UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Roadmap to Armageddon versus Roadmap to Peace? Ideologische en religieuze grondslagen van het christelijk zionisme en haar impact op het Israëlisch-Palestijns vredesproces
Wetenschappelijk artikel aantal woorden: 9982
Stephanie Verbraeken
MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT
PROMOTOR: PROF. DR. ZEMNI COMMISSARIS: COMMISSARIS:
ACADEMIEJAAR 2010 - 2011
1
Roadmap to Armageddon versus Roadmap to Peace? Ideologische en religieuze grondslagen van het christelijk zionisme en haar impact op het Israëlisch-Palestijns vredesproces Stephanie Verbraeken Abstract The Middle East peace process has stagnated over the last years and can hardly be considered successful. Ever since the beginning of the peace negotiations, foreign players got involved in mediating talks between Israel and the Palestinians. From the seventies on, Christian Zionists in the U.S. have tried to influence American foreign policy in favor of Israel. Nowadays, Christian Zionism has come to dominate American Evangelicalism and by using media infrastructure and gospel Christian Zionist leaders manage to mobilize millions of followers to support Israel and to call on House Representatives to support Israel in every possible way. Christian Zionists argue that a literal interpretation of the Bible prohibits any territorial concession to the Palestinians. The Roadmap to Peace is built on the idea of ‘land for peace’ and is therefore heavily opposed by Christian Zionists who believe that Christ will only return to Earth if the whole land of Biblical Israel is occupied by Jews. The Christian support for Israel is therefore not based on Judeo-Christian charity but is the result of Christian opportunism and violates Jewish and Palestinian interests of peace.
Met het ontstaan van de staat Israël in 1948 werd ook het conflict tussen Israël en de Palestijnen geboren. De spanningen tussen de Arabische inwoners van Palestina en de Joodse kolonisten ontstonden echter al in het begin van de twintigste eeuw toen vooral Europese joden zich gingen vestigen in het Beloofde Land. Zowel het ontstaan van de staat Israël als pogingen om diezelfde staat ongedaan te maken werden deels georchestreerd door buitenlandse groepen. De invasie door de Arabische buurlanden Egypte, Jordanië, Irak, Syrië en Libanon in 1948 kan gezien worden als een actieve tegenwerking van de jonge staat. De Verenigde Staten van Amerika (VSA) en het Verenigd Koninkrijk behoren tot de groep landen die het ontstaan van Israël actief gesteund hebben. Wanneer het lobbywerk ten voordele van Israël binnen deze staten onderzocht wordt, ligt de focus meestal op de Joodse zionistische lobbygroepen. De christelijke zionisten zijn misschien een minder evidente alliantiepartner voor Israël, maar daarom niet minder invloedrijk. Mearsheimer en Walt (2007, p. 132) stellen: ‘In a sense, the Christian Zionists can be thought of as an important ‘junior partner’ to the various pro-Israel groups in the American Jewish community’. Het beginpunt van deze thesis bestaat erin de ideologische en religieuze grondslagen van het christelijk zionisme bloot te leggen. De fundamenten voor deze religieuze stroming zijn terug te vinden in de dispensationalistische doctrine van John Nelson Darby die ontstond in de negentiende eeuw en gezien moet worden binnen het bredere kader van de Reformatie. Darby interpreteerde de
2
Bijbel als een gecodeerd geschrift waarin de Bijbelse gebeurtenissen historische gebeurtenissen weerspiegelden en een geheim Goddelijk plan weergaven. Dat Goddelijk plan zou zich voltrekken bij de Wederkomst van Jezus Christus naar de aarde, gevolgd door duizend jaar van vrede onder Zijn heerschappij. Het stichten van de staat Israël vormt een essentiële voorwaarde voor de Wederkomst van Jezus, en het is dus niet verwonderlijk dat zoveel dispensationalistische evangelisten het ontstaan van Israël toejuichten in 1948. De christelijke steun voor Israël is echter niet terug te brengen tot een louter ‘menslievend broederlijk’ fenomeen. Noch betreft het een louter strategische alliantie tegen de Islam in het Midden-Oosten, Israël wordt tenslotte omgeven door ‘vijandige’ islamitische landen. De dispensationalistische evangelisten streven in essentie eigenbelang na en de steun vanuit christelijk zionistische hoek is in de kern opportunistisch. In een tweede deel wordt deze stroming besproken binnen de Amerikaanse samenleving en wordt geanalyseerd op welke manier christelijke zionisten Israël proberen te steunen op financieel, diplomatiek en politiek gebied. De impact van de christelijke zionisten op het vredesproces vormt het sluitstuk van dit artikel.
1. Ideologische en religieuze grondslagen van het christelijk zionisme Religie wordt vaak onderschat binnen de sociale wetenschappen. Wald en Wilcox (geciteerd in Baumgartner ea., 2008, p.171) stellen: ‘buiten economie en geografie is het moeilijk een sociale wetenschap te vinden die minder aandacht besteedt aan religie dan politieke wetenschappen.’ Baumgartner ea. stellen dat de relatief weinig artikels die wel gepubliceerd werden binnen de sociale wetenschappen voornamelijk betrekking hebben op religieus-seculiere conflicten over abortus, holebirechten en pornografie. Ze stellen dat de religieuze factor meer aandacht verdient wanneer de publieke opinie ten opzichte van het Amerikaanse buitenlands beleid bestudeerd wordt: de prominente Evangelische christelijke leiders zijn invloedrijke spelers in de vorming van de Amerikaanse publieke opinie (Baumgartner ea., 2008, p. 171). Christelijk zionisme kan volgens Sizer (2004, p. 19) omschreven worden als ‘a political form of philosemitism’. De term ‘christelijke zionist’ wordt gebruikt voor ‘any Christian who supports the Zionist aim of the sovereign state of Israel, its army, government, education etc., but it can describe a Christian who claims to support the State of Israel for any reason (Riggans, geciteerd in Sizer, 2004, p.19). Aanhangers van het christelijk zionisme stellen dat christelijk zionisme geboren is uit de overtuiging dat God een speciale relatie en een Goddelijk plan voor het Joodse volk heeft en dat de joden het Goddelijk recht hebben op het land van Palestina (Sizer, 2004, p. 20). Riggans stelt dat: ‘A biblical Zionism, which is surely the desire of every Christian, will be fundamentally about God and His purposes. Thus Zionism, when seen in a proper Christian perspective, will be understood as a branch of theology, not of politics[…] The state of Israel is only the beginning of what God is doing for and through the Jewish people’ (Riggans geciteerd in Sizer, 2004, p. 19-20). De politieke organisatie van de christelijke zionisten is dus geen doel an sich, maar enkel een middel om de religieuze doelen te bereiken.
3
De dominante ideologie voor het christelijke zionisme berust grotendeels op een theologische stroming genaamd het dispensationalisme. Het belang van deze theologie wordt aangehaald door Tony Campolo: ‘Without understanding dispensationalism, however, it is almost impossible to understand how Christian Zionism has come to dominate American Evangelicalism and been so influential on the course of U.S. Middle East policy (Campolo, 2009). 1.1. Het dispensationalisme Sinds het begin van de negentiende eeuw worstelden christelijke denkers met de kwestie van ‘goddelijke verlossing’. Beïnvloed door de reflecties van Edward Irving werd John Nelson Darby overtuigd van de rol die de Kerk en Israël moesten spelen in de ontvouwing van een ‘goddelijk verlossingsplan’. In 1826 vertaalde John Irving ‘The coming of the Messiah in Glory and Majesty’ van Manuel Lacunza, een Spaanse Jezuïet. Lacunza interpreteerde het laatste boek van het Nieuwe Testament - de Openbaring van Johannes - als een aankondiging van dreigende apocalyptische gebeurtenissen. Irving voegde aan zijn vertaling een voorwoord toe van 203 pagina’s waarin hij zijn profetische voorspellingen over het einde van de wereld, de afvalligheid van het christendom, de restauratie van de joden in het Bijbelse Israël en de terugkeer van Jezus Christus toelichtte. Irving’s profetische voorspellingen hadden een diepe invloed op Darby die de Albury and Powerscourt Conferences bijwoonde (Cohn-Sherbok, 2006, p. 13-14). Ingewijd als diaken van de Kerk van Ierland in 1825, deelde Darby de pessimistische kijk van Irving en anderen. De Kerk was volgens hem in verval omdat het hele kerkelijke gebeuren geperverteerd was geraakt. In 1840 stelde hij in een lezing: ‘What we are about to consider will tend to show that, instead of permitting ourselves to hope for a continued progress of good, we must expect a progress of evil […]We are to expect evil, until it becomes so flagrant that it will be necessary for the Lord to jugde it’(Cohn-Sherbok, 2006, p.14). Darby voorzag zijn volgelingen van een systeem dat Bijbelvoorspellingen in overeenstemming bracht met historische gebeurtenissen. Dit systeem gaf volgens hem Gods geheime plannen voor de wereld weer (Campolo, 2009). Irving had de term dispensation (ofte ‘bedeling’ in het Nederlands) gebruikt om het onderscheid van God’s handelen ten aanzien van de Kerk enerzijds en Israël anderzijds te benadrukken. Mauro beschrijft het dispensationalisme als: ‘[…]that system of doctrine which divides the history of God’s dealings with the world into periods of time called ‘dispensations’[…] in each dispensation God deals with man upon a plan different from the plan of the other dispensation. Each dispensation is a thing entirely apart from the others, and, when one period succeeds another, there is a radical change of character and governing principles’ (Mauro, geciteerd in Boogert, 2010). De Bijbel is in de volgende dispensaties opgedeeld: 1. Onschuld: van de schepping van Adam en Eva tot en met de zondeval. 2. Geweten: van de zondeval tot en met de zondvloed. 3. Menselijke bestuur: van de zondvloed tot en met de spraakverwarring van Babel.
4
4. Belofte: van de roeping van Abraham tot en met de uit tocht uit Egypte. 5. De Wet: van het ontvangen van de Wet op de Sinaï tot en met de kruisdood van Christus. 6. De genade: van de kruisdood van Christus tot en met de opname van de gemeente voor de tweede komst van Christus. 7. Het duizendjarig rijk: van de duizendjarige regering van Christus op aarde tot en met de ontbinding van satan en de daaropvolgende oordeelsdag. (Mauro, geciteerd in Boogert, 2010).
Darby focuste zich in zijn Bijbelstudie op de Wederkomst van Jezus Christus, en voorzag richtlijnen voor de christenen om de ‘Signs of the Times1’ te ontcijferen. Hij was overtuigd dat Israël in een toekomstige dispensatie aardse zegeningen zou genieten die essentieel zouden verschillen van de hemelse zegeningen van de Kerk. Darby volgde Lacunza’s idee van de christelijke afvalligheid en de uiteindelijke restauratie van de joden met als eindpunt de terugkeer van Jezus Christus, en was overtuigd dat Israël de Kerk zou vervangen. Darby beschouwde de Kerk als een bedeling die gefaald had en door God vernietigd zou worden en zijn letterlijke Bijbelinterpretatie bracht hem tot het beschouwen van het verbond tussen God en Abraham als eeuwig. (Cohn-Sherbok, 2006, p. 13-14). De sleutelpassages in de Bijbel met betrekking tot die Goddelijke belofte zijn Genesis 15:18-21 en 17:8: ‘On that day the LORD made a covenant with Abram and said, "To your descendants I give this land, from the river of Egypt to the great river, the Euphrates- the land of the Kenites, Kenizzites, Kadmonites, Hittites, Perizzites, Rephaites, Amorites, Canaanites, Girgashites and Jebusites" […]’. (Genesis 15:18-21, New International Version, Biblica, 2011) ‘I will establish my covenant as an everlasting covenant between me and you and your descendants after you for the generations to come, to be your God and the God of your descendants after you’. (Genesis 17:8, New International Version, Biblica, 2011)
De onvervulde belofte die aan het Joodse volk gemaakt was zou ingevuld worden bij het terugkeren van Jezus Christus naar de aarde in het millennium. Darby stelde dat de joden als het primaire instrument zouden dienen voor God’s heerschappij tijdens het millennium, het Koninkrijk Gods. Voor dit Koninkrijk tot stand kan komen moet er echter aan enkele voorwaarden voldaan zijn. Zo moet de natie Israël heropgericht worden en moeten de joden terugkeren naar Israël en het land bewonen. Een 1
Met de ‘Signs of the Times’ wordt tekenen bedoeld in onze wereld die volgens dispensationalistische christenen wijzen op de Wederkomst van Christus. Op de website van Jeremiah Project (www.jeremiahproject.com) worden tal van tekenen opgelijst.
5
derde voorwaarde bestaat erin dat de tempel die ooit op de berg Zion stond heropgebouwd moet worden en dat de tempeloffers die ooit plaatsvonden in het oude Israël hervat moeten worden (Campolo, 2009). Wanneer aan deze voorwaarden voldaan wordt zou dat volgens Darby leiden tot de wederkomst van Jezus Christus, die volgens Darby in twee fasen zal verlopen: in een eerste fase - The rapture of the saints - neemt Jezus de christenen mee naar de hemel om hen de aardse ellende tijdens het komende tijdperk te besparen. Niet alle christenen zullen door Jezus meegenomen worden, enkel de born again christians, die zich onderscheiden van ‘afvallige’ meer liberale mainstream-strekkingen binnen het christendom zoals de ‘onbekeerde’ katholieken. Vervolgens zullen de achterblijvers op aarde zeven jaren van rampspoed tegemoet gaan, gekenmerkt door oorlog, honger en ziekte. De aarde zal dan geregeerd worden door satanische krachten onder leiding van de antichrist, die mensen zal misleiden om hem te volgen. De joden, die zich ondertussen bekeerd hebben tot het christendom zullen zich verzetten tegen de antichrist en nemen de taak op zich om de achterblijvers te 'evangeliseren'. Zeven jaar later zal de heerschappij van Satan ten onder gaan bij de terugkeer van Jezus Christus naar de aarde en zullen de bekeerde joden en hun volgelingen zich bij Hem aansluiten in de strijd genaamd Armageddon (Campolo, 2009). Vervolgens zal Jezus Christus vanuit Jeruzalem regeren over Gods koninkrijk dat duizend jaar zal voortbestaan (Cohn-Sherbok, 2006, p.15-16). 1.2 Christelijk zionisme in het Verenigd Koninkrijk De geschiedenis van het christelijk zionisme ligt in de protestantse reformatie die een ‘herontdekking’ van het Oude Testament inhield. In protestantse kringen werd de Bijbel voor het eerst gelezen in haar letterlijke en historische context die een bijzondere interesse opwerkte voor de joden als Gods uitverkoren volk. Echter, het zionisme zou waarschijnlijk enkel een religieus ideaal zijn gebleven zonder de tussenkomst van een groep invloedrijke aristocratische Britse politiekers die de ideologische overtuigingen van Darby overnamen en vertaalden in politieke realiteit. Een van de pioniers in dit proces was Lord Shaftesbury (1801-1885) die ervan overtuigd was dat de terugkeer van de joden naar Palestina niet enkel voorspeld werd in de Bijbel, maar ook een strategisch een goede zaak zou zijn voor de Britse buitenlandse belangen. Napoleon had eerder geprobeerd Palestina in te nemen en toen hij verslagen werd vreesden de Britten dat Rusland hetzelfde zou proberen. Lord Shaftesbury verdedigde een grotere Britse aanwezigheid in Palestina, en zag in het steunen van een Joods thuisland op basis van religieuze en politieke gronden de manier om dat te realiseren.2 De Britse bescherming van de joden zou een koloniaal voordeel opleveren voor de controle over het Midden Oosten ten opzichte van Frankrijk (Sizer, 2004, p.56-57). Sizer (2004, p.59) stelt: ‘Shaftesbury’s influence in promoting the Zionist Cause within the political, diplomatic and ecclesiastical establishment in Britain was immense. Indeed, it was probably Shaftesbury who inspired Israel Zangwell and Theodore
2
In 1839 schreef Shaftesbury een anoniem artikel voor The Quarterly Review getiteld ‘State and Restauration of the Jews’. Hij verdedigde hierin een Joods thuisland, met Jeruzalem als hoofdstad onder Turkse heerschappij met Britse bescherming (Sizer, 2004, p. 57).
6
Herzl to coin the phrase: ‘A land of no people for a people with no land’. Shaftesbury, a generation earlier, imagining Palestine to be empty, had come up with the slogan, ‘A country without a nation for a nation without a country’. De term ‘christelijke zionist’ werd voor het eerst gebruikt door Theodor Herzl om Henry Dunant te beschrijven, de Zwitserse filantroop en stichter van het Rode Kruis (Sizer, 2004, p.19).
1.3 Christelijk zionisme in de Verenigde Staten van Amerika Davidson (2002, p.2) stelt dat Palestina op het einde van de negentiende eeuw werd gezien in het licht van de agressieve imperialistische geest van het Westen en ook door Amerikaanse politici beschouwd werd als een gebied geschikt voor herovering. Dit doel bleek realistisch na de Britse overwinning op het Ottomaanse Rijk in de Eerste Wereldoorlog. Zoals de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Volksvertegen-woordigers Champ Clark in 1917 zei: ‘[…]so far as the war operations are concerned, the one thing that pleases most people is the capture of Jerusalem, ‘the holy city’. That rejoices the hearts of Jews and Christians… After these hundreds of years the dream of Peter the Hermit, Richard Coeur de Lion and their fellow crusaders is an accomplished fact’ (The Washington Post, geciteerd in Davidson, 2002, p.2).
Vanaf 1862 bracht Darby steeds meer tijd door in Noord Amerika, waarbij hij toenemend gehoor vond bij evangelische leiders zoals James H. Brookes3 en C.I. Scofield. James H. Brookes(1830-1897) wordt door Gerstner (geciteerd in Sizer, 2004, p. 67) omschreven als de ‘the father of American dispensationalism ’. Brookes volgde Darby in zijn overtuiging dat de Kerk in verval was en ontmoette Darby in St Louis, waar Brookes’ Presbyterian Church gelegen was. Brookes was een belangrijke speler in de verspreiding van Darby’s dispensationalisme in de VSA omdat hij een grote impact had op jonge christelijke leiders die bij hem Bijbelstudies volgden. Eén van zijn studenten was Cyrus I. Scofield (1843-1921) (Sizer 2004, p.67). In 1909 maakte Cyrus I. Scofield samen met enkele andere Bijbelgeleerden theologische aantekeningen bij de Bijbel. Die Bijbel met aantekeningen werd bekend als de Scofield Reference bible en werd in de VSA het belangrijkste verspreidingsinstrument voor het dispensationalisme. Naast de Scofield Reference Bible hielpen de meer recentere boeken van de Left Behind serie van de rechtse evangelist Tim La Haye en Jerry Jenkins bij de verspreiding van het dispensationalisme binnen een nog grotere groep christenen. Hoewel de Scofield Reference Bible de meest verkochte studie-Bijbel ooit blijft, werden er van de Left Behind serie in de Verenigde Staten meer dan 60 miljoen exemplaren verkocht. De Left Behind boeken zijn fictionele verhalen over een kleine groep heroïsche mensen die leven ten tijde van de chaos die gepaard gaat met het tijdperk dat de 3
James H. Brookes was een predikant van de Walnut Street Presbyterian Church in St Louis, Missouri. Brookes ontmoette Darby enkele malen in Missouri en deelde diens ideëen over de falende, corrupte Kerk, terwijl het merendeel van de white evangelicals toen nog afwijzend stonden tegenover de idee van een falende kerk (Sizer, 2004, p. 67).
7
wederkomst van Jezus Christus vooraf gaat. Wat de lezers vaak niet beseffen is dat ze geïndoctrineerd worden door de dispensationalistische theologie van Darby, en dat wat ze lezen in overeenstemming is met de Bijbelse voorspellingen, zoals die voornamelijk voorkomen in de Openbaring van Johannes (Campolo, 2009). Hoewel Groot-Brittannië in de negentiende eeuw de belangrijkste ‘sponsor’ en beschermer was van het zionisme heeft de VSA deze rol van weldoener en ‘voogd’ op zich genomen in de twintigste eeuw (Sizer, 2004, p.239). 2. Christelijke zionistische organisaties in de VSA Volgens Sizer (2004, p.22) is het christelijke zionisme in de VSA een zeer gevarieerde beweging, ‘[…] ranging from individual Christian leaders whose denominations have no stated position on Zionism, to major international evangelical organizations that are unapologetically Zionist’. Sommige van deze organisaties zoals Bridges for Peace en de International Christian Embassy in Jerusalem sluiten zich openlijk aan bij de rechtse zionistische Israëlische publieke opinie en lobbyen actief in de VSA om de zionistische expansionistische agenda te vrijwaren. Andere organisaties zoals Jews for Jesus en Church’s Ministry Among Jewish People zijn veel minder radicaal in hun steun voor het zionisme, die zich tot Bijbels zionisme beperkt. Hoe vonden de christelijke zionisten hun weg naar het politieke speelveld? Tot de jaren zeventig was het christelijk zionisme in Amerika beperkt gebleven tot een ideologische stroming die weinig impact had op de Amerikaanse mainstream politics, maar stellen dat er voor die tijd geen initiatieven en lobbywerk ten voordele van Israël heeft plaatsgevonden is niet correct. Reeds in de jaren vijftig was Franklin Littell4 (1918-2009) ervan overtuigd dat een strategische alliantie tussen het Westen en Israël niet volstond om de belangen van Israël te vrijwaren. Frankrijk was op dat moment de meest toegewijde
bondgenoot van de jonge Joodse staat, maar Littell verdacht Frankrijk ervan enkel
omwille van strategische doeleinden (toegang tot het Suez-kanaal) Israël te steunen. Littell achtte een politiek-strategische alliantie niet onvoorwaardelijk en achtte een alliantie op religieuze gronde betrouwbaarder en veiliger voor Israël. Deze overtuiging leidde tot de stichting van Christians Concerned for Israel (CCI), dat door Littell werd opgericht vlak na de Zesdaagse oorlog in 1967. De missie van CCI luidt: ‘[…]to reactivate the pro-Israel spirit in the mainline Protestant churches’ (Blewett, geciteerd in Haija, 2006, p.79). Hoewel Littell en het CCI tot een kleine minderheid behoorden in die tijd – de steun voor de Palestijnse zaak was groot bij Katholieke en Protestantse leiders - leidde zijn absolute overtuiging dat Israël bedreigd werd en nood had aan religieuze allianties
4
Franklin Littell was een Amerikaanse professor en priester die tal van boeken schreef over de Holocaust. Littell wordt gezien als de vader van de Holocaust Studies (New York Times, 2009).
8
met het Westen tot zijn mobilisatie van een aanzienlijke groep christenen5 (Haija, 2006, p. 78-79). Naast lobbywerk om de verkoop van wapens aan Saoedi-Arabië tegen te houden heeft Littell zich ook verzet tegen VN-resolutie 3379, die zich in het algemeen richtte tegen alle vormen van racisme en discriminatie en in de laatste woorden specifiek Israël tot de orde riep. Hoewel Israël de resolutie reeds voor de stemming had proberen te kelderen werd ze toch goedgekeurd. Ook na de goedkeuring werd er vruchteloos door Israëlische lobbygroepen geprobeerd om de VSA te overtuigen haar macht binnen de VN te gebruiken om deze onder druk te zetten de resolutie te herzien. Pas toen christelijk rechts zich in de strijd wierp bleek Washington gehoor te hebben voor de kwestie. Rechtse christelijke leiders drongen bij hun volgelingen aan om ‘hun’ congresleden aan te sporen tot een herziening van de resolutie. Het duurde uiteindelijk tot 1990 alvorens een groep van Amerikaanse leden van het Congres ‘House resolution 457’ voorstelde, die de VN vroeg om resolutie 3379 in te trekken (Haija, 2006, p.79). In House Resolution 457 wordt gesteld dat: ‘[…]Zionism is a national movement of the Jewish people for self-determination, a legitimate and moral aspiration characteristic of many national groups in the modern world. United Nations General Assembly Resolution 3379 has had as its overt purpose the delegimitation of the State of Israel’ (Haija, 2006, p. 80). Met de steun van de toenmalige president Sr.
werd de resolutie aangenomen en leidde uiteindelijk tot de intrekking van UN
Resolution 3379. Hoewel VN Resoluties zelden worden ingetrokken kan gesteld worden dat de macht van de Amerikaanse congresleden hier wel toe geleid heeft en bovendien dat de christelijke zionisten meer dan de Amerikaanse congresleden deze intrekking tot hun verdienste mogen rekenen (Haija, 2006, p.80). Vanaf 1976 trad het christelijk zionisme sterker op de voorgrond in de Amerikaanse politiek ten gevolge van een aantal gebeurtenissen. Tijdens de Amerikaanse bicentennial6 in 1976 bleek dat fundamentalistische en evangelische kerken de snelst groeiende strekkingen waren binnen het Amerikaanse christendom, terwijl de klassieke protestantse en rooms-katholieke stromingen een afname kenden qua aanhangers (Cohn-Sherbok, 2006, p.165). Een tweede belangrijk keerpunt kwam er toen Jimmy Carter werd verkozen als de ‘born again president’ met de steun van de rechtse Amerikaanse evangelisten. In 1977 kwamen Menachem Begin en zijn Likud partij aan de macht in Israël en ontstond er een krachtige tripartite coalitie tussen politiek rechts, Amerikaanse evangelisten en de US Israel lobby. In 1978 gaf Carter toe dat zijn eigen proIsraël sympathieën zijn buitenlands beleid met betrekking tot het Midden Oosten beïnvloed hadden (Sizer, 2004, p. 86). In een speech beschreef Carter de staat Israël als: ‘[…] a return at last, to the biblical land from which the Jews were driven so many hundreds of years ago.[…]The establishment of the nation of Israel is the fulfilment of biblical prophecy and the very essence of its fulfilment’ (Carter, geciteerd in Sizer, 2004, p.86). Carters openlijke steun voor Israël was een belangrijke factor 5
Littell slaagde erin een aanzienlijke groep christenen te mobiliseren en kon zo de verkoop van Amerikaanse wapens aan Saoedi-Arabië tot twee keer voorkomen. (Haija, 2006, p. 78-79) 6 De Amerikaanse bicentennial van 1976 duidt op een reeds festiviteiten en vieringen ter ere van het tweehonderdjarig bestaan van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring.
9
in zijn verkiezingsoverwinning in 1977. Toen Carter enkele jaren later de agressieve settlement politiek van de Likud partij bekritiseerde en sprak over de creatie van een ‘Palestijns thuisland’ verloor hij de steun van twintig miljoen Amerikaanse rechtse evangelisten die zich collectief achter Ronald Reagan schaarden (Sizer, 2004, p.86). De verkiezings-overwinning van Reagan in 1981 leidde tot een toenemende macht van pro-Israëlische republikeinen in de Amerikaanse regering. Reagan was een dispensationalist: op tenminste zeven verschillende publieke gelegenheden drukte hij zijn geloof uit over een eindstrijd genaamd Armageddon (Cohn-Sherbok, 2006, p.165). Een derde reden voor de toegenomen prominentie van christelijk zionisme moet gezocht worden binnen de context van de Koude Oorlog. De rol van Israël als een strategische partner tegen de SovjetUnie werd verzekerd door toenemende Amerikaanse militaire en buitenlandse hulp (Cohn-Sherbok, 2006, p.165). Ten tijde van de Bush Senior administratie werd de koers die door Reagan was uitgezet verder aangehouden, maar tijdens de Clinton administratie verzwakte de politieke alliantie tussen de VSA en Israël omdat de Clinton administratie de Labor party van Yitzhak Rabin en Shimon Peres verkoos boven de meer conservatieve Likud partij. Deze alliantie leidde tot de steun van de Clinton administratie aan de Oslo Vredesakkoorden. Likud en de christelijke zionisten in de VSA waren echter gekant tegen deze vredesonderhandelingen omdat ze een beperking oplegde aan de uitbereiding van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Bovendien werd gevraagd dat Israël zich zou terugtrekken uit bepaalde delen van de Palestijnse gebieden (Wagner, 2003, p.4). In 2003, toen Amerikaanse lobbygroepen inspanningen deden om de Coalition of the Willing te mobiliseren, had president Bush Jr. een onderhoud met de Franse president Chirac. Bush vertelde Chirac hoe de Bijbelse creaturen Gog en Magog7 aan het werk waren in het Midden-Oosten en dat deze vernietigd moesten worden. Bush was overtuigd dat de tijd voor een confrontatie was gekomen en dat ‘[…] this confrontation is willed by God, who wants to use this conflict to erase his people’s enemies before a New Age begins’ (Bush, geciteerd in Hamilton, 2009). Hamilton stelt dat er weinig twijfel bestaat over het feit dat de motieven voor de Amerikaanse invasie in Irak voor president Bush in de eerste plaats religieus van aard waren. Bush werd volgens Hamilton in de eerste plaats gedreven door het geloof dat de aanval op Sadams Irak de vervulling was van Bijbelse voorspellingen in dewelke hij was gekozen om te dienen als het instrument van God (Hamilton, 2009). De Bush Jr. administratie stelde in april 2003 de Roadmap to Peace voor als een stappenplan naar vrede in het Midden-Oosten. Het plan werd wereldwijd gezien als een stoutmoedige maar naïeve stap naar het oplossen van wat door velen beschouwd wordt als het meest onhandelbare probleem van de moderne geschiedenis. Zowel Israël als de Palestijnse Autoriteit (PA) hadden problemen met het tegemoet komen van de voorwaarden die door het Kwartet gesteld werden. Bovendien stuitte de Roadmap ook intern in de VSA op problemen: Evangelische leiders zoals Pat Robertson waren van mening dat de 7
Volken die in de Bijbel worden genoemd in apocalyptische voorspellingen. Ze zullen met een talrijk leger uit het verre noorden tegen Israël optrekken (Vrije Encyclopedie van het conflict Israël-Palestina, n.d.).
10
Roadmap de zoveelste ‘land for peace deal’8 was die om twee redenen zou falen. Ten eerste zijn de Palestijnen volgens Robertson niet in staat tot vredesvol samenleven en ten tweede kan het land van ‘Groot Israël’ niet verdeeld worden aangezien die verdeling ingaat tegen ‘Gods Wil’ (Smith, p.1). Sinds het presidentschap van Barack Obama zijn de spanningen tussen de rechtse Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Obama administratie toegenomen. De Obama administratie gelooft dat de Joodse nederzettingen die in Palestijns gebied gebouwd worden de toekomstige vredesgesprekken tussen Israël en de Palestijnen ondermijnen en het brengen van vrede lijkt een belangrijke prioriteit voor de administratie. In een lezing aan het Washington Institute for Near East Policy in april 2010 stelde de National Security Advisor James L. Stones dat ‘[…] since taking office, President Obama has pursued a two-state solution- a secure, Jewish state of Israel living side by side in peace and security with a viable and independent Palestinian state’. (The White House, 2010) Verder stelde Stones in zijn uiteenzetting dat de tweestaten-oplossing ook in het voordeel zal zijn van de VSA en dat ‘[…]this solution would also help prevent Iran from cynically shifting attention away from its failures to meet its obligations’ (The White House, 2010). Bovendien achtte Stones het noodzakelijk om de relatie tussen de administratie en Israël toe te lichten ‘[…] since there has been a lot of distortion and misrepresentation of our policy recently, let me take this opportunity to address our relationship with our ally Israel’. Stones bevestigde de ‘special relationship’ tussen Israël en de VSA en noemde de band tussen de twee landen ‘unbreakable’. Stones stelde echter wel: ‘[…]Obviously, we are disappointed that the parties have not begun direct negotiations. The United States stands ready to do whatever is necessary to help the parties bridge their differences and develop the confidence needed to make painful compromises on behalf of peace. As we do so, we will also strongly support the Palestinian Authority’s efforts to develop its institutions from the ground up and call on other states, particularly in the region, to do their part to support the Palestinian Authority as well (The White House, 2010). In ‘The Israel Lobby’ wordt door Walt gesteld dat ‘[…]de presidentskandidaten discussiëren over gezondheidszorg, over de oorlog in Irak, de arbeidsmarkt, over abortus en over homorechten. Over alles hebben ze een ander mening. Maar over Israël zijn ze het, Democraat of Republikein, volkomen eens. Het is politieke zelfmoord om op dit terrein andere opvattingen te hebben’ (Walt, geciteerd in Vermaas, 2008, p. 83). Dat de Israëlische kwestie partijgrenzen overstijgt en dat zowel Democraten als Republikeinen pro-Israëlische standpunten innemen is niet vanzelfsprekend: Christelijk rechts is namelijk veel beter vertegenwoordigd binnen de Republikeinse partij en christelijke conservatieven vormen de ‘trouwste’ Republikeinse stemmers. Walt stelt: ‘Tot de zesdaagse oorlog in 1967 speelden religieuze argumenten niet echt een rol in het Amerikaans beleid. Dispensationalisten bestonden wel, maar ze waren niet erg actief in de politiek. Inmiddels zijn ze één van de meest betrouwbare en minst 8
Met ‘land for peace deals’ worden voorstellen in het Israëlisch-Palestijns vredesproces bedoeld waarbij Israël zich potentieel terugtrekt uit bepaalde nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever in ruil voor vrede met de Palestijnen (Heller, 2011).
11
inschikkelijke steunpilaren van de lobby’ (Walt, geciteerd in Vermaas, 2008, p. 82). Bovendien stemmen Amerikaanse joden over het algemeen voor de Democraten en nemen ze de steun van Evangelisten niet serieus omdat ze bang zijn dat deze steun een verkeerde motivatie9 heeft. Wagner stelt: ‘While Jewish groups in the US and Israel vehemently oppose any sort of religious alliance with the Christian Zionists, they have accepted a political alliance with the movement because it creates another strongarm for Israeli interests within US policy. Jewish political affairs committees as well as the Israeli leadership have contended that while they may disagree with the motives of Christian Zionists, their support on behalf of Israeli interests is welcomed (Wagner, geciteerd in Haija, 2006, p. 86). Toch zijn er joden die de steun van de Christelijke zionisten als puur opportunistisch beschouwen: Gershom Gorenberg, een prominente Joodse auteur zei over de christelijke zionisten: ‘[…] they don't love real Jewish people. They love us as characters in their story, in their play, and that's not who we are.... If you listen to the drama that they are describing, essentially, it's a five-act play in which the Jews disappear in the fourth act. (Gorenberg, geciteerd in Campolo, 2009) 2.1. Prominente christelijke zionistische leiders in de VSA Stephen Sizer (2004, p. 89) identificeert Jerry Falwell, Pat Robertson en Hal Lindsey als de prominentste en invloedrijkste hedendaagse christelijke zionisten. Jerry Falwell (1933-2007) richtte op 22 jarige leeftijd de Thomas Road Baptist Church op. Zijn politiek-maatschappelijke carrière begon in 1979 toen Falwell de Moral Majority oprichtte met als doel het in ere herstellen van traditionele morele waarden in de Amerikaanse samenleving. Falwell en zijn volgelingen speelden een belangrijke rol in de verkiezing van Reagan tot president in 1980 en richtten zich de volgende jaren vooral op de strijd tegen abortus, holebi-rechten, pornografie, de verbanning van het gebed uit het publieke onderwijs enzovoort. Als leider van de Moral Majority gebruikte Falwell zijn macht ook om het Amerikaanse beleid ten aanzien van Israël te beïnvloeden: In 1998 beloofde hij aan Israëlisch premier Binyamin Netanyahu om meer dan 200 000 kerkleiders te contacteren en ‘[...] tell President Clinton to refrain from putting pressure on Israel to comply with the Oslo Accords’ (Falwell, geciteerd in Sizer, 2004, p. 91). Deze ontmoeting tussen Netanyahu en Falwell zette kwaad bloed bij de Clinton administratie die haar pogingen om Israël onder druk te zetten ondermijnd zag (Goodstein, 1998). Falwell onderhield zeer goede contacten met Israëlische politici en kreeg in 1980 de Vladimir Ze’ev Jabotinsky Medal for Zionist Excellence van toenmalig Israëlisch premier Menachem Begin. Enkele jaren later kreeg hij van de Israëlische staat een Lear Jet om zijn lobbywerk ten voordele van Israël te vergemakkelijken (Sizer, 2004, p. 90). Mike Huckabee verdient zeker ook zijn plaats in de lijst van invloedrijke christelijke zionisten. Huckabee speelt een prominente rol op het Amerikaanse politieke toneel: van 1996 tot 2007 was hij gouverneur van Arkanas. In 2008 stelde hij zich presidentskandidaat voor de Republikeinse partij 9
Zoals reeds beschreven worden Joden in de dispensationalistische doctrine geacht in afwachting van Armageddon zich te bekeren tot het Christendom. Enkel bekeerde Joden zullen Armageddon overleven op opgenomen worden in het Koninkrijk Gods.
12
maar verloor de nominatie aan John McCain. Naast een politieke carrière ontpopte Huckabee zich ook als een mediafiguur: Hij heeft een programma op het Amerikaanse Fox News Channel genaamd Huckabee en drie maal per dag wordt het Huckabee Report uitgezonden via het Citadel Media Network (mikehuckabee.com). Huckabee staat bekend om zijn voorliefde voor het Joodse volk en de staat Israël. In een interview met een Ariel Levy van The New Yorker (2010, p. 48) stelde hij: ‘I worship a Jew! I have a lot of Jewish friends, and they are kind of, like, ‘You evangelicals love Israel more than we do.’ I’m like, ‘Don’t you get it? If there weren’t a Jewish faith, there wouldn’t be a Christian faith!’. Huckabee is een gedreven verdediger van Israël: Na de Israëlische aanval op de Turkse Flotilla trad Huckabee op als één van de publieke verdedigers van die actie. Ook is hij geen voorstander van de tweestatenoplossing of zoals hij zelf zegt ‘not on the same piece of real estate’ (Huckabee, geciteerd in Levy, 2010, p.48). In een ander interview met Kalman en Bracha (2009) elaboreert hij: ‘Do the Palestinians need a place to call their own? If that's very important, then that should be accommodated. But can it be accommodated on the exact same property that Jews currently occupy? The answer is no, it can't. And so we can kid ourselves all day long and try to perpetuate this idea of having two governments running the same country, but it's not worked out and it's not realistic ’. Een thuishaven zoeken voor de Palestijnen, overigens een illegitieme nationaliteit volgens hem, is een ‘Arabisch probleem’. Toen Huckabee Israël bezocht in 2009 en toen zijn reactie op Obama’s kritiek op de nederzettingen gevraagd werd zei hij: ‘It concerns me when there are some in the United States who would want to tell Israel that it cannot allow people to live in their own country, wherever they want’ (ynetnews.com). Pat Robertson verkreeg nationale en internationale bekendheid als stichter van het Christian Broadcasting Network (CBN) dat in 1960 opgericht werd als het eerste christelijke televisie netwerk in de VSA. Het vlaggenschip van het CBN, The 700 Club, dat door Robertson zelf gepresenteerd wordt, is een van de oudste religieuze televisieshows die dagelijks door gemiddeld één miljoen Amerikanen bekeken wordt (Christian Broadcoasting Network, n.d.). In 1989 richtte Robertson the ‘Christian Coalition of America’ op, een politieke lobbygroep
die op de website (www.cc.org) wordt
omschreven als ‘[…] made up of pro-family Americans who care deeply about ensuring that government serves to strengthen and preserve, rather than threaten, our families and our values. To that end, we work continuously to identify, educate and mobilize Christians for effective political action’. Volgens Robert Boston heeft de Christian Coalition een jaarlijks werkbudget van 25 miljoen dollar en meer dan 1.7 miljoen leden. Dit maakt de Christian Coalition volgens hem tot ‘the most influential political organization in the United States’ (Boston geciteerd in Sizer, 2004, p.24). Pat Robertson elaboreert als volgt over het Israëlisch-Palestijns vredesproces: ‘Israel is the spiritual capital of the world. This is what God calls the navel of the earth in the Old Testament. Why are all of the nations so concerned about Israel? Because it is God's outpost, and it would be, in a sense, a black eye against Him if his plans were frustrated by human beings. And He will not let people frustrate His plan’ (patrobertson.com). Hij volgt Mike Huckabee in diens redenering dat er genoeg ‘Arabisch land’
13
voorhanden is voor een Palestijns thuisland. Met betrekking tot deze kwestie stelt hij: ‘You can see the enormous amount of land in Saudi Arabia, Jordan, Syria, and Iraq. The people of these nations have so much land, and yet they want to crowd all of the Palestinian people into this tiny little area [The West bank and Gaza Strip] that will not support them (Christian Broadcasting Network, 2011). Ook haalt hij aan dat het land van Israël door God aan het Joodse volk gegeven is en dat: ‘[…]There is no such thing as a Palestine state, nor has there ever been. Now we're going to make something that never happened before in contravention to Scripture. God may love George Bush. God may love America. God may love us all. But if we stand in the way of prophecy and try to frustrate what God said in His immutable Word, then we're in for a heap of trouble. And I think this is a warning we should all take’ (Christian Broadcasting Network, 2011). Met betrekking tot de Roadmap to Peace stelt Robertson: ‘This road map, as it is set up now, with the United Nations, with the European Union, and with the Russians coming together in the so-called quartet, these are all enemies of Israel. If we ally ourselves with the enemies of Israel, we will be standing against God Almighty, and that's a place I don't want us to be’ (Christian Broadcasting Network, 2011). Pat Robertson spreekt zich publiekelijk uit tegen de Roadmap en daarmee gaat hij een stap verder dan zijn zionistische collega’s. Robertson is niet alleen radicaler in zijn uitspraken, hij vertrekt ook meer van een ‘God als straffer’uitgangspunt als basis voor zijn argumenten. Over de mogelijke verdeling van Jeruzalem is hij zeer sceptisch: ‘If the United States, and I want you to hear me very clearly, if the United States takes a role in ripping half of Jerusalem away from Israel and giving it to Yasser Arafat and a group of terrorists, we are going to see the wrath of God fall on this nation that will make tornadoes look like a Sunday school picnic. We have not begun to see how bad it's going to get if we are leading an attempt to do that’ (Christian Broadcasting Network, 2011). Dat Israël niet deelbaar is, staat ook voor Robertson buiten kijf. Toen Israëlisch premier Ariel Sharon de terugtrekking uit de Gazastrook begon en niet veel later een zware beroerte kreeg, zag de dominee meteen een verband: ‘God voelt vijandschap jegens de personen die, ik citeer, mijn land opsplitsen’ (Robertson, geciteerd in Vermaas, 2008, p.79). Robertsons televisiezender The Christian Broadcoasting Network publiceerde een nieuwsbericht onder de kop Dividing the Land, Dishonoring God’s Covenant. De moord op Yitzhak Rabin in 1995 was volgens Robertson ‘the same thing’ (Robertson, geciteerd in Vermaas, 2008, p. 79). Hal Lindsey is de auteur van meer dan twintig boeken waarvan The Great Late Planet Earth ongetwijfeld het bekendste is. Dit boek werd 108 keer heruitgegeven en er zijn meer dan 18 miljoen exemplaren verkocht in het Engels. Bovendien werd het boek ook in 54 andere talen vertaald en van die vertalingen werden ook meer dan 18 miljoen verkochte exemplaren verkocht (Sizer, 2004, p.95). Lindsey presenteert bovendien enkele radio- en televisieprogramma’s en begeleidt Evangelisten op reis door Israël (Sizer, 2004, p.94). Lindsey’s succes is voor een groot deel te danken aan de manier waarop hij zijn voorspellingen herziet in het licht van wereldse gebeurtenissen: Lindsey geeft in zijn boeken aan dat bijvoorbeeld de val van de Sovjet Unie, het Israëlisch Palestijns conflict en zelfs de
14
aanslagen op 11 september de volbrenging zijn van Bijbelse voorspellingen en kunnen geïnterpreteerd worden als voorbodes van de Wederkomst van Christus. Uit deze interpretaties distilleert hij politieke standpunten met betrekking tot wereldpolitiek: Hij rechtvaardigt de demonisering van Rusland en China enerzijds en de Arabische wereld en de Islam anderzijds. Hij steunt de Amerikaanse militaire en financiële steun aan Israël. Bovendien dringt hij aan bij Israël om zich te blijven verzetten tegen Land for Peace deals en is hij een voorstander van een verdere uitbereiding van de nederzettingen met een annexatie van de Bezette Gebieden als einddoel (Sizer, 2004, p.95). John Hagee is de predikant en stichter van de Cornerstone Church in San Antonio, Texas die meer dan 17 000 leden telt (Sizer, 2004, p.139). Vermaas (2008, p. 67) beschrijft de Cornerstone Church als volgt: ‘Naast de ingang van de Cornerstone Church staat een replica van de Klaagmuur. ‘Pray for the peace of Jerusalem: They shall prosper that love for thee’ luidt de tekst die in bronzen letters op de voorzijde van de muur bevestigd is. Net als in Israël zijn tussen de voegen opgerolde papiertjes en enveloppen met wensen gepropt. De hagelwitte megakerk is het levenswerk van Hagee, die reeds op achttienjarige leeftijd zijn eerste kerkgemeenschap stichtte maar pas op veertigjarige leeftijd het licht zag: ‘ik vertrok naar Israël als toerist en kwam terug als zionist’ (Hagee, geciteerd in Vermaas, 2008, p. 67). Naast zijn werk als predikant richtte Hagee ook de John Hagee Ministries op, een radio- en televisieministerie dat vandaag uitzendt op 162 onafhankelijke televisienetwerken en 51 radiostations in meer dan 190 landen bereikt. Hagee is dus niet alleen ‘senior pastor’ van Cornerstone, maar ook president en Chief Executive Officer van John Hagee Ministries, een miljoenenonderneming die het merk John Hagee via diverse media en de televisietak Global Evangelism Television promoot (Vermaas, 2008, p. 73). Hagee ontpopte zich verder ook als de schrijver van 21 boeken waarvan Jerusalem countdown de recentste is. Zijn voorliefde voor Israël bracht hem tot de oprichting van ‘A night to Honor Israël’, een feest ter ere van Israël en het Joodse volk dat jaarlijks gevierd wordt in de Cornerstone Church. In 2006 besloot Hagee tot de oprichting van een nationale Amerikaanse grassroots beweging ten voordele van Israël. Hij overtuigde meer dan 400 christelijke leiders die elk aan het hoofd staan van hun eigen kerk, mediabedrijf, uitgeverij of universiteit om hem bij te staan en deel uit te maken van ‘Christians United for Israel’(CUFI) (cufi.org). Vermaas (2008, p. 76-77) stelt: ‘In 2007 sprak Hagee namens het CUFI op de jaarlijkse conferentie van AIPAC10 en riep daar openlijk op tot oorlog met Iran. Wat die oorlog betreft vestigde Hagee in 2008 zijn hoop op de republikeinse presidentskandidaat John McCain, die zich aan het begin van de verkiezingscampagne positief had uitgelaten over een eventuele aanval op Iran. Toen Hagee voor McCains campagne een steunbetuiging wilde uitspreken, greep de om christelijke steun verlegen presidentskandidaat die kans met beide handen. Na expliciete afwijzingen van enkele andere invloedrijke evangelicals werd enthousiast een persconferentie belegd waarop McCain vertelde ‘erg trots’ te zijn op de steun van de
10
AIPAC (The American Israel Public Affairs Committee) is een Amerikaanse pro-Israël lobbygroep die de banden tussen de VSA en Israël wil versterken (aipac.org).
15
dominee uit Texas. McCain zal ongetwijfeld hebben geweten dat Hagee in 2000 het boekje God’s Candidate for America publiceerde. Was Jezus kiesgerechtigd geweest, dan zou hij Bush stemmen, legde Hagee daarin uit. Veel meer wist hij niet van zijn nieuwe vriend in San Antonio. Een dag na de persconferentie stuurde zijn campagneteam onder invloed van critici een persbericht rond waarin hij uitlegde dat de steunbetuiging geenszins betekende dat hij het ‘met alle ideeën van Hagee eens is - wat ik overduidelijk niet ben’. Het duurde nog drie maanden voordat McCain de steunbetuiging resoluut afwees. Toen dook een oude preek op waarin Hagee had uitgelegd dat de Holocaust al in de Bijbel voorzien was. ‘[…] God had de joden opgedragen om terug te keren naar het Beloofde Land en wie dat niet deed kreeg Adolf Hitler, ‘de jager’, achter zich aan’. (Hagee, geciteerd in Vermaas, 2008, p. 77) ‘Hitler deed dus volgens Hagee enkel wat God hem gevraagd had te doen. John McCain zat verlegen voor contacten in evangelische kring, maar dit ging ook hem te ver’ (Vermaas, 2008, p. 77. John Hagee haalt zijn argumentatie ter verdediging van Israël ook uit Bijbelinterpretatie: In Genesis 12:3 leest Hagee de rechtvaardiging om Israël en het Joodse volk tot het uiterste te verdedigen: ‘ik zal zegenen wie jou zegent; wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volkeren op aarde zullen wensen gezegend te worden zoals jij’ (Biblica, 2011) . Ook met zijn letterlijke Bijbelexegese doet Hagee soms ingrijpende voorspellingen over het nakende einde der tijden en de rol van het uitverkoren volk daarbij. Die voorspellingen worden in het hele land uitgezonden op onder andere Trinity Broadcasting Network en God TV. Vermaas (2008, p. 68) stelt: ‘Aanvankelijk zag hij in de Bijbel dat het jaar 2000 bepalend zou worden. Maar de milleniumwisseling passeerde bij nader inzien zonder al te veel problemen. Sindsdien profeteert hij dat een militaire confrontatie met Iran noodzakelijk is voor de wederkomst van Jezus Christus op aarde’. Op de website van de John Hagee Ministries (www.jhm.org) worden redenen gegeven waarom christenen de staat Israël moeten steunen, als een gevolg van hun plicht om de Bijbel te volgen. De uitgangspunten zijn ook hier dat enerzijds het Christendom geboren is uit het Jodendom en anderzijds dat de staat Israël door God geschapen is en daarmee een goddelijke status verkrijgt waarmee het zich kan onderscheiden van elke andere staat. Het is dan ook de plicht van de christenen om deze staat te steunen op alle mogelijke manieren (John Hagee Ministries, 2011). Naast lobbywerk op kleine schaal wordt de volgelingen van Hagee ook opgedragen om donaties te doen aan één of meerdere campagnes die door de John Hagee Ministries in het leven zijn geroepen, zoals de Exodus II-campagne. Deze campagne steunt tal van kleinere acties ten behoeve van het Joodse volk zoals de opvang van wezen, de financiering van de Aliyah11 enzovoort (John Hagee Ministries, 2011). Vermaas (2008, p. 74) stelt: ‘Het Midden-Oosten is core business. Daarover heeft Hagee vele tientallen boeken gepubliceerd. Bij herhaling beklemtoont Hagee dat ‘de islam’ erop uit is christenen en joden te doden. Hij citeert tot geweld oproepende passages uit de Koran en verbindt er drastische 11
Het Hebreeuwse woord Aliyah betekent ‘naar boven gaan’ en wordt in het algemeen gebruikt om de pelgrimstocht naar Jeruzalem te beschrijven. In de context van het zionisme wordt deze term gebruikt voor het bewerkstelligen van de terugkeer van het Joodse volk naar Jeruzalem (Sizer, 2004, p. 265).
16
consequenties aan. In tientallen toespraken en preken heeft de dominee expliciet opgeroepen tot oorlog met Iran om de staat Israël te beschermen’. ‘Het is weer 1938’ schrijft Hagee in zijn laatste boek In defense of Israel. ‘Iran is het nieuwe Duitsland en zijn president, Mahmoud Ahmadinejad is de nieuwe Hitler. Iran vormt een bedreiging voor de staat Israël die tot niets minder dan een nucleaire Holocaust zal leiden’ (Hagee, geciteerd in Vermaas, 2008, p. 74).
2.2. De impact van de christelijke zionisten op het Amerikaans electoraat Over de aanhang van de christelijke zionisten binnen de Amerikaanse samenleving is onenigheid. Pat Robertson en wijlen Jerry Falwell claimden in het verleden de steun van meer dan honderd miljoen Amerikanen. Een meer bescheiden analyse van Grace Halsell houdt het op 25 à 30 miljoen christelijke zionisten in de VSA. Die worden volgens haar geleid door 80000 priesters die hun boodschap verspreiden via 1000 christelijke radiostations en 100 Tv-kanalen (Halsell, geciteerd in Sizer, 2004, p. 24). Onderzoek van het Pew Research Center uit 2006 toont aan dat 21% van de ondervraagde Amerikanen ‘religieuze overtuigingen’ aangeeft als de bepalende factor voor hun houding ten opzichte van het Israëlisch Palestijns conflict. Voor 35% van de ondervraagden vormt ‘media’ de doorslaggevende factor (Pew Research Center for the People and the Press, 2006). In een ander onderzoek van het Pew Research Center uit 2003 wordt aangetoond dat 44% van de ondervraagde Amerikanen geloven dat dat Israël door God aan het Joodse volk gegeven is. In hetzelfde onderzoek geeft 35 % van de ondervraagden aan dat Israël deel uitmaakt van een Goddelijke profetie die de Wederkomst van Christus voorspelt (The Pew Forum on Religion and Public Life, 2003). Wanneer de groep van white evangelical Christians naar hun mening gevraagd wordt over het conflict tussen Israël en de Palestijnen domineert wederom een Bijbelse interpretatie: 72% van de ondervraagde white evangelicals geloven dat God Israël aan het Joodse volk gegeven heeft. Bovendien gelooft 63% dat Israël de volbrenging is van een Bijbelse voorspelling over de Wederkomst van Christus (The Pew Forum on Religion and Public Life, 2003). Een recenter onderzoek van het Pew research Center uit 2011 toont aan dat de ondervraagde Amerikanen, in de context van het Israëlisch Palestijns conflict, nog steeds meer sympathiseren met de Israëliërs (48%) dan met de Palestijnen (11%). 12% van de ondervraagden zegt de sympathiseren met geen van beide partijen en 4 % sympathiseert naar eigen zeggen met beide partijen. Wanneer de groep van ‘white evangelicals’ wordt onderzocht, blijkt dat zeven op tien (70%)uit deze groep sympathiseert met Israël. Uit datzelfde onderzoek blijkt tevens ook dat het beleid van de Obama-administratie door 39% van de ondervraagde ‘white evangelicals’ ervaren wordt als ‘te pro-Palestijns’ (Pew Research Center for the People and the Press, 2011).
17
3. Waarom vormt het christelijk zionisme een struikelblok in het Israëlisch-Palestijns vredesproces? Sizer (2004, p. 96) stelt dat de eerder besproken religieuze leiders gezamenlijk een publiek van meer dan 100 miljoen Amerikanen wekelijks bereiken via radio en televisie. Bovendien genieten deze leiders directe persoonlijke toegang tot het Amerikaanse en Israëlische politieke speelveld en voorzien zij een onconditionele steun voor Israël. Het ‘Amerikaanse religieuze rechts’ van oa. Falwell en Robertson heeft bijgedragen in het ontwikkelen van de expansionistische Zionistische agenda van Israël in de 21ste eeuw. De belemmeringen die de christelijke zionistische lobby oplegt aan de vredesonderhandelingen zijn meervoudig: Ten eerste veroorzaakt de grote steun voor christelijke zionistische leiders binnen de Amerikaanse gemeenschap een grote druk op Amerikaanse volksvertegenwoordigers. Volksvertegenwoordigers en senatoren zijn en blijven verkozen vertegenwoordigers van hun electoraat. Wanneer een aanzienlijk deel van dat electoraat12, beïnvloed door religieuze overtuigingen en leiders, het conflict tussen Israël en de Palestijnen interpreteert op basis van de Bijbel mag het niet verwonderen dat die interpretatie meegenomen wordt naar het Amerikaans congres. Naast deze vorm van ‘indirecte beïnvloeding’ die van onder naar boven doorwerkt in de Amerikaanse politiek vinden de christelijke zionistische leiders vaak ook direct gehoor ‘bovenaan’ de Amerikaanse politieke ladder. Uiteraard zijn de christelijke zionisten niet de enige lobbygroep die getracht heeft de Amerikaanse besluitvorming in het voordeel van Israël te beïnvloeden. De Israëlisch Amerikaanse lobby (waarvan AIPAC de bekendste organisatie is) vormt naast de christelijke zionisten een zeer machtige, invloedrijke en efficiënte lobbygroep. Ook op internationaal gebied werkt de invloed door. Als permanent lid van de VN-veiligheidsraad beschikt de VSA over een vetorecht dat ze kunnen aanwenden bij een stemming over een welbepaalde resolutie. Op 18 februari 2011 gebruikte de Obama administratie voor de eerste keer haar veto om de goedkeuring van een resolutie in de VN-veiligheidsraad te voorkomen. In die resolutie worden Israëlische nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever als ‘illegaal’ en als ‘een groot obstakel voor vrede’ beschouwd. Sinds 2000 werd het vetorecht 10 keer gebruikt door de VSA, in 9 gevallen werd het veto gebruikt tegen een resolutie die ‘Israël-gerelateerd’ is (Dessi, 2011). In 2003 werd de Negroponte Doctrine in het leven geroepen door de toenmalige Joodse Grieks-Amerikaanse ambassadeur bij de VN, John Negroponte (Jordan, 2003). In de doctrine wordt gesteld dat: ‘We will not support any resolution that dodges the explicit threat to Middle East peace posed by Hamas and other such terrorist groups [...] Any Security Council resolution [...] must contain [...] an explicit condemnation of Hamas [and other] organizations responsible for acts of terrorism; and [...]call for dismantling the infrastructure, which supports these terror operations’ (Rosen, 2010).
12
Eerder besproken datagegevens van het Pew Research Center uit 2006 tonen aan dat één op vijf (21%) van de ondervraagde Amerikanen ‘religieuze overtuiging’ aangeeft als bepalende factor voor hun houding in het Israëlisch Palestijns conflict.
18
Dat de impact van christelijke zionisten op lange termijn niet enkel negatief is voor de Palestijnen wordt beargumenteerd door Mearsheimer en Walt, die stellen in The Israel Lobby and US Foreign Policy dat ‘de onvoorwaardelijke steun van Amerika voor Israël niet alleen het buitenlands beleid schaadt, maar op lange termijn evenmin in het belang is van Israël’. (Mearsheimer en Walt, geciteerd in Vermaas, 2008, p.81) In The Israel Lobby and US Foreign Policy (2007, p. 8) stellen Mearsheimer en Walt dat bepaalde aspecten van het Amerikaans beleid de Amerikaanse nationale veiligheid ondermijnen. De combinatie van onvoorwaardelijke Amerikaanse steun voor Israël en Israëls bezetting van de Palestijnse gebieden heeft antiamerikanisme aangewakkerd in de Arabische en Islamitische wereld waarmee de dreiging van internationaal terrorisme is toegenomen en het moeilijker is geworden voor Washington om af te rekenen met andere problemen zoals het nucleair programma van Iran. Christelijke zionisten zijn tegenstander van de tweestatenoplossing of elke andere vorm van territoriale toegeving aan de Palestijnen. Deze potentiële toegevingen, met als ultieme doel de oprichting van een Palestijnse staat, zijn voor de christelijke zionisten onbespreekbaar omdat die staat zich zou bevinden op het grondgebied van het Bijbelse Israël.
4. Conclusie Het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen is tot op heden bezwaarlijk een succes te noemen. ‘The Roadmap to Peace’ wordt bij internationale consensus beschouwd als het stappenplan bij uitstek naar een duurzame vrede tussen beide partijen. De Roadmap legt eisen13 op aan beide partijen en is gericht op de uiteindelijke tweestatenoplossing. Christelijke zionisten hebben de tweestatenoplossing steeds verworpen en hun politieke invloed aangewend om het Amerikaans beleid ten aanzien van het vredesproces te beïnvloeden in het voordeel van Israël. Amerikaanse christelijke zionisten vormen een betrouwbaar kiezersblok binnen de Republikeinse partij en interpreteren het conflict tussen Israël en de Palestijnen aan de hand van een Bijbels kader. Hun letterlijke Bijbelinterpretatie veroorzaakt een hardline houding ten opzichte van de Palestijnen: geen Palestijnse staat op het grondgebied van het Bijbelse Israël. Hiermee verzetten ze zich expliciet en gedreven tegen de uiteindelijke uitkomst van de Roadmap to Peace. In plaats daarvan trachten ze de Roadmap to Armageddon te bewerkstelligen, een stappenplan dat uiteindelijk tot de Wederkomst van Christus op aarde zal leiden. Christelijke zionisten vormen niet de enige groep die vrede tussen Israël en de Palestijnen in de weg staat, maar ze behoren wel tot de minst inschikkelijke partijen onder de tegenstanders van vrede. De reden hiervoor is wederom hun letterlijke Bijbelinterpretatie: Over de Wil van God valt niet te onderhandelen. Dat ze daarmee voorbij gaan aan een ander Bijbelcitaat ‘Blessed are the peacemakers, for they will be called children of God’ (Matt. 5:9) is opmerkelijk. 13
De Roadmap to Peace vereist dat beide partijen onmiddellijk het geweld staken. Israël moet de kolonistische nederzettingen in Palestijns gebied ontmantelen en de PA moet de strijd aangaan tegen het terrorisme en stappen ondernemen naar een democratisering en verbeterde accountability van haar regering. (Otterman, 2005)
19
5. Bibliografie
American Israel Public Affairs Committee. (n.d.). What is AIPAC? Geraadpleegd op 8 augustus 2010 op het World Wide Web: http://www.aipac.org/en/About%20AIPAC Baumgartner J.C., Francia P.L. & Morris J.S. (2008). A Clash of civilisations? The influence of Religion on Public Opinion of U.S. Foreign Policy in the Middle East. Political Research Quaterly, 61 (2), 171-179. Biblica. (2011) New International Version. Michigan: Zondervan. Boogert, E. (2010). Het Koninkrijk der hemelen is ‘nabij’ gekomen. Geraadpleegd op 20 juni 2010 op het World Wide Web: http://www.depositumcustodi.nl/fileadmin/publieke%20bestanden/ Voorbereidingsartikelen/2009-2010/Voorbereidingsartikel%20lezing%2010.pdf Campolo, T. (2009). The ideological roots of Christian Zionism. Geraadpleegd op 21 juni 2010 op het World Wide Web: http://www.tikkun.org/article.php/Campolo-roots-of-christian-zionism/print Christian Broadcoasting Network (2011). Pat Robertson warns against dividing Jerusalem. Geraadpleegd op 21 juni 2010 op het World Wide Web: http://www.cbn.com/spirituallife/ biblestudyandtheology/discipleship/patrobertson_jerusalem0305.aspx Christian Broadcasting Network (n.d.). About The 700 Club. Geraadpleegd op 7 juni 2010 op het World Wide Web: http://www.cbn.com/700club/ShowInfo/About/about700club.aspx Christian Coalition of America. (2011) About Us. Geraadpleegd op 7 mei 2010 op het World Wide Web: http://www.cc.org/about_us Christians United for Israel (2011). Pastor John C. Hagee. Geraadpleegd op 20 juni 2010 op het World Wide Web: http://www.cufi.org/site/PageServer?pagename=about_executive_board_hagee Cohn-Sherbok, D. (2006). The politics of apocalypse: the history and influence of Christian Zionism. Oxford: Oneworld Publications Limited. Davidson, L. (2002). The past as a prelude: Zionism and the betrayal of American democratic principles 1917-1948. Journal of Palestine Studies, 31 (3), 21-35. Dessi, A. (2011, 26 februari). US Veto on UN Settlement Resolution Shows Obama Is Not Ready for Change. Geraadpleegd op 3 mei 2011 op het World Wide Web: http://www.heptagonpost.com/Dessi/US_Veto _on_UN_Settlement_Resolution_Shows_Obama_Is_Not_Ready_for_Change Goodstein, L. (1998, 21 januari) Falwell Offers to Mobilize Churches to Oppose Israeli Pullback. Geraadpleegd op 16 juli 2011 op het World Wide Web: http://www.anusha.com/falwell.htm Haija, R.M. (2006). The Armageddon lobby: dispensationalist Christian zionism and the shaping of US policy towards Israel-Palestine. Holy Land Studies 5(1), 75-95. Hamilton, C. (2009). Bush, God, Iraq and Gog. Geraadpleegd op 3 mei 2011 op het World Wide Web: http://www.counterpunch.org/hamilton05222009.html
20
Heller, J. (2011) Netanyahu says will give up some land for peace. Geraadpleegd op 7 juli 2011op het World Wide Web: http://www.reuters.com/article/2011/05/24/us-mideast-usa-netanyahuidUSTRE74M6OM20110524 Jeremiah Project. Bible Prophecy and the End Times. Geraadpleegd op 6 februari 2011 op het World Wide Web: http://www.jeremiahproject.com/ John Hagee Ministries (n.d.). Why Christians Should Support Israel. Geraadpleegd op 20 oktober 2010 op het World Wide Web: http://www.jhm.org/ME2/Sites/dirmod.asp?sid=&type =gen&mod=Core+Pages&gid=27AAA6C53C0949FC85078AEDE43C4AA0&SiteID=8112722C039 B4E508F0AB8552B898895 Jordan, M.J. (2003, 8 december). Symbolic fight for Israel at UN. Geraadpleegd op 17 mei 2011 op het World Wide Web: http://www.csmonitor.com/2003/1208/p06s02-wome.html Kalman, M. & Bracha, H. (2009, 19 augustus). Huckabee's First 2012 Campaign Stop: Israel. Geraadpleegd op 26 september 2011 op het World Wide Web: http://www.time.com/time/politics /article/0,8599,1917389,00.html Levy, A. (2010) Prodigal Son. Is the wayward Republican Mike Huckabee now his party’s best hope? Geraadpleegd op 5 mei 2011 op het World Wide Web: http://www.newyorker.com/ reporting/2010/06/28/100628fa_fact_levy?currentPage=9 Mearsheimer, J. & Walt, S. (2007). The Israel lobby and US foreign policy. New York: Farrar, Straus and Giroux. Mikehuckabee.com (n.d.). About Mike Huckabee. Geraadpleegd op 28 september 2011 op het World Wide Web: http://www.mikehuckabee.com/about-mike-huckabee Otterman, S. (2005, 7 februari) MIDDLE EAST: The Road Map to Peace. Geraadpleegd op 27 mei 2011 op het World Wide Web: http://www.cfr.org/middle-east/middle-east-road-map-peace/p7738 Patrobertson.com. (n.d.).Israel and the Road Map to Peace. Geraadpleegd op 5 oktober 2011 op het World Wide Web: http://www.patrobertson.com/Teaching/TeachingonRoadMap.asp Pew Research Center for the People and the Press. (2006, 26 juli). Americans' Support for Israel Unchanged by Recent Hostilities. Geraadpleegd op het World Wide Web op 3 april 2010 op: http://pewresearch.org/pubs/237/americans-support-for-israel-unchanged-by-recent-hostilities Pew Research Center for the People and the Press. (2011, 10 juni). Views of Middle East Unchanged by Recent Events. Geraadpleegd op 27 juli 2011 op het World Wide Web: http://pewresearch.org/pubs/2020/poll-american-attitudes-foreign-poilcy-middle-east-israel-palestineobama Rosen, S.J. (2010). Will Obama Use His UN Veto? Geraadpleegd op 17 mei 2010 op het World Wide Web: http://www.meforum.org/2737/obama-un-veto Sizer. S,. (2004) Christian Zionism: Road-map to Armageddon? Illinois: InterVarsity Press. Smith, R.O. (n.d.) Between Restoration & Liberation: Theopolitical Contributions & Responses to U.S. Foreign Policy in Israel/Palestine. Geraadpleegd op 2 mei 2011 op het World Wide Web: http://www.christianzionism.org/Article/SmithR01.pdf The New York Times. (2009) Franklin Littell, Scholar of Holocaust, Dies at 91. Geraadpleegd op 6 mei 2010 op het World Wide Web: http://www.nytimes.com/2009/05/30/us/30littell.html
21
The Pew Forum on Religion and Public Life. (2003, 24 juli) Religion and Politics: Contention and Consensus. Geraadpleegd op 27 juli 2011 op het World Wide Web: http://pewforum.org/Politics-andElections/Religion-and-Politics-Contention-and-Consensus.aspx The White House. (2010, 21 april). Remarks by National Security Advisor James L. Jones at the Washington Institute for Near East Policy. Geraadpleegd op 25 november 2010 op het World Wide Web: http://www.whitehouse.gov/the-press-office/remarks-national-security-advisor-james-l-joneswashington-institute-near-east-poli Vermaas, P. (2008). In God We Trust. Wommelgem: Veen Bosch & Keuning uitgevers. Vrije Encyclopedie van het Conflict Israël – Palestina. (n.d.) Gog en Magog. Geraadpleegd op 7 april 2011 het World Wide Web: http://www.vecip.com/default.asp?onderwerp=885 Wagner, D. (2003) An Historical Account of Christian Zionism. Geraadpleegd op 21 juni 2011 op het World Wide Web: http://www.kairoscanada.org/fileadmin/fe/files/PDF/HRTrade/PalIsr/ChristianZionism_Wagner_2003.pdf Ynetnews.com. (2009, 17 september). Republican Huckabee supports Israeli settlements. Geraadpleegd op 27 september 2010 op het World Wide Web: http://www.ynetnews.com/articles/0,7340,L-3763241,00.html
22