Zorgplan R.K. Basisschool WSKO De Zeester Rembrandtstraat AX Monster

R.K. Basisschool WSKO De Zeester Rembrandtstraat 5 2681 AX Monster T. 0174 280337 E. [email protected] W.www.dezeester.wsko.nl

Zorgplan 2015-2016

2

1.

Inhoud

1) Inhoud ………………………………………………………………………………………………………

2

2) Inleiding ……………………………………………………………………………………………………

3

3) Visie op zorg …………………………………………………………………………………………….

4

4) Doelstelling zorg ……………………………………………………………………………………..

6

5) Wie zorgen voor uw kind …………………………………………………………………………..

7

6) Zorg op maat …………………………………………………………………………………………..

10

7) Dyslexie………………………………………………………………………………………………………

12

8) Wet passend onderwijs per 1 augustus 2014 …………………………………………..

15

9) De toekomst …………………………………………………………………………………………..

16

10) Gerealiseerd vanaf augustus 2013 ……………………………………………………………

17

11) Bijlages

1.Handleiding ouders ouderportaal ParnaSsys (staat op de website) 2.Notitie ParnaSsys Dyslexiecontract

Concept Zorgplan RK Basisschool De Zeester april 2015

3

2. Inleiding Dit zorgplan is gemaakt om alle geledingen binnen de school te informeren en inzicht te geven in de zorgstructuur, zoals die wordt ingezet op De Zeester. In augustus 2013 zijn de leerlingen van Het Kompas en de St. Aloysius Basisschool vanwege de fusie van beide scholen het schooljaar gestart in het gebouw van de St. Aloysiusschool. De school gaat verder onder de naam De Zeester. Om de samensmelting van de verschillende groepen kinderen zo goed mogelijk te laten verlopen, is er bij de start veel aandacht besteed aan groepsvorming en het welbevinden van de leerlingen. Al onze leerlingen hebben recht op goed onderwijs. Dat is ook wat wij bieden. Onderwijs dat aansluit bij de basisbehoefte van de leerlingen. Voor alle leerlingen werken we vanuit de drie basisbehoeften competentie, autonomie en relatie. Competentie: Kinderen moeten van zichzelf weten dat ze iets kunnen, dat ze iets kunnen ondernemen zonder daar toestemming of hulp van anderen voor nodig te hebben. Binnen de klassenorganisatie worden daar voorwaarden voor gecreëerd. Dat is vooral te zien tijdens het zelfstandig werken. Autonomie: Kinderen willen al heel jong zelfstandig zijn, waarbij plezier in eigen kunnen hun ontwikkeling stimuleert. Ze weten dat ze hun eigen leergedrag zelf kunnen sturen. In eerste instantie zullen wij proberen om zorg te voorkomen. Dit doen we door te zorgen voor een goede sfeer, zodat elk kind zich veilig en gewaardeerd voelt. Ook zorgen wij ervoor dat er zo goed mogelijk les gegeven wordt. Voor sommige kinderen is dit echter niet genoeg. Een aantal van onze kinderen hebben, naast de “gewone”extra ondersteuning, speciale onderwijsbehoeften. Deze kinderen vragen meer van ons, zij vragen extra zorg. Relatie: Kinderen moeten het gevoel hebben dat ze worden gewaardeerd door anderen, dat anderen met hen om willen gaan. Zonder de vervulling van deze behoefte ontstaat er geen veiligheid en volgt er geen optimaal leerproces. Er wordt aandacht besteed aan de sociale vaardigheden en aan de emotionele ontwikkeling die noodzakelijk zijn om goede relaties aan te gaan.

Ik voel me goed, ik kan het zelf en ben in verbinding. Ofwel: Wat ik kan, kan ik zelf en een ander zegt ook dat ik het kan. Zo staat het in onze schoolmissie.


4

3. Visie op zorg Veel van de keuzes die wij maken op school zijn er op gericht om te voorkomen dat er zorg ontstaat bij een leerling. Dat doen wij door:  Werken met methodes die de mogelijkheid bieden om te differentiëren.  Werken op drie niveaus n.a.v. de Cito score binnen elke groep. Per vakgebied wordt elke leerling aangesproken en uitgedaagd op zijn / haar niveau. Dat kan een gemiddeld, laag of hoog niveau zijn. De leerkracht stelt heldere doelen en acties op.  Zelfstandig werken in de groep. De leerlingen zijn voor een deel ook zelf betrokken en verantwoordelijk voor de planning en uitvoering van hun taken. Door deze organisatievorm kan de leerkracht extra instructie/ondersteuning geven aan de leerlingen die dat nodig hebben.  Klassenconsultaties door de IB-er en directie. De IB-er en directie geven feedback over het omgaan met verschillen binnen de groep, de interactie tussen de leerkracht en de leerlingen en het welbevinden van de leerlingen. Soms zijn deze preventieve maatregelen niet afdoende en is er extra hulp nodig. Op De Zeester wordt de extra zorg en ondersteuning in principe binnen de eigen groep gegeven door de groepsleerkracht. De groepsleerkracht kent de leerlingen het beste en op deze manier blijven de leerlingen betrokken bij de groep. Indien noodzakelijk wordt er ook hulp geboden door onze RT-er buiten de groep. De leerkracht heeft zicht op de verschillende onderwijsbehoeftes van leerlingen en houdt daar zoveel mogelijk rekening mee bij de aanpak van de leerlingen. De leerkrachten werken in de klas met groepshandelingsplannen, waarbij verschil in instructie en oefenstof (qua inhoud en grootte van de taak) wordt toegepast. Wij gebruiken het CITO leerlingvolgsysteem als onafhankelijk toetsinstrument om een helder beeld te krijgen hoe leerlingen zich op langere termijn ontwikkelen. De leerkracht maakt na elke toets afname een analyse van de resultaten en stelt naar aanleiding daarvan 2 x per jaar nieuwe groepsplannen op. Het kan zijn dat een leerling, ondanks alle hulp, een niveau lage C, D of E scoort op Cito niveau en de methodetoetsen onvoldoende blijft maken. In dat geval betekent dit dat de begeleiding wordt aangestuurd vanuit het groepshandelingsplan. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn dat er voor een leerling ook een individueel plan wordt opgesteld, waarbij het uitstroomniveau van de leerling wordt besproken met de ouders. Het streven is om ook deze leerlingen de kerndoelen te laten behalen. In ieder geval worden de te behalen doelen zo ambitieus mogelijk opgesteld. Voor deze leerlingen wordt een speciaal document aangemaakt, het zgn. OPP (Ontwikkelingsperspectief). Zie hiervoor zorgniveau 5 op blz. 11 van dit zorgplan. In het geval van leerlingen die meer uitdaging nodig hebben kiest De Zeester er allereerst voor om deze leerlingen te laten verbreden en verdiepen. Met andere woorden: ze krijgen nieuwe, uitdagende taken aangeboden die hen stimuleren zich verder te ontwikkelen.


5

In een enkel geval kan een leerling in aanmerking komen om een groep te versnellen. Met gebruik van een analyse van de SIDI map kan samen met ouders zo’n besluit worden genomen. Zo’n besluit wordt niet alleen genomen op grond van de leerresultaten, maar ook de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welbevinden van het kind zijn van belang. Ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken wij een instrument om de ontwikkeling te meten. Hiervoor gebruiken we het programma Zien dat gekoppeld is aan ParnasSys. Dit doen we op het gebied van welbevinden, betrokkenheid, sociale autonomie, sociale flexibiliteit, impulsbeheersing, sociaal initiatief en inlevingsvermogen. De leerkrachten vullen de vragenlijsten in twee maanden na de start van het nieuwe groep en de leerlingen van groep 5 t/m 8 vullen in januari zelf de vragenlijst in. Vanuit de scores van “Zien” krijgt de leerkracht handelingsadviezen die, waar nodig, worden gebruikt voor een handelingsplan voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Lessen uit de methode voor sociaal emotionele ontwikkeling “Goed Gedaan” kunnen hierbij worden ingezet.


6

4. Doelstelling zorg Wij treffen voorzieningen voor leerlingen met zorg. Met deze voorzieningen willen wij er zorg voor dragen dat elke leerling van De Zeester een doorgaande ontwikkeling doormaakt die recht doet aan deze leerling. Het accent van zorg zal de komende jaren meer liggen in de onderbouw. Eerder signaleren maakt dat je adequaat en preventief hulp kunt bieden. Voor leerlingen die bovengemiddeld scoren, willen wij als De Zeester een duidelijke visie vormen en werken aan de verdere ontwikkeling van ons aanbod. Deze leerlingen zullen in de groep op niveau kunnen werken door te verbreden. Daarnaast worden nu extra activiteiten buiten de groep aangeboden, zoals: filosofie, wiskunde, Italiaans, maatschappelijke en kunsthistorische onderwerpen. Voor het nieuwe schoolplan zijn we visie aan het ontwikkelen over talentontwikkeling. Daarbij zal niet alleen gekeken worden naar leerlingen met hoge Cito scores, maar ook naar leerlingen met andere talenten. In het kader van passend onderwijs hebben de teams van beide scholen zich vorig schooljaar verdiept in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP). Naar aanleiding van de ingevulde vragenlijsten hebben we onzelf gesitueerd als Smalle Zorgschool. Dat wil zeggen dat we menen aan de basisvoorzieningen voor zorg te kunnen voldoen, met af en toe ook nog extra zorgverlening van buiten de school. Het team heeft de ambitie uitgesproken om de komende jaren te ontwikkelen naar een Brede Zorgschool. In het najaar van 2015 wordt het Schoolondersteuningsprofiel geëvalueerd en waar nodig aangepast. Vanuit het Samenwerkingsverband Westland (SWVW) wordt de ontwikkelingen rond passend onderwijs ondersteund. In januari 2014 heeft het samenwerkingsverband het initiatief genomen om kerncontacten te ontwikkelen (overleg met alle scholen van de kern Monster) om voor ieder kind in de buurt van zijn of haar woonplaats een passende schoolplek te realiseren. Nieuw is om niet te praten in termen van zorg, maar te kijken naar verschillende onderwijsbehoeftes. Dit vraagt om een andere benadering en andere denkwijze. Ook denken we aan preventie van “problemen”. In dat kader geven de recent opgestarte samenwerking met Vitis Welzijn nieuwe kansen en mogelijkheden. Per 1 januari 2015 is er nieuwe wetgeving ingegaan, zoals de nieuwe Jeugdwet en de WMO. In de gemeente Westland zijn drie Sociale Kern Teams opgericht. Daar komen alle zorgaanvragen binnen en wordt er bekeken welke acties er moeten worden ondernomen en welke er door wie kan worden geboden. Onze school valt onder het Sociaal Kern Team van ’s-Gravenzande. De Zeester staat open voor nieuwe mogelijkheden en samenwerkingsverbanden waarbij aandacht en ondersteuning voor het kind centraal staat.


7

5. Wie zorgen voor uw kind? De leerkracht Kerntaken:  De leerkracht schept een veilig en stimulerend klimaat, waarbinnen iedere leerling zichzelf mag zijn. Er is ruimte voor verschillen in opvatting, leerwijze en interesse. Respect voor elkaar en elkaars zienswijze staan centraal.  Draagt zorg voor een goede relatie tussen kinderen onderling en tussen leerkracht en leerling.  De leerkracht stemt onderwijsaanbod in die mate af dat de leerling zich competent voelt.  De leerkracht creëert een leeromgeving waarbij kinderen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen leerproces en zich mede daardoor autonoom voelen.  De leerkracht is te allen tijde eindverantwoordelijk voor de planning, uitvoering en evaluatie van het onderwijs binnen de groep.  De leerkracht communiceert tijdig met ouders teneinde de betrokkenheid te stimuleren en de ouders van de benodigde informatie te voorzien.  De leerkracht presenteert twee maal per jaar, na analyse van leerlinggegevens, zijn/haar bevindingen (analyse, doelen, plannen) in een vertelgesprek aan de I.B.-er.  Administreert en registreert alle relevante informatie betreffende de individuele leerling in ParnasSys. Intern begeleider (I.B.-er) Om de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de zorg te kunnen waarmaken, is het nodig dat de Intern Begeleider bevoegdheden heeft. Zij is proces-eigenaar op dit gebied, wat betekent dat zij het initiatief kan nemen tot afspraken en protocollen, die de kwaliteit van het zorgbeleid verhogen. Kerntaken:  Vormgeven aan een effectieve zorgstructuur en zorgcultuur binnen de school.  Mede met directie aansturen van veranderingsprocessen aangaande de leerlingenzorg.  Coachen en begeleiden van individuele leraren en het team als groep, zodat deze zelfstandig en zelfverantwoordelijk hulpvragen, incidenten en problemen aangaande leerlingenzorg ter hand (leren) nemen.  Up to date houden deskundigheidsniveau door (bij-)scholing, bijwonen netwerkbijeenkomsten, volgen recente ontwikkelingen o.m. door lezen van vakliteratuur en vragen om directe feedback aan collega’s;  De I.B.-er geeft de leerkrachten feedback over de uit te voeren taken, zoals beschreven in het stuk “de leerkracht”.  Het ondersteunen van leerkrachten bij het opstellen/uitvoeren van handelingsplannen. Er zijn twee speciale bijeenkomsten om elkaar te helpen de doelen voor de handelingsplannen te formuleren. De leerkracht blijft daarbij eigenaar van de ontwikkeling van zijn/haar groep leerlingen.  Het opstellen en bewaken van de toetskalender.


8

          

Het plannen, voorbereiden en leiden van de vertelgesprekken (2x per jaar), en zorgteam vergadering (4x per jaar) en de verslaglegging hiervan. Het organiseren van RT buiten de groep. Maken van leerlingeobservaties en doen van aanvullende didactische onderzoeken. Onderhouden contact met externe zorginstanties. (mede) voeren van oudergesprekken. Beheer orthotheek. Het in kaart brengen van de opbrengsten en deze in teamvergaderingen bespreken en met het team analyseren. Met directie en team komen tot het vaststellen van schooldoelstellingen naar aanleiding van de opbrengsten. Aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Het leiden van zorgvergaderingen. Het maken van een OPP (ontwikkelingsperspectief). De I.B-er ondersteunt de leerkrachten bij de aanvraag van onderzoeken van externe partijen.

Remedial Teacher (R.T.-er) Kerntaken:  Het planmatig begeleiden van kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte op cognitief, motorisch en/of sociaal-emotioneel gebied;  Mede vormgeven aan een effectieve zorgcultuur en – structuur binnen de school;  Zorg dragen voor een adequaat en effectief werkcontact met intern begeleider en leerkrachten m.b.t. de door de remedial teacher begeleide leerlingen. Directie Kerntaken:  Draagt zorg voor afstemming algemene beleidsvoornemens en zorgbeleid.  Stelt schooldoelstellingen vast en ondersteunt veranderingsprocessen.  Draagt zorg voor de benodigde facilitering om het voorgenomen zorgbeleid naar behoren uit te kunnen voeren.  Controleren van de door de leerkrachten uit te voeren taken, zoals beschreven in het stuk “de leerkracht”.  Controleren van de door de I.B.-er en R.T.-er uit te voeren taken, zoals beschreven in het stuk “I.B.” en “R.T.” Zorgteam Binnen onze school is er een schoolondersteuningsteam. Van dit team maken deel uit:  IB-er, desbetreffende leerkrachten, schoolondersteuner van het samenwerkingsverband Westland (SWVW) en de Zorgregisseur van het Sociaal Kernteam Westland (voorheen Schoolmaatschappelijk Werkster)  Het zorgteam heeft minstens vier keer per jaar overleg. Tijdens dit overleg wordt er gesproken over de zorg voor individuele leerlingen op school en/of thuis. De leerkrachten krijgen handelingsadviezen.  Minimaal tweemaal per jaar is er een klassenbezoek door IB-er in de groep. Na het klassenbezoek krijgt de leerkracht feedback in de vorm van een vertelgesprek.


9

  

De I.B-er heeft tweemaal per jaar overleg met de Zorgregisseur van het Sociaal Kernteam Westland (voorheen School Maatschappelijk Werker van Kwadraad). De leerkrachten kunnen voor consultatie altijd met vragen rond individuele leerlingen bij de I.B-er terecht. Wanneer nodig worden zorgleerlingen in het Management Team overleg besproken. Zo blijft ook de directie op de hoogte van ontwikkelingen rond deze leerlingen.

Wie zijn betrokken? Naast de leerkrachten zijn in het schooljaar 2015-2016 de volgende personen betrokken bij de zorg van de leerlingen: Vanuit De Zeester: Mieke v.d. Berg Intern begeleider en aandachts functionaris Kindermishandeling en Huislijk geweld. Jeroen van Os Vertrouwenspersoon. Elly Hogenelst Intern begeleider Jan Nederpelt RT leerkracht. Vanuit andere organisaties: Samenwerkingsverband Westland : John v.d. Sande / schoolondersteuner Sociaal Kern Team ’s-Gravenzande: José Ruijs / sociaal regisseur.


10

Zorg op maat. Binnen het zorgsysteem op De Zeester worden verschillende niveaus onderscheiden. Het theoretisch kader rondom deze niveaus vormt een stappenplan dat inzicht geeft in de verschillende fasen van het hulpverleningsproces, zoals dat ten aanzien van zorgleerlingen doorlopen wordt. Het zorgtraject wordt gestart wanneer een leerling:  bij één of meerdere cognitieve vakgebieden (rekenen, lezen, spellen, schrijven, taal) in toenemende mate problemen ervaart met het gangbare lesprogramma. Dit wordt gemeten aan de hand van de CITO leerlingvolgsysteem (lage C, D, E) en de methode gebonden toetsen.  gedrags- en/ of werkhoudingsproblemen heeft.  onvoldoende scoort op welbevinden en betrokkenheid op de vragenlijst van Zien.  bij één of meerdere cognitieve vakgebieden in geruime mate vooruit is op het niveau van de groep. (A+) Deze doelgroep komt binnen de school in aanmerking voor meer specifieke zorg, die verdeeld is in een vijftal opeenvolgende niveaus. Tezamen vormen de betreffende niveaus een stappenplan. Binnen elk van de niveaus blijft de leerkracht verantwoordelijk voor:  de voortgang in de ontwikkeling van het kind.  het opstellen, uitvoeren en evalueren van het handelingsplan in de groep  het op de hoogte stellen van de ouders met betrekking tot afspraken. Vanaf niveau 2 is echter sprake van een gedeelde zorg: de Intern Begeleider biedt de leerkracht ondersteuning bij het vaststellen van de diagnose en/of het opstellen van een handelingsplan en de voortgangs- en evaluatiegesprekken met ouders. Niveau 1: individuele- of groepsgewijze zorg en/ of diagnostiek door de leerkracht Indien tijdens het vertelgesprek besloten wordt dat de leerling op grond van de ernst van de problemen in niveau 1 thuishoort, dan worden de volgende stappen gezet:  de leerkracht diagnosticeert specifieke pedagogisch-didactische behoeften in het opvoedings- en/ of leerproces (achterhalen waar en waarom er sprake is van een stagnatie); de leerkracht stelt eventueel een (groeps)handelingsplan op en voert dit uit binnen de klassensituatie. (Eventueel indien noodzakelijk met hulp van RT buiten de groep) Niveau 2: aanvullende individuele- of groepsgewijze hulp en of diagnostiek door de intern begeleider Blijkt tijdens het vertelgesprek dat de extra hulp van de leerkracht gedurende ongeveer één á twee periodes van ongeveer tien weken te weinig resultaat heeft opgeleverd, dan wordt de hulp van de Intern Begeleider ingeschakeld.


11

Niveau 3: externe instanties volgen de leerling samen met de leerkracht en intern begeleider Wanneer ook de begeleiding op niveau 2 nog niet het gewenste resultaat oplevert en externe hulp noodzakelijk is, dan besluiten de Intern Begeleider en leerkracht dat het wenselijk is om het kind aan te melden om te bespreken in het zorgteam met bij externe deskundigen van het Samenwerkingsverband Westland (SWVW) en de zorgregisseur van het Kernteam Westland (voorheen School Maatschappelijk Werk). De ouders dienen hiertoe schriftelijk toestemming te geven. (speciaal formulier in de map “Samen” op de server) Na afloop worden de adviezen besproken met de ouders. De adviezen worden door betrokkenen opgevolgd. Vanaf dit moment is het kind ingedeeld in niveau 3. Niveau 4: externe instanties volgen de leerling samen met de leerkracht en intern begeleider N.a.v. van de bespreking in het schoolondersteuningteam, kan het noodzakelijk zijn om het kind aan te melden voor een consultatie/onderzoek bij externe deskundigen. De ouders dienen hiertoe schriftelijk toestemming te geven. Niveau 5: OPP Wanneer een leerling vanaf groep 6 op een LVOS-toets voor een vak driemaal een E score (score bij de laagste 10 %) behaalt en er sprake is van een stagnatie in de leerwinst, zodanig dat de leerling binnen het niveau steeds meer afbuigt van de gemiddelde leerlijn. Wanneer dat aan de orde is bij twee of meer vakken gaat de school ertoe over om de leerling een individueel traject/leerlijn aan te bieden. Dit wordt vastgelegd in een ontwikkelingsperspectief (OPP) waarin de verwachtingen over het te halen niveau wordt opgenomen. Ouders worden in een vroeg stadium bij dit proces betrokken. Met elkaar worden steeds duidelijke tussen- en einddoelen geformuleerd. Leerlingen met een OPP worden steeds in de Schoolondersteuningsteam (SOT)besproken. Bekeken wordt of de gestelde tussendoelen behaald zijn en welke vervolgacties er moeten worden afgesproken.


12

6. Dyslexie. Onderstaande informatie staat op de website van De Zeester als informatie voor ouders over dyslexie.

Wat is dyslexie ? "Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau." Dyslexie is een neurobiologische stoornis. Kinderen met dyslexie hebben moeite met de klankverwerking en de letter-klank koppeling. Wanneer is er sprake van dyslexie ? Er is sprake van dyslexie wanneer een leerling behoort tot de 10 % zwakste lezers = E score op Cito woordlezen (DMT) of wanneer een leerling behoort tot de 16 % minder zwakke lezers = D score op Cito woordlezen (DMT) in combinatie met de 10 % zwakste spellers = E score op Cito spelling. Aanmelding voor onderzoek Samen met ouders verzorgt school de aanmelding voor een dyslexieonderzoek. Bij de Intern Begeleiders Elly Hogenelst of Mieke v.d. Berg kunt u meer informatie krijgen en zijn er folders beschikbaar van de verschillende mogelijkheden. Zij zijn maandag en donderdag aanwezig om antwoord te geven op uw vragen. Het is wel handig om daarvoor een afspraak te maken. School verstrekt de leerlingen toets gegevens die nodig zijn voor de aanvraag. Weetjes over de onderzoeken behandelingsmogelijkheden ?  

 

 

Vanaf 1 januari 2015 valt ook de dyslexiezorg onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De aanbieders van deze zorg hebben contracten gesloten met de verschillende gemeenten, zo ook met de Gemeente Westland. Vergoede onderzoek en behandeling kan bij: 1. ONL (OnderwijsZorgNederland) = OnderwijsAdvies Zoetermeer 2. RID (Regionaal Instituut Dyslexie) in Den Haag Vergoede dyslexiezorg is mogelijk voor leerlingen t/m 12 jaar die voldoen aan de toelatingscriteria die zijn opgesteld binnen de wettelijke mogelijkheden. (toets scores van Citotoetsen woordlezen en spelling) Andere mogelijkheden van onderzoek en/of behandeling. 1. Groepsonderzoek in groep 7of 8 bij ONL (op kosten van ouders) 2. Onderzoek: individueel: bij het RID, ONL of Orthopedagoge (op kosten van ouders) 3. Behandeling: particulier (op kosten ouders) of via logopedie (met verwijsbriefje van de huisarts). Na onderzoek krijgt niet elke leerling een dyslexieverklaring. Ook is het mogelijk dat een leerling wel een verklaring krijgt, maar niet in aanmerking komt voor de behandeling omdat een leerling te goed scoort.


13

Hoe volgen we leerlingen waarvan we vermoeden dat er sprake is van dyslexie ? Bij het volgen van leerlingen met het vermoeden van dyslexie volgen wij de richtlijnen van het officiële dyslexieprotocol. Soms zien we de eerste signalen al in groep 2. Aan het begin van groep 3 volgen wij onze leerlingen d.m.v. de toetsen en signaleringsmomenten die bij Veilig leren lezen horen. Vanaf halverwege groep 3 volgen wij onze leerlingen door middel van ons leerlingvolgsysteem. Dat betekent dat we de toetsen voor technisch lezen en spelling bekijken. In groep 3 en 4 wordt de woord leestoets, de DMT afgenomen. Na groep 4 doen we dat alleen bij leerlingen waarbij we het vermoeden van dyslexie hebben. Wanneer toetsen onvoldoende worden gemaakt ( D en E scores voor tekst lezen, woordjes lezen en / of spelling), dan wordt een handelingsplan opgesteld en wordt er extra geoefend en begeleid. Zie daarvoor ook de verschillende zorgniveaus hieronder. Scoort een leerling voor een langere periode (minimaal 3 meetmomenten) een D of een E en is er onvoldoende vooruitgang te zien na de extra begeleiding en oefening, dan kan een leerling worden aangemeld voor onderzoek. Om uw kind op school goed te begeleiden hebben wij niet altijd een dyslexie verklaring nodig. Wanneer, na intern onderzoek d.m.v. het afnemen van een aantal toetsen door de I.B-er, geconstateerd wordt dat er sprake is van een achterstand van een jaar of meer, krijgt een leerling dezelfde begeleiding als een leerling met een dyslexieverklaring. Hoe begeleiden van leerlingen met dyslexie. Bij het begeleiden van leerlingen met dyslexie volgen we het officiële dyslexieprotocol. Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingsonderwijs in de groep/klas. Zorgniveau 2: Extra zorg door de leerkracht in de groep. Er wordt gewerkt met een handelingsplan op niveau 3. De hulp bestaat uit extra instructie en oefening, inzet leesmaatje, Bloon en Flits. Zorgniveau 3: Specifiek interventies door een zorgspecialist (RT-er). Er wordt gewerkt met een specifiek handelingsplan buiten de klas voor minimaal 6 maanden, 2 x 30 min per week. Zorgniveau 4: Diagnostiek en behandeling bij een zorginstituut. (RID of ONL) Faciliteiten op school; Voor alle leerlingen met dyslexie wordt elk schooljaar een protocol opgesteld met daarin opgenomen de afspraken voor faciliteiten en, indien nodig, ondersteuning. Dit protocol wordt in overleg met de ouders opgesteld. Faciliteiten waaraan u moet denken: Vergroten van de toetsen, Extra toetstijd. Aanpassing van het lesprogramma, zoals extra instructie. Aanpassing van het dictee cijfer om de motivatie te behouden. (indien nodig en in overleg met ouders) Indien nodig: extra ondersteuning technisch lezen en spelling in de RT Speciale afname van de Cito eindtoets groep 8. Ondersteuning thuislezen en flitsen in de klas. Indien nodig: werken op de computer (dictee, taal)


14

Knelpunt voor school is het feit dat wij met verschillende behandelinstituten te maken hebben die elk hun eigen behandelmethode hebben. Deze behandelmethoden sluiten meestal niet aan bij onze eigen schoolmethoden. Dat maakt het voor school vaak moeilijk om extra begeleiding te bieden bij de behandeling. Overleg met school hierover is van belang. Contact thuis en school. Het is van groot belang dat ouders en school elkaar informeren over de begeleiding van het kind. Met elkaar proberen we uw kind zo goed mogelijk op een positieve manier te begeleiden en samen met u zoeken we naar oplossingen voor de praktische probleempjes van alledag. We verwachten van ouders dat zij hun kind ondersteunen bij de acceptatie van de dyslexie. Kinderen met dyslexie moeten zoveel mogelijk leeskilometers maken. We hopen dat u dit lezen wilt ondersteunen. Nuttige websites: www.makkelijklezen.nl www.balansdigitaal.nl


15

7. Wet passend onderwijs per 1 augustus 2014 Basisondersteuning Onze school heeft een ondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. In dit schoolondersteuningsprofiel staat beschreven wat onze school op het gebied van ondersteuning kan bieden. Alle scholen binnen het Samenwerkingsverband Westland hebben afspraken gemaakt over het niveau van de basisondersteuning in de scholen. De Zeester biedt deze basisondersteuning. Dat houdt in dat elke school haar basiskwaliteit op orde heeft, het dagelijks handelen altijd op de leerling afstemt (handelingsgericht werken), een interne ondersteuningsstructuur heeft en een stevig aantal preventieve en licht curatieve interventies kan uitvoeren. Voor onze school geldt dat de basisondersteuning voldoende is, met dien verstande dat er nog geen dyscalculieprotocol is en we ons voor het aanbod aan hoog- en meerbegaafden nog verder gaan professionaliseren. Wij houden rekening met verschillen in de ontwikkeling van kinderen door te werken met groepsplannen voor de vakken (begrijpend en technisch) lezen, rekenen en spelling en waar nodig wordt er gewerkt met een ontwikkelingsperspectief of handelingsplan. Extra ondersteuning Voor sommige leerlingen is meer nodig dan basisondersteuning. Dat noemen we extra ondersteuning. De school biedt nu extra ondersteuning (individueel arrangement met hulp van ambulante begeleiding) aan belemmeringen in het autisme spectrum, waaronder Asperger en PDDNOS . Iedere leerling verdient de ondersteuning die past bij zijn onderwijsbehoeften, maar wij hebben een begrenzing van ons aanbod. We zijn ons bewust van onze mogelijkheden en onze onmogelijkheden binnen de huidige contexten. Onze eerste opdracht is het garanderen en voortzetten van de huidige kwaliteit. Dit kan betekenen dat niet alle kinderen met een indicatie kunnen plaatsen, omdat we ook rekening moeten houden met de groepsgrootte, de samenstelling van de groep, het handhaven van de orde en rust van een groep, het ontbreken van beschikbare middelen en de extra handen die nodig zijn in een groep. Deze criteria kunnen ieder apart maar ook in onderlinge samenhang gewogen worden. Binnen het Samenwerkingsverband wordt er voor gezorgd dat voor ieder kind de juiste extra ondersteuning beschikbaar is. Dat kan door ambulante begeleiding bij ons op school (een arrangement) of (tijdelijke) plaatsing op een andere school. Aan de inzet van extra ondersteuning gaat altijd uitgebreid overleg vooraf met de ouders en de benodigde deskundigen. We zoeken daarbij zoveel mogelijk de samenwerking met het Sociaal Kernteam ’s-Gravenzande zoals dat in werking is gegaan op 1 januari 2015. Waar nodig is er ook overleg met andere hulpverlenende instanties die bij het kind betrokken zijn.


16

8. De toekomst. Waar willen wij op De Zeester in de toekomst aan werken: 

 



    



De werkgroep “meerbegaafden” zal samen met directie aan de slag gaan met het verder uitwerken van de mogelijkheden met betrekking tot het uitdagen van leerlingen die meer aan kunnen. Als school willen wij dit aanbod beter gestroomlijnd hebben en moet het werk voor de leerlingen helder en uitdagend zijn. In het schoolplan 2015-2018 moet er een acties worden opgenomen om tot duidelijke visie te komen. Er wordt niet alleen gekeken naar citoscores, maar wij denken ook aan andere talenten van leerlingen. Het sociaal emotioneel volgsysteem ZIEN vraagt om een nog betere analyse van de resultaten en blijft op de agenda staan. Vanaf april 2015 tot de zomervakantie bekijkt het team verschillende methodes voor sociaal-emotionele ontwikkeling. In het schooljaar 2015-2016 wordt gestart met een nieuwe methode en wordt deze methode verder geïmplementeerd. Het opstellen van ontwikkelingsperspectief en tussentijds evalueren verder optimaliseren. Het opstellen van tussendoelen is een aandachtspunt. OPP leerlingen worden altijd besproken in het Schoolondersteningsteam (SOT) Het opbrengstgericht werken met het stellen van ambitieuze doelen blijft op de agenda staan. Het up to date houden van het document: “Meldcode” (protocol) “Huiselijk geweld en kindermishandeling”. Dit onderwerp wordt elk jaar op de agenda gezet van een teamvergadering. Helpen opzetten van een oudernetwerk rond opvoeden i.s.m. Vitis Welzijn en Simba Kinderopvang. Meewerken aan nieuwe samenwerkingsvormen met overige hulpverlenende instanties i.v.m. de nieuwe wetgeving van 1-1-2015. Organiseren van intervisiebijeenkomsten met teamleden om gedragsproblemen te bespreken, met als doel elkaar te ondersteunen in de aanpak van deze leerlingen. Maken van een dyscalculie-protocol.


17

9. Gerealiseerd vanaf augustus 2013.

  





 

In schooljaar 2013-2014 moesten de bestaande dyslexieprotocollen worden aangepast. De “notitie” dylexieprotocol in ParnaSsys wordt aangepast. De I.B-er stelt een duidelijke actiekaart samen over toetsen en handelingsplannen. Op ons netwerk komt in de map “leerkrachten”/samen een speciale map voor ZORG en TOETSEN. Daarin kunnen de leerkrachten alle protocollen, afspraken, stappenplannen, actiekaarten en formulieren vinden. Op De Zeester moet het werken met groepsplannen verder worden geoptimaliseerd. De leerkrachten zijn zelf verantwoordelijk voor de gestelde doelen en de uitvoering van het groepsplan. De plannen worden 2 x per jaar gemaakt. De gesprekken met de intern begeleider, zoals die twee keer per jaar worden gevoerd, krijgen meer het karakter van een vertelgesprek. De leerkrachten zijn zelf verantwoordelijk voor het stellen van ontwikkelingsdoelen en het werken daaraan. Er staat een handleiding voor ouders voor het gebruik van het ouderportaal in ParnaSsys op de schoolsite. De leerkrachten gebruiken de analysemodellen van Parnassys om zicht te krijgen op de citoscores en de groei van hun leerlingen. De modellen worden gebruikt voor het maken van de handelingsplannen.


18 Bijlage 1: Handleiding ouderportaal ParnasSys.

Inleiding Als team van WSKO basisschool De Zeester vinden wij openheid naar ouders belangrijk. U bent inmiddels bekend met ons leerlingvolgsysteem van ParnasSys en het bijbehorende ouderportaal. Via dit ouderportaal geven wij informatie over uw kind(eren) die voor u interessant is. Er staan verschillende modules open. Naast de persoonsgegevens van uw kind, kunt u ook informatie vinden over methodetoetsen, afgenomen Cito-toetsen en handelingsplannen. Verderop in de handleiding kunt u over de verschillende al opengestelde modules meer informatie lezen. Wij hopen dat het ouderportaal een bijdrage levert aan een goede communicatie tussen ouders en school. Gescheiden ouders Indien er sprake is van ouders die gescheiden leven, kunnen wij beide ouders middels een eigen inlogcode toegang verlenen tot het ouderportaal. Voorwaarde is wel dat beide ouders zelf hun verschillende (e-mail) adressen aan de school kenbaar maken en niet uit de rechterlijke macht zijn ontzet. Inlogprocedure Vanuit de school ontvangt u op het door u opgegeven e-mailadres een gebruikersnaam en wachtwoord om de gegevens van uw kind(eren) te kunnen inzien. De eerste keer logt u in met deze gegevens. Aangezien het automatisch verstrekte wachtwoord een wirwar van cijfers en getallen is, adviseren wij u om dit wachtwoord te wijzigen en het nieuwe wachtwoord goed te onthouden. Het wijzigen doet u op de volgende wijze: Nadat u bent ingelogd met het oorspronkelijke wachtwoord kan via “Account” een eigen wachtwoord worden ingesteld. Door te klikken op de knop “Wachtwoord veranderen” kunt u een eigen wachtwoord invoeren.

Mocht u onverhoopt uw eigen wachtwoord toch kwijtraken, dan kunt u dit melden aan de school via [email protected]. Wij sturen u dan nieuwe inloggegevens toe. 1.Module Personalia. In deze module kunt u algemene gegevens inzien. Met het potloodje rechts bovenin kunt u, indien nodig, gegevens wijzigen zoals telefoonnummer of adres. 2.Module Toetsen Op alle scholen wordt regelmatig getoetst. Er worden toetsen afgenomen die bij een methode horen (bijvoorbeeld rekenen, taal enz.), maar er worden ook methode onafhankelijke toetsen afgenomen. 2a. Methode onafhankelijke toetsen (Landelijke Cito-toetsen) Twee keer per jaar worden bij de leerlingen methode onafhankelijke toetsen de zgn. Citotoetsen afgenomen. Vanaf groep 1 nemen wij deze toetsen af. In de module toetsen kunt u de resultaten van uw kind(eren) van alle afgenomen Cito-toetsen inzien. Leerkrachten gebruiken deze informatie om leerlingen of de groep bij te sturen. Tevens kan men op basis van de informatie goede beslissingen nemen ten aanzien van leerlingen en groepen, zoals het vormen van een instructiegroep, een leerling een extra jaar laten kleuteren of leerlingen met bepaalde sterke eigenschappen bij elkaar plaatsen. Op groep overstijgend niveau gebruikt de school de informatie uit methode onafhankelijke toetsen om inzicht te krijgen in de doorgaande ontwikkeling. Wanneer in een bepaalde groep de resultaten sterk verschillen i.v.m. het voorgaande jaar gaan wij bekijken wat de oorzaak hiervan zou kunnen zijn. Hierna wordt een plan gemaakt om de resultaten te verbeteren. Concept Zorgplan RK Basisschool De Zeester april 2015

19 Op De Zeester werken wij met een toetskalender. In de maanden januari, februari en juni worden de meeste Cito-toetsen afgenomen. Wij streven ernaar om de resultaten van uw kind(eren) aan het eind van een toetsmaand zichtbaar te maken in het ouderportaal. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen (bijvoorbeeld ziekte van een leerling of leerkracht) waardoor dit niet mogelijk is en de gegevens later beschikbaar zijn voor inzage. Wij vragen hiervoor uw begrip. De scores van de Cito-toetsen roepen bij ouders nog wel eens vragen op als hun kind goede cijfers heeft op het rapport voor bijvoorbeeld het onderdeel spelling en bij Cito een C wordt gescoord. Dit heeft te maken met het feit dat kinderen voor de methodetoetsen oefenen en leren in de groep of thuis, terwijl bij Cito-toetsen getoetst wordt wat kinderen na een langere periode beheersen. Hoe dient u de Cito scores te lezen? Cito scores worden weergegeven in de vaardigheidsniveaus A, B, C, D of E, waarbij A de hoogst mogelijke score is en E de laagst mogelijke score. Soms wordt er ook een + of – achter een niveau weergegeven. Een C- is dan een lage C score en een C+ een hoge C score. ParnasSys werkt ook met niveauwaarden, die zijn afgeleid van de Cito scores. In het onderstaande overzicht kunt u zien wat de scores inhouden: Cito score waardering Niveauwaarde ParnasSys

A zeer goed tot goed

B ruim voldoende

C voldoende tot matig

D onvoldoende

E zwak

5-4

4-3

3-2

2-1

1-0

Op de rapportavonden worden de vorderingen van uw kind(eren) door de leerkracht met u besproken. Mocht een leerkracht naar aanleiding van de scores het wenselijk achten om u eerder te informeren, dan neemt hij/zij contact met u op. Het is dus niet nodig om na iedere Cito-toets in gesprek te gaan met de leerkracht. De individuele Cito scores van kinderen worden niet klassikaal besproken in de groep. Wij raden u wel aan om samen met uw kind naar de scores in het ouderportaal te kijken en deze eventueel te bespreken. Toelichting (terminologie) Cito-toetsen De toets Taal voor kleuters geeft inzicht in de passieve woordenschat en de hoe kritisch kinderen kunnen luisteren (groep 1 en 2). De toets Rekenen voor kleuters geeft inzicht in kleurbegrip, kennis van lichaamsdelen, getalbegrip, meten en meetkunde (groep 1 en 2). De toets Begrijpend lezen (eind groep 3 t/m groep 8). De toets Woordenschat (groep 3 t/m 8) geeft inzicht in de ontwikkeling van de woordenschat van kinderen. De toetsen Leestechniek (groep 3) en Leestempo (groep 4 t/m 8 ), geven inzicht in de vorderingen van het technisch lezen van de kinderen. Tot en met groep 4 wordt de DMT (Drie Minuten Toets) afgenomen. Daar wordt de snelheid van het lezen van woorden getoetst. Tot slot gebruiken wij ook de toetsen Spelling en Rekenen & Wiskunde (groep 3 t/m 8). Om zorgleerlingen beter te kunnen volgen, nemen we bij hen, indien nodig individueel de Drie Minuten Toets en AVI-toets af. Beide zijn leestoetsen. 2b. Methodetoetsen Onder deze knop ziet u de resultaten van de afgenomen methodetoetsen. Zo kunt u steeds de vorderingen van uw kind bijhouden. Deze scores zijn de basis voor het uiteindelijke rapport.


20 3. Module hulpplan Na elke toets periode maken de leerkrachten van De Zeester een analyse van de resultaten van alle leerlingen van de groep. Naar aanleiding van de gemaakte analyse wordt weer een nieuw groepsplan gemaakt. Daarbij worden op de 4 hoofdvakgebieden (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen) alle leerlingen van de groep ingedeeld in 3 niveaus. Bij de kleutergroepen gaat het hierbij om Taal en Rekenen. In niveau 1 zijn de leerlingen met een A score voor de Cito-toetsen ingedeeld. Zij kunnen, na een korte instructie, met hun werk in de groep aan de slag en krijgen naast hun werk verrijkende leerstof in de groep aangeboden. In niveau 2 zijn de leerlingen met een B score en een hoge C score ingedeeld en zij krijgen de basis/ “normale” instructie van het lesprogramma. In niveau 3 zijn de leerlingen ingedeeld met een lage C, een D of een E score. Deze leerlingen krijgen verlengde en/of extra instructie en ondersteuning in de klas. In een aantal gevallen krijgen deze leerlingen nog extra ondersteuning door middel van RT buiten de klas, extra oefenstof voor thuis en/of in de klas. Voor de leerlingen met niveau 1 en 3 worden de handelingsplannen in ParnaSsys gezet. Natuurlijk worden ook de leerresultaten van de kinderen van niveau 2 goed gevolgd. Voor hen wordt geen apart plan gemaakt omdat het “gewone lesprogramma” wordt gevolgd. Wanneer bij deze leerlingen toch een specifieke aanpak nodig is, wordt dat met ouders besproken en wordt er, indien nodig, een plan van aanpak gemaakt. In het ouderportaal van ParnaSsys zijn plannen te zien op het gebied van begrijpend lezen, technisch lezen, rekenen en spelling. Bij de kleuters kan dat een handelingsplan voor taal of voorbereidend rekenen zijn. Hoe ziet een handelingsplan (=hulpplan) er uit? Het cijfer achter het vakgebied geeft het niveau van het plan aan: bijvoorbeeld begrijpend lezen niveau 1. In het plan staat “probleemomschrijving”. Hierbij ziet u technische gegevens van de toetsen. Niet alleen staat daar het niveau (A t/m E), maar ook de niveauwaarde (5,0-0,0) en soms een vaardigheidsscore. Deze cijfers gebruikt de leerkracht om een meetbaar doel op te stellen, zodat aan het eind van de begeleidingsperiode kan worden gemeten of er voldoende resultaat is behaald. Voor u als ouder is van het meeste belang dat u weet welke begeleiding uw kind krijgt. Wat en hoe is de aanpak en welke materialen worden ingezet? Dat is terug te vinden in het handelingsplan. In oktober vullen de leerkrachten een signaleringslijst van ZIEN in. Daarna komen er, indien noodzakelijk, individuele handelingsplannen op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling in ParnaSsys te staan. Deze plannen kunnen ook tussentijds worden opgestart. Wanneer u vragen heeft over de plannen kunt u terecht bij de leerkracht van uw kind of één van de intern begeleiders. Tot slot Wij hopen dat dit ouderportaal een bijdrage zal leveren aan een goede communicatie tussen ouders en school.


21 Bijlage 2. Notitie Parnassys: dyslexiecontract. Vakgebied: o Spelling o Taal o Technisch lezen o Begrijpend lezen Voorzieningen op schoolniveau: o Vergroten van Cito toetsen. o Vergroten van methode toetsen. o Verlengen van de toets tijd met 50% van de normale toets tijd o Eindtoets Cito groep 8 : luisterversie/ vergroot (in overleg met ouders en leerling) Voorzieningen op klassenniveau: o De leerlingen moeten minimaal 3 x per week flitsen. o Ralfi lezen o Handelingsplan spelling met behulp van Zelfstandig Spellen of Spelling in de lift. o Spellingregelschrift: o

o o o o o o o o

o o

Beoordeling dictee: - -Bij het themadictee wordt de gewone normering gehanteerd. - -Bij het zinnendictee worden alleen de woorden beoordeeld en niet de extra nakijkcriteria zoals aangegeven in de handleiding. Er wordt altijd voor spelling een aantekening op het rapport gemaakt voor inzet. Er wordt bij spelling bij de opmerkingen de groei in vaardigheidscore genoemd van de Cito spellingtoets. Bij topografie wordt niet beoordeeld op de schrijfwijze. Rekening houden met het feit dat deze leerlingen moeite hebben met automatiseren. Gebruik maken van tafelkaart Gebruik maken van een spellingskaart van logopedie of ONL / RID begeleiding. Gebruik maken van een leesmaatje. Waar mogelijk gebruik maken van pre- teaching voor de zaakvakken. - geschiedenis - aardrijkskunde - natuur en techniek Indien mogelijk/ noodzakelijk gebruik maken van een Daisy speler/ tablet met SD kaartje. Anders….

Handtekening ouders:


Handtekening leerkracht:

Zorgplan R.K. Basisschool WSKO De Zeester Rembrandtstraat AX Monster

Recommend Documents