding van een bouwcoördinator de dagelijkse praktijk. Ook wordt er tijdens de intervisie aandacht besteed aan de voortgang van het POP. Er wordt toegewerkt naar klassenconsultatie en intervisie op eigen functioneren
4.5.12
Teambuilding
Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen (zie hoofdstuk 5, Interne communicatie) waarin we met elkaar overleggen over thema’s die inhoudelijk en/of organisatorisch van belang zijn voor de school en de leraren. De eenheid in het team wordt ook versterkt door de gezamenlijke momenten van nascholing. Ieder jaar volgt het team –naast de individuele scholingsamen een aantal cursussen. We onderscheiden in het kader van teambuilding ook de meer informele communicatiemomenten. We gebruiken door de weeks de lunch gezamenlijk. We hebben op de vrijdagmiddag geregeld een samenzijn, waar onder het genot van een drankje de week wordt afgesloten. Ook dan is er tijd voor meer informeel overleg. De school organiseert een gezellig samenzijn met de Kerst en een afsluiting aan het eind van het schooljaar. Daarnaast is er jaarlijks een personeelsdag aan het begin van het jaar.
4.5.13
Beoordelingsgesprekken
Onze school beschikt over een regeling B-gesprekken (zie bijlage). Het bestuur heeft een regeling POPgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken vastgesteld. De regeling gaat uit van een gesprekscyclus van 4 jaar. De cyclus is als volgt: - Het jaarlijks opstellen van een POP door de werknemer en een jaarlijks POPgesprek tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger; Een functioneringsgesprek eenmaal in de twee jaar tussen werknemer en de directeur of diens plaatsvervanger; - Een beoordelingsgesprek eenmaal in de vier jaar tussen werknemer en directeur of diens plaatsvervanger De directie voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een T- naar een V-benoeming. Ook wordt er 1 x per 4 jaar volgens schema een BG gevoerd met iedere werknemer. Bij dit BG wordt ons competentieprofiel gebruikt. Daarnaast worden houding en gedrag t.o.v. collegae en ouders, en de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
33
4.6
Verzuimbeleid
Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de directeur. Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de directeur. Bij langduriger verzuim wordt de werknemer opgeroepen bij de Arbo-arts. Bij veelvuldig kort verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden door de directeur. Bij vermoeden van oneigenlijk verzuim wordt de Arbo-arts ingeschakeld, in overleg met de personeelsconsulent. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De reintegratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de schooldirecteur. Bij ziekte wordt, naast de informele contacten door de collegae, formeel door de directeur contact onderhouden met de betrokkene. Indien de zieke werknemer daar prijs op stelt, worden er huisbezoeken afgelegd. Regelmatig (eens per 6 weken) wordt een kaart of bloemetje gestuurd namens het team. Beoordeling Integraal Personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7.9) 1 x per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten Integraal Personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7.10) • Er wordt nog nader gelet op het kortdurend verzuim om zodoende de verzuimfrequentie omlaag te brengen. • Er wordt toegewerkt naar klassenconsultatie en intervisie op eigen functioneren
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
34
Hoofdstuk 5
Organisatie en beleid
5.1. Organisatiestructuur en – cultuur Onze school is een van de scholen van de Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden. De Stichting staat onder leiding van een directeur-bestuurder. De Stichting telt zestien scholen, waaronder dertien reguliere basisscholen, één school voor speciaal basisonderwijs en twee scholen voor speciaal onderwijs. De directie (directeur en adjunct-directeur) geven –onder eindverantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder van de Stichting- leiding aan de school. Behalve een Raad van Toezicht en de zestien scholen maakt het stafbureau van PROOLeiden onderdeel uit van de stichting. Het Bureau PROOLeiden fungeert als bestuursbureau en verzorgt de onderwijsinhoudelijke aansturing van de scholen en regelt tevens het bovenschools personeelsbeleid, huisvestingszaken en het financiële beleid. De directie is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het (uitvoeren van het) beleid. De directie wordt bijgestaan door drie bouwcoördinatoren voor de onder-, midden en de bovenbouw (taken), een IB-er en een ICT- coördinator. De school heeft de beschikking over een ouderraad en een MR. Op Stichtingssniveau is er een GMR. Het basisonderwijs telt 8 leerjaren, die binnen onze school verdeeld zijn over 3 bouwen. De onderbouw: groep 1 en 2 De middenbouw: groep 3, 4 en 5 De bovenbouw: groep 6, 7 en 8 Elke bouw wordt geleid door een bouwvoorzitter=bouwcoördinator. De directie heeft wekelijks overleg om de school aan te sturen. De intern begeleider heeft een rol in het inhoudelijk informeren van de directie. Ter verduidelijking zie onderstaand schema. Directeur Adjunct-directeur
Bouwvoorzitter
Bouwvoorzitter
Bouwvoorzitter
Intern Begeleider leerlingenzorg
O O P
ICT-coördinator
Onderbouw: groepen 1 en 2
• • •
Middenbouw: groepen 3, 4 en 5
Bovenbouw: groepen 6, 7 en 8
De verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van directie en teamleden zijn omschreven ( zie bijlage) . Taken van de ICT-er zijn omschreven in ICT-beleidsplan. Taken en bevoegdheden van de IB-er staan in de zorgparagraaf.
De schoolleiding streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een lerende organisatie, tot een school die gekenmerkt wordt door een professionele schoolcultuur. Daarom worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. Speerpunt is de ontwikkeling van de leraren tot nog betere leraren. Daartoe legt de directie klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. De directie heeft de intentie om beleid te formuleren m.b.t. collegiale consultatie. Dit om leraren van elkaar te laten leren. Kenmerken van een professionele cultuur zijn wat ons betreft: 1 2 3 4
Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school Zich collegiaal opstellen Zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar Met anderen kunnen en willen samenwerken
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
35
5 6 7 8 9 10 11 12 13
Zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten Genomen besluiten loyaal uitvoeren Zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen Aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken Gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen Anderen kunnen en willen begeleiden of helpen Beschikken over reflectieve vaardigheden Planmatig werken Bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school
5.2. Structuur (groeperingsvormen) Op onze school hebben we gekozen voor het leerstofjaarklassensysteem. Dit houdt in dat in principe de leerstof gekoppeld wordt aan de leerjaren. Elk kind is ingedeeld in een jaargroep (1 t/m 8) met (een) vaste leerkracht(en). Wanneer echter blijkt dat een kind aanmerkelijk eerder of later toe is aan specifieke leerstof, spelen we hier zoveel mogelijk op in. In de groepen 1 en 2 daarentegen zitten altijd kleuters van 4, 5 en 6 jaar om een wisselwerking tussen de kinderen van deze leeftijden mogelijk te maken. Ze stimuleren elkaar in de zelfredzaamheid, leren verantwoordelijkheid te dragen voor een ander kind dat nog ergens mee geholpen moet worden. Kleuters die blijk geven daaraan toe te zijn, krijgen zorgvuldig gekozen activiteiten aangeboden die voorbereiden op het onderwijs in groep 3. Overigens krijgen oudere kleuters ruimschoots de gelegenheid om te spelen. Bij het vormen van een combinatiegroep is ons streven maximaal twee leeftijdsgroepen in combinatie les te geven. Bij voorkeur vormen we geen combinatie met groep 3. Ook zullen we proberen het aantal leerlingen zo klein mogelijk te houden. In een combinatiegroep worden de onderdelen, die zich daarvoor lenen, aan de hele groep aangeboden (bijvoorbeeld de creatieve vakken en de taalonderdelen 'spreken' en 'luisteren'). Andere onderdelen worden apart aangeboden, want in principe heeft elke groep een eigen leerstofpakket. Hoewel de kinderen dus in de regel het hele jaar in dezelfde groep zitten, met één of twee vaste leerkrachten, zijn er echter ook momenten dat de gebruikelijke samenstelling van jaargroepen doorbroken wordt. Dat kan zijn uit praktische overwegingen, bijv. bij het Ralfi –en tutorlezen, maar ook omdat we het belangrijk vinden dat jongere en oudere kinderen met elkaar omgaan. Voorbeelden hiervan zijn de sportdag en de podiummiddagen. Dit alles gebeurt wel onder verantwoordelijkheid van de eigen leerkracht.
5.3. Schoolklimaat (inclusief Sociale Veiligheid) Wij vinden het belangrijk, dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samen-werken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: we proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De school ziet er verzorgd uit De school is een veilige school Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om Ouders ontvangen tweewekelijks een nieuwsbrief De school organiseert jaarlijks twee ouderavonden (thema-avonden) Ouders participeren bij diverse activiteiten De school staat altijd open - de leraren zijn bereikbaar
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
36
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) In het kader van omgaan met elkaar wordt voortgegaan met het professionaliseren van team, leerkracht en directie op het gebied van reflectie en feedback
5.3.2.
Sociale Veiligheid
De school waarborgt de sociale veiligheid van leerlingen en leraren (werknemers). Daartoe is allereerst vastgesteld welke (ernstige) incidenten de school onderscheidt. Dit zijn: -
fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging via msn, sms, e-mail of Internet pesten, treiteren en/of chantage seksueel misbruik seksuele intimidatie discriminatie of racisme vernieling diefstal heling (religieus) extremisme
De school beschikt over een registratiesysteem: de leraar registreert incidenten (met behulp van een format). Een incident wordt geregistreerd als de leraar inschat dat het werkelijk een incident is, of na een officiële klacht. De contactpersonen analyseren jaarlijks de gegevens die aangeleverd worden door de leraren en stellen –in overleg met de directie- op basis daarvan verbeterpunten vast. De school probeert incidenten te voorkomen. Er zijn school- en klassenregels (w.o. plein-regels; de regels zijn m.n. gedragsregels: hoe ga je met elkaar om). Deze regels worden ook daadwerkelijk gehanteerd. Incidenteel wordt er aan een groep een kanjertraining (of een andere sociale training) gegeven. De school beschikt daarnaast over een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling “Kinderen en hun Sociale Talenten”. De lessen sociaal-emotionele ontwikkeling staan in het teken van de ontwikkeling van goed (passend) gedrag. Incidenten worden in eerste instantie afgehandeld door de leraar. Als zaken niet opgelost kunnen worden wordt de IB-er of adjunct-directeur betrokken bij de afhandeling. Ook ouders worden betrokken bij de aanpak van incidenten (de school beschikt over een protocol: ouders ontvangen een brief). Tevens wordt in voorkomende gevallen de wijkagent betrokken bij de afhandeling van klachten. De school beschikt over een klachtencommissie en een (interne en externe) vertrouwenspersoon. De school beschikt niet over een specifieke veiligheidscoördinator (taak adjunct-directeur). In de schoolgids en het informatieboekje worden ouders uitgebreid geïnformeerd over aspecten van sociale veiligheid. De school beschikt over 6 BHV-ers. Om te controleren of leerlingen en leraren zich echt sociaal veilig voelen, bevraagt de school leerlingen, ouders en leraren 1 x per twee jaar m.b.t. het aspect Sociale Veiligheid. Daarvoor worden de vragenlijsten Sociale veiligheid 2009 (WMK-PO) gebruikt. Daarnaast wordt ieder kind jaarlijks 2 x gescoord ten aanzien van sociale vaardigheden (LVS SCOL). De uitslagen worden door de leraren besproken met de IB-er en op basis van de resultaten worden handelingsplannen opgesteld (IHP of GHP). Beoordeling (zie Evaluatieplan hoofdstuk 7.9) De school neemt 2 x per vier jaar vragenlijsten (ouders, leerlingen en leraren af). Zie het plan van aanpak 2011-2015. Tevens wordt jaarlijks een analyse opgesteld op basis van de incidentenregistratie. Jaarlijks wordt 2 x het LVS SCOL ingevuld. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
37
Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) De school neemt 2 x per vier jaar vragenlijsten (ouders, leerlingen en leraren af). Zie het plan van aanpak 2011-2015. Tevens wordt jaarlijks een analyse opgesteld op basis van de incidentenregistratie. Jaarlijks wordt 2 x het LVS SCOL ingevuld.
5.3.3
Risico-Inventariatie (RIE) [desgewenst kan dit in hoofdstuk 7)
In 2011 heeft de afname Risico-Inventarisatie (RI&E) plaatsgevonden. Deze schoolgezondheidsmeter is uitgevoerd door de Arbo-coordinator Alle leraren hebben de RI&E-vragenlijst kunnen invullen (responspercentage: 78%). Van de inventarisatie is een verslag gemaakt waarin de aandachtspunten en de gekozen verbeterpunten staan aangegeven. De verbeterpunten zijn opgenomen in een schoolspecifiek plan van aanpak. Jaarlijks werken we aan een aantal verbeterpunten. Het plan van aanpak wordt ieder jaar aangepast, uitgevoerd en geëvalueerd. Het plan van aanpak is naar de medezeggenschapsraad van de school gestuurd.
5.3.4
Arbobeleid
Onze school heeft een Arbo-personeelsconsulent op het bestuursbureau. Het beleid is erop gericht om uitval van leerkrachten te voorkomen. Bij langdurige uitval stelt de arbeidsdeskundige – eventueel in overleg met de bedrijfsarts – een probleemanalyse op. De directeur en de zieke leerkracht stellen vervolgens een plan van aanpak op. Tevens bestaat de mogelijkheid voor overleg met de bedrijfsarts en de personeelsconsulent in het Sociaal Medisch Overleg. Wij hechten veel belang aan een gezond leef- en werkklimaat in en rondom de school. We beschikken over een registratieformulier voor het melden van een ongeval en de oorzaak daarvan. Op die manier kunnen we tekortkomingen aan het gebouw en/of materialen in kaart brengen en acties plannen. Voor de speeltoestellen is een logboek aanwezig voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen. Voor de nieuw ontwikkelde speelobjecten op het Terraplein is een keuring aangevraagd en zal een logboek bijgehouden worden. De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en (daarmee) via de vergunning de school brandveilig verklaard. Op de school is een calamiteitenplan aanwezig.
5.4. De interne communicatie Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt. Onze ambities : 1. We werken met een vergadercyclus van 1 maand: o teamvergadering o bouwvergadering o zorgvergadering o werkgroepen 2. Het MT vergadert wekelijks 3. De OR vergadert 1 x per maand 4. De MR vergadert 1 x per maand 5. We gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: postvakken, memobord, e-mail Qua communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk: 1. 2. 3. 4.
Zaken worden op de juiste plaats besproken Vergaderingen worden goed voorbereid Op vergaderingen is sprake van actieve deelname In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
38
5. We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen 6. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf 7. We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) - In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf - We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
5.5. De communicatie met externe instanties Onze school staat midden in de gemeenschap. Wij streven naar samenwerking met instanties in de wijk. Onze school onderhoudt daarom structurele contacten met externe instanties. Hierdoor halen we expertise binnen, waardoor we adequaat samen kunnen werken aan de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen. We dragen daarvoor –als school, ouders en omgeving- een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De externe instanties waarmee we een relatie onderhouden zorgen voor advies, hulp en ondersteuning en dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de school als organisatie ten goede. Daarom onderhoudt onze school systematische en gereguleerde contacten met: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Voorschoolse voorziening B4kids Tussenschoolse voorziening van B4kids Pabo Hogeschool Leiden en Haagse Hogeschool MBO; ROC en ID-college Onderwijsadvies Ambulante Educatieve Dienst Buurtvereniging De Raadsheer Buurtvereniging ’t Achterommetje, samenwerking m.b.t. het Terraplein
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door directie en team Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)
5.6. De communicatie met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken Ouders worden betrokken bij (extra) zorg Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) 1 x per vier jaar door directie en leraren
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
39
Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • Informatievoorziening over onderwijskundige aspecten via gerichte informatieavonden.blijft een aandachtspunt. Dit kan op verschillende wijzen vormgegeven worden. Er moet dus meer transparantie komen. • Er komt in de toekomst een mogelijkheid tot elektronische inkijk in het leerlingendossier voor ouders.
Begeleiding naar VO-scholen Aan het eind van groep 7 hebben de leerlingen de Cito Entreetoets gemaakt. Aan de hand hiervan bekijken we aan welke leerstof nog extra aandacht besteed moet worden in groep 8 en wordt een eerste verwachting uitgesproken. Voor alle kinderen geldt overigens dat zij in beginsel alle kerndoelen hebben behaald, mits zij een eigen leerlijn hebben gevolgd met een eigen ontwikkelingsperspectief, zoals het geval is bij o.a. een verwijzing naar het LWOO.(zie website WSNS-regio Leiden informatie) De ontwikkeling naar het werken met referentiekaders is inmiddels ingezet en zal in de komende jaren verder worden uitgewerkt. Het is natuurlijk volstrekt duidelijk dat de schoolkeuze niet alleen in groep 8 bepaald wordt. Gedurende de gehele schoolperiode verzamelen wij allerlei gegevens van de kinderen. Al deze gegevens bij elkaar monden uit in een zogenaamd schooladvies. In december is er op school een voorlichtingsavond over het voortgezet onderwijs en wordt duidelijk gemaakt welke mogelijkheden er zijn. Naast deze voorlichtingsavond wordt er meestal met de kinderen een school bezocht ter kennismaking. In januari wordt ouder en kind op school uitgenodigd voor een adviesgesprek. Aan de hand van dit advies kunnen scholen worden bezocht tijdens de vele informatiedagen. Mocht een advies afwijken van de eerdere verwachtingen, dan wordt een nader gesprek gevoerd met de ouders Na het maken van de Cito Eindtoets ontvangt de ouder, in de loop van de maand mei, van de school voor voortgezet onderwijs een bevestiging van inschrijving. Alle leerlingen van wie het schooladvies en de Cito Eindtoetsscore voldoen voor de betreffende school, zullen worden toegelaten. Als een van de twee afwijkend is, neemt de betreffende school contact op met de school om de verdere mogelijkheden te bespreken. Elk jaar hebben de scholen van voortgezet onderwijs en de basisscholen contact met elkaar over de vorderingen van de oud-leerlingen en de nieuw te plaatsen leerlingen in een warme overdracht. De scholen in Leiden werken met onderwijs transparant. Hierbij worden de resultaten en ontwikkelingen van ieder kind in een digitaal dossier opgeslagen en op een door de VO-scholen te bezoeken site gezet.
5.7
Voor- en vroegschoolse educatie (wet OKE)
Onze school is een VVE-lightschool (vroeg- en voorschoolse educatie). We ontvangen kinderen van verschillende peuterspeelzalen. Onze school maakt gebruik van de onderwijsmethode Kleuterplein We onderhouden een goede relatie met de peuterspeelzalen (voorscholen) en er is in alle gevallen van plaatsing op de basisschool sprake van een warme overdracht. Onze ambities voor wat betreft de relatie voorschool/vroegschool zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
We beschikken over doorgaande leerlijnen qua aanbod (Kleuterplein) De zorg en begeleiding is op elkaar afgestemd De kwaliteitszorg richt zich op VVE-light Er is in alle gevallen sprake van een warme overdracht De opbrengsten zijn van voldoende niveau
Procedure bij warme overdracht van de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Bij aanmelding van een kind krijgt de ouder een inschrijfformulier en alle schoolinformatie die voorhanden is. Bij aanmelding van een 4-jarige wordt door de school bepaald in welke kleutergroep het kind geplaatst wordt. Er wordt gestreefd naar een gelijk aantal kleuters in de groepen 1/2. Hierbij wordt rekening gehouden met de volgende aspecten: Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
40
• opbouw in het aantal jongens en meisjes per groep • opbouw in leeftijd per groep • waar mogelijk spreiding over de wijken • broertjes en zusjes komen (voor zover mogelijk) niet bij elkaar in de groep De nieuwe leerling ontvangt van de leerkracht een persoonlijke uitnodiging en de ouder krijgt bij binnenkomst een intakeformulier. Na 2 weken volgt een intakegesprek en wordt tevens contact gezocht met de toeleverende kindervoorzieningen. Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) 1 x per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) •
We onderhouden een goede relatie met de peuterspeelzalen (voorscholen) en er is in alle gevallen van plaatsing op de basisschool sprake van een warme overdracht.
5.8 Buitenschoolse opvang In het voorjaar van 2009 zijn de ouders van onze school geënquêteerd over buitenschoolse opvang (voor- en naschoolse opvang). Onder een deel van de ouders bleek animo te bestaan voor de voor- en naschoolse opvang. In 2010 is er een bestuurlijke overeenkomst betreffende voor- en naschoolse opvang afgesloten met B4kids. Deze organisatie richt zich alleen op de kinderen van onze school en de andere buurtschool. 5.8.1
Tussenschoolse opvang
Op de Woutertje Pieterse is een continurooster. Alle kinderen blijven over en eten onder begeleiding op school. De overblijfkrachten worden door de ouders betaald. Het toezicht op de kinderen tijdens het buitenspelen en in de onderbouw deels bij het eten ligt in handen van leidsters van B4kids. Dit is een professionele organisatie die in Leiden en omstreken de kinderopvang en de buitenschoolse opvang organiseert. Het personeel van voornamelijk de Pollewop wordt ingezet voor het overblijven. Het bedrag is verrekend in de ouderbijdrage die door de penningmeester van de ouderraad wordt geïnd. 5.8.2. Voorschoolse opvang (VSO) Met ingang van schooljaar 2007-2008 verzorgt B4KIDS voorschoolse opvang voor de ouders van Woutertje Pieterse die dit wensen. De kinderen kunnen vanaf 7.30 uur gebracht worden bij de Boomhut in onze nieuwbouw. De groepsleiding zorgt dat de kinderen op tijd op school zijn. Tijdens de voorschoolse opvang maken kinderen van dezelfde faciliteiten gebruik als op de buitenschoolse opvang. VSO wordt geboden tijdens de schooldagen: niet tijdens vakantiedagen en roostervrije dagen. Voorschoolse opvang valt onder de Wet Kinderopvang. 5.8.3 Opvang van kleuters op sluitingsdagen De kleuterklassen van Woutertje Pieterse zijn eens per drie weken gesloten. B4KIDS verzorgt opvang voor de ouders die dit wensen. Deze opvang vindt plaats in de buitenschoolse opvang Boomhut, Houtlaan 60, Leiden. Via een door de school uitgedeeld formulier kunnen de ouders zich aanmelden voor die data. De opvang voor de roostervrije dagen is vanaf 08.00 uur en duurt tot 18.00 uur. Kinderen die geen gebruik maken van de BSO bij Pollewop of Krullevaar , moeten uiterlijk om 14.30 uur worden opgehaald, aangezien de groepsleiding om die tijd naar de scholen vertrekt en de andere kinderen gaat halen.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
41
5.8.4.
Buitenschoolse opvang
De buitenschoolse opvang (B.S.O.) wordt geregeld door de Centrale Organisatie Kinderopvang in Leiden. (B4KIDS). Iedere dag bezoeken kinderen van onze school de Boomhut, de Krullevaar , de Pollewop en andere instellingen. De school weet door dagoverzichten van B4KIDS welke kinderen worden opgehaald. Bij eventuele wijzigingen in de schooltijden stellen wij de B.S.O. hiervan op de hoogte. De ouders regelen zelf de inschrijving van hun kind bij de buitenschoolse opvang en betalen ook de kosten voor de opvang zelf. Als arbeid en zorg gecombineerd worden krijgt men tot ruim 90 % terug via de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Via de website www.toeslagen.nl kan berekend worden wat men terugkrijgt.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
42
Hoofdstuk 6
Financieel beleid
Hoofdstuk 6.1
Lumpsum financiering – ondersteuning
6.1.1. Inleiding PROOLeiden wil een verantwoord financieel beleid voeren, waarbij middelen optimaal worden ingezet voor het verhogen van de onderwijskwaliteit en tegelijkertijd de risico’s in de organisatie voldoende worden afgedekt. Het streven is erop gericht de komende jaren het financieel beleid te ontwikkelen van beleidsarme invoering lumpsum naar beleidsrijke gebruikmaking van de financiering. Bij de invoering van lumpsum is in eerste instantie gekozen voor een veilige (beleidsarme) invoering. Door ervaringen met de toepassing van lumpsum en vergroting van de competenties van de integraal verantwoordelijke schoolleiders is gaandeweg meer beleidsvrijheid mogelijk. Op die manier kan meer met geld worden gestuurd. Voorwaarde is dat er professionele meerjarenbegrotingen per school en op bestuursniveau worden ontwikkeld. Daarnaast moet er een betrouwbaar managementinformatiesysteem beschikbaar zijn. De basisscholen verdienen een bekostiging die toereikend is. PROOLeiden legt op een transparante en toegankelijke manier (publieke) verantwoording af over de besteding van het geld en de geleverde prestaties. Dit gebeurt door het opstellen van een integraal en meerjarig begrotingsbeleid en door het bundelen van de middelen voor onderwijs, (vervanging van) personeel en huisvesting.
6.1.2 Financiële cyclus
6.1.3
Zowel de school als het bestuursbureau werken met een vastgestelde begroting (per kalenderjaar). De begroting is mede gebaseerd op een meerjarenbeleid. Bij keuzes op strategisch niveau kan naast onderwijskundig en personeelsbeleid de financiële dimensie niet ontbreken. Meerjarenbegrotingen zijn nodig voor meerjarenbeleid: financiële gegevens maken deel uit van noodzakelijke managementinformatie die nodig is voor de strategische beleidsvorming. Met ondersteuning van het bestuursbureau zal de komende beleidsperiode verder vorm gegeven worden aan deze meerjarenbegroting. Met behulp van het FPE model van de PO-raad stellen de scholen per schooljaar een formatieplan op. Dit formatieplan is input voor het bestuursbrede formatieplan. Het uitgangspunt in de komende beleidsperiode bij het personele deel is de toedeling van de middelen op basis naar wat men nodig heeft en niet op basis waarop men meent recht te hebben. Dit betekent dat niet meer de 1-oktobertelling leidend is voor de formatie van een school, maar de situatie bij het begin van het schooljaar (1 augustus in het daaropvolgende jaar). Hierdoor moet er meer met personeel worden geschoven en neemt de onderlinge solidariteit en betrokkenheid tussen de scholen toe. Bovendien wordt de mobiliteit bevorderd.
Inrichting De school werkt volgens een beschreven standaardsystematiek ten aanzien van uitwisseling en registratie van gegevens tussen het bestuurbureau PROOLeiden het Onderwijsbureau Hollands Midden (administratiekantoor) en school. In de beschrijving van de standaardsystematiek worden de minimale eisen aangegeven waaraan de financiële communicatie en registratie moeten voldoen. Op schoolniveau kan een verfijning op het eigen financieel systeem worden uitgewerkt. In de financiële uitwisseling moeten regelmatig overzichten worden geleverd over stand van zaken van inkomsten en uitgaven.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
43
Om bovenstaande verder vorm te geven dient de schooldirecteur te beschikken over een adequaat managementinformatiesysteem, waardoor hij of zij wekelijks kan inzien hoe de school er in financieel opzicht daadwerkelijk voor staat. Zowel op schoolniveau als op centraal niveau moet een administratief systeem worden opgezet, waarin financiële gegevens en managementinformatie op een zo transparant mogelijke wijze gepresenteerd worden De administratie wordt zodanig door het bestuur gevoerd, dat daarmee controle uitgeoefend kan worden op financiën, inventarissen en gebouwen. Dit maakt onderdeel uit van de administratieve organisatie. De procedures die leiden tot besluitvorming dienen helder beschreven te zijn. De procedures die moeten leiden tot een juiste, volledige en tijdige verantwoording van uitgaven en opbrengsten moeten beschreven zijn. Hiertoe moeten de taken, de bevoegden verantwoordelijkheden worden omschreven. Begrotingen, financiële overzichten en mutaties dienaangaande dienen voor de betreffende doelgroep op eenvoudige wijze te worden opgesteld en uitgewerkt.
Verbeterpunt : Na de invoering van lumpsum beleidsarm, staan we nu voor het punt van overleg met het bestuur over een andere wijze van financieel beheer. Met name de betalingswijze en controle daarop behoeft verbetering. De weg nu is veel te omslachtig en niet transparant. Op bestuursniveau is een werkgroep gestart ter advisering op dit punt.
Hoofdstuk 6.2
Externe geldstromen
Van de rijksvergoedingen zijn met name de middelen voor de schoolafhankelijke kosten voor de school van belang. De hoogte van deze vergoedingen zijn afgeleid van het aantal leerlingen dat de school op 1 oktober van elk schooljaar bezoekt (teldatumgegevens), voor het SO geldt hierbij de teldatum 16 januari.. Op basis van de toegekende gelden (Velobaten) maakt de school jaarlijks een begroting op die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de afdeling financiën van het bestuursbureau PROOLeiden. Afzonderlijke begrotingen maakt de school jaarlijks voor de volgende budgetten:
Nascholingsbudget Deze begroting is afgeleid van o Individueel beleid: individuele scholingswensen van teamleden. o Schoolbeleid: scholing die met het team is afgesproken en die voortvloeit uit beleidsvoornemens. o Schooloverstijgend scholingsbeleid: bijvoorbeeld door het bestuur georganiseerd.
PAB-budget Van het PAB-budget (Personeel en Arbeid) wordt middels de solidariteitsheffing plm. 78,5% overgedragen aan het bestuur om bovenschoolse verplichtingen te betalen. Gedacht moet hierbij worden aan bijvoorbeeld premie participatiefonds, bovenschoolse scholing, onderwijsdag. Op schoolniveau wordt het PAB-budget ingezet voor: o Kwaliteitsverbetering o Versterking van het personeelsbeleid (inhuren van externe deskundigheid, vakdocenten etc.). o Extra materiële voorzieningen die niet zijn opgenomen in de begroting voor de schoolafhankelijke kosten. o Algemene uitgaven die bijdragen aan de profilering van de school in de brede zin van het woord (activiteiten, excursies, culturele vorming etc.).
Budget Schoolafhankelijke kosten (waaronder OLP-budget) Behalve kosten voor het onderwijsleerpakket (OLP, zie verder) vallen hieronder algemene en dagelijkse kosten voor de telefoon, het kopieerapparaat, representatie,
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
44
administratie, porti, vakliteratuur, dienstreizen, inventaris, duurzame leer- en hulpmiddelen, Medezeggenschapsraad, lidmaatschap adviesorganen, contributie besturenorganisatie etc.
OLP-budget Bestedingen vanuit het OLP-budget (Onderwijsleerpakket) hebben voornamelijk betrekking op de aanschaf van leer- en hulpmiddelen. Binnen het OLP-budget is een bedrag opgenomen voor afschrijving van methodes. Een meerjarenplanning voor de vervanging van methodes is aan de begroting toegevoegd.
ICT-budget Hieronder vallen de kosten die gemaakt worden bij de aanschaf van computers en computerapparatuur. Daarnaast zijn in deelbegroting de kosten opgenomen voor onderhoud en beheer, internetkosten, licentiekosten, abonnementen, nascholing etc.
6.2.3. OVERHEIDSGELDEN Vaste algemene budgetten OLP
Gelegenheidsbudgetten Speciale jaarbudgetten Materialen (aanschaf en 1e inrichtingsgelden: onderhoud) en meubilair meubilair (onderhoud) OLP Nascholing ( O & O) * scholingsactiviteiten *Scholing/begeleiding * scholingsmaterialen (zijinstromers) * reiskosten * Directie-cursus O & O (schoolprofiel) * personeel (niet struct.) * materiaal WSNS * materiaal * personeel (niet struct.) ICT * materiaal * scholing rugzak Gehandicapte leerling
Hoofdstuk 6.3
Interne geldstromen
Op schoolniveau zijn er nog reserves / voorzieningen die beheerd worden door de penningmeester van de ouderraad als onderdeel van de schoolbegroting - WP-Schoolfonds Inkomsten uit acties, fancyfair, donaties en overschotten uit het ouderfonds worden beheerd door de ouderraad. - Gelden van de medezeggenschapsraad - Gelden van de ouderraad Voor bovenstaande fondsen geldt dat de penningmeester van de ouderraad een duidelijke boekhouding voert en een financieel jaarverslag opstelt. Jaarlijks wordt door de oudervergadering de begroting en het jaarverslag goedgekeurd. Een kascommissie controleert de boeken. - Kleine kas Inkomsten uit voorschotregeling uit het OLP, zodat op schoolniveau kleine betalingen verricht kunnen worden. Beheer geschiedt door de schoolleiding.
6.3.1 EIGEN GELDEN Beheer/verantwoordelijkheid: directie
Beheer ouders; MR verantwoordelijk
inkomsten
Inkomsten
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
uitgaven
Uitgaven
45
Terugbetaling voorschot oud papier cartridges
Schenkingen Lief &Leed-bijdrage Subsidies m.b.t Terraplein
Hoofdstuk 6.4
Voorfinanciering Speciale activiteiten/middelen waar geen budget voor is. e.d .
Ouderbijdrage verplicht
Overblijfkosten: * vergoeding hulpouders * materialen voor ll. Ouderbijdrage speciale activiteiten niet-verplicht feesten afscheid groep 8 MR/ouders-gelden * Gebruik faciliteiten sportdag/ koffiegeld schoolkampen vergaderfaciliteiten/ excursies projecten kopieerkosten. * geld voor bijvoorbeeld ouderbijeenkomsten/ onderwijsmaterialen vergaderkosten zoals documentatie. ( bijdrage koffiegeld Opbrengst catering door Geoormerkt voor ouders tijdens aanschaf schoolprojecten schoolmiddelen
Lief&Leed uitgaven
Sponsoring
Woutertje Pieterse heeft, evenals de overige Leidse openbare scholen, het convenant dat door de staatssecretaris met de besturenbonden is afgesloten, onderschreven. In dit convenant is vastgelegd dat scholen op een zorgvuldige manier met sponsoring om zullen gaan. Kort samengevat zijn in het convenant de volgende gedragsregels vastgelegd:
Sponsoring mag niet in strijd zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van de leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Sponsoring mag de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs niet in gevaar brengen. Sponsoring mag de inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden. Het onderwijsaanbod mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.
Voor de volledige tekst verwijzen wij naar het convenant. Wanneer ouders het met beslissingen van de school over sponsoractiviteiten niet eens zijn, kunnen zij hierover een klacht indienen bij de klachtencommissie. Hiervoor verwijzen wij naar onze Schoolgids. Met inachtneming van genoemde convenantafspraken heeft de Morskring al meerdere malen een beroep op sponsors en instellingen voor fondsenwerving gedaan met het verzoek de school financieel te steunen. Voorbeelden van financiële ondersteuning door derden zijn: Met inachtneming van genoemde convenantafspraken doet Woutertje Pieterse regelmatig een beroep op sponsors en instellingen voor fondsenwerving. Voorbeelden van financiële ondersteuning door derden zijn:
Meefinanciering kosten van Het Terraplein Meefinancieren van de kosten van speelmaterialen t.b.v. de speelpleinen Onderhoud schoolomgeving (tuinen)
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
46
Ook in de toekomst zullen wij, indien wij dit nodig of wenselijk achten, van sponsoring gebruik blijven maken.
De school voert een beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bedragen volgens het protocol sponsoring. We gaan geen verbintenis aan, als daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden zijn.(zie verder in de schoolgids)
Hoofdstuk 6.5
Begrotingen
Onze school en het Bureau PROOLeiden werken met een vastgestelde begroting per kalenderjaar. De begroting is gebaseerd op het meerjarenbeleid van het in het schoolplan aangegeven onderwijskundig en personeelsbeleid. Er wordt gewerkt met een financieel jaarverslag. Het financiële mandaat en de verdere inrichting zijn beschreven in de “procedures met betrekking tot financiën” van het Bureau Openbaar Onderwijs. Verder verwijs ik naar het jaarbeleidsplan met als onderdeel de begroting en het financieel jaarverslag. En het overzicht in de meerjarenbegroting gebaseerd op het meerjarenbeleidsplan.
Hoofdstuk 6.6
Scholing
Bij- en nascholing van de directie op financieel terrein blijft actueel, mede door de constant veranderde wet- en regelgeving. Het financiële bewustzijn van de directeuren verdient veel aandacht, vooral omdat gekozen wordt voor een beleidsrijke invoering van lumpsum. Door het vergroten van de competenties van de directie zal het financieel bewustzijn in de organisatie toenemen.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
47
Hoofdstuk 7 7.0
Kwaliteitsbeleid
Kwaliteitszorg
Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch (zie evaluatieplan, hoofdstuk 7.9) en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze ze medewerkers parallel verloopt. Onze ambities zijn: 1. We hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie 2. We beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen (zie schoolplan) 3. We beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is, dat de verschillende ambities (zie dit schoolplan) minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden (zie hoofdstuk 7.9) 4. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren (zie evaluatieplan) 5. We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag) 6. We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn 7. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) 8. We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, GMR en ouders) 9. We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) 1 x per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10) • We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door leerlingen Meervoudige publieke verantwoording Onze school besteedt aandacht aan de meervoudig publieke verantwoording (MPV). We stellen jaarlijks een jaarplan en een jaarverslag op, dat gecommuniceerd wordt met het bovenschools management en de MR, op de Website van de school, en de nieuwsbrieven naar ouders die gerelateerd kunnen worden aan de kwaliteit van de school
Beoordeling (zie hoofdstuk 7.9) 1 x per vier jaar door directie en leraren Verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.10)
7.1
Wet- en regelgeving
Schoolgids 1 x per jaar inspectie ieder jaar op tijd / 1aug Schoolplan 1 x per vier jaar inspectie 1 x per 4 jaar voor 1 aug Voldoende tijd besteed: beschrijven hoeveel tijd er per bouw onderwijs wordt gegeven Eventueel per vakgebied Zorgplan inspectie wordt via het samenwerkingsverband ingeleverd Leertijd Onze school zorgt ervoor dat we niet meer dan 7 lesweken plannen met minder dan 5 lesdagen Voor Gr 3 t/m 8 buiten de reguliere vakanties om. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
48
7.2
evaluatie Schoolplan 2007-2011 en zelfevaluatie
Het schoolplan wikkelen we jaarlijks af via de 4 jaarplannen en jaarverslagen. Jaarlijks wordt samen met het team , mr en bestuur het jaarplan/verslag geëvalueerd en vastgesteld
1. Kwaliteitszorg Met name het didactisch handelen en het pedagogisch klimaat waren speerpunten. Op deze terreinen zijn ook de scans uitgevoerd en meegenomen in de ontwikkellijnen voor de komende 4-jaar cyclus. De opzet en planning die in het vorige schoolplan omschreven is in doelstelling bereikt. Een zorg is en blijft om het geheel aan kwaliteitsborging te handhaven in de tijd.( zie verder jaarverslag 2007 t/m 2011) 2. Leerstofaanbod & Toetsinstrumenten Met betrekking tot het leerstofaanbod zijn de gestelde doelen behaald. De methoden aanvankelijk lezen, sociaal emotionele ontwikkeling, schrijven, natuur en techniek, evenals de methode Kleuterplein zijn vernieuwd en/of aangeschaft. Hiermee voldoen we voor alle leerstofaanbod aan de kerndoelen. De afspraak dat alle toetsen in het electronisch leerlingenvolgsysteem verwerkt worden is gehaald met daarnaast ook nog dat alle observaties en rapportages in het systeem geplaatst worden. Met een druk op de knop is een totaal overzicht per leerling en /of groep te krijgen. Binnen het leerlingenvolgsysteem zijn de CITO-toetsen voor rekenen en technisch lezen vernieuwd. We hebben in de afgelopen periode de tendens van hoge eindscores als resultaat van ons onderwijs kunnen vasthouden. Gemiddeld scoort onze school 4 a 5 punten boven het landelijk gemiddelde voor scholen met een zelfde sociale indicatie. 3.
Leertijd Met betrekking op de leertijd zijn de schooltijden gehandhaafd en is er jaarlijks op toegezien dat in de roosters voldoende tijd gereserveerd is voor de verschillende vakken. Met name Nederlandse taal, rekenen en wiskunde had hierbij de aandacht.
4.
Pedagogisch klimaat Ondanks het feit dat pedagogisch klimaat geen verbeterpunten had in de vorige scan van 2007 is het toch aan de orde geweest met betrekking tot de normen en waarden. Het actief burgerschap is wat meer op de agenda gezet en zal voor de komende periode een ontwikkelpunt vormen. In 2009-2010 hebben we met elkaar de school- en klassenregels onder de loep genomen en zijn we gekomen tot een vernieuwde versie ervan die ook handhaafbaar is voor leerkracht en leerling.
5.
Zorg en begeleiding Naar aanleiding van het inspectierapport van 2005 waarbij de zorgparagraaf van de school er nog niet goed vanaf kwam, is er een flinke aanzet gegeven om dit onderdeel nu als goed te kwalificeren. Alle toetsen worden electronisch ingevoerd en zijn per groep en individueel kind op te vragen. Er wordt nu gewerkt met handelingsplannen bij kinderen met een D en E-score. Ook voor kinderen met een indicatie voor hoogbegaafdheid wordt met een handelingsplan gewerkt. De observaties en opmerkingen worden per leerling in het electronisch leerlingenvolgsysteem opgeslagen. Er wordt gewerkt volgens de notitie zorg om zorg, waarbij extra ondersteuning wordt gegenereerd binnen het team.
5.
Opbrengsten De opbrengsten van ons onderwijs zijn al jaren , zowel tijdens als na afloop van de schoolperiode op een ruim voldoende niveau. We scoren gemiddeld 4 punten hoger op de eindtoets Cito, vergeleken met scholen in eenzelfde sociale klasse.( groep 2)
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
49
6.
Professionalisering (Integraal personeelsbeleid) In het kader van integraal personeelsbeleid worden jaarlijks pop-gesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gevoerd. Volgens de wet BIO is ieder personeelslid verantwoordelijk voor zijn of haar eigen ontwikkeling. Naast de professionalisering die afgeleid is van de schoolontwikkeling is ieder personeelslid verplicht zijn of haar competenties voor het vak op orde te houden of te brengen.
7.
Interne communicatie Naast de huishoudelijke vergaderingen is een cyclus opgezet van bouwvergaderingen en parallelvergaderingen. In deze laatste vergaderingen worden met name inhoudelijke onderwerpen uitgediept als voorbereiding voor de plenaire vergaderingen. Het is een constante opdracht naar elkaar om transparant te zijn. Het overleg met de MR is gericht op beleidsmatige en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. In de laatste 4 jaar is daarin een duidelijke verbetering ingezet. Voorbeelden hiervan zijn het inzichtelijk maken van de schoolbegroting en het financiele jaarverslag. Evenals de diverse vernieuwingen van verschillende methodes die in de MR aan de orde zijn geweest.
8.
Contacten met ouders Uit de analyse van de oudervragenlijst blijkt dat de contacten met ouders en informatievoorziening als onvoldoende wordt ervaren. Met name op het gebied van transparantie zullen we een slag moeten maken en hebben we als school nog beter ons best te doen
9.
ICT Uit de leerlingenvragenlijst blijkt dat de leerlingen meer behoefte hebben aan onderwijsmomenten op de computer. Er zijn gemiddeld 2 computers per 20 leerlingen, zodat bovenstaand nog even een probleem zal zijn in de organisatie. Er is veel methodisch ondersteunende software aangeschaft in de laatste 4 jaar. Het volgen van de leerling via het leerlingvolgsysteem is sterk verbeterd. Het doel van volledige integratie in het onderwijs is nog niet bereikt en blijft als streefdoel voor de komende ontwikkelperiode gehandhaafd. Alle leerjaren hebben inmiddels digitale schoolborden in de klas, die steeds intensiever gebruikt worden
7.3 Strategisch beleid - Zie Strategisch BeleidsPlan van PROOLeiden
-
Gekozen verbeterpunten In het strategisch beleidsplan van PROOLeiden wordt de mogelijkheid geboden voor de scholen om een eigen profiel te ontwikkelen. Sterker nog, hier wordt zelfs op aangedrongen. Onze school heeft voor de komende jaren ervoor gekozen zich te profileren als een school waar het natuurlijk spelen centraal staat en ook extra aandacht wordt besteed aan natuur en techniek. Dit betekent samenwerking zoeken met Natuur en Milieueducatie, het Technolab, de universiteit en school- en kindertuinen Leiden. Hiernaast wordt het proces van verzelfstandiging van de leerlingen afgerond en is het GIP-model volledig geïntegreerd in de school in al haar facetten.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
50
7.4 -
Analyse inspectierapport OBS Woutertje Pieterse heeft het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs. Er vindt in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs.
Uit het inspectierapport: In de bijlage van dit rapport treft u een overzicht van de bij dit onderzoek betrokken indicatoren aan, en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op basisschool Woutertje de kwaliteit van het onderwijs voor de meeste onderzochte indicatoren op orde is. Het betreft hier met name de onderdelen opbrengsten en kwaliteitszorg. De eindopbrengsten zijn al jarenlang ver boven het niveau vergeleken met scholen met eenzelfde leerlingenpopulatie. Het systeem van kwaliteitszorg vertoont steeds meer een cyclisch karakter en de planmatigheid van werken krijgt ook meer vorm. Verbeterpunten Naast deze positief beoordeelde aspecten, vraagt de inspectie aandacht voor enkele onderdelen waarvan de kwaliteit verbetering behoeft. Het betreft hier met name het aspect leerlingenzorg. Sinds het periodiek kwaliteitsonderzoek van 2005 heeft de school vooruitgang geboekt. Het instrumentarium om de leerlingen te volgen is nu op orde en de gegevens worden ook beter en digitaal vastgelegd. De analyse en diagnose van de resultaten van de leerlingen ligt nog te veel bij de intern begeleider. Ook vinden de leerkrachten het nog te moeilijk en te veel werk om zelf handelingsplannen te maken. De school kan de ontwikkeling op het gebied van leerlingenzorg verder uitbouwen als: • de analyse - en diagnosevaardigheden van leerkrachten wordt verbeterd; • de school gaat werken met het stellen van meetbare doelen voor alle leerlingen en groepen; • er heldere afspraken gemaakt worden over de criteria die bepalen welke leerlingen welke zorg krijgen; • de handelingsplannen, groepsplannen of anderszins verantwoording over de voorgenomen zorg helder en concreet worden vastgelegd, zodat de evaluatie ook effectief kan zijn. De school kent enkele leerlingen die een andere leerlijn volgen. Voor deze leerlingen heeft de school nog geen ontwikkelingperspectief vastgelegd en een bijbehorend onderwijsontwerp gemaakt met bijpassende toetsen. Deze leerlingen hebben al wel een handelingsplan gekregen, net zoals alle leerlingen met dyslexie een begeleidingsplan hebben. Als laatste heeft de inspectie geconstateerd dat de school voor de meerbegaafde leerlingen het systeem van doortoetsen hanteert, maar tegelijkertijd deze leerlingen mee laat doen met de groepsinstructie. Deze paradox verdient heroverweging. conclusie De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op basisschool Woutertje Pieterse op de in het vierjaarlijks onderzoek onderzochte onderdelen op orde is. In het onderzoek is gebleken dat het onderwijs op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Mogelijke verbeterpunten (zie ook kwaliteitsprofiel) - Gekozen verbeterpunten opnemen in Plan van Aanpak 2011-2015
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
51
7.5 Inleiding
Analyse oudervragenlijst (mei 2011)
Dit jaar is alweer het derde tevredenheidonderzoek gehouden onder de ouders van de leerlingen op de Woutertje Pieterse. In 2006 heeft de directie van Woutertje Pieterse voor het eerst het onderzoek gehouden. In 2008 is de tweede geweest en nu de derde. Dit jaar is gekozen om bijna allemaal dezelfde vragen te stellen als in 2008. Doordat dezelfde vragen gesteld zijn, kon duidelijk vastgesteld worden wat de veranderingen in de bevindingen van de ouders t.o.v. 2008 zijn. Dat geeft een extra toegevoegde waarde waarmee de MR en de directie de komende tijd aan de slag gaan. De resultaten van dit onderzoek worden door de directie ook gebruikt bij het nieuwe Schoolontwikkelplan waarin het beleid voor de komende vier jaar wordt beschreven. Helaas hebben dit jaar wat minder ouders meegedaan als in 2008. Dit jaar hebben 84 ouders uit 271 gezinnen de enquête ingevuld. Dit in tegenstelling tot 94 respondenten in 2008. Dit is een respons van zo’n 31% Wij willen de ouders die de enquête hebben ingevuld heel hartelijk danken voor hun bijdrage, hun eerlijkheid en openhartigheid. Hun bijdrage wordt door de MR en door de directie van Woutertje Pieterse van groot belang geacht. In het onderzoek zijn vijf thema’s behandeld en zijn er nog enkele open vragen gesteld. De thema’s zijn: 1. Onderwijs; 2. Schoolklimaat; 3. Communicatie; 4. Schoolbeleid en leiding; 5. Leefomgeving. Per thema worden eerst de conclusies en de meest opvallende punten beschreven. Vervolgens wordt per thema een uitgebreidere uitwerking gegeven die de conclusies verder verduidelijken. Na de vijf thema’s worden een beeld gegeven van de antwoorden die gegeven zijn bij de open vragen. Daarbij is zo veel als mogelijk geprobeerd de antwoorden zodanig samen te vatten zodat een duidelijk beeld ontstaat van de meningen van de ouders, waarbij ook de specifieke en opvallende opmerkingen zijn meegenomen. 7.5.1. Onderwijs Opvallendste punten Over het geheel genomen is een verbetering te zien in het oordeel over de kwaliteit en het niveau van het onderwijs op de Woutertje Pieterse. Daarbij is ook een verbetering te zien in de in 2008 minder positief beoordeelde onderdelen zoals “inspelen op verschillen tussen kinderen in een klas” en “onderwijs op maat”. Wel blijft dit laatste onderdeel een onderwerp wat nog verder verbeterd kan worden. In 2008 werd de omgang met kinderen met leerproblemen nog door de meerderheid negatief beoordeeld. Ook dat is ten positieve veranderd en wordt nu door diegene die de vraag beantwoord hebben in meerderheid positief beoordeeld. Opvallend is de sterk verbeterde indruk van de ouders over het gebruik van computers in het onderwijs. Dat heeft vast te maken met het in gebruik nemen van de Digiborden in de klassen.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
52
Resultaten Het thema onderwijs vinden alle ouders zeer belangrijk (70% heel belangrijk, 27% belangrijk). 85% is tevreden over de kwaliteit van het onderwijs (hiervan is 24% zeer tevreden tegenover 12% in 2008). 12% is niet tevreden over de kwaliteit en 4% heeft geen mening. Ook het niveau van het onderwijs aanbod van de school wordt hoog genoeg bevonden (25% zeer goed, 55% goed). Hierbij is zelfs het percentage zeer goed bijna verdubbeld t.o.v. 2008. Ook de mening over de methodes die gebruikt worden is verbeterd. Het aantal ouders dat zeer positief oordeelden is zelfs van 4% naar 12% gestegen. In totaal oordeelt 67% positief, 16% negatief en 17% heeft geen oordeel. Deze laatste groep is net als in 2008 behoorlijk groot. Vraag blijft daarom overeind of ouders voldoende inzicht hebben in de gebruikte methodes1. Een kleine meerderheid van de ouders vindt dat de school goed inspeelt op de verschillen tussen de kinderen in de klas (53% t.o.v. 43% in 2008). 29% is nog altijd niet tevreden over hoe de school inspeelt op de verschillen tussen kinderen. Dit is ten opzichte van 2008 zo goed als gelijk gebleven (in 2008 was dit 30%). Het blijft dus een grote groep die niet tevreden is. 18% heeft op dit onderdeel geen mening. Een zelfde beeld is te zien bij “evenwicht tussen zelfstandig werken en begeleiding”. 66% positief. 16% negatief en 17% geen oordeel. Bij “het onderwijs op maat kunnen krijgen” heeft een ook grote groep geen oordeel (18%). De oorzaak hiervan is niet duidelijk. Het kan beteken dat een grote groep hier niet mee te maken heeft of dat ouders weinig informatie hierover hebben. Van de ouders die wel hun oordeel hebben gegeven is nog net een meerderheid positief (50% tegenover 32% van de ouders die negatief oordelen). Dit onderdeel blijft dan ook om aandacht van de school vragen. De school heeft een omslag gemaakt in hun aandacht aan leerlingen met leerproblemen. Dit is van een negatieve beoordeling omgeslagen naar een positief oordeel. De invoering van de GIP methode levert blijkbaar ook in de oordeel van de ouders hun vruchten af. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat bijna de helft (45%) van de ouders geen mening hebben gegeven en dus hier niet mee te maken hebben of niet voldoende inzicht in hebben. 34% is positief. 21% negatief. In 2008 was dit nog 20% positief en 40% negatief. De mening over het gebruik van computers in het onderwijs is ook sterk verbeterd. In 2008 was nog een minderheid positief (42%). Nu is een grote meerderheid positief (69%). 17% is nog negatief en 14% heeft geen mening. De invoering van de “Digiborden” heeft waarschijnlijk een positieve indruk op de ouders gemaakt. De mening van de ouders over de aandacht die door de school gegeven wordt aan creatieve vakken is duaal, maar iets positiever dan in 2008. De groep van ouders die positief hierover is, is groter geworden t.o.v. 2008 (62% t.o.v. 55% in 2008), maar de groep die negatief oordeelt blijft groot (34% t.o.v. 38% in 2008). 7.5.2. Schoolklimaat Opvallendste punten Dit onderdeel wordt voornamelijk positief door de ouders beoordeeld. De sfeer, structuur, regels en evenwicht in ruimte geven en grenzen stellen worden als goed beoordeeld. Ook hier is de verbetering terug te zien in het oordeel over de omgang met verschillen tussen de kinderen, de omgang met kinderen met gedragsproblemen en de omgang met pestgedrag. Het beeld over hoe de kinderen worden gestimuleerd om samen te werken is echter verslechterd. Resultaten Ook dit thema vinden de ouders belangrijk (100%). 1
Leermethoden die door Woutertje Pieterse gebruikt worden staan beschreven in de schoolgids en in het School Ontwikkel plan. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
53
Net als in 2008 vindt de overgrote meerderheid van de ouders de sfeer op school plezierig (93%). De school biedt ook voldoende structuur en duidelijkheid: 71% is posities over de leerkrachten dat ze voldoende duidelijk zijn en structuur bieden aan de leerlingen. Toch is ook nog een groot deel van de ouders (19%) het daar niet mee eens. Regels zijn over het algemeen duidelijk. 84% vindt dat de school duidelijke regels heeft. De ouders zijn ook bekend met de schoolregels (84%). Hierbij is vooral de groep ouders gegroeid die zeer positief oordeelt (32% t.o.v. 19% in 2008). Het overgrote deel van de ouders vindt dat de leerkrachten zich goed inzetten voor de naleving van de regels en afspraken (78%). Ook hier is de groep die zeer positief oordeelt sterk gegroeid (21% t.o.v. 12% in 2008). Op de school is er bovendien een goede balans in het geven van ruimte aan de kinderen en het stellen van grenzen. 79% is hier positief over, 12% negatief en 10% heeft geen mening. Net als in 2008 geven de ouders aan dat de leerkrachten open staan voor de verschillen tussen de kinderen. 76% is daar positief over. Met 15% is een beduidend kleiner deel dan in 2008 (22%) van mening dat de leerkrachten onvoldoende open staan voor verschillen tussen de leerlingen. 10% weet het niet of heeft geen mening. Ook vindt de meerderheid van de ouders dat de leerkrachten goed omgaan met de verschillen tussen de leerlingen (69%). Het oordeel van de ouders is daarover verbeterd ten opzichte van 2008. Toen was een kleine meerderheid (52%) positief. Ondanks deze positieve verandering blijft een grote groep (19%) hier negatief over. Het pestgedrag wordt over het algemeen, zover de ouders dat meekrijgen (25% heeft hierover geen mening), redelijk goed opgepakt door de leerkrachten. 44% van de ouders is hier positief over ten opzichte van 31% die dat niet is. Een zelfde beeld is te zien bij het handelen van de leerkrachten ten opzichte van kinderen met gedragsproblemen. Hier heeft 27% van de ouders niet mee te maken of weten het niet. 47% van de ouders is positief en 26% negatief. Ten slotte vindt 67% van de ouders de school een plek waar de kinderen zich goed kunnen concentreren. Daarvan is 17% zeer positief. In 2008 was dit nog 7%. Toch vindt ook een groot deel van de ouders dat de school niet een plek is waar de kinderen zich goed kunnen concentreren (25%). De ouders vinden dat de leerkrachten de kinderen op een positieve manier stimuleren. 88% is daar positief (63%) tot zeer positief (25%) over. Ook positief zijn de ouders over dat kinderen worden gestimuleerd om samen te werken (78%). Wel is dit minder geworden dan in 2008 (nu 14% niet positief t.o.v. 5% in 2008). 7.5.3. Communicatie Opvallendste punten In vergelijking met de eerdere twee thema’s zijn de meningen over communicatie wat meer verdeeld. Ondanks dat vinden de ouders over het algemeen dat zij voldoende informatie krijgen. Wel zijn er diverse onderdelen voor verbetering vatbaar. Bijvoorbeeld informatie over de activiteiten van de MR en de OR, de website en informatie uit het leerlingvolgsysteem. Ook is het de ouders niet altijd duidelijk wanneer de kinderen huiswerk hebben. Positief zijn de ouders over de infobulletins. Resultaten Communicatie wordt van groot belang geacht door de ouders. Wel wordt het belang wat minder hoog gewaardeerd als de eerste twee aandachtsgebieden (grotere groep + in plaats van ++ in vergelijking met de andere twee onderwerpen). Ook is er een grotere spreiding in de meningen te zien. Net als in 2008 is men het meest positief over de ouderinformatieavond (67% positief), het jaarboekje (74% positief) en de infobulletins (85% positief). Deze communicatiemiddelen verschaffen de ouders voldoende informatie over wat er op school gebeurt, het gedrag en prestaties van de kinderen en over de activiteiten op school. Ook zijn de ouders positief over de Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
54
mate waarin de leerkrachten tijdens het 10-minutengesprekken open staan voor de mening van de ouders (84%). Daar tegenover vindt een grote groep ouders (35%) dat de 10-minutengesprekken onvoldoende informatie opleveren. Een kleine meerderheid vindt wel dat de 10minutengesprekken voldoende informatie oplevert (58%). Dit zelfde beeld komt naar voren bij de rapporten. Ook daarbij vindt slechts een kleine meerderheid dat de rapporten duidelijke informatie geven over het niveau van hun kind. Een grote groep (22%) vindt de rapporten niet duidelijk het niveau aangeven. Ook een grote groep (21%) heeft hier geen mening over. Het is voor de meesten duidelijk wat het leerlingvolgsysteem inhoudt (64%). Toch weet ook een grote groep ouders (20%) niet wat het leerlingvolgsysteem inhoudt. 15% heeft geen mening. Bovendien vindt maar 27% van de ouders dat het leerlingvolgsysteem voldoende informatie oplevert. 40% vindt dat het te weinig informatie levert en 33% heeft geen mening of te weinig informatie hierover. Geconcludeerd mag worden dat er nog veel onduidelijkheden zijn rondom het leerlingvolgsysteem en de informatie die dat voor de ouders kan opleveren. Uiteindelijk hebben de ouders voldoende gelegenheid om zich over de leervorderingen en ontwikkeling van hun kind te informeren. 69% is daar tevreden over, 26% niet. Hoe de beoordeling van de kinderen tot stand komt is bij de ouders duidelijker dan in 2008, maar het kan nog transparanter dan nu het geval is. 56% van de ouders is positief hierover. In 2008 was dit nog 48%. Nu is het nog voor 22% onduidelijk, terwijl het in 2008 nog voor 32% van de ouders onduidelijk was. Net als in 2008 is het opmerkelijk dat veel ouders (23%%) niet weten wanneer hun kinderen huiswerk hebben of daar geen oordeel over hebben (37%). Een zeer kleine meerderheid (39%) is wel op de hoogte. Dit is echter wel 10% meer dan in 2008. Opvallend is de uitkomst over de communicatie van de MR en OR. Bij beide is de mening van de ouders slechter geworden. In 2008 was nog 57% positief over de informatieverstrekking van de MR. Nu is nog maar 42% positief over hoe de MR hun op de hoogte houdt van de activiteiten van de MR. 40% is negatief en 18% heeft geen oordeel. De mening over de OR geeft een zelfde beeld. 37% vindt dat de OR hen goed op de hoogte houdt van hun activiteiten, 46% is negatief en ook 18% heeft geen mening. 7.5.4. Schoolbeleid en leiding Opvallendste punten Het beeld over het schoolbeleid is omgeslagen van negatief naar een redelijk positief beeld en het beeld over de schoolleiding is gelijk gebleven. De ouders blijven van mening dat de directie makkelijk te benaderen is. Resultaten Mogelijk heeft de aandacht die door de school besteed is aan de nieuwe Visie en Missie van de school het beeld over het schoolbeleid verbeterd. 57% van de respondenten heeft voldoende inzicht in het gevoerde schoolbeleid. Dat was in 2008 46%. Toch heeft ook nog 35% heeft onvoldoende inzicht (t.o.v. 47% in 2008). 63% zegt tevreden te zijn over de mate waarin zij door de WP worden geïnformeerd over haar beleid (was 46%). 32% is nog niet tevreden. Dat was in 2008 nog 47%. De laagdrempeligheid voor het benaderen van de directie is gebleven. 71% geeft aan dat de directie makkelijk te benaderen is. 17% vindt van niet en 12% heeft geen oordeel. Een groot deel van de ouders heeft mogelijk geen ervaring met het spreken van de directie, want 38% heeft geen oordeel over de gesprekken met de directie. De meerderheid die wel een oordeel heeft is positief (31%). 21% is over het algemeen niet tevreden over de afloop van de gesprekken met directie. 7.5.5. Leefomgeving Opvallendste punten In dit aandachtsgebied zijn uiteenlopende resultaten te zien. duidelijke verbetering is de mening over het schoolgebouw. Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
Een De
55
verhuizing naar de nieuwbouw en de opknapbeurt van het oude gedeelte heeft duidelijk de mening van de ouders ten positieve beïnvloed. Naast deze duidelijke verbetering worden een aantal zaken nog steeds niet positief beoordeeld. Dit zijn onder andere de verkeerssituatie rondom de school en de tussenschoolse opvang. Resultaten Aan dit thema wordt wederom veel waarde gehecht. Zoals al aangegeven is, is het beeld over het schoolgebouw sterk verbeterd. 80% geeft aan dat het schoolgebouw en de klassen een schone en opgeruimde indruk maken. Dit was in 2008 nog 44%! 20% is nog altijd niet positief hierover. Dat was in 2008 nog de meerderheid van de respondenten (55%). Ook vindt de overgrote meerderheid (93%) dat de school een prettige indruk geeft. Dat was in 2008 nog 64%. Bovendien was toen 36% ontevreden hierover. Nu nog 7%! Ook nu weer niet geheel onverwacht (zeker niet met al het bouwverkeer van het Terraplein) is de ontevredenheid over de verkeerssituatie rondom de school. Gelukkig wordt door de gemeente op dit moment gewerkt aan het verbeteren van de verkeerssituatie. 68% is ontevreden over de veiligheid van de verkeerssituatie rondom school. 31% is nog positief. Het beeld is wel iets verbeterd ten opzichte van 2008. Toen was 77% ontevreden. Door de werkzaamheden aan het Terraplein zijn de meningen over het schoolplein uiteenlopend. Aan de ene kant is er een verbetering te zien in het oordeel over dat het schoolplein uitdaagt tot spel. 52% is hier tevreden over (in 2008 46%). 34% is niet positief hierover (was 48%). Dit terwijl het schoolplein de laatste tijd juist kleiner is geweest door de werkzaamheden en speelapparaten zijn verdwenen. De menig over de veiligheid is echter heel anders. Dat beeld is verslechterd. Nog 45% van de respondenten vinden het schoolplein veilig om te spelen. Dat was in 2008 60%. Nu vindt 44% het schoolplein niet veilig en 11% heeft geen oordeel. Dit beeld heeft waarschijnlijk ook alles te maken met de werkzaamheden aan het Terraplein. Het schoolgebouw wordt door de overgrote meerderheid wel als veilig beschouwd (94%). Net als in 2008 is het de ouders echter onduidelijk of er wel voldoende aandacht aan brandveiligheid wordt besteed (49% heeft geen oordeel). Van de mensen die wel een oordeel hebben, is de meerderheid positief (42% is positief t.o.v. 9% die negatief is). De mening over de tussenschoolse opvang van B4kids is iets verbeterd. In 2008 was nog 34% tevreden en 40% ontevreden. Nu is 44% van de respondenten tevreden, maar nog altijd 35% niet tevreden. De informatieverstrekking van B4Kids over de tussenschoolse activiteiten blijft ver achter. 63% is hierover ontevreden en 20% heeft geen oordeel. 7.5.6. Algemene mening van ouders over Woutertje Pieterse Net als in 2008 zijn de ouders erg enthousiast over het schoolklimaat en de sfeer op school. De ouders en leerlingen voelen zich thuis, geborgen en veilig. Bovendien zijn de leerkrachten “toppers”. Daar mag de school trots op zijn. De leerkrachten hebben aandacht voor het individu, zijn makkelijk benaderbaar en zetten zich volop in. Wel zijn er grote verschillen tussen de leerkrachten. Dat wordt zowel positief als negatief ervaren. De ouders zijn positief over het schoolgebouw (vooral het nieuwe gebouw) en kijkt men uit naar het in gebruik nemen van het mooie Terraplein. Bovendien heeft de school veel aandacht voor buitenschoolse activiteiten die wel binnen een leerstofkader vallen (bijv. Technolab, knutselen, dansles, uitjes). Kritisch zijn de ouders vooral over de verkeerssituatie rondom de school (onveilige situaties voor wandelaars en fietsers, auto’s op de stoep), de tussenschoolse opvang van B4Kids (en de informatie die daarover gegeven wordt), de rommel rondom de school vanwege de bouw van het Terraplein en de duur van het aanleggen van het Terraplein. Andere punten waar ouders ontevreden over zijn, de communicatie (kan tijdiger, eenduidiger), vieze WC’s bij de kleuters, pestgedrag dat langere tijd kan aanhouden, maar ook het niet reageren van de directie op mails en brieven. Bovendien bestaat het gevoel dat de directie en enkele leerkrachten moeilijk kunnen omgaan met (opbouwende) kritiek, waardoor dat soms bij ouders tot frustraties leidt. Tenslotte is men blij met het initiatief voor deze enquête en zijn de ouders benieuwd naar de uitslag. In de open vragen zijn nog diverse onderwerpen door individuele ouders aangestipt die Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
56
niet in het algemeen zijn genoemd. Deze zullen in een apart overzicht met de directie en de MR worden gedeeld, zodat ook die punten kunnen worden meegenomen bij de vorming van beleid en initiatieven tot het verbeteren van de WP. De opmerkingen ter verbetering van de enquête zullen bij de het opstellen van de volgende enquête worden meegenomen.
7.6
Analyse leerlingenvragenlijst
In mei 2011 hebben wij een kindervragenlijst afgenomen. Deze vragenlijst richtte zich op kwaliteitszorg, aanbod, tijd, pedagogisch handelen, didactisch handelen, afstemming, schoolklimaat en zorg en begeleiding. De vragenlijst is afgenomen bij kinderen uit groep 6,7 en 8 van onze school. Conclusies die getrokken kunnen worden zijn; Er is gemiddeld gescoord op kwaliteitszorg, waarbij naar voren kwam dat kinderen vonden dat er meer rekening moet worden gehouden met hun mening en de school aan hen moet vertellen welke verbeteringen lukken en welke niet. We zien hier een duidelijke verbetering t.o.v.2007 Bij het onderdeel aanbod werd goed gescoord op drie methodes namelijk de taal ,wereldoriëntatie en biologie/natuurkunde methode. Verder vonden de kinderen nog steeds dat er meer tijd kan worden besteed aan het leren werken met en op de computer. Bij het didactisch handelen vonden de kinderen dat de leerkrachten het digibord goed gebruiken bij de uitleg , maar dat de leerkrachten te weinig de lessen nabespraken. Bij het schoolklimaat kwam naar voren dat er geen leerlingenraad is De lessen over Kinderen en hun sociale competenties worden als positief gewaardeerdl Verbeterpunten voor onze school Er zal in schooljaar 2011-2012 een leerlingenraad worden opgestart. Vanaf schooljaar 2011 zal er naast de nieuwe natuur/biologie methode.gewerkt worden aan het ontwikkelen van lessen die in onze eigen Terratuin gegeven kunnen worden Vanaf 2010 is onze school zich aan het oriënteren op de vervanging van onze taal/lees methode. In het ICT beleidsplan wordt beschreven hoe er door de leerlingen binnen de klas gewerkt gaat worden met de computer en hoe de computer nog meer geïntegreerd wordt binnen het lesaanbod. Voor het laatste jaar worden de leerkrachten binnen onze school bijgeschoold met het zelfstandig werken in de klas door middel van de GIP XL methode.
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
57
7.7
Analyse lerarenvragenlijst (zie ook RI&E)
Januari 2009 is de S/Z analyse van Esan afgenomen, 77% van de collega’s heeft dit gedaan. De realiteitswaarde is dus vrij hoog te noemen. De resultaten worden in een overzicht van de hele analyse als bijlage weergegeven .Er zijn enkele opvallende kenmerken welke uit deze interne analyse naar voren komen. In middels zijn vele aandachtspunten samen met APS en de Onderwijsarchitect aangepakt en nog in ontwikkeling De leerkrachten waren niet erg tevreden over de taakverdelingen binnen het team. Ook de samenwerkingsrelaties en gemeenschappelijke normen en waarden vragen aandacht. De schoolomgeving en verzorging en behoud daarvan waren voor de helft van de leerkrachten een probleem. Onderwijsinhoudelijk is er vraag naar differentiatiemateriaal bij taal en een betere aanp ak % ja %nee %actie opmerkingen voor Pedagogisch-didactisch klimaat de creati Zijn de schoolafspraken helder? 79,4 20,6 22,5 Actie gevraagd op punt 3 eve en 4. vakke Kunnen de kinderen zich optimaal 79,5 20,5 13,2 Actie gevraagd op punt ontwikkelen? 9,10,14 en n. 19. 12 10 Is de werkhouding van de kinderen 88 Actie op punt 20 en 21 van goede kwaliteit? . Schoolorganisatie Zijn overleg en besluitvorming van 69,5 voldoende kwaliteit? Zijn de teamleden tevreden over de 60,8 taakverdeling in het team? Voelen de teamleden zich 82,5 verantwoordelijk en betrokken bij de organisatie? Is de kwaliteit van de samenwerking 77,5 voldoende?
30,5
23,5
Actie op punt 1,3,4,5,en 6
39,2
23,3
Actie op pt 9,10, en 17
17,5
12,5
Pt 19
22,5
21,3
Pt 11, 22
12
12
Evt pt 3 en 4.
39
25
Pt 7,8,9 en 10
37
25
Pt 12,13 en 14
11
17
Pt 18 en 20
34
24,3
Pt 2,3,7,8,17 en 21.
Teamklimaat Hebben de teamleden een optimaal88 gevoel van welbevinden? Zijn Zijn de teamleden tevreden over 61 de samenwerkingsrelaties binnen het team? Ervaren de teamleden 63 gemeenschappelijke normen en waarden? Is het team voldoende deskundig? 89 Schoolleiding Ervaart het team de schoolleider als 66 onderwijskundig leider? Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
58
Delegeert
de schoolleiding taken65 helder en voldoende? Heeft de schoolleiding voldoende oog 78,3 en aandacht voor de begeleiding?
35
20
Pt 13
21,7
16,7
Pt 30
50,8
26
Pt 1,2 en 6
Leeromgeving Is
het
team tevreden verzorging omgeving?
over van
de 49,2 de
Onderwijsinhoud Wordt er voldoende gewerkt aan de kwaliteit van het onderwijs?
65
35
20
Pt 1 en 3
Is de aanpak van het taalleesonderwijs van voldoende kwaliteit?
65
35
12,5
Pt 6 en 7
Is er voldoende differentiatiemateriaal 56,7 beschikbaar voor het taalleesonderwijs?
43,3
10
-actie?-
Is de aanpak van het rekenonderwijs 73,3 van voldoende kwaliteit?
26,7
3,3
-
Is er voldoende differentiatiemateriaal 70 beschikbaar voor het rekenonderwijs?
30
5
-
Is de aanpak van de wereldoriëntatievakken van voldoende kwaliteit?
73,3
26,7
5
-
Is de aanpak van de creatieve vormingsvakken van voldoende kwaliteit?
51,7
48,3
8,3
-actie??-
Is de aanpak van de sociaalemotionele ontwikkeling van voldoende kwaliteit?
90
10
2,5
-
Is de aanpak van het bewegingsonderwijs van voldoende kwaliteit?
82,5
17,5
0
-
Is het team bekwaam in het omgaan 90 met ICT in de klas?
10
11,7
-
Ervaart het team gezamenlijke 55 verantwoordelijkheid bij de verzorging van de omgeving?
45
15
Pt 7
Ouders Hebben de teamleden een actieve houding naar ouders toe?
90,8
9,2
0,8
-
Hebben de teamleden een positieve houding t.o.v. ouderparticipatie?
87,5
12,5
3,3
-
Voelen teamleden zich voldoende bekwaam om lastige oudergesprekken te voeren?
80
20
10
-
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
59
Hoofdstuk 7.9
Het evaluatieplan
In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplanmet een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks. In onze jaarplannen nemen we steeds op welke beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de GMR en de ouders.
Onze beleidsterreinen (kwaliteitszorg)
20112012
20122013
20132014
20142015
Levensbeschouwelijke identiteit (3.3)
X
Leerstofaanbod (3.4)
X
Taalleesonderwijs (3.5)
X X
Rekenen en wiskunde (3.6)
X
Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7) Actief Burgerschap en sociale cohesie (3.8)
X
X
ICT (3.9)
X
X
Leertijd (3.10)
X
Pedagogisch klimaat (3.11)
X
Didactisch handelen (3.12)
X
X X X
Opbrengstgericht werken(3.16) Opbrengsten (3.17)
X
X
X
X X
Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie (5.4)
X
Externe contacten (5.5.)
X X
Contacten met ouders (5.6) X
Voor- en vroegschoolse educatie (5.7) Kwaliteitszorg (7.0)
X
TOTAAL
9
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
X
X
Schoolleiding (4.2) Beroepshouding (4.3)
X
X
Zorg en begeleiding (3.14) Passend onderwijs – afstemming (3.15)
X
X
Actieve rol van de leerlingen (3.13) Schoolklimaat (5.3)
X
X
X 9
8
8
60
Zie alle hoofdstukken (beleidsterreinen): wanneer beoordelen. Kan m.b.v. Quick Scan of mondeling, m.b.v. Schoolplan Hoofdstuk 7.10
Kwaliteitsprofiel – Onze mogelijke verbeterpunten
Voor het vaststellen van de onderstaande (mogelijke) verbeterpunten is gebruik gemaakt van: 1. Het strategisch beleidsplan (bovenschools management) (hoofdstuk 7.3) 2. Het zorgplan 3. Het ICT-beleidsplan 4. Het Integraal Personeelsbeleidsplan 5. De verschillende hoofdstukken in het schoolplan (zie verbeterpunten per hoofdstuk) en de uitslagen en analyses van : 6. Het meest recente inspectierapport (hoofdstuk 7.4) 7. De ouder-, leerlingen- en lerarenvragenlijst (hoofdstuk 7.6, 7.7 en 7.8) Beleidsterrein Levensbeschouwelijke identiteit (3.3)
Leerstofaanbod (3.4)
Mogelijke verbeterpunten De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap . We laten leerlingen bewust kennismaken verschillen in de samenleving
Afgeleid van …
1,2,5 met
de
5
Taalleesonderwijs (3.5)
In de komende jaren worden diverse methoden vervangen volgens de beschreven ambities Oriëntatie op de referentieniveaus Taal
Rekenen en wiskunde (3.6)
Oriëntatie op de referentieniveaus Rekenen
5,6
Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7)
De leerlingen vullen vanaf groep twee jaarlijks een vragenlijst in (SCOL) We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan volgt er actie (groepsplan)
2,5
Actief Burgerschap (3.8)
Een punt van ontwikkeling voor onze school is mediation 5,2 tussen leerlingen Kinderen leren hierbij verantwoordelijkheid te nemen en een bijdrage te leveren aan de veiligheid van de school. Het instellen van een klassenraad en/of kinderraad. Het ontwikkelen van een document omtrent de beschrijving van de risico’s m.b.t. de ambities In de groepen 2 en 5-6 wordt er les gegeven in de 5 schooltuintjes We gebruiken de mogelijkheden van het techniekaanbod van Hogeschool en Universiteit
Natuur en Techniek(3.9)
ICT (3.10)
Het inzetten van een electronische leeromgeving om leerlingen te ondersteunen bij het zelfstandig leren, zo nodig tijd- en plaatsonafhankelijk.
5,6
5
Het inzetten van educatieve programma’s voor individueel werken. Leertijd (3.11)
Implementatie van het samenwerkend leren
2,5
Pedagogisch klimaat (3.12)
De leerkrachten stimuleren bij de leerlingen de ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid
2,5
Didactisch handelen (3.13)
De leraren leren de leerlingen effectief samen te werken
2,5
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
61
Actieve rol leerlingen (3.14)
Laatste trap van GIP-XL Implementatie van het samenwerkend leren via GIP-model
2,5
Schoolklimaat (5.3)
De school neemt 2 x per vier jaar vragenlijsten (ouders, 7 leerlingen en leraren af). Tevens wordt jaarlijks een analyse opgesteld op basis van de incidentenregistratie. Jaarlijks wordt 2 x het LVS SCOL ingevuld. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
Zorg en begeleiding (3.15)
De school maakt indien groepshandelingsplannen
nodig
gebruik
van 2,5,6
Ook in de onderbouw worden leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong uitgedaagd met extra materialen. Passend onderwijs Afstemming (3.16)
Opbrengstgericht werken (3.17)
Handelingsgericht werken, ook doelen stellen voor KOV- 2,5,6 kinderen Nader beschrijven van onderwijs aan zieke leerlingen( samenwerking met HCO Toetsen op schoolniveau normeren naar 6,5 vaardigheidsscore Reflecteren op handelen in de klas om norm te halen
Opbrengsten (3.18)
Toetsen op schoolniveau normeren naar vaardigheidsscore Reflecteren op handelen in de klas om norm te halen
Schoolleiding (4.2)
De schoolleiding stelt alles in het werk om de 5,7 communicatie in, tussen en met het team te optimaliseren
Beroepshouding (4.3)
Beschikken over reflectieve vaardigheden 5,7 Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school
Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid
Er wordt toegewerkt naar klassenconsultatie en intervisie 4,5,7 op eigen functioneren
Interne communicatie (5.4)
In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf 5,7 We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
6,5
Externe contacten (5.5.) Contacten met ouders (5.6)
Informatievoorziening over onderwijskundige aspecten via gerichte informatieavonden.blijft een aandachtspunt. Dit kan op verschillende wijzen vormgegeven worden. Er moet dus meer transparantie komen. Er komt in de toekomst een mogelijkheid tot elektronische inkijk in het leerlingendossier voor ouders.
Voor- en vroegschoolse educatie (5.7)
We onderhouden een goede relatie met de 5 peuterspeelzalen (voorscholen) en er is in alle gevallen van plaatsing op de basisschool sprake van een warme overdracht. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen 5,7 door leerlingen
Kwaliteitszorg (7.0)
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
5,7
62
Hoofdstuk 7.11
Plan van Aanpak 2011-2015
Het schoolontwikkelplan Jaar 2011-2012 (gekozen verbeterdoelen) Beleidsterrein
Verbeterdoel(en)
1e
01
Taalleesonderwijs (3.5)
Oriëntatie op de referentieniveaus Taal
x
02
Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7)
De leerlingen vullen vanaf groep twee jaarlijks een vragenlijst in (SCOL) We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan volgt er actie (groepsplan)
x
03
Levensbeschouwelijk e identiteit (3.3)
De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap . We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving
04
Natuur en Techniek(3.9)
In de groepen 2 en 5-6 wordt er les gegeven in de schooltuintjes We gebruiken de mogelijkheden van het techniekaanbod van Hogeschool en Universiteit
06
Didactisch handelen (3.13)
07
Zorg en begeleiding (3.15)
Implementatie van het samenwerkend x leren De leraren leren de leerlingen effectief samen te werken Laatste trap van GIP-XL De school maakt indien nodig gebruik van groepshandelingsplannen
09
Toetsen op schoolniveau normeren naar vaardigheidsscore Reflecteren op handelen in de klas om norm te halen
Beroepshouding (4.3)
De schoolleiding stelt alles in het werk
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
2 x per toetsschema
x
Het inzetten van educatieve programma’s voor individueel werken.
Opbrengstgericht werken (3.17)
x
x
ICT (3.10)
08
Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Taalwerkgroep hiervoor wordt gestart
x
05
Ook in de onderbouw worden leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong uitgedaagd met extra materialen.
2e
jaar
volgens
Er wordt een start gemaakt met actieve uitwisseling en samenwerking
Werkgroep Terratuin geeft dit verder inhoud De werkgroep natuur en techniek zal een en ander aansturen
GIP-X:L programma wordt in de laatste trap geïmplementeerd
x
X
x
In het kader van GIP wordt de instructie in 3 niveaus aangeboden Het levelwerk voor de onderbouw wordt nader ingevoerd
IB-ers gaan i.o.m. het team normen aangeven voor onze school
Uit de scholinggelden wordt
63
10
Schoolleiding (4.2) Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie (5.4)
om de communicatie in, tussen en met het team te optimaliseren Lkrn beschikken over reflectieve vaardigheden Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school Er wordt toegewerkt naar klassenconsultatie en intervisie op eigen functioneren In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
Kwaliteitszorg
Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9
de begeleiding van de onderwijsarchitect betaald Subsidie is aangevraagd voor een coachingstraject bij het vervangingsfonds
X
Evaluatiedagdeel
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2011-2015 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5.
Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling Op onze school is er sprake van passend onderwijs Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling Op onze school werken leerlingen coöperatief samen Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
64
Hoofdstuk 7.12
Het schoolontwikkelplan Jaar 2012-2013
Beleidsterrein
Verbeterdoel(en)
01
Rekenen en wiskunde (3.6)
Oriëntatie op de referentieniveaus Rekenen
02
Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7)
De leerlingen vullen vanaf groep twee jaarlijks een vragenlijst in (SCOL) We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan volgt er actie (groepsplan)
03
Levensbeschouwelijk e identiteit (3.3)
De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap . We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving
04
Natuur en Techniek(3.9)
In de groepen 2 en 5-6 wordt er les gegeven in de schooltuintjes We gebruiken de mogelijkheden van het techniekaanbod van Hogeschool en Universiteit
05
ICT (3.10)
Het inzetten van een electronische leeromgeving om leerlingen te ondersteunen bij het zelfstandig leren, zo nodig tijd- en plaatsonafhankelijk. Het inzetten van educatieve programma’s voor individueel werken.
06
Didactisch handelen (3.13)
07
Zorg en begeleiding (3.15)
1e
2e
x x
x
Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Een rekenwerkgroep hiervoor wordt gestart
x
2 x per toetsschema
x
Er wordt voortgegaan met actieve uitwisseling en samenwerking
x
Werkgroep Terratuin geeft dit verder inhoud De werkgroep natuur en techniek zal een en ander aansturen
x
Adjunctdirecteur en ICT-er maken een verkenning op dit terrein en brengen verslag uit naar team
x
GIP-X:L programma wordt in de laatste trap geïmplementeerd. 1 studiedagdeel
jaar
volgens
x
Implementatie van het samenwerkend x leren De leraren leren de leerlingen effectief samen te werken Laatste trap van GIP-XL De school maakt indien nodig gebruik x van groepshandelingsplannen
In het kader van GIP wordt de instructie in 3 niveaus aangeboden
Ook in de onderbouw worden leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong uitgedaagd met extra materialen. 08
Passend onderwijs Afstemming (3.16)
09
Beroepshouding (4.3) Schoolleiding (4.2) Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
Handelingsgericht werken, ook doelen stellen voor KOV-kinderen Nader beschrijven van onderwijs aan zieke leerlingen( samenwerking met HCO De schoolleiding stelt alles in het werk om de communicatie in, tussen en met het team te optimaliseren Lkrn beschikken over reflectieve vaardigheden
x
Ontwikkelingsperspectief voor KOV-leerlingen nader beschrijven
Zie 2011-2012
65
10
(5.4)
Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school Er wordt toegewerkt naar klassenconsultatie en intervisie op eigen functioneren In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
Kwaliteitszorg
Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9
X
Evaluatiedagdeel
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2011-2015 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5.
Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling Op onze school is er sprake van passend onderwijs Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling Op onze school werken leerlingen coöperatief samen Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt
Desgewenst: halfjaarlijkse evaluatie
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
66
Hoofdstuk 7.13
Het schoolontwikkelplan Jaar 2013-2014
Beleidsterrein
Verbeterdoel(en)
1e
2e
Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Voortzetting beleid
01
Levensbeschouwelijk e identiteit (3.3)
x De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap . We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving
x
02
Natuur en Techniek(3.9)
In de groepen 2 en 5-6 wordt er les gegeven in de schooltuintjes We gebruiken de mogelijkheden van het techniekaanbod van Hogeschool en Universiteit
x
x
Werkgroep Terratuin geeft dit verder inhoud De werkgroep natuur en techniek zal een en ander aansturen
03
Actief Burgerschap (3.8)
x
Werkgroep wordt gestart. ! studiedag/middag
04
ICT (3.10)
Een punt van ontwikkeling voor onze school is mediation tussen leerlingen Kinderen leren hierbij verantwoordelijkheid te nemen en een bijdrage te leveren aan de veiligheid van de school. Het instellen van een klassenraad en/of kinderraad. Het ontwikkelen van een document omtrent de beschrijving van de risico’s m.b.t. de ambities x Het inzetten van een electronische leeromgeving om leerlingen te ondersteunen bij het zelfstandig leren, zo nodig tijd- en plaatsonafhankelijk.
x
Verkenning en 1 start 1 studiedag
x
Ontwikkelingsperspectief voor KOV-leerlingen nader beschrijven
x
IB-ers gaan i.o.m. het team normen aangeven voor onze school
e
Het inzetten van educatieve programma’s voor individueel werken. 05
Zorg en begeleiding (3.15)
De school maakt indien nodig gebruik van groepshandelingsplannen
06
Passend onderwijs Afstemming (3.16)
07
Opbrengstgericht werken (3.17)
Handelingsgericht werken, ook doelen x stellen voor KOV-kinderen Nader beschrijven van onderwijs aan zieke leerlingen( samenwerking met HCO x Toetsen op schoolniveau normeren naar vaardigheidsscore Reflecteren op handelen in de klas om norm te halen
08
Beroepshouding (4.3) Schoolleiding (4.2) Professionalisering (4.4) Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie (5.4)
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
De schoolleiding stelt alles in het werk om de communicatie in, tussen en met het team te optimaliseren Lkrn beschikken over reflectieve vaardigheden Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school Er wordt toegewerkt naar
Zie beleid 2011
67
klassenconsultatie en intervisie op eigen functioneren In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen
09
Contacten met ouders (5.6)
Informatievoorziening over onderwijskundige aspecten via gerichte informatieavonden.blijft een aandachtspunt. Dit kan op verschillende wijzen vormgegeven worden. Er moet dus meer transparantie komen. Er komt in de toekomst een mogelijkheid tot elektronische inkijk in het leerlingendossier voor ouders.
10
Kwaliteitszorg
Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9
Informatieavond over diverse aspecten van het onderwijs binnen onze school
X
Evaluatiedagdeel
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2011-2015 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5.
Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling Op onze school is er sprake van passend onderwijs Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling Op onze school werken leerlingen coöperatief samen Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt
Desgewenst: halfjaarlijkse evaluatie
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
68
Hoofdstuk 7.14
Het schoolontwikkelplan Jaar 2014-2015
Beleidsterrein
Verbeterdoel(en)
1e
2e
Consequenties - organisatie - professionalisering - middelen Zie beleid 2011 en verder
01
Levensbeschouwelijk e identiteit (3.3)
x De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap . We laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving
x
02
Natuur en Techniek(3.9)
In de groepen 2 en 5-6 wordt er les gegeven in de schooltuintjes We gebruiken de mogelijkheden van het techniekaanbod van Hogeschool en Universiteit
x
x
Werkgroep Terratuin geeft dit verder inhoud De werkgroep natuur en techniek zal een en ander aansturen
03
Actief Burgerschap (3.8)
x
Werkgroep wordt voortgezet ! studiedag/middag Werkgroep begeleidt implementatie
04
ICT (3.10)
x Een punt van ontwikkeling voor onze school is mediation tussen leerlingen Kinderen leren hierbij verantwoordelijkheid te nemen en een bijdrage te leveren aan de veiligheid van de school. Het instellen van een klassenraad en/of kinderraad. Het ontwikkelen van een document omtrent de beschrijving van de risico’s m.b.t. de ambities Het inzetten van een electronische leeromgeving om leerlingen te ondersteunen bij het zelfstandig leren, zo nodig tijd- en plaatsonafhankelijk.
x
Voortzetting verkenning en inzet 1 studiedagdeel
Het inzetten van educatieve programma’s voor individueel werken. 05
Zorg en begeleiding (3.15)
De school maakt indien nodig gebruik x van groepshandelingsplannen
x
Zie zorgplan
06
Opbrengstgericht werken (3.17)
Toetsen op schoolniveau normeren naar vaardigheidsscore Reflecteren op handelen in de klas om norm te halen
x
x
IB-ers gaan i.o.m. het team normen aangeven voor onze school
07
Contacten met ouders (5.6)
Informatievoorziening over onderwijskundige aspecten via gerichte informatieavonden.blijft een aandachtspunt. Dit kan op verschillende wijzen vormgegeven worden. Er moet dus meer transparantie komen. Er komt in de toekomst een mogelijkheid tot elektronische inkijk in het leerlingendossier voor ouders.
08
Voor- en vroegschoolse educatie (5.7)
We onderhouden een goede relatie met de peuterspeelzalen (voorscholen) en er is in alle gevallen
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
Contact met vertegenwoordigers van KDV
69
van plaatsing op de basisschool sprake van een warme overdracht. 09
10
Kwaliteitszorg
Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9
X
Evaluatiedagdeel
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag. Richtinggevend voor het schoolplan 2011-2015 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. 2. 3. 4. 5.
Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling Op onze school is er sprake van passend onderwijs Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling Op onze school werken leerlingen coöperatief samen Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt
Desgewenst: halfjaarlijkse evaluatie
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
70
FORMULIER 'INSTEMMING MET SCHOOLPLAN'
FORMULIER "Instemming met schoolplan"
School: Adres: Postcode/plaats: -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------VERKLARING
Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het
van 2011 tot 2015 geldende schoolplan van deze school.
Namens de MR,
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
________________________
plaats
________________________
datum
________________________
handtekening
________________________
naam
________________________
functie
71
FORMULIER 'VASTSTELLING VAN SCHOOLPLAN'
FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"
School:
Adres:
Postcode/plaats:
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VERKLARING
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het
van 2011 tot 2015 geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag,
________________________ plaats
________________________ datum
________________________ handtekening
________________________ naam
________________________ functie
Woutertje Pieterse Schoolplan 2011 - 2015
72