Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen Inventarisatie van beleid en aanbod begeleid zelfstandig wonen voor jongeren van 18 tot 23 jaar
CMO Groningen
drs Fransje Grisnich drs Brenda Harsveld drs Annemarieke Hunze
In opdracht van de Provincie Groningen
december 2007
Inhoud Samenvatting
3
1.
Inleiding
4
2.
Probleemstelling en werkwijze
4
3.
Doelgroep
4
4.
Algemene gegevens over jeugdigen van 18-23 jaar 4.1 Aantal jongeren per gemeente en totaal provincie 4.2 Aantal doelgroepjongeren
5 5 6
5.
Stand van zaken huidig gemeentelijk beleid en aanbod 5.1 Verantwoordelijkheid gemeenten 5.2 Stand van zaken in gemeenten 5.3 Overzicht gemeentelijke initiatieven (matrix) 5.4 Knelpunten 5.5 Conclusies
6 6 7 8 9 10
6.
Aanbod van instellingen m.b.t. BZW en WLW trajecten 6.1 Stand van zaken in instellingen 6.2 Overzicht aanbod instellingen (matrix) 6.3 Knelpunten 6.4 Conclusies
11
7. 8.
Wensen van gemeenten en instellingen Conclusie
Bijlagen: 1. Overzicht van aangeschreven gemeenten en instellingen 2. Bronnen/beleidsplannen 3. Plan van Aanpak Begeleid Wonen voor jongeren uit de gemeente Vlagtwedde
14 15 16 17 18
19 20 21
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
2
Samenvatting Deze inventarisatie behandelt het beleid en het aanbod voor jongeren van 18-23 jaar in de provincie Groningen die begeleiding nodig hebben op het gebied van zelfstandig wonen, leren en werken. De groep die deze begeleiding nodig heeft is divers en heeft complexe problemen. Het gaat om jongeren die op welke reden dan ook niet meer thuis (kunnen) wonen maar ook niet in staat zijn zelfstandig in een stabiele woonsituatie te voorzien. Het gaat ook om jongeren die, na verblijf in een voorziening van jeugdzorg of een justitiële inrichting, terugkeren naar hun woongemeente maar niet meer thuis kunnen wonen. De omvang van de doelgroep blijkt moeilijk te bepalen. Een (zeer) grove schatting komt uit op een aantal dat ligt tussen de 300 en 450 jongeren in de hele provincie Groningen. Uit de inventarisatie blijkt dat er bij gemeenten en instellingen een grote bereidheid én behoefte is om de problematiek aan te pakken en daarin met elkaar samen te werken. De respons op de uitgezette vragenlijst was maar liefst 90%. Het bestaande aanbod op het gebied van begeleid wonen, leren en werken is heel divers. In slechts twee gemeenten is er een aanbod: in Groningen en Vlagtwedde. In enkele gemeenten zijn voorbereidingen in volle gang, zoals in Stadskanaal, Reiderland en Menterwolde. De meeste gemeenten erkennen het probleem, maar hebben hun handen vol aan alle nieuwe ontwikkelingen die er in het jeugdbeleid en met de WMO op hen afkomen. Er is geen zicht op de doelgroep en voor de meeste gemeenten lijkt het om een zeer kleine groep jongeren te gaan. Dat heeft dan niet de prioriteit. Veel gemeenten zijn wel actief in de sluitende aanpak leren-werken (Waddenmodel, Jongerenloket, SchoolFirst o.a.), maar dit is nog niet gekoppeld aan woonbegeleiding. Gemeenten zijn ook druk bezig de lokale jeugdketen sluitend te krijgen door o.a. het oprichten en versterken van zorgadviesteams, netwerken 12+ , OGGZ-netwerken en het realiseren van (randgroep)jongerenwerk en algemeen maatschappelijk werk voor jongeren. Het aanbod van de instellingen is divers. De meeste jeugdzorginstellingen hebben een aanbod dat gekoppeld is aan hun eigen doelgroep en een verlengde en tijdelijke 24-uurshulpverlening is in woonvoorzieningen van de instelling. Dit biedt op de korte termijn een oplossing, maar op de langere termijn is er toch behoefte aan zelfstandige woonruimte voor jongeren. Bovendien zijn deze voorzieningen voornamelijk gesitueerd in de stad Groningen en minder geschikt voor jongeren uit de regio die daar werken of een opleiding volgen. Slechts enkele instellingen, vooral in de stad, bieden ambulante begeleiding aan jongeren die zelfstandig wonen. Het aanbod betaalbare en nabije woonruimte voor jongeren is veel te gering. Ook de inkomenspositie van de doelgroep is zodanig slecht dat zij nauwelijks in staat is om zelfstandig woonruimte te huren. Oplossingen worden door zowel gemeenten als instellingen gezien in een betere samenwerking en afstemming om de problematiek aan te pakken. Provincie, gemeenten en betrokken instellingen moeten de handen ineen slaan en in een regionale aanpak oplossingen zoeken. De gemeenten hebben daarbij de regie, van de provincie wordt een faciliterende, initiërende en ondersteunende rol verwacht. Vooral bij het in kaart brengen van de omvang van de doelgroep, in beeld brengen van de vraag en behoefte van jongeren, invloed uitoefenen op het realiseren van meer jongerenhuisvesting, inzicht geven in de financieringsstromen, mee-financieren en het verbinden van partijen zien gemeenten en instellingen een rol voor de provincie. Dit kan vorm worden gegeven middels een gebiedsgerichte aanpak. Instellingen bieden graag hun kennis en expertise aan bij het zoeken naar oplossingen en het maken van concrete plannen. Zij hebben een eigen uitvoerende taak en verantwoordelijkheid, maar willen met andere instellingen samen de doorlopende zorglijnen en een sluitende aanpak realiseren. Van hen wordt verwacht dat zij een warme overdracht realiseren naar organisaties in de woongemeente als jongeren de instelling verlaten.
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
3
1.
Inleiding
De Provincie Groningen heeft door CMO Groningen een inventariserend onderzoek laten uitvoeren naar de stand van zaken en nieuwe mogelijkheden op het gebied van begeleid zelfstandig wonen voor jongeren in de leeftijd van 18 – 23 jaar in de provincie Groningen. Aanleiding is een aangenomen motie van Provinciale Staten over nazorg in het jeugdbeleid, na verblijf in een 24-uurs voorziening van jeugdzorg voor de groep 18 – 23 jarigen. Deze leeftijdsgroep lijkt tussen wal en schip te vallen. Provinciale Staten willen inzicht in de aard en omvang van de problematiek en antwoord op de vraag of er partijen zijn die in gezamenlijkheid mee willen werken aan het realiseren van een stabiele woonomgeving voor 18 – 23 jarigen waarin tevens structuur wordt geboden voor het behalen van een startkwalificatie of voor het volgen van een leer- werktraject.
2.
Probleemstelling en werkwijze
De provincie is verantwoordelijk voor de geïndiceerde jeugdzorg aan jeugdigen in de leeftijd 0 tot 18 jaar. Hulpvarianten hierbij zijn onder andere begeleiding bij zelfstandig wonen. Jongeren die vanaf hun 18de niet meer van deze hulpvarianten gebruik (kunnen) maken maar ook niet meer thuis kunnen wonen, hebben behoefte aan een eigen woonruimte. Begeleiding bij het zelfstandig wonen is in een aantal gevallen noodzakelijk om nieuwe problemen te voorkómen. Behalve woonruimte is begeleiding naar leren en/of werken vaak eveneens noodzakelijk. Er zijn signalen, dat zowel de beschikbare woonruimte als de begeleiding onvoldoende is. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale jeugdbeleid voor 0-23 jarigen. Er zijn jongeren die om wat voor reden dan ook niet meer thuis kunnen of willen wonen, maar nog niet in staat zijn om zelfstandig voor een stabiele woonomgeving te zorgen. Deze groep loopt een groot risico om zonder adequate woning, scholing of werk te komen. Voor deze groep dient een aanbod gerealiseerd te worden dat begeleiding biedt bij zelfstandig wonen met een leer-werk traject. In deze notitie wordt inzicht verschaft in reeds bestaande arrangementen Wonen-Leren-Werken in Groninger gemeenten en instellingen, die voorzien in adequate begeleiding van (risico)jongeren in de leeftijd van 18 - 23 jaar die zelfstandig gaan wonen. Tevens worden knelpunten in het bestaande beleid en aanbod beschreven en worden mogelijkheden aangeven om deze aan te pakken. De notitie biedt een handreiking voor het verder ontwikkelen van beleid, wat middels een gebiedsgerichte aanpak kan plaatsvinden. Werkwijze Om tot het beoogde inzicht te komen is een inventarisatie uitgevoerd met behulp van een vragenlijst bij gemeenten, betrokken hulpinstellingen en een woningbouwcorporatie. Gevraagd is naar bestaande arrangementen Begeleid Zelfstandig Wonen en Wonen-Leren-Werken (BZW/WLW)trajecten, beleidsplannen, knelpunten en toekomstplannen. Alle Groninger gemeenten hebben de vragenlijst ontvangen, 22 hebben de vragenlijst ingevuld (respons 88%). Er zijn twaalf instellingen aangeschreven, waarvan elf een respons hebben gegeven (92%). De bereidheid om aan deze inventarisatie mee te werken was dus erg groot (zie bijlage 1).
3.
Doelgroep
De hier benoemde problematiek heeft een afgebakende doelgroep die voor de helderheid in verschillende subcategorieën is onder te verdelen: 1. Jongeren van 18 tot 23 jaar die niet meer thuis kunnen/ willen wonen en geen gebruik maken van jeugdzorgvoorzieningen maar wel begeleiding nodig hebben op het gebied van zelfstandig wonen-werken-leren. 2. Jongeren van 18 tot 23 jaar die ná een verblijf in een jeugdzorgvoorziening niet (kunnen) terugkeren naar de thuissituatie en begeleiding nodig hebben op het gebied van zelfstandig wonen-werken-leren. 3. Jongeren van 18-23 jaar die ná verblijf in een justitiële inrichting (Het Poortje) niet (kunnen) terugkeren naar huis en begeleiding nodig hebben op het gebied van zelfstandig wonen-lerenwerken.
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
4
4. Jongeren van 18-23 die geen onderwijs (meer) volgen, niet regulier werken en die een wisselende verblijfplaats hebben bij familie of vrienden. Deze jongeren zijn zeer verspreid over vele instellingen op het terrein van onderwijs (ROC’s), voortijdig schoolverlaten (RMC’s), arbeid (CWI), uitkering (sociale dienst), welzijn (jongerenwerk, randgroepjongerenwerk, maatschappelijk werk), jeugdzorg, jeugdpsychiatrie en justitie (Het Poortje). De omvang van de doelgroep is daardoor heel moeilijk eenduidig in beeld te krijgen.
4.
Algemene gegevens aantal jeugdigen van 18-23 jaar
In deze paragraaf wordt aangegeven wat de omvang is van de leeftijdsgroep en wordt een schatting gemaakt van de omvang van de doelgroep.
4.1
Aantallen per gemeente en provinciaal totaal
Tabel 1: Aantal jeugdigen van 18-23 jaar per gemeente op 1 januari 2007 en geschat aantal doelgroepjongeren Gemeente Appingedam Delfzijl Eemsmond De Marne Loppersum Winsum Ten Boer Bedum Zuidhorn Marum Grootegast Leek Groningen Haren Hoogezand-Sappemeer Slochteren Veendam Menterwolde Pekela Scheemda Winschoten Bellingwedde Reiderland Stadskanaal Vlagtwedde Totaal Provincie Groningen Bron: CBS 1-1-2007
Aantal 18-23 jarigen 622 1494 841 534 592 689 368 588 977 530 653 1031 24614 691 1806 720 1444 792 661 704 917 448 335 1834 759
1% doelgroepjongeren 6 15 8 5 6 7 4 6 10 5 7 10 246 7 18 7 14 8 7 7 9 4 3 18 6
44644
446
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
5
4.2
Aantal doelgroepjongeren
Het is niet mogelijk om betrouwbare cijfers te geven van het aantal jongeren van 18-23 jaar dat in aanmerking komt of behoefte heeft aan begeleiding bij Wonen-Leren-Werken. Er is door de projectgroep Kamers met Kansen Groningen 1 een inschatting gemaakt die uitkomt op gemiddeld 250 jongeren per jaar 2 in deze provincie die ten gevolge van een instabiele woonsituatie geen startkwalificatie halen (doelgroep 1). Daarnaast is er een geschatte groep van ongeveer 50 jongeren per jaar die een reguliere jeugdzorginstelling verlaat, die nog niet zelfstandig kan wonen maar voor wie geen goede vervolgvoorziening beschikbaar is (doelgroep 2). De omvang van de groep jongeren uit Groningen die een justitiële instelling verlaat en begeleiding nodig heeft bij wonen-leren-werken is niet bekend (doelgroep 3). De omvang van doelgroep 4 is eveneens onbekend. Uitgaande van het gegeven dat de doelgroep bestaat uit jongeren met meervoudige problematiek kan worden uitgegaan van een percentage van 0.5 tot 1% van de doelgroep (dit is een landelijk gehanteerde aanname, die overigens niet éénduidig kan worden aangetoond). Voor de provincie Groningen komt het totaal aantal doelgroepjongeren dan op tussen de 225 en 450. In bovenstaande tabel zijn de doelgroepjongeren (1%) per gemeente omgerekend. Hierbij moet worden opgemerkt dat de situatie per gemeente hiervan af kan wijken omdat de ene gemeente meer multiprobleem jongeren in huis heeft dan de andere. Het gaat dus om een ruwe aanduiding. Kortom: de omvang van de doelgroep wordt geschat op een aantal dat ligt tussen de 250 en 450 jongeren per jaar die vanwege het ontbreken van een veilige en stabiele woonsituatie afhaken (of dreigen af te haken) in onderwijs, stage of werktraject. Nader en gericht onderzoek zal noodzakelijk zijn om een betere schatting te kunnen maken.
5.
Stand van zaken huidig gemeentelijk beleid en aanbod
5.1.
Verantwoordelijkheid gemeenten en provincie
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het lokale jeugdbeleid voor 0-23 jarigen. De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugdigen die te maken hebben met opvoed- en opgroeiproblematiek is inmiddels wettelijk verankerd in de WMO. Prestatieveld 2 is hier expliciet op gericht, maar de WMO biedt waarschijnlijk meer mogelijkheden voor deze specifieke doelgroep. Voor de hier beschreven doelgroep betekent dit dat de gemeenten de verantwoordelijkheid hebben wanneer een jongere na opname in een jeugdzorgvoorziening of een justitiële inrichting weer terugkeert naar de gemeente van herkomst. De gemeente heeft een belangrijke regierol met betrekking tot de afstemming en samenwerking van alle betrokken partijen. Samenwerking met provincie en instellingen is cruciaal. Door de respondenten wordt het organiseren van deze gezamenlijkheid regelmatig genoemd als belangrijke verantwoordelijkheid van gemeenten. Warme overdracht en goede follow up zijn essentieel in dit samenspel. Kennis en ervaring van de provinciale zorginstellingen zijn hierbij onontbeerlijk. Met name ook voor het realiseren van voorzieningen op regionaal niveau waar zeker voor de kleinere gemeenten aan gedacht moet worden, hebben gemeenten een belangrijke regierol. Formeel houdt de provinciale verantwoordelijkheid voor zorg aan jongeren op bij de grens van 18 jaar. Er is een mogelijkheid tot verlengde zorg wanneer de jeugdzorg is begonnen voordat de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikte (Wet op de Jeugdzorg artikel 1). In het kader van de gebiedsgerichte aanpak kunnen provincie, gemeenten en instellingen gezamenlijk verder beleid ontwikkelen en uitvoeren.
1
De projectgroep Kamers met Kansen Groningen bestaat uit woningbouwcorporatie Nijestee, het Alfa-college, het Noorderpoortcollege, Base Groep en de Stichting Huis. De projectgroep heeft een plan ontwikkeld waarvoor op dit moment financiering wordt gezocht. 2 De projectgroep gaat uit van de groep 18-25 jarigen
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
6
5.2.
Stand van zaken in gemeenten
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken in de Groninger gemeenten met betrekking tot de geschetste problematiek Wonen-Leren -Werken. Er wordt ingegaan op de actuele beleidsontwikkeling en op het reeds bestaande aanbod in gemeenten. Voor een overzichtelijk geheel is de actuele situatie weergegeven in een matrix. Beleid Een heel aantal gemeenten heeft inmiddels beleid ontwikkeld in het kader van een sluitende aanpak voor jongeren op het gebied van leren en werken, onder andere door deelname aan het Waddenmodel en varianten daarvan. De huisvestingsproblematiek maakt hier nog geen integraal onderdeel van uit. In sommige gevallen, zoals in Vlagtwedde en Stadskanaal, vloeit een aanbod voor begeleid wonen juist voort uit genoemde sluitende aanpak. Huisvestingsproblemen spelen een belangrijke rol bij vroegtijdig schoolverlaters en begeleiding bij zelfstandig wonen maakt de kans van slagen op terugkeer naar school groter. Voor veel gemeenten is geen of onvoldoende zicht op de aard en omvang van het probleem. In de kleinere gemeenten lijkt het minder te spelen omdat de omvang van de doelgroep erg klein is (zie ook tabel 1). Veel gemeenten geven aan vooral te maken te hebben met gebrek aan tijd en middelen. Er is de laatste jaren erg veel op gemeenten afgekomen op het gebied van het algemeen en preventief jeugdbeleid waardoor de prioriteit nog niet heeft gelegen bij deze specifieke doelgroep. Er is echter wel behoefte aan maar men is er nog niet mee begonnen of men zit in de voorbereidende fase, in verkennende gesprekken met woningbouwcorporaties en andere betrokken partijen. De meeste gemeenten willen in de toekomst aan de slag met dit thema, met uitzondering van Slochteren, Ten Boer, Appingedam en Eemsmond. Capaciteitsproblemen en te grote onduidelijk over aard en omvang van de problematiek spelen hierbij een belangrijke rol. De stad Groningen kent een eigen dynamiek in deze. In de stad zijn verschillende initiatieven van start gegaan, dan wel in voorbereiding. Er bestaat een redelijk aanbod voor de verschillende onderscheiden doelgroepen (zie overzicht instellingen in het volgende hoofdstuk), maar er is door de gemeente nog geen specifiek beleid ontwikkeld op het gebied van begeleid wonen. Een onmiskenbaar voordeel van de stad is de geografische nabijheid van de zorginstellingen die betrokken worden dan wel blijven bij de (na)zorg. Aanbod De gemeenten Groningen en Vlagtwedde zijn de enige gemeenten met een actueel begeleid-wonen aanbod. Vlagtwedde is daarmee in september 2007 gestart met 4 jongeren; de provincie financiert mee (zie bijlage 3). Stadskanaal en Menterwolde zijn praktisch en beleidsmatig bezig om een en ander te ontwikkelen. In Reiderland bestaat, in samenwerking met randgroepjongerenwerkorganisatie Neon, ambulante woonbegeleiding maar er is nog geen eigen pand beschikbaar gesteld. In veel gemeenten waar geen woonaanbod voor jongeren gerealiseerd is, zijn wel afspraken gemaakt met instellingen voor algemene begeleiding van jongeren richting opleiding en werk (trajectbegeleiding in het kader van o.a. de Sluitende aanpak, School First, e.d.). Jongerensteunpunten, algemeen maatschappelijk werk, randgroepjongerenwerk, Netwerken 12 + en OGGZ netwerken spelen hierbij een belangrijke rol. In sommige gevallen wordt het particuliere bureau Community Support ingehuurd voor de begeleiding van deze specifieke groep jongeren (Menterwolde). In de kleinere gemeenten wordt soms een maatschappelijk werker, (randgroep)jongerenwerker of gezinscoach met de (na)zorg belast. Een groot aantal gemeenten geeft aan niet op de hoogte te zijn van afspraken over begeleiding van deze doelgroep (o.a. Winschoten, Ten Boer, Bedum, Appingedam, Eemsmond, De Marne).
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
7
5.3
Overzicht gemeentelijke initiatieven in een matrix
Tabel 2: Overzicht stand van zaken in gemeenten m.b.t. Wonen-Leren-Werken Gemeente
Beleid
Aanbod
Deelnemen aan toekomstplannen
Regio Noord Groningen Appingedam Delfzijl Eemsmond Loppersum
Nee Onbekend Nee Nee
Nee Onbekend Nee Nee
De Marne Bedum
Nee Nee
Nee Nee
Ten Boer Winsum Regio Westerkwartier Leek
Nee Onbekend
Nee Onbekend
nee onbekend nee Ja, indien gewenst gezien beperkte omvang doelgroep Ja Ja/nee. Stad Groningen is centrumgemeente voor beleid en uitvoering Nee, zie bij Bedum Onbekend
Niet specifiek voor deze doelgroep. In Westerkwartier is wel WoonKansbeleid i.s.m. verschillende instanties
Maatschappelijk Opvang & Ondersteuning Den Eikelaar in Leek, niet specifiek voor deze doelgroep en problematiek Onbekend Nee Jongerenwerker en Gezinscoach voor nazorg, geen woonvoorzieningen
Marum Grootegast Zuidhorn
Regio Centraal Groningen
Onbekend Nee Nee
Nee, nog niet voor deze specifieke doelgroep
Hoogezand-Sappemeer
Nee
Haren
Nee, wel op gebied van Werken-Leren (School First project) Nee
Slochteren
Regio VMP Veendam
Menterwolde
Bezig met: -Nieuwe Perspectieven -Programma” Uit de goot” -Aanbod St. Huis (zie onder Instellingen hfst.6) Nee
Nee
Ja
Onbekend Ja Ja
Ja
Ja, gezamenlijk ontwikkelen, provincie financiert mee Ja
Nee, maar wel via instellingen in de regio en de stad Groningen
Nee, onvoldoende menskracht
Nee, wel trajectbegeleiding startkwalificatie
Nee
Nee, wel sluitende aanpak. Wonen nog niet gelukt, wel mee bezig
Via Community Support begeleiding aan doelgroep maar niet gericht op wonen
Ja, ontwikkelen woonbeleidsplan “Groeien met Beleid” voor deze doelgroep Ja
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
8
Vervolg tabel 2: Overzicht stand van zaken in gemeenten m.b.t. Wonen-leren-Werken Gemeente
Beleid
Aanbod
Pekela
Ja, algemeen beleid via randgroepjongerenwerk
Nog geen voorziening begeleid wonen
Nee, wel sluitende aanpak. Wonen nog niet gelukt, wel mee bezig Nee
Nee
Ja
Randgroepjongerenwerk NEON biedt ambulante woonbegeleiding i.s.m. Acantus woningbouwver. Nee Huisvestingsvraagstuk is witte vlek
Ja
Regio Oldambt Bellingwedde
Reiderland
Scheemda Winschoten
Regio Standkanaal/Vlagtwedde Stadskanaal
Vlagtwedde
5.4
Nee Nee, wel sluitende aanpak, via St. Opmaat leer-werktrajcten. Niet gericht op Wonen.
Ja, convenanten netwerk OGGZ en Netwerk 12+ met instellingen Aansluiten bij VETproject Workfirst (sluitende aanpak startkwalificatie) Ja
Begeleid wonen per 2008 -haalbaarheidsonderzoek naar 24-uursbegeleiding, nu nog ambulant - extra capaciteit gereserveerd voor jongeren met problemen Recent gestart Project Begeleid Wonen i.s.m. Noorderpoortcollege, AMW, Jongerenwerk van St. Welzijn, Acantus en Wedeka. Looptijd 2 jaar.
Deelnemen aan toekomstplannen Ja. Er is al gepland aanbod i.o.m. NEON en Acantus
Ja Ja
Ja
Ja
Knelpunten
De gemeenten geven de volgende knelpunten aan: Op macroniveau (gemeente-overstijgend beleid en regelgeving): • Er komen veel nieuwe taken naar gemeenten toe op het gebied van jeugdbeleid zonder extra of voldoende budget hiervoor. Dat levert knelpunten op in ambtelijke capaciteit en de financiering van nieuw beleid • Onvoldoende beschikbare en vooral ook betaalbare jongerenhuisvesting • De kwaliteit van de beschikbare huisvesting voor jongeren is vaak erg slecht (huisjesmelkers) • De inkomenssituatie van jongeren- hoogte van een uitkering of minimumloon - is dusdanig dat jongeren nauwelijks zelfstandig woonruimte kunnen huren. Het kabinet zet nog deze periode in op ‘geen uitkering’ voor deze doelgroep tenzij de jongeren deelnemen aan een werk- of leertraject. Wat gebeurt er met de jongeren die nu al zelfstandig wonen, en die straks geen uitkering krijgen?
________________________________________________________________________ Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
9
Op niveau van de gemeente: • Onvoldoende regie op het terrein van wonen in combinatie met leren/werken trajecten • Gebrek aan gegevens, geen zicht op de doelgroep. Daardoor is er geen basis voor beleidsontwikkeling • Kleine doelgroep in de kleine gemeenten waardoor deze geen hoge prioriteit heeft, er komt al zoveel op de gemeenten af • Sterk wisselende samenstelling van de doelgroep die bovendien moeilijk vast te houden is. Daardoor moeilijk te bepalen hoeveel wooncapaciteit er nodig is. Op niveau van de jeugdketen: • Overdracht vanuit de jeugdzorginstellingen en justitie-instelling naar de woongemeente is onvoldoende. Gemeenten worden niet op de hoogte gesteld wanneer een jongere terugkeert naar de eigen woongemeente en nog begeleiding nodig heeft, en kan dus niet regisseren • Complexiteit van 18+ problemen: er is geen jeugdzorg meer maar er is nog wel begeleiding nodig. Gemeenten en lokale instellingen zijn hier nog niet goed op voorbereid. Op het niveau van de jongere: • De financiële situatie van jongeren zelf maakt huren vaak niet mogelijk. In Menterwolde wil men bijvoorbeeld de uitkering van 18-jarigen verhogen tot het niveau van een 21- jarige (in uitzonderingsgevallen en met onderbouwing van hulpverlenende organisaties) • Woonbegeleiding is nu vooral in de stad mogelijk, waardoor jongeren van buiten de stad uit hun eigen woonomgeving gehaald worden. Hierdoor wordt de afstand naar school of werk te groot. • Grote diversiteit in problematiek. Het is dus nodig om maatwerk te leveren.
5.5
Conclusies
Geconcludeerd kan worden dat er in de gemeenten nog nauwelijks ervaring is met begeleid wonen. Alleen in de stad Groningen en in de gemeente Vlagtwedde is sprake van concreet aanbod, in Vlagtwedde sinds september 2007 (bijlage 3). Er is bij gemeenten wel een grote mate van probleem(h)erkenning en bereidheid om de problematiek aan te pakken in nauwe samenwerking met de provincie en de betreffende instellingen. Gemeenten hebben die samenwerking ook hard nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de complexiteit van de problematiek. De basis voor begeleid wonen in de provincie Groningen, in aansluiting op het provinciale beleid gericht op de sluitende aanpak leren-werken voor jongeren, lijkt gunstig. Het sluit op elkaar aan en past binnen een integrale benadering van jeugdbeleid. De grootste knelpunten liggen op het terrein van de financiële mogelijkheden van gemeenten, het gebrek aan beschikbare, betaalbare en nabije woonruimte voor jongeren, het gebrek aan inzicht in de omvang van de doelgroep en de samenwerking met de provinciale instellingen van jeugdzorg, jeugd-ggz en justitie. Gezien de grote verschillen tussen gemeenten omtrent de omvang van de doelgroep (in de kleinere gemeenten gaat het om slechts enkele jongeren) en daarmee verschil in prioriteit, ligt een gebiedsgerichte aanpak voor de hand. Voorzieningen voor begeleid (zelfstandig) wonen zouden regionaal gespreid moeten zijn zodat de afstand wonen-werken-leren voor de betreffende jongeren aanvaardbaar is. Daarnaast is het van groot belang dat het woningbouwbeleid in deze provincie expliciet aandacht gaat besteden aan betaalbare woonruimte voor jongeren in hun eigen leefomgeving. Begeleid wonen moet niet alleen in daarvoor aangewezen woonvoorzieningen plaatsvinden. Deze zijn meestal niet voor permanente bewoning bedoeld, en het verschuift het probleem van begeleid zelfstandig wonen naar de toekomst en versluiert de behoefte. Er moet ook ambulante begeleiding zijn als jongeren eigen woonruimte willen huren. Die woonruimte, en de ambulante begeleiding, moet dan wel beschikbaar zijn.
________________________________________________________________________ 10 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
6.
Aanbod van instellingen m.b.t. Begeleid Zelfstandig Wonen en Wonen-Leren-Werken trajecten
6.1
Stand van zaken in instellingen
Om een duidelijk beeld te krijgen van het aanbod van instellingen in de provincie Groningen zijn tien instellingen met een vragenlijst benaderd. Dit leverde een schat een informatie op. Er zijn veel initiatieven, ontwikkelingen en wensen op het gebied van nazorg/opvang aan jongeren 18+, maar ze zijn ook zeer divers. Om de stand van zaken in de instellingen te kunnen formuleren richten wij ons op drie aspecten: - heeft de ondervraagde instelling een taak/verantwoordelijkheid op het gebied van opvang aan jongeren 18+ gericht op (zelfstandig) wonen, werken en leren. - is die taak vastgelegd in beleid. - wat is het aanbod In deze paragraaf beschrijven we de situatie per instelling. In de volgende paragraaf wordt door middel van een matrix inzichtelijk gemaakt – per instelling - wat het aanbod concreet is, voor welke doelgroep en hoe de samenwerking met partnerorganisaties eruitziet. Alle benaderde instellingen erkennen een verantwoordelijkheid en hebben een taak op het geschetste probleem en de bijbehorende doelgroep. Alleen de Stichting Pleeg-Maat-Zorg Boerderijen geeft aan dat de jeugdzorg stopt bij 18 jaar en dat zij geen aanbod heeft op de beoogde doelgroep. Zij hebben in hun 5-jarig bestaan één jongere de bedoelde begeleiding geboden. De stichting staat wel open voor verlengde jeugdzorg na 18 jaar op indicatie. Deze stichting wordt in het navolgende niet verder vermeld. De Base Groep. De zorg van de Base Groep is in principe gericht op jeugdigen tot 18 jaar. Er is een mogelijkheid voor verlengde zorg als een jongere al vóór de leeftijd van 18 jaar bij de Base Groep hulp kreeg. Voor de doelgroep is er Ambulante Kamerbegeleiding waarmee ongeveer 36 jongeren op jaarbasis, die zelfstandig wonen, begeleid kunnen worden. De Base Groep heeft voor de doelgroep tevens sinds kort 15 Jeugd-RIBW plaatsen (AWBZ gefinancierd) waarin voorzien wordt in een beschermde woonvorm voor (eigen) doelgroep jongeren 18+. De Base Groep heeft zijn doelstellingen m.b.t. opvang en nazorg aan jongeren 18 + vastgelegd in beleid. Sinds kort biedt de Base Groep een Vertrek Training aan jongeren die de justitiële jeugdinrichting het Poortje gaan verlaten. “Als ketenpartner zoeken we de samenwerking op en leggen we verbanden met gemeenten en andere instellingen”.
Jonx is de jeugdafdeling van Lentis en biedt vanaf 2008 een beschermde woonvoorziening (Jeugd RIBW, AWBZ gefinancierd, 39 plaatsen) aan de (eigen) doelgroep in de leeftijd tot en met 23 jaar. De woonvoorziening biedt individuele begeleiding rond wonen, werken en leren. Tevens is er aandacht voor vrije tijd en sociale contacten. Er wordt nauw samengewerkt met de instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie Accare, die de jongeren professionele (ambulante) behandeling biedt. De jongeren worden voorbereid op zelfstandig wonen. Om de jongeren hierop voor te bereiden maakt Accare gebruik van het protocol “Uit huis gaan” voor jongeren tot 23 jaar. Lentis heeft beleid op de volgende gebieden: 24-uurszorg, behandelverantwoordelijkheid, crisisverantwoordelijkheid binnen en buiten kantoortijd, methodiekontwikkeling, plaatsingsbeleid (waaronder plaatsingscriteria). Daarnaast is in het beleid opgenomen dat regionale samenwerkingsmogelijkheden worden onderzocht op het gebied van ketenzorg. “Een overstijgend zorgprogramma zoals ‘zorgen voor kwetsbare cliënten doe je samen’ zou een oplossing kunnen bieden”.
________________________________________________________________________ 11 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
Accare geeft psychiatrische hulp aan jongeren tot 18 jaar. Vanaf 18 jaar zouden jongeren moeten doorstromen naar de volwassen psychiatrie, naar huis of naar een beschermde woonvorm 18+. De volwassen psychiatrie sluit echter veelal onvoldoende aan op de behoefte van de jongere en het gezin waar de jongeren uit komt. Het aanbod van Accare bestaat uit een Kamertrainingscentrum voor 1620/21 jarigen gericht op zelfstandig wonen. Begeleiding is mogelijk gedurende 1 à 1,5 jaar. Er is een Sociaal Psychiatrische Poli, die dagbehandeling biedt voor jongeren die extra zorg nodig hebben. Om maatwerk te kunnen leveren aan de (eigen) doelgroep organiseert Accare vanaf maart 2008 opvang voor de doelgroep die nog niet zelfstandig kan wonen en/of niet thuis kan wonen (Jeugd-RIBW i.s.m. Jonx/Lentis, zie hierboven). De verantwoordelijkheid m.b.t. de opvang en begeleiding van de doelgroep op weg naar zelfstandigheid is verankerd in het beleidsplan. “We willen graag meedenken over het aanbod en aangeven wat wij kunnen leveren aan deskundigheid”.
Het Leger des Heils kent een grote jeugd(zorg)afdeling. Dit varieert van jeugdhuizen, gezinsvoogdij, pleegzorg tot intensieve begeleiding van jongeren. Het Leger des Heils voert sinds 2005 het project Kenter uit dat zicht richt op jongeren van 16 tot 24 jaar met een OTS 3 of reclasseringstoezicht. Kenter is bestemd voor jongeren die buiten alle vormen van hulpverlening vallen en voor wie de reguliere zorg niet toereikend is. Het project Kenter geeft intensieve outreachende begeleiding aan (momenteel) 42 jongeren op weg naar zelfstandig wonen. De jongeren kunnen thuis wonen, zelfstandig wonen, verblijven in een justitiële jeugdinrichting of dak- en thuisloos zijn. Kenter werkt op basis van een AWBZ financiering en de doelgroep heeft een indicatiestelling nodig voor ondersteunende begeleiding. Het Leger des Heils heeft geen specifieke doelstelling voor jongeren die uit zorgvoorzieningen komen maar heeft een meer algemeen beleid gericht op ‘mensen die hulp nodig hebben’. “Wij zouden graag voorlichting willen geven over het aanbod en het onderwijs en jongerenwerkers informeren over de doelgroep en hun valkuilen”.
Stichting Huis voor thuis- en daklozen in Groningen biedt sinds 1981 onderdak aan mensen die tijdelijk of permanent thuis- of dakloos zijn, waaronder jongeren vanaf 16 jaar.. Zij doet dit door zelf of samen met anderen opvang- en woonvoorzieningen te exploiteren. Tevens wordt ambulante woonbegeleiding aangeboden. Stichting Huis biedt naast onderdak begeleiding bij o.a. (zelfstandig) wonen en leren. Het beleid van Stichting Huis is maatwerk. Voor jongeren betekent dit het beleid gericht is op de behoefte van jongeren t.a.v.: huisvesting, het bieden van ondersteuning en het aanreiken van kansen. “Wij zijn specialist in het bieden van onderdak, verzorging, begeleiding en realiseren van ketenzorg voor en om jongeren op basis van ‘zoveel als nodig, zo weinig als kan”.
De Huismeesters is een woningcorporatie in Groningen. Zij beheren in de gemeenten Groningen en Haren ongeveer 8.000 huurwoningen. De Huismeesters hebben beleid gericht op de doelgroep van Wonen-Leren-Werken. Deze jongeren vallen onder de beleidsdoelgroep ‘Kwetsbare Groepen’ en er zijn met de gemeente Groningen afspraken over het huisvesten van jongeren met een laag inkomen. Over de begeleiding zijn er afspraken met hulpverleningsinstellingen. “Corporaties zorgen voor de woningen. Hulpverlening zorgt voor op maat gesneden begeleiding. Met een sterke focus op de woonbegeleiding. Doen waar je goed in bent”.
3
OTS = Onder Toezicht Stelling. Het gaat ook om jongeren die het afgelopen jaar een OTS hadden.
________________________________________________________________________ 12 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
Het Poortje is een regionale justitiële jeugdinrichting die behandelprogramma’s biedt aan jongeren met ernstige gedragsstoornissen in de leeftijd van 12 tot 21/23 jaar binnen een civielrechtelijk en een strafrechtelijk kader. Het Poortje heeft twee locaties, te weten De Waterpoort in Groningen (civielrechtelijk geplaatste jongeren) en De Veenpoort in Veenhuizen (strafrechtelijk geplaatste jongeren). Het Poortje heeft een ‘nazorg’ traject ontwikkeld voor jongeren uit de drie noordelijke provincies: het Scholings- en Trainings Programma (STP). Alle jongeren uit o.a. de provincie Groningen die vrijkomen uit detentie of verblijf in Het Poortje en die voldoen aan de criteria voor STP krijgen een STP-programma die hen voorbereidt op terugkeer in de samenleving. Het programma is gericht op huisvesting, scholing en/of werk, vrije tijdsbesteding en een adequate relatie met hun ouders/verzorgers. Die voorbereiding vindt plaats tijdens de behandeling in Het Poortje of in het kader van proefverlof onder de verantwoordelijkheid van Het Poortje. Doel van het programma is terugval te voorkomen. Het programma is tot stand gekomen als vervolgactie op afspraken gemaakt in het nazorgconvenant 2007 en diverse provinciale en locale partijen worden in het programma betrokken. Na de behandelperiode in de inrichting heeft het Poortje geen eigen nazorgaanbod en mag dat ook niet binnen het strafrechtelijk kader. Ná de strafperiode kan het Poortje een bijdrage leveren in de nazorg in samenwerking met andere zorgaanbieders. In 2007 is begonnen met de eerste STP’s voor strafrechtelijk geplaatste jongeren en in de loop van de tijd wordt verder uitgebouwd naar civielrechtelijk geplaatste jongeren. In de toekomst zal Het Poortje in het samenwerkingsproject “Jeugdeiland” gebruik kunnen maken van een eigen aanbod op het gebied van begeleid wonen. Dit aanbod wordt in samenwerking met Accare, Verslavingszorg Noord Nederland en de woningbouwvereniging IN ontwikkeld, de beoogde realisatie is ca 2010. “Het Poortje ziet mogelijkheden om in samenwerking met de overige zorgaanbieders in de provincie doorlopende zorglijnen te ontwikkelen, waarvan nazorg een essentieel onderdeel is”
ROC Alfa-college en Noorderpoortcollege bieden begeleiding op school-, ontwikkeling- en keuzebelemmerende gebieden. Het gaat om het gedeelte werken-leren. De Dienst Loopbaan Expertise maakt deel uit van de interne en externe zorgstructuur van het ROC. De ROC’s bemiddelen leerlingen met woonvragen naar Stichting Huis. Op jaarbasis gaat het globaal om zo’n 50 leerlingen. “Wij willen graag meedenken in de ontwikkeling van voorzieningen voor de doelgroep, maar alleen als het tot iets concreets komt. Er zijn onderzoekjes genoeg geweest, de noodzaak is bekend”
________________________________________________________________________ 13 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
6.2
Overzicht aanbod instellingen (matrix)
In onderstaande matrix wordt het geïnventariseerde aanbod geclusterd en samengevat. Tabel 3: Aanbod van instellingen inzake Wonen-Leren-Werken begeleidingstrajecten Instelling
Aanbod
Doelgroep
Werkgebied
Samenwerking
Base Groep
- Ambulante Kamerbegeleiding voor plm. 36 jongeren -Begeleid Kamer Bewonen zelfstandigheidstraining* (70 jongeren op jaarbasis) - Vertrek Training* - Nieuwe Perspectieven - Nazorg contacten voor alle begeleidingsvormen - Jeugd RIBW* (15 plaatsen in 2008) Kenter: intensieve outreachende begeleiding op weg naar zelfstandig wonen en werken (plm. 40 jongeren)
- 16 tot 21 jaar - 15 tot 21 jaar - 12 tot 23 jaar
Provincie Groningen
Met vele organisaties “op maat” van de jongere
Leger des Heils
16 tot 24 jaar met Provincie OTS of reclassering Groningen, (drang en dwang) Friesland en Drenthe
Woningcorporatie - Via programma: ‘huisvesting Huismeesters kwetsbare groepen’ - Verhuur van panden aan LdH
n.v.t.
Stichting Huis Groningen
- 18 – 25 jaar
Accare
Lentis/Jonx
Het Poortje
-Hoendiephuis* voor dakloze jongeren , 20 kamers - Biba Bon, Bida Bon* gericht op Antilliaanse jongeren (25) - Lauwershuis* woontrainingscentrum (14) - Ambulante woonbegeleiding -Kamertrainingscentrum* - Jeugd RIBW* i.s.m. Lentis vanaf maart 2008 (39 bedden) - Sociaal Psychiatrische Poli. Dit aanbod wordt toegankelijk voor alle jongeren van Accare die zelfstandig wonen of thuis. Jeugd-RIBW* i.s.m. Accare
Drievers Dale* en Blijenhof* en een enkele woningbouwver.
Wonen/ werken/leren Wonen
Wonen en Werken
Stad Groningen Lentis, VNN, Reclassering, Leger des Heils. Mogelijk samenwerking met Base Groep en Lentis. Stad Groningen MJD, SoZaWe, ROC’s
Wonen
Provincie Groningen
- Lentis - Huisartsen (overdracht indien jongere terug naar huis gaat)
Wonen
Provincie Groningen
- Accare - mogelijkheden voor regionale samenwerking worden onderzocht.
Wonen, werken en leren
Provincie Groningen, Friesland en Drenthe
Jeugdrecl. BJZ Jeugdrecl. LdH Jeugdzorg/Base Groep
Wonen, werken en leren
Wonen, werken en leren
- 16-25 jaar - vanaf 21 jaar
- 16 tot 21 jaar - 18 - 23 jaar - tot 23 jaar
18 tot 23 jaar
Het Scholing-en Tot 24 jaar Trainingsrogramma* (STP) is een individueel op maat gemaakt programma dat is gericht op de voorbereiding van terugkeer in de maatschappij van jongeren na verblijf in Het Poortje (Waterpoort/Veenpoort)
________________________________________________________________________ 14 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
ROC’s Alfacollege en Noorderpoortcollege
ROC’s bemiddelen naar St. Huis (ongeveer 50 per jaar) maar bieden geen woonbegeleiding.
Leerlingen met woonvragen
Provincie Gr.
Leren/werken
* Deze voorzieningen zijn 24-uurs voorzieningen gekoppeld aan een instelling en veelal ook een indicatiestelling. Het gaat hier dus niet om begeleiding bij zelfstandig wonen, maar er vindt begeleiding plaats aan jongeren in deze voorzieningen op het gebied van leren en werken. Het is geen permanente oplossing voor deze jongeren, maar een overgangsvoorziening op weg naar werkelijk zelfstandig wonen. Er is weinig ambulante begeleiding aan jongeren die zelfstandig wonen
6.3
Knelpunten
In de inventarisatie is gevraagd naar knelpunten die instellingen tegenkomen m.b.t. de opvang en nazorg aan jongeren uit de doelgroep. Knelpunten werden genoemd op diverse niveaus en zijn in deze paragraaf onderverdeeld in knelpunten op macro niveau (waar beleidsmatig en op hoger niveau activiteiten in ondernomen moeten worden), op meso niveau ( instellingsniveau) en knelpunten die direct gevolgen hebben voor de jongere zelf en aangepakt dienen te worden door de instellingen die bij die jongere betrokken zijn.. Knelpunten op macro niveau (instelling-overstijgend beleidsniveau): • de verscheidenheid van regelgeving/opstelling van sociale diensten t.a.v. de inkomensnormen. In veel gevallen is deze norm zo laag dat een jongere niet zelfstandig kan wonen • marktwerking in de zorg bemoeilijkt samenwerking • gebrek aan centrale regie en afstemming • instellingen werken onvoldoende samen in de planontwikkelfase; dit is inefficiënt • onvoldoende duidelijkheid en inzicht in elkaars activiteiten op dit terrein • onvoldoende doorstroom van jongeren; de keten hapert • samenwerking wordt bemoeilijkt vanwege diverse niet op elkaar afgestemde financieringsstromen rond jongeren • aanbod concentreert zich op de stad en niet op de provincie Knelpunten op meso niveau (instellingen): • instellingen kunnen onvoldoende zelfstandige woonruimte vinden voor de doelgroep • er is onvoldoende outreachende ambulante hulp beschikbaar voor doelgroep die zelfstandig woont • er zijn geen afspraken over tijdelijke plaatsing van jongeren vanuit zelfstandige woonsituatie naar een 24-uurs woonvoorziening in geval van crisissituaties • instellingen kunnen onvoldoende geschikte werkplekken vinden voor de doelgroep • er is onvoldoende kennis bij lokale instellingen over behoeften van de doelgroep en de specifieke (b.v. psychiatrische) problematiek • er is geen warme overdracht van de jongeren naar lokale instellingen (bemoeilijkt door Wet op Privacy) • er is onvoldoende inzicht in omvang van de doelgroep bij (sommige) instellingen zelf Knelpunten op micro niveau (de jongere)): • jongeren zijn moeilijk te plaatsen op scholen of scholen geven het snel op met de jongere • jongeren die ingeschreven staan in onderwijs maar niet de opleiding volgen (t.b.v. ontvangen studiefinanciering) • de schuldenproblematiek van de doelgroep is moeilijk oplosbaar • geschikte werkplekken of werkervaringsplaatsen zijn moeilijk te vinden
________________________________________________________________________ 15 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
6.4 Conclusies Instellingen die betrokken waren bij deze inventarisatie zijn unaniem positief over betrokkenheid in het meedenken over de toekomst van en organisatie rondom het aanbod aan de doelgroepjongeren. Dit zegt veel over de positieve houding en over de actualiteit rond het onderwerp. Uit de inventarisatie blijkt echter ook dat er verschillende interpretaties en invalshoeken worden gekozen. Voor de ene organisatie betekent een goede nazorg een 24uurs hulpaanbod in een woonvoorziening met aandacht voor werken en leren, en de ander heeft het meer over zelfstandige woonruimtes via de woningbouwvereniging waar jongeren ambulant begeleid worden in wonen, werken en leren. De instellingen kiezen de invalshoek die het beste bij hun expertise en kerntaak past. Uit het overzicht blijkt dat het merendeel van het aanbod van de instellingen bestaat uit beschermde woonvoorzieningen die niet voor permanente bewoning door de jongeren bedoeld zijn, maar voor een tussenfase op weg naar zelfstandigheid. Er is onvoldoende ambulante begeleiding bij zelfstandig wonen én aan een vangnet bij crisissituaties. Het werkgebied van de instellingen is vaak wel de gehele provincie, maar een eventueel aanbod aan opvang of kamers concentreert zich vooral rond en in de stad. Het is duidelijk dat er momenteel plaatsingsproblemen zijn voor jongeren wanneer zij 18 worden en niet meer in aanmerking komen voor jeugdzorg. Als er nog steeds 24- uurs hulp nodig is, is het volwassenenaanbod onvoldoende afgestemd op de behoefte van de jongere adolescent. Indien ze zelfstandig zouden kunnen wonen is de kans groot dat er geen geschikte woonruimte te vinden is waar de jongere nog hulp ontvangt. De Jeugd-RIBW’s van zowel de Base Groep als Accare/Lentis speelt in op deze behoefte. Het risico bestaat dat er allerlei aanbod zonder samenhang ontwikkeld wordt. Hulpinstellingen maken plannen om nazorg te organiseren voor de eigen doelgroep. Er wordt weinig samengewerkt en niet of nauwelijks overleg gevoerd over de gemeenschappelijke behoeften en hoe instellingen elkaar kunnen versterken door inzet van eigen deskundigheid. Geconcludeerd kan ook worden dat instellingen moeite hebben met het inzichtelijk krijgen van de diverse financieringsstromen rondom de doelgroep, hetgeen de samenwerking bemoeilijkt. De instellingen realiseren zich dat het belangrijk is dat het helder wordt wat de omvang van de doelgroep is maar hebben meer tijd nodig (en menskracht) om deze cijfers te leveren. Uiteraard moet voorkomen worden dat er te veel aanbod komt rond dezelfde doelgroep. Ten slotte kan geconcludeerd worden dat de overdracht naar gemeenten en lokale instellingen verbeterd moet worden wanneer jongeren, na verblijf in een instelling, terug naar huis gaan of zelfstandig in de eigen gemeente gaan wonen. Dit om problemen in de toekomst te voorkomen. Dit zal echter wel moeten passen binnen de wettelijke kaders van de wet op de privacy.
________________________________________________________________________ 16 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
7.
Wensen van gemeenten en instellingen
Tenslotte is gevraagd naar de wensen en verwachtingen voor beleidsontwikkeling. Daaruit komt het volgende naar voren:
Gemeenten: Samenwerking en rolverdeling Gemeenten benadrukken dat meer samenwerking en afstemming met de provincie en de provinciale instellingen van groot belang is. De meeste gemeenten zien zichzelf als regisseur en verwachten van de provincie een faciliterende, initiërende en ondersteunende rol bij de beleidsontwikkeling. Enkele gemeenten verwachten van de provincie meer coördinatie en sturing vanwege de verantwoordelijkheid voor de provinciale jeugdzorg(instellingen). De instellingen hebben een uitvoerende taak. Van hen verwachten de gemeenten warme overdracht naar lokale organisatie(s) en het beschikbaar stellen van kennis over de doelgroep bij het ontwikkelen van plannen. Regionale aanpak De ontwikkelingen op het terrein van de sluitende aanpak (leren-werken) zouden moeten worden uitgebreid met trajecten begeleid wonen. Zonder stabiele woonsituatie hebben Leren-Werken trajecten ook minder kans van slagen. Dit aanbod zou regionaal ontwikkeld moeten worden, dicht(er) bij de doelgroep. De woningbouwverenigingen moeten hier nauw bij betrokken worden en betaalbare woonruimte beschikbaar stellen. Begeleiding zou geboden kunnen worden door zowel lokale als provinciale instellingen, afhankelijk van de aard en ernst van de problematiek van de jongere. Het moet maatwerk zijn. Rol provincie De rol van de provincie zou volgens de gemeenten concreet kunnen liggen in: • Het onderzoeken van de reële omvang van de doelgroep in de provincie • Onderzoeken van de vraag en behoefte van de doelgroep (vraaggericht beleid) • Inzicht bieden in de financiële stromen die met de problematiek te maken hebben • Realiseren van goede afstemming tussen de jeugdzorginstellingen en lokale organisaties • Initiëren en ondersteunen van nieuwe projecten • In het provinciaal omgevingsplan en wooncontingenten rekening houden met betaalbare jongerenhuisvesting Rol gemeenten Gemeenten hebben de regie in het lokale jeugdbeleid Ze zorgen voor een sluitende aanpak op lokaal niveau (Waddenmodel, SchoolFirst e.d.) op het gebied van Leren-Werken, waaraan de wooncomponent toegevoegd moet worden om een grotere kans van slagen te hebben. Gemeenten realiseren een vangnet door o.a. het inrichten van zorgadviesteams/netwerken 12+, OGGZ-netwerk, jongerenloket en beschikbaarheid van (randgroep)jongerenwerk, maatschappelijk werk.
Instellingen: Instellingen willen allemaal hun kennis en expertise beschikbaar stellen om de problematiek aan te pakken. Ze blijven daarbij in hun eigen domein (onderwijs, jeugdzorg, jeugdpsychiatrie, justitiële hulp, bieden van onderdak, ambulante begeleiding etc.) maar willen samen met andere organisaties doorlopende zorglijnen en een sluitende aanpak ontwikkelen. Gewezen wordt op de complexiteit van de problematiek en de noodzaak om begeleiding ‘met een lange adem’ te ontwikkelen. Een aantal provinciale instellingen ziet het liefst een centrale aansturing van de provincie. Lokale organisaties zien meer in gemeentelijke regie en een coördinerende/ondersteunende rol voor de provincie (bij voorbeeld het ontwikkelen van een Masterplan met daarin aangegeven welk type ondersteuning voor welke subdoelgroep jongeren).
________________________________________________________________________ 17 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
8.
Conclusie
Een algemene conclusie is dat aandacht voor de groep jongeren van 18-23 jaar die nog niet in staat is om zelf voor een stabiele woonsituatie te zorgen, erg belangrijk wordt gevonden door alle partijen. Een stabiele woonsituatie is noodzakelijk om jongeren in staat te stellen hun opleiding met succes af te ronden en te slagen in een werksituatie. Gemeenten hebben al veel ontwikkeld in de sluitende aanpak Leren-Werken, maar hierin is nog nauwelijks aandacht besteed aan de woonsituatie van de jongeren. Er is dringend behoefte aan betaalbare en geschikte woonruimte voor jongeren die niet meer thuis kunnen wonen. Jongeren die hierbij nog niet zelfstandig voor een stabiele woonsituatie kunnen zorgen hebben hierbij begeleiding nodig. Dit is de verantwoordelijkheid van gemeenten. De groep jongeren van 18-23 jaar die uit een residentiële voorziening komen van jeugdzorg, jeugdpsychiatrie of justitie, hebben in veel gevallen nazorg nodig om in een stabiele woonsituatie met perspectief op Leren en Werken te kunnen leven. De Wet op de Jeugdzorg biedt mogelijkheden tot verlengde zorg als de hulp al vóór het 18e jaar is begonnen. In dat geval zouden de zorgaanbieders ambulante begeleiding moeten kunnen bieden als de jongere terugkeert naar de eigen woongemeente, liefst in een ketenaanpak met lokale instellingen. Ook hier ontbreekt het aan geschikte en betaalbare woonruimte voor de betreffende jongeren. Geconcludeerd kan worden dat de zorgaanbieders, bij gebrek aan zelfstandige woonruimte voor deze jongeren, zelf woonvoorzieningen gaan realiseren waar jongeren in het kader van ‘nazorg’ nog enige tijd kunnen verblijven en waar begeleiding bij opleiding en werk wordt geboden. Dit is echter nog steeds een zorgaanbod waarvoor indicatie vereist is en biedt voor de jongere slechts een korte termijn oplossing. Het ontwikkelde aanbod is dan geen structureel en effectief antwoord op de werkelijke vraag. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de groep jongeren van 18-23 jaar; de jeugdzorg eindigt volgens de wet bij 18 jaar. Voor de provincie is er een verantwoordelijkheid in het kader van verlengde jeugdzorg, die nader besproken en ingevuld moet worden. Vooral de mogelijkheden op het gebied van ambulante begeleiding aan jongeren die uit een jeugdzorgvoorziening komen en bij wie de hulp al voor het 18e jaar is begonnen kunnen interessant zijn. Voorwaarde is dat er voldoende aanbod aan betaalbare jongerenhuisvesting is. De gemeenten verwachten van de provincie vooral een stimulerende en faciliterende rol. Gemeenten erkennen hun rol als regisseur. De algemene conclusie is dat er een grote bereidheid bij alle betrokkenen is – gemeenten, provincie en instellingen – om gezamenlijk de problematiek van de doelgroep 18-23 jarigen aan te pakken in een sluitende keten. Gezien belang ervan zou de provincie in ieder geval met gemeenten middels het gebiedsoverleg en in het kader van het programma Wonen, welzijn, zorg willen bespreken hoe dit het beste gedaan kan worden.
________________________________________________________________________ 18 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
Bijlage 1
Aangeschreven gemeenten en instellingen en hun respons Gemeenten: Alle 25 Groninger gemeenten hebben een vragenlijst ontvangen. 22 gemeenten hebben deze ingevuld geretourneerd, 3 niet (Winsum, Marum en Delfzijl) Respons 88%
Instellingen: De volgende instellingen hebben een vragenlijst ontvangen: • Stichting Huis (Groningen stad) • Woningbouwstichting Huismeesters afd. Wonen en Projecten • Basegroep afd. Begeleiding en Training • Leger des Heils afd. Kenter jeugdbescherming (jeugdreclassering/ots) • Accare (Wenakker jeugdpsychiatrie) • Lentis/Jonx jeugd-GGZ • St. Pleegmaatzorgboerderijen • Projectgroep Kamers met Kansen Groningen (waarin o.a. Noorderpoortcollege, Alfa College, Huismeesters, Basegroep) • Het Poortje • Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) • ROC Alfa-college • ROC Noorderpoortcollege Op één na alle instellingen hebben gereageerd, een respons van 92%.Van de VNN is helaas geen reactie ontvangen.
________________________________________________________________________ 19 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
Bijlage 2
Geraadpleegde en beschikbare bronnen/beleidsplannen •
Plan van Aanpak Begeleid wonen voor jongeren uit de gemeente Vlagtwedde 2007
•
Plan van Aanpak Stadskanaal
•
Kamers met Kansen Groningen, wonen-leren-werken: een nieuw perspectief voor jongeren in een achterstandsituatie, Nijestee, maart 2007
•
Werkdocument ambulante woonbegeleiding voor A&A jongeren Biba Bon Bida Bon, Dienst Sozawe gemeente Groningen, projectperiode april 2004 – oktober 2006
•
Reitdiephuis: wonen voor jongeren die er bijna zijn. Stichting Huis, W. Koks, september 2006
•
Javalaan, integraal aanbod op gebied van wonen, werken en leren. Woningcorporatie IN, Miranda de Locht, mei 2007 (concept)
________________________________________________________________________ 20 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
Bijlage 3 Voorbeeld
Pilotproject : Begeleid wonen voor jongeren uit de gemeente Vlagtwedde. Aanleiding Door het Algemeen Maatschappelijk Werk en het Jongerenwerk wordt gesignaleerd dat er een categorie jongeren is, rond de 18 jaar, die nog niet in staat is om zelfstandig te wonen maar die wel door hun gedrag in de ouderlijke woning problemen ondervinden met hun medebewoners. De jongeren hebben geen expliciete gedragsproblemen. Zij vallen dan ook niet onder de wet op de Jeugdzorg. Voor deze problematiek biedt de wet Maatschappelijke Ondersteuning wel relevante prestatievelden namelijk: op preventie gerichte ondersteuning van jongeren met opgroeiproblemen en ouders met opvoedproblemen; maatschappelijke opvang. Kenmerk van de wet is het zelfstandig functioneren en de maatschappelijke participatie van burgers. In de gemeente Vlagtwedde zijn er momenteel geen mogelijkheden om onder begeleiding zelfstandig te leren wonen, waardoor deze jongeren tussen wal en schip dreigen te vallen.
Doelgroep en problematiek Jongeren tussen de 17 en 24 jaar uit de gemeente Vlagtwedde die in een problematische thuissituatie verkeren en enige vorm van begeleiding nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen. De jongeren zijn veelal laag/niet opgeleid en hebben al dan niet soms werk. Vaak vertonen de jongeren lichte vormen van gedragsproblemen zoals; weinig sociale vaardigheden, impulsief gedrag, explosief gedrag, excessief alcohol- en drugsgebruik. Verder komen de jongeren veelal uit zwaksociale milieus, waarin het voorbeeld vooral is; niet werken, veel schulden maken, regelmatig alcoholmisbruik, conflicten oplossen met ruzie en/of geweld. Daarnaast is er van huis uit weinig structuur in de huishouding en de voeding en ontbreekt het hen aan een aantal (sociale) vaardigheden. De jongeren met een uitkering hebben te weinig geld om zelfstandig te gaan wonen. Op dit moment is er binnen het AMW en JW een groep van 8 jongeren bekend met hun (on)mogelijkheden zelfstandig zouden willen wonen maar niet kunnen. Huisvesting alleen is niet voldoende, om de maatschappelijke reïntegratie tot een succes te maken is toeleiding naar de arbeidsmarkt een noodzakelijke voorwaarde.
De opzet Het jongerenwerk van de Stichting Welzijn in de gemeente Vlagtwedde verzorgt in nauwe samenwerking met het Algemeen Maatschappelijk Werk de begeleiding van de jongeren. Uitgangspunt is het realiseren van een sluitende keten van wonen, werken en leren. Deze sluit aan bij de specifieke persoonlijke problematiek van een jongere. Dit gebeurt door middel van een “personal coach” met wie het integratieproces van wonen, werken of scholing wordt doorlopen. Tevens onderhoudt deze contacten met andere betrokkenen (ouders, begeleiders op de werkplek, hulpverlening, onderwijsinstelling en andere instanties.) Daarnaast wordt een werkervaringsplaats aangeboden, gecombineerd met een scholingstraject. In het project wordt samengewerkt met de Wedeka en het Noorderpoortcollege op de gebieden van resp. werken en leren. De looptijd van het project is twee jaar. Na 1 jaar vindt een tussentijdse evaluatie plaats. Van woningcorporatie Acantus worden twee woningen gehuurd waarin in de aanvangsfase per woning 2 jongeren worden gehuisvest. Met de betrokken jongeren wordt een individueel contract opgesteld, waarin is opgenomen; - een huurovereenkomst met Acantus voor de kamer met een duur van 1 jaar, welke nog eenmaal met dezelfde periode verlengd kan worden. Dus maximaal 2 jaren. - De huursom van de kamer inclusief vaste lasten, exclusief leefgeld.
________________________________________________________________________ 21 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007
-
-
De jongere verplicht zich tot het aanvaarden van en meewerken aan individuele begeleiding, te leveren door een professionele organisatie. De jongere accepteert de gedragsregels in het huis, opgesteld en besproken tijdens de wekelijkse huisvergadering. De jongere verplicht zich tot het verrichten van werkzaamheden in combinatie met het volgen van een opleiding.
Acantus stelt jaarlijks twee woningen ter beschikking, waarin maximaal 6 jongeren onderdak kunnen krijgen. De jongeren hebben een eigen slaapkamer en een gezamenlijke woonkamer, keuken, badkamer en w.c. Daarnaast biedt de woningcorporatie de jongeren die dit traject goed hebben doorlopen, op een zo kort mogelijke termijn de mogelijkheid tot het aangaan van een individuele huuroverkomst voor een zelfstandige woonruimte. Hun kans van slagen op de woningmarkt is daarmee aanmerkelijk vergroot. Acantus staat toe dat de woning door 4 personen wordt bewoond.
Geschatte kosten en voorstel dekkingsplan per jaar Kostenpost
Indicatief bedrag
Huur 2 woningen a €280,- per maand per stuk.
€ 7.000,-
Kostendrager jongeren € 7.000,-
Vaste lasten en leefgeld. A € 5,- per jongere per dag
€ 15.000,-
jongeren €15.000,-
Inrichtingskosten en onderhoud
€ 9.000,-
gemeente € 4.500,Fondsen € 4.500,-
Begeleidingskosten*
€ 30.000,-
provincie € 20.000 (voor 2 jaar) jongerenwerk 10.000 Gemeente € 10.000
CAO Welzijn schaal 8, periodiek 8 ------------Totale kosten per jaar
• • • •
€ 61.000,-
Op basis van 24 uren per week begeleiding waarin: 4 uren individuele begeleiding per jongere per week (x4 jongeren = 16 uren per week) 4 uren per week groepsactiviteiten zoals voorlichting, sociale vaardigheden, overleg. 4 uren per week overhead; administratie, vergaderingen, verantwoording project.
________________________________________________________________________ 22 Wonen-Leren-Werken voor 18-23 jarigen in de provincie Groningen
december 2007